Gebruiksvoorschrift. voor locaal om te stellen wissel. Assetmanagement. Documentnummer: GVS Versie: 001. Datum van kracht:

Transcriptie

1 Assetmanagement Gebruiksvoorschrift voor Beherende instantie: Inhoud verantwoordelijke: Status: AM Kwaliteitsmanagement Manager T. Sysling Definitief Datum van kracht: Versie: 001 Documentnummer: GVS Behoudens de in of krachtens de Auteurswet 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur Apart from the exceptions in or by virtue of the 1912 copyright law no part of this document may be reproduced or published by print, photocopying, microfilm or any other means without written permission from the author. model versie 2010

2 INHOUD Revisiegegevens Algemeen Scope Van kracht zijnde bedrijfsvoorschriften van ProRail (brondocumenten) Definities en afkortingen Typen wisselstellers, sloten en grendels Locaal te bedienen wisselstellers Locaal te bedienen sloten en grendels Locaal om te stellen wisselstellers (centraal bediend) met handkruk (= noodbediening) EHO Bediening EHO Noodbediening EHO-M via het contragewicht Noodbediening EHO-H via de voetpomp VHO Bediening VHO Noodbediening LPM Algemeen Normale bediening Afwijkende bediening Terugkeren na blokkering Hervatten van de bediening na twee maal blokkeren Terugkeren na loslaten in de startfase Loslaten tijdens de omlegfase Noodbediening Foutstand na noodbediening (met wisselkruk) Akoestische en visuele signalen Mechanische omzetstoel model Omzetstoel voor stopontspoorblok of ontspoorplaat Sloten en grendels Z-slot KZ-slot Ontsluiten Kz-slot Sleutels voor Z-slot en Kz slot Plaats van sleutels: Elektrisch grendel Grendelschuif Centraal bediende wisselstellers (noodbediening met handkruk) Noodbediening stellers met handkruk Gebruiksvoorschrift versie 001 pag. 2 / 17

3 Revisiegegevens Datum Versie Hoofdstuk/ paragraaf Wijziging Gebruiksvoorschrift versie 001 pag. 3 / 17

4 1 Algemeen Dit GVS is samengesteld uit bestaande -van kracht zijnde - regelgeving van ProRail en is specifiek bedoeld voor instructie aan bedienend personeel van vervoerders om locaal wissels om te kunnen stellen De informatie is inhoudelijk ongewijzigd overgenomen uit de betreffende regelgeving vermeld in hoofdstuk 2.2 Van kracht verklaarde voorschriften. 1.1 Scope Onder s worden wissels en stopontspoorblokken en ontspoorplaten bedoelt bediend door: - een EHO, VHO of LPM (ook wel genoemd bromwissels) - handomzetstoel model 65 - handomzetstoel (speciefiek voor stopontspoorblok of ontspoorplaat) - NSE stellers met een schakelaar ter plaatse van het wissel Daarbij is voor sommige wissels ook kennis noodzakelijk van het gebruik van: - Z-slot - Kz slot - Grendelschuif - Elektrisch grendel De locale bediening (noodbediening) van centraal bediende wissels, het zogenaamde krukken van wissels wordt wel genoemd in dit GVS, maar de bedieninstructie is separaat ontsloten in GVS Van kracht zijnde bedrijfsvoorschriften van ProRail (brondocumenten) Onderstaande lijst is uitsluitend opgenomen als bronvermelding voor de in dit GVS opgenomen informatie. De genoemde brondocumenten bevatten in de regel veel meer informatie dan voor het bedienend personeel bedoeld is (o.a. regels voor aanleg en onderhoud). Het is om deze reden niet effectief deze documenten te ontsluiten aan de vervoerders. Alle van de vervoerder van belang zijnde bepalingen omtrent het bedienen van de hierin opgenomen infra-elementen zijn in dit document één op één samengebracht. Naam document Nummer Status Installatie en onderhoud van HOSTA Elektro-Hydraulische Omzetstoel. RLN00103-V002 Geautoriseerd (RIC) Type EHO-M; EHO-H, EHO-M 05 en EHO-H 05 Richtlijnen voor de aanleg en instandhouding van de bovenbouw RLN00106-V001 Geautoriseerd (RIC) van de weg. TAB.06: Aanbrengen, aansluiten en onder- houden van de HOSTA Voet-Hydraulische Omzetstoel Richtlijnen voor de aanleg en instandhouding van de bovenbouw RLN00111-V001 Geautoriseerd (RIC) van de weg. TAB.11 Aanbrengen, aansluiten, onderhou- den en bedienen van de elektro-mechanische omzetstoel LPM Krukken en klemmen van ééndelige wissels GVS Geautoriseerd (RIC) Elektrisch grendel NS type 2A (rev. '08) RLN00247-V001 Geautoriseerd (RIC) Vastgelegde wissels, spoorafsluitingen en brugbeveiligingsinrichtingen B-VRS C 5504/IX Geautoriseerd (IMB) 1.3 Definities en afkortingen Term Verklaring EHO Elektro-Hydraulische Omzetstoel. VHO Voet-Hydraulische Omzetstoel LPM Local Powered Moving Machine Z-slot Zekerheidsslot Kz-slot Krukzekerheidsslot Gebruiksvoorschrift versie 001 pag. 4 / 17

5 2 Typen wisselstellers, sloten en grendels 2.1 Locaal te bedienen wisselstellers Er wordt onderscheid gemaakt in de volgende typen wisselomstelinrichtingen die alleen locaal omgesteld kunnen worden: EHO VHO (in deze afbeelding voorzien van grendelschuif en elektrisch grendel) afbeelding 1 LPM afbeelding 2 Handomzetstoel model 65 afbeelding 3 Handomzetstoel voor stopontspoorblok of ontspoorplaat (in deze afbeelding voorzien van een Z-slot) afbeelding 4 afbeelding 5 De omstelinrichtingen kunnen voorzien zijn van een slot of grendel, zie hiervoor het hoofdstuk 2.2. Gebruiksvoorschrift versie 001 pag. 5 / 17

6 2.2 Locaal te bedienen sloten en grendels Z-slot Kz-slot afbeelding 6 Elektrisch grendel afbeelding 7 afbeelding 8, Oud model afbeelding 9 Nieuw model 2.3 Locaal om te stellen wisselstellers (centraal bediend) met handkruk (= noodbediening) Wissel omstelinrichtingen die normaal centraal omgesteld worden maar met een handkruk ook locaal omgesteld kunnen worden. Zie afbeelding 10 t/m 14 Dit zal alleen voorkomen in geval van storing (op afstand onbedienbaar zijn van de stellers) Dit is alleen toegestaan in overleg met de Verkeersleiding door o.a. machinisten van door de Directie toegelaten vervoersbedrijven die hiervoor een opleiding hebben gevolgd en een geldig certificaat hebben. Zie GVS hfst. 4. NSE steller afbeelding 10 Gebruiksvoorschrift versie 001 pag. 6 / 17

7 EBI-switch steller S700 steller (alleen op Kijfhoek en Amersfoort) afbeelding 11 afbeelding 12 S700 afbeelding 13 S700KM afbeelding 14 S700K Gebruiksvoorschrift versie 001 pag. 7 / 17

8 3 EHO 3.1 Bediening EHO De stand van het wissel is af te leiden uit de stand van het contragewicht van de EHO. Voor een beter zicht is op dit contragewicht een vaantje aangebracht. Het contragewicht wijst altijd naar de kant waarnaar de trein gaat. Voor het bedienen van het wissel drukt u de drukknop (of sleutelschakelaar) tegengesteld aan de stand van het contragewicht in. U houdt deze drukknop ingedrukt tijdens de bediening, totdat het wissel is omgelopen en de desbetreffende tong goed aan ligt. Zodra u de drukknop loslaat, wordt het hydraulische systeem afgeschakeld en blijven de tongen liggen. Als u tijdens de bediening de knop vroegtijdig los laat, blijven de tongen in de dan bereikte stand liggen. Door dezelfde knop opnieuw in te drukken en ingedrukt te houden, zullen de tongen alsnog naar hun eindstand lopen. afbeelding Noodbediening EHO-M via het contragewicht Hiervoor is een schiftijzer benodigd. Op het contragewicht van de EHO zit een blok gemonteerd met een cilindrisch gat waarin een schiftijzer past (zie afb. 16). Door het schiftijzer in dit gat te steken en het als een hefboom te gebruiken kan zonder veel moeite het wissel omgesteld worden. Afbeelding 16. Blok met cilindrisch gat 3.3 Noodbediening EHO-H via de voetpomp Open de afschermkap van de EHOH. Hierin bevinden zich de elektrische aansluiting, de werkschakelaar, de voetpomp (blauw) en twee hendels (zie afb. 17). De bovenste hendel (omleg bediening hendel) zet u in de richting waarheen u het wissel wilt omleggen. Voor het pompen haalt u de onderste hendel (noodbediening hendel) omhoog (omhoog houden tijdens pompen). Hierdoor wordt het elektro-hydraulische systeem afgeschakeld. U kunt nu gaan pompen. U moet blijven pompen totdat de tong helemaal aanligt. U merkt dit o.a. aan de voetpomp die weerstand gaat geven. Nu kunt u de onderste hendel loslaten. omlegbedieningshandel noodbedieningshandel Afschermkap (in geopende stand) van de EHOH Voetpomp Afb. 17 N.B.: Indien de EHO elektrisch niet meer om te leggen valt, kunt u te allen tijde op de noodbediening overgaan. Het is niet mogelijk dat de noodbediening geblokkeerd wordt door een elektrisch defect! Brondocument: RLN00103-V002 (Hfst. 5) Gebruiksvoorschrift versie 001 pag. 8 / 17

9 4 VHO 4.1 Bediening VHO afbeelding 18 Om een wissel, uitgerust met een VHO, om te zetten, dient men als volgt te werk te gaan (zie afb. 19): - Met de bedieningshendel (B) van het keuzeventiel moet eerst de richting voor omzetten worden gekozen. - Als de richting is gekozen, moet de bedieningshendel in deze stand worden gehouden. - Nu moet men pedaal (A) van de voetpomp bedienen, waarbij men moet blijven pompen totdat de tong van het wissel goed aanligt (halverwege) het omzetten zal de tong waarschijnlijk uit zichzelf verder door vallen. Ook dan zal men goed moeten controleren of de tong werkelijk goed aanligt. - Als deze goed aanligt kan de hendel (B) worden losgelaten, waarna deze weer in zijn oude uitgangspositie terugspringt. afbeelding Noodbediening Via het contragewicht voor gewone wissels en halve engelse wissels. Hiervoor is een schiftijzer nodig. Op het contragewicht van de VHO zit een blok gemonteerd met een cilindrisch gat waarin een schiftijzer past (zie afb. 20). Door het schiftijzer in dit gat te steken en het als een hefboom te gebruiken kan zonder veel moeite het wissel worden omgesteld. Afbeelding 20. Blok met cilindrisch gat voor schifijzer Brondocument: RLN00106-V001(Hfst. 5) Gebruiksvoorschrift versie 001 pag. 9 / 17

10 5 LPM 5.1 Algemeen afbeelding 21 Door middel van een drukknop (of optioneel rijtuigsleutelschakelaar) op de bedieningspaal, kan het wissel worden omgelegd. De bedieningspaal zit aan de voorkant van de LPM. Gedurende het omleggen moet de bedieningsdrukknop ingedrukt blijven. Als algemene regel geldt: De bedieningsdrukknop pas loslaten nadat de LPM zijn beweging geheel heeft afgemaakt en het witte vlak in het kijkglas zichtbaar is. Bij normale bediening zal de LPM het wissel omleggen door een slag te maken volgens de 3 fasen: Startfase: de aandrijving van de LPM draait wel, de tongen bewegen nog niet. Omlegfase: de aandrijving van de LPM draait, de tongen bewegen ook. Eindfase: de aandrijving van de LPM draait nog, het wissel is reeds omgelegd. Na het bedienen van de LPM dient altijd te worden gecontroleerd of het wissel correct is omgelegd. De aanliggende tong(en) moet(en) goed tegen de aanslagspoorstaaf (staven) aanliggen. Onderstaande procedure gaat uit van en correct geïnstalleerde LPM. 5.2 Normale bediening Procedure: doe stap (a) en (b). (a) Druk op de bedieningsdrukknop net zo lang (4 sec) tot het wissel helemaal is omgelegd en de LPM zijn beweging geheel heeft afgemaakt. Optioneel: Draai de rijtuigsleutelschakelaar 90 en houd deze net zo lang vast (4 sec) tot de LPM zijn beweging geheel heeft afgemaakt en het witte vlak in het kijkglas zichtbaar is (zie afb. 22). Het wissel ligt nu om. (b) Controleer of de wisseltong aanligt tegen de aanslagspoorstaaf. Noot: Indien bij het omleggen van het wissel een storing is opgetreden, ga verder met procedure onder punt Afwijkende bediening Deze procedure is geschreven voor de drukknop uitvoering. Voor de optionele rijtuigsleutelschakelaar is de procedure gelijk. Lees voor bedieningsdrukknop: rijtuigsleutelschakelaar. Gebruiksvoorschrift versie 001 pag. 10 / 17

11 5.3.1 Terugkeren na blokkering Wissel is bij het omleggen geblokkeerd. De bedieningsdrukknop is ingedrukt gehouden. Het wissel ligt na het blokkeren weer in de beginstand. Procedure: doe stap (c). (c) Hef de blokkering op en doe stap (a) en (b) volgens punt Hervatten van de bediening na twee maal blokkeren Wissel is bij het omleggen twee maal geblokkeerd. Wordt het wissel na de eerste keer blokkeren, tijdens het teruglopen ook geblokkeerd, dan stopt de LPM. Procedure: doe stap (d) tot en met (f). (d) Laat de bedieningsdrukknop los. Er klinkt nu een continu akoestisch signaal, zie 5.5; (e) Hef de blokkering op; (f) Doe stap (a) tot en met (c) volgens punt Terugkeren na loslaten in de startfase Bedieningsdrukknop is te vroeg losgelaten. Als de bedieningsdrukknop in de eerste seconde is losgelaten loopt het inwendige mechanisme van de LPM terug naar de beginstand. Het wissel heeft nog niet bewogen. Procedure: doe stap (g). (g) Doe stap (a) en (b) volgens punt 5.2. Als de bedieningsdrukknop in de eerste seconde is losgelaten, maar voor het bereiken van de beginstand weer is ingedrukt, loopt het wissel normaal naar zijn eindstand. Procedure: doe stap (h). (h) Doe stap (a) en (b) volgens punt Loslaten tijdens de omlegfase Als de bedieningsdrukknop in de omlegfase (2e en 3e seconden) wordt losgelaten stopt de LPM. Er klinkt nu een akoestisch signaal, zie 5.5. Procedure: doe stap (i) en (j). (i) Druk op de bedieningsdrukknop. Het wissel loopt terug naar de beginstand. (j) Doe stap (a) en (b) volgens punt 5.2. Als de bedieningsdrukknop tijdens het teruglopen weer is losgelaten stopt de LPM. Procedure: doe stap (k). (k) Doe stap (a) en (b) volgens punt Noodbediening De LPM is uitgerust met een mechanisme dat de rangeerder in staat stelt om het wissel door handkracht te bedienen. Hiervoor dient een handkruk beschikbaar te zijn, zie afb. 22. Draai de kruk met de wijzers van de klok mee om de trekstang naar links te bewegen. Draai de kruk tegen de wijzers van de klok in om de trekstang naar rechts te bewegen. Let op: Draai de kruk met een kracht niet groter dan 50 N. Afbeelding 22 Gebruiksvoorschrift versie 001 pag. 11 / 17

12 e: doe stap (a) tot en met (c). (a) Plaats de kruk in het gat aan de voorkant van de LPM. Noot: Het elektrische circuit is nu onderbroken, zodat elektrische bediening is uitgesloten. (b) Draai de kruk totdat er een wit vlak in het kijkglas zichtbaar is, zie afb. 23. Noot: De openrijdbaarheid is nu gegarandeerd. (c) Controleer of de wisseltong aanligt tegen de aanslagspoorstaaf. Afbeelding Foutstand na noodbediening (met wisselkruk) Na het handmatig omleggen van het wissel, komt de positie van het inwendige mechanisme van de LMP niet langer overeen met de in het interne geheugen vastgelegde positie (foutstand). Wordt in deze toestand de LMP elektrisch bediend zal de motor in eerste instantie de verkeerde kant op gaan lopen, de motor schakelt dan uit om vervolgens kort daarna de gewenste kant op te draaien en het wissel omstellen. 5.5 Akoestische en visuele signalen De LPM is uitgerust met akoestische en visuele signalen. Onderstaande tabellen geven een overzicht van de omstandigheden waarin de signalen optreden. Overzicht akoestische signalen Omstandigheden Akoestische signalen Actie Correcte bediening: tijdens omlopen geen toon geen Correcte bediening: aan het einde van de slag continu toon knop loslaten blijft de bedieningsdrukknop ingedrukt De bedieningsdrukknop te vroeg losgelaten continu toon, max. 3 sec zie punt De bedieningsdrukknop te vroeg losgelaten continu toon, max. 30 sec zie punt Twee maal blokkeren van het wissel continu toon, max. 30 sec zie punt Bij storing; LPM reageert niet op bediening continu toon, max. 30 sec Storing melden Overzicht visuele signalen Omstandigheden Visuele signalen Actie LPM is gereed voor gebruik (groene) led is aan geen (de accu staat onder lading) Er is geen voedingsspanning aanwezig op de LPM Afbeelding 24 led is uit Het wissel loopt om standaanwijzer loopt mee Geen Het wissel ligt in zijn eindstand witte vlak zichtbaar Geen controleer de zekeringen, zie afb. 10 Brondocument: RLN00111-V001(Hfst. 4) Afb. 25 Gebruiksvoorschrift versie 001 pag. 12 / 17

13 6 Mechanische omzetstoel model 65 afbeelding 26 Zorg, indien van toepassing, voor ontgrendelen van het slot of grendel, zie hoofdstuk 8. Let op dat u stevig staat, het omstellen kan zwaar gaan en het contragewicht is zwaar. Handel met contragewicht optillen en naar de andere stand bewegen, zodra het bovenste punt gepasseerd wordt de (langere) wisselhandel meetrekken. (probeer de handels om te gooien) Brondocument: nog niet bekend of beschikbaar Gebruiksvoorschrift versie 001 pag. 13 / 17

14 7 Omzetstoel voor stopontspoorblok of ontspoorplaat afbeelding 27 ontspoorplaat Zorg, indien van toepassing, voor ontgrendelen van het slot of grendel, zie hoofdstuk 8. Leg de handel in de andere stand door deze 180 o te draaien. Brondocument: nog niet bekend of beschikbaar Gebruiksvoorschrift versie 001 pag. 14 / 17

15 8 Sloten en grendels 8.1 Z-slot De onderstaande sloten kunnen in verschillende uitvoeringen voorkomen, de uitvoering is afhankelijk van de productiedatum. afbeelding 28 In een Z-slot past één sleutel. Bij de gesloten stand van de inrichting is deze sleutel niet in het slot aanwezig. Door de sleutel in het slot te steken en links om te draaien, wordt de inrichting ontsloten. Brondocument: B-VRS C 5504/IX (Hfst. 2) 8.2 KZ-slot afbeelding 29 In een Kz-slot passen twee sleutels, waarvan er één vastgezet in het slot gesloten stand van de inrichting en de andere bij de ontsloten stand Ontsluiten Kz-slot De inrichting wordt ais volgt ontsloten: a. de desbetreffende sleutel in het bijbehorende sleutelgat steken en zo ver kwart slag) naar links draaien; b. de sleutel dieper in het slot duwen en zo ver mogelijk naar links draaien; c. terwijl de sleutel in deze stand wordt vastgehouden het krukje naar links stuit. De sleutel is nu vastgezet en de inrichting is ontsloten; d. de andere sleutel kan nu naar rechts worden omgedraaid, iets worden een kwart slag naar rechts gedraaid en uit het slot worden genomen Brondocument B-VRS C 5504/IX (Hfst. 2) 8.3 Sleutels voor Z-slot en Kz slot Plaats van sleutels: De sleutels, waarmee Z- of Kz-sloten kunnen worden ontsloten, kunnen: a. op een vaste plaats op een sleutelbord zijn opgehangen *); b. met de beveiliging zijn gekoppeld. *) Deze sleutels mogen niet van het sleutelbord worden genomen zonder toestemming van hem, onder wiens berusting deze sleutels zijn. Brondocument: B-VRS C 5504/IX (Hfst. 2) Gebruiksvoorschrift versie 001 pag. 15 / 17

16 8.4 Elektrisch grendel afbeelding 30 Oud model (en voorzien van grendelschuif) afbeelding 31 Nieuw model Het elektrisch grendel is meestal gebruikt in combinatie met een grendelschuif Bediening Het elektrische grendel type 2a staat in rust in zijn vergrendelde positie. Handelingen voor ontgrendelen: De beschermkap (a) openen. (Op de vrije baan moet deze met een sleutel worden ontsloten). De grendelknop (b) induwen en een weinig draaien (~ 30 o) in de richting, die voor ontgrendelen is aangegeven. Indien de medewerking van de bedienpost is verkregen en alle voorwaarden voldaan (Vl-post geeft toestemming voor nemen grendel) gaat hierdoor het groene lampje (c) branden. Wanneer het groene lampje (c) brandt, moet de grendelknop (b) verder worden ingeduwd en geheel worden doorgedraaid (tot ~ 160 o ). Handelingen voor grendelen: Een wissel mag pas worden gegrendeld als het tot het vrije ruimtemerk onbezet is. De grendelknop induwen en normaal leggen. De beschermkap sluiten en in voorkomend geval met de sleutel afsluiten. De sleutel ter bestemde plaatse afgeven. Brondocument: RLN00247 V001 (Hfst. 4) 8.5 Grendelschuif Een grendelschuif bestaat uit een schieter (a), die door een handel (b) kan worden bewogen. Deze schieter (a) kan de trekstang (c) van een wissel, ontspoortong, bedienbare kruising of een spoorafsluiting in de normale stand vastzetten. In de stand, waarin de schieter (a) de trekstang (c) van de vast te zetten inrichting vastzet, kan deze schieter (a) op zijn beurt worden vastgezet door: - een Z-slot of - een Kz-slot of - een elektrisch grendel type NS 2. Wanneer het Z- of Kz-slot is ontsloten of de grendelstelknop geheel is omgelegd, kan het handel (b) worden omgelegd. afbeelding 32 Grendelschuif (met Z-slot) Brondocument: B-VRS C 5504/IX (Hfst. 7) Gebruiksvoorschrift versie 001 pag. 16 / 17

17 9 Centraal bediende wisselstellers (noodbediening met handkruk) Het betreft hier de onderstaande typen: - NSE wisselsteller - EBI-switch wisselsteller - S700 wisselsteller (verschillende typen) Normaal worden deze stellers centraal bediend. 9.1 Noodbediening stellers met handkruk Deze noodbediening is NIET in deze GVS opgenomen. Voor het omstellen met een handkruk van deze wisselstellers gelden aparte bevoegdheidsbepalingen en een opleiding, zie GVS Gebruiksvoorschrift versie 001 pag. 17 / 17