NIFP. Het NIFP als servicepunt voor de rapporteur én de rechtbank. Jans Olthof, kinderrechter Almelo en gebruiker BooG: Ik ben soms best wel eigenwijs

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "NIFP. Het NIFP als servicepunt voor de rapporteur én de rechtbank. Jans Olthof, kinderrechter Almelo en gebruiker BooG: Ik ben soms best wel eigenwijs"

Transcriptie

1 September 2008 Rapportage Pro Justitia NIFP M A G A Z I N E Jans Olthof, kinderrechter Almelo en gebruiker BooG: Ik ben soms best wel eigenwijs Het deskundigenregister komt er aan: Het kaf van het koren scheiden Het NIFP als servicepunt voor de rapporteur én de rechtbank Gz-psychologe Sanne Hartmann en psychiater Jan Neeleman volgden de opleiding tot rapporteur bij het NIFP: De roep om meer verantwoording is volkomen terecht

2 Geachte relatie, Dit is al weer het tweede NIFP magazine waarmee wij u op de hoogte brengen van onze dienstverlening. Ditmaal gaan we in op een van onze kerntaken, de Rapportage Pro Justitia. Een taak waarmee wij ons bevinden tussen de vraag om advies aan de officier of rechtercommissaris enerzijds en onze relatie met rapporteurs die het rapport opstellen, anderzijds. Het NIFP is zich bewust van haar spilfunctie waarbij het garanderen van kwaliteit de prioriteit heeft. Daarom wordt in dit nummer ruim aandacht besteed aan het komende Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen en wat dat betekent voor u en voor ons. Daarnaast kunt u o.a. lezen over het gebruik van BooG in de praktijk, de service die wij bieden aan de rapporteurs en meer. Ik wens u veel leesplezier. Erik Heijdelberg (Algemeen Directeur NIFP) Kwaliteit heeft prioriteit3 Ronde tafel gesprek Landelijk deskundigenregister 4 BooG: Meelopen met Jans Olthof8 Standaard Evaluatie Rapportage10 Samen zicht op perspectief (ForCA)11 Civielrechtelijke Rapportagebemiddeling11 Best Practice Rapportagebemiddeling12 Bibliotheekservice13 Convenanten bieden helderheid 14 Het NIFP als servicepunt15 Het Pieter Baan Centrum investeert in kwaliteit16 Opleiding rapporteur: interview met Hartmann en Neeleman 18 Nieuws19 Handige tips voor de rapporteur 20 Publicaties22 Cijfers

3 Aan het begin van elke strafzaak moet de officier van justitie en vaak ook de rechter-commissaris een groot aantal besluiten nemen. Daarbij komt in heel veel gevallen de vraag aan de orde of een deskundigenrapport over H de verdachte (volwassene of jongere) wenselijk of noodzakelijk is. Het NIFP speelt hierin een belangrijke rol. In strafzaken komt het besluit over het pj-onderzoek mede tot stand door toepassing van het expertsysteem BooG (Beslissingsondersteuning onderzoek Geestvermogens) dat vanuit het NIFP als webapplicatie werd geïmplementeerd bij de ketenpartners. Bij jeugdrapportages is bovendien via een indicatieoverleg sprake van samenwerking met de Raad voor de Kinderbescherming. In civielrechtelijke jeugdzaken bestaat er ook een adviesfunctie naar Bureau Jeugdzorg onder andere over de wenselijkheid van onderzoek. Wordt besloten tot een onderzoek dan worden de volgende stappen gezet: de matching van de opdracht aan een deskundige, het actief volgen van het onderzoeksproces en het intercollegiaal toetsen van het rapport op een aantal kwaliteitskenmerken. Deze activiteiten hebben vanaf 1996 gaandeweg geleid tot kwaliteitsontwikkelingen in de vorm van opleidingen, wetenschappelijk onderzoek en publicaties en tot het ontwikkelen van best practices en standaards (zoals in jeugdzaken de STandaard Evaluatie Rapportages, STER). Deze NIFP-activiteiten zijn in 2002 voor de jeugdrapportages geformaliseerd in het landelijke kader Forensische Diagnostiek in de Jeugdzorg. Een nieuwe ontwikkeling binnen de portefeuille jeugd is het Forensisch Consortium Adolescenten (ForCa), een kennisnetwerk over diagnostiek en behandeling van jongeren met een PIJ-maatregel. Kwaliteit heeft prioriteit De ontwikkeling van best practices en (kwaliteits)beleid gebeurt vanuit - maar liefst - vier rapportage -portefeuilles; rapportagebemiddeling, jeugd, klinische rapportage en maatregeladvies. Over de eerste drie treft u informatie aan in dit magazine. De portefeuille maatregeladvies bemiddelt rapportages in het kader van de tenuitvoerlegging van strafrechtelijke maatregelen. Daarover zal meer te lezen zijn in een volgend magazine. Het belang van de rol van het NIFP blijkt ook uit cijfers. In 1996 werden zo n 3500 rapporten bemiddeld naar 300 rapporteurs, in 2007 waren er dat inclusief civiel zo n 9000 naar 550 rapporteurs. Het gaat dus allang niet meer om de vraag of er een deskundige kan worden gevonden die een onderzoek kan en wil doen, maar om het in al die zaken optimaal aan elkaar verbinden van de strafrechtelijke of civielrechtelijke vraag en de passende gedragsdeskundige expertise. De bemoeienis van het NIFP rond de rapportagebemiddeling komt tot uitdrukking in het betreffende beeldmerk op de omslag van dit magazine. Immers, na jaren van ontwikkeling grijpen de tandwielen van indicatiestelling, bemiddeling, rapportage en kwaliteitstoetsing steeds doeltreffender in elkaar in een mechaniek voor samenhangend kwaliteitsbeleid. Twee jaar geleden is daar nog een tandwiel bijgekomen: de Vereniging van Pro Justitia Rapporteurs. Deze heeft in korte tijd een eigen kracht ontwikkeld, zoals blijkt uit de recente overeenkomst met de minister over reële normtijden en tarieven. De Vereniging is voor het NIFP ook een essentiële gesprekspartner bij het komen tot kwaliteitsafspraken en overeenkomsten met de rapporteurs. En een nieuw tandwiel wordt op dit moment gesmeed: het Nederlands Register voor Gerechtelijk Deskundigen. Via dat register gaan de kwalificaties van de deskundigen geborgd worden en zullen nieuwe verbindingen worden gelegd met andere forensische deskundigheidsgebieden. Kenmerkend voor het NIFP is de dynamiek waarbij het bewegen van het één wordt overgenomen door het ander, die dat weer doorgeeft aan het volgende. Dit magazine bevat boeiende voorbeelden van innovaties, die benadrukken dat kwaliteit prioriteit heeft en houdt. Mede namens de portefeuillehouders klinische rapportage, jeugd en maatregeladvies (respectievelijk Thomas Rinne, Nils Duits en Peter van Panhuis) 3 Wim van Kordelaar, portefeuillehouderrapportagebemiddeling

4 Het kaf van het koren scheiden Een advocaat is aangesloten bij zijn eigen beroepsvereniging, die de normen en waarden van diens vakgebied heeft vastgelegd en die ook toetst. Een arts ook, een buschauffeur ook. Maar de rol en het functioneren van de forensisch deskundige bleven tot nu toe meestal ongetoetst, zegt Michel Smithuis. Hij is, namens het ministerie van Justitie de projectleider voor een landelijk deskundigenregister dat er, als het een beetje meezit, op 1 januari 2009 is. 4 Deskundige wíl straks in het register staan DDe tijd is rijp voor zo n keurmerk van vakbekwaamheid, lieten de betrokkenen eenstemmig horen tijdens het rondetafelgesprek onlangs bij het NIFP. De opeenvolging van incidenten rond de rol van deskundigen in juridische zaken van de afgelopen jaren (Schiedammer Parkmoord, balpenmoord, de zaak Lucia de B., de Puttense moordzaak, de zaak Lancee) heeft dat bespoedigd, geeft Smithuis toe, maar de eerste aanzet, ook vanuit beroepsbeoefenaars en instituties, dateert al van voor die tijd. Wim van Kordelaar: De incidenten waren nodig om de politiek het al ontstane initiatief te laten overnemen. Het idee voor een register is al opgekomen in 1997, toen door enkele medewerkers van de voormalige Forensisch Psychiatrische Dienst de Stichting Pro Justitia werd opgericht. Er werd een landelijke opleiding ontwikkeld voor psychiaters en psychologen die wilden gaan rapporteren en wij vroegen ons af of het niet handig was meteen maar een registratiesysteem op te zetten. We hebben toen aansluiting gezocht bij het BIG-register. Het BIG-register (Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg) is een Nederlandse databank, waarin een aantal officieel erkende gezondheidswerkers is geregistreerd. In het BIG-register zijn artsen, apothekers, fysiotherapeuten, gezondheidszorgpsychologen, psychotherapeuten, tandartsen, verloskundigen en verpleegkundigen opgenomen. Dat is toen niet gelukt, pas in 2002 is er een vorm van samenwerking gekomen, toen met het Nederlands Forensisch Instituut (NFI).

5 Het kan heel grote voordelen opleveren als forensisch deskundigen van elkaars werk op de hoogte raken. Daardoor komt een gedragsdeskundige tot de ontdekking dat hij bij zijn onderzoek met dezelfde grondbeginselen te maken heeft als een DNA-deskundige van het NFI en omgekeerd. Het deskundigenregister zal uiteindelijk, over een paar jaar, de vele tientallen, zo niet honderden vormen van forensische deskundigheid moeten omvatten die beschikbaar zijn ten behoeve van de rechtspraak. Als startdatum is gekozen voor 1 januari 2009, de Tweede Kamer heeft het wetsvoorstel al goedgekeurd, de Eerste Kamer zal het naar verwachting komend najaar definitief vaststellen. Kaf van het koren Smithuis: Het eerste doel is het kaf van het koren te scheiden. Het forensisch specialisme is een vak, erken dat. Mensen die het er maar bij doen, die moeten we dus niet in het register opgenomen willen hebben. Het nog vast te stellen college (een vertegenwoordiger van het Openbaar Ministerie, van de politie, van de advocatuur, drie deskundigen en een rechter als voorzitter) zal - in samenspraak met het veld - de komende maanden vaststellen aan welke eisen de deskundigen in het register moeten voldoen. DNA-deskundigen, forensisch gedragsdeskundigen en handschriftdeskundigen zijn de specialismen die als eerste ter hand worden genomen. Wat Schuijer betreft, worden daarna zo snel mogelijk ook de eerste deskundigen in zoveel mogelijk andere specialismen geregistreerd. Deze drie zijn goed te definiëren vakgebieden. Maar wat mij betreft, wordt het register meteen ook opengesteld voor andere vakgebieden. Met slechts een handvol geregistreerde deskundigen in een bepaald vakgebied kan het OM daar nog wel omheen, naarmate het er meer worden, wordt dat steeds moeilijker. Schuijer: Op het moment dat je de eis stelt dat er uit het Het forensisch specialisme is een vak, erken dat. De Tweede Kamer stemde op 3 juli in met het wetsvoorstel Deskundige in strafzaken. Deze wet zal, als de Eerste Kamer hem dit najaar vaststelt, ervoor zorgen dat de kwaliteit van deskundigen wordt vastgesteld en meetbaar wordt. Daarnaast versterkt de wet de positie van de verdediging, ondermeer doordat de verdachte het uitdrukkelijke recht krijgt om een tegenonderzoek te vragen. Het wetsvoorstel legt de basis voor het Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen. register moet worden geput, zorg dan ook dat het is gevuld. Het college zal de beoogde normen voor een vakgebied straks publiceren in de vakliteratuur en op internet in de hoop daarmee reacties uit te lokken van professionals, zodat na een aantal weken duidelijk is hoe het vakgebied daarover denkt en een breed gedragen eisenpakket kan worden vastgesteld. En dat is dan nog maar één terrein. Smithuis realiseert zich dan ook dat de paar maanden die nog resten tot 2009 een krappe aanloopperiode vormen. Maar we kiezen kwaliteit vóór snelheid. Het doel is 1 januari, maar 1 maart zou ook kunnen. De periode tot 1 januari hebben de betrokken partijen uitgetrokken om, zoals dat heet, draagvlak te creëren voor het register. Bij de deskundigen moet het idee dus postvatten dat men in het register opgenomen wil worden. Is daar wellicht nog weerstand bij te verwachten? Zo zit iemand die al vijftien of twintig jaar zijn werk doet, en naar kennelijke tevredenheid, misschien helemaal niet te wachten op de toetsing die voorafgaat aan opname in het register? Het is een beetje alsof je na twintig jaar autorijden zonder brokken ineens opnieuw rij-examen moet doen. Wim van Kordelaar: Er zijn inderdaad deskundigen die zeggen: ik ben zo onafhankelijk, ik ga me niet verbinden aan welk register dan ook. Maar de praktijk wijst toch uit dat als in een bepaald vakgebied een specialisme ontstaat en er komt een mogelijkheid dat je daarin geregistreerd kunt worden, dat men dat dan ook wil. Als een bepaalde beroepsgroep haar leden het advies geeft zich niet te registreren, dan zal dat aanvankelijk ook weerstand kunnen opleveren, maar uiteindelijk is dat een achterhoedegevecht. Meriam Embregts 5

6 Het register kan worden gezien als een instrument om te zien of aan bepaalde minimumeisen is voldaan. Meriam Embregts benadrukt: Het register garandeert tot op zekere hoogte ook dat de kennis van de deskundige up-to-dateis. Is een deskundige niet geregistreerd dan zal dat steeds opnieuw moeten worden vastgesteld. Het register kan worden gezien als een instrument voor onder meer de rechter om te zien of aan bepaalde minimumeisen is voldaan. Zij waarschuwt ervoor dat opname in het deskundigenregister niet zaligmakend is. Wetenschappelijke discussies binnen het vakgebied zijn ook relevant voor de rapporten van de deskundigen. Liesbeth Schuijer vult aan: Het is niet voor niets dat in alle expert meetings tot nu toe is gesproken over de vraag: hoe vinden we deskundigen bereid zich in te schrijven? Voor het Openbaar Ministerie is daarom bepaald dat als wij deskundigen willen inzetten, wij in beginsel moeten putten uit het register. Daarmee wordt voor ons al een drempel opgeworpen om niet vrijelijk te gaan shoppen. Meriam Embregts: "De forensische kennis voegt bovendien iets toe aan hun deskundigheid. Daarmee onderscheiden zij zich weer binnen hun beroepsgroep. Smithuis beaamt: Ieder vakgebied wil uiteindelijk erkenning voor de eigen deskundigheid. Schuijer: Maar vooral voor de beroepsgroepen die het zelf al goed hebben geregeld, die zelf de lat al heel hoog hebben gelegd, daarvoor is het belang van dit register niet zo groot en zal het register zich juist bij hen moeten aansluiten in plaats van andersom. Nu het register er aan zit te komen, is ook de rechterlijke macht blij, omdat het een extra instrument biedt om na te gaan of de naar voren geschoven deskundige echt wel die titel verdient. Wilma van den Berg: Als rechter maak je mee dat je een rapportage krijgt van een deskundige over wie je later van vakgenoten hoort dat die nooit TBS zal adviseren. Dat contact met vakgenoten is tot nu toe de enige manier om aan dat soort informatie te komen. Als het gaat om een deskundige op een voor mij onbekend terrein, vraag ik overigens ook nu al altijd om een cv mee te sturen. Het is toch handig te weten of iemand al twintig rapportages op zijn naam heeft staan of dat het pas de eerste of de tweede is. Naarmate het register groeit, valt het steeds meer op als iemand er niet in staat. Dan word je alerter en vraag je automatisch naar diens credentials. Ook rechters worden geacht in beginsel deskundigen uit het register te gebruiken en te motiveren waar dat niet het geval is. Hoe groot en veelomvattend het register uiteindelijk wordt, er zal altijd een groep niet-geregistreerde deskundigen blijven. Omdat ze speciaal voor een zaak uit het buitenland komen bijvoorbeeld, of omdat hun specialisme te klein en specialistisch is. Smithuis: Is het geen idee die mensen een gedragscode te laten tekenen? Van den Berg: Dat er een gedragscode binnen een beroepsgroep bestaat, is wat anders dan dat als rechter te eisen. Dat lijkt me moeilijk. Wim van Kordelaar: Maar op de een of andere manier moet een deskundige wel kunnen verantwoorden wat zijn kwalificatie is. Meriam Embregts: Ook de verdediging zal zeggen: ik wil discussie over het rapport, niet over de kwaliteit van mijn deskundige. Om dat te bereiken zal al snel aansluiting gezocht worden bij de voor het register vastgestelde kwaliteitseisen en de gedragscode. Michel Smithuis Wilma van den Berg 6 Dat kan doordat de rechter daar naar vraagt, maar ook doordat de verdediging hierop al anticipeert en deze gegevens aan het rapport toevoegt. Wilma van den Berg: We moeten hierover inderdaad met elkaar in gesprek, het is goed als dat gebeurt.

7 Verdachte Behalve dat er met de instelling van het deskundigenregister een instrument komt voor de kwaliteit van de deskundigen en van hun inbreng in een rechtszaak, verandert er ook iets aan de positie van de verdachte en zijn verdediging. Zij worden volgens het wetsvoorstel straks eerder betrokken bij het vaststellen van de onderzoeksvraag en kunnen in een eerder stadium zelf onderzoeksvragen inbrengen. De betrokkenheid van de verdediging in een eerder stadium is een goede zaak. Dat zal het draagvlak voor het register zeker vergroten, meent Schuijer. En ook belangrijk: het voorkomt waarschijnlijk een grote stroom aan contra-expertises vanuit de verdediging. Van den Berg ziet aanvankelijk geen verandering: Aanvullende vragen toevoegen, dat gebeurt nu toch ook al? Maar Smithuis geeft aan: Tot nu toe speelt het stellen van aanvullende vragen door de verdediging vooral op de zitting, in de wet wordt nu bevorderd dat al in een eerder stadium te doen. In hoeverre dit gebeurt, is wel afhankelijk van de mate waarin de (jeugd)officier, rechter-commissaris en advocaat actief de discussie met elkaar aangaan. De vraag is nog wel wie er gaat betalen voor die - door de verdediging aangebrachte - extra onderzoeksvragen. Van den Berg: In de wet staat nu al: als een rapportage een belangrijke bijdrage levert aan het onderzoek, zal er een bijdrage uit s rijks kassa worden verstrekt. Als geen enkele vraag is beantwoord die rechtens van belang is, dan niet. Tenzij ik als rechter-commissaris al heb gezegd: we doen dat onderzoek. Dan wordt er natuurlijk voor betaald. Maar al met al is het goed dat de verdediging de mogelijkheid krijgt vragen toe te voegen. Al zal ik niet toestaan dat ze de vraagstelling wijzigen, het gaat om aanvullende vragen. En het moeten vragen zijn die passen in het onderzoek. Schuijer wijst erop dat de mogelijkheden voor de verdediging om aanvullende vragen in te dienen, worden verruimd, terwijl de mogelijkheden voor de rechter om die verzoeken af te wijzen, worden ingeperkt. Ze kijkt ernaar uit dat in de nieuwe situatie het beeld verdwijnt dat het Openbaar Ministerie (synoniem: de aanklager ) en de verdediging twee Het idee is nu toch vaak dat wij er zijn om de verdachte op te knopen. Dat is in strijd met de werkelijkheid. tegenover elkaar staande partijen zijn. Het uitgangspunt moet toch zijn het oplossen van een zaak en het zoeken naar de waarheid. Het idee is nu toch vaak dat wij er zijn om de verdachte op te knopen. Dat is in strijd met de werkelijkheid. Van Kordelaar stelt dat aanvullende vragen in het geval van het onderzoek naar de persoon van de verdachte niet zo voor de Wim van Kordelaar hand liggen, omdat daar al jaren een standaardvraagstelling wordt gehanteerd. Bovendien misken je de positie van de gedragsdeskundige als je hem of haar zowel vraagt naar de geloofwaardigheid van verklaringen bij de politie als naar het verband tussen een eventuele stoornis en het delict. Bij de start van het register zal een symposium worden georganiseerd, dat we jaarlijkse willen herhalen. Hierbij zullen we ons vooral richten op de gevolgen van het wetsvoorstel voor rechters, officieren en deskundigen. s Ochtends zullen enkele gerenommeerde sprekers het wetsvoorstel en kwaliteitsontwikkeling in een bredere, ook internationale, context plaatsen. In de middag is er veel ruimte voor kennisuitwisseling. Door Edwin Wendt DEELNEMERS AAN HET RONDETAFELGESPREK BIJ HET NEDERLANDS INSTITUUT VOOR FORENSISCHE PSYCHIATRIE EN PSYCHOLOGIE (NIFP)IN UTRECHT: M. (Michel) Smithuis, jurist en arts, projectleider van het Landelijk Deskundigenregister namens het ministerie van Justitie. M.C.D. (Meriam) Embregts, dr. mr., Hoofd Juridische Zaken van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) W. (Wim) van Kordelaar, dr., portefeuillehouder rapportagebemiddeling en directielid van het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP) W.M.C. (Wilma) van den Berg, mr., rechter-commissaris van het arrondissement Amsterdam. E. (Liesbeth) Schuijer, forensisch officier van justitie bij het arrondissementsparket Den Haag. Verhinderd tijdens het gesprek, wel achteraf telefonisch geïnterviewd. 7

8 Jans Olthof: BooG structureert je denken In 2007 is BooG (Beslissingsondersteuning onderzoek Geestvermogens) landelijk geïmplementeerd als hulpmiddel bij de besluitvorming over de aanvraag van rapportages pro Justitia. Vier ketenpartners (Openbaar Ministerie, kabinet Rechter Commisaris, Raad voor de Kinderbescherming en NIFP) kunnen in het expertsysteem hun module invullen en krijgen een advies over de wenselijkheid van een onderzoek pro Justitia. Jans Olthof gebruikt BooG regelmatig. Hij neemt als Kinderrechter/RC in Almelo een bijzondere positie in. Niet het parket, zoals in de meeste arrondissementen, maar hijzelf neemt bij jongeren de uiteindelijke beslissing voor een PJ-onderzoek. Vanuit zijn functie ziet hij zowel de jongere als de ouders. Dat levert veel extra informatie op om goed te kunnen beslissen. Voor de behandeling van iedere nieuwe zaak bekijkt Jans Olthof de vordering inbewaringstelling van het parket, de aankondiging van de voorgeleiding, het uittreksel van de documentatie en het strafdossier. Omdat Jans als kinderrechter ook de civiele zaken onder zijn hoede heeft, beschikt hij vaak eveneens over informatie van de gezinsvoogd over eventuele Ondertoezichtstellingen (OTS). Hieruit ontstaat een beeld van de situatie, waarbij altijd de vraag speelt of een onderzoek naar de geestvermogens wenselijk is. Na de voorgeleiding wordt de BooG ingevuld en gaat de zaak door naar het indicatieoverleg tussen NIFP en Raad voor de Kinderbescherming. Zij bekijken Jans ingevulde BooG, vullen zelf BooG in en brengen uiteindelijk advies uit. Bij een positief advies van het indicatieoverleg neemt Jans het advies altijd over. Bij een negatief advies besluit Jans toch nog wel eens om wel een onderzoek aan te vragen. Hoe kan dat? Jans Olthof Niet goedkoop De reden is pragmatisch. In veel gevallen was een civielrechtelijke oplossing de beste keus, ware het niet dat de wachttijden daar vaak (te) lang zijn. Al die tijd gebeurt er niets met het kind. Omdat Jans het volledige overzicht heeft van civiele én strafzaken kiest hij in een aantal gevallen voor een slagvaardiger aanpak via het strafrecht.

9 Een PJ-onderzoek is dan noodzakelijk. Hierdoor kan voor een jongere veel sneller de juiste behandeling worden gestart en komt hij of zij niet op een maandenlange wachtlijst. Ook levert een PJ-onderzoek vaak extra informatie op die relevant is bij de oplegging van de gewenste maatregel. Zo kan een onderzoek bijvoorbeeld zwakbegaafdheid aantonen, wat voorheen niet bekend was. Jans merkt op dat rapporteurs zeer zelden aangaven dat zij een onderzoek overbodig vonden. Met het NIFP discussieert hij daar wel eens over. Onderzoeken is immers niet goedkoop en de capaciteit aan rapporteurs is beperkt. Jans erkent dat, maar relativeert: een PJ-onderzoek is net zo duur als één week detentie. Als je daarmee recidive kunt voorkomen Nieuwsgierig Vandaag wordt een zestienjarig meisje uit Azerbeidzjan voorgeleid. Ze is al eerder voorgeleid wegens diefstal. Volwassen uiterlijk, zwakbegaafd, vertoont uitdagend seksueel gedrag, dreiging om in handen te vallen van loverboys en problemen thuis. Ze heeft al OTS gehad en zat recentelijk vier maanden in de Veenpoort in Veenhuizen. Dat was geen succes. Op 30 juni vroeg de gezinsvoogd residentiële crisisopvang aan. Op 1 juli kwam het meisje vrij uit Veenhuizen. Dezelfde avond ging ze naar haar vriendje en trof deze in bed aan met haar beste vriendin. Dat was niet leuk. Ze heeft geweld gebruikt en de vriendin deed aangifte van mishandeling. Hierop kwam de zaak weer bij Jans. Een dag later trekt de vriendin de aangifte weer in, maar het parket handhaaft de zaak. Typisch een situatie waar civiel recht en strafrecht elkaar raken. Plaatsing in een gesloten inrichting zou hier wenselijk zijn, maar daarvoor bestaan wachttijden van vaak vele weken. Jans wil snel plaatsen en overweegt een PJ-onderzoek. Vervolgens wordt BooG ingevuld. Binnen drie minuten adviseert BooG consulteer het NIFP. Dat verwachtte Jans al: Dat is bij zware mishandeling bijna altijd het advies. In de toelichting vult hij nog specifieke informatie in over deze situatie. Dan kan het indicatieoverleg kennisnemen van zijn overwegingen. BooG wordt afgesloten, zodat de ketenpartners de ingevulde BooG kunnen inzien. Jans verwacht dat de zaak komende week in het indicatieoverleg wordt besproken. Dan heeft hij binnen een week het advies en kan hij beslissen. De aanvraag voor rapportage is meestal binnen tien dagen de deur uit. Jans: Ik ben altijd erg nieuwsgierig naar de PO s. Omdat we die in Almelo via het Bureau Kinderrechter aanvragen, krijgen wij ze rechtstreeks van het NIFP toegezonden zodra ze klaar zijn. Ik lees ze dan met aandacht allemaal. Mochten er nog wat losse eindjes zijn, dan neem ik zo snel mogelijk, voorafgaand aan de zitting, contact op met het NIFP om opheldering of mogelijk een aanvullend onderzoek te vragen, als de rapporteur dat adviseert. Neurologisch onderzoek, bijvoorbeeld. Toegevoegde waarde Leidt het gebruik van BooG ook wel eens tot andere conclusies? Jans: Nee, niet zo vaak. Maar als je toch al weet wat je met een zaak wilt, wat is dan nog de toegevoegde waarde van BooG? Jans: BooG structureert je denken. Systematisch loop je een aantal relevante aspecten na, die je anders mogelijk niet in je overwegingen meeneemt. Dat is goed. En de ketenpartners kunnen de overwegingen zien in BooG. Door Frank Wagenvoort 9

10 Standaard Evaluatie Rapportage VVoor de duidelijkheid: de STER Jeugd evalueert niet de inhoudelijke juistheid van diagnose, conclusie en advies, maar richt zich op kwaliteitskenmerken als volledigheid, transparantie, consistentie en verantwoording van de bevindingen. De STER Jeugd kan daarmee hulpmiddel zijn om op een objectiverende wijze deze kwaliteiten van jeugdrapportages te verduidelijken en te verbeteren. Er bestaan namelijk nog steeds flinke verschillen in kwaliteit en dat is niet in het belang van opdrachtgevers en gebruikers en zeker niet van de onderzochte jongeren. Immers, rapportages vormen vaak de grondslag voor vér strekkende beslissingen van de rechtbank en zijn vaak de basis voor (jarenlange) behandeling en begeleiding. Volgens het landelijke kader Forensische Diagnostiek in de Jeugdzorg moet het NIFP de kwaliteit van de rapportages van jongeren helpen verbeteren, en wel door advisering, bemiddeling en toetsing daarvan, het organiseren van opleiding en bijscholing van rapporteurs en de totstandkoming van registervorming. Dit laatste is één van de motoren geweest achter de ontwikkeling van het Nederlands Register Gerechtelijke Deskundigen. Het NIFP moet volgens het landelijke kader ook inzicht geven in de kwaliteitsverbetering van de rapportages van jongeren en gebruikt daarbij de STER Jeugd op de volgende manieren. In samenhang met de ontwikkeling en de implementatie van het landelijke kader Forensische Diagnostiek in de Jeugdzorg is onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om rapportages pro Justitia van jongeren te evalueren. Dit ging gepaard met empirisch onderzoek naar wat opdrachtgevers, gebruikers en rapporteurs het meest van belang achten voor de gebruikswaarde van de jeugdrapportage. De uitkomsten van dit onderzoek werden verwerkt in een onderzoeksinstrument met de naam STandaard Evaluatie Rapportage: STER. Ten derde zal het NIFP in 2008 en 2009 de STER Jeugd als hulpmiddel gaan toepassen bij de evaluatie van de dubbelrapportages in het jeugdstrafrecht. Hierbij wordt gewerkt met geanonimiseerde databases waarin gegevens komen over getoetste rapporten. Een en ander zal leiden tot een meer gestandaardiseerde feed-back naar de rapporteur. De gegevens maken natuurlijk geen deel uit van de dossiers zoals ook geldt voor op andere manieren gegeven feedback op rapportages, omdat niet kan worden getreden in de onafhankelijke positie van de deskundige. Sterker nog: bewaking van die onafhankelijkheid is één van de kerntaken bij de evaluatie van rapportages. De hier beschreven ontwikkelingen met de STER Jeugd maken deel uit van de ontwikkeling van het algemene kwaliteitsbeleid van het NIFP. Steeds moet dat beleid worden geijkt op wat opdrachtgevers wensen, rapporteurs tot stand kunnen brengen en de overheid tot haar taken rekent. 10 Allereerst worden in het kader van lopend wetenschappelijk onderzoek 700 rapportages pro Justitia van jongeren uit 2005, 2006 en 2007 met de STER Jeugd onderzocht op alle kwaliteitskenmerken. Dit geeft inzicht in de stand van zaken zodat een beter kwaliteitsbeleid mogelijk wordt. Dit sluit aan bij de door de minister van Justitie gewenste kwaliteitsborging waarbij registratie van de kwaliteitsvoortgang met de STER, als één van de kwaliteitsborgende elementen wordt genoemd. Ten tweede wordt de STER Jeugd gebruikt in het kader van de opleiding tot rapporteur van jongeren. Het maakt de beginnend rapporteur beter duidelijk aan welke kwaliteitseisen een rapportage moet voldoen en het maakt de productgerichte supervisie beter mogelijk.

11 Het Forensisch Consortium Adolescenten Samen zicht op perspectief U heeft het hopelijk al gehoord: het Forensisch Consortium Adolescenten (ForCA) is opgericht. Het is een uniek samenwerkingsverband tussen justitiële jeugdinrichtingen, jeugdforensische psychiatrie, NIFP en universitaire centra. Het Consortium wil als praktisch kennisnetwerk komen tot kennis- en ervaringsuitwisseling over en verbetering van de diagnostiek en behandeling van jongeren met een PIJ-maatregel. Dat dit nodig is, blijkt uit de conclusies van de gezamenlijke Inspecties en de Algemene Rekenkamer uit 2007 van tekortschietende veiligheid en kwaliteit van de behandeling van criminele jongeren. De staatssecretaris heeft ingestemd met financiering, het NIFP Jeugd draagt zorg voor de projectleiding en coördinatie van het Consortium. ForCA wil: 1 de ketenpartners beter informeren, 2 kennis vergaren en delen, 3 een wetenschappelijk onderzoeksprogramma opzetten, 4 observatie- en behandelmethodiek ontwikkelen en verbeteren 5 opleiding en deskundigheid van groepsleiders en gedragsdeskundigen bevorderen. Dit moet ten goede komen aan een effectievere diagnostiek en behandeling en aan een adequatere sturing op kwantiteit en kwaliteit hiervan. Een belangrijk onderdeel vormen twee ForCA observatieafdelingen van elk acht plaatsen in het Forensisch Centrum Teylingereind, die momenteel worden opgezet. Op de afdeling voor onderzoek pro Justitia zullen per jaar 56 jongeren op indicatie van het NIFP worden geobserveerd en onderzocht voor de rechtbank. Op de afdeling advisering PIJ-maatregel zullen op jaarbasis eveneens 56 jongeren en jongvolwassenen met een PIJ-maatregel worden onderzocht ten behoeve van een advies over eventuele verlenging of meer effectieve behandeling. Het is de bedoeling dat beide afdelingen in april 2009 van start gaan. Er wordt hard gewerkt om al het bovenstaande tot stand te brengen, er zijn een parlement, een dagelijks bestuur, een projectleiding en verschillende werkgroepen. Informatie over het ForCA en de voortgang is te verkrijgen via de ForCA website en de website van het NIFP. Civielrechtelijke rapportagebemiddeling Gezinsvoogden staan vaak voor moeilijke dilemma s. De keuzes die zij maken, grijpen diep in de levens van kinderen en ouders in. Gelukkig staan zij niet alleen en worden zij mede ondersteund door gedragsdeskundigen. Soms blijkt het inschatten van risico s echter zo ingewikkeld dat de kennis en expertise van onafhankelijke gedragsdeskundigen nodig is. In dat geval wordt een civielrechtelijk onderzoek aangevraagd. Daarvoor kan, zonder extra kosten, het NIFP worden ingeschakeld als adviseur, bemiddelaar en bewaker van de kwaliteit - taken die ook in het verband van het civiele recht door het landelijke kader Forensische Diagnostiek in de Jeugdzorg zijn toebedeeld aan het NIFP. Het NIFP als adviseur - Casus Ex-partners strijden om de zorg van een onder toezicht gesteld kind, dat al jaren bij moeder woont. Hij ontwikkelt zich op het eerste gezicht voldoende. De ouders maken elkaar zwart en de gezinsvoogd weet niet wie zij moet geloven. BJZ vraagt van beide ouders een onderzoek naar opvoedingscapaciteiten aan. Het NIFP adviseert in dit geval om eerst alleen de opvoedingssituatie bij moeder te onderzoeken. Vaders kritiek kan zo worden beoordeeld. Mocht de opvoedingssituatie onvoldoende zijn, kan op dat moment naar de opvoedingsvaardigheden van vader worden gekeken. Het voordeel is dat de jongen zo min mogelijk wordt belast, de rapporteur meer kans heeft uit de strijd te blijven en het onderzoek minder omvangrijk hoeft te worden uitgevoerd. Dit scheelt aanzienlijk in de kosten. Het NIFP als bemiddelaar - Casus Vader is bekend met een manisch depressieve stoornis. De gezinsvoogd vraagt zich af of het vertrouwd is dat de bezoekregeling naar een heel weekeinde wordt uitgebreid. Het NIFP bemiddelt deze opdracht naar een onafhankelijke rapporteur. In dit geval is dat een psychiater met kennis van volwassenenpsychiatrie. Er kan zo een goed onderbouwd antwoord op deze vraag worden gegeven. Het NIFP als kwaliteitsbewaker - Casus Een rapporteur is overbetrokken bij een gezin en pleit voor terugplaatsing. Het NIFP bespreekt, als neutrale kwaliteitsbewaker, deze te weinig objectief onderbouwde conclusie met de rapporteur. De rapporteur besluit, na dit gesprek, toch meer informatie bij anderen in te winnen ten behoeve van een betere onderbouwing van zijn advies. 11

12 12 Best Practice Rapportagebemiddeling Gezocht: de meest geschikte rapporteur DDe keten van werkzaamheden tussen een gepleegd delict en het uitbrengen van een pro Justitia-rapport is behoorlijk lang. De portefeuille Rapportagebemiddeling werkt sinds ruim een jaar aan het stap voor stap in beeld brengen hiervan. Vervolgens worden de afzonderlijke stappen onder de loep genomen. De verschillende vestigingen van het NIFP in Nederland hebben ieder hun eigen manier van werken. In de komende tijd zal het NIFP een Best Practice Rapportagebemiddeling opstellen, zodat de kans op (rechts)ongelijkheid tot een minimum wordt beperkt. In het proces kunnen vier deelgebieden worden onderscheiden: indicatiestelling, matching, monitoring en toetsing. Indicatiestelling Met behulp van BooG kan de (jeugd)officier van justitie of de rechter-commissaris vaststellen of bij een verdachte een onderzoek nodig is. Soms is dat een duidelijk ja of nee, maar niet zelden is de hulp van een NIFP-psychiater of psycholoog nodig om de noodzaak tot een onderzoek geestvermogens vast te stellen. Als iemand is opgepakt voor een ernstig delict, dan is de kans dat over deze verdachte een pro Justitia-rapportage met een TBS-advies wordt uitgebracht in Assen 3% en in Maastricht 0,5%. Zo was het althans enige jaren geleden. Deze vorm van rechtsongelijkheid willen wij binnen onze rechtspraak tot het minimum beperken en het NIFP levert daaraan een belangrijke bijdrage. Dit vindt plaats door middel van een trajectconsult: de medewerker van het NIFP bezoekt de verdachte op de rechtbank of later in een Penitentiaire Inrichting (PI) of een Justitiële Jeugdinrichting (JJI). De portefeuille apportagebemiddeling heeft een voorstel opgesteld voor een gedifferentieerde, maar landelijk uniforme vorm van dit trajectconsult. De meest uitgebreide variant van het trajectconsult is een gesprek met de verdachte, waarbij de NIFP-psychiater (met behulp van BooG) de indicatie stelt: een monodisciplinair onderzoek door een psychiater of een psycholoog, een multidisciplinair onderzoek door een psychiater en een psycholoog, een triple-onderzoek of een klinisch onderzoek, bijvoorbeeld in het Pieter Baan Centrum. In een minder uitgebreide variant stelt het NIFP de indicatie op basis van de gerechtelijke stukken. Een verslag van elk trajectconsult wordt bij de stukken gevoegd, zodat de rapporteur beschikt over de motivering van de indicatiestelling. Matching Nadat de indicatie is gesteld, moet de coördinerend psychiater of psycholoog van het NIFP een geschikte

13 rapporteur vinden. Hierbij wordt zoveel mogelijk de meest geschikte rapporteur gezocht. Het is daarom van belang dat de coördinator goed zicht heeft op de pool van rapporteurs en hun specialismen, bijvoorbeeld bovengemiddelde kennis van verslavingsproblematiek, zedendelicten of autistische stoornissen. Naast vakbekwaam moet de rapporteur ook onafhankelijk en onpartijdig zijn. Een rapporteur met traumatische ervaringen op het gebied van alcohol of drugs, of met slachtofferervaringen in de persoonlijke levenssfeer, kan meestal beter geen verdachte onderzoeken met juist deze problematiek of dat delict. De matching van de casus kan een knelpunt vormen in het strafproces, als de groep rapporteurs niet groot genoeg is. Monitoring Voor een effectieve rechtspraak is de tijdigheid van het aanleveren van de pro Justitia-rapportage van groot belang. De doorlooptijden zijn op dit moment zeer verschillend. Door middel van overeenkomsten met de individuele rapporteur zal de doorlooptijd van een regulier onderzoek op maximaal acht weken worden gesteld. Gedurende deze periode kan de rapporteur voor vragen altijd een beroep doen op de psycholoog, psychiater en jurist van het NIFP. Toetsing In de nieuwe Wet Deskundige in Strafzaken is vastgelegd dat de rapporteur zich toetsbaar opstelt. Met de invoering van de nieuwe tarieven per 1 juli 2008 gaf de Minister het NIFP opdracht deze toetsingstaak te verrichten. Het NIFP wordt hiermee geen controlerend instituut, want de onafhankelijkheid van de rapporteur blijft het uitgangspunt in de rechtspraak. Momenteel stelt de portefeuille Rapportagebemiddeling een landelijk in te voeren toetsingskader op: wat wordt wanneer en hoe getoetst? Hieruit volgt een toetsingsinstrument op basis van STER (STandaard Evaluatie Rapportage), dat binnen de praktijk van de jeugdrapportages werd ontwikkeld. In het toetsingsinstrument zullen de belangrijkste indicatoren worden gevormd door de Best Practice pro Justitia-onderzoek psychologen, de (concept) richtlijn psychiaters, het gebruik van formats, en aanbevelingen die voortkwamen uit het onderzoek naar de modulering en tarifering van de rapportages (het HHM-rapport). Zoals ook in de Wet Deskundige in Strafzaken is vastgelegd: de rapporteur dient state of the art te werken. Bibliotheekservice Per januari 2008 is het NIFP een samenwerking aangegaan met de Walaeus Bibliotheek van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC). Met deze bibliotheekservice biedt het NIFP als kenniscentrum voor de forensische psychiatrie en psychologie medewerkers en rapporteurs de mogelijkheid zelfstandig online naar relevante wetenschappelijke literatuur te zoeken en wetenschappelijke artikelen te downloaden. Als u dat wilt, kunt u ook publicaties aanvragen, geattendeerd worden op inhoudsopgaven van tijdschriften en een literatuuronderzoek laten uitvoeren. Door een zoekprofiel op te geven kunt u regelmatig op de hoogte worden gehouden van nieuwe literatuur op het gebied van door u opgegeven onderwerpen. Om boeken te lenen dient u eerst een lenerspas aan te vragen. Het aanvragen van de pas is mogelijk via de website De heer Tale Evenhuis is aangesteld als informatiespecialist en kan voor u zoeken in alle denkbare databanken en informatiebronnen op het gebied van forensische psychiatrie en psychologie. Tevens verzorgt hij trainingen voor mensen die zelf literatuuronderzoek willen doen. Daarnaast draagt hij zorg voor de handbibliotheken op de diverse NIFP-locaties. De aanvragen voor literatuuronderzoek, artikelen, boeken en attenderingen moeten gedaan worden via aparte webformulieren: Dit is nieuw voor de mensen die al bekend zijn met de dienstverlening. De afhandeling van de aanvragen verloopt zo echter een stuk vlotter. Rapporteurs van het NIFP kunnen ook van deze diensten gebruik maken. U kunt op elke NIFP-locatie inloggen in de bibliotheek. Deze service wordt gefaciliteerd door het bureau Onderzoek en Ontwikkeling van het NIFP en het LUMC. Contact Tale Evenhuis Informatiespecialist Walaeus Bibliotheek / NIFP Albinusdreef 2, Leiden Postbus RC Leiden t.h.evenhuis@lumc.nl

14 Het NIFP verzorgt ten behoeve van een goede rechtsgang een groot aantal diensten aan rechtsplegers, zoals consulten, rapportagebemiddeling en instrumentontwikkeling, zowel voor jeugdigen als voor volwassenen. Kwaliteit staat daarbij hoog in het vaandel. Om de samenwerking tussen NIFP, rapporteurs en opdrachtgevers te optimaliseren werkt het NIFP eraan per arrondissement convenanten en overeenkomsten af te sluiten BBij het realiseren van de dienstverlening zijn veel functionarissen van uitleenlopen disciplines betrokken, ieder vanuit zijn eigen achtergrond en deskundigheid (rechtspleging, geestelijke gezondheidszorg, opvoeding). Bovendien kennen de arrondissementen specifieke kenmerken en werkwijzen die historisch gegroeid zijn. Hierdoor zijn bijvoorbeeld verschillen in handelwijze te constateren met betrekking tot het aanvragen van rapportages (RC of OvJ), het wel of niet bieden van trajectconsulten door het NIFP, en het aanwezig zijn van indicatieoverleg voor jeugdigen en de vorm waarin dat geschiedt. Deze verschillen en diversiteit aan perspectieven kunnen leiden tot verwachtingen die niet goed op elkaar aansluiten en afbreuk doen aan de gewenste kwaliteit. Dat moet beter kunnen. Convenanten geven helderheid dienstverlening en kwaliteit Om de samenwerking tussen NIFP, rapporteurs en opdrachtgevers te optimaliseren werkt het NIFP eraan per arrondissement convenanten en overeenkomsten af te sluiten. Hierin zijn afspraken vastgelegd over te leveren diensten en de kwaliteit, dan wel voorwaarden, waaronder wordt over samengewerkt. Doel van deze convenanten is het in overeenstemming brengen van wederzijdse verwachtingen en het leveren van een constante en duurzame kwaliteit van dienstverlening. Niet zelden stagneert een goed lopende samenwerking door wisseling van personen. De werkdrukte van alledag verhindert dan dat werkzaamheden in voldoende mate worden overgedragen, waardoor afspraken verwateren of verdampen. Zeker als ze alleen mondeling zijn gemaakt. Door samenwerkingsafspraken in een convenant vast te leggen worden ze geformaliseerd en kan er makkelijk overgedragen of naar verwezen worden. Bovendien voorkomt het dat verwachtingen niet goed op elkaar aansluiten, en dwingt het partijen bij de opstelling van het convenant goed na te denken over de essentiële onderdelen van de samenwerking en de verwachtingen aan de andere ketenpartner. In een aantal arrondissementen zijn goede ervaringen opgedaan met een dergelijk convenant Wat wordt zoal in een convenant vastgelegd? Uiteraard dat wat de partijen relevant vinden voor het adviserings- en rapportageproces. Het gaat dan om pragmatische aspecten die succesbepalend zijn voor de dienstverlening, zoals het omschrijven van de termijnen waarbinnen wordt gewerkt, de inhoud van de consultfunctie, de kwaliteitsbewaking, de inhoud van procedures (onder meer het opstellen van de vraagstelling, de financiering en afhandeling), het gebruik van instrumenten (zoals BooG, formats en vragenlijsten) en de logistiek binnen het arrondissement. In bijlagen bij het convenant kan men uitwerkingen van de afspraken of andere relevante teksten toevoegen. Door te werken met convenanten ontstaat helderheid over de dienstverlening en de kwaliteit. Ook voor rapporteurs worden de kaders waarbinnen zij moeten gerapporteren helder. De arrondissementale samenwerkingsovereenkomsten tussen ketenpartners moeten vervolgens ook verankerd worden in dienstverleningsafspraken op landelijk niveau. 14 De arrondissementale convenanten tussen ketenpartners worden binnenkort ook aangevuld met individuele overeenkomsten tussen het NIFP en de rapporteurs. Het raamwerk daarvoor wordt momenteel ontwikkeld in overleg met de Vereniging van PJ-rapporteurs. In de overeenkomsten wordt ondermeer vastgelegd voor welke arrondissementen de rapporteur beschikbaar is, welke afspraken zijn gemaakt over het aantal onderzoeken per jaar, over de dienstverlening van het NIFP, maar ook over doorlooptijden, de toetsing van de conceptrapporten en het inschakelen van het NIFP bij bijzondere omstandigheden.

15 Het NIFP als servicepunt In het Rijksmuseum is een mooi glasruitje uit de zestiende eeuw te vinden. Het heet Rechtspraak van Cambyses en verbeeldt een openbare terechtstelling. Op het ruitje zien we een man die zonder vorm van proces wordt gevild, omdat hij zich liet omkopen. De tijden zijn sindsdien flink veranderd: elke verdachte heeft recht op een zorgvuldig (persoonlijkheids)onderzoek en proces. Gelukkig maar. Het NIFP vervult een sleutelrol als tussenpersoon bij het proces van de pro Justitia-rapportage voor zowel rapporteur en rechtbank als rapporteur en onderzochte. Een goede begeleiding daarin, zowel inhoudelijk als facilitair, is belangrijk en bevordert de kwaliteit en efficiency. De komende tijd zet het NIFP de operationele ondersteuning in het bemiddelingsproces, het zogeheten servicebeleid, verder op de kaart. Door in de verschillende arrondissementen eenduidig te werken en rapporteurs een (verbeterd) pakket van diensten aan te bieden, wil het meer binding krijgen met rapporteurs. Indirect wordt ook de Rechtbank beter hierdoor bediend, omdat het beleid een positief effect zal hebben op de doorlooptijden. Het vernieuwde dienstenpakket moet bijdragen tot een verbetering van het proces van rapporteren. De diensten vormen een onderdeel van de samenwerkingsovereenkomst, die het NIFP met de rapporteurs wil afsluiten. Zo biedt de NIFP-website binnenkort praktische informatie voor de rapporteurs, zoals formats, formulieren, lokale informatie, richtlijnen, standaardaanvragen/verklaringen, etc. In de nabije toekomst kan de rapporteur zijn rapportage ook digitaal aanleveren en komt er een servicedesk. Met deze ontwikkelingen wil het NIFP meer pro rapporteur gaan werken, zodat de rapporteur zich kan richten op de essentie: het pro Justitia-rapport. 15

16 Het Pieter Baan Centrum investeert in kwaliteit Een belangrijk thema van dit NIFP Magazine is: Kwaliteit heeft prioriteit. Dit geldt ook voor het Pieter Baan Centrum (PBC) waarvoor in 2006 de ambitie is vastgelegd dat de kliniek moet uitgroeien tot een topreferent onderzoeksinstituut voor klinische observatie en rapportage. Om dit einddoel te halen wordt op diverse manieren stevig geïnvesteerd in kwaliteit. 16 Kwaliteitscommissie PBC Zoals u weet is stilstand achteruitgang en rust roest. Kwaliteit staat daarom ook in het PBC boven aan het lijstje van aandachtspunten. Dit wordt o.a. zichtbaar in de kwalititeitscommissie die is opgericht. Deze commissie definieert voor de klinische pro Justitia rapportage de kwaliteitscriteria en de systemen om deze kwaliteit ook in de toekomst te borgen. Voor de vernieuwing van het format en de inhoud van de klinische PJ rapportage heeft de kwaliteitscommissie aselect een aantal rapporten getrokken en geanonimiseerd. Deze rapporten zijn aan drie externe reviewcommissies, met NIFP-onafhankelijke forensisch experts, voorgelegd met de vraag de rapporten uiterst kritisch door te nemen. De kritiekpunten van deze commissies zijn allemaal verwerkt in het nieuwe format van de klinische rapportage. Vanaf 1 september a.s. loopt een pilot met het nieuwe format dat fundamenteel veranderd is en dat ook nog in de komende jaren verdere veranderingen zal ondergaan. DOP: Dienst Ondersteuning Psychodiagnostiek Tegenwoordig worden hoge eisen gesteld aan onderbouwing, objectiveerbaarheid en vergelijkbaarheid van rapportages. Om de onderbouwing van het klinische oordeel van de psychiater en psychologen transparanter en objectiveerbaar te maken, is in 2007 een pilot voor een interne Dienst Ondersteuning Psychodiagnostiek (DOP) gestart. Hierin nemen testassistenten en testpsychologen een gestandaardiseerde set aan gevalideerde vragenlijsten, klinische semi-gestructureerde interviews en tests af. Het DOP onderzoek kent een screeningsfase en een verdiepingsfase als bij de screening afwijkingen gevonden worden. Verder onderzoekt de DOP ook de toepasbaarheid van nieuwe tests, zoals binnenkort een geavanceerde computerondersteunde neuropsychologische test. De pilot is goed geslaagd en per 2009 wordt de DOP een vast onderdeel van het klinische onderzoek in het PBC.

17 Bijsluiters bij klinische pro Justitia rapportages Om de rechter en collega-onderzoekers goed over de bij ons toegepaste methoden, standaards en diagnostische instrumenten te informeren, wordt elk instrument in een factsheet of bijsluiter met zijn mogelijkheden en beperkingen beschreven. Deze bijsluiters worden in de bijlage aan de PJ rapporten toegevoegd. FOTRES en gestructureerde observatie Voor de standaardisatie van het klinische PJ onderzoek van het delict zal de waarde van het Forensische geoperationaliseerde Therapie en Risico Evaluatie Systeem (FOTRES worden onderzocht. Niet alleen het onderzoek van psychologen en psychiaters zal met gestandaardiseerde instrumenten worden aangevuld, maar ook de groepsleiding zal met een gestructureerde observatie gebaseerd op het Vier Factor Model in 2009 aan de slag gaan. Multidisciplinair werken en interne reviews In het nieuwe PJ rapport zal veel zichtbaarder en integraler gebruik gemaakt worden van de verschillende deelonderzoeken van de milieuonderzoeker, de groepsleiding, de psychiater en de psycholoog. Dit betekent dat het multidisciplinair werken als methode wordt versterkt en dat doublures zo veel mogelijk worden voorkomen. In het kader van het kwaliteitsbeleid wordt niet alleen standaard gebruik gemaakt van de al hierboven genoemde externe reviewcommissies, maar wordt een aantal rapporten ook aan een kritische interne review onderworpen. Daarnaast gaat het PBC werken met gebruikerspanels. Zo zullen de eerste rapporten die volgens het nieuwe format en worden gemaakt aan een gebruikerspanel ter toetsing worden voorgelegd. Nieuw beleid moeilijk observeerbaren Ten aanzien van verdachten die moeilijk observeerbaar zijn gaat het PBC werken met gedifferentieerd onderzoeks- en rapportagebeleid. Het voorstel voor het nieuwe beleid, dat tot stand is gekomen na uitgebreid onderzoek naar deze groep, zal op een NIFP brede studiemiddag op 4 november a.s. worden besproken. Het is de bedoeling het nieuwe beleid met ingang van 2009 te implementeren. Al deze nieuwe kennis en ervaring wordt beschikbaar gemaakt in publicaties, trainingen en presentaties en er wordt actief deelgenomen aan het wetenschappelijk debat. Kortom: het Pieter Baan Centrum is volop in beweging! 17

18 De opleiding rapporteur NIFP De opleiding rapporteur NIFP is een eenjarige opleiding tot rapporteur pro Justitia, bestemd voor psychiaters (i.o) en gz-psychologen (i.o.). Zij bestaat uit een algemeen deel, waarin algemene juridische en diagnostische onderwerpen, werkveld, behandelmogelijkheden, communicatie en presentatie worden behandeld. Daarnaast zijn er drie specifieke delen: onderzoek en rapportage van volwassenen, jeugd straf, en jeugd civiel. Supervisie over te maken rapportages en intervisie maken integraal deel uit van de opleiding. De opleiding sluit af met een schriftelijke toets en een eindgesprek, waarin een door de rapporteur gemaakte rapportage wordt besproken in aanwezigheid van een vakgenoot en een rechter of officier van justitie. Voor meer informatie over deze en andere opleidingen en cursussen die het bureau Opleidingen van het NIFP verzorgt, kunt u contact op nemen met Helma Blankman, hoofd Opleidingen, op of via h.blankman@dji.minjus.nl. De roep om meer verantwoording is volkomen Steeds vaker worden rapporteurs om verantwoording gevraagd over hun rapportage. Gz-psychologe Sanne Hartmann en psychiater Jan Neeleman vinden dit een terechte ontwikkeling. Beiden volgden recent de opleiding tot rapporteur van het NIFP. Hartmann: Het heeft mij altijd verbaasd dat op het raakvlak van strafrecht, forensische psychiatrie en maatschappij zo n enorm gebrek heerste aan transparantie en deskundigheidsbewaking. terecht R Rapporteren is leuk, menen Sanne Hartmann en Jan Neeleman. Beiden houden van schrijven en zien het als een uitdaging om op papier te komen tot een beeld van een verdachte, in relatie tot zijn of haar delictgedrag. Beiden volgden de opleiding tot rapporteur bij het NIFP. Neeleman: Ik had voordien al eens geprobeerd te rapporteren, maar dat was onbegonnen werk. Een rapportage moet in de bestaande regelgeving en bureaucratie passen, dat lukt je niet op eigen houtje. 18

19 Ik vind die formaliteit overigens wel goed, want zij behoedt je voor overmatig identificeren met de dader. De opleiding tot rapporteur heeft mij geholpen een houding van gepast wantrouwen te ontwikkelen, die haaks staat op mijn dagelijkse werk in de ggz. Daar ga ik er toch altijd vanuit dat mijn cliënt de waarheid vertelt. Sluitpost Hoewel beiden de indruk hebben dat de meeste rapportages in Nederland kwalitatief goed zijn, vinden ze het een goede ontwikkeling dat daarover nu vaker verantwoording wordt gevraagd. Neeleman: In Nederland is een BIG-registratie al voldoende om jezelf gedragsdeskundige te noemen. Ik vind dat volstrekt onvoldoende. Ik probeer mijn rapportages een wetenschappelijke invalshoek mee te geven, onder meer door recente, relevante literatuur aan te halen. Hartmann: Misschien vloek ik nu in de kerk, maar volgens mij stond de kwaliteitsbewaking van de rapportages lang op de sluitpost van de balans. De adviezen die uit deze onderzoeken volgen, worden vrijwel altijd overgenomen door de rechter. Het heeft mij altijd verbaasd dat op het raakvlak van strafrecht, forensische psychiatrie en maatschappij, waarnaar normaal gesproken toch buitengewoon veel belangstelling uitgaat, zo n enorm gebrek aan transparantie en deskundigheidsbewaking heerste. Transparantie Hartmann wijst erop hoezeer de media loeren op missers : Het is soms op het hysterische af. Men reageert nogal eens vanuit de onderbuik op thema s als veiligheid, schuld en boete. Transparantie, uitleg geven op grond waarvan je tot een zeker oordeel bent gekomen, kan alleen maar op positieve wijze bijdrage aan een inzichtelijke beeldvorming, met in de toekomst hopelijk wat meer nuance. Wat wij doen is ingewikkelde materie. Dat blijkt wel uit het feit dat waar rechtspraak en psychiatrie elkaar raken, beide professies een totaal andere taal spreken. Het is een kapitale misvatting te denken dat zij elkaar vanzelfsprekend inhoudelijk wederzijds begrijpen. Beiden zijn overigens nog nooit op een zitting uitgenodigd om een toelichting te geven. Godzijdank niet, verklaart Neeleman. Want hoewel hij graag een toelichting geeft op de psychiatrische kant van een door hem geschreven rapportage, ziet hij op tegen vragen over de juridische aspecten. Ik ben nu eenmaal geen jurist en dat ambieer ik ook niet Zuivere wetenschap De opleiding tot rapporteur en het werken met intervisie en supervisie zijn manieren waarop het NIFP de kwaliteit van de rapportages probeert te bewaken en waar mogelijk verbeteren. Hartmann: Supervisie is enorm belangrijk. Het is kennisoverdracht en kwaliteitsbewaking in één formule. Neeleman: Sommige rapporteurs werken als eenmansbedrijven en doen niets anders dan rapportages uitbrengen. Ik vraag me af of je dan je deskundigheid op peil kunt houden. Hartmann: Met voldoende deskundigheid is het mogelijk om daar waar schade wordt berokkend, slachtoffers worden gemaakt, emoties en belangen hoog op kunnen lopen, om al dat menselijke onvermogen en leed terug te brengen tot welhaast zuivere wetenschap. Als een rapportage klopt, is het gegeven advies aan de rechter niets anders dan de uitkomst van een in aanvang chaotische en ingewikkelde som. Nou ja, bij wijze van spreken dan. Want rekenen heb ik nooit gekund, maar dit is ongelooflijk leuk om te doen. Door Remco van Rijn NIEUWS Informatiebrochure voor de verdachte Het NIFP ontwikkelt een brochure die de rapporteur aan de verdachte kan overhandigen. Deze brochure bevat informatie over de positie van de rapporteur in het strafproces, wat een verdachte van een onderzoek geestvermogens kan verwachten, het recht op inzage en correctie, enzovoorts. Het NIFP stelt de brochure gratis ter beschikking aan de rapporteur. Deze zal met de gerechtelijke stukken naar u worden toegestuurd. De eerste druk van de brochure komt naar verwachting dit najaar beschikbaar. Landelijk uniforme declaraties Vanuit het Openbaar Ministerie te s-hertogenbosch wordt gewerkt aan een landelijk uniform declaratieformulier. Het formulier komt voor de gebruiker digitaal beschikbaar en zal op termijn ook digitaal kunnen worden verwerkt. Met de invoering van een uniform systeem zullen de declaraties ook sneller worden uitbetaald. 19

20 HANDIGE TIPS Oproep ter terechtzitting Het overkomt bijna elke rapporteur: een oproep om zijn of haar rapport ter terechtzitting toe te lichten. Het NIFP biedt de rapporteur hierin graag de helpende hand. Als u een oproep krijgt, neem dan contact op met de coördinator van de psychologische of psychiatrische rapportages bij uw plaatselijke NIFP. Wij kunnen dan een afspraak plannen om uw rapport, samen met de jurist die aan het NIFP is verbonden, kritisch door te nemen. We proberen dan zo goed mogelijk in te schatten waar de vragen van de officier van justitie, de raadsman van de verdachte of de rechtbank liggen, zodat u zo min mogelijk voor verrassingen komt te staan. Ook kunnen wij uw positie in de betreffende strafzaak onder uw aandacht brengen en helpen de grenzen van uw deskundigheid te bewaken. Wetboek van Strafrecht online Het komt voor dat op het Uittreksel uit de Justitiële Documentatie veroordelingen worden genoemd, waarbij wel het betreffende artikel vermeld staat, maar niet meteen duidelijk is om wat voor soort strafbaar feit het gaat. Op kunt u een omschrijving vinden van alle artikelen uit het Wetboek van Strafrecht. Deze service is gratis. Toegang tot de PI Bij sommige penitentiaire inrichtingen is het niet nodig om een afspraak te maken voor het bezoek aan een verdachte, omdat u in opdracht van de rechter-commissaris of officier van justitie werkt. Zeker als u ver moet reizen naar een PI, is het raadzaam om op de dag zelf nog even te bellen met de PI om te vernemen of de betrokkene die dag aanwezig is. Vergeet nooit een geldig identiteitsbewijs mee te nemen en het is van belang dat u de opdrachtbrief van het NIFP of de benoeming van de rechtbank kunt overhandigen. Mocht u toch de toegang tot de PI worden geweigerd, refereer dan aan: De regeling toelating en weigering bezoek en beperking telefooncontacten penitentiaire inrichtingen. 20 Toegang tot penitiaire inrichting. Regeling van de Minister van Justitie van 8 april 2006, nummer /05/dji. Een kopie hiervan kunt u downloaden van

Het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie

Het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP) is een centrum van expertise en kennis op het gebied van

Nadere informatie

NRGD Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen

NRGD Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen NRGD Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen Het Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen (NRGD) vergroot het vertrouwen in de Nederlandse rechtspraak door het waarborgen van een constante hoge

Nadere informatie

Informatie voor betrokkenen

Informatie voor betrokkenen Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Nederla voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Nederlands Instituut vo Psychiatrie en Psychologie Nederlands Instituut voor Forensisc

Nadere informatie

NIFP OPLEIDING RAPPORTEUR NIFP. Verdiep en vergroot uw kennis van de forensische diagnostiek!

NIFP OPLEIDING RAPPORTEUR NIFP. Verdiep en vergroot uw kennis van de forensische diagnostiek! OPLEIDING RAPPORTEUR NIFP Verdiep en vergroot uw kennis van de forensische diagnostiek! Jaargang 2009-2010 NIFP NEDERLANDS INSTITUUT VOOR FORENSISCHE PSYCHIATRIE EN PSYCHOLOGIE Een forensisch psychiater

Nadere informatie

SAMENVATTING Inleiding Methode van onderzoek

SAMENVATTING Inleiding Methode van onderzoek SAMENVATTING Inleiding De PIJ-maatregel is een jeugdstrafrechtelijke maatregel die kan worden opgelegd als voor het delict voorlopige hechtenis is toegestaan, indien de algemene veiligheid van personen

Nadere informatie

Observatieafdeling Teylingereind. Informatie voor jongeren

Observatieafdeling Teylingereind. Informatie voor jongeren Observatieafdeling Teylingereind Informatie voor jongeren Je bent geplaatst op observatieafdeling De Ven van Teylingereind of je komt hier binnenkort naartoe. Deze informatie is bedoeld om je een idee

Nadere informatie

HET KENNISINSTITUUT VOOR FORENSISCHE PSYCHIATRIE EN PSYCHOLOGIE NIFP NEDERLANDS INSTITUUT VOOR FORENSISCHE PSYCHIATRIE EN PSYCHOLOGIE

HET KENNISINSTITUUT VOOR FORENSISCHE PSYCHIATRIE EN PSYCHOLOGIE NIFP NEDERLANDS INSTITUUT VOOR FORENSISCHE PSYCHIATRIE EN PSYCHOLOGIE HET KENNISINSTITUUT VOOR FORENSISCHE PSYCHIATRIE EN PSYCHOLOGIE NIFP NEDERLANDS INSTITUUT VOOR FORENSISCHE PSYCHIATRIE EN PSYCHOLOGIE Inhoudsopgave hoofdstuk 1 Het Nederlands Instituut voor Forensische

Nadere informatie

Het Pieter Baan Centrum. Algemene informatie

Het Pieter Baan Centrum. Algemene informatie Het Pieter Baan Centrum Algemene informatie 1 Deze brochure is bedoeld om algemene informatie te geven over het Pieter Baan Centrum (PBC). Het PBC is de forensisch psychiatrische observatiekliniek van

Nadere informatie

Psychologische en psychiatrische rapportage in civiele zaken. Informatie voor betrokkene

Psychologische en psychiatrische rapportage in civiele zaken. Informatie voor betrokkene Psychologische en psychiatrische rapportage in civiele zaken Informatie voor betrokkene Psychologische en psychiatrische rapportage in civiele zaken Deze brochure bevat informatie voor personen die in

Nadere informatie

Als uw kind in aanraking komt met de politie

Als uw kind in aanraking komt met de politie Als uw kind in aanraking komt met de politie Inhoud 3 > Als uw kind in aanraking komt met de politie 4 > De Raad voor de Kinderbescherming 6 > Het traject in jeugdstrafzaken 7 > Officier van justitie en

Nadere informatie

Letseldiagnostiek bij kinderen. Informatie voor verwijzers

Letseldiagnostiek bij kinderen. Informatie voor verwijzers Letseldiagnostiek bij kinderen Informatie voor verwijzers Letseldiagnostiek bij kinderen De Forensische Polikliniek Kindermishandeling (FPKM) is een expertisecentrum voor letselonderzoek bij kinderen en

Nadere informatie

Letseldiagnostiek bij kinderen

Letseldiagnostiek bij kinderen Letseldiagnostiek bij kinderen Informatie voor verwijzers Letseldiagnostiek bij kinderen De Forensische Polikliniek Kindermishandeling (FPKM) verricht letseldiagnostiek bij 0- tot 18-jarigen. Dit gebeurt

Nadere informatie

Informatie voor betrokkene(n)

Informatie voor betrokkene(n) Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Nederla voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Nederlands Instituut vo Psychiatrie en Psychologie Nederlands Instituut voor Forensisc

Nadere informatie

Informatie voor betrokkene(n)

Informatie voor betrokkene(n) Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Nederla voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Nederlands Instituut vo Psychiatrie en Psychologie Nederlands Instituut voor Forensisc

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag

Nadere informatie

GEDRAGSCODE. Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen

GEDRAGSCODE. Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen GEDRAGSCODE Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen Het College gerechtelijk deskundigen, met inachtneming van artikel 51k, eerste lid van de Wet deskundige in strafzaken (Stb. 2009, 33; hierna de

Nadere informatie

Psychologische en psychiatrische rapportage in strafzaken. Informatie voor onderzochte

Psychologische en psychiatrische rapportage in strafzaken. Informatie voor onderzochte Psychologische en psychiatrische rapportage in strafzaken Informatie voor onderzochte de rechter. ook zij bedoeld. i. Als in deze brochure wordt gesproken over hij wordt daarmee Terminologie: gaat maken.

Nadere informatie

(Jong)Volwassen? Gebruik indicatiecriteria adolescentenstrafrecht. Studiedag 18 april 2014. Lieke Vogelvang & Maaike Kempes

(Jong)Volwassen? Gebruik indicatiecriteria adolescentenstrafrecht. Studiedag 18 april 2014. Lieke Vogelvang & Maaike Kempes (Jong)Volwassen? Gebruik indicatiecriteria Studiedag 18 april 2014 Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Lieke Vogelvang & Maaike Kempes Overzicht strafrechtketen 18-23 Wegingslijst

Nadere informatie

Observatieafdeling Teylingereind. Informatie voor ouders

Observatieafdeling Teylingereind. Informatie voor ouders Observatieafdeling Teylingereind Informatie voor ouders Uw kind is geplaatst op afdeling De Ven van Teylingereind of komt hier binnenkort naartoe. Wij kunnen ons indenken dat u hier veel vragen over heeft.

Nadere informatie

Het detentieverloop van Michael P. Plan van aanpak

Het detentieverloop van Michael P. Plan van aanpak Het detentieverloop van Michael P. Plan van aanpak 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Afbakening 4 2 Doel- en vraagstelling 5 2.1 Doel van het onderzoek 5 2.2 Onderzoeksvraag 5 3 Onderzoeksaanpak 6 3.1

Nadere informatie

Forensisch onderzoek in civielrechtelijk kader

Forensisch onderzoek in civielrechtelijk kader Forensisch onderzoek in civielrechtelijk kader René Zijlstra, kinder- en jeugdpsychiater NIFP Midden Nederland Kenniscafé 14 januari 2014 Grens van zorg en gedwongen kader Rol van wet- en regelgeving Voorbeeld:

Nadere informatie

KWALITEITSKADER NIFP

KWALITEITSKADER NIFP 1 KWALITEITSKADER NIFP CIVIELRECHTELIJKE PRO JUSTITIA RAPPORTAGES 1. Inleiding Vanuit het Landelijk Kader Forensische Diagnostiek in de Jeugdzorg (Ministerie van Justitie, 2004) heeft het NIFP een taak

Nadere informatie

Adolescentenstrafrecht

Adolescentenstrafrecht DJI Zien Nr. 3 - mei 2014 Informatief / Wetgeving Adolescentenstrafrecht Wesley is een 21-jarige jongen die wegens de handel in drugs voor de rechter moet verschijnen. Deze zit met Wesley in zijn maag.

Nadere informatie

Ik heb een klacht, wat nu? Landelijk Meldpunt

Ik heb een klacht, wat nu? Landelijk Meldpunt Ik heb een klacht, wat nu? Landelijk Meldpunt Z0rg Het Landelijk Meldpunt Zorg helpt u verder! Soms loopt het contact met uw zorgverlener anders dan u had verwacht. Er ging bijvoorbeeld iets mis bij uw

Nadere informatie

10 tips voor begrijpelijke AWBZ-formulieren

10 tips voor begrijpelijke AWBZ-formulieren 0 tips voor begrijpelijke AWBZ-formulieren Dit is een uitgave van: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Directie Postbus 0011 00 ea Den Haag www.rijksoverheid.nl Maand 0 B-0000 0 tips

Nadere informatie

Verslag Expertmeeting FPPO 28 september 2012

Verslag Expertmeeting FPPO 28 september 2012 Verslag Expertmeeting FPPO 28 september 2012 Aanwezig: M. Beukers, B. van Giessen, P. van Koppen, W. van Kordelaar, S. van Loenhout, H. Merckelbach, J. van Mulbregt, R. Rijnders, E. van Ruth (notulen),

Nadere informatie

Samenvatting. Vraagstelling en aanpak. Conclusies

Samenvatting. Vraagstelling en aanpak. Conclusies Samenvatting Vraagstelling en aanpak De aanleiding voor dit onderzoek vormt de daling van het aantal onvoorwaardelijke maatregelen tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (pij-maatregel) die na

Nadere informatie

Frequently Asked Questions (FAQ) aan IFZ

Frequently Asked Questions (FAQ) aan IFZ Frequently Asked Questions (FAQ) aan IFZ Staat uw vraag er niet bij of heeft u aanvullende vragen? Neem dan contact met ons op. 1. Wie kan een indicatie aanvragen bij NIFP/IFZ? - De 3 Reclasseringsorganisaties

Nadere informatie

Samenvatting Evaluatie Landelijk Kader Forensische Diagnostiek Jeugd

Samenvatting Evaluatie Landelijk Kader Forensische Diagnostiek Jeugd Samenvatting Evaluatie Landelijk Kader Forensische Diagnostiek Jeugd Amsterdam, 11 november 2009 Wendy Buysse Mieke Komen Oberon Nauta Met medewerking van: Bram van Dijk Annelies Maarschalkerweerd Marieke

Nadere informatie

Adolescentenstrafrecht

Adolescentenstrafrecht Adolescentenstrafrecht Aanpak met perspectief De ambitie Wat er verandert Februari 2014 Ambitie Adolescenten 16 tot 23 jaar Gerichte aanpak: rekening houden met ontwikkelingsfase Effectieve aanpak biedt

Nadere informatie

Registratie-eisen en toetsingsprocedure Forensische Psychiatrie, Forensische Psychologie en Forensische Orthopedagogiek 003

Registratie-eisen en toetsingsprocedure Forensische Psychiatrie, Forensische Psychologie en Forensische Orthopedagogiek 003 Registratie-eisen en toetsingsprocedure Forensische Psychiatrie, Forensische Psychologie en Forensische Orthopedagogiek 003 Versie 1.0 (Juni 2010) Pagina - 1 - van 7 Registratie-eisen en toetsingsprocedure

Nadere informatie

P R O J U S T I T I A

P R O J U S T I T I A Psychiatrisch onderzoek P R O J U S T I T I A betreffende de heer/mevrouw Voornamen TUSSENVOEGSEL(S) ACHTERNAAM geboren : dag maand jaar te : plaats, land verblijvend : forensisch psychiatrische instelling

Nadere informatie

Q&A De veranderde werkwijze Veilig Thuis

Q&A De veranderde werkwijze Veilig Thuis Q&A De veranderde werkwijze Veilig Thuis Informatie voor professionals die werken volgens de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling 1. In welke stap van de meldcode neem ik contact op met Veilig

Nadere informatie

III. Rapportage Civiel (beslissingsdiagnostiek jeugd) 7. Rapportages civiel (bladzijde 26) 7.1 Jeugdigen 7.1.1 Productie 7.1.

III. Rapportage Civiel (beslissingsdiagnostiek jeugd) 7. Rapportages civiel (bladzijde 26) 7.1 Jeugdigen 7.1.1 Productie 7.1. Jaarcijfers NIFP 2014: Inhoud I. Zorg 1. Zorg Gevangeniswezen (bladzijde 2) 1.1 Productie 1.2 Populatie 2. Zorg Directie Bijzondere Voorzieningen (bladzijde 5) 2.1 Productie 2.2 Populatie II. Rapportage

Nadere informatie

Rooster Algemeen deel, Opleiding Rapporteur 2015-2016. ROOSTER ONDER VOORBEHOUD Lestijden ochtend: 09.30 13.00 uur Lestijden middag: 13.30 17.

Rooster Algemeen deel, Opleiding Rapporteur 2015-2016. ROOSTER ONDER VOORBEHOUD Lestijden ochtend: 09.30 13.00 uur Lestijden middag: 13.30 17. Modulenummer en naam Rooster Algemeen deel, Opleiding Rapporteur 2015-2016 1. Introductie Opzet en doelen van de opleiding Praktische zaken De positie van de deskundige als rapporteur Domeinwisseling Kwaliteit

Nadere informatie

Dit kader bevat de voorwaarden waaraan een opleiding moet voldoen om erkend te kunnen worden door het College. In dit kader wordt verstaan onder:

Dit kader bevat de voorwaarden waaraan een opleiding moet voldoen om erkend te kunnen worden door het College. In dit kader wordt verstaan onder: Beleidskader Erkenning NRGD 20170629 Versie 1.0 Beleidskader Erkenning NRGD Inleiding Een opleider die een opleiding tot forensisch rapporteur aanbiedt, kan diens opleiding laten erkennen door het College

Nadere informatie

Als uw kind in aanraking komt met de politie

Als uw kind in aanraking komt met de politie Als uw kind in aanraking komt met de politie Inhoud 3 > Als uw kind in aanraking komt met de politie 4 > De Raad voor de Kinderbescherming 6 > Het traject in jeugdstrafzaken 7 > Officier van justitie en

Nadere informatie

Je rijbewijs halen, ook als je autisme of ADHD, hebt. Het Kan!

Je rijbewijs halen, ook als je autisme of ADHD, hebt. Het Kan! Uitgebreid Artikel Rijles, autisme, adhd Je rijbewijs halen, ook als je autisme of ADHD, hebt. Het Kan! Inleiding Tegenwoordig kun je al starten met lessen als je 16,5 jaar bent. Iedere jongere wil wel

Nadere informatie

Sessie Weigerende observandi. Kijken naar mensen die niet bekeken willen worden

Sessie Weigerende observandi. Kijken naar mensen die niet bekeken willen worden Sessie Weigerende observandi Kijken naar mensen die niet bekeken willen worden Vandaag Michiel van der Wolf: De weigeraar, een probleemanalyse Arjen Schoute: Hoe kijk je naar mensen die niet bekeken willen

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Wat is OTS? (Onder ToezichtStelling)

Wat is OTS? (Onder ToezichtStelling) Wat is OTS? (Onder ToezichtStelling) Deze folder is voor ouders van cliënten van de Welkom 2 OnderToezichtStelling Graag stellen wij ons voor. Wij zijn de William Schrikker Jeugdbescherming. Wij geven

Nadere informatie

GEDRAGSCODE voor gerechtelijk deskundigen in civielrechtelijke en bestuursrechtelijke zaken. versie 3.7 januari 2012

GEDRAGSCODE voor gerechtelijk deskundigen in civielrechtelijke en bestuursrechtelijke zaken. versie 3.7 januari 2012 GEDRAGSCODE voor gerechtelijk deskundigen in civielrechtelijke en bestuursrechtelijke zaken versie 3.7 januari 2012 Op verzoek van de Raad voor de rechtspraak en onder de verantwoordelijkheid van de landelijke

Nadere informatie

Kansen, aandachtspunten en prioriteiten voor de advocatuur, naar aanleiding van het werkcafé adolescentenstrafrecht

Kansen, aandachtspunten en prioriteiten voor de advocatuur, naar aanleiding van het werkcafé adolescentenstrafrecht Kansen, aandachtspunten en prioriteiten voor de advocatuur, naar aanleiding van het werkcafé adolescentenstrafrecht Een terugkoppeling aan de VNJA en de NVSA op basis van de uitkomsten van het Werkcafé

Nadere informatie

Management samenvatting

Management samenvatting Management samenvatting Achtergrond, doelstelling en aanpak Op 1 januari 2014 is de Wet conservatoir beslag ten behoeve van het slachtoffer (hierna: conservatoir beslag) 1 in werking getreden. Doel van

Nadere informatie

College bescherming persoonsgegevens

College bescherming persoonsgegevens College bescherming persoonsgegevens Onderzoek naar de beveiliging van persoonsgegevens op gevonden patiëntenkaarten van het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP) z2010-00182

Nadere informatie

Uitbrengen van de rapportage Aanbevelingen voor psychiaters en psychologen pj rapporteurs. 1. Informatieplicht

Uitbrengen van de rapportage Aanbevelingen voor psychiaters en psychologen pj rapporteurs. 1. Informatieplicht Uitbrengen van de rapportage Aanbevelingen voor psychiaters en psychologen pj rapporteurs 1. Informatieplicht De NIP code (2007) is hierin duidelijk. Bij het aangaan van de professionele relatie dient

Nadere informatie

DVOM/F. Protocol Declaraties Gedragsdeskundigen in strafzaken

DVOM/F. Protocol Declaraties Gedragsdeskundigen in strafzaken 1 oktober 2009 Inhoudsopgave:... 3 1. Procesgang declaratie... 4 a. Inzenden declaratie... 4 b. Registeren declaratie... 4 c. Betalen declaratie... 4 2. Gedragslijn reiskostenvergoeding... 5 3. Gedragslijn

Nadere informatie

Toespraak DGPJS tgv installatie Erkenningscommissie Gedragsinterventies op , Sociëteit De Witte, te Den Haag

Toespraak DGPJS tgv installatie Erkenningscommissie Gedragsinterventies op , Sociëteit De Witte, te Den Haag Toespraak DGPJS tgv installatie Erkenningscommissie Gedragsinterventies op 30-8-2005, Sociëteit De Witte, te Den Haag Dames en heren, De Minister zei het al: de recidivecijfers zijn zorgwekkend. Van de

Nadere informatie

CONVENANT. het NIFP en de VVR worden hierna tezamen ook aangeduid als: Partijen.

CONVENANT. het NIFP en de VVR worden hierna tezamen ook aangeduid als: Partijen. 1 CONVENANT Ondergetekenden, het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP), vertegenwoordigd door de heer drs. E.P.J. Heijdelberg, algemeen directeur NIFP, verder te noemen:

Nadere informatie

Zorgen voor het bedreigde kind. Onderzoek naar de samenwerking tussen Raad voor de Kinderbescherming en Bureau Jeugdzorg

Zorgen voor het bedreigde kind. Onderzoek naar de samenwerking tussen Raad voor de Kinderbescherming en Bureau Jeugdzorg Zorgen voor het bedreigde kind Onderzoek naar de samenwerking tussen Raad voor de Kinderbescherming en Bureau Jeugdzorg Inspectie jeugdzorg Utrecht, november 2006 2 Inspectie jeugdzorg Inhoudsopgave Samenvatting...

Nadere informatie

Rapport. Datum: 4 december 2010 Rapportnummer: 2010/346

Rapport. Datum: 4 december 2010 Rapportnummer: 2010/346 Rapport Datum: 4 december 2010 Rapportnummer: 2010/346 2 Klacht Beoordeling Conclusie Onderzoek Bevindingen Klacht Verzoekster klaagt erover dat Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant, vestiging Roosendaal, zonder

Nadere informatie

Uitnodiging. Congres: Het gezin centraal. Gezinsgericht werken vanuit de (gesloten) instelling

Uitnodiging. Congres: Het gezin centraal. Gezinsgericht werken vanuit de (gesloten) instelling Uitnodiging Congres: Het gezin centraal Gezinsgericht werken vanuit de (gesloten) instelling Datum: Donderdag 1 oktober 2015 Tijd: Plaats: 09.30-16.00 uur The colour kitchen, Utrecht Project: Gezinsgericht

Nadere informatie

Samenwerkingsovereenkomst

Samenwerkingsovereenkomst VERSIE 3.0: 23 01 12 Samenwerkingsovereenkomst Ondergetekenden, het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP), vertegenwoordigd door de heer mr. C. Herstel, algemeen directeur

Nadere informatie

Samenvatting. Vraagstelling. In het onderhavige onderzoek staan de volgende vragen centraal:

Samenvatting. Vraagstelling. In het onderhavige onderzoek staan de volgende vragen centraal: Samenvatting Naar schatting hebben jaarlijks ongeveer 50 à 60 duizend minderjarige kinderen te maken met een scheiding. Deze kinderen hebben gemiddeld vaker problemen dan kinderen van gehuwde of samenwonende

Nadere informatie

Voor de ontwikkeling van de werkwijze is binnen het ForCA de werkgroep observatiemethodiek in het leven geroepen. Deze heeft naar eigen zeggen de

Voor de ontwikkeling van de werkwijze is binnen het ForCA de werkgroep observatiemethodiek in het leven geroepen. Deze heeft naar eigen zeggen de Weeland, J., Mulders, L.T.E., Wied, M. de, & Brugman, D. Procesevaluatie Observatieafdelingen Teylingereind. Universiteit Utrecht: Vakgroep psychologie, Afdeling ontwikkelingspsychologie. Samenvatting

Nadere informatie

1. Hoe stap ik het (her)indicatiegesprek in bij een cliënt met een gerichte PGB-vraag?

1. Hoe stap ik het (her)indicatiegesprek in bij een cliënt met een gerichte PGB-vraag? IK KRIJG DE VRAAG OM EEN PGB TE INDICEREN, WAT DOE IK? 1. Hoe stap ik het (her)indicatiegesprek in bij een cliënt met een gerichte PGB-vraag? Als verpleegkundige kom je nooit bij een cliënt om een PGB

Nadere informatie

Waarheidsvinding in de justitiële jeugdketen. Aanvullende aanbevelingen verkregen tijdens het landelijk congres

Waarheidsvinding in de justitiële jeugdketen. Aanvullende aanbevelingen verkregen tijdens het landelijk congres Waarheidsvinding in de justitiële jeugdketen Aanvullende aanbevelingen verkregen tijdens het landelijk congres INLEIDING Goed feitenonderzoek met de focus op wat goed is voor het kind. Dat vormt het uitgangspunt

Nadere informatie

Landelijk Kader Forensische Diagnostiek Jeugd. Richtlijnen en afspraken ten aanzien van de inhoud, organisatie, samenwerking en kwaliteitseisen

Landelijk Kader Forensische Diagnostiek Jeugd. Richtlijnen en afspraken ten aanzien van de inhoud, organisatie, samenwerking en kwaliteitseisen Landelijk Kader Forensische Diagnostiek Jeugd Richtlijnen en afspraken ten aanzien van de inhoud, organisatie, samenwerking en kwaliteitseisen Den Haag 1 september 2014 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding 4 1.1

Nadere informatie

Als ouders uit elkaar gaan

Als ouders uit elkaar gaan Als ouders uit elkaar gaan Inhoud 3 > Als ouders uit elkaar gaan 4 > De Raad voor de Kinderbescherming 6 > Het ouderschap blijft bestaan 7 > Informatie en consultatie 9 > De rol van de Raad 11 > De rechter

Nadere informatie

JEUGDBESCHERMING NOORD. Ondertoezichtstelling (OTS)

JEUGDBESCHERMING NOORD. Ondertoezichtstelling (OTS) JEUGDBESCHERMING NOORD Ondertoezichtstelling (OTS) Deze brochure bestaat uit twee delen. Het eerste deel is geschreven voor kinderen, maar zeker ook handig voor ouders om te lezen. Het tweede deel is speciaal

Nadere informatie

De uitvoering van het jeugdstrafrecht

De uitvoering van het jeugdstrafrecht Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet De uitvoering van het jeugdstrafrecht 1 De uitvoering van het jeugdstrafrecht 2 Inleiding Deze

Nadere informatie

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Hertoets bij Pactum

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Hertoets bij Pactum Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Hertoets bij Pactum Inspectie jeugdzorg Utrecht, januari 2010 2 Inspectie jeugdzorg p~ãéåî~ííáåö= Naar aanleiding van de uitkomsten van een eerder pleegzorgonderzoek

Nadere informatie

Als ouders uit elkaar gaan

Als ouders uit elkaar gaan Als ouders uit elkaar gaan Inhoud 3 > Als ouders uit elkaar gaan 4 > De Raad voor de Kinderbescherming 6 > Het ouderschap blijft bestaan 7 > Informatie en consultatie 9 > De rol van de Raad 11 > De rechter

Nadere informatie

De RSJ en zijn taken: rechtspraak, advies en toezicht

De RSJ en zijn taken: rechtspraak, advies en toezicht Verwey-Jonker Instituut Mr. dr. Katinka Lünnemann Mr. Ceciel Raijer De RSJ en zijn taken: rechtspraak, advies en toezicht Evaluatie Tijdelijke Instellingswet Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming

Nadere informatie

Inhoud. Deel I Inleidende beschouwingen 1. Deel II Juridische beschouwingen 17. Hoofdstuk 1 Gedragsdeskundigen in strafzaken 3

Inhoud. Deel I Inleidende beschouwingen 1. Deel II Juridische beschouwingen 17. Hoofdstuk 1 Gedragsdeskundigen in strafzaken 3 Inhoud Deel I Inleidende beschouwingen 1 Hoofdstuk 1 Gedragsdeskundigen in strafzaken 3 1.1 Inleiding 3 1.2 Historische beschouwingen 6 1.3 De actualiteit van het onderwerp 8 1.3.1 De wetenschap 8 1.3.2

Nadere informatie

Hoe beïnvloedt de scheiding de advisering rond strafrechtelijke of civielrechtelijke plaatsing?

Hoe beïnvloedt de scheiding de advisering rond strafrechtelijke of civielrechtelijke plaatsing? Hoe beïnvloedt de scheiding de advisering rond strafrechtelijke of civielrechtelijke plaatsing? Drs. R. Simmering Gedragsdeskundige, Raad voor de Kinderbescherming Utrecht 21 mei 2010 Hoe beïnvloedt de

Nadere informatie

Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging

Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging TBS voor Dummies Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging Auteur: Miriam van der Mark, advocaat-generaal en lid van de Kerngroep Forum TBS Algemeen De terbeschikkingstelling

Nadere informatie

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Inleiding Deze factsheet heeft betrekking op de uitvoering van het jeugdstrafrecht na de invoering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 815 Jeugdzorg 2005 2008 Nr. 10 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 18 februari

Nadere informatie

Datum 12 mei 2011 Onderwerp Beantwoording Kamervragen leden Recourt en Marcouch inzake taakstraf in de buurt

Datum 12 mei 2011 Onderwerp Beantwoording Kamervragen leden Recourt en Marcouch inzake taakstraf in de buurt 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EH DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Als opvoeden een probleem is

Als opvoeden een probleem is Als opvoeden een probleem is Inhoud 3 > Als opvoeden een probleem is 3 > De Raad voor de Kinderbescherming 4 > Maakt u zich zorgen over een kind? 5 > Opvoedingsproblemen 6 > De rol van de Raad 10 > Maatregelen

Nadere informatie

Vacatureomschrijving gecombineerde praktijkopleidingsplaats voor GZpsycholoog

Vacatureomschrijving gecombineerde praktijkopleidingsplaats voor GZpsycholoog Vacatureomschrijving gecombineerde praktijkopleidingsplaats voor GZpsycholoog Jeugd 2012-2014 bij - het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP), locatie Den Haag en - Stichting

Nadere informatie

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Inleiding Dit memo heeft betrekking op de uitvoering van het jeugdstrafrecht na de invoering

Nadere informatie

Versie april Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Jeugdhulpverlening

Versie april Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Jeugdhulpverlening Versie 1.0 19 april 2005 Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Inleiding Het Bureau Jeugdzorg heeft als taak om te mensen te begeleiden die problemen hebben met de opvoeding van hun kind. Mensen die zich zorgen

Nadere informatie

Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Een notitie naar aanleiding van onderzoek van de Inspectie jeugdzorg oktober 2008

Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Een notitie naar aanleiding van onderzoek van de Inspectie jeugdzorg oktober 2008 Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Een notitie naar aanleiding van onderzoek van de Inspectie jeugdzorg oktober 2008 Inleiding De veiligheid van het kind is een van de belangrijkste

Nadere informatie

Centrum voor Jeugd en Gezin. Bouwstenen voor de groei

Centrum voor Jeugd en Gezin. Bouwstenen voor de groei Centrum voor Jeugd en Gezin Bouwstenen voor de groei Moduleaanbod Stade Advies Centrum voor Jeugd en Gezin; Bouwstenen voor de groei Hoe organiseert u het CJG? Plan en Ontwikkelmodulen: Module Verkenning

Nadere informatie

Kwaliteit van de Adviesen Consultfunctie van het AMK. Hertoets bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Overijssel, locatie Hengelo

Kwaliteit van de Adviesen Consultfunctie van het AMK. Hertoets bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Overijssel, locatie Hengelo Kwaliteit van de Adviesen Consultfunctie van het AMK Hertoets bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Overijssel, locatie Hengelo Inspectie Jeugdzorg Utrecht, augustus 2012 2 Inspectie Jeugdzorg

Nadere informatie

Plan van aanpak naar aanleiding van het Rapport. De kwaliteit van Stichting Veilig Thuis Noord Oost Gelderland Stap 2

Plan van aanpak naar aanleiding van het Rapport. De kwaliteit van Stichting Veilig Thuis Noord Oost Gelderland Stap 2 Plan van aanpak naar aanleiding van het Rapport De kwaliteit van Stichting Veilig Thuis Noord Oost Gelderland Stap 2 Door de inspectie Jeugdzorg en de Gezondheidszorg. Apeldoorn 26 april 2017 1 Aanleiding

Nadere informatie

Kwaliteitsregister Doktersassistent

Kwaliteitsregister Doktersassistent Kwaliteitsregister Doktersassistent Toetsbaar Een gediplomeerde doktersassistent kan zich inschrijven in het kwaliteitsregister en maakt op deze manier zichtbaar en toetsbaar dat ze voldoet aan een aantal

Nadere informatie

Als opvoeden een probleem is

Als opvoeden een probleem is Als opvoeden een probleem is Inhoud 3 > Als opvoeden een probleem is 3 > De Raad voor de Kinderbescherming 4 > Maakt u zich zorgen over een kind? 5 > Opvoedingsproblemen 6 > De rol van de Raad 10 > Maatregelen

Nadere informatie

Rechten en plichten bij RIOzorg. Juridische informatie voor ouders

Rechten en plichten bij RIOzorg. Juridische informatie voor ouders Rechten en plichten bij RIOzorg Juridische informatie voor ouders Inhoud Rechten en plichten bij RIOzorg 3 Rechten van het kind 4 Rol ouders 4 Niet meer samen 4 Ouderlijk gezag 5 Scheiding 6 Rechten en

Nadere informatie

Als opvoeden een probleem is

Als opvoeden een probleem is Als opvoeden een probleem is Inhoud 3 > Als opvoeden een probleem is 3 > De Raad voor de Kinderbescherming 5 > Maakt u zich zorgen over een kind? 6 > De rol van de Raad 10 > Maatregelen van Kinderbescherming

Nadere informatie

Als ouders gaan scheiden

Als ouders gaan scheiden Als ouders gaan scheiden Over de Raad voor de Kinderbescherming September 2009 Justitie Ministerie van Justitie Raad voor de Kinderbescherming Als ouders gaan scheiden Met de meeste kinderen en jongeren

Nadere informatie

Gedragskundige rapportage en advisering in de strafrechtspleging voor volwassenen

Gedragskundige rapportage en advisering in de strafrechtspleging voor volwassenen Gedragskundige rapportage en advisering in de strafrechtspleging voor Samenvatting Oberon Nauta (DSP-groep) Gerard de Jonge (Universiteit van Maastricht) Gedragskundige rapportage en advisering in de strafrechtspleging

Nadere informatie

Invoering van de meldcode in de jeugdzorg

Invoering van de meldcode in de jeugdzorg Invoering van de meldcode in de jeugdzorg Inspectie Jeugdzorg Utrecht, april 2013 Samenvatting Eind december 2012 heeft de Inspectie Jeugdzorg via een digitale vragenlijst een inventariserend onderzoek

Nadere informatie

Handleiding weigerende verdachten

Handleiding weigerende verdachten Handleiding weigerende verdachten Indicatiestelling weigerende verdachten Inleiding Per 1 mei 2010 heeft het Pieter Baan Centrum (PBC) een nieuw beleid Moeilijk Onderzoekbaren geformuleerd waarbij er

Nadere informatie

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Zwaantina van der Veen / Dymphna Meijneken / Marieke Boekenoogen Stad met een hart Inhoud Hoofdstuk 1 Inleiding 3 Hoofdstuk 2

Nadere informatie

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE?

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? - Geplaatst in VISUS 4-2017 - EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? Om de verschillen tussen de kennis uit het laatste wetenschappelijk bewijs en de klinische praktijk kleiner te maken is de afgelopen

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 16166 2500 BD Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 50 30 F 070 340

Nadere informatie

JEUGDHULPVERLENING. JEUGDBESCHERMING. GEESTELIJKE GE-

JEUGDHULPVERLENING. JEUGDBESCHERMING. GEESTELIJKE GE- 4. JEUGDHULPVERLENING. JEUGDBESCHERMING. GEESTELIJKE GE- ZONDHEmSZORG. Soms rijst bij hulpverleners binnen de sector van de jeugdhulpverlening een vermoeden dat een kind slachtoffer is (geweest) van ritueel

Nadere informatie

In deze brief ga ik in op de belangrijkste conclusies en aanbevelingen van het evaluatierapport.

In deze brief ga ik in op de belangrijkste conclusies en aanbevelingen van het evaluatierapport. > Retouradres Postbus 20401 2500 EK DEN HAAG De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Prins Clauslaan 8 Postbus 20401 2500 EK DEN HAAG www.minlnv.nl Betreft

Nadere informatie

Zero Based Begroten. De andere kant van de kaasschaafmethode

Zero Based Begroten. De andere kant van de kaasschaafmethode Zero Based Begroten De andere kant van de kaasschaafmethode Je moet de tijd nemen voor Zero Based Begroten, en je moet lef hebben Zero Based begroten legt een duidelijke relatie tussen de doelstellingen,

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Rechtsbestel

Nadere informatie

NRGD Adviesbeoordelingsformulier 003 Forensische Psychiatrie, Psychologie en Orthopedagogiek, strafrecht

NRGD Adviesbeoordelingsformulier 003 Forensische Psychiatrie, Psychologie en Orthopedagogiek, strafrecht NRGD Adviesbeoordelingsformulier 003 Forensische Psychiatrie, Psychologie en Orthopedagogiek, strafrecht Toetser 1: Toetser 2: Toetser 3: Datum schriftelijke toetsing: Strafrecht volwassenen psychiatrie

Nadere informatie

Na overleg met de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1

Na overleg met de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1 De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Dr. R.H.A. Plasterk Postbus 20011 2500 EA Den Haag bezoekadres Kneuterdijk 1 2514 EM Den Haag correspondentieadres Postbus 90613 2509 LP Den Haag

Nadere informatie

Antwoord van staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 9 december 2010)

Antwoord van staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 9 december 2010) AH 740 2010Z13219 Antwoord van staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 9 december 2010) 1 Bent u bekend met nieuw onderzoek van Michigan State University

Nadere informatie

Implementatieplan Indicatoren ambulancezorg

Implementatieplan Indicatoren ambulancezorg Implementatieplan Indicatoren ambulancezorg definitieve versie maart 2015 1 1. Inleiding In oktober 2014 heeft het bestuur van Ambulancezorg Nederland de indicatorenset ambulancezorg vastgesteld. Hiermee

Nadere informatie

Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit

Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit SAMENVATTING De Wet BOB: Titels IVa en V in de praktijk Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit Mirjam Krommendijk Jan Terpstra Piet Hein van

Nadere informatie

STOP ELECTRONISCHEWAPENS STOP GROEPSTALKING

STOP ELECTRONISCHEWAPENS STOP GROEPSTALKING Openbaar Ministerie Parket-Generaal T.a.v. De directie Postbus 20305 2500 EH Den Haag Datum: 10 oktober 2011 Betreft: Onvolkomenheden in de bewijsvoering van het Openbaar Ministerie naar de geestelijke

Nadere informatie