Gemeente Breda. Foto stand van zaken Jeugd in Breda. SSC Onderzoek en Informatie. Rapportage

Transcriptie

1 Gemeente Breda SSC Onderzoek en Informatie Foto stand van zaken Jeugd in Breda Rapportage Publicatienummer:1621 Datum: december 2010

2 In opdracht van: Directie MO, Gemeente Breda Uitgave: Gemeente Breda Afdeling SSC Onderzoek en Informatie NEN-ISO gecertificeerd Projectnummer: 1321 Claudius Prinsenlaan DJ Breda Telefoon Bronvermelding verplicht

3 1. Inleiding Kerngegevens Leeftijdsopbouw en geslacht Waar woont de jeugd? Onderwijs Brede ontwikkeling Competentieontwikkeling en actieve deelname aan sport en cultuur Jeugd krijgt buiten volop ruimte om te spelen en elkaar te ontmoeten Versterken van Kansen Klaar voor de arbeidsmarkt Lage sociaaleconomische status Voorschoolse voorzieningen Passende Zorg... 20

4 4

5 Gemeente Breda Foto stand van zaken Jeugd in Breda 1. Inleiding De jeugd staat nadrukkelijk op de politieke en maatschappelijke agenda. In toenemende mate is het besef aanwezig dat, voor een betere samenleving, investeren in jeugd noodzakelijk is. Gelukkige jongeren geeft een betere samenleving. Het is belangrijk dat jongeren zich kunnen ontwikkelen, binnen het gezin, in de buurt, bij de (sport)vereniging en op school. Er moeten voldoende voorzieningen voorschoolse voorzieningen, onderwijs, cultuur, sport, veiligheid, jeugd(gezondheids)zorg, werk, wonen, vrijetijdsbesteding aanwezig zijn voor jongeren om aan hun toekomst te werken en zich zelfstandig een volwaardige plaats in de samenleving te verwerven (bron: Een stad vol jeugd, startnotitie integraal jeugdbeleid Breda ). Mede tegen deze achtergrond werkt de afdeling Jeugd en Onderwijs van de directie Maatschappelijke Ontwikkeling aan een meerjarig beleidsprogramma jeugd en onderwijs. De werktitel is wat duidelijk maakt dat het meerjarig beleidsprogramma een directe relatie heeft met het Coalitieakkoord In nauw overleg met politiek en bestuur zullen concrete doelstellingen voor de komende bestuursperiode worden geformuleerd in dit beleidsprogramma. De hoofddoelen van dit beleidsprogramma zijn in grote lijnen: zorgen voor een brede talentontwikkeling van alle jeugdigen in Breda via voorschoolse voorzieningen, onderwijs, sport en cultuur; het versterken van kansen aan ouders, kinderen en jongeren die (tijdelijk) een extra steun in de rug kunnen gebruiken bij het opvoeden en opgroeien en het ontwikkelen van talenten; passende zorg voor jeugdigen in Breda met als doel het voorkómen van verergering van de problematiek in het gezin en/ of bij de jeugdige. De mate waarin deze doelstellingen worden gerealiseerd alsook de resultaten van de beleidsacties die hieraan moeten bijdragen, zullen gedurende de komende bestuursperiode met regelmaat worden gemonitord. De afdeling Onderzoek en Informatie zal hierin een belangrijke rol spelen. Voorafgaand aan de implementatie van het meerjarig beleidsprogramma bestaat bij de afdeling Jeugd en Onderwijs, alsook bij het bestuur, behoefte aan een state of the art van de Bredase jeugd als onderlegger voor het meerjarig beleidsprogramma met informatie over bijvoorbeeld: hoeveel kinderen en jongeren telt Breda? Hoe gaat het met hen? Op school, op het werk, thuis in de opvoeding, hun gezondheid, wonen, spelen, veiligheid, sport- en cultuurdeelname? De afdeling Jeugd en Onderwijs van de directie Maatschappelijke Ontwikkeling heeft aan Onderzoek en Informatie gevraagd deze state of the art (ook wel foto genoemd) te verzorgen. Doel van het onderzoek is het geven van een stand van zaken van de Bredase Jeugd op een aantal relevante kenmerken. Het gaat om alle Bredase kinderen en jongeren, dus niet alleen om de jeugd waar iets mee aan de hand is. Kerngegevens van de jeugd zijn verzameld en worden in deze rapportage gepresenteerd. 5

6 6

7 Gemeente Breda Foto stand van zaken Jeugd in Breda 2. Kerngegevens Voor de foto Jeugd in Breda is een aantal kerngegevens verzameld. De onderwerpen zijn in overleg met MO vastgesteld. Achtereenvolgens komen de volgende onderwerpen aan bod: leeftijdsopbouw en geslacht, waar woont de jeugd, onderwijs en (congruent aan competentieontwikkeling en actieve deelname aan sport en cultuur, jeugd krijgt buiten volop ruimte om te spelen en elkaar te ontmoeten (als onderlegger voor Brede Ontwikkeling), klaar voor de arbeidsmarkt, sociaaleconomische status en voorschoolse voorzieningen (als onderlegger voor Versterken van Kansen) en Jeugdzorg (als onderlegger voor Passende Zorg). De staat van de jeugd in Breda drukken we, met andere woorden, uit in objectieve/ neutrale gegevens, in positieve kenmerken en in mogelijke risico s die zij lopen. Dat laatste betekent trouwens niet dat alle kinderen die met risicofactoren te maken krijgen, ook daadwerkelijk in de problemen komen. De informatie biedt wel aanknopingspunten voor preventie en vroegsignalering Leeftijdsopbouw en geslacht Ongeveer 30% van de Bredase bevolking bestaat uit kinderen en jongeren. In totaal zijn inwoners tussen de 0 en 24 jaar. Deze zijn nagenoeg gelijk verdeeld over 5-jaars klassen. Figuur 1 Leeftijdsopbouw in absolute cijfers naar geslacht, per Breda man vrouw 0-4 jaar jaar jaar jaar jaar Totaal tot 25 jaar vanaf 25 jaar Totaal Breda Bron:Bredata 7

8 Figuur 2 Leeftijdsopbouw in percentages, per % 6% 6% 5% 6% 7% [%] 0 4 jaar [%] 5 9jaar [%] jaar [%] jaar [%] jaar [%] vanaf 25 jaar Bron:Bredata 2.2. Waar woont de jeugd? Figuur 3 Leeftijdsgroepen per woongebied in absolute cijfers, per totaal Vanaf jaar jaar jaar jaar jaar 25 jaar Centrum Belcrum / Doornboslinie Hoge Vucht Brabantpark/Heusdenhout Zandberg / Sportpark Ginneken/Ypelaar/Blauwe Kei Boeimeer / Ruitersbos Tuinzigt / Westerpark Princenhage / Heuvel Haagse Beemden ZO Haagse Beemden NW Bavel Ulvenhout Prinsenbeek Teteringen Buitengebied Totaal Breda Bron:Bredata Absoluut gezien (Figuur 3) wonen veel jeugdigen in de woongebieden Ginneken / Ypelaar/ Blauwe Kei en in de Haagse Beemden Noord-West. In de voormalige dorpen Bavel, Ulvenhout en Teteringen wonen weinig kinderen en jongeren. Het Centrum laat een ander beeld zien: absoluut gezien wonen er weinig jeugdigen tot 19 jaar maar juist 8

9 Gemeente Breda Foto stand van zaken Jeugd in Breda erg veel tussen 20 en 24 jaar. Dit wordt verklaard doordat in het Centrum veel studenten woonachtig zijn. Relatief gezien (Figuur 4), dat wil zeggen uitgedrukt in percentages, zijn de woongebieden Haagse Beemden Noord-West en Zandberg / Sportpark het meest bedeeld met jeugdigen. Ook hier valt de positie van het Centrum op: relatief gezien kent het centrum weinig jeugdigen tot 20 jaar terwijl de categorie jaar maar liefst 17,2% van de totale bewoners van het Centrum bevat. Figuur 4 Leeftijdsopbouw (5-jaars klassen) in % van het totaal aantal bewoners per woongebied, per [%] 0-4 jaar [%] 5-9 jaar [%] jaar [%] jaar [%] jaar Centrum 2,4 1,4 1,4 4,1 17,2 Belcrum / Doornboslinie 7,2 5,3 4,1 5,4 10,1 Hoge Vucht 6,0 5,9 5,5 6,0 8,1 Brabantpark/Heusdenhout 5,1 4,9 4,4 6,0 9,4 Zandberg / Sportpark 6,7 6,7 6,7 6,8 7,7 Ginneken/Ypelaar/Blauwe Kei 6,5 6,7 5,5 5,6 3,7 Boeimeer / Ruitersbos 5,9 5,9 4,9 4,6 4,6 Tuinzigt / Westerpark 6,8 6,1 4,6 5,4 9,1 Princenhage / Heuvel 6,3 5,6 4,5 5,4 7,2 Haagse Beemden ZO 6,2 5,4 5,7 8,0 7,4 Haagse Beemden NW 6,1 6,5 7,9 8,0 5,6 Bavel 4,0 6,6 7,9 7,3 4,2 Ulvenhout 4,8 7,0 7,2 5,6 2,3 Prinsenbeek 5,5 7,0 6,9 6,1 3,8 Teteringen 4,7 6,5 7,5 6,8 4,0 Buitengebied 4,9 6,1 6,7 7,2 4,7 Totaal Breda 5,7 5,7 5,5 6,1 7,2 Bron:Bredata Figuur 5 Leeftijdsopbouw in percentages van het totaal aantal bewoners per woongebied, per

10 2.3. Onderwijs Basisonderwijs, speciaal onderwijs, voortgezet onderwijs en MBO Figuur 6 Aantal Bredase leerlingen per onderwijssoort naar geslacht in absolute aantallen, per totaal man vrouw Basisonderwijs Speciaal onderwijs Voortgezet onderwijs (vmbo, havo, vwo) MBO Bron:O&I, leerlingenadministratie Figuur 7 Bredase leerlingen naar onderwijssoort in percentages, per % Basisonderwijs Speciaal onderwijs 33% 51% Voortgezet onderwijs (vmbo, havo, vwo) MBO 4% Bron:O&I, leerlingenadministratie Naar het basisonderwijs gaan Bredase kinderen Bredase kinderen in de basisschoolleeftijd gaan naar het speciaal onderwijs Bredase leerlingen gaan naar het voortgezet onderwijs; naar het MBO gaan leerlingen die in Breda wonen. Het gaat bij deze cijfers dus om Bredase kinderen die in Breda naar school gaan. Dat is niet hetzelfde als bijvoorbeeld het totaal aantal basisschoolleerlingen in Breda: dat zijn er (aangezien ook kinderen van buiten Breda in Breda naar school gaan en omgekeerd sommige Bredase kinderen in een andere plaats naar de basisschool gaan. In deze leeftijdscategorie komt dit overigens weinig voor; ook volgen, vergeleken met andere Brabantse steden, relatief veel leerlingen het voortgezet onderwijs in de eigen gemeente). Omdat deze Foto gaat over de jeugd uit Breda, presenteren we de verdeling van de Bredase kinderen en jongeren per onderwijssoort, en niet de leerlingenaantallen (inclusief leerlingen van buiten Breda) op Bredase scholen. 10

11 Gemeente Breda Foto stand van zaken Jeugd in Breda In het basisonderwijs, voorgezet onderwijs en bij het MBO is de verhouding tussen het aantal jongens en meisjes nagenoeg gelijk verdeeld. Alleen bij het speciaal onderwijs zijn bijna twee keer zoveel jongens als meisjes. Van alle kinderen in de basisschoolleeftijd zit 8 procent op het speciaal onderwijs. Figuur 8 Bredase leerlingen basisonderwijs en speciaal onderwijs in percentages, per % Basisonderwijs Speciaal onderwijs 92% Bron:O&I, leerlingenadministratie Bijna de helft (zie figuur 9) van alle derdeklassers in het voortgezet onderwijs is een VMBO-leerling. Dit betreft zowel basis-, gemengd-, theoretisch- als kader -VMBO). Een kwart van alle Bredase leerlingen in de derde klas zit op de HAVO en iets meer dan een kwart zit op het VWO. Figuur 9 Aantal Bredase leerlingen in klas 3 per richting, gepercenteerd op het totaal aantal leerlingen in de derde klas van het voortgezet onderwijs, per % 28% VWO (incl Gymnasium) HAVO Praktijkond VMBO 24% 2% Bron:O&I, leerlingenadministratie 11

12 Hoger onderwijs Op 15 oktober 2010 waren er Bredase jongeren tot 23 jaar die naar het hoger onderwijs (HBO of WO) gingen (in Breda of elders in den lande). Daarvan volgen er ongeveer een universitaire opleiding. Een jaar geleden (op 21 oktober 2009) waren er nog hoger opgeleiden. Het aantal jongeren in Breda dat een hoge opleiding volgt neemt dus toe. Figuur 10: Aantal Bredase jongeren tot 23 jaar op het hoger onderwijs (HBO of WO) Bredase HBO- en WO- studenten (tot 23 jaar) Bron: DUO Voor de duidelijkheid: het gaat hier dus om jongeren (tot 23 jaar) die in Breda wonen en die een hoge opleiding (HBO of WO) volgen op een Hogeschool in Breda of op een andere Hogeschool of Universiteit ergens in den lande; dat is niet hetzelfde als het aantal studenten op de Bredase hogescholen (Avans, NHTV e.d.) : dat waren op 1 oktober studenten, waarvan mannen en vrouwen, oftewel een veel hoger aantal. Dat is ook logisch, gezien deze studenten niet alleen uit Breda, maar ook uit andere delen van Nederland komen om op de Bredase Hogescholen te studeren. Overigens gezien de doelstelling van de gemeente Breda meer studenten te trekken kan vermeld worden dat ook het aantal studenten op de Bredase Hogescholen de afgelopen jaren sterk is toegenomen: van in 2000 tot ruim in Om de vergelijking met het basis-, speciaal-,voortgezet- en MBO- onderwijs gelijk te houden, hebben we de Bredase jongeren (tot 23 jaar; alleen over deze leeftijdscategorie zijn aantallen bekend via het DUO) gepresenteerd in de tabel en niet het totaal aantal studenten op Bredase hogescholen. 12

13 Gemeente Breda Foto stand van zaken Jeugd in Breda 3. Brede ontwikkeling In staat geformuleerd dat alle Bredase jongeren zich breed moeten kunnen ontwikkelen: op school en in het onderwijs, in sport en cultuur en bij het buitenspelen (jonge kinderen) en elkaar ontmoeten (oudere kinderen). Als onderlegger voor deze ambitie geven we een beeld van de deelname aan sport en cultuur en van speel- en ontmoetingsmogelijkheden voor jongere en oudere kinderen. Het onderwijsniveau hebben we reeds in hoofdstuk 2 (kerngegevens) opgenomen Competentieontwikkeling en actieve deelname aan sport en cultuur Uit de Sportenquête 2010 (najaar) blijkt dat 91% van de kinderen tussen de 6 en 15 jaar aan sport doet, waaronder 70% minimaal 1 x per week sport. Van alle 6- tot 15- jarigen is 75% lid van een sportvereniging, 14% sport in commercieel verband (sportschool, fitnesscentrum e.d.). Oudere kinderen en jongeren (16-24 jaar) sporten minder: 81% van hen doet aan sport, waaronder 57% minimaal 1x per week. 52% is Lid van een sportvereniging, 37% sport in commercieel verband (sportschool, fitnesscentrum e.d.). Figuur 11 Deelname aan sport in percentages, 2010 % dat aan sport doet % dat minimaal 1 x per week sport % dat lid is van sportvereniging 6 15 jaar jaar % dat sport in commercieel verband Bron: Sportenquête Er wordt door kinderen meer gesport dan er door hen aan cultuur en amateurkunst wordt gedaan. Uit de Enquête Wonen en Leven van 2010 komt naar voren dat 44% van de 6- tot 15- jarigen actief bezig is met muziek, dans of zang. Van alle 6- tot 15- jarigen zit 28% bij een vereniging of koor. Over jongeren die ouder zijn dan 15 jaar, zijn hierover geen gegevens beschikbaar. Verder blijkt uit de Wijkmonitor blijkt dat in % van alle jarigen lid was van de bibliotheek en dat in % van alle jarigen was ingeschreven bij de Nieuwe Veste. Er zijn hierover geen gegevens beschikbaar die betrekking hebben op kinderen onder de 12 jaar. 13

14 Figuur 12 Overige gegevens cultuur en jeugd Jaar percentage jarigen lid van de bibliotheek % jarigen ingeschreven bij Nieuwe Veste % Bron: Wijkmonitor 3.2. Jeugd krijgt buiten volop ruimte om te spelen en elkaar te ontmoeten. In de enquête Wonen en Leven uit 2010 is gevraagd naar het oordeel van bewoners over een aantal voorzieningen in hun buurt voor kinderen en jongeren. Het oordeel over de hoeveelheid speelvoorzieningen voor jonge kinderen is wat beter dan dat over de hoeveelheid plekken waar oudere jongeren (vanaf 12 jaar) actief kunnen zijn (zoals trapveldjes, basketbalveldjes, skatevoorzieningen, ontmoetingsplekken): 60% van de bewoners (van 18 jaar en ouder) geeft een voldoende of ruim voldoende aan de hoeveelheid speelvoorzieningen voor jonge kinderen (Figuur 16). In 2009 is berekend dat 41% van de Bredase kinderen binnen een straal van 100 meter van een trapveldje of speelveldje woont. Een veel lager percentage van 41% van de bewoners (van 18 jaar en ouder) geeft een voldoende of ruim voldoende voor de hoeveelheid plekken voor jongeren van 12 jaar en ouder (Figuur 13). Figuur 13 Oordeel van bewoners (vanaf 18 jaar) over de hoeveelheid speelvoorzieningen voor kinderen tot 12 jaar, % 17% ruim voldoende voldoende 25% beperkt onvoldoende 43% Bron: Enquête Wonen en Leven 14

15 Gemeente Breda Foto stand van zaken Jeugd in Breda Figuur 14 Oordeel van bewoners (vanaf 18 jaar) over de hoeveelheid plekken voor jongeren vanaf 12 jaar, % 27% 32% ruim voldoende voldoende beperkt onvoldoende 32% Bron: Enquête Wonen en Leven 15

16 16

17 Gemeente Breda Foto stand van zaken Jeugd in Breda 4. Versterken van Kansen In staat geformuleerd dat jeugd die op twee of meer leefdomeinen problemen heeft of risico s loopt, geholpen moet worden bij het versterken van hun kansen. Als onderlegger voor deze ambitie geven we een beeld van de mate waarin jongeren mogelijk (nog) niet klaar zijn voor de arbeidsmarkt, een lage sociaaleconomische status hebben (dat zijn mogelijke risicojongeren die wat hulp kunnen gebruiken bij het versterken van hun kansen) en van het aanbod aan voorschoolse voorzieningen Klaar voor de arbeidsmarkt Figuur 15: Voortijdig schoolverlaten, jeugdwerkloosheid en Wet Wij (Wet Investering in Jongeren) % Bredase leerlingen (VO en MBO) jaar dat zonder startkwalificatie het onderwijs verlaat jaar aantal percentage ,8 % % Jeugdwerkloosheid jaar ,6 % % Jongeren jaar behorend tot en in de ,4 % doelgroep/ regeling WIJ Bron: Wijkmonitor, Leerlingenadministratie, Jeugd Informatie Systeem GGD West-Brabant, O&I bronbestanden arbeidsmarktgegevens Van de schoolgaande jongeren tussen de 16 en 23 jaar verlaat bijna 10% het onderwijs zonder startkwalificatie, dat wil zeggen, zonder een havo-, vwo- of mbo-diploma (niet niveau 1). Een jaar eerder was dit nog 12,8%, in bedroeg het percentage 13,4% en in nog 15,0%. Het voortijdig schoolverlaten neemt in Breda dus gestaag af. De jeugdwerkloosheid onder jarigen ligt lager en bedraagt in ,6 procent (684 jongeren). 1,4% (312 jongeren) Van de Bredase jeugd tussen de 18 en 27 jaar (doelgroep wet WIJ) zit in de regeling WIJ die op 1 oktober 2009 in werking is getreden en waarmee de leeftijd voor de Wwb (Wet Werk en Bijstand) is verhoogd van 18 naar 27 jaar Lage sociaaleconomische status Kinderen die opgroeien in een achterstandsgezin met een lage sociaaleconomische status of jongeren die zelfstandig of als partner een lage sociaaleconomische hebben, behoren tot de doelgroep voor de doelen die vallen onder versterken van kansen. Dat zijn kinderen of jongeren die op bepaalde leefdomeinen problemen hebben. In de literatuur gaat het dan meestal om een combinatie van lage en/of niet afgemaakte opleiding, geen of laagbetaald werk en een laag inkomen. Omdat de combinatie van deze factoren niet op alle kinderen van toepassing is (bijvoorbeeld een kind van 4 heeft nog niet te maken met opleiding of werk), hanteren we als maat voor sociaaleconomische status een laag inkomen, i.c. het beleidsmatig sociaal minimum. Hieronder geven we per woonbuurt en leeftijdscategorie een overzicht van de Bredase kinderen die opgroeien in een gezin dat leeft op of onder het beleidsmatig sociaal minimum en de jongeren die zelfstandig of als partner op of onder het beleidsmatig sociaal minimum leven. Hoewel als 17

18 maat niet uitputtend, geven deze aantallen net als bovenstaande gegevens over jeugdwerkloosheid en voortijdig schoolverlaten een goede indicatie voor het aantal risicojongeren in Breda die wat geholpen kunnen worden bij het versterken van hun kansen. De leeftijdsindeling is gebaseerd op de Armoedemonitor van O&I en de armoedegegevens zoals O&I deze altijd levert aan de directie Sociale Zaken. Daarnaast komt de oudste leeftijdscategorie (18-27 jaar) overen met de doelgroep voor de Wet WIJ. Figuur 16 Kinderen die opgroeien in een gezin op of onder het sociaal minimum of die zelfstandig als hoofdbewoner of als partner op of onder het sociaal minimum leven, 2009 Woongebied 0-4 jaar 5-17 jaar jaar 0-27 jaar totaal Centrum Belcrum / Doornboslinie Hoge Vucht Brabantpark/Heusdenhout Zandberg / Sportpark Ginneken/Ypelaar/Blauwe Kei Boeimeer / Ruitersbos Tuinzigt / Westerpark Princenhage / Heuvel Haagse Beemden ZO Haagse Beemden NW Bavel Ulvenhout Prinsenbeek Teteringen Buitengebied Totaal per leeftijdscategorie Bron: Armoedeonderzoek 2009, bronbestanden. In totaal leven in Breda kinderen in een gezin of zelfstandig op of onder het sociaal minimum. Dat is 8 procent van alle kinderen en jongeren tussen de 0 en 27 jaar. Thuiswonende kinderen tussen de 5 en 17 jaar vormen de grootste groep (10%). Onder de jongste kinderen tussen de 0 en 4 jaar groeit 8 procent op in armoede. Van oudere jongeren tussen de 18 en 27 jaar leeft 6 procent op of onder het sociaal minimum. De meeste armoede onder kinderen en jongeren komt voor in Hoge Vucht, gevolgd door Princenhage/ Heuvel, Belcrum/ Doornboslinie en Tuinzigt/ Westerpark. In Hoge Vucht ligt de armoede onder kinderen op maar liefs 30%, in Princenhage/ Heuvel, Belcrum/ Doornboslinie en Tuinzigt/ Westerpark op ca. 12 procent. Weinig tot geen armoede komt voor in: Zandberg/ Sportpark, Ginneken/Ypelaar/Blauwe Kei, Boeimeer/ Ruitersbos, Bavel, Ulvenhout, Prinsenbeek, Teteringen en het buitengebied 18

19 Gemeente Breda Foto stand van zaken Jeugd in Breda 4.3. Voorschoolse voorzieningen In Breda zijn per 100 kinderen van 0 tot 4 jaar 35 plaatsen beschikbaar op een kinderdagverblijf en peuterspeelzaal. In totaal zaten er in kinderen op een kinderdagverblijf, verbleven er bij een gastouder, gingen kinderen naar de buitenschoolse opvang in een kindcentrum en 745 naar buitenschoolse opvang bij een gastouder (bron: CBS). M.a.w.: in 2008 zaten in totaal Bredase kinderen op de een of andere manier in de formele kinderopvang. Gegevens over andere voorschoolse voorzieningen worden sinds een aantal jaren niet meer verzameld. 19

20 20

21 Gemeente Breda Foto stand van zaken Jeugd in Breda 5. Passende Zorg Een doel van is dat jeugd, die het echt nodig heeft en veel en complexe problemen heeft, snel de juiste hulp ontvangt. Hoe groot deze groep precies is, is moeilijk te zeggen. Een indicator hiervoor zijn de jongeren die in behandeling of begeleiding zijn bij Bureau Jeugdzorg. Op 30 juni 2010 was dat 1,29 procent per kwartaal van alle 0-17 jarigen (bron: een instrument en initiatief van de Provincie Noord- Brabant). Dat is iets meer dan het Brabants gemiddelde (1,03%). Op hetzelfde moment stond 0,09 procent langer dan 9 weken op de wachtlijst voor zorg en zonder zorgaanbieder is. Ook dat cijfer ligt iets hoger dan het Brabants gemiddelde (0,05 procent). 21