de Voorzitter van de Landelijke Klachtencommissie voor het Openbaar Onderwijs Postbus AD Woerden Aan:

Transcriptie

1 Aan: de Voorzitter van de Landelijke Klachtencommissie voor het Openbaar Onderwijs Postbus AD Woerden Betreft: Melding klacht Amsterdam, 26 april 2001 Geachte voorzitter, Hierbij willen wij bij u een klacht indienen over de door ons ervaren intimiderende opstelling van de waarnemend directeur van de Tyltylschool in Amsterdam Zuidoost, de heer Guus Courlander. Door deze opstelling hebben wij in de school geen enkele gesprekspartner meer. Wij hebben eerder gepoogd in een gesprek met hem op 22 november 2000 tot een oplossing te komen. Door verdere escalatie gedwongen hebben wij op 17 april 2001 nogmaals een gesprek gevoerd samen met de vertrouwenspersoon, mevr. M. Stuart. Tijdens dit laatste gesprek is Guus Courlander boos weggelopen. Tot op heden hebben wij Guus Courlander niet op de hoogte gesteld van het indienen van deze klacht. Wel hebben wij hierover gesproken met de vertrouwenspersoon van de Tyltylschool, mevrouw Marjolein Stuart. Omdat de frictie waarschijnlijk mede is ontstaan door de door de inspecteur geformuleerde constructie (zie verder), hebben wij ook hem in kennis gesteld van deze klacht. Voorgeschiedenis: Ons dochtertje Sterre Virginie Ploeger, geboren 11 juni 1991, is sinds 1997 ingeschreven als leerlinge van de Tyltylschool. Daarvoor was zij twee jaar leerlinge van P.C. Basisschool de Regenboog in Duivendrecht. Omdat de basisschool in 1997 had aangegeven het niet meer te kunnen zijn wij bij de Tyltylschool terecht gekomen om te bezien in hoeverre ambulante begeleiding vanuit het speciaal onderwijs mogelijkheden bood om Sterre op de reguliere basisschool te kunnen houden. van t Hofflaan 13, 1097 EL Amsterdam, tel , fax , fploeger@xs4all.nl 1

2 Omdat de basisschool Sterre niet wilde handhaven, zelfs al zou er ambulante begeleiding geboden kunnen worden, waren wij verplicht (leerplicht) Sterre in te schrijven als leerlinge voor de Tyltylschool. Op de Tyltylschool, zo bleek ons later, werd Sterre in een pilot voor laagfunctionerende kinderen geplaatst. Na uitoefenen van druk door onze advocaat en de inspecteur van het regulier onderwijs destijds de heer A. Waaksma - en de inspecteur voor het speciaal onderwijs destijds de heer T. v.d. Capelleveen kon Sterre gedurende een dagdeel per week terug naar de basisschool. De voorwaarden voor dit symbiose-onderwijs werden neergelegd in de brief van de inspectie van 26 januari In deze afspraken werd onder meer vastgelegd dat de Tyltylschool verantwoordelijk was voor het onderwijs dat Sterre op de Regenboog genoot. De communicatie tussen Regenboog en ouders mocht uitsluitend via de Tyltylschool verlopen. Ouders mochten niet spreken met de leerkracht van de Regenboog. De afgelopen vier jaar is de communicatie tussen beide scholen zeer stroef verlopen. De communicatie verliep aanvankelijk tussen de adjunct directrice van de Tyltylschool en het bestuur PCOOA van de Regenboog. Het bestuur PCOOA liet in de toen gevoerde gesprekken steeds duidelijk blijken Sterre absoluut niet op de Regenboog te willen hebben, zelfs niet voor het dagdeel dat was afgesproken. Aan het eind van het eerste jaar besloot de adjunct-directrice haar positie in deze te herzien, kort daarop werd ze ziek en is daarna nooit meer teruggekeerd op de Tyltylschool. Het overleg tussen de scholen heeft toen anderhalf jaar stil gelegen. Weer door druk van ouders, advocaat en inspectie was PCOOA /de Regenboog er toe te bewegen per brief van 15 juli 1999 toe te zeggen dat zij het overleg met de Tyltylschool wilde hervatten. De toenmalige directeur van de Tyltylschool, de heer Simon van der Zee heeft actief in de eerste maanden van het cursusjaar 1999/2000 geprobeerd weer met de Regenboog aan tafel te gaan zitten. Omdat dit maar aanhoudend bleef mislukken omdat Sterre geen leerling is van de Regenboog, zo betoogde PCOOA - hebben wij ouders Sterre op 18 oktober 1999 aangemeld als full-time leerling van de Regenboog. Hierover loopt thans een juridische procedure. Er was dreigen met een kort geding voor nodig om PCOOA/de Regenboog pas op 13 januari 2000 weer met de Tyltylschool aan tafel te krijgen. De gesprekken die de rest van het jaar geagendeerd waren verliepen moeizaam of werden eenzijdig door de PCOOA/de Regenboog afgezegd. De toenmalige directeur van de Tyltylschool, de heer Simon van der Zee, verliet in juli 2000 de school. Vanaf die tijd trad de heer Guus Courlander op als waarnemend directeur van de Tyltylschool. Ontstaan van de frictie tussen ouders en de heer Courlander: Bij aanvang van het cursusjaar 2000/2001 bleek op de Regenboog een geheel nieuw programma te worden geboden. Hierover was geen afstemming geweest met Tyltylschool, maar erger nog: het programma bleek op geen enkele wijze rekening te houden met de beperkingen van Sterre. Wij ouders hebben daarop de klasseleerkracht van Sterre op de Tyltylschool het vorig jaar aangewezen als contactpersoon naar ouders aangesproken. Toen zij hierop geen actie van t Hofflaan 13, 1097 EL Amsterdam, tel , fax , fploeger@xs4all.nl 2

3 ondernam hebben wij contact gezocht met de heer Guus Courlander. Na hem uitvoerig te hebben uitgelegd wat er speelde en hem te willen houden aan het jaar daarvoor met ons gemaakte afspraken, ontvingen wij van hem op 5 oktober 2000 een brief waarin hij onder andere zegt zijn vertrouwen door ons geschonden te achten en hierover niet verder met ons te willen corresponderen. Op ons initiatief heeft op 22 november 2000 met hem een gesprek plaatsgevonden om te bezien in hoeverre wij uit deze impasse konden komen. In dit gesprek kwam onder andere aan de orde dat wij verontrust waren over het onderwijs aan Sterre. Het evaluatierapport van de OB3-pilot waaraan Sterre de eerste twee jaar op de Tyltylschool had deelgenomen concludeerde immers dat de Tyltylschool op voorhand niet is toegerust om onderwijs te geven aan kinderen met het niveau van Sterre. Ook uit andere nota s en verslagen bleek ons hoe handelingsonbekwaam de school zich voelde ten aanzien van het geven van onderwijs aan Sterre. Het gesprek verliep redelijk ontspannen en wij zegden toe ons vertrouwen in de school te zullen schenken en de school zegde toe alles naar beste weten te zullen oplossen, al wilde de Tyltylschool niet met ons in discussie treden over hoe zij dit wilde gaan doen. Kort daarop bleek ons echter dat de Tyltylschool, buiten ons medeweten, de overleggen met de Regenboog had afgebroken met de intentie in januari 2001 te gaan bezien in hoeverre een vorm van ambulante begeleiding kon worden opgestart. Wij hebben bij de heer Courlander tegen dit eenzijdig handelen geprotesteerd. Daarenboven moesten wij vaststellen dat Sterre nu al vier maanden voor spek en bonen op de Regenboog zat, immers zonder een op haar toegesneden programma. Tevreden stelde PCOOA dan ook vast dat Sterre ongewenst wandelgedrag begon te vertonen, een reden die PCOOA hoopte te kunnen hanteren om het symbiose-onderwijs van Sterre te kunnen beëindigen. Op 1 februari 2001 werden ouders, de Tyltylschool, de Regenboog en hun bevoegde gezagen uitgenodigd bij de hoofdinspectie in Utrecht om af te spreken dat het gezamenlijk handelingsplan genoemd in de brief van 26 januari nu eens eindelijk vorm zou krijgen. Guus Courlander stelde tijdens die bijeenkomst herhaaldelijk dat hij er geen zin meer in had omdat ouders niet het vertrouwen in de Tyltylschool en de Regenboog wilden uitspreken. Ook na daarover door de inspectie op de vingers getikt ging Guus Courlander door met het stellen van de vertrouwenskwestie. Ouders hebben het vervolg als uiterst intimiderend ervaren: het handelingsplan werd vastgesteld door de bevoegde gezagen. Wel is ouders de gelegenheid geboden commentaar te leveren, maar de bevoegde gezagen besloten dat niet in het handelingsplan te verwerken. Een verslag van de handelingsplanbespreking is ons nimmer toegezonden, ondertekenen van het handelingsplan door ouders werd door de bevoegde gezagen als irrelevant beoordeeld. Geplande vervolgmijlpalen werden niet nagekomen. Op 28 februari 2001 schrijft de heer Courlander aan ouders dat vanaf dan geen enkel verzoek meer mag worden gericht aan de klassenleiding, maar dat alles door ouders schriftelijk aan hem gemeld moet worden. Dit is niet alleen initimiderend naar ons ouders, ook teamleden konden vanaf dan niet meer vrij met ouders spreken. Dit heeft al tot een hoop misverstanden geleid, waar teamleden een aanvankelijk aangeboden oplossing weer moesten inslikken. van t Hofflaan 13, 1097 EL Amsterdam, tel , fax , fploeger@xs4all.nl 3

4 Naar aanleiding van de brief van 28 februari 2001 hebben wij contact opgenomen met de vertrouwenspersoon van de Tyltylschool, mevrouw Marjolein Stuart. Zij raadde ons aan om in onderling overleg met Guus Courlander te proberen uit deze impasse te geraken. Wij verzochten de heer Guus Courlander om een gesprek met de vertrouwenspersoon om het gesprek mogelijk te maken. Dit gesprek kon pas na vijf weken plaats vinden. Tijdens dit gesprek gaf Guus Courlander meerder malen aan het een onaardig gesprek te vinden, maar deed verder geen suggesties in de oplossingssfeer. Aan het eind van het gesprek was nog niets opgelost en werd ingestemd met een vervolggesprek. Bij het trekken van de agenda constateerde Guus Courlander dat gesprek de eerste maand niet te kunnen voeren. Toen vader zijn teleurstelling daarover uitsprak, verliet Guus onder het uitroepen dat hij de opstelling van ouders onbeschoft vond en dat het voor hem niet meer hoefde, de kamer. Nu ontstane situatie: Ouders kunnen op de Tyltylschool nu bij niemand meer terecht. De teamleden mogen immers door hen niet meer benaderd worden en de directeur laat zich niet benaderen. Door de situatie op de Regenboog en de Tyltylschool hebben ouders al enige tijd gezocht naar een andere oplossing voor het onderwijs aan Sterre. Waarschijnlijk hebben wij die gevonden in Almere. Om dit goed op de rails te krijgen is evenwel de medewerking van de Tyltylschool nodig, los nog van het feit dat Sterre nog zeker de rest van dit schooljaar leerlinge is van die Tyltylschool. De situatie nu is evenwel zo dat de Tyltylschool heeft aangegeven niets meer met ouders te maken te willen hebben. Wij zijn verbijsterd over zo n opstelling. Conclusie: Wij zijn ons bewust dat Sterre een ongewone positie inneemt op de Tyltylschool. Destijds oordeeelde de Commissie van Onderzoek in eerste instantie dat Sterre als te laag functionerend niet toelaatbaar was voor de Tyltylschool. Zij is vervolgens toch toegelaten tot de OB3-pilot, een pilot voor het geven van onderwijs aan laag functionerende kinderen. De conclusie uit het evaluatierapport was Wij kunnen dit niet!, een conclusie die in latere memo s en verslagen van schoolvergaderingen nog vaak werd herhaald. In de medezeggenschapsraad blijft Guus Courlander vele malen herhalen geen laag functionerende leerlingen op zijn school te willen, dit naar aanleiding van vragen gesteld over de weigering Jordan Holland (Kamervragen) toe te laten en naar aanleiding van de ondergrenspilot die de REC s in opdracht van het ministerie moeten uitvoeren. Deze feiten, gevoegd bij de categorische weigering van de Tyltylschool daarover met ons te willen praten, ervaren wij als intimiderend: Les geven aan Sterre kunnen we niet en willen we niet!. Desondanks is Sterre tot op heden op de Tyltylschool gebleven. Dat Sterre daarnaast ook nog eens in een zeer conflictueuze constructie nu nog wettelijk niet toegestaan symbiose-onderwijs volgt op een reguliere basisschool lijkt een en ander nog gecompliceerder te maken. van t Hofflaan 13, 1097 EL Amsterdam, tel , fax , fploeger@xs4all.nl 4

5 Zowel laag-functionerende leerlingen als symbiose-onderwijs worden in de nieuwe leerlinggebonden financiering taken voor het speciaal onderwijs. De uitwerkingsnotitie-lgf, zoals in december 2000 aan de Kamer aangeboden laat daarover geen twijfel. Wij zijn natuurlijk in de eerste plaats verbijsterd dat Guus Courlander zich zo hard en weinig coöperatief naar ons opstelt, maar houden ons hart vast over de intentie waarmee hij zich gaat voorbereiden op de nieuwe (Rugzak)wetgeving die (hopelijk) over iets meer dan een jaar zal ingaan. Guus Courlander bezet op dit moment een sleutelpositie voor wat betreft het enthousiasmeren van zijn team en het helpen van ouders die voor hun kind goed onderwijs zoeken. Op dit moment vinden wij die sleutelpositie bij hem niet in goede handen. Wij verzoeken u voorstellen te doen die kunnen leiden dat de school zich opener en coöperatiever naar ouders presenteert en dat de school zich meer openstelt voor en voorbereidt op gebeurtenissen die nu nog niet tot hun takenpakket gerekend worden maar dat wel zullen zijn vanaf 1 augustus In de hoop spoedig van u te mogen vernemen, Hoogachtend, Ferdi Ploeger, Yvonne Brouwers Bijlagen: Brief van de inspectie, dd 26 januari 1998 Brief van Guus Courlander aan ouders, dd 5 oktober 2000 Brief van Guus Courlander aan ouders, dd 28 februari 2001 cc. Inspecteur van het Speciaal Onderwijs, drs. J.R.C. Heijning vertrouwenspersoon, mevr. Marjolein Stuart van t Hofflaan 13, 1097 EL Amsterdam, tel , fax , fploeger@xs4all.nl 5