Vakantie zonder zorgen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Vakantie zonder zorgen"

Transcriptie

1 Vakantie zonder zorgen Grenzen en gevolgen van collectieve afspraken Karin Hopman Studentnummer: Scriptiebegeleider: mevrouw mr. dr. E.J.A. Franssen Masterscriptie arbeidsrecht Universiteit van Amsterdam

2 Inhoudsopgave Inleiding 4 1 Europese regelgeving De arbeidstijdenrichtlijn Samenvatting 10 2 Nederlandse vakantiewetgeving Vakantie Vakantieopbouw Vakantieopname Verrekenen van vakantie Jurisprudentie Samenvatting 15 3 Wet arbeid en zorg Kortdurend- en langdurend zorgverlof Zorgverlof versus vakantie Samenvatting 19 4 De Cao Ziekenhuizen De collectieve arbeidsovereenkomst Definitie en partijen Gebondenheid aan een cao Langdurend zorgverlof in de Cao Ziekenhuizen De status van PLB-uren Samenvatting 23 5 Voorrangsregels in het recht Nederlands recht en cao-recht Voorrangsbeginsel Consequenties bij strijdigheid Europees recht en Nederlands recht Voorrangsbeginsel De doorwerking van een richtlijn Consequenties bij strijdigheid 27 2

3 5.3 De uitleg van cao-bepalingen Samenvatting 29 6 Toetsing artikel aan Europees recht en aan Nederlands recht Toetsing artikel Cao Ziekenhuizen Toekennen vier weken jaarlijkse vakantie Opnemen vier weken jaarlijkse vakantie Cao-zorgverlof, vakantieverlof en verrekening De 22 overgehevelde uren vakantieverlof Samenvatting 34 7 Gevolgen Definiëring hoeveelheid uren Gevolgen voor cao-partijen Gevolgen voor de individuele werkgever en werknemer Samenvatting 38 Conclusie 40 Literatuurlijst 43 3

4 Inleiding In Nederland vallen miljoenen werknemers onder de werkingssfeer van een collectieve arbeidsovereenkomst (cao). In een cao zijn tussen cao-partijen afspraken gemaakt over arbeidsvoorwaarden die bij de individuele arbeidsovereenkomsten in acht genomen moeten worden. Cao-partijen hebben een grote vrijheid bij de vaststelling van de inhoud van een cao, er zijn echter dwingendrechtelijke bepalingen waarvan niet mag worden afgeweken. Voor dwingend recht wordt door de wetgever gekozen, wanneer hij de werknemer een minimum niveau aan bescherming wil garanderen, of wanneer de wetgever van mening is dat een norm zo belangrijk is dat deze in de wet moet worden vastgelegd. Het Nederlands recht is op haar beurt, door het sluiten van het EG-verdrag, ondergeschikt geworden aan het Europese recht. Al het Europese recht heeft voorrang op al het nationale recht, inclusief de grondwet. Voorwaarde voor een rechtsgeldige bepaling in een cao is dus dat deze niet in strijd is met zowel het Europese recht als met het Nederlandse dwingend recht. Artikel 7 van Richtlijn 2003/88/EG geeft aan hoeveel vakantie met behoud van loon een werknemer jaarlijks toegekend krijgt. Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft een aantal belangrijke arresten gewezen waarin dit artikel is uitgelegd. Hieruit blijkt dat het recht op vier weken vakantie met behoud van loon een bijzonder belangrijk beginsel van communautair sociaal recht is, waarvan niet mag worden afgeweken. Dit recht op vakantie heeft een absoluut karakter en moet in alle gevallen worden gegarandeerd. De uitleg door het Europese Hof van artikel 7 van de richtlijn is voor de Nederlandse wetgever aanleiding geweest de Nederlandse vakantiewetgeving aan te passen. De nieuwe vakantiewetgeving is sinds 1 januari 2012 een feit, sinds deze datum is een jaarlijkse opbouw van minimaal vier weken betaald vakantieverlof voor iedere werknemer gegarandeerd. De Cao Ziekenhuizen kent sinds 1 januari 1995 een bepaling over betaald zorgverlof van maximaal elf weken. Wanneer een werknemer gebruik maakt van dit zorgverlof, worden de in deze periode van verlof opgebouwde vakantierechten als opgenomen beschouwd. Of het verrekenen van vakantie-uren met zorgverlof is toegestaan, is nooit onderzocht. Niet naar aanleiding van de uitleg die het Europese Hof aan het recht op vakantie heeft gegeven en ook niet toen de Nederlandse wet aan de Europese regelgeving is aangepast. Het feit dat het artikel nog tot 2014 onderdeel uitmaakt van de Cao Ziekenhuizen en een dergelijk 4

5 artikel doorgaans klakkeloos wordt verlengd, is voor mij een reden artikel uit de Cao Ziekenhuizen kritisch onder de loep te nemen. De vraag die in deze scriptie centraal staat is: Wat zijn de grenzen waarbinnen cao-partijen collectieve afspraken kunnen maken en wat zijn de consequenties als een afspraak in strijd is met Nederlands recht en/of met Europees recht? Artikel van de Cao Ziekenhuizen zal hierbij als voorbeeld dienen. Het zal aan bestaande regelgeving worden getoetst en er zal worden gekeken wat de gevolgen zijn voor sociale partners en voor individuele werknemers en werkgevers wanneer blijkt dat het artikel strijdig is met het Nederlandse en/of Europese recht. Ik hoop hiermee te bereiken dat tussen sociale partners een dialoog over dit artikel ontstaat en dat er een afspraak kan worden gemaakt over te ondernemen acties. De scriptie is als volgt opgebouwd. In hoofdstuk 1 beschrijf ik de Europese regelgeving op het gebied van vakantie. Richtlijn 2003/88/EG en de uitleg van artikel 7 van deze richtlijn door het Hof komen hierbij aan de orde. Daarna wordt respectievelijk de Nederlandse wetgeving op het gebied van vakantie en de Wet arbeid en zorg beschreven. Artikel uit de Cao Ziekenhuizen komt aan bod in hoofdstuk 4. In dit hoofdstuk wordt ook aandacht besteed aan de collectieve arbeidsovereenkomst op zich, sociale partners en aan de gebondenheid aan een cao. Hoofdstuk 5 gaat in op de voorrangsregels in het recht, consequenties bij strijdigheid en beschrijft hoe een cao bepaling door de rechter wordt uitgelegd. Tot slot volgt de toetsing van artikel aan zowel de Europese regelgeving als aan de Nederlandse wet. Mijn scriptie wordt afgesloten met de gevolgen die de uitkomst van deze toetsing heeft voor sociale partners en voor individuele werkgevers en werknemers. Er wordt een aanbeveling gedaan om tot een rechtsgeldige afspraak te komen. Het Europese en het Nederlandse recht op het gebied van vakantie en zorgverlof is veel uitgebreider dan in deze scriptie kan worden beschreven. Omdat artikel een verrekening van verlof-uren met vakantie-uren betreft, is het onderzoek toegespitst op de vraag of deze verrekening is toegestaan. Het onderzoek richt zich op werknemers in de zin van het Burgerlijk Wetboek en vallend onder de Cao Ziekenhuizen. Ook wordt uitsluitend gekeken naar regelgeving voor wat betreft een horizontale cao-bepaling. Dit is een bepaling die een verplichting tussen de individuele werkgever en werknemer vastlegt. 5

6 Hoofdstuk 1 Europese regelgeving Artikel 153 van het VWEU bepaalt dat, ter verbetering van met name het arbeidsmilieu, de Gemeenschap het optreden van de lidstaten ondersteunt en aanvult. Doel hiervan is de veiligheid en gezondheid van de werknemers te beschermen. 1 Artikel 153 VWEU is de grondslag voor Richtlijn 2003/88/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende een aantal aspecten van de organisatie van de arbeidstijd (hierna: de arbeidstijdenrichtlijn). 2 De richtlijn staat centraal in dit onderzoek omdat in artikel 7 van de richtlijn de norm is opgenomen die de lidstaten ten aanzien van de minimum vakantierechten moeten hanteren. Artikel 157 lid 3 VWEU is de grondslag voor het nemen van maatregelen om het beginsel van gelijke kansen en gelijke behandeling van mannen en vrouwen in werkgelegenheid en beroep te waarborgen. In dit kader hebben Europese sociale partners, op verzoek van de Europese Commissie, een raamovereenkomst gesloten. Deze raamovereenkomst heeft rechtsgevolg gekregen door de vaststelling van Richtlijn 2010/18/EU door de Raad van de Europese Unie. 3 De richtlijn heeft geleid tot de huidige Nederlandse regelgeving op het gebied van allerlei vormen van verlof. 4 Richtlijn 2010/18/EU en eventuele jurisprudentie voor wat betreft de uitleg van de richtlijn door het Hof van Justitie van de EU wordt hier verder niet behandeld. In dit onderzoek staat niet het verlof, maar de vraag of voor het opnemen van verlof vakantie mag worden ingeleverd centraal. Jurisprudentie van het Hof die beide onderwerpen raakt, wordt besproken bij de arbeidstijdenrichtlijn. 1.1 De arbeidstijdenrichtlijn Artikel 7 van Richtlijn 2003/88/EG luidt als volgt: Jaarlijkse vakantie 1. De lidstaten treffen de nodige maatregelen opdat aan alle werknemers jaarlijks een vakantie met behoud van loon van ten minste vier weken wordt toegekend, overeenkomstig de in de nationale wetten en/of gebruiken geldende voorwaarden voor het recht op en de toekenning van een dergelijke vakantie. 2. De minimumperiode van de jaarlijkse vakantie met behoud van loon kan niet door een financiële vergoeding worden vervangen, behalve in geval van beëindiging van het dienstverband. 1 Richtlijn 2003/88/EG van 4 november 2003, pbeu 2003, L 299/9. 2 Richtlijn 2003/88/EG van 4 november 2003, pbeu 2003, L 299/9. 3 Richtlijn 2010/18/EU van 8 maart 2010 tot uitvoering van de door BUSINESSEUROPE, UEAPME, het CEEP en het EVV gesloten herziene raamovereenkomst en tot intrekking van Richtlijn 96/34/EG, pbeu 2010, L 68/13. 4 De richtlijn zelf gaat met name over ouderschaps- en calamiteitenverlof. In de vierde overweging in de considerans wordt ook het zorgverlof genoemd. 6

7 Nationale rechters uit de lidstaten hebben het Hof van Justitie van de EU een aantal malen prejudiciële vragen gesteld over de uitleg van artikel 7. Aan de hand van jurisprudentie kan dus gekeken worden hoe het artikel moet worden geïnterpreteerd. Bij de behandeling van onderstaande jurisprudentie ga ik met name in op uitleg die relevant kan zijn voor de beantwoording van de vraag of Europese regelgeving zich verzet tegen het feit dat, wanneer een werknemer gebruik maakt van zijn recht op betaald zorgverlof op basis van artikel van de Cao Ziekenhuizen 5, de tijdens deze periode van verlof opgebouwde vakantierechten als opgenomen worden beschouwd. In het BECTU-arrest geeft het Hof duidelijkheid over de mogelijkheden tot afwijken van artikel 7 van de richtlijn. Het Hof geeft in dit arrest aan dat het recht op jaarlijkse vakantie met behoud van loon beschouwd moet worden beschouwd als een bijzonder belangrijk beginsel van communautair sociaal recht, waarvan niet mag worden afgeweken (r.o. 43). Ook stelt het Hof vast dat de richtlijn de regel invoert dat de werknemer, ter bescherming van zijn veiligheid en gezondheid, daadwerkelijk rust moet kunnen genieten. Dit volgt uit lid 2 van het artikel, waarin wordt gesteld dat vakantie uitsluitend aan het eind van het dienstverband kan worden vervangen door een financiële vergoeding (r.o. 44). Uit het BECTU-arrest wordt ook duidelijk dat de richtlijn zo moet worden uitgelegd dat zij zich ertegen verzet dat lidstaten het toegekende recht op jaarlijkse vakantie beperken door het ontstaan van het recht aan voorwaarden te verbinden (r.o. 52). 6 Wel mogen de lidstaten voorwaarden stellen voor de uitoefening en tenuitvoerlegging van recht, de lidstaten kunnen dus concrete omstandigheden bepalen waarin de werknemer van het recht gebruik mag maken (r.o. 53). Tot slot is in deze uitspraak van belang dat het Hof overweegt dat, blijkens de vijfde overweging van de considerans van richtlijn 93/104 7, de verbetering van de veiligheid, hygiëne en de gezondheid van de werknemer niet aan overwegingen van zuiver economische aard ondergeschikt mag worden gemaakt. De mogelijkheid om vakantie te vervangen door een financiële vergoeding, wordt door het Hof verder ingevuld in de zaak die FNV tegen de Nederlandse staat heeft aangespannen. 8 Het ging hier om de vraag of niet opgenomen wettelijke vakantiedagen, die naar een volgend kalenderjaar worden doorgeschoven, in het nieuwe kalenderjaar als bovenwettelijke 5 Cao Ziekenhuizen HvJ EG, nr. C-173/99, Jur. 2001, p. I (BECTU). 7 In de opvolgende richtlijn 2003/88/EG is dit de vierde overweging. 8 HvJ EG, nr. C-124/05, Jur. 2006, r.o. 32 (FNV/Staat der Nederlanden). 7

8 dagen mogen worden verkocht. Het Hof is van mening dat de mogelijkheid van een financiële vergoeding (voor minimumvakantie die naar een volgend jaar wordt overgedragen) een prikkel is om afstand te doen van vakantierust. Deze prikkel is onverenigbaar met het doel van de richtlijn. Opnieuw wordt dus duidelijk dat de werknemer daadwerkelijk rust moet kunnen genieten. Het Hof geeft in r.o. 30 aan dat: Het effect van vakantie het best tot uiting komt als het verlof in het lopende kalenderjaar wordt opgenomen, maar dat de rusttijd niet aan belang inboet als hij in een volgende periode wordt opgenomen. Omdat er niet van de richtlijn mag worden afgeweken, is het niet van belang of een financiële vergoeding voor de jaarlijkse vakantie met behoud van loon op een overeenkomst is gebaseerd (r.o. 34). Ook in het arrest Robinson-Steele benadrukt het Hof dat de werknemer, om echt van zijn recht op vakantie gebruik te kunnen maken, de vakantie daadwerkelijk op moet kunnen nemen. Hij mag hier niet door feitelijke beperkingen van worden weerhouden. 9 Het geschil ging in deze zaak om de vraag of een deel van het loon van de werknemer de betaling van vakantieloon mag vertegenwoordigen, zonder dat de werknemer ook nog een betaling ontvangt voor de jaarlijkse vakantie. Het Hof concludeert dat artikel 7, lid 1, van de richtlijn zich ertegen verzet dat een deel van het aan de werknemer voor verrichte arbeid betaalde loon de betaling van vakantieloon vertegenwoordigt, zonder dat de werknemer voor de jaarlijkse vakantie een betaling ontvangt bovenop de betaling voor de verrichte arbeid. Van dit recht kan niet bij overeenkomst worden afgeweken (r.o. 52). Het daadwerkelijk opnemen van vakantie mag niet worden belemmerd. In het Schultz-Hoff-arrest beantwoordt het Hof van Justitie drie prejudiciële vragen van Britse en Duitse rechters. 10 De eerste vraag is of de richtlijn in de weg staat aan een verbod om tijdens ziekte vakantie op te nemen. Vraag twee en drie gaan over het verval van vakantie en het recht op vergoeding van niet opgenomen vakantiedagen. Omdat zij niet relevant zijn voor dit onderzoek, worden de laatste twee vragen hier verder niet behandeld. Het antwoord van het Hof op de eerste vraag is van betekenis voor de conclusie van dit onderzoek en wordt daarom wel besproken. In Schultz-Hoff herhaalt het Hof de overwegingen uit het BECTU-arrest. Volgens het Hof staat vast dat: het doel van vakantie is, de werknemer in staat te stellen uit te rusten en 9 HvJ EG, nr. C , Jur 2006, (Robinson-Steele). 10 HvJ EG, nr. C-350/06 en C-520/06, Jur. 2009, p. I ( Schultz-Hoff). 8

9 over een periode van vrije tijd en ontspanning te beschikken. Het Hof overweegt dat het daarin verschilt van het doel van het recht op ziekteverlof. Ziekteverlof wordt de werknemer toegekend om te kunnen herstellen van een ziekte. Het Hof wijst in Schultz-Hoff met regelmaat naar het arrest Merino Gomez. 11 Uit dit arrest volgt dat, wanneer een werknemer zwangerschapsverlof geniet in een voor het hele personeel vastgelegde vakantieperiode, de werknemer alsnog recht houdt om op een ander moment haar jaarlijkse vakantie op te nemen. Het recht op vakantie heeft een absoluut karakter dat hoe dan ook in alle gevallen gegarandeerd moet worden (r.o. 30). Zouden twee perioden van verlof elkaar overlappen, dan zou dit betekenen dan één van de twee verloren gaat en wel de jaarlijkse vakantie. Dat de jaarlijkse vakantie gegarandeerd moet worden wordt ondersteund door het feit dat deze niet mag worden afgekocht en er geen afwijking om economische redenen kan bestaan (r.o. 31 en 32). De duur van de jaarlijkse vakantie waar de werknemer recht op heeft, volgt uit r.o. 58 en 59. Lidstaten zijn bevoegd de arbeidswetgeving vast te stellen die in hun ogen het meest adequaat is, de arbeidstijdenrichtlijn geeft slechts minimumvoorschriften aan. Wanneer zwangerschapsverlof samenvalt met de voor het hele personeel vastgelegde vakantieperiode, heeft de werknemer recht op een jaarlijkse vakantie ter grootte van het wettelijk aantal vakantiedagen in de desbetreffende lidstaat. Ook als de lidstaat een hoger aantal wettelijke vakantiedagen voorschrijft dan de arbeidstijdenrichtlijn. Alhoewel het Hof zich niet uitspreekt over bovenwettelijke vakantiedagen, heeft het naar mijn mening duidelijk aangegeven dat, wanneer zwangerschapsverlof samenvalt met de jaarlijkse vakantie, het recht op jaarlijkse vakantie in die situatie bestaat uit de omvang van het wettelijk recht in de lidstaat. Deze vakantie kan op een ander moment worden genoten, zodat de jaarlijkse vakantie niet verloren gaat. Hieruit volgt dat de werknemer geen gegarandeerd recht heeft op bovenwettelijke vakantiedagen en dat deze wel verloren kunnen gaan. Partijen kunnen hier dus afspraken over maken. Het samenvallen van twee perioden van verlof komt opnieuw aan de orde in de zaak Pereda. Volgens de Spaanse wet wordt in iedere onderneming een vakantieplanning opgesteld waarin de vakantieperiode is opgenomen. Het Hof oordeelt dat, wanneer een werknemer ziek is tijdens een dergelijke vakantieperiode, hij in de gelegenheid moet worden gesteld zijn vakantie op een ander moment op te nemen. Het doel van het recht op 11 HvJ EG, nr C-342/01, Jur.2004, p. I-02605, (Merino Gomez). 9

10 jaarlijkse vakantie is de werknemer in staat te stellen rust te nemen en van een periode van ontspanning en vrije tijd te genieten. Het doel van ziekteverlof is anders. Dit wordt de werknemer gegeven zodat hij kan herstellen van ziekte Samenvatting In alle hierboven aangehaalde arresten, komt het Hof tot eensluidende uitspraken. Het minimum recht op jaarlijkse vakantie met behoud van loon moet worden beschouwd als een bijzonder belangrijk beginsel van communautair sociaal recht, waarvan niet mag worden afgeweken. Ook niet op basis van een overeenkomst. Het recht op vakantie heeft een absoluut karakter dat in alle gevallen moet worden gegarandeerd. De werknemer moet, ter bescherming van zijn veiligheid en gezondheid, daadwerkelijk rust kunnen genieten. Financiële prikkels of belemmeringen mogen hem hier niet van weerhouden. Ook zuiver economische redenen mogen er niet toe leiden dat de werknemer geen vakantieverlof kan genieten. Er mogen uitsluitend voorwaarden worden verbonden aan de uitoefening van het recht op vakantie en niet aan het ontstaan van vakantie op zich. Recht op vakantie dient een ander doel dan het recht op ziekte- of zwangerschapsverlof. Het doel van vakantie is de werknemer in staat te stellen uit te rusten en over een periode van vrije tijd en ontspanning te beschikken. Het doel van ziekteverlof is herstellen van ziekte. Wanneer twee perioden van verlof elkaar zouden overlappen, gaat één van de twee verloren. Valt een periode van zwangerschapsverlof of ziekte dus samen met een collectieve jaarlijkse vakantie, dan behoudt de werknemer, voor zover het de wettelijke dagen betreft, het recht op een ander moment zijn vakantie op te nemen. 12 HvJ EG, nr. C-277/08, Jur. 2009, (Pereda). 10

11 Hoofdstuk 2 Nederlandse vakantiewetgeving Het recht van de werknemer op doorbetaalde vakantie is geregeld in boek 7, afdeling 3 van het Burgerlijk wetboek. De verplichting voor de werkgever om aan de werknemer een minimum aantal vakantiedagen toe te kennen, is voor het eerst in het BW opgenomen in In de loop der jaren is de vakantiewetgeving belangrijk gewijzigd. Onder andere op basis van Europese regelgeving en in het kader van de uitvoering Nota Arbeid en zorg. 14 Uitgangspunt in dit hoofdstuk is de vakantiewetgeving zoals die op 1 januari 2012 van kracht is. Aan de orde komen die aspecten in de regelgeving die van belang zijn voor dit onderzoek. 2.1 Vakantie In de wet is geen definitie van vakantie opgenomen. Vakantie houdt in dat de werknemer, met behoud van loon, is vrijgesteld van de verplichting tot het verrichten van arbeid. 15 De werknemer hoeft niet te werken en kan herstellen, recupereren, van de inspanning die het werk met zich mee heeft gebracht. De werknemer kan zelf kiezen wat hij met de vrije tijd gaat doen. 16 Snipperdagen vallen onder het begrip vakantie, zondagen, algemeen erkende feestdagen en religieuze feestdagen waarop plaatselijk vrij wordt gegeven in beginsel niet. 17 Uit jurisprudentie volgt dat ook ADV-dagen geen vakantiedagen zijn. 18 Deze dagen zijn in het leven geroepen om geen arbeidsplaatsen te verliezen en nieuwe arbeidsplaatsen te creëren, zij hebben dus een andere functie dan vakantiedagen. Bij ADV-dagen ontbreekt de recuperatiefunctie. 2.2 Vakantieopbouw De werknemer verwerft vakantiedagen wanneer hij recht heeft op loon (artikel 7:634 BW). Het is hierbij niet van belang of de werknemer op de dagen waarop hij recht had op loon ook daadwerkelijk heeft gewerkt. Ook tijdens een periode dat er sprake is van vakantie, of 13 Van der Heijden, Van Slooten & Verhulp 2010, p Kamerstukken II 1996/97, , nr Van der Heijden, Van Slooten & Verhulp 2010, p Van der Grinten 2008, p Kamerstukken II 1965/66, 7168, nr.5, p HR, 28 april 2000, C98/282 NJ

12 van verlof waarbij de werknemer recht heeft op loon, wordt vakantie opgebouwd. Dit is niet anders als het betaalde verlof is geregeld in een arbeidsovereenkomst of cao. 19 Het wettelijk minimum aan vakantie waar de werknemer jaarlijks recht op heeft, is vier maal de overeengekomen arbeidsduur per week. Voor werknemers die vallen onder de Cao Ziekenhuizen komt dit neer op 144 vakantie-uren per jaar. Het minimum aantal vakantieuren heeft een dwingendrechtelijk karakter, artikel 7:645 BW bepaalt dat niet ten nadele van de werknemer mag worden afgeweken. Bij individuele arbeidsovereenkomst of cao kan afgesproken worden dat een werknemer aanspraak kan maken op extra vakantiedagen. Deze bovenwettelijke vakantiedagen komen bovenop de dagen die bij wet zijn geregeld. Om de mogelijkheid tot het combineren van arbeid- en zorgtaken te vergroten, hebben bovenwettelijke vakantiedagen hun dwingendrechtelijk karakter verloren. 20 Dit betekent dat het mogelijk is bij cao een afspraak te maken die afwijkt van de wet. Er was, naar de mening van het toenmalige kabinet, ruimte om het wettelijke regime te versoepelen zonder dat dit afbreuk zou doen aan de beschermende functie van vakantie. Uit gegevens van de arbeidsinspectie was namelijk gebleken dat het aantal vakantiedagen waarop werknemers recht hebben, het wettelijk minimum meestal overschrijdt. Het toenmalige kabinet was bovendien van mening dat de overheid zorg draagt voor de minimumnormen en dat werkgevers en werknemers verantwoordelijk zijn voor het tot stand komen van maatwerk. 21 De wet kent een aantal uitzonderingen waarin de werknemer geen recht heeft op loon, maar wel recht heeft op opbouw van vakantie. In het kader van deze scriptie is het van belang te benoemen dat de werknemer geen recht heeft op loon, maar wel recht op opbouw van vakantie wanneer hij gebruik maakt van zijn recht op langdurend zorgverlof zoals bedoeld in hoofdstuk 5, afdeling 2, van de Wet Arbeid en Zorg. In hoofdstuk 3 ga ik nader op deze wetgeving in. 2.3 Vakantieopname De werknemer moet ieder jaar het voor hem geldende wettelijke minimum aan vakantiedagen op kunnen nemen. Op grond van artikel 7:638 lid 1 BW is de werkgever verplicht de werknemer hiertoe in de gelegenheid te stellen. Doel van deze bepaling is de recuperatiefunctie van vakantie te kunnen benutten. 19 Van der Heijden, Van Slooten & Verhulp 2010, p Wetswijziging 30 november 2000, Stb. 2000, 545 en Kamerstukken II, 1997/98, , nr. 3, p

13 In de gelegenheid stellen leidt er niet automatisch toe dat de werknemer ook daadwerkelijk vakantie opneemt. Om het opnemen van vakantie te bevorderen vervalt het wettelijk minimum aan vakantiedagen zes maanden na de laatste dag van het kalenderjaar waarin de vakantie is opgebouwd, tenzij de werknemer redelijkerwijs niet in staat is geweest vakantie op te nemen (artikel 7:640a BW). Hiermee wordt voorkomen dat werknemers meerdere jaren achtereen geen vakantie opnemen en de recuperatiefunctie van vakantie niet wordt benut. 22 Vakantiedagen die de werknemer redelijkerwijs niet op heeft kunnen nemen en bovenwettelijke vakantiedagen verjaren na vijf jaar. Om de recuperatiefunctie veilig te stellen, is het de werknemer niet toegestaan om tegen schadevergoeding afstand te doen van zijn aanspraak op het wettelijk minimum aantal vakantiedagen (artikel 7:640 BW). Eventuele vakantieregelingen daargelaten, wordt vakantie in beginsel conform de wensen van de werknemer vastgesteld. De werknemer bepaalt dus zelf wanneer hij met vakantie wil gaan (artikel 7:638 lid 2 BW). 2.4 Verrekenen van vakantie Artikel 7:636 BW bepaalt dat dagen of gedeelten van dagen waarop de werknemer de overeengekomen arbeid niet verricht wegens één van de redenen, zoals bedoeld in artikel 635 lid 1 en 4, 23 alleen als vakantie kunnen worden aangemerkt als de werknemer hiermee instemt. Van het uitgangspunt dat voor bepaalde dagen maar één soort verlof kan worden genoten, kan uitsluitend met instemming van de werknemer worden afgeweken. 24 In artikel 7:636 BW is bovendien opgenomen dat de werknemer in ieder geval recht houdt op het wettelijke minimum aan vakantiedagen. Concreet betekent dit dat een werknemer, wanneer hij bijvoorbeeld langdurend zorgverlof op basis van de Wet arbeid en zorg geniet, toestemming moet geven om zorgverlofdagen als vakantiedagen aan te merken. Gaat het om dagen die het wettelijk minimum aan vakantiedagen betreffen, dan is het onmogelijk zorgverlofdagen als vakantiedagen aan te merken, zelfs als de werknemer hier toestemming voor zou geven. Ook wanneer de werknemer de overeengekomen arbeid niet verricht wegens ziekte, kunnen uitsluitend bovenwettelijke vakantiedagen worden aangewend om deze ziektedagen als 22 Kamerstukken II, 2010/11, , nr. 3, p Relevant om te noemen zijn hier: dagen waarop de werknemer langdurend zorgverlof op basis van de Wet arbeid en zorg geniet en dagen waarop de werknemer, anders dan ten gevolge van zwangerschaps-, bevallings- of adoptieverlof tegen zijn wil niet in staat is de overeengekomen arbeid te verrichten. 24 Van der Heijden, Van Slooten & Verhulp 2010, p

14 vakantiedagen aan te merken en ook hier uitsluitend als de werknemer hiermee instemt. Dit is geregeld in artikel 7:637 BW. Ook bij cao kan een dergelijke verrekening worden afgesproken, zij het dat ook dan de werknemer altijd zijn wettelijke minimum aan vakantiedagen moet behouden. 2.5 Jurisprudentie Het Hof van Justitie van de EU heeft zich duidelijk uitgesproken over het overlappen van twee perioden van verlof en het recht van de werknemer om, bij overlapping, in een andere periode alsnog vakantie op te nemen. In Nederland is, nadat diverse rechters niet eensluidend oordeelden, tot aan de Hoge Raad geprocedeerd over het vraagstuk of zwangerschaps- en bevallingsverlof samen kan vallen met vakantie. De Nederlandse rechter heeft zich ook uitgesproken over het verrekenen van ziekteverlof met vakantiedagen. De Hoge Raad heeft in 2002 vonnis gewezen in een geschil of een lerares, op grond van een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht in dienst bij een stichting, aansluitend aan de vastgestelde schoolvakantie, de vakantie op kon nemen die zij had gemist omdat zij tijdens de schoolvakantie zwangerschaps- en bevallingsverlof genoot. 25 Naast het BW is op de arbeidsovereenkomst ook het Rechtspositiebesluit Onderwijspersoneel (RpbO) van toepassing, waarin de vakantieregeling voor onderwijzend personeel is opgenomen. De grondslag voor haar vordering zoekt de lerares in artikel 7:636 en 7:645, dagen waarop zij zwangerschaps- en bevallingsverlof heeft genoten mogen niet zonder haar instemming als vakantiedagen worden aangemerkt. De stichting voert aan dat de RpbO de lerares niet een gegarandeerd aantal vakantiedagen toekent. 26 Het aantal vakantiedagen wordt volgens de stichting dus bepaald door het wettelijk minimum van artikel 7:634 BW. De overige schoolvakanties bieden genoeg ruimte om vier weken vakantieverlof te kunnen genieten. De kantonrechter wijst de vordering van de lerares af, de Rechtbank wijst hem toe op grond van de door de lerares aangevoerde grondslag. De Hoge Raad overweegt dat de dwingendrechtelijke bepalingen van titel 7.10 niet opzij gezet kunnen worden door bepalingen van het RpbO (r.o ). Artikel 7:636 BW verbiedt zonder meer dat dagen waarop zwangerschaps- of bevallingsverlof wordt genoten als 25 HR, 29 augustus 2002, LJN AE In 2001 heeft de Centrale Raad van Beroep geoordeeld dat de RpbO geen recht op een gegarandeerd aantal vakantiedagen geeft, maar dat onderwijsgevend personeel wordt geacht vakantie te genieten tijdens schoolvakanties. Dit impliceert niet alleen dat onderwijsgevenden in beginsel ongeveer 60 dagen per jaar vakantie genieten, maar ook dat buiten de vastgestelde schoolvakanties geen extra vakantieverlof kan worden opgenomen (r.o. 7.3). 14

15 vakantiedagen worden aangemerkt. Zoals de Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld 27 moet aangenomen worden dat het RpbO niet voorziet in de toekenning van een bepaald aantal vakantiedagen of de opbouw van vakantiedagen. Dit betekent dat de lerares recht houdt op de minimumaanspraak van artikel 7:634 BW. Van dat recht kan niet worden afgeweken. Gelet op de duur en spreiding van de (resterende) schoolvakanties, is het aannemelijk dat de lerares deze dagen op kan nemen (r.o. 3.7). De uitspraak van de Hoge Raad maakt duidelijk dat, wanneer verschillende vormen van verlof samenvallen, de werknemer altijd recht houdt op de minimumaanspraak uit het BW, dit betekent dat altijd vier weken vakantieverlof moet worden gegarandeerd. Van dat recht kan niet worden afgeweken. De rechtbank in Zwolle oordeelt in 2010 over de vraag of de werkgever er, bij beëindiging van het dienstverband na een periode van (vermeende) arbeidsongeschiktheid, van uit mocht gaan dat de werknemer zijn resterende vakantiedagen tijdens deze periode heeft opgenomen. De rechter stelde dat het niet aan de werkgever is om te bepalen of de werknemer al dan niet ziek is en dat ziektedagen slechts als vakantiedagen kunnen worden aangemerkt als de werknemer hiermee instemt. 28 De dagen moeten dus aan de werknemer worden uitbetaald. 2.6 Samenvatting Tijdens het opnemen van vakantiedagen behoudt de werknemer zijn loon en hoeft hij geen arbeid te verrichten zodat hij kan herstellen van de inspanning die het werk met zich mee heeft gebracht. De werknemer kan zelf kiezen wat hij met de vrije tijd gaat doen. De verwerving van vakantiedagen is gekoppeld aan het recht op loon (artikel 7:634 BW). Het is hierbij niet van belang of de werknemer op de dagen waarop hij recht had op loon ook daadwerkelijk heeft gewerkt. Het wettelijk minimum aan vakantie waar de werknemer jaarlijks recht op heeft, is vier maal de overeengekomen arbeidsduur per week. Het minimum aantal vakantie-uren heeft een dwingendrechtelijk karakter. De Hoge Raad heeft bevestigd dat hiervan niet kan worden afgeweken en dat in alle gevallen een vakantie van vier weken moet worden gegarandeerd. Het verrekenen van bovenwettelijke vakantiedagen met dagen waarop de werknemer niet 27 CRvB, 17 mei 2001, LJN AB Rb. Zwolle, 28 december 2010, LJN BP

16 heeft gewerkt wegens ziekte of één van de redenen, genoemd in artikel 7:635 lid 1 en 4 BW, kan alleen met instemming van de werknemer. De werknemer moet ieder jaar het voor hem geldende wettelijke minimum aan vakantiedagen op kunnen nemen. Om te stimuleren dat de werknemer dit ook daadwerkelijk doet, zijn in de wet verval- en verjaringstermijnen opgenomen en mag een openstaand saldo aan vakantiedagen, voor zover dit wettelijke vakantiedagen betreftuitsluitend aan het eind van het dienstverband worden verzilverd. In beginsel bepaalt de werknemer wanneer hij vakantie op wil nemen. De wet voorziet in een mogelijkheid een bepaalde periode aan te wijzen waarin vakantie moet worden opgenomen (bedrijfsvakantie), maar hieruit volgt niet dat de werkgever op andere momenten de mogelijkheid heeft de werknemer te verplichten vakantie op te nemen of bepaalde vakantiedagen als opgenomen mag beschouwen. 16

17 Hoofdstuk 3 Wet arbeid en zorg Op 19 maart 1999 heeft het kabinet de Nota Op weg naar een nieuw evenwicht tussen arbeid en zorg vastgesteld. 29 Deze discussienota heeft geleid tot de inwerkingtreding van de Wet arbeid en zorg op 1 december De wet omvat een bundeling van al bestaande vormen van verlof en breidt een aantal van deze verlofvormen uit. Helemaal nieuw in de wetgeving is het recht op kortdurend zorgverlof. Op 1 juni 2005 is de Wet arbeid en zorg aangevuld met langdurend zorgverlof. In deze scriptie ga ik uitsluitend in op kort- en langdurend zorgverlof en kijk ik met name of in de wet bepalingen zijn opgenomen over de mogelijkheid van het al of niet verrekenen van dit verlof met vakantiedagen Kortdurend- en langdurend zorgverlof Op basis van artikel 5:1 van de Wet arbeid en zorg heeft de werknemer aanspraak op een periode van verlof van ten hoogste tien dagen, om aan een kleine kring van personen de noodzakelijke thuiszorg bij ziekte te kunnen verlenen. De werknemer heeft tijdens deze periode recht op doorbetaling van tenminste 70% van zijn loon, maar ten minste op het voor hem geldende wettelijke minimumloon. Artikel 5:9 van de Wet arbeid en zorg kent de werknemer langdurend verlof toe om hulp te bieden aan een kleine kring van personen wanneer zij stervend of levensbedreigend ziek zijn. Het gaat hier om onbetaald verlof. Artikel 5:15 van de Wet arbeid en zorg bepaalt dat dagen of gedeelten van dagen waarop de werknemer zijn arbeid niet verricht wegens kort- of langdurend zorgverlofverlof, niet aangemerkt kunnen worden als vakantie. Bij collectieve arbeidsovereenkomst kan hiervan worden afgeweken, maar uitsluitend voor zover dit bovenwettelijke vakantiedagen betreft. De wet sluit compensatie met wettelijke vakantiedagen dus uit, de werknemer houdt altijd aanspraak op het wettelijk minimum aantal vakantiedagen Zorgverlof versus vakantie De regering heeft bij de totstandkoming van de wet arbeid en zorg aangegeven dat nieuwe verlofvormen noodzakelijk zijn om in de meer incidentele pieken in de zorgtaken als gevolg 29 Kamerstukken II, 1999/2000, , p Van Drongelen 2002, p

18 van bijzondere omstandigheden te voorzien. De bestaande aanspraken op calamiteitenverlof, vakantie en ADV-dagen schieten tekort. Vakantiedagen hebben primair een recuperatiefunctie en zijn in eerste aanleg niet bedoeld voor het verrichten van die zorgtaken. 31 De regering gaf verder aan dat het aanspreken van vakantiedagen voor het verrichten van zorgtaken, zeker als zich een cumulatie van bijzondere omstandigheden voordoet, te veel afbreuk doet aan de recuperatiefunctie van vakantie. Dit zou leiden tot ongewenste consequenties. Alhoewel de meeste werknemers destijds de beschikking hadden over bovenwettelijke vakantiedagen en vaak ook over roostervrije dagen en ADV, was de hoeveelheid verlof doorgaans te kort om aan alle zorgverantwoordelijkheden te voldoen. ADV en roostervrije dagen werden bovendien vaak van te voren ingepland en niet iedere werknemer beschikte hierover. De regering kwam daarom tot de conclusie dat er in geval van sommige incidenten een zelfstandige aanspraak op verlof moet bestaan. In de uitwerking van de nota Arbeid en zorg gaat de regering in op de mogelijkheid tot het in mindering brengen van verlof op vakantiedagen. Zij is van mening dat er een vorm van flexibiliteit is te vinden door verlofaanspraken uit te ruilen met andere tijdregelingen zoals vakantie, overwerk of ADV. 32 De regering overweegt dat niet alle wettelijke verlofregelingen zich lenen voor uitruil tegen vakantiedagen. Een uitruil tussen vakantiedagen en zwangerschaps- en bevallingsverlof of ouderschapsverlof komt in strijd met internationale verdragen die op al deze verloven individuele minimumrechten aan werknemers toekennen. De regering wil een wettelijke uitruil van vakantiedagen daarom alleen toestaan voor zover het bovenwettelijke vakantiedagen betreft. Het maken van afspraken over de uitruil van bovenwettelijke vakantiedagen, maar ook het uitruilen van ADV, overwerk et cetera hoort naar haar mening op collectief niveau plaats te vinden. In de Wet arbeid en zorg is daarom opgenomen dat zorgverlofdagen niet aangemerkt kunnen worden als vakantie voor zover dit het wettelijk minimum aan vakantiedag betreft. Dit geldt ook voor de overige verlofvormen die in de Wet arbeid en zorg zijn opgenomen. 33 Bij collectieve arbeidsovereenkomst kan hiervan worden afgeweken, maar uitsluitend voor zover dit bovenwettelijke vakantiedagen betreft. 31 Kamerstukken II, 1999/2000, , MvT, p Op weg naar een nieuw evenwicht tussen arbeid en zorg, deel II. 33 Zwangerschaps-, bevallings-, adoptie, pleegzorg-, calamiteiten-, kort-verzuim-, kraam- en ouderschapsverlof. 18

19 De Raad van State heeft tijdens de totstandkoming van de Wet arbeid en zorg aanbevolen de inzetbaarheid van wettelijke en bovenwettelijke vakantiedagen voor het verrichten van zorgtaken opnieuw te bekijken. 34 De regering heeft zich toen nogmaals op het standpunt gesteld dat wettelijke en bovenwettelijke vakantiedagen niet bedoeld zijn om in te zetten voor zorg en dat wettelijke vakantiedagen allereerst bedoeld zijn om te herstellen. Een dergelijke regeling zou naar de mening van de regering ook strijdig zijn met artikel 7 van Richtlijn 93/104/EG waarin is voorgeschreven dat de lidstaten maatregelen treffen opdat alle werknemers ieder jaar ten minste vier weken vakantie met behoud van loon toegekend krijgen. 3.3 Samenvatting De Wet arbeid en zorg kent de werknemer een zelfstandige aanspraak op zorgverlof toe om in geval van incidenten arbeid- en zorgtaken te kunnen combineren. De werknemer hoeft hiervoor geen wettelijke vakantiedagen in te leveren, gebeurt dit wel dan zou dit te veel afbreuk doen aan de recuperatiefunctie van vakantie. De wetgever heeft om die reden in de wet opgenomen dat dagen of gedeelten van dagen waarop de werknemer kort- of langdurend zorgverlof geniet, niet als vakantiedagen mogen worden aangemerkt. Het is aan sociale partners om eventuele afspraken te maken over het inzetten van bovenwettelijke vakantie-uren. De inzet van wettelijke vakantie-uren zou in strijd zijn met artikel 7 van Richtlijn 93/104/EG die de lidstaten verplicht maatregelen te treffen opdat iedere werknemer per jaar ten minste vier weken vakantie met behoud van loon kan genieten. 34 Kamerstukken II, 2001/02, , MvA, p

20 Hoofdstuk 4 De Cao Ziekenhuizen In 2011 waren er in de algemene ziekenhuizen ruim werknemers werkzaam. 35 Op het grootste deel van deze werknemers is de Cao Ziekenhuizen van toepassing. De Cao Ziekenhuizen kent een bepaling over langdurend zorgverlof. In dit hoofdstuk wordt de inhoud van deze bepaling besproken. Daarnaast wordt besproken op welke werknemers de bepaling van toepassing is De collectieve arbeidsovereenkomst Definitie en partijen Artikel 1 lid 1 van de Wet op de collectieve arbeidsovereenkomst luidt als volgt: 1. Onder collectieve arbeidsovereenkomst wordt verstaan de overeenkomst, aangegaan door één of meer werkgevers of één of meer verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid van werkgevers en één of meer verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid van werknemers, waarbij voornamelijk of uitsluitend worden geregeld arbeidsvoorwaarden, bij arbeidsovereenkomsten in achtte nemen. De Cao Ziekenhuizen is afgesloten tussen de NVZ vereniging van ziekenhuizen enerzijds en de werknemersorganisaties ABVAKABO FNV, CNV Publieke Zaak, FBZ en Nu 91 anderzijds. De NVZ is een werkgeversvereniging waarbij alle algemene ziekenhuizen, op één na, zijn aangesloten. De werknemersorganisaties vertegenwoordigen de werknemers die lid zijn van hun vereniging en in de algemene ziekenhuizen werkzaam zijn. Werkgevers- en werknemersorganisaties worden in deze scriptie ook wel sociale partners genoemd Gebondenheid aan een cao In een cao worden afspraken gemaakt over arbeidsvoorwaarden die bij de individuele arbeidsovereenkomsten in acht genomen moeten worden. 36 Op basis van artikel 9 Wet cao is een werkgever gebonden door een cao, als hij lid is van een werkgeversvereniging die deze cao heeft afgesloten. 37 Dit geldt ook voor de zogenaamde gebonden werknemers, dit zijn werknemers die lid zijn van een werknemersorganisatie die de betreffende cao heeft afgesloten. 35 Jaarverslag 2011 NVZ vereniging van ziekenhuizen. 36 Van den Grinten 2008, p Op 24 mei 2012 heeft de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de Cao Ziekenhuizen, inclusief artikel , algemeen verbindend verklaard. Dit betekent dat ook werkgevers die ziekenhuiszorg aanbieden en geen lid zijn van de NVZ de Cao Ziekenhuizen moeten toepassen. 20

21 De gebonden werkgever is, als gevolg van artikel 14 Wet cao, gehouden de cao ook toe te passen op niet gebonden werknemers. 38 Dit betekent dat de Cao Ziekenhuizen aan alle werknemers wordt aangeboden. Door in de individuele arbeidsovereenkomst een incorporatiebeding op te nemen, is geborgd dat de cao daadwerkelijk op zowel de gebonden als op de niet gebonden werknemer van toepassing is. 39 De Cao Ziekenhuizen kent een standaard karakter. Dit betekent dat afwijken van de cao, zowel in positieve als in negatieve zin, niet mogelijk is. 4.2 Langdurend zorgverlof in de Cao Ziekenhuizen Op 1 januari 1995 is in de Cao Ziekenhuizen een artikel over betaald zorgverlof opgenomen. Gedurende de stervensfase van een kleine kring personen, heeft de werknemer recht op betaald verlof. Voorwaarde is dat thuisverzorging en/of verpleging noodzakelijk is en dat de werknemer deze thuisverzorging op zich neemt. De vakantiedagen die de werknemer tijdens de verlofperiode heeft opgebouwd, worden geacht opgenomen te zijn in de periode waarin het verlof werd genoten. Ten tijde van de invoering van dit artikel heeft de werknemer tussen de 23 en 34 vakantiedagen per jaar. 40 Het artikel is in de loop der jaren diverse malen aangepast. De laatste aanpassing dateert van 1 juni 2005 toen het onbetaald langdurend zorgverlof in de Wet arbeid en zorg is opgenomen. Het artikel wordt geformuleerd zoals dit in 2012 ook nog het geval is en luidt als volgt: Artikel Langdurend zorgverlof In aanvulling op de Wet arbeid en zorg zijn de volgende bepalingen van toepassing: 1. De werknemer heeft recht op betaald verlof voor de door hem te verlenen noodzakelijke thuisverpleging of -verzorging in geval van terminale of palliatieve zorg van: a. de echtgenoot of de relatiepartner; b. een inwonend kind, inwonend kind van de echtgenoot of relatiepartner, adoptiekind of pleegkind waarbij laatstgenoemde op grond van verklaringen uit de GBA op hetzelfde adres als de werknemer woont en door hem in diens gezin duurzaam wordt verzorgd en opgevoed; c. een inwonende ouder van de werknemer. 2. Het verlof bedraagt een aaneengesloten periode van maximaal elf weken. De in deze periode opgebouwde vakantierechten worden geacht te zijn opgenomen binnen deze periode Jaspers & Baltussen 2011, p Van den Grinten 2008, p Het aantal dagen vakantie is afhankelijk van de hoogte van het salaris en van de leeftijd. 41 Cao Ziekenhuizen

22 In het licht van dit onderzoek, wordt bovenstaand artikel als voorbeeld genomen om te kijken of het in strijd is met de Nederlandse wet en/of Europese regelgeving en wat de gevolgen zijn als dit zo is. Het gaat hierbij met name om de opgebouwde vakantierechten zoals bedoeld in lid 2. Deze worden als opgenomen beschouwd. Het is de vraag of deze bepaling rechtsgeldig is. Hierbij is het relevant om te vermelden dat sinds 1 januari 2012 de meeste werknemers in de algemene ziekenhuizen uitsluitend recht hebben op het wettelijk minimum aantal vakantie-uren van 144 per jaar. 42 Een beperkte groep oudere werknemers heeft recht op 184 vakantie-uren per jaar. 43 Daarnaast beschikt iedere werknemer over minimaal 57 uren betaald verlof per jaar, de zogenaamde PLB-uren, waarover hieronder meer. Tot 1 januari 2012 waren dit er 35. Op de ingangsdatum van de nieuwe vakantiewetgeving zijn 22 bovenwettelijke vakantie-uren waar de werknemer recht op had, overgeheveld naar het PLB-budget. 4.3 De status van PLB-uren Iedere werknemer krijgt jaarlijks minimaal 57 persoonlijk levensfasebudget (PLB)-uren toegekend. Het doel van de uren is de werknemer de mogelijkheid te geven een gespaard budget te gebruiken als zijn levensfase daartoe aanleiding geeft. Met de invoering van PLBuren is beoogd de duurzame inzetbaarheid van de werknemer te bevorderen. Opname van het verlof kan naar eigen inzicht en wensen van de werknemer gebeuren. De uren kennen geen verjaringstermijn. 44 Bij de invoering van PLB-uren hebben partijen de volgende, niet limitatieve, bestedingsdoelen genoemd: 45 Tijdelijk minder werken; Verlenging bevallingsverlof; Gebruik ouderschapsverlof; Extra studietijd; Regelmatig langere vakantie; Structureel minder werken aan het einde van de carrière. Alhoewel de uren als vakantie-uren kunnen worden gebruikt, is het de vraag of zij hier zonder meer gelijk mee kunnen worden gesteld. Wanneer de uren voor één van de andere doelen worden gebruikt, is er geen sprake van recuperatie en kunnen de uren dus niet als vakantie-uren worden beschouwd. Daarbij is de gedachte achter PLB-uren dat deze uren worden gespaard om te gebruiken op een nader te bepalen moment. Dit kan worden 42 De arbeidsduur per week is gemiddeld 36 uur. 43 Werknemers met een bepaalde leeftijd en die op een bepaalde datum al in dienst waren bij de betreffende werkgever. 44 Cao Ziekenhuizen Preambule Cao Ziekenhuizen

23 afgeleid uit de termen gespaard budget, als de levensfase daartoe aanleiding geeft en uit het feit dat de uren niet verjaren. Hierin verschilt de wijze van opnemen (en het gewenste tijdstip van recuperatie) heel wezenlijk van de wijze van opnemen van wettelijk vakantiedagen. Het is immers de bedoeling dat de werknemer vakantiedagen ieder jaar daadwerkelijk opneemt, de werkgever moet de werknemer hiertoe in de gelegenheid stellen en de werknemer wordt hiertoe gestimuleerd. Tot slot is de opbouw van PLB-uren anders dan de opbouw van vakantie-uren. Bij ziekte worden de uren slechts gedeeltelijk opgebouwd. Alhoewel PLB-uren als vakantie-uren kunnen worden gebruikt, kunnen zij hiermee dus niet gelijk worden gesteld. Het is aan de werknemer het doel van deze uren te bepalen. Het gevolg van deze conclusie komt nader aan de orde in hoofdstuk 6 waarin wordt gekeken hoe artikel zich verhoudt met de uitkomsten uit dit en voorgaande hoofdstukken. 4.4 Samenvatting De arbeidsvoorwaarden van werknemers die in een Nederlands algemeen ziekenhuis werkzaam zijn, zijn geregeld in de Cao Ziekenhuizen. De Cao Ziekenhuizen is een standaard cao, dit betekent dat niet mag worden afgeweken van de bepalingen die hierin zijn opgenomen. De meeste werknemers hebben uitsluitend recht op het wettelijk minimum aantal vakantieuren van 144 per jaar. Daarnaast heeft iedere werknemer jaarlijks recht op ten minste 57 PLB-uren. Alhoewel PLB-uren voor vakantie doeleinden kunnen worden gebruikt, kunnen zij hiermee niet gelijk gesteld worden. Gedurende de stervensfase van een kleine kring personen, heeft de werknemer recht op betaald verlof voor een aaneengesloten periode van maximaal elf weken. Wanneer hij van dit recht gebruik maakt, worden de in deze periode opgebouwde vakantie-uren als opgenomen beschouwd. 23

24 Hoofdstuk 5 Voorrangsregels in het recht Om te bepalen of een artikel in de cao in strijd is met de Nederlandse wet en/of Europese regelgeving zal onderzocht moeten worden wat de verhouding is tussen de verschillende vormen van recht. Zijn sociale partners vrij bij het maken van cao afspraken of wordt deze vrijheid ingeperkt door het Nederlands recht? Hoe verhoudt het Nederlandse recht zich vervolgens tot Europese regelgeving. En kan, als de cao-bepaling strijdig is met Europese regelgeving, ook op het Europese recht een beroep worden gedaan? Daarnaast is het van belang om te kijken hoe een cao-bepaling moet worden uitgelegd. Er zijn verschillende manieren waarop de rechter bepalingen in overeenkomsten kan uitleggen. Aan de hand van jurisprudentie wordt gekeken welke wijze de rechter zal hanteren als het om de uitleg van een cao-bepaling gaat Nederlands recht en cao-recht Voorrangsbeginsel In artikel 1 lid 1 van de Wet op de collectieve arbeidsovereenkomst typeert de wetgever een cao als een overeenkomst. Voor zover de Wet cao geen afwijkende bepalingen bevat, zijn de algemene bepalingen van het overeenkomstenrecht in het Burgerlijk Wetboek van toepassing. 46 Bij het maken van cao-afspraken is contractsvrijheid daarom het uitgangspunt. Dit betekent echter niet dat partijen iedere gewenste afspraak kunnen maken. 47 De verhouding tussen dat deel van het arbeidsrecht waar niet van mag worden afgeweken en dat deel dat door sociale partners mag worden vormgegeven is historisch gegroeid. 48 Sinds 1954, toen het ontslagrecht werd herzien, zijn in het BW bepalingen opgenomen waar bij cao of een publieksrechtelijk orgaan van mag worden afgeweken. M.G. Levenbach heeft aan deze bepalingen de naam driekwart dwingend recht gegeven. Hierdoor is het mogelijk geworden om in het arbeidsrecht meer over te laten aan de gezamenlijke verantwoordelijkheid van partijen. Wanneer partijen zelf tot afspraken komen, kan dit leiden tot een groter draagvlak en maatwerk voor de branche. Ook de flexibiliteit is groter, een regeling kan sneller en gemakkelijker worden aangepast als dit noodzakelijk of gewenst is. 46 Fase & Van Drongelen 2004, p Fase & Van Drongelen 2004, p. 71 en Kamerstukken II, 1996/97, , nr. 1, p

25 Dwingend recht laat niet toe dat van de wettelijke regel wordt afgeweken. Ook niet als hier in de cao iets anders over is bepaald. 49 Voor dwingend recht wordt gekozen als de wetgever de werknemer een minimumniveau aan bescherming wil garanderen of van mening is dat een norm zo belangrijk is dat deze in de wet moet worden vastgelegd. Veel dwingendrechtelijke bepalingen zijn gebaseerd op internationale bepalingen of hebben het karakter van een grondecht Consequenties bij strijdigheid Als er geen sprake is van driekwart dwingend recht, is de collectieve contractsvrijheid aan dezelfde beperkingen onderworpen als de individuele. 50 Wanneer een bepaling in de cao dus in strijd is met een dwingende wettelijke bepaling, leidt dit op basis van artikel 3:40 lid 2 BW tot nietigheid of tot vernietigbaarheid. Nietigheid wordt door de rechter ambtshalve toegepast, het is voor beide partijen niet mogelijk een beroep hierop te doen. Als een bepaling uitsluitend ziet op de bescherming van één van de partijen, leidt deze volgens artikel 3:40 lid 2 BW niet tot nietigheid, maar tot vernietigbaarheid. In situaties waarin uitsluitend de bescherming van de werknemer moet worden gewaarborgd, is het niet wenselijk dat ook de werkgever zich op de nietigheid kan beroepen. 51 Daarnaast geeft artikel 8 lid 1 Wet AVV de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de bevoegdheid een cao-bepaling onverbindend te verklaren. Dit instrument zou dus ook gebruikt kunnen worden wanneer een cao-bepaling in strijd is met de wet. Overweegt de minister een cao-bepaling onverbindend te verklaren, dan moet hij de desbetreffende caopartijen in kennis stellen en moeten deze hun bedenkingen kenbaar kunnen maken. Een onverbindend verklaring heeft geen terugwerkende kracht, en moet in de Staatscourant worden gepubliceerd. Dit is geregeld in artikel 8 lid 2, 3 en 4 Wet AVV. Er kunnen vraagtekens worden gezet bij de rechtscheppende, corrigerende werking van een dergelijke actie. Een cao-bepaling die in strijd is met de wet, is sowieso al nietig of vernietigbaar. Een onverbindend verklaring houdt daarom niet veel meer in dan dat werkgevers en werknemers er op worden geattendeerd welke cao-bepaling niet nageleefd hoeft te worden. Het middel heeft uitsluitend een demonstratieve, maar geen 49 Zie ook Ktr. Amsterdam 2 november 1994, JAR 1995/7. 50 Fase & Van Drongelen 2004, p Kamerstukken II, II1993/94, , blz. 8 en 9. 25

De nieuwe vakantiewetgeving per 1 januari 2012.

De nieuwe vakantiewetgeving per 1 januari 2012. De nieuwe vakantiewetgeving per 1 januari 2012. 1 Waarom een nieuwe vakantiewetgeving? Europese richtlijn 2003/88/EG Europese jurisprudentie (20-01-2009) Schultz-Hoff Stringer 2 Artikel 7 van de Europese

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 465 Het afschaffen van de beperkte opbouw van minimum vakantierechten tijdens ziekte, de invoering van een vervaltermijn voor de minimum vakantiedagen

Nadere informatie

Vakantiewetgeving m.i.v. 1 januari 2012

Vakantiewetgeving m.i.v. 1 januari 2012 Vakantiewetgeving m.i.v. 1 januari 2012 Wet houdende het afschaffen van de beperkte opbouw van minimum vakantierechten tijdens ziekte, de invoering van een vervaltermijn voor de minimum vakantiedagen en

Nadere informatie

ARREST VAN ZAAK C-124/05. ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 6 april 2006 *

ARREST VAN ZAAK C-124/05. ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 6 april 2006 * ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 6 april 2006 * In zaak C-124/05, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door het Gerechtshof te s-gravenhage (Nederland)

Nadere informatie

2. Het vierde lid vervalt onder vernummering van het vijfde en zesde lid tot vierde en vijfde lid.

2. Het vierde lid vervalt onder vernummering van het vijfde en zesde lid tot vierde en vijfde lid. Voorstel van wet houdende het afschaffen van de beperkte opbouw van minimum vakantierechten tijdens ziekte, de invoering van een vervaltermijn voor de minimum vakantiedagen en de aanpassing van enige andere

Nadere informatie

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN EUROPEES PARLEMENT 2014-2019 Commissie verzoekschriften 28.2.2015 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift nr. 0921/2012, ingediend door Sorin Stelian Torop (Roemeense nationaliteit), namens de

Nadere informatie

Vakantieverlof en het Persoonlijk Levensfase Budget in de CAO VVT

Vakantieverlof en het Persoonlijk Levensfase Budget in de CAO VVT Vakantieverlof en het Persoonlijk Levensfase Budget in de CAO VVT Programma 1. Welke wijzigingen in de vakantieregelingen staan er op stapel? 2. Wat zijn de wijzigingen in het BW? 3. Hoe ziet de (vakantie)verlof

Nadere informatie

Hof van Justitie van de Europese Unie 06-04-2006, BJN 101962, (FNV/Staat)

Hof van Justitie van de Europese Unie 06-04-2006, BJN 101962, (FNV/Staat) UJA-Nummer Instantie UJA_101962 Hof van Justitie van de Europese Unie datum 06-04-2006 wetsartikelen art. 7 Richtlijn 93/104/EG; Art. 7:634 BW; art. 7:640 BW Hof van Justitie van de Europese Unie 06-04-2006,

Nadere informatie

Het wetsvoorstel wijziging vakantiewetgeving

Het wetsvoorstel wijziging vakantiewetgeving Het wetsvoorstel wijziging vakantiewetgeving Masterscriptie Door: Stephanie Loth Studentnummer: 6159400 Begeleider: Dr. S.S.M. Peters 4 juli 2011 Inhoudsopgave: 1. Inleiding 4 2. De vakantiewetgeving 6

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Circulaire opbouw vakantie bij langdurige ziekte

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Circulaire opbouw vakantie bij langdurige ziekte STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 3454 8 maart 2010 Circulaire opbouw vakantie bij langdurige ziekte Aan: de ministers Juridische grondslag: artikelen 22

Nadere informatie

Notitie. Nieuwe vakantiewetgeving per 1 januari 2012

Notitie. Nieuwe vakantiewetgeving per 1 januari 2012 Aan Bestuurders Van Marian Mons, Adviseur Juridische Zaken, Adviesgroep Adviesgroep T 0900 9690 (lokaal tarief) F 030 66 30 000 www.fnvbondgenoten.nl Datum Doorkiesnummer 1 juni 2011 0302738730 Onderwerp

Nadere informatie

Wijziging vakantiewetgeving ingaande 1-1-2012

Wijziging vakantiewetgeving ingaande 1-1-2012 Wijziging vakantiewetgeving ingaande 1-1-2012 Algemeen Door het Europese Hof van Justitie is enige tijd geleden een uitspraak gedaan, waardoor de Nederlandse wetgeving ten aanzien van het opbouwen van

Nadere informatie

Actualiteiten arbeidsrecht. 14 november 2011 Stephanie Profijt Astrid Riemslag

Actualiteiten arbeidsrecht. 14 november 2011 Stephanie Profijt Astrid Riemslag Actualiteiten arbeidsrecht 14 november 2011 Stephanie Profijt Astrid Riemslag Wet Arbeid en Zorg: Ouderschapsverlof Dwingend recht Absoluut recht Voorwaarden: 1. er moet sprake zijn van een werknemer die

Nadere informatie

Vakantieverlof en het Persoonlijk Levensfase Budget in de CAO VVT. Presentatie voor medewerkers van Faveo CNV Publieke Zaak en Abvakabo FNV mei 2012

Vakantieverlof en het Persoonlijk Levensfase Budget in de CAO VVT. Presentatie voor medewerkers van Faveo CNV Publieke Zaak en Abvakabo FNV mei 2012 Vakantieverlof en het Persoonlijk Levensfase Budget in de CAO VVT Presentatie voor medewerkers van Faveo CNV Publieke Zaak en Abvakabo FNV mei 2012 Programma 1. Welke wijzingen in de vakantieregelingen

Nadere informatie

De gemiste kansen van de verval- en verjaringstermijn in de Nederlandse vakantiewetgeving van 2012

De gemiste kansen van de verval- en verjaringstermijn in de Nederlandse vakantiewetgeving van 2012 Masterscriptie Arbeidsrecht De gemiste kansen van de verval- en verjaringstermijn in de Nederlandse vakantiewetgeving van 2012 Annelyn Aldenkamp (6149111) Masterscriptie Arbeidsrecht 17 augustus 2012 Universiteit

Nadere informatie

Bijlage bij B&W-flap d.d. 16 december 2014 BD versie 2 december Aanpassing in het kader van de CAO

Bijlage bij B&W-flap d.d. 16 december 2014 BD versie 2 december Aanpassing in het kader van de CAO Bijlage bij B&W-flap d.d. 16 december 2014 BD2014-013269 versie 2 december 2014 Aanpassing in het kader van de CAO 2013-2015 Huidige tekst NRGA Nieuwe tekst NRGA Toelichting bij wijziging Wijzigingen Vakantie

Nadere informatie

De wetteksten huidig en nieuw Afdeling 3 Boek 7 Burgerlijk Wetboek: Vakantie en Verlof

De wetteksten huidig en nieuw Afdeling 3 Boek 7 Burgerlijk Wetboek: Vakantie en Verlof De wetteksten huidig en nieuw Afdeling 3 Boek 7 Burgerlijk Wetboek: Vakantie en Verlof Leeswijzer: De officiële wettekst is nog niet beschikbaar. Onderstaande wettekst is op basis van de kamerstukken samengesteld.

Nadere informatie

Werkgeverszaken Vakantie

Werkgeverszaken Vakantie Werkgeverszaken Vakantie Inhoudsopgave 1 Inleiding en leeswijzer 3 1.1 Inleiding 3 1.2 Leeswijzer 3 1.3 Wetgeving in verandering 3 2 Opbouw van vakantie-uren 5 2.1 Inleiding 5 2.2 Recht op vakantie 5 2.2.1

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 14/02/2017

Datum van inontvangstneming : 14/02/2017 Datum van inontvangstneming : 14/02/2017 SAMENVATTING VAN HET VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING - ZAAK C-12/17 Voorwerp en grondslag van de prejudiciële verwijzing Verzoek krachtens artikel 267 VWEU

Nadere informatie

Deel 1. Alles over vakantie en vakantiewetgeving

Deel 1. Alles over vakantie en vakantiewetgeving Inhoudsopgave Voorwoord... II Deel 1. Alles over vakantie en vakantiewetgeving 1. Opbouw vakantiedagen... 1 1.1. Wettelijke vakantiedagen... 1 1.1.1. Hoe worden vakantiedagen opgebouwd?... 2 1.1.2. Opbouw

Nadere informatie

Hieronder worden eerst de bepalingen uit de Wet arbeid en zorg behandeld en daarna volgen de aanvullende bepalingen uit de CAO.

Hieronder worden eerst de bepalingen uit de Wet arbeid en zorg behandeld en daarna volgen de aanvullende bepalingen uit de CAO. Ouderschapsverlof Het recht op ouderschapsverlof is in hoofdstuk 6 van de Wet arbeid en zorg geregeld. De CAO Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening kent een aantal aanvullingen op de wet. Deze zijn

Nadere informatie

De Nederlandse vakantiewetgeving

De Nederlandse vakantiewetgeving De Nederlandse vakantiewetgeving Over strijdigheid met de Arbeidstijdenrichtlijn Naam : T.A. Landa Studentnummer : 132520 Afstudeerdatum : 18 mei 2011 Departement : Sociaal recht Scriptiebegeleider : dhr.

Nadere informatie

Vakantie. 1.1 Inleiding

Vakantie. 1.1 Inleiding 1 Vakantie 1.1 Inleiding De vakantiewetgeving is geregeld in de art. 7:634-7:642 en art. 7:645 BW als onderdeel van de wettelijke regeling van de arbeidsovereenkomst. Deze wettelijke regeling van de vakantie

Nadere informatie

Keuzesysteem arbeidsvoorwaarden en vrije ruimte werkkostenregeling

Keuzesysteem arbeidsvoorwaarden en vrije ruimte werkkostenregeling Keuzesysteem arbeidsvoorwaarden en vrije ruimte werkkostenregeling H12 Vakantie(bijslag), LFB en Verlof B Vakantie Artikel 9 Keuzesysteem arbeidsvoorwaarden voor kopen en verkopen vakantie-uren 1. Inwisselen

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2015:4216

ECLI:NL:CRVB:2015:4216 ECLI:NL:CRVB:2015:4216 Instantie Datum uitspraak 26-11-2015 Datum publicatie 03-12-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 14/1211 AW Ambtenarenrecht

Nadere informatie

Opbouw vakantierechten tijdens ziekte en zwangerschap

Opbouw vakantierechten tijdens ziekte en zwangerschap Opbouw vakantierechten tijdens ziekte en zwangerschap Opbouw vakantierechten tijdens ziekte en zwangerschap Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland Colofon Uitgave Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2016 286 Besluit van 6 juli 2016, houdende wijziging van het Besluit algemene rechtspositie politie in verband met de aanspraak op vakantieverlof,

Nadere informatie

B. De toelichting op artikel 6:4:1a wordt gewijzigd en komt te luiden:

B. De toelichting op artikel 6:4:1a wordt gewijzigd en komt te luiden: Bijlage 2 bij U201501087 Bijlage CAR-UWO teksten A. De toelichting op artikel 6:4 wordt gewijzigd en komt te luiden: Buitengewoon verlof Artikel 6:4 Lid 1 Het kraamverlof, calamiteiten en ander kortverzuimverlof

Nadere informatie

A. De toelichting op artikel 6:4 wordt gewijzigd en komt te luiden:

A. De toelichting op artikel 6:4 wordt gewijzigd en komt te luiden: Bijlage 1 bij U201501087 Bijlage CAR teksten A. De toelichting op artikel 6:4 wordt gewijzigd en komt te luiden: Buitengewoon verlof Artikel 6:4 Lid 1 Het kraamverlof, calamiteiten en ander kortverzuimverlof

Nadere informatie

Bijlage 1 Jurisprudentieonderzoek in het kader van de evaluatie Wet arbeid en zorg

Bijlage 1 Jurisprudentieonderzoek in het kader van de evaluatie Wet arbeid en zorg Bijlage 1 Jurisprudentieonderzoek in het kader van de evaluatie Wet arbeid en zorg 1. Inleiding In deze notitie wordt de jurisprudentie over de Wet arbeid en zorg besproken. In deze per 1 december 2001

Nadere informatie

Europeesrechtelijke achtergronden bij de zieke Nederlandse vakantiewetgeving

Europeesrechtelijke achtergronden bij de zieke Nederlandse vakantiewetgeving Europeesrechtelijke achtergronden bij de zieke Nederlandse vakantiewetgeving Schultz-Hoff and beyond Saskia Peters VvA 18-11-2010 OUTLINE Probleem: Nederlandse vakantieregeling versus Richtlijn 2003/88/EG

Nadere informatie

Verordening van 6 november 2012 tot wijziging van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling

Verordening van 6 november 2012 tot wijziging van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Uitgegeven: 22 november 2012 2012, nr. 49 PROVINCIAAL BLAD VAN FRYSLÂN Verordening van 6 november 2012 tot wijziging van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies. Gedeputeerde Staten van Fryslân,

Nadere informatie

Richtlijn werk en mantelzorg

Richtlijn werk en mantelzorg Raad voor overleg in de Grafimedia-branche (ROGB) Richtlijn werk en mantelzorg bij Grafimedia cao 2015-2018 1 december 2016 Richtlijn werk en mantelzorg Inleiding Medewerkers met mantelzorgtaken kunnen

Nadere informatie

Technische wijzigingen Cao SW 2019

Technische wijzigingen Cao SW 2019 Technische wijzigingen Cao SW 2019 Cao-partijen, de VNG, de FNV en het CNV zijn onderstaande technische wijzigingen van de Cao SW overeengekomen: 1. Aanpassing in de definitie van werknemer, artikel 1.1

Nadere informatie

ECWGO/U201401851 Lbr. 14/069 CvA/LOGA 14/04

ECWGO/U201401851 Lbr. 14/069 CvA/LOGA 14/04 Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8393 betreft cao 2013-2015 (2) car-uwo teksten uw kenmerk ons kenmerk ECWGO/U201401851 Lbr. 14/069 CvA/LOGA 14/04 bijlage(n)

Nadere informatie

Werkgeverszaken Vakantie

Werkgeverszaken Vakantie Werkgeverszaken Vakantie Vakantie Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Opbouw van vakantie-uren 5 2.1 Inleiding 5 2.2 Recht op vakantie 5 2.2.1 Hoofdregel Burgerlijk Wetboek 5 2.2.2 CAO Gehandicaptenzorg 5 2.3

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woerden

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woerden GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Woerden. Nr. 104681 6 november 2015 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woerden Gezien de circulaire van het Landelijk Overleg Gemeentelijke

Nadere informatie

Omvang van het verlof Iedere ouder heeft éénmaal recht op 26 weken ouderschapsverlof voor elk kind onder de 8 jaar.

Omvang van het verlof Iedere ouder heeft éénmaal recht op 26 weken ouderschapsverlof voor elk kind onder de 8 jaar. 1 Ouderschapsverlof Auteur: mr. Edith van Schie, XpertHR Iedere ouder heeft recht op 26 weken ouderschapsverlof voor elk kind onder de 8 jaar. Op deze wijze wil de wetgever beide ouders de mogelijkheid

Nadere informatie

II Het dienstverband

II Het dienstverband II Het dienstverband Voorwaarden De onderwerpen in dit boek hebben betrekking op de situaties waarbij er sprake is van een - tijdelijk of vast - dienstverband. Er is sprake van een dienstverband als er

Nadere informatie

Ledenbrief 15/052 CvA/LOGA 15/10, d.d. 23 juni 2015 inzake wijzigingen CAR-UWO i.v.m. wijzigingen Wet arbeid en zorg Eijsden-Margraten

Ledenbrief 15/052 CvA/LOGA 15/10, d.d. 23 juni 2015 inzake wijzigingen CAR-UWO i.v.m. wijzigingen Wet arbeid en zorg Eijsden-Margraten GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Eijsden-Margraten. Nr. 131209 31 december 2015 Ledenbrief 15/052 CvA/LOGA 15/10, d.d. 23 juni 2015 inzake wijzigingen CAR-UWO i.v.m. wijzigingen Wet arbeid en

Nadere informatie

Toetsing van de nieuwe vakantiewetgeving aan Richtlijn 2003/88 EG

Toetsing van de nieuwe vakantiewetgeving aan Richtlijn 2003/88 EG Toetsing van de nieuwe vakantiewetgeving aan Richtlijn 2003/88 EG Selvi Beşli, 6367593 Masterscriptie - Master Arbeidsrecht Universiteit van Amsterdam Begeleider Mevrouw mr.r.d de Boer Inhoudsopgave Inhoudsopgave

Nadere informatie

Wetsvoorstel vakan-eregeling bij ziekte Een nieuwe balans?

Wetsvoorstel vakan-eregeling bij ziekte Een nieuwe balans? Wetsvoorstel vakan-eregeling bij ziekte Een nieuwe balans? Hanneke Klinckhamers Vereniging voor Arbeidsrecht 18 november 2010 Agenda Doel hoofdlijnen & opzet wetsvoorstel Wijzigingen Commentaar Tips Vragen?

Nadere informatie

Verlofstuwmeren in aantocht

Verlofstuwmeren in aantocht Verlofstuwmeren in aantocht Over de vakantierechten van zieke werknemers en ambtenaren Naam: Maaike Theunis Studentnummer: 636324 Afstudeerdatum: 23 november 2011 Scriptiebegeleider: Mevr. B.B.B. Lanting

Nadere informatie

Verlof rond zwangerschap, adoptie, pleegzorg en geboorte

Verlof rond zwangerschap, adoptie, pleegzorg en geboorte Verlof rond zwangerschap, adoptie, pleegzorg en geboorte Op hoeveel weken verlof heeft een werknemer recht in verband met zwangerschaps-, bevallings-, adoptie- en pleegverlof? Behoudt de werknemer recht

Nadere informatie

Met ingang van 1 januari 2015 worden de artikelen 1:2a en 1:2b toegevoegd. Deze komen als volgt te luiden:

Met ingang van 1 januari 2015 worden de artikelen 1:2a en 1:2b toegevoegd. Deze komen als volgt te luiden: Bijlage 2 bij U201401851 CAR-UWO wijzigingen A Met ingang van 1 januari 2015 worden de artikelen 1:2a en 1:2b toegevoegd. Deze komen als Stageplaats Artikel 1:2a 1. Het college kan een student in het kader

Nadere informatie

Wijzigingen in de CAR/UWO, Wet arbeid en zorg. Het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam Samenwerking Kempengemeenten,

Wijzigingen in de CAR/UWO, Wet arbeid en zorg. Het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam Samenwerking Kempengemeenten, GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Eersel. Nr. 94488 20 juli 2016 Wijzigingen in de CAR/UWO, Wet arbeid en zorg Het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam Samenwerking Kempengemeenten; Overwegende

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 545 Wet van 30 november 2000 tot wijziging van titel 7.10 (arbeidsovereenkomst) van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot vakantie en ouderschapsverlof

Nadere informatie

Vitaliteitsregeling cao Netwerkbedrijven

Vitaliteitsregeling cao Netwerkbedrijven Vitaliteitsregeling cao Netwerkbedrijven De Vitaliteitsregeling beoogt door middel van arbeidsduurverkorting oudere werknemers gezond en met plezier door te laten werken tot aan de AOW-leeftijd. De Vitaliteitsregeling

Nadere informatie

Vakantie en ziekte: de nieuwe wettelijke regeling

Vakantie en ziekte: de nieuwe wettelijke regeling Jan M athies Vakantie en ziekte: de nieuwe wettelijke regeling De combinatie vakantie en ziekte levert in de praktijk voor werkgevers vaak problemen op. Het berekenen van de opbouw van vakantierechten

Nadere informatie

Met ingang van 1 januari 2015 worden de artikelen 1:2a en 1:2b toegevoegd. Deze komen als volgt te luiden:

Met ingang van 1 januari 2015 worden de artikelen 1:2a en 1:2b toegevoegd. Deze komen als volgt te luiden: Bijlage 1 bij U201401851 CAR-wijzigingen A Met ingang van 1 januari 2015 worden de artikelen 1:2a en 1:2b toegevoegd. Deze komen als volgt te luiden: Stageplaats Artikel 1:2a 1. Het college kan een student

Nadere informatie

BIJLAGE 3. RELEVANTE WETTELIJKE BEPALINGEN Aan deze bijlage kunnen geen rechten worden ontleend. 3-A Burgerlijk Wetboek 7 Titel 10

BIJLAGE 3. RELEVANTE WETTELIJKE BEPALINGEN Aan deze bijlage kunnen geen rechten worden ontleend. 3-A Burgerlijk Wetboek 7 Titel 10 43 BIJLAGE 3 RELEVANTE WETTELIJKE BEPALINGEN Aan deze bijlage kunnen geen rechten worden ontleend. 3-A Burgerlijk Wetboek 7 Titel 10 Goed werkgever en goed werknemer - Artikel 7: 611 BW (geldt voor alle

Nadere informatie

Actualiteitenseminar Loonheffingen & Arbeidsrecht 2011

Actualiteitenseminar Loonheffingen & Arbeidsrecht 2011 Actualiteitenseminar Loonheffingen & Arbeidsrecht 2011 Actualiteiten Arbeidsrecht Inhoudsopgave Loonsanctie UWV bij onvoldoende re-integratie Wetsvoorstel aanpassing vakantiewetgeving Aanscherping Wet

Nadere informatie

Verlof uit de Wet Arbeid en Zorg. Toelichting op verschillende vormen van verlof

Verlof uit de Wet Arbeid en Zorg. Toelichting op verschillende vormen van verlof Verlof uit de Wet Arbeid en Zorg Toelichting op verschillende vormen van verlof 29 mei 2017 Verlof op basis van wet en cao De Wet arbeid en zorg (Wazo) heeft tot doel de combinatie van arbeid en zorg te

Nadere informatie

Toelichting op de nieuwe afspraken over ouderschapsverlof in de CAO Jeugdzorg. Nieuwe versie, februari 2015

Toelichting op de nieuwe afspraken over ouderschapsverlof in de CAO Jeugdzorg. Nieuwe versie, februari 2015 Toelichting op de nieuwe afspraken over ouderschapsverlof Nieuwe versie, februari 2015 Toelichting op de nieuwe afspraken over ouderschapsverlof Wijzig de titel van het artikel (Kop 5) In het cao-akkoord

Nadere informatie

JUS. Jaarurensystematiek. een inhoudelijke toelichting bij de invoering in de gehandicaptenzorg. JaarUrenSystematiek (JUS)

JUS. Jaarurensystematiek. een inhoudelijke toelichting bij de invoering in de gehandicaptenzorg. JaarUrenSystematiek (JUS) JUS Jaarurensystematiek een inhoudelijke toelichting bij de invoering in de gehandicaptenzorg JaarUrenSystematiek (JUS) Inleiding In de CAO Gehandicaptenzorg 2007-2008 (CAO) is opgenomen dat per 1 januari

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2010:BO3017

ECLI:NL:RBAMS:2010:BO3017 ECLI:NL:RBAMS:2010:BO3017 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 11-06-2010 Datum publicatie 05-11-2010 Zaaknummer 1088000 CV EXPL 09-33692 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2016:4508 Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer CV EXPL

ECLI:NL:RBNNE:2016:4508 Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer CV EXPL ECLI:NL:RBNNE:2016:4508 Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak 06-09-2016 Datum publicatie 11-10-2016 Zaaknummer 4888855 CV EXPL 16-3386 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Op

Nadere informatie

Toelichting op de jaarurensystematiek

Toelichting op de jaarurensystematiek Toelichting op de jaarurensystematiek Toelichting op de jaarurensystematiek Toelichting Artikel 4.3 CAO Kinderopvang Opgesteld door CAO-partijen in de Kinderopvang 1 van 8 Toelichting op de jaarurensystematiek

Nadere informatie

LOGA GPD 25.06.2015 0105

LOGA GPD 25.06.2015 0105 6ei) rli!,],!im1501,111l11 LOGA GPD 25.06.2015 0105 Colleee voor Arbeidszaken./VNG FNV Overheid Brief aan de leden T.a.v. het college en raad Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden CNV ()verbeid

Nadere informatie

1. Inleiding Achtergrond

1. Inleiding Achtergrond 1. Inleiding 1.1. Achtergrond Het recht op vakantie is inmiddels niet meer weg te denken uit het arbeidsrecht. In de huidige tijd is het algemeen aanvaard dat niet alleen het leveren van goede prestaties

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR19688_5

CVDR. Nr. CVDR19688_5 CVDR Officiële uitgave van Rotterdam. Nr. CVDR19688_5 3 juli 2018 Besluit betaald ouderschapsverlof 2003 Burgemeester en wethouders van Rotterdam, Gelezen het voorstel van de wethouder van Middelen en

Nadere informatie

Toelichting op de nieuwe afspraken over ouderschapsverlof in de CAO Jeugdzorg

Toelichting op de nieuwe afspraken over ouderschapsverlof in de CAO Jeugdzorg Ouderschapsverlof in de CAO Jeugdzorg Toelichting op de nieuwe afspraken over ouderschapsverlof in de CAO Jeugdzorg Nieuwe versie, februari 2015 Koningin Wilhelminalaan 3 3527 LA Utrecht Postbus 2103 3500

Nadere informatie

Datum. 21 mei Om de kwaliteit van Arbeid en Zorg, investeren in verlof, Tweede Kamer , 24332, nr. 2

Datum. 21 mei Om de kwaliteit van Arbeid en Zorg, investeren in verlof, Tweede Kamer , 24332, nr. 2 IV Ministerie van Sociale Zal(en en Werkgelegenheid Bijlage 1 Aan de Sociaal-Economische Raad Bezuidenhoutseweg 60 2594 AV 's-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

Bestuur Nederlandse Associatie voor Examinering Er is geen specifieke vooropleiding vereist

Bestuur Nederlandse Associatie voor Examinering Er is geen specifieke vooropleiding vereist Diplomalijnen Examen Loonadministratie Juridisch Personeel en Organisatie Arbeidsrecht Niveau Vergelijkbaar met mbo 4 Versie 2-0 Geldig vanaf 01-11-2015 Vastgesteld op februari 2014 Vastgesteld door Veronderstelde

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2006/31

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2006/31 PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2006/31 Gedeputeerde Staten van Limburg maken ter voldoening aan het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht en de Provinciewet bekend dat zij in hun vergadering van 18 april

Nadere informatie

c. Werknemers die werkelijk in drieploegendienst werkzaam zijn hebben recht op een verlofdag extra.

c. Werknemers die werkelijk in drieploegendienst werkzaam zijn hebben recht op een verlofdag extra. Artikel 15 Vakantie 1. Het vakantiejaar loopt gelijk met het kalenderjaar. 2. De werknemer heeft per vakantiejaar recht op 25 verlofdagen / diensten met behoud van salaris. 3. Jeugdigen tot en met 18 jaar

Nadere informatie

Whitepaper. Het afschaffen van de beperkte opbouw van de minimum wettelijke vakantiedagen tijdens ziekte (ingangsdatum 1 januari 2012) versie 1.

Whitepaper. Het afschaffen van de beperkte opbouw van de minimum wettelijke vakantiedagen tijdens ziekte (ingangsdatum 1 januari 2012) versie 1. Whitepaper Het afschaffen van de beperkte opbouw van de minimum wettelijke vakantiedagen tijdens ziekte (ingangsdatum 1 januari 2012) versie 1.0 Samenvatting De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2012/123

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2012/123 PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2012/123 Officiële naam regeling: Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies Citeertitel: CAP Naam ingetrokken regeling: nvt Besloten door: College van Gedeputeerde

Nadere informatie

Tools Vakantiedagen

Tools Vakantiedagen Tools 3.14.01.08 Art. 634 1. De werknemer verwerft over ieder jaar waarin hij gedurende de volledige overeengekomen arbeidsduur recht op loon heeft gehad, aanspraak op vakantie van ten minste vier maal

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 06/02/2017

Datum van inontvangstneming : 06/02/2017 Datum van inontvangstneming : 06/02/2017 Vertaling C-684/16-1 Zaak C-684/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 27 december 2016 Verwijzende rechter: Bundesarbeitsgericht (Duitsland)

Nadere informatie

1.1 Een inleiding tot het Nederlandse recht 3. 1.2 Indeling van het recht 5

1.1 Een inleiding tot het Nederlandse recht 3. 1.2 Indeling van het recht 5 Inhoud Voorwoord V THEORIE 1 Inleiding tot het Nederlandse recht 3 1.1 Een inleiding tot het Nederlandse recht 3 1.2 Indeling van het recht 5 1.3 Regels in het recht 7 1.3.1 Functionarissen in de rechterlijke

Nadere informatie

HOOFDSTUK 5 - VAKANTIE

HOOFDSTUK 5 - VAKANTIE HOOFDSTUK 5 - VAKANTIE Artikel 5.1 Omschrijving 1. Algemene bepalingen 1. Als vakantie worden beschouwd de dagen, welke door de werkgever als zodanig met inachtneming van artikel 5.7 zijn vastgesteld.

Nadere informatie

Opbouw van vakantierechten en het recht op ADV tijdens arbeidsongeschiktheid bij toepassing van de CAO voor het Metaalbewerkingsbedrijf

Opbouw van vakantierechten en het recht op ADV tijdens arbeidsongeschiktheid bij toepassing van de CAO voor het Metaalbewerkingsbedrijf Opbouw van vakantierechten en het recht op ADV tijdens arbeidsongeschiktheid bij toepassing van de CAO voor het Metaalbewerkingsbedrijf Versie vóó óór en na 1 januari 2012 INHOUDSOPGAVE Inleiding 3 1.

Nadere informatie

Overzicht vervallen of gewijzigde artikelen in de cao PO 2014-2015??

Overzicht vervallen of gewijzigde artikelen in de cao PO 2014-2015?? Overzicht vervallen of gewijzigde artikelen in de cao PO 2014-2015?? Versie 3* Inleiding Vanaf 2015 zijn een aantal wetten en regelingen gepubliceerd die gevolgen hebben voor het bepaalde in de cao PO

Nadere informatie

Opbouw vakantie bij langdurige ziekte. artikelen 22 en 23 ARAR, 35 en 36 ARSG en 41 en 41a RDBZ

Opbouw vakantie bij langdurige ziekte. artikelen 22 en 23 ARAR, 35 en 36 ARSG en 41 en 41a RDBZ Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Aan de ministers circulaire Onderwerp Juridische grondslag Opbouw vakantie bij langdurige ziekte artikelen 22 en 23 ARAR, 35 en 36 ARSG en 41 en

Nadere informatie

PENSIOEN IN HET ARBEIDSRECHT. Wim Thijssen. Pensioenadvocaten.nl en VU Expertisecentrum Pensioenrecht

PENSIOEN IN HET ARBEIDSRECHT. Wim Thijssen. Pensioenadvocaten.nl en VU Expertisecentrum Pensioenrecht PENSIOEN IN HET ARBEIDSRECHT Wim Thijssen Pensioenadvocaten.nl en VU Expertisecentrum Pensioenrecht Pijplijnproblematiek Arbeidsongeschiktheid Rechtbank Amsterdam 2 september 2016, ECLI:NL:RBAMS:2016:9387

Nadere informatie

Basisverlof (wettelijk verlof)

Basisverlof (wettelijk verlof) Verlof en zorgverlof Naast het basisverlof zijn er verschillende (wettelijke) verlofregelingen van toepassing wanneer bijvoorbeeld jouw kind, partner of ouder zorg nodig heeft. Afhankelijk van de situatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2014:8414

ECLI:NL:RBNHO:2014:8414 ECLI:NL:RBNHO:2014:8414 Instantie Datum uitspraak 16-06-2014 Datum publicatie 13-11-2014 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 2896454 CV EXPL 14-830 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1998 1999 Nr. 244 26 079 Wijziging van titel 7.10 (arbeidsovereenkomst) van het urgerlijk Wetboek met betrekking tot vakantie en ouderschapsverlof GEWIJZIGD

Nadere informatie

Bijlage 1 bij U201501087. Bijlage CAR teksten. A. De toelichting op artikel 6:4 wordt gewijzigd en komt te luiden: Buitengewoon verlof.

Bijlage 1 bij U201501087. Bijlage CAR teksten. A. De toelichting op artikel 6:4 wordt gewijzigd en komt te luiden: Buitengewoon verlof. Bijlage 1 bij U201501087 Bijlage CAR teksten A. De toelichting op artikel 6:4 wordt gewijzigd en komt te luiden: Buitengewoon verlof Artikel 6:4 Lid 1 Het kraamverlof, calamiteiten en ander kortverzuimverlof

Nadere informatie

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Provinciaal blad van Noord-Brabant Provinciaal blad van Noord-Brabant ISSN: 0920-1408 Onderwerp Derde wijzigingsregeling Collectieve Arbeidsvoorwaarden provincies 2012 Bijlage(n) Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Gelet op artikel 125,

Nadere informatie

Bijlage 3 Verlofschema

Bijlage 3 Verlofschema 56 KNMT-ARBEIDSVOORWAARDENREGELING 2019 Bijlage 3 Verlofschema Het verlofschema bevat een samenvatting van de verlofvormen die in Hoofdstuk 8 van de KNMT-Arbeidsvoorwaardenregeling tandheelkundige praktijken

Nadere informatie

Vakantie aan het stuwmeer: over het recht van de zieke werknemer op jaarlijkse betaalde vakantie

Vakantie aan het stuwmeer: over het recht van de zieke werknemer op jaarlijkse betaalde vakantie Vakantie aan het stuwmeer: over het recht van de zieke werknemer op jaarlijkse betaalde vakantie Hof van Justitie EG 20 januari 2009, C-350/06 en C-520/06, JAR 2009/58 Het Hof van Justitie van de EG heeft

Nadere informatie

Regeling Werktijden en Verlof

Regeling Werktijden en Verlof Regeling Werktijden en Verlof Uitvoeringsbesluit krachtens artikelartikel 3:28, lid 3, 4:2, 6:2:1, lid 1, lid 2, lid 3,lid 5, lid 7 en 6:4 lid 2 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Vastgesteld

Nadere informatie

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 2513 AA S GRAVENHAGE

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 2513 AA S GRAVENHAGE Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 T 070 333 44

Nadere informatie

Ontslag en arbeidsongeschiktheid; vakantie en arbeidsongeschiktheid

Ontslag en arbeidsongeschiktheid; vakantie en arbeidsongeschiktheid Ontslag en arbeidsongeschiktheid; vakantie en arbeidsongeschiktheid mr. A.M. (Sanne) Wuisman advocaat Kantoor Mr. van Zijl B.V. Korvelseweg 142, 5025 JL Tilburg Postbus 1095, 5004 BB Tilburg tel. (013)

Nadere informatie

Verlofregelingen in Nederland

Verlofregelingen in Nederland Interfisc Consult BV Postbus 85969 NL-2508 CR Den Haag Stationsplein 4 NL-2275 AZ Voorburg Documentcode : RB/NL-AR-SD-0021-NL/01-2018 Paginanummer : 1 van 7 0031 (0)70 313 3090 0031 (0)70 313 3099 consult@interfisc.eu

Nadere informatie

Afspraken over de bepalingen over tijdelijke dienstverbanden

Afspraken over de bepalingen over tijdelijke dienstverbanden Bijlage bij Onderhandelaarsakkoord CAO Nederlandse Universiteiten 1 januari 2015 tot en met 1 juli 2016 In deze bijlage volgt een overzicht van cao-artikelen die zijn aangepast op grond van de afspraken

Nadere informatie

Vakantieadministratie en stuwmeren vanaf 1 januari 2012: Leuker kunnen we het niet maken, wel (onnodig) ingewikkeld

Vakantieadministratie en stuwmeren vanaf 1 januari 2012: Leuker kunnen we het niet maken, wel (onnodig) ingewikkeld Mevr. mr. M. Koster en mevr. mr. C.J. Herman de Groot 1 Vakantieadministratie en stuwmeren vanaf 1 januari 2012: Leuker kunnen we het niet maken, wel (onnodig) ingewikkeld 55 De wijzigingen in de vakantiewetgeving

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 46193 28 september 2016 Metaal en Techniek Goud- en Zilvernijverheid 2016/2017 Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen

Nadere informatie

Bestuur Nederlandse Associatie voor Examinering Er is geen specifieke vooropleiding vereist

Bestuur Nederlandse Associatie voor Examinering Er is geen specifieke vooropleiding vereist Diplomalijnen Examen Loonadministratie Juridisch Personeel en Organisatie Arbeidsrecht Niveau Vergelijkbaar met mbo 4 Versie 2-1 Geldig vanaf 01-11-2015 Vastgesteld op februari 2014 Vastgesteld door Veronderstelde

Nadere informatie

SAMENVATTING U I T S P R A AK

SAMENVATTING U I T S P R A AK SAMENVATTING 104017 Geschil toekenning ouderschapsverlof Een docent vraagt voor zijn drie geadopteerde kinderen ouderschapsverlof aan. Over de aard - betaald of onbetaald - van het verlof voor twee kinderen

Nadere informatie

In dit hoofdstuk is opgenomen hoe werkgever en werknemer hieraan concreet vorm kunnen geven.

In dit hoofdstuk is opgenomen hoe werkgever en werknemer hieraan concreet vorm kunnen geven. HOOFDSTUK 3 OPTIMALE INDIVIDUELE INZETBAARHEID 3.1 INLEIDING Werken aan en investeren in optimale individuele inzetbaarheid is een wederzijdse verantwoordelijkheid van werkgever en werknemer. Daarom maken

Nadere informatie

nummer 38 van 2012 Wijziging Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies (wijziging Regeling vakantieverlof en invoering Geschillenregeling)

nummer 38 van 2012 Wijziging Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies (wijziging Regeling vakantieverlof en invoering Geschillenregeling) nummer 38 van 2012 Wijziging Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies (wijziging Regeling vakantieverlof en invoering Geschillenregeling) Besluit van gedeputeerde staten van Drenthe van 27 november

Nadere informatie

ECLI:NL:RBBRE:2011:5319

ECLI:NL:RBBRE:2011:5319 ECLI:NL:RBBRE:2011:5319 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 06-12-2011 Datum publicatie 22-05-2017 Zaaknummer AWB- 11_1954 Formele relaties Hoger beroep: ECLI:NL:CRVB:2013:BZ2178, Bekrachtiging/bevestiging

Nadere informatie

GEMEENTE LANC5ĒDIJK ING. 2 4 JUN Z01S. ons kenmerk ECWGO/U Lbr: 15/052 CvA/LOGA 15/10

GEMEENTE LANC5ĒDIJK ING. 2 4 JUN Z01S. ons kenmerk ECWGO/U Lbr: 15/052 CvA/LOGA 15/10 L O G A College voor ArbtMdszakerĽ V N G FNV Chřerbeld CNV Overheid Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad NR. GEMEENTE LANC5ĒDIJK 0 0 6 2-6,2 Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden

Nadere informatie

Toelichting artikel 2.8 wijziging omvang aanstelling

Toelichting artikel 2.8 wijziging omvang aanstelling Bijlage bij B&W-flap d.d. 15 september 2015, BD2015-011096 Wijzigingen Nieuwe Rechtspositieregeling Gemeente Amsterdam (NRGA) i.v.m. Wijzigingen in de Wet arbeid en zorg en de Wet aanpassing arbeidsduur.

Nadere informatie