UITSPRAAK 4 VAN 2012 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR V1 ENNIO MARNIX

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "UITSPRAAK 4 VAN 2012 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR V1 ENNIO MARNIX"

Transcriptie

1 UITSPRAAK 4 VAN 2012 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR V1 ENNIO MARNIX Op het verzoek van: verzoeker de Minister van Verkeer en Waterstaat, thans de Minister van Infrastructuur en Milieu, te s Gravenhage, gemachtigde : E.J. van Leeuwen, Inspecteur voor de Scheepvaart te Rotterdam, tegen betrokkene L.S. van B., raadsman: J.M. de Boer van Nautilus International. 1. Het verloop van de procedure Op 24 maart 2012 heeft het Tuchtcollege een verzoek tot tuchtrechtelijke behandeling ontvangen van E.J. van Leeuwen, inspecteur voor de Scheepvaart te Rotterdam, van een zaak tegen betrokkene als wachtdoend maritiem officier van het Nederlandse zeeschip Ennio Marnix. Bij het verzoek werd een rapport van onderzoek door De Jonge Maritime met bijlage ingediend. Hierop heeft het Tuchtcollege betrokkene een afschrift van de klacht, met bijlage, doen toekomen. Op 31 augustus 2012 is van de raadsman van betrokkene een verweerschrift ontvangen. De voorzitter heeft bepaald dat de mondelinge behandeling van de zaak plaats vindt op 19 september 2012 om uur in de lokalen van het Tuchtcollege te Amsterdam. De zitting heeft plaatsgevonden op 19 september Voor verzoeker is ter zitting verschenen E.J. van Leeuwen, inspecteur voor de Scheepvaart. Betrokkene is verschenen, bijgestaan door haar raadsman. 1

2 2. Het verzoek Aan het verzoek is het navolgende ten grondslag gelegd. Op 4 september 2011 omstreeks uur grondde het Nederlandse zeeschip Ennio Marnix in de Little Belt, Denemarken, met als gevolg bodem- en schroefschade. Betrokkene was op het moment van de gronding wachtdoend officier. Voorafgaand aan de gronding heeft betrokkene geen goede uitkijk gehouden en hierdoor de oost kardinale boei nabij de ondiepte van de gronding niet opgemerkt. Voorafgaand aan de gronding en de reis heeft betrokkene onvoldoende de reisvoorbereiding gecontroleerd waardoor de voorgestelde koers over een diepte ging die ongeschikt was voor de diepgang van het schip. Voorafgaand aan de gronding heeft betrokkene als wachtdoend officier op enig moment de brug verlaten en onbemand achtergelaten. Betrokkene heeft als wachtdoend officier geen uitkijk geplaatst tijdens de donkere uren en varend in kustwateren met de aanwezigheid van veel gevaren voor de navigatie. Betrokkene wordt verweten dat zij aldus heeft gehandeld in strijd met de volgende voorschriften en bepalingen: Verdrag inzake de Internationale Bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee, 1972; Voorschrift 5 Uitkijk en voorschrift 2 Verantwoordelijkheid. STCW, Section A VIII/2, part 2 Voyage planning, General Requirements (3), en part 3-1 Watch keeping at Sea, Principles to be observed in keeping a navigational watch. Zeevaartbemanningswet, artikel 4, lid Het standpunt van betrokkene Het onderzoeksrapport van scheepseigenaar De Jonge is niet opgemaakt door een onafhankelijk onderzoeker. De directe oorzaak van de gronding van de Ennio Marnix is het op enig moment invoeren van een verkeerd waypoint in de ECDIS. Het onderzoeksrapport gaat er vanuit dat betrokkene dit waypoint wel verkeerd zal hebben ingevoerd. Aan boord van de Ennio Marnix werd volkomen vertrouwd op de ECDIS, wat grote risico's oplevert voor grondingen en aanvaringen. Dat is de indirecte aanleiding tot de gronding. 2

3 Van een echte reisvoorbereiding is door het negeren van de instructies met betrekking tot uitvoering, controle en vastlegging van de reisvoorbereiding nooit sprake geweest. Inwerking en begeleiding van betrokkene aan boord ontbraken. Er is op enig moment een foutief waypoint 61 in het systeem ingevoerd. Op grond van die gegevens voerde de apparatuur de reis uit. Toen betrokkene de wacht overnam was de ECDIS al bezig met de uitvoering van de geprogrammeerde gronding op de ondiepte Hesteskoen, met een mogelijk laatste moment van waarschuwing na de koerswijziging kort voor de gronding. Betrokkene heeft haar wachtdienst niet anders ingevuld dan door haar superieuren van haar werd verwacht. Zij keek of de koerswijziging veilig kon gebeuren en kort daarna bracht de ECDIS het schip op koers in de richting van het foutief ingevoerde waypoint 61. Er was voor betrokkene geen reden om te twijfelen aan de goede gang van zaken. Zij had onvoldoende ervaring met de standaardinstellingen van de ECDIS. Deze lieten ook niets alarmerends zien. De boei was niet waar te nemen. Omdat het schip binnen enkele minuten na de koerswijziging aan de grond zat, was er niets dat betrokkene nog had kunnen doen. Het controleren van de reisvoorbereiding behoorde niet tot haar taken. Het traject langs de ondiepte Hesteskoen tot aan de ankerpositie is van te voren door haar en de kapitein doorgenomen. Op dat moment gaf de koerslijn geen aanleiding tot het maken van opmerkingen en moet het waypoint 61 nog op de goede plaats gestaan hebben. Het niet plaatsen van een uitkijk duidt niet op plichtsverzuim en het korte tijd verlaten van de brug is met betrekking tot de gronding niet relevant. Van het niet plaatsen van een uitkijk kan niet de jongste officier een verwijt worden gemaakt. Zowel de verplichting om een uitkijk te hebben als het feit dat zij ECDIS-training nodig had, is door betrokkene zonder succes bij haar superieuren aangekaart. Betrokkene heeft bij haar indiensttreding duidelijk aangegeven dat zij noch in de haar aangeboden functie van eerste stuurman, noch met de ECDIS-apparatuur ervaring had. Eigenaar De Jonge zou haar aan boord het vak leren. Dat is niet gebeurd. De cultuur aan boord van de Ennio Marnix om volledig en blindelings te vertrouwen op ECDIS kan en mag niet alleen aan de jongste officier, betrokkene, worden toegerekend. 3

4 4. De beoordeling van het verzoek A. Een onderzoeksrapport betreffende het aan de grond lopen van het ms Ennio Marnix op 4 september 2011 opgemaakt door G.M. de Jonge van De Jonge Maritime houdt zakelijk weergegeven onder meer het volgende in: De Ennio Marnix is uitgerust met de volgende nautische apparatuur: 2x X band radar met chart overlay, SAM Dubbel ECDIS systeem, SAM Track pilot, SAM Echolood Speedlog Navtex 2x peilkompas, Anschutz Magnetisch kompas, Observator Wacht alarm Het m.s. Ennio Marnix is op vertrokken uit Sluiskil, Nederland, met aan boord 4231 ton kunstmest/ammoniumnitraat in bulk, IMO class 5.1 met bestemming Aabenraa in Denemarken; de reis was gepland via Skagen. Tijdens deze reis is het m.s. Ennio Marnix op om 01:50 uur aan de grond gelopen in de Little Belt, Denemarken in positie :9N/009 54:0 E, op de ondiepte HESTESKOEN. Aan de hand van de technische gegevens tijdens en na de stranding en de verklaring van de kapitein en de officier van wacht heb ik het volgende geanalyseerd. Volgens de verklaring van maroff van B. nam zij de wacht over van de kapitein op 04/09/2011 om 24:00 uur en sprak zij af dat zij de kapitein 1,5 mijl voor waypoint 61 zou roepen i.v.m. aanloop naar de ankerplaats Aabenraa. De voorliggende ware koers was 323 graden. Radar, echolood en ECDIS stonden bij. Het systeem [kennelijk: de display van radar en ECDIS] stond op "dark night" en het systeem stond op "track pilot" [kennelijk: de autopilot stond op "track control"]. 4

5 De maroff heeft de brug even verlaten om een boterham te halen. Er was toen geen uitkijk op de brug. Tien minuten vóór de koerswijziging was zij weer terug. Om 1:40 uur heeft het op track pilot [track control] ingestelde systeem [autopilot], bij het bereiken van waypoint 60, koers gewijzigd naar een ware koers van De kardinale oost boei van "Hesteskoen" lag toen op 1,8 mijl iets over bakboord. De maroff verklaarde dat haar deze boei niet was opgevallen, niet op de radar, niet op de ECDIS en niet visueel. Ook de ondiepte "Hesteskoen" was haar in de ECDIS niet opgevallen. Het schip voer naar het volgende waypoint 61. Op de ECDIS was een Depth Contour ingesteld op "Standard Display". De kaartdiepten worden in de ECDIS met de kleuren wit/grijs/lichtblauw/midden blauw aangegeven. Wit en Grijs wordt aangegeven als Navigable ; Licht blauw/blauw/groen/geel worden aangegeven als Non navigable. Blijkens bijlage 10 bevindt zich tussen "Navigable" en "Non navigable" de "Safety Contour". Deze was op de ECDIS ingesteld op 15 m. De diepgang van het schip was bij het vertrek uit Sluiskil 5,46 voor en 6,12 achter. De ondiepte "Hesteskoen" liep op van 15 m tot 0,5 m diepte. B. Een Sea Protest, van de kapitein van de Ennio Marnix, opgemaakt en ondertekend op 7 september 2011 houdt zakelijk weergegeven onder meer het volgende in: Early morning at 00:10 MEST the watch was hand over. Special standing orders were given by captain to call him 1,5 miles before anchorage position. 00:10 MEST I (Captain) went to my cabin to take some rest. Around 02:00 MEST I feel the ship started shaking and at the same time I received a call from the bridge. Then I immediately went to the bridge. When I came on bridge ship was already grounded. After that send the crew to check all the tanks below the waterline and cargo hold. No water was found. C Betrokkene heeft ter zitting op 19 september 2012 onder meer het volgende verklaard: Ik heb in dit geval slechts meegewerkt aan de reisvoorbereiding voor wat betreft het traject over het Skagerak en de passage ten oosten van 5

6 Denemarken. De reisvoorbereiding was verder in handen van de kapitein en de eerste maroff omdat ik sliep toen deze moest worden gemaakt. Verder heb ik alleen het laatste stukje vanaf waypoint 61 tot de aanlegplaats in Aabenraa gecontroleerd samen met de kapitein. In overleg met de kapitein is waypoint 61 verplaatst en op het loodsstation geplaatst. Ik heb dat in het ECDIS-systeem aangepast. Ik heb dit mij door de kapitein opgegeven waypoint in het systeem ingevoerd. Mij was niet gevraagd om het gehele traject te bekijken. Ik heb alleen het deel gecontroleerd voor zover mij dat door de eerste maroff was gevraagd (Skagerak en passage oost van Denemarken) en verder alleen het laatste stukje vanaf waypoint 61. Het traject daartussen heeft de kapitein gecontroleerd. Er was geen waypoint-lijst op de brug. Deze lijst werd nooit uitgedraaid. Dat was policy binnen de rederij. Er waren geen papieren kaarten aan boord. Het schip was alleen afhankelijk van de ECDIS. Ik weet dat op de ECDIS met verschillende kleuren verschillende dieptes worden aangegeven. Ik weet niet hoeveel de dieptes dan bedragen. Ik heb dat nooit geleerd. Ik heb niet op de dieptes gelet omdat ik het idee had dat de reisvoorbereiding goed was gedaan. Ik had wel een vermoeden van de diepgang van het schip. Ik had in mei/juni 2011 zes weken gevaren op de Alana Evita en vanaf 28 juli ½ week op de Ennio Marnix. Deze twee schepen zijn voorzien van dezelfde navigatieapparatuur. Ik was niet voldoende vertrouwd met deze apparatuur en ik had geen goede cursus gehad voor het gebruik van de ECDIS en andere apparaten. Ik had met De Jonge afgesproken dat ik door hem zou worden opgeleid. Dat is echter niet gebeurd. Ik heb een zeer summiere begeleiding gehad. Ik heb de aan boord aanwezige handleidingen voor de ECDIS bekeken voor zover daar tijd voor was. Toen ik vóór de aanvang van mijn wacht op 4 september uur op de brug kwam was er geen uitkijk. Ik had eerder wel aangegeven dat naar mijn mening een uitkijk geplaatst diende te worden. Bij deze rederij was er nooit een uitkijk. Dat was de policy. Het was niet mijn verantwoordelijkheid hier iets aan te doen. Bij het overnemen van de wacht heb ik op de radar en de ECDIS gekeken. De apparatuur was op "dark night" gezet. Daardoor kon ik daar moeilijk op zien. Ik heb wel de koerslijn en de waypoints gezien. Ik heb niet gezien hoe de dieptecontouren op de ECDIS waren ingesteld. Ik wist ook niet hoe je die dieptes moest instellen. Ik ben van de brug af gegaan om een boterham te halen. Er was toen niemand op de brug. Ik ben toen circa tien minuten van de brug af geweest 6

7 en ik was ruim vóór de koerswijziging bij waypoint 60 terug op de brug. Ik heb het signaal van de track control van de autopilot voor het uitvoeren van de koerswijziging geaccepteerd en ik heb vervolgens de uitvoering daarvan gecontroleerd. Alle gegevens waren in de ECDIS gezet. Ik vond het niet nodig om op course control te varen. Ik heb verder niet gecontroleerd waar het schip in feite was. Ik heb niet vooruit gekeken, hoe de af te leggen track verder liep naar waypoint 61. De boeien ter plaatse waren mij wel bekend. Ik heb de boeien niet waargenomen. Dat kon ook niet omdat het te donker was en de lichten van de boeien niet brandden. Op de radar waren de boeien ook niet te zien. Ik wist op dat moment niet dat ter plaatse ondieptes waren en heb ook de kardinale boei niet gezien. Op de apparatuur heb ik geen ondieptes gezien. Ik heb wel contouren waargenomen, maar ik had te weinig ervaring om te bemerken dat er sprake was van ondieptes. Ik wist niet hoe ik de ECDIS moest instellen opdat de contouren en de ondieptes beter zichtbaar waren. Ik had niet de behoefte om de display van ECDIS even op dag te zetten. Je kunt dan niet meer in het donker kijken. Ik heb na de koerswijziging niet gezien dat het schip volgens de ECDIS over een ondiepte zou varen. Ik had vóór de gronding geen echoloodalarm gehoord. Ik heb niet gekeken of het alarm bij stond. De volgende dag heb ik geconstateerd dat waypoint 61 was verplaatst van het punt dat ik de dag ervoor met de kapitein had afgesproken (het loodsstation) naar een punt 1½ mijl zuidwest daarvan. Ik heb een foto gemaakt waarop te zien is hoe de route had moeten zijn naar waypoint 61 zoals ik dat had gemaakt (bijlage 5 bij het rapport van De Jonge). Ik heb deze aan de kapitein laten zien, die mij bevestigde dat de positie van het waypoint was veranderd. Ik heb aan De Jonge gezegd dat ik de historische gegevens van de ECDIS apparatuur wilde hebben om te achterhalen wanneer de positie van waypoint 61 was veranderd. Daarvoor moest een monteur van SAM aan boord komen. De Jonge heeft dat niet toegestaan. 5. Het oordeel van het Tuchtcollege Op grond van de verklaringen van betrokkene, de kapitein en het onderzoeksrapport van De Jonge Maritime is in deze zaak het navolgende aannemelijk geworden, waarbij het Tuchtcollege het onderzoeksrapport van 7

8 De Jonge slechts heeft gebruikt voor zover het geen conclusies van De Jonge met betrekking tot de toedracht van de gronding bevat. Op 4 september 2011 omstreeks uur is het Nederlandse zeeschip Ennio Marnix op de Kleine Belt in Denemarken op de ondiepte "Hesteskoen" aan de grond gelopen. Betrokkene was op het moment van de gronding de wachtdoende officier. Voorafgaand aan de gronding had betrokkene de oost kardinale boei nabij deze ondiepte niet opgemerkt, met name niet op de kaart die op de ECDIS was geprojecteerd waarop deze boei wel was aangegeven. De boei was kennelijk onverlicht en gaf blijkbaar geen echo op het radarscherm (volgens betrokkene bleek het in werkelijkheid slechts een staak te zijn). Betrokkene had tevoren, met name na een koerswijziging bij waypoint 60 die was ingevoerd in het ECDIS-systeem, niet gecontroleerd waar het schip zich precies bevond, niet vooruit gekeken naar de verdere vaarweg naar waypoint 61 en niet opgemerkt dat deze koers het schip over die ondiepte zou voeren, die ongeschikt was voor de diepgang van het schip. Ook die ondiepte was door middel van contouren, kleuren en dieptecijfers op de ECDIS-kaart aangegeven. Op de radar waren de contouren eveneens geprojecteerd. De apparatuur stond op "dark night" waardoor zij de kaart met daarop deze contouren, kleuren en boei moeilijk kon zien. Zij heeft de instelling van de apparatuur niet veranderd. Zij wist ook niet hoe zij de instellingen van de apparatuur kon veranderen. Betrokkene heeft er kennelijk geheel op vertrouwd dat de waypoints, koersen en tracks goed waren ingevoerd in het ECDIS-systeem en dat het traject vooraf goed was gecontroleerd, zodat het schip, varend op het automatische besturingssysteem (track control van de autopilot) het traject zonder problemen zou kunnen afleggen. Waarom het alarm van het echolood niet is afgegaan blijft intussen onduidelijk. Voorafgaand aan de gronding heeft betrokkene op enig moment tijdens haar wacht de brug verlaten, waardoor deze onbemand door haar werd achtergelaten. Dit gedurende enige tijd onbemand laten van de brug heeft echter geen verband met de latere gronding. Betrokkene had als wachtdoend officier geen uitkijk geplaatst, terwijl haar wacht viel tijdens de donkere uren en terwijl zij voer in kustwateren. Gebleken is echter dat er op dit schip nooit met een uitkijk werd gevaren. Het werk- en wachtschema van de matrozen aan boord liet dat niet toe. Het 8

9 Tuchtcollege acht dit de verantwoordelijkheid van de rederij en de kapitein. Aan betrokkene kan daarvan in redelijkheid geen verwijt worden gemaakt. In zoverre is het verzoek ongegrond. Ten aanzien van de reisvoorbereiding beschikt het Tuchtcollege alleen over de verklaringen van betrokkene. Verklaringen van de kapitein (afgezien van het sea-protest) en de eerste maroff ontbreken. Daarom moet ervan worden uitgegaan dat betrokkene - door omstandigheden: voor en bij de aanvang van de reis sliep zij - nauwelijks betrokken was bij de reisvoorbereiding, die nu is gemaakt door de eerste maroff en de kapitein samen en door hen is ingevoerd in het ECDIS-systeem. Zij heeft slechts een (klein) gedeelte van het gehele traject geplot en gecontroleerd, welk gedeelte hier niet van belang is. Samen met de kapitein heeft betrokkene het laatste stukje van de reis - vanaf waypoint 61 tot de haven van Aabenraa - geplot en gecontroleerd. Niet blijkt dat betrokkene de route over de Kleine Belt tot waypoint 61 heeft geplot en gecontroleerd. De controle van de reisvoorbereiding was niet de taak van betrokkene maar die van de kapitein, zoals kan volgen uit de overgelegde functieomschrijvingen (bijlagen 23 en 26 bij het rapport De Jonge) en STCW Section A-VIII/2, part 2, art. 5. Ten onrechte was de routeplanning met gecontroleerde en goedgekeurde waypoints en koersen niet afgedrukt en in papieren vorm op de brug aanwezig. Kennelijk gebeurde dat nooit. Daarvan kan betrokkene geen verwijt worden gemaakt. Al met al is niet gebleken dat betrokkene verwijtbaar is tekortgeschoten ten aanzien van de reisvoorbereiding, in het bijzonder wat betreft het traject over de Kleine Belt tot waypoint 61 waar de gronding heeft plaatsgevonden. Ook in zoverre is het verzoek ongegrond. Ten aanzien van de (ver)plaatsing van waypoint 61 heeft het Tuchtcollege eveneens alleen de verklaring van betrokkene. Daarom moet ervan worden uitgegaan dat dit waypoint oorspronkelijk was geplaatst op het loodsstation en dat dit later is verplaatst, waardoor de route - anders dan aanvankelijk het geval was - over de ondiepte "Hesteskoen" kwam te liggen. Na het op wacht komen diende betrokkene de positie en koers van het schip te controleren met behulp van de aanwezige apparatuur (ECDIS, radar, GPS) en ook het tijdens haar wacht af te leggen traject met koersen en waypoints. 9

10 Daarbij hoorde ook de controle op boeien en (on)dieptes. Ook daarna moest deze controle voldoende frequent worden herhaald, zoals bij en na het uitvoeren van een koerswijziging. Het is voor het goed functioneren als wachtofficier essentieel dat deze alle aanwezige navigatieapparatuur kan bedienen om alle informatie die daarmee kan worden verworven ook werkelijk te verkrijgen (zie voor dat alles STCW Section A-VIII/2, part 3-1, artt. 20, 24, 25, 27, 34 en 36). Aan te nemen valt dat door een goed gebruik van de navigatieapparatuur tijdig had kunnen worden opgemerkt dat het schip na de koerswijziging bij waypoint 60 over de ondiepte zou gaan varen, zodat tijdig maatregelen hadden kunnen worden genomen om een gronding op de ondiepte te voorkomen. Geconcludeerd moet worden dat betrokkene geen goede uitkijk heeft gehouden met gebruikmaking van alle aanwezige middelen en dat daardoor de gronding niet is voorkomen. Daarmee is gehandeld in strijd met de voorschriften 5 en 2 van het Verdrag inzake de Internationale Bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee, Ook levert dit overtreding op van art. 4 lid 3 Zeevaartbemanningswet. Het Tuchtcollege acht het beroep dat betrokkene doet op haar onervarenheid, de gebrekkige kennis van het werken met de navigatieapparatuur en de slechte begeleiding niet werkelijk overtuigend. Het kunnen omgaan met die apparatuur behoort tot de basisvaardigheden van een zelfstandige wachtofficier, ook al is deze betrekkelijk jong en onervaren. Van een maroff mag worden verwacht dat deze de benodigde kennis en vaardigheden verwerft. Betrokkene had vóór de gronding al ruim twee maanden als maroff op schepen met deze apparatuur gevaren en de handleidingen waren aan boord. Ook indien de begeleiding door rederij en kapiteins niet optimaal was geweest, ontsloeg dit betrokkene niet van haar eigen verantwoordelijkheid. Van haar als maroff had een actiever houding mogen worden verwacht dan zij heeft getoond. Zij had zelf haar kennis met betrekking tot de apparatuur behoren te vergroten door het lezen van de daarbij aanwezige handleidingen en instructieboeken en het aan de hand daarvan oefenen met de werking van de apparatuur. Het blind varen op de ECDIS en de daarin opgeslagen trajectgegevens, wat volgens betrokkene de cultuur aan boord was, kon evenmin afdoen aan haar verantwoordelijkheid om zich met behulp van alle beschikbare apparatuur ervan te vergewissen dat veilig werd gevaren. 10

11 6. De Tuchtmaatregel Het Tuchtcollege is van oordeel dat betrokkene ernstig is tekortgeschoten in haar verantwoordelijkheden als scheepsofficier, met een gronding van het schip als gevolg. Betrokkene heeft niet gehandeld zoals een verantwoordelijk officier van de wacht betaamt, waardoor de veiligheid van de opvarenden, het schip met haar lading en de omgeving in gevaar is gebracht. Gezien de ernst van de gebleken gedragingen is een schorsing van de vaarbevoegdheid van na te noemen duur op zijn plaats. In de omstandigheid dat betrokkene nog maar betrekkelijk korte tijd vaart en zij zich blijkens haar verklaring ter zitting terdege bewust is van haar tekortschieten en haar gebrek aan praktische kennis en vaardigheden, ziet het Tuchtcollege aanleiding te bepalen dat de schorsing van de vaarbevoegdheid gedeeltelijk voorwaardelijk wordt opgelegd. 7 De beslissing Het Tuchtcollege: verklaart de tegen betrokkene aangevoerde bezwaren gegrond zoals hiervoor aangegeven onder 5; legt betrokkene een schorsing van de vaarbevoegdheid op voor een periode van vier weken; bepaalt dat van deze schorsing een gedeelte van twee weken niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij het Tuchtcollege bij een latere beslissing anders zal bepalen op grond van het feit dat betrokkene zich voor het einde van een proeftijd, welke het Tuchtcollege bepaalt op twee jaar, zich weer heeft gedragen in strijd met de zorg die zij als goed zeeman in acht behoort te nemen ten opzichte van de opvarenden, het schip, de lading, het milieu of het scheepvaartverkeer; bepaalt dat de proeftijd van de schorsing ingaat op de dag, 6 weken na de dag van verzending van deze uitspraak; verklaart de bezwaren voor het overige ongegrond. Aldus gewezen door mr. A.N. van Zelm van Eldik, plv. voorzitter, R.J. Gutteling en E.R. IJssel de Schepper, leden, in aanwezigheid van mr. E.H.G. 11

12 Kleingeld als secretaris en uitgesproken door mr. A.N. van Zelm van Eldik ter openbare zitting van 2 november Tegen deze beslissing kan binnen zes weken na de dag van verzending van de uitspraak hoger beroep worden ingesteld bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven, Prins Clauslaan 60 te s Gravenhage, Nederland. De schorsing kan eerst ten uitvoer worden gelegd nadat de beslissing van het tuchtcollege onherroepelijk is geworden. 12

UITSPRAAK NUMMER 5 VAN 2013 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR V5 - FLINTERBAY

UITSPRAAK NUMMER 5 VAN 2013 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR V5 - FLINTERBAY UITSPRAAK NUMMER 5 VAN 2013 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR. 2012.V5 - FLINTERBAY Op het verzoek van: verzoeker de Minister van Verkeer en Waterstaat, thans de Minister van Infrastructuur

Nadere informatie

UITSPRAAK 6 VAN 2013 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR V6 EEMS CARRIER

UITSPRAAK 6 VAN 2013 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR V6 EEMS CARRIER UITSPRAAK 6 VAN 2013 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR. 2012.V6 EEMS CARRIER Op het verzoek van: verzoeker de Minister van Verkeer en Waterstaat, thans de Minister van Infrastructuur

Nadere informatie

UITSPRAAK 4 VAN 2015 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR 2015.V4-ARKLOW BEACH

UITSPRAAK 4 VAN 2015 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR 2015.V4-ARKLOW BEACH UITSPRAAK 4 VAN 2015 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR 2015.V4-ARKLOW BEACH Op het verzoek van: verzoeker de Minister van Infrastructuur en Milieu, te Den Haag, gemachtigde : ing.

Nadere informatie

UITSPRAAK 7 VAN 2014 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2013.V7 CROWN MARY

UITSPRAAK 7 VAN 2014 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2013.V7 CROWN MARY UITSPRAAK 7 VAN 2014 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2013.V7 CROWN MARY Op het verzoek van: de Minister van Verkeer en Waterstaat, thans de Minister van Infrastructuur en Milieu,

Nadere informatie

UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 8 MAART 2017 (NR. 1 VAN 2017) IN DE ZAAK 2016.V5-SCHELDEGRACHT

UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 8 MAART 2017 (NR. 1 VAN 2017) IN DE ZAAK 2016.V5-SCHELDEGRACHT UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 8 MAART 2017 (NR. 1 VAN 2017) IN DE ZAAK 2016.V5-SCHELDEGRACHT Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, te Den Haag, verzoeker,

Nadere informatie

UITSPRAAK 2 VAN 2016 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2015.V5 - TINA

UITSPRAAK 2 VAN 2016 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2015.V5 - TINA UITSPRAAK 2 VAN 2016 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2015.V5 - TINA Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, te Den Haag, verzoeker, gemachtigde: ing. M.

Nadere informatie

UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 12 SEPTEMBER 2018 (NR. 9 VAN 2018) IN DE ZAAK 2018.V4 ZILLERTAL

UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 12 SEPTEMBER 2018 (NR. 9 VAN 2018) IN DE ZAAK 2018.V4 ZILLERTAL UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 12 SEPTEMBER 2018 (NR. 9 VAN 2018) IN DE ZAAK 2018.V4 ZILLERTAL Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, thans Infrastructuur

Nadere informatie

UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 21 MAART 2017 (NR. 4 VAN 2017) IN DE ZAAK 2016.V8-HOLLAND

UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 21 MAART 2017 (NR. 4 VAN 2017) IN DE ZAAK 2016.V8-HOLLAND UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 21 MAART 2017 (NR. 4 VAN 2017) IN DE ZAAK 2016.V8-HOLLAND Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, te Den Haag, verzoeker, gemachtigde:

Nadere informatie

UITSPRAAK 4 VAN 2011 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR V7 HERCULUS ZK 65

UITSPRAAK 4 VAN 2011 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR V7 HERCULUS ZK 65 UITSPRAAK 4 VAN 2011 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR. 2010.V7 HERCULUS ZK 65 Op verzoek van: verzoeker de Minister van Verkeer en Waterstaat (thans de Minister van Infrastructuur

Nadere informatie

UITSPRAAK 5 VAN 2016 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK Nr V1 CFL PROSPECT

UITSPRAAK 5 VAN 2016 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK Nr V1 CFL PROSPECT UITSPRAAK 5 VAN 2016 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK Nr. 2016.V1 CFL PROSPECT Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, zetelend te Den Haag, verzoeker, gemachtigde:

Nadere informatie

UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 15 NOVEMBER 2017 (NR. 11 VAN 2017) IN DE ZAAK 2017.V3-HEKLA

UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 15 NOVEMBER 2017 (NR. 11 VAN 2017) IN DE ZAAK 2017.V3-HEKLA UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 15 NOVEMBER 2017 (NR. 11 VAN 2017) IN DE ZAAK 2017.V3-HEKLA Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, te Den Haag, verzoeker,

Nadere informatie

UITSPRAAK 1 VAN 2015 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR. 2015.V3-LEAH

UITSPRAAK 1 VAN 2015 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR. 2015.V3-LEAH UITSPRAAK 1 VAN 2015 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR. 2015.V3-LEAH Op het verzoek van: verzoeker de Minister van Infrastructuur en Milieu, te s Gravenhage, gemachtigde: ing. M. Schipper,

Nadere informatie

UITSPRAAK 4 VAN 2016 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2015.V10 - MARIA GO 20

UITSPRAAK 4 VAN 2016 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2015.V10 - MARIA GO 20 UITSPRAAK 4 VAN 2016 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2015.V10 - MARIA GO 20 Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, te Den Haag, verzoeker, gemachtigde

Nadere informatie

UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 25 APRIL 2018 (NR. 2 VAN 2018) IN DE ZAAK 2018.V2-FIDUCIA

UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 25 APRIL 2018 (NR. 2 VAN 2018) IN DE ZAAK 2018.V2-FIDUCIA UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 25 APRIL 2018 (NR. 2 VAN 2018) IN DE ZAAK 2018.V2-FIDUCIA Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, thans Infrastructuur en Waterstaat,

Nadere informatie

UITSPRAAK 6 VAN 2014 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2013.V4B - STATENGRACHT

UITSPRAAK 6 VAN 2014 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2013.V4B - STATENGRACHT UITSPRAAK 6 VAN 2014 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2013.V4B - STATENGRACHT Op het verzoek van: verzoeker de Minister van Verkeer en Waterstaat, thans de Minister van Infrastructuur

Nadere informatie

UITSPRAAK 2 VAN 2012 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR V1 - DONGEBORG

UITSPRAAK 2 VAN 2012 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR V1 - DONGEBORG UITSPRAAK 2 VAN 2012 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR. 2011.V1 - DONGEBORG Op verzoek van: verzoeker de Minister van Verkeer en Waterstaat (thans de Minister van Infrastructuur en

Nadere informatie

UITSPRAAK 1 VAN 2016 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2015.V8 - TRAVELLER

UITSPRAAK 1 VAN 2016 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2015.V8 - TRAVELLER UITSPRAAK 1 VAN 2016 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2015.V8 - TRAVELLER Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, te Den Haag, verzoeker, gemachtigde: ing.

Nadere informatie

UITSPRAAKNUMMER 4 VAN 2013 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR V1 - VRIESENDIEP

UITSPRAAKNUMMER 4 VAN 2013 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR V1 - VRIESENDIEP UITSPRAAKNUMMER 4 VAN 2013 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR. 2013.V1 - VRIESENDIEP Op het verzoek van: verzoeker de Minister van Verkeer en Waterstaat, thans de Minister van Infrastructuur

Nadere informatie

Beslissing Tuchtcollege Het tuchtcollege spreekt de beslissing op een openbare zitting uit. Het tuchtcollege doet binnen twee maanden uitspraak na

Beslissing Tuchtcollege Het tuchtcollege spreekt de beslissing op een openbare zitting uit. Het tuchtcollege doet binnen twee maanden uitspraak na Werkwijze Tuchtcollege voor de Scheepvaart Kapiteins en scheepsofficieren zijn onderworpen aan het tuchtrecht indien zij handelen in strijd met de regels van goed zeemanschap die zij in acht moeten nemen

Nadere informatie

UITSPRAAK NUMMER 6 VAN 2012 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK ONDER NR V2 EEMS TRANSPORTER

UITSPRAAK NUMMER 6 VAN 2012 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK ONDER NR V2 EEMS TRANSPORTER UITSPRAAK NUMMER 6 VAN 2012 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK ONDER NR. 2012.V2 EEMS TRANSPORTER Op het verzoek van: verzoeker De Minister van Verkeer en Waterstaat, thans de Minister

Nadere informatie

UITSPRAAK 5 VAN 2011 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR. 2010.V3 EEMS SKY

UITSPRAAK 5 VAN 2011 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR. 2010.V3 EEMS SKY UITSPRAAK 5 VAN 2011 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR. 2010.V3 EEMS SKY Op het verzoek van: de Minister van Verkeer en Waterstaat (thans de Minister van Infrastructuur en Milieu)

Nadere informatie

UITSPRAAK 1 VAN 2014 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR V2 MARIA GO 20

UITSPRAAK 1 VAN 2014 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR V2 MARIA GO 20 UITSPRAAK 1 VAN 2014 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR. 2013.V2 MARIA GO 20 Op het verzoek van: verzoeker de Minister van Infrastructuur en Milieu te Den Haag, gemachtigde: E.J. van

Nadere informatie

UITSPRAAK 5 VAN 2014 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR. 2013.V4A - STATENGRACHT

UITSPRAAK 5 VAN 2014 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR. 2013.V4A - STATENGRACHT UITSPRAAK 5 VAN 2014 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR. 2013.V4A - STATENGRACHT Op het verzoek van: de Minister van Verkeer en Waterstaat, thans de Minister van Infrastructuur en Milieu,

Nadere informatie

UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 12 SEPTEMBER 2018 (NR. 8 VAN 2018) IN DE ZAAK 2018.V1 STAVFJORD

UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 12 SEPTEMBER 2018 (NR. 8 VAN 2018) IN DE ZAAK 2018.V1 STAVFJORD UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 12 SEPTEMBER 2018 (NR. 8 VAN 2018) IN DE ZAAK 2018.V1 STAVFJORD Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, thans Infrastructuur

Nadere informatie

UITSPRAAK 5 VAN 2015 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR 2015.V6-HMS LAURENCE

UITSPRAAK 5 VAN 2015 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR 2015.V6-HMS LAURENCE UITSPRAAK 5 VAN 2015 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR 2015.V6-HMS LAURENCE Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, te Den Haag, verzoeker, gemachtigde: ing.

Nadere informatie

Damrak 387, 1012 zj Amsterdam Telefoonnummer : adres :

Damrak 387, 1012 zj Amsterdam Telefoonnummer : adres : JAARVERSLAG 2013 Tuchtcollege voor de Scheepvaart Damrak 387, 1012 zj Amsterdam Telefoonnummer : 020-622 04 77 E-mailadres : secretariaat@tuchtcollegevoordescheepvaart.nl Website nl : www.tuchtcollegevoordescheepvaart.nl

Nadere informatie

UITSPRAAK 6 VAN 2015 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2015.V7-ASTRID

UITSPRAAK 6 VAN 2015 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2015.V7-ASTRID UITSPRAAK 6 VAN 2015 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2015.V7-ASTRID Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, te Den Haag, verzoeker, gemachtigde: ing. M.

Nadere informatie

UITSPRAAK 2 VAN 2014 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR V3 MARIA GO 20

UITSPRAAK 2 VAN 2014 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR V3 MARIA GO 20 UITSPRAAK 2 VAN 2014 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR. 2013.V3 MARIA GO 20 Op het verzoek van: verzoeker de Minister van Infrastructuur en Milieu te Den Haag, gemachtigde: E.J. van

Nadere informatie

UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 4 JULI 2018 (NR. 7 VAN 2018) IN DE ZAAK 2018.V3-RUYTER

UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 4 JULI 2018 (NR. 7 VAN 2018) IN DE ZAAK 2018.V3-RUYTER UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 4 JULI 2018 (NR. 7 VAN 2018) IN DE ZAAK 2018.V3-RUYTER Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, thans Infrastructuur en Waterstaat,

Nadere informatie

UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 26 APRIL 2017 (NR. 6 VAN 2017) IN DE ZAAK 2016.V6-SINGELGRACHT

UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 26 APRIL 2017 (NR. 6 VAN 2017) IN DE ZAAK 2016.V6-SINGELGRACHT UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 26 APRIL 2017 (NR. 6 VAN 2017) IN DE ZAAK 2016.V6-SINGELGRACHT Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, zetelend te Den Haag,

Nadere informatie

UITSPRAAK NUMMER 3 VAN 2013 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR V4 - GEERVLIET

UITSPRAAK NUMMER 3 VAN 2013 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR V4 - GEERVLIET UITSPRAAK NUMMER 3 VAN 2013 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR. 2012.V4 - GEERVLIET Op verzoek van: verzoeker De Minister van Verkeer en Waterstaat, thans de Minister van Infrastructuur

Nadere informatie

UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 5 JULI 2019 IN DE ZAAK NR 2018.V.13 THAMESBORG (NR. 3 VAN 2019)

UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 5 JULI 2019 IN DE ZAAK NR 2018.V.13 THAMESBORG (NR. 3 VAN 2019) UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 5 JULI 2019 IN DE ZAAK NR 2018.V.13 THAMESBORG (NR. 3 VAN 2019) Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Waterstaat te Den Haag, verzoeker,

Nadere informatie

UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 3 NOVEMBER 2017 (NR. 9 VAN 2017) IN DE ZAAK 2017.V1-MERWEBORG

UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 3 NOVEMBER 2017 (NR. 9 VAN 2017) IN DE ZAAK 2017.V1-MERWEBORG UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 3 NOVEMBER 2017 (NR. 9 VAN 2017) IN DE ZAAK 2017.V1-MERWEBORG Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, te Den Haag, verzoeker,

Nadere informatie

UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 4 JULI 2018 (NR. 6 VAN 2018) IN DE ZAAK 2017.V10-SYMPHONY SKY

UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 4 JULI 2018 (NR. 6 VAN 2018) IN DE ZAAK 2017.V10-SYMPHONY SKY UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 4 JULI 2018 (NR. 6 VAN 2018) IN DE ZAAK 2017.V10-SYMPHONY SKY Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, thans Infrastructuur en

Nadere informatie

UITSPRAAK 3 VAN 2016 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2015.V9 - DAGERAAD

UITSPRAAK 3 VAN 2016 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2015.V9 - DAGERAAD UITSPRAAK 3 VAN 2016 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2015.V9 - DAGERAAD Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, te Den Haag, verzoeker, gemachtigde : ing.

Nadere informatie

12-53 RvT Utrecht RAAD VAN TOEZICHT TE UTRECHT VAN NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM

12-53 RvT Utrecht RAAD VAN TOEZICHT TE UTRECHT VAN NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM 12-53 RvT Utrecht RAAD VAN TOEZICHT TE UTRECHT VAN NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM Gedeeltelijk onvoldoende belangenbehartiging bij verkoop. Geen onderzoek gedaan naar bijzondere

Nadere informatie

Ontvankelijkheid. Klacht over (nog) niet verrichte handeling. Tuchtrechtelijke laakbaarheid van handelwijze in gerechtelijke procedure.

Ontvankelijkheid. Klacht over (nog) niet verrichte handeling. Tuchtrechtelijke laakbaarheid van handelwijze in gerechtelijke procedure. Ontvankelijkheid. Klacht over (nog) niet verrichte handeling. Tuchtrechtelijke laakbaarheid van handelwijze in gerechtelijke procedure. De koper van een woning (klager) verwijt de verkopend makelaar (beklaagde)

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2008:BG1849

ECLI:NL:RVS:2008:BG1849 ECLI:NL:RVS:2008:BG1849 Instantie Raad van State Datum uitspraak 29-10-2008 Datum publicatie 29-10-2008 Zaaknummer 200802872/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

Gerechtshof te 's-gravenhage negende enkelvoudige belastingkamer 29 maart 2002 Nr. BK-00/01073 UITSPRAAK

Gerechtshof te 's-gravenhage negende enkelvoudige belastingkamer 29 maart 2002 Nr. BK-00/01073 UITSPRAAK Gerechtshof te 's-gravenhage negende enkelvoudige belastingkamer 29 maart 2002 Nr. BK-00/01073 UITSPRAAK op het beroep van de Stichting X te Y tegen de uitspraak van de Inspecteur, het hoofd van de eenheid

Nadere informatie

UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 10 MEI 2017 (NR. 7 VAN 2017) IN DE ZAAK 2016.V9-AMADEUS AMETHIST

UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 10 MEI 2017 (NR. 7 VAN 2017) IN DE ZAAK 2016.V9-AMADEUS AMETHIST UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 10 MEI 2017 (NR. 7 VAN 2017) IN DE ZAAK 2016.V9-AMADEUS AMETHIST Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, te Den Haag, verzoeker,

Nadere informatie

CR 12/2415 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

CR 12/2415 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. CR 12/2415 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. Niet-ontvankelijkheid klager. Al eerder over feiten geoordeeld. Tijdsverloop van acht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2014:4586

ECLI:NL:RBROT:2014:4586 ECLI:NL:RBROT:2014:4586 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 05-06-2014 Datum publicatie 05-06-2014 Zaaknummer 13/7284, 14/152, 14/2414 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht

Nadere informatie

10-02 DE RAAD VAN TOEZICHT GRONINGEN VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM

10-02 DE RAAD VAN TOEZICHT GRONINGEN VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM 10-02 DE RAAD VAN TOEZICHT GRONINGEN VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM Risicodragende projectontwikkeling via echtgenote. Verantwoordelijkheid als leidinggevende. De

Nadere informatie

Damrak 387, 1012 zj Amsterdam Telefoonnummer : 020-622 04 77 Faxnummer : 020-626 42 52 E-mailadres : secretariaat@tuchtcollegevoordescheepvaart.

Damrak 387, 1012 zj Amsterdam Telefoonnummer : 020-622 04 77 Faxnummer : 020-626 42 52 E-mailadres : secretariaat@tuchtcollegevoordescheepvaart. JAARVERSLAG 2012 Tuchtcollege voor de Scheepvaart Damrak 387, 1012 zj Amsterdam Telefoonnummer : 020-622 04 77 Faxnummer : 020-626 42 52 E-mailadres : secretariaat@tuchtcollegevoordescheepvaart.nl Website

Nadere informatie

KAMER VOOR HET NOTARIAAT KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN

KAMER VOOR HET NOTARIAAT KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN AL/2015/106 ECLI:NL:TNORARL:2015:39 KAMER VOOR HET NOTARIAAT Beslissing in de zaak onder nummer van: AL/2015/106 KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN Kenmerk: AL/2015/106 Beslissing

Nadere informatie

Bij brief van 22 april 2015 heeft de gemachtigde van beklaagde een verweerschrift ingediend bij de Raad.

Bij brief van 22 april 2015 heeft de gemachtigde van beklaagde een verweerschrift ingediend bij de Raad. Eigen belang. Makelaar koopt via rechtspersoon. Belangenverstrengeling. Beklaagde trad op als makelaar voor de verkoopster van een woning. Klager (NVM) verwijt beklaagde dat de woning door een holding

Nadere informatie

14-400/DB/OB ECLI:NL:TADRSHE:2016:37 RAAD VAN DISCIPLINE. Beslissing in de zaak onder nummer van: /DB/OB

14-400/DB/OB ECLI:NL:TADRSHE:2016:37 RAAD VAN DISCIPLINE. Beslissing in de zaak onder nummer van: /DB/OB 14-400/DB/OB ECLI:NL:TADRSHE:2016:37 RAAD VAN DISCIPLINE Beslissing in de zaak onder nummer van: 14-400/DB/OB Beslissing van 7 maart 2016 in de zaak 14-400/DB/OB naar aanleiding van het bezwaar van: de

Nadere informatie

Klacht over te zwaar en dubbel straffen van een leerling en over niet nakomen van afspraken. ADVIES

Klacht over te zwaar en dubbel straffen van een leerling en over niet nakomen van afspraken. ADVIES 107973 - Klacht over te zwaar en dubbel straffen van een leerling en over niet nakomen van afspraken. ADVIES inzake de klacht van: [klagers], wonende te [woonplaats], ouders van [leerling], klagers tegen

Nadere informatie

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: G MAKELAARS, NVM-lid, kantoorhoudende te A, beklaagde in hoger beroep

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: G MAKELAARS, NVM-lid, kantoorhoudende te A, beklaagde in hoger beroep Zie ook 16/2577 Overtreding verbod op handel. Verantwoordelijkheid van de onderneming voor het optreden van de makelaar. De bank wenst als hypotheekhouder van een appartement tot verkoop daarvan over te

Nadere informatie

Raad van Discipline. adres. tegen:

Raad van Discipline. adres. tegen: Verzetbeslissing Beslissing van 2 september 2014 in de zaak 14010A naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 25 februari 2014

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:5122

ECLI:NL:CRVB:2016:5122 ECLI:NL:CRVB:2016:5122 Instantie Datum uitspraak 28-12-2016 Datum publicatie 06-01-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 15/3697 WW Bestuursrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201111794/1 A/2. Datum uitspraak: 12 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 2011001 33/1/V6. Datum uitspraak: 20 april 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) op het

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve07001320 200700456/1. Datum uitspraak: 11 juli 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: vennootschap onder firma Chinees Japans Specialiteitenrestaurant A., gevestigd

Nadere informatie

DE Raad van Toezicht Eindhoven/Maastricht geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

DE Raad van Toezicht Eindhoven/Maastricht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: Belangenbehartiging opdrachtgever. Contractsbepalingen. De verhuurster van een bedrijfspand (klaagster) verwijt haar makelaar dat hij de borgstelling in de huurovereenkomst onvoldoende geregeld heeft.

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VOOR DE OCTROOIGEMACHTIGDEN Postbus 3219, 2280 GE Rijswijk telefoon fax

RAAD VAN TOEZICHT VOOR DE OCTROOIGEMACHTIGDEN Postbus 3219, 2280 GE Rijswijk telefoon fax RAAD VAN TOEZICHT VOOR DE OCTROOIGEMACHTIGDEN Postbus 3219, 2280 GE telefoon 070-3905578 fax 070-3905171 BESCHIKKING A. - B. 1. Bij brief van 13 augustus 1999 heeft de heer A. bij de Raad van Toezicht

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG 2018-137 ECLI:NL:TGZRSGR:2018:182 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2018-137 Datum uitspraak: 20 november 2018 Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg

Nadere informatie

Tuchtrechtspraak NVM. Stichting RvT Zuid 203 ERECODE 202 TAXATIE. Taxatie uitgevoerd door medewerker die geen lid NVM was.

Tuchtrechtspraak NVM. Stichting RvT Zuid 203 ERECODE 202 TAXATIE. Taxatie uitgevoerd door medewerker die geen lid NVM was. 19-04 RvT Zuid 203 ERECODE 202 TAXATIE Taxatie uitgevoerd door medewerker die geen lid NVM was. De NVM verwijt makelaarskantoor X (beklaagde en lid NVM) dat door haar medewerker/vennoot Z een taxatierapport

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE C2010.295 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer C2010.295 van: , wonende te , appellant, klager in eerste aanleg, gemachtigde: R. Melchers,

Nadere informatie

De Raad van Toezicht Oost geeft uitspraak inzake de klacht van: De heer M.H.N. en mevrouw A.L.J.S. te A, gemachtigde: de heer mr. S.

De Raad van Toezicht Oost geeft uitspraak inzake de klacht van: De heer M.H.N. en mevrouw A.L.J.S. te A, gemachtigde: de heer mr. S. Onjuiste informatie over parkeerplaats. Klager is geïnteresseerd in een appartement dat beklaagde in verkoop heeft. Voor hem is essentieel dat hij over twee parkeerplaatsen beschikt. De makelaar zegt toe

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve07001324 200608064/1. Datum uitspraak: 11 juli 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, appellant, tegen

Nadere informatie

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam Beschikking zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klachten met zaaknummers 10.2004 en 155.2004 van: [ ], wonende te [ ], klager,

Nadere informatie

K MAKELAARSKANTOOR O.G. B.V.,kantoorhoudende te G, beklaagde,

K MAKELAARSKANTOOR O.G. B.V.,kantoorhoudende te G, beklaagde, Mandeligheid van buitenmuur. Informatie aan kopende collega-makelaar over juridisch geschil met de buren. Tijdsverloop voor indienen van klacht. Beklaagde is belast met de verkoop van een woning. Aan de

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG G2017/124 ECLI:NL:TGZRGRO:2018:9 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: G2017/124 Rep.nr. G2017/124 13 maart 2018 Def. 032 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE

Nadere informatie

Tuchtrechtspraak. Stichting NVM RvT Oost 203 ERECODE

Tuchtrechtspraak. Stichting NVM RvT Oost 203 ERECODE 18-134 RvT Oost 203 ERECODE Stichting Tuchtrechtspraak NVM Onduidelijke positie van de makelaar. Plicht om positie helder te maken geldt ook tegenover niet-opdrachtgever. Klaagster heeft een woning gehuurd.

Nadere informatie

Uitspraak: 7 april 2015 HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN

Uitspraak: 7 april 2015 HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN Uitspraak: 7 april 2015 HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 12 november 2014 binnengekomen klacht van: [A] wonende te [B]

Nadere informatie

Beroep tegen overplaatsing gegrond vanwege het ontbreken van de instemming van de werkneemster.

Beroep tegen overplaatsing gegrond vanwege het ontbreken van de instemming van de werkneemster. 108379 - Beroep tegen overplaatsing gegrond vanwege het ontbreken van de instemming van de werkneemster. in het geding tussen: UITSPRAAK [appellante], wonende te [woonplaats], appellante, hierna te noemen

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2014:5220

ECLI:NL:RBMNE:2014:5220 ECLI:NL:RBMNE:2014:5220 Instantie Datum uitspraak 23-10-2014 Datum publicatie 28-10-2014 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer AWB - 14 _ 2227 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht

Nadere informatie

in het geding tussen: de heer [appellant], wonende te [woonplaats], hierna te noemen [appellant]

in het geding tussen: de heer [appellant], wonende te [woonplaats], hierna te noemen [appellant] 108047 UITSPRAAK in het geding tussen: de heer [appellant], wonende te [woonplaats], hierna te noemen [appellant] en het College van Bestuur van [de werkgever], gevestigd te [vestigingsplaats], verweerder,

Nadere informatie

Als makelaar-verkoper vergoeding van koper bedongen. Registratie van andere koopsom dan de werkelijke.

Als makelaar-verkoper vergoeding van koper bedongen. Registratie van andere koopsom dan de werkelijke. Als makelaar-verkoper vergoeding van koper bedongen. Registratie van andere koopsom dan de werkelijke. Een makelaar krijgt een verkoopopdracht van een woning waarvan de opbrengst ver onder de hypothecaire

Nadere informatie

UITSPRAAK. de Vereniging B, gevestigd te C, verweerster, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. M. De Vita

UITSPRAAK. de Vereniging B, gevestigd te C, verweerster, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. M. De Vita 107818 - Beroep tegen schriftelijke berisping. De werkgever heeft een te groot verschil gemaakt in sanctionering van de werknemer en diens collega, terwijl sprake was van gelijke omstandigheden. in het

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak op het verzet (artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht) van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak op het verzet (artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht) van: Raad vanstatc 201002367/2/V6. Datum uitspraak: 1 september 2010 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het verzet (artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht) van: wonend te handelend onder de naam

Nadere informatie

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: Zie ook CR16/2577a Verbod op handel. Resultaat van handel niet van belang. Verantwoordelijkheid van de onderneming De bank wenst als hypotheekhouder van een appartement tot verkoop daarvan over te gaan.

Nadere informatie

Adviseur en tegelijkertijd koper van pand van cliënt. Misbruik van omstandigheden. Zeer ernstige schending van Erecode.

Adviseur en tegelijkertijd koper van pand van cliënt. Misbruik van omstandigheden. Zeer ernstige schending van Erecode. Adviseur en tegelijkertijd koper van pand van cliënt. Misbruik van omstandigheden. Zeer ernstige schending van Erecode. Een makelaar, toen nog niet aangesloten bij de NVM, wordt door een bejaard echtpaar

Nadere informatie

Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen.

Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen. 1408 Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen. Het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen, hierna te noemen het College, heeft het

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE 187/2018 ECLI:NL:TGZRZWO:2019:34 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 187/2018 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 22 februari 2019 naar aanleiding

Nadere informatie

Ontvankelijkheid. Belangenbehartiging niet-opdrachtgever. Ongepast optreden. Misleiding.

Ontvankelijkheid. Belangenbehartiging niet-opdrachtgever. Ongepast optreden. Misleiding. Ontvankelijkheid. Belangenbehartiging niet-opdrachtgever. Ongepast optreden. Misleiding. Klager heeft van de gemeente een vergunning verkregen voor de aanleg van een uitrit op zijn perceel. Nadat beklaagde,

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2003.0351 (005.03) ingediend door: hierna te noemen klaagster', tegen: hierna te noemen verzekeraar'. De Raad van Toezicht

Nadere informatie

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: de heer F. H. aangesloten NVM-Makelaar, kantoorhoudende te H, beklaagde.

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: de heer F. H. aangesloten NVM-Makelaar, kantoorhoudende te H, beklaagde. Onjuiste informatie: garage niet geïsoleerd. Verwijzing naar verkeerd artikel in koopakte en tekening in spiegelbeeld. Klager koopt een woning die bij beklaagde in verkoop was. Hij verwijt de makelaar

Nadere informatie

Tot misverstand leidende informatie aan koper. Afwezigheid van berging. De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

Tot misverstand leidende informatie aan koper. Afwezigheid van berging. De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: Tot misverstand leidende informatie aan koper. Afwezigheid van berging. Klager bezichtigt een paar appartementen in een complex dat o.a. via beklaagde te koop wordt aangeboden. In dat kader wordt ook de

Nadere informatie

ECLI:NL:CBB:2002:AE1633

ECLI:NL:CBB:2002:AE1633 ECLI:NL:CBB:2002:AE1633 Instantie Datum uitspraak 09-04-2002 Datum publicatie 17-04-2002 Zaaknummer AWB 00/25 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie College van Beroep voor het bedrijfsleven

Nadere informatie

C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E

C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E C2017.142 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer C2017.142 van: A., wonende te B., appellante, klaagster in eerste aanleg, tegen C., specialist

Nadere informatie

Informatie aan niet-opdrachtgever. Onzorgvuldig handelen. Niet verschijnen bij bezichtiging.

Informatie aan niet-opdrachtgever. Onzorgvuldig handelen. Niet verschijnen bij bezichtiging. Informatie aan niet-opdrachtgever. Onzorgvuldig handelen. Niet verschijnen bij bezichtiging. Klager verwijt een makelaar (beklaagde), dat hij de gemaakte bezichtigingsafspraak niet tijdig heeft afgezegd.

Nadere informatie

Reglement van het Tuchtcollege voor de Scheepvaart

Reglement van het Tuchtcollege voor de Scheepvaart Reglement van het Tuchtcollege voor de Scheepvaart Considerans Het Reglement van het Tuchtcollege voor de Scheepvaart is geen product van wetgeving afkomstig van het Tuchtcollege; het Tuchtcollege is in

Nadere informatie

Taxatie. Onjuiste taxatiewaarde. Zelfstandig oordeel van de Raad t.o.v. oordeel civiele rechter.

Taxatie. Onjuiste taxatiewaarde. Zelfstandig oordeel van de Raad t.o.v. oordeel civiele rechter. Taxatie. Onjuiste taxatiewaarde. Zelfstandig oordeel van de Raad t.o.v. oordeel civiele rechter. Klaagster verwijt beklaagde dat hij haar woning veel te laag gewaardeerd heeft. Klaagster wijst daarbij

Nadere informatie

Ontvankelijkheid. Risicodragende projectontwikkeling. Eigen belang.

Ontvankelijkheid. Risicodragende projectontwikkeling. Eigen belang. Ontvankelijkheid. Risicodragende projectontwikkeling. Eigen belang. Beklaagde trad op als verkopend makelaar van een bouwproject. Klager heeft een koopaannemingsovereenkomst gesloten m.b.t. een 50% aandeel

Nadere informatie

Beslissing d.d. 17 juli 2008 naar aanleiding van de op 17 september 2007 ingekomen klacht van

Beslissing d.d. 17 juli 2008 naar aanleiding van de op 17 september 2007 ingekomen klacht van REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 17 juli 2008 naar aanleiding van de op 17 september 2007 ingekomen klacht van A, wonende te B, k l a g e r -tegen- C, huisarts te D, gemachtigde: mr. L.

Nadere informatie

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. CR 11/2362 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. Tijdig beroep op ontbindende voorwaarde? Klager/koper deed op de dag dat het financieringsbeding

Nadere informatie

A, verblijvende te B, bijgestaan door mr. A.R. van Dolder, advocaat te Heerhugowaard,

A, verblijvende te B, bijgestaan door mr. A.R. van Dolder, advocaat te Heerhugowaard, REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing van 4 september 2008 naar aanleiding van de op 29 augustus 2006 bij het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Eindhoven ingekomen en vervolgens naar

Nadere informatie

Rapport. Datum: 15 november 2007 Rapportnummer: 2007/257

Rapport. Datum: 15 november 2007 Rapportnummer: 2007/257 Rapport Datum: 15 november 2007 Rapportnummer: 2007/257 2 Klacht Verzoeker klaagt er over dat de Belastingdienst/Rivierenland/kantoor Gorinchem bij zijn beschikking van 7 juli 2005 geen ambtshalve vermindering

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201112017/1/V2. Datum uitspraak: 4 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de klacht van: 1. A, in zijn hoedanigheid van hoofdinspecteur voor de geestelijke Gezondheidszorg

Nadere informatie

Beslissing d.d. 10 mei 2017 ex art Tuchtrechtreglement Bancaire Sector

Beslissing d.d. 10 mei 2017 ex art Tuchtrechtreglement Bancaire Sector Beslissing Beslissing d.d. 10 mei 2017 ex art. 3.9.1 Tuchtrechtreglement Bancaire Sector DE ALGEMEEN DIRECTEUR, mr. J. Brouwer, benoemd door de Stichting Tuchtrecht Banken, Klager, gemachtigden: dhr. mr.

Nadere informatie

LJN: BH1764, Centrale Raad van Beroep, 07/2959 WWB + 07/2960 WWB + 08/6263 WWB + 08/6264 WWB + 08/6265 WWB

LJN: BH1764, Centrale Raad van Beroep, 07/2959 WWB + 07/2960 WWB + 08/6263 WWB + 08/6264 WWB + 08/6265 WWB LJN: BH1764, Centrale Raad van Beroep, 07/2959 WWB + 07/2960 WWB + 08/6263 WWB + 08/6264 WWB + 08/6265 WWB Datum uitspraak: 20-01-2009 Datum publicatie: 04-02-2009 Rechtsgebied: Bijstandszaken Soort procedure:

Nadere informatie

Beweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar.

Beweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar. Beweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar. In het kader van het uit elkaar gaan van klager en zijn partner moet de gemeenschappelijke woning getaxeerd

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:7903

ECLI:NL:RBDHA:2017:7903 ECLI:NL:RBDHA:2017:7903 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 10-07-2017 Datum publicatie 24-07-2017 Zaaknummer AWB - 16 _ 25671 Rechtsgebieden Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg -

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2012:BW6565

ECLI:NL:CRVB:2012:BW6565 ECLI:NL:CRVB:2012:BW6565 Instantie Datum uitspraak 22-05-2012 Datum publicatie 29-05-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 10-1542 WWB + 10-1557

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG 057/2018 ECLI:NL:TGZRZWO:2018:110 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 057/2018 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 7 juni 2018 naar aanleiding

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve07001323 200607474/1. Datum uitspraak: 11 juli 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: A., wonend te Breda, appellant, tegen de uitspraak in zaak no. 05/5140

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2017:3873

ECLI:NL:RBZWB:2017:3873 ECLI:NL:RBZWB:2017:3873 Instantie Datum uitspraak 15-06-2017 Datum publicatie 28-06-2017 Zaaknummer AWB 16/10200 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Bestuursrecht

Nadere informatie