Academiejaar: Eerste examenperiode. De invloed van de media op eetgerelateerde problemen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Academiejaar: Eerste examenperiode. De invloed van de media op eetgerelateerde problemen"

Transcriptie

1 Academiejaar: Eerste examenperiode De invloed van de media op eetgerelateerde problemen Een longitudinaal onderzoek met de focus op jongens van lagere schoolleeftijd Masterproef neergelegd tot het behalen van de graad van master in de psychologie, afstudeerrichting klinische psychologie door Eva Bekemans Promotor: Dr. Lien Goossens

2

3 Academiejaar: Eerste examenperiode De invloed van de media op eetgerelateerde problemen Een longitudinaal onderzoek met de focus op jongens van lagere schoolleeftijd Masterproef neergelegd tot het behalen van de graad van master in de psychologie, afstudeerrichting klinische psychologie door Eva Bekemans Promotor: Dr. Lien Goossens

4 VOORWOORD Mijn persoonlijke drijfveer voor het schrijven van deze masterproef vloeit enerzijds voort vanuit de grote interesse die ik heb voor het domein van eetgerelateerde problemen. Reeds bij aanvang van de richting psychologie intrigeerde dit onderwerp mij. Het feit dat het domein van eetgerelateerde problemen steeds meer en meer een plaats kent in huidige maatschappij heeft deze interesse alleen maar gevoed. Ook het feit dat deze masterproef de focus legt op jongere kinderen betekende een extra motivatie om voor dit onderwerp te kiezen. Ik zou graag in de toekomst met dergelijke leeftijdsgroep werken. Het feit dat deze masterproef zich enkel betrekt op kinderen van het mannelijke geslacht maakt dit onderwerp niet alleen vernieuwend maar ook interessanter. Met andere woorden: het onderwerp maakte mij zeer nieuwsgierig waardoor ik met veel enthousiasme deze masterproef heb uitgevoerd. Om deze masterproef te verwezenlijken, heb ik kunnen rekenen op de steun en inspanning van enkele mensen in mijn omgeving. Ik wil in eerste instantie mijn grote dankbaarheid uiten aan mijn promotor Dr. Lien Goossens. Zij maakte zeer frequent tijd voor het nalezen van mijn masterproef doorheen de laatste twee jaar. Steeds kon ik rekenen op snelle respons en grote betrokkenheid. Niet te vergeten de motivatie die ze mij steeds gaf. Haar opbouwende feedback en suggesties leverden zeker een bijdrage aan de kwaliteit van deze masterproef. Er zijn nog enkele mensen die ik graag zou bedanken zoals mijn moeder en Hans die me steeds gesteund hebben gedurende het hele proces. Eveneens maken zij het mogelijk dat ik deze opleiding kan volgen en mijn diploma kan halen. Ook wil ik mijn vriend bedanken voor de hulp die hij mij gegeven heeft betreffende het uitvoeren van bepaalde analyses in SPSS. Eveneens kon ik terecht bij hem wanneer de emoties en stress de bovenhand namen. Verder wil ik ook een dankwoordje plaatsen aan alle studenten uit de Lessius Hogeschool en Universiteit Gent die meegewerkt hebben in het verzamelen van de longitudinale gegevens voor huidige studie. In het bijzonder een dankwoordje aan Charlotte Lerminiaux voor de vlotte samenwerking tijdens het uitvoeren van het onderzoek. Eva Bekemans Gent, 17 april 2012 I

5 ABSTRACT Huidige longitudinale studie onderzoekt enerzijds de prevalentie van eetgerelateerde problemen bij jongens van lagere schoolleeftijd (8 tot 12 jaar) en anderzijds de invloed van de media in de ontwikkeling van dergelijke eetgerelateerde problemen. Het onderzoek kadert in een grootschalig longitudinaal onderzoek over een periode van één jaar en betreft twee metingen (T1 en T2). De proefgroep bestaat uit 310 jongens uit de algemene populatie. Om eetgerelateerde problemen te meten werd gebruik gemaakt van de Children s Eating Disorder Examination Questionnaire (ChEDE-Q). Om de invloed van de media te meten werd de Multidimensional Media Influence Scale (MMIS) gebruikt. Uit de resultaten blijkt dat eetgerelateerde problemen zoals lijnen, zorgen over eten, gewicht en lichaam, overeten, controleverlies over eten en gewichtscontrolemaatregelen reeds voorkomen bij jongens van lagere schoolleeftijd (8 tot 12 jaar). Verder tonen de resultaten aan dat de mediaschalen een significante invloed hebben op bepaalde eetgerelateerde problemen. De schaal bewustzijn van het slankheidideaal heeft invloed op zorgen over eten, overeten, controleverlies en gewichtscontrolemaatregelen op T2. De schaal internalisatie van het slankheidideaal heeft invloed op zorgen over eten, zorgen over gewicht, zorgen over lichaam, overeten, controleverlies en gewichtscontrolemaatregelen op T2. De schaal waargenomen druk om aan het slankheidideaal te voldoen heeft invloed op overeten en gewichtscontrolemaatregelen op T2. Bovenstaande resultaten demonstreren een rechtstreekse associatie tussen de invloeden van de media en eetgerelateerde problemen bij jongens van lagere schoolleeftijd. Bovenvermelde mediaschalen hebben echter geen invloed op lijnen op T2. Toekomstig onderzoek zou zich dus kunnen richten op de relatie tussen de media en lijnen. II

6 INHOUDSTAFEL VOORWOORD ABSTRACT INHOUDSTAFEL LIJST VAN FIGUREN LIJST VAN TABELLEN PROBLEEMSTELLING I II III VI VI VII INLEIDING 1 Eetgerelateerde problemen bij kinderen 1 Definiëring 1 Lijnen 1 Eetbuien en overeten 2 Lichaamsontevredenheid 2 Gewichtscontrolemaatregelen 3 Prevalentie en geslachtsverschillen 3 Prevalentie lijnen 4 Prevalentie eetbuien en overeten 4 Prevalentie lichaamsontevredenheid 5 Prevalentie gewichtscontrolemaatregelen 6 Gevolgen en prognose 6 Gevolgen op medisch vlak 6 Gevolgen op psychosociaal vlak 7 Conclusie 7 Invloed van de media op eetgerelateerde problemen 8 Theoretisch modellen 9 Social comparison theory 9 Cultivation theory 10 Dual-proces model 10 Empirische evidentie 11 Cross-sectionele studies 11 III

7 Experimentele studies 12 Longitudinale studies 13 Conclusie 14 Algemeen besluit 14 METHODE 16 Participanten 16 Meetinstrumenten 16 Childrens s Eating Disorder Examination Questionnaire 16 Multidimensional Media Influence Scale 17 Adjusted Body Mass Index 18 Procedure 19 Statistische analyses 20 RESULTATEN 21 Karakterestieken van de steekproef 21 Effect van drop out 21 Prevalentie van eetgerelateerde problemen bij jongens 23 De prevalentie van lijnen, zorgen over eten, lichaam en gewicht 24 De prevalentie van overeten, eetbuien en gewichtscontrolemaatregelen 25 De invloed van de media op eetgerelateerde problemen bij jongens 27 De invloed van eetpathologie, leeftijd en adjusted BMI op T1 27 De invloed van de media op de ontwikkeling van eetgerelateerde problemen op T2 29 De invloed van de media op lijnen 30 De invloed van de media op zorgen over eten 31 De invloed van de media op zorgen over gewicht 32 De invloed van de media op zorgen over lichaam 33 De invloed van de media op overeten 34 De invloed van de media op controleverlies over eten 35 De invloed van de media op gewichtscontrolemaatregelen 36 IV

8 DISCUSSIE 37 REFERENTIES 47 BIJLAGEN 55 V

9 LIJST VAN FIGUREN Figuur 1: de social comparison theory Figuur 2: de cultivation theory Figuur 3: dual-pathway model LIJST VAN TABELLEN Tabe1 l: Gemiddelden en percentages bij jongens die enkel deelnamen op T1 en jongens die deelnamen op T1 en T2 Tabel 2: Vergelijking tussen gemiddelde scores op lijnen, zorgen over eten, zorgen over gewicht en zorgen over lichaam van de proefgroep op T2 en de normgroep Tabel 3: Percentage van overeten, eetbuien en gewichtscontrolemaatregelen van de proefgroep op T2 Tabel 4: Correlaties tussen de studievariabelen op T1 en lijnen, zorgen over eten, gewicht en lichaam op T2 bij jongens van lagere schoolleeftijd Tabel 5: Associaties tussen de studievariabelen op T1 en overeten, controleverlies over eten en gewichtscontrolemaatregelen op T2 Tabel 6: Resultaten van lineaire regressieanalyse van de invloed van de media op lijnen bij jongens van lagere schoolleeftijd Tabel 7: Resultaten van lineaire regressieanalyse van de invloed van de media op zorgen over eten bij jongens van lagere schoolleeftijd Tabel 8: Resultaten van lineaire regressieanalyse van de invloed van de media op zorgen over gewicht bij jongens van lagere schoolleeftijd Tabel 9: Resultaten van lineaire regressieanalyse van de invloed van de media op zorgen over lichaam bij jongens van lagere schoolleeftijd Tabel 10: Resultaten van binaire logistische regressieanalyse van de invloed van de media op overeten bij jongens van lagere schoolleeftijd Tabel 11: Resultaten van binaire logistische regressieanalyse van de invloed van de media op controleverlies bij jongens van lagere schoolleeftijd Tabel 12: Resultaten van binaire logistische regressieanalyse van de invloed van de media op gewichtscontrolemaatregelen bij jongens van lagere schoolleeftijd VI

10 PROBLEEMSTELLING De term eetgerelateerde problemen fungeert als een verzamelnaam voor enkele subklinische gedragingen, zoals: lijnen, eetbuien, gewichtscontrolemaatregelen en lichaamsontevredenheid. Hoewel de term eetgerelateerde problemen geen afgelijnde stoornis is, is het toch van belang om al op vroege leeftijd hier onderzoek naar te doen daar ze kunnen leiden tot eetstoornissen en obesitas (Stice, Ng, & Shaw, 2010). Aan deze problematiek wordt in de bestaande populaire, en in de wetenschappelijke literatuur veel aandacht besteed. Echter, wanneer men het heeft over eetproblemen, in de ruime zin van het woord, legt men al snel de link met meisjes/vrouwen. Toch zien we ook steeds meer jongens met zorgen omtrent hun lichaamsgewicht (Field, Cheung, Wolf, Herzog, Gortmaker, & Colditz, 1999). Een meer uitgebreide kennis rond het klinisch beeld en prevalentie van eetgerelateerde problemen bij jongens kan alleen maar voordelen bieden aan de klinische praktijk. Indien we de risicofactoren kennen van eetgerelateerde problemen bij jongens, kunnen we aan preventie en behandeling doen, specifiek voor die doelgroep. Rond de oorzaken van eetgerelateerde problemen is er al heel wat literatuur voorhanden. Naast de invloed van ouders en leeftijdsgenoten heeft ook de media een grote invloed (Field, Camargo, Taylor, Berkey, Roberts, & Colditz, 2001). Net op dit laatste wordt in deze scriptie de focus gelegd. De doelstelling van dit onderzoek is een antwoord formuleren op twee onderzoeksvragen. In eerste instantie wordt nagegaan wat de prevalentie is van eetgerelateerde problemen bij jongens van lagere schoolleeftijd. In een tweede onderzoeksvraag zal prospectief nagegaan worden welke invloed de media uitoefent op de ontwikkeling van deze eetgerelateerde problemen bij jongens. De inleiding van deze scriptie bestaat uit twee hoofdstukken. Het eerste hoofdstuk handelt over de prevalentie van eetgerelateerde problemen bij jongens van lagere schoolleeftijd. Het tweede hoofdstuk handelt over de invloed van de media op eetgerelateerde problemen bij jongens. In het methodegedeelte worden de vragenlijsten besproken die werden afgenomen bij de kinderen. Het resultatengedeelte geeft de prevalentie cijfers weer en in de discussie worden de sterktes en beperkingen van huidig onderzoek aangekaart, gepaarde gaande met suggesties voor toekomstig onderzoek en implicaties voor de klinische praktijk. 1 1 Huidige studie is een geassocieerde thesis met Charlotte Lerminiaux. VII

11 INLEIDING Eetgerelateerde problemen bij kinderen We bieden hieronder een overzicht omtrent de stand van zaken betreffende wetenschappelijk onderzoek naar eetgerelateerde problemen bij kinderen. We zullen stilstaan bij de definiëring, prevalentie en geslachtsverschillen en gevolgen en prognose. Vervolgens vertellen we iets meer over de invloed van de media. We zien in de bestaande literatuur dat er gebrek is aan een eenduidige definitie omtrent het begrip eetgerelateerde problemen. Diverse auteurs hebben hun eigen omschrijving. In deze scriptie houden we het bij één omschrijving van eetgerelateerde problemen, namelijk die van Littleton en Ollendick (2003). Zij beschrijven eetgerelateerde problemen als een verzamelterm voor gedragingen met betrekking tot ongezond diëten, ongezond (te veel) eten en gedragingen in de richting van anorexia nervosa en boulimia nervosa zoals het gebruik van laxeermiddelen en zelfinducerend braken. Definiëring Uit bovenstaande definitie merken we dat de term eetgerelateerde problemen zeer algemeen is. Daarom is het noodzakelijk deze term nader te definiëren. Zo kunnen diverse eetgerelateerde problemen onderscheiden worden zoals: lijnen, eetbuien, lichaamsontevredenheid en gewichtscontrolemaatregelen. Elke term wordt hieronder verder toegelicht. Lijnen Over het algemeen wordt lijnen gedefinieerd als de neiging om bewust aan calorierestrictie te doen of controle hebben over voedselinname om gewicht te verliezen. Lijnen wordt dus aanzien als een psychologisch construct dat gedragsmatige controle en attitudes meet ten opzichte van voedsel en eten (Savage, Hoffman, & Birch, 2009). In de literatuur zien we echter enige discussie omtrent de definiëring van deze term. Volgens het twee factoren model van Allison, Kalinsky en Gorman (1992) bestaat lijnen uit 2 componenten, namelijk: cognitief lijnen en gedragsmatig lijnen. Het drie factoren model van Ricciardelli en Williams (1997) aanziet lijnen als een cluster van emotioneel-cognitieve zorgen omtrent diëten, gedragsmatig diëten en controle en 1

12 als derde factor calorie kennis. In deze studie zullen wij de definitie van Savage et al. (2009) gebruiken vanwege de recentheid van de beschrijving. Eetbuien en overeten In de DSM-IV beschrijft men een eetbui als een episode gekarakteriseerd door twee criteria. Vooreerst moet er sprake zijn van het binnen een beperkte tijd (bv. twee uur) eten van een hoeveelheid voedsel die beslist groter is dan wat de meeste mensen in eenzelfde periode en onder dezelfde omstandigheden zouden eten. Daarnaast moet er ook sprake zijn van controleverlies. Men heeft het gevoel de beheersing over het eten, tijdens de episode, kwijt te zijn. Men kan niet stoppen met eten of zelf bepalen hoeveel men eet (DSM-IV-TR, 2000). Verder wordt er onderscheid gemaakt tussen een objectieve eetbui en een subjectieve eetbui. Bij een objectieve eetbui gaat het om een grote hoeveelheid voedsel en is er eveneens sprake van controleverlies. Wanneer het gaat om een minder grote hoeveelheid voedsel, gepaard met controleverlies, spreken we van een subjectieve eetbui. Wanneer er geen controleverlies is, spreekt men van overeten (Fairburn & Cooper, 2003). Uit studies bij adolescenten is reeds gebleken dat vooral de episodes waar controleverlies aanwezig is (eetbuien) geassocieerd zijn met meer eet- en psychopathologie (Goossens, Soenens, & Braet, 2009; Tanofsky-Kraff et al., 2004). In deze studie zullen we zowel de prevalentie van objectieve en subjectieve eetbuien als de prevalentie van overeten bekijken in onze proefgroep. Lichaamsontevredenheid Ook omtrent deze term zijn er in de bestaande literatuur diverse omschrijvingen voorhanden. Wij houden het bij een recente omschrijving van Roberts en Good (2010). Zij beschrijven lichaamsontevredenheid als ontevredenheid met het gewicht en de vorm van specifieke delen van het lichaam. Fairburn, Cooper en Shafran (2003) beschrijven in hun etiologisch model dat disfunctionele zelfevaluatie (lichaamsontevredenheid) de kernpathologie is van eetstoornissen. Doorgaans evalueert de mens zichzelf op basis van de eigen prestaties op verschillende levensdomeinen (werk, ouderschap, relaties). Personen met een eetstoornis evalueren zich slechts op één domein: het eetgerelateerde, meer bepaald in termen van gewicht, lichaamsvormen, eten en de mate waarin ze dit laatste onder controle hebben. De cross-sectionele studie van Field en collega s (1999) telde

13 meisjes en 4237 jongens, van 12 tot 18 jaar. Deze studie concludeert dat lichaamsontevredenheid bij meisjes zich vooral uit in het willen vermageren. Ze doen pogingen om hun lichaamsgewicht te verlagen. Bij jongens ligt het wat complexer. Voor de mannelijke individuen is er vooral het verlangen om niet té mager en ongespierd te zijn. Later prospectief cohort onderzoek van Field en collega s (2008) toont eveneens aan dat jongens zich vaak ook focussen op het willen van meer spieren. Gewichtscontrolemaatregelen De grote variëteit aan gewichtscontrolemaatregelen kunnen we situeren op een continuüm, gaande van gezonde tot ongezonde gewichtscontrolemaatregelen. Gedragingen zoals sporten en het beperken van eten van vetrijk voedsel kunnen als normaal gedrag aanzien worden. Andere gewichtscontrolemaatregelen, zoals erg restrictief diëten, kunnen dan eerder als ongezond gedrag aanzien worden. De ongezonde gewichtscontrolemaatregelen kunnen we verder opsplitsen in minder ernstige en ernstige gewichtscontrolemaatregelen. Tot de minder ernstige gedragingen behoort het volgende: vasten, weinig hoeveelheden voedsel eten, voedselsupplementen innemen (bv. vloeibare maaltijden), het overslaan van maaltijden, het roken van sigaretten en intensief sporten om gewicht te verliezen. Ernstige gewichtscontrolemaatregelen betreffen: het gebruik van dieetpillen, laxeermiddelen of diuretica en zelfinducerend braken (Fulkerson, McGuire, Neumark- Sztainer, Story, French, & Perry, 2002; Fairburn & Cooper, 2003). In dit onderzoek zullen wij vooral de focus leggen op deze laatste groep, de ernstige gewichtscontrolemaatregelen. Prevalentie en geslachtsverschillen In de laatste 20 jaar zien we een groei in de prevalentie van eetgerelateerde problemen bij kinderen en adolescenten. Eetgerelateerde problemen komen voornamelijk voor bij meisjes, in Westerse gemeenschappen. Er is ook verhoogde aandacht voor de startleeftijd van dergelijke problemen, daar ze vaak al op jonge leeftijd lijken op te treden, namelijk in de kindertijd of vroege adolescentie (Littleton, & Ollendick, 2003). Hierop volgend zullen we, aan de hand van de bestaande literatuur, de prevalentie cijfers bekijken specifiek voor elk eetprobleem apart. Bovendien bekijken 3

14 we de prevalentie gegevens ook in termen van geslachtsverschillen daar we merken dat deze twee onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Prevalentie lijnen Omtrent lijngedrag bij jongens is tot op heden weinig onderzoek verricht. Uit een studie van Savage, Hoffman en Birch (2009) blijkt dat lijnen om gewicht te verliezen zeker niet zeldzaam is. Deze studie rekruteerde 197 vrouwen (24 tot 46 jaar) uit een grotere longitudinaal onderzoek. De data werd verzameld aan de hand van zelfrapportage vragenlijsten en dit op vier tijdsmomenten gedurende een periode van 6 jaar. Uit de resultaten blijkt dat 30% van de vrouwen frequent dieetgedrag rapporteert. De onderzoekers concluderen dat het voorkomt bij vrouwen van alle leeftijden en alle gewichten. Coleen, Rand en Kuldau (2006) onderzochten het lijnen bij een steekproef van 2115 volwassenen mannen en vrouwen (van 18 tot ± 75 jaar). Uit de resultaten blijkt dat 8.9% van de mannen aan lijnen deed. Een prospectieve cohort studie van Isomaa, Isomaa, Marttunen, Kaltiala-Heino, en Björkqvist (2010) onderzoekt 318 jongens en 288 meisjes van 15 jaar. Uit de resultaten blijkt dat 81 adolescenten (73 meisjes en 8 jongens) frequent dieetgedrag rapporteren om gewicht te verliezen. Deze studie concludeert dat op een intentionele manier gewicht willen verliezen en magerzucht courante gedragingen zijn bij adolescenten en in het bijzonder bij meisjes. De review van Littleton en Ollendick (2003) geeft een overzicht van enkele studies die aantonen dat lijnen frequent voorkomt bij jongere kinderen. Zo blijkt uit de studie van Shapiro, Newcomb en Loeb (1997) dat 23% van de 8-jarige kinderen (n= 200) frequent dieetgedrag rapporteert. Thomas, Ricciardelli en Williams (2000) onderzoeken 202 kinderen van 8 tot en met 10 jaar. Resultaten van hun onderzoek tonen aan dat ongeveer de helft van de steekproef frequent dieetgedrag rapporteert. Prevalentie overeten en eetbuien Ackard, Neumark-Sztainer, Story en Perry (2003) onderzochten 4746 meisjes en jongens, via zelfrapportage. De leeftijdsrange varieerde van 11 tot 18 jaar. Uit de resultaten blijkt dat 17.3% van de meisjes en 7.8% van de jongens last had van objectief overeten het afgelopen jaar. Echter, in deze studie werd de mate van controleverlies niet bevraagd. Een prospectieve cohort studie van Field et al. (2008) focuste zich op 6916 jongens en 5618 meisjes van 9 tot 15 jaar. Deze 4

15 kinderen zijn gerekruteerd uit een lopende studie (Growing Up Today Study) en moesten een zelfrapportage vragenlijst invullen. Ze werden gedurende een periode van 7 jaar gevolgd ter follow-up. De resultaten tonen aan dat 10.3% van de meisjes en 3% van de jongens, gedurende die 7 jaar, startte met eetbuien. Bij meisjes is de cumulatieve incidentie van eetbuien 4.3%, waar bij de jongens er 2.1% eetbuien gerapporteerd werden. Naast de internationale studies werden er recent ook Vlaamse cijfers gepubliceerd. Onderzoek van Goossens, Soenens en Braet (2009) bevroeg 708 Vlaamse adolescente jongens en meisjes van 12 tot 16 jaar via een zelfrapportage vragenlijst. 16.7% van de adolescenten rapporteerden controleverlies over hun eetgedrag bestaande uit zowel subjectieve (9.3%) als objectieve eetbuien (4.8%). 2.6% rapporteerde zowel subjectieve als objectieve eetbuien de afgelopen maand. In de studie van Decaluwé en Braet (2003) werden 196 obese kinderen en adolescenten van 10 tot 16 jaar onderzocht in Vlaanderen aan de hand van een klinisch interview. Uit de resultaten blijkt dat 9% last blijkt te hebben van objectieve eetbuien. Eetbuien kwamen meer voor bij meisjes dan bij jongens. Episodisch overeten kwam meer voor dan eetbuien. 12.2% rapporteerde minstens één episode van overeten. Tot op heden zijn er nog geen cijfers van de prevalentie van eetbuien en overeten bij pre- adolescenten. Om deze reden is het noodzakelijk hieromtrent onderzoek te voeren. Prevalentie lichaamsontevredenheid Onderzoek van Field et al. (2001) toont aan dat zorgen omtrent gewicht minder vaak voorkomt bij jongens dan bij meisjes. De data tonen echter wel aan dat deze zorgen omtrent gewicht alsmaar stijgen in prevalentie. Zo blijkt uit de vragenlijsten dat 2% van de jongens erg bezorgd is om hun gewicht. De leeftijdsrange was van 9 tot 14 jaar. Onderzoek van Wood, Becker, & Thompson (1996) onderzocht 200 kinderen van 8 tot 10 jaar. Hieruit blijkt dat 55% van de meisjes en 35% van de jongens ontevreden is met hun gewicht. Een vragenlijstenstudie van Thomas, Ricciardelli en Williams (2000), bestaande uit 200 kinderen van 8 jaar, toont aan dat 46% van de meisjes en 26% van de jongens frequent denkt aan slanker/dunner zijn. Er blijkt een groot percentageverschil te zijn tussen de enerzijds de resultaten uit de studie van Field en collega s (2001) en anderzijds de resultaten uit de studie van Wood en collega s (1996) en Thomas en collega s (2000). Dit kunnen we mogelijks 5

16 verklaren vanuit het feit dat ze in het onderzoek van Field en collega s (2001) een strengere definitie hanteren voor de term lichaamsontevredenheid. Prevalentie gewichtscontrolemaatregelen De studie van Field et al. (2008) toont aan dat gewichtscontrolemaatregelen zoals purgeren ook voorkomt bij jongens. 10.3% van de meisjes en 3% van de jongens (9 tot 15 jaar) doet aan purgeergedrag (zelfinducerend braken of gebruik van laxeermiddelen) om hun gewicht te controleren, en dit minstens één maal per week. De cumulatieve incidentie van purgeergedrag is 5.3% bij de meisjes en 0.8% bij de jongens. Neumark-Sztainer, Hannan, Story en Perry (2004) onderzochten een steekproef van 4144 adolescenten met een gemiddelde leeftijd van 15 jaar. Uit de resultaten blijkt dat meisjes die aan gewichtscontrole deden, significant minder fruit, groenten en granen opnemen dan meisjes die niet aan gewichtscontrole deden. Bij jongens ziet men dit verschil niet. Deze bevindingen betekenen dat gewichtscontrolemaatregelen samenhangen met ongezonde eetgewoonten. Gevolgen en prognose Bovenstaande gegevens tonen aan dat eetgerelateerde problemen aanwezig zijn bij zowel jongens als meisjes, en dit al op jongere leeftijd. Dit gaat niet gepaard zonder gevolgen. We hebben het eerst over de gevolgen op medisch vlak en vervolgens over de gevolgen op psychosociaal vlak. Gevolgen op medisch vlak Eetgerelateerde problemen kunnen leiden tot eetstoornissen en obesitas en kunnen geassocieerd worden met fysische, psychologische en sociale problemen. Daarnaast leiden de dramatisch stijgende obesitas cijfers tot een enorme nood aan gezondheidszorg en psychologen. Lichamelijke condities gelinkt aan obesitas houden het volgende in: risico voor type 2 diabetes, hypertensie, astma, slaapstoornissen, abnormale cholesterol niveaus en orthopedische complicaties (Wilfley, Vannucci en White, 2010). Klein en Walsh (2003) geven een overzicht van de gevolgen voor eetstoornissen, meer bepaald: anorexia nervosa en boulemia nervosa. Wat de gevolgen van anorexia nervosa betreft maakt men de opsplitsing in (neuro)-psychologische gevolgen, 6

17 lichamelijke gevolgen, endocriene gevolgen en cardiale gevolgen. Abnormaliteiten in het geheugen, aandacht, concentratie en motoriek vallen onder het luik van neuropsychologische gevolgen. Onder de lichamelijke gevolgen kunnen we o.a. koude intolerantie, milde hypothermia en uitdroging situeren. De regulatie van het endocriene systeem is ook verstoord bij anorexiepatiënten. Verder blijkt dat de cardiale output verminderd is en dat hartfalen kan optreden. Wat de gevolgen van boulemia nervosa betreft, wordt er een opsplitsing gemaakt in (neuro)-psychologische gevolgen en lichamelijke gevolgen. Vooreerst constateert men een verminderde verzadiging bij boulemiepatiënten, evenals afwijkingen in het serotonine gehalte. Tanderosie, maagbreuk en menstruele problemen zijn mogelijke lichamelijke gevolgen van boulemische gedragingen. Gevolgen op psychosociaal vlak Berdah (2010) toont aan dat er een link bestaat tussen eetgerelateerde problemen, zelfbeeld, stigmatisatie, psychopathologische stoornissen en problemen met het lichaamsbeeld. Dit laatste uit zich in lichaamsontevredenheid die gekarakteriseerd wordt door het gevoel te hebben niet aantrekkelijk te zijn. Lichaamsontevredenheid kan als gevolg leiden tot zowel vermijdingsgedrag als een sociale fobie en agorafobie. Uit de studie van Klein en Walsh (2003) blijkt dat 90% van de anorexiepatiënten depressieve symptomen rapporteert. Conclusie Uit bovenstaande gegevens kunnen we besluiten dat eetgerelateerde problemen reeds op jonge leeftijd gerapporteerd worden (Littleton, & Ollendick, 2003). Eetproblemen treffen ook het mannelijke geslacht, zowel op vlak van lijnen, eetbuien, lichaamsontevredenheid als gewichtscontrolemaatregelen. Echter, tot op heden werd er helaas nog maar weinig onderzoek verricht naar het voorkomen en de prevalentie van eetgerelateerde problemen bij jongens van lagere schoolleeftijd. Het is bovendien niet evident om de prevalentie gegevens van verschillende studies te vergelijken daar er vaak verschillende definities van eetgerelateerde problemen door elkaar gebruikt worden en tevens ook omdat er verschillende instrumenten gebruikt worden om eetgerelateerde problemen te bevragen. 7

18 Invloed van de media op eetgerelateerde problemen Dat de media een onrealistisch slankheidideaal oplegt, valt niet te ontkennen. Massaproductie van o.a. tijdschriften en televisie hebben een negatief impact op het lichaamsbeeld van vrouwen (Bardone-Cone & Cass, 2007). Zo bevatten veel hedendaagse tv-programma s de onderliggende boodschap om steeds meer te voldoen aan het slankheidideaal. Helaas stopt het hier niet. Ook via internet heeft de media zijn invloed (Field et al., 2001). Zo kennen Pro-Ana websites steeds meer een plaats binnen de internetwereld (Bardone-Cone & Cass, 2007). Elke dag ontstaan er nieuwe Pro-Ana websites (Harshbarger, Ahlers-Schmidt, Mayans, Mayans, & Hawkins, 2009). Deze websites promoten eetstoornissen (anorexia en boulemia nervosa) en geven gevaarlijke tips om mager te worden. Ook foto s van bekende modellen en actrices fungeren als thinspiration voor de bezoeker van de website. Velen van deze websites brengen de boodschap dat een eetstoornis een levensstijl is, en geen ziekte. Honger lijden en zelf purgerend gedrag worden op deze websites dan ook aangemoedigd (Bardone-Cone, & Cass, 2007). Doordat jongeren met een eetstoornis eerder een geïsoleerd leven leiden, is internet de ideale manier om steun te bieden. Via forums of chatrooms worden ervaringen gedeeld en moedigt men elkaar aan om te blijven volharden in de weg naar het dun zijn (Harshbarger, Ahlers-Schmidt, Mayans, Mayans, & Hawkins, 2009). Hieronder komen enkele theoretische modellen aan bod die de invloed van de media op eetgerelateerde problemen trachten te verklaren. Vervolgens wordt de empirische evidentie besproken, met de afzonderlijke focus op cross-sectionele, experimentele, en longitudinale studies. Theoretische modellen Vooreerst bespreken we drie theoretische modellen die de invloed van de media op eetgerelateerde problemen trachten te verklaren. Volgende theorieën kunnen ons helpen om de empirische evidentie te kaderen: de social comparison theory van Festinger (1954), de cultivation theory van Gerbner (1969) en het dual-pathway model van Stice (1996). 8

19 De social comparison theory Deze theorie van Festinger (1954) stelt dat mensen de tendens hebben zichzelf te evalueren via de vergelijking met anderen. Dergelijke evaluaties groeien naarmate men meer gelijkheid ervaart in de perceptie. De Social Comparison Theory onderscheidt twee types van vergelijkingen: neerwaartse vergelijking en opwaartse vergelijking. Het eerste houdt in dat men zichzelf gaat vergelijken met een persoon die er slechter aan toe is. Als gevolg stijgt het zelfbeeld en gaat kwaadheid dalen. In het tweede geval gaat men zichzelf vergelijken met een persoon die als meer superieur wordt beschouwd. In dit geval stijgen er gevoelens van depressie en kwaadheid. Eveneens dalen de gevoelens van zelfwaarde. In onderstaande figuur (Figuur 1) geven we de theorie schematisch weer. opwaartse vergelijking zelfbeeld daalt eetgerelateerde symptomen vergelijking met mediafiguren neerwaartse vergelijking zelfbeeld stijgt Figuur 1. de social comparison theory Omdat afbeeldingen van mediafiguren gemakkelijk toegankelijk zijn voor het publieke oog gaan ze al snel fungeren als sociale referenties. Hoewel we deze beroemdheden vaak niet als gelijken beschouwen van onszelf, blijken deze toch ook een impact te hebben op ons (Cattarin, Thompson, Carmen, en Robyn, 2000). Dit helpt een mogelijke correlatie tussen media blootstelling en zijn effect op het lichaamsbeeld, drang naar magerzucht en andere eetgerelateerde symptomen te verklaren. Als we individuen zien op televisie of in magazines, met hoge kwaliteiten, die ver liggen van ons eigen zelfbeeld, dan zijn we immers al snel gemotiveerd om die kloof te dichten. Het zijn de opwaartse vergelijkingen die ons drijven naar verstoord eetgedrag (Botta, 2000). Uit bovenstaande uiteenzetting is duidelijk dat de social comparison theory een verklaring kan bieden voor het negatieve effect van de media op eetgerelateerde problemen. 9

20 De cultivation theory Deze theorie focust zich vooral op de blootstelling aan televisiebeelden. Volgens deze theorie roept de media bepaalde overtuigingen en houdingen op bij de kijker. De cultivation theory voorspelt dat mensen die veel worden blootgesteld aan televisiebeelden meer attitudes zullen bezitten die de media reflecteert. Ze zullen minder reflecties bezitten over de echte, sociale realiteit. Deze theorie verklaart ook hoe de media, via attitudes en overtuigingen, het lichaamsbeeld van mensen beïnvloedt. En zo ook verstoord eetgedrag. Bij herhaaldelijke blootstelling aan televisie, waar slanke, ideale lichamen fungeren als dé realiteit, zal men snel deze afbeeldingen aanzien als beelden die de echte wereld representeren, hoewel ze eigenlijk behoren tot de media realiteit (Harrison, 2003). Dus diegenen die frequent blootgesteld worden aan de media lopen meer risico in het ontwikkelen van eetgerelateerde problemen (Cohen, 2006). Hieronder eveneens een schematische weergave van de cultivation theory (Figuur 2). blootstelling aan televisie oproepen overtuigingen overname van attitude beïnvloeding lichaamsbeeld verstoord eetgedrag Figuur 2. de cultivation theory Het dual-pathway model van Stice Volgens de theorie van Stice (1996) zijn er twee wegen waarop men boulemische gedragingen (eetbuien en purgeren) kan ontwikkelen. Vooreerst blijkt dat de druk om slank te zijn en het internaliseren van het slankheidideaal leiden tot lichaamsontevredenheid, die op zich leidt tot diëten. Men dieet vanuit de overtuiging dat dit een manier is om het eigen gewicht te controleren. De druk om slank te zijn en het internaliseren van het slankheidideaal kan eveneens leiden tot negatieve affecten. In onze culturen is het uiterlijk immers een centraal evaluatief systeem. De negatieve affecten worden gevoed door het diëten en vooral door het falen ervan. Verder heeft de caloriedeprivatie ook een negatieve invloed op de gemoedstoestand. Het is de stijgende mate van diëten en negatief affect dat leidt tot boulemische gedragingen (eetbuien en purgeren). Men vervalt in eetbuien om de effecten van de caloriedeprivatie teniet te doen. Daarnaast vervalt men ook in eetbuien 10

21 omdat eten troost biedt en de negatieve affecten verzacht. Hieronder volgt een weergave van het dual-pathway model van Stice (1996) (Figuur 3). druk om slank te zijn diëten lichaams ontevredenheid boulemische gedragingen internalisatie van het slankheidideaal negatief affect Figuur 3. dual-pathway model Als we deze drie theorieën samen nemen kunnen we besluiten dat er een positief verband is tussen de mate van blootstelling aan de media en hogere drang naar magerzucht, meer verstoord eetgedrag en sterkere internalisatie van het slankheidideaal die de media oplegt (Cohen, 2006). Empirische evidentie We bespreken hieronder enkele cross-sectionele studies, vervolgens experimentele studies en tot slot longitudinale studies. Deze empirische evidentie brengt ons een weergave van de invloed van de media op eetgerelateerde problemen. Cross-sectionele studies Het onderzoek van Field en collega s (1999), toont aan dat pre adolescenten en adolescenten (12 tot 18 jaar) die frequent mode magazines lezen meer rapporteren dat ze gewicht willen verliezen en diëten. Ze worden vooral geïnspireerd door de foto s en artikels in de magazines. Ook concludeert Field en collega s (1999) dat jongens die mannenbladen of gezondheid/fitness bladen lezen meer geneigd zijn producten te consumeren met als doel hun uiterlijk, spiermassa of kracht te verbeteren. Ook meisjes die opkijken naar het uiterlijk van mediafiguren zijn meer geneigd om te grijpen naar producten zoals bv. laxeermiddelen. Deze studie toont aan dat de media een grote negatieve invloed heeft op eetgerelateerde problemen die te 11

22 wijten is aan het onrealistisch beeld van lichaamsvormen en gewicht die ze portretteren. Op die manier voedt de media het streven naar slankheid, waardoor de prevalentie van eetgerelateerde problemen alleen maar kan stijgen. Onderzoek van Harrison (2000) onderzocht 303 kinderen van de eerste, tweede en derde graad (gemiddelde leeftijd 8 jaar). Resultaten toonden aan dat televisie kijken positief gecorreleerd is met verstoorde eetgedragingen, ongeacht het geslacht van het kind. Uit onderzoek van Horgen, Choatte en Brownell (2001) blijkt dat er associaties kunnen gelegd worden tussen een verhoogde prevalentie van obesitas in de kindertijd en voedselreclame specifiek op kinderen gericht. Volgens Borzekowski en Robinson (2001) is reclame over ongezond voedsel en drank vaak gericht naar de jeugd toe en beïnvloeden ze op die manier de voedselvoorkeuren van kinderen. De cross-sectionele, Vlaamse studie van Custers en Van den Bulck (2009), bestaande uit 711 adolescenten (13 jaar tot 17 jaar), bewijst dat de Pro-Ana websites niet alleen adolescente meisjes aantrekt. Ook adolescente jongens blijken dergelijke websites te bezoeken (5.9%). Uit de resultaten blijkt dat 32% geloofde dat het bestaan van dergelijke websites goed is. De associatie tussen media-invloed en eetgerelateerde problemen wordt ook aangetoond in enkele recente meta-analyses. Volgens Field en collega s (2001) blijkt er een positieve associatie te zijn tussen bloostelling aan schoonheids-en mode-magazines en hogere mate van zorgen omtrent gewicht of eetstoornissymptomen bij meisjes. Onrechtstreeks moedigt de media meisjes aan om hun lichaam te vergelijken met diegene die in de media worden afgebeeld. Ze inspireren meisjes om er net zoals de onrealistische en ongezonde modellen/actrices uit te zien. De meta-analyse van Cohen (2006) toont evenaans aan dat er een associatie is tussen de media en eetgerelateerde problemen. Meerdere studies tonen aan dat blootstelling aan bepaalde mediastimuli kan leiden tot lichaamsontevredenheid, verstoorde eetgedragingen en het idealiseren van het slankheidideaal. Een recentere meta-analyse van Lopez-Guimerà, Levine, Sànchez- Carracedo en Fauquet (2010) bevestigt de evidentie voor het feit dat massamedia een belangrijke bron van informatie is voor de ontwikkeling van het slankheidideaal, en de bekrachtiging ervan. Uit diverse studies blijkt dat blootstelling aan de media gecorreleerd is met lichaamsontevredenheid, zorgen over gewicht en verstoorde eetgedragingen in adolescente meisjes en jongens. 12

23 Experimentele studies Het experimenteel onderzoek van Tiggemann (2003) stelde 104 adolescente meisjes (van 17 tot 26 jaar) bloot aan enerzijds televisie reclame gerelateerd aan het slankheidideaal en anderzijds aan neutrale televisie reclame. De meisjes die werden blootgesteld aan reclame gerelateerd aan het slankheidideaal, vertoonden nadien meer lichaamstevredenheid. Later onderzoek van Chernin (2008), bestaande uit 133 kinderen (van 5 tot 11 jaar), concludeert dat blootstelling aan voedselreclames kinderen hun voorkeur voor het geadverteerde voedsel verhoogt. Leeftijd modereerde het effect niet. Jongere en oudere kinderen werden in gelijke mate beïnvloedt door de reclames. Echter zagen ze wel een verschil in termen van geslacht. Jongens bleken meer beïnvloed door de reclames dan meisjes. Naast bovenstaande studies worden in diverse meta-analyses de associatie tussen de media en eetgerelateerde problemen aangetoond. De meta-analyse van Groesz, Levine en Murnen (2002) rapporteert data van 25 experimentele studies die een effect veronderstellen van massamedia op eetgerelateerde problemen en steunt het sociocultureel perspectief dat de massamedia een slankheidideaal oplegt en lichaamsontevredenheid uitlokt. Ook de meta-analyse van Grabe, Hyde en Ward (2008) onderzocht diverse experimentele en correlationele studies gaande over de link tussen media blootstelling en lichaamsontevredenheid, internalisatie van het slankheidideaal en verstoorde eetgedragingen bij vrouwen. De resultaten ondersteunen de hypothese dat blootstelling aan de media beelden, die het slankheidideaal promoten, gerelateerd kan worden aan lichaamsontevredenheid bij vrouwen. Longitudinale studies De studie van Vaughan en Fouts (2003) onderzocht meisjes tussen 9 en 14 jaar gedurende een periode van 16 maanden. De onderzoekers constateerden dat meisjes die meer magazines lazen later meer verstoorde eetsymptomen vertoonden. De prospectieve cohort studie van Field en collega s (2008) volgde adolescente meisjes en jongens op, gedurende een periode van 7 jaar. Uit de resultaten blijkt dat frequent dieetgedrag en pogingen om te lijken op media figuren onafhankelijke voorspellers zijn van eetbuien bij meisjes/vrouwen van alle leeftijden. De studie van Ricciardelli, McCabe, Lillis en Thomas (2006) telde 237 jongens van 8 tot 11 jaar. Uit de resultaten blijkt dat waargenomen druk om te veranderen in gewicht en spieren substantiële indicatoren zijn voor zorgen omtrent het lichaamsbeeld en 13

24 gewichtcontrolemaatregelen bij jongens. Druk van leeftijdsgenoten, ouders en media voorspellen zorgen omtrent het lichaamsbeeld en gewichtscontrolemaatregelen. Waargenomen druk om meer spieren te hebben, blijkt de predictor te zijn voor gedrag gericht op strategieën voor het bekomen van meer spieren bij jongens. Longitudinaal onderzoek van Harrison en Bond (2007) onderzocht de invloed van blootstelling aan massamedia bij 281 pre adolescenten, met een gemiddelde leeftijd van 8 jaar. Resultaten tonen aan dat men meer spieren wenste naargelang men meer werd blootgesteld aan gespierde mannenlichamen in de media. Conclusie Uit bovenstaande gegevens blijkt dat er verschillende theoretische modellen bestaan die de invloed van de media op eetgerelateerde problemen beschrijven. In deze studie wordt vooral het model van Stice (1996) als basis genomen daar hij in zijn model een duidelijke opsplitsing maakt tussen drie media-invloeden: bewustzijn van het slankheidideaal, druk om aan het slankheidideaal te voldoen, en internalisatie van het slankheidideaal als norm. Reeds verschillende studies hebben evidentie gevonden voor het verband tussen de invloed van de media en eetgerelateerde problemen. Toch zijn er enkele belangrijke kritieken bij deze studies. Deze kritieken worden in onderstaand algemeen besluit beschreven. Algemeen Besluit Uit de inleiding blijkt dat eetgerelateerde problemen reeds op jonge leeftijd kunnen optreden. Empirische studies tonen aan hoe groot de invloed kan zijn van de media op eetgerelateerde problemen. Toch kunnen we bovenstaande data niet altijd generaliseren naar onze doelgroep daar de vermelde onderzoeken onderhevig zijn aan enkele kritiekpunten. Vroegere studies (o.a. Field et al., 1999, 2008; Custers en Van den Bulck, 2009; Lopez-Guimerà et al., 2010; Tiggemann, 2003) focussen zich op subjecten van adolescente leeftijd, waar we nood hebben aan literatuur rond de invloed van de media op kinderen van lagere schoolleeftijd. Aangezien eetgerelateerde problemen reeds op deze leeftijd kunnen voorkomen. 14

25 Vervolgens kunnen we kritiek formuleren op studies die zich enkel richten op vrouwelijke subjecten (Tiggeman, 2003; Grabe et al., 2008; Vaughan en Fouts, 2003). Meer onderzoek naar eetgerelateerde problemen bij jongens is nodig. Ook kunnen we kritiek leveren op het gebruik van de meetinstrumenten. In vroegere studies werd vaak gebruik gemaakt van zelfgemaakte en weinig gevalideerde vragenlijsten. Ook werden vaak vragenlijsten, bestemd voor volwassenen, gebruikt om eetpathologie bij kinderen in kaart te brengen. Aan deze kritieken trachten wij met ons onderzoek tegemoet te komen door gebruik te maken van de ChEDE-Q. Dit diagnostisch instrument is aangepast aan het ontwikkelingsniveau van pre adolescenten en is afgeleid van het klinisch interview (ChEDE). Dit is de gouden standaard als het gaat over diagnostiek van eetproblemen. Daarnaast zijn de items gebaseerd op DSMdefinities van o.a. eetbuien en gewichtscontrolemaatregelen. Tot slot kunnen we enig kritiek formuleren op de gebruikte designs. Zo maakten vroegere studies (o.a. Field et al., 2001, 1999) vaak gebruik van een cross-sectioneel design. Er zijn tot op heden slechts enkele longitudinale studies beschikbaar. Via crosssectioneel onderzoek kan men echter geen predicties doen. Daarom maken wij in de huidige studie gebruik van een longitudinaal design. In deze scriptie trachten we dus tegemoet te komen aan hoger vermelde beperkingen van vroeger onderzoek. Volgende onderzoeksvragen worden onderzocht: in welke mate zijn er eetgerelateerde problemen bij Vlaamse jongens van lagere schoolleeftijd. Hier onderzoeken we in welke mate er bij jongens eetgerelateerde problemen zijn zoals lijnen, eetbuien, gewichtscontrolemaatregelen en lichaamsontevredenheid (gemeten met de ChEDE-Q). Op basis van voorgaand onderzoek van Field en collega s (1999, 2001, 2008) verwachten we dat ook Vlaamse pre adolescente jongens eetgerelateerde problemen zullen rapporteren. De tweede onderzoeksvraag luidt als volgt: op welke manier speelt de media een rol in de ontwikkeling van eetgerelateerde problemen bij deze kinderen? De mediainvloed specificeren we verder in 3 vormen, namelijk: (1) het besef van de promotie die de media maakt over het slankheidideaal, (2) de internalisatie van de slankheididealen die de media publiceert, en (3) de perceptie van druk die men ervaart in het lijken op de mediafiguren. We verwachten op basis van het dual-pathway model van Stice (1996) dat dit aanwezig is bij jongens van lagere schoolleeftijd. 15

26 METHODE Hieronder worden vooreerst de participanten besproken. Daarna bespreken we de meetinstrumenten en vervolgens de procedure, specifiek voor elk tijdsmoment (T1 en T2). Participanten Huidig onderzoek kadert in een longitudinaal onderzoek over een periode van één jaar en betreft twee metingen. In het najaar van 2009 (T1: tijdstip 1) bestond de onderzoeksgroep uit 688 participanten gerekruteerd uit 7 verschillende scholen uit verschillende provincies in Vlaanderen. Het betreft 368 jongens (53.3%) en 320 meisjes (46.5%) tussen 8 en 12 jaar. De kinderen zitten in het 3 e, 4 e en 5 e leerjaar lager onderwijs. In het najaar van 2010 werden dezelfde jongeren opnieuw gecontacteerd. Op dat moment (T2: tijdstip 2) telde de onderzoeksgroep 601 participanten. Hier werden 310 jongens (51.5%) en 291 meisjes (48.5%) bevraagd. De kinderen zaten op dat moment in het 4 e, 5 e en 6 e leerjaar lager onderwijs. Meetinstrumenten Op beide tijdstippen werd er van elk kind een vragenlijstenbundel afgenomen. Ook de ouders dienden een vragenlijstenbundel in te vullen. In deze studie is enkel de kindbundel van belang en bespreken we om die reden enkel de vragenlijsten afgenomen bij de kinderen en die relevant zijn voor dit onderzoek. Childrens s Eating Disorder Examination Questionnaire (ChEDE-Q) De ChEDE-Q (Decaluwé & Braet, 1999) is afgeleid van het klinisch interview, namelijk: de Children s Eating Disorder Examination (Bryant-Waugh, Cooper, Taylor, & Lask, 1996) en meet de specifieke pathologie van eetstoornissen. De ChEDE-Q kan onderverdeeld worden in 2 delen: het eerste deel bevat 23 items die 4 subschalen bevraagd: lijnen, zorgen over eten, zorgen over gewicht en zorgen over lichaamsvormen. De vragen van de sub schalen gaan telkens over de voorbije maand. Een voorbeelditem van de schaal lijnen luidt als volgt: heb je met opzet geprobeerd minder te eten dan je eigenlijk wou om je lichaamsvormen of gewicht te veranderen?. 16

27 Volgend item is een voorbeeld van de schaal zorgen over eten : heb je je moeilijk kunnen concentreren op dingen die je graag deed doordat je aan het denken was over voedsel, eten of calorieën?. Voor de derde schaal zorgen om gewicht hebben we volgend voorbeelditem: heb je je moeilijk kunnen concentreren op dingen die je graag deed doordat je aan het denken was aan je gewicht?. En tot slot is volgend item behorende tot de schaal zorgen over lichaamsvormen : hebben je lichaamsvormen invloed gehad op de manier waarop je over jezelf dacht?. De kinderen moeten een cijfer (van 0 tot 6) aanduiden. Het tweede deel bevat 7 diagnostische items die verschillende vormen van overeten en gewichtscontrolemaatregelen (braken, gebruik laxantia/diuretica, gebruik eetlustremmers, intensief sporten) bevraagt. Hier heeft men twee keuzemogelijkheden: ja of neen. Indien kinderen ja antwoorden moeten ze bijkomend vermelden hoeveel keer het de afgelopen maand is voorgekomen. De interbeoordelaarsbetrouwbaarheid van de ChEDE-Q is zeer goed (r = ). De testhertest betrouwbaarheid is goed (r = ) (Decaluwé, & Braet, 2003). In huidig onderzoek is, op T1, de Chronbach s alpha 0.81 voor de schaal lijnen, 0.71 voor de schaal zorgen over eten, 0.76 voor de schaal zorgen over gewicht en 0.88 voor de schaal zorgen over lichaam. Op T2 is de Chronbach s alpha 0.83 voor de schaal lijnen, 0.75 voor de schaal zorgen over eten, 0.68 voor de schaal zorgen over gewicht en 0.86 voor de schaal zorgen over lichaam. Multidimensional Media Influence Scale (MMIS) De Multidimensional Media Influence Scale (Cusumano & Thompson, 2001) is een vragenlijst die werd ontworpen om verschillende invloeden van de media na te gaan. De MMIS bestaat uit 11 items verdeeld over de 3 schalen: (1) bewustzijn van het slankheidideaal dat gepromoot wordt door de media, (2) de internalisatie van de idealen die de media publiceert, en (3) de waargenomen druk die men ervaart om aan deze idealen te voldoen. Een voorbeeld van de eerste schaal ( bewustzijn ) luidt als volgt: kledij ziet er beter uit bij magere mensen. Bij de tweede schaal ( internalisatie ) kunnen we volgend voorbeelditem illustreren: ik probeer er uit te zien zoals de modellen die in tijdschriften staan. Volgend item behoort tot derde schaal ( waargenomen druk ): ik zou graag hebben dat mijn lichaam er uit ziet zoals dat van de modellen in tijdschriften. Er zijn steeds drie antwoordmogelijkheden mogelijk: niet 17

28 mee eens, ik weet het niet zeker en wel mee eens. De interne consistentie van de MMIS werd via de Chronbach s alpha onderzocht voor de betrouwbaarheid. De alpha s vielen tussen 0.68 en Dit is een goede interne consistentie (Cusumano & Thompson, 2001). In huidig onderzoek is de Chronbach s alpha voor de schaal waargenomen druk De alpha voor de schaal internalisatie is De alpha voor de schaal bewustzijn is Deze vragenlijst werd enkel op T1 afgenomen. Adjusted Body Mass Index (AdjBMI) Een rolmeter (cm) en een weegschaal (kg) werden gebruikt om juiste gegevens te verkrijgen over de lengte en het gewicht van elk kind. Voor de meting werden de kinderen gevraagd hun schoenen uit te doen. Met deze gegevens werd de adjusted Body Mass Index (adjusted BMI) berekend aan de hand van volgende formule: [actuele BMI/ percentiel 50 van BMI voor leeftijd] x 100. We hanteren de adjusted BMI omdat, in tegenstelling tot de gewone BMI, deze ook rekening houdt met de leeftijd en het geslacht van de kinderen. Percentiel 50 van de adjusted BMI is gebaseerd op Vlaamse normen (Roelants, & Hauspie, 2004). Een adjusted BMI van minder dan of gelijk aan 85 komt overeen met ondergewicht. Een score tussen 85 en 120 wijst op een normaal gewicht. Een score tussen 120 en 140 wijst op overgewicht. Men spreekt van obesitas bij een score van meer dan 140 (Van Winckel & Van Mil, 2001; Roelants & Hauspie, 2004). 18

29 Procedure Deze studie betreft een longitudinale studie over een periode van één jaar en kadert in een ruimer onderzoek. De studie bevat 2 tijdsmomenten en werd uitgevoerd door studenten van de Universiteit van Gent, in samenwerking met studenten van de Lessius Hogeschool te Antwerpen. Deze studie is als gevolg een geassocieerde thesis waar meerdere personen gebruik maken van dezelfde data (voor de UGent is dit Charlotte Lerminiaux) 2. Ik was mede verantwoordelijk voor het verzamelen van de gegevens voor de tweede tijdsperiode. Bij de start van het schooljaar in september 2009 werden de directies van verschillende scholen via telefonisch contact op de hoogte gesteld van huidig onderzoek. Nadien konden de scholen al dan niet instemmen in medewerking aan het onderzoek. Na instemming van de school ontvingen de ouders een brief met daarin het doel en methode van huidige studie. Daarna ontvingen ze een passieve informed consent. Deze dienden ze ondertekend terug mee te geven met hun kind indien ze niet wilden dat hun kind deelnam aan het onderzoek. Ongeveer 11% van de ouders gaf geen toestemming aan hun kind om deel te nemen aan het onderzoek. De kinderen van de ouders die hun toestemming wel gaven voor deelname aan het onderzoek kregen eveneens een informed consent met daarin het doel en de methode van huidige studie. Indien ze akkoord gingen om deel te nemen, dienden ze het informed consent te ondertekenen. In totaal namen 688 kinderen deel aan het onderzoek. In september 2010, een jaar na de eerste afname, werden alle scholen opnieuw gecontacteerd om de tweede afname te plannen. Van de 688 kinderen die deelnamen op T1 in 2009, namen 601 kinderen opnieuw deel aan het onderzoek op T2. Opnieuw werd de toestemming gevraagd aan de ouders en kinderen via het handtekenen van de informed consent. 87 kinderen namen niet meer deel aan het onderzoek in Vaak om de reden dat deze kinderen veranderd waren van school of omwille van ziekte die dag. De afname verliep telkens in een refter of eetzaal en duurde gemiddeld een uur en dertig minuten. We namen de voorkeur om telkens 3 klassen, van ongeveer 20 leerlingen, samen te nemen. Tijdens de afname waren er telkens minimum 2 getrainde 2 Huidige studie handelt over uitsluitend jongens en legt de focus op meerdere eetgerelateerde problemen. Zowel jongens zonder overgewicht als jongens met overgewicht worden opgenomen in de analyses. In de studie van Charlotte Lerminiaux worden zowel jongens als meisjes opgenomen in de analyses, met de exclusieve focus op de prevalentie van eetbuien. De studie betrekt als gevolg enkel kinderen met overgewicht. Daarnaast wordt in huidige studie de invloed van de media op eetgerelateerde problemen gemeten waar bij de studie van Charlotte Lermniaux de invloed van de ouders op eetbuien gemeten wordt. 19

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

SPEELT EFFORTFUL CONTROL EEN ROL TER VERKLARING VAN HET VERBAND TUSSEN STRAF- EN BELONINGSGEVOELIGHEID EN EETSTIJLEN BIJ ADOLESCENTEN?

SPEELT EFFORTFUL CONTROL EEN ROL TER VERKLARING VAN HET VERBAND TUSSEN STRAF- EN BELONINGSGEVOELIGHEID EN EETSTIJLEN BIJ ADOLESCENTEN? VAKGROEP ONTWIKKELINGS-, PERSOONLIJKHEID- EN SOCIALE PSYCHOLOGIE (PP07) ONDERZOEKSGROEP KLINISCHE ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE SPEELT EFFORTFUL CONTROL EEN ROL TER VERKLARING VAN HET VERBAND TUSSEN STRAF-

Nadere informatie

ADOLESCENTEN MET CONTROLEVERLIES

ADOLESCENTEN MET CONTROLEVERLIES VAKGROEP ONTWIKKELINGS-, PERSOONLIJKHEID- EN SOCIALE PSYCHOLOGIE (PP07) ONDERZOEKSGROEP KLINISCHE ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE ADOLESCENTEN MET CONTROLEVERLIES OVER ETEN: DE ROL VAN ZELFREGULATIE VLAAMS CONGRES

Nadere informatie

Diabetes & Eetstoornissen Een uiterst gevaarlijke combinatie. Prof. Dr. M. Vervaet - Universiteit Gent - Centrum voor Eetstoornissen

Diabetes & Eetstoornissen Een uiterst gevaarlijke combinatie. Prof. Dr. M. Vervaet - Universiteit Gent - Centrum voor Eetstoornissen Diabetes & Eetstoornissen Een uiterst gevaarlijke combinatie Prof. Dr. M. Vervaet - Universiteit Gent - Centrum voor Eetstoornissen GEZOND EN ZIEK Lichamelijke Gezondheid Diabetes: somatische aandoening

Nadere informatie

Samenvatting Dankwoord About the author

Samenvatting Dankwoord About the author Samenvatting Dankwoord About the author Samenvatting 177 Samenvatting Overgewicht en obesitas worden gedefinieerd op basis van de body mass index (BMI) (hoofdstuk 1). Deze index wordt berekend door het

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

De invloed van de media op eetgerelateerde problemen bij lagere schoolkinderen in relatie tot lichaamsontevredenheid.

De invloed van de media op eetgerelateerde problemen bij lagere schoolkinderen in relatie tot lichaamsontevredenheid. Academiejaar 2010-2011 Eerste examenperiode De invloed van de media op eetgerelateerde problemen bij lagere schoolkinderen in relatie tot lichaamsontevredenheid. Masterproef neergelegd tot het behalen

Nadere informatie

De invloed van het zelfbeeld en hechting op de ontwikkeling van eetproblemen bij kinderen

De invloed van het zelfbeeld en hechting op de ontwikkeling van eetproblemen bij kinderen Academiejaar 2010-2011 1 ste examenperiode De invloed van het zelfbeeld en hechting op de ontwikkeling van eetproblemen bij kinderen Masterproef neergelegd tot het behalen van de graad van master in de

Nadere informatie

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren alcohol. Dit proefschrift laat zien dat de meerderheid van

Nadere informatie

De Invloed van Ouders op Eetproblemen bij Lagere Schoolkinderen: een Longitudinaal Onderzoek

De Invloed van Ouders op Eetproblemen bij Lagere Schoolkinderen: een Longitudinaal Onderzoek Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2010-2011 Eerste examenperiode De Invloed van Ouders op Eetproblemen bij Lagere Schoolkinderen: een Longitudinaal Onderzoek Masterproef

Nadere informatie

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie Overgewicht is een snel groeiend wereldwijd probleem en is geassocieerd

Nadere informatie

INLEIDING (7 pp.) Katelijne Van Hoeck, VWVJ

INLEIDING (7 pp.) Katelijne Van Hoeck, VWVJ INLEIDING (7 pp.) Katelijne Van Hoeck, VWVJ & BASISTEKST VAN SIGNAAL NAAR ZORG : EEN AANBEVELING VOOR DE DETECTIE VAN EET- EN GEWICHTSPROBLEMEN (19 pp.) VWVJ en vzw Eetexpert Schematisch traject van signaal

Nadere informatie

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen SAMENVATTING Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen klinische populaties, waaronder ook de Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD). Ook al wordt

Nadere informatie

De grens tussen obesitas en eetbuistoornis. Werken met de REO

De grens tussen obesitas en eetbuistoornis. Werken met de REO De grens tussen obesitas en eetbuistoornis Werken met de REO Programma cursusdag 9:00 ontvangst 9:30 kennismaking, in kaart brengen van de problematiek waar de cursisten in de praktijk tegenaan lopen met

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 179 In dit proefschrift werden de resultaten beschreven van studies die zijn verricht bij volwassen vrouwen met symptomen van bekkenbodem dysfunctie. Deze symptomen komen frequent voor en kunnen de kwaliteit

Nadere informatie

Genetische factoren bij eetstoornissen. Het is nog onvoldoende bekend waarom mensen eetstoornissen ontwikkelen. Wel is

Genetische factoren bij eetstoornissen. Het is nog onvoldoende bekend waarom mensen eetstoornissen ontwikkelen. Wel is Genetische factoren bij eetstoornissen Het is nog onvoldoende bekend waarom mensen eetstoornissen ontwikkelen. Wel is gebleken dat er niet één oorzaak is, maar dat verschillende factoren een rol spelen

Nadere informatie

) amarum ( DGT vs CGT behandeling bij BED - II

) amarum ( DGT vs CGT behandeling bij BED - II DGT vs CGT behandeling bij BED - II Het weglaten van verstoorde lichaamsbeleving is een omissie in de DSM-V criteria voor eetbuistoornissen. Elke Wezenberg VGCT 2015 Stelling voor de zaal: Het is toch

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting 100 Samenvatting Cognitieve achteruitgang en depressie komen vaakvooropoudere leeftijd.zijbeïnvloeden de kwaliteit van leven van ouderen in negatieve zin.de komende jaren zalhet aantalouderen in onze maatschappijsneltoenemen.het

Nadere informatie

Samenvatting (summary in Dutch)

Samenvatting (summary in Dutch) Samenvatting (summary in Dutch) 149 Samenvatting (summary in Dutch) Één van de meest voorkomende en slopende ziektes is depressie. De impact op het dagelijks functioneren en op de samenleving is enorm,

Nadere informatie

Gepercipieerde druk om slank te zijn en eetproblemen bij adolescenten: wat is de rol van zelfbeeld?

Gepercipieerde druk om slank te zijn en eetproblemen bij adolescenten: wat is de rol van zelfbeeld? Academiejaar 2012-2013 Eerste examenperiode Gepercipieerde druk om slank te zijn en eetproblemen bij adolescenten: wat is de rol van zelfbeeld? Masterproef neergelegd tot het behalen van de graad van master

Nadere informatie

Chapter 9. Nederlandse samenvatting References Appendices Publications Curriculum vitae

Chapter 9. Nederlandse samenvatting References Appendices Publications Curriculum vitae Chapter 9 Nederlandse samenvatting References Appendices Publications Curriculum vitae Nederlandse samenvatting Genetische factoren bij eetstoornissen Het is nog onvoldoende bekend waarom mensen eetstoornissen

Nadere informatie

Assessment van eetstoornissymptomen: de Eating Disorder Examination

Assessment van eetstoornissymptomen: de Eating Disorder Examination Psychodiagnostiek Issue Issue / Series / Title PsychoPraktijk Issue / Series / Volume Nr 5 Issue / Date 2011 Issue / Pages / First Page Issue / Pages / Last Page Assessment van eetstoornissymptomen: de

Nadere informatie

NVE-K Ouderrapportage

NVE-K Ouderrapportage NVE-K Ouderrapportage Nederlandse vragenlijst voor eetgedrag bij kinderen ID 4589-9 Datum 27.07.2015 Informant: Marie Jones-Smit moeder NVE-K Inleiding 2 / 6 INLEIDING De NVE-K is een vragenlijst die de

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Eetpathologie en gerelateerde psychologische karakteristieken bij adolescente balletdansers

Eetpathologie en gerelateerde psychologische karakteristieken bij adolescente balletdansers Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2011-2012 Eerste Examenperiode Eetpathologie en gerelateerde psychologische karakteristieken bij adolescente balletdansers Masterproef ingediend

Nadere informatie

Eetstoornissen. Mellisa van der Linden

Eetstoornissen. Mellisa van der Linden Eetstoornissen Mellisa van der Linden Inhoud Hoofdstuk 1: Wat houdt een eetstoornis in? Hoofdstuk 2: Welke eetstoornissen zijn er? Hoofdstuk 3: Wat zijn bekende oorzaken voor een eetstoornis? Hoofdstuk

Nadere informatie

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen.

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen. Samenvatting Samenvatting Depressie en angst zijn de meest voorkomende psychische stoornissen in de adolescentie met een enorme impact op het individu. Veel adolescenten rapporteren depressieve en angst

Nadere informatie

TOPSPORTERS EN EETSTOORNISSEN: NIEUW VLAAMS ONDERZOEK

TOPSPORTERS EN EETSTOORNISSEN: NIEUW VLAAMS ONDERZOEK TOPSPORTERS EN EETSTOORNISSEN: NIEUW VLAAMS ONDERZOEK 22 april 2014 TOPSPORTERS EN EETSTOORNISSEN: NIEUW VLAAMS ONDERZOEK De gemiddelde Vlaamse topsporter heeft geen eetstoornis. Dat blijkt uit onderzoek

Nadere informatie

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) 2. Introductie slaapproblemen Deze introductie beschrijft de definitie van slaapproblemen en slaapstoornissen, de prevalentie en de gevolgen

Nadere informatie

Samenvatting. Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid Samenvatting

Samenvatting. Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid Samenvatting Samenvatting Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid 2 2 3 4 5 6 7 8 Samenvatting 161 162 In de meeste Westerse landen neemt de levensverwachting

Nadere informatie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Zoals beschreven in hoofdstuk 1, is artrose een chronische ziekte die vaak voorkomt bij ouderen en in het bijzonder

Nadere informatie

ACHTERGRONDDOSSIER & BELEIDSAANBEVELINGEN

ACHTERGRONDDOSSIER & BELEIDSAANBEVELINGEN ACHTERGRONDDOSSIER & BELEIDSAANBEVELINGEN EETPROBLEMEN IN DE SPORT? TOPSPORTERS EN EETSTOORNISSEN: NIEUW VLAAMS ONDERZOEK 22 april 2014 Bloso Arenbergstraat 5, 1000 Brussel topsport@bloso.be 0032 2 209

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

Binge or Control? Assessment of the validity, treatment and underlying mechanisms of Binge Eating Disorder

Binge or Control? Assessment of the validity, treatment and underlying mechanisms of Binge Eating Disorder Binge or Control? Assessment of the validity, treatment and underlying mechanisms of Binge Eating Disorder Alexandra Dingemans Nederlandse samenvatting Eetbuien of controle? Onderzoek naar de validiteit,

Nadere informatie

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen

Nadere informatie

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Samenvatting Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Stabiliteit en verandering in gerapporteerde levensgebeurtenissen over een periode van vijf jaar Het belangrijkste doel van dit longitudinale,

Nadere informatie

Diaboulimia. Eetproblemen bij insuline afhankelijke diabetes. Anne-Marije Goutbeek Kinder- jeugdpsycholoog GZ psycholoog

Diaboulimia. Eetproblemen bij insuline afhankelijke diabetes. Anne-Marije Goutbeek Kinder- jeugdpsycholoog GZ psycholoog Diaboulimia Eetproblemen bij insuline afhankelijke diabetes Anne-Marije Goutbeek Kinder- jeugdpsycholoog GZ psycholoog Minke Eilander Promovenda Pedagoog Programma workshop Achtergrond In de spreekkamer

Nadere informatie

VOOR ANTROPOMETRISCHE VETMASSA BIJ KINDEREN

VOOR ANTROPOMETRISCHE VETMASSA BIJ KINDEREN VLAAMSE REFERENTIECURVEN VOOR ANTROPOMETRISCHE PARAMETERS VAN DE ABDOMINALE VETMASSA BIJ KINDEREN Dr. Sarah Begyn Promotor: Prof. Jean De Schepper Co-promotor: Prof. Mathieu Roelants Kadering BMI-curven

Nadere informatie

Summary in Dutch. Samenvatting

Summary in Dutch. Samenvatting Samenvatting In de theorie van het menselijk kapitaal zijn kennis en gezondheid uitkomsten van bewuste investeringsbeslissingen. Veel van de keuzes hieromtrent lijken in de praktijk echter niet weldoordacht.

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nicotine en alcohol kunnen de placenta passeren en zo het risico op nadelige uitkomsten voor het ongeboren kind verhogen. Stoppen met roken en alcoholgebruik tijdens de zwangerschap lijkt vanzelfsprekend,

Nadere informatie

Eetstoornissen DSM-5. Leonieke Terpstra & Maartje Snoek

Eetstoornissen DSM-5. Leonieke Terpstra & Maartje Snoek Eetstoornissen DSM-5 Leonieke Terpstra & Maartje Snoek VOXVOTE Voelt u zichzelf te dik? Probeert u daar (soms) wat aan te doen (lijnen)? Heeft u een eetstoornis (gehad)? 2/3 van de vrouwen wil afvallen

Nadere informatie

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104 Samenvatting 103 De bipolaire stoornis, ook wel manisch depressieve stoornis genoemd, is gekenmerkt door extreme stemmingswisselingen, waarbij recidiverende episoden van depressie, manie en hypomanie,

Nadere informatie

NVE-K. Nederlandse vragenlijst voor eetgedrag bij kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum

NVE-K. Nederlandse vragenlijst voor eetgedrag bij kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum NVE-K Nederlandse vragenlijst voor eetgedrag bij kinderen HTS Report ID 15890-3156 Datum 18.07.2017 Ouderrapportage Informant: Jeroen de Vries Vader INLEIDING NVE-K 2/5 Inleiding De NVE-K is een vragenlijst

Nadere informatie

niveau 2, 3, 4 thema 5.5

niveau 2, 3, 4 thema 5.5 niveau 2, 3, 4 thema 5.5 Gezonde voeding Inleiding Wanneer eet je gezond? Hoeveel moet ik dagelijks eten? Wat is een goed lichaamsgewicht? Onder- en overgewicht Inleiding Goede voeding levert de dagelijks

Nadere informatie

HOUDING VAN DE BELG TEGENOVER HAAR/ZIJN GEWICHT. AUTEUR Cloë OST

HOUDING VAN DE BELG TEGENOVER HAAR/ZIJN GEWICHT. AUTEUR Cloë OST HOUDING VAN DE BELG TEGENOVER HAAR/ZIJN GEWICHT AUTEUR Cloë OST Dankwoord Dit werk kon niet worden gerealiseerd zonder de medewerking van een aantal personen. Onze bijzondere dank gaat uit naar: De deelnemers

Nadere informatie

Detectie van verstoord eetgedrag bij kinderen en adolescenten: klinisch interview versus zelfrapportagevragenlijst

Detectie van verstoord eetgedrag bij kinderen en adolescenten: klinisch interview versus zelfrapportagevragenlijst Academiejaar 2012-2013 1 e examenperiode Detectie van verstoord eetgedrag bij kinderen en adolescenten: klinisch interview versus zelfrapportagevragenlijst Masterproef neergelegd tot het behalen van de

Nadere informatie

Promotor: Dr. Lien Goossens

Promotor: Dr. Lien Goossens Academiejaar: 2010-2011 Tweede examenperiode De invloed van hechting en de media op de lichaamstevredenheid en eetgedrag bij lagere schoolkinderen: Een experimenteel onderzoek. Masterproef neergelegd tot

Nadere informatie

Summary & Samenvatting. Samenvatting

Summary & Samenvatting. Samenvatting Samenvatting De meeste studies na rampen richten zich op de psychische problemen van getroffenen zoals post-traumatische stress stoornis (PTSS), depressie en angst. Naast deze gezondheidsgevolgen van psychische

Nadere informatie

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting Inleiding Depressie en angst zijn veel voorkomende psychische stoornissen. Het ontstaan van deze stoornissen is gerelateerd aan een breed scala van risicofactoren, zoals genetische kwetsbaarheid, neurofysiologisch

Nadere informatie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Wouter Pinxten (contact: Wouter.Pinxten@UGent.be) Prof. Dr. John Lievens Achtergrond

Nadere informatie

gegevens van de mannen die aan het begin van het onderzoek nog geen HVZ en geen diabetes hadden.

gegevens van de mannen die aan het begin van het onderzoek nog geen HVZ en geen diabetes hadden. Samenvatting In hoofdstuk 1 hebben we het belang en het doel van het onderzoek in dit proefschrift beschreven. Wereldwijd vormen hart- en vaatziekten (HVZ) de belangrijkste oorzaak van sterfte. Volgens

Nadere informatie

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Samenvatting 141 Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Hoofdstuk 1 is de inleiding van dit proefschrift. Internetbehandeling voor depressie en angst is bewezen effectief. Dit opent

Nadere informatie

Lesbrief Nationaal Jeugd Musical Theater, Modelkind.

Lesbrief Nationaal Jeugd Musical Theater, Modelkind. Lesbrief Nationaal Jeugd Musical Theater, Modelkind. In de voorstelling Modelkind A.A.A.H. ontwikkelt Claire een eetstoornis: Anorexia Nervosa. De ouders van Claire en Constance leggen veel druk op hun

Nadere informatie

Immuun Activatie in Relatie tot Manische Symptomen in Depressieve Patiënten. Karlijn Becking MD-PhD student, UMCG

Immuun Activatie in Relatie tot Manische Symptomen in Depressieve Patiënten. Karlijn Becking MD-PhD student, UMCG Immuun Activatie in Relatie tot Manische Symptomen in Depressieve Patiënten Karlijn Becking MD-PhD student, UMCG Introductie Disbalans Pro-inflammatoire staat Destabilisatie Gevoeligheid voor stress Monocyt

Nadere informatie

hoofdstuk 1 hoofdstuk 2 hoofdstuk 3

hoofdstuk 1 hoofdstuk 2 hoofdstuk 3 SAMENVATTING Dit proefschrift is gewijd aan Bouwen aan Gezondheid : een onderzoek naar de effectiviteit van een leefstijlinterventie voor werknemers in de bouwnijverheid met een verhoogd risico op hart

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De nadelige gezondheidsrisico s/gevolgen van roken en van depressie en angststoornissen zijn goed gedocumenteerd, en deze aandoeningen doen zich vaak tegelijkertijd voor. Het doel

Nadere informatie

PERSMAP EETPROBLEMEN IN DE SPORT

PERSMAP EETPROBLEMEN IN DE SPORT PERSMAP EETPROBLEMEN IN IN DE SPORT? DE SPORT TOPSPORTERS EN EETSTOORNISSEN: NIEUW VLAAMS ONDERZOEK 22 april 2014 Bloso Arenbergstraat 5, 1000 Brussel topsport@bloso.be 0032 2 209 47 60 INHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL...

Nadere informatie

Grensoverschrijdend gedrag ten aanzien van kinderen in de sport in Vlaanderen en Nederland

Grensoverschrijdend gedrag ten aanzien van kinderen in de sport in Vlaanderen en Nederland Grensoverschrijdend gedrag ten aanzien van kinderen in de sport in Vlaanderen en Nederland Een retrospectieve zelfrapportering van ervaringen met psychisch, fysiek en seksueel in de sport voor de leeftijd

Nadere informatie

SAMENVATTING. MVW_proefschrift_170x240_17042013.indd 172

SAMENVATTING. MVW_proefschrift_170x240_17042013.indd 172 SAMENVATTING MVW_proefschrift_170x240_17042013.indd 172 ALIFE@WORK DE EFFECTEN VAN EEN LEEFSTIJLPROGRAMMA MET BEGELEIDING OP AFSTAND VOOR GEWICHTSCONTROLE BIJ WERKNEMERS ACHTERGROND Overgewicht, waarvan

Nadere informatie

NVE-K Kindrapportage. Nederlandse vragenlijst voor eetgedrag bij kinderen. Bloem Jones

NVE-K Kindrapportage. Nederlandse vragenlijst voor eetgedrag bij kinderen. Bloem Jones NVE-K Kindrapportage Nederlandse vragenlijst voor eetgedrag bij kinderen ID 4589-9 Datum 27.07.2015 NVE-K Inleiding 2 / 5 INLEIDING De NVE-K is een vragenlijst die de belangrijkste risicofactoren voor

Nadere informatie

TOPSPORTERS EN EETSTOORNISSEN?

TOPSPORTERS EN EETSTOORNISSEN? TOPSPORTERS EN EETSTOORNISSEN? Partners Bloso Afdeling Topsport Sofie Debaere Sofie.Debaere@bloso.be Katholieke Universiteit Leuven Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Prof. Dr. Laurence

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting 12 Samenvatting Hoofdstuk 1 is een algemene inleiding en beschrijft de achtergronden en het doel van dit proefschrift. Met het stijgen van de leeftijd nemen de incidentie en prevalentie van hart- en vaatziekten

Nadere informatie

De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD

De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD Samenvatting 10 tot 40% van de kinderen en adolescenten met ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder) ontwikkelen symptomen van

Nadere informatie

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding

Nadere informatie

Lichaamsvergelijking en lichaamsontevredenheid bij adolescente meiden

Lichaamsvergelijking en lichaamsontevredenheid bij adolescente meiden Lichaamsvergelijking en lichaamsontevredenheid bij adolescente meiden Jessica Rozendaal (277002) Master Klinische en Gezondheidspsychologie Erasmus Universiteit Rotterdam Augustus 2006 Begeleider: Prof.

Nadere informatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie Samenvatting Gehoor en de relatie met psychosociale gezondheid, werkgerelateerde variabelen en zorggebruik. De Nationale Longitudinale Studie naar Horen Slechthorendheid is een veelvoorkomende chronische

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

BEREIDINGS- EN CONSUMPTIETIJD VAN MAALTIJDEN. AUTEUR Sarah BEL

BEREIDINGS- EN CONSUMPTIETIJD VAN MAALTIJDEN. AUTEUR Sarah BEL BEREIDINGS- EN CONSUMPTIETIJD VAN MAALTIJDEN AUTEUR Sarah BEL Dankwoord Dit werk kon niet worden gerealiseerd zonder de medewerking van een aantal personen. Onze bijzondere dank gaat uit naar: De deelnemers

Nadere informatie

samenvatting Opzet van het onderzoek

samenvatting Opzet van het onderzoek 167 Angst en depressie komen vaak voor bij kinderen. Angst en depressie beïnvloeden niet alleen het huidige welbevinden van kinderen, maar kunnen ook een negatieve invloed hebben op hun verdere leven.

Nadere informatie

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013 Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 212-21 In academiejaar 212-21 namen 5 mantelzorgers en 5 studenten 1 ste bachelor verpleegkunde (Howest, Brugge) deel aan het project Mantelluisten.

Nadere informatie

COMPULSIEF KOOPGEDRAG

COMPULSIEF KOOPGEDRAG COMPULSIEF KOOPGEDRAG GUIDO VALKENEERS Valkeneers, G. (in press). Compulsief koopgedrag. Een verkennend onderzoek met een nieuwe vragenlijst. Verslaving. *** 1 VERSLAVING AAN KOPEN Historiek en terminologie

Nadere informatie

Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 2010

Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 2010 Resultaten HBSC Subjectieve gezondheid Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen Inleiding Gezondheid in de internationale HBSC (Health behaviour in School-aged Children)

Nadere informatie

Nationaal geluksonderzoek. Deel 3: opvoeding en onderwijs

Nationaal geluksonderzoek. Deel 3: opvoeding en onderwijs Nationaal geluksonderzoek. Deel 3: opvoeding en onderwijs TECHNISCH RAPPORT 30 augustus 2018 Dit document is een technisch rapport van het onderzoek naar het verband tussen kenmerken van de jeugdjaren

Nadere informatie

Samenvatting. In hoofdstuk 1 wordt een algemene introductie gegeven over de onderwerpen die in dit proefschrift worden behandeld.

Samenvatting. In hoofdstuk 1 wordt een algemene introductie gegeven over de onderwerpen die in dit proefschrift worden behandeld. 155 Sport- en spelactiviteiten bevorderen over het algemeen de gezondheid. Deze fysieke activiteiten kunnen echter ook leiden tot blessures. Het proefschrift beschrijft de ontwikkeling en evaluatie van

Nadere informatie

Do Fathers Matter? The Relative Influence of Fathers versus Mothers on the Development of Infant and Child Anxiety E.L. Möller

Do Fathers Matter? The Relative Influence of Fathers versus Mothers on the Development of Infant and Child Anxiety E.L. Möller Do Fathers Matter? The Relative Influence of Fathers versus Mothers on the Development of Infant and Child Anxiety E.L. Möller Samenvatting 207 Samenvatting Zijn vaders belangrijk? De relatieve invloed

Nadere informatie

The Development of Personality and Problem Behaviour in Adolescence - J. Akse SAMENVATTING. (Summary in Dutch)

The Development of Personality and Problem Behaviour in Adolescence - J. Akse SAMENVATTING. (Summary in Dutch) SAMENVATTING (Summary in Dutch) Ontwikkeling van Persoonlijkheid en Probleemgedrag tijdens de Adolescentie Ieder individu is uniek. Echter, niemand is uniek genoeg om een persoonlijkheidstype te vormen

Nadere informatie

Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Eerste examenperiode

Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Eerste examenperiode Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2011-2012 Eerste examenperiode Eetbuien en compensatiegedrag bij vroeg-adolescenten: de rol van negatief affect? Masterproef neergelegd

Nadere informatie

Samenvatting: Summary in Dutch

Samenvatting: Summary in Dutch Samenvatting: Summary in Dutch Hoofdstuk 1: Kindermishandeling en Psychopathologie in een Multi-Culturele Context: Algemene Inleiding Dit proefschrift opent met een korte geschiedenis van de opkomst van

Nadere informatie

Begaafde jongeren, moeilijke gevallen? Het belang van systematisch onderzoek naar het functioneren van cognitief sterke jongeren

Begaafde jongeren, moeilijke gevallen? Het belang van systematisch onderzoek naar het functioneren van cognitief sterke jongeren Begaafde jongeren, moeilijke gevallen? Het belang van systematisch onderzoek naar het functioneren van cognitief sterke jongeren Dr. Jeroen Lavrijsen & Prof. Karine Verschueren (KU Leuven) Maart 2019 Meer

Nadere informatie

METING TANITA INNERSCAN. NAAM:. LEEFTIJD:. LENGTE cm:. GESLACHT: M / V. Gewicht. Vetpercentage. Watergehalte % Spiermassa.

METING TANITA INNERSCAN. NAAM:. LEEFTIJD:. LENGTE cm:. GESLACHT: M / V. Gewicht. Vetpercentage. Watergehalte % Spiermassa. METING TANITA INNERSCAN NAAM:. LEEFTIJD:. LENGTE cm:. GESLACHT: M / V DATUM DATUM DATUM DATUM Gewicht Vetpercentage Watergehalte % Spiermassa Lichaamsbouwtype Basismetabolisme Metabolische leeftijd Botmassa

Nadere informatie

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae 184 Welbevinden en hoofdpijn bij adolescenten: de rol van zelfregulatie In dit proefschrift is de rol van zelfregulatie processen voor het welbevinden van

Nadere informatie

AANBEVELING: NIET-STIGMATISERENDE COMMUNICATIE OVER GEWICHT EN EETGEDRAG

AANBEVELING: NIET-STIGMATISERENDE COMMUNICATIE OVER GEWICHT EN EETGEDRAG AANBEVELING: NIET-STIGMATISERENDE COMMUNICATIE OVER GEWICHT EN EETGEDRAG Een initiatief van: Eetexpert, Vlaams kenniscentrum rond eet- en gewichtsproblemen i.s.m. Adviesraad Eetexpert, Vlaams netwerk rond

Nadere informatie

Een foto zegt meer dan 1000 woorden.

Een foto zegt meer dan 1000 woorden. 1 RUNNING HEAD: Het effect van Facebookfoto s op het lichaamsbeeld Een foto zegt meer dan 1000 woorden. Een onderzoek naar de invloed van Facebookfoto s op het lichaamsbeeld bij mannen en vrouwen Master

Nadere informatie

Zelfbeeld en Eetstoornissen. Drs. Martie de Jong Klinisch psycholoog PsyQ Eetstoornissen

Zelfbeeld en Eetstoornissen. Drs. Martie de Jong Klinisch psycholoog PsyQ Eetstoornissen Zelfbeeld en Eetstoornissen Drs. Martie de Jong Klinisch psycholoog PsyQ Eetstoornissen Medewerkers Iris van der Meer Sjoukje Sinke Mathijs Deen Kees Korrelboom Philip Spinhoven Wijbrand Hoek Peter de

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

) amarum ( Voorspellers voor uitval uit een eendaagse CGT behandeling voor eetbuistoornis

) amarum ( Voorspellers voor uitval uit een eendaagse CGT behandeling voor eetbuistoornis ) amarum ( Voorspellers voor uitval uit een eendaagse CGT behandeling voor eetbuistoornis Maartje Vroling Femke Wiersma Mirjam Lammers Eric Noorthoorn CGT is eerste keuze behandeling 70% reductie in eetbuien

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Samenvatting SAMENVATTING 189 Depressie is een veelvoorkomende psychische stoornis die een hoge ziektelast veroorzaakt voor zowel de samenleving als het individu. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

De invloed van ouders op het ontstaan en de instandhouding van eetbuien bij lagere schoolkinderen met overgewicht

De invloed van ouders op het ontstaan en de instandhouding van eetbuien bij lagere schoolkinderen met overgewicht Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2011-2012 Eerste Examenperiode De invloed van ouders op het ontstaan en de instandhouding van eetbuien bij lagere schoolkinderen met overgewicht

Nadere informatie

Betrokkenheid en motivatie van cognitief sterke leerlingen: eerste resultaten van de TALENT-studie

Betrokkenheid en motivatie van cognitief sterke leerlingen: eerste resultaten van de TALENT-studie Betrokkenheid en motivatie van cognitief sterke leerlingen: eerste resultaten van de TALENT-studie Jeroen Lavrijsen & Karine Verschueren (KU Leuven) November 2018 Meer informatie over het onderzoeksproject

Nadere informatie

Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 2014

Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 2014 Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 214 Inleiding Gezondheid in de internationale HBSC (Health Behaviour in School-aged Children) studie en in de Wereldgezondheidsorganisatie

Nadere informatie

Het dunne schoonheidsideaal in televisiereclames en tijdschriftadvertenties:

Het dunne schoonheidsideaal in televisiereclames en tijdschriftadvertenties: Het dunne schoonheidsideaal in televisiereclames en tijdschriftadvertenties: Een literatuurstudie naar de invloed van blootstelling aan het dunne schoonheidsideaal in televisiereclames en tijdschriftadvertenties

Nadere informatie

218 SAMENVATTING De prevalentie van overgewicht en obesitas bij kinderen is de laatste jaren sterk toegenomen. In Nederland hebben 12.8% van de jongen

218 SAMENVATTING De prevalentie van overgewicht en obesitas bij kinderen is de laatste jaren sterk toegenomen. In Nederland hebben 12.8% van de jongen Samenvatting 217 218 SAMENVATTING De prevalentie van overgewicht en obesitas bij kinderen is de laatste jaren sterk toegenomen. In Nederland hebben 12.8% van de jongens en 14.8% van de meisjes overgewicht,

Nadere informatie

Emotieregulatie bij kinderen en jongeren met ADHD

Emotieregulatie bij kinderen en jongeren met ADHD Emotieregulatie bij kinderen en jongeren met ADHD Valerie Van Cauwenberghe en Prof. dr. Roeljan Wiersema Emotieregulatie bij kinderen en jongeren met ADHD Dit onderzoek werd uitgevoerd door: Prof. dr.

Nadere informatie

HTS Report NVE. Nederlandse vragenlijst voor eetgedrag. meneer 3 ID 255-126 Datum 15.01.2016. Zelfrapportage. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

HTS Report NVE. Nederlandse vragenlijst voor eetgedrag. meneer 3 ID 255-126 Datum 15.01.2016. Zelfrapportage. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam NVE Nederlandse vragenlijst voor eetgedrag HTS Report ID 255-126 Datum 15.01.2016 Zelfrapportage NVE Inleiding 2 / 6 INLEIDING De NVE is een vragenlijst die op basis van zelfrapportage de belangrijkste

Nadere informatie

Cerebrale parese en de overgang naar de adolescentie. Beloop van het functioneren, zelfwaardering en kwaliteit van leven.

Cerebrale parese en de overgang naar de adolescentie. Beloop van het functioneren, zelfwaardering en kwaliteit van leven. * Cerebrale parese en de overgang naar de adolescentie Beloop van het functioneren, zelfwaardering en kwaliteit van leven In dit proefschrift worden de resultaten van de PERRIN CP 9-16 jaar studie (Longitudinale

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Titel: Cognitieve Kwetsbaarheid voor Depressie: Genetische en Omgevingsinvloeden Het onderwerp van dit proefschrift is cognitieve kwetsbaarheid voor depressie en de wisselwerking

Nadere informatie

KWANTITATIEF ONDERZOEK. Outcome- en follow-up onderzoek

KWANTITATIEF ONDERZOEK. Outcome- en follow-up onderzoek KWANTITATIEF ONDERZOEK Outcome- en follow-up onderzoek 15-18 i.s.m. Prof. Dr. Reitske Meganck - UGent Van 1 april 15 tot 31 maart 17 werden patiënten bij hun opname in Rustenburg bevraagd of ze wilden

Nadere informatie