PROGRAMA LEONARDO DA VINCI

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "PROGRAMA LEONARDO DA VINCI"

Transcriptie

1 * * * * * ONDERWIJS, OPLEIDING EN JEUGDZAKEN PROGRAMA LEONARDO DA VINCI Vademecum EUROPESE COMMISSIE

2 Nog veel meer gegevens over de Europese Unie vindt u op Internet via de Europaserver ( Bibliografische data bevinden zich aan het einde van deze publikatie. Luxemburg: Bureau voor officiële publikaties der Europese Gemeenschappen, 1996 ISBN EGKS-EG-EAG, Brussel Luxemburg, 1996 Overneming toegestaan. Printed in Germany

3 Mededeling van de Commissaris Tezamen met onderwijs en onderzoek vormt de beroepsopleiding een element van deze onontbeerlijke immateriële investering die in het Witboek "Groei, concurrentievermogen en werkgelegenheid" zo treffend is omschreven en die het de ondernemingen en de werknemers mogelijk moet maken de steeds snellere technologische veranderingen te beheersen - en niet te ondergaan. Het LEONARDOprogramma tendeert in deze richting. Daarvan getuigt in het bijzonder de prioritaire aandacht die het besteedt aan de levenslange scholing, die een politieke doelstelling dient te zijn en een bron van inspiratie voor de nationale beleidslijnen, en niet alleen maar een model voor enkele op zichzelf staande experimenten. Zonder in de verantwoordelijkheden van de Lid-Staten op het gebied van de beroepsopleiding te treden wil LEONARDO de kwaliteit en de vernieuwing van de nationale stelsels aanmoedigen. Een kwaliteitsopleiding moet ten goede komen aan de ondernemingen, die aldus de innovaties en technologische ontwikkelingen zo goed mogelijk kunnen benutten. Zij moet eveneens de mannen en vrouwen, die nieuwe bevoegdheden en nieuwe know-how verwerven, een vak bieden. Zij moet vooral een kans geven aan allen die in de traditionele onderwijstelsels er niet in geslaagd zijn een plaats in de samenleving te verwerven, hun capaciteiten te laten blijken en zich te ontplooien. LEONARDO is eveneens een Europees samenwerkingsprogramma dat op reeds met succes bekroonde experimenten steunt. Europa maakt immers een verrijking van de kwalificatie mogelijk door het verkeer in de ruimte, dwars door rijke en uiteenlopende culturen en praktijken heen. Daarvan getuigen bij voorbeeld de steun die de Gemeenschap heeft gegeven aan de opleiding van de bestuurders van Eurostar, de trein die onder Het Kanaal door gaat, of ook, in een andere gedachtenwereld, de steun die is verleend aan de uitwisselingen van jonge leerlingen tussen verscheidene landen in het kader van de operatie Sesam. Door hier vernieuwende en modelprojecten, daar uitwisselingsprogamma's en transnationale plaatsingen in ondernemingen te steunen legt LEONARDO het accent op de rijkdom van de Europese opleidingspartnerschappen door alle actoren op de betrokken gebieden, in het bijzonder de sociale partners, bijeen te brengen. De Gemeenschap is tevens een bevoorrechte plaats voor de constructie van de informatiemaatschappij - maar wij weten ook dat de informatiemaatschappij eerst en vooral een opleidingsmaatschappij is. Daarom kent LEONARDO een prioritair belang toe aan de opleidingsacties die op deze nieuwe technologieën een beroep doen. LEONARDO bewijst, evenals het nieuwe onderwijsprogramma SOCRATES, dat de Europese Unie een waardevolle steun verleent aan het opzetten van een opleiding die aan de eisen van een wereld in snelle ontwikkeling is aangepast. ~ Edith Cresson

4

5 HET LEONARDO DA VINCI-PROGRAMMA - EEN OVERZICHT Het LEONARDO DA VINCI-programma voor beroepsopleiding bestrijkt de periode van 1 januari 1995 tot en met 31 december 1999 en bouwt voort op de programma's PETRA, FORCE, EUROTECNET en COMETT, en op delen van het LINGUA-programma en het IRIS-netwerk. LEONARDO zal acties in de Lid-Staten van de Europese Unie (EU) ondersteunen en aanvullen, met het doel de kwaliteit van het opleidingsbeleid en de opleidingspraktijk te verbeteren en het vermogen tot vernieuwing te stimuleren. LEONARDO zal transnationale samenwerking bevorderen en de in heel Europa beschikbare ervaring samenbrengen om vernieuwende benaderingen op het gebied van opleidingsmethoden, opleidingsinhoud en opleidingsmateriaal te ontwikkelen. LEONARDO stelt een gemeenschappelijk kader van doelstellingen op voor actie op communautair niveau met het doel de initiatieven voor beroepsopleiding in de Lid-Staten te vervolledigen. Het stelt ook een reeks praktische maatregelen voor om bij te dragen tot de verwezenlijking van die doelstellingen. LEONARDO zal steun verlenen aan maatregelen betreffende: de verbetering van opleidingsstelsels en -regelingen in de Lid-Staten; de verbetering van beroepsopleidingsmaatregelen, met inbegrip van samenwerking tussen hoger onderwijs en bedrijfsleven; de ontwikkeling van talenkennis en de verspreiding van vernieuwende opleidingsmethoden. Op deze terreinen zullen de volgende maatregelen ondersteund worden: proefprojecten voor de ontwikkeling van nieuwe benaderingen, nieuwe inhoud en nieuw materiaal; stage- en uitwisselingsprogramma's; analyses en onderzoeken betreffende problemen en andere onderwerpen in verband met beroepsopleiding; verspreidingsprojecten en -netwerken; de ontwikkeling van open en afstandsonderwijs. LEONARDO staat open voor partnerschappen van alle actief bij beroepsopleiding betrokken partijen: ondernemingen, de sociale partners (op nationaal en Europees niveau), universiteiten, overheidsinstellingen, openbare en particuliere organen en aanbieders van opleidingen in de Europese Unie (EU) en de Europese Economische Ruimte (EER). Het is de bedoeling dat LEONARDO, indien overeenstemming bereikt kan worden over de procedures en de financiering, ook opengesteld zal worden voor organisaties in de geassocieerde landen van Midden- en Oost- Europa, en voor Cyprus en Malta.

6 LEONARDO DA VINCI een nieuw beleid inzake beroepsopleiding voor de Unie Samenvatting Op 6 december 1994 heeft de Raad van de Europese Unie het LEONARDO da Vinciprogramma goedgekeurd, een communautair programma voor de ontwikkeling van een beleid van de Europese Gemeenschap inzake beroepsopleiding (de volledige tekst van het Besluit van de raad is verschenen in het Ρ BEG, L/340 van 29 december 1994). Dit programma, dat is vastgesteld voor een periode van vijf jaar ( ), heeft vooral lot doel de ontwikkeling van vernieuwend beleid en vernieuwende acties in de Lid Staten te ondersteunen, door het bevorderen van door transnationale partnerschappen uitgevoerde projecten en andere activiteiten, waarbij verschillende typen actoren op opleidingsgebied betrokken zijn. De ambitie van het programma is erop gericht technologische en industriële ontwikkelingen en van de effecten daarvan op de organisatie van het werk en het concurrentievermogen van de ondernemingen te beheersen. De beroepsopleiding dient de beroepen van morgen voor te bereiden, de ontwikkelingen te anticiperen, nieuwe wegen en methoden te ontwikkelen, voor te bereiden en in de praktijk te beproeven. f. - Waarom het LEONARDO- Programma? In de jaren 80 heeft de Europese Gemeenschap een aantal acties en programma's op het gebied van de beroepsopleiding gelanceerd. Dit met het doel beleidsmaatregelen te ontwikkelen en uit te voeren die aansluiten bij de dagelijfae zorgen van onze medeburgers. Hierbij speelt de beroepsopleiding natuurlijk een zeer belangrijke rol. Daarom zijn aan het einde van de jaren 80 een aantal programma's betreffende opleiding goedgekeurd, elk met een duidelijke doelstelling: PETRA (initiële opleiding), FORCE (voortgezette opleiding), COMETT (samenwerking universiteiten ondernemingen) en EUROTECNET (het bevorderen van kwalificaties die verband houden met de technologische vernieuwingen). Door de parallelle tenuitvoerlegging van al deze programma's kwam echter de globale strategie en de samenhang van het beleid van de Gemeenschap inzake de beroepsopleiding niet duidelijk tot uiting. Het Verdrag van Maastricht is in dit verband een beslissende stap geweest. In artikel 127 wordt de strategie nader aangegeven; dit artikel bepaalt dat de Gemeenschap, met volledige eerbiediging van de verantwoordelijkheid van de Lid Staten voor de inhoud en de opzet van de beroepsopleiding, een beleid ten uitvoer legt dat de activiteiten van de Lid Staten ondersteunt en aanvult. Het LEONARDO programma is de eerste concrete uiting van de wil van de Europese Unie om zich na de tenuitvoerlegging van het Verdrag van Maastricht te wapenen met een beroepsopleidingspolitiek die beantwoordt aan deze strategie. LEONARDO sluit aan bij het Witboek over groei, concurrentievermogen en werkgelegenheid, waarin benadrukt werd dat de beroepsopleiding een essentiële factor is bij de bestrijding van de werkloosheid en de versterking van het 'concurrentievermogen van de Europese ondernemingen. Ook in de plannen van de Lid Staten voor het beantwoorden aan de economische en sociale uitdagingen van morgen speelt de beroepsopleiding een centrale rol. De conclusies van de Europese Raad in Essen gaan trouwens ook in die richting wat betreft het bepalen van meerjaren plannen voor de ontwikkeling van de werkgelegenheid in de Lid Staten. De goedkeuring van LEONARDO betekent ook de voltooiing van de rationalisatie van de communautaire acties op het gebied van de beroepsopleiding en verschaft de noodzakelijke basis voor een optimaal gebruik van de resultaten daarvan. Dank zij LEONARDO zullen de succesvolle initiatieven in het kader van de communautaire programma's COMETT, PETRA, FORCE en EUROTECNET, en van het IRIS netwerk, niet alleen zonder onderbreking voortgezet kunnen worden, maar zullen er ook nieuwe dimensies aan toegevoegd worden.

7 II. - De geest van het LEONARDO- Programma Het actieprogramma LEONARDO respecteert de eigen aard van de opleidingsstelsels van de Lid Staten. De doekteüing κ niet het harmoniseren van de diploma's of van de opleidingsvoorzieningen, maar het bevorderen van projecten die een bijdrage kunnen leveren aan de verbetering van de kwaliteit en het innovatievermogen van de beroepsopleidingen in Europa. Het L de bedoeling dat LEONARDO een "meerwaarde" toevoegt aan de nationale opleidingssteheh door de waardevobte elementen van ieder stelsel te bevorderen en door te geven, en door de transnationale samenwerking tussen actoren en initiatiefnemers uit verschillende Lid Staten te bevorderen. Een van de centrale ideeën van LEONARDO b het "levenslang leren". De initiële en de voortgezette opleiding mogen niet hnger afzonderlijke fasen van de ontwikkeling van het individu zijn. Beide dienen op te gaan in een alomvattend concept van opleiding als een continu proces, dat zowel op de persoonlijke ontplooiing van het individu als op zijn integratie en ontwikkeling in het beroepsleven gericht is. LEONARDO is een actieprogramma voor de ontwikkeling van een beleid van de Europese Gemeenschap inzake beroepsopleiding. Dit beleid hangt echter nauw samen met de andere prioriteiten van de Europese Unie, op de eerste plaats met het onderwijs en het SOCRATES programma. Ook zijn er duidelijke verbanden tussen opleiding, onderzoek en ontwikkeling, en met het beleid inzake sociale en economische samenhang. Tenslotte vormt de beroepsopleiding ook een uiterst nuttig instrument ter bevordering van de regionale ontwikkeling. LEONARDO streeft naar een grote coherentie tussen het beroepsopleidingsbeleid van de Gemeenschap en de andere communautaire politieken waarvoor de waardering van menselijk kapitaal een essentieel succeselement is. Het programma zal een bijdrage leveren tot de versterking van het industriële concurrentievermogen van de Gemeenschap, tot de verwezenlijking van de informatiegemeenschap, tot het streven naar economische groei die tot meer werkgelegenheid leidt, tot de aanpassing aan de veranderingen in de industrie, ook ten behoeve van KMO's en ambachtelijke bedrijven, tot de versterking van economische en sociale samenhang in de Gemeenschap en de bevordering van gelijke kansen, tot de ontwikkeling van een actief Europees burgerschap, tot de versterking van de capaciteit inzake onderzoek en ontwikkeling en tot de ontwikkeling van een beleid voor samenwerking met derde landen, met name met de landen in Middenen Oost Europa, Cyprus en Malia. III. - De maatregelen in het leader van LEONARDO Teneinde de beroepsopleiding op communautair niveau, met inbegrip van beroepsorientering, te bevorderen voorziet het LEONARDO da Vinci programma in drie typen maatregelen: het opzetten en verwezenlijken van transnationale proefprojecten betreffende bijvoorbeeld de ontwikkeling van gemeenschappelijke opleidingsmodules, de aanpassing van inhouden en methoden, de opleiding van opleiders, het anticiperen van de behoeften en het bevorderen van de talenkennis; het uitvoeren van transnationale programma's voor stages en uitwisselingen waardoor verschillende doelgroepen (jongeren die een initiële opleiding volgen, studenten en pas afgestudeerden, personeelsfunctionarissen) een deel van hun opleiding in een andere Lid Staat kunnen volgen, en waardoor opleiders en opleidingsdeskundigen de kwaliteit van hun werk kunnen verbeteren; de ontwikkeling van de kennis op het gebied van de beroepsopleiding door middel van enquêtes en analyses op communautaire schaal, bijvoorbeeld betreffende het anticiperen van de behoeften, de transparantie van de kwalificaties, nieuwe typen leerlingwezen en opleidingen, de kwaliteit, de investeringen in opleidingen, de stimulansen tot het volgen van opleidingen en statistieken over het aanbod, de financiering en de begunstigden (deelnemers). LEONARDO zal een "Europees vernieuwingslaboratorium" zijn, in het bereik van beroepsopleiding, door het geven van een extra dimensie aan de akties van de Lid Staten. Operatoren en actoren uit verschillende landen en stelsels zullen hun kennis en ervaring kunnen uitwisselen om nieuwe benaderingen op het gebied van de beroepsopleiding te ontwikkelen, zowel wat betreft de inhoud als de methoden, anticipatie en evaluatie, de instrumenten en het materiaal.

8 IV. - Kenmerken van de door LEONARDO te financieren projecten De in het kader van LEONARDO uitgevoerde acties zullen een Europese dimensie bezitten. Andere gemeenschappelijke kenmerken zullen zijn: de bijdrage van de projecten aan de verwezenlijking van het gemeenschappelijk kader van doelstellingen en de prioriteiten van het programma; het transnationale karakter: aan iedere actie zullen initiatiefnemers en actoren uit meerdere Lid-Staten of andere deelnemende landen deelnemen. Bovendien dienen de projecten gericht te zijn op het bevorderen van: de pluraliteit van de actoren: de acties zullen worden uitgevoerd door partnerschappen of netwerken van uiteenlopende actoren, zoals overheden, ondernemingen, opleidingsinstellingen, de sociale partners, universiteiten, scholen, enz.; de transversaliteit tussen opleidingsgebieden, om het opheffen van de afscheidingen tussen de acties te bevorderen en de overdracht van vernieuwingen te vergemakkelijken; Hoofdstuk I : een herhaling van de uitdaging van de veranderingen in de nieuwe socio-economische context en de gunstige voorwaarden die geschapen worden door de economische heropleving; Hoofdstuk II : de grote lijnen van de extra dimensie van LEONARDO; Hoofdstuk III : een korte beschrijving van de maatregelen en acties voor de ontwikkeling van de communautaire acties; Hoofdstuk IV : een definitie van de complementariteit en de samenhang met de andere programma's en strategische beleiden van de Gemeenschap; Hoofdstuk V : de voorwaarden voor de tenuitvoerlegging, de selectie en de beslissingen. De tenuitvoerlegging van LEONARDO zal kunnen genieten van de specifieke bijdrage van CEDEFOP (Europees Centrum voor de Ontwikkeling van de Beroepsopleiding). Dit Vademecum zal vervolledigd worden op operationeel gebied door een "Gids voor Initiatiefnemers" dat in detail de door LEONARDO gesteunde maatregelen voor alle delen en de procedures voor het indienen van voorstellen zal aangeven. het anticiperen van de behoeften en de verspreiding van vernieuwingen. V. De tenuitvoerlegging van LEONARDO De initiatiefnemers zullen hun projecten kunnen indienen, in de vorm en volgens de procedure zoals aangegeven in de uitnodigingen tot het indienen van voorstellen. De vorm en de procedures worden verkfóard in een "Gids voor initiatiefnemers". Deze Gids zal weldra verschijnen. VI. - Hef VADEMECUM In het Vademecum worden de beleidsdoelstellingen en de uitgangspunten van de operationele tenuitvoerlegging van het LEONARDO-programma toegelicht, er mee rekening houdend dat de verschillende delen van het programma zich zowel tot de Lid- Staten van de Europese Unie als tot de landen van de EER lichten:

9 INHOUD INLEIDING VERANDERING ALS UITDAGING 1. De omvang van de verandering 2. De noodzaak van verbetering van het beleid en de praktijk inzake beroepsopleiding 3 Het beantwoorden van de uitdaging alinea Pagina II. LEONARDO: DE TOEGEVOEGDE WAARDE VAN EEN COMMUNAUTAIR BELEID 1. De rol van LEONARDO 2. Het gemeenschappelijke kader van doelstellingen III. DE COMMUNAUTAIRE MAATREGELEN IN HET KADER VAN LEONARDO 1. De actieterreinen van LEONARDO 2. De Europese dimensie van LEONARDO en de geschikheidscriteria voor de projecten IV. DE SAMENHANG EN COMPLEMENTARITEIT MET ANDERE COMMUNAUTAIRE ACTIES 1 Inleiding 2. De complementariteit met andere communautaire acties Socrates De Structuurfondsen en de communautaire Initiatieven Het vierde Kaderprogramma voor onderzoek en technologische ontwikkeling 3 De complementariteit van de beleiden Gelijke kansen De regionale en lokale ontwikkeling De sociale dialoog Steun voor de landen van Midden- en Oost-Europa, Cyprus en Malta V. DE TENUITVOERLEGGING VAN LEONARDO 1. De selectieprocedures in het kader van LEONARDO 2. De financiële ondersteuning 3. De mechanismen en structuren voor de tenuitvoerlegging in de Lid-Staten en de landen van de E.E.R Bijlage: Lijst van contactpunten 23-24

10

11 I. VERANDERING ALS UITDAGING 1.1 De context 1. De Lid-Staten van de EU streven naar meer samenwerking bij de ontwikkeling van een beleid inzake onderwijs en opleiding, evenals naar de samenwerking met de sociale partners. Dit dynamische proces van samenwerking op Europese schaal is gebaseerd op de vaste overtuiging dat de bevolking van Europa door deze nauwe samenwerking de noodzakelijke kennis en deskundigheid kan verwerven om het hoofd te bieden aan een toekomst die gekenmerkt wordt door nieuwe en ingrijpende sociale, technologische en economische ontwikkelingen. De uitdaging waarvoor wij staan, is het adequaat reageren op deze veranderingen, zodat het huidige economische herstel (zoals benadrukt werd door de Europese Raad te Essen) vertaald kan worden in een duurzame economische groei met een evenredige toename van de werkgelegenheid, gebaseerd op een competitieve economie en een actieve sociale dimensie. 2. De context waarin de Gemeenschap geconfronteerd wordt met de uitdagingen van de opleiding werd door verscheidene Communautaire centra bestudeerd. De analyse van de Commissie van deze context en de gevolgen ervan voor de opleiding wordt hierna voorgesteld. Het opleidingsniveau van de werkende bevolking speelt een belangrijke rol bij de economische groei en er is een duidelijk verband tussen een laag opleidingsniveau en werkloosheid. Om een effectieve bijdrage te kunnen leveren moeten het beleid en de praktijk echter reageren op de eisen die de veranderende situatie stelt, met name: een andere arbeidsmarkt Tegen het jaar 2000 zal de gemiddelde leeftijd van de werkenden duidelijk gestegen zijn, evenals het aantal werkende vrouwen. Meer dan de helft van de werkgelegenheid in de twee voornaamste groeisectoren (de handel en andere - vooral persoonlijke - dienstverlening) zal door kleine en middelgrote ondernemingen (KMO's) geboden worden. Bovendien zullen de banen van de toekomst anders zijn. In haar werkzaamheden over de nieuwe bronnen van werkgelegenheid noemt de Commissie zestien sectoren waaide werkgelegenheid groeit, waaronder persoonlijke dienstverlening, het milieu (afvalverwerking, strijd tegen de vervuiling), restauratie van het cultureel erfgoed, toerisme, plaatselijk vervoer en de audiovisuele sector. de noodzaak van verbetering van de inzetbaarheid en van de sociale samenhang De trend gaat in de richting van meer banen voor beter geschoolden. Het aantal technische en andere gekwalificeerde banen steeg tussen 1983 en 1991 met meer dan 2,5% per jaar, terwijl de totale werkgelegenheid met 1% steeg. De eerstgenoemde categorie nam tijdens de recessie van met bijna 2% toe, terwijl het aantal banen voor produktiemedewerkers sterk daalde. Uit een aantal onderzoeken blijkt dat veel banen waarvoor weinig of geen opleiding vereist was, verdwenen zijn. de noodzaak van verbetering van het Europese concurrentievermogen In de laatste twintig jaar is de groei van het BNP in de Europese Unie langzamer geweest dan in de andere OESO-landen, en het aandeel van de EU in de wereldexport heeft afgenomen. De arbeidsproduktiviteit in de industrie in de EU is in absolute cijfers ongeveer 10% lager dan in Japan en 30% lager dan in de VS. het effect van industriële en technologische ontwikkelingen - de informatiemaatschappij De veranderingen in de industrie, aangespoord door de technologische ontwikkelingen, hebben ingrijpende gevolgen voor de organisatie van het werk, de produktieprocessen en de verkoopsstrategieën. De opkomst van de informatiemaatschappij - een technologische VADEMECUM van het Programma LEONARDO da VINCI

12 revolutie gebaseerd op de toegang tot informatie en de manier waarop die verwerkt en verspreid wordt, vooral door de informatie-"snelweg" - zal grote gevolgen hebben voor de organisatie van het werk. Door het tempo van de ontwikkelingen veroudert technische kennis snel. de noodzaak van ontwikkeling van het "levenslang leren" (lifelong learning) en van bevordering van de concepten persoonlijke ontwikkeling, sociale vaardigheid en actief burgerschap De nieuwe en voortdurend veranderende sociale en economische organisatie vereist meer dan alleen op een bepaald beroep gerichte opleidingen of meer voortgezette opleiding. Om mensen in staat te stellen aan veranderende situaties het hoofd te bieden en hun verantwoordelijkheden als actieve burgers, thuis en op het werk, op zich te nemen, zijn nieuwe benaderingen nodig, met name om de concepten van "levenslange"afwisseling ("in en uit" het werk) en leren te ontwikkelen. De beroepsopleidingen moet tegelijkertijd beschouwd worden als een instrument voor integratie in het beroepsleven in het kader van de arbeidsmarkt en als een sleutel tot de persoonlijke ontwikkeling. 1.2 De noodzaak van verbetering van het beleid en de praktijk inzake beroepsleiding 3. Algemeen wordt erkend dat het niveau van opleiding en vaardigheden van de werkende bevolking in zijn geheel verhoogd dient te worden. Een voortdurende aanpassing van het bestaande beleid en de praktijk op het gebied van de beroepsopleiding is noodzakelijk om aan de snel veranderende noden van de arbeidsmarkt te voldoen. Dit door de toegankelijkheid en de kwaliteit te verbeteren en zo aan de voortdurend veranderende eisen van deze tijd te beantwoorden en om de structurele problemen van de werkloosheid en het concurrentievermogen aan te kunnen pakken. 4. Hoewel de noodzaak van verhoging van het vaardigheidsniveau duidelijk is, constateert men dat gemiddeld 25 à 30 % van de jongeren het onderwijsstelsel verlaat zonder voldoende kwalificaties, en velen beschikken over onvoldoende initiële opleiding bij hun intrede in het beroepsleven. Het gevolg is dat de werkloosheid onder jongeren gemiddeld tweemaal zo hoog is als onder de groep van 25 jaar en ouder, en dat 20 % van de langdurig werklozen uit jongeren bestaat. Voor meer dan 14 miljoen jongeren zijn marginalisering en sociale uitsluiting reële gevaren. 5. Het huidige voortgezette opleidingsaanbod is vooral gericht op hooggekwalificeerde werknemers in grote bedrijven, en een groot deel van het arbeidspotentieel krijgt niet de kans zich verder te ontwikkelen. De groepen die de minste kans op voortgezette opleiding hebben, zijn: - de ongeschoolden, de kwetsbaarste groep op de arbeidsmarkt met een vier maal zo grote kans op werkloosheid als de gekwalificeerden; - vrouwen, hoewel zij een steeds groter deel van de werkende bevolking vormen; - werknemers met een atypische arbeidsovereenkomst (deeltijdwerkers, werknemers met een tijdelijk contract, enz.); en - werknemers in KMO's, hoewel die al meer dan de helft van de werkende bevolking in de EU in dienst hebben en de meeste mogelijkheden voor de groei van de werkgelegenheid bieden. 6. In een groot deel van de EU is het bestaande opleidingsbeleid vooral gericht op "voor eens en voor altijd"-voorbereiding aan het begin van het beroepsleven. Deze benadering, waarop de bestaande onderwijs- en opleidingsstelsels nog in belangrijke mate gebaseerd zijn, biedt echter vaak geen adequate oplossingen wanneer mensen genoodzaakt zijn zich aan te passen aan nieuwe technologieën of aan een nieuwe organisatie van het werk. In de komende jaren zal het risico van tekorten aan bepaalde vaardigheden nog toenemen, vanwege de trage toestroom van werknemers met nieuwe kwalificaties op de arbeidsmarkt. Daarbij is een dringende VADEMECUM van het Programma LEONARDO da VINCI

13 ondersteuning van de verhoging van het algemeen niveau van de kwalificaties van de werknemers nodig. Dit is een belangrijke uitdaging die zowel de voortgezette opleiding als de "tweede kans"-opleidingspolitiek betreft. Een strategische en systematische aanpak van de voortgezette opleiding en de ontwikkeling vaneen geïntegreerd beleid inzake levenslang leren moeten in de EU versterkt worden. 1.3 Het beantwoorden van de uitdaging 7. Op Europees niveau wordt de noodzaak van het ontwikkelen van nieuwe modellen en benaderingen erkend, zowel door de Lid-Staten als door ondernemingen en andere organisaties (met name de sociale partners) die bij het thema beroepsopleiding betrokken zijn. Op veel gebieden zijn al veranderingen op gang gebracht, met name wat betreft: een meer strategische en coherente benadering van de beroepseducatie en -opleiding, waarbij gestreefd wordt naar meer samenhang tussen de verschillende elementen van het beleid; een betere aansluiting van de initiële opleidingen bij de nieuwe behoeften, en een beter aanbod voor diegenen die het onderwijs- en opleidingsstelsel verlaten zonder voldoende of aangepaste kwalificaties; het aanmoedigen van de toegang tot opleidingen voor alle categorieën van werknemers; een systematischere benadering van de voortgezette opleiding en de ontwikkeling van het levenslang leren; de aanpassing van het opleidingsaanbod aan nieuwe behoeften aan vaardigheden in groeisectoren, en het benutten van de mogelijkheden van nieuwe opleidingstechnologiën en -methoden, zoals open en afstandsonderwijs; nieuwe methoden voor de evaluatie en de erkenning van vaardigheden, vakbekwaamheden en kwalificaties; een betere aansluiting van initiële- en voortgezette opleiding. 8. De toenemende integratie van de Europese economie, de realiteit van de interne markt en het feit dat de opleidingsstelsels van alle Lid-Staten met dezelfde problemen te maken hebben, leiden ertoe dat bij de ontwikkeling van beleid en praktijk inzake de beroepsopleidingen de Europese dimensie steeds belangrijker wordt. De ontwikkeling van de Europese dimensie dient aangepast te worden aan de verschillende regelingen, praktijken en behoeften in de Lid-Staten. Bij het organiseren van partnerschappen op verschillende niveaus tussen de verschillende betrokken partijen, om de samenwerking in de gehele EU op het gebied van de hervorming van beleid en praktijk inzake de beroepsopleiding te bevorderen, dient met deze verscheidenheid rekening gehouden te worden. 9. De uitdaging zal niet onmiddellijk beantwoord kunnen worden; het zal een geleidelijk proces zijn. Er zal ruimte geschapen moeten worden voor experimenten met nieuwe ideeën en benaderingen, maar dergelijke experimenten dienen plaats te vinden in een strategisch kader en gericht te zijn op specifieke gemeenschappelijke doelstellingen. In deze context is het LEONARDO-programma ontworpen en goedgekeurd en zal het ook worden uitgevoerd. VADEMECUM van het Programma LEONARDO da VINCI

14 II. LEONARDO: DE TOEGEVOEGDE WAARDE VAN EEN COMMUNAUTAIR BELEID 11.1 De rol van LEONARDO 10. Uit het vorige hoofdstuk is duidelijk geworden dat Europa het algemene kwalificatieniveau van individuele werkenden en van de werkende bevolking als geheel dient te verhogen om aan de uitdaging van de verandering het hoofd te bieden. De Lid-Staten en organisaties op opleidingsgebied zijn al begonnen met de hervorming van beleid en praktijk. Er moet echter nog veel gedaan worden. In deze context zal LEONARDO andere communautaire beleidsmaatregelen (onderwijs, industriebeleid, structuurbeleid, onderzoek en ontwikkelingsbeleid, regionaal en extern beleid, enz.) respecteren en aanvullen om de kwaliteit en het innovatievermogen van de beroepsopleiding in Europa te verbeteren. Het programma zal verandering stimuleren en de inspanningen van de Lid-Staten en andere actoren (ondernemingen, sociale partners, opleiders) ondersteunen om te verzekeren dat de opleidingen aansluiten bij de behoeften. 11. LEONARDO zal vernieuwing stimuleren door gebruik te maken van de grote verscheidenheid van ervaringen in heel Europa, door partnerschappen van verschillende typen bij beroepsopleiding betrokken organisaties te organiseren. Het doel van deze transnationale partnerschappen zal zijn nieuwe benaderingen te bevorderen en nieuwe, op communautair niveau ontwikkelde opleidingsprodukten te creëren die een potentieel "terugwerkend effect" op de acties in de Lid-Staten hebben. Ook de uitwisselingen en stages in het kader van LEONARDO dienen te worden ondersteund om deze communautaire benadering van de beroepsopleiding verder te ontwikkelen via de mobiliteit van personen. Deze organisaties zullen opereren in een strategisch kader om gezamenlijk Europese oplossingen te vinden voor gemeenschappelijke problemen van en in de Lid-Staten en aldus bij te dragen tot een verhoging van het niveau en een verbetering van het aanpassingsvermogen. 12. LEONARDO bouwt voort op de met eerdere programma's verworven ervaring, maar vertoont ook een aantal belangrijke nieuwe kenmerken. Tn tegenstelling tot de voorafgaande programma's, die op bepaalde aspecten van de beroepsopleiding gericht waren, bestrijkt LEONARDO alle terreinen en alle aspecten van het beleid. Het programma gebruikt een strategische aanpak en steunt de ontwikkeling van specifieke doelstellingen die op zulke wijze werden gedefinieerd opdat een zo groot mogelijke impact zou ontstaan op het beleid en de praktijk betreffende opleiding in de Lid-Staten. De aanpak van LEONARDO is geïntegreerder dan bij de vorige communautaire actieprogramma's het geval was: Leonardo streeft naar het opheffen van de afscheidingen tussen initiële en voortgezette opleiding en naar samenwerking tussen universiteiten en ondernemingen, teneinde de continuïteit te bevorderen en het concept van "levenslang leren" verder te ontwikkelen. LEONARDO omvat ook maatregelen betreffende levenslang leren die oplossingen moeten bieden voor bepaalde problemen in verband met de ontwikkeling en ontplooiing van het individu in de loop van zijn arbeidsleven, zoals gelijke kansen, beroepskeuzebegeleiding en vreemde-talenonderwijs, met inbegrip van de interculturele dimensie. 13. In overeenstemming met deze benadering zijn er meer mogelijkheden voor continuïteit binnen het programma zelf, door het versterken van de resultaten van een actie (b.v. een proefproject) door verdere ontwikkeling ervan in het kader van een andere actie (b.v. een stage of een uitwisseling). VADEMECUM van het Programma LEONARDO da VINCI

15 14. LEONARDO heeft twee belangrijke, onderling verband houdende dimensies. De eerste bestaat uit de ondersteuning en aanvulling van de beroepsopleidingsacties van de Lid- Staten door middel van een gemeenschappelijk kader van doelstellingen voor het beleid inzake beroepsopleiding op communautair niveau en voor de uitvoering van de maatregelen van het programma. De tweede bestaat uit het bepalen van een reeks communautaire maatregelen, op basis van dit gemeenschappelijke kader van doelstellingen, om de ontwikkeling van beroepsopleidingsstelsels, -voorzieningen en -acties in de Lid-Staten te stimuleren. 15. Het doel van de maatregelen in het kader van LEONARDO is nauwere contacten tussen Europese opleidingsstelsels en de daarbij betrokken actoren (ondernemingen, aanbieders zoals vakscholen, de sociale partners, universiteiten, enz.) te stimuleren om de kwaliteit, de toegankelijkheid en de mobiliteit te verbeteren en de onderlinge samenwerking te bevorderen. De maatregelen zijn zo ontworpen dat zij, door het verband met het gemeenschappelijke kader van doelstellingen, ook effect zullen hebben op de ontwikkeling van het beleid Het gemeenschappelijke kader van doelstellingen 16. Het in het LEONARDO-besluit (artikel 3) vastgestelde kader geeft een aantal doelstellingen voor de communautaire actie, die gericht is op het ondersteunen en aanvullen van initiatieven van de Lid-Staten, met name betreffende het ontwikkelen van een opleidingsbeleid en -praktijk die aansluiten bij de in het vorige hoofdstuk genoemde ingrijpende ontwikkelingen. 17. Het gemeenschappelijke kader van doelstellingen kan ook beschouwd worden als een lijst van de belangrijkste gemeenschappelijke problemen van alle EU-Lid-Staten, waarbij meer onderlinge samenwerking nodig is om de ontwikkeling van de beroepsopleidingen in de Gemeenschap te bevorderen. Het zal een richtpunt voor opleidingsacties op EU-niveau zijn en de LEONARDO-maatregelen zullen een bijdrage leveren aan de verwezenlijking van de doelstellingen. 18. Het gemeenschappelijke kader van doelstellingen vastgelegd in het Besluit van de Raad houdt 19 doelstellingen in (zie het kader hieronder). Het Besluit duidt ook aan dat de communautaire maatregelen zullen uitgevoerd worden met referentie tot dit gemeenschappelijk kader. Daarom is het noodzakelijk dat elk project dat onder LEONARDO wordt voorgesteld aangeeft aan welke doelstellingen van het gemeenschappelijk kader, of een combinatie ervan, het project beantwoordt en hoe het project deze doelstellingen integreert en hoe deze worden toegepast. Onder de doelstellingen worden in drie niveaus onderscheiden : -. deze die tot de doelmatigheid en de kwaliteit van de beroepsopleiding bijdragen, - deze met betrekking tot de inhoud en de methoden van de beroepsopleiding - en deze die zich tot specifieke doelgroepen richten. 19. Het effect van het gemeenschappelijke kader van doelstellingen in de Lid-Staten zal nauwgezet gevolgd worden tijdens het verloop van het LEONARDO programma, onder andere door de rapporten die de Lid-Staten zullen opmaken en aan de Commissie zullen overhandigen. Deze rapporten zullen verslag uitbrengen van de manier waarop het programma wordt uitgevoerd en de impact hiervan op de bestaande beroepsopleidingssystemen en -voorzieningen in hun Lid-Staat. In deze context zullen de "management charts" voor onderwijs en opleiding een interessante referentieinstrument vormen. VADEMECUM van het Programma LEONARDO da VINCI

16 GEMEENSCHAPPELIJK KADER VAN DOELSTELLINGEN (a) de verbetering van de kwaliteit en het innovatievermogen van de beroepsopleidingsstelsels en -voorzieningen van de Lid-Staten; (b) de ontwikkeling van de Europese dimensie in de beroepsopleiding en de beroepskeuzevoorlichting; (c) de bevordering van opleiding tijdens het hele leven teneinde de permanente aanpassing van de vaardigheden aan de behoeften van werknemers en ondernemingen te bevorderen, bij te dragen tot de terugdringing van de werkloosheid en de persoonlijke ontplooiing te vergemakkelijken; (d) alle jongeren in de Gemeenschap die zulks wensen, de mogelijkheid bieden na de periode van voltijdse leerplicht één of, zo mogelijk, twee jaar of meer initiële beroepsopleiding te volgen, die wordt afgesloten met een door de bevoegde instanties van de Lid-Staat waar zij wordt verkregen erkende beroepskwalificatie; (e) de bevordering van specifieke beroepsopleidingsmaatregelen voor volwassenen zonder passende (f) beroepskwalificatie, met name voor volwassenen zonder voldoende vooropleiding; de verbetering van de status en de aantrekkelijkheid van de beroepsopleiding en het bevorderen van de gelijke waardering van universitaire diploma's en beroepskwalificaties; (g) het bevorderen van de beroepsopleiding van jongeren en de voorbereiding van jongeren op de volwassenheid en het beroepsleven, rekening houdende met de eisen die de moderne samenleving en de technologische ontwikkeling stellen; (h) het stimuleren van specifieke beroepsopleidingsacties voor kansarme jongeren zonder passende opleiding, in het bijzonder voor jongeren die zonder passende opleiding het onderwijsstelsel verlaten; (i) (j) (k) (I) het bevorderen van gelijkheid inzake toegang tot de initiële en de voortgezette opleiding van personen die een achterstand hebben, bij voorbeeld door sociaal-economische, geografische of etnische factoren of een lichamelijke of geestelijke handicap; er moet vooral aandacht worden besteed aan personen die door een combinatie van meerdere risicofactoren in een situatie van sociale en economische uitsluiting terecht dreigen te komen; het beleid inzake beroepsopleiding erop richten dat alle werkenden in de Gemeenschap zonder enige vorm van discriminatie toegang hebben tot voortgezette opleiding, en dit gedurende hun hele beroepsleven; het bevorderen van de gelijkheid van mannen en vrouwen inzake toegang en daadwerkelijke deelneming aan de beroepsopleiding, met name teneinde hun nieuwe beroepskansen te bieden en de hervatting van een beroepsactiviteit na een inactieve periode te bevorderen; het bevorderen van de gelijke toegang van migrerende werknemers, van hun kinderen en van gehandicapte personen tot de beroepsopleiding, en van hun daadwerkelijke deelneming; (m) - het bevorderen van samenwerking op het gebied van kwalificatievereisten en opleidingsbehoeften, en - het bevorderen van de verwerving en de transparantie van de kwalificaties en van het inzicht in de vaardigheden die van essentieel belang zijn in verband met de technologische ontwikkeling, het functioneren van de interne markt - met inbegrip van het vrije verkeer van goederen, diensten, kapitalen en personen -, het concurrentievermogen van de ondernemingen en de behoeften van de arbeidsmarkt; (n) het bevorderen van beroepsopleidingen in het licht van de resultaten van de programma's voor onderzoek en technologische ontwikkeling, met name door de samenwerking tussen universiteiten en ondernemingen op het gebied van opleidingen op het gebied van technologieën en de toepassing en overdracht daarvan; o) het bevorderen van de geleidelijke ontwikkeling van een open Europese ruimte van de beroepsopleiding en -kwalificaties, met name door de uitwisseling van informatie en ervaringen in verband met de hinderpalen voor de vrije dienstverrichting door opleidingsinstellingen; (p) het ondersteunen van activiteiten die tot doel hebben in het kader van beroepsopleidingsactiviteiten de talenkennis te ontwikkelen; (q) het bevorderen van de ontwikkeling van voorzieningen voor beroepskeuzevoorlichting, zodat iedereen tijdens zijn hele leven een goede beroepskeuzebegeleiding kan krijgen; (r) (s) het bevorderen van de ontwikkeling van methoden voor zelfstudie op de werkplek en methoden van open en afstandsonderwijs en -opleiding, met name om de toegang tot de voortgezette beroepsopleiding te bevorderen; het bevorderen van de ontwikkeling van essentiële vaardigheden en de opneming ervan in beroepsopleidingsmaatregelen teneinde het verwerven van flexibele kwalificaties en persoonlijke vaardigheden die met het oog op de mobiliteit van werknemers en de behoeften van het bedrijfsleven vereist zijn, te stimuleren. VADEMECUM van het Programma LEONARDO da VINCI

17 III. lll.l DE COMMUNAUTAIRE MAATREGELEN IN HET KADER VAN LEONARDO De actieterreinen van LEONARDO 20. Het LEONARDO-programma rieht zieh tot het geheel van actoren en operatoren in het bereik van initiële en voortgezette beroepsopleiding, zowel publiek als privé, in alle Lid- Staten en de landen van de E.E.R.. Het programma bestaat uit meerdere delen, die elk verschillende typen, op specifieke doelstellingen gerichte, maatregelen (proefprojecten, uitwisselingen en transnationale stages) omvatten: steun aan de verbetering van de beroepsopleidingsstelsels en -voorzieningen en het beleid in de Lid-Staten (Deel I); steun aan de verbetering van de beroepsopleidingsacties, mede door de samenwerking tussen universiteiten en bedrijven, ten behoeve van ondernemingen en werknemers (Deel II); steun aan de ontwikkeling van de talenkennis en de kennis en verspreiding van innovaties op het gebied van de beroepsopleiding (Deel III). Deze maatregelen hebben betrekking op de initiële of voortgezette beroepsopleiding, met inbegrip van de samenwerking tussen universiteiten en bedrijven en het "continuum". Verder omvat LEONARDO nog een aantal begeleidende maatregelen (Deel IV) die met name betrekking hebben op het versterken van het netwerk van samenwerking tussen de Lid-Staten, het ondersteunen van de oprichting van transnationale partnerschappen op het gebied van de beroepsopleiding en van maatregelen inzake informatie, begeleiding en evaluatie, met inbegrip van telematicaverbindingen en gegevensbanken over de produkten en de resultaten van het programma. Het CEDEFOP zal de Commissie een bijdrage leveren in de tenuitvoerlegging van LEONARDO, met name door technische en wetenschappelijke bijstand te verlenen bij de verwezenlijking van Deel III.2 en Deel III.3.b. De kenmerken van potentieel voor te stellen projecten voor de verschillende maatregelen worden nader toegelicht in de "Gids voor initiatiefnemers". 21. De aandacht van de lezer van dit vademecum wordt gevestigd op de prioritaire thema's waarop de twee eerste delen van de bijlage bij het Besluit (punt 1.2 en II.2) gebaseerd zijn. 22. Wat het bovengenoemde Gemeenschappelijk Kader van doelstellingen betreft, dient verder nog het volgende opgemerkt te worden: onder proefproject (Deel LI, ILI en III.la) wordt verstaan: een actie in het kader van een transnationaal partnerschap - met inbegrip van de samenwerking tussen ondernemingen en hoger onderwijsinstellingen - die gericht is op het ontwerpen, ontwikkelen en beproeven van cursusinhouden, methoden en modules voor de initiële en voortgezette beroepsopleiding en de beroepskeuzebegeleiding, en op de transparantie en/of de erkenning van de in de Lid-Staten verworven vaardigheden, de anticipatie op de behoeften, de evaluatie en/of de overdracht van produkten, methoden, resultaten of opleidingsinstrumenten. De multiplicatorprojecten (Deel III.3.a) zijn gericht op de verspreiding en overdracht, binnen de beroepsopleidingsstelsels en -voorzieningen, van methodologieën, produkten, VADEMECUM van het Programma LEONARDO da VINCI

18 resultaten en instrumenten die voortkomen uit proefprojecten en van de resultaten van transnationale enquêtes en analyses op het gebied van de beroepsopleiding; onder uitwisselingen en stages (Deel 1.2, II.2, III.lb en 3b) wordt verstaan: akties voor transnationale mobiliteit van de betrokkenen, met het doel de Europese dimensie van de initiële en/of voortgezette opleiding te versterken, of het nu gaat om jongeren die een initiële opleiding volgen of op het punt staan de overstap naar het beroepsleven te maken (met inbegrip van jongeren die een universitaire opleiding volgen of afgerond hebben), jonge werknemers, opleiders, opleidings- of personeelsfunctionarissen (met name van ondernemingen), of om beleidmakers, met inbegrip van vertegenwoordigers van de sociale partners en de experten van de beroepsopleiding; onder enquêtes en analyses (Deel III.2.a) wordt verstaan: enquêtes en analyses op transnationale basis met het doel meer kennis en inzicht te verwerven op het terrein van de beroepsopleiding, in nauwe samenhang met de werkzaamheden in het kader van het tweede deel van het programma voor sociaal-economisch onderzoek, met name wat betreft het anticiperen op de behoeften aan vaardigheden en kwalificaties, nieuwe vormen van leerlingwezen en alternerend leren, nieuwe opleidings- en evaluatiemethoden, enz. Ook zal, op basis van een in samenwerking met EUROSTAT opgesteld jaarlijks werkprogramma, communautaire steun verleend worden voor de uitwisseling van vergelijkbare gegevens, en in dat verband ook voor de voortzetting en consolidering van de communautaire activiteiten op statistisch gebied. III.2 De Europese dimensie van LEONARDO en de geschiktheidscriteria voor projecten 23. De acties ten behoeve van de erkenning op communautair niveau van de in de stelsels van de Lid-Staten verworven vaardigheden en kwalificaties zijn in het kader van LEONARDO bijzonder belangrijk. Dit is een essentieel aspect van de communautaire dimensie, zoals ook benadrukt wordt in het Besluit van de Raad. Deze Europese dimensie komt vooral tot uiting door de nadruk die LEONARDO legt op: de doorzichtigheid (transparantie) van de nationale opleidingsstelsels en van de door ieder individu verworven kwalificaties; de erkenning door de andere Lid-Staten van de in de systemen van een Lid-Staat verworven competenties; de gezamenlijke ontwikkeling van een kader van transnationale partnerschappen van opleiding, van opleidingsmateriaal en van opleidingsmethoden. 24. Gezien de aan het begin van dit Vademecum geschetste industriële, economische, sociale en culturele factoren, en gelet op het gemeenschappelijke kader van doelstellingen dat de Raad voor dit programma heeft aangegeven, zal de rol van LEONARDO als een "Europees laboratorium voor innovatie", waar vernieuwende benaderingen inzake de beroepsopleiding gecombineerd kunnen worden, beoordeeld worden aan de hand van de volgende twee criteria, die ook de geschiktheid van de voor communautaire financiële steun voorgedragen projecten zullen bepalen: VADEMECUM van het Programma LEONARDO da VINCI

19 i) De bijdrage van de projecten aan de verwezenlijking van het gemeenschappelijk kader van doelstellingen en van de prioriteiten van het programma. Zoals in paragraaf 18 aangeduid, zal ieder voorstel nauwkeurig moeten aangeven hoe de inhoud ervan verband houdt met het gemeenschappelijk kader van doelstellingen en hoe het voorstel zal bijdragen tot de verwezenlijking van deze doelstellingen. De voor Deel I of II van het programma voorgestelde projecten dienen te verwijzen naar een of meerdere van de, in de uitnodiging tot het indienen van voorstellen, vastgestelde prioriteiten. ii) Het transnationale karakter van de projecten. Om communautaire steun te ontvangen in het kader van LEONARDO, en voor alle maatregelen en activiteiten van dit programma, dienen de voorgestelde projecten op transnationale basis ontworpen te zijn en uitgevoerd te worden, d.w.z. dat er initiatiefnemers en actoren uit meerdere Lid-Staten van de Gemeenschap bij betrokken dienen te zijn. In dit verband zij er aan herinnerd dat LEONARDO open staat voor deelname van organisaties uit alle Lid-Staten van de Unie en uit de EER-landen (Noorwegen, IJsland en Lichtenstein). Bovendien staat het LEONARDO-programma open voor de landen van Middenen Oost-Europa die associatie-overeenkomsten gesloten hebben met de Europese Unie. Dit zijn momenteel Bulgarije, Hongarije, Polen, de Tjechische en de Slowaakse Republiek en Roemenië. Het tijdschema, de omvang van en de voorwaarden voor deze deelname zullen in overleg met deze landen in de loop van 1995 bepaald worden. Het tijdschema, de omvang van en de voorwaarden voor de deelname van Malta en Cyprus aan het LEONARDO-programma zullen worden vastgesteld in het formele kader van bilaterale overeenkomsten die in de loop van 1995 gesloten zullen worden. Gezien de ervaringen met vorige programma's, en gelet op de uitbreiding van de Unie, lijkt het raadzaam om geen projecten op uitsluitend bilaterale basis te weerhouden, dat wil zeggen projecten waarbij operatoren uit slechts twee Lid- Staten (of een Lid-Staat en een EER-land) betrokken zijn. Voor bepaalde projecten betreffende verbetering van de talenkennis (Deel III.1), of om de tenuitvoerlegging van projecten betreffende de programma's voor stages voor jongeren in het raam van de globale subsidie voor de Lid-Staten in Deel 1.2) te vergemakkelijken, kunnen echter ook projecten met partners uit slechts twee Lid-Staten in aanmerking komen. De Commissie wil daarbij echter wel een speciale aandacht verlenen aan die projecten die in een volgende fase tot andere Lid-Staten uitgebreid zullen worden (wat de transnationale stages en uitwisselingen betreft, zij erop gewezen dat de Commissie volgens de EER-overeenkomst niet gehouden is projecten te ondersteunen waarbij alleen EVA-landen (Europese Vrijhandelsassociatie-landen) betrokken zijn). 25. Overigens zal, om het innoverende karakter van de activiteiten in het kader van LEONARDO te versterken, bij de selectie een speciale aandacht worden gegeven aan projecten die niet alleen aan de bovengenoemde twee criteria voldoen, maar ook rekening houden met de volgende drie aanvullende dimensies: VADEMECUM van het Programma LEONARDO da VINCI

20 i) het multi-actoren-partnerschap Zoals aangegeven in de bijlage bij het Besluit van de Raad, is LEONARDO bedoeld voor alle bij de beroepsopleiding betrokken actoren. Teneinde meer mogelijkheden voor het uitwisselen van ervaringen te creëren en de bijdrage van LEONARDO aan opleidingsacties waarbij actoren van zowel de vraag- als de aanbodzijde betrokken zijn, te versterken, zal aan projecten van partnerschappen van deze verschillende categorieën operators een speciale aandacht gegeven worden. In dit verband dient ook speciale aandacht te worden verleend aan opleidingspartnerschappen waarbij de deelname of de betrokkenheid van de sociaal-economische actoren - met name de ondernemingen en de sociale partners -wordt voorzien. ii) De transversaliteit In het licht van de doelstelling van levenslang leren dient de communautaire steun in het kader van LEONARDO een bijdrage te leveren aan het versterken van de samenwerking en de interactie tussen de beroepsopleidingsstructuren in de Lid- Staten. Deze transversaliteit - met name tussen de initiële en de voortgezette opleiding - is noodzakelijk om vernieuwingen (onderwijskundig, technologisch, produkten) te vergemakkelijken en om de ontwikkeling te stimuleren van nieuwe instrumenten en opleidingsmethoden die een geïntegreerdere benadering mogelijk maken (met inbegrip van de integratie van de dimensies "beroepsopleiding" en "gelijke kansen"). Bijzondere aandacht zal worden besteed aan projecten die, binnen eenzelfde onderdeel van het programma, op het bevorderen van deze transversaliteit gericht zijn. iii) De bijdrage van de projecten aan de vernieuwing en/of de overdracht en/of de anticipatie van de behoeften, De transnationale samenwerking, die de basis vormt van alle maatregelen in het kader van LEONARDO, dient een wezenlijke bijdrage te leveren aan het vermogen om te anticiperen op de behoeften en/of vernieuwingen in te voeren en/of resultaten over te dragen. De voorstellen voor projecten dienen derhalve duidelijk aan te geven op welke manier de verwezenlijking van het project zal bijdragen tot het beter anticiperen op de behoeften inzake opleiding, in de in deel (I) van dit Vademecum beschreven context en/of op welk punt het project een innoverende invloed zal hebben op de opleidingsmethoden en/of hoe het zal bijdragen tot de overdracht van vernieuwende benaderingen en opleidingsprodukten naar andere doelgroepen of naar een andere context. 26. Om potentiële initiatiefnemers te helpen vindt u hieronder een lijst van voorbeelden van projecten die verbonden zijn met bepaalde doelstellingen van het gemeenschappelijk kader. Er dient genoteerd te worden dat deze slechts ter illustratie gegeven worden en dat andere projecten natuurlijk in aanmerking kunnen komen. 10 VADEMECUM van het Programma LEONARDO da VINCI

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Resolutie van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen

Nadere informatie

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A Raad van de Europese Unie Brussel, 20 november 2015 14129/15 SOC 668 EMPL 438 ECOFIN 853 POLGEN 166 NOTA van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e

Nadere informatie

PUBLIC. Brussel, 21 september 2005 (27.09) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 12470/05 LIMITE JEUN 47 EDUC 134 SOC 355

PUBLIC. Brussel, 21 september 2005 (27.09) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 12470/05 LIMITE JEUN 47 EDUC 134 SOC 355 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 21 september 2005 (27.09) (OR. en) 12470/05 LIMITE PUBLIC JEUN 47 EDUC 134 SOC 355 NOTA van aan: het voorzitterschap de Groep jeugdzaken Nr. vorig doc.: 11409/05

Nadere informatie

8301/18 van/pau/sl 1 DG E 1C

8301/18 van/pau/sl 1 DG E 1C Raad van de Europese Unie Brussel, 4 mei 2018 (OR. en) 8301/18 NOTA van: aan: JEUN 48 MIGR 51 SOC 213 EDUC 134 het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e deel) Raad nr. vorig doc.: 7831/1/18 JEUN

Nadere informatie

Resolutie van het Europees Parlement over analfabetisme en sociale uitsluiting (2001/2340 (INI))

Resolutie van het Europees Parlement over analfabetisme en sociale uitsluiting (2001/2340 (INI)) P5_TA(2002)0062 Analfabetisme en sociale uitsluiting Resolutie van het Europees Parlement over analfabetisme en sociale uitsluiting (2001/2340 (INI)) Het Europees Parlement, gelet op artikel 22 van de

Nadere informatie

Hierbij gaan voor de delegaties de conclusies die de Europese Raad op bovengenoemde bijeenkomst heeft aangenomen.

Hierbij gaan voor de delegaties de conclusies die de Europese Raad op bovengenoemde bijeenkomst heeft aangenomen. Europese Raad Brussel, 14 december 2017 (OR. en) EUCO 19/1/17 REV 1 CO EUR 24 CONCL 7 BEGELEIDENDE NOTA van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: de delegaties Betreft: Bijeenkomst van de Europese

Nadere informatie

Samenvatting en toelichting

Samenvatting en toelichting Samenvatting en toelichting Inleiding Leren is de sleutel voor de toekomst van Europa. In een maatschappij en een economie waarin informatie een steeds grotere rol speelt, zijn vaardigheden en kennis op

Nadere informatie

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 129,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 129, bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB L 155 van 22/06/99 BESLUIT Nr. 1295/1999/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 29 april 1999 tot vaststelling van een communautair actieprogramma

Nadere informatie

Erasmus voor iedereen: EU-financiering voor 5 miljoen burgers

Erasmus voor iedereen: EU-financiering voor 5 miljoen burgers EUROPESE COMMISSIE - PERSBERICHT Erasmus voor iedereen: EU-financiering voor 5 miljoen burgers Brussel, 23 november 2011 - Tot 5 miljoen mensen, bijna tweemaal zo veel als nu, krijgen de kans om in het

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 mei 2017 (OR. en) het secretariaat-generaal van de Raad het Comité van permanente vertegenwoordigers/de Raad

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 mei 2017 (OR. en) het secretariaat-generaal van de Raad het Comité van permanente vertegenwoordigers/de Raad Raad van de Europese Unie Brussel, 2 mei 2017 (OR. en) 8035/17 JEUN 48 NOTA van: aan: nr. vorig doc.: 7679/17 JEUN 39 Betreft: het secretariaat-generaal van de Raad het Comité van permanente vertegenwoordigers/de

Nadere informatie

ADMINISTRATIEVE OVEREENKOMST BETREFFENDE EEN SAMENWERKINGSKADER TUSSEN. het secretariaat van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart

ADMINISTRATIEVE OVEREENKOMST BETREFFENDE EEN SAMENWERKINGSKADER TUSSEN. het secretariaat van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart ADMINISTRATIEVE OVEREENKOMST BETREFFENDE EEN SAMENWERKINGSKADER TUSSEN het secretariaat van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart en het Directoraat-generaal Mobiliteit en Vervoer van de Europese Commissie

Nadere informatie

ONDERWIJS EN BEROEPSOPLEIDING

ONDERWIJS EN BEROEPSOPLEIDING ONDERWIJS EN BEROEPSOPLEIDING In het onderwijs- en beroepsopleidingsbeleid vindt de besluitvorming plaats via de gewone wetgevingsprocedure. Overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel is elke lidstaat

Nadere informatie

7935/17 rts/van/fb 1 DG E - 1C

7935/17 rts/van/fb 1 DG E - 1C Raad van de Europese Unie Brussel, 5 april 2017 (OR. en) 7935/17 CULT 34 RELEX 290 DEVGEN 54 COMPET 236 ENFOCUSTOM 92 EDUC 131 COHOM 46 NOTA van: aan: nr. vorig doc.: Betreft: het secretariaat-generaal

Nadere informatie

8653/19 voo/mak/hh 1 TREE.1.B

8653/19 voo/mak/hh 1 TREE.1.B Raad van de Europese Unie Brussel, 6 mei 2019 (OR. en) 8653/19 EDUC 214 SOC 321 NOTA van: aan: Betreft: het secretariaat-generaal van de Raad het Comité van permanente vertegenwoordigers/de Raad Voorbereiding

Nadere informatie

R A P P O R T Nr. 87 --------------------------------

R A P P O R T Nr. 87 -------------------------------- R A P P O R T Nr. 87 -------------------------------- Europese kaderovereenkomst betreffende inclusieve arbeidsmarkten Eindevaluatie van de Belgische sociale partners ------------------------ 15.07.2014

Nadere informatie

Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) (Europees Globaliseringsfonds)

Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) (Europees Globaliseringsfonds) Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) (Europees Globaliseringsfonds) Met behulp van het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) kan de Europese Unie steun verlenen

Nadere informatie

bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C381 van 16/12/97

bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C381 van 16/12/97 bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C381 van 16/12/97 Uitnodiging tot het indienen van voorstellen voor OTO-werkzaamheden (geavanceerde opleidingscursussen) in het kader van het specifieke

Nadere informatie

De evolutie van de preventie in een Europees kader

De evolutie van de preventie in een Europees kader BBvAG LVII Nationale Dagen voor Arbeidsgeneeskunde Brussel 15 november 2018 De evolutie van de preventie in een Europees kader Luc Van Hamme Adviseur-generaal Arbeidsinspectie-TWW Hoofd van de regionale

Nadere informatie

Bijlage Actieplan voor mobiliteit

Bijlage Actieplan voor mobiliteit bron : http://www.emis.vito.be Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen dd. 23-12-2000 Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 371 van 23/12/2000 RESOLUTIE VAN DE RAAD EN DE VERTEGENWOORDIGERS

Nadere informatie

Samenvatting project Blueprint - Toekomstbestendige vaardigheden voor de maritieme transportsector (Sector Skills Alliances for implementing a new

Samenvatting project Blueprint - Toekomstbestendige vaardigheden voor de maritieme transportsector (Sector Skills Alliances for implementing a new Samenvatting project Blueprint - Toekomstbestendige vaardigheden voor de maritieme transportsector (Sector Skills Alliances for implementing a new strategic approach ( Blueprint ) to sectoral cooperation

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 april 2002 (02.05) (OR. en) 8318/02 LIMITE PROCIV 16 FSTR 3

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 april 2002 (02.05) (OR. en) 8318/02 LIMITE PROCIV 16 FSTR 3 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 april 2002 (02.05) (OR. en) 8318/02 LIMITE PROCIV 16 FSTR 3 RESULTAAT BESPREKINGEN van: Groep civiele bescherming d.d.: 16 april 2002 nr. vorig doc.: 7573/02 prociv

Nadere informatie

AMENDEMENTEN 1-26. NL In verscheidenheid verenigd NL 2010/2272(INI) 18.5.2011. Ontwerpadvies Giles Chichester (PE462.744v02-00)

AMENDEMENTEN 1-26. NL In verscheidenheid verenigd NL 2010/2272(INI) 18.5.2011. Ontwerpadvies Giles Chichester (PE462.744v02-00) EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie verzoekschriften 2010/2272(INI) 18.5.2011 AMENDEMENTEN 1-26 Giles Chichester (PE462.744v02-00) over mobiliteit en integratie van gehandicapten en de Europese strategie

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2015/0051 (NLE) 6144/15 VOORSTEL van: ingekomen: 3 maart 2015 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: SOC 70 EMPL 31 ECOFIN 97 EDUC

Nadere informatie

bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 177 E van 27/06/2000

bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 177 E van 27/06/2000 bron : http://www.emis.vito.be Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen dd. 27-06-2000 Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 177 E van 27/06/2000 Gewijzigd voorstel voor een beschikking

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 april 2013 (26.04) (OR. en) 8578/13 JEUN 40 EDUC 114 SOC 255

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 april 2013 (26.04) (OR. en) 8578/13 JEUN 40 EDUC 114 SOC 255 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 23 april 2013 (26.04) (OR. en) 8578/13 JEUN 40 EDUC 114 SOC 255 NOTA van: aan: Betreft: het secretariaat-generaal van de Raad het Comité van permanente vertegenwoordigers

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 november 2003 (27.11) (OR. fr) 15314/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0274 (COD) CULT 66 CODEC 1678

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 november 2003 (27.11) (OR. fr) 15314/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0274 (COD) CULT 66 CODEC 1678 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 november 2003 (27.11) (OR. fr) 15314/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0274 (COD) CULT 66 CODEC 1678 VOORSTEL van: de Europese Commissie d.d.: 18 november 2003

Nadere informatie

Leden van de organisaties voor de bevordering van energietechnologieën (FEMOPET)

Leden van de organisaties voor de bevordering van energietechnologieën (FEMOPET) bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C298 van 30/09/97 Leden van de organisaties voor de bevordering van energietechnologieën (FEMOPET) Oproep tot het indienen van voorstellen voor de

Nadere informatie

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 1.6.2012 COM(2012) 255 final Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot verlening van een machtiging om onderhandelingen te openen over aanpassing van de volgende overeenkomsten

Nadere informatie

12722/01 HD/nj DG G NL

12722/01 HD/nj DG G NL RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 29 oktober 2001 (OR. en) 12722/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0121 (CNS) ECOFIN 264 ENV 490 NIS 73 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Besluit van

Nadere informatie

Gemeenschappelijke Raadszitting van donderdag 2 mei 2002 ----------------------------------------------------------------------------------

Gemeenschappelijke Raadszitting van donderdag 2 mei 2002 ---------------------------------------------------------------------------------- CENTRALE RAAD VOOR HET BEDRIJFSLEVEN NATIONALE ARBEIDSRAAD ADVIES Nr. 1.402 Gemeenschappelijke Raadszitting van donderdag 2 mei 2002 ----------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

Binnen het bestek van deze doelstelling is een specifieke actie van de lidstaten en de Commissie voorzien om gezamenlijk:

Binnen het bestek van deze doelstelling is een specifieke actie van de lidstaten en de Commissie voorzien om gezamenlijk: EUROPESE INHOUD IN WERELDWIJDE NETWERKEN COÖRDINATIEMECHANISMEN VOOR DIGITALISATIEPROGRAMMA'S DE BEGINSELEN VAN LUND: CONCLUSIES VAN DE VERGADERING VAN DESKUNDIGEN, LUND, SWEDEN, 4 APRIL 2001 Het eeurope

Nadere informatie

1. WAAROM DIT HANDBOEK? 2

1. WAAROM DIT HANDBOEK? 2 2 1.1. WAAROM DIT HANDBOEK? Internationale mobiliteit wordt steeds meer een absolute noodzaak op een arbeidsmarkt waar een sterke vraag heerst naar meer flexibiliteit en aanpassingsvermogen. Een van de

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING AAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN AAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING AAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN AAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 31.05.2001 COM(2001) 289 definitief MEDEDELING AAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN AAN DE RAAD Strategie ter voorbereiding van de kandidaat-lidstaten

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 november 2000 (04.12) (OR. fr) 14110/00 LIMITE SOC 470

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 november 2000 (04.12) (OR. fr) 14110/00 LIMITE SOC 470 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 30 november 2000 (04.12) (OR. fr) 14110/00 LIMITE SOC 470 BEGELEIDENDE NOTA van: de Raad (Werkgelegenheid en Sociaal beleid) aan: de Europese Raad van Nice nr. vorig

Nadere informatie

Cultura Creative (RF) / Alamy Stock Photo

Cultura Creative (RF) / Alamy Stock Photo Cultura Creative (RF) / Alamy Stock Photo DE EUROPESE STRUCTUUR- EN INVESTERINGSFONDSEN (ESI-FONDSEN) EN HET EUROPEES FONDS VOOR STRATEGISCHE INVESTERINGEN (EFSI) HET VERZEKEREN VAN COÖRDINATIE, SYNERGIEËN

Nadere informatie

13645/1/16 REV 1 ev 1 DG E 1C

13645/1/16 REV 1 ev 1 DG E 1C Raad van de Europese Unie Brussel, 3 november 2016 (OR. en) 13645/1/16 REV 1 SPORT 72 FREMP 170 RELEX 884 NOTA van: aan: het secretariaat-generaal van de Raad het Comité van permanente vertegenwoordigers/de

Nadere informatie

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST EN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST AF/EEE/BG/RO/DC/nl 1 BETREFFENDE DE TIJDIGE BEKRACHTIGING VAN DE OVEREENKOMST BETREFFENDE

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.3.2014 C(2014) 1410 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE van 11.3.2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement

Nadere informatie

Mobiliteit. Onderwijs Normen

Mobiliteit. Onderwijs Normen Kwaliteit Erkenning Mobiliteit Onderwijs Normen Werkgelegenheid Kwalificaties en opleidingsprogramma s gericht op de arbeidsmarkt ontwikkelen Het VSPORT + Project Het VSPORT + Project heeft als hoofddoel

Nadere informatie

9635/17 mou/gys/ln 1 DG E 1C

9635/17 mou/gys/ln 1 DG E 1C Raad van de Europese Unie Brussel, 24 mei 2017 (OR. en) 9635/17 RESULTAAT BESPREKINGEN van: d.d.: 24 mei 2017 aan: nr. vorig doc.: Betreft: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties CULT 76 RELEX

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie werkgelegenheid en sociale zaken

EUROPEES PARLEMENT. Commissie werkgelegenheid en sociale zaken EUROPEES PARLEMENT 1999 2004 Commissie werkgelegenheid en sociale zaken 22 november 2001 PE 305.739/1-17 AMENDEMENTEN 1-17 ONTWERPVERSLAG - Piia-Noora Kauppi (PE 305.739) over de mededeling van de Commissie

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen C 165/23

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen C 165/23 8.6.2001 Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen C 165/23 RECTIFICATIES Rectificatie van de briefwisseling tussen de Commissie van de Europese Gemeenschappen en de Internationale Arbeidsorganisatie

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 november 2012 (27.11) (OR. en) 16320/12 ENFOCUSTOM 127 COSI 117

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 november 2012 (27.11) (OR. en) 16320/12 ENFOCUSTOM 127 COSI 117 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 21 november 2012 (27.11) (OR. en) 16320/12 ENFOCUSTOM 127 COSI 117 NOTA I/A-PUNT van: het secretariaat-generaal aan: het Coreper / de Raad nr. vorig doc.: 12712/3/12

Nadere informatie

OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN EAC/S20/2019. Sport als instrument voor integratie en sociale inclusie van vluchtelingen

OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN EAC/S20/2019. Sport als instrument voor integratie en sociale inclusie van vluchtelingen OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN EAC/S20/2019 Sport als instrument voor integratie en sociale inclusie van vluchtelingen Deze oproep tot het indienen van voorstellen past in de uitvoering van het

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 oktober 2004 (10.11) (OR. en) 13996/04 LIMITE JEUN 89 EDUC 211 SOC 512

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 oktober 2004 (10.11) (OR. en) 13996/04 LIMITE JEUN 89 EDUC 211 SOC 512 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 29 oktober 2004 (10.11) (OR. en) PUBLIC 13996/04 LIMITE JEUN 89 EDUC 211 SOC 512 IEIDENDE NOTA van: het secretariaat-generaal aan: de Raad en de vertegenwoordigers

Nadere informatie

13740/1/00 REV 1 ADD 1 die/jel/nj 1 DG J

13740/1/00 REV 1 ADD 1 die/jel/nj 1 DG J RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 12 februari 2001 (OR. fr) Interinstitutioneel dossier: 2000/0157 (COD) 13740/1/00 REV 1 ADD 1 LIMITE SOC 455 FIN 492 CODEC 915 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1249 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

Boodschap uit Gent voor Biodiversiteit na 2010

Boodschap uit Gent voor Biodiversiteit na 2010 Boodschap uit Gent voor Biodiversiteit na 2010 Belgisch voorzitterschap van de Europese Unie: Conferentie over Biodiversiteit in een veranderende wereld 8-9 september 2010 Internationaal Conventiecentrum

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 april 2010 (20.04) (OR. en) 8570/10 ENFOPOL 99

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 april 2010 (20.04) (OR. en) 8570/10 ENFOPOL 99 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 16 april 2010 (20.04) (OR. en) 8570/10 ENFOPOL 99 NOTA I/A-PUNT van: het secretariaat-generaal aan: het Coreper/de Raad nr. vorig doc.: 7984/10 ENFOPOL 78 + COR 1 + ADD

Nadere informatie

OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN EAC/S17/2017. Toezicht op en coaching van jongeren die het risico lopen te radicaliseren, via sport

OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN EAC/S17/2017. Toezicht op en coaching van jongeren die het risico lopen te radicaliseren, via sport OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN EAC/S17/2017 Toezicht op en coaching van jongeren die het risico lopen te radicaliseren, via sport Deze oproep tot het indienen van voorstellen past in de uitvoering

Nadere informatie

CREATIEF EUROPA ( ) Subprogramma Cultuur. Oproep tot het indienen van voorstellen

CREATIEF EUROPA ( ) Subprogramma Cultuur. Oproep tot het indienen van voorstellen CREATIEF EUROPA (2014-2020) Subprogramma Cultuur Oproep tot het indienen van voorstellen EACEA 32/2014 : Projecten voor Europese samenwerking Uitvoering van de regelingen van het subprogramma Cultuur:

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT WERKDOCUMENT. Commissie cultuur en onderwijs 7.3.2008

EUROPEES PARLEMENT WERKDOCUMENT. Commissie cultuur en onderwijs 7.3.2008 EUROPEES PARLEMENT 2004 Commissie cultuur en onderwijs 2009 7.3.2008 WERKDOCUMENT inzake het voorstel voor het besluit van het Europees Parlement en de Raad tot invoering van een actieprogramma ter verhoging

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 november 2009 (OR. en) 15137/09 CRIMORG 164 ENFOPOL 271

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 november 2009 (OR. en) 15137/09 CRIMORG 164 ENFOPOL 271 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 november 2009 (OR. en) 15137/09 CRIMORG 164 ENFOPOL 271 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de oprichting van een Europees

Nadere informatie

8273/1/18 REV 1 dui/ass/sv 1 DG E 1C

8273/1/18 REV 1 dui/ass/sv 1 DG E 1C Raad van de Europese Unie Brussel, 27 april 2018 (OR. en) 8273/1/18 REV 1 JEUN 45 NOTA van: aan: het secretariaat-generaal van de Raad het Comité van permanente vertegenwoordigers/de Raad nr. vorig doc.:

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 8 juli 2014 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 8 juli 2014 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 8 juli 2014 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2014/0186 (E) 11290/14 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: ACP 109 COAFR 184 PESC 677 RELEX 538 BESLUIT

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Ontwerp BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE. van [...]

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Ontwerp BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE. van [...] NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, C(2007) WORDT NIET GEPUBLICEERD Ontwerp BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van [...] tot goedkeuring van het operationeel programma voor bijstand van

Nadere informatie

ENTANGLE - Nieuwsbrief

ENTANGLE - Nieuwsbrief INHOUD Projectachtergrond 1 Projectomschrijving 2 Partners 3 Kick ck-off meeting in Brussel 4 Rethinking Education 4 Contactgegevens en LLP 5 ENTANGLE vindt zijn oorsprong in de dagelijkse praktijk binnen

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie cultuur, jeugd, onderwijs, media en sport. van de Commissie cultuur, jeugd, onderwijs, media en sport

EUROPEES PARLEMENT. Commissie cultuur, jeugd, onderwijs, media en sport. van de Commissie cultuur, jeugd, onderwijs, media en sport EUROPEES PARLEMENT 1999 2004 Commissie cultuur, jeugd, onderwijs, media en sport VOORLOPIGE VERSIE 23 maart 2001 ONTWERPADVIES van de Commissie cultuur, jeugd, onderwijs, media en sport aan de Commissie

Nadere informatie

Alle delegaties gaan thans akkoord met de tekst van bovengenoemde conclusies van de Raad.

Alle delegaties gaan thans akkoord met de tekst van bovengenoemde conclusies van de Raad. Raad van de Europese Unie Brussel, 4 mei 2018 (OR. en) 8544/18 CULT 52 NOTA van: aan: het secretariaat-generaal van de Raad Raad nr. vorig doc.: 7759/18 CULT 36 Betreft: Ontwerpconclusies van de Raad over

Nadere informatie

CREATIEF EUROPA ( ) Subprogramma Cultuur. Oproep tot het indienen van voorstellen:

CREATIEF EUROPA ( ) Subprogramma Cultuur. Oproep tot het indienen van voorstellen: CREATIEF EUROPA (2014-2020) Subprogramma Cultuur Oproep tot het indienen van voorstellen: Oproep tot het indienen van voorstellen EACEA/34/2018: Steun voor Europese samenwerkingsprojecten 2019 LET OP:

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 oktober 2006 (17.10) (OR. en) 13651/06 SOC 447 NOTA

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 oktober 2006 (17.10) (OR. en) 13651/06 SOC 447 NOTA RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 6 oktober 2006 (17.10) (OR. en) 13651/06 SOC 447 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap de Groep sociale vraagstukken Toetsing van de uitvoering door de lidstaten

Nadere informatie

*** ONTWERPAANBEVELING

*** ONTWERPAANBEVELING EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken 23.5.2013 2012/0271(E) *** ONTWERPAANBEVELING over het ontwerp van besluit van de Raad betreffende de sluiting

Nadere informatie

Commissie industrie, onderzoek en energie. van de Commissie industrie, onderzoek en energie

Commissie industrie, onderzoek en energie. van de Commissie industrie, onderzoek en energie EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie industrie, onderzoek en energie 14.12.2010 2010/2211(INI) ONTWERPADVIES van de Commissie industrie, onderzoek en energie aan de Bijzondere Commissie beleidsuitdagingen

Nadere informatie

COHESIEBELEID 2014-2020

COHESIEBELEID 2014-2020 GEÏNTEGREERDE TERRITORIALE INVESTERING COHESIEBELEID 2014-2020 De nieuwe wet- en regelgeving voor de volgende investeringsronde van het EU-cohesiebeleid voor 2014-2020 is in december 2013 formeel goedgekeurd

Nadere informatie

Belangrijke informatie: de Gemeenschappelijke Prioriteit met het Frans-Engelse Kanaal programma

Belangrijke informatie: de Gemeenschappelijke Prioriteit met het Frans-Engelse Kanaal programma Belangrijke informatie: de Gemeenschappelijke Prioriteit met het Frans-Engelse Kanaal programma 1. Uittreksel uit het 2 Zeeën Operationeel Programma, Prioriteit 4 : Gemeenschappelijke Prioriteit met het

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 16.12.2004 COM(2004) 810 definitief Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD tot vaststelling van de gevolgen van de toetreding van Tsjechië en Polen

Nadere informatie

Ontwerp van samenwerkingsakkoord

Ontwerp van samenwerkingsakkoord Ontwerp van samenwerkingsakkoord Tussen: de Franse Gemeenschap Vertegenwoordigd door Mevrouw Fadila LAANAN, Minister van Cultuur, Audiovisuele Zaken, Gezondheid en Gelijkheid van Kansen En: de Vlaamse

Nadere informatie

Kwaliteitsvol. jeugdwerk. In vogelvlucht. Startmoment traject Jeugdwerk in de Stad Brussel, 27 september 2016

Kwaliteitsvol. jeugdwerk. In vogelvlucht. Startmoment traject Jeugdwerk in de Stad Brussel, 27 september 2016 Kwaliteitsvol jeugdwerk Startmoment traject Jeugdwerk in de Stad Brussel, 27 september 2016 In vogelvlucht Kwaliteitsvol jeugdwerk Toelichting bij de politieke discussie in de EU en het traject van de

Nadere informatie

OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN EAC/S23/2019. Uitwisselingen en mobiliteit in de sport

OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN EAC/S23/2019. Uitwisselingen en mobiliteit in de sport OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN EAC/S23/2019 Uitwisselingen en mobiliteit in de sport Deze oproep tot het indienen van voorstellen past in de uitvoering van de voorbereidende actie "Uitwisselingen

Nadere informatie

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE DE GELIJKTIJDIGE UITBREIDING VAN DE EUROPESE UNIE EN DE EUROPESE ECONOMISCHE

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT ACP 105 COAFR 81 CODEC 816

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT ACP 105 COAFR 81 CODEC 816 EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Straatsburg, 27 oktober 2004 (OR. en) 2003/0245 (COD) LEX 583 PE-CONS 3673/1/04 REV 1 ACP 105 COAFR 81 CODEC 816 VERORDENING (EG) Nr..../2004 VAN HET EUROPEES

Nadere informatie

OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN EAC/S16/2017. Sport als instrument voor integratie en sociale inclusie van vluchtelingen

OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN EAC/S16/2017. Sport als instrument voor integratie en sociale inclusie van vluchtelingen OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN EAC/S16/2017 Sport als instrument voor integratie en sociale inclusie van vluchtelingen Deze oproep tot het indienen van voorstellen past in de uitvoering van het

Nadere informatie

Kamerstukken II, 2015/16, nr Kamerstukken II, 2016/17, nr Kamerstukken II, 2013/14, nr. 1780

Kamerstukken II, 2015/16, nr Kamerstukken II, 2016/17, nr Kamerstukken II, 2013/14, nr. 1780 Fiche 4: Aanbeveling Europees kader voor leerlingplaatsen 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel Voorstel voor een Aanbeveling van de Raad inzake een Europees kader voor hoogwaardige en doeltreffende leerlingplaatsen

Nadere informatie

Samenvatting van de partnerschapsovereenkomst voor Nederland, 2014-2020

Samenvatting van de partnerschapsovereenkomst voor Nederland, 2014-2020 EUROPESE COMMISSIE Samenvatting van de partnerschapsovereenkomst voor Nederland, 2014-2020 Algemene informatie De partnerschapsovereenkomst (PO) van Nederland is het overkoepelende strategische document

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1994 1995 22 112 Ontwerp-Richtlijnen Europese Commissie Nr. 48 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST 443 der Beilagen XXIII. GP - Staatsvertrag - 91 niederländische Erklärungen (Normativer Teil) 1 von 13 EN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van vrijdag 26 april

A D V I E S Nr Zitting van vrijdag 26 april A D V I E S Nr. 1.401 ----------------------------- Zitting van vrijdag 26 april 2002 ----------------------------------------- IAO - 91ste zitting van de Internationale Arbeidsconferentie (juni 2003)

Nadere informatie

Richtlijn betreffende bescherming rechten op aanvullend pensioen

Richtlijn betreffende bescherming rechten op aanvullend pensioen Richtlijn betreffende bescherming rechten op aanvullend pensioen Richtlijn 98/49/EG van de Raad van 29 juni 1998 betreffende de bescherming van de rechten op aanvullend pensioen van werknemers en zelfstandigen

Nadere informatie

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0389/2. Amendement. Dominique Bilde namens de ENF-Fractie

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0389/2. Amendement. Dominique Bilde namens de ENF-Fractie 25.1.2017 A8-0389/2 2 Visum 18 gezien de verklaring over de bevordering van burgerschap en de gemeenschappelijke waarden vrijheid, tolerantie en non-discriminatie door middel van onderwijs (Verklaring

Nadere informatie

BEST BOSS BELEIDSNOTA Aanbevelingen voor een succesvolle bedrijfsopvolging van KMO s in toerisme

BEST BOSS BELEIDSNOTA Aanbevelingen voor een succesvolle bedrijfsopvolging van KMO s in toerisme Aanbevelingen voor een succesvolle bedrijfsopvolging van KMO s in toerisme www.bestboss-project.eu Grant Agreement No.: 2014-1-DE02-KA200-001608 Dit project werd gefinancierd met de steun van de Europese

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 3.12.2012 COM(2012) 682 final 2012/0321 (NLE) C7-0421/12 Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 723/2009 van de Raad betreffende een

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.10.2016 COM(2016) 672 final 2016/0328 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot sluiting van een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie

Nadere informatie

Maatregelen voor een beter evenwicht tussen werk en privéleven voor werkende ouders en mantelzorgers

Maatregelen voor een beter evenwicht tussen werk en privéleven voor werkende ouders en mantelzorgers Maatregelen voor een beter evenwicht tussen werk en privéleven voor werkende ouders en mantelzorgers Velden met een zijn verplicht. Persoonlijke gegevens In welk land bent u gevestigd? België Bulgarije

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 december 2006 (OR. en) 16647/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/194 (CNS) REGIO 70 FIN 673

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 december 2006 (OR. en) 16647/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/194 (CNS) REGIO 70 FIN 673 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 20 december 2006 (OR. en) 16647/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/194 (CNS) REGIO 70 FIN 673 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: VERORDENING VAN DE

Nadere informatie

Tweede Europese Forum over de cohesie Georganiseerd door de Europese Commissie

Tweede Europese Forum over de cohesie Georganiseerd door de Europese Commissie Mr Roger VAN BOXTEL, Minister of City Management and Integration, Netherlands Tweede Europese Forum over de cohesie Georganiseerd door de Europese Commissie 21-22 mei 2001 Enkel gesproken tekst geldt Tweede

Nadere informatie

( ) (1999/C ) Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 175, lid 1,

( ) (1999/C ) Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 175, lid 1, bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 232 van 13/08/99 GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT (EG) Nr. 25/1999 door de Raad vastgesteld op 28 juni 1999 met het oog op de aanneming van Beschikking.../1999/EG

Nadere informatie

III BESLUITEN OP GROND VAN TITEL VI VAN HET EU-VERDRAG

III BESLUITEN OP GROND VAN TITEL VI VAN HET EU-VERDRAG L 348/130 Publicatieblad van de Europese Unie 24.12.2008 III (Besluiten op grond van het EU-Verdrag) BESLUITEN OP GROND VAN TITEL VI VAN HET EU-VERDRAG BESLUIT 2008/976/JBZ VAN DE RAAD van 16 december

Nadere informatie

NOTA het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties Gezamenlijke conclusies van de Jeugdconferentie van de EU (Dublin, 11-13 maart 2013)

NOTA het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties Gezamenlijke conclusies van de Jeugdconferentie van de EU (Dublin, 11-13 maart 2013) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 22 maart 2013 (26.03) (OR. en) 7808/13 JEUN 33 NOTA van: aan: Betreft: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties Gezamenlijke conclusies van de Jeugdconferentie

Nadere informatie

De programma s van de Europese Gemeenschap op het gebied van de beroepsopleiding

De programma s van de Europese Gemeenschap op het gebied van de beroepsopleiding De programma s van de Europese Gemeenschap op het gebied van de beroepsopleiding dertig jaar samenwerking, activiteiten en overleg Patrick Clemenceau Hoofdadministrateur bij Directoraat-Generaal XXII Onderwijs,

Nadere informatie

Europees Sociaal Fonds Investeren in mensen

Europees Sociaal Fonds Investeren in mensen Europees Sociaal Fonds Investeren in mensen Europese Commissie Deze brochure is beschikbaar in alle officiële talen van de EU. Noch de Europese Commissie, noch enige persoon die optreedt in naam van de

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 28.10.2016 COM(2016) 694 final 2016/0343 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake de sluiting, namens de Europese Unie, van een overeenkomst tot wijziging van de Overeenkomst

Nadere informatie

voor beroepsonderwijs en -opleiding (2009/C 155/02)

voor beroepsonderwijs en -opleiding (2009/C 155/02) 8.7.2009 Publicatieblad van de Europese Unie C 155/11 AANBEVELING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 18 juni 2009 betreffende de invoering van het Europees systeem voor studiepuntenoverdracht voor

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 juni 2003 (06.06) (OR. en) 8642/03 ADD 1. Interinstitutioneel dossier: 2002/0303 (COD) EDUC 79 CODEC 518 OC 348

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 juni 2003 (06.06) (OR. en) 8642/03 ADD 1. Interinstitutioneel dossier: 2002/0303 (COD) EDUC 79 CODEC 518 OC 348 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 4 juni 2003 (06.06) (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2002/0303 (COD) 8642/03 ADD 1 EDUC 79 CODEC 518 OC 348 ONTWERP-MOTIVERING VAN DE RAAD Betreft: Voorstel voor

Nadere informatie

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0299/59. Amendement. Marco Zanni, André Elissen, Stanisław Żółtek namens de ENF-Fractie

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0299/59. Amendement. Marco Zanni, André Elissen, Stanisław Żółtek namens de ENF-Fractie 19.10.2017 A8-0299/59 59 Paragraaf 2 2. benadrukt dat de Unie nog steeds wordt geconfronteerd met tal van uitdagingen en is ervan overtuigd dat de begroting van de Unie, met inachtneming van de begrotingsdiscipline,

Nadere informatie

voor politiefunctionarissen.

voor politiefunctionarissen. RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 8 april 2010 (12.04) (OR. en) 8309/10 ENFOPOL 93 NOTA I/A-PUNT van: het secretariaat-generaal aan: het Coreper / de Raad nr. vorig doc.: 5025/4/10 EUROPOL 3 Betreft:

Nadere informatie

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE HOGE VERTEGENWOORDIGER VAN DE EUROPESE UNIE VOOR BUITENLANDSE ZAKEN EN VEILIGHEIDSBELEID Brussel, 13.4.2015 JOIN(2015) 10 final 2015/0073 (NLE) Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.6.2003 COM(2003) 348 definitief 2003/0127 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de lidstaten worden gemachtigd in het belang van de Europese

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 27.10.2017 C(2017) 7136 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 27.10.2017 houdende wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 wat betreft de

Nadere informatie

OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN EAC/S15/2018. Uitwisselingen en mobiliteit in de sport

OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN EAC/S15/2018. Uitwisselingen en mobiliteit in de sport OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN EAC/S15/2018 Uitwisselingen en mobiliteit in de sport Deze oproep tot het indienen van voorstellen past in de uitvoering van de voorbereidende actie "Uitwisselingen

Nadere informatie

11263/08 ADD 1 mak/gar/hd 1 DG I - 2 B

11263/08 ADD 1 mak/gar/hd 1 DG I - 2 B RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 13 oktober 2008 (21.10) (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2007/0163 (COD) 11263/08 ADD 1 EDUC 173 MED 39 SOC 385 PECOS 16 CODEC 895 O TWERP-MOTIVERI G VA DE RAAD Betreft:

Nadere informatie