Goed voortgezet. Veranderende stromen in voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs in Zeeland. in opdracht van het onderwijsveld in Zeeland

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Goed voortgezet. Veranderende stromen in voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs in Zeeland. in opdracht van het onderwijsveld in Zeeland"

Transcriptie

1 Goed voortgezet Veranderende stromen in voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs in Zeeland in opdracht van het onderwijsveld in Zeeland

2 Goed voortgezet Veranderende stromen in voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs in Zeeland Deze uitgave is mede mogelijk gemaakt door de Provincie Zeeland

3 Colofon Scoop 2012 Samenstelling Dick van der Wouw Han Schellekens Esther van Sprundel Lay-out drukwerk Scoop In opdracht van het onderwijsveld in Zeeland Reactieadres: Bert Vogel: Hendrik-Jan van Arenthals: Scoop Zeeuws instituut voor sociale en culturele ontwikkeling Postbus AK Middelburg Telefoon (0118) Deze uitgave is mede mogelijk gemaakt door de Provincie Zeeland 2

4 3

5 4

6 Inhoud 0. Managementsamenvatting Inleiding Onderzoeksbehoefte Probleemstelling en probleemverkenning Onderzoeksopzet Bevolkingsontwikkeling Inleiding Ontwikkeling geboorten Ontwikkelingen in de basisgeneraties voor VO/MBO Conclusies Ontwikkelingen in het onderwijs Inleiding Voortgezet onderwijs Middelbaar beroepsonderwijs De onderwijskolom Zeeland Trends in leerlingenstromen Verwachte trends in leerlingenstromen Conclusies Arbeidsmarktontwikkelingen Inleiding Arbeidsmarktontwikkelingen in Nederland Arbeidsmarktontwikkelingen in Zeeland Krapte op de arbeidsmarkt Aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt Conclusies Samenvattende conclusies en aanbevelingen Literatuur Databronnen Bijlagen

7 0. Managementsamenvatting Het voortgezet onderwijs (VO) en middelbaar beroepsonderwijs (MBO) zullen in de komende tijd in toenemende mate geconfronteerd worden met dalende leerlingenaantallen. De afgelopen jaren is het aantal geboorten in Zeeland immers sterk afgenomen. Dat is 12 jaar later merkbaar bij de instroom in het VO en weer enkele jaren later in het MBO. In Zeeuws-Vlaanderen is de daling in het VO al ingezet, de andere regio s zullen weldra volgen. In het MBO is op basis van de bevolkingsontwikkeling alleen in de Oosterschelderegio de komende jaren nog enige groei te verwachten. Na 2018 zal in alle regio s sprake zijn van dalende leerlingenaantallen. Van de drie Zeeuwse regio s wordt in Walcheren de geringste leerlingendaling verwacht. In het VO zal de situatie stabiliseren vanaf 2028, in het MBO is enige stabilisatie pas na 2034 te verwachten. Groei van leerlingen bij de ene onderwijsinstelling betekent de komende jaren automatisch een terugval in leerlingen bij een andere onderwijsinstelling. Ook binnen scholen speelt dit probleem. Groei van een specifieke sector, afdeling, profiel gaat dan gepaard met daling in de andere. Het probleem van kleine groepen waar de onderwijsinstellingen in Zeeland nu al mee kampen - zeker voor specialistische opleidingsrichtingen - zal zich steviger manifesteren. Er zullen ook meer witte vlekken in het Zeeuwse onderwijspalet ontstaan. Er is dus alle reden om goed te kijken naar de organisatie van het VO en MBO. Op basis van het rapport De Zeeuwse uitdaging (KPMG,2011) bepleit de Onderwijs Autoriteit Zeeland verregaande samenwerking tussen VO- en MBO-scholen. Hiervoor is een masterplan noodzakelijk. De scholen hebben die handschoen opgepakt. Zij willen hun besluiten met betrekking tot de Zeeuwse samenwerking voor een belangrijk deel baseren op recente ontwikkelingen, trends en prognoses in de ontwikkeling van de bevolking, van het onderwijs en de arbeidsmarkt. In deze rapportage zijn de cijfers hiervoor bij elkaar gebracht en geanalyseerd op regionaal en provinciaal niveau. De belangrijkste uitkomsten van deze analyse zijn: - Goes en Middelburg zijn de uitgesproken centrumgemeenten voor VO in hun regio. Terneuzen is dat in mindere mate voor Zeeuws-Vlaanderen. In elke regio zijn VO-scholen die de afgelopen jaren zijn gegroeid en scholen die zijn gekrompen. Met uitzondering van het Reformatorische Calvijn College zijn alle VO-scholen regionaal georganiseerd. - Het aandeel HAVO/VWO-leerlingen op het totaal aantal leerlingen in klas drie (41%) is lager dan het landelijk gemiddelde (47%). In Zeeland is sprake van directe HAVO-isering en VWO-isering vanuit de brugklassen in de Oosterschelderegio en vooral in Walcheren. In Zeeuws-Vlaanderen is dat anders. In Zeeuws-Vlaanderen volgen opvallend veel leerlingen vanuit de brugklas de route via VMBO-t naar HAVO-4. Dit is een meer indirecte vorm van HAVO-isering. Voor het behalen van een HAVO-diploma via deze route heeft de leerling een jaar meer nodig. - In vergelijking met Nederland worden in Zeeland in HAVO en VWO veel vaker techniekprofielen gekozen. Dat lijkt te passen bij een arbeidsmarkt met een accent op industrie. De vraag is of de uitstromers van deze opleidingen ook voor de Zeeuwse arbeidsmarkt betekenis hebben of dat 6

8 dit toch vooral weglek naar opleidingen en banen elders in Nederland betekent. - De meeste VO-scholen in Zeeland hebben geen volledig gevuld sectorenpakket en geen enkele VO-school heeft een volledig gevuld gevuld profiel/afdelingen/programmapakket. Per regio verschilt de programmakeuze van VMBO-leerlingen enorm. De gymnasiumstroom van het VWO is op een aantal scholen erg klein. In de Oosterschelderegio zijn opvallend weinig gymnasiasten. De vaak kleine leerlingenaantallen per afdeling/programma tonen aan dat er, zoals KPMG in haar rapport stelt, sprake is van kleine groepen problematiek. - Bij de overgang van VMBO naar MBO is er een substantiële stroom in en stroom uit de provincie. Een op de zes Zeeuwse VMBO-leerlingen studeert verder op een MBO-school buiten Zeeland. Omgekeerd ontvangen Zeeuwse MBO-scholen een op de zes VMBO-leerlingen van buiten Zeeland. Een groot deel van de instroom gaat de opleiding sport en bewegen bij het CIOS in Goes volgen. Deze opleiding levert ook de grootste groep MBO-gediplomeerden in Zeeland. - Het aantal doorstromers van VMBO naar MBO is aan het dalen. Veel VMBO-leerlingen kiezen ook niet een MBO-opleiding die direct in het verlengde ligt van hun VMBO-opleiding. Er zijn nogal wat sectorale switchers. In de VMBO sector Landbouw is de doorstroom naar een andere sector in het MBO het grootst. - Het is moeilijk om via de beschikbare leerlinggegevens cijfermatig grip te krijgen op de inspanningen van scholen om doorlopende leer- en zorglijnen te realiseren. Het VM2- experiment kent in 2011 in Zeeland 79 leerlingen/deelnemers. - Het MBO is provinciaal en boven-provinciaal georganiseerd. De centrumgemeente voor het MBO is Goes waar alle MBO-instellingen een vestiging hebben. Techniekopleidingen zijn er niet in de Oosterschelderegio vanwege de regionale verdeling van sectoren door het ROC Zeeland en het Hoornbeeck College. In Zeeuws-Vlaanderen zijn wel alle sectoren aanwezig, met als gevolg kleine deelnemersaantallen per opleiding. - Enkele honderden MBO-deelnemers uit Zeeuws-Vlaanderen volgen een MBO-opleiding in de Oosterschelderegio of Walcheren. Het aantal Zeeuws-Vlaamse deelnemers dat een opleiding volgt in Walcheren is de afgelopen jaren gestegen. - De komende zes jaar zullen de deelnemersaantallen in het MBO in Zeeland nog stabiel blijven. Alleen in Zeeuws-Vlaanderen zullen ze dalen. De instroom in het MBO zal in heel Zeeland vanaf 2018 sterk afnemen. De arbeidsmarkt zal daarna rekening moeten gaan houden met een sterke daling in de beschikbaarheid van afgestudeerde schoolverlaters. - De arbeidsmarkt in Zeeland is jarenlang veel krapper geweest dan in Nederland. Alleen voor de sector economie is de markt voor schoolverlaters minder gunstig geweest. Zeeland heeft met het beroepsonderwijs in de achter ons liggende periode een betere aansluiting gerealiseerd met de arbeidsmarkt dan elders in het land. 7

9 - Het laatste half jaar is het aantal vacatures in Zeeland drastisch teruggelopen. De krapte op de arbeidsmarkt is in korte tijd helemaal omgeslagen naar een heel ruime arbeidsmarkt. De werkloosheid loopt ook op. - Het demografisch effect van een sterker vergrijsde beroepsbevolking en een afwijkende arbeidsparticipatie waardoor in Zeeland relatief veel mensen uit de potentiële beroepsbevolking aan het werk zijn, wordt dan overschaduwd door een negatieve economische conjunctuurbeweging. In de sectoren Techniek en Zorg en Welzijn zijn dan geen tekorten meer, maar overschotten. In de sector Economie, waar de afgelopen jaren vraag en aanbod op de arbeidsmarkt iets meer in balans waren, zijn eveneens overschotten ontstaan. - Het voorspellen van regionale economische ontwikkelingen is razend moeilijk. Het voorspellen van de vraag naar banen nog complexer. Dat geldt zeker voor de kleine groene sector. Wel is duidelijk dat bij een positieve economische ontwikkeling de veranderende opbouw van de bevolking de vraag naar banen in zorg en welzijn zal doen toenemen. De trend in de industrie dat door productiviteitsstijging en verplaatsing naar lagelonenlanden minder banen worden gevraagd zal mogelijk ook nog doorzetten. Kansen voor Zeeland worden wel gezien in de ontwikkeling van de biobased economy. De sector economie met banen voor handel en reparatie, zakelijke dienstverlening en horeca is vooral afhankelijk voor de organisatie van de regionale consumptieve markt en het toerisme. Dat gaat om veel banen maar is sterk conjunctuurgevoelig. Ontwikkelingen in de informatie- en communicatietechnologie en het gebruik van internet zorgen momenteel voor grote veranderingen in bestedingsgedrag die ook van grote invloed zijn op de regionale arbeidsmarkt. - De belangrijkste dynamiek op de banenmarkt is de vervangingsvraag. De demografische ontwikkeling laat voor Zeeland zien dat die vervangingsvraag bij een stabiele of groeiende economie de komende tijd extra hoog zal zijn. De resultaten van dit onderzoek maken duidelijk dat het onderwijs met belangrijke veranderingen te maken gaat krijgen. Dalende aantallen leerlingen en versterkte doorstroom naar hogere vormen van onderwijs vormen daarin de majeure trends. De organiseerbaarheid op de huidige schaal komt daardoor in toenemende mate onder druk te staan. Het vraagt om intensieve regionale samenwerking in het VO en afstemming op provinciaal niveau in het MBO, alsmede een verbeterde doorstroom van VO naar MBO. Er is - zoals ook in het KPMG-rapport al is aangegeven - een duidelijke noodzaak tot inhoudelijke afstemming van alle betrokken scholen en schoolbesturen. De cijfers laten duidelijk zien dat met recht gesproken kan worden van De Zeeuwse uitdaging. De belangrijke maatschappelijke betekenis van het onderwijs voor Zeeland maken het noodzakelijk dat bij realisering van het masterplan voor het VO/MBO het gesprek tussen partijen in Zeeland dus ook buiten het onderwijs - ieder in hun eigen verantwoordelijkheid - goed wordt gevoerd. Daar kan alleen gestalte aan gegeven worden als met een integrale blik wordt gekeken naar het onderwijsaanbod, de bereikbaarheid en de voorzieningen. Uit het onderhavige onderzoek naar de ontwikkelingen in de bevolking, het onderwijs en de arbeidsmarkt in Zeeland zijn niet direct aanbevelingen te destilleren voor een nieuwe bestuurlijk- 8

10 juridische verankering van het VO en MBO in Zeeland. Het belang van dit rapport ligt ook veel meer in de onderwijskundige uitwerking van de hier geschetste trends en ontwikkelingen in leerlingenstromen. Afstemming met de regionale arbeidsmarkt en samenwerking met het bedrijfsleven is essentieel voor een goede regionale inbedding van het MBO. Voor het bedrijfsleven geldt dan wel dat zij oog moeten hebben voor de noodzaak van bredere uitstroomprofielen en bereid zijn daar een aandeel in te leveren. Dit goed in de regionale arbeidsmarkt ingebedde MBO dient bovendien voorafgegaan te worden door een ook daarop afgestemd VMBO. Het organiseren van doorlopende leerlijnen van VMBO naar MBO, zonder dat leerlingen al te snel in de fuik van een te smal opleidingsprogramma terecht komen, is een belangrijke opgave voor het onderwijsveld. Voor het MBO is een scenario dat inzet op aanbieden van een compleet opleidingenpakket voor elke regio weinig realistisch. Het MBOopleidingendeel waarvoor regionaal in de samenwerking met het bedrijfsleven te weinig draagvlak is, kan daarom het best provinciaal georganiseerd worden. Voor het VO lijkt een regionale oplossingsrichting een goede en ook meer praktisch haalbare, waarbij ook invulling gegeven kan worden aan de bereikbaarheid van kwalitatief hoogwaardig onderwijs. De afnemende leerlingenaantallen waar het ook reformatorische onderwijs mee te maken krijgt, zal deze onderwijs-zuil nopen tot een niet vrijblijvende samenwerking met andere onderwijsinstellingen in Zeeland. 9

11 10

12 1. Inleiding 1.1 Onderzoeksbehoefte Het voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs in Zeeland worden geconfronteerd met ontwikkelingen (dalende aantallen leerlingen, avo-isering, keuzes van leerlingen voor specifieke opleidingen) die nopen tot samenwerking in Zeeland. De leefbaarheid, toekomstperspectieven voor jongeren en het vestigingsklimaat voor nieuwe inwoners en ondernemers zijn voor een belangrijk deel afhankelijk van de kwaliteit die de onderwijsinstellingen kunnen bieden. De organisatie van het totale onderwijsgebouw in Zeeland zal in het licht van de verwachte demografische en arbeidsmarktontwikkelingen (afnemende leerlingenaantallen, dalende beroepsbevolking) bezien moeten worden. Er zijn grote veranderingen op komst. Met de publicatie Onderwijs ons goed heeft het Platform Primair Onderwijs Zeeland de problematiek voor het basisonderwijs helder neergezet. De Onderwijs Autoriteit Zeeland ziet de noodzaak van samenwerking voor de kwaliteit en levensvatbaarheid van het Zeeuwse voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs en het belang daarvan voor Zeeuwse jongeren en de sociaal-economische ontwikkeling van Zeeland. Met een krimpende beroepsbevolking en een afnemend aantal jongeren is intensieve samenwerking binnen VMBO en MBO volgens de Onderwijs Autoriteit Zeeland urgent en noodzakelijk. Om deze reden heeft hij KPMG opdracht gegeven om een 'Masterplan VMBO-MBO' op te stellen. De Zeeuwse uitdaging De rapportage van KPMG (De Zeeuwse uitdaging) maakt duidelijk dat de kwalitatieve ondergrens binnen veel onderwijsinstellingen medio 2011 al is bereikt. Samenwerking is dringend noodzakelijk wil het VO en MBO haar ambities kunnen blijven waarmaken. Daarbij worden 6 ambities voor het Zeeuwse VO en MBO benoemd: 1. Aansluiten op vragen van de onderwijsmarkt en de regio 2. Kwalitatief hoogwaardig en up-to-date 3. Goede aansluiting (in programmalijnen en zorglijn) tussen VMBO en MBO 4. Goed bereikbaar (in termen van afstand of openbaar vervoer) 5. Betaalbaar (deugdelijke exploitatie met ruimte voor investeringen in vernieuwing) 6. Recht doen aan de levensbeschouwelijke diversiteit van Zeeland Het rapport stelt de vraag tot hoever de bestuurders samenwerking durven laten gaan. De eerste stap is hierbij essentieel: samen met alle belanghebbenden moeten bestuurders bepalen welk onderwijs er aangeboden moet worden in Zeeland en welke kwaliteit dit onderwijs moet hebben. Er worden drie scenario s geschetst: 1 lokale samenwerking 2 regionale samenwerking 3 bovenregionale samenwerking Scenario 3 draagt volgens de opstellers van het rapport het meest bij aan het realiseren van de Zeeuwse onderwijsambities: Zeeland heeft en houdt een kwalitatief hoogwaardig onderwijsaanbod dat aansluit op de vraag van de regionale arbeidsmarkt, waarbij een goede aansluiting is tussen VMBO en MBO, waarbij recht wordt gedaan aan variëteit in denominatie, dat bereikbaar en betaalbaar is. Uit: De Zeeuwse uitdaging 11

13 De handschoen opgepakt Met de notitie De handschoen opgepakt geven de onderwijsinstellingen in Zeeland 1 aan toe te willen werken naar een duurzame, niet vrijblijvende samenwerking binnen en tussen voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs. De Zeeuwse scholen voor VO en MBO kiezen er voor om het onderwijs in Zeeland te verbeteren. Als strategisch uitgangspunt kiest men voor provinciale samenwerking wanneer dit meerwaarde heeft voor de onderwijsambities. Wanneer deze meerwaarde er niet is worden zaken regionaal opgepakt. Provinciale opgaven: - Aansluiting VMBO naar MBO - Overgang VMBO-t-4 naar HAVO-4 - Shared services Regionale opgaven: - Onderwijskundige samenwerking - Onderwijskundige keuzes met betrekking tot bovenbouw HAVO en VWO Er is bij de vorming en inrichting van de te kiezen duurzame samenwerking in het VO en MBO behoefte om meer cijfermatig in te zoomen op de ontwikkelingen in de Zeeuwse regio s om zo de juiste keuzes te kunnen maken. Veranderingen in de onderwijsstructuur Vanuit de landelijke overheid wordt voor de BVE-sector (beroepsonderwijs en volwasseneneducatie) een aantal veranderingen gepland die van invloed zijn op noodzaak en mogelijkheden voor de vormen van samenwerking. Er zijn twee tijdstippen waarop belangrijke veranderingen in de BVEsector gaan plaatsvinden. In het studiejaar wordt eerst de beroepsgerichte kwalificatiestructuur voor het beroepsonderwijs ingevoerd. Dit betekent dat alle eerstejaarsstudenten met ingang van het studiejaar ingeschreven worden voor een opleiding die gebaseerd is op een kwalificatiedossier. Het tweede moment is het studiejaar In dit studiejaar worden MBO-opleidingen verkort en het onderwijs geïntensiveerd. Dit houdt in dat instellingen met ingang van het studiejaar voor de nieuwe instroom van studenten opleidingsprogramma s moeten aanbieden die passen binnen de nieuwe opleidingsduur. Daarnaast wordt van instellingen verwacht dat zij het aantal begeleide onderwijsuren inclusief begeleiding, loopbaanoriëntatie en coaching gaan verhogen. Met het verkorten van opleidingen in vindt een optimalisatie en vereenvoudiging van de kwalificatiestructuur plaats. De aanpassing van de kwalificatiedossiers moet in december 2012 gereed zijn, zodat instellingen met ingang van het studiejaar verkorte opleidingsprogramma s kunnen aanbieden, die tevens voldoen aan de herziene kwalificaties. De maatschappelijke veranderingen zowel landelijk als in Zeeland maken inzicht in de ontwikkelingen in de bevolking, leerlingenstromen en arbeidsmarkt van groot belang bij de beslissingen naar aanleiding van De handschoen opgepakt. 1.2 Probleemstelling en probleemverkenning De vraag is aan Scoop gesteld of zij middels onderzoek inzicht kan geven in ontwikkelingen in de bevolking, het onderwijs en de arbeidsmarkt in Zeeland. Het gaat dan om kennis die meer zicht biedt op de haalbaarheid van de verschillende scenario s en daarmee scherpere bouwstenen levert voor 1 Met uitzondering van de Isaac Beeckman Academie 12

14 implementatie van het masterplan. De volgende vraagstellingen worden in het onderzoek gehanteerd: 1. Wat zijn de trends in de leerlingenstromen? 2. Wat betekent dat, doorgerekend met de te verwachten leerlingenaantallen, voor de toekomst van het onderwijs? 3. Hoe is de huidige en te verwachten aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt? 4. Welke conclusies levert dit op en welke aanbevelingen zijn te formuleren voor de inrichting van de hoofdstructuur en de regionale uitwerking van het VMBO-MBO in Zeeland? Het voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs leiden voor een deel op tot startkwalificatie op de arbeidsmarkt, een deel van de leerlingen studeert verder. Het aandeel leerlingen in Zeeland dat kiest voor een HAVO/VWO-opleiding neemt toe ten koste van het VMBO. Een steeds groter deel van de Zeeuwse jongeren vertrekt na de HAVO/VWO voor verdere studie uit de provincie. Een deel van de Zeeuwse jongeren voltooit zijn opleiding met startkwalificatie in Zeeland en stroomt daarna de arbeidsmarkt op; een deel succesvol, een ander deel minder succesvol. Samenwerkende gemeenten hebben de zorg voor een breed en veelsoortig onderwijsaanbod van voldoende kwaliteit in de regio. Zij hebben een wettelijke taak in het bestrijden van onderwijsachterstanden en mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt een afgeronde beroepsgerichte leerweg te bieden. De afstemming onderwijs-arbeidsmarkt is een aloud probleem. Enerzijds is het de bedoeling dat het onderwijs opleidt voor die arbeidsmarkt, anderzijds is het onderwijs gehouden de talenten van leerlingen optimaal om te zetten naar vaardigheden die bij hen passen. De Zeeuwse arbeidsmarkt heeft een specifiek profiel en vraagt dus specifieke vaardigheden, terwijl jongeren vaker kiezen voor opleidingen die niet aansluiten bij die Zeeuwse arbeidsmarkt. Leerlingen in het VMBO komen met de beroepspraktijk in aanraking door beroepsgerichte leerwegen, gemengde leerwegen of via oriënterende programma's in de theoretische leerweg (MAVO). In het MBO is er de beroepsbegeleidende leerweg (BBL), de leerweg waarbij deelnemers ook een arbeidscontract bij een leerbedrijf hebben. Ook in de beroepsopleidende leerweg (BOL) is er via stages een directe relatie tussen het onderwijs en de beroepspraktijk. De demografische ontwikkelingen laten zien dat de beroepsbevolking de komende jaren fors zal gaan dalen. Na 2015 zal ook het voortgezet onderwijs te maken krijgen met dalende leerlingenaantallen. Die daling is echter lang niet zo groot als de daling van de beroepsbevolking. Dat betekent dat het bereiken van een goede afstemming onderwijs-arbeidsmarkt een sterkere uitdaging gaat vormen. Zeker als ook problemen aan de onderkant van de arbeidsmarkt niet goed kunnen worden opgelost. De Onderwijs Autoriteit Zeeland (OAZ) wil daarom gemeenten en ROC s aanzetten om te komen tot een duurzame samenwerking op het gebied van participatie van deze doelgroep. Ook het VO zal in moeten spelen op de ontwikkelingen om optimale leerwegen voor leerlingen te kunnen blijven aanbieden. Daarvoor is probleemverheldering nodig en zijn toekomstbeelden noodzakelijk aan de hand waarvan het onderwijsveld gezamenlijk de schouders er onder kan zetten. Binnen het voortgezet onderwijs is er een vraag naar de toekomst van het VO in Zeeland. Wat men wil en nodig heeft, is een integraal beeld over ontwikkeling van leerlingenstromen, de (afnemende) omvang van deze stromen, de trends in keuzes van leerlingen en hoe aan te kijken tegen arbeidsmarktontwikkelingen. De Onderwijs Autoriteit Zeeland is van mening dat gemeenten en ROC s er samen alles aan moeten doen om alle talenten te benutten en ook de laagopgeleide Zeeuwen zodanig op te leiden dat zij hun 13

15 rol kunnen spelen binnen de Zeeuwse samenleving en op de Zeeuwse arbeidsmarkt: investeren in het opleiden van deze doelgroepen is daarmee van belang voor de sociaal-economische ontwikkeling van Zeeland. De Provincie Zeeland wil een kwalitatief goed en gespreid, inspirerend en betaalbaar onderwijs ten behoeve van de bevolking én het bedrijfsleven. Goed onderwijs is immers een belangrijke vestigingsfactor voor inwoners, jeugd, werknemers en bedrijven (Stuwende Krachten). 1.3 Onderzoeksopzet Voor een meer uitgewerkt toekomstplan VO/MBO in Zeeland dient er een goed en door alle partijen gedragen inzicht te bestaan over de huidige situatie en de te verwachten ontwikkelingen. Scoop voert het project Zeeuwse onderwijskolom uit. Daarin worden de stromen in het Zeeuwse voortgezet onderwijs zichtbaar gemaakt, zoveel mogelijk in lijn met de volgende figuur. Figuur 1 Stromen in het Nederlandse onderwijs (in procenten van een cohort uitstromende basisonderwijsleerlingen, 2009); bron: Kerncijfers OCW In dit onderzoek worden de resultaten van een inventarisatie en analyses van trends beschreven die gebruikt kunnen worden om de slag naar de toekomst te maken. Op basis van de inventarisatie en de gesignaleerde trends worden doorberekeningen gemaakt voor de te verwachten leerlingenstromen. Daarnaast wordt gekeken naar ontwikkelingen in de Zeeuwse arbeidsmarkt en worden de daaruit voorvloeiende knelpunten benoemd. Daarmee wordt licht geworpen op de opgaves voor Zeeland en de verschillende Zeeuwse regio s. Het verbeteren van de afstemming tussen het aanbod van jongeren die de arbeidsmarkt opstromen en de vraag van Zeeuwse werkgevers dient meerdere partijen. Zeeuwse gemeenten, arbeidsmarkt en Provincie Zeeland zijn partij in deze discussie. Maar ook ouders en jongeren hebben baat bij een goede afstemming en een kwalitatief goed en bereikbaar aanbod. In het scenario-uitwerkingstraject bevat het onderzoek de basis voor een werkwijze om dit gezamenlijk belang te benoemen en het is een opmaat voor de implementatie van de oplossingsrichting hiervan. Het onderzoek draagt bij aan het scenario-uitwerkingstraject met cijfermatig onderbouwde trends. Partijen brengen zelf de uitwerkingen tot stand door een gezamenlijk proces waarmee draagvlak ontstaat en dat de maatschappelijke acceptatie ervan bevordert. De conclusies en aanbevelingen vanuit het onderzoek zullen daarop zijn gericht. 14

16 2. Bevolkingsontwikkeling 2.1. Inleiding In dit hoofdstuk worden de ontwikkelingen in de Zeeuwse bevolking behandeld. Die ontwikkelingen zijn van belang zijn voor een goed inzicht in de veranderende omvang en spreiding van leerlingen over de verschillende regio s in Zeeland. Voor het overgrote deel worden de scholen voor VO en MBO in Zeeland bevolkt door leerlingen die geboren zijn in deze provincie. De instroom in het VO kan daarom in belangrijke mate voorspeld worden op basis van het aantal geboorten 12 jaar eerder. Dit betekent dat als we kijken naar het aantal 0- en 1-jarigen in Zeeland in de afgelopen 12 jaar, we met een vrij grote mate van zekerheid de komende 12 jaar kunnen voorzien hoe de instroom in de brugklassen van het VO zich zal ontwikkelen. Uiteraard spelen ook verhuisbewegingen een rol in de ontwikkeling van de leerlingenaantallen op de scholen in Zeeland. De bevolkingsprognose van de Provincie Zeeland probeert die zo scherp mogelijk te voorspellen. Zij doet dit op basis van het Primos-prognosemodel rekening houdend met een aantal voor Zeeland specifieke ontwikkelingen die in het landelijke prognosemodel niet (voldoende) worden meegenomen. Deze provinciale prognose wordt gebruikt om de trends in de ontwikkeling van de leerlingenaantallen tot 2040 te voorspellen. Hoe verder in de toekomst, des te onzekerder deze voorspellingen worden. Bij de voorspellingen van het aantal leerlingen in het VO en MBO gaan we uit van zogenaamde basisgeneraties. Dit zijn de referentiepopulaties in de bevolking die de basis vormen voor de berekeningen van de aantallen leerlingen die scholen kunnen verwachten. Voor het basisonderwijs is de berekening van het leerlingenaantal relatief eenvoudig omdat daar de relatie tussen de bevolkingsaantallen en leerlingen vrijwel één op één is. De basisgeneratie bestaat daar uit de 4 tot en met 11 jarigen plus 30% van de 12 jarigen (Van der Wouw, 2010). Dat is anders voor het VO en zeker voor het MBO. Daar moeten nog extra rekenslagen gemaakt worden op basis van ontwikkelingen in (leeftijdsspecifieke) deelnamepercentages. In dit onderzoek wordt de basisgeneratie van het VO - volgend op de basisgeneratie van het basisonderwijs - berekend als 70% van de 12 jarigen plus de 13 tot en met 18 jarigen. Als basisgeneratie van het MBO is het aantal 17 tot en met 27 jarigen genomen. 2.2 Ontwikkeling geboorten De instroom in de brugklassen van het voortgezet onderwijs is afhankelijk van de aanvoer vanuit het basisonderwijs. De omvang daarvan wordt vrijwel geheel bepaald door het aantal geboorten in Zeeland 12 jaar eerder Figuur 2 Geboorten in Zeeland (Bron: CBS) 15

17 Het aantal geboorten is de laatste twaalf jaar drastisch afgenomen. Bestond het jongste leeftijdscohort in nog uit kinderen, in 2010 is dat met 18% gedaald tot Zeeuws-Vlaanderen Walcheren Oosterschelderegio Figuur 3 Geboorten in Zeeuwse regio's (Bron: CBS) In Zeeuws-Vlaanderen is die daling het sterkst geweest. Het aantal geboorten is daar met meer dan een kwart gedaald. Om een goed beeld te krijgen van de toekomstige instroom in het VO is gekeken naar de ontwikkelingen van het aantal 12 jarigen. De omvang van het cohort 12-jarigen is goed te voorspellen aan de hand van het aantal 0-jarigen 12 jaar eerder. Die omvang blijkt ongeveer 6% hoger te liggen. Dit betekent dat er in de afgelopen periode een vrij constante instroom aan gezinnen met jonge kinderen is geweest, een migratiestroom met een positief saldo van ongeveer 250 personen. Zeeland is aantrekkelijk geweest voor gezinnen met jonge kinderen. Dit zien we ook terug in de Zeeuwse verhuisatlas (Scoop, 2011). In de provinciale prognose 2012 (die voor wat de voorspellingen van het aantal 12-jarigen tot 2024 betreft vrijwel niet afwijkt van de PRIMOS prognose) wordt er echter van uitgegaan dat die instroom langzaam opdroogt. De plus van de instroom wordt steeds kleiner. 16

18 Figuur 4 Prognose 12-jarigen in Zeeland (Bron: CBS, Provincie Zeeland) Er blijkt de afgelopen jaren ook een vrijwel perfecte relatie te zijn tussen de omvang van het aantal leerlingen in de brugklassen van het VO en de omvang van het cohort 0+1-jarigen twaalf jaar eerder. Dit gegeven kan derhalve gebruikt worden om de voorspellingen voor de scholenpopulaties de komende jaren te verfijnen. 2.3 Ontwikkelingen in de basisgeneraties voor VO/MBO Voortgezet onderwijs De basisgeneratie voor het VO wordt berekend door 70% van de 12-jarigen te nemen en daarbij de 13- tot en met 18-jarigen op te tellen. De verwachting is dat de basisgeneratie in Zeeland in de komende 20 jaar met 18% zal dalen. Figuur 5 Basisgeneratie VO (70% 12 jarigen plus 13 tot en met 18 jarigen) Bron: provinciale prognose

19 De grootste daling van leerlingenaantallen in het VO in Zeeland zal zich voltrekken in de periode van 2014 tot Daarna zal het leerlingenaantal naar verwachting weer stabiliseren. In alle Zeeuwse regio s zal het aantal kinderen dalen. Tussen de Zeeuwse regio s zijn echter grote verschillen in de omvang en wijze waarop die daling verloopt. De daling is het grootst in Zeeuws- Vlaanderen, gevolgd door de Oosterschelderegio. De afname verloopt volgens deze prognose in de Oosterschelderegio het snelst. In Zeeuws-Vlaanderen is de afname relatief gezien het grootst. In Walcheren zal al in 2025 de afname weer ombuigen in een toename. De netto afname is in Walcheren de komende 20 jaar het geringst Zeeuws-Vlaanderen Walcheren Oosterschelderegio Figuur 6 Prognose Basisgeneratie VO Middelbaar beroepsonderwijs De jongeren in de leeftijd van 17 tot en met 27 jaar worden beschouwd als de basisgeneratie voor het MBO. Het aantal jongeren in die leeftijd zal de komende jaren eerst nog stijgen. Dat is uitsluitend het gevolg van een groeiend aantal jongeren in de Oosterschelderegio. In Zeeuws-Vlaanderen blijft het aantal jongeren nog even stabiel, in Walcheren is al een daling ingezet. In 2018 treedt daarom een scherpe omslag op in de ontwikkeling van de basisgeneratie. De scherpe daling zal in ieder geval tot 2034 doorzetten. Daarna is naar verwachting weer sprake van enige stabilisatie. Figuur 7 Basisgeneratie MBO in Zeeland 18

20 De basisgeneratie zal in Zeeuws-Vlaanderen tot 2040 met 33% afnemen, in Walcheren met 18% en in de Oosterschelderegio is de afname 13%. In de Oosterschelderegio verloopt die afname wel het snelst en is in absolute aantallen ongeveer gelijk aan die in Zeeuws-Vlaanderen. Figuur 8 Basisgeneratie MBO (17- tot en met 27-jarigen) in Zeeuwse regio's 2.4 Conclusies Het voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs zullen in de komende tijd in toenemende mate geconfronteerd worden met dalende leerlingenaantallen. In het VO is in Zeeuws-Vlaanderen de daling al ingezet, de andere regio s zullen weldra volgen. In het MBO is op basis van de bevolkingsontwikkeling alleen in de Oosterschelderegio de komende jaren nog enige groei te verwachten. Na 2018 zal in alle regio s sprake zijn van dalende leerlingenaantallen. Van de drie Zeeuwse regio s wordt in Walcheren de geringste leerlingendaling verwacht. In het voortgezet onderwijs in Zeeland zal de situatie stabiliseren vanaf 2028, in het middelbaar beroepsonderwijs is enige stabilisatie pas na 2034 te verwachten. 19

21 20

22 3. Ontwikkelingen in het onderwijs 3.1 Inleiding Dit hoofdstuk behandelt de ontwikkelingen in het onderwijs in Zeeland en de Zeeuwse regio s. We gaan voor de beschrijving uit van de laatst bekende stand van zaken met betrekking tot leerlingenaantallen (teldatum 1 oktober 2011). Dat heeft betrekking op het schooljaar 2011/2012. Het startpunt van de beschrijving van ontwikkelingen ligt voor het VO in 2004, voor het MBO in 2005 of VO-leerlingen worden toegerekend aan de laatst bekende vestigingssituatie. Er worden vooruitberekeningen gepresenteerd, gebaseerd op bevolkingsontwikkelingen vanaf 2000 en ontwikkelingen in het onderwijs vanaf 2004 voor wat het VO betreft en 2006 voor wat het MBO betreft. 3.2 Voortgezet onderwijs Na de basisschool stroomt het overgrote deel van de leerlingen door naar de brugklas van het VO. Een kleine groep begint in praktijkonderwijs en eveneens een kleine groep krijgt speciaal onderwijs. In leerjaar 1 en 2 volgen 996 leerlingen in 2011 het Leerweg Ondersteunend Onderwijs (LWOO). Dat is 11 procent van de brugklassers. Het aantal VO-leerlingen in Zeeland is de afgelopen jaren met 500 leerlingen gestegen van in 2004 tot in De geografische schaal waarop onderwijs wordt georganiseerd heeft te maken met het kunnen organiseren van goed en goed bereikbaar onderwijs. Voor het basisonderwijs is primair de woonplaats de basis waarop schoollocaties worden georganiseerd. Het basisonderwijs heeft het op dit moment moeilijk gezien de dalende leerlingenaantallen om die schaal vast te houden. In het voortgezet onderwijs is de schaal meer gemeentelijk/regionaal. De scholen voor voortgezet onderwijs in Zeeland zijn verspreid over 10 gemeenten. In de gemeenten Veere, Noord-Beveland en Borsele vinden we geen schoollocaties voor het voortgezet onderwijs. In 2011 zijn er 17 instellingen voor VO in Zeeland met in totaal 29 schoollocaties. Dit betekent gemiddeld 723 leerlingen per vestiging. Dat ligt boven het landelijk gemiddelde van 712 leerlingen per vestiging (Ministerie OCW, 2011). Het leerlingenaantal varieert per schoollocatie van enkele tientallen tot meer dan leerlingen. In 2012 zijn in Walcheren het Scheldemond College en Nehalennia bestuurlijk gefuseerd (Nu Mondia Scholengroep). De twee scholen hebben wel hun zelfstandigheid als school behouden. Als we uitgaan van het bestuurlijk niveau betekent dit dat er een groep van 5 Zeeuwse VOinstellingen is met meer dan leerlingen, een groep van 4 instellingen met tot leerlingen en een groep instellingen waaronder vier praktijkscholen met minder dan 500 leerlingen. Het Edudelta College verzorgt naast MBO ook VO voor ongeveer 350 leerlingen. 21

23 GOES KRABBENDIJ KE MIDD ELBUR G THOLE N MIDDELBUR G VLISSI NGEN TERNE MIDD ELBUR G KAPEL LE MIDDELBUR Nieuwstraat Zeldenrustlaan Abraham Beeckmanlaan Oude Vaart Weyevlietplein G GOES GOES ZIERIKZEE HULST HULST Calvijn College Chr SGM Walcheren De Spron g De Wissel Edude lta Colleg e Het Bolwe rk Isaac Beeck man Acade mie Nehalennia Ostrea VLISSI NGEN TERNE UZEN THOLE N TERNE UZEN OOST BURG Lyceum Pontes Scholengroep Praktij kscho ol Hulst Reynaert College Scheld emon d Colleg e Stedel ijke SGM De Rede Weste rpoort Zelde nrust- Steela ntcoll ege Zwin Colleg e Zoutestraat Gildenstraat Frederik Hendriklaan Jannewekken Hatfieldpark Van Dusseldorpstraat Bergweg Fruitlaan Bergweg Kruisweg Breeweg Stationsstraat Teresastraat UZEN GOES GOES Stationspark Bergweg Evertsenlaan Adriaen Coortelaan Sir Winston Churchillln Elzenlaan Zoekweg Kruitmolenlaan Kerkpolder Appelstraat Klein Frankrijk Figuur 9 VO-instellingen, schoollocaties en leerlingenaantallen

24 Goes en Middelburg zijn met afstand de gemeenten waar de meeste VO-leerlingen naar school gaan. In Zeeuws-Vlaanderen is Terneuzen de gemeente waar de meeste VO-leerlingen naar school gaan. Over het algemeen zijn de leerlingenaantallen per gemeente stabiel of licht stijgend geweest na Alleen in de gemeente Sluis is een daling van het aantal leerlingen te zien. Na de komst van de Isaac Beeckman Academie in 2010 in Kapelle is het aantal VO-leerlingen in deze gemeente in 2011 gestegen naar 160. Tabel 1 VO-Leerlingenaantallen op scholen per gemeente Goes Kapelle Reimerswaal Schouwen-Duiveland Tholen Oosterschelderegio Middelburg Vlissingen Walcheren Sluis Terneuzen Hulst Zeeuws-Vlaanderen Zeeland Oosterschelderegio In de Oosterschelderegio zijn zeven scholen voor VO. De Pontes Scholengroep heeft de meeste leerlingen en is de afgelopen jaren ook het meest gegroeid. Het Ostrea Lyceum heeft met een leerlingendaling te maken gehad, evenals het Edudelta College. Sinds 2010 is er met de Isaac Beeckman Academie een nieuwkomer in de regio Calvijn College De Wissel Edudelta College Isaac Beeckman Academie Ostrea Lyceum Pontes Scholengroep Westerpoort Figuur 10 VO-leerlingen per onderwijsinstelling Oosterschelderegio 23

25 Walcheren In Walcheren is het aantal VO-leerlingen gegroeid van in 2004 tot in Er zijn vijf VOinstellingen. Nehalennia is de sterkst groeiende school. Zij is per gefuseerd met het Scheldemond College dat in leerlingenaantal de afgelopen jaren ook iets is toegenomen. De CSW is in leerlingenaantal gedaald Calvijn College Chr SGM Walcheren Het Bolwerk Nehalennia Scheldemond College Figuur 11 VO-leerlingen per onderwijsinstelling Walcheren Zeeuws-Vlaanderen In Zeeuws-Vlaanderen zijn zes VO-scholen. Het aantal VO-leerlingen in de regio is tussen 2004 en 2011 vrijwel stabiel met leerlingen. Het Zwin College heeft met afnemende leerlingenaantallen te maken, evenals De Rede. Het Zeldenrust-Steelant College en ook het Reynaert College zijn gegroeid. 24

26 De Sprong Praktijkschool Hulst Reynaert College Stedelijke SGM De Rede Zeldenrust-Steelantcollege Zwin College Figuur 12 VO-leerlingen per onderwijsinstelling Zeeuws-Vlaanderen Schoolsoorten Wanneer we de tweejarige brugklas als aparte schoolsoort beschouwen 2, zijn er in het VO zes schoolsoorten te onderscheiden. In zes gemeenten worden deze ook allemaal aangeboden. In de gemeente Reimerswaal ontbreken HAVO/VWO en VAVO 3. In de gemeente Tholen is er alleen het brugjaar en VMBO. In de gemeente Sluis ontbreekt het praktijkonderwijs. In de gemeente Kapelle wordt momenteel alleen nog in het brugjaar les gegeven, maar daar zullen ook andere schoolsoorten ontstaan. Figuur 13 Aanbod VO schoolsoorten 2 Omdat sommige scholen gecombineerde brugklassen kennen, is het niet altijd duidelijk of een leerling onder vmbo, havo of vwo valt. Daarom gebruiken we voor de eerste twee leerjaren van deze schoolsoorten de term brugjaar. 3 VAVO-leerlingen zijn VO-leerlingen die uitbesteed zijn aan het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (VAVO). Zij staan ingeschreven aan een school voor voortgezet onderwijs, maar volgen les aan een ROC. 25

27 In elke regio is openbaar en protestants-christelijk onderwijs. Reformatorisch onderwijs is niet in Zeeuws-Vlaanderen aanwezig en rooms-katholiek onderwijs niet op Walcheren. In vijf gemeenten zijn tenminste twee verschillende denominaties aanwezig. De figuur geeft deze spreiding weer en tevens het aandeel leerlingen van elke denominatie op de scholen per gemeente. Figuur 14 Denominatieve diversiteit in het VO (aandeel leerlingen per gemeente 2011) Het Calvijn College is de reformatorische school voor voortgezet onderwijs in Zeeland. De school heeft als enige VO-school in meerdere regio s een vestiging. De hoofdvestiging in Goes, waar de meeste leerlingen hun opleiding volgen, is als enige vestiging de afgelopen jaren in leerlingenaantal gegroeid. Aangezien reformatorische huishoudens kinderrijker zijn en daardoor te maken hebben met een enigszins afwijkend demografisch toekomstbeeld, wordt hier in de prognose apart naar gekeken. Daarbij wordt uitgegaan van de specifieke bevolkingsprognoses van de gemeente waar de leerlingen van het Calvijn College wonen. Dat zijn vooral de gemeenten Reimerswaal, Tholen en Borsele. 26

28 Reimerswaal Tholen Borsele Middelburg Veere Goes Kapelle brugjaar havo praktijkonderwijs vmbo vwo Schouwen-Duiveland Terneuzen Vlissingen Figuur 15 Top 10 woongemeente van leerlingen van het Calvijn College 2010 (Bron: DUO) De volgende tabel geeft de leerlingenaantallen per schoolsoort. In vergelijking met landelijke cijfers (CBS, 2011) valt op dat Zeeland naar verhouding minder VWO-leerlingen heeft en juist meer VMBOleerlingen. In 2011 volgde 41 procent van de derdeklassers van het VO in Zeeland HAVO of VWO. Landelijk is dat in (in 2010) 47 procent. Tabel 2 Leerlingen in het VO ABS 2010 ABS 2011 % 2010 % Landelijk 2011 % 2010 Brugjaar HAVO Praktijkonderwijs VAVO VMBO VWO Totaal Per regio zijn er verschillen in de verdeling van de leerlingen over de verschillende schoolsoorten van het VO na de brugklas. In de Oosterschelderegio en Zeeuws-Vlaanderen overtreffen de aantallen HAVO-leerlingen die van het VWO. In Walcheren is dat niet zo, daar zijn juist meer VWO-leerlingen. In de grafieken is voor elke regio aangegeven hoeveel leerlingen er les krijgen per schoolsoort en gemeente. In Walcheren krijgen veruit de meeste VO-leerlingen les in Middelburg. Voor de Oosterschelderegio is dat nadrukkelijk Goes. In Zeeuws-Vlaanderen wordt in Terneuzen aan meer VO-leerlingen lesgegeven dan in de andere gemeenten, maar de dominantie is niet zo nadrukkelijk als in de andere regio s. 27

29 VLISSINGEN MIDDELBURG Brugjaar HAVO VMBO VWO Figuur 16 VO-leerlingen Walcheren 2011/ Brugjaar HAVO VMBO VWO THOLEN SCHOUWEN- DUIVELAND REIMERSWAAL KAPELLE GOES Figuur 17 VO-leerlingen Oosterschelderegio 2011/ TERNEUZEN SLUIS HULST Brugjaar HAVO VMBO VWO Figuur 18 VO-leerlingen Zeeuws-Vlaanderen 2011/

30 Praktijkonderwijs Het praktijkonderwijs biedt praktisch onderwijs, aansluitend op het basisonderwijs, aan leerlingen die niet in staat zijn om een VMBO-diploma te behalen. Het beoogt leerlingen op te leiden voor zeer eenvoudig werk. Stages zijn een essentieel onderdeel van het onderwijsprogramma. Leerlingen die het praktijkonderwijs verlaten, krijgen een getuigschrift. Ze kunnen daarmee doorstromen naar het laagste niveau in het MBO (CBS, 2011). Praktijkonderwijs wordt aangeboden op zes plekken in Zeeland. In totaal volgen in Zeeland 540 leerlingen dit onderwijs. Dit is 2,6% van het totaal aantal leerlingen in het VO. Landelijk volgt (in 2010) 2,8% van de VO-leerlingen het praktijkonderwijs (CBS, 2011). LWOO Een leerling in het voortgezet middelbaar beroepsonderwijs (VMBO) kan leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) volgen als hij extra ondersteuning nodig heeft om een diploma te halen. Als een leerling LWOO krijgt, volgt hij onderwijs in één van de vier leerwegen van het VMBO. Scholen kunnen zelf bepalen of en hoe zij lwoo aanbieden. In Zeeland bieden het Zeldenrust Steelantcollege en de Isaac Beeckman Academie geen LWOO aan. LWOO kan variëren van bijlessen en huiswerkbegeleiding tot trainingen om een leerling beter te laten studeren. Een leerling kan LWOO tijdens de lessen krijgen, maar ook buiten de lessen om of zelfs buiten de muren van de school. LWOO hoeft niet vier jaar te duren, één of twee jaar is ook mogelijk. Scholen in dezelfde regio werken soms samen om leerlingen LWOO aan te bieden. In Zeeland is er een Ortho-Pedagogisch en Didactisch Centrum (OPDC) in Middelburg en Goes, als bijzondere uitvoeringslocatie LWOO. In 2011 zijn er in Zeeland leerlingen die LWOO volgen. 29

31 Oosterschelderegio Walcheren Zeeuws-Vlaanderen Figuur 19 LWOO-leerlingen Er zijn grote verschillen tussen de Zeeuwse regio s wat de ontwikkeling van het LWOO betreft binnen het VMBO. In 2010 tekent zich een trendbreuk in de Zeeuwse regio s af, waarbij de Oosterschelderegio een contraire beweging maakt ten opzichte van de andere regio s. Na een lange periode van daling is daar nu weer sprake van een toename, terwijl zich dat in de andere regio s juist in omgekeerde richting ontwikkelt. HAVO In de bovenbouw van de HAVO kunnen leerlingen kiezen uit de volgende vier profielen: - Natuur en Techniek - Natuur en Gezondheid - Economie en Maatschappij - Cultuur en Maatschappij Leerlingen kunnen in het vrije deel van hun lesuren naast hun eigen profielvakken ook vakken volgen uit een ander profiel. Zo ontstaan combinatieprofielen. Het profiel Economie en Maatschappij is veruit het meest populair. Het profiel Cultuur en Maatschappij is in Zeeland sterk gedaald in populariteit. Het wordt nu vaker gecombineerd met Economie en Maatschappij. Het profiel Natuur en Gezondheid is ook iets gestegen in populariteit, maar dit profiel wordt steeds vaker in combinatie met Natuur en Techniek gekozen. Natuur en Techniek als apart profiel is de laatste twee jaren iets gedaald in populariteit. 30

32 HAVO HAVO HAVO HAVO HAVO HAVO HAVO HAVO Figuur 20 Leerlingenaantallen HAVO in Zeeland per profiel Cultuur en Maatschappij Economie en Maatschappij Economie en Maatschappij / Cultuur en Maatschappij Natuur en Gezondheid Natuur en Gezondheid / Economie en Maatschappij Natuur en Techniek Natuur en Techniek / Economie en Maatschappij Natuur en Techniek / Natuur en Gezondheid Economie en Maatschappij is veruit het meest populaire profiel in alle regio s van Zeeland. Per regio zijn er daarnaast behoorlijke verschillen in profielkeuze. In de Oosterschelderegio is Cultuur en Maatschappij populair, in Walcheren wordt dit vaker gecombineerd met Economie en Maatschappij. In Zeeuws-Vlaanderen zijn vooral Natuur en Gezondheid en Natuur en Techniek in trek. In Walcheren wordt Natuur en Techniek relatief vaak gecombineerd met Natuur en Gezondheid. In vergelijking met Nederland worden in Zeeland vaker profielen met Natuur en Techniek gekozen. Tabel 3 Verdeling van HAVO-leerlingen naar profiel in 2011 (percentages) HAVOprofiel Nederland (2010/11) Oosterschelde regio Walcheren Zeeuws- Vlaanderen Cultuur en Maatschappij Economie en Maatschappij Economie en Maatschappij / Cultuur en Maatschappij Natuur en Gezondheid Natuur en Gezondheid / Economie en Maatschappij Natuur en Techniek Natuur en Techniek / Economie en Maatschappij Natuur en Techniek / Natuur en Gezondheid VWO In tegenstelling tot de HAVO is bij het VWO het profiel Economie en Maatschappij in populariteit sterk gedaald. Ook de profielen Natuur en Gezondheid, Cultuur en Maatschappij en Natuur en Techniek worden de laatste jaren steeds minder vaak gekozen. In populariteit zijn gestegen de combinatieprofielen Natuur en Techniek/Natuur en Gezondheid en Economie en Maatschappij/Cultuur en Maatschappij. In het VWO kiezen leerlingen dus steeds meer voor een breder profiel. 31

33 700 Cultuur en Maatschappij Economie en Maatschappij Economie en Maatschappij / Cultuur en Maatschappij Natuur en Gezondheid 300 Natuur en Techniek Natuur en Techniek / Economie en Maatschappij Natuur en Techniek / Natuur en Gezondheid 0 VWO VWO VWO VWO VWO VWO VWO VWO Figuur 21 Leerlingenaantallen VWO in Zeeland per profiel Bij het VWO is er geen duidelijk in alle Zeeuwse regio s overheersend populair profiel. In Zeeuws- Vlaanderen wijkt de profielkeuze sterk af van die in de andere twee regio s. Bij VWO-leerlingen wordt in Walcheren het profiel Economie en Maatschappij relatief weinig gekozen. In Zeeuws-Vlaanderen is het combinatieprofiel Economie en Maatschappij/Cultuur en Maatschappij weinig populair. Natuur en Techniek is juist wel relatief populair in Zeeuws-Vlaanderen, maar dit profiel, gecombineerd met Natuur en Gezondheid, juist weer niet. In vergelijking met Nederland worden in Zeeland veel vaker profielen met Techniek en combinatieprofielen gekozen. Tabel 4 Verdeling van VWO-leerlingen naar profiel in 2011 (percentages) VWO-profiel Nederland (2010/11) Oosterschelde regio Walcheren Zeeuws- Vlaanderen Cultuur en Maatschappij Economie en Maatschappij Economie en Maatschappij / Cultuur en Maatschappij Natuur en Gezondheid Natuur en Techniek Natuur en Techniek / Natuur en Gezondheid In het VWO is een atheneumstroom en een gymnasiumstroom. Niet elke school administreert de gymnasiasten op dezelfde wijze. De beste vergelijking kan daarom plaats vinden in klas 6. Dan is duidelijk welke leerling met welk profiel ook als gymnasiast de school wil verlaten. De vergelijking kan pas goed gemaakt worden na de afschaffing van het lyceum in De grafiek geeft per regio per school het aantal gymnasiasten in klas 6. Er zijn in die jaren redelijk grote verschillen in de ontwikkeling van de aantallen gymnasiasten tussen de regio s. In Zeeuws-Vlaanderen is een dalende tendens, in Walcheren en de Oosterschelderegio zijn er het laatste jaar weer meer gymnasiasten. 32

34 Oosterschelderegio Walcheren Zeeuws- Vlaanderen Sommige scholen hebben heel kleine groepen. In de Oosterschelderegio zijn opvallend weinig gymnasiasten Chr SGM Walcheren Nehalennia Ostrea Lyceum Pontes Scholengroep Reynaert College Scheldemond College Stedelijke SGM De Rede Zeldenrust-Steelantcollege Zwin College Figuur 22 Aantallen gymnasiumleerlingen in klas 6 VMBO In het VMBO zijn twee beroepsgerichte leerwegen: de Basisberoepsgerichte (BL) en Kaderberoepsgerichte (KL). Daarnaast is er nog een Gemengde Leerweg (GL) en een Theoretische Leerweg (TL, de vroegere MAVO). De Basisberoepsgerichte Leerweg wordt steeds minder gevolgd. Ook de Gemengde Leerweg heeft te maken met afnemende leerlingenaantallen. De Kaderberoepsgerichte en Theoretische Leerwegen worden gevolgd door steeds meer leerlingen. In de Oosterschelderegio is het leerlingenaantal van de Theoretische Leerweg juist weer enigszins gedaald. In Walcheren is er na 2006 een opmerkelijk evenwichtige verdeling tussen de verschillende leerwegen. In Zeeuws-Vlaanderen ontbreekt de Gemengde Leerweg vrijwel geheel. 33

35 Figuur 23 Leerlingen VMBO per leerweg in Zeeland BL GL KL TL Oosterschelderegio BL GL KL TL Walcheren BL GL KL TL Zeeuws-Vlaanderen BL GL KL TL 34

36 In iedere Leerweg kiezen leerlingen een sector: Landbouw, Techniek, Economie of Zorg en Welzijn. Bij de beide Beroepsgerichte Leerwegen en de Gemengde Leerweg is dat zichtbaar in praktijk- en theorievakken. Bij de Theoretische Leerweg alleen in theorievakken, maar ook daar is er een sector. In Vlissingen bijvoorbeeld wordt in de MAVO (TL) nog steeds een 'sectorwerkstuk' gemaakt. Zowel de Beroepsgerichte Leerwegen als de Gemengde Leerweg hebben eigenlijk één praktijkvak, maar de Gemengde Leerweg heeft maar 4 uur per week, tegenover uur bij de andere. In Walcheren bieden zowel Nehalennia als Scheldemond de sector Landbouw aan, uitsluitend in de MAVO (TL) en uitsluitend in theorievakken (biologie, scheikunde). Vanaf 2007/2008 is het in het VMBO ook mogelijk om voor een intersectoraal programma te kiezen. VMBO-leerlingen kiezen steeds vaker voor intersectorale programma s. (CBS, 2011). Leerlingen in de theoretische leerweg kiezen wel een bepaalde sector, maar zij kiezen niet voor een specifieke afdeling of beroepsprofiel. In de statistieken worden zij daarom niet ingedeeld bij een sector Economie Intersect. programma Landbouw Techniek Zorg & Welzijn Figuur 24 Leerlingenaantallen VMBO in Zeeland per sector (excl. leerlingen in Theoretische Leerweg) In het VMBO in Zeeland dalen de leerlingenaantallen in alle sectoren. De intersectorale programma s groeien sterk. VO-scholen in Zeeland bieden binnen de sectoren niet alle VMBO-opleidingen die in Nederland mogelijk zijn. VO-scholen in Zeeland bieden ook niet altijd onderwijs in alle sectoren aan. De sector landbouw wordt in Zeeland uitsluitend verzorgd door Edudelta in Goes. De volgende tabel geeft een overzicht van de ontwikkeling van het aantal leerlingen binnen de diverse afdelingen/programma s in Zeeland. Dienstverlening & Commercie is in de afgelopen jaren erg populair geworden. De animo voor Zorg en Welzijn, vooral voor het programma Verzorging is sterk afgenomen. In de sector Techniek is Voertuigentechniek veel minder populair geworden. Het programma Transport en Logistiek trekt zelfs helemaal geen leerlingen meer. In de sector Economie is het programma Consumptief sterk in leerlingenaantal gedaald. 35

37 Tabel 5 Leerlingenaantallen VMBO in Zeeland per afdeling/programma van de beroepsgerichte leerwegen (ISP = intra sectoraal programma) (excl. VMBO-MBO2-leerlingen) Economie Administratie Consumptief Consumptief Breed -ISP Handel en Administratie -ISP Handel en Verkoop Technologie Oriëntatie Intersect. programma Dienstverlening & Commercie ICT -route Sport, Dienstverlening en Veiligheid Techniek & Dienstverlening Technologie Oriëntatie Landbouw Landbouw Breed -ISP 1 40 Landbouw en Natuurlijke Omgeving Techniek Bouwbreed -ISP Bouwtechniek Elektrotechniek Instalektro -ISP Installatietechniek Metaaltechniek Metalectro -ISP Techniek Breed -ISP Technologie Oriëntatie Transport en Logistiek Voertuigentechniek Zorg & Welzijn Technologie Oriëntatie Uiterlijke Verzorging Verzorging Zorg en Welzijn -ISP Eindtotaal Als per regio gekeken wordt naar de aantallen leerlingen per afdeling/programma op de VO-scholen in 2011, dan is te constateren dat een VO-school nooit een compleet palet aanbiedt. Soms heeft een VO-school slechts één of enkele leerlingen in een afdeling of programma. 36

38 In de Oosterschelderegio bieden het Calvijn College en de Pontes Scholengroep het breedste onderwijspalet aan. Tabel 6 Leerlingen VMBO in 2011 naar afdeling/programma van de beroepsgerichte leerwegen per sector in de Oosterschelderegio (excl. VMBO-MBO2-leerlingen) Calvijn College Edudelta College Ostrea Lyceum Pontes Scholengroep Westerpoort Oosterschelderegio Economie Consumptief Consumptief Breed -ISP Handel en Administratie -ISP Handel en Verkoop Technologie Oriëntatie Intersect. programma Dienstverlening & Commercie Techniek & Dienstverlening Technologie Oriëntatie Landbouw Landbouw en Natuurlijke Omgeving Techniek Bouwtechniek Elektrotechniek Instalektro -ISP Metaaltechniek Metalectro -ISP Technologie Oriëntatie Voertuigentechniek Zorg & Welzijn Technologie Oriëntatie Verzorging Zorg en Welzijn -ISP Eindtotaal

39 In Walcheren biedt Nehalennia het breedste palet aan onderwijsprogramma s. Het Scheldemond College heeft een relatief omvangrijk intersectoraal programma. Bij de tabel dient opgemerkt te worden dat de ICT-route bij Nehalennia in 2011 is opgeheven en geïntegreerd in het intersectorale programma Multimedia, Theater en Vormgeving (niet in de tabel verwerkt). Tabel 7 Leerlingen VMBO in 2011 naar afdeling/programma van de beroepsgerichte leerwegen per sector in Walcheren (excl. VMBO-MBO2-leerlingen) Rijlabels Calvijn College Chr SGM Walcheren Nehalennia Scheldemond College Walcheren Economie Consumptief 5 5 Consumptief Breed -ISP Handel en Administratie -ISP Handel en Verkoop Technologie Oriëntatie 6 6 Intersect. programma Dienstverlening & Commercie ICT -route 9 9 Technologie Oriëntatie Techniek Metaaltechniek 1 1 Metalectro -ISP Techniek Breed -ISP Technologie Oriëntatie 5 5 Voertuigentechniek 2 2 Zorg & Welzijn Technologie Oriëntatie 1 1 Verzorging Zorg en Welzijn -ISP Eindtotaal In Zeeuws-Vlaanderen biedt het Reynaert College het breedste palet aan onderwijsprogramma s. Het Zeldenrust-Steelantcollege heeft geen sector Techniek en biedt ook geen intersectoraal programma aan. De Rede heeft geen opleiding in de sector Zorg en Welzijn. Het Zwincollege biedt geen intersectoraal programma aan. 38

40 Tabel 8 Leerlingen VMBO in 2011 naar afdeling/programma van de beroepsgerichte leerwegen per sector in Zeeuws- Vlaanderen Rijlabels Reynaert College Stedelijke SGM De Rede Zeldenrust- Steelantcollege Zwin College Zeeuws- Vaanderen Economie Consumptief Handel en Administratie -ISP Intersect. programma Dienstverlening & Commercie 5 5 Sport, Dienstverlening en Veiligheid Techniek Bouwbreed -ISP Bouwtechniek Elektrotechniek Instalektro -ISP Metaaltechniek Voertuigentechniek Zorg & Welzijn Verzorging Zorg en Welzijn -ISP Eindtotaal De volgende grafiek laat zien hoezeer de programmakeuze per regio verschilt. Zeeuws-Vlaanderen heeft relatief veel leerlingen in het intrasectorale programma Zorg en Welzijn, Walcheren veel in Techniek Breed en de Oosterschelderegio veel in Verzorging. 39

41 Zorg en Welzijn -ISP Handel en Administratie -ISP Metaaltechniek Voertuigentechniek Consumptief Sport, Dienstverlening en Veiligheid Instalektro -ISP Bouwtechniek Verzorging Elektrotechniek Bouwbreed -ISP Dienstverlening & Commercie Landbouw en Natuurlijke Omgeving Technologie Oriëntatie Metalectro -ISP Handel en Verkoop Consumptief Breed -ISP Techniek & Dienstverlening Techniek Breed -ISP ICT -route Zeeuws-Vlaanderen Walcheren Oosterschelderegio Figuur 25 Verdeling van VMBO-leerlingen van de beroepsgerichte leerwegen naar programma in 2011 binnen regio s (percentages) Aansluiting VMBO-MBO In het rapport van KPMG De Zeeuwse uitdaging wordt gesproken over de aansluiting VMBO-MBO. Het is een thema waarover in het onderwijsveld de nodige zorg bestaat. Het gaat om onvoldoende programmatische aansluiting en doorlopende zorg- en leerlijnen. Er is een veel te rijk geschakeerd en voor leerlingen ondoorzichtig palet aan onderwijsmogelijkheden, die een voor hen helder toekomstbeeld in de weg staan. VMBO- en MBO-scholen werken aan doorlopende leerlijnen, bijvoorbeeld via Vakcolleges en VM2-constructies. Het is niet gemakkelijk om uit de gegevensbestanden van DUO en van de scholen helder te krijgen waar precies en voor hoeveel leerlingen die aansluiting in doorlopende leer- en zorglijnen wordt gerealiseerd. De VM2-constructie is gebaseerd op het experiment leergang VMBO-MBO2 dat inhoudt dat de bovenbouw van de basisberoepsgerichte leerweg in het VMBO wordt samengevoegd met een MBOopleiding op niveau 2. Hierdoor ontstaat er een geïntegreerde beroepsopleiding op de eigen school 40

42 van de VMBO-leerling. De stap om verder te leren op het MBO wordt hierdoor kleiner. De eerste leergangen zijn gestart in het schooljaar Het experiment duurt tot In 2011 gaat het om 79 leerlingen op VO-scholen in Zeeland. 3.3 Middelbaar beroepsonderwijs MBO-opleidingen in Nederland worden meestal gegeven op Regionale Opleidingencentra (ROC s). Daarnaast zijn er groene opleidingen die gegeven worden op Agrarische Opleidingscentra (AOC s). Ook zijn er zogenaamde vakscholen (officiële term: vakinstellingen) die MBO-opleidingen verzorgen voor een enkele branche. In Zeeland is daarnaast ook een locatie van het Reformatorische Hoornbeeck College, een op landelijk niveau georganiseerde MBO instelling. De schaal waarop het MBO in Zeeland wordt georganiseerd is bovenregionaal/provinciaal. Er zijn in Zeeland in 2012 vier aanbieders van MBO-opleidingen die in vier Zeeuwse gemeenten vestigingen hebben. Het ROC Westerschelde- ROC Zeeland, op 1 januari jl. ontstaan door een fusie van de twee ROC s in Zeeland, heeft vestigingen in Goes, Middelburg, Terneuzen en Vlissingen 4. In Goes zijn verder drie MBO-instellingen gevestigd die ook locaties buiten Zeeland hebben. Dit zijn Edudelta Onderwijsgroep (dit is een AOC), SVO Opleidingen (dit is een vakinstelling die opleidingen verzorgt voor de verse voedingssector) en het Reformatorische Hoornbeeck College. Voor de volledigheid is in de volgende figuur ook de Hogeschool Zeeland opgenomen die in 2011 nog 3 deelnemers had op MBO-niveau (vroegere SOSA). Figuur 26 Middelbaar beroepsonderwijs in Zeeland De MBO-instellingen groeperen hun opleidingen veelal in clusters. Maar die zijn niet altijd vergelijkbaar. Bij de opleidingsrichtingen in het MBO maakt het CBS in haar Jaarboek onderwijs in 4 De gegevens in dit onderzoek gaan over een periode waarin ROC Zeeland en ROC Westerschelde nog aparte organisaties waren. Ze worden hier derhalve ook apart behandeld. 41

43 cijfers gebruik van de International Standard Classification of Education (ISCED) van de Unesco. Deze classificatie maakt het mogelijk om onderwijsprogramma s internationaal te vergelijken. Tabel 9 Verdeling van MBO-deelnemers over opleidingsrichtingen in Nederland 2010/11 opleidingsrichting % Onderwijs 2 Vormgeving en audiovisuele productie 5 Handel, administratie en juridische ondersteuning 19 ICT 4 Techniek, industrie en bouw 21 Landbouw en dieren 4 Gezondheidszorg en welzijn 24 Persoonlijke dienstverlening, vervoer en veiligheid 19 Algemeen 2 Het is niet mogelijk gebleken voor Zeeland deze slag te maken aan de hand van de voor dit onderzoek beschikbare gegevens. Voor deze rapportage is ervoor gekozen aan te sluiten bij de indeling die wordt gehanteerd door DUO. Dit betekent dat we de opleidingen, op basis van hun crebocode 5, indelen in de sectoren Zorg en Welzijn, Landbouw, Techniek en Economie. Ook is het mogelijk om te kiezen voor een combinatie van sectoren. Het CBS (2011) meldt wel dat de deelnemers die wonen in Zeeland in 2010/11 vooral vaak een opleiding in de richting Techniek, Industrie en Bouw volgen. Daarentegen hadden ze minder belangstelling voor Handel, Administratie en Juridische ondersteuning. Naast de indeling in sectoren worden in het MBO vier niveaus onderscheiden: Niveau 1: assistentopleiding met een duur van een half tot één jaar; Niveau 2: basisberoepsopleiding met een duur van twee tot drie jaar; Niveau 3: vakopleiding met een duur van twee tot vier jaar; Niveau 4: middenkaderopleiding met een duur van drie tot vier jaar en specialistenopleiding met een duur van één tot twee jaar (na met goed gevolg een vakopleiding te hebben gevolgd). (Bron: CBS, 2011) Ruim twee vijfde van de MBO-deelnemers in Nederland volgt onderwijs op het hoogste niveau. In Zeeland is dat bijna de helft. Ook heeft Zeeland relatief meer MBO-deelnemers in niveau 3. Behalve sectoren en niveaus worden in het MBO twee leerwegen onderscheiden: de beroepsopleidende leerweg (BOL), dit is een dagopleiding met stage, en de beroepsbegeleidende 5 Er bestaat een Centraal register beroepsopleidingen (crebo). Dit is een systematische verzameling gegevens over beroepsopleidingen en bijbehorende opleidings- en exameninstellingen. Voor de administratie rond onderwijs, examens en deelnemers gebruiken de onderwijsinstellingen de crebo-codes. De crebo-codes geven inzicht in de leerwegen, soort van opleiding en het niveau van de opleiding. Daarbij moet wel vermeld worden dat crebo-codes veranderen. Meestal worden specifieke codes meer algemeen gemaakt. Zo worden de opleiding tot assistent monteur verwarmingstechniek (mbo1) en de opleiding tot montage-assistent installatietechniek (mbo1) in de nieuwste codering samengevoegd met nog enkele andere specialistische opleidingen tot de opleiding tot assistent metaal-, electro- en installatietechniek en heeft de deelnemer als uitstroomkwalificatie assistent installatie (mbo1). Door dit probleem met crebo-codes wordt het signaleren van trends op het niveau van opleidingsrichtingen bemoeilijkt. (Bron: Ministerie OCW). 42

44 leerweg (BBL), dit is een combinatie van werken en leren (de deelnemer heeft een dienstverband van minimaal 24 uur per week bij een bedrijf). In Nederland volgt een derde deel van de deelnemers de beroepsbegeleidende leerweg. Zeeland wijkt daarin niet af van Nederland. Tabel 10 Leerweg en niveau (percentages) Nederland Zeeland BOL BBL niveau Naast de bij het Ministerie van OCW geregistreerde MBO-instellingen zijn in Zeeland ook enkele instellingen die (delen van) MBO onderwijs verzorgen. Het zijn instellingen die niet als vakschool bij het Ministerie van OCW zijn geregistreerd, maar veelal in samenwerking met een ROC voor een specifiek vak onderwijs verzorgen. De deelnemers zijn dan vaak ingeschreven bij een ROC, waar zij ook het diploma behalen. Bekend in Zeeland zijn de volgende: Stichting Metaal en Elektro Opleidingen (SMEO) Bouwopleiding Zeeland B.V. (Goes) Bouwopleiding Zeeland B.V. (Terneuzen) Vakcentrum Schilderen Zuid-West Vakopleiding Infra Zeeland Regionaal Leerbedrijf VAKwerk Opleidingsbedrijf InstallatieWerk Brabant-Zeeland Goflex Young Professionals BV In dit rapport worden deze instellingen niet apart behandeld. Oosterschelderegio In de Oosterschelderegio zijn vier MBO-instellingen actief. ROC Zeeland Het ROC Zeeland biedt in Goes MBO aan in de sector Zorg en Welzijn. In 2011 zijn er in totaal bijna deelnemers. Het jaar ervoor waren dit er nog ongeveer Het ROC heeft het onderwijs verdeeld in de clusters Sport (CIOS), Zorg en Welzijn. Sport wordt uitsluitend via de beroepsopleidende leerweg aangeboden. In de clusters Zorg en Welzijn zijn ook deelnemers die de beroepsbegeleidende leerweg volgen, in de cluster welzijn relatief meer dan in de cluster Zorg. De meeste deelnemers van de beroepsopleidende leerweg volgen onderwijs op niveau 4. De meeste deelnemers in de beroepsbegeleidende leerweg zitten op niveau 3. Het ROC heeft in Goes geen deelnemers op niveau 1. 43

45 BBL - 2 BBL - 3 BBL - 4 BOL - 2 BOL - 3 BOL Cluster CIOS Goes - Breda Cluster Welzijn Cluster Zorg Figuur 27 MBO-deelnemers ROC Zeeland locatie Goes naar cluster en niveau De belangrijkste woonregio s van de deelnemers zijn Walcheren, Oosterschelderegio en deelnemers uit overig Nederland. Een relatief klein maar stabiel aantal deelnemers komt uit Zeeuws-Vlaanderen. In 2009 is er een opmerkelijke stijging van het aantal deelnemers uit Walcheren dat naar Goes gaat. De opleiding Medewerker Maatschappelijke Zorg heeft in dat jaar ongeveer 250 deelnemers meer dan het jaar ervoor. 44

46 België Duitsland Onbekend Oosterschelderegio Overig Buitenland Overig Nederland Walcheren Zeeuws-Vlaanderen Figuur 28 Woonregio deelnemers ROC Zeeland locatie Goes Het is vooral het aantal deelnemers in de beroepsbegeleidende leerweg dat in 2009 is gestegen. Vanaf 2007 is het aantal deelnemers in de beroepsopleidende leerweg dalend BBL BOL Figuur 29 MBO-deelnemers ROC Zeeland locatie Goes per leerweg Hoornbeeck College Het Hoornbeeck College in Goes is een reformatorisch opleidingencentrum voor MBO. Het verzorgt onderwijs in de sectoren Economie en Zorg en Welzijn. De deelnemers zijn vooral uit de 45

47 Oosterschelderegio afkomstig. Ook uit Walcheren en in mindere mate Zeeuws-Vlaanderen komen er deelnemers naar Goes. De woonplaatsen waar de meeste deelnemers vandaan komen zijn vrijwel allemaal woonplaatsen waar ook relatief veel gezinnen wonen met een reformatorisch levensovertuiging. 'S-GRAVENPOLDER YERSEKE KRABBENDIJKE GOES KRUININGEN MIDDELBURG ARNEMUIDEN THOLEN KAPELLE MELISKERKE AAGTEKERKE STAVENISSE SINT-ANNALAND SCHERPENISSE BORSSELE WAARDE NIEUWERKERK ZAAMSLAG TERNEUZEN OOSTDIJK OOSTERLAND Figuur 30 Woonplaatsen van deelnemers Hoornbeeck College in 2011 (met meer dan 10 deelnemers) Het aantal deelnemers is de afgelopen jaren behoorlijk gestegen tot 654 in De stijging is de afgelopen periode vrijwel gelijk verdeeld over de sectoren Economie en Zorg en Welzijn. De groei in de sector Economie stagneerde in In de sector Zorg en Welzijn is 95% van de deelnemers vrouw, en ook in de sector Economie vormen zij met 60% de meerderheid. 46

48 ECONOMIE ZORG EN WELZIJN Figuur 31 MBO-deelnemers Hoornbeeck College per sector De stijging van de afgelopen jaren is uitsluitend te danken aan het toenemende aantal deelnemers op niveau 4. Dat aantal is in drie jaar bijna verdrievoudigd. Het aantal deelnemers op niveau 2 en 3 is de laatste jaren gedaald. Negen van de tien deelnemers volgt voltijds de beroepsopleidende leerweg, de anderen volgen in deeltijd de beroepsbegeleidende leerweg. In de sector Zorg en Welzijn hebben de opleidingen tot verzorgende-ig en verpleegkundige-ig meer deelnemers gekregen. De opleidingen tot sociaal pedagogisch werker op niveau 3 en 4 zagen hun deelnemersaantallen dalen. Alle deelnemers in het meest recente leerjaar zijn jonger dan 26 jaar. Het aantal deelnemers dat een opleiding in de sector Economie volgt is sinds 2006 bijna verdubbeld. In het studiejaar 2011/12 is het deelnemersaantal weer iets gedaald. De groei zat vooral in de opleiding tot (junior) accountmanager. 47

49 / / / / / /2012 Figuur 32 Deelnemers Hoornbeeck College naar niveau Edudelta (Agrarische sector) Bij de opleidingen van Edudelta in Goes volgen ruim 500 deelnemers een studie voor de bedrijfstak voedsel en leefomgeving. De deelnemers komen voor 40% uit de Oosterschelderegio. Iets minder dan een vijfde deel van de deelnemers van Edudelta in Goes komt van buiten de provincie. 48

50 België Onbekend Oosterschelderegio Overig Nederland Walcheren Zeeuws-Vlaanderen Figuur 33 Woonregio MBO-deelnemers Edudelta Twee derde van de deelnemers volgt het voltijdsonderwijs programma van de beroepsopleidende leerweg. Een enkeling doet het in deeltijd BBL BOLDT BOLVT Figuur 34 MBO-deelnemers Edudelta in 2011 naar niveau en leerweg De grootste groep volgt onderwijs op niveau 4. De deelnemers in de beroepsbegeleidende leerweg volgen onderwijs op vooral de niveaus 1, 2 en 3. De laatste jaren is het aantal BBL-deelnemers op niveau 3 en 4 gedaald, terwijl in 2011 de aantallen BBL-deelnemers op niveau 1 en 2 zijn gestegen. 49

51 BBL BOLDT BOLVT Figuur 35 MBO-deelnemers Edudelta naar leerwegen Het aantal deelnemers dat de BBL volgt lijkt zich de laatste jaren complementair te ontwikkelen aan het aantal BOL-deelnemers. Edudelta heeft in 2011 deelnemers in ongeveer 35 opleidingen. De meest gevolgde opleidingen zijn vormgever leefomgeving, medewerker natuur en leefomgeving en dierenhouder. De opleiding tot dierenhouder is de afgelopen jaren na een aanvankelijke stijging sterk in aantal gedaald Figuur 36 MBO-deelnemers Edudelta die opleiding dierenhouder (manager dierenverzorging) volgen SVO Opleidingen De enige zelfstandige vakschool (officiële term: vakinstelling) met een vestiging in Zeeland is SVO Opleidingen. Deze verzorgt opleidingen voor de verse voedingssector. Alle deelnemers hebben er een contract bij een leerbedrijf en volgen dus de beroepsbegeleidende leerweg. In 2011 waren er 159 deelnemers met een contract bij een leerbedrijf in Zeeland. In 2011 zijn dit er 61 op niveau 1 en daarmee is dat meteen de grootste groep op deze school. Het aantal deelnemers met een opleiding op niveau 2 is de laatste jaren iets aan het teruglopen, het aantal deelnemers op niveau 3 stijgt sinds 50

52 2009. Slechts enkele deelnemers volgen de opleiding ondernemer versdetailhandel (niveau 4). Een derde deel van de deelnemers is ouder dan 27 jaar. Bij de deelnemers op niveau 1 is bijna de helft ouder dan 27 jaar. Winkelslager (3) Visspecialist (3) Verkoopmedewerker versspeciaalzaak (2) Verkoopmedewerker vers supermarkt (2) Vakbekwaammedewerker versdetailhandel (3) Slager-traiteur (3) Productiemedewerker versdetailhandel (2) Ondernemer versdetailhandel (4) Medewerker versdetailhandel (2) Chef versdetailhandel (3) Assistent voeding / voedingsindustrie (1) Figuur 37 Deelnemers SVO Opleidingen in Goes in Walcheren In Walcheren wordt door het ROC Zeeland middelbaar beroepsonderwijs aangeboden in Middelburg en Vlissingen. Het betreft de sectoren Economie en de combinatie van sectoren in Middelburg. In Vlissingen wordt vooral in de sector Techniek onderwijs aangeboden en een deel van de sector Economie (ICT en Electro). De combinatie van sectoren is na 2007 in Vlissingen gestopt. In 2011 gaan in Vlissingen deelnemers naar school, in Middelburg iets minder dan Het aantal MBOdeelnemers is in 2011 ongeveer gelijk aan dat in 2005, in de tussenliggende jaren schommelde het deelnemersaantal daar iets onder. De grootste groep deelnemers woont in Walcheren. Het aantal deelnemers uit Zeeuws-Vlaanderen is de afgelopen jaren sterk gegroeid. 51

53 België Onbekend Oosterschelderegio Overig Buitenland Overig Nederland Walcheren Zeeuws-Vlaanderen Figuur 38 Woonregio MBO-deelnemers ROC Zeeland die opleiding volgen in Middelburg of Vlissingen In de sector Economie kiezen veruit de meeste deelnemers voor de beroepsopleidende leerweg. In de sector Techniek is dat meer in evenwicht BBL BOL COMBINATIE VAN SECTOREN ECONOMIE TECHNIEK Figuur 39 Deelnemers MBO Walcheren ROC Zeeland in 2011 naar sector en leerweg Zowel in de sector Economie als in de sector Techniek wordt vooral op niveau 4 onderwijs gegeven en vrijwel niet op niveau 1. In de Combinatie van Sectoren wordt (sinds 2008) uitsluitend onderwijs op niveau 1 gegeven. 52

54 COMBINATIE VAN SECTOREN ECONOMIE TECHNIEK Figuur 40 Deelnemers MBO in 2011 in Walcheren ROC Zeeland naar sector en niveau De deelnemersaantallen in de Combinatie van Sectoren zijn in 2011 ten opzichte van 2006 bijna gehalveerd. Sinds 2009 is het aantal stabiel net boven de honderd deelnemers. De sector Economie is na 2005 met ruim 200 deelnemers gekrompen, maar is sindsdien weer ongeveer met hetzelfde aantal gegroeid. In de sector Techniek zien we meer een omgekeerde beweging. In 2008 was er een duidelijke piek van deelnemers en in 2011 zijn er deelnemers in de sector Techniek COMBINATIE VAN SECTOREN ECONOMIE TECHNIEK Figuur 41 MBO-deelnemers ROC Zeeland per sector in Walcheren In de ontwikkeling van de deelnemersaantallen per leerweg in Walcheren is duidelijk te zien dat 2008 een jaar van kentering is. Voor die tijd zat de beroepsbegeleidende leerweg in de lift en liep het aantal deelnemers in de Beroeps Opleidende leerweg terug. Na 2008 keert dat om, zij het dat in 2011 de aantallen BBL-deelnemers weer iets zijn toegenomen. 53

55 BBL BOL Figuur 42 MBO-deelnemers ROC Zeeland in Walcheren per leerweg In de beroepsopleidende leerweg heeft niveau 4 met afstand de meeste deelnemers. De trend is de afgelopen jaren wel dalende geweest. In 2011 is er weer een stijging. Het aantal deelnemers op niveau 3 is sterk gestegen. De niveaus 1 en 2 vertonen een licht dalende tendens BOL - 1 BOL - 2 BOL - 3 BOL Figuur 43 MBO-deelnemers ROC Zeeland BOL in Walcheren per niveau In de beroepsbegeleidende leerweg is vooral bij de niveaus 2 en 3 de meeste fluctuatie geweest in de afgelopen jaren. Deze hield groei in tot 2008, daarna daling en het laatste jaar is weer een stijging te zien. 54

56 BBL - 1 BBL - 2 BBL - 3 BBL Figuur 44 MBO-deelnemers ROC Zeeland BBL in Walcheren per niveau De grote fluctuatie in de beroepsbegeleidende leerweg is vooral in de bedrijfstakken metaal, electroen installatietechniek. In de bouwopleiding is de trend vooral dalend geweest, terwijl transport en logistiek in de lift zat Bouw en grond-, weg- en waterbouw Metaal, elektro- en installatietechniek Motorvoertuigen- en tweewielertechniek en autohandel Proces-, milieu-, laboratoriumtechniek en fotonica Transport en logistiek Figuur 45 MBO-deelnemers ROC Zeeland in de BBL in Walcheren sector Techniek per bedrijfstak In de sector Economie van de beroepsbegeleidende leerweg is vooral de daling in de bedrijfstak horeca, toerisme en voeding goed zichtbaar. 55

57 Detailhandel, groothandel en internationale handel, mode en textiel Economisch-administratieve beroepen, sociaal-juridische dienstverlening en beveiliging Horeca, toerisme en voeding Figuur 46 MBO-deelnemers ROC Zeeland in de BBL in Walcheren sector Economie per bedrijfstak Zeeuws-Vlaanderen In Zeeuws-Vlaanderen wordt door het ROC Westerschelde middelbaar beroepsonderwijs aangeboden in Terneuzen. In 2011 waren er deelnemers. Dat is een daling van 17% ten opzichte van 2008 en ongeveer evenveel als in Tachtig procent van de deelnemers is jonger dan 28 jaar. De deelnemers zijn voor 90% afkomstig uit Zeeuws-Vlaanderen. Het aantal deelnemers uit Walcheren is de laatste jaren gestegen tot 117 in Techniek, de grootste sector is de laatste jaren gekrompen, maar ook bij Economie is er een aanzienlijke daling. Er zijn vooral minder deelnemers die de beroepsbegeleidende leerweg volgen. Dat betekent dat er bij bedrijven minder leerwerkplekken ingevuld zijn. Hier ligt een verband met de economische crisis voor de hand. In de sector Zorg en Welzijn is sinds 2005 voornamelijk een toename van deelnemers te zien en de sector benadert in 2011 qua omvang de sector Techniek. In de Techniek volgen de meeste deelnemers de beroepsbegeleidende leerweg (BBL), in de sector Zorg en Welzijn is dat vooral de beroepsopleidende leerweg. 56

58 BBL BOLDT BOLVT COMBINATIE VAN SECTOREN ECONOMIE TECHNIEK ZORG EN WELZIJN Figuur 47 Deelnemers MBO Zeeuws-Vlaanderen ROC Westerschelde in 2011 naar sector en leerweg In de Technische sector worden voornamelijk mannen opgeleid, terwijl dat in Zorg en Welzijn vooral vrouwen zijn. In de sector Economie is de geslachtsverdeling evenwichtiger. In de sector Zorg en Welzijn volgen relatief veel deelnemers onderwijs op niveau 3, terwijl het zwaartepunt in de sectoren Economie en Techniek op niveau 4 ligt COMBINATIE VAN SECTOREN ECONOMIE TECHNIEK ZORG EN WELZIJN Figuur 48 Deelnemers MBO Zeeuws-Vlaanderen ROC Westerschelde in 2011 naar sector en niveau De combinatiesector is klein en de deelnemersaantallen fluctueren door de jaren heen van minder dan 50 tot meer dan 200. Opmerkelijk is dat de deelnemers in de jaren in deze combinatiesector voor een overgrote meerderheid MBO-niveau 2 volgen en woonachtig zijn in Nederland, maar buiten Zeeland. Het laatste jaar is de Combinatiesector weer enigszins in deelnemersaantal toegenomen, maar nu zijn het deelnemers uit Zeeuws-Vlaanderen die MBO op niveau 1 volgen. 57

59 COMBINATIE VAN SECTOREN ECONOMIE TECHNIEK ZORG EN WELZIJN Figuur 49 MBO-deelnemers per sector in Zeeuws-Vlaanderen ROC Westerschelde De grote veranderingen in deelnemersaantallen komen vooral voor in de beroepsbegeleidende leerweg. De groei vanaf 2006 tot 2008 en de daling van 500 deelnemers sinds 2008 is vrijwel geheel toe te schrijven aan mensen die met een arbeidscontract in deeltijd een MBO-opleiding volgen BBL BOLDT BOLVT Figuur 50 MBO-deelnemers per leerweg in Zeeuws-Vlaanderen ROC Westerschelde De afname bij de BBL na 2008 is uitsluitend op de niveaus 1, 2 en 3. Het deelnemersaantal op niveau 4 is sinds 2006 bijna verdubbeld. De deelnemersaantallen op niveau 1 waren al laag in vergelijking met de andere niveaus, maar het aantal is in 2011 gedaald tot 16 deelnemers. Die deelnemers volgen allen onderwijs in de sector Techniek. 58

60 BBL - 1 BBL - 2 BBL - 3 BBL Figuur 51 MBO-deelnemers BBL naar niveau in Zeeuws-Vlaanderen ROC Westerschelde In de voltijdsopleiding van de beroepsopleidende leerweg zijn de deelnemersaantallen op niveau 1 stabiel gebleven de afgelopen jaren. Hier zijn het juist de hoogste niveaus waar de deelnemersaantallen afnemen. Bij niveau 3 is tussen 2006 en 2009 meer dan een verdubbeling van het aantal deelnemers te zien geweest BOLVT - 1 BOLVT - 2 BOLVT - 3 BOLVT Figuur 52 MBO-deelnemers BOL voltijds naar niveau in Zeeuws-Vlaanderen ROC Westerschelde 59

61 BOLDT - 1 BOLDT - 2 BOLDT - 3 BOLDT Figuur 53 MBO-deelnemers Zeeuws-Vlaanderen ROC Westerschelde BOL deeltijd naar niveau De sterke afname van de BBL-deelnemers in de sector Techniek sinds 2008 is voor een belangrijk deel toe te schrijven aan de opleiding (proces)operator B. De recente afname in de bedrijfstak beschermings- en afwerkingstechniek, reclame- en presentatietechnieken zit bij de opleiding tot (medewerker) schilder. De recente stijging in de metaal-, elektro- en installatietechniek zit bij de opleiding tot metaalbewerker Beschermings- en afwerkingstechnieken, reclameen presentatietechnieken Bouw en grond-, weg- en waterbouw Hout en interieur Metaal, elektro- en installatietechniek Motorvoertuigen- en tweewielertechniek en autohandel Proces-, milieu-, laboratoriumtechniek en fotonica Figuur 54 MBO-deelnemers in de BBL leerweg sector Techniek in Zeeuws-Vlaanderen ROC Westerschelde In de sector Zorg en Welzijn is de grootste opleiding die tot pedagogisch werker kinderopvang gevolgd door de opleidingen tot verzorgende en verpleegkundige. Het aantal deelnemers pedagogisch werker is in de periode 2006 tot en met 2010 toegenomen. Die toename is wellicht voor een belangrijk deel toe te schrijven aan gastouders en kinderopvanginstanties die voorheen niet gecertificeerd hoefden te worden en nu wel. De leeftijdsverdeling van de deelnemers is echter niet wezenlijk veranderd sinds In 2011 is het aantal deelnemers pedagogische werker weer 60

62 gedaald. Het aantal deelnemers dat de opleiding verplegende volgt, is sinds 2007 afgenomen. Het aantal deelnemers dat de opleiding verzorgende volgt laat ook een dalende tendens zien tussen 2007 en Het laatste jaar is het aantal deelnemers weer gestegen. Gezien de ontgroening en vergrijzing in deze regio en de aankomende overschotten en tekorten in de voorzieningen in Zeeuws- Vlaanderen (HC en Scoop, 2011) is het algemene beeld van stijging in de kinderopvang en daling of stabilisatie in verzorging en verpleging op zijn minst opmerkelijk Figuur 55 MBO-deelnemers kinderopvang in Zeeuws-Vlaanderen ROC Westerschelde (sociaal pedagogisch werker 3, pedagogisch werker kinderopvang) 3.4 De onderwijskolom Zeeland Onderwijs in Zeeland wordt gegeven in basisscholen, scholen voor voortgezet onderwijs, MBO-scholen, een HBO-instelling en een instelling voor wetenschappelijk onderwijs (bacheloropleiding). Deze scholen vormen samen de onderwijskolom in Zeeland. Leerlingen/deelnemers/studenten doorlopen (delen) van deze onderwijskolom in hun schoolloopbaan. De tabel hieronder geeft leerlingenaantallen van de onderdelen van het VO. PRO brugjaar zijn praktijkonderwijsleerlingen in de verblijfsjaren 1 en 2 (in het praktijkonderwijs worden verblijfsjaren in plaats van leerjaren onderscheiden). VAVO zijn hier de VO-leerlingen die zijn uitbesteed aan het Voortgezet Algemeen Volwassenenonderwijs (dit zijn dus niet alle VAVO-leerlingen). Tabel 11 Aantal leerlingen van scholen voor voortgezet onderwijs in Zeeland per schoolsoort op 1 oktober PRO brugjaar Brugjaar PRO VMBO HAVO VWO VAVO

63 Onderdeel van de onderwijskolom zijn ook doorstroomgegevens. De voor dit onderzoek belangrijkste stromen zijn in het volgende schema aangegeven 6. Het gaat hier om de doorstroom vanuit Zeeuwse scholen. Een belangrijk deel van de stromen naar HBO en WO bestaat uit jongeren die buiten Zeeland gaan studeren. De aantallen van de doorstroom vanuit de brugklas en de horizontale doorstroom zijn gegevens over De andere gegevens betreffen de overgang In vergelijking met Nederland als geheel vertonen de verhoudingen tussen de diverse stromen geen opmerkelijke verschillen. Figuur 56 Belangrijkste stromen in het Zeeuwse onderwijs. Bron: DUO, Inspectie van het onderwijs Basisonderwijs naar brugklas VO De verandering in het aantal leerlingen in de eerste klas van het VO is een goede graadmeter voor de doorstroom vanuit het basisonderwijs naar het VO. In 2011 zijn er bijna leerlingen in het eerste leerjaar van het VO in Zeeland. Daarvan volgen ruim 100 leerlingen het praktijkonderwijs. Exclusief zittenblijvers is de doorstroom van basisonderwijs naar VO rond de leerlingen. In 2004 waren er nog ruim VO-leerlingen in het eerste leerjaar van het VO, waaronder eveneens 100 leerlingen die praktijkonderwijs volgden. In alle regio s is de omvang van het aantal leerlingen in de eerste klas van het VO gedaald. In elke regio zijn er scholen die in 2011 meer leerlingen hebben dan zes jaar eerder en scholen die het aantal eersteklassers zagen dalen. 6 Een gedetailleerder overzicht van het onderwijs in Nederland geeft bijlage 1. 62

64 Oosterschelderegio Walcheren Zeeuws-Vlaanderen De Sprong Praktijkschool Hulst Reynaert College Stedelijke SGM De Rede Zeldenrust-Steelantcollege Zwin College Calvijn College Chr SGM Walcheren Het Bolwerk Nehalennia Scheldemond College Calvijn College De Wissel Edudelta College Isaac Beeckman Academie Ostrea Lyceum Pontes Scholengroep Westerpoort Figuur 57 Leerlingen in leerjaar 1 van het VO VMBO t-4 naar HAVO-4 Leerlingen met een diploma VMBO-t kunnen, als zij aan bepaalde voorwaarden voldoen, naar de HAVO doorstromen. Scholen hanteren daarvoor verschillende toelatingseisen. Binnen het onderwijsveld is men bezig om eenduidigheid te brengen in die aansluiting en zij werken aan het creëren van doorlopende leerlijnen. Bijvoorbeeld door middel van loopbaanoriëntatie en begeleiding (LOB) van leerlingen. Op 1 oktober 2010 zijn de leerlingen van HAVO-4 voor het overgrote deel afkomstig van HAVO-3. In Walcheren maken zij twee derde van de HAVO-4 leerlingen uit, in de andere regio s ligt dat aandeel beduidend lager. In de Oosterschelderegio komt het relatief vaak voor dat leerlingen van VWO-3 naar HAVO-4 overstappen. Zij maken daar ruim 10% uit van de HAVO-4 leerlingen. In Zeeuws- Vlaanderen zit een stijgende lijn in het aandeel leerlingen in HAVO-4 dat is overgestapt van VMBOt-4. Zij maken daar in 2010 ruim een kwart uit van de HAVO-4 leerlingen. Dat is dubbel zoveel dan in de 63

65 rest van Zeeland. In 2005 ging het nog om 43 leerlingen, in 2010 waren het er 93. Er zijn daarmee grote regionale verschillen in samenstelling van de leerlingenstromen naar HAVO-4. Zeeuws- Vlaanderen laat daarmee een meer indirecte vorm van HAVO-isering zien. Voor het behalen van een HAVO-diploma via deze route heeft de leerling een jaar meer nodig. Zeeuws-Vlaanderen Walcheren Oosterschelderegio 4 VWO 3 VWO 4 HAVO 3 HAVO 4 VMBO(T) 4 VMBO(G) Figuur 58 Herkomst van HAVO-4 leerlingen in 2010 (exclusief leerlingen die afkomstig zijn van andere scholen) Bron: onderwijsinspectie Tussen de scholen binnen Zeeuws-Vlaanderen zijn eveneens grote verschillen in de herkomst van de HAVO-4 leerlingen. Bij de Rede zijn relatief veel leerlingen die klas vier nog een keer overdoen en er zijn ook relatief veel leerlingen die de overstap hebben gemaakt vanuit VMBOt-4. De reguliere doorstroom van 3 naar 4 HAVO is veel geringer dan bij de andere scholen in Zeeuws-Vlaanderen. Het Reynaert College heeft relatief de grootste stroom VMBO-t leerlingen die de overstap maakt naar HAVO-4. 64

66 nehalennia scheldemond csw pontes ostrea calvijn reynaert 4 VWO 3 VWO 4 HAVO 3 HAVO 4 VMBO(T) de rede zeld-steelant zwin 0% 20% 40% 60% 80% Figuur 59 Herkomst van HAVO-4 leerlingen in 2010 op scholen in Zeeland (exclusief leerlingen die afkomstig zijn van andere scholen) Bron: onderwijsinspectie HAVO/VWO-stroom naar MBO VWO-leerlingen die doorstromen naar het MBO zijn er in Zeeland nauwelijks. In 2011 zijn die op de vingers van één hand te tellen. In 2011 stroomde vanuit Zeeuwse scholen 155 leerlingen door naar het MBO (in Zeeland en buiten Zeeland). In datzelfde jaar ontvingen MBO-scholen in Zeeland 188 HAVO-leerlingen. Daarvan kwamen 43 leerlingen van buiten Zeeland. Dat is 23% van de HAVOinstroom in het MBO. Zij kiezen in meerderheid voor de opleiding tot sport en beweging. Tachtig procent van de HAVO-instroom in het MBO doet dat zonder HAVO-diploma. De meesten doen dat vanuit leerjaar 4. De stroom van HAVO-4 naar MBO is de laatste jaren groter geworden. De HAVO-instroom naar het MBO is vrijwel altijd de beroepsopleidende leerweg op niveau 4. Het dominante doorstroom HAVO-profiel is in toenemende mate Economie en Maatschappij, gevolgd door Natuur en Gezondheid. In 2006 was Cultuur en Maatschappij nog het meest voorkomende HAVO naar MBO doorstroomprofiel. Er zijn 153 HAVO-leerlingen van Zeeuwse VO scholen die in 2011 er voor kiezen om hun opleiding op het MBO voort te zetten. Dat is in de meeste gevallen binnen Zeeland. Leerlingen uit Zeeuws- Vlaanderen verlaten daarbij in meerderheid hun regio. Vanuit de Oosterschelderegio gaan relatief veel HAVO-leerlingen naar Walcheren om daar aan hun MBO-opleiding te beginnen. 65

67 Zeeuws-Vlaanderen Walcheren Overig Nederland Zeeuws-Vlaanderen Walcheren Oosterschelderegio Oosterschelderegio Figuur 60 HAVO-leerlingen die een MBO-opleiding in Zeeland gaan volgen in 2011 De trend in de doorstroom van HAVO-leerlingen van buiten Zeeland naar Zeeuwse MBO-scholen is stijgend. De trend in de doorstroom van Zeeuwse HAVO-leerlingen is dalend sinds Daarvóór is een behoorlijke stijging te zien geweest in het aantal HAVO-leerlingen zonder diploma dat ervoor kiest hun schoolloopbaan op het MBO voort te zetten. MBO-scholen in Zeeland krijgen het meest HAVO-leerlingen binnen die kiezen voor een opleiding in de sector Zorg en Welzijn. Het aantal HAVO-leerlingen dat kiest voor een opleiding in de sector Techniek fluctueert sterk, terwijl het aantal HAVO-leerlingen dat kiest voor een Economische of Landbouw studie in het Zeeuwse MBO toeneemt COMBINATIE VAN SECTOREN ECONOMIE 60 LANDBOUW TECHNIEK ZORG EN WELZIJN Figuur 61 HAVO-stroom naar MBO in Zeeland 66

68 Edudelta Hoornbeeck College ROC Zeeland SVO ROC Zeeland ROC Westerschelde Het reformatorische Hoornbeeck College biedt in Zeeland geen onderwijs aan in de sector Techniek. De HAVO/VWO-leerlingen van het reformatorische Calvijn College die op een MBO een opleiding in de sector Techniek gaan volgen, doen dat in meerderheid bij het ROC Zeeland in Walcheren. Het gaat wel om kleine aantallen: vanaf 2005 in totaal 29 van de 48 leerlingen. VMBO-stroom naar MBO Van de VMBO-leerlingen op scholen in Zeeland die in 2011 zijn doorgestroomd naar het MBO volgt 16% een opleiding buiten Zeeland. In 2011 zijn er bijna VMBO-leerlingen die in Zeeland naar het MBO gaan. Daarvan komt 17% niet van een Zeeuwse VMBO-opleiding. De meeste VMBOleerlingen die van buiten Zeeland komen, gaan in de Oosterschelderegio naar het ROC Zeeland. Deze instroom van ruim 250 VMBO-leerlingen van buiten Zeeland is ook meteen de grootste groep VMBOleerlingen die het ROC Zeeland in de sector Zorg en Welzijn binnenkrijgt. Daarvan kiezen bijna 200 personen de opleiding sport en bewegen (CIOS). De instroom in het ROC Westerschelde vanuit het VMBO komt vrijwel volledig uit Zeeuws- Vlaanderen. Er is vrijwel geen instroom vanuit andere regio s. Omgekeerd gaan er vanuit het VMBO in Zeeuws-Vlaanderen 169 leerlingen naar een MBO-opleiding in Walcheren of de Oosterschelderegio. De meesten daarvan gaan naar Walcheren om daar een technische of economische studie te beginnen Oosterschelderegio Overig Nederland Walcheren Zeeuws- Vlaanderen 50 0 Oosterschelderegio Walcheren Zeeuws- Vlaanderen Figuur 62 Schoolregio van VMBO-leerlingen die in 2011 een MBO-opleiding in Zeeland volgen 67

69 De helft van de instroom vanuit het VMBO naar het MBO in Zeeland volgt een middenkaderspecialistenopleiding (MBO-niveau 4). Zij zijn het vaakst afkomstig uit de Theoretische Leerweg van het VMBO, maar ook de VMBO-leerlingen uit de Gemengde Leerweg en de Kaderberoepsgerichte Leerweg stromen het meest in op MBO-niveau 4. Veruit de meeste VMBO-leerlingen uit de Basisberoepsgerichte Leerweg die doorstromen naar het MBO stroomt in op niveau 2 (basisberoepsopleiding), maar er is ook instroom vanuit die leerweg naar de hogere niveaus van het MBO. Er zijn door de jaren heen weinig veranderingen in de verdeling van de doorstroom van het VMBO over de diverse MBO-niveaus assistentenopleiding basisberoepsopleiding middenkader/specialist vakopleiding basisbg leerweg gemengde leerweg kaderbg leerweg theoretische leerweg Figuur 63 Gevolgde leerweg van VMBO-leerlingen en hun instroom niveau MBO in 2011 Over de hele termijn van 2004 tot en met 2010 is de doorstroom van VMBO naar MBO wat betreft de verdeling over sectoren redelijk stabiel. De grootste stroom vanuit het VMBO naar het MBO is de instroom in de sector Zorg en Welzijn. Na een aantal jaren van daling is daar het laatste jaar weer sprake van stijging. Instroom in de sector Economie kent over alle jaren genomen een licht stijgende tendens, maar daalt het laatste jaar. Instroom in de sector Techniek zit tot 2007 in de lift, daalt daarna en komt in 2010 weer op het niveau van De Combinatie van sectoren kent een licht dalende tendens, maar instromers vanuit het VMBO kiezen er het laatste jaar weer vaker voor. Dat is bijvoorbeeld de opleiding voor arbeidsmarktgekwalificeerd assistent. De instroom in de sector Landbouw kent enige fluctuatie en zit in 2010 weer op het niveau van

70 Edudelta Hoornbeeck College ROC Zeeland SVO ROC Zeeland ROC Westerschelde COMBINATIE VAN SECTOREN ECONOMIE LANDBOUW TECHNIEK ZORG EN WELZIJN Figuur 64 Instroom vanuit VMBO-leerlingen naar sectoren van het MBO COMBINATIE VAN SECTOREN ECONOMIE LANDBOUW TECHNIEK ZORG EN WELZIJN 0 Oosterschelderegio Walcheren Zeeuws- Vlaanderen Figuur 65 Sector van de MBO-opleiding waarvoor VMBO-leerlingen in 2011 kiezen 69

71 Daarvan volgt 16% de beroepsbegeleidende leerweg en heeft dus een contract bij een leerbedrijf. Bij Edudelta ligt het percentage met 22% beduidend hoger. Voor SVO Opleidingen geldt dat alle instromers een beroepsbegeleidende leerweg volgen. Sinds 2007 is het aantal doorstromers van VMBO naar MBO aan het dalen. In de figuur is te zien dat veel VMBO-leerlingen niet een MBOopleiding kiezen die direct in het verlengde ligt van hun VMBO-opleiding. Er zijn nogal wat sectorale switchers. In de VMBO-sector Landbouw is de doorstroom naar een andere sector in het MBO het grootst. Meer dan de helft maakt een overstap. Dat is een sterke stijging ten opzichte van Toen bleef twee derde van de VMBO-sector Landbouw doorstromers voor de sector behouden. In de sector Techniek is het aandeel leerlingen dat overstapt naar een andere sector het kleinst en dat was in 2004 ook al zo. Maar ook hier geldt dat het aantal blijvers is afgenomen van driekwart naar twee derde van de doorstromers. 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Economie geen sector Intersect. programma Landbouw Techniek Zorg & Welzijn ZORG EN WELZIJN TECHNIEK LANDBOUW ECONOMIE Figuur 66 Doorstroom VMBO per sector naar sector van het MBO in Zeeland Er stroomt een klein deel van de VMBO-leerlingen zonder diploma door naar het MBO. De meesten stromen door naar MBO-niveau 1 in het combinatieprogramma. 70

72 Economie geen sector Intersect. programma Landbouw Techniek Zorg & Welzijn diploma geen diploma Figuur 67 Doorstroom VMBO per sector met of zonder diploma naar MBO in Zeeland Het reformatorische Hoornbeeck College biedt in Zeeland geen onderwijs aan in de sector Techniek. De VMBO-leerlingen van het reformatorische Calvijn College die op een MBO een opleiding in de sector Techniek gaan volgen, doen dat in meerderheid bij het ROC Zeeland in Walcheren. Iets meer dan een kwart gaat naar het ROC West-Brabant. HAVO/VWO-stroom naar HO In 2011 zijn ruim HAVO- en VWO-leerlingen van Zeeuwse scholen doorgestroomd naar het hoger onderwijs. Twee derde stroomde door naar het HBO. De grootste groep doorstromers is de groep havisten met een Economie en Maatschappij profiel. De groep VWO ers die doorstroomt gaat voor 83% naar de universiteit. De grootste groep heeft het combinatieprofiel Natuur en Techniek/Natuur en Gezondheid. Van de doorstromers van het VWO gaat 2% studeren aan de Roosevelt Academy. Van de HAVO- en VWO-doorstromers naar het HBO in 2011 gaat 45% studeren aan de Hogeschool Zeeland, de rest gaat studeren buiten de provincie. VWO ers gaan vaker buiten de provincie studeren dan havisten. 71

73 havo vwo nat/tech & nat/gezond nat/tech nat/gezond ec/maat & cul/maat ec/maat cul/maat nat/tech & nat/gezond hbo wo nat/tech nat/gezond ec/maat & cul/maat ec/maat cul/maat Figuur 68 HAVO/VWO-leerlingen die doorstromen naar het hoger onderwijs in 2011 De trend in de aantallen doorstromers van HAVO en VWO naar het hoger onderwijs is vanaf 2008 dalend. 72

74 havo - hbo vwo - wo vwo - hbo Figuur 69 Doorstroom van HAVO/VWO naar hoger onderwijs Gediplomeerden MBO Een MBO-diploma betekent voor veel deelnemers nog niet dat zij uitstromen uit het onderwijs. Een MBO-diploma op niveau 1 is bijvoorbeeld nog geen startkwalificatie. Gediplomeerde MBOdeelnemers zullen vaker doorstromen naar een hoger MBO-niveau. De gediplomeerden op niveau 4 zullen vaker doorstromen naar het HBO. ROC De beide ROC s in Zeeland reiken jaarlijks gezamenlijk ongeveer diploma s uit. De sector Zorg en Welzijn levert de meeste gediplomeerden. Daarvan hebben ongeveer de helft een diploma op het hoogste niveau. Ook in de sector Economie is de helft van de diploma s op niveau 4. In de sector Techniek worden relatief veel meer diploma s op niveau 2 en 3 uitgereikt. In 2011 zijn 95 diploma s op niveau 1 arbeidsmarktgekwalificeerd assistent uitgereikt. 73

75 COMBINATIE VAN SECTOREN ECONOMIE TECHNIEK ZORG EN WELZIJN Figuur 70 Gediplomeerden ROC s in Zeeland MBO in 2011 naar niveau In Zeeuws-Vlaanderen piekte het aantal gediplomeerden op niveau 2 in 2010 enorm. In dat jaar werden er op dat niveau 600 diploma s uitgereikt. Dit zijn vooral diploma s helpende in Zorg en Welzijn geweest. Een jaar later was dat op niveau 2 nog maar 200. Ook in Walcheren was er in 2010 een piek in gediplomeerden op niveau 2. Er studeerden in Walcheren in 2010 maar liefst 79 deelnemers af als medewerker vrede en veiligheid. In de sector Techniek zijn in 2011 ruim 800 diploma s uitgereikt in meer dan 100 opleidingen. De meeste diploma s betroffen procesoperator B (49) en constructiebankwerker/lasser (41). In de sector Economie zijn het ruim 60 opleidingen, waar per opleiding gemiddeld 10 deelnemers een diploma halen. Het grootste aantal diploma s (55) betrof het uitstroomprofiel verkoper. In de sector Zorg en Welzijn zijn diploma s uitgereikt in 31 opleidingen. Het vaakst was dat een diploma Sport- en bewegingscoördinator (193). Er zijn 94 opleidingen die in 2011 minder dan 6 gediplomeerden opleveren. Van 33 opleidingen kregen er in 2011 slechts één deelnemer een diploma. Voorbeelden van deze unieke diploma s zijn Assistent Monteur Sterkstroominstallaties (AMSI) of Eerste Monteur Elektrotechnische Panelen (EMEP) in de sector Techniek. In de sector Economie zijn dit bijvoorbeeld medewerker reizen & toeristische informatie of commercieel medewerker binnendienst kenniscentra handel. In de sector Zorg en Welzijn werden geen unieke diploma s uitgereikt. Vanaf 2007 zijn er in Zeeland 24 MBO-opleidingen waarvoor slechts één diploma is uitgereikt. Zo is er in 5 jaar tijd slechts één broodbakker afgestudeerd 7. 7 Daarnaast -zijn de afgelopen 5 jaar 3 diploma s all-round broodbakker uitgereikt, 4 ondernemer horeca/bakkerij, 4 all-round banketbakker, 5 banketbakker, 6 leidinggevende ambachtelijke bakkerij, 25 allround brood- en banketbakker, 43 brood- en banketbakker, 61 assistent bakker. 74

76 AOC (Edudelta) Goes In de sector Landbouw heeft Edudelta in 2011 in 24 opleidingen in totaal 107 diploma s uitgereikt. De meeste diploma s (17) gingen naar deelnemers van de opleiding medewerker dierverzorging. Het aantal gediplomeerden is sinds 2008 met bijna de helft gedaald. De meeste diploma s zijn uitgereikt voor opleidingen op niveau 2. Het aandeel diploma s dat werd uitgereikt aan deelnemers van de beroepsbegeleidende leerweg is in 2011 gedaald tot een derde van alle diploma s. In leerjaar 2010/2011 werden in vier opleidingen één diploma uitgereikt. In de afgelopen vijf jaar hebben 25 opleidingen minder dan 10 gediplomeerden opgeleverd / / / / / /2011 Figuur 71 Gediplomeerden sector Landbouw Edudelta in Goes naar niveau Hoornbeeck College Goes Het Hoornbeeck College heeft in het jaar 2011 in 19 opleidingen 204 diploma s uitgereikt. De meeste diploma s (29) gingen naar deelnemers van de opleiding onderwijsassistent. Het aantal gediplomeerden is de afgelopen jaren gestegen. De grootste stijgingen zitten in de opleidingen in de sector Economie. De meeste diploma s zijn voor opleidingen op niveau 4. Het aandeel diploma s uitgereikt in de beroepsbegeleidende leerweg is stijgende. In 2011 is 17% van de diploma s verkregen via de BBL. In vier opleidingen is in 2011 één diploma uitgereikt. In de afgelopen vijf jaar hebben 5 opleidingen minder dan 10 gediplomeerden opgeleverd. 75

77 Figuur 72 Gediplomeerden Hoornbeeck College Goes 3.5 Trends in leerlingenstromen In Nederland is het VMBO een schooltype waar de leerlingenaantallen de afgelopen jaren sterk zijn gedaald. Op landelijk niveau is de verwachting dat het aantal VMBO-leerlingen ook de komende jaren behoorlijk zal dalen, terwijl het aantal leerlingen in HAVO en VWO blijft stijgen. Dit blijkt uit de referentieramingen van het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen. De Referentieraming 2011 is de leerlingen- en studentenraming die als onderbouwing dient voor de begroting 2012 van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). Figuur 73 Uitstroom van leerlingen in het dagonderwijs (x1.000) in VWO, HAVO en VMBO in Nederland Bron: Ministerie OCW, referentieraming 76

78 Voortgezet onderwijs HAVO-isering en VWO-isering De algemene trend in Zeeland is dat in de afgelopen jaren het aantal leerlingen in de hogere vormen van onderwijs is gestegen, terwijl het aantal VMBO-leerlingen is gedaald. Deze vorm van HAVOisering en VWO-isering zijn het sterkst zichtbaar in Walcheren. In Zeeuws-Vlaanderen blijkt deze trend opmerkelijk genoeg niet aanwezig. Ook het aantal VMBO-leerlingen is in Zeeuws-Vlaanderen de afgelopen jaren gedaald, maar is daar weer enigszins aan het stijgen. In de grafieken is ook het toenemend aantal VAVO-leerlingen zichtbaar. Dat zijn leerlingen die vanuit het VO aan het MBO zijn uitbesteed Brugjaar HAVO Praktijkonderwijs VAVO VMBO VWO Figuur 74 VO-leerlingen in Zeeland Brugjaar HAVO Praktijkonderwijs VAVO VMBO VWO Figuur 75 VO-leerlingen in de Oosterschelderegio 77

79 Brugjaar HAVO Praktijkonderwijs VAVO VMBO VWO Figuur 76 VO-leerlingen in Walcheren Brugjaar HAVO Praktijkonderwijs VAVO VMBO VWO Figuur 77 VO-leerlingen in Zeeuws-Vlaanderen Het scherpst is de verschuiving tussen schoolsoorten te zien door te kijken naar de leerlingen in leerjaar 3 van het VO. In de periode is in Zeeland het aandeel havisten het meest gestegen en het aandeel VMBO ers het meest gedaald. De verhouding tussen VMBO en de hogere vormen van onderwijs is daarmee in Zeeland nog lang niet de 50/50 die in het KPMG-rapport wordt gesuggereerd. Zeeland voegt zich in de rij van Oost-Groningen, Friesland en Drenthe, waar de verhouding (nog) 40/60 is (CBS, 2011). Tabel 12 Leerlingen van leerjaar 3 VO naar schoolsoort in Zeeland abs abs % % HAVO ,5 21,7 Praktijkonderwijs ,1 2,1 VMBO ,3 57,1 VWO ,1 19,0 Wanneer we de regionale trends in de verhouding tussen VMBO en HAVO/VWO doortrekken naar de toekomst betekent dit dat in de Oosterschelderegio de instroom vanuit de brugklas naar HAVO/VWO in 2030 even groot zal zijn als de instroom naar VMBO. In Walcheren is dit punt al in 2016 bereikt en in 2030 is de instroom naar VMBO in deze regio minder dan 40%, terwijl in Zeeuws-Vlaanderen de instroom naar VMBO in 2030 nog altijd groter zou zijn dan die naar HAVO/VWO. 78

80 Middelbaar beroepsonderwijs Voor de tendensen in het MBO is gekeken naar de leeftijdsgroep jaar. Dit is voor de toekomst de belangrijkste groep deelnemers voor het MBO. Gekeken wordt vanaf 2006 welk aandeel van een leeftijdscategorie in de Zeeuwse bevolking deelnemer is in het MBO. De helft van de 17 en 18 jarige inwoners van Zeeland is deelnemer in het MBO. Het dalende aandeel 16-jarigen in de bevolking dat deelnemer is van het MBO valt op en ook de iets stijgende lijn onder de 19 tot en met 21-jarigen. Deze laatste twee tendensen zijn te zien als effecten van VWO-isering en de toename van de aantallen jongeren met een VWO-diploma dat Zeeland verlaat om elders te gaan studeren. 0,600 0,500 0,400 0,300 0, tm tm 27 0,100 0, Figuur 78 Deelnamepercentages MBO naar leeftijd 3.6 Verwachte trends in leerlingenstromen VO instroom Om de verwachte instroom in de brugklas van het VO te berekenen wordt eerst gekeken naar de verhouding tussen het gemiddelde aantal 12 en 13 jarigen in de bevolking en de instroom in het eerste leerjaar gedurende de afgelopen jaren. De omvang van leerjaar 1 van de VO-brugklas 8 in Zeeland is in de periode gemiddeld 91% van het gemiddeld aantal 12 en 13 jarigen in Zeeland. Daarvan uitgaande mag verwacht worden dat de instroom vanaf 2014 tot 2024 fors zal afnemen. Er zullen na 2024 ongeveer 700 leerlingen minder dan in 2011 in leerjaar 1 van de brugklas instromen. 8 Exclusief het praktijkonderwijs. 79

81 Instroom brugklas vo Verwachte instroom brugklas vo Figuur 79 Instroom brugklas VO VO prognose Hoeveel leerlingen het totale VO in Zeeland zal gaan omvatten in de toekomst is niet gemakkelijk te voorspellen. Dat is behalve van de ontwikkeling in de basisgeneratie ook afhankelijk van de dynamiek in het onderwijs zelf. De (H)AVO-isering, de manier waarop brugklassen worden ingericht, de manier waarop doorlopende leerlijnen van VMBO naar MBO worden gerealiseerd, de verkorting van de MBO studieduur, invoering passend onderwijs, veranderende slagingspercentages hebben hier allemaal invloed op. Rekening houden met de dynamiek binnen het onderwijs maakt berekeningen extra ingewikkeld. Er is daarom gekozen om één basisprognose voor de leerlingenaantallen per school te presenteren. Deze prognose is gebaseerd op de volgende uitgangspunten: - De bevolkingsprognose van de Provincie Zeeland 2012 wordt als basis gebruikt. - De algemene leerlingenprognoses per regio vormen de randtotalen voor de prognose per school. - Uitgegaan wordt van de huidige bestuurlijke eenheden. Leerlingen voor de praktijkscholen worden niet apart berekend. - Er wordt een aparte berekening gemaakt voor het Calvijn College op basis van de afwijkende gezinsvorming in de reformatorische gemeenschap. - Voor Edudelta VO wordt uitgegaan van ontwikkelingen op Zeeuws niveau. - Rekenkundige uitgangspunten zijn gebaseerd op een aantal analyses van de ontwikkeling van VO-leerlingen per regio in de periode Daarbij is gebleken dat de basisgeneratie van VO (70% van de 12 jarigen plus de 13 tot en met 18 jarigen) te veel afwijkt om daar de prognose op te baseren. Dit is een te grof instrument voor schoolprognoses. Daarom wordt de prognose gebaseerd op leeftijdsspecifieke deelnamecijfers per regio. Daarvoor zijn vier analysejaren ter beschikking (2007/2008 t/m 2010/2011). Voor de vooruitberekening wordt uitgegaan van het gemiddelde leeftijdsspecifieke deelnamecijfer over de vier analysejaren. De basisgeneratie voor het VO (70% van de 12-jarigen plus de 13- tot en met 18-jarigen) is een belangrijke indicator voor het aantal leerlingen in het VO. Maar bij van onderop dalende aantallen 80

82 jongeren is het van belang om met de leeftijdsspecifieke deelnamepercentages rekening te houden. De tabel geeft de deelnamepercentages per leeftijd. Tabel 13 Leeftijdsspecifieke deelnamepercentages VO gemiddeld over de leerjaren 2007/ /11 Oosterschelderegio Walcheren Zeeuws-Vlaanderen 11-jarigen jarigen jarigen jarigen jarigen jarigen jarigen jarigen jarigen Op basis van deze gegevens is per regio de prognose van het aantal VO-leerlingen berekend. De leerlingenprognoses per regio vormen de randtotalen voor de prognose per school Oosterschelderegio Walcheren Zeeuws-Vlaanderen Figuur 80 Prognose VO-leerlingen per regio Leerlingenprognoses per school Er is een aparte berekening gemaakt voor het Calvijn College op basis van de afwijkende gezinsvorming in de reformatorische gemeenschap. Het reformatorisch onderwijs trekt haar leerlingen vooral uit de drie Zeeuwse gemeenten waar veel gezinnen wonen met een reformatorische gezindheid. De helft van de leerlingen komt daar vandaan. De door de provincie Zeeland voorspelde bevolkingsontwikkeling in die drie gemeenten wordt daarom hier als model gekozen voor de leerlingenprognose van het Calvijn College. De 12/13-jarigen uit deze gemeenten 81

83 kunnen model staan voor de instroom in de brugklas. De trend in de verhouding tussen de 12/13- jarigen in deze drie gemeenten en de leerlingen in leerjaar 1 van het Calvijn College komt uit op een stabiel aandeel van een derde. Dit betekent dat de instroom de komende jaren na een aanvankelijke stijging naar verwachting zal dalen tot 600 in Figuur 81 Verwachte instroom brugklas Calvijn College De ontwikkeling van de instroom in het reformatorisch VO moet verdisconteerd worden in de verwachte instroom in de verschillende regio s. Het zwaartepunt daarvan ligt in de Oosterschelderegio. In 2010 kwam 71% van de leerlingen van het Calvijn College uit de Oosterschelderegio, 24% uit Walcheren en 5% uit Zeeuws-Vlaanderen. Naar de vestiging in Middelburg gaat 14% van het totaal aantal leerlingen van het Calvijn College. In de berekeningen wordt er van uitgegaan dat deze verhouding gelijk blijft. Voor de leerlingenprognose van het Calvijn College wordt de WESP-variant gebruikt. Daarbij wordt uitgegaan van deelnamepercentages 12/13-jarigen in leerjaar 1 en gekeken naar het aantal leerjaren van een school. Het aandeel 5 e en 6 e klassers is de afgelopen jaren steeds iets minder dan de helft van elk ander leerjaar. De berekening gaat daarom uit van een school met 4,5 leerjaren. Nadat op deze wijze de leerlingentotalen zijn berekend, wordt de verdeling over de 2 regio s gemaakt op basis van de verhouding 86% voor de Oosterschelderegio en 14% voor Walcheren. De Isaac Beeckman Academie groeit met 80 leerlingen per jaar tot 400. Daarna wordt dit aantal constant gehouden. De leerlingen komen voor 90% uit de Oosterschelderegio. Voor Edudelta VO wordt er van uitgegaan dat het aantal leerlingen de Zeeuwse ontwikkeling in de basisgeneratie volgt. Leerlingen voor de praktijkscholen worden niet apart berekend. Uitgegaan wordt van de huidige bestuurlijke eenheden. Per regio wordt er van uitgegaan dat de scholen hun huidige aandeel in de leerlingenstroom weten te behouden. De basisprognose levert de volgende leerlingenaantallen per school in 2025 en 2030 op. 82

84 Tabel 14 Basisprognose VO leerlingen per school Oosterschelderegio Calvijn College Edudelta College Isaac Beeckman Academie Ostrea Lyceum Pontes Scholengroep Westerpoort Walcheren Calvijn College Chr SGM Walcheren Nehalennia Scheldemond College Zeeuws-Vlaanderen Reynaert College Stedelijke SGM De Rede Zeldenrust-Steelantcollege Zwin College MBO De verwachte deelnemersaantallen bij het MBO worden hier gebaseerd op een vooruitberekening van de leeftijdsspecifieke deelnamepercentages vanaf Daarbij wordt de groep deelnemers boven de 27 jaar buiten beschouwing gelaten. De vooruitberekeningen op basis van de provinciale bevolkingsprognose geeft na 2012 een licht dalend aantal deelnemers tot Dan zet een forse daling in en is de verwachting dat in 2030 het aantal deelnemers van jaar op zal uitkomen. 83

85 Deelnemers MBO jaar Prognose deelnemers MBO jaar Figuur 82 Prognose deelnemers MBO Reformatorisch onderwijs Het reformatorisch MBO in Zeeland zal net als in het VO haar instroom krijgen vanuit de reformatorische gemeenschap. Een goede voorspelling is echter moeilijk omdat een belangrijk deel van die gemeenschap het MBO buiten Zeeland gaat volgen. Veel hangt dus af van het keuzegedrag van de aankomende MBO-deelnemers. We beschikken echter niet over de trendmatige gegevens om dit te kunnen voorspellen. 3.7 Conclusies Er zijn 17 VO-instellingen in Zeeland. Er wordt in 10 gemeenten op in totaal 29 schoollocaties onderwijs gegeven. In 2011 waren er VO-leerlingen. De schoollocaties waar praktijkonderwijs wordt gegeven zijn het kleinst. Goes en Middelburg zijn de uitgesproken centrumgemeenten voor VO in hun regio. Terneuzen is dat in mindere mate voor Zeeuws-Vlaanderen. In elke regio zijn VOscholen die de afgelopen jaren zijn gegroeid en scholen die zijn gekrompen. Met uitzondering van het reformatorische Calvijn College zijn alle VO-scholen regionaal georganiseerd. Het aandeel HAVO/VWO-leerlingen op het totaal aantal leerlingen in klas drie (41%) is lager dan het landelijk gemiddelde (47%). In Zeeland is sprake van directe HAVO-isering en VWO-isering vanuit de brugklassen in de Oosterschelderegio en vooral in Walcheren. In Zeeuws-Vlaanderen is dat anders. In Zeeuws- Vlaanderen volgen opvallend veel leerlingen vanuit de brugklas de route via VMBO-t naar HAVO-4. Dit is een meer indirecte vorm van HAVO-isering. Voor het behalen van een HAVO-diploma via deze route heeft de leerling een jaar meer nodig. 84

86 De ontwikkeling van het aantal leerlingen dat in hun leerweg extra ondersteuning krijgt (LWOO) is per regio heel verschillend. Ook zijn er grote verschillen tussen de Zeeuwse regio s in de profielkeuzes die VO-leerlingen maken. Dat geldt zowel voor HAVO als voor VWO. Wel is in alle drie de Zeeuwse regio s Economie en Maatschappij verreweg het meest gekozen HAVO-profiel. In het VWO is dit profiel sterk gedaald in populariteit en in Walcheren en de Oosterschelderegio voorbijgestreefd door het combinatieprofiel Natuur en Techniek/Natuur en Gezondheid. In de Oosterschelderegio zijn relatief weinig leerlingen die voor de gymnasiumstroom van het VWO kiezen. In het VWO kiezen leerlingen steeds vaker voor een breder profiel. In vergelijking met Nederland worden in Zeeland veel vaker Techniekprofielen gekozen. Dat lijkt te passen bij een arbeidsmarkt met een accent op industrie. De vraag is of de uitstromers van deze opleidingen ook voor de Zeeuwse arbeidsmarkt betekenis hebben of dat dit toch vooral weglek naar banen elders in Nederland betekent. Vervolgopleidingen na HAVO en VWO worden immers vaak buiten Zeeland gevolgd. Per regio zijn er in Zeeland minder dan 70 gymnasiasten in leerjaar 6. Dit betekent dat scholen tot zeer kleine aantallen gymnasiasten per VO-school onderwijs geven. In het VMBO zien we grote regionale verschillen. Zeker als het gaat om de verdeling van leerlingen over de verschillende leerwegen. In het VMBO in Zeeland wordt de basisberoepsgerichte leerweg steeds minder gevolgd. In Zeeuws-Vlaanderen is er echter geen sprake van een daling. Daar is ook de theoretische leerweg (MAVO) ten opzichte van de andere regio s veel sterker toegenomen en ontbreekt de gemengde leerweg vrijwel geheel. Het intersectorale programma van het VMBO stijgt sterk in populariteit, vooral het programma Dienstverlening & Commercie. De meeste VO-scholen hebben geen volledig gevuld sectorenpakket en geen enkele VO-school heeft een volledig gevuld afdelingen/programmapakket. Per regio verschilt de afdeling/programmakeuze van VMBO-leerlingen enorm. Zeeuws-Vlaanderen heeft relatief veel leerlingen in het intrasectorale programma Zorg en Welzijn, Walcheren veel in Techniek Breed en de Oosterschelderegio veel in Verzorging. De vaak zeer kleine leerlingenaantallen per afdeling/programma in het VMBO en gymnasiumstromen geven aan dat er, zoals KPMG in haar rapport stelt, sprake is van kleine groepen problematiek. Van de VMBO-leerlingen op scholen in Zeeland die in 2011 zijn doorgestroomd naar het MBO volgt 16% een opleiding buiten Zeeland. De instroom vanuit het VMBO in het MBO in Zeeland is voor 17% afkomstig van buiten Zeeland. In- en uitstroom houden elkaar dus ongeveer in evenwicht. Een groot deel van de instroom gaat de opleiding sport en bewegen bij het CIOS in Goes volgen. Sinds 2007 is het aantal doorstromers van VMBO naar MBO aan het dalen. Veel VMBO-leerlingen kiezen ook niet een MBO-opleiding die direct in het verlengde ligt van hun VMBO-opleiding. Er zijn nogal wat sectorale switchers. In de VMBO-sector Landbouw is de doorstroom naar een andere sector in het MBO het grootst. Het is moeilijk om via de beschikbare leerlinggegevens cijfermatig grip te krijgen op de inspanningen van scholen om doorlopende leerlijnen te realiseren. Het VM2 experiment kent in 2011 in Zeeland 79 leerlingen/deelnemers. Er zijn in Zeeland zes instellingen die in 2011 middelbaar beroepsonderwijs verzorgen voor ruim deelnemers. Daaronder ook de HZ die nog 3 MBO-deelnemers heeft (vroegere SOSA 85

87 opleiding). MBO wordt gegeven in de vier grootste Zeeuwse steden. Goes is de vestigingsplaats voor vier MBO-instellingen. Daaronder is ook de enige vakinstelling in Zeeland, SVO Opleidingen. Deze instelling heeft evenals het reformatorische Hoornbeeck College en het Agrarisch Opleidingscentrum Edudelta ook elders in het land één of meerdere vestigingen. ROC Zeeland en ROC Westerschelde zijn in 2012 gefuseerd. ROC Zeeland heeft het onderwijsaanbod verdeeld over twee regio s. Techniek en Economie worden in Walcheren aangeboden, Zorg en Welzijn wordt in de Oosterschelderegio aangeboden. ROC Westerschelde biedt in Terneuzen onderwijs aan in alle drie de sectoren. De sectoren Economie en Techniek in Walcheren zijn vrijwel even groot, rond de deelnemers, in Zeeuws-Vlaanderen is Techniek met rond de deelnemers de grootste sector. 86

88 4. Arbeidsmarktontwikkelingen 4.1 Inleiding In dit hoofdstuk worden arbeidsmarktontwikkelingen in Zeeland geanalyseerd. De overgrote meerderheid van de jongeren in Zeeland zal na hun opleiding een baan in Zeeland zoeken. Een goede afstemming tussen de kwalificaties die het onderwijs aflevert en de vraag vanuit de bedrijven en instellingen in Zeeland is daarom wenselijk. Ten behoeve van die afstemming wordt op regionaal en provinciaal niveau arbeidsmarktprofielen gemaakt die behulpzaam kunnen zijn bij de noodzakelijke aanpassingen in de inrichting en organisatie van het totale onderwijs in Zeeland. 4.2 Arbeidsmarktontwikkelingen in Nederland Crisis De economie bevindt zich momenteel in zwaar weer. Met twee kwartalen krimp op rij zit Nederland begin 2012 officieel in een economische recessie. Crisisgevoelige sectoren zoals de aardolie gerelateerde industrie en de metaalindustrie hebben daar direct veel last van (Möhlmann e.a., 2009). Het faillissement van Zalco is daar een duidelijk voorbeeld van. Het aantal kortdurend niet werkende werkzoekenden voor lagere en middelbare beroepen in de sector Techniek is in Zeeland aan het eind van 2011 omhooggeschoten tot een recordhoogte van Het is moeilijk om te voorspellen wat de economie zal gaan doen en wat dit zal betekenen voor de arbeidsmarkt. Zo kan het zijn dat bij een krimpende economie nog steeds een banengroei wordt gerealiseerd. Het CBS telde in het vierde kwartaal van 2011 voor Nederland banen meer dan een jaar eerder. De stijging zat vooral in handel, vervoer en horeca, alsmede bij de zakelijke dienstverlening en zorg. De voorzitter van de Raad voor Werk en Inkomen (RWI), mr. P.J. Biesheuvel, heeft medio 2011 de gevolgen van de crisis op de arbeidsmarkt vergeleken met het weer. In het voorwoord van het rapport Arbeidsmarktanalyses 2011 omschrijft hij het als volgt: De Arbeidsmarktanalyse 2011 laat zien dat de arbeidsmarkt steeds minder gevoelig is voor schommelingen in het weer, maar tegelijkertijd steeds meer gekenmerkt wordt door de ontwikkelingen in het klimaat. De conjunctuur speelt een afnemende rol, maar de klimaatsverandering wordt steeds belangrijker. Het klimaat op de arbeidsmarkt staat onder invloed van technologische ontwikkelingen, internationale economische verhoudingen, politieke ontwikkelingen en de demografie die leidt tot een op termijn krimpend arbeidsaanbod. Het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) dat periodiek rapportages uitbrengt over de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt, schrijft in de publicatie van december 2011: De economie verkeert in roerige tijden en de vooruitzichten voor economische groei en werkloosheid in 2012 zijn somber. Op de middellange termijn kan er echter weer gerekend worden op enig herstel van de werkgelegenheid. Voor de periode tot 2016 bedraagt de verwachte werkgelegenheidsgroei 0,4% gemiddeld per jaar. 87

89 De conjunctuur drukt een zware stempel op de sectorale werkgelegenheidsontwikkeling. In de tabel is per sector samengevat wat ROA verwacht m.b.t. de werkgelegenheid tot Tabel 15 Verwachte werkgelegenheid tot 2016 sectoren Industrie en handel Overheid en onderwijs Horeca, zakelijke dienstverlening en gezondheidszorg Overige sectoren (m.n. landbouw en visserij en de voedings-, chemie en overige industrie) Bron: ROA, 2011 Verwachting voor werkgelegenheid Op middellange termijn is er ruimte voor groei, maar deze sectoren zullen meestal niet meer het werkgelegenheidsniveau van 5 tot 10 jaar geleden halen De werkgelegenheid krimpt in deze sectoren naar verwachting, door de bezuinigingen op het ambtenarenkorps in het openbaar bestuur en de dalende leerlingenaantallen in het onderwijs. De werkgelegenheid zal binnen deze sectoren stabiel blijven toenemen Een structurele afbouw van de werkgelegenheid zet zich voort, hoewel iets minder sterk dan voorheen. Dit lijkt met name het geval te zijn voor de landbouw en visserij en de voedings-, chemie en overige industrie. Het ROA voorspelt dat de werkgelegenheid procentueel gezien het sterkst krimpt bij de groene opleidingen op zowel VMBO- als MBO-niveau. Banen en banengroei (vervanging en uitbreiding) Tot 2016 wordt er nauwelijks werkgelegenheidsgroei verwacht. Negen van de tien baanopeningen ontstaan volgens het ROA door vervangingsvraag, slechts een op de tien baanopeningen ontstaat door een uitbreidingsvraag. De vervangingsvraag zal in de toekomst toenemen, omdat de beroepsbevolking vergrijst en krimpt. Opgemerkt moet worden dat uittreding uit de arbeidsmarkt niet automatisch leidt tot een vervangingsvraag, de werkgever kan besluiten de baan niet meer in te vullen. Verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd zal de vervangingsvraag verlagen. Maatregelen als verhoging van de pensioenleeftijd hebben op de korte termijn een groter effect in gebieden met een sterker vergrijsde werkende beroepsbevolking. Voor Nederland verwacht het ROA dat de arbeidsmarktperspectieven de komende vijf jaar voor uitstromers van het VMBO goed zijn, terwijl die voor het MBO redelijk zijn en voor de HAVO-VWO ers matig. Dit komt vooral omdat de vervangingsvraag bij het VMBO het hoogst is. Hoewel VMBO-schoolverlaters over het algemeen goede vooruitzichten hebben op werk, hebben de banen die voor hen beschikbaar zijn meestal betrekking op leer-werkbanen (BBL-trajecten) of juist banen met een tijdelijk karakter en slechte arbeidsvoorwaarden en loopbaanperspectieven. De mogelijkheden voor leer-werkbanen zijn het grootst in de technische en verzorgende richtingen. Van de MBO ers die de komende zes jaar op de arbeidsmarkt instromen heeft ruim een derde goede tot zeer goede vooruitzichten, vooral in de verpleging en de verzorging, en enkele grote technische opleidingen. (ROA, 2011) Het ROA verwacht dat tot 2016 de personeelstekorten het grootst zullen zijn in de techniek, de zorg, het onderwijs en het groen. Tabel 16 Verwachte personeelstekorten tot 2016 sector Algemene opmerking Beroepen waar de grootste knelpunten worden verwacht Zorg Voor werkgevers zijn de knelpunten in de personeelsvoorziening in deze sector samen met Ziekenverzorgenden, verpleeghulpen en leerlingverpleegkundigen, verplegenden en 88

90 die van de techniek het grootst. In de zorgsector zijn de knelpunten vooral gerelateerd aan de grote uitbreidingsvraag die verband houdt met de toenemende behoefte aan zorg. doktersassistenten, therapeuten en verpleegkundigen, artsen en medisch analisten. Economie Er zullen weinig wervingsproblemen zijn. Er worden geen beroepen genoemd Techniek Voor werkgevers zijn de knelpunten in de personeelsvoorziening in deze sector en de zorg sector het grootst. Technisch analisten, werktuigbouwkundigen, weg- en waterbouwkundigen, grafische vakkrachten Onderwijs Landbouw Bron: ROA, 2011 Ook binnen deze beroepen zullen de knelpunten groot zijn. Binnen de agrarische beroepen zal het voor een aantal beroepen moeilijk worden om voldoende personeel aan te trekken. Leraren basisonderwijs, docenten exacte, medische en verzorgende vakken, docenten landbouw en techniek (2 de graads), docenten talen en expressie, docenten letteren (1 ste graads en WO) Agrarische vakkrachten, milieuhygiënisten, agrarische vertegenwoordigers, agrarische bedrijfshoofden 4.3 Arbeidsmarktontwikkelingen in Zeeland De Rekenkamer Zeeland heeft een economische analyse van de werkgelegenheid gemaakt voor de periode (Rekenkamer Zeeland, 2011). De rekenkamer concludeert dat de economie in Zeeland in die periode vergeleken met Nederland het relatief slecht heeft gedaan. Een economische ontwikkeling die vergelijkbaar zou zijn met de landelijke ontwikkelingen zou Zeeland banen meer hebben gebracht in de 15 jaren waar het onderzoek betrekking op heeft. Twee redenen worden daarvoor aangevoerd: - Zeeland heeft veel banen in sectoren die krimpen (industrie en bouwnijverheid) - Concurrentienadelen van Zeeland (o.a. weinig onderwijs- en onderzoeksinstellingen, relatief laag opleidingsniveau van de beroepsbevolking, de infrastructuur) Het samenwerken in en versterken van de onderwijsinfrastructuur is een duidelijke aanbeveling van de Rekenkamer in het versterken van de concurrentiekracht van de regionale economie van Zeeland. De rekenexercitie van de rekenkamer is enigszins te relativeren als we kijken naar de opbouw en ontwikkeling van de beroepsbevolking in Zeeland en de lage werkloosheid bij een hoger dan gemiddelde arbeidsparticipatie. En Zeeland is natuurlijk geen Randstad. De ontwikkeling van het aantal vacatures in Zeeland steekt in de periode vanaf 2006 in ieder geval steeds gunstig af bij die in Nederland. Dat geldt tot medio Daarna daalt het aantal vacatures in Zeeland veel sterker dan in Nederland als geheel. Dat signaleert een kwetsbaarheid van de Zeeuwse economie. Beroepsbevolking De potentiële beroepsbevolking in Zeeland wijkt wat leeftijdssamenstelling betreft behoorlijk af van die in Nederland. Het aandeel jongeren is veel kleiner, terwijl het aandeel ouderen veel groter is. De Zeeuwse potentiële beroepsbevolking is sterker vergrijsd. De netto arbeidsparticipatie van de ouderen in de beroepsbevolking in Zeeland is echter veel lager dan die in Nederland (veel prépensionado s), terwijl die van de jongeren juist veel hoger ligt (weinig studenten). De leeftijdsverdeling van de beroepsbevolking (mensen die aangeven tenminste 12 uur per week werkzaam te zijn of te willen zijn) wijkt daarom niet veel af van die in Nederland. Dit betekent dat het leeftijdseffect op de Zeeuwse arbeidsmarkt op dit moment niet heel anders is dan in Nederland als geheel. 89

91 Figuur 83 Procentuele leeftijdsverdeling potentiële beroepsbevolking 2011 (Bron: CBS). De werkzame beroepsbevolking is voor twee derde deel (67%) werkzaam in een lager of middelbaar beroep. Landelijk is dat 61%. Driekwart van de beroepsbevolking in Zeeland heeft een laag of middelbaar onderwijsniveau, terwijl dat landelijk op twee derde ligt. In Zeeuws-Vlaanderen heeft 80% van de beroepsbevolking een laag of middelbaar onderwijsniveau. In Zeeland en vooral in Zeeuws-Vlaanderen wonen relatief veel werkzame personen met een voltijdbaan. In 2040 zal het aantal jarigen in Zeeland met een vijfde deel zijn afgenomen. In Walcheren is de afname nog het minst drastisch Oosterschelderegio Walcheren Zeeuws-Vlaanderen Figuur 84 Prognose potentiële beroepsbevolking (15-65 jarigen); bron: Provincie Zeeland 90

92 Bedrijvigheid en werkgelegenheid Economische bedrijvigheid in Zeeland heeft een specifiek profiel. Volgens de gegevens van het CBS (2010) is op het niveau van bedrijven de agrarische sector sterk oververtegenwoordigd, heeft Zeeland veel minder bedrijven met specialistische zakelijke diensten en weinig informatica- en communicatiebedrijven, maar veel meer horeca. Zeeuws-Vlaanderen heeft ten opzichte van de rest van Zeeland een nog sterker agrarisch profiel. Er zijn relatief veel vervoer- en opslagbedrijven, maar juist weinig bouwnijverheidsbedrijven en bedrijven met specialistische zakelijke diensten. De Zeeuwse economie, getypeerd naar het aantal banen van werknemers, laat zien dat er relatief veel banen in de industrie zijn, de horeca en gezondheids- en welzijnszorg. Relatief weinig banen zijn in Zeeland te vinden in informatica en communicatie, de specialistische zakelijke diensten. In het Zeeuws-Vlaamse banenprofiel domineert de industrie, vervoer en opslag en de gezondheids- en welzijnszorg. Volgens RIBIZ (Regionale Informatiebank Bedrijven en Instellingen Zeeland) bedroeg de totale werkgelegenheid in 2011 (inclusief uitzendkrachten) in Zeeland personen. De handel (groothandel, detailhandel en reparatie van auto s), gezondheids- en welzijnszorg en industrie zijn de drie economische sectoren in Zeeland die de meeste banen leveren. Industrie en vervoer en opslag zijn relatief omvangrijk in Zeeuws-Vlaanderen. De Oosterschelderegio profileert zich met zakelijke en financiële dienstverlening, landbouw, bosbouw, visserij en bouwnijverheid. Walcheren kent relatief veel banen in de overheidssector, energie, horeca, zorg en onderwijs. De volgende figuren laten de verdeling van het aantal banen in een regio zien. 91

93 Figuur 85 Werkgelegenheid naar sectoren in Zeeuwse regio s (Bron: RIBIZ 2011) Oosterschelderegio S R Q A B C D Walcheren R Q S A B C D P E P E O F O F N G N G M L K J I H M L K J I H Zeeuws-Vlaanderen S R A B C Q D P O N E G F M L K J I H Legenda A Landbouw, bosbouw en visserij B Winning van delfstoffen C Industrie D Productie en distributie van en handel in elektriciteit, aardgas, stoom en gekoelde lucht E Winning en distributie van water; afval- en afvalwaterbeheer en sanering F Bouwnijverheid G Groot- en detailhandel; reparatie van auto's H Vervoer en opslag I Logies-, maaltijd- en drankverstrekking K Financiële instellingen L Verhuur van en handel in onroerend goed M Advisering, onderzoek en overige specialistische zakelijke dienstverlening N Verhuur van roerende goederen en overige zakelijke dienstverlening O Openbaar bestuur, overheidsdiensten en verplichte sociale verzekeringen P Onderwijs Q Gezondheids- en welzijnszorg R Cultuur, sport en recreatie S Overige dienstverlening J Informatie en communicatie 92

94 De afgelopen 10 jaar is in de gezondheids- en welzijnszorg het aantal banen het meest gegroeid. Bij de industrie en de financiële dienstverlening verdwenen veel banen. In Zeeuws-Vlaanderen is de afgelopen 10 jaar de minste werkgelegenheidsgroei gerealiseerd. 4.4 Krapte op de arbeidsmarkt Naast de ontwikkeling in werkgelegenheid is het ook mogelijk om de krapte op de arbeidsmarkt van Zeeland en Nederland te berekenen, de zogenaamde krapte-indicator. Een krapte-indicator geeft de verhouding weer tussen de openstaande vacatures (aangemeld bij UWV Werkbedrijf) en het aantal niet-werkende werkzoekenden dat korter dan zes maanden ingeschreven staat. Een hoge score geeft aan dat de arbeidsmarkt krap is en dat er dus een tekort is aan personeel. Een lage score betekent dat de arbeidsmarkt ruim is en dat er juist een overschot aan personeel is. De krapte-indicator geeft aan hoe gespannen de arbeidsmarkt is. De krapte-indicator wordt als volgt berekend: 'het aantal bij het WERKbedrijf openstaande vacatures' (V) gedeeld door 'het aantal niet-werkende werkzoekenden dat korter dan zes maanden ingeschreven staat' (A). De som van V + A moet, vanwege de representativiteit, minimaal 25 waarnemingen omvatten. Voor de kraptebepaling (V gedeeld door A) van de arbeidsmarkt worden verder de volgende normen gehanteerd: zeer ruim (0-0,24) veel werkzoekenden per vacature ruim (0,25-0,39) gemiddeld (0,40-0,54) krap (0,55-0,69) zeer krap (0,70 en hoger) weinig werkzoekenden per vacature De krapte-indicator richt zich op beroepen tot en met het MBO-niveau, omdat de vacatures voor hoger opgeleiden bij het WERKbedrijf ondervertegenwoordigd zijn. Kanttekeningen: - De gegevens voor de krapte-indicator zijn in februari 2012 gedownload van Het UWV heeft aangekondigd dat de aanpak van de krapte-indicator zal veranderen door een aanpassing van de vacaturetellingen. De nieuwe krapte-indicatoren zijn op het moment van het opstellen van dit rapport nog niet beschikbaar, ze worden omstreeks mei 2012 gepresenteerd. - Bij het beoordelen van de krapte-indicator moet men zich realiseren dat niet alle vacatures gemeld worden bij het UWV. Daarnaast schrijven niet alle niet werkende werkzoekenden zich in bij het UWV, bijvoorbeeld omdat ze toch geen recht hebben op een uitkering. Bron: De Zeeuwse arbeidsmarkt is in de jaren krap tot zeer krap. Dat is gunstig voor werkzoekenden, maar ongunstig voor werkgevers. De werkloosheid is laag. Daarna treedt een periode in waarin de verhouding tussen vacatures en kortdurend niet werkend werkzoekenden gemiddeld is. Ongunstiger voor de werkzoekenden, maar gunstiger voor werkgevers. Het percentage werklozen stijgt in die periode weer. In de tweede helft van vorig jaar daalt het aantal vacatures in korte tijd zo sterk dat we spreken over een zeer ruime arbeidsmarkt. Dat geldt vrijwel over de hele linie van elementaire tot middelbare beroepen. De arbeidsmarktsituatie voor schoolverlaters en afgestudeerden is daarmee een stuk ongunstiger geworden. En werkloosheid dreigt. Tegenover één vacature staan dan acht kortdurend werkzoekenden. Jarenlang is de situatie in Zeeland beter geweest dan landelijk. Er waren in vergelijking met Nederland als geheel steeds meer vacatures per werkzoekende. Dat is nu radicaal veranderd en Zeeland kent eind 2011 zelfs een iets ruimere arbeidsmarktsituatie in vergelijking met Nederland. 93

95 jan/06 apr/06 jul/06 okt/06 jan/07 apr/07 jul/07 okt/07 jan/08 apr/08 jul/08 okt/08 jan/09 apr/09 jul/09 okt/09 jan/10 apr/10 jul/10 okt/10 jan/11 apr/11 jul/11 okt/11 2,00 1,50 1,00 0,50 0,00 Nederland Totaal Zeeland Totaal Figuur 86 De krapte-indicatoren van Zeeland en Nederland met elkaar vergeleken (bron: De daling van de krapte-indicator wordt voor een groot gedeelte verklaard door de grote daling van het aantal openstaande vacatures. Tabel 17 NWW en vacatures; vergelijking tussen december 2010 en december 2011 (bron: Aantal kortdurend niet werkende werkzoekenden Aantal openstaande vacatures dec-10 dec-11 dec-10 dec-11 Nederland Zeeland Oosterschelderegio Walcheren Zeeuws-Vlaanderen Ook per regio zijn de krapte-indicatoren berekend. De ontwikkeling in de krapte op de arbeidsmarkt in de drie Zeeuwse regio s laat zien - naast de algemene trendbeweging die ook in Nederland aanwezig is - dat de Walcherse arbeidsmarkt vanaf 2007 de grootste pieken en dalen kent en dus het meest seizoensgevoelig is. De krapte op de arbeidsmarkt in Zeeuws-Vlaanderen laat dat het minst zien. 94

96 jan/06 apr/06 jul/06 okt/06 jan/07 apr/07 jul/07 okt/07 jan/08 apr/08 jul/08 okt/08 jan/09 apr/09 jul/09 okt/09 jan/10 apr/10 jul/10 okt/10 jan/11 apr/11 jul/11 okt/11 jan/06 apr/06 jul/06 okt/06 jan/07 apr/07 jul/07 okt/07 jan/08 apr/08 jul/08 okt/08 jan/09 apr/09 jul/09 okt/09 jan/10 apr/10 jul/10 okt/10 jan/11 apr/11 jul/11 okt/11 2,00 1,50 1,00 0,50 0,00 Zeeland Totaal Walcheren Totaal Oosterschelderegio Totaal Zeeuws-Vlaanderen Totaal Figuur 87 De krapte-indicatoren van Zeeland en de 3 Zeeuwse regio s met elkaar vergeleken (bron: In de volgende paragrafen zal per sector de krapte op de arbeidsmarkt worden besproken. In bijlage 2 staat een lijst met beroepen per sector. Elementaire en lagere niet-specialistische beroepen Het valt op dat de arbeidsmarkt van de elementaire en lagere niet-specialistische beroepen in Zeeland structureel krapper is dan die van Nederland. In de periode juni 2011 december 2011 is de krapte-indicator van Zeeland gedaald van krap (0,60) naar zeer ruim (0,10). Vanaf augustus 2011 zien we geen verschil meer in krapte tussen Nederland en Zeeland. 2,00 1,80 1,60 1,40 1,20 1,00 0,80 0,60 0,40 0,20 0,00 Nederland elementaire beroepen / lagere niet-specialistische beroepen Zeeland elementaire beroepen / lagere niet-specialistische beroepen Figuur 88 Elementaire en lagere niet-specialistische beroepen: de krapte-indicatoren van Zeeland en Nederland met elkaar vergeleken (bron: 95

97 jan/06 apr/06 jul/06 okt/06 jan/07 apr/07 jul/07 okt/07 jan/08 apr/08 jul/08 okt/08 jan/09 apr/09 jul/09 okt/09 jan/10 apr/10 jul/10 okt/10 jan/11 apr/11 jul/11 okt/11 In juni 2011 waren er nog 361 openstaande vacatures, in december 2011 was het aantal openstaande vacatures in Zeeland gedaald tot 63. Het aantal kortdurend niet werkende werkzoekenden is in Zeeland gestegen van 599 in juni 2011 naar 661 in december In onderstaande tabel wordt december 2011 vergeleken met december De daling van de krapteindicator komt met name door een forse daling van het aantal openstaande vacatures. Tabel 18 Elementaire en lagere niet-specialistische beroepen: een vergelijking tussen december 2010 en december 2011 (bron: Aantal kortdurend niet werkende werkzoekenden Aantal openstaande vacatures dec-10 dec-11 dec-10 dec-11 Nederland Zeeland Oosterschelderegio Walcheren Zeeuws-Vlaanderen Binnen Zeeland zijn er verschillen tussen de 3 regio s. Tot eind 2010 was de arbeidsmarkt in de Oosterschelderegio krapper dan die van de andere 2 regio s. De krapte op de arbeidsmarkt in Zeeuws-Vlaanderen ligt door de bank genomen onder het Zeeuwse gemiddelde. Eind 2011 geldt voor alle regio s dat de arbeidsmarkt zeer ruim is en er nauwelijks verschillen meer tussen de regio s zijn. 2,00 1,50 1,00 0,50 0,00 Zeeland elementaire beroepen / lagere niet-specialistische beroepen Oosterschelderegio elementaire beroepen / lagere niet-specialistische beroepen Walcheren elementaire beroepen / lagere niet-specialistische beroepen Zeeuws-Vlaanderen elementaire beroepen / lagere niet-specialistische beroepen Figuur 89 Elementaire en lagere niet-specialistische beroepen: de krapte-indicatoren van Zeeland en de 3 Zeeuwse regio s met elkaar vergeleken (bron: 96

98 jan/06 apr/06 jul/06 okt/06 jan/07 apr/07 jul/07 okt/07 jan/08 apr/08 jul/08 okt/08 jan/09 apr/09 jul/09 okt/09 jan/10 apr/10 jul/10 okt/10 jan/11 apr/11 jul/11 okt/11 Lagere en middelbare beroepen sector Economie Er zijn nauwelijks verschillen tussen Zeeland en Nederland. Van halverwege oktober 06 tot februari 09 is de arbeidsmarkt gemiddeld tot krap met enkele uitschieters tot maximaal 0,79. Sinds februari 09 tot december 11 is de arbeidsmarkt van de sector economie ruim tot zeer ruim. 2,00 1,50 1,00 0,50 0,00 Nederland lagere en middelbare beroepen sector economie Zeeland lagere en middelbare beroepen sector economie Figuur 90 Lagere en middelbare beroepen sector economie: de krapte-indicatoren van Zeeland en Nederland met elkaar vergeleken (bron: Net als bij de andere sectoren valt met name op dat het aantal openstaande vacatures fors is gedaald. Er zijn in Zeeland in december 2011 (699) zelfs minder kortdurend niet werkende werkzoekenden vergeleken met december 2010 (768). Dit geldt voor alle regio s behalve Walcheren. Hier waren, vergeleken met december 2010, in december 2011 meer niet kortdurend niet werkende werkzoekenden. Tabel 19 Sector Economie: een vergelijking tussen december 2010 en december 2011 (bron: Aantal kortdurend niet werkende werkzoekenden Aantal openstaande vacatures dec-10 dec-11 dec-10 dec-11 Nederland Zeeland Oosterschelderegio Walcheren Zeeuws-Vlaanderen Net als tussen Nederland en Zeeland zien we weinig verschillen tussen de 3 regio s. 97

99 jan/06 apr/06 jul/06 okt/06 jan/07 apr/07 jul/07 okt/07 jan/08 apr/08 jul/08 okt/08 jan/09 apr/09 jul/09 okt/09 jan/10 apr/10 jul/10 okt/10 jan/11 apr/11 jul/11 okt/11 jan/06 apr/06 jul/06 okt/06 jan/07 apr/07 jul/07 okt/07 jan/08 apr/08 jul/08 okt/08 jan/09 apr/09 jul/09 okt/09 jan/10 apr/10 jul/10 okt/10 jan/11 apr/11 jul/11 okt/11 2,00 1,50 1,00 0,50 0,00 Zeeland lagere en middelbare beroepen sector economie Oosterschelderegio lagere en middelbare beroepen sector economie Walcheren lagere en middelbare beroepen sector economie Zeeuws-Vlaanderen lagere en middelbare beroepen sector economie Figuur 91 Lagere en middelbare beroepen sector economie: de krapte-indicatoren van Zeeland en de 3 Zeeuwse regio s met elkaar vergeleken (bron: Lagere en middelbare beroepen sector Landbouw De Zeeuwse krapte-indicator is aan fluctuatie onderhevig omdat het om relatief lage aantallen gaat. Dit zou een verklaring kunnen zijn waarom het patroon in de Landbouwsector afwijkt van dat in de Nederlandse Landbouwsector. De invloed van de seizoenen is in Zeeland goed te herkennen. 2,00 1,50 1,00 0,50 0,00 Nederland lagere en middelbare beroepen sector landbouw Zeeland lagere en middelbare beroepen sector landbouw Figuur 92 Lagere en middelbare beroepen sector Landbouw: de krapte-indicatoren van Zeeland en Nederland met elkaar vergeleken (bron: 98

100 jan/06 apr/06 jul/06 okt/06 jan/07 apr/07 jul/07 okt/07 jan/08 apr/08 jul/08 okt/08 jan/09 apr/09 jul/09 okt/09 jan/10 apr/10 jul/10 okt/10 jan/11 apr/11 jul/11 okt/11 Tabel 20 Sector Landbouw: een vergelijking tussen december 2010 en december 2011 (bron: Aantal kortdurend niet werkende werkzoekenden Aantal openstaande vacatures dec-10 dec-11 dec-10 dec-11 Nederland Zeeland Oosterschelderegio Walcheren Zeeuws-Vlaanderen Een vergelijk tussen regio s is niet mogelijk, omdat het voor Walcheren en Zeeuws-Vlaanderen vaak niet mogelijk bleek een krapte-indicator te berekenen. Dit komt omdat in die 2 regio s de som van het aantal vacatures en het aantal kortdurend niet werkende werkzoekenden lager was dan 25. Lagere en middelbare beroepen sector Techniek Net als bij de elementaire en lagere niet-specialistische beroepen valt op dat de arbeidsmarkt van de sector Techniek in Zeeland structureel krapper is dan die van Nederland. Het verschil in krapte is in de loop der jaren wel kleiner geworden. In de periode mei 06 tot en met december 08 was de arbeidsmarkt in Zeeland zeer krap. 2,00 1,50 1,00 0,50 0,00 Nederland lagere en middelbare beroepen sector techniek Zeeland lagere en middelbare beroepen sector techniek Figuur 93 Lagere en middelbare beroepen sector Techniek: de krapte-indicatoren van Zeeland en Nederland met elkaar vergeleken (bron: Het aantal kortdurend niet werkende werkzoekenden is in Zeeland met ongeveer 300 gestegen. Deze stijging komt doordat in Walcheren het aantal kortdurend niet werkende werkzoekenden fors is gestegen. Deze stijging is waarschijnlijk toe te schrijven aan het faillissement van Zalco. Tabel 21 Sector Techniek: een vergelijking tussen december 2010 en december 2011 (bron: Aantal kortdurend niet werkende werkzoekenden Aantal openstaande vacatures dec-10 dec-11 dec-10 dec-11 Nederland Zeeland Oosterschelderegio Walcheren

101 jan/06 apr/06 jul/06 okt/06 jan/07 apr/07 jul/07 okt/07 jan/08 apr/08 jul/08 okt/08 jan/09 apr/09 jul/09 okt/09 jan/10 apr/10 jul/10 okt/10 jan/11 apr/11 jul/11 okt/11 Zeeuws-Vlaanderen In december 2011 waren er nauwelijks verschillen tussen de regio s. In de periode daarvoor zien we een wisselend beeld, vóór april 08 kampte Zeeuws-Vlaanderen vaak met de grootste krapte, daarna zijn er weinig verschillen tussen de regio s, met uitzondering van een paar uitschieters voor de regio Walcheren. 2,00 1,80 1,60 1,40 1,20 1,00 0,80 0,60 0,40 0,20 0,00 Zeeland lagere en middelbare beroepen sector techniek Oosterschelderegio lagere en middelbare beroepen sector techniek Walcheren lagere en middelbare beroepen sector techniek Zeeuws-Vlaanderen lagere en middelbare beroepen sector techniek Figuur 94 Lagere en middelbare beroepen sector techniek: de krapte-indicatoren van Zeeland en de 3 Zeeuwse regio s met elkaar vergeleken (bron: Lagere en middelbare beroepen sector Zorg en Welzijn De arbeidsmarkt is in Zeeland net als bij Techniek structureel krapper dan die van Nederland. Het krapteverschil wordt in de tijd wel kleiner. Verder valt op dat we in Zeeland te maken hebben met seizoensinvloeden. In de lente stijgt telkens de krapte. Deze stijging wordt wel steeds minder. In Nederland zie je seizoensinvloeden niet. 100

102 jan/06 apr/06 jul/06 okt/06 jan/07 apr/07 jul/07 okt/07 jan/08 apr/08 jul/08 okt/08 jan/09 apr/09 jul/09 okt/09 jan/10 apr/10 jul/10 okt/10 jan/11 apr/11 jul/11 okt/11 2,00 1,50 1,00 0,50 0,00 Nederland lagere en middelbare beroepen sector zorg en welzijn Zeeland lagere en middelbare beroepen sector zorg en welzijn Figuur 95 Lagere en middelbare beroepen sector Zorg en Welzijn: de krapte-indicatoren van Zeeland en Nederland met elkaar vergeleken (bron: Opvallend is dat ook in de sector Zorg en Welzijn het aantal openstaande vacatures drastisch is gedaald, terwijl het niet zo n crisisgevoelige sector lijkt. Het aantal kortdurend niet werkende werkzoekenden is vergeleken met december 10 nauwelijks veranderd in december 11. Tabel 22 Sector Zorg en Welzijn: een vergelijking tussen december 2010 en december 2011 (bron: Aantal kortdurend niet werkende werkzoekenden Aantal openstaande vacatures dec-10 dec-11 dec-10 dec-11 Nederland Zeeland Oosterschelderegio Walcheren Zeeuws-Vlaanderen Het blijkt dat in december 2011 in Zeeuws-Vlaanderen de arbeidsmarkt voor mensen die in de sector Zorg en Welzijn willen werken het minst ongunstig is. Maar ook daar is de arbeidsmarkt nog steeds ruim en staan voor elke vacature in Zorg en Welzijn drie kortdurend werklozen ingeschreven. 101

103 jan/06 apr/06 jul/06 okt/06 jan/07 apr/07 jul/07 okt/07 jan/08 apr/08 jul/08 okt/08 jan/09 apr/09 jul/09 okt/09 jan/10 apr/10 jul/10 okt/10 jan/11 apr/11 jul/11 okt/11 2,00 1,80 1,60 1,40 1,20 1,00 0,80 0,60 0,40 0,20 0,00 Zeeland lagere en middelbare beroepen sector zorg en welzijn Oosterschelderegio lagere en middelbare beroepen sector zorg en welzijn Walcheren lagere en middelbare beroepen sector zorg en welzijn Zeeuws-Vlaanderen lagere en middelbare beroepen sector zorg en welzijn Figuur 96 Lagere en middelbare beroepen sector Zorg en Welzijn: de krapte-indicatoren van Zeeland en de 3 Zeeuwse regio s met elkaar vergeleken (bron: Er is gekeken of het mogelijk was gegevens te presenteren op een lager niveau. Dit bleek vrijwel onmogelijk omdat in veel gevallen de optelsom van het aantal openstaande vacatures en de kortdurend NWW onder de 25 lag. In dat geval is het niet mogelijk een krapte-indicator te berekenen. Alleen voor de onderdelen middelbare technische beroepen en middelbare administratieve, commerciële beroepen is het incidenteel mogelijk om op regionaal niveau een krapte-indicator te berekenen. Ook op Zeeuws niveau is het slechts voor ongeveer de helft van de beroepen mogelijk om een krapte-indicator te berekenen. Eind 2011 zijn in Zeeland de beste arbeidsmarktkansen voor afgestudeerden die een juridisch, bestuurlijk of beveiligingsberoep zoeken op middelbaar niveau. Tegenover elke vacature staan iets meer dan twee kortdurend werkzoekenden. Ook bij de middelbare technische en verzorgende beroepen geeft de krapte-indicator voor Zeeland aan dat minder dan vier niet werkende werkzoekenden voor één vacature beschikbaar zijn. 4.5 Aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt Het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) voert jaarlijks onderzoek uit onder schoolverlaters. In deze onderzoeken worden onder andere vragen gesteld over de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt. Indicatoren om te beoordelen of het onderwijs en de arbeidsmarkt goed op elkaar aansluiten zijn: - werkloosheid (mismatch), - werk op het eigen opleidingsniveau, - werk binnen de eigen vakrichting, - de beloning (bruto uurloon van de schoolverlater) - de tevredenheid van de schoolverlater over de aansluiting Werkloosheid 102

104 Een grote mismatch tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt wordt zichtbaar als er in een regio veel vacatures zijn terwijl de werkloosheid er ook heel hoog is. Het CBS (februari, 2012) maakt melding van een toenemende werkloosheid in Nederland. De werkloosheid in Zeeland ligt steevast onder het landelijk niveau. In Zeeuws-Vlaanderen is de werkloosheid de laatste jaren hoger dan in de rest van Zeeland. Tabel 23 Werkloosheidspercentage (Bron: CBS) Nederland Zeeuws-Vlaanderen Overig Zeeland Zeeland ,5 4,5 4,6 4, ,5 3,5 3, ,8 3,9 3,2 3, ,8 4,3 3,4 3, ,4 4,4 3,8 3,9 In het ROA-onderzoek wordt aan de schoolverlaters gevraagd of ze op het moment van het onderzoek ongeveer 1,5 jaar na het behalen van hun diploma werkloos zijn 9. Zeeland scoort in 2008 op alle fronten goed in vergelijking met Nederland als geheel. Hoe hoger het niveau, des te lager de werkloosheidspercentages zijn. De beroepsbegeleidende leerwegen laten een beter arbeidsmarktresultaat zien dan de beroepsopleidende leerwegen. Schoolverlaters van de laagste niveaus van de beroepsopleidende leerwegen (BOL 1/2) blijken opvallend veel vaker werkloos dan de overige leerwegen en niveaus. Zij doen er over het algemeen ook langer over om een baan te vinden. Tabel 24 Mbo-schoolverlaters: werkloosheid (%) (2008) werkloosheid ten minste 4 mnd werkloos tot 1ste baan Zeeland Nederland Zeeland Nederland bol 1/2 9,6 9,9 10,3 8,1 bbl 1/2 0,0 1,0 0,0 2,0 bol 3/4 2,3 3,4 0,9 2,4 bbl 3/4 0,0 1,0 0,0 0,6 bron: tabellenboek Provincie Zeeland. ROA, juni 2009 Het ROA (2011) heeft voor 2008 de relatie berekend tussen de vacaturegraad in een gebied en het werkloosheidspercentage van MBO-schoolverlaters. De vacaturegraad is het aantal vacatures als percentage van het aantal banen van werknemers. Uit de relatie tussen vacaturegraad en werkloosheid is af te leiden dat in Zeeuws-Vlaanderen (punt 31) in 2008 een minder goede match bestond tussen onderwijs en arbeidsmarkt dan in de rest van Zeeland (punt 32). Bij een gelijke vacaturegraad is de werkloosheid in die regio hoger dan elders in de provincie. Er zijn echter gebieden in Nederland waar de match beduidend slechter is. 9 In de standaard ROA schoolverlatersonderzoeken zitten niet genoeg Zeeuwen om uitspraken op Zeeuws niveau te kunnen doen. De Provincie Zeeland heeft daarom in 2007, 2008 en 2011 opdracht gegeven de steekproef van Zeeland te vergroten. Het databestand van het onderzoek in 2011 wordt medio 2012 opgeleverd. In deze rapportage wordt daarom gebruik gemaakt van de gegevens uit het onderzoek van De meting in 2008 heeft betrekking op schoolverlaters van het schooljaar 2006/2007. Het is niet mogelijk om percentages per sector te presenteren. 103

105 Figuur 97 Relatie tussen vacaturegraad en werkloosheidspercentage van MBO-schoolverlaters voor 40 COROP-gebieden, 2008 (Bron: CBC/ROA) In de factsheet Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2010: feiten en cijfers (ROA, 2011) wordt opgemerkt dat wat betreft het werkloosheidspercentage de schoolverlaters in 2010 het beste kunnen wonen in Overijssel of Zeeland. Het werkloosheidpercentage onder schoolverlaters bedroeg in deze provincies in 2010 minder dan 4%. Dit suggereert een goede match tussen onderwijs en arbeidsmarkt in Zeeland. Opleidingsniveau en vakrichting Vergeleken met Nederland vinden Zeeuwse MBO-schoolverlaters in 2008 minder vaak een baan op het niveau van hun opleiding. Dat geldt vooral voor de laagste niveaus. Zeeuwse schoolverlaters van de beroepsopleidende leerwegen op niveau 3 en 4 vinden het vaakst (82%) een baan op het niveau van hun opleiding. Ongeveer de helft van de Zeeuwse BOL niveau 1 en 2 schoolverlaters heeft werk gevonden in hun eigen of een verwante richting. Vier van de vijf Zeeuwse MBO-schoolverlaters op niveau 3 en 4 heeft werk gevonden in de eigen vakrichting. Zeeland doet het daarin niet in alle gevallen beter dan Nederland als geheel. Dat geldt in ieder geval wel voor de hogere niveaus van de beroepsopleidende leerwegen van het MBO. Zij weten het vaakst een baan in hun eigen of aanverwant vakgebied te vinden. Tabel 25 MBO-schoolverlaters: vereiste opleidingsniveau en opleidingsrichting door werkgever (%) (2008) minimaal op eigen opleidingsniveau eigen/verwante richting Zeeland Nederland Zeeland Nederland BOL 1/ BBL 1/ BOL 3/ BBL 3/ bron: tabellenboek Provincie Zeeland. ROA, juni

106 Beoordeling aansluiting tussen de gevolgde opleiding en de huidige functie door schoolverlater Vergeleken met Nederland vinden in Zeeland meer MBO-schoolverlaters dat de aansluiting tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt voldoende of goed is. De schoolverlaters van de beroepsbegeleidende leerwegen zijn daarbij nog het meest tevreden. Tabel 26 Mbo-schoolverlaters: beoordeling aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt (% voldoende/goed) (2008) aansluiting voldoende/goed Zeeland Nederland BOL 1/ BBL 1/ BOL 3/ BBL 3/ bron: tabellenboek Provincie Zeeland. ROA, juni 2009 Beloning Naarmate het niveau hoger is verdienen de schoolverlaters meer. De schoolverlaters die een beroepsbegeleidende leerweg hebben gevolgd, verdienen meer dan schoolverlaters van de beroepsopleidende leerweg. Met een hogere MBO-opleiding in Zeeland verdien je ook meer dan gemiddeld in Nederland. Tabel 27 MBO-schoolverlaters: bruto uurloon ( ) (2008) Zeeland bruto uurloon Nederland BOL 1/2 7,19 7,44 BBL 1/2 9,88 9,80 BOL 3/4 10,41 9,92 BBL 3/4 12,67 12,08 bron: tabellenboek Provincie Zeeland. ROA, juni Conclusies De ontwikkelingen in Zeeland wat het aantal vacatures per werkzoekende betreft, volgt de beweging in Nederland. De arbeidsmarkt in Zeeland is de laatste jaren wel veel krapper geweest. Dat betekent grofweg gezegd dat ondernemers uit minder sollicitanten moesten kiezen. Vanuit het perspectief van werkzoekenden was de markt in Zeeland lange tijd dus veel gunstiger. Zij hadden bij een sollicitatie minder concurrenten. Er waren in de jaren 2006 tot 2009 vaak zelfs meer vacatures dan kortdurend niet werkende werkzoekenden. Wanneer echter een algemene relatie gelegd wordt tussen de vacaturegraad en werkloosheid scoort Zeeland niet beter dan gemiddeld. Inmiddels is ook het verschil in krapte verdwenen en staan in Zeeland evenals in Nederland als geheel tegenover elke vacature ongeveer 8 werkzoekenden (korter dan 6 maanden ingeschreven). Dat betekent dat de arbeidsmarktperspectieven voor werkzoekenden, waaronder de uitstromers uit het onderwijs, een stuk minder gunstig zijn geworden. Landelijk gezien waren er in het laatste kwartaal van 2011 het minste aantal nieuwe vacatures sinds 8 jaar. De cijfers van het UWV laten zien dat ook in Zeeland de hoeveelheid vacatures de laatste jaren afneemt. Dat geldt het sterkst voor elementaire beroepen. In januari 2008 waren daarin nog 105

107 ongeveer 400 vacatures, dat zijn er eind 2011 nog slechts 63. Ook voor technische beroepen op lager- en middelbaar niveau is het aantal vacatures sterk verminderd. De ontwikkelingen in de aantallen niet werkende werkzoekenden in Zeeland voor elementaire, lagere en middelbare beroepen volgen vrijwel exact hetzelfde patroon als die in Nederland. Het patroon in de landbouwsector wijkt nog het meest af van dat in de Nederlandse Landbouwsector. In de ontwikkeling in Zeeland is wat de elementaire-, lagere- en middelbare beroepen betreft sinds 2006 een duidelijke seizoensinvloed te herkennen. De trend gedurende de jaren is een dalende, waarna het aantal niet werkende werkzoekenden in Zeeland stabiel blijft. Het aantal mensen dat korter dan 6 maanden niet werkend werkzoekend is, loopt echter op. De drie Zeeuwse regio s volgen daarin op vrijwel gelijke hoogte hetzelfde patroon, zij het dat in Zeeuws-Vlaanderen de seizoensinvloeden minder sterk zijn en de trend over deze jaren minder sterk stijgend is. Het totaal aantal niet werkende werkzoekenden in de landbouw blijft in Zeeland door de jaren heen vrijwel stabiel. In de sector Zorg en Welzijn is de trend nog steeds dalend. In de sector Techniek is de trend sinds 2009 stijgend. Ondanks deze ontwikkelingen worden, door het ROA en het RWI in recente rapporten (medio en eind 2011), op de middellange en lange termijn in het bijzonder voor de sectoren Zorg en Techniek knelpunten verwacht op de arbeidsmarkt in Nederland. De aansluiting tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt is in 2008 in Zeeland volgens de schoolverlaters beter dan gemiddeld in Nederland. MBO-schoolverlaters in Zeeland vinden naar eigen zeggen sneller, vaker en beter betaald werk in hun eigen of verwante afstudeerrichting. Ze blijken wel vaker werk onder hun niveau te doen. Leerbedrijven zijn een belangrijke schakel tussen onderwijs en arbeidsmarkt. De aansluiting tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt is bij de beroepsbegeleidende leerweg immers beduidend beter dan bij de beroepsopleidende leerweg. De aansluiting is over het algemeen ook beter naarmate het niveau van het diploma hoger is. Voor een recenter beeld van de ervaren aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt is het wachten op nieuw onderzoek van het ROA. 106

108 5. Samenvattende conclusies en aanbevelingen Zeeland heeft en houdt een kwalitatief hoogwaardig onderwijsaanbod dat aansluit op de vraag van de regionale arbeidsmarkt, waarbij een goede aansluiting is tussen VMBO en MBO, waarbij recht wordt gedaan aan variëteit in denominatie, dat bereikbaar en betaalbaar is. Uit: De Zeeuwse uitdaging Zeeland is de afgelopen jaren aantrekkelijk geweest voor gezinnen met jonge kinderen. Deze instroom droogt volgens de nieuwe bevolkingsprognoses voor een belangrijk deel op. De economische recessie en het vastzitten van de woningmarkt zullen hierbij ongetwijfeld een invloed hebben. De grote steden zullen naar verwachting beter in staat zijn hun jongeren vast te houden. In het Rijksbeleid heeft de economische stimulering van de Randstad ook een belangrijke prioriteit. Gevolg voor een plattelandsprovincie als Zeeland is wel dat het aantal opgroeiende kinderen extra daalt en dat het Zeeuwse onderwijs het meer van de eigen aanwas moet hebben. Die aanwas daalt momenteel sterk en zal vanaf 2014 in heel Zeeland dalende aantallen leerlingen in het VO te zien geven. Vanaf 2018 zal die daling ook in het MBO doorzetten. Het Zeeuwse VO/MBO moet zich dan gaan instellen op een situatie met 18% minder leerlingen/deelnemers. Schaal Bereikbaar Betaalbaar De geografische schaal waarop onderwijs wordt georganiseerd heeft te maken met het kunnen organiseren van goed en goed bereikbaar onderwijs. Voor het basisonderwijs is primair de woonplaats de basis waarop schoollocaties worden georganiseerd. Dat heeft alles te maken met wat we in Zeeland beoordelen als bereikbaar onderwijs voor basisschoolleerlingen. Het basisonderwijs heeft het op dit moment door de dalende leerlingenaantallen moeilijk om die schaal vast te houden. In het voortgezet onderwijs is de schaal meer gemeentelijk en in toenemende mate regionaal. Ook hier speelt het willen organiseren van goed onderwijs op een zo laag mogelijke schaal die bereikbaar is voor jongeren in hun tienerjaren. De leerlingenaantallen in het VO gaan in de hele provincie fors dalen vanaf 2014 en in Zeeuws-Vlaanderen is de daling nu al een feit. Het wordt dus steeds moeilijker om goed onderwijs op de huidige schaal te blijven organiseren. Er wordt nu in 10 gemeenten in Zeeland voortgezet onderwijs gegeven. Goes en Middelburg zijn de uitgesproken centrumgemeenten voor VO in hun regio. Terneuzen is dat in mindere mate voor Zeeuws- Vlaanderen. De afstanden in de Oosterschelderegio en Zeeuws-Vlaanderen maken het in ieder geval voor leerlingen jonger dan 16 jaar die in de uithoeken wonen moeilijk om zelfstandig de centrumgemeente te bereiken. Zo is een scholier uit Retranchement is al snel tweeëneenhalf uur aan het fietsen om in Terneuzen te komen. Een scholier uit Renesse is zelfs bijna drie uur aan het fietsen naar Goes. Met uitzondering van het reformatorische Calvijn College zijn alle VO-scholen regionaal georganiseerd. In elke regio zijn VO-scholen die de afgelopen jaren zijn gegroeid en scholen die zijn gekrompen. De meeste VO-scholen in Zeeland hebben geen volledig gevuld sectorenpakket en geen enkele VO-school heeft een volledig gevuld profiel/afdelingen/programmapakket. De gymnasiumstroom in het VWO bevat bij enkele schoollocaties slechts enkele leerlingen. De vaak kleine leerlingenaantallen per profiel geven aan dat er - zoals KPMG in haar rapport stelt - sprake is van kleine groepen problematiek. 107

109 Het MBO is na de fusie tussen de twee ROC s voornamelijk op provinciaal niveau georganiseerd. De andere MBO-scholen in Zeeland hebben hun vestiging in Goes. Zij maken onderdeel uit van op boven provinciaal niveau opererende onderwijsinstellingen. In 2018 zal het aantal jongeren in de MBOleeftijd in Zeeland gaan dalen. Tot die tijd zal er hier nog niet echt sprake zijn van krimpproblematiek. De organisatieschaal van het MBO is daarom de komende zes jaar meer te relateren aan het ook specialistisch kunnen bedienen van de regionale arbeidsmarkt. Daarbij is duidelijk geworden in dit onderzoek dat een aantal opleidingsrichtingen op dit moment vooral in Zeeuws-Vlaanderen en bij het Hoornbeeck College en Edudelta gedragen worden door kleine groepen deelnemers. Een groot aantal MBO-opleidingen in Zeeland levert slechts één of enkele gediplomeerden per jaar. Huisvesting van scholen, waar ook gemeenten een rol in spelen, is in principe een afgeleide van de wijze waarop het onderwijs wordt georganiseerd. De dalende leerlingenaantallen nopen ook op dat punt tot bezinning. Voornemens tot nieuwbouw of opheffing van schoolpanden leiden vrijwel altijd tot maatschappelijke discussies. De discussie over de vestiging van een hoofdkantoor van het gefuseerde ROC in Zeeland is daar een recent voorbeeld van. De aanwezigheid van een school of schoolkantoor in een gemeente of regio wordt daarbij vaak benoemd als een kwaliteit op zichzelf. Het wordt gezien als vestigingsfactor voor inwoners en bedrijven, mede bepalend voor de aantrekkingskracht van een gebied. Aanwezigheid in een gebied en het kunnen blijven organiseren van kwalitatief hoogwaardig onderwijs raken door de demografische ontwikkelingen op gespannen voet met elkaar. In de afwegingen voor het onderwijs speelt nadrukkelijk de bereikbaarheid een rol. Dat is ook een kwaliteit van onderwijs. Het dient echter niet geïsoleerd, maar juist integraal te worden meegenomen in de organisatie van een kwalitatief hoogwaardig onderwijsaanbod in Zeeland. Dat betekent aandacht voor mobiliteit en vervoer en de bijdrage aan het vestigingsklimaat. Denominatieve variëteit Zeeland heeft een breed palet aan denominaties in het VO en MBO. Er is openbaar, algemeen bijzonder, rooms-katholiek, protestants-christelijk, reformatorisch, gemengd roomskatholiek/protestants-christelijk onderwijs. In dit onderzoek is niet gekeken naar de wijze waarop iedere instelling vorm geeft aan de denominatieve identiteit. De constatering is dat in elk van de drie Zeeuwse regio s meerdere denominaties aanwezig zijn, maar dat in geen enkele regio alle denominaties aanwezig zijn. Uit onderzoek naar schoolkeuzemotieven blijkt dat denominatie van ondergeschikt belang is voor de meeste ouders. Bekend is dat dit wel belangrijk wordt gevonden door de ouders die voor reformatorisch onderwijs kiezen. Zij hebben het er ook voor over om hun kinderen langer te laten reizen. Dit maakt dat de positie van het Calvijn College en Hoornbeeck College anders is dan de andere scholen. Bij de overgang van VO naar MBO kiest overigens wel een meerderheid van de leerlingen van het Calvijn College die een techniekopleiding gaan volgen voor het ROC in Zeeland. Dit illustreert de grenzen van het bereisbare. Aansluiting VMBO-MBO Van de VMBO-leerlingen op scholen in Zeeland die in 2011 zijn doorgestroomd naar het MBO volgt 16% een opleiding buiten Zeeland. De instroom vanuit het VMBO in het MBO in Zeeland is voor 17% afkomstig van buiten Zeeland. Een groot deel daarvan gaat de opleiding tot sport en bewegingcoördinator bij het CIOS in Goes volgen. 108

110 Per regio verschilt de profielkeuze van VMBO-leerlingen enorm. Zeeuws-Vlaanderen heeft relatief veel leerlingen in het intrasectorale programma Zorg en Welzijn, Walcheren veel in Techniek Breed en de Oosterschelderegio veel in Verzorging. Dat zijn ook zwaartepunten van de MBO-opleidingen in die regio s. Het is moeilijk om via de beschikbare leerlinggegevens cijfermatig grip te krijgen op de inspanningen van scholen om doorlopende leer- en zorglijnen te realiseren. Het VM2-experiment kent in 2011 in Zeeland in 79 leerlingen/deelnemers. Sinds 2007 is het aantal doorstromers van VMBO naar MBO aan het dalen. Veel VMBO-leerlingen kiezen ook niet een MBO-opleiding die direct in het verlengde ligt van hun VMBO-opleiding. Er zijn nogal wat sectorale switchers. In de VMBO-sectoren Landbouw is de doorstroom naar een andere sector in het MBO het grootst. Trends in Leerlingenstromen De algemene trend in Zeeland is dat in de afgelopen jaren het aantal leerlingen in de hogere vormen van onderwijs is gestegen, terwijl het aantal VMBO-leerlingen is gedaald. Deze HAVO-isering en VWO-isering zijn het sterkst zichtbaar in Walcheren. In Zeeuws-Vlaanderen lijkt deze trend opmerkelijk genoeg niet aanwezig. Het aandeel HAVO/VWO-leerlingen op het totaal aantal leerlingen in klas drie (41%) in Zeeland is lager dan het landelijk gemiddelde (47%). In Zeeland is sprake van directe HAVO-isering en VWO-isering vanuit de brugklassen in de Oosterschelderegio en vooral in Walcheren. In Zeeuws-Vlaanderen is dat anders. In Zeeuws- Vlaanderen volgen opvallend veel leerlingen vanuit de brugklas de route via VMBO-t naar HAVO-4. Dit is een meer indirecte vorm van HAVO-isering. Voor het behalen van een HAVO-diploma via deze route heeft de leerling een jaar meer nodig. In vergelijking met Nederland worden in Zeeland in HAVO en VWO veel vaker Techniekprofielen gekozen. Dat lijkt te passen bij een arbeidsmarkt met een accent op industrie. De vraag is of de uitstromers van deze opleidingen ook voor de Zeeuwse arbeidsmarkt betekenis hebben of dat dit toch vooral weglek naar opleidingen en banen elders in Nederland betekent. Enkele honderden MBO-deelnemers uit Zeeuws-Vlaanderen volgen een MBO-opleiding in de Oosterschelderegio of Walcheren. Het aantal Zeeuws-Vlaamse deelnemers dat een opleiding volgt in Walcheren is de afgelopen jaren gestegen. De komende zes jaar zullen de deelnemersaantallen in het MBO in Zeeland nog stabiel blijven. Alleen in Zeeuws-Vlaanderen zullen ze dalen. De instroom in het MBO zal in heel Zeeland vanaf 2018 sterk afnemen. De arbeidsmarkt zal daarna rekening moeten gaan houden met een sterke daling in de beschikbaarheid van afgestudeerde schoolverlaters. Arbeidsmarktontwikkelingen De arbeidsmarkt in Zeeland is jarenlang veel krapper geweest dan in Nederland. Alleen voor de sector Economie is de markt voor schoolverlaters minder gunstig geweest. Zeeland heeft met het beroepsonderwijs in de achter ons liggende periode een betere aansluiting gerealiseerd met de arbeidsmarkt dan elders in het land. Het laatste half jaar is het aantal vacatures in Zeeland drastisch 109

111 teruggelopen. De krapte op de arbeidsmarkt is in korte tijd helemaal omgeslagen naar een heel ruime arbeidsmarkt. De werkloosheid loopt ook op. Het demografisch effect van een sterker vergrijsde beroepsbevolking en een afwijkende arbeidsparticipatie waardoor in Zeeland relatief veel mensen uit de potentiële beroepsbevolking aan het werk zijn, wordt dan overschaduwd door een negatieve economische conjunctuurbeweging. In de sectoren Techniek en Zorg en Welzijn zijn dan geen tekorten meer, maar overschotten. In de sector Economie, waar de afgelopen jaren vraag en aanbod op de arbeidsmarkt iets meer in balans waren, zijn eveneens overschotten ontstaan. Het voorspellen van regionale economische ontwikkelingen is razend moeilijk. Het voorspellen van de vraag naar banen nog complexer. Dat geldt zeker voor de kleine groene sector. Wel is duidelijk dat de veranderende opbouw van de bevolking de vraag naar banen in Zorg en Welzijn zal doen toenemen. De trend in de Industrie dat door productiviteitsstijging en verplaatsing naar lage lonen landen minder banen worden gevraagd, zal mogelijk ook nog doorzetten. Kansen voor Zeeland worden wel gezien in de ontwikkeling van de biobased economy. De sector Economie met banen voor handel en reparatie, zakelijke dienstverlening en horeca is vooral afhankelijk voor de organisatie van de regionale consumptieve markt en het toerisme. Dat gaat om veel banen, maar is sterk conjunctuurgevoelig. Ontwikkelingen in de informatie- en communicatietechnologie en het gebruik van internet zorgen momenteel voor grote veranderingen in bestedingsgedrag die ook van grote invloed zijn op de regionale arbeidsmarkt. Aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt De belangrijkste dynamiek op de banenmarkt is de vervangingsvraag. De demografische ontwikkeling laat voor Zeeland zien dat die vervangingsvraag bij een stabiele economie de komende tijd extra hoog zal zijn. De opgave voor het onderwijs is om voor die vervangingsvraag goed gekwalificeerde mensen op te leiden. Daarvoor lijkt verbreding in de nu soms nog erg specialistische uitstroomprofielen in het MBO onontkoombaar. De stijgende deelnemersaantallen in de brede profielen ondersteunen die gedachte. De ontwikkelingen in leerlingen- en deelnemersaantallen in Zeeland vragen in ieder geval om sterkere regionale samenwerking in het VO, een samenwerking en afstemming op provinciaal niveau in het MBO en een verbeterde doorstroming van het VO naar het MBO. Scenario s In het KPMG rapport De Zeeuwse uitdaging worden drie scenario s geschetst voor de uitwerking van een masterplan voor het VO en MBO in Zeeland: scenario 1: lokaal onderwijs, handhaving en versterking van de huidige status quo van dertien onderwijsinstellingen in Zeeland scenario 2: regionaal onderwijs, leidend tot zeven onderwijsinstellingen in Zeeland, een mengeling van handhaving van de huidige status quo (reformatorische scholen, Edudelta en het gefuseerde ROC Zeeland Westerschelde) en regionale integratie van het overige VO. scenario 3: bovenregionaal onderwijs, met een algehele integratie tussen VO en MBO leidend tot twee onderwijsinstellingen in Zeeland: een reformatorische en een niet-reformatorische. 110

112 Huidige regionale spreiding van instroompunten blijft gehandhaafd (junior colleges), maar de bovenbouw (senior colleges) wordt op één centrale locatie geconcentreerd. Van elk scenario wordt aangegeven welke bijdrage te verwachten is aan de zes Zeeuwse onderwijsambities: Scenario 1 scoort goed op bereikbaarheid en denominatieve variëteit, maar zeer slecht op betaalbaarheid. Ook de bijdragen aan kwaliteit, aansluiting op de regionale arbeidsmarkt en aansluiting VMBO/MBO zijn relatief gering. Dit scenario levert feitelijk geen bijdrage aan een Zeeuwse ambitie en keert het tij niet. Scenario 3 scoort sterk op aansluiting VMBO/MBO en betaalbaarheid, draagt behoorlijk bij aan kwaliteit en arbeidsmarktaansluiting, maar er wordt ingeboet op bereikbaarheid en denominatieve variëteit, zij het dat daar waar denominatie er voor de gebruikers werkelijk toe doet (reformatorische gemeenschap) deze in stand blijft. Scenario 2 is een soort compromis, het draagt stevig bij aan de Zeeuwse ambities, vooral als het gaat om kwaliteit en aansluiting op de arbeidsmarkt. De nadruk ligt op een reorganisatie van het VO. Uit het onderhavige onderzoek naar de ontwikkelingen in de bevolking, het onderwijs en de arbeidsmarkt in Zeeland zijn niet direct aanbevelingen te destilleren voor een nieuwe bestuurlijkjuridische verankering van het VO en MBO in Zeeland. Het belang van dit rapport ligt ook veel meer in de onderwijskundige uitwerking van de hier geschetste trends en ontwikkelingen in leerlingenstromen. Uit het onderzoek komt wel duidelijk naar voren dat zowel VO als MBO zal moeten reorganiseren willen ze de komende jaren kwalitatief goed en betaalbaar onderwijs blijven realiseren. Scenario 1 is daarbij geen optie. Dat ligt ook te ver af van de al door de Zeeuwse onderwijsbestuurders getrokken conclusie dat een duurzame, niet vrijblijvende samenwerking binnen en tussen VO en MBO noodzakelijk is. De diversiteit aan instellingsbelangen zal daarvoor dan teveel hinderpalen opwerpen. De ontwikkelingen in vooral Zeeuws-Vlaanderen laten zien dat regionale aanbieding van een totaal MBO-onderwijspakket feitelijk ook geen optie is. De dalende deelnemersaantallen zullen dit model sterk onder druk zetten. In de andere regio s is verkaveling de realiteit en in scenario 2 zou dit leiden tot versnippering en verzwakking van het draagvlak voor kwalitatief hoogwaardig onderwijs. Voor het MBO is een volledig op scenario 2 geënte onderwijsorganisatie derhalve niet realistisch. De afstemming met de regionale arbeidsmarkt wordt in scenario 2 en ook in scenario 3 gezocht in strategische afspraken met het bedrijfsleven over het delen van faciliteiten en de mate waarin bedrijven bereid zijn om delen van opleidingen te verzorgen (stages, gastdocenten, BBL). Die samenwerking is essentieel voor een goede regionale inbedding van het MBO. Voor het bedrijfsleven geldt dan wel dat zij in het afsprakenpakket ook oog hebben voor de noodzaak van bredere uitstroomprofielen en bereid zijn daar een aandeel in te leveren. Dit in de regionale arbeidsmarkt ingebedde MBO dient bovendien voorafgegaan te worden door een ook daarop afgestemd VMBO. Het organiseren van doorlopende leerlijnen van VMBO naar MBO, zonder dat leerlingen al te snel in de fuik van een te smal opleidingsprogramma terecht komen, is een belangrijke opgave voor het onderwijsveld. Het MBO-opleidingendeel waarvoor regionaal in de samenwerking met het 111

113 bedrijfsleven te weinig draagvlak is, kan het best provinciaal georganiseerd worden. Dat betekent een oplossing richting scenario 3. De afnemende leerlingenaantallen waar het ook reformatorische onderwijs mee te maken krijgt, zal deze onderwijs-zuil nopen tot een niet vrijblijvende samenwerking met andere onderwijsinstellingen in Zeeland. Dit geldt zeker op MBO-niveau waar nu al geen volledig onderwijspakket wordt aangeboden en waar leerlingen vanuit het Calvijn College veelal doorstromen naar een niet reformatorisch ROC. Scenario 3 biedt hiervoor geen oplossingen en plaatst het reformatorische onderwijs als Klein Duimpje naast de reus. Of er voor het realiseren van de zes Zeeuwse onderwijsambities een megafusie tot twee instellingen noodzakelijk of wenselijk is, kan niet uit dit onderzoek worden afgeleid. In het VO is naast dalende leerlingenaantallen vooral HAVO-isering en keuze voor brede opleidingsprofielen de trend. Vroegtijdige specialisatie in het VO leidt tot meer overstapgedrag van leerlingen zoals de ontwikkelingen onder andere bij Edudelta illustreren. Het inzetten op brede regionaal georganiseerde juniorcolleges voor het VO lijkt daarbij betere kansen te bieden voor het ontwikkelen van doorlopende leerlijnen van VO naar MBO. Die ontwikkelingen verminderen feitelijk de noodzaak voor het VO om op te schalen tot Zeeuws niveau. In die zin is voor het VO de oplossingsrichting van scenario 2 daarom wellicht een meer praktisch haalbare, waarbij ook invulling gegeven kan worden aan de bereikbaarheid van kwalitatief hoogwaardig onderwijs. 112

114 Literatuur CBS (2011). Jaarboek onderwijs in cijfers Den Haag: CBS. HC en Scoop (2011). Masterplan voorzieningen Zeeuws-Vlaanderen. Amersfoort/Middelburg: HC/Scoop. Ministerie Onderwijs Cultuur en Wetenschappen (2011). Kerncijfers Den Haag: Rijksoverheid. KPMG (2011). De Zeeuwse uitdaging. Een uitwerking van drie toekomstscenario s voor het VO,VMBO en MBO in Zeeland die het tij moeten keren. Möhlmann J., S. Groot en H. de Groot (2009). De conjunctuurgevoeligheid van Europese sectoren en regio s. In : TPEdigitaal 5(1). Overbeeke, J. van, H. Schellekens en A. Smit (2011). Verhuisatlas deel 1. Middelburg: Scoop. Raad voor Werk en Inkomen (2011) Arbeidsmarktanalyse Den Haag: Albani Drukkers. Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (2011) Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2010: Feiten en cijfers. Maastricht: ROA. Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (2011) De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot Maastricht: ROA. Rekenkamer Zeeland (2011) Arbeidsmarkt en onderwijs in Zeeland: Onderzoek naar de aansluiting van het onderwijs en de arbeidsmarkt in de periode 2004 tot heden. Middelburg: Rekenkamer Zeeland. Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (2009) Tabellenboek: Onderzoek onder schoolverlaters meting 2007 en meting 2008, Provincie Zeeland. Maastricht: ROA. Wouw, D. van der et. al. (2010). Onderwijs ons goed; afnemende leerlingenaantallen in Zeeland. Middelburg/Vlissingen: Scoop/RPCZ. Zeeuwse onderwijsveld (2011). De handschoen opgepakt. Het antwoord van het Zeeuwse onderwijs op het onderzoeksrapport De Zeeuwse uitdaging, KPMG 2011 in opdracht van de Onderwijsautoriteit Zeeland. Goes: Bestuurlijk overleg VO-MBO. 113

115 Databronnen Voor de verschillende onderdelen van het onderzoek zijn de volgende databronnen gebruikt: Bevolking - Regionale demografische situatie en ontwikkelingen in de basisgeneraties voor VO en MBO CBS en de provinciale bevolkingsprognose 2012 Onderwijs - Regionale situatie en trends in leerlingenstromen DUO, scholen VO/MBO, Inspectie van het onderwijs - Huidige structuur en inrichting van de Zeeuwse VO s en MBO s Zeeuwse onderwijsinstellingen - Aantal geslaagden per sector van ROC Westerschelde, ROC Zeeland, Edudelta, Hoornbeeck College en vakopleidingen DUO, scholen VO/MBO Arbeidsmarkt - Regionale situatie en ontwikkelingen op de arbeidsmarkt CBS, KvK: RIBIZ Afstemming onderwijs-arbeidsmarkt - Werkloosheidspercentage van schoolverlaters in de beroepsbevolking naar opleidingscategorie Percentage onderbenutting bij werkzame schoolverlaters naar opleidingscategorie Percentage schoolverlaters werkzaam buiten de eigen vakrichting naar opleidingscategorie ROA - Krapte op de arbeidsmarkt per sector UWV/ 114

116 Bijlagen Bijlage 1 Het Nederlandse onderwijsstelsel (Ministerie OCW, 2011). 115

Goed voortgezet Update 2015

Goed voortgezet Update 2015 Goed voortgezet Update 215 Veranderende stromen in voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs in Zeeland in opdracht van het onderwijsveld in Zeeland Update 215 Veranderende stromen in voortgezet

Nadere informatie

Goed voortgezet Update 2015

Goed voortgezet Update 2015 Goed voortgezet Update 2015 Veranderende stromen in voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs in Zeeland in opdracht van het onderwijsveld in Zeeland Goed voortgezet Update 2015 Veranderende

Nadere informatie

Slim samenwerken binnen en tussen vmbo en mbo in Zeeland. Presentatie tbv Bustour Slim Samenwerken VNG 27 maart 2013

Slim samenwerken binnen en tussen vmbo en mbo in Zeeland. Presentatie tbv Bustour Slim Samenwerken VNG 27 maart 2013 Slim samenwerken binnen en tussen vmbo en mbo in Zeeland Presentatie tbv Bustour Slim Samenwerken VNG 27 maart 2013 Voorgeschiedenis (1) Taskforce Zeeland, opdracht minister Plasterk Maart 2010: rapport

Nadere informatie

RMC Factsheet. RMC Regio 31 Oosterschelde regio

RMC Factsheet. RMC Regio 31 Oosterschelde regio RMC Regio 31 Oosterschelde regio RMC Factsheet Convenantjaar 2013-2014 Nieuwe voortijdige schoolverlaters Definitieve cijfers - versie 1 Uitgave: november 2015 RMC regio 31 : Oosterschelde regio Dit document

Nadere informatie

RMC Regio 32 Walcheren. RMC Factsheet Convenantjaar Nieuwe voortijdige schoolverlaters Definitieve cijfers - versie 1 Uitgave: oktober 2018

RMC Regio 32 Walcheren. RMC Factsheet Convenantjaar Nieuwe voortijdige schoolverlaters Definitieve cijfers - versie 1 Uitgave: oktober 2018 RMC Regio 3 Walcheren RMC Factsheet Convenantjaar 6- Nieuwe voortijdige schoolverlaters Definitieve cijfers - versie Uitgave: oktober RMC regio 3 : Walcheren Dit document bevat gedetailleerde cijferinformatie

Nadere informatie

Van mbo en havo naar hbo

Van mbo en havo naar hbo Van mbo en havo naar hbo Dick Takkenberg en Rob Kapel Studenten die naar het hbo gaan, komen vooral van het mbo en de havo. In het algemeen blijven mbo ers die een opleiding in een bepaald vak- of studiegebied

Nadere informatie

De effecten van demografische ontwikkelingen op het onderwijs

De effecten van demografische ontwikkelingen op het onderwijs De effecten van demografische ontwikkelingen op het onderwijs Modus Inleiding Carlien de Witt Hamer In dit artikel worden de effecten beschreven die de demografische ontwikkelingen van de periode 1997-2001

Nadere informatie

5. Onderwijs en schoolkleur

5. Onderwijs en schoolkleur 5. Onderwijs en schoolkleur Niet-westerse allochtonen verlaten het Nederlandse onderwijssysteem gemiddeld met een lager onderwijsniveau dan autochtone leerlingen. Al in het basisonderwijs lopen allochtone

Nadere informatie

UITSTROOMMONITOR 2014-2015

UITSTROOMMONITOR 2014-2015 UITSTROOMMONITOR 2014-2015 Inhoud uitstroommonitor 2014-2015 Provincie: Provincie Zeeland pagina 4 Regio: Oosterschelde pagina 6-8 Walcheren pagina 9-11 Zeeuws-Vlaanderen pagina 12-14 Buiten Zeeland pagina

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Gemeente Midden- Kerncijfers uit de periode 2009-2014 Drentse Onderwijsmonitor 2014 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 9 de editie van de Drentse Onderwijsmonitor.

Nadere informatie

Welke routes doorlopen leerlingen in het onderwijs?

Welke routes doorlopen leerlingen in het onderwijs? Welke routes doorlopen leerlingen in het onderwijs? Wendy Jenje-Heijdel Na het examen in het voortgezet onderwijs staan leerlingen voor de keuze voor vervolgonderwijs. De meest gangbare routes lopen van

Nadere informatie

RMC Regio 33 Zeeuwsch-Vlaanderen. RMC Factsheet. Convenantjaar Nieuwe voortijdige schoolverlaters Voorlopige cijfers Uitgave: maart 2015

RMC Regio 33 Zeeuwsch-Vlaanderen. RMC Factsheet. Convenantjaar Nieuwe voortijdige schoolverlaters Voorlopige cijfers Uitgave: maart 2015 RMC Regio 33 Zeeuwsch-Vlaanderen RMC Factsheet Convenantjaar 2013-2014 Nieuwe voortijdige schoolverlaters Voorlopige cijfers Uitgave: maart 2015 RMC regio 33 : Zeeuwsch-Vlaanderen Dit document bevat gedetailleerde

Nadere informatie

index Technocentrum Kwantitatieve regioanalyse technisch beroepsonderwijs Provincie Noord-Brabant

index Technocentrum Kwantitatieve regioanalyse technisch beroepsonderwijs Provincie Noord-Brabant index Technocentrum Kwantitatieve regioanalyse technisch beroepsonderwijs Provincie Noord-Brabant Inhoudsopgave 1. Mbo Techniek... 3 1.1 Deelnemers mbo techniek... 3 1.1.1 Onderwijsinstellingen... 3 1.1.2

Nadere informatie

Opleidingsniveau stijgt

Opleidingsniveau stijgt Opleidingsniveau stijgt Grote doorstroom naar hogere niveaus Meer leerlingen vanuit vmbo naar havo Grote groep mbo ers naar het hbo 10 Jongens groeien gedurende hun onderwijsloopbaan Jongens na een diploma

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 31 289 Voortgezet Onderwijs 30 079 VMBO Nr. 351 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Informatie 8ste jaarsouders

Informatie 8ste jaarsouders Informatie 8ste jaarsouders NIO donderdag 8 november 2012 Deze wordt afgenomen door Eduniek, onze schoolbegeleidingsdienst. Uitslag na de kerstvakantie, samen met het schooladvies. Aanvullende informatie

Nadere informatie

FACTSHEET Verwante en niet-verwante doorstroom in de beroepskolom

FACTSHEET Verwante en niet-verwante doorstroom in de beroepskolom FACTSHEET Verwante en niet-verwante doorstroom in de beroepskolom In het Nederlands onderwijsbestel moeten kinderen op jonge leeftijd belangrijke keuzes maken die de rest van hun loopbaan beïnvloedt. De

Nadere informatie

Ontwikkeling en regionale verdeling van de vmbo-leerlingen elektro-, installatie- en metaaltechniek ( )

Ontwikkeling en regionale verdeling van de vmbo-leerlingen elektro-, installatie- en metaaltechniek ( ) Ontwikkeling en regionale verdeling van de vmbo-leerlingen elektro-, installatie- en metaaltechniek (2005-2013) Dit onderzoeksbericht geeft een eerste beeld van de ontwikkeling van het aantal vmbo-leerlingen

Nadere informatie

kunnen onder meer onderling afspraken maken over wijzigingen in hun onderwijsaanbod.

kunnen onder meer onderling afspraken maken over wijzigingen in hun onderwijsaanbod. >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA..DEN HAAG Voortgezet Onderwijs Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den

Nadere informatie

kiezen ontdekken doen

kiezen ontdekken doen kiezen ontdekken doen op vmbo-, mavo-, havo/vwo- en mbo-niveau met een praktische, versnelde opleiding naar het hbo Tot 2011 vmbo De Kring, sector Landbouw breed Leerwegen: bbl (+lwoo) kbl gl Sinds 2004

Nadere informatie

Voortgezet onderwijs. Ontwikkeling van het aantal leerlingen in Noord-Brabant. Transvorm Tilburg, januari 2019 T F

Voortgezet onderwijs. Ontwikkeling van het aantal leerlingen in Noord-Brabant. Transvorm Tilburg, januari 2019 T F Voortgezet onderwijs Ontwikkeling van het aantal leerlingen in Noord-Brabant Transvorm Tilburg, januari 2019 Spoorlaan 171 04 5038 CB Tilburg Postbus 4275 5004 JG Tilburg T 088 144 40 00 F 088 144 40 88

Nadere informatie

Informatie voor ouders groep 8 over: Overgang van PO naar VO

Informatie voor ouders groep 8 over: Overgang van PO naar VO Informatie voor ouders groep 8 over: Overgang van PO naar VO De Overstap Let op! Informatie over de procedure aanmelding wordt tijdens de decemberavonden in het VO aan de ouders gegeven. Inrichting van

Nadere informatie

Waar is de leraar scheikunde? Ontwikkelingen in tekortvakken in het vo

Waar is de leraar scheikunde? Ontwikkelingen in tekortvakken in het vo Waar is de leraar scheikunde? Ontwikkelingen in tekortvakken in het vo 1. Inleiding In de afgelopen jaren is het aantal leerlingen in het voortgezet onderwijs (vo) gegroeid van 902.000 leerlingen in 2009

Nadere informatie

Update door- en uitstroomcijfers participatie zonder startkwalificatie

Update door- en uitstroomcijfers participatie zonder startkwalificatie Update door- en uitstroomcijfers participatie zonder startkwalificatie Samenvatting Op basis van de geactualiseerde gegevens van het CBS zien de samenwerkende inspecties binnen Toezicht Sociaal Domein

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 0 03 30 079 VMBO Nr. 36 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 9 oktober

Nadere informatie

We werken al veel samen op het gebied waar het kan en meer geconcentreerd. zodat er meer geld beschikbaar komt opleidingen meer specialistisch zijn

We werken al veel samen op het gebied waar het kan en meer geconcentreerd. zodat er meer geld beschikbaar komt opleidingen meer specialistisch zijn 2 In de afgelopen jaren is al veel gedaan om het onderwijs in Zeeland meer toekomstbestendig te maken. Daarmee is een aanzet gegeven voor een gezonde toekomst van het onderwijs in Zeeland, maar ligt er

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Gemeente Kerncijfers uit de periode 2008-2013 Drentse Onderwijsmonitor 2013 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 8ste editie van de Drentse Onderwijsmonitor. Dit

Nadere informatie

Uitleg en verdieping CBS data infographic Participatie zonder Startkwalificatie

Uitleg en verdieping CBS data infographic Participatie zonder Startkwalificatie Uitleg en verdieping CBS data infographic Participatie zonder Startkwalificatie DOOR- EN UITSTROOM UIT PRAKTIJKONDERWIJS, VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS EN ENTREE-OPLEIDINGEN (COHORT 2013/14, 2014/15 EN

Nadere informatie

Mobiliteit van leraren tussen onderwijssectoren

Mobiliteit van leraren tussen onderwijssectoren Mobiliteit van leraren tussen onderwijssectoren Versie 2 Datum 15 oktober 2018 Status Definitief Onze referentie 1427719 Colofon Directie Projectnaam Contactpersoon Kennis/DUO Mobiliteit leraren Ministerie

Nadere informatie

Aandeel meisjes in de bètatechniek VMBO

Aandeel meisjes in de bètatechniek VMBO Vrouwen in de bètatechniek Traditioneel kiezen veel meer mannen dan vrouwen voor een bètatechnische opleiding. Toch lijkt hier de afgelopen jaren langzaam verandering in te komen. Deze factsheet geeft

Nadere informatie

Voortgezet onderwijs in de provincie Groningen

Voortgezet onderwijs in de provincie Groningen FACTSHEET Voortgezet onderwijs in de provincie In deze factsheet gaan we in op de situatie in het voortgezet onderwijs in de provincie, en vergelijken die met de situatie in Nederland. Hoeveel scholen

Nadere informatie

We willen de Zeeuwse jongeren zo goed mogelijk toerusten voor hun latere rollen als werknemer, ondernemer, ouder, burger et cetera.

We willen de Zeeuwse jongeren zo goed mogelijk toerusten voor hun latere rollen als werknemer, ondernemer, ouder, burger et cetera. 2 In de afgelopen jaren is al veel gedaan om het onderwijs in Zeeland meer toekomstbestendig te maken. Daarmee is een aanzet gegeven voor een gezonde toekomst van het onderwijs in Zeeland, maar ligt er

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA..DEN HAAG Voortgezet Onderwijs Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag

Nadere informatie

Nalevingsonderzoek verkoop alcohol Zeeuwse gemeenten 2016

Nalevingsonderzoek verkoop alcohol Zeeuwse gemeenten 2016 Nalevingsonderzoek verkoop alcohol Zeeuwse gemeenten 2016 Inleiding Het Zeeuwse project Laat Ze Niet Verzuipen! (LZNVZ) 1 en de 13 Zeeuwse gemeenten willen inzicht in de mate waarin alcoholverstrekkers

Nadere informatie

Nalevingsonderzoek verkoop alcohol Zeeuwse gemeenten 2016

Nalevingsonderzoek verkoop alcohol Zeeuwse gemeenten 2016 Middelburg, juni 2016 Colofon ZB 2016 Samenstelling José van den Boomgaard Ankie Smit Esther van Sprundel ZB Planbureau en Bibliotheek van Zeeland Kousteensedijk 7 4331 JE Middelburg Postbus 8004 4330

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Gemeente Kerncijfers uit de periode 2009-2014 Drentse Onderwijsmonitor 2014 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 9 de editie van de Drentse Onderwijsmonitor. Dit

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Midden- Kern cijfers uit de periode 2010-2015 OM_Midden--DEF.indd 1 18-05-16 11:16 Drentse Onderwijsmonitor 2015 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 10

Nadere informatie

Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt

Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 1999- ROA Colofon Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA). Niets uit deze uitgave mag op enige manier worden verveelvoudigd zonder voorafgaande

Nadere informatie

1. Teller UZS in RMC Regio Utrecht

1. Teller UZS in RMC Regio Utrecht Voorblad bij Rapportage UzS oktober 2014 t/m 1 okt 2015 RMC Regio Utrecht 1. Teller uitschrijvingen zonder startkwalificatie 2. Leeswijzer 3. Conclusies en aanbevelingen 1. Teller UZS in RMC Regio Utrecht

Nadere informatie

Factsheet ontwikkelingen zorgleerlingen

Factsheet ontwikkelingen zorgleerlingen Factsheet ontwikkelingen zorgleerlingen Algemene Onderwijsbond juni 2011 Basisonderwijs verwijst steeds minder, bij voortgezet onderwijs groeit uitsluitend zware zorg Passend onderwijs is op de goede weg.

Nadere informatie

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Deelrapport Kohnstamm Instituut over doorstroom vmbo-mbo t.b.v. NRO-project 405-14-580-002 Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Inleiding De doorstroom van vmbo naar mbo in de groene sector is lager dan de doorstroom

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Zeeland, maart 2016

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Zeeland, maart 2016 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Zeeland, maart 2016 Doorstroom van WW naar bijstand in grotere gemeenten hoger Het aantal mensen dat na afloop van de WW in de bijstand terecht komt groeide de afgelopen jaren.

Nadere informatie

Erratum Jaarboek onderwijs 2008

Erratum Jaarboek onderwijs 2008 Centraal Bureau voor de Statistiek Erratum 13 december 2007 Erratum Jaarboek onderwijs 2008 Ondanks de zorgvuldigheid waarmee deze publicatie is samengesteld, is een aantal zaken niet juist vermeld. Onze

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Assen Kern cijfers uit de periode 2010-2015 OM_Assen-DEF.indd 1 18-05-16 11:13 Drentse Onderwijsmonitor 2015 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 10 de

Nadere informatie

Facts & Figures Drenthe

Facts & Figures Drenthe Facts & Figures Drenthe Prognose van leerlingaantallen In Drenthe wordt er een krimp verwacht van het totale leerlingenaantal op het vmbo. Dit gaat over de basisberoepsgerichte, kaderberoepsgerichte, theoretische-

Nadere informatie

De kwaliteit van ons onderwijs Examenresultaten Stedelijk College Zoetermeer

De kwaliteit van ons onderwijs Examenresultaten Stedelijk College Zoetermeer De kwaliteit van ons onderwijs Examenresultaten Stedelijk College Zoetermeer schooljaar 2005-2006 schooljaar 2006-2007 schooljaar 2007-2008 Gemiddelde examenresultaten over de laatste drie schooljaren

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Kerncijfers uit de periode - Drentse Onderwijsmonitor Feitenblad Onlangs verscheen de de editie van de Drentse Onderwijsmonitor. Dit rapport brengt de onderwijspositie

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Kerncijfers uit de periode 20-20 Drentse Onderwijsmonitor 20 Feitenblad Onlangs verscheen de de editie van de Drentse Onderwijsmonitor. Dit rapport brengt de onderwijspositie

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Kern cijfers uit de periode 2010-2015 OM_-DEF.indd 1 18-05-16 11:15 Drentse Onderwijsmonitor 2015 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 10 de editie van

Nadere informatie

jeugdwerkloosheid 64% werklozen volgt opleiding 800 jongeren geregistreerd als werkloze

jeugdwerkloosheid 64% werklozen volgt opleiding 800 jongeren geregistreerd als werkloze 1 Jeugdwerkloosheid Fact sheet augustus 2014 Er zijn in ruim 15.000 jongeren in de leeftijd van 15 tot 27 jaar (januari 2014). Veel jongeren volgen een opleiding of hebben een baan. De laatste jaren zijn

Nadere informatie

Informatie voor ouders groep 8 over: Overgang van PO naar VO

Informatie voor ouders groep 8 over: Overgang van PO naar VO Informatie voor ouders groep 8 over: Overgang van PO naar VO De Overstap Let op! Informatie over de aanmeldprocedure krijgt u tijdens de informatieavonden in november en december op de vo-scholen. Inrichting

Nadere informatie

Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025

Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025 Persbericht PB13 062 1 oktober 2013 9:30 uur Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025 Tussen 2012 en 2025 groeit de bevolking van Nederland met rond 650 duizend tot 17,4 miljoen

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Gemeente Emmen Kerncijfers uit de periode 2008-2013 Drentse Onderwijsmonitor 2013 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 8ste editie van de Drentse Onderwijsmonitor.

Nadere informatie

Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 2e kwartaal 2007

Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 2e kwartaal 2007 Landelijke Jeugdmonitor Rapportage 2e kwartaal 2007 Centraal Bureau voor de Statistiek Voorburg/Heerlen, 2007 Verklaring der tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim = nihil = (indien

Nadere informatie

Scholen in de Randstad sterk gekleurd

Scholen in de Randstad sterk gekleurd Scholen in de Randstad sterk gekleurd Marijke Hartgers Autochtone en niet-westers allochtone leerlingen zijn niet gelijk over de Nederlandse schoolvestigingen verdeeld. Dat komt vooral doordat niet-westerse

Nadere informatie

Voortijdig schoolverlaters 0c van misdrijf in Nederland, naar woongemeente ente (G4) en schoolsoort

Voortijdig schoolverlaters 0c van misdrijf in Nederland, naar woongemeente ente (G4) en schoolsoort 08 Voortijdig schoolverlaters 0c olverlaters verdacht van misdrijf in Nederland, naar woongemeente ente (G4) en schoolsoort Toelichting bij geleverde everde maatwerktabellen De maatwerktabel bevat gegevens

Nadere informatie

Regionale arbeidsmarktanalyse voortgezet onderwijs 2018

Regionale arbeidsmarktanalyse voortgezet onderwijs 2018 Rotterdam De arbeidsmarkt in het voortgezet onderwijs is in belangrijke mate een regionale arbeidsmarkt. Dit betekent dat ontwikkelingen in de ene regio niet per definitie hetzelfde zijn als in een andere

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Kerncijfers uit de periode 20-20 Drentse Onderwijsmonitor 20 Feitenblad Onlangs verscheen de de editie van de Drentse Onderwijsmonitor. Dit rapport brengt de onderwijspositie

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Kerncijfers uit de periode 01-01 Feitenblad Na 1 jaren van schriftelijke edities is vanaf april 019 de Drentse Onderwijsmonitor online beschikbaar via de website van

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Kern cijfers uit de periode 2010-2015 OM_-DEF.indd 1 18-05-16 11:16 Drentse Onderwijsmonitor 2015 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 10 de editie van

Nadere informatie

Regionale arbeidsmarktanalyse voortgezet onderwijs 2018

Regionale arbeidsmarktanalyse voortgezet onderwijs 2018 De arbeidsmarkt in het voortgezet onderwijs is in belangrijke mate een regionale arbeidsmarkt. Dit betekent dat ontwikkelingen in de ene regio niet per definitie hetzelfde zijn als in een andere regio.

Nadere informatie

WoON-themarapport. Woningbouwplanningen van kwantiteit naar kwaliteit

WoON-themarapport. Woningbouwplanningen van kwantiteit naar kwaliteit Woningbouwplanningen van kwantiteit naar kwaliteit Middelburg, december 2013 Colofon SCOOP 2013 Samenstelling Dick van der Wouw Nadet Somers SCOOP Zeeuws instituut voor sociale en culturele ontwikkeling

Nadere informatie

Statistisch Jaarboek 2003. onderwijs

Statistisch Jaarboek 2003. onderwijs 67 5 68 Onderwijs Basis: meer leerlingen, rooms-katholiek het grootst Op 1 oktober 2002 telde Hengelo 28 basisscholen bestaande uit 10 openbare, 10 rooms-katholieke, 5 protestants-christelijke, 1 gereformeerde

Nadere informatie

Regionale arbeidsmarktanalyse voortgezet onderwijs 2018

Regionale arbeidsmarktanalyse voortgezet onderwijs 2018 Zuid- en Oost-Gelderland Ontwikkeling aantal leerlingen, 212-216 Bron: Scenariomodel-VO +6,7% Prognose aantal leerlingen, 217-221 Bron: Scenariomodel-VO -9,1% Tussen 212 en 216 is het aantal leerlingen

Nadere informatie

Minder jongeren zonder startkwalificatie van school

Minder jongeren zonder startkwalificatie van school Minder jongeren zonder startkwalificatie van school 09 Aantal voortijdig schoolverlaters gedaald Lissabondoelstelling om voortijdig schoolverlaten terug te dringen bijna gehaald Meer mannen dan vrouwen

Nadere informatie

Regionale arbeidsmarktanalyse voortgezet onderwijs 2018

Regionale arbeidsmarktanalyse voortgezet onderwijs 2018 De arbeidsmarkt in het voortgezet onderwijs is in belangrijke mate een regionale arbeidsmarkt. Dit betekent dat ontwikkelingen in de ene regio niet per definitie hetzelfde zijn als in een andere regio.

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Emmen Kern cijfers uit de periode 2010-2015 OM_Emmen-DEF.indd 1 18-05-16 11:15 Drentse Onderwijsmonitor 2015 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 10 de

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Kern cijfers uit de periode 2010-2015 OM_-DEF.indd 1 18-05-16 11:16 Drentse Onderwijsmonitor 2015 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 10 de editie van

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Kerncijfers uit de periode 0-0 Drentse Onderwijsmonitor 0 Feitenblad Onlangs verscheen de de editie van de Drentse Onderwijsmonitor. Dit rapport brengt de onderwijspositie

Nadere informatie

Hoofdlijnenakkoord voor het inrichten van een Regionaal Arrangement Beroepsonderwijs Amsterdam

Hoofdlijnenakkoord voor het inrichten van een Regionaal Arrangement Beroepsonderwijs Amsterdam Afdeling Onderwijs, Jeugd en Educatie Team Onderwijs VO Hoofdlijnenakkoord voor het inrichten van een Regionaal Arrangement Beroepsonderwijs Amsterdam Betrokken partijen: De instellingen voor Beroepsonderwijs

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Kerncijfers uit de periode 2012-201 Feitenblad Na 12 jaren van schriftelijke edities is vanaf april 2019 de Drentse Onderwijsmonitor online beschikbaar via de website

Nadere informatie

Factsheet ontwikkelingen zorgleerlingen. Algemene Onderwijsbond juni 2011

Factsheet ontwikkelingen zorgleerlingen. Algemene Onderwijsbond juni 2011 Factsheet ontwikkelingen zorgleerlingen Algemene Onderwijsbond juni 2011 Basisonderwijs verwijst steeds minder, bij voortgezet onderwijs groeit uitsluitend zware zorg Passend onderwijs is op de goede weg.

Nadere informatie

Monitor Economie 2018

Monitor Economie 2018 Monitor Economie 2018 Economische kerncijfers van de MVSgemeenten Augustus 2018 Inhoudsopgave Economische ontwikkeling 3 Werkgelegenheid 5 Arbeidsparticipatie 10 Inkomen en uitkeringen 13 Armoede en schuldhulpverlening

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Kerncijfers uit de periode - Drentse Onderwijsmonitor Feitenblad Onlangs verscheen de de editie van de Drentse Onderwijsmonitor. Dit rapport brengt de onderwijspositie

Nadere informatie

Welkom. op de informatieavond voor ouders over: Overgang van PO naar VO

Welkom. op de informatieavond voor ouders over: Overgang van PO naar VO Welkom op de informatieavond voor ouders over: Overgang van PO naar VO SCHOOLSOORTEN PRO VMBO HAVO PRaktijkOnderwijs Voorbereidend Middelbaar BeroepsOnderwijs Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs VWO Voorbereidend

Nadere informatie

Bevolkingsprognose Deventer 2015

Bevolkingsprognose Deventer 2015 Bevolkingsprognose Deventer 2015 Aantallen en samenstelling van bevolking en huishoudens Augustus 2015 augustus 2015 Uitgave : team Kennis en Verkenning Naam : John Stam Telefoonnummer : 0570 693298 Mail

Nadere informatie

Tabellenrapportage Quickscan leerlingendaling VO. schoolbesturen, gemeenten en provincies

Tabellenrapportage Quickscan leerlingendaling VO. schoolbesturen, gemeenten en provincies Tabellenrapportage Quickscan leerlingendaling VO schoolbesturen, gemeenten en provincies Tabellenrapportage Quickscan leerlingendaling VO schoolbesturen, gemeenten en provincies Opdrachtgever: Ministerie

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Zeeland, mei 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Zeeland, mei 2017 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Zeeland, mei 2017 Aantal nieuwe WW-uitkeringen blijft dalen Het aantal nieuwe WW-aanvragen lag in de eerste vijf en van dit jaar in Zeeland 19% lager dan in dezelfde periode vorig

Nadere informatie

Informatie voor ouders groep 8 over: Overgang van PO naar VO

Informatie voor ouders groep 8 over: Overgang van PO naar VO Informatie voor ouders groep 8 over: D De E O Overstap V E R S T A P Overgang van PO naar VO Let op! Informatie over de procedure aanmelding wordt tijdens de decemberavonden in het VO aan de ouders gegeven.

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Kern cijfers uit de periode 2010-2015 OM_-DEF.indd 1 18-05-16 11:14 Drentse Onderwijsmonitor 2015 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 10 de editie van

Nadere informatie

Onderwijs in Kaart 2018 Midden-Brabant

Onderwijs in Kaart 2018 Midden-Brabant Onderwijs in Kaart 2018 Midden-Brabant Cijfermatige onderwijsontwikkelingen in Midden-Brabant Transvorm Tilburg, mei 2018 Spoorlaan 171 04 5038 CB Tilburg Postbus 4275 5004 JG Tilburg T 088 144 40 00 F

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Kern cijfers uit de periode 2010-2015 OM_-DEF.indd 1 18-05-16 11:13 Drentse Onderwijsmonitor 2015 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 10 de editie van

Nadere informatie

Samenvatting. Slaagpercentage per schooltype. Slaagpercentage per vmbo-leerweg

Samenvatting. Slaagpercentage per schooltype. Slaagpercentage per vmbo-leerweg Examenmonitor vo 1 Samenvatting In de afgelopen periode zijn maatregelen genomen om de waarde van het diploma te versterken. Een van die maatregelen is het aanscherpen van de exameneisen. Deze maatregel

Nadere informatie

KWANTITATIEVE REGIOANALYSE TECHNISCH BEROEPSONDERWIJS

KWANTITATIEVE REGIOANALYSE TECHNISCH BEROEPSONDERWIJS - editie 2007 KWANTITATIEVE REGIOANALYSE TECHNISCH BEROEPSONDERWIJS REGIO MIDDEN- EN WEST-BRABANT - Samenvatting - Een initiatief van index Technocentrum Midden- en West-Brabant index Technocentrum Mozartlaan

Nadere informatie

Middelbaar beroepsonderwijs regio Arnhem

Middelbaar beroepsonderwijs regio Arnhem Deze factsheet toont de ontwikkeling van het aantal studenten in het middelbaar beroepsonderwijs in de regio Arnhem. De cijfers geven inzicht in de ontwikkelingen per sector, niveau en leerweg. Daarnaast

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Kerncijfers uit de periode 2012-20 Feitenblad Na 12 jaren van schriftelijke edities is vanaf april 2019 de Drentse Onderwijsmonitor online beschikbaar via de website

Nadere informatie

Update basisinformatie Koers VO

Update basisinformatie Koers VO Update basisinformatie Koers VO Actuele stand 1-10-010 Actis onderzoek M. Bouwmans MSc. Rotterdam, 6 mei 011 Inhoudsopgave 1 Inlei di ng 3 1.1 Leeswijzer 3 Sam enw er kingsver band Koers VO 4.1 Aantal

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Kerncijfers uit de periode 20-20 Drentse Onderwijsmonitor 20 Feitenblad Onlangs verscheen de de editie van de Drentse Onderwijsmonitor. Dit rapport brengt de onderwijspositie

Nadere informatie

Onderwijs in Kaart 2018 Noordoost-Brabant

Onderwijs in Kaart 2018 Noordoost-Brabant Onderwijs in Kaart 2018 Noordoost-Brabant Cijfermatige ontwikkelingen in Noordoost-Brabant Transvorm Tilburg, mei 2018 Spoorlaan 171 04 5038 CB Tilburg Postbus 4275 5004 JG Tilburg T 088 144 40 00 F 088

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Kerncijfers uit de periode - Drentse Onderwijsmonitor Feitenblad Onlangs verscheen de de editie van de Drentse Onderwijsmonitor. Dit rapport brengt de onderwijspositie

Nadere informatie

Regionale arbeidsmarktanalyse voortgezet onderwijs 2018

Regionale arbeidsmarktanalyse voortgezet onderwijs 2018 De arbeidsmarkt in het voortgezet onderwijs is in belangrijke mate een regionale arbeidsmarkt. Dit betekent dat ontwikkelingen in de ene regio niet per definitie hetzelfde zijn als in een andere regio.

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Kerncijfers uit de periode - Feitenblad Onlangs verscheen de de editie van de Drentse Onderwijsmonitor. Dit rapport brengt de onderwijspositie en -prestaties van Drentse

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Midden- Kerncijfers uit de periode - Feitenblad Midden- Leerlingen op de basisscholen in de gemeente Midden- De gemeente Midden heeft basisscholen. In waren er nog

Nadere informatie

Techniekpact Twente: wat is dat ook alweer? Waarom een techniekpact in Twente? Programmalijnen

Techniekpact Twente: wat is dat ook alweer? Waarom een techniekpact in Twente? Programmalijnen Jaarverslag 2016 Techniekpact Twente: wat is dat ook alweer? Techniekpact Twente klinkt steeds meer mensen bekend in de oren. Maar wat is het ook alweer? Techniekpact Twente is een uitvoeringsprogramma

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Assen Kern cijfers uit de periode 2012-2017 Drentse Onderwijsmonitor 2017 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 12de editie van de Drentse Onderwijsmonitor.

Nadere informatie

jeugdwerkloosheid Oost Definities Fact sheet augustus 2014

jeugdwerkloosheid Oost Definities Fact sheet augustus 2014 1 Jeugdwerkloosheid Fact sheet augustus 2014 Er zijn in bijna 21.500 jongeren in de leeftijd van 15 tot 27 jaar (januari 2014). De meeste jongeren volgen een opleiding of hebben een baan. De laatste jaren

Nadere informatie

Onderwijs in Kaart 2018 Zuidoost-Brabant

Onderwijs in Kaart 2018 Zuidoost-Brabant Onderwijs in Kaart 2018 Zuidoost-Brabant Cijfermatige onderwijsontwikkelingen in Zuidoost-Brabant Transvorm Tilburg, mei 2018 Spoorlaan 171 04 5038 CB Tilburg Postbus 4275 5004 JG Tilburg T 088 144 40

Nadere informatie

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijsmonitor Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Kerncijfers uit de periode 20-20 Feitenblad Onlangs verscheen de de editie van de Drentse Onderwijsmonitor. Dit rapport brengt de onderwijspositie en -prestaties van

Nadere informatie

Facts & Figures Flevoland

Facts & Figures Flevoland Facts & Figures Flevoland Prognose van leerlingaantallen In Flevoland wordt er een krimp verwacht van het totale leerlingenaantal op het vmbo. Dit gaat over de basisberoepsgerichte, kaderberoepsgerichte,

Nadere informatie