HYPERICUM 1, januari 2003
|
|
- Ruth Peeters
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 HYPERICUM 1, januari 2003 Aspecten van de Twentse flora Over Hertshooi (Hypericum L.) in Twente J.W. Bielen Van het plantengeslacht Hertshooi komen er in Twente negen taxa voor. Slechts twee van de Nederlandse soorten ontbreken bij ons, namelijk Ruig hertshooi (Hypericum hirsutum L.) en Gevlekt hertshooi (H. maculatum CRANTZ). Van deze negen staan er vier op de Rode Lijst en worden er twee op de streeplijst met een "a" als aandachtsoort aangegeven. In de legenda van de hierna gepresenteerde verspreidingskaartjes, die voornamelijk gebaseerd zijn op opgaven van de waarnemers van FWT-FLO- RON, wordt vermeld in hoeveel km-hokken een soort is aangetroffen. In de tekst vermelden we bij de RL-soorten hoeveel locaties er door middel van RL-formulieren zijn doorgegeven. Sint-Janskruid (Hypericum perforatum L.) Uit het kaartje is af te lezen dat deze soort zeer algemeen is in ons district. Zij wordt bij ons ook niet bedreigd met achteruitgang. Dat is niet verbazingwekkend, want het is een plant die houdt van droge, tamelijk voedselrijke en enigszins verruigde vegetaties op braakliggende terreinen en andere overhoekjes, bijvoorbeeld langs wegen en spoorlijnen. Sint-Janskruid kan verschijnen uit een lang kiemkrachtige zaadvoorraad (OBERDORFER, 2001). Kantig hertshooi (Hypericum dubium LEERS) Deze soort is in ons district algemeen. Zij lijkt sterk op de vorige en kan met deze verward worden. Toch kan zij meestal (maar zie hieronder Frans hertshooi) zelfs vegetatief goed herkend worden met de kenmerken genoemd in Heukels (VAN DER MEIJDEN, 1996). Zij lijkt ook zeer sterk op het bij ons niet voorkomende Gevlekt hertshooi (H. maculatum CRANTZ). Volgens sommige flora s zijn H. dubium [= H. maculatum CRANTZ subsp. 1
2 obtusiusculum (TOURLET) HAYEK] en H. maculatum s.s. zelfs zo verwant dat zij tot ondersoorten gemaakt zijn van H. maculatum s.l. Kantig hertshooi is iets kieskeuriger dan Sint-Janskruid. Het groeit op iets vochtiger en minder stikstofrijke plaatsen langs bosranden, sloten, greppels en kanalen. Zij komt ook af en toe tevoorschijn op plagplaatsen. Op het verspreidingskaartje is ook enigszins te zien dat zij veengebieden mijdt. Door zandverplaatsingen bij wegenaanleg en woningbouw kan de soort zich in toenemende mate ook in deze gebieden vestigen. Bij natuurontwikkelingsprojecten verschijnt zij nog weleens, maar niet massaal, uit de zaadvoorraad. Deze is lang houdbaar bij H. maculatum s.l. (OBERDORFER, 2001). Frans hertshooi (Hypericum x desetangsii LAMOTTE) Het vermoeden bestaat dat deze kruising (H. perforatum x H. dubium) algemener is dan het kaartje doet voorkomen (zie ook KAPLAN, 1997). Het taxon is in Nederland tot 1980 uitsluitend gemeld in 1904 en 1906 van Rotterdam. De overige opgaven zijn als onbetrouwbaar of onverifieerbaar geschrapt voor de Atlas (MENNEMA & al., 1980). De vier opgaven op ons kaartje zijn alle afkomstig van Corry Abbink. Haar vondsten zijn gestaafd en vastgelegd met herbariummateriaal. De vindster in Twente is misschien de enige die oog heeft voor deze kruising en de moeite neemt er met zorg naar te kijken. De kruising levert een vruchtbare plant en dat veroorzaakt toch wel enige determinatieproblemen. Deze eerste generatie hybriden kan op haar beurt terugkruisen met een van de ouders. Dat kan een heel spectrum van hybriden opleveren met kenmerken tussen die van Sint-Janskruid en Kantig hertshooi in. Het maakt misschien dat we niet altijd in staat zijn in het veld een naam aan een bepaald exemplaar te geven. Ieder van ons heeft weleens meegemaakt dat een plant Kantig hertshooi lijkt, maar toch niet zo overtuigend bijvoorbeeld het tweede paar smalle lijsten te zien geeft. Het zal duidelijk zijn dat exemplaren die in dit spectrum genetisch dicht bij een der ouders staan, moeilijk als bastaard herkend kunnen worden. In Engeland meent men de kruising tussen Sint-Janskruid en Gevlekt hertshooi ook een keer ontdekt te hebben (ROBSON, 1990). Omdat dat in Engeland al een uitzondering is en in onze omgeving Gevlekt hertshooi niet voorkomt, nemen we aan dat deze hybride hier niet voorkomt. 2
3 a. b. c. d. H. dubium H. desetangsii H. perforatum Kelkbladen van Hypericum (Tekeningen: OTTO ZIJLSTRA) Hoewel we dus te maken hebben met een complex, nog niet volledig opgelost probleem (HAEUPLER, 2000), geven we, ook om dit artikel een beetje compleet te maken, een beschrijving van de kenmerken van de hybride. Deze beschrijving, in de vorm van een tabel, is gebaseerd op de vermelde literatuur (vooral ROBSON, 1990 en WEBER, 1995) en op de in Twente verzamelde exemplaren. Stengel Kroonbladen Kelkbladen Bladschijf Hypericum dubium Hypericum x desetangsii Hypericum perforatum Meestal slechts twee lijsten, Vierkant met twee sterke maar ook wel met twee en twee zwakke lijsten zwakke en twee sterke lijsten Rond met twee lijsten Met voornamelijk lange, zwarte strepen en weinige Met zwarte stippen en klierpunten Intermediair weinige, korte strepen Eivormig tot smal, met een Smal met een spitse of toegespitste, meestal zwak getande toegespitste, ongetande top top Breed eivormig met afgeronde en zwak getande top Met geen of zeer weinige, doorzichtige klierpunten Met weinige tot vrij talrijke, doorzichtige klierpunten Met veel doorzichtige klierpunten Voorlopig zullen we een vondst van dit taxon alleen kunnen opnemen in ons bestand, wanneer er goed materiaal is verzameld. Omdat de duidelijkste kenmerken zich aan de kelkbladen bevinden, is het belangrijk deze in het herbarium goed zichtbaar op te nemen. Dat kan door afzonderlijke bloemen met uitgespreide kelk en kroon, en de opening naar beneden, op het herbariumvel te leggen. 3
4 Gevleugeld hertshooi (Hypericum tetrapterum FRIES) Gevleugeld hertshooi is minder algemeen in Twente en vertoont hier een wat grillige verspreiding. Zo ontbreekt ze vrijwel op de Oldenzaalse stuwwal, maar is wel aanwezig in veel hokken op de stuwwal van Ootmarsum. Zij staat op tamelijk voedselrijke grond, op nog nattere plaatsen dan Kantig hertshooi. We kunnen haar vinden langs kanalen, sloten en beken. Ook slaat zij dikwijls op bij ontgronding ten behoeve van natuurontwikkelingsprojecten in beekdalen. Mogelijk is ook hier sprake van een zaadvoorraad (OBERDORFER, 2001: 'wisselend'). Aanwijzingen voor een recente voorof achteruitgang van de soort in Twente heb ik niet. Liggend hertshooi (Hypericum humifusum L.) Deze eenjarig pionier is in Twente niet algemeen. Zij groeit op open, onbeschaduwde tot licht beschaduwde, vochtige tot natte plaatsen. We hebben haar gevonden langs fietspaadjes en zandwegen, in kort gemaaide gazons, in tuinen op kale grond, op akkerranden en op kale greppelkanten. Dit soort plekken zijn er blijkbaar nog zoveel in het landschap dat de soort zich aardig kon handhaven. Toch is er op langere termijn bezien wel sprake van enige achteruitgang. Zij verschijnt dikwijls, en soms opvallend massaal, aan de oevers van geschoonde vennen en na afplaggen van weilanden. Door deze natuurontwikkeling is er de laatste jaren zelfs sprake van een kleine toename van het aantal groeiplaatsen. Blijkbaar kan de zaadvoorraad van Liggend hertshooi zeer lang kiemkrachtig blijven (Zie ook OBERDORFER, 2001: 'zaadvoorraad langlevend, meer dan 100 jaar'). Bij het opnieuw sluiten van de vegetatie krijgt de soort het weer moeilijk. Moerashertshooi (Hypericum elodes L.) Deze kruipende overblijvende plant is nu vrij zeldzaam in Twente. Het aantal RL-formulieren bedraagt 25. De soort is landelijk zeer sterk achteruitgegaan, vooral in Drenthe, waar zij nu nagenoeg ontbreekt (WFD, 1999). Ook in Twente is zij, sinds Blijdestein begin vorige eeuw zijn onderzoek verrichtte, gigantisch achteruitgegaan. Hij vond de soort in het door hem bezochte deel van Twente, een zeer beperkt deel van ons huidige district, in 75 kwartier-hok- 4
5 ken. Wij hebben in ons hele district tot nu slechts 46 km-hokken waaruit zij is gemeld. Aanvankelijk was de achteruitgang vooral te wijten aan ontginning van haar groeiplaatsen. Na het stoppen van de ontginningen ging het verlies aan groeiplaatsen door ten gevolge van verdroging, verzuring en vermesting. Ook in Niedersachsen, waar de soort de noord- en oostgrens van haar verspreidingsgebied bereikt, is zij zeer sterk achteruitgegaan (GARVE, 1994). Door het vrijwel verdwijnen van deze soort uit Drenthe en Niedersachsen is de noordgrens van het verspreidingsgebied in Twente en de Graafschap Bentheim komen te liggen. Gelukkig neemt het aantal groeiplaatsen van Moerashertshooi tegenwoordig bij ons iets toe door de natuurontwikkelingsprojecten. Zij komt als pionier tevoorschijn bij het schonen van venige heidevennen op voedsel- en basenarme zandige bodem Eenmaal hebben we haar gezien bij een ontgronding in een beekdal. Blijkbaar is er dikwijls nog een zaadvoorraad aanwezig. OBERDORFER (2001) vermeldt bij de soort evenwel niets over de levensduur van het zaad. Sommige van deze natte terreinen moeten na het afplaggen goed worden onderhouden, omdat zij snel dicht kunnen groeien door massale opslag van Zwarte els (Alnus glutinosa) en Berken (Betula spec.). Fraai hertshooi (Hypericum pulchrum L.) Dit sierlijke plantje is in Twente zeer zeldzaam geworden. Het aantal RL-formulieren bedraagt 5. In ons bestand is de soort nog slechts van vier uurhokken bekend. In de Atlas deel 2 waren dat er na 1950 nog vijf. Van de groeiplaats bij de Puntbeek, indertijd ook befaamd om Karwijselie (Selinum carvifolia) en Knollathyrus (Lathyrus linifolius) en beschreven door WESTHOFF (1949), is zij verdwenen samen met de twee andere soorten. Ook op de groeiplaatsen Reuver, Loabult en Austieberg, genoemd door LUIKEN & al. (1957), hebben we de soort nooit kunnen vinden. Gaan we nog verder terug, naar de verspreidingskaartjes die Blijdestein samenstelde, dan zien we nog vier kwartierhokken bij Glanerbrug waar de soort voorkwam. Fraai hertshooi komt nu behalve op één bedreigd en dichtgroeiend heideterreintje bij Glanerbrug (het laatst waargenomen in 1989, geen RL-formulier!) alleen voor op Lonnekerberg en Paasberg, op en langs bos- en heidepaadjes op lemige grond. Op de Paasberg zijn de planten nogal sterk beschaduwd, waardoor zij minder zijn ontwikkeld en lang niet allemaal tot bloei komen. De soort komt in de Graafschap Bentheim uitsluitend voor in het 5
6 Bentheimerwoud (LENSKI, 1990), waar ik haar heb gevonden langs paden met een brede en daardoor vrij zonnige berm. De soort werd vroeger begunstigd door het gebruikelijke hakhoutbeheer (LUIKEN, 1957). Zij gaat bij ons nog steeds achteruit door verruiging (bramen) en beschaduwing van bosranden bij het achterwege blijven van zoombeheer en verschralend bermbeheer. Ook een dikke strooisellaag is een grote belemmering voor deze soort om zich te handhaven. Zij groeit daarom soms op lemige boswallen, waar geen strooiselopeenhoping plaatsvindt. In de weinige km-hokken waar zij voorkomt, gaat het om een gering aantal plaatsen met meestal weinig planten. In de vijf beschreven populaties zijn dat respectievelijk 70, 3, 6, 9 en 7 planten. Willen we Fraai hertshooi voor onze streek behouden, dan zal er meer gericht beheerd moeten worden. Dat begint bij een goede registratie van de groeiplaatsen (RL-formulieren!). Indien een groeiplaats op een beschermd natuurterrein ligt, is het aan te raden ook de organisatie die het beheert te vermelden. Dan kunnen de gegevens doorgegeven worden aan de beheerder. Of de soort na langdurige afwezigheid op de voormalige groeiplaatsen uit de zaadvoorraad terug kan keren is onduidelijk. De zaadvoorraad is kort tot lang kiemkrachtig (OBERDORFER, 2001). Berghertshooi (Hypericum montanum L.) Berghertshooi is nu uiterst zeldzaam en leek gedurende enige tijd zelfs uit Twente verdwenen (VAN DER MEIJDEN, 1996), tot zij in 2000 door Eddy Weeda teruggevonden werd in het bosje waar zij vroeger van bekend was. Hij telde toen vijf planten waarvan er slechts één bloeide. Deze soort houdt van lichte bossen of bosranden. Het is dan ook een plant die, meer nog dan Fraai hertshooi, van halfschaduw houdt. In Zuid-Limburg is de soort weer ontdekt in het Savelsbos, nadat daar gekapt was (VAN DER MEIJDEN, 1999). Het vroegere hakhoutbeheer, aan de rand van het Twentse bosje nog te zien aan de aanwezige stobben, zal min of meer een voorwaarde geweest zijn voor het standhouden van deze soort. De verruiging (bramen, brandnetels) en ook de daardoor ontstane dikke strooisellaag is een bedreiging voor de soortenrijkdom van het bosje. In het voorjaar van 2001 en de winter van 2002 hebben enige vrijwilligers (IVN-Oldenzaal) hier onderhoudswerk verricht. Dat resulteerde in de zomer van 2002 in ca 15 planten Berghertshooi, waarvan 5 in bloei. Ook andere bijzondere soorten, bijvoorbeeld Witte veldbies (Luzula luzuloides) en Muurhavikskruid (Hieracium murorum) profiteerden van deze werkzaamheden. Hieruit blijkt weer dat bij niets-doen-beheer de bossen in Twente te schaduwrijk worden voor de meeste bosplanten! Of Berghertshooi zich hier (mede) uit een zaadvoorraad heeft hersteld is niet zeker (zie ook OBERDORFER, 2001). Zeker lijkt wel, dat de soort lang in de schaduw kan vegeteren. De plant vormt dan slappe liggende stengeltjes die weinig opvallen en daardoor bij een inventarisatie gemakkelijk gemist kunnen worden. Het bosje is kortgeleden gedeeltelijk in handen van Natuurmonumenten gekomen. 6
7 Zeker tot 1950 was Berghertshooi niet bekend van Twente (MENNEMA & al., 1980). Voor het eerst vind ik een vermelding van de soort bij Loode (1965). In de Graafschap Bentheim komt de soort niet voor (Lenski, 1990), de meest nabije groeiplaats ligt tegenwoordig op de Schöppingerberg, vervolgens komen we haar pas bij Lengerich (Teutoburgerwald) (KAPLAN, 1997) weer tegen. In Nederland zijn er op dit moment, behalve die in Twente, slechts vier andere groeiplaatsen met zekerheid vastgesteld (gegevens LMF-project). Berghertshooi in Twente is dus een kostbaarheid die we moeten koesteren. Canadees hertshooi (Hypericum canadense L.) Deze soort is ook uiterst zeldzaam. Het is een opmerkelijke soort die voor het eerst (op het vasteland van Europa) in 1909 door Lako bij Harbrinkhoek werd verzameld. Lako heeft de soort toen niet op naam gebracht. In de jaren dertig werd de plant op diverse plaatsen in de omgeving van Almelo vastgesteld. In 1975 en in 1979 werd zij nog aangetroffen in twee verschillende uurhokken (MENNEMA & al., 1980), dus in minstens twee populaties. Op dit moment is er slechts één zekere groeiplaats en dat is meteen de enige op het vasteland van Europa. In Ierland zijn nog twee streken waar zich een aantal groeiplaatsen bevindt, maar overigens moeten we de soort zoeken in Noord-Amerika. Er is veel gediscussieerd over de indigeniteit van deze plant in Europa (WESTHOFF, 1971; WEEDA, 1984). Zoals zo dikwijls met dit soort problemen, zijn er voor de verschillende standpunten geen keiharde bewijzen. We houden ons hier verder niet met deze kwestie bezig. Er zijn nog enige recente meldingen van nieuwe groeiplaatsen (VAN DER MEIJDEN & al., 1988 en 1999). Deze zijn niet bij de coördinator van ons district gemeld en worden derhalve niet op ons verspreidingskaartje aangegeven. Van beide groeiplaatsen is de soort voor zover mij bekend inmiddels weer verdwenen. Het lijkt ons gewenst dat er bij het vinden van de soort op een nieuwe groeiplaats, indien mogelijk, materiaal wordt verzameld. Het kwetsbaar gelegen terreintje waar de soort nu nog staat, wordt beheerd door SBB en is daarmee in goede handen. Tot slot Het gaat goed tot redelijk goed met de Twentse Hertshooi-soorten. De vijf laatst besproken soorten hebben wel enige zorg en aandacht nodig. Vooral Fraai hertshooi heeft op dit moment nog te weinig de aandacht. Wij kunnen als werkgroep onze bijdrage leveren door met behulp van onze waarnemingen de vinger aan de pols te houden. Van bovengenoemde vijf soorten kunnen we daarvoor op de streeplijst de abundanties invullen. Maar belangrijker nog is dat we voor de RL-soorten een Rode-Lijstformulier invullen met daarop de vermelding van de precieze coördinaten van de vindplaats. Als de groeiplaatsen goed bekend zijn kan 7
8 beter gericht natuurbeheer en natuurontwikkeling plaatsvinden. Voor de zeldzaamste soorten is een beschrijving van de groeiplaats bijzonder nuttig in verband met het te voeren beheer. Het is verheugend dat dit beheer bij de Hertshooi-soorten goede resultaten blijkt op te leveren. Vanaf de Griekse oudheid werd in het bijzonder Sint-Janskruid gebruikt om kwaad af te weren. "Fuga daemonum" was een middeleeuwse naam voor haar; volgens sommige auteurs wijst de naam Hypericum (hyper-eikon, boven het beeld) ook in die richting. Laten we hopen en bevorderen dat de Hypericum-soorten ook in de toekomst de demonen verdroging, verzuring en vermesting kunnen weerstaan. Literatuur GARVE, E. (1994). Atlas der Gefährdeten Farn- und Blütenpflanzen in Niedersachsen und Bremen. Kartierung Naturschutz und Landschaftspflege Niedersächsens Heft 30/1 Teil: A-K. HAEUPLER, H. & P. SCHÖNFELDER (1988). Atlas der Farn- und Blütenpflanzen in der Bundesrepublik Deutschland. HAEUPLER, H. & T. MUER (2000). Bildatlas der Farn- und Blütenpflanzen Deutschlands. KAPLAN, K. (1992). Farn- und Blütenpflanzen nährstoffarmer Feuchtbiotope. Aktuelle Verbreiting und Situation im nordwestlichen Westfalen und südwestlichten Niedersachsen. Metelener Schriftenreihe für Naturschutz Heft 3. KAPLAN, K. & A. JAGEL (1997). Atlas zur Flora der Kreise Borken, Coesfeld und Steinfurt - eine Zwischenbilanz. Metelener Schriftenreihe für Naturschutz Heft 7. LENSKI, H. (1990). Farn- und Blütenpflanzen des Landkreises Grafschaft Bentheim. LOODE, J.W.D. & R.A.B. LUIKEN (1965). De Twentse flora in vergelijking met die van het Duitse grensgebied (In: Twente-Natuurhistorisch V: Enige Twentse landschappen en hun flora: 23-34). LUIKEN, R. & W. LOODE (1957). Austieberg en Hoge Lutte. De Levende Natuur 60: LUIKEN, R. (1957). Drie flora's. De Levende Natuur 60: MEIJDEN, R. VAN DER & W.J. HOLVERDA (1988). Nieuwe vondsten van zeldzame planten in Gorteria 14: MEIJDEN, R. VAN DER, W.J. HOLVERDA & H. DUISTERMAAT (1999). Nieuwe vondsten van zeldzame PLANTEN IN 1997, 1998, GORTERIA 25 (6): MEIJDEN, R. VAN DER (1996). Heukels' Flora van Nederland. MENNEMA, J., A.J. QUENÉ-BOTERENBROOD & C.L. PLATE (1980). Atlas van de Nederlandse flora 1. Uitgestorven en zeer zeldzame planten. MENNEMA, J., A.J. QUENÉ-BOTERENBROOD & C.L. PLATE (1985). Atlas van de Nederlandse flora 2. Zeldzame en vrij zeldzame planten. OBERDORFER, E. (2001). Pflanzen-soziologische Exkursionsflora. ROBSON, N.K.B. (1990). British and Irish St John's-worts. In: The Wild Flower Society (ed.), A guide to some difficult plants. Illustrated articles from the Wild Flower Society Magazine : ROBSON, N.K.B. (1997). Hypericum x desetangsii (H. perforatum x H. maculatum) in: RICH, T.C.G. & A.C. JERMY (1998). Plant Crib SEBALD, O., S. SEYBOLD & G. PHILIPPI (1990). Die Farn- und Blütenpflanzen Baden-Württembergs Bd. 2 (Spermatophyta). WEBER, H.E. (1995). Flora von Südwest-Niedersachsen und dem benachbarten Westfalen. 8
9 WEEDA, E.J. (1984). Over standplaats en indigeniteit van Hypericum canadense L. in Noord- Twente. Gorteria 12 (4): WEEDA, E.J., R. WESTRA, CH. WESTRA & T. WESTRA (1987). Nederlandse oecologische flora, wilde planten en hun relaties 2. Werkgroep Florakartering Drenthe (1999). Atlas van de Drentse flora. WESTHOFF, V. (1949). Beken en beekdalen in Twente. In: In het voetspoor van Thijsse: WESTHOFF, V. (1971). Enkele gegevens over de standplaats van Hypericum canadense L. Gorteria 5 (7/10):
HYPERICUM 11, maart 2013
HYPERICUM 11, maart 2013 Aspecten van de Twentse flora Equisetum (Paardenstaart) in Twente J.W. Bielen In Twente komen zes soorten van het plantengeslacht Equisetum (Paardenstaart) voor. Op de verspreidingskaartjes
Prachtanjer (Dianthus superbus L.) terug. in Nederland, maar... via natuurlijke weg? Inleiding
Prachtanjer (Dianthus superbus L.) terug in Nederland, maar... via natuurlijke weg? Barbara Gravendeel & Kees+(C.)+G. Koops (De La Reystraat 30, 2332 XX Leiden) Dianthus superbus L. back in the Netherlands,but...
1. Status. Groenknolorchis (Liparis loeselii) H Kenschets. 3. Ecologische vereisten. 4. Huidig voorkomen
Dit profiel dient gelezen, geïnterpreteerd en gebruikt te worden in combinatie met de leeswijzer, waarin de noodzakelijke uitleg van de verschillende paragrafen vermeld is. Groenknolorchis (Liparis loeselii)
HYPERICUM 1, januari 2003
HYPERICUM 1, januari 2003 Nieuwsbrief (25) van de FLORISTISCHE WERKGROEP TWENTE en FLORON TWENTE REDACTIE: Otto Zijlstra (districtscoördinator FLORON). E-mail: ogzijlstra@zonnet.nl Pieter Stolwijk (coördinator
Notitie. Inventarisatie Rapunzelklokje op locatie Platveld 4 te Meijel (gemeente Peel en Maas)
Notitie Inventarisatie Rapunzelklokje op locatie Platveld 4 te Meijel (gemeente Peel en Maas) Door: G.M.T. Peeters Notitienummer: 174 Datum: 16 september 2011 In opdracht van: Aelmans Ruimtelijk Ordening
hoofdjes, dat langer is dan deze (Rijksherbarium, Leiden) Bij het gereedmaken van het verspreidingskaartje van Filago pyramidata L.
De Filago vulgaris-groep in Nederland door F. Adema (Rijksherbarium, Leiden) Bij het gereedmaken van het verspreidingskaartje van Filago pyramidata L. voor de Atlas van de Nederlandse Flora (MENNEMA, 1976)
NIEUWSBRIEF FLORON-FWT, NR.2, APRIL 1990
NIEUWSBRIEF FLORON-FWT, NR.2, APRIL 1990 Kruidkers (Lepidium) in Twente. O.G. Zijlstra Door de Floristische Werkgroep Twente zijn tot op heden zeven soorten van het geslacht Kruidkers (Lepidium) gevonden;
Kleine schorseneer aan het infuus voortgang herstelplan in Drenthe
Kleine schorseneer aan het infuus voortgang herstelplan in Drenthe WFD-dag, 28 februari 2015 Edwin Dijkhuis Dit project wordt uitgevoerd en mogelijk gemaakt door: Foto: Peter Meininger Portret: Kleine
Basterdwederik (Epilobium)
ALGEMENE SLEUTEL Basterdwederik (Epilobium) LPW-Florasleutel samengesteld door Bert Berten Bladen verspreid Gewoon wilgenroosje Bladen tegenoverstaand; stempel in kruis of knotsvormig Stempel in 4 gespleten,
Boterbloem (Ranunculus)
Boterbloem (Ranunculus) LPW-Florasleutel samengesteld door Johan Geusens ALGEMENE SLEUTEL Boterbloemen van natte, vochtige plaatsen : Grote boterbloem Blaartrekkende boterbloem Egelboterbloem Boterbloemen
Veldbezoeken Het gebied is op 16 juli 2014 bezocht door Menno Reemer (EIS) samen met Hendrik Baas (gemeente Zoetermeer).
Bijenvraagbaak casus 1: Zoetermeer Westerpark Menno Reemer (EIS Kenniscentrum Insecten) & Robbert Snep (Alterra) 6 oktober 2014 Vraagsteller: Hendrik Baas (Gemeente Zoetermeer) Gebied: Zoetermeer, Westerpark,
BERGVENNEN. ROUTE 2,3 km
BERGVENNEN ROUTE 2,3 km Tegen de Duitse grens, in Noordoost Twente, ligt natuurgebied de Bergvennen. Een weids, glooiend landschap met zeven vennen, droge en natte heide, schrale hooilanden en bos. De
KNOLLATHYRUS. heischrale zoomplant in vrije val. Eddy Weeda
KNOLLATHYRUS heischrale zoomplant in vrije val Eddy Weeda meest Atlantische v/d Euraziatische Lathyrussen Nederland centrale gat in areaal?? bestuiving, vruchtzetting fam. Vlinderbloemigen bestuiving door
HYPERICUM 4, maart 2005
HYPERICUM 4, maart 2005 Determineerhulp bij de gesplitste taxa van de Standaardlijst 2003 O.G. Zijlstra In de Standaardlijst 2003 zijn een aantal taxa van de voorgaande Standaardlijst gesplitst. De nieuwe
Leni Duistermaat, Naturalis sectie Botanie, onderzoeker Nederlandse flora
Herbariummateriaal verzamelen nog van deze tijd?! Leni Duistermaat, Naturalis sectie Botanie, onderzoeker Nederlandse flora Leni.Duistermaat@naturalis.nl Nederland kent een lange traditie van het inventariseren
Het overzicht: Groene glazenmakers en Krabbenscheer in het Nieuwediep te Nieuwe Diep: 2008 t/m 2016.
Groene glazenmakers en Krabbenscheer in het Nieuwediep te Nieuwe Diep: 2008 t/m 2016. In het westelijke deel van het Nieuwediep kwamen in vier vakken Krabbenscheer V, voor in fraaie velden, die een leef-
Krabbenscheer en Groene glazenmaker in de gemeente Borger-Odoorn;
Krabbenscheer en Groene glazenmaker in de gemeente Borger-Odoorn; 2010-2016. Op diverse plaatsen binnen de gemeente Borger-Odoorn zijn velden Krabbenscheer aangetroffen met daarbij populaties Groene glazenmaker.
Biotoop heide. Cursus natuurmanagement, 2019
Biotoop heide Cursus natuurmanagement, 2019 Natura 2000 Wat doen we vandaag? Heide Heide in Vlaanderen Begin 19 de eeuw Grootste uitbreiding heidelandschap (woeste grond) De mens vecht om er te overleven.
memo gemeente Lingewaard, Dion Steenbergen , hoofdlijnen mitigatieplan kleine wolfsmelk Houtakker II, Bemmel
memo aan: van: gemeente Lingewaard, Dion Steenbergen SAB, Eric Verkaik c.c.: datum: 15 september 2017 betreft: 160472, hoofdlijnen mitigatieplan kleine wolfsmelk Houtakker II, Bemmel INLEIDING Aan de Houtakker
Toekomst voor eeuwenoud bos Samenvatting van het beheerplan Norgerholt Concept
Toekomst voor eeuwenoud bos Samenvatting van het beheerplan Norgerholt Concept a Toekomst voor eeuwenoud bos Samenvatting van het beheerplan Norgerholt Colofon Deze samenvatting is een uitgave van de
Bijen en Landschapsbeheer
Bijen en Landschapsbeheer Hoe maken we het landschap bijenvriendelijk Wat betekent dat voor de biodiversiteit en de kwaliteit van het landschap Een selectie van de mogelijkheden Arie Koster -- www.bijenhelpdesk.nl
Planten uit de Habitatrichtlijn
Indicator 28 februari 2008 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Kruipend moerasscherm, groenknolorchis
Quick scan ecologie Beatrixstraat te Halfweg
Quick scan ecologie Beatrixstraat te Halfweg Quick scan ecologie Beatrixstraat te Halfweg Auteur Opdrachtgever Projectnummer Ingen foto omslag T. ursinus Van Riezen en Partners 12.004 april 2012 De brandweerkazerne
Nachtschade (Solanum)
Nachtschade (Solanum) LPW-Florasleutel samengesteld door Ilse Plessers ALGEMENE SLEUTEL 4 soorten, 1 ondersoort: Solanum Bitterzoet (S. dulcamara) Driebloemige nachtschade (S. triflorum) Glansbesnachtschade
3. Inventarisatie. Organisatie. Figuur 1: Grafiek met het aantal retour gezonden inventarisatieformulieren per organisatie.
3. Inventarisatie 3.1. Methode Het inventarisatieformulier (zie bijlage 2) voor de Jeneverbes is verspreid via diverse organisaties naar beheerders en vrijwilligers. De organisaties die hierbij aan bij
Krabbenscheer en Groene glazenmakers in en rond Dedemsvaart 2013 tot en met 2016.
Krabbenscheer en Groene glazenmakers in en rond Dedemsvaart 2013 tot en met 2016. In 2013 is een begin gemaakt met het inventariseren van het gebied in en rond Dedemsvaart op het voorkomen van Krabbenscheer
Brabantse bijen behoeven betere bescherming (beknopte beschouwing betreffende beheer & beleid) Tim Faasen
Brabantse bijen behoeven betere bescherming (beknopte beschouwing betreffende beheer & beleid) Tim Faasen 1 Wilde bijen in Noord-Brabant 283 wilde soorten (81% van NL) 89 soorten dalend (31%); 64 soorten
Boerenwormkruid (Tanacetum vulgare)
Boerenwormkruid (Tanacetum vulgare) Boerenwormkruid is een overblijvende plant. De plant heeft een kantige donkerbruin gekleurde stengel en kan 60-120 cm lang worden. Bloeit met platte schermen, die uit
Overzicht van Krabbenscheer vegetaties aangetast en/of verwoest door gemeente Stadskanaal.
Overzicht van Krabbenscheer vegetaties aangetast en/of verwoest door gemeente Stadskanaal. De nummers komen overeen met de nummering zoals opgenomen in het verslag over de gemeente. 1. Berkenstraat, tussen
Inventarisatie Dotterbloemen Rietlanden Kockengen. April 2012
Inventarisatie Dotterbloemen Rietlanden Kockengen April 2012 Dotterbloem inventarisatie voorjaar 2012 Op verzoek van Staatsbosbeheer zijn de dotterbloemen in de rietlanden bij Kockengen geïnventariseerd
GRAS IS OM IN TE LIGGEN, deel 105
GRAS IS OM IN TE LIGGEN, deel 105 De Streepvarens in en om Eindhoven van 2000 t/m 2009 Joep Spronk Hoewel in de afgelopen tien jaar van het werkgebied van de Floristische werkgroep 'slechts' 148 kilometerhokken
Waarnemingen. AIC te Castricum
7 AIC te Castricum Waarnemingen Op het braakliggend terrein grenzend aan de Beverwijkerstraatweg is de vegetatie nauwelijks ontwikkeld. Oude restanten van een fundering zijn nog zichtbaar. Overal ligt
Verspreiding van doelsoorten (vaatplanten) in relatie tot de Ecologische Hoofdstructuur. Samenvatting FLORON-rapport nr. 3
Verspreiding van doelsoorten (vaatplanten) in relatie tot de Ecologische Hoofdstructuur Samenvatting FLORONrapport nr. 3 Adrienne+J.J. Lemaire Ruud Beringen & Kees+(C.)+L.G. Groen (Stichting FLO RON, POstbus
Planten in bossen: beheer en biodiversiteit
Planten in bossen: beheer en biodiversiteit Arnout-Jan Rossenaar Foto s: Heukels CD-ROM Opzet lezing Bos in Nederland Bosplanten Bostypen Ontwikkeling bos voedselarme grond Beheer en biodiversiteit (Edese(
Orchideeën in Almere Namens de Projectgroep Rode Lijst en de Werkgroep Europese Orchideeën
Orchideeën in Almere Namens de Projectgroep Rode Lijst en de Werkgroep Europese Orchideeën Hans Vosman, project.rodelijst@hccnet.nl www.natuurspoor.nl Inleiding 1. Projectgroep Rode Lijst 2. Werkgroep
Evolutie van het Melkviooltje en verwanten door hybridisatie en polyploïdie
Evolutie van het Melkviooltje en verwanten door hybridisatie en polyploïdie De systematiek is de wetenschap binnen de biologie die zich bezighoudt met inventariseren, identificeren van de verwantschapsrelaties
Kleine parelmoervlinder Issoria lathonia
Kleine parelmoervlinder Issoria lathonia Ralf Joosse Soortbeschrijving De Kleine parelmoervlinder is een vrij kleine soort, met een vleugelspanwijdte van slechts 35-45 mm. Toch is het een opvallende verschijning
De grond waarop wij wonen.
De grond waarop wij wonen. GROEP 7/8 Doel: Planten horen bij de grond waarop wij wonen. Dit onderdeel gaat over het onderzoekend verkennen van de vegetatie in de omgeving van de kinderen van de bovenbouw.
Nederlands Soortenregister en Nationale Databank Flora en Fauna (wordt synchroon gehouden)
Beheer van soortenlijsten Nederlands Soortenregister en Nationale Databank Flora en Fauna (wordt synchroon gehouden) Stand van zaken Mutaties zijn nieuwe adventieven + vroeger gebruikte synoniemen (Gerard
Kleine tijm: achteruitgang in cascade. E.J. Weeda
Kleine tijm: achteruitgang in cascade E.J. Weeda Kleine [= Wilde] tijm Grote tijm Thymus serpyllum Thymus pulegioides Kleine tijm Grote tijm (Meusel) ZW-grens in NL NW-grens in NL Thymus in Atlas
Gagel-en wilgenstruwelen
Gagel-en wilgenstruwelen Knelpunten en beheer Bobbink et al. (2013) Preadvies kleine ecotopen in de hydrologische gradiënt. H7. Vormen en voorkomen Gagelstruweel RG Klasse der hoogveenbulten en slenken
Uitvoering herstelmaatregelen voor kommavlinder en bruine eikenpage in Overijssel [Voer de ondertitel in]
Uitvoering herstelmaatregelen voor kommavlinder en bruine eikenpage in Overijssel [Voer de ondertitel in] Uitvoering herstelmaatregelen voor kommavlinder en bruine eikenpage in Overijssel Uitvoering herstelmaatregelen
Onderhoudsbeelden wateren en waterkeringen Overzicht beschermde flora en fauna Overzicht probleemflora en -fauna
Onderhoudsbeelden wateren en waterkeringen Overzicht beschermde flora en fauna Overzicht probleemflora en -fauna Onderhoudsbeeld wateren 3. Eén droog talud en één natte oever begroeid Na de maaibeurt staat
Aan de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Mevrouw dr. J.M. Cramer Postbus GX Den Haag
Aan de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Mevrouw dr. J.M. Cramer Postbus 30945 2500 GX Den Haag DATUM 2 juli 2008 KENMERK CGM/080702-01 ONDERWERP Inschaling van handelingen
Bermenplan Assen. Definitief
Definitief Opdrachtgever: Opdrachtgever: Gemeente Assen Gemeente Mevrouw Assen ing. M. van Lommel Mevrouw M. Postbus van Lommel 30018 Noordersingel 940033 RA Assen 9401 JW T Assen 0592-366911 F 0592-366595
Bermbeheerplan voor een ecologisch waardevolle berm langs te Elingen
Bermbeheerplan voor een ecologisch waardevolle berm langs te Elingen 1. Inleiding In het dichtbebouwde Vlaanderen zijn bermen overal te vinden. Meestal vervullen ze een vrij belangrijke ecologische rol,
Het Nieuwe Strepen op zijn Drents. Bloemrijke akker, bij Zuidvelde, juli 2013
Het Nieuwe Strepen op zijn Drents Bloemrijke akker, bij Zuidvelde, juli 2013 Floronproject Het Nieuwe Strepen Wat is er nieuw aan? Voordelen t.o.v. het oude strepen Waarom dubbel strepen? Eerste resultaten
Veranderingen. Standaardlijst basis van de. in de Nederlandse flora. Calijn Plate René Liefaard en Lodewijk van Duuren (Centraal Bureau voor de
Veranderingen in de Nederlandse flora op basis van de Standaardlijst 1990 Calijn Plate René Liefaard en Lodewijk van Duuren (Centraal Bureau voor de Statistiek, afdeling Natuurlijk Milieu, Postbus 959,2270
d rm Neder wa e landopg
Opgewarmd Nederland deel Plant en dier: blijven, komen, weggaan of... Soorten, verspreiding en klimaat Kleine beestjes: sterk in beweging Libellen: voordeel van een warmer klimaat Dagvlinders: extra onder
DE BANEN NAAR EEN HOGER PEIL
DE BANEN NAAR EEN HOGER PEIL Bekijk op https://www.youtube.com/watch?v=pgyczqy-krm voor het herinirichtingplan Sarsven en De Banen. Begin vorige eeuw kwamen plantenliefhebbers uit het hele land al naar
Werkbladen landschapsstudie
Werkbladen landschapsstudie Naam: Start aan Noteer en duid aan op je kaart: Bos plantage - weide akker bebouwing Op welke hoogte ligt?. Op welke hoogte ligt het kruispunt?. Welk is het verschil tussen
Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen
Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen In 2012 W.J.A. Hoeffnagel Ankeveen Copyright 2013 W.J.A. Hoeffnagel (Willem-Jan) Mr. J.C. Buhrmannlaan 54 1244 PH Ankeveen 035-6919356 w.j.a.hoeffnagel@hccnet.nl
Notitie Ontwikkeling TBT en aanwezigheid van de das
Notitie Ontwikkeling TBT en aanwezigheid van de das Vliegveld Twente, Enschede Projectnummer: 6629 Datum: 21-2-2017 Opgesteld: Gerard Lubbers Inleiding De gebiedsregisseur Area Development Twente (ADT)
Korte mededeling. Geschubde mannetjesvaren in Nederland voor het eerst op een muur gevonden
Korte mededeling Geschubde mannetjesvaren in Nederland voor het eerst op een muur gevonden Raymond (R.J.W.M.) van der Ham (Nederlands Centrum voor Biodiversiteit Naturalis (sectie Nationaal Herbarium Nederland)
(on)kruiden kennen. Datum: woensdag 8 februari Leerjaar 1 en 2 Tuin, Park en Landschap
(on)kruiden kennen Datum: woensdag 8 februari 2017 Leerjaar 1 en 2 Tuin, Park en Landschap 2 Denk aan de toets Aan het einde van deze presentatie gaan we na of je de belangrijke termen die besproken worden
MUIZENINVENTARISATIE KAPPERSBULTEN. Guido Lek & Harold Steendam november 2009
MUIZENINVENTARISATIE KAPPERSBULTEN 2009 Guido Lek & Harold Steendam november 2009 Inleiding In het kader van de nieuwe zoogdierenatlas van Nederland zijn diverse onderzoeken opgestart om zoogdieren in
Wespenorchis (Epipactis)
Wespenorchis (Epipactis) LPW-Florasleutel samengesteld door Felix Baeten ALGEMENE SLEUTEL Onderste lip met smalle insnoering Beweeglijk eindstuk (epichiel), bloem bruin en wit Moeraswespenorchis Geen smalle
RESTANT PRESENTATIES LEERLINGEN SOORTENKENNIS
RESTANT PRESENTATIES LEERLINGEN SOORTENKENNIS Milieu MO41B 2017-2018 KLEINE ZONNEDAUW (DROSERA INTERMEDIA) KENMERKEN SOORTNAAM Soortgroep/familie Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Extra foto s Zonnedauwfamilie
Nieuwe natuur en nieuw land, kolonisatie en rol van uitzaai voorbeelden uit Overijssel en Flevoland
Nieuwe natuur en nieuw land, kolonisatie en rol van uitzaai voorbeelden uit Overijssel en Flevoland Piet Bremer (prov. Overijssel) Leemringveld, 2007 Index 140 120 100 80 60 Overijssel 1900-2000 ontginning
niet-inheemse vaatplanten in Nederland
niet-inheemse vaatplanten in Nederland Wil Tamis & Ruud van der Meijden in samenwerking met de PGO FLORON naar het proefschrift van W.L.M Tamis: Changes in the flora of the Netherlands in the 20th century
Rupsklaver (Medicago)
Rupsklaver (Medicago) LPW-Florasleutel samengesteld door Veerle Cielen ALGEMENE SLEUTEL Bloemen groot (> 7 mm), in trossen Kroon geel Sikkelklaver Kroon paarsblauw Luzerne Kroonkleur varieert van paars
Groene glazenmakers en Krabbenscheer in het Nieuwediep te Nieuwe Diep.
Groene glazenmakers en Krabbenscheer in het Nieuwediep te Nieuwe Diep. Leeswijzer: Van de waarnemingen van de jaren voor het jaar 2015 worden ter wille van de leesbaarheid vrijwel uitsluitend de maximaal
Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014
Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014 Stichting Landschapsbeheer Zeeland Lucien Calle Sandra Dobbelaar Alex Wieland 15 juli 2014 1 Inhoud Inleiding...
Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode
Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode Natuurwaardenkaart Voor het inventariseren van de natuurwaarden van Heemstede zijn in het rapport Natuurwaardenkaart van Heemstede Waardering van
Ees-Zuidesch, houtskool uit mesolithische haardkuilen
Ees-Zuidesch, houtskool uit mesolithische haardkuilen RAPPORTNUMMER DATUM AUTEUR 511 FEBRUARI 2011 K. HÄNNINEN & W. VAN DER MEER Colofon Titel: BIAXiaal 511 Ees-Zuidesch, houtskool uit mesolithische haardkuilen
Argusvlinder Lasiommata megera
Argusvlinder Lasiommata megera Angelique Belfroid Mijn eerste ervaring met de Argusvlinder was een aantal jaren geleden in de Vlietepolder op Noord-Beveland. Terwijl ik over de onverharde weg liep, vlogen
species on the inventory forms. In that way a distinction could be made between small and large populations. The response
Vier jaar strepen met abundantie, een tussentijdse evaluatie Wout+J. van der Slikke & Kees+(C.)+L.G. Groen (Stichting FLORON, Postbus 9514, 2300 RA Leiden) Evaluation ofthe use of abundance classes in
Natuur in de IJsseldelta
Natuur in de IJsseldelta Muurbloem behouden voor de IJsseldelta door Niels Jeurink Over muurplanten en de Muurbloem Muurplanten vormen een groep van planten die in Nederland vooral op muren zijn te vinden
De zaak Parnassia in Drenthe
De zaak Parnassia in Drenthe risico s van hulp bij lange afstandsverspreiding Gerard Oostermeijer Annie Vos Ben Hoentjen Hans Dekker Karin Uilhoorn Loekie van Tweel Rob Bregman Harry Offringa Willem van
Hartelijk welkom. Informatieavond Beheerplan Natura 2000 Holtingerveld
Hartelijk welkom Informatieavond Beheerplan Natura 2000 Holtingerveld Programma Opening Opzet en doel van deze avond Even terug kijken Hoe staat het met de Programmatische Aanpak Stikstof Korte samenvatting
Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen
Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen In 2014 W.J.A. Hoeffnagel Ankeveen Copyright 2014 W.J.A. Hoeffnagel (Willem-Jan) Mr. J.C. Buhrmannlaan 54 1244 PH Ankeveen 035-6919356 w.j.a.hoeffnagel@hccnet.nl
Advies betreffende de verspreiding van het kruipend moerasscherm langs de Grote Geule (Beveren-Waas)
Advies betreffende de verspreiding van het kruipend moerasscherm langs de Grote Geule (Beveren-Waas) Nummer: INBO.A.2013.103 Datum advisering: 24 oktober 2013 Auteur(s): Contact: Kenmerk aanvraag: Wouter
BOETELERVELD. ROUTE 4,3 km
BOETELERVELD ROUTE 4,3 km 20 17 Weten hoe een groot deel van Salland er tot eind 19e eeuw uitzag? Wandel dan eens door het Boetelerveld bij Raalte. Ervaar rust, ruimte en openheid in dit enig overgebleven
Krabbenscheer en Groene glazenmaker in de gemeente Borger-Odoorn;
Krabbenscheer en Groene glazenmaker in de gemeente Borger-Odoorn; 2010-2014. Op diverse plaatsen binnen de gemeente Borger-Odoorn zijn velden Krabbenscheer aangetroffen met daarbij populaties Groene glazenmaker.
Grote vos Nymphalis polychloros
Nymphalis polychloros Jan Goedbloed Soortbeschrijving De is een grote bruinrode vlinder, behorend tot de familie van de schoenlappers Nymphalidae waar ook, Atalanta, Dagpauwoog, Gehakkelde aurelia en Distelvlinder
Wat zijn springzaden? Springzaden in Nederland en Noord-Brabant Gevolgen uitheemse springzaden Bestrijding en monitoring Wat kan jij doen?
Joop Foto: Verburg Piet Bremer Wat zijn springzaden? Springzaden in Nederland en Noord-Brabant Gevolgen uitheemse springzaden Bestrijding en monitoring Wat kan jij doen? Thomas Meyer Eenjarige planten
Wilde bijen in natuur- en groenbeheer. Ivo Raemakers Menno Reemer
Wilde bijen in natuur- en groenbeheer Ivo Raemakers Menno Reemer 1 Waarom bijen? Rode Lijst: veel soorten bedreigd Functie in ecosysteem: belangrijke bestuivers Indicator voor natuurbeheer en natuurkwaliteit
Lang bloeiende inheemse vaste planten voor bijen en vlinders
www.bloembergecologie.com Lang bloeiende inheemse vaste planten voor bijen en vlinders Bakkers, Sanne; Bloemberg, Mark HAS Hogeschool s-hertogenbosch, 26 juni 2015 Bloemberg M.S. 07-05-2017 1 Lang bloeiende
Ecologische vegetatiebeheer van bermen, taluds van watergangen en greppels. in Drenthe buiten de natuurgebieden
Ecologische vegetatiebeheer van bermen, taluds van watergangen en greppels in Drenthe buiten de natuurgebieden Voor meer informatie over ecologisch groenbeheer www.bijenhelpdesk.nl www.bijenbeheer.nl Arie
Advies Knollathyrus gemeente Borger-Odoorn. Juli 2018
Advies Knollathyrus gemeente Borger-Odoorn Juli 2018 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding. blz. 3 2. Huidige situatie Knollathyrus.. blz. 4 3. Bedreigingen van de Knollathyrus in Borger-Odoorn blz. 5 4. Adviezen
Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen
Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen In 2011 W.J.A. Hoeffnagel Ankeveen Copyright 2011 W.J.A. Hoeffnagel (Willem-Jan) Mr. J.C. Buhrmannlaan 54 1244 PH Ankeveen 035-6919356 w.j.a.hoeffnagel@hccnet.nl
LPW-Florasleutel samengesteld door Bert Berten. Klokje (Campanula)
Klokje (Campanula) LPW-Florasleutel samengesteld door Bert Berten ALGEMENE SLEUTEL Bloemen zittend, gegroepeerd bovenaan Kluwenklokje Bloemen met lange of korte bloemsteeltjes Blad minstens 5 x zo lang
HYPERICUM 8, maart 2009
HYPERICUM 8, maart 2009 De botanische grens tussen Twente en Salland Een detailanalyse van de overgang van het Subcentreuroop en het Gelders district binnen Overijssel P. Bremer & P. Hendriksma Prof. J.L.
CGM/ Advies Inperkingsmaatregelen voor werkzaamheden met genetisch gemodificeerde Geranium robertianum en Geranium pyrenaicum
Aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu Mevrouw W.J. Mansveld Postbus 20901 2500 EX Den Haag DATUM 18 mei 2015 KENMERK ONDERWERP CGM/150518-01 Advies Inperkingsmaatregelen voor werkzaamheden
Groene glazenmaker en Krabbenscheer in de gemeente Emmen, 2010,
Groene glazenmaker en Krabbenscheer in de gemeente Emmen, 2010, 2011, 2012, 2013 en 2014. Deel: Waterschap Hunze en Aas Groen: Krabbenscheer; Rood: Groene glazenmaker. In de gemeente Emmen zijn nu op meerdere
De teelt van zonnebloemen
De teelt van zonnebloemen De zonnebloem heeft als wetenschappelijke naam: Helianthus annuus. Deze naam komt van de Griekse woorden voor zon (helios) en bloem (anthos). De plant behoort tot de grote familie
Cercis canadensis. rond tot afgeplat bolvormig
Cercis canadensis Als hoogstamvorm gekweekt groeit C. canadensis uit tot een mooie, middelhoge solitairboom. De stam is grijs en ondiep gegroefd, op latere leeftijd kan de schors in kleine plaatjes loslaten.
Waterlepeltje (Ludwigia)
Waterlepeltje (Ludwigia) LPW-Florasleutel samengesteld door Veerle Cielen Ludwigia Kleine waterteunisbloem (Ludwigia peploides) Waterteunisbloem (Ludwigia grandiflora) kroonbladen 7-17 mm (12-)15-25 mm
Natuur op Eerde uniek in Nederland
Natuur op Eerde uniek in Nederland Eerde is méér dan mooi. Tijdens een wandeling met boswachter Jos Schouten van Natuurmonumenten wordt pas echt duidelijk hoe bijzonder de natuur op het historische landgoed
Gele bloemen in het grasland
Gele bloemen in het grasland Iedereen heeft wel gehoord van het gevaar van Jacobskruiskruid voor vee. Maar hoe onderscheidt je nu Jacobskruiskruid van al die andere gele bloemen? In de weide wordt dit
Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen
Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen In 2013 W.J.A. Hoeffnagel Ankeveen Copyright 2013 W.J.A. Hoeffnagel (Willem-Jan) Mr. J.C. Buhrmannlaan 54 1244 PH Ankeveen 035-6919356 w.j.a.hoeffnagel@hccnet.nl
Bronnen aan de basis van een goede natuurkwaliteit Over herstelbeheer in bronsystemen
Veldwerkplaats 16 mei 2012 Bronnen aan de basis van een goede natuurkwaliteit Over herstelbeheer in bronsystemen Rob van Dongen, Waterschap Regge en Dinkel & Marcel Horsthuis, Unie van Bosgroepen Bronnen
Vegetatie van Nederland
Vegetatie van Nederland Vegetatie van Nederland Met Bosanemoon: Zomereik Gewone es Klimop Eenbes Daslook Bosvergeet-mij-nietje Slanke sleutelbloem Met scherpe boterbloem Grote vossenstaart Gestreepte witbol
Deelgebied Kalmthoutse Heide 2009 Biezenkuilen - Drielingvennen
Klein warkruid Foto: Dré Vansteenvoort Planteninventarisatie Grenspark 2009 Deelgebied Kalmthoutse Heide 2009 Biezenkuilen - Drielingvennen Rapport planteninventarisatie aandachtssoorten Beleidsplan 2
Smeerwortel (Symphytum)
Smeerwortel (Symphytum) LPW-Florasleutel samengesteld door Georges Peters ALGEMENE SLEUTEL Planten met uitlopers; hoogte 20-60 cm; bladschijf 6-18 cm lang; cultuurplanten Kelk voor 1/3-1/4 ingesneden;
Inleiding. Thuidium tamariscinum in Friesland. meldingen van Thuidium tamariscinum. Van. meldingen. Buxbaumiella 33 (
Buxbaumiella 33 (19941 61 Thuidium tamariscinum in Friesland Jacob Koopman & Karst Meijer A preliminary distribution map of Thuidiumtamariscinum in Friesland is presented. This map has been based 2 on
Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, april 2009
Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 27-30 april 2009 - Wim Giesen, Paul Giesen & Kris Giesen, 4 mei 2009 27-30 april 2009 is een bezoek gebracht aan de mitigatielocaties op Tholen (Dortsman Noord
QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM
QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM Colofon Opdrachtgever: Tulp-Bijl B.V. Titel: Quickscan Edeseweg 51 Wekerom Status: Definitief Datum: Februari 2013 Auteur(s): Ir. M. van Os Foto s: M. van Os Kaartmateriaal:
De flora van Drentse wegbermen, nog niet zo lang geleden en nu
De flora van Drentse wegbermen, nog niet zo lang geleden en nu Manifestatie Heel Drenthe Zoemt Provinciehuis Assen, 17 november 2017 Ben Hoentjen, Werkgroep Florakartering Drenthe (WFD) Stichting Werkgroep