Aanleg nieuwe leiding en plaatsen zwenkventiel Werkproces. Oasen 2012

Transcriptie

1 Werkproces Oasen 2012

2 Zorg bij het werken langs de openbare weg altijd voor een goede en duidelijke wegafzetting. 2

3 Controleer als je begint met een grote klus of de benodigde materialen aanwezig zijn, en controleer of de werktuigen zoals de pomp het doen voordat je begint. 3

4 Zorg ervoor dat je werkgat groot genoeg is. 4

5 Zorg dat bij machinaal graven (dus met een kraan) de Klic-melding aanwezig is. 5

6 Plaats bij veel grondwater altijd een bronnering, dit om schoon en goed te kunnen werken. Indien er sprake is van kleigrond kan bronnering niet worden toegepast en moet er een gewone pomp worden gebruikt. 6

7 Maak de buis met de hand vrij zodat de kraan geen beschadigingen aan kan brengen aan de bestaande leidingen en kabels. 7

8 Pomp vervolgens het overtollige water weg zodat je schoon kan werken. 8

9 Houd de nieuwe buis schoon en vervoer hem op de juiste manier. 9

10 Als de buis op de grond ligt, plaats dan stofkappen. Dit om verontreiniging te voorkomen. 10

11 Fout: draag altijd je helm in het bijzijn van een kraan. 11

12 Sluit de afsluiters om aan de bestaande buis te kunnen werken. 12

13 Sluit vervolgens ook de tweede afsluiter, en controleer hierna of de druk werkelijk van de buis af is. 13

14 Meet vervolgens de nieuw aan te brengen buis op. 14

15 Zaag de buis af met een goede daarvoor bestemde zaag. Zorg er wel voor dat er recht wordt gezaagd. 15

16 Vijl aan het uiteinde van de nieuwe buis een zoekrand zodat de benodigde koppeling makkelijk aan te brengen is. 16

17 Verwijder de oude buis, zorg er hier ook voor dat je recht zaagt. 17

18 Let er op dat er niet te veel druk op de oude leiding staat. Zorg er vervolgens voor dat er geen grondwater in de buis kan lopen. 18

19 Vervolgens wordt het oude T-stuk verwijderd. 19

20 Met behulp van de kraan wordt het T-stuk verwijderd. Let er wel op dat in deze situatie een helm gedragen moet worden. 20

21 2 mannen zonder helm, dat brengt grote risico s met zich mee. 21

22 Hier wordt de nieuwe buis op zijn plaats gehesen. 22

23 Even passen en meten. Zorg er wel voor dat er geen vuil in de nieuwe buis kan komen. 23

24 Vervolgens wordt de nieuwe overschuifkoppeling schoongemaakt en de rubberringen worden aan beide zijden van de koppeling ingesmeerd met een goedgekeurd glijmiddel 24

25 Hier zie je 2 soorten overschuifkoppelingen: een lange en een korte. 25

26 Vervolgens ook de uiteinden van de nieuwe buis schoonmaken en ook een klein beetje glijmiddel aanbrengen. 26

27 Hierna wordt de lange overschuifkoppeling op de buis aangebracht. 27

28 Ook de korte overschuifkoppeling wordt van te voren bevestigd. 28

29 Hier wordt de korte koppeling op de bestaande buis gemonteerd. Let er wel op dat je voor de montage de koppeling aftekent op de bestaande buis, zodat je weet hoe ver je hem erop moet schuiven. 29

30 Hier wordt het op de nieuwe buis geplaatst, zorg er wel voor dat de rubber pakkingring goed geplaatst is. 30

31 Draai het goed vast met het daarvoor bestemde gereedschap. 31

32 Verwijder de dop aan de bovenzijde van het (let op linkse draad). Plaats vervolgens het speciale aanboortoestel wat nodig is om een aan te kunnen boren. Zorg er wel voor dat je het helemaal open zet voordat je de boor op de buis laat zakken. 32

33 Zorg ervoor dat je bij het aanboren van een altijd rustig aanboort, dit om beschadigingen aan de buis te voorkomen. 33

34 Als je diep genoeg hebt aangeboord, trek je de boor terug omhoog. Sluit het. Controleer ten alle tijden de boor zodat je zeker weet dat je helemaal door de buis heen bent, en verwijder vervolgens de boorrestanten. 34

35 Verpak hierna op de juiste manier de koppelingen die nodig zijn voor het aanbrengen van de aansluitleiding. 35

36 Plaats vervolgens stempelpalen bij de nieuw aangelegde bocht, dit om te voorkomen dat de nieuwe bocht uit de koppeling schuift als de druk weer op de leiding wordt gezet. 36

37 Plaats de stempelpalen met behulp van de kraan of met een goede voorhamer. 37

38 Plaats aan de buitenkant van beide zijden van de bocht stempelpalen. 38

39 Bevestig vervolgens de aansluitkoppeling in het. Doe dit met het juiste gereedschap. 39

40 Open het en laat het even goed door lopen, zodat het vuil dat er eventueel in zit weg kan spoelen. 40

41 Sluit hierna de aansluitleiding op de juiste wijze aan. 41

42 In deze situatie is de oude waterleiding gebruikt als mantelbuis, dit moet wel goed op de tekening vermeld worden om later verwarring te voorkomen. 42

43 De aangesloten aansluitleiding op het en op de nieuwe buis geplaatst. 43

44 Het invoeren van de nieuwe aansluitleiding in de mantelbuis. 44

45 Hier wordt een buiszadel geplaatst ten behoeve van een huisaansluiting. Ook is er een verloop geplaatst in de doorgaande leiding. 45

46 Buiszadel op de juiste manier bevestigen met het juiste gereedschap. 46

47 Als de dienstkraan is bevestigd in het buiszadel, kan de kraan aangeboord worden. 47

48 Opzetpijpje op de dienstkraan geplaatst, dit om er voor te zorgen dat er geen vuil in de bovenkop van de dienstkraan kan komen. 48

49 Verlengspindel op het plaatsen, deze op de juiste wijze bevestigen. 49

50 Gat op de juiste wijze verdichten: een laag aanbrengen, vervolgens stampen met de stamper, weer een laag grond aanbrengen, stampen, enzovoort. 50

51 Vervolgens het gat netjes afwerken, administratie en tekeningen in orde maken en aan de planning melden dat de klus geklaard is. 51