Klachtencommissie SCEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Klachtencommissie SCEN"

Transcriptie

1 Klachtencommissie SCEN Oordeel van 30 december 2014 naar aanleiding van de op 28 augustus 2014 ontvangen klacht van A, wonend te B jegens C, SCEN-arts, gevestigd te D 1

2 1 De klacht Op 28 augustus 2014 heeft de Klachtencommissie SCEN (hierna: Commissie) het verzoek van klager ontvangen haar oordeel uit te spreken over de vraag of de aangeklaagde SCEN-arts (hierna: verweerder) heeft gehandeld als een goed SCEN-arts bij het uitvoeren van zijn SCEN-werkzaamheden. De klacht van klager omvat de volgende onderdelen: a. dat verweerder bevooroordeeld was omdat de casus reeds was besproken op een regionale bijeenkomst van SCEN-artsen; b. dat het verslag van verweerder incompleet is en irrelevante en onjuiste informatie bevat, waaruit blijkt dat verweerder bevooroordeeld was en waardoor een verkeerd beeld wordt geschetst; c. dat verweerder, in strijd met de Richtlijn voor de SCEN-arts, alternatieven voor de vermindering van het lijden uitvoerig met de patiënt heeft besproken, en niet met de consultvragend arts; d. dat verweerder, in strijd met de Richtlijn voor de SCEN-arts, heeft nagelaten om overleg te voeren met de consultvragend arts en de huisarts over zaken die nog onvoldoende duidelijk waren. 2 De loop van de procedure 2.1 De Commissie heeft op 28 augustus 2014 het klaagschrift - gedateerd 27 augustus 2014 ontvangen, ondertekend door E en A (hierna klager ). Klager heeft in aanvulling op het klaagschrift aan de Commissie een video-opname toegezonden, waarin E de klacht toelicht. Deze opname is ter beschikking gesteld aan verweerder en maakt deel uit van de procedure. 2.2 Bij brief van 4 september 2014 heeft de Commissie verweerder in kennis gesteld van de klacht en hem in de gelegenheid gesteld daarop schriftelijk te reageren. 2.3 Op 22 september en 1 oktober 2014 ontving de Commissie de stukken als schriftelijke reactie van verweerder. 2.4 De klacht werd behandeld ter zitting van 17 november 2014, alwaar zijn verschenen: klager, alsmede verweerder, vergezeld door F en G. 3 De feiten Uit de door partijen overlegde bescheiden en hetgeen ter zitting naar voren is gebracht en niet is weersproken, is het navolgende komen vast te staan. 3.1 Klager was de partner van E (hierna patiënt ), die de brief van klager voor akkoord heeft ondertekend. 3.2 Patiënt leed aan chronische pijnklachten. 3.3 Patiënt deed reeds eerder in een euthanasieverzoek aan zijn toenmalige huisarts. Die wilde daar toen niet in meegaan. De huidige huisarts kon de euthanasie niet zelf uitvoeren maar heeft patiënt wel aangemeld bij de Levenseindekliniek. Een aan 2

3 de Levenseindekliniek verbonden arts heeft verweerder verzocht om advies over het al dan niet voldaan zijn aan de wettelijke zorgvuldigheidseisen voor euthanasie of hulp bij zelfdoding, als bedoeld in art. 2 lid 1 onder e van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (Wtl). 3.4 Op 3 juli 2014 was de patiënt reeds bezocht door een andere SCEN-arts. Deze had aangegeven geen oordeel te kunnen geven en had geadviseerd een andere SCEN-arts te raadplegen. Op 12 juli bezocht verweerder de patiënt. 3.5 Volgens verweerder was niet aan de wettelijke zorgvuldigheidseisen inzake euthanasie voldaan. Met name was verweerder van mening dat er redelijke andere oplossingen waren om het ondraaglijk lijden te verlichten, waardoor de situatie niet uitzichtloos was. 3.6 Een in een later stadium geconsulteerde derde - SCEN-arts concludeerde dat op dat moment aan de wettelijke zorgvuldigheidseisen was voldaan. 3.7 Op 28 augustus is patiënt na toepassing van euthanasie overleden. 4 Standpunt van klager 4.1 Klager verwijt verweerder dat deze bevooroordeeld was omdat de casus reeds was besproken in een intervisiegroep, waaraan verweerder deelnam. De bevooroordeeldheid blijkt volgens klager ook uit het verslag dat verweerder heeft opgesteld. Relevante zaken zijn weggelaten, terwijl andere wel genoemde aspecten irrelevant of onjuist zijn. Verweerder heeft tevens het niet kunnen van de patiënt weergegeven als niet willen. Daardoor ontstond een geheel verkeerd beeld van de inspanningen die klager heeft gedaan teneinde om te gaan met zijn lijden. Klager verwijt verweerder tevens dat hij alternatieven om het lijden te verlichten uitgebreid besprak met de patiënt, hetgeen veel onrust veroorzaakte, terwijl verweerder zijn voorstellen niet besprak met de aanvragend arts en de huisarts, om zo te toetsen of er sprake was van reële alternatieven. Daarmee heeft verweerder volgens klager gehandeld in strijd met de geldende richtlijnen voor SCEN-artsen. 4.2 Ter nadere onderbouwing van deze klachten voert klager het volgende aan. 4.3 Klager heeft van de consultvragend arts begrepen dat de casus was ingebracht tijdens een regionaal intervisie-overleg van SCEN-artsen, voorafgaand aan het bezoek van verweerder in zijn functie als SCEN-arts. Verweerder kon daarom niet meer als onbevooroordeeld worden beschouwd. 4.4 Verweerder vermeldde in het verslag van zijn gesprek met de patiënt dat deze een revalidatietraject had afgebroken. Dat is volgens klager een onjuiste voorstelling van zaken. De patiënt wilde wel degelijk deelnemen aan het revalidatietraject maar voldeed niet aan de minimale belastbaarheid die daarvoor was vereist. Verweerder suggereert met zijn weergave dat de patiënt niet wilde deelnemen aan het revalidatietraject. In zijn verslag benoemt verweerder conflicten van de patiënt met het UWV en suggereert daarin een gebrek aan medewerking door de patiënt. Dit ging echter niet over inhoudelijke zaken maar over het feit dat de patiënt fysiek niet in staat was het UWV te 3

4 bezoeken en het UWV een huisbezoek of telefonische consult weigerde. In dit conflict is patiënt in het gelijk gesteld. 4.5 Verweerder vermeldt in zijn verslag, behalve over het afgebroken revalidatietraject, niets over de overige onderzoeken en behandelingen die de patiënt heeft ondergaan. Tijdens gesprekken met maatschappelijk werk, met twee geconsulteerde psychiaters en tijdens het intaketraject van het revalidatiecentrum was gebleken dat de patiënt op de juiste manier omging met de pijn en dat de pijn geen psychische oorzaak had. Ook hiervan wordt geen melding gemaakt in het verslag van verweerder, evenmin als van het grote aantal jaren dat de patiënt steeds heeft geprobeerd om met zijn pijn om te gaan en deel te nemen aan het arbeidsproces. Deze zaken zijn wel aan de orde geweest tijdens het gesprek met de patiënt. Verweerder gaat daar blijkbaar in zijn oordeel aan voorbij. 4.6 Nadat de vorige huisarts van de patiënt niet wilde ingaan op het verzoek van de patiënt had deze nog diverse behandeltrajecten doorlopen, echter zonder resultaat. Toen had hij zich tot zijn huidige huisarts gewend. De huisarts had hem verteld en ook op schrift verklaard aan de consultvrager dat zij de casus extreem vond vanwege de leeftijd van de patiënt, de niet-terminale situatie en vanwege het feit dat zij de patiënt nog niet zo lang kende. Wel vond zij de patiënt uitbehandeld. Zij wilde de euthanasie zelf niet uitvoeren, maar stond daar wel achter en meldde de patiënt zelf aan bij de Levenseindekliniek. Verweerder heeft aangegeven dat hij het verdacht vond dat de huisarts de euthanasie niet wilde uitvoeren. Volgens de klager heeft verweerder dat geïnterpreteerd als het ook niet zien van de uitzichtloosheid van de situatie. Verweerder wilde daarover echter geen contact opnemen met de huisarts omdat zij toch wel voor hem op zou komen. Klager is van mening dat verweerder de motieven van de huisarts onvoldoende heeft onderzocht door geen contact met haar op te nemen. 4.7 Verweerder heeft opties om het lijden minder ondraaglijk te maken besproken met de patiënt. Deze lagen met name op het vlak van zingeving met betrekking tot werk. Patiënt probeerde juist steeds doelen en zingeving in zijn leven te vinden. De doelen waren echter niet haalbaar vanwege de beperkingen van de patiënt. De door verweerder gesuggereerde alternatieven waren volgens klager en patiënt reeds geprobeerd, zonder voldoende resultaat. Volgens klager had verweerder hierover aanvullende informatie moeten verzamelen, onder andere door te overleggen met de consultvragend arts. 5 Standpunt van verweerder 5.1 Verweerder heeft voorafgaand aan zijn bezoek aan de patiënt de hem ter beschikking staande stukken uitgebreid bestudeerd. Informatie over het lijden van de pijn was daarin voldoende aanwezig. Verdieping op dat aspect was volgens hem niet nodig. Wel was verweerder heel nieuwsgierig hoe de situatie zou zijn, hoe het zat met de niet-behandelbaarheid, de uitzichtloosheid. 5.2 In de herinnering van verweerder is het gesprek met de patiënt prettig verlopen, zoals hij ook heeft aangegeven in zijn mailbericht van 14 juli 2014 aan de consultvragend arts. Wel bespeurde verweerder bij het afscheid dat de patiënt zich realiseerde dat hij mogelijk toch andere wegen zou moeten inslaan. 4

5 5.3 Verweerder heeft in het gesprek met de patiënt geen behandelsuggesties gedaan, maar zo nauwkeurig mogelijk het tot dan toe afgelegde behandeltraject in kaart willen brengen om te onderzoeken of alles in redelijkheid was gedaan. Wel is met de patiënt over coping gesproken. 5.4 Patiënt gaf steeds aan niet te kunnen, maar volgens verweerder was er sprake van een gebrek aan coping -vaardigheid, blijkend uit het afgebroken revalidatietraject en uit het conflict met het UWV. De patiënt had zelf een beeld van uitbehandeld zijn maar verweerder heeft nergens in de hem ter beschikking staande stukken zien staan dat dat inderdaad zo was. Volgens verweerder had de patiënt een eigen werkelijkheidsbeeld gecreëerd, waarbij geen andere oplossing meer bestond dan de dood. Nadat de vorige huisarts het euthanasieverzoek van de patiënt niet wilde honoreren, kon de patiënt daar blijkbaar nog mee leven. Bij zijn nieuwe huisarts kwam de wens om euthanasie opnieuw naar boven. 5.5 Met betrekking tot zijn beschrijving van het eindigen van het revalidatietraject ging het er volgens verweerder slechts om dat de behandeling werd afgebroken. De reden hiervoor was in de context van het verzoek tot levensbeëindiging niet ter zake doende. 5.6 Naar de mening van verweerder was er geen sprake van een uitzichtloze situatie. Weliswaar was weinig meer te verwachten van medisch-technologisch handelen, maar waren er onvoldoende interventies gedaan op psychologische en zingevingsaspecten. Er was sprake van een sterke blokkade bij de patiënt om daaraan mee te werken. De patiënt heeft tijdens het gesprek met verweerder wel aangegeven dat het voor hem genoeg was maar heeft dat niet expliciet uitgesproken. Of het gebrek aan coping - vaardigheid een relatie had met de persoonlijkheid van de patiënt was verweerder niet bekend. Hij had hierover geen informatie kunnen vinden. 5.7 Verweerder vond bevreemdend dat de huisarts pas laat in het traject niet bereid bleek de euthanasie uit te voeren. Hij zag geen reden om nadere informatie in te winnen bij de huisarts - die had hem immers niet in consult geroepen, was niet de opdrachtgever - of bij de aanvragend arts. Voor hem was alles duidelijk. Hij heeft geen contact gezocht met de consultvragend arts om zijn verslag toe te lichten. Dat doet hij nooit. Als een consultvragend arts het niet eens zou zijn met zijn conclusie zou deze hem juist dienen te benaderen. In dit geval heeft de consultvragend arts dat niet gedaan. Daarnaast was in dit geval de wijze van uitnodigen door de consultvragend arts zodanig geweest dat verweerder die behoefte tot het zelf leggen van nader contact zeker niet had. Verweerder dacht: Reageer maar. 5.8 Volgens verweerder is de casus inderdaad ingebracht tijdens het regionaal intervisie-overleg. Dat gebeurde echter pas op 1 september 2014, dus na het overlijden van de patiënt. Het is verweerder niet duidelijk waarom de consultvragend arts zou hebben begrepen dat de casus al was besproken voordat hij de patiënt bezocht. Volgens verweerder is hier sprake van een misverstand. 5

6 6 Overwegingen van de Commissie 6.1 De Commissie wijst er allereerst op dat het bij de toetsing van het handelen van een SCEN-arts er om gaat om te beoordelen of de SCEN-arts bij het beroepsmatig handelen is gebleven binnen de grenzen van een redelijk bekwame beroepsuitoefening. 6.2 Ten aanzien van het verwijt van bespreking van de casus in het intercollegiaal overleg, waardoor de SCEN-artsen bevooroordeeld zou zijn, overweegt de Commissie het volgende. Verweerder heeft aangegeven dat de casus pas is besproken na het overlijden van de patiënt. De notulen van de bijeenkomsten van de betreffende SCENgroep ondersteunen de lezing van verweerder. Dit klachtonderdeel is daarom naar de mening van de Commissie ongegrond. 6.3 Naar aanleiding van het verwijt dat het verslag van verweerde incompleet zou zijn en irrelevante informatie zou bevatten (klachtonderdeel b) overweegt de Commissie als volgt. Verweerder stelt dat hij zo nauwkeurig mogelijk het tot dan toe afgelegde behandeltraject in kaart heeft willen brengen om te onderzoeken of alles in redelijkheid was gedaan. In het verslag van verweerder wordt slechts van een beperkt aantal behandelingen en/of interventies melding gemaakt. Juist het grote aantal, door klager genoemde, onderzoeken, behandelingen en andere interventies, zowel medisch-technisch als op het gebied van omgaan met de klachten en beperkingen, had, samen met de visie van de consultvragend arts hierover, meer inzicht kunnen geven met betrekking tot de vraag of de consultvragend arts met de patiënt tot de overtuiging was gekomen dat er voor de situatie waarin deze zich bevond geen redelijke andere oplossing was (Wtl, artikel 2, lid 1d). Door de beperkte weergave hiervan in zijn verslag heeft verweerder de schijn gewekt dat hij dit niet of onvoldoende heeft meegewogen in zijn oordeel. Daarnaast constateert de Commissie dat het taalgebruik van verweerder in het verslag suggereert dat het de patiënt is aan te rekenen dat interventies niet succesvol waren. Een duidelijke onderbouwing van deze zienswijze ontbreekt echter in het verslag. Het verslag van verweerder schiet op deze punten tekort. De Commissie acht de klacht op dit onderdeel gegrond. 6.4 Volgens artikel 15 van de Richtlijn voor de SCEN-arts waakt de SCEN-arts ervoor medebehandelaar te worden en spreekt hij na het bezoek aan de patiënt met de consultvragend arts als hij vermoedt dat mogelijk nog redelijke alternatieven onbesproken zijn gelaten of als hier anderszins onduidelijkheid over bestaat. Verweerder heeft in zijn verslag aangegeven wel degelijk alternatieven te zien die naar zijn mening onvoldoende waren geëxploreerd. Volgens de Commissie had verweerder vanwege het feit dat een negatieve conclusie grote consequenties zou hebben voor de patiënt - verweerder was de tweede geconsulteerde SCEN-arts - juist in deze situatie contact op moeten nemen met de consultvragend arts voor overleg. Verweerder heeft dat nagelaten en heeft daar als verklaring voor gegeven dat hij dat nooit doet en dat daarnaast de wijze van uitnodigen door de consultvragend arts zodanig was geweest dat verweerder de behoefte tot nader contact in dit geval niet had. De Commissie meent dat het in deze casus op de weg van verweerder had gelegen contact te zoeken met de consultvragend arts en acht de klacht op dit onderdeel gegrond. 6

7 6.5 Verweerder vond het bevreemdend dat de eigen huisarts de euthanasie niet wilde uitvoeren. Verweerder heeft tevens ter zitting verklaard dat de patiënt aangaf dat het genoeg was, en dat deze een gebrek aan coping -vaardigheid vertoonde, maar dat hem niet bekend was of de persoonlijkheid van de patiënt daarbij een rol speelde. Verweerder heeft ter zitting vervolgens ook verklaard dat voor hem alles duidelijk was. Het had naar de mening van de Commissie in de rede gelegen over eerdergenoemde zaken opheldering te verkrijgen door contact op te nemen met de consultvragend arts of met de huisarts. (artikel 17 van de KNMG-richtlijn voor de SCEN-arts). Verweerder heeft dat nagelaten omdat alles duidelijk was. De Commissie oordeelt dat van genoemde duidelijkheid onvoldoende sprake kon zijn en dat verweerder tekort is geschoten. Dat de huisarts formeel niet de consultvrager was, kan niet een reden zijn om - in overleg met de consultvrager - geen contact op te nemen als dat bijdraagt aan een zorgvuldige oordeelsvorming. De Commissie acht de klacht op dit onderdeel gegrond. 7

8 7 Oordeel van de Commissie De Commissie oordeelt dat de klacht op onderdeel a ongegrond en op de onderdelen b, c en d gegrond is. De Commissie - legt aan verweerder de maatregel op van waarschuwing; - bepaalt dat dit oordeel in geanonimiseerde vorm ter publicatie zal worden aangeboden aan Medisch Contact, het Tijdschrift voor Gezondheidsrecht en Gezondheidszorg Jurisprudentie met een verzoek om plaatsing. Aldus gegeven in raadkamer door: prof. mr. J. Legemaate (voorzitter), drs. C. de Graaf, drs. M. van der Grijn, drs. S. van der Meer en dr. ir. C.J. Ruissen, leden van de Klachtencommissie SCEN, in tegenwoordigheid van drs. R.H.J.M. Sanders, secretaris. de voorzitter: prof. mr. J. Legemaate de secretaris: drs. R.H.J.M. Sanders Utrecht, 30 december

Klachtencommissie SCEN

Klachtencommissie SCEN Klachtencommissie SCEN Oordeel van 25 oktober 2016 naar aanleiding van de op 4 april 2016 ontvangen klacht van A, wonend te B C, wonend te D jegens E, SCEN-arts, gevestigd te F 1 De klacht Op 4 april 2016

Nadere informatie

Klachtencommissie SCEN

Klachtencommissie SCEN Klachtencommissie SCEN Oordeel van 2 juni 2015 naar aanleiding van de op 21 augustus 2014 ontvangen klacht van A, arts, gevestigd te X en B, gevestigd te Y jegens C, SCEN-arts, gevestigd te Z 1 De klacht

Nadere informatie

Klachtencommissie SCEN

Klachtencommissie SCEN Klachtencommissie SCEN Oordeel van 2 juni 2015 naar aanleiding van de op 21 augustus 2014 ontvangen klacht van A, arts, gevestigd te X en B, gevestigd te Y jegens C, SCEN-arts, gevestigd te Z 1 De klacht

Nadere informatie

Klachtencommissie SCEN

Klachtencommissie SCEN Klachtencommissie SCEN Oordeel van 10 oktober 2016 naar aanleiding van de op 29 maart 2016 ontvangen klacht van A, wonend te B C, wonend te D E, wonend te F jegens G, SCEN-arts, gevestigd te H 1 De klacht

Nadere informatie

Klachtencommissie SCEN

Klachtencommissie SCEN Klachtencommissie SCEN Oordeel van 16 oktober 2017 naar aanleiding van de op 19 maart 2017 ingediende klacht van A, huisarts te B jegens C, SCEN-arts, gevestigd te D 1 De klacht Op 23 maart 2017 heeft

Nadere informatie

Klachtencommissie SCEN

Klachtencommissie SCEN Klachtencommissie SCEN Oordeel van 10 maart 2017 naar aanleiding van de op 25 mei 2016 ontvangen klacht van A, wonend te B jegens C, SCEN-arts, gevestigd te D 1 De klacht Op 25 mei 2016 heeft de Klachtencommissie

Nadere informatie

Klachtencommissie SCEN

Klachtencommissie SCEN Klachtencommissie SCEN Oordeel van 16 januari 2013 naar aanleiding van de op 23 mei 2012 ingediende klacht van A, klager, gevestigd te B, tegen C, aangeklaagde SCEN-arts gevestigd te D 1 De klacht Op 23

Nadere informatie

Klachtencommissie SCEN

Klachtencommissie SCEN Klachtencommissie SCEN Oordeel van 22 oktober 2014 naar aanleiding van de op 3 maart 2014 ontvangen klacht van A en B, wonend te C, tegen D, SCEN-arts, gevestigd te E 1 1 De klacht Op 3 maart 2014 heeft

Nadere informatie

Klachtencommissie SCEN

Klachtencommissie SCEN Klachtencommissie SCEN Oordeel van 14 februari 2017 naar aanleiding van de op 5 september 2016 ontvangen klacht van A, wonend te B jegens C, SCEN-arts, gevestigd te D 1 De klacht Op 5 september 2016 heeft

Nadere informatie

Oordeel: gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

Oordeel: gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Oordeel: gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Inhoudsindicatie: arts en consulent zijn overtuigd van wilsbekwaamheid van dementerende patiënte ten aanzien van haar euthanasiewens. Arts is specialist

Nadere informatie

Klachtencommissie SCEN

Klachtencommissie SCEN Klachtencommissie SCEN Oordeel van 22 april 2015 naar aanleiding van de op 10 november 2014 ontvangen klacht van A, huisarts, gevestigd te B jegens C, SCEN-arts, gevestigd te D 1 De klacht Op 10 november

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek Oordeel: zorgvuldig Samenvatting: Snel proces waarin de arts, verbonden aan de Stichting Levenseindekliniek, patiënt eenmaal persoonlijk en eenmaal telefonisch heeft gesproken. De arts heeft zich er voldoende

Nadere informatie

Beslissing d.d. 17 juli 2008 naar aanleiding van de op 17 september 2007 ingekomen klacht van

Beslissing d.d. 17 juli 2008 naar aanleiding van de op 17 september 2007 ingekomen klacht van REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 17 juli 2008 naar aanleiding van de op 17 september 2007 ingekomen klacht van A, wonende te B, k l a g e r -tegen- C, huisarts te D, gemachtigde: mr. L.

Nadere informatie

C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E

C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E C2017.142 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer C2017.142 van: A., wonende te B., appellante, klaagster in eerste aanleg, tegen C., specialist

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG 2017/453 ECLI:NL:TGZRAMS:2018:36 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2017/453 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG AMSTERDAM Beslissing naar

Nadere informatie

*Het betreft hier twee afzonderlijke meldingen, die apart door de commissie zijn beoordeeld. Beide oordelen worden hier weergegeven.

*Het betreft hier twee afzonderlijke meldingen, die apart door de commissie zijn beoordeeld. Beide oordelen worden hier weergegeven. Oordeel: zorgvuldig Samenvatting: Twee echtgenoten verzochten om gelijktijdige levensbeëindiging. Patiënte, een vrouw van 60-70 jaar, had een sigmoidcarcinoom. Zij leed onder meer onder heftige buikkrampen,

Nadere informatie

Klachtencommissie SCEN

Klachtencommissie SCEN Klachtencommissie SCEN Oordeel van 23 september 2010 naar aanleiding van de op 20 februari 2010 ingediende klacht van A, klaagster wonende te B tegen C, aangeklaagde SCEN-arts gevestigd te D 1 De klacht

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek Oordeel: Gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Samenvatting: In casu was de consulent als hoofd medische dienst van een verpleeghuis langer dan een half jaar geleden de behandelend arts geweest

Nadere informatie

Oordeel 2015-80 OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

Oordeel 2015-80 OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek Oordeel: Gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Samenvatting: Patiënte, een vrouw van 60-70 jaar, leed aan een onbehandelbaar ovariumcarcinoom. Enkele maanden voor het overlijden kreeg zij te

Nadere informatie

ADVIES. inzake de klacht van: de heer A, vader van B, klager gemachtigde: mevrouw mr. M. Shaaban. tegen

ADVIES. inzake de klacht van: de heer A, vader van B, klager gemachtigde: mevrouw mr. M. Shaaban. tegen 107071 ADVIES inzake de klacht van: de heer A, vader van B, klager gemachtigde: mevrouw mr. M. Shaaban tegen de heer C, directeur van D te E, verweerder 1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE Bij klaagschrift van

Nadere informatie

Oordeel: Gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

Oordeel: Gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Oordeel: Gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Samenvatting: Een vrouw met Alzheimer leed ondraaglijk onder cognitieve achteruitgang, fatische, praktische en executieve stoornissen en onder

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek Oordeel: Gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Samenvatting: Patiënte, een vrouw tussen 90 en 100 jaar, leed aan progressieve geheugen- en oriëntatiestoornissen. Tevens werd een tumor in de

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG 057/2018 ECLI:NL:TGZRZWO:2018:110 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 057/2018 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 7 juni 2018 naar aanleiding

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek Oordeel: onzorgvuldig Samenvatting: De arts en de consulent zijn werkzaam in dezelfde maatschap zodat geen sprake is geweest van het raadplegen van een onafhankelijke arts. OORDEEL van de Regionale toetsingscommissie

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek Oordeel: zorgvuldig Samenvatting: Hoogbejaarde patiënte leed aan dementie en kreeg tegelijkertijd met haar echtgenoot euthanasie. Het lijden stond in een medische context en was uitzichtloos en ondraaglijk.

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE. Het College heeft het volgende overwogen en beslist over de op 7 juni 2011 binnengekomen

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE. Het College heeft het volgende overwogen en beslist over de op 7 juni 2011 binnengekomen G2010/51 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE Beslissing in de zaak onder nummer van: G2010/51 Rep.nr. G 2010/51 6 december 2011 Def. 159 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE GRONINGEN Het College heeft

Nadere informatie

16.062T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.062T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ 16.062T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd

Nadere informatie

Oordeel: niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

Oordeel: niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Oordeel: niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Inhoudsindicatie: euthanasie bij patiënte met een verlaagd bewustzijn waarbij een schriftelijke wilsverklaring ontbreekt en de ondraaglijkheid

Nadere informatie

ADVIES. mevrouw A te B, ouder van C, voormalig leerling van obs D te B, klaagster

ADVIES. mevrouw A te B, ouder van C, voormalig leerling van obs D te B, klaagster 107827 - klacht over onprofessioneel handelen leerkracht. ADVIES inzake de klacht van: mevrouw A te B, ouder van C, voormalig leerling van obs D te B, klaagster tegen - mevrouw E, leerkracht groep 7/8

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek Oordeel 2013-95 (casus 5 RTE Jaarverslag 2013) Oordeel: zorgvuldig Samenvatting: Bij patiënte, een vrouw van 80 90 jaar, werd vier jaar voor overlijden Lewy Body dementie vastgesteld. Met de ziekte waren

Nadere informatie

16.058T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.058T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ 16.058T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd

Nadere informatie

Oordeel: Gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

Oordeel: Gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Oordeel: Gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Samenvatting: patiënt, 70-80 jaar, leed al meer dan vijftig jaar aan hoofdpijn. Later kwamen daar andere somatische klachten en psychische klachten

Nadere informatie

C, tandarts, werkzaam te B, bijgestaan door mr. L. Neuschäfer-Greebe, verbonden aan DAS Rechtsbijstand te Amsterdam,

C, tandarts, werkzaam te B, bijgestaan door mr. L. Neuschäfer-Greebe, verbonden aan DAS Rechtsbijstand te Amsterdam, 272/2012 ECLI:NL:TGZRZWO:2013:47 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 272/2012 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 1 november 2013 naar aanleiding

Nadere informatie

17.137T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 9 mei 2018

17.137T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 9 mei 2018 17.137T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 9 mei 2018 Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd en beslist

Nadere informatie

Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen.

Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen. 1408 Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen. Het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen, hierna te noemen het College, heeft het

Nadere informatie

ADVIES / advies d.d. 6 februari 2018 pagina 1 van 5

ADVIES / advies d.d. 6 februari 2018 pagina 1 van 5 107965 - Klacht student ROC over verwijdering is ongegrond. ADVIES inzake de klacht van: [klaagster] te [woonplaats], klaagster gemachtigde: de heer mr. G.J. Mulder tegen [de school] te [woonplaats], verweerder

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van hulp bij zelfdoding

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van hulp bij zelfdoding Oordeel 2014-01 Oordeel: onzorgvuldig Samenvatting: Patiënte, een vrouw van 80-90 jaar, heeft circa 30 jaar last van depressies. Zij wordt hiervoor behandeld met ECT-therapie en antidepressiva. Als deze

Nadere informatie

16.053Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.053Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ 16.053Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE 144/2017 ECLI:NL:TGZRZWO:2018:88 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 144/2017 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 20 april 2018 naar aanleiding

Nadere informatie

OORDEEL. Uit de verslaglegging van de arts en de consulent en de overige ontvangen gegevens is gebleken ten aanzien van:

OORDEEL. Uit de verslaglegging van de arts en de consulent en de overige ontvangen gegevens is gebleken ten aanzien van: Casus 10 - RTE Jaarverslag 2012 Oordeel: zorgvuldig Samenvatting: arts kon tot de overtuiging komen dat alternatieven zoals medicatie, het bieden van structuur en opname in een verpleeghuis voor deze specifieke

Nadere informatie

Klacht over te zwaar en dubbel straffen van een leerling en over niet nakomen van afspraken. ADVIES

Klacht over te zwaar en dubbel straffen van een leerling en over niet nakomen van afspraken. ADVIES 107973 - Klacht over te zwaar en dubbel straffen van een leerling en over niet nakomen van afspraken. ADVIES inzake de klacht van: [klagers], wonende te [woonplaats], ouders van [leerling], klagers tegen

Nadere informatie

De juridische context van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (Wtl)

De juridische context van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (Wtl) De juridische context van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (Wtl) mr. S.R. Bakker 10 juni 2015 Aanleiding jurisprudentieonderzoek Aflevering Zembla over euthanasie en

Nadere informatie

Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd en beslist

Nadere informatie

Klacht over verlengde kleuterperiode. School heeft verkeerde informatie doorgegeven aan andere school. Klachten ongegrond.

Klacht over verlengde kleuterperiode. School heeft verkeerde informatie doorgegeven aan andere school. Klachten ongegrond. LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS ADVIES 2015/054 Klacht over verlengde kleuterperiode. School heeft verkeerde informatie doorgegeven aan andere school. Klachten ongegrond. Advies

Nadere informatie

16.053Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.053Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ 16.053Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd

Nadere informatie

Belangenbehartiging opdrachtgever. Onvoldoende belangenbehartiging. Tegenstrijdige opdrachten.

Belangenbehartiging opdrachtgever. Onvoldoende belangenbehartiging. Tegenstrijdige opdrachten. Belangenbehartiging opdrachtgever. Onvoldoende belangenbehartiging. Tegenstrijdige opdrachten. Klager heeft een woning gekocht. Beklaagde trad daarbij op als makelaar voor verkoper B. Verkoper B weigerde

Nadere informatie

Oordeel: Niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

Oordeel: Niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Oordeel: Niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Samenvatting: De arts reikte patiënt een drank aan met 400 mg fenobarbital. Na inname overleed patiënt niet en bleef hij wakker. Conform afspraak

Nadere informatie

16.137Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.137Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ 16.137Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd

Nadere informatie

Grenzen aan euthanasie. drs. Eric van Wijlick beleidsadviseur

Grenzen aan euthanasie. drs. Eric van Wijlick beleidsadviseur Grenzen aan euthanasie drs. Eric van Wijlick beleidsadviseur euthanasiewens in schriftelijke verklaring vastgelegd en besproken. Plotseling verslechterde de toestand. Omdat de huisarts niet bereikbaar

Nadere informatie

Klacht over informatieverstrekking aan jeugdzorg en ex-partner ongegrond omdat de school zorgvuldig gehandeld heeft.

Klacht over informatieverstrekking aan jeugdzorg en ex-partner ongegrond omdat de school zorgvuldig gehandeld heeft. 108179 - Klacht over informatieverstrekking aan jeugdzorg en ex-partner ongegrond omdat de school zorgvuldig gehandeld heeft. ADVIES inzake de klacht van: [klager] te [woonplaats], ouder van [de leerling],

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek Oordeel: zorgvuldig Samenvatting: Patiënt koos voor palliatieve sedatie, maar was met arts overeengekomen dat deze zou overgaan tot euthanasie, indien sedatie lang zou duren of patiënt niet goed behandelbare

Nadere informatie

Oordeel: niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

Oordeel: niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Oordeel: niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Inhoudsindicatie: de arts heeft niet tot de overtuiging kunnen komen dat andere oplossingen om het lijden weg te nemen ontbraken en het lijden

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE 187/2018 ECLI:NL:TGZRZWO:2019:34 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 187/2018 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 22 februari 2019 naar aanleiding

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek Oordeel: zorgvuldig Samenvatting: Patiënte had een hersentumor met zware epileptische insulten en daardoor blijvende neurologische achteruitgang. Zij was tijdens bezoeken arts en consulent soms delirant

Nadere informatie

DE RAAD VAN TOEZICHT EINDHOVEN/MAASTRICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM

DE RAAD VAN TOEZICHT EINDHOVEN/MAASTRICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM Optie en Bod. Afbreken onderhandelingen. Klager was geïnteresseerd in een bedrijfsruimte die beklaagde in verkoop had. Nadat ook het tweede bod van klager was afgewezen is de woning aan een derde verkocht.

Nadere informatie

16.107T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.107T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ 16.107T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd

Nadere informatie

17.105Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 7 maart 2018

17.105Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 7 maart 2018 17.105Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 7 maart 2018 Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd en

Nadere informatie

Klacht over een melding bij Veilig Thuis en de beperkte toegang van de leerling tot de school. ADVIES

Klacht over een melding bij Veilig Thuis en de beperkte toegang van de leerling tot de school. ADVIES 107817 - Klacht over een melding bij Veilig Thuis en de beperkte toegang van de leerling tot de school. inzake de klacht van: ADVIES [klaagster] te [woonplaats], moeder van [de leerling], klaagster, tegen

Nadere informatie

Bij voorwaardelijke bevordering moet de school contact met ouders houden over de resultaten van de leerling. ADVIES

Bij voorwaardelijke bevordering moet de school contact met ouders houden over de resultaten van de leerling. ADVIES 107518 - Bij voorwaardelijke bevordering moet de school contact met ouders houden over de resultaten van de leerling. inzake de klacht van: ADVIES de heer en mevrouw A te B, ouders van C, leerling van

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek Oordeel : zorgvuldig Samenvatting: Na het verstrijken van bijna twee jaar na het bezoek van de consulent aan patiënt was een - desnoods kort - tweede bezoek noodzakelijk geweest. Echter, arts en consulent

Nadere informatie

Disclosure belangen spreker Wat maakt lijden ondraaglijk? Tjipke D. Ypma & Herman L Hoekstra SCEN-Drenthe KNMG SCEN 23 april 2015 Utrecht

Disclosure belangen spreker Wat maakt lijden ondraaglijk? Tjipke D. Ypma & Herman L Hoekstra SCEN-Drenthe KNMG SCEN 23 april 2015 Utrecht Disclosure belangen spreker Wat maakt lijden ondraaglijk? Tjipke D. Ypma & Herman L Hoekstra SCEN-Drenthe KNMG SCEN 23 april 2015 Utrecht (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE. Het College heeft het volgende overwogen over en beslist op de op 9 augustus 2012 ingekomen klacht van

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE. Het College heeft het volgende overwogen over en beslist op de op 9 augustus 2012 ingekomen klacht van G2012/87 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE Beslissing in de zaak onder nummer van: G2012/87 Rep. nr. G2012/87 26 februari 2013 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE GRONINGEN Het College heeft het volgende

Nadere informatie

Informatie aan niet-opdrachtgever. Bestemming object. Mededelingsen onderzoeksplicht. Vergunning Waterschap.

Informatie aan niet-opdrachtgever. Bestemming object. Mededelingsen onderzoeksplicht. Vergunning Waterschap. Informatie aan niet-opdrachtgever. Bestemming object. Mededelingsen onderzoeksplicht. Vergunning Waterschap. De koper van een perceel bouwgrond (klager) verwijt de makelaar van de verkoper (beklaagde)

Nadere informatie

Klachtencommissie SCEN

Klachtencommissie SCEN Klachtencommissie SCEN Oordeel van 11 maart 2011 naar aanleiding van de op 9 augustus 2010 ingediende klacht van P, klaagster gevestigd te Q tegen R, aangeklaagde SCEN-arts gevestigd te S 1 De klacht Op

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de regio (...) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de regio (...) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek Casus 5 - RTE Jaarverslag 2012 Oordeel: zorgvuldig Samenvatting: huisarts niet bereid tot euthanasie nadat SCEN-arts had geoordeeld dat er geen sprake was van ondraaglijk lijden. Arts van Stichting Levenseinde

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG. Beslissing naar aanleiding van de op 11 januari 2017 binnengekomen klacht van:

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG. Beslissing naar aanleiding van de op 11 januari 2017 binnengekomen klacht van: 2017/012 ECLI:NL:TGZRAMS:2017:112 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2017/012 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG AMSTERDAM Beslissing naar

Nadere informatie

ADVIES. de heer A en mevrouw B te K, ouders van C, leerling op school D te K, klagers

ADVIES. de heer A en mevrouw B te K, ouders van C, leerling op school D te K, klagers 105679 - Klacht over handelen in strijd met belangen leerling, onzorgvuldige klachtbehandeling, niet nakomen afspraken en onzorgvuldig voeren gesprek; PO SAMENVATTING Ouders klagen erover dat de directeur

Nadere informatie

11-521 RvT Zwolle. Taxatie als deskundige. Noodzaak van plaatselijke bekendheid.

11-521 RvT Zwolle. Taxatie als deskundige. Noodzaak van plaatselijke bekendheid. 11-521 RvT Zwolle DE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM. -------------------------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

De heer S., aangesloten makelaar, verbonden aan [naam makelaarskantoor], [adres] beklaagde.

De heer S., aangesloten makelaar, verbonden aan [naam makelaarskantoor], [adres] beklaagde. Taxatie. Onjuiste Taxatiewaarde. Belangenbehartiging opdrachtgever. Ongepast optreden. Klager en zijn (ex-)echtgenote hebben beklaagde in het kader van hun echtscheiding gevraagd hun woning te taxeren.

Nadere informatie

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS ADVIES 2015/048 Klacht over afstromen leerling van 2 VWO naar 2 HAVO. De bevorderingsnormen vermelden in artikel 5 een duidelijk omschreven procedure

Nadere informatie

Rapport. Datum: 25 januari 2007 Rapportnummer: 2007/012

Rapport. Datum: 25 januari 2007 Rapportnummer: 2007/012 Rapport Datum: 25 januari 2007 Rapportnummer: 2007/012 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het Instituut Zorgverzekering Ambtenaren Nederland (verder te noemen: IZA) hem voorafgaand aan de behandeling

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG G2017/124 ECLI:NL:TGZRGRO:2018:9 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: G2017/124 Rep.nr. G2017/124 13 maart 2018 Def. 032 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de regio ( ) betreffend e de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de regio ( ) betreffend e de melding van levensbeëindiging op verzoek Oordeel: zorgvuldig Samenvatting: Bij patiënte, een vrouw van 80-90 jaar, werd na drie jaar van cognitieve achteruitgang de ziekte van Alzheimer geconstateerd. Vooral de laatste weken voor overlijden ging

Nadere informatie

Ruimte en grenzen bij euthanasie. Eric van Wijlick beleidsadviseur

Ruimte en grenzen bij euthanasie. Eric van Wijlick beleidsadviseur Ruimte en grenzen bij euthanasie Eric van Wijlick beleidsadviseur Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (1) Hoofdstuk II Zorgvuldigheidseisen Artikel 2 1. De zorgvuldigheidseisen,

Nadere informatie

ADVIES. inzake de klacht van: de heer A, wonende te B, vader van C, klager. tegen. D College, locatie E, te B, verweerster

ADVIES. inzake de klacht van: de heer A, wonende te B, vader van C, klager. tegen. D College, locatie E, te B, verweerster 107548 - Een school moet de niet-gezaghebbende ouder die daar om verzoekt, informatie verstrekken over belangrijke zaken die de persoon, verzorging of opvoeding van het kind betreffen. inzake de klacht

Nadere informatie

Optie en bod. Onderhandelen met meerdere gegadigden.

Optie en bod. Onderhandelen met meerdere gegadigden. Optie en bod. Onderhandelen met meerdere gegadigden. Klager was geïnteresseerd in een woning. Hij verwijt de verkopend makelaar dat het appartement aan een derde is verkocht terwijl klager het eindbod

Nadere informatie

Inleiding. Wat is euthanasie? Euthanasie bespreekbaar

Inleiding. Wat is euthanasie? Euthanasie bespreekbaar Euthanasie Inleiding Euthanasie, ofwel een verzoek om het leven te beëindigen is misschien wel de meest ingrijpende keuze die mensen kunnen maken. U heeft aangegeven dat u met de afweging tot een dergelijke

Nadere informatie

Meetinstructie. Geen informatie verstrekt over positie van medewerker van makelaarskantoor.

Meetinstructie. Geen informatie verstrekt over positie van medewerker van makelaarskantoor. Meetinstructie. Geen informatie verstrekt over positie van medewerker van makelaarskantoor. Klagers kopen een appartement dat volgens de verkoopbrochure een woonoppervlak heeft van 71 m². De opmeting van

Nadere informatie

UITSPRAAK. Het College van Toezicht van de Beroepsvereniging van Professionals in Sociaal Werk te Utrecht (hierna: college ),

UITSPRAAK. Het College van Toezicht van de Beroepsvereniging van Professionals in Sociaal Werk te Utrecht (hierna: college ), UITSPRAAK Betreft klacht (registratienummer 18 T) Ingediend door X tegen Y. Het College van Toezicht van de Beroepsvereniging van Professionals in Sociaal Werk te Utrecht (hierna: college ), met inachtneming

Nadere informatie

Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen.

Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen. Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen. Het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen, hierna te noemen het College, heeft het volgende

Nadere informatie

DE RAAD VAN TUCHT VOOR REGISTERACCOUNTANTS EN ACCOUNTANTS-ADMINISTRATIECONSULENTEN TE 'S-GRAVENHAGE

DE RAAD VAN TUCHT VOOR REGISTERACCOUNTANTS EN ACCOUNTANTS-ADMINISTRATIECONSULENTEN TE 'S-GRAVENHAGE 1315/08.10 DE RAAD VAN TUCHT VOOR REGISTERACCOUNTANTS EN ACCOUNTANTS-ADMINISTRATIECONSULENTEN TE 'S-GRAVENHAGE heeft de volgende uitspraak gedaan inzake de klacht van: Stichting SOBI, gevestigd te Nieuwersluis,

Nadere informatie

Oordeel: Niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

Oordeel: Niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Oordeel: Niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Samenvatting: Bij de uitvoering van euthanasie diende de arts patiënt intraveneus 2000 mg thiopental en 150 mg rocuronium toe. Omdat patiënt

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek Oordeel: zorgvuldig Samenvatting: Bij patiënt, een man van 80-90 jaar, was sprake van een combinatie van geestelijke en lichamelijke klachten. Hij zag en hoorde slecht, er waren complicaties na een heupfractuur

Nadere informatie

ADVIES. de heer en mevrouw A, ouders van B en C, voormalige leerlingen op D te E, klagers

ADVIES. de heer en mevrouw A, ouders van B en C, voormalige leerlingen op D te E, klagers 107205 ADVIES inzake de klacht van: de heer en mevrouw A, ouders van B en C, voormalige leerlingen op D te E, klagers tegen de heer F, directeur mevrouw G, intern begeleider (ib er) mevrouw H, leerkracht,

Nadere informatie

Klachtencommissie Huisartsenzorg Midden-Nederland Uitspraak

Klachtencommissie Huisartsenzorg Midden-Nederland Uitspraak Klachtencommissie Huisartsenzorg Midden-Nederland Uitspraak Kern: Klager vindt dat de huisarts zijn klachten niet serieus heeft genomen, hem verkeerde medicatie heeft voorgeschreven en heeft geweigerd

Nadere informatie

Beslissing in de zaak onder nummer C van:

Beslissing in de zaak onder nummer C van: c2013.473 ECLI:NL:TGZCTG:2014:300 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2013.473 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing

Nadere informatie

VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM

VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM 1 Eigen Belang. Makelaar koopt via rechtspersoon. Beklaagde heeft van een gemeente een opdracht tot dienstverlening bij verkoop van een kantoorpand ontvangen. Er was weinig belangstelling en het pand is

Nadere informatie

Klacht over afnemen NIO-test. School hoefde tweede NIO-test niet mee te nemen omdat de uitslag daarvan niet betrouwbaar is.

Klacht over afnemen NIO-test. School hoefde tweede NIO-test niet mee te nemen omdat de uitslag daarvan niet betrouwbaar is. 108063 - Klacht over afnemen NIO-test. School hoefde tweede NIO-test niet mee te nemen omdat de uitslag daarvan niet betrouwbaar is. inzake de klacht van: ADVIES [klaagster], wonende te [woonplaats], moeder

Nadere informatie

Oordeel: Gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

Oordeel: Gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Oordeel: Gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Samenvatting: Bij patiënte, een vrouw van 80-90 jaar, was er sprake van een combinatie van somatische en psychische aandoeningen en was er mogelijk

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek Oordeel: zorgvuldig Samenvatting: Patiënt, een man van 80-90 jaar, was bekend met een inoperabel cardiacarcinoom. Patiënt leed pijn, had last van braakneigingen en verlies van eetlust, vermagering, vermoeidheid

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VOOR DE OCTROOIGEMACHTIGDEN Postbus 3219, 2280 GE Rijswijk telefoon fax

RAAD VAN TOEZICHT VOOR DE OCTROOIGEMACHTIGDEN Postbus 3219, 2280 GE Rijswijk telefoon fax RAAD VAN TOEZICHT VOOR DE OCTROOIGEMACHTIGDEN Postbus 3219, 2280 GE telefoon 070-3905578 fax 070-3905171 BESCHIKKING A. - B. 1. Bij brief van 13 augustus 1999 heeft de heer A. bij de Raad van Toezicht

Nadere informatie

Informatie aan niet-opdrachtgever. Beëindiging huurovereenkomst. Terugbetaling waarborgsom.

Informatie aan niet-opdrachtgever. Beëindiging huurovereenkomst. Terugbetaling waarborgsom. Informatie aan niet-opdrachtgever. Beëindiging huurovereenkomst. Terugbetaling waarborgsom. Klager heeft bij het sluiten van een huurovereenkomst, aan de makelaar van de verhuurder (beklaagde) een waarborgsom

Nadere informatie

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS. Advies nummer 2014 N juni 2014

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS. Advies nummer 2014 N juni 2014 LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS Advies nummer 2014 N-17 11 juni 2014 Klacht betreffende het in een laat stadium een leerlinge uit te sluiten van een buitenlandse reis Leerlinge

Nadere informatie

de heer A en mevrouw B te C, ouders van D, voormalig leerling van E te C, klagers

de heer A en mevrouw B te C, ouders van D, voormalig leerling van E te C, klagers SAMENVATTING 105334 Ouders klagen erover dat de directie hun zoon disproportioneel heeft gestraft doordat hij niet mee mocht met het schoolkamp. Daarnaast heeft de school onjuist gehandeld toen klagers

Nadere informatie

het bestuur van Stichting x te P, (hierna te noemen: verweerster), inzake de klacht van mevrouw K (hierna te noemen: klaagster) moeder van L.

het bestuur van Stichting x te P, (hierna te noemen: verweerster), inzake de klacht van mevrouw K (hierna te noemen: klaagster) moeder van L. LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS ADVIES 2015/099 Klacht over aanpak pesten. Pestprotocol blijkt niet adequaat. Klacht gegrond. Advies aan: het bestuur van Stichting x te P, (hierna

Nadere informatie

SAMENVATTING. 105920 - Klacht over niet adequate lessenvervanging, optreden op ouderavond en handelen jegens leerling; VO

SAMENVATTING. 105920 - Klacht over niet adequate lessenvervanging, optreden op ouderavond en handelen jegens leerling; VO SAMENVATTING 105920 - Klacht over niet adequate lessenvervanging, optreden op ouderavond en handelen jegens leerling; VO Een ouder klaagt erover dat de directie de vervanging van de natuurkundelessen niet

Nadere informatie

16.050Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.050Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ 16.050Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek Oordeel: zorgvuldig Samenvatting: Er was in casu sprake van twijfel over de onafhankelijkheid van de consulent. De consulent was tot ongeveer zeven maanden voor het overlijden de behandelend huisarts van

Nadere informatie

Oordeel: Niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

Oordeel: Niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Oordeel: Niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Samenvatting: De arts diende patiënt intraveneus niet 2000 mg thiopental toe, maar 1500 mg thiopental omdat de ademhaling van patiënt stopte.

Nadere informatie