BODEMBREED INTERREG Fusarium en Helminthosporium: invloed van bodembewerking op voorkomen van beide ziekten.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "BODEMBREED INTERREG Fusarium en Helminthosporium: invloed van bodembewerking op voorkomen van beide ziekten."

Transcriptie

1 BODEMBREED INTERREG Fusarium en Helminthosporium: invloed van bodembewerking op voorkomen van beide ziekten. Onderdeel: Werkgroep 3 Activiteit 3 Document: Rapport Tijdstip: Maart Versie: Status: definitief Opgesteld door: Betty Heremans Geert Haesaert

2 INHOUDSOPGAVE FUSARIUM. Inleiding 3. Materiaal en methoden. Percelen 6. Staalname 8.3 Uitplatingen 8.4 Soortbepaling met een soortspecifieke PCR 9.5 DON bepaling 9 3. Resultaten en discussie 3. Weergegevens 3. Voorkomen van Fusarium soorten 3.3 DON gehaltes 9 4. Algemeen besluit 3 5. Literatuur 5 HELMINTHOSPORIUM. Inleiding 7. Materiaal en methoden 8 3. Resultaten en discussie 9 4. Literatuur 3

3 FUSARIUM. Inleiding Aarfusarium is één van de meest gevreesde ziekte bij granen en wordt veroorzaakt door een complex van Fusarium soorten. Hiervan zijn Fusarium graminearum,,, en (syn. F. nivale) de belangrijkste vertegenwoordigers. Gewasresten van maïs, tarwe en ander organisch materiaal, vormen de belangrijkste infectiebron waar aarfusarium saprofytisch op overleeft (Figuur ). Fusarium overleeft op organisch afval en vooral gewasresten van maïs zijn een uitstekende voedingsbodem voor de groei van Fusarium mycelium en de productie van sporen. In het verdere groeiseizoen kunnen ascosporen (sexueel), conidia (asexueel), chlamydosporen (asexueel) en hyfen (asexueel) overleven als primair inoculum (Bai & Shander, 4). Slechts drie species van het complex zijn in staat ascosporen te produceren, namelijk M. nivale, en. Ascosporen worden vrijgesteld uit hun perithecia (= vruchtlichamen) en door de wind verspreid tijdens de bloei om op aarpakjes afgezet te worden. Conidia worden via opspattende regendruppels verspreid maar ook door de wind en insecten. Onder gunstige omstandigheden (vooral voldoende lange aarnatperiode) kiemen de sporen en induceren ze de uiteindelijke infectie. Figuur : Ziektecyclus van Fusariumcomplex (Schilder & Bergstrom, 3) 3

4 De aarpakjes zijn tijdens de anthesis (GS 6-69) het meest vatbaar voor de besmetting door sporen. Het primair inoculum vormt de basis voor de mate van aantasting met aarfusarium. Onder primaire bron wordt het overleven van Fusarium in de bodem of op gewasresten of onkruiden verstaan. Van hieruit kan de schimmel dan sporen produceren om de nieuwe teelt aan te tasten. Door deze korte gevoelige periode is aarfusarium in de meeste gevallen een monocyclische ziekte. Bij zeer gunstige omstandigheden voor de ascosporen van stijgt de inoculum druk wat kan resulteren in twee of meer cyclussen per groeiseizoen (Obst et al., ). Tevens zal onder gunstige omstandigheden de groei van Fusarium soorten in de aar verder gaan en eventueel leiden tot secundaire infecties (Audenaert et al., ). Aarfusarium veroorzaakt eerst en vooral rechtstreekse opbrengstderving. Aangetaste aren leveren verschrompelde, kleinere en lichtere korrels op waardoor de totale opbrengst tot % lager kan liggen. Een Fusarium infectie veroorzaakt ook kwaliteitsverliezen. Fusarium schimmels tasten de inhoud van de korrel aan (Boyacioglu & Hettiarachchy, 995). Zo degraderen ze de zetmeelkorrels, veroorzaken ze de afbraak van opslageiwitten (Nightingale et al., 999) en vernietigen celwanden. De in de aarfusarium voorkomende Fusarium schimmels produceren met uitzondering van toxische secundaire metabolieten of mycotoxinen. Geïnfecteerde granen kunnen significante niveaus mycotoxinen bevatten. Elk van de hoger vermelde Fusarium species heeft zijn eigen spectrum aan mycotoxinen. Bovendien kunnen deze mycotoxinen vrij of gecomplexeerd voorkomen in de plant waardoor hun detectie bemoeilijkt wordt. Dergelijke gemaskeerde mycotoxinen kunnen na opname dan wel later weer vrijgesteld worden tijdens de verteringsprocessen van dier en mens. Met Fusarium mycotoxinen gecontamineerde granen zijn een gevaar voor mens en dier. Sinds juli 6 is dan ook een nieuwe EU-richtlijn van kracht (EG 856/56) die het maximumgehalte van o.a. deoxynivalenol bepaalt voor broodtarwe. Een overschrijding van deze norm (> 5 ppb) betekent voor de akkerbouwer dat een graanpartij niet meer vermarktbaar is voor menselijke voeding (gecontamineerde partijen 'versnijden' met een niet gecontamineerde partij zodat de mengpartij onder de wettelijke norm blijft is door de Europese richtlijn EG 856/56 eveneens verboden). Dit impliceert zelfs voor de boer dat er geen leveringsrecht meer is voor te sterk gecontamineerde stalen. 4

5 Pluimvee en varkens worden beschouwd als zijnde het gevoeligst voor Fusarium mycotoxinen. Kleine dosissen leveren al problemen op met groei, immuniteit en vruchtbaarheid. EU richtlijnen voor granen afgezet binnen de sector dierenvoeders bestaan nog niet maar wel worden sectoriële normen gebruikt. In Europa is het trichoteceen deoxynivalenol (DON of vomitoxine) het voornaamste mycotoxine in tarwe (Desjardins et al., 4, Isebaert et al., 9; Audenaert et al., 9). Door verschuivingen in de Fusarium populatie kunnen in de toekomst wel andere mycotoxinen voor problemen zorgen. Zo wordt bv. in Europa een opmars van Fusarium poae vastgesteld waardoor het T en HT toxine mogelijk een probleem gaat vormen (Audenaert et al., 9). Ook kunnen nieuwe Fusarium soorten opduiken en belangrijk worden. Een recent voorbeeld hiervan is Fusarium langsetiae die frequent zomergerst aantast. Bij tarwe kunnen meerdere Fusarium-soorten tegelijkertijd in een aar voorkomen (Waalwijk et al., 3). Het is echter onduidelijk of de verschillende Fusarium-soorten elkaar beconcurreren en of de onderlinge concurrentie een rol speelt bij het uiteindelijke toxineniveau. Het aantal fungiciden met voldoende werking tegen aarfusarium is beperkt en zelfs met efficiënt werkende fungiciden wordt nooit % bestrijding bekomen. Dit is o.a. te wijten aan een onvoldoende bedekkingsgraad van de aar door de spuitvloeistof en beperkte systemiciteit van de werkzame stoffen binnen de aar. De triazolen tebuconazool, metconazool en prothioconazool zijn het best in staat de Fusarium soorten die geassocieerd worden met aarfusarium te bestrijden terwijl het best wordt aangepakt door fungiciden uit de strobilurinen groep (azoxystrobin, pyraclostrobin, e.a.). Bij verhoogd risico op Fusarium infectie (maïs of tarwe als voorvrucht, gevoelig ras, niet ploegen, of een combinatie van deze factoren) is het aan te raden een fungicidebehandeling specifiek naar Fusarium toe uit te voeren. Hierbij dient men rekening te houden met het behandelingstijdstip en de fungicidekeuze. Best is te spuiten 3 dagen vóór tot 3 dagen na de infectie. In praktijk komt dit overeen met een behandeling juist vóór bloei. Gezien moeilijk kan voorspeld worden welke Fusarium soort aanwezig zal zijn en op het veld de soorten niet te onderscheiden zijn is het best om rond de bloei te spuiten met een mengsel van een triazool (Horizon of Caramba) met een strobilurine (Amistar, Opera of Diamant), hetzij met een mengsel van Swing Gold met Caramba, hetzij met een mengsel van Prosaro met een strobilurine, hetzij met Fandango; 5

6 hierbij is het belangrijk de dosis van de fungiciden te respecteren, dit zowel voor de bestrijding van aarfusarium als voor de reductie van het DON-gehalte in het graan. De opgesomde fungiciden hadden een erkenning in, en. Stengelrot bij maïs wordt veroorzaakt door, en F. verticilliodes. Planten onder stress (o.a. aantasting door andere pathogenen, droogte) zijn gevoelig aan deze Fusarium-soorten. Geïnfecteerde planten vallen om en dit leidt tot grote opbrengstverliezen. De aantasting treedt voornamelijk op tijdens de zomer. Bij infectie verkleuren de stengelbasis en knopen paarsrood. Onder vochtige omstandigheden kunnen roze schimmelringen op de stengel worden waargnomen. De pathogenen vernietigen het interne deel van de stengel volledig. Stengelrot kan de opbrengst verminderen met 5 tot %. De korrels worden slecht gevuld bij planten met vroegtijdig afrijpende stengels. Bij aarrot van maïs, veroorzaakt door F. verticilliodes, F. proliferatum en, zijn F. verticilliodes en F. proliferatum de sterkere concurrenten doordat ze een korte vochtige periode nodig hebben voor groei en infectie. Interacties met elkaar en met andere schimmels leiden tot minder infectie door Fusarium-soorten, maar niet altijd tot lagere toxineproductie. Hoe de onderlinge interacties tussen de schimmels verlopen is afhankelijk van de temperatuur en het vochtgehalte in de maïskorrels (Marin et al., 998). produceert DON en zearalenone. F. verticilliodes en F. proliferatum produceren fumonisinen. Het doel van dit onderzoek was om het effect van bodembewerkingen en vruchtwisseling op de Fusarium aantasting en het DON gehalte te bestuderen. De studie liep over de groeiseizoenen en.. Materiaal en methoden.. Percelen Huldenberg Nieuwe Stal textuur: zandleem ploegen niet kerend bewerkt sinds teelten: 9: maïs : wintertarwe : suikerbieten 6

7 ploegen NKG < 5 cm Tongeren - Betho Perceel 3 textuur: leem ploegen - niet kerend bewerkt (bewerkt met cultivator 6 cm diep voor de winter) teelten: 9: suikerbiet : wintertarwe : korrelmaïs Perceel 6 textuur: leem ploegen - niet kerend (bewerkt met cultivator 6 cm diep) teelten: 9: wintertarwe : korrelmaïs : wintertarwe Heppen textuur: zand ploegen NKG direct zaai teelten: monocultuur maïs 7

8 .. Staalname Om de samenstelling van het primair inoculum te kennen worden op iedere locatie bodemstalen, gewasresten en onkruidstalen genomen. Onder primaire bron wordt het overleven van Fusarium in de bodem of op gewasresten of onkruiden verstaan. Van hieruit kan de schimmel dan sporen produceren om de nieuwe teelt aan te tasten. Voor het groeiseizoen werden de stalen verzameld in december 9 en januari. Voor het groeiseizoen werden de stalen verzameld in december. Bodemstalen worden genomen van de toplaag op tot 3 plaatsen per veld. Praktijkvelden worden op deze manier bemonsterd, bij veldproeven worden de verschillende objecten en herhalingen bemonsterd. Binnen dit project was hier voor een intense bemonstering echter geen budget beschikbaar. Voor onkruiden werd gezocht naar grassen omdat ze als waardplant van Fusarium soorten kunnen optreden. Deze onkruiden zijn Lolium multiflorum (Italiaans raaigras), Lolium perenne (Engels raaigras), Avena fatua (wilde haver), Poa annua (straatgras), Poa trivialis (ruw beemdgras), Holcus lanatus (gestreepte witbol), Dactylis glomerata (gewone kropaar), Apera spica venti (grote windhalm), Agropyron repens (kweek) en Agrostis capillaris (gewoon struisgras). De gewasresten zijn resten van maïs en granen daar Fusarium soorten hierop saprofytisch kunnen overleven. Om de samenstelling van de Fusarium populatie tijdens het groeiseizoen te bepalen worden stalen genomen begin juli tussen het GS7 en GS75 groeistadium. Op elke locatie worden twee aangetaste aren per behandeling verzameld. Van elk aar worden geïnfecteerde korrels gebruikt voor verdere identificatie..3. Uitplatingen De bodemstalen worden aan de lucht gedroogd en bewaard bij 4 C tot de uitplating. Een bodemstaal van g wordt aan ml water toegevoegd en grondig gemengd. Honderd µl van de finale verdunning wordt overgebracht in een petriplaat met dichlorandiglycerol (DG8) agar,.5 mg/l malachietgroen agar (MGA.5) en 3 ml/l chloramfenicol. MGA in combinatie met een antibioticum wordt als selectief medium gebruikt voor de isolatie van Fusarium soorten. De petriplaten worden bij C geïncubeerd. Bij deze temperatuur kunnen,, F. graminearum, en M. nivale groeien in vitro. Alle Fusarium kolonies worden overgezet op PDA (potato dextrose agar) medium voor verdere soort identificatie. Onkruiden en gewasresten worden opppervlakkig gesteriliseerd door het materiaal gedurende minuut te incuberen in % NaOCl, vervolgens wordt het materiaal gedurende minuut gewassen met een 7 %-ige ethanoloplossing en met steriel gedistilleerd water. Na het drogen van het materiaal gedurende 5 minuten wordt het 8

9 uitgelegd op PDA platen. Na een incubatieperiode van 5 dagen bij C wordt uitgroeiend mycelium overgebracht op nieuwe PDA platen..4. Soortbepaling met een soortspecifieke PCR Voor de soortbepaling worden ad random 5 mycelium plugs genomen vanuit PDA platen en overgebracht in vloeibaar GPY ( g glucose, g gist extract en g pepton) medium. Na 5 dagen incubatie bij C wordt mycelium overgebracht in eppendorf buisjes, gecentrifugeerd gedurende min bij tpm en tenslotte gevriesdroogd gedurende 6 u bij - C en 4 u bij -5 C. De DNA-extractie is gebaseerd op de CTAB (hexadecyl trimethyl ammonium bromide) methode. PCR voor de detectie van één soort wordt uitgevoerd in een 5 µl reactiemengsel. DNA amplificatie wordt uitgevoerd in een Applied Biosystem GeneAmp PCR system 97 PCR. De amplificaties worden gescheiden op een.5 % (wt/vol) agarosegel gekleurd met. µl ethidiumbromide. PCR wordt gevalideerd door het mee opnemen van referentiestalen van de MUCL/BCCM collectie in elke PCR run: MUCL 484, MUCL 555, MUCL 64, MUCL63 en M. nivale MUCL DON bepaling Graan- en maïsstalen worden geanalyseerd op de aanwezigheid van DON door ELISA met de Veratox DON 5/5 kit. Tien gram gemalen materiaal wordt aan ml water toegevoegd en gedurende 3 min geschud bij kamertemperatuur. Na filtering van het extract worden volgende stappen doorlopen: het extract ( µl) mengen met DON gemerkt met enzym, het mengsel wordt dan overgebracht in wells met antibody s. Hier treedt competitie op tussen het toxine uit het extract en het gemerkte toxine voor het beperkte aantal antibody bindingsplaatsen. Na incubatie (5 min bij kamertemperatuur) worden de wells gewassen met gedistilleerd water om alle ongebonden toxine te verwijderen. Vervolgens wordt een substraat toegevoegd dat er voor zorgt dat ieder gebonden enzym-toxine complex blauw verkleurt. Na incubatie (5 min bij kamertemperatuur) wordt een stop reagens toegevoegd en wordt de plaat gelezen met een ELISA-scanner. De kleur van de geteste stalen wordt vergeleken met een standaardreeks en de DON concentratie wordt berekend volgens het protocol van de fabrikant. 9

10 3. Resultaten en discussie 3.. Weergegevens De weergegevens van het groeiseizoen zijn weergegeven in figuur. Het groeiseizoen werd gekenmerkt door een droog voorjaar en door een droge maand juli. In mei bedroeg de gemiddelde temperatuur. C en viel er. l neerslag. In juni bedroeg de gemiddelde temperatuur 7. C en viel er 9.4 l regen. Juli was een warme maand met een gemiddelde temperatuur van. C en een totale regenval van 6.6 l. Augustus was een natte frisse maand met een gemiddelde temperatuur van 7. C en 3 l regen. Door de geringe neerslag werd het groeiseizoen gekenmerkt door weinig ziektedruk. De weergegevens van het groeiseizoen zijn weergegeven in figuur 3. Het groeiseizoen werd gekenmerkt door een droog en zacht voorjaar en natte en frisse zomermaanden. In mei bedroeg de gemiddelde temperatuur 4.8 C en viel er 3.6 l neerslag. In juni bedroeg de gemiddelde temperatuur 6.7 C en viel er 69.6 l regen. Juli was een frisse maand met een gemiddelde temperatuur van 6. C en een totale regenval van 9 l. Augustus was een natte frisse maand met een gemiddelde temperatuur van 7.3 C en 8.6 l regen. Het groeiseizoen werd gekenmerkt door weinig ziektedruk. Gemid. temperatuur ( C) Regenval (mm) Max. temperatuur ( C) Min. Temperatuur ( C) Regenval (mm) Datum Temperatuur ( C) Figuur : Weergegevens van het groeiseizoen

11 Gemid. temperatuur ( C) Regenval (mm) Max. temperatuur ( C) Min. Temperatuur ( C) Regenval (mm) Datum Temperatuur ( C) Figuur 3: Weergegevens van het groeiseizoen 3. Voorkomen van Fusarium soorten Het voorkomen van de verschillende Fusarium soorten in de bodem, op onkruiden, op gewasresten en op de teelt van wintertarwe of maïs werd onderzocht op de verschillende locaties in en. De resultaten voor het groeiseizoen zijn weergegeven in figuur 4, 5, 6 en 7. In Huldenberg werd voornamelijk in de bodem en op onkruiden teruggevonden. Op de wintertarwe werd geen Fusarium teruggevonden. Er werd geen verschil waargenomen tussen de kerende en de niet kerende bodembewerking. In Tongeren werd op perceel 3 en in de bodem teruggevonden bij de niet kerende bodembewerking. Bij de niet kerende bodembewerking werd op onkruiden gedetecteerd. Bij deze grondbewerking werd op de wintertarwe teruggevonden. Bij de kerende bodembewerking werd geen Fusarium teruggevonden in de bodem, op onkruiden en op de wintertarwe. In Tongeren werden op perceel 6 meer Fusarium-soorten teruggevonden op de maïsplanten bij de kerende bodembewerking dan bij de niet kerende bodembewerking. Maar bij de kerende bodembewerking werden geen Fusarium-soorten teruggevonden in de bodem en op onkruiden. Bij de niet kerende bodembewerking werd in de bodem en op onkruiden gedetecteerd. In Heppen zijn en de meest voorkomende soorten, ook op de restplant. In Heppen werd veel Fusarium teruggevonden op onkruiden. Geen duidelijke verschillen werden waargenomen tussen ploegen en niet kerende bodembewerking.

12 Huldenberg leem - 9: maïs : wintertarwe 3 BODEM 3 : NKG : NKG midden diep - 3: KG : NKG : NKG midden diep - 3: KG ONKRUIDEN 3 3 RESTPLANT WINTERTARWE : NKG : NKG midden diep - 3: KG : NKG : NKG midden diep - 3: KG Figuur 4: Voorkomen van Fusarium soorten in de bodem, onkruiden, restplant en gewas op het perceel in Huldenberg. Tongeren perceel 3 leem - 9: suikerbiet : wintertarwe BODEM ONKRUIDEN : NKG : KG : NKG : KG

13 WINTERTARWE : NKG : KG Figuur 5: Voorkomen van Fusarium soorten in de bodem, onkruiden en gewas op het perceel 3 in Tongeren. Tongeren perceel 6 leem - 9: wintertarwe : korrelmaïs BODEM ONKRUIDEN : NKG (vaste tand) : KG : NKG (vaste tand) : KG 3 4 MAIS NKG (vaste tand): kolf plant - KG: 3 kolf - 4 plant Figuur 6: Voorkomen van Fusarium soorten in de bodem, onkruiden en gewas op het perceel 6 in Tongeren. 3

14 Heppen zand - 9: maïs : korrelmaïs BODEM ONKRUIDEN RESTPLANT 4

15 MAIS : KG groenbemester : KG + grasgroenbem. 3: NKG (diep cultivator) + grasgroenbem. 4: NKG (ondiep cultivator) + grasgroenbem. 5: NKG (directe zaai) + rogge groenbem. - 6: NKG (directe zaai) + grasgroenbem. Figuur 7: Voorkomen van Fusarium soorten in de bodem, onkruiden, restplant en gewas op het perceel in Heppen. De resultaten voor het groeiseizoen zijn weergegeven in figuur 8, 9, en. In Huldenberg werden voornamelijk en in de bodem, op onkruiden en op restplanten teruggevonden bij de niet kerende bodembewerking. Bij de kerende bodembewerking werd naast en ook teruggevonden. In Tongeren werd op perceel 3 in de bodem teruggevonden, zowel bij de niet kerende als de kerende bodembewerking. Op de korrelmaïs werd teruggevonden bij de niet kerende bodembewerking. In Tongeren werden op perceel 6 teruggevonden in de bodem en op onkruiden bij de niet kerende en bij de kerende bodembewerking. Bij de kerende bodembewerking werd op wintertarwe teruggevonden. In Heppen zijn, en de meest voorkomende soorten, ook op de restplant. In Heppen werd veel Fusarium teruggevonden in de bodem. Bij de niet kerende bodembewerking werd ook op de restplant en op de korrelmaïs Fusarium teruggevonden. 5

16 Huldenberg leem - : wintertarwe : suikerbieten 3 BODEM 3 : NKG : NKG midden diep - 3: KG : NKG : NKG midden diep - 3: KG ONKRUIDEN 3 : NKG : NKG midden diep - 3: KG RESTPLANT Figuur 8: Voorkomen van Fusarium soorten in de bodem, onkruiden en restplant op het perceel in Huldenberg. Tongeren perceel 3 leem - : wintertarwe : korrelmaïs BODEM ONKRUIDEN : NKG : KG : NKG : KG 6

17 RESTPLANT : NKG : KG : NKG : KG Figuur 9: Voorkomen van Fusarium soorten in de bodem, onkruiden en gewas op het perceel 3 in Tongeren. MAIS Tongeren perceel 6 leem - : korrelmaïs : wintertarwe : NKG : KG BODEM ONKRUIDEN : NKG (vaste tand) : KG :NKG (vaste tand) : KG RESTPLANT : NKG (vaste tand) : KG WINTERTARWE : NKG (vaste tand) : KG Figuur : Voorkomen van Fusarium soorten in de bodem, onkruiden, restplant en gewas op het perceel 6 in Tongeren. 7

18 Heppen zand - : korrelmaïs - korrelmaïs BODEM ONKRUIDEN RESTPLANT : KG groenbemester : KG + grasgroenbem. 3: NKG (diep cultivator) + grasgroenbem. 4: NKG (ondiep cultivator) + grasgroenbem. 5: NKG (directe zaai) + rogge groenbem. 6: NKG (directe zaai) + grasgroenbem MAIS Figuur : Voorkomen van Fusarium soorten in de bodem, onkruiden, restplant en gewas op het perceel in Heppen. 8

19 3.3 DON gehaltes Het DON gehalte werd in de teelt van wintertarwe of maïs onderzocht op de verschillende locaties in en. De resultaten voor het groeiseizoen zijn weergegeven in figuur, 3, 4 en 5. Op het perceel in Huldenberg worden zeer geringe DON concentraties teruggevonden in de tarwestalen. De grondbewerking had geen effect op het DON gehalte..7 DON (ppm) Huldenberg NK Diep NK Ploegen.. NK Ploegen Diep NK Figuur : DON gehalte van de wintertarwe op het perceel in Huldenberg. In Tongeren werden op perceel 3 zeer geringe DON concentraties teruggevonden in de tarwestalen. De grondbewerking had geen effect op het DON gehalte. In Tongeren hadden op perceel 6 alle maïsstalen een DON gehalte hoger dan.5 ppm. De kolven vertoonden de hoogste DON concentraties. De grondbewerking had geen effect op het DON gehalte, de voorvrucht wintertarwe waarschijnlijk wel. Op het perceel in Heppen werden hoge DON waarden teruggevonden in de maïsstalen. De hoogste DON gehaltes in de kolven werden zowel bij een kerende als een niet kerende bodembewerking teruggevonden. De voorvrucht korrelmaïs had hier een duidelijke invloed op de DON gehaltes. Voor de maïsstalen ging het steeds om afzonderlijke planten zonder herhalingen. In volgend groeiseizoen wordt beter met geoogst materiaal van een behandeling gewerkt en met enkele herhalingen. 9

20 DON (ppm) Tongeren P Ploegen NK Ploegen NK Figuur : DON gehalte van de wintertarwe op het perceel 3 in Tongeren. DON (ppm) Tongeren P Kolf Plant boven Plant onder Plant onder Plant boven Kolf KG: NKG (vaste tand): 3-4 Figuur 3: DON gehalte van de korrelmaïs op het perceel 6 in Tongeren.

21 DON (ppm) Heppen Kolf Plant onder Plant onder Plant boven Kolf KG groenbemester: NKG (diep cultivator) + grasgroenbem.: NKG (ondiep cultivator) + grasgroenbem.: 5 NKG (directe zaai) + rogge groenbem.: 4 KG + grasgroenbem.: 8 NKG (directe zaai) + grasgroenbem.: 7 Figuur 4: DON gehalte van de korrelmaïs op het perceel in Heppen. De resultaten voor het groeiseizoen zijn weergegeven in figuur 6, 7 en 8. In Tongeren werden op perceel 3 DON gehaltes hoger dan.5 ppm gevonden in de maïsplanten. Voor zowel de kerende als niet kerende grondbewerking werden deze hoge DON waarden teruggevonden. In Tongeren hadden op perceel 6 alle tarwestalen een laag DON gehalte. Bij de niet kerende grondbewerking lagen de DON waarden iets hoger dan bij de kerende bodembewerking. Vorig teeltseizoen hadden de maïsstalen zeer hoge DON waarden, maar dit had duidelijk geen invloed op de teelt van wintertarwe. Op het perceel in Heppen overschreden alle maïsstalen de norm van.5 ppm. Ook vorig groeiseizoen werden hoge DON waarden in de maïsstalen teruggevonden. De voorvrucht korrelmaïs had hier een duidelijke invloed op de DON gehaltes. Het perceel in Heppen wordt gekenmerkt door een monocultuur van maïs.

22 3.5 DON (ppm) Tongeren P KG NK directe zaai Figuur 6: DON gehalte van de korrelmaïs op het perceel 3 in Tongeren..8 DON (ppm) Tongeren P NG cultivator NG dw + cultivator KG ploegen Figuur 7: DON gehalte van de wintertarwe op het perceel 6 in Tongeren.

23 7. 6. DON (ppm) Heppen KG groenbemester: NKG (diep cultivator) + grasgroenbem.: NKG (ondiep cultivator) + grasgroenbem.: 5 NKG (directe zaai) + rogge groenbem.: 4 KG + grasgroenbem.: 8 NKG (directe zaai) + grasgroenbem.: 7 Figuur 8: DON gehalte van de korrelmaïs op het perceel in Heppen. 4. Algemeen besluit Beide groeiseizoenen waren gekenmerkt door een lage ziektedruk voor aarfusarium door een zacht maar droog voorjaar. Over de groeiseizoenen 9- en - heen kan gesteld worden dat F. culmorum een dominerende soort is in de bodem en op onkruiden. Dit werd op de 3 proeflocaties waargenomen. Onkruidgrassen kunnen als waardplant van Fusarium soorten optreden. De gevonden onkruiden zijn Lolium multiflorum (Italiaans raaigras), Poa annua (straatgras) en Dactylis glomerata (gewone kropaar). Op wintertarwe werden geen Fusarium soorten waargenomen, noch in Huldenberg noch in Tongeren. Door de droge weersomstandigheden tijdens de bloei waren er heel weinig Fusarium infecties. Het niet waarnemen van Fusarium soorten betekent niet automatisch dat geen Fusarium soorten aanwezig waren omdat andere Fusarium soorten kunnen aanwezig zijn die niet opgenomen waren in de PCR reactie, zoals bijvoorbeeld F. langsethiae. 3

24 Op maïs daarentegen werden voornamelijk en teruggevonden. Maïs is een belangrijke waardplant voor. De DON waarden van de tarwestalen waren steeds laag, zowel in Huldenberg als in Tongeren. Op maïs daarentegen werden steeds zeer hoge DON-waarden teruggevonden. De bodembewerking had geen invloed op de DON gehaltes, wel de voorvrucht. Op basis van de groeiseizoenen en beide gekenmerkt door droogte tijdens de bloeiperiode van de granen, kan gesteld worden dat bij lage ziektedruk een kerende en niet kerende bodembewerking geen invloed hebben op het voorkomen van aarfusarium. Aarfusarium is meestal een monocyclische ziekte. De hoeveelheid primair inoculum speelt een grote rol in de graad van aantasting. In de literatuur wordt het dynamisch karakter van de Fusarium populatie uitvoerig beschreven (Waalwijk et al., 3, Isebaert et al., 9, Audenaert et al. 9). Bodembewerkingen, vruchtwisselingssystemen, fungicidebehandelingen, onkruidbestrijding en de inzet van resistente variëteiten beïnvloeden de populatiesamenstelling. Ook in een IWT onderzoeksproject aan de Hogeschool Gent wordt de Fusarium populatie onderzocht (Landschoot et al., ). Om het verband tussen het primair Fusarium en de populatie aanwezig op de graanaren te bestuderen werd de natuurlijk voorkomende Fusarium populatie onderzocht op 8 locaties in Vlaanderen tijdens het groeiseizoen 8-9 en 9-. In het najaar werden bodemstalen, onkruiden en restplanten van tarwe en maïs verzameld en onderzocht op de aanwezige Fusarium soorten. Voor beide groeiseizoenen werd de populatie gekenmerkt door een grote complexiteit en diverse samenstelling voor iedere locatie en voor ieder type staal. was een dominerende soort in gewasresten en in bodemstalen, de populatie teruggevonden op graanaren in juli bestond voornamelijk uit en, kwam veel minder voor. De Fusarium populatie in de zomer blijkt meer complex te zijn dan de populatie in het begin van het groeiseizoen. De bodem blijkt geen belangrijke bron van inoculum te zijn. Het is niet verwonderlijk dat domineert in de bodem want is een typische bodemschimmel. Deze pathogeen veroorzaakt naast aarfusarium ook voetrot en kiemplantsterfte. is de meest voorkomende pathogeen bij granen in streken met een gematigd klimaat (Waalwijk et al., 3, Isebaert et al., 9). wordt vaak teruggevonden in jaren met hoge en matige ziektedruk. Dit kan verklaard worden door het feit dat van nature uit een secundaire pathogeen is die geïnfecteerde aren koloniseert. De zieke aren werden al eerder door meer agressieve aarfusarium pathogenen geïnfecteerd. Dit onderzoek kon geen duidelijk verband aantonen tussen primair Fusarium inoculum en de Fusarium populatie op aar. Wel werd een tendens waargenomen dat in de loop van het groeiseizoen het aandeel aan F. graminearum en in de populatie toeneemt en dat het aandeel van afneemt. Verder treden er in het groeiseizoen antagonistische en synergistische interacties op tijdens het infectie- en kolonisatieproces. Ook een feit is dat conidia 4

25 gevormd door,, en typisch vertikaal verspreid worden door regendruppels en niet door de wind. Maar ascosporen van, en kunnen wel gemakkelijk door de wind opgepakt worden en over lange afstanden verspreid. Aan de hogeschool Gent loopt ook een veldproef die de impact van de vruchtwisseling op aarfusarium bij wintertarwe bestudeerd. Deze proef heeft tot doel de invloed van de bodembewerking (niet ploegen of ploegen), de oogstwijze van de maïsvoorvrucht (korrel of kuil) en impact van de gevoeligheid voor Fusarium van het maïsras (Torres of Lorado) van het vorige groeiseizoen op de Fusarium aantasting op vijf verschillende tarwerassen (Lexus, Azzerti, Tabasco, Tulsa en Sahara) na te gaan. Wat betreft de bodembewerking werd in het meest ziekte waargenomen op de tarweveldjes die niet geploegd werden, op de niet geploegde veldjes was ook het DON-gehalte iets hoger, maar niet significant. De tarwe na korrelmaïs oogde iets zieker dan na kuilmaïs, terwijl de DONgehaltes in de tarwe na kuilmaïs iets hoger waren, maar het verschil was echter minimaal. Er werd iets meer ziekte waargenomen bij de tarwerassen op de veldjes waarop het maïsras Torres stond dan bij de veldjes waarop het maïsras Lorado stond. Het verschil in DON-gehaltes na deze beide maïsrassen is ook niet significant. In deze proef waren de rassen Lexus en Azzerti het meest aangetast door Fusarium, wat zich hier weerspiegelde in significant hogere DON-gehaltes in deze beide rassen. Deze proef toont dus aan dat in seizoenen met weinig ziektedruk door droogte de invloed van voorvrucht en bodembewerking gering is en het tarweras de grootste invloed heeft op het DONgehalte. Wanneer we de species samenstelling bekijken zien we dat in deze proef het aandeel het grootste is. Dit is te verwachten gezien dit species kan overleven op maïsresten. 5. Literatuur Audenaert, K., Van Broeck, R., Bekaert, B., et al. (9) Fusarium head blight (FHB) in Flanders: population diversity, inter-species associations and DON contamination in commercial winter wheat varieties. European Journal of Plant Pathology, Volume: 5 Issue: 3 Pages: Audenaert, K., Callewaert, E., Höfte, M. et al. (). Hydrogen peroxide induced by the fungicide prothioconazole triggers deoxynivalenol (DON) production contamination in commercial winter wheat varieties. BMC Microbiology, (), published APR 5 Bai, G.H. and Shaner, G. (4). Manangement and resistance in wheat and barley to Fusarium head light. Annual Review of Phytopathology, 4, pp Boyacioglu, D. and Hettiarachchy, N.S.(995). Changes in some biochemical-components of wheat-grain that was infected with Fusarium graminearum. Journal of Cereal Science, (),

26 Desjardins, A., Jarosz, A.M., Plattner, R.D., Alexander, N.J., Brown, D.W. and Jurgenson, J.E. (4). Patterns of trichothecene production, genetic variability, and virulence to wheat of Fusarium graminearum from smallholder farms in Nepal. Journal of Agricultural and Food Chemistry, 5, pp Isebaert, S., De Saeger, S., De Vreese, R., Maene, P., Heremans, B. & Haesaert, G. (9). Mycotoxin producing Fusarium species occuring in winter wheat in Belgium (Flanders) during -5. J. Phytopathology, 57 (): 8-6 Landschoot, S., Audenaert, K., Waegeman, W., Pycke, B., Bekaert, B. & Haesaert, G. (). Connection between primary Fusarium inoculum on gramineous weeds, crop residues and soil samples and the final population on wheat ears in Flanders, Belgium. Crop Protection, 3: Marin, S., Sanchis, V., Arnau, F., Ramos, A.J. and Magan, N. (998a). Colonisation and competitiveness of Aspergillus and Penicillium species on maize grain in the presence of Fusarium moniliforme and Fusarium proliferatum. International Journal of Food Microbiology, 45, 7-7 Nightingale, M.J., Marchylo, B.A., Clear, R.M., Dexter, J.E. & Preston, K.R. (999). Fusarium head blight: Effect of fungal proteases on wheat storage proteins. Cereal Chemistry, 76, pp Obst, A., Günther, B., Beck, R., Lepschy, J. & Tischner, H. (). Weather conditions conducive to Giberella zeae and Fusarium graminearum head blight of wheat. Journal of Applied Genetics, 43A, pp Waalwijk, C., Kastelein, P., de Vries, I., Kerényi, Z., van der Lee, T., Hesselink, T., Köhl, J. & Kema, G. (3). Major changes in Fusarium spp. in wheat in the Netherlands. European Journal of Plant Pathology, 9:

27 HELMINTHOSPORIUM. Inleiding Helminthosporium is een necrotische schimmel. De schimmel doodt de geïnfecteerde plantencellen door het afscheiden van toxinen. Bij maïs zijn er tot nog toe drie verschillende soorten van Helminthosporium bekend. - Helminthosporium turcicum (syn. Exserohilum turcicum; teleomorf: Setosphaeria turcica) - Helminthosporium carbonum (syn. Bipolaris zeicola; teleomorf: Cochliobolus carbonum) - Helminthosporium maydis (syn. Bipolaris maydis; teleomorf: Cochliobolus heterostrophus) H. turcicum veroorzaakt Northern corn leaf blight (Fisher et al., 976). In het begin zijn er kleine grijsgroene laesies te zien. De laesies komen willekeurig verspreid voor op het blad. Nadien groeien ze uit tot langgerekte grijsbruine laesies. De laesies kunnen tot 5 centimeter lang worden en zijn door een donkerder gekleurde zoom omsloten. Wanneer er meerdere infecties op een blad samen voorkomen, kunnen ze uiteindelijk samenvloeien en zo grote delen van het blad aantasten. Het blad kan volledig afsterven. Ook zijn kleine zwarte puntjes op het geïnfecteerde bladoppervlak te zien. H. carbonum veroorzaakt Northern Corn Leaf Spot (Ullstrup, 957). De vorm en grootte van de laesies verschillen naargelang de fysio, maar algemeen komen vele kleine grijsbruine vlekjes voor. De vlekjes worden bijna nooit langer dan 3 cm. H. maydis veroorzaakt Southern Corn Leaf Blight (Nisikado & Miyake). Algemeen genomen kan het ziektebeeld vergeleken worden met dat van H. carbonum. Er komen ronde necrotische vlekjes voor met een grootte van -3 cm. Zowel geslachtelijke als ongeslachtelijke vermenigvuldiging mogelijk, maar in de natuur komt vooral de ongeslachtelijke vorm voor. Na een primaire infectie, worden op het blad door het mycelium conidiën gevormd. Conidiën zijn ongeslachtelijke, onbeweeglijke 7

28 sporen. In aanwezigheid van voldoende water kunnen deze conidiën zorgen voor een secundaire infectie. Ze worden overgedragen door rechtstreeks contact met naburige bladeren of door opspattende regendruppels. Wind kan conidiën aanwezig in fijne regendruppels overdragen naar andere planten of naburig gelegen velden. De infectie kan in eender welk stadium van de plant gebeuren, maar in de periode na de bloei is er verhoogde gevoeligheid. Hoe vroeger de infectie plaatsvindt, hoe zwaarder de uiteindelijke aantasting en hoe groter de uiteindelijke schade zal zijn. Op een welbepaalde locatie zal de graad van aantasting sterk beïnvloed worden door de voorgeschiedenis van dat perceel. Eén van de maatregelen die de ziekte het meest onderdrukt, is een goede teeltrotatie. Hierdoor zal bij voldoende onderwerken van de gewasresten, de primaire infectiedruk van het mycelium op het plantenweefsel en het aantal sporen sterk gereduceerd zijn. Helminthosporium schimmels kunnen behandeld worden met fungiciden (Edwards en Martinson et al. geciteerd in: Wegulo, 997). Enkele fungiciden die kunnen ingezet worden zijn chloorthalonil, propiconazol, trifloxystrobin en azoxystrobin. Bij gebruik van fungiciden is naast de keuze van het fungicide ook het tijdstip en frequentie van toediening, evenals de bedekking van de bladeren met het fungicide, belangrijk om een succesvolle beheersing van de ziekte te bekomen (Edwards geciteerd in: Wegulo, 997). Bij ons zijn nog geen fungiciden erkend om in te zetten tegen Helminthosporium.. Materiaal en methoden Om de aantastingsgraad van Helminthosporium spp. vast te leggen wordt aan het percentage bladoppervlak dat een aantasting van de schimmel vertoont een score toegekend. Bij elk object worden van vijf verschillende planten alle bladeren boven de kolf gescoord. Dat alleen de bladeren boven de kolf worden gescoord is om te vermijden dat het afrijpen van de onderste bladeren verkeerdelijk zou geïnterpreteerd worden als een aantasting door Helminthosporium spp.. Elk blad krijgt een score van tot 9 naargelang de graad van aantasting. Score komt overeen met een volledig gezond blad en score 9 met een volledig aangetast blad. Elke score komt dus overeen met een bepaald percentage van het bladoppervlak dat aangetast is (tabel ). Per object wordt dan een gemiddelde score bepaald. 8

29 Tabel : Verband tussen de score en het overeenkomstig percentage aangetast bladoppervlak door Helminthosporium spp. Score Overeenkomstig percent (%) Resultaten en discussie Door een frisse en natte augustus maand in zowel als was in beide groeiseizoenen de ziektedruk voor Helminthosporium zeer laag. Mogelijk heeft de inzet van meer tolerante maïsrassen er ook toe bijgedragen dat de aantasting door Helminthosporium spp. minimaal was. Voor de afrijping waren er geen duidelijke laesies op de bladeren te zien. Tijdens de afrijping trad er mogelijk infectie op maar op dat moment is het niet meer mogelijk om betrouwbare waarnemingen uit te voeren. Onderzoek van Dermaut (9) toont aan dat binnen het commercieel gangbare maïsgamma in Vlaanderen significante verschillen bestaan voor rasgevoeligheid voor Helminthosporium spp.-aantasting. Op verschillende locaties werden 7 vroege kuilmaïsrassen, 3 late kuilmaïsrassen en 36 korrelmaïsrassen gescoord op Helminthosporium spp.-aantasting. Om de invloed van een aantasting op de opbrengst na te gaan, worden de opbrengstcijfers van de verschillende rassen vergeleken met de aantastingspercentages. Zowel in de dataset late kuilmaïs (r = -.4, p =.3) als in de dataset korrelmaïs (r = -.3, p <.) wordt een significante correlatie vastgesteld 9

30 tussen opbrengst en aantasting. Op het perceel in Heppen werd PR39A98 (Pioneer) uitgezaaid. Volgens het onderzoek van Dermaut (9) wordt dit ras ingedeeld bij de meer tolerante rassen. Als door de weersomstandigheden de ziektedruk laag is wordt bij een toleranter ras geen aantasting waargenomen tijdens het groeiseizoen. Op het einde van het groeiseizoen was misschien wel Helminthosporium aanwezig. Maar op een afrijpend gewas komen ook heel veel saprofytische schimmels voor zodat het dan niet zinvol is om bladstalen te nemen om Helminthosporium te isoleren. Helminthosporium is een traag groeiende schimmel die op een voedingsplaat overwoekerd wordt door snel groeiende saprofytische schimmels. 4. Literatuur Dermaut, D. (9). Onderzoek naar rasgevoeligheid voor Helminthosporium spp. bij Zea mays. Masterproef pp. 48. Fisher, D.E., Hooker, A.L., Lim, S.M. and Smith, D.R. (976). Leaf infection and yield loss caused by four Helminthosporium diseases of corn. Phytopathology, 66, Ullstrup, A.J. and Miles, S.R. (957). Effects of some leaf blights of corn on grain yield. Phytopathology, 47, Wegulo, S.N., Martinson, C.A., Rivera-C, J.M. and Nutter, F.W. (997). Model for economic analysisi of fungicide usage in hybrid corn seed production. Plant Disease, 8,

Praktijknetwerk Fusarium Onderwerpen. Aarfusarium. relevante mycotoxinen in graan. risicofactoren aarfusarium.

Praktijknetwerk Fusarium Onderwerpen. Aarfusarium. relevante mycotoxinen in graan. risicofactoren aarfusarium. 7-6- Onderwerpen Praktijknetwerk Fusarium Aarfusarium en mycotoxine s. - Ervaringen en adviezen tarwe - Ervaringen en adviezen gerst Aaldrik Venhuizen Fusarium Gezonde en aangetaste korrels Verlies Kwaliteit

Nadere informatie

Zijn aarfusarium en de gerelateerde mycotoxinen te voorspellen in wintertarwe?

Zijn aarfusarium en de gerelateerde mycotoxinen te voorspellen in wintertarwe? Zijn aarfusarium en de gerelateerde mycotoxinen te voorspellen in wintertarwe? Prof G. Haesaert Faculteit Toegepaste Bio-ingenieurswetenschappen HoGent - UGent Aarfusarium Gevolgen: Direct: Opbrenstderving

Nadere informatie

Geïntegreerde aanpak van aarfusarium in granen en het effect op mycotoxinen

Geïntegreerde aanpak van aarfusarium in granen en het effect op mycotoxinen Geïntegreerde aanpak van aarfusarium in granen en het effect op mycotoxinen Ondertitel 5 februari 2014, Huub Schepers & Bert Evenhuis Indeling presentatie Schade opbrengst/kwaliteit Levenswijze Fusarium-schimmels

Nadere informatie

Geïntegreerde aanpak van aarfusarium in granen en het effect op mycotoxinen

Geïntegreerde aanpak van aarfusarium in granen en het effect op mycotoxinen Geïntegreerde aanpak van aarfusarium in granen en het effect op mycotoxinen Praktijknetwerk Aarfusarium 5 februari 2014, Huub Schepers & Bert Evenhuis Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling:

Nadere informatie

Praktijknetwerk aarfusarium

Praktijknetwerk aarfusarium 19-6-2015 Praktijknetwerk aarfusarium bijeenkomst 14 februari 2014 K. Vogelaar - Agrovision A. Venhuizen - Agrifirm Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland

Nadere informatie

CerDis; Graan adviesmodule Praktijk Netwerk Fusarium

CerDis; Graan adviesmodule Praktijk Netwerk Fusarium Programma CerDis; Graan adviesmodule Praktijk Netwerk Fusarium Introductie CerDis Levenswijze Fusarium-schimmels Vorming van mycotoxinen Geïntegreerde bestrijding Teeltmaatregelen Fungiciden Adviessystemen

Nadere informatie

Schimmels in maïs Kiemschimmels Wortelverbruining Builenbrand Stengelrot Kolfsteelrot Bladvlekkenziekte Rhizoctonia Roest

Schimmels in maïs Kiemschimmels Wortelverbruining Builenbrand Stengelrot Kolfsteelrot Bladvlekkenziekte Rhizoctonia Roest Schimmels in maïs Er zijn verschillende schimmels die schade kunnen veroorzaken in maïs. Tot nu toe bestrijdt men alleen de kiemschimmels met chemische middelen. Bij de schimmelziekten stengelrot, kolfsteelrot

Nadere informatie

5.1 Perceelsspecifieke voorspellingsmodellen om bladluizen, graanhaantjes en DON gehaltes in wintertarwe te voorspellen

5.1 Perceelsspecifieke voorspellingsmodellen om bladluizen, graanhaantjes en DON gehaltes in wintertarwe te voorspellen - 83-5 Plaag- en ziektebestrijdingsmodellen 5.1 Perceelsspecifieke voorspellingsmodellen om bladluizen, graanhaantjes en DON gehaltes in wintertarwe te voorspellen S. Landschoot 1, E. Van de vijver 1,

Nadere informatie

DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw

DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw Vergelijking van de efficiëntie van fungiciden tegen valse meeldauw in groene erwt - eigen onderzoek 1 Efficiëntie van middelen tegen valse

Nadere informatie

Praktijknetwerk aarfusarium

Praktijknetwerk aarfusarium 19-6-2015 Praktijknetwerk aarfusarium bijeenkomst 24 januari 2014 H. Schepers - PPO AGV H. Groeneweg - Bayer Cropscience Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland

Nadere informatie

22a Grondbewerkingssystemen voor de teelt van wintertarwe EH 0623 Door: ing.h.w.g. Floot

22a Grondbewerkingssystemen voor de teelt van wintertarwe EH 0623 Door: ing.h.w.g. Floot 22a Grondbewerkingssystemen voor de teelt van wintertarwe EH 0623 Door: ing.h.w.g. Floot Inleiding In de tarweteelt is de grondbewerking een belangrijke kostenpost. Vooral bij monocultuur wintertarwe komt

Nadere informatie

Bestrijding van blad- en aarziekten in wintertarwe. EH 859 Door: ing.h.w.g.floot

Bestrijding van blad- en aarziekten in wintertarwe. EH 859 Door: ing.h.w.g.floot Bestrijding van blad- en aarziekten in wintertarwe EH 859 Door: ing.h.w.g.floot Inleiding In de tarweteelt is de bestrijding van blad- en aarziekten eigenlijk ieder jaar nodig om een maximale financiële

Nadere informatie

Beheersing van Didymella bryoniae (Mycosphaerella) in de teelt van komkommer. IWT-project nr. 140982

Beheersing van Didymella bryoniae (Mycosphaerella) in de teelt van komkommer. IWT-project nr. 140982 Beheersing van Didymella bryoniae (Mycosphaerella) in de teelt van komkommer IWT-project nr. 140982 1 Overzicht project 2 Werkpakket 1 1/ Optimalisatie protocol voor airsampling Op zoek naar selectief

Nadere informatie

Alternariain in aardappel: een ziektecomplex? Prof. Geert Haesaert Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen Vakgroep Toegepaste Biowetenschappen

Alternariain in aardappel: een ziektecomplex? Prof. Geert Haesaert Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen Vakgroep Toegepaste Biowetenschappen Alternariain in aardappel: een ziektecomplex? Prof. Geert Haesaert Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen Vakgroep Toegepaste Biowetenschappen Meer Alternaria? Alternaria -aantastingen worden als een toenemend

Nadere informatie

Valse meeldauw in zonnebloemen. Marjan de Boer, Suzanne Breeuwsma, Jan van der Bent, Rik de Werd en Frank van der Helm

Valse meeldauw in zonnebloemen. Marjan de Boer, Suzanne Breeuwsma, Jan van der Bent, Rik de Werd en Frank van der Helm Valse meeldauw in zonnebloemen Marjan de Boer, Suzanne Breeuwsma, Jan van der Bent, Rik de Werd en Frank van der Helm Probleem in zonnebloemen Valse meeldauw (Plasmopara halstedii) > oomyceet In Nederland,

Nadere informatie

Effect van vruchtwisseling op Helminthosporium aantasting in maïs

Effect van vruchtwisseling op Helminthosporium aantasting in maïs Effect van vruchtwisseling op Helminthosporium aantasting in maïs Pottenproef 2009 R. Meier en H. Schepers (WUR PPO-AGV) en H. van Schooten (WUR Livestock Research) Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V.

Nadere informatie

BODEMBREED INTERREG Resultaten veldonderzoek 2009 nateelt groenbemesters

BODEMBREED INTERREG Resultaten veldonderzoek 2009 nateelt groenbemesters BODEMBREED INTERREG Resultaten veldonderzoek 29 nateelt groenbemesters Nederlands Limburg Onderdeel: Werkgroep 3 Document: Rapport Tijdstip: januari 21 Versie: 1 Status: definitief Opgesteld door: Praktijkonderzoek

Nadere informatie

Koolzaadbericht nr 03 mei 2013 Koolzaadsnuitkever -Sclerotinia

Koolzaadbericht nr 03 mei 2013 Koolzaadsnuitkever -Sclerotinia Koolzaadbericht nr 03 mei 2013 Koolzaadsnuitkever -Sclerotinia 1. Stand van het gewas (observatie 7mei) Op vandaag zijn alle percelen volop in bloei. Op de percelen met een egale gewasstand, behalen we

Nadere informatie

Naar een beredeneerde en kennisgestuurde aanpak van Alternaria in aardappel (2013 2018)

Naar een beredeneerde en kennisgestuurde aanpak van Alternaria in aardappel (2013 2018) Naar een beredeneerde en kennisgestuurde aanpak van Alternaria in aardappel (2013 2018) Marc Goeminne 1 Pieter Vanhaverbeke 1 Kürt Demeulemeester 2 Bernard De Baets 3 Sofie Landschoot 3 Jasper Carrette

Nadere informatie

Programma voor vandaag: Bespreking toets Graanteelt deel 1 Ziekten in wintergranen Plagen en legering Werkopdracht Ziekten, plagen en legering

Programma voor vandaag: Bespreking toets Graanteelt deel 1 Ziekten in wintergranen Plagen en legering Werkopdracht Ziekten, plagen en legering Plantenteelt Graan Programma voor vandaag: Bespreking toets Graanteelt deel 1 Ziekten in wintergranen Plagen en legering Werkopdracht Ziekten, plagen en legering Huiswerk Werkopdracht Ziekten, plagen en

Nadere informatie

BODEMBEWERKING BIJ SUIKERBIETEN WELKE KIEZEN?

BODEMBEWERKING BIJ SUIKERBIETEN WELKE KIEZEN? BODEMBEWERKING BIJ SUIKERBIETEN WELKE KIEZEN? Ronald Euben Wat vraagt de biet? 2 Bij de zaai Enkele (kleine) kluiten bovenaan (dichtslaan, erosie) Verkruimelde, aangedrukte laag (contact zaad bodem) Vaste,

Nadere informatie

Mycotoxinemonitoring GRANEN Oogst 2014

Mycotoxinemonitoring GRANEN Oogst 2014 Mycotoxinemonitoring GRANEN Oogst 2014 25/09/2014 Inhoud INHOUD 2 1. VOORWOORD 3 2. OBJECTIEVEN 3 3. BRON VAN GEGEVENS 4 4. ANALYSEMETHODES & GESCREENDE MYCOTOXINEN 4 5. RESULTATEN NAOOGST MONITORING 5

Nadere informatie

121 JULI 2013. Retengo Plus: Meer maïs van een akker!

121 JULI 2013. Retengo Plus: Meer maïs van een akker! 121 JULI 2013 INFO Retengo Plus: Meer maïs van een akker! Bladvlekkenziekten in mais vormen een serieuze bedreiging. Sinds in 2007 Nederlandse maïstelers op grote schaal werden geconfronteerd met aantasting

Nadere informatie

INHOUD 2 1. VOORWOORD 3

INHOUD 2 1. VOORWOORD 3 Mycotoxinemonitoring GRANEN oogst 2018 Inhoud INHOUD 2 1. VOORWOORD 3 2. OBJECTIEVEN 3 3. BRON VAN GEGEVENS 4 4. ANALYSEMETHODES & GESCREENDE MYCOTOXINES 4 5. RESULTATEN NA-OOGST MONITORING 5 5.1 REGIONALE

Nadere informatie

MYCOTOXINEMONITORING GRANEN OOGST 2013

MYCOTOXINEMONITORING GRANEN OOGST 2013 MYCOTOXINEMONITORING GRANEN OOGST 2013 1 VOORWOORD BEMEFA, KVBM en Synagra wensen de bedrijven die gegevens aangeleverd hebben te bedanken. Mede dankzij hen beschikt de sector over een databank met resultaten

Nadere informatie

Beheersing van Didymella bryoniae (Mycosphaerella) in de teelt van komkommer IWT-project nr

Beheersing van Didymella bryoniae (Mycosphaerella) in de teelt van komkommer IWT-project nr Beheersing van Didymella bryoniae (Mycosphaerella) in de teelt van komkommer IWT-project nr. 140982 Proefveldbezoek PCG 25/8/2017 Stefaan Fabri Proefstation voor de Groenteteelt 1 Over het project Partners

Nadere informatie

MYCOTOXINE MONITORING MAÏS OOGST 2016

MYCOTOXINE MONITORING MAÏS OOGST 2016 MYCOTOXINE MONITORING MAÏS OOGST 1 VOORWOORD BEMEFA en SYNAGRA wensen de bedrijven, die gegevens aangeleverd hebben, te bedanken. Mede dankzij hen beschikt de sector over een databank met resultaten kort

Nadere informatie

Bronnen van de veroorzaker van de gele bladvlekkenziekte in wintertarwe

Bronnen van de veroorzaker van de gele bladvlekkenziekte in wintertarwe Bronnen van de veroorzaker van de gele bladvlekkenziekte in wintertarwe Door: Pieter Kastelein, Wim van den Brink en Jürgen Köhl, (Plant Research International) Ko Blok, (SPNA) De gele bladvlekkenziekte

Nadere informatie

Relatie bodemstructuurbodemschimmels

Relatie bodemstructuurbodemschimmels Relatie bodemstructuurbodemschimmels? PCS Destelbergen 30 november 2011 Fons Vanachter Schimmels : wat? Wat zijn schimmels of zwammen? Microscopische organismen : micro-organismen Vruchtlichamen soms zichtbaar

Nadere informatie

Reken af met duist in stappen

Reken af met duist in stappen Reken af met duist in stappen Zo blijft resistente duist beheersbaar Duist is een lastig onkruid in wintertarwe. Dat komt met name doordat het een directe concurrent is voor het gewas. Het ontneemt voedsel

Nadere informatie

Voorstelling resultaten

Voorstelling resultaten Voorstelling resultaten Interregproject BodemBreed en ILVO-proefpercelen Greet Ruysschaert Studiedag erosie: niet-kerende bodembewerking 27 augustus 2013 Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek Eenheid

Nadere informatie

Grondbewerkingssystemen voor de teelt van wintertarwe EH 0523 Door: ing.h.w.g. Floot

Grondbewerkingssystemen voor de teelt van wintertarwe EH 0523 Door: ing.h.w.g. Floot Grondbewerkingssystemen voor de teelt van wintertarwe EH 0523 Door: ing.h.w.g. Floot Inleiding In de tarweteelt is de grondbewerking een belangrijke kostenpost. Vooral bij monocultuur wintertarwe komt

Nadere informatie

Plantenteelt maïs. Docent: Muhtezan Brkić

Plantenteelt maïs. Docent: Muhtezan Brkić Plantenteelt maïs Docent: Muhtezan Brkić Programma Ziekten plagen en beschadigingen in snijmaïs Werkopdrachten PowerPoint presentatie snijmaïs Ma. 10 april 2 de toets Plantenteelt Granen Do. 20 april -

Nadere informatie

Een vloeibaar middel voor brede schimmelbestrijding in de vollegrondsgroenteteelt. Wat doet Amistar Top?

Een vloeibaar middel voor brede schimmelbestrijding in de vollegrondsgroenteteelt. Wat doet Amistar Top? Amistar Top Een vloeibaar middel voor brede schimmelbestrijding in de vollegrondsgroenteteelt Wat is Amistar Top? Amistar Top is een zeer modern fungicide met een breed werkingsspectrum tegen de belangrijkste

Nadere informatie

Eerst info, dan fyto. Aardappelziekte (P. infestans) Alternaria (A. solani)

Eerst info, dan fyto. Aardappelziekte (P. infestans) Alternaria (A. solani) Eerst info, dan fyto Aardappelziekte (P. infestans) Alternaria (A. solani) Polycyclische schimmel ziekten in aardappelen Aardappelziekte (P. infestans) Welke info? Alternaria (A. solani) weersfactoren!!

Nadere informatie

Fusarium in Nederland: inventarisatie en identificatie

Fusarium in Nederland: inventarisatie en identificatie Fusarium in Nederland: inventarisatie en identificatie C. Waalwijk, T. Hesselink, Ph.M. de Vries, B.H. de Haas, P. Kastelein, E.C.P. Verstappen, T.A.J. van der Lee & G.H.J. Kema Nota 54 Fusarium in Nederland:

Nadere informatie

landbouw en natuurlijke omgeving 2011 plantenteelt open teelten CSPE BB minitoets bij opdracht 17

landbouw en natuurlijke omgeving 2011 plantenteelt open teelten CSPE BB minitoets bij opdracht 17 landbouw en natuurlijke omgeving 2011 plantenteelt open teelten CSPE BB minitoets bij opdracht 17 variant a Naam kandidaat Kandidaatnummer Meerkeuzevragen Omcirkel het goede antwoord (voorbeeld 1). Geef

Nadere informatie

For information only content must not be duplicated. Grasziekten. Lebrun Benjamin

For information only content must not be duplicated. Grasziekten. Lebrun Benjamin Grasziekten Lebrun Benjamin Grasziekten : introductie 1) Oorzaak grasziekten : Virussen Bacteriën Fungus 2) Ziekten veroorzaken een aantal problemen : Vermindering van de groei van de plant Vermindering

Nadere informatie

DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw

DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw Vergelijking van de efficiëntie van fungiciden tegen valse meeldauw in groene erwt - eigen onderzoek 1 Efficiëntie van middelen tegen valse

Nadere informatie

RAPPORT. Gevoeligheid van aardappelrassen voor schade door stengelaaltje (Ditylenchus dipsaci) Ing. Egbert Schepel

RAPPORT. Gevoeligheid van aardappelrassen voor schade door stengelaaltje (Ditylenchus dipsaci) Ing. Egbert Schepel RAPPORT Gevoeligheid van aardappelrassen voor schade door stengelaaltje (Ditylenchus dipsaci) Ing. Egbert Schepel rapport 711 project 9071 december 2010 RAPPORT titel Gevoeligheid van aardappelrassen voor

Nadere informatie

Mycotoxinemonitoring GRANEN - Oogst

Mycotoxinemonitoring GRANEN - Oogst BEMEFA APFACA Beroepsvereniging van de Mengvoederfabrikanten, v.z.w. Association Professionnelle des Fabricants d'aliments Composés pour Animaux, a.s.b.l. Mycotoxinemonitoring GRANEN - Oogst 2011-1 ALGEMEEN

Nadere informatie

Bodemziekten in prei van dichtbij bekeken

Bodemziekten in prei van dichtbij bekeken Bodemziekten in prei van dichtbij bekeken Studieavond PREI - 07/03/2017 Frederik De Witte // Crop Specialist Vegetables Verband? Fusarium spp. Page 2 Studieavond PREI - 07/03/2017 Eerst wit mycelium, later

Nadere informatie

Karakterisatie van stammen van de aardappelziekte in Wallonië (2012)

Karakterisatie van stammen van de aardappelziekte in Wallonië (2012) Karakterisatie van stammen van de aardappelziekte in Wallonië (2012) V. César (CRA-W) Samenvatting Sinds 1999 onderzoekt het CRA in Libramont de kenmerken van de verschillende stammen van de aardappelziekte

Nadere informatie

Beheersing aarfusarium en bladvlekkenziekte in zomergerst

Beheersing aarfusarium en bladvlekkenziekte in zomergerst Beheersing aarfusarium en bladvlekkenziekte in zomergerst A. Evenhuis & H.T.A.M. Schepers Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, part of Wageningen UR Business Unit AGV Februari, 2015 PPO no. 3250257900 2015

Nadere informatie

Kansen voor NKG op zand

Kansen voor NKG op zand Kansen voor NKG op zand Sander Bernaerts DLV plant 14 juni Vessem NKG Niet Kerende Grondbewerking betekent het systematisch vermijden van intensief kerende of mengende grondbewerking en het zoveel mogelijk

Nadere informatie

Actualiteiten in gewasbescherming: Bladluizen en BYDV

Actualiteiten in gewasbescherming: Bladluizen en BYDV Actualiteiten in gewasbescherming: Bladluizen en BYDV Prof. Dr. ir. Geert Haesaert Department of applied biosciences Faculty of Bioscience Engineering GhentUniversity Geert.haesaert@ugent.be Dwerg vergelingsvirus

Nadere informatie

Mycotoxinemonitoring GRANEN Oogst 2017

Mycotoxinemonitoring GRANEN Oogst 2017 Mycotoxinemonitoring GRANEN Oogst 2017 20/09/2017 Inhoud INHOUD 2 1. VOORWOORD 3 2. OBJECTIEVEN 3 3. BRON VAN GEGEVENS 4 4. ANALYSEMETHODES & GESCREENDE MYCOTOXINES 4 5. RESULTATEN NAOOGST MONITORING 5

Nadere informatie

Overvloedige neerslag tijdens het groeiseisoen

Overvloedige neerslag tijdens het groeiseisoen Overvloedige neerslag tijdens groeiseizoen - Bemesting en verslemping - Wortelrot Peter Wilting en Bram Hanse SID Heerenveen en Tilburg, 7/8 december 2016 Overvloedige neerslag tijdens het groeiseisoen

Nadere informatie

Mycotoxinemonitoring GRANEN Oogst 2016

Mycotoxinemonitoring GRANEN Oogst 2016 Mycotoxinemonitoring GRANEN Oogst 2016 26/09/2016 Inhoud INHOUD 2 1. VOORWOORD 3 2. OBJECTIEVEN 3 3. BRON VAN GEGEVENS 4 4. ANALYSEMETHODES & GESCREENDE MYCOTOXINES 4 5. RESULTATEN NAOOGST MONITORING 5

Nadere informatie

Welke info? weersfactoren!! vatbaarheid gewas besmettingsbronnen. IPM: eerst info, dan fyto. Netwerk van 48 automatische weerstations in Vlaanderen

Welke info? weersfactoren!! vatbaarheid gewas besmettingsbronnen. IPM: eerst info, dan fyto. Netwerk van 48 automatische weerstations in Vlaanderen IPM: eerst info, dan fyto Aardappelziekte (P. infestans) Alternaria (A. solani) Polycyclische schimmel ziekten in aardappelen Aardappelziekte (P. infestans) weersfactoren!! vatbaarheid gewas besmettingsbronnen

Nadere informatie

Resultaten meerjarenproef: bewerking van de ploegzool bij nietkerende grondbewerking (NKG)

Resultaten meerjarenproef: bewerking van de ploegzool bij nietkerende grondbewerking (NKG) PROSENSOLS Resultaten meerjarenproef: bewerking van de ploegzool bij nietkerende grondbewerking (NKG) Doelstellingen De ploegzool is een verdichte laag in de bodem die weinig water doorlaat en moeilijker

Nadere informatie

Rassenadvies Wintertarwe Midden-Nederland

Rassenadvies Wintertarwe Midden-Nederland Rassenadvies Wintertarwe Midden-Nederland 2018 groei door kennis Rassenkeuze Het juiste tarweras zaaien is de sleutel tot succes voor het waarmaken van een goede financiële opbrengst. Hieronder een aantal

Nadere informatie

HUMUSZUREN ALS HULPMIDDEL VOOR DE OPTIMALISATIE VAN

HUMUSZUREN ALS HULPMIDDEL VOOR DE OPTIMALISATIE VAN HUMUSZUREN ALS HULPMIDDEL VOOR DE OPTIMALISATIE VAN OPBRENGST EN KWALITEIT VAN RAAIGRAS BIJ VERMINDERDE BEMESTING Greet Verlinden, Thomas Coussens en Geert Haesaert Hogeschool Gent, Departement Biowetenschappen

Nadere informatie

Boerenexperiment No 4 aanvulling

Boerenexperiment No 4 aanvulling Boerenexperiment No 4 aanvulling Aardappels op zware grond, aanvulling op rapport Aanvulling en Resultaten en ervaringen van de groenbemestervelden op zware klei, najaar 2012 Achtergrond De toepassing

Nadere informatie

Serum als matrix voor de diagnose van Fusariummycotoxicosis bij varkens

Serum als matrix voor de diagnose van Fusariummycotoxicosis bij varkens Serum als matrix voor de diagnose van Fusariummycotoxicosis bij varkens Promotoren: Drs. Tommy Van Limbergen Prof. Dr. Dominiek Maes Prof. Dr. Siska Croubels Van Neste Karen 2 1. INLEIDING Mycotoxine =

Nadere informatie

BODEMGEBONDEN SCHIMMELZIEKTEN Beheersen van Rhizoctonia solani met resistente rassen, fungiciden, vanggewassen en antagonisten

BODEMGEBONDEN SCHIMMELZIEKTEN Beheersen van Rhizoctonia solani met resistente rassen, fungiciden, vanggewassen en antagonisten Project No. 12-04 BODEMGEBONDEN SCHIMMELZIEKTEN Beheersen van Rhizoctonia solani met resistente rassen, fungiciden, vanggewassen en antagonisten Projectleider: J.H.M. Schneider 1. Inleiding De bodemschimmel

Nadere informatie

Mycotoxinemonitoring GRANEN Oogst 2015

Mycotoxinemonitoring GRANEN Oogst 2015 Mycotoxinemonitoring GRANEN Oogst 2015 25/09/2015 Inhoud INHOUD 2 1. VOORWOORD 3 2. OBJECTIEVEN 3 3. BRON VAN GEGEVENS 4 4. ANALYSEMETHODES & GESCREENDE MYCOTOXINES 4 5. RESULTATEN NAOOGST MONITORING 5

Nadere informatie

Bodemerfenis van winter groenbemesters

Bodemerfenis van winter groenbemesters Bodemerfenis van winter groenbemesters Diversiteit in rotatie & mengsels 30 November 2017 Janna M. Barel, Thomas W. Kuyper, Wietse de Boer, Jacob C. Douma & Gerlinde B. De Deyn Janna.barel@wur.nl @jannabarel

Nadere informatie

MYCOTOXINE MONITORING MAÏS OOGST 2015

MYCOTOXINE MONITORING MAÏS OOGST 2015 MYCOTOXINE MONITORING MAÏS OOGST 1 VOORWOORD BEMEFA en SYNAGRA wensen de bedrijven, die gegevens aangeleverd hebben, te bedanken. Mede dankzij hen beschikt de sector over een databank met resultaten kort

Nadere informatie

Mycosphaerella. 2 e teelt Proefstation voor de Groenteteelt v.z.w. Sint-Katelijne-Waver

Mycosphaerella. 2 e teelt Proefstation voor de Groenteteelt v.z.w. Sint-Katelijne-Waver Mycosphaerella 2 e teelt 2014 Dit onderzoek is gerealiseerd i.s.m. Lava, ADLO, GMO & KBC Proefopzet : Hogedraadteelt Opkweekmethode Ras Plantafstand Substraat steenwolpot 10 cm Kurios 2,4 planten/m² Steenwol

Nadere informatie

Valse meeldauw in Zonnebloem laatste resultaten Auteur: Marjan de Boer, Suzanne Breeuwsma, Roselinde Duyvesteijn

Valse meeldauw in Zonnebloem laatste resultaten Auteur: Marjan de Boer, Suzanne Breeuwsma, Roselinde Duyvesteijn Valse meeldauw in Zonnebloem laatste resultaten 2009 Auteur: Marjan de Boer, Suzanne Breeuwsma, Roselinde Duyvesteijn Probleem in zonnebloemen Valse meeldauw (Plasmopara halstedii) > oömyceet In Nederland,

Nadere informatie

Bestrijding van Fusarium in lisianthus

Bestrijding van Fusarium in lisianthus Bestrijding van Fusarium in lisianthus 2014 PT nummer.: 14980 Proef nummer: 13485 Proeftuin Zwaagdijk Tolweg 13 1681 ND Zwaagdijk Phone +31 (0)228 56 31 64 Fax +31 (0)228 56 30 29 E-mail: proeftuin@proeftuinzwaagdijk.nl

Nadere informatie

SUIKERBIETEN. Wereld productie suiker? Wereldproductie van suiker. Productie: ton 20% uit Riet 80% uit Suikerbieten

SUIKERBIETEN. Wereld productie suiker? Wereldproductie van suiker. Productie: ton 20% uit Riet 80% uit Suikerbieten SUIKERBIETEN Wereld productie suiker? Wereldproductie van suiker Productie: 180.000.000 ton 20% uit Riet 80% uit Suikerbieten 1 Waar komt de suiker vandaan? Arealen Europa Waar komt de suiker vandaan?

Nadere informatie

Onderzoeksresulaten meerjarige veldproeven niet-kerende bodembewerking

Onderzoeksresulaten meerjarige veldproeven niet-kerende bodembewerking Onderzoeksresulaten meerjarige veldproeven niet-kerende bodembewerking Greet Ruysschaert Agriflanders, 16 januari 2015 Studiedag Erosie Prosensols Mesam Niet-kerende bodembewerking en erosie Reeds > 14

Nadere informatie

Presentatie. Afsterven steenfruitbomen. Klantendag Stonefruitconsult. Echteld Donderdag 7 maart. Met medewerking van Marcel Wenneker van PPO

Presentatie. Afsterven steenfruitbomen. Klantendag Stonefruitconsult. Echteld Donderdag 7 maart. Met medewerking van Marcel Wenneker van PPO oetermeer Presentatie Afsterven steenfruitbomen Klantendag Stonefruitconsult Echteld Donderdag 7 maart Met medewerking van Marcel Wenneker van PPO Boomuitval Grotere verliezen aan bomen binnen steenfruit

Nadere informatie

BEMESTING WINTERTARWE (Tekst uit LCG-Brochure Granen Oogst 2009)

BEMESTING WINTERTARWE (Tekst uit LCG-Brochure Granen Oogst 2009) BEMESTING WINTERTARWE (Tekst uit LCG-Brochure Granen Oogst 2009) Let wel: de proeven aangelegd door het LCG in 2009 werden uitgevoerd conform de bemestingsnormen die van kracht waren in 2009. Deze bemestingsnormen

Nadere informatie

Fungicideproef wintertarwe Morgan Carlens Technisch onderzoeksmedewerker Pibo-Campus vzw

Fungicideproef wintertarwe Morgan Carlens Technisch onderzoeksmedewerker Pibo-Campus vzw Fungicideproef wintertarwe 2017-2018 Morgan Carlens Technisch onderzoeksmedewerker Pibo-Campus vzw Perceelsgegevens (pagina 30) Voorvrucht: Ras: Suikerbieten Anapolis 350 korrels/m² 30 oktober 2017 Onkruidbestrijding:

Nadere informatie

29.8.2006 Publicatieblad van de Europese Unie L 234/35

29.8.2006 Publicatieblad van de Europese Unie L 234/35 29.8.2006 Publicatieblad van de Europese Unie L 234/35 AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 17 augustus 2006 betreffende de preventie en de beperking van Fusarium-toxinen in granen en graanproducten (Voor

Nadere informatie

Fonds voor Landbouw en Visserij

Fonds voor Landbouw en Visserij Fonds voor Landbouw en Visserij Implementatie en optimalisatie van een aarfusarium en DON voorspellingsmodel in de Vlaamse graanteelt en graanverwerkende sector. Aanvrager Landbouwcentrum Granen, Eiwitrijke

Nadere informatie

Groenbemester als vervanging vals zaaibed

Groenbemester als vervanging vals zaaibed Groenbemester als vervanging vals zaaibed Onkruidonderdrukking door groenbemesters 24 januari 2019, Wiepie Haagsma Onkruidbeheersing in de praktijk Vruchtwisseling en gewaskeuze Hoofdgrondbewerking Teeltwijze

Nadere informatie

BODEMBREED INTERREG Resultaten veldonderzoek 2009 nateelt groenbemesters

BODEMBREED INTERREG Resultaten veldonderzoek 2009 nateelt groenbemesters BODEMBREED INTERREG Resultaten veldonderzoek 2009 nateelt groenbemesters Onderdeel: Werkgroep 3 Document: Rapport Tijdstip: september 2010 Versie: 2 Status: Definitief Opgesteld: Hooibeekhoeve, Gert Van

Nadere informatie

Screeningsonderzoek bestrijding Fusarium in Buxus sempervirens

Screeningsonderzoek bestrijding Fusarium in Buxus sempervirens Screeningsonderzoek bestrijding Fusarium in Buxus sempervirens November 2013 Cultus Agro Advies BV Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 Uitvoering 2.1 Doel van het screeningsonderzoek 2.2 Opzet screeningsonderzoek

Nadere informatie

Groenbemesters 2015-2016. Een vruchtbare investering

Groenbemesters 2015-2016. Een vruchtbare investering Groenbemesters 2015-2016 Een vruchtbare investering Beste akkerbouwer, Gezondheid, structuur en een goed bodemleven van de bodem verbeteren de opbrengst van teeltgewassen en hiermee ook uw bedrijfsresultaat.

Nadere informatie

BAM - Bemonsterings- en analysemethodes voor bodem in het kader van het mestdecreet Bodem Bepaling van snel vrijkomende organische stikstof

BAM - Bemonsterings- en analysemethodes voor bodem in het kader van het mestdecreet Bodem Bepaling van snel vrijkomende organische stikstof - Bemonsterings- en analysemethodes voor bodem in het kader van het mestdecreet Bodem Bepaling van snel vrijkomende organische stikstof VERSIE 3.0 juni 2010 Pagina 1 van 5 BAM/deel 1/12 1 PRINCIPE Het

Nadere informatie

Rasresistentie tegen Phytophthora infestans in het loof

Rasresistentie tegen Phytophthora infestans in het loof Rasresistentie tegen Phytophthora infestans in het loof - 2013 V. César (CRA-W) Samenvatting Om de aardappelziekte onder controle te houden zijn heel wat fungicidebehandelingen nodig. Het gebruik van rassen

Nadere informatie

Trichodorideaaltje: beheersbaar?

Trichodorideaaltje: beheersbaar? Vrijlevende wortelaaltjes ((Para)Trichodorus soorten) Trichodorideaaltje: beheersbaar IRS Suikerbieteninformatiedagen 5 Evert Brommer, PPO AGV Lelystad! ectoparasiet! alle stadia mobiel! zeer veel waardplanten!

Nadere informatie

Schimmels. Schimmelziektes in sportvelden en gazons

Schimmels. Schimmelziektes in sportvelden en gazons Schimmelziektes in sportvelden en gazons Brown patch Brown Patch Symptomen: Donkere ringen van afstervend gras Droogte plekken Wit verkleuring van het aangetaste gras Brown Patch Infectie: Juni tot september

Nadere informatie

9.2 Ervaringen met niet-kerende grondbewerking in aardappelen ( )

9.2 Ervaringen met niet-kerende grondbewerking in aardappelen ( ) 9.2 Ervaringen met niet-kerende grondbewerking in aardappelen (-) V. De Blauwer (PCA), D. Cauffman (PIBO-Campus), P. Vermeulen (VTI), L. Serlet (Proclam) Samenvatting Aangezien aardappelen op ruggen geteeld

Nadere informatie

Voorwoord Maiskopbrand

Voorwoord Maiskopbrand Rassenadvies mais Seizoen 2018 Voorwoord Na een gemiddeld goed groeizaam jaar wat opbrengst en kwaliteit betreft, zit het nieuwe seizoen 2018 er weer aan te komen. Na legering van afgelopen jaar is maar

Nadere informatie

Onderzoek generieke middelen van Geyser tegen Septoria apiicola

Onderzoek generieke middelen van Geyser tegen Septoria apiicola PROEFVERSLAG Onderzoek generieke middelen van Geyser tegen Septoria apiicola Proefnummer: TOLALG17SEK_FU05 Identificatie opdrachtgever: Eigen beheer Protocol identificatie opdrachtgever: INAGRO CALLENS

Nadere informatie

Organische stof, de kern van bodemkwaliteit voor de aardappel. Wageningen Potato Centre 20 september 2017 Janjo de Haan

Organische stof, de kern van bodemkwaliteit voor de aardappel. Wageningen Potato Centre 20 september 2017 Janjo de Haan Organische stof, de kern van bodemkwaliteit voor de aardappel Wageningen Potato Centre 20 september 2017 Janjo de Haan Persoonlijke introductie Janjo de Haan Onderzoeker Bodem Water Bemesting Akkerbouw

Nadere informatie

MYCOTOXINE MONITORING MAÏS OOGST 2014

MYCOTOXINE MONITORING MAÏS OOGST 2014 MYCOTOXINE MONITORING MAÏS OOGST 2014 1 VOORWOORD BEMEFA en SYNAGRA wensen de bedrijven die gegevens aangeleverd hebben te bedanken. Mede dankzij hen beschikt de sector over een databank met resultaten

Nadere informatie

Interactie Moddus en Actirob

Interactie Moddus en Actirob Interactie Moddus en Actirob Effect op zaadopbrengst Engels raaigras 2011 Expertisecentrum graszaad en graszoden Proefboerderij Rusthoeve en DLV Plant p/a Noordlangeweg 42 4486PR Colijnsplaat C Sam de

Nadere informatie

Perceelsgegevens Pagina 9

Perceelsgegevens Pagina 9 Perceelsgegevens Pagina 9 Voorteelt: Suikerbieten Ploegen: 30 oktober 2017 Zaai: 30 oktober 2017 Droge omstandigheden 350 korrels per m² Opkomst: 5 februari 2018 Perceelsgegevens Pagina 9 N-Index : 14

Nadere informatie

Herbicide. Contactwerking én lange nawerking op onkruiden. Na opkomst bestrijding van breedbladigen, straatgras en windhalm

Herbicide. Contactwerking én lange nawerking op onkruiden. Na opkomst bestrijding van breedbladigen, straatgras en windhalm Activus Super Contactwerking én lange nawerking op onkruiden Herbicide Na opkomst bestrijding van breedbladigen, straatgras en windhalm Voor gebruik in wintergranen zoals gespecificeerd in de gebruiksaanwijzing.

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU DG Dier, Plant en Voeding (DG4) DIENST GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN MESTSTOFFEN SYNGENTA CROP PROTECTION N.V. POSTBUS

Nadere informatie

Gallant 2000TM. voor een betrouwbare bestrijding van grassen.

Gallant 2000TM. voor een betrouwbare bestrijding van grassen. Gallant 2000TM voor een betrouwbare bestrijding van grassen www.dowagro.nl INHOUD 1 - DE WERKINGSWIJZE VAN GALLANT Een sterk systemisch bladherbicide 2 - TOELATING VAN GALLANT Bij bieten, uien, wortelen,

Nadere informatie

BLADZIEKTEN IN DE BIET IN EEN IPM PERSPECTIEF

BLADZIEKTEN IN DE BIET IN EEN IPM PERSPECTIEF BLADZIEKTEN IN DE BIET IN EEN IPM PERSPECTIEF Juni 2016 Barbara Manderyck & Françoise Vancutsem - KBIVB IPM= 3 basisprincipes 2 PREVENTIE of schade vermijden MONITORING = WAARNEMINGEN INTERVENTIE= BESTRIJDING

Nadere informatie

Effect van geselecteerde Bacillus stammen op bacterievlekken door Pseudomonas spp. bij de champignon

Effect van geselecteerde Bacillus stammen op bacterievlekken door Pseudomonas spp. bij de champignon Effect van geselecteerde Bacillus stammen op bacterievlekken door Pseudomonas spp. bij de champignon Met financiële ondersteuning van het Productschap Tuinbouw Contactpersoon: Jan Vink Begeleiding vanuit

Nadere informatie

Effect van bestrijding van de tarwegalmug op fusarium in wintertarwe. H.F. Huiting & H.G. Spits

Effect van bestrijding van de tarwegalmug op fusarium in wintertarwe. H.F. Huiting & H.G. Spits Effect van bestrijding van de tarwegalmug op fusarium in wintertarwe H.F. Huiting & H.G. Spits Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector AGV PPO nr. 3252047800 Maart 2008 2008 Wageningen, Praktijkonderzoek

Nadere informatie

Pestalotiopis, niet alleen een lastige naam.. Rob van den Oever, Vlamings

Pestalotiopis, niet alleen een lastige naam.. Rob van den Oever, Vlamings Pestalotiopis, niet alleen een lastige naam.. Rob van den Oever, Vlamings Programma lezing Terugblik vanaf 2012 Proef BASF en labtesten Verschil Pestalotiopsis - Phytophthora Foto s uit de praktijk Over

Nadere informatie

Rassenadvies Wintertarwe Noordwest-Nederland

Rassenadvies Wintertarwe Noordwest-Nederland Rassenadvies Wintertarwe Noordwest-Nederland 2019 groei door kennis Rassenkeuze Het juiste tarweras zaaien is de sleutel tot succes voor het waarmaken van een goede financiële opbrengst. Hieronder een

Nadere informatie

MYCOTOXINE MONITORING MAÏS OOGST 2018

MYCOTOXINE MONITORING MAÏS OOGST 2018 MYCOTOXINE MONITORING MAÏS OOGST 2018 1 VOORWOORD BFA en SYNAGRA wensen de bedrijven, die gegevens aangeleverd hebben, te bedanken. Mede dankzij hen beschikt de sector over een databank met resultaten

Nadere informatie

Ziekten, plagen en stress in de maïsteelt maïs vraagt steeds meer aandacht!!! 3 december 2014 Brigitte Kroonen & Jos Groten WUR-PPO

Ziekten, plagen en stress in de maïsteelt maïs vraagt steeds meer aandacht!!! 3 december 2014 Brigitte Kroonen & Jos Groten WUR-PPO Ziekten, plagen en stress in de maïsteelt maïs vraagt steeds meer aandacht!!! 3 december 2014 Brigitte Kroonen & Jos Groten WUR-PPO Leuk om te kijken... maar de gevolgen zijn minder leuk! Een plant met

Nadere informatie

Spirit en Mirage Plus tegen roest - Consultancy

Spirit en Mirage Plus tegen roest - Consultancy Spirit en Mirage Plus tegen roest - Consultancy Projectnummer PT: 14216.12 In opdracht van: Productschap Tuinbouw Postbus 280 2700 AG Zoetermeer Uitgevoerd door: Cultus Agro Advies Zandterweg 5 5973 RB

Nadere informatie

Bodemmonster Bodemmonster

Bodemmonster Bodemmonster Evenwicht in de volkstuin? Evenwichtige bemesting Bodemmonster Bodemmonster Belangrijk om te weten: Fosfaat laag: voldoende bemesten Kali laag: voldoende bemesten of bijsturen Magnesium laag: bijsturen

Nadere informatie

INFO 205 JULI 2009 2011. Signum, dé standaard in de teelt van kool. Signum in koolgewassen. Signum

INFO 205 JULI 2009 2011. Signum, dé standaard in de teelt van kool. Signum in koolgewassen. Signum 205 JULI 2009 2011 INFO Signum, dé standaard in de teelt van kool In Nederland kennen we verschillende koolteelten. Iedere teelt met zijn specifieke problemen. In de ene teelt is het makkelijker met gewasbeschermingsmiddelen

Nadere informatie

Zwartvruchtrot slaat toe

Zwartvruchtrot slaat toe Zwartvruchtrot slaat toe Wendy van Hemelrijck, Proefcentrum Fruitteelt vzw Matty Polfliet, Henny Balkhoven Fruitconsult Inleiding 2013 zal herinnerd worden als een apart jaar voor de fruitteelt. Het seizoen

Nadere informatie

Gevolgen van de slechte weersomstandigheden in de herfst van 1974 voor g rond en gewas

Gevolgen van de slechte weersomstandigheden in de herfst van 1974 voor g rond en gewas Gevolgen van de slechte weersomstandigheden in de herfst van voor g rond en gewas Ir. P. Boeket - Instituut voor Bodemvruchtbaarheid te Haren (Gr.) De weersomstandigheden in nazomer en herfst van waren

Nadere informatie

TOLALG14SPZ_BM07: (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt erwt.

TOLALG14SPZ_BM07: (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt erwt. TOLALG14SPZ_BM07: (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt erwt. Doel Rekening houdende met N-vrijstelling/immobilisatie uit oogstresten van de voorteelt gedeeltelijk

Nadere informatie