AANVRAAG OMGEVINGSVERGUNNING

Transcriptie

1 AANVRAAG OMGEVINGSVERGUNNING Aanvrager: EPM b.v. Vorrelveenseweg 3a 9415 TE HIJKEN

2 Aanvraag omgevingsvergunning Wabo Milieu, EPM b.v., Vorrelveenseweg 3a te Hijken 2

3 INHOUDSOPGAVE Toelichting op de aanvraag voor een omgevingsvergunning Wabo voor het oprichten van een vleeskuikensbedrijf met rundvee van EPM b.v. aan de Vorrelveenseweg 3a te Hijken GEGEVENS AANVRAGER... 4 GEGEVENS INRICHTING ALGEMEEN BESTAANDE VERGUNNINGEN/MELDINGEN VERGUNDE VEEBEZETTING AANGEVRAAGDE VEEBEZETTING AMMONIAKEMISSIE UIT STALLEN MER-BESLUIT BEOORDELING GEUR BEOORDELING AMMONIAK GELUID ENERGIE WATER KOELINSTALLATIE OPSLAG GROND- EN HULPSTOFFEN AFVALSTOFFEN MEST RUWVOER BODEM METINGEN EN REGISTRATIE BRANDVEILIGHEID OVERIGE VERGUNNINGEN EN/OF MELDINGEN DIE VAN TOEPASSING ZIJN TOEKOMSTIGE ONTWIKKELINGEN NADERE GEGEVENS BIJLAGEN Aanvraag omgevingsvergunning Wabo Milieu, EPM b.v., Vorrelveenseweg 3a te Hijken 3

4 Gemeente: MIDDEN-DRENTHE Datum: 12 januari 2016 AANVRAAG OMGEVINGSVERGUNNING GEGEVENS AANVRAGER Naam van de aanvrager EPM b.v. Adres Vorrelveenseweg 3a Postcode 9415 TE Plaats HIJKEN Telefoon Telefax - Verzoekt om een omgevingsvergunning in het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo): voor het oprichten van de inrichting (art. 2.1 lid 1 onder e 1º) GEGEVENS INRICHTING Naam inrichting EPM b.v. Adres Vorrelveenseweg 3a Postcode 9415 TE Plaats HIJKEN Kadastrale ligging: Gemeente BEILEN Sectie R Nummers 2426 & 3652 Contactpersoon / gemachtigde De heer ing. B.H. (Barry) Wopereis (VanWestreenen adviseurs) Telefoon Telefax Aard van de inrichting Agrarisch bedrijf / veehouderij (vleeskuikensbedrijf met rundvee) Aanvraag omgevingsvergunning Wabo Milieu, EPM b.v., Vorrelveenseweg 3a te Hijken 4

5 1. ALGEMEEN 1a. Korte beschrijving activiteiten Het in werking hebben van een veehouderij met de volgende activiteiten: Het exploiteren van een pluimveehouderij Het houden van vleeskuikens en overig rundvee Het opslaan van: - veevoeder en graan in silo s - medicijnen ten behoeve van de diergezondheid - reinigingsmiddelen ter preventie van dierziekten - bestrijdingsmiddelen (onkruid- en ongediertebestrijding) - zaagsel/strooisel Het in gebruik hebben van: - 4 stallen voor het houden van vleeskuikens (incl. voorruimte) - een werktuigenberging/werkplaats inclusief potstal rundvee - een bedrijfswoning 1b. Korte beschrijving wijzigingen (in hoofdlijnen) Het beëindigen van de varkenshouderij en het oprichten/realiseren van een vleeskuikensbedrijf met rundvee (zie ook bijgevoegde MER / bijlage 2) Het realiseren van 4 nieuwe emissiearme vleeskuikensstallen Het optimaliseren van de bedrijfsvoering & het actualiseren van de vergunning 2. BESTAANDE VERGUNNINGEN/MELDINGEN Soort vergunning Datum Nummer Vergunning Wm (omgevingsvergunning) 13 november Aanvraag omgevingsvergunning Wabo Milieu, EPM b.v., Vorrelveenseweg 3a te Hijken 5

6 3. VERGUNDE VEEBEZETTING Op het perceel Vorrelveenseweg 3a te Hijken wordt momenteel een agrarisch bedrijf / veehouderij geëxploiteerd. Op 13 november 1996 is door het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Midden Drenthe een omgevingsvergunning (Wabo) verleend. Op grond van de vigerende vergunning mag binnen deze veehouderij de volgende veebezetting worden gehouden: Tabel 1 Overzicht vergunde veebezetting conform vergunning Stal Omschrijving diercategorie - Vleesvarkens - overige huisvesting Diercat. Aantal Dieren RAV dieren / OU Totaal NH 3 / Totaal PM10 Totaal PM10 OU dier kg NH 3 (g/d/j) (kg/jr) D , , ,1 Totaal ,0 77,1 Omrekenfactoren Odour op basis van de geldende Regeling Wet geurhinder en veehouderij Ammoniakfactoren op basis van de geldende Regeling ammoniak en veehouderij Emissiefactor fijn stof veehouderij (lijst 2015) 5. AANGEVRAAGDE VEEBEZETTING In de gewenst bedrijfsopzet wordt een nieuw vleeskuikensbedrijf met rundvee gerealiseerd. Hiertoe worden onder meer 4 nieuwe emissiearme vleeskuikenstallen gerealiseerd. In de gewenste bedrijfsopzet worden in totaal maximaal vleeskuikens gehouden in 4 stallen. Een overzicht van de gewenste veebezetting/ bedrijfsopzet is opgenomen in tabel 2. Tabel 2 Overzicht gewenst veebezetting Stal Omschrijving Diercat. Aantal Dieren Totaal OU NH 3 / Totaal kg PM10 Totaal diercategorie RAV dieren / OU dier NH 3 (g/d/j) PM10 (kg/jr) B t/m Vleeskuikens E , , , ,0 E - BWL V5 + E 7.6 BWL V2 F Overig rundvee A ,2 248, ,8 > 2 jaar Totaal , ,8 Omrekenfactoren Odour op basis van de geldende Regeling Wet geurhinder en veehouderij Ammoniakfactoren op basis van de geldende Regeling ammoniak en veehouderij Emissiefactor fijn stof veehouderij (lijst 2015) Aanvraag omgevingsvergunning Wabo Milieu, EPM b.v., Vorrelveenseweg 3a te Hijken 6

7 Een overzicht van de beoogde bedrijfsopzet / bedrijfsvoering (plattegrondtekening) is als bijlage 1 aan deze aanvraag toegevoegd. Het leaflet van de stalsystemen BWL V5 + BWL V2 zijn als bijlage 3 aan deze aanvraag toegevoegd. 6. ACTIVITEITENBESLUIT (BARIM) Op 1 januari 2013 is het Besluit Algemene Regels inrichtingen Milieubeheer, of terwijl het Activiteitenbesluit in werking getreden. In het besluit zijn algemene regels opgenomen voor bedrijven die onder de Wm vallen en voorheen een milieuvergunning nodig hadden. Het Activiteitenbesluit maakt onderscheid tussen 3 categorieën bedrijven; type A, B en C. Type A bedrijven moeten zich houden aan de regels van het Activiteitenbesluit maar zijn niet meldingsplichtig ten aanzien van hun activiteiten. Type B bedrijven zijn wel meldingsplichtig ten aanzien van hun activiteiten. Voor type C bedrijven geldt dat zij (voor het onderdeel milieu) nog steeds een omgevingsvergunning moeten aanvragen. De vergunningsplicht (type C bedrijven) blijft gelden voor bedrijven met meer dan: IPPC bedrijf: 750 zeugen (Rav. cat. D 1.2 en D 1.3); IPPC bedrijf: vleesvarkens (Rav. cat. D 3); IPPC bedrijf: stuks pluimvee (Rav. cat. E 3 t/ m E 5). In de gewenste bedrijfssituatie wordt de grens van stuks pluimvee overschreden, er is hierdoor sprake van een type C inrichting. Voor zover van toepassing, dient deze aanvraag op de betreffende onderdelen eveneens te worden aangemerkt als een melding op grond van het Activiteitenbesluit. 7. AMMONIAKEMISSIE UIT STALLEN Vanaf 1 januari 2013 is de Europese richtlijn industriële emissies (RIE) in de Nederlandse milieuwetgeving geïmplementeerd (richtlijn 2010/75/EU, PbEU L334). De RIE kent milieueisen voor de installaties, die genoemd staan in bijlage I. Wanneer een installatie in deze bijlage is opgenomen, spreken we van een IPPC-installatie. Voor veehouderijen vallen de installaties / bedrijven met meer dan vleeskuikens onder de werking van de RIE. Onderhavige activiteit heeft betrekking op het oprichten van een veehouderij met dierplaatsen voor het houden van vleeskuikens. Hiermee wordt de grenswaarde van plaatsen voor pluimvee overschreden, waardoor de installatie moet worden aangemerkt als een IPPC-installatie. Het toetsingskader wordt gevormd door de betreffende artikelen van de Wabo, het Besluit omgevingsrecht (Bor) en de Regeling omgevingsrecht (Mor) waarin de RIE-richtlijn is geïmplementeerd. Dit toetsingskader houdt in dat alle dierenverblijven moeten voldoen aan de eis van het toepassen van de Beste Beschikbare Technieken (BBT). Aanvraag omgevingsvergunning Wabo Milieu, EPM b.v., Vorrelveenseweg 3a te Hijken 7

8 Bij het bepalen van wat de beste beschikbare technieken zijn voor een IPPC-installatie, moeten rekening worden houden met de BBT-conclusies en documenten. Deze documenten geven een overzicht van de beschikbare milieutechnieken en wijzen de technieken aan die de beste milieuprestaties leveren en daarnaast economisch en technisch haalbaar zijn. De procedure tot vaststelling en bekendmaking van BBT-conclusies vindt op Europees niveau plaats. Dit zijn onder andere de Europese referentiedocumenten (BREF-documenten). In deze notitie is rekening gehouden het Reference Document on Best Available Techniques for Intensive Rearing of Poultry and Pigs (BREF Intensieve pluimvee- en varkenshouderij), waarin driejaarlijks de BBT wordt beschreven. De vleeskuikens worden gehouden in vier nieuw te realiseren stalruimtes (stallen B, C, D en E). De nieuwe stallen dienen te worden voorzien van een emissiearm stalsysteem. EPM b.v. heeft er voor gekozen om in de gewenste situatie de stallen als volgt uit te voeren: vleeskuikens per stal de nieuwe stalruimte wordt uitgevoerd met een luchtmengsysteem voor het drogen van de strooisellaag in combinatie met een warmtewisselaar (BWL V5 + BWL V2). De reductie van de ammoniak en fijn stof is gebaseerd op het drogen en verwarmen van de mest- /strooisellaag door middel van een warmtewisselaar. De geïnstalleerde capaciteit van de warmtewisselaar bedraagt in totaal m3/uur (1 m3/uur/vleeskuiken). BREF Intensieve pluimvee- en varkenshouderij In de Oplegnotitie bij de BREF voor de intensieve pluimvee- en varkenshouderij is ten aanzien van het aspect huisvesting voor vleeskuikens het volgende opgenomen: De traditionele huisvesting in de intensieve vleeskuikenproductie is een eenvoudig, gesloten, betonnen of houten gebouw met daglicht dan wel zonder ramen en met kunstverlichting en met thermische isolatie en geforceerde ventilatie. Er wordt ook gebruikgemaakt van gebouwen met open zijwanden (openingen met jaloezie-achtige ventilatiegordijnen) of geforceerde ventilatie (negatieve-druk-principe) met behulp van ventilatoren en luchtinlaatkleppen. De vleeskuikens worden gehouden op strooisel (gewoonlijk strohaksel, maar ook wel houtkrullen of papiersnippers) dat verspreid is over het hele vloeroppervlak van de stal. De mest wordt aan het einde van iedere mestronde verwijderd. Bij vleeskuikens is de bezettingsdichtheid gewoonlijk 18 tot 24 stuks per m 2. De stallen bieden plaats aan tot kuikens. Om de ammoniakuitstoot vanuit de stallen te verminderen, moet worden voorkomen dat het strooisel nat wordt. Ten aanzien van de huisvesting van slachtkuikens is besloten dat de volgende systemen BBT zijn: een natuurlijk geventileerde stal met een volledige strooiselvloer en voorzien van niet-lekkende drinksystemen Aanvraag omgevingsvergunning Wabo Milieu, EPM b.v., Vorrelveenseweg 3a te Hijken 8

9 een goed geïsoleerde, mechanisch geventileerde stal met een volledige strooiselvloer en voorzien van niet-lekkende drinksystemen. In de gewenste situatie worden de vleeskuikens gehouden in een stal met een volledige strooiselvloer, die mechanisch wordt geventileerd en is voorzien van een niet lekkend drinkwatersysteem. In de gewenste situatie voldoet de huisvesting van de vleeskuikens aan het gestelde in de BREF. Oplegnotitie BREF voor de intensieve varkens- en pluimveehouderij In de oplegnotitie bij de BREF voor de intensieve varkens- en pluimveehouderij is voor de ammoniakemissie afkomstig van vleeskuikens het volgende opgenomen: Voor diercategorie E 5 Vleeskuikens doet zich de bijzondere omstandigheid voor dat alle systemen een minstens even lage ammoniakemissie hebben als de systemen die BBT zijn volgens de BREF. In Nederland is gekozen voor een strengere eis, maar de systemen hiervoor zijn nog niet erg lang beschikbaar. Voor diercategorieën E 5 geldt: Huisvestingsystemen met een emissiefactor kleiner dan of gelijk aan de maximale emissiewaarden van bijlage 1 van het Besluit huisvesting voldoen aan BBT, zowel bij bestaande als bij nieuwe huisvestingssystemen. Bij deze BBT-beoordeling worden eventuele nageschakelde technieken (categorie E 6) buiten beschouwing gelaten. In de gewenste situatie worden alle stallen emissiearm uitgevoerd conform het Besluit huisvesting en wordt derhalve voldaan aan de voorwaarden zoals deze zijn opgenomen in de oplegnotitie BREF. Beleidslijn IPPC-omgevingstoetsing Ammoniak en Veehouderij De Beleidslijn IPPC-omgevingstoetsing ammoniak en veehouderij is bedoeld als handreiking voor het uitvoeren van de omgevingstoetsing die op grond van de IPPC-richtlijn ten aanzien van de ammoniakemissie vanuit veehouderijen dient te worden uitgevoerd. Met behulp van de beleidslijn kan het bevoegd gezag beslissen of en in welke mate vanwege de lokale milieuomstandigheden strengere emissie-eisen in de milieuvergunning moeten worden opgenomen dan de eisen die volgen uit de toepassing van beste beschikbare technieken (BBT). Daarbij moet worden opgemerkt dat een beleidslijn zoals deze noodgedwongen een generieke benadering van de problematiek hanteert. Ook al komen in deze beleidslijn een aantal bijzondere gevallen aan de orde, het is onmogelijk om met alle in de praktijk voorkomende situaties rekening te houden. Het bevoegd gezag dient daarom ook steeds op basis van de concrete omstandigheden in de vergunning te motiveren waarom in de betreffende situatie met BBT kan worden volstaan dan wel waarom strengere emissie-eisen noodzakelijk zijn. Aanvraag omgevingsvergunning Wabo Milieu, EPM b.v., Vorrelveenseweg 3a te Hijken 9

10 Daarbij kan uiteraard nuttig gebruik worden gemaakt van de argumentatie die in deze beleidslijn wordt gehanteerd. De beleidslijn heeft alleen betrekking op veehouderijen die onder de werkingssfeer vallen van de IPPC-richtlijn (RIE). Ten aanzien van uitbreiding van een IPPC-veehouderij (meer dan stuks pluimvee) geldt de volgende beleidslijn: Bij uitbreiding kan worden volstaan met toepassing van BBT zolang de emissie niet meer bedraagt dan kg ammoniak per jaar; Bedraagt de jaarlijkse ammoniakemissie na uitbreiding bij toepassing van BBT meer dan kg, dan dient boven het meerdere een extra reductie ten opzichte van BBT te worden gerealiseerd. De hoogte daarvan hangt af van de uitgangssituatie (de mate waarin BBT de ammoniakemissie reduceert) en de beschikbaarheid van verdergaande technieken in de betreffende diercategorie; Bedraagt de jaarlijkse ammoniakemissie na uitbreiding met toepassing van BBT (tot kg) en verdergaande technieken dan BBT (vanaf kg) daarna nog meer dan kg, dan dient boven het meerdere een reductie van circa 85% te worden gerealiseerd. In de hierna volgende tabel is voor vleeskuikens aangegeven welke emissiegrenswaarden in het segment tussen en kg (>BBT = strenger dan BBT) en in het segment boven kg (>>BBT = veel strenger dan BBT) worden geadviseerd. Tussen haakjes is daarbij aangegeven hoeveel reductie daarbij wordt gerealiseerd. Alle reductiepercentages zijn daarbij bepaald ten opzichte van traditionele huisvestingssystemen die aan de toekomstige dierenwelzijnseisen voldoen (varkens). Tabel Overzicht emissiegrenswaarden vleeskuikens (in kg NH 3 /dierplaats/jaar) Rav Diercategorie Traditioneel BBT/AMvB BBT+ BBT++ Pluimvee E 5 Vleeskuikens 0,080 0,045 (44%) 0,037 (54%) 0,012 (85%) De beoogde bedrijfsopzet ( vleeskuikens) omvat bij het toepassen van BBT-principe een ammoniakemissie van ,0 kg. In de gewenste bedrijfsopzet bedraagt de ammoniakemissie van de veebezetting, door toepassing van BBT+ in totaal 4.678,8 kg. Hierdoor is de ammoniakemissie in de gewenste situatie ruimschoots lager dan het maximale ammoniakemissieplafond op basis van het BBT principe. De gewenste bedrijfsopzet voldoet derhalve ruimschoots aan het gestelde in de Beleidslijn IPPC-omgevingstoetsing ammoniak en veehouderij en het volledige bedrijf kan worden aangemerkt als BBT+. Besluit emissiearme huisvesting veehouderijen In het Besluit emissiearme huisvesting veehouderijen (versie 25 juni 2015) is voor vleeskuikens de volgende drempelwaarden opgenomen: Aanvraag omgevingsvergunning Wabo Milieu, EPM b.v., Vorrelveenseweg 3a te Hijken 10

11 Drempelwaarden Besluit emissiearme huisvesting Omschrijving diercategorie Drempelwaarde kg / nh3 / jaar Vleeskuikens 0,035 In de gewenste bedrijfsopzet worden alle stallen / dierplaatsen uitgevoerd met een luchtmengsysteem voor het drogen van de strooisellaag in combinatie met een warmtewisselaar (BWL V5 + BWL V2). Dit huisvestingssysteem heeft per dierplaats een ammoniakemissie van 0,021 kg/jaar en voldoet derhalve ruimschoots aan de gestelde drempelwaarde uit het Besluit emissiearme husvesting veehouderij. Voor overig rundvee is in dit besluit geen drempelwaarde opgenomen en worden ten aanzien van de huisvesting geen eisen gesteld, zodat deze dieren mogen worden gehouden in een traditionele potstal. De ammoniakemissie afkomstig uit de stallen als gevolg van het houden van vleeskuikens en rundvee vormt derhalve geen belemmering om de gewenste bedrijfsopzet te realiseren. 8. MER-BESLUIT Het MER-besluit (Europese Richtlijn 97/11/EG tot wijziging Richtlijn 85/337/EEG) is van toepassing op grotere intensieve veehouderijen. In de bijlage van het Besluit milieu-effectrapportage 1994 (gewijzigd in 1999 / 2006 / 2011) is aangegeven in welke gevallen een milieueffectrapport (MER) moet worden gemaakt. Dit besluit geldt voor bedrijven met vleeskuikens, hennen, vleesvarkens en zeugen die zekere drempelwaarden overschrijden. De gevraagde vergunning omvat het oprichten van een nieuw pluimveebedrijf met vleeskuikens. Door deze realisatie wordt de drempelwaarde, zoals opgenomen in het MER-besluit, overschreden. Als gevolg van de beoogde realisatie van de 4 nieuwe stallen (meer dan vleeskuikens) wordt de drempelwaarde voor de MER-plicht overschreden. Ten behoeve van de beoogde realisatie van het vleeskuikensbedrijf (gewenste bedrijfsopzet) is een MER opgesteld en als bijlage 2 aan deze aanvraag toegevoegd. 9. BEOORDELING GEUR 9a. Individuele geurbeoordeling Voor dieren met omrekeningsfactoren wordt middels het verspreidingsmodel V-Stacks vergunning de geuremissie uit de veehouderij omgerekend naar geurbelasting op de geurgevoelige objecten in de omgeving van de veehouderij. In het rekenmodel dienen verschillende parameters ingevoerd worden, deze worden hieronder behandeld. Aanvraag omgevingsvergunning Wabo Milieu, EPM b.v., Vorrelveenseweg 3a te Hijken 11

12 Meteorologie Meteostation Eindhoven. X-, Y-coördinaten van de bronnen In het rekenmodel dienen de coördinaten van de bronnen van het bedrijf worden ingegeven. Met coördinaten worden de rijksdriehoeks- of Amersfoortse coördinaten bedoeld. Met bron wordt het emissiepunt van een stal bedoeld. Omdat er hier sprake is van mechanische ventilatie in de vorm van centrale afzuiging ter plaatse van de achtergevel van de stal (lengteventilatie) in combinatie met een warmtewisselaar, is het geometrische middelpunt van deze twee emissiepunten per stal als bron ingevoerd. De gemiddelde gebouwhoogte De gemiddelde gebouwhoogte van de bron is het gemiddelde tussen de goot- en de nokhoogte van de stal. De nokhoogte van de stal is 6,95 m. en de goothoogte 2,70 meter. De gemiddelde gebouwhoogte bedraagt hierdoor 4,8 m. Geuremissie per bron (OU E / m 3 ) De geuremissie per stal is vastgesteld door het aantal dieren te vermenigvuldigen met de geldende geuremissiefactor. De geuremissie per stal bedraagt ( x 0,24 =) ,0 OU De standaardventilatienorm voor vleeskuikens is vastgesteld op 2,4 m3 per uur. De gemiddelde ventilatiebehoefte per stal bedraagt hierdoor ( x 2,4 =) m3 per uur. De warmtewisselaar heeft per vleeskuiken een geïnstalleerd vermogen van 1,0 m3 per uur. Deze warmtewisselaar is gedurende de mestronde continue in werking. De hoogte van de uitstroomopening Met de hoogte van de uitstroomopening (emissiepunthoogte) wordt de hoogte bedoeld van het emissiepunt boven het maaiveld. In de gewenste situatie bevindt zich de uitstroomopening van de ventilatoren op 4,5 meter boven maaiveld en de uitstroomopening van de warmtewisselaar bevindt zich op 4,2 meter boven maaiveld. De gemiddelde hoogte van het emissiepunt van de stal is hierdoor 4,35 m. Diameter De diameter van de uitstroomopening (emissiepuntdiameter) is van invloed op de verspreiding van de geur. Bij mechanische geventileerde stallen met een centrale afzuiging dient hiervoor de diameter te worden bepaald. In onderhavige situatie zijn er per stal 11 ventilatoren en een warmtewisselaar aanwezig: 7 x Vortex VX 552F3-cr m3/h (25 Pa) // diameter 1,62 m. // oppervlakte 2,05 m. 4 x Fancom Ifan m3/h (30 Pa) // diameter 0,80 m. // oppervlakte 0,50 m2 Warmtewisselaar m3/h (25 Pa) // diameter 1,27 m. // oppervlakte 1,26 m2 Aanvraag omgevingsvergunning Wabo Milieu, EPM b.v., Vorrelveenseweg 3a te Hijken 12

13 De totale diameter van de 11 ventilatoren en de warmtewisselaar bedraagt hier door per stal 4,75 m. De uittreesnelheid Op grond van de gebruikershandleiding V-stacks Vergunningen (paragraaf 3.8.4) dient de uittreesnelheid (m/s) te worden berekend door ventilatiecapaciteit (m3/s) te delen door het doorstroomoppervlak (m2) van de ventilatoren. Voor de benodigde ventilatiecapaciteit worden de standaardventilatienormen per diercategorie gebruikt. Deze ventilatienormen zijn gebaseerd op de gemiddelde ventilatiebehoefte. De standaardventilatienorm voor vleeskuikens is vastgesteld op 2,4 m3 per uur. De gemiddelde ventilatiebehoefte per stal bedraagt hierdoor ( x 2,4 =) m3 per uur. Om de gemiddelde ventilatiebehoefte te bewerkstelligen zijn minimaal 2 Vortex ventilatoren en 2 Fancom ventilatoren benodigd en in werking. 2 Fancom Ifan 80 à m³/h = m³/h 2 Vortex VX 552F3-cr à m³/h = m³/h Totaal m³/h De oppervlakte van deze vier ventilatoren bedraagt gezamenlijk (2x 0,5 + 2 x 2,05 =) 5,10 m2. Een gemiddeld ventilatiedebiet van m3 per uur komt overeen met een ventilatiedebiet van ( / =) 42,25 m3 per seconde. Indien per seconde 42,25 m3 lucht door een opening van 5,10 m. wordt geblazen, dan bedraagt de luchtsnelheid bij een gemiddelde ventilatie (42,25: 5,10 =>) 8,3 m/sec. Deze waarde van 8,3 m/sec. is in de berekeningen gehanteerd als uittreedsnelheid. Uittreedsnelheid per emissiebron: Vortex VX 552F3-cr: o 17,61 m3 per seconde o diameter 1,62 m. = oppervlakte 2,05 m. o 17,61 : 2,05 => 8,6 m/sec. Fancom Ifan 80: o 5,78 m3 per seconde o diameter 0,8 m. = oppervlakte 0,5 m. o 5,78 : 0,5 => 11,55 m/sec. Warmtewisselaar: o 15,47 m3 per seconde o diameter 1,27 m. = oppervlakte 1,26 m. o 15,47 : 1,26 => 12,3 m/sec. Gelet op de uittreedsnelheden per emissiebron kan ten aller tijden de gemiddelde uittreedsnelheid van 8,3 m/sec. worden gewaarborgd. In het rekenmodel zijn voor de gewenste situatie de volgende parameters ingevoerd: Aanvraag omgevingsvergunning Wabo Milieu, EPM b.v., Vorrelveenseweg 3a te Hijken 13

14 Parameters per stal: Stal B t/m E ( vleeskuikens // Ou): - coördinaten van de bron/emissiepunt => geometrisch middelpunt van de lengteventilatie in de achtergevel en de warmtewisselaar - gemiddelde gebouwhoogte: 4,8 meter - gemiddelde hoogte uitstroomopening: 4,35 meter - diameter 11 ventilatoren + w.w.: 4,75 m. - uittreedsnelheid: 8,3 m/s Op basis van de gewenste bedrijfsopzet bedraagt de geuremissie ter plaatse van de maatgevende objecten als volgt: Naam van de berekening: Berekende ruwheid: Meteo station: gewenste bedrijfsopzet 0,11 m Eindhoven Brongegevens: Volgnr. BronID X-coord. Y-coord. EP Hoogte Gem.geb. hoogte EP Diam. EP Uittr. snelh. E-Aanvraag 1 stal B ,4 4,8 4,75 8, stal C ,4 4,8 4,75 8, stal D ,4 4,8 4,75 8, stal E ,4 4,8 4,75 8, Geur gevoelige locaties: nr GGLID X coordinaat Y coordinaat Geurnorm Geurbelasting 5 Meerweg ,0 1,9 6 Meerweg ,0 1,6 7 Vorrelveenseweg ,0 1,8 8 Vorrelveenseweg ,0 9,4 9 Vorrelveenseweg ,0 2,4 10 Meerweg 14- BBK Hijken ,0 1,0 Aanvraag omgevingsvergunning Wabo Milieu, EPM b.v., Vorrelveenseweg 3a te Hijken 14

15 Uit de berekening blijkt, dat in de gewenste bedrijfsopzet ruimschoots aan de geldende geurnormen ter plaatse van de omliggende woningen van derden wordt voldaan. Ter plaatse van de maatgevende woningen in het buitengebied (Vorrelveenseweg 10) bedraagt de geuremissie maximaal 9,4 Ou en in de bebouwde kom (Meerweg 14 Hijken) maximaal 1,0 Ou. Voor bedrijfswoningen, die onderdeel uitmaken van een andere veehouderij, geldt een minimaal in acht te nemen vaste afstand van 50 meter (gemeten vanaf emissiepunt). De dichtstbijgelegen veehouderij van derden (pluimveehouderij Meerweg 30) is gelegen op een afstand van ongeveer 175 meter. 9b. Diercategoriën met vaste afstanden Op grond van de Wet geurhinder en veehouderij dienen voor het houden van overig rundvee de volgende minimale afstanden in acht te worden genomen. Categorieën Afstands-eis Werkelijke afstanden Woning in de >> 100 meter ong. 750 meter (bebouwde kom 100 meter bebouwde kom Hijken) Woning buiten de >> 50 meter ong. 200 meter (burgerwoning 50 meter bebouwde kom Vorrelveenseweg 5) Woning behorende >> 50 meter ong. 225 meter (bedrijfswoning 50 meter bij veehouderij Meerweg 30) Aanvraag omgevingsvergunning Wabo Milieu, EPM b.v., Vorrelveenseweg 3a te Hijken 15

16 Aan de geldende minimale vaste afstandseisen voor het houden van het overig rundvee wordt ruimschoots voldaan. 9c. Gevelafstanden Volgens de Wet geurhinder en veehouderij geldt een minimaal in acht te nemen afstand tussen de dichtstbijzijnde gevel van een stal waarin dieren worden gehouden en de gevel van het dichtstbijzijnde voor stank gevoelige object. Deze afstanden zien er als volgt uit: Categorieën Afstand in acht te nemen Werkelijke afstanden Woning in de bebouwde kom 50 meter >> 50 meter Woning buiten de bebouwde kom 25 meter >> 25 meter Woning behorende bij veehouderij 25 meter >> 25 meter Conclusie: Op grond van de Wet geurhinder en veehouderij kan de gevraagde vergunning worden verleend. 10. BEOORDELING AMMONIAK 10a. Wet ammoniak en veehouderij (Wav) Gedeputeerde Staten van Drenthe hebben, op grond van de Wav, binnen de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) de zeer kwetsbare natuurgebieden vastgesteld. In de directe omgeving van de veehouderij aan de Vorrelveenseweg 3a te Hijken is geen EHS en/of zeer kwetsbaar natuurgebied gelegen. Het dichtstbijzijnde zeer kwetsbare natuurgebied ligt in noordwestelijke richting op meter afstand van onderhavige veehouderij. Het bedrijf ligt derhalve niet in een zeer kwetsbaar gebied of in de 250-meterzone daaromheen (zie navolgende figuur). De ammoniakemissie afkomstig van onderhavige veehouderij vormt, gelet op het gestelde in de Wet ammoniak en veehouderij, dan ook geen aanleiding om de gevraagde vergunning te weigeren. Het dichtstbijgelegen kwetsbare natuurgebied is weergegeven op de navolgende uitsnede van de Wav-kaart van Drenthe. Aanvraag omgevingsvergunning Wabo Milieu, EPM b.v., Vorrelveenseweg 3a te Hijken 16

17 10b. Directe ammoniakschade Voor de bepaling of er mogelijk directe schade aan planten ontstaat, dient een aanvraag om een omgevingsvergunning te worden getoetst aan het rapport Stallucht en Planten uit juni 1981 van het Instituut Plantenziektekundig Onderzoek (IPO). Op grond van dit rapport is gekeken of er binnen de daarin opgenomen afstanden van de inrichting voor ammoniak gevoelige planten aanwezig zijn. Hierbij is gekeken of binnen een afstand van 50 meter van de inrichting coniferen worden geteeld en/of dat binnen een afstand van 25 meter van de inrichting andere voor directe ammoniakschade gevoelige tuinbouwgewassen worden geteeld. Dit is niet het geval, zodat dit aspect in de onderhavige situatie geen belemmering vormt. 10c. Vogel- en Habitatrichtlijn / NB-wet In het kader van Europese regelgeving zijn binnen Nederland Vogelrichtlijngebieden en Habitatrichtlijngebieden aangemeld (VHR-gebieden). Deze gebieden worden ook wel Natura 2000 gebieden genoemd en vallen onder de werkingssfeer van de Natuurbeschermingswet. In de directe omgeving van de veehouderij aan de Vorrelveenseweg 3a te Hijken is geen gebied gelegen dat valt onder de werkingssfeer van de Vogel-/ Habitatrichtlijn/ Natuurbeschermingswet. Het dichtstbijzijnde Natura 2000 gebied Drents-Friese Wold & Leggelderveld ligt in westelijke richting op ongeveer meter afstand van onderhavige veehouderij. Het college van GS van Drenthe heeft voor de gewenste bedrijfsopzet, bestaande uit het houden van vleeskuikens en 40 stuks overig rundvee op 9 juni 2015 (kenmerk ) een vergunning verleend op basis van artikel 19D van de Natuurbeschermingswet Aanvraag omgevingsvergunning Wabo Milieu, EPM b.v., Vorrelveenseweg 3a te Hijken 17

18 Deze vergunning is inmiddels onherroepelijk. In deze NB-wetvergunning is de ammoniakdepositie in de gewenste bedrijfsopzet in combinatie met de beoogde saldering van ammoniakemissierechten getoetst en akkoord bevonden. Deze NB-wetvergunning kan hierdoor, mede gelet op vaste jurisprudentie worden aangemerkt als Passende beoordeling. De NB-wetvergunning d.d. 9 juni 2015 is als bijlage 4 toegevoegd. 11. GELUID Om de geluidsproductie afkomstig van de beoogde bedrijfsopzet inzichtelijk te maken, is een akoestisch onderzoek uitgevoerd. Het rapport van akoestisch adviesbureau De Haan is als bijlage 6 toegevoegd. Uit de resultaten van dit onderzoek blijkt dat in de gewenste bedrijfsopzet de geluidsbelasting bij de omliggende woningen als volgt bedraagt: Beoordelingspunt Langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus (L Ar,LT )[db(a)] Dag ( ) Avond ( ) Nacht ( ) berekend toetsing Berekend toetsing berekend toetsing Representatieve bedrijfssituatie (RBS) 001/2 Vorrelveenseweg /4 Vorrelveenseweg /6 Vorrelveenseweg Vorrelveenseweg /10 Meerweg Incidentele bedrijfssituatie (IBS) 001/2 Vorrelveenseweg /4 Vorrelveenseweg /6 Vorrelveenseweg Vorrelveenseweg /10 Meerweg Representatieve bedrijfssituatie (RBS) In de maatgevende representatieve bedrijfssituatie (RBS) wordt in de dag- en nachtperiode niet voldaan aan de genoemde streefwaarden uit de Handreiking industrielawaai & vergunningverlening. In de dagperiode is er sprake van een overschrijding van 2 db ten gevolge van de shovel die wordt gebruikt voor het laden van de vleeskuikens. In de nachtperiode is er sprake van een overschrijding van 1 db als gevolg van de ventilatie in de kuikenstallen. Gelet op de situering van het bedrijf en de stallen kan het laden van de kuikens met behulp van een shovel niet op een andere locatie plaatsvinden. De ventilatoren worden reeds voorzien van een geluidsreducerende omkasting en dempers. Aanvraag omgevingsvergunning Wabo Milieu, EPM b.v., Vorrelveenseweg 3a te Hijken 18

19 Om de genoemde overschrijding van de streefwaarden op te heffen dient een aan de noordzijde van het terrein een scherm met een hoogte van 2 meter en een lengte van 110 meter te worden geplaatst. Een dergelijk scherm is ter plaatse landschappelijk niet wenselijk en inpasbaar en de bijbehorende investering ( ,-) is niet te rechtvaardigen gelet op het beperkte aantal dagen per jaar (8-16 dagen per jaar) dat de genoemde overschrijding zich voordoet. Gelet op de reeds geldende en vergunde geluidsnormen, de reeds doorgevoerde geluidsreducerende maatregelen alsmede de situering van de veehouderij in een landelijk gebied met veel agrarische activiteiten, wordt ten aanzien van de RBS verzocht om aansluiting te zoeken bij de normstelling voor deze gebiedstypering (= 45 db etmaalwaarde) Incidentele bedrijfssituatie (IBS) In de incidentele bedrijfssituatie (IBS) wordt in de dag- en nachtperiode eveneens niet voldaan aan de genoemde streefwaarden uit de Handreiking industrielawaai & vergunningverlening. In de dag- en nachtperiode periode is er sprake van een overschrijding van respectievelijk 6 en 13 db ten gevolge van de shovel die wordt gebruikt voor het laden van de vleeskuikens. In de avondperiode is er geen sprake van een IBS. Het betreft hier een situatie die zich maximaal 12x per jaar voordoet. Gelet op voornoemde wordt voorgesteld om deze situatie op grond van de Handreiking aan te merken als een incidentele situatie (12 dagen regeling). De resultaten ten aanzien van de maximale geluidsniveaus (LA max ) zijn hieronder aangegeven: Beoordelingspunt Maximale geluidsniveaus (LA max [db(a)] Dag ( ) Avond ( ) Nacht ( ) berekend toetsing Berekend toetsing berekend toetsing Representatieve bedrijfssituatie 001/2 Vorrelveenseweg /4 Vorrelveenseweg /6 Vorrelveenseweg Vorrelveenseweg /10 Meerweg Incidentele bedrijfssituatie (IBS) 001/2 Vorrelveenseweg /4 Vorrelveenseweg /6 Vorrelveenseweg Vorrelveenseweg /10 Meerweg Aanvraag omgevingsvergunning Wabo Milieu, EPM b.v., Vorrelveenseweg 3a te Hijken 19

20 In de RBS en IBS wordt niet voldaan aan de genoemde streefwaarden voor de Lamax zoals opgenomen in de Handreiking industrielawaai & vergunningverlening (= 50 db etmaalwaarde). Deze overschrijding worden veroorzaakt door de shovel, die wordt gebruikt voor het laden van de vleeskuikens alsmede door de vervoersbewegingen aan de noordzijde van het bedrijf. Deze vervoersbewegingen worden veroorzaakt door voertuigen van derden (transporteurs), waarop redelijkerwijs geen invloed mogelijk is. De shovel die wordt gebruikt voor het laden van de kuikens is een geluidsarm type en kan worden aangemerkt als BBT. Om de genoemde overschrijding van de streefwaarden op te heffen dient een aan de noordzijde van het terrein een scherm met een hoogte van 2 meter en een lengte van 106 meter te worden geplaatst. Een dergelijk scherm is ter plaatse landschappelijk niet wenselijk en inpasbaar en de bijbehorende investering ( ,-) is niet te rechtvaardigen. Daarnaast kan dan de overschrijding bij het plaatsen van een scherm nog niet geheel worden opgeheven, omdat de afscherming ter plaatse van het inrit niet mogelijk is. In de gewenste bedrijfsopzet wordt ruimschoots voldaan aan de nu reeds geldende & vergunde grenswaarden, zoals deze zijn opgenomen in de Handreiking industrielawaai & vergunningverlening (= 70 db etmaalwaarde). Gelet op voornoemde wordt verzocht om bij de normstelling aansluiting te zoeken bij de berekende maximale geluidsniveaus. Indirecte hinder De berekende equivalente geluidsniveaus (31/--/32 dba) op de maatgevende woning Vorrelveenseweg 12 afkomstig van het wegverkeer van en naar de inrichting voldoet ruimschoots aan de voorkeursgrenswaarde van 50 db(a) etmaalwaarde. 12. LUCHTKWALITEIT Ten behoeve van de gewenste bedrijfsopzet is een luchtkwaliteitsonderzoek uitgevoerd. Onderzocht is of in de gewenste situatie op de beoordelingslocaties, voldaan kan worden aan de grenswaarden zoals deze zijn opgenomen in de Wet Luchtkwaliteit // ministeriële regeling Beoordeling luchtkwaliteit 2007 (Rbl). Fijn stof (PM10) Om de uitstoot van met name fijn stof inzichtelijk te maken zijn, conform de gestelde eisen uit de Wet luchtkwaliteit, representatieve beoordelingspunten gesitueerd ter plaatse van woningen van derden. Deze emissie van fijn stof kan, gelet op het gestelde in de Regeling Beoordeling Luchtkwaliteit 2007 (Rbl), op basis van de meest recente inzichten, worden berekend met behulp van het rekenprogramma + verspreidingsmodel ISL3a (versie 2015). In de Wet luchtkwaliteit is voor fijn stof (PM10) een grenswaarde van 40 ug/m3 (jaargemiddelde) opgenomen. De daggemiddelde grenswaarde (50 ug/m3) mag in principe op basis van het genoemde regelgeving maximaal 35 dagen per jaar worden overschreden. Aanvraag omgevingsvergunning Wabo Milieu, EPM b.v., Vorrelveenseweg 3a te Hijken 20

21 In het Besluit emissiearme huisvesting veehouderijen (versie 25 juni 2015) is voor vleeskuikens de volgende drempelwaarden opgenomen ten aanzien van de emissie van fijn stof: Drempelwaarde Besluit emissiearme huisvesting Omschrijving diercategorie Drempelwaarde g/pm10/jr/dierplaats Vleeskuikens 16 In de gewenste bedrijfsopzet worden alle stallen / dierplaatsen uitgevoerd met een luchtmengsysteem voor het drogen van de strooisellaag in combinatie met een warmtewisselaar (BWL V5 + BWL V2). Door het toepassen van de warmtewisselaar (BWL V2) wordt de emissie gereduceerd met 31%. In de beoogde bedrijfsopzet bedraagt de emissie PM10 per kuikenplaats derhalve 15 g/jaar. Overzicht emissie PM10 gewenste bedrijfsopzet Omschrijving diercategorie Vleeskuikens BWL V5 + BWL V2 Diercat. RAV Aantal dieren Emissie PM10 (g/dier/jaar) Totaal PM10 (kg/jaar) E E ,0 Overig rundvee > 2 jaar A ,8 TOTAAL 3.348,8 Uit de resultaten van de berekening ISL3a2015 blijkt, dat in de gewenste situatie ter plaatse van de maatgevende woningen de jaargemiddelde concentratie alsmede het aantal overschrijdingsdagen als volgt bedraagt: Resultaten ISL3a2015 Locatie Concentratie Aantal overschr. dagen PM10 µg/m 3 Woningen Vorrelveenseweg 10 19,67 7,2 dagen Bebouwde kom Hijken (Meerweg 14) 18,01 6,4 dagen Uit de berekeningen blijkt dat in de gewenste situatie ruimschoots wordt voldaan aan de geldende normstelling /grenswaarden (40 ug/m overschrijdingsdagen) en de gestelde drempelwaarde in het Besluit emissiearm huisvesting veehouderijen. De uitdraai van deze berekening is als bijlage 5 toegevoegd. Aanvraag omgevingsvergunning Wabo Milieu, EPM b.v., Vorrelveenseweg 3a te Hijken 21

22 Fijn stof (PM2.5) Naast emissie van fijn stof (PM10) is voor stallen bij een veehouderijbedrijf ook fijn stof (PM2,5) van belang. Door middel van een fijn stofberekening kan worden aangetoond hoe hoog de concentratie fijn stof is. ISL3a biedt niet de mogelijkheid om onafhankelijk de PM2,5 te berekenen. Op 11 juni 2008 is de nieuwe EG-richtlijn luchtkwaliteit betreffende luchtkwaliteit en schonere lucht in werking getreden. Deze richtlijn luchtkwaliteit bevat grens- en streefwaarden voor PM2,5. De grenswaarde voor de jaargemiddelde PM2,5-concentratie is 25 μg/m3. Er is een indicatieve waarde voor de jaargemiddelde PM2,5-concentratie van 20 μg/m3 vanaf Voor de PM 2,5 is geen maximaal aantal overschrijdingsdagen vastgesteld. De berekende PM 10 -concentraties op de verschillende beoordelingslocaties liggen, ook in de gewenste situatie allemaal lager dan 20 μg/m 3. In deze PM 10 - concentratie zit het aandeel PM 2,5 -concentratie verdisconteerd. De PM 2,5 -concentratie is immers de kleine fractie van de berekende totale PM 10 -concentratie. De PM 2,5 -factor(gram per dier/ jaar) bij agrarische bronnen bedraagt (maximaal) slechts 20% van de PM 10 -factor. Nu de berekende totale PM 10 -concentratie op alle beoordelingslocaties onder 20 μg/m 3 ligt en de PM 2,5 -concentratie slechts een kleine fractie (max. 20%) van de berekende totale PM 10 -concentratie is, zal de totale PM 2,5 - concentratie ter hoogte van de beoordelingslocaties voor alle scenario s aanmerkelijk lager dan 25 μg/m 3 blijven. Daarmee wordt voldaan aan de norm voor PM 2,5. Tabel Overzicht emissie PM2.5 gewenste bedrijfsopzet Omschrijving diercategorie Vleeskuikens BWL V5 + BWL V2 Diercat. RAV Aantal dieren Emissie PM2.5 (g/dier/jaar) Totaal PM2.5 (kg/jaar) E E ,0 668,4 Overig rundvee > 2 jaar A ,4 TOTAAL 669,8 13. ENERGIE 13a. Algemeen Hebben de aangevraagde wijzigingen invloed op het energieverbruik Ja, het realiseren van een nieuw vleeskuikensbedrijf zal leiden tot een hoger energieverbruik. Aanvraag omgevingsvergunning Wabo Milieu, EPM b.v., Vorrelveenseweg 3a te Hijken 22

23 13b. Overzicht geschat energieverbruik per jaar Het gemiddelde energie- en waterverbruik in de gewenste situatie is als volgt: Energiedrager gas elektriciteit dieselolie Verbruik per jaar m kwh liter 13c. Wordt er gebruik gemaakt van krachtstroom (380 Volt) Ja 13d. Vragenlijst rundhouderij (melkrundvee) Niet van toepassing 13e. Vragenlijst varkenshouderij Niet van toepassing 13f. Vragenlijst pluimveehouderij Verlichting Welke van den onderstaande energiezuinige verlichtingstechnieken worden toegepast? natuurlijke daglichtintreding aanwezigheidsdetectie centrale lichtschakelaar schakelklok en schemerschakelaar buiten- en terreinverlichting Tl s / spaarlampen hoogfrequente verlichting met spiegeloptiekarmaturen Isolatie Welk van de onderstaande voorzieningen worden toegepast? dak- / plafondisolatie (spouw)muurislolatie isolatie van leidingen Ventilatie Welke maatregelen met betrekking tot mechanische ventilatie worden toegepast? klimaatcomputer frequentieregeling lengteventilatie Aanvraag omgevingsvergunning Wabo Milieu, EPM b.v., Vorrelveenseweg 3a te Hijken 23

24 Verwarming Welk type verwarming wordt toegepast? CV luchtverwarming Wat is de uitvoering van de stooktoestellen HR Analyse energieverbruik Is eerder een energiebesparingonderzoek uitgevoerd? Nee Meten en registreren van energiegegevens. Elektriciteit Jaarrekening Maandelijks Energiebedrijf / eigen meting Aardgas Jaarrekening Maandelijks Energiebedrijf / eigen meting Er wordt overgeschakeld op een andere energiebron Nee Er wordt gebruik gemaakt van zonne-energie? Nee Er wordt gebruik gemaakt van windenergie? Nee Conclusie: Gelet op bovenstaande worden momenteel / tijdens de nieuwbouw alle mogelijke energiebesparende maatregelen getroffen. Aanvraag omgevingsvergunning Wabo Milieu, EPM b.v., Vorrelveenseweg 3a te Hijken 24

25 14. WATER 14a. Waterver(ge)bruik (geschat) Soort water m 3 per jaar Globaal gebruiksdoel Leidingwater m3 Drinkwater voor de dieren // schoonmaakwerkzaamheden // sanitaire voorzieningen // privédoeleinden 14b. Bedrijfsafvalwater Verontreinigde stoffen die in het afvalwater kunnen komen: Handeling waarbij afvalwater vrijkomt Afvalstof Opvang afvalwater in Reinigen stallen Stof-, voer,- en mestresten Gemeentelijke riolering via opvang- en bezinkputten Bedrijfswoning Afvalwater van huishoudelijke aard Gemeentelijke riolering Hemelwater - Wadi / bodem Sanitair afvalwater Afvalwater van huishoudelijke aard Gemeentelijke riolering 15. KOELINSTALLATIE Type Aantal Koelmedium Hoeveelheid koudemiddel Capaciteit Kadaverkoeling 1 R404a 1,5 kg 1,0 kw (nr. 4) Aanvraag omgevingsvergunning Wabo Milieu, EPM b.v., Vorrelveenseweg 3a te Hijken 25

26 16. OPSLAG GROND- EN HULPSTOFFEN 16a. Opslag vloeibare stoffen Soort Type opslag Inhoud / Hoeveelheid Nummer op tekening Medicijnen Divers in kast 50 kg / l 16 Reinigingsmiddelen Cans 120 l/kg 15 Bestrijdingsmiddelen (ongedierte / onkruid) Divers in afgesloten ruimte 25 kg / l 23 Dieselolie Dubbelwandige tank met detectie liter 17 16b. Opslag gas Niet van toepassing 16c. Opslag overige stoffen Soort Type opslag Inhoud / Hoeveelheid Nummer op tekening Zaagsel / strooisel Balen / los 20 ton 28 Krachtvoer / graan Silo s (8x) 14 / 20 ton Silo s 1 & 2 Zakken 80 x 25 kg AFVALSTOFFEN 17a. Bedrijfsafvalstoffen Soort afval Wijze van opslag Afvoerfrequentie Inzamelaar / verwerker Kadavers Tonnen / koeling (nr. 4) Op afroep Rendac Papier Dozen (gebouw F) Maandelijks Vereniging => erkende verwerker Restafval / GFT Containers (nr. 24 & 30) Op afroep Gemeente Oud ijzer Bak (nr. 27) 1 x per jaar Oud ijzer handelaar Aanvraag omgevingsvergunning Wabo Milieu, EPM b.v., Vorrelveenseweg 3a te Hijken 26

27 17b. Gevaarlijke afvalstoffen Soort afval Hoeveelheid Wijze van opslag Afvoerfrequentie Inzamelaar / verwerker per jaar Kapotte lampen 25 stuks Doos (gebouw F) 1 x per jaar Chemo-depot KGA 50 kg/l Chemobox (nr. 25) 1 x per jaar Chemo-depot 18. MEST 18a. Opslag mest Soort Hoeveelheid Vloeibare mest - Vaste mest (afgedekt) 500 ton (in de stallen) 18b. Afstanden tussen mestopslag en woningen van derden Afstand in meters Afstand tussen opslag van vloeibare mest en woning van derden - Afstand tussen opslag van vaste mest en woning van derden 100 meter 19. RUWVOER Opslag ronde balen (100 stuks // nr. 34) 20. BODEM Ter bepaling van de bodem- en grondwaterkwaliteit en de geschiktheid van de bodem voor het uitoefenen van de beoogde functie is een verkennend bodemonderzoek conform NEN De onderzoeksresultaten zijn verwoord in het rapport Verkennend bodemonderzoek Vorrelveenseweg 3a Hijken (Rouwmaat b.v., maart 2015). Dit rapport is als bijlage 7 toegevoegd. Op basis van dit verkennend onderzoek wordt het volgende geconcludeerd: Aanvraag omgevingsvergunning Wabo Milieu, EPM b.v., Vorrelveenseweg 3a te Hijken 27

28 Op basis van de onderzoeksresultaten bestaat er ons inziens op grond van de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem geen bezwaar het onderzochte terreindeel voor de geplande bouwdoeleinden te gebruiken. Op basis van de onderzoeksresultaten is een nader onderzoek niet noodzakelijk. Bodembeschermende maatregelen In de beoogde bedrijfsvoering worden de volgende bodembeschermende maatregelen getroffen: Activiteit Maatregel - houden van vleeskuikens mestdichte betonvloer in de stallen - houden van rundvee potstal met dichte betonvloer - opslag ontsmettings- / reinigingsmiddelen werkvoorraad in dichte kast - opslag bestrijdingsmiddelen werkvoorraad in dichte kast - opslag medicijnen werkvoorraad in dichte kast - opslag kadavers tonnen op vloeistofkerende vloer - dieselolie noodstroomaggregaat dicht reservoir / vloeistofkerende vloer - berging / werkplaats vloeistofkerende vloer - opslag veevoeder / graan dichte productbestendige kunststof silo s - opslag dieselolie dubbelwandige tank met lekdetectie - aftanken (eigen) voertuigen vloeistofkerende vloer Gelet op bovenstaande zijn voor alle bodembedreigende activiteiten voldoende maatregelen getroffen. Als gevolg van het toepassen van deze beschermende voorzieningen, zal het risico op bodemverontreiniging gering zijn. Op grond van de Nederlandse Richtlijn Bodemrisico is er hierdoor sprake van een aanvaardbaar verwaarloosbaar risico op bodemverontreiniging (categorie I). 21. METINGEN EN REGISTRATIE leidingwaterverbruik grondstoffenverbruik afvalstoffen energieverbruik keuringen / inspecties, o.a. brandblusmiddelen etc. Zie opgestelde MER (bijlage 2) Aanvraag omgevingsvergunning Wabo Milieu, EPM b.v., Vorrelveenseweg 3a te Hijken 28

29 22. BRANDVEILIGHEID Er zijn brandblusmiddelen aanwezig (de brandblusmiddelen zijn aangegeven op de plattegrondtekening) 23. OVERIGE VERGUNNINGEN EN/OF MELDINGEN DIE VAN TOEPASSING ZIJN 23a. Omgevingsvergunning Wabo (bouw) Ja, wordt gelijktijdig aangevraagd 23b. Omgevingsvergunning Wabo (sloop) Ja, is reeds verleend (vleesvarkensstal) 23c. Waterwet Nee 23d. NB-wet Ja, is reeds verleed (bijlage 4). 24. TOEKOMSTIGE ONTWIKKELINGEN Zijn er nog relevante toekomstige ontwikkelingen die van belang zijn voor deze aanvraag? Nee (afhankelijke van wet- en regelgeving) 25. NADERE GEGEVENS Ten aanzien van de aanwezige installaties, het elektrische vermogen en het vermogen van de verbrandingsmotoren wordt verwezen naar de plattegrondtekening. Ten aanzien van de beoogde bedrijfsopzet en verdere informatie wordt eveneens verwezen naar de MER die als bijlage 2 is toegevoegd. Aanvraag omgevingsvergunning Wabo Milieu, EPM b.v., Vorrelveenseweg 3a te Hijken 29

30 26. BIJLAGEN Bijlage 1: Plattegrondtekening inrichting (inclusief situatieschets) Bijlage 2: MER inclusief bijlagen Bijlage 3: Stalbeschrijvingen Bijlage 4: Afschrift vergunning NB-wet provincie Drenthe Bijlage 5: Resultaten berekeningen ISL3a 2015 Bijlage 6: Rapport akoestisch onderzoek Bijlage 7: Rapport verkennend bodemonderzoek Aanvraag omgevingsvergunning Wabo Milieu, EPM b.v., Vorrelveenseweg 3a te Hijken 30