NOTA RICHTLIJNEN T.A.V. BLUSWATER VOORZIENING

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "NOTA RICHTLIJNEN T.A.V. BLUSWATER VOORZIENING"

Transcriptie

1 NOTA RICHTLIJNEN T.A.V. BLUSWATER VOORZIENING januari 2001 TROPA

2 Pro-actie en bluswatervoorziening blz. 1 Inhoud Voorwoord 1 Inleiding 2 De richtlijnen ten aanzien van bluswatervoorzieningen 4 Achtergronden en motivatie van de richtlijnen 6 Bijlage A, het onderscheid in bluswatervoorzieningen 14 Bijlage B, benodigde ruimte rondom een ondergrondse brandkraan 17 Bijlage C, kort overzicht richtlijnen bluswatervoorzieningen 18 Voorwoord Bluswater is een eerste levensbehoefte van de brandweer. Het is dan ook niet vreemd dat veel publicaties het een en ander hierover vermelden, wel is het vreemd dat deze publicaties soms moeilijk met elkaar in overeenstemming te brengen zijn. Deze nota bevat een complete en coherente set van richtlijnen met betrekking tot bluswatervoorzieningen specifiek toepasbaar in de pro-actie fase. Deze set is tot stand gekomen door de inhoud van de diverse relevante publicaties op dit gebied nader te beschouwen en deze als elementen van een groter geheel in te passen. In hoofdstuk 1 wordt kort ingegaan op pro-actie, bluswatervoorziening in het algemeen en de onderlinge relatie. De set richtlijnen met betrekking tot afstanden, capaciteit en bereikbaarheid van bluswatervoorzieningen zijn terug te vinden in hoofdstuk 2. Hoofdstuk 3 geeft een overzicht van de achtergronden en motivatie van de verschillende richtlijnen. Deze laatste twee hoofdstukken moeten het u mogelijk maken om de wensen van de brandweer ten aanzien van bluswatervoorziening in een (op)nieuw in te richten gebied te kwantificeren en te onderbouwen. Als laatste vindt u een aantal bijlagen, deze bevatten onderdelen die anders storend zouden werken in de tekst. Bijlage A geeft een beschouwing over het te maken onderscheid in bluswatervoorzieningen en vormt als zodanig de basis van deze nota. Bijlage B bevat een schets van de ruimte die nodig is om van een ondergrondse brandkraan gebruik te kunnen maken. Een handzaam overzicht van de richtlijnen is in bijlage C opgenomen.

3 Pro-actie en bluswatervoorziening blz. 2 1 Inleiding 1.0 TROPA TROPA staat voor Twents Regionaal Overleg Pro-Actie, dit overleg bestaat uit brandweerfunctionarissen die binnen hun eigen gemeente pro-actie beleiden en bedrijven. De doelstelling van TROPA is om een gezamenlijk beleid ten aanzien van pro-actie te ontwikkelen. 1.1 het begrip pro-actie Het begrip pro-actie is afkomstig uit de methodiek van de veiligheidsketen. Conform deze methodiek kan door het achtereenvolgens toepassen van de schakels pro-actie, preventie, preparatie en repressie een risico tot een aanvaardbaar niveau worden teruggebracht. Dit betekent tegelijkertijd dat in de pro-actieve fase al rekening gehouden moet worden met de (on)mogelijkheden van de nog volgende schakels uit deze keten. Immers, een risicoprobleem doorschuiven dat verderop in de veiligheidsketen niet getackeld kan worden is zinloos. Door deze (on)mogelijkheden in kaart te brengen wordt duidelijk welke parameters van het risicoprobleem op welke wijze en op welk tijdstip in de veiligheidsketen aangepakt moeten worden. 1.2 de relatie pro-actie / bluswatervoorziening Voordat verdergegaan kan worden moeten we allereerst de vraag beantwoorden of er eigenlijk wel sprake is van een relatie tussen pro-actie en de bluswatervoorziening. Het antwoord daarop is zowel ja als nee. Ja, voor zover het gaat om een (op)nieuw te ontwikkelen gebied. In een dergelijk geval moet het gebied bouwrijp gemaakt worden voordat men kan gaan bouwen. Een onderdeel van het bouwrijp maken is het ontwerpen van een basisinfrastructuur zoals wegen, waterleiding en vijvers. Het antwoord is nee indien het gaat om een al ingericht gebied. Een bestaande infrastructuur kan niet zomaar opnieuw ontworpen en ingericht worden. Indien aanpassingen nodig zijn dan heeft dit vaak te maken met een verandering (van gebruik) van een bepaald terrein of gebouw. In een dergelijk concreet geval is het aan een afdeling preventie of preparatie om aan te tonen dat een aanpassing van de bluswatervoorziening op die plek noodzakelijk is. Kortom, de relatie pro-actie en bluswatervoorziening (en dus ook deze notitie) beperkt zich tot die gebieden waarvoor de infrastructuur (op)nieuw ontworpen wordt en dan nog alleen tijdens de ontwerpfase.

4 Pro-actie en bluswatervoorziening blz de (on)mogelijkheden van de schakels preventie, preparatie en repressie Uit het verrichtte literatuuronderzoek (zie hoofdstuk 3) wordt duidelijk met welke (on)mogelijkheden de op pro-actie volgende schakels te maken krijgen. Hierbij komen drie parameters telkens weer terug, te weten: de afstand tussen bluswatervoorziening en een object de capaciteit en de bereikbaarheid van de bluswatervoorziening. Deze drie parameters zijn direct afhankelijk van de voorgenomen wegen- en bebouwingsstructuur en aard en plaatsing van de bluswatervoorziening. Alle drie vallen dus binnen de eerdergenoemde relatie pro-actie bluswatervoorziening en aan alle drie dient dus in de proactieve fase aandacht besteed te worden. 1.4 bluswatervoorziening, een eenduidig begrip? Opmerkelijk genoeg is het begrip bluswatervoorziening niet eenduidig. In publicaties wordt onderscheid gemaakt in primaire, secundaire en soms zelfs tertiaire bluswatervoorziening. Volgens de uitgave termen voor de brandweer wordt een bluswatervoorziening als volgt gedefinieerd: van te voren getroffen maatregelen om bluswater beschikbaar te hebben of te krijgen Hier wordt dus geen verschil gemaakt in primaire, secundaire of tertiaire bluswatervoorziening. Het onderscheid blijkt dan ook niet zozeer een definitiekwestie te zijn, maar eerder een kwestie van specifieke eisen ten aanzien van de parameters afstand, capaciteit en bereikbaarheid die aan een dergelijke voorziening worden gesteld. Dit betekent dat in deze nota, waar specifiek op afstand, capaciteit en bereikbaarheid wordt ingegaan, een dergelijk onderscheid zeker van belang is. De beschouwing in bijlage A probeert dit onderscheid in bluswatervoorziening te verduidelijken. In deze nota wordt, op basis van deze beschouwing, het onderscheid gemaakt in primaire, secundaire en tertiaire bluswatervoorziening.

5 Pro-actie en bluswatervoorziening blz. 4 2 De richtlijnen ten aanzien van bluswatervoorzieningen Achtereenvolgens wordt ingegaan op de capaciteit, bereikbaarheid en de afstand tussen een object en een bluswatervoorziening. Hierbij komen zowel de primaire, secundaire als tertiaire bluswatervoorziening aan bod. In bijlage A is een beschouwing over dit onderscheid opgenomen. Hoofdstuk 3 geeft de achtergronden en motivatie van deze richtlijnen de capaciteit van een primaire bluswatervoorziening Standaard levert de primaire bluswatervoorziening een continu beschikbare capaciteit van 60 m3/h. Onder de voorwaarden uit het KIWA-rapport (zie blz. 8 van deze nota) kan de continu beschikbare capaciteit gereduceerd worden tot 30 m3/h de capaciteit van een secundaire bluswatervoorziening De secundaire bluswatervoorziening levert een minimale capaciteit van 90 m3/h met een minimale leveringsduur van 5 uur de capaciteit van een tertiaire bluswatervoorziening De tertiaire bluswatervoorziening levert een minimale capaciteit van 300 m3/h met een onbeperkte leveringsduur de bereikbaarheid van een primaire bluswatervoorziening De aansluiting op een primaire bluswatervoorziening is voorzien van een storzkoppeling of van een banjonetstuk ten behoeve van een opzetstuk. Deze aansluiting is tot op een afstand van maximaal 15 meter door blusvoertuigen via rijlopers benaderbaar. In bijlage B is een afbeelding opgenomen van de benodigde ruimte rondom een ondergrondse brandkraan. Als vuistregel kan ook een gebied van één meter rondom de aansluiting worden aangehouden de bereikbaarheid van een secundaire bluswatervoorziening Gelijk aan de voorschriften van 2.2.1, tenzij sprake is van open water. In geval van open water waarbij het watertransportsysteem met tankautospuiten wordt opgebouwd: de totale afstand tussen de opstelplaats van de tankautospuit en de waterwinplaats mag maximaal 8 meter bedragen; de verticale afstand tussen de opstelplaats van de tankautspuit en de waterwinplaats mag maximaal 5 bedragen;

6 Pro-actie en bluswatervoorziening blz. 5 de opstelplaats moet via een rijloper bereikbaar zijn en geschikt zijn voor een tankautospuit. In geval van open water waarbij het watertransportsysteem met een dompelpomp wordt opgebouwd zie hiervoor de bereikbaarheid van een tertiaire bluswatervoorziening In geval van open water waarbij het watertransportsysteem met een dompelpomp wordt opgebouwd: de totale afstand tussen de opstelplaats van de dompelpomp en de waterwinplaats mag maximaal 50 meter bedragen; de opstelplaats moet via een rijloper bereikbaar zijn en bestaan uit een recht stuk verharde weg van minimaal 30 meter lang en 4 meter breed de afstand tussen de primaire bluswatervoorziening en een object In het algemeen mag de afstand tussen de primaire bluswatervoorziening en de ingang van een object niet meer bedragen dan 40 meter over de weg. Indien deze afstand meer dan 50 meter is, wordt de ligging van de bluswatervoorziening aangepast. Indien een object meerdere ingangen heeft die de eerste tankautospuit naar keuze kan gebruiken dan geldt deze eis voor elke ingang de afstand tussen de secundaire bluswatervoorziening en een object Gelijk aan de voorschriften van 2.3.1, tenzij sprake is van open water. In geval van open water wordt het watertransportsysteem met tankautospuiten opgebouwd en geldt een afstand van maximaal 320 meter gemeten over de weg de afstand tussen de tertiaire bluswatervoorziening en een object In geval het watertransportsysteem met een dompelpomp van de combibak wordt opgebouwd geldt een afstand van maximaal 1 kilometer gemeten over de weg. In geval het watertransportsysteem met een dompelpompaanhanger wordt opgebouwd geldt een afstand van maximaal 3 kilometer gemeten over de weg.

7 Pro-actie en bluswatervoorziening blz. 6 3 Achtergronden en motivatie van de richtlijnen 3.0 overzicht literatuur 1 - Primaire bluswatervoorziening, de minimale vereiste capaciteit van het waterleidingnet, CCRB, Modelverordening brandveiligheid en hulpverlening, VNG, Brandveiligheidsconcept Beheersbaarheid van brand, BiZa, Drinkwater en bluswater in evenwicht, KIWA, Secundaire bluswatervoorziening (concept), CCRB, september BM / AHBM preventie, NIBRA, januari Handleiding brandweerzorg, BiZa, mei BW 1 e klasse pompbediener, NIBRA, april de capaciteit van een primaire bluswatervoorziening De literatuur levert ten aanzien van de capaciteit van een primaire bluswatervoorziening de onderstaande relevante stukken. De CCRB uitgave Primaire bluswatervoorziening (1) bespreekt de primaire bluswatervoorziening i.c. het drinkwaterleidingnet. De uitgave geeft aan dat in veel gevallen de inzet van de 1 e TAS (twee stralen lage druk = 30 m3/h) voldoende zal zijn, er zijn echter ook gebouwen waarbij een snelle interventie (< 10 min.) van de 2 e TAS aanbevolen wordt (zie hiervoor de Handleiding Brandweerzorg, BiZa, 1992). Dit geldt dan met name voor gebouwen van voor het Bouwbesluit en gebouwen met veel personen, gevaarlijke stoffen of andere risicofactoren. Hiervoor zou 60 m3/h beschikbaar moeten zijn. De uitgave concludeert dan ook als volgt: omdat niet gegarandeerd kan worden dat (het gebruik van) een bepaald terrein of gebouw onveranderd zal blijven moet een minimaal waterleidingdebiet van 60 m3/h de aanbeveling voor een landelijk geldende richtlijn zijn. In de modelverordening van de VNG (2) wordt de bluswatervoorziening meer algemeen beschouwd. In artikel 10 van de modelverordening staat: Burgemeester en wethouders dragen zorg voor zodanige bluswatervoorzieningen en de bereikbaarheid daarvan, dat de brandbestrijding te allen tijde zoveel mogelijk gewaarborgd is. De bijbehorende artikelsgewijze toelichting vermeldt het volgende: en De zorg voor de brandveiligheid zoals bedoeld in artikel 1, vierde lid van de Brandweerwet 1985 geeft aan dat burgemeester en wethouders tevens verantwoordelijk zijn voor een adequate bluswatervoorziening.

8 Pro-actie en bluswatervoorziening blz. 7 Bluswater kan het beste uit zoveel mogelijk verschillende waterbronnen worden verkregen. Voor de eerste inzet van de brandweer zijn de tankautospuit waarin standaard 1500 of 1600 liter water voor onmiddellijk gebruik is opgeslagen en het drinkwaterleidingnet de meest geëigende middelen om voor bluswater te zorgen omdat dan nog het minste bluswater nodig is. Branden op plaatsen waar geen drinkwaterleiding aanwezig is of waar dat leidingnet te weinig capaciteit heeft, moeten met water uit een tankwagen of op andere wijze worden geblust. Voor het vervolg van de brandbestrijding kan zo nodig van een grotere afstand en na enige tijd water worden gehaald uit een blusvijver of ander open water. Het brandbeveiligingsconcept Beheersbaarheid van brand geeft een methode voor het bepalen van de grootte van een brandcompartiment en bevat rekenschema s voor blussen en koelen. Dit zijn hulpmiddelen om (indicatief) te bepalen hoeveel één tankautospuit met een zespersoons bemanning kan blussen of koelen in een bepaalde brandsituatie. Op sommige plaatsen in de ontwikkelde methode is dat bepalend voor het al dan niet acceptabel zijn van een beoogd brandcompartiment. Onderstaand is aangegeven hoeveel bluswater in bepaalde situaties minimaal nodig is voor de eerste inzet. 1. Voor woningen die zijn uitgevoerd als brandcompartiment met een weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag (WBDBO) van tenminste 60 minuten: 30 kubieke meter per uur. Over het algemeen is hiervan sprake bij woningen die na 1945 zijn gebouwd. 2. Voor woningen die niet zijn uitgevoerd als brandcompartiment met een weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag (WBDBO) van tenminste 60 minuten: 60 kubieke meter per uur. Over het algemeen is hiervan sprake bij woningen die voor 1945 zijn gebouwd. 3. Voor overige gebouwen die zijn uitgevoerd als brandcompartiment met een weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag (WBDBO) van tenminste 60 minuten en waarbij door bouwkundige voorzieningen geen branduitbreiding naar buiten te verwachten valt: 30 kubieke meter per uur. 4. Voor overige gebouwen die zijn uitgevoerd als brandcompartiment met een weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag (WBDBO) overeenkomstig het bepaalde in het brandbeveiligingsconcept Beheersbaarheid van brand en waarbij door bouwkundige voorzieningen geen branduitbreiding naar buiten te verwachten valt: 30 kubieke meter per uur. 5. Voor overige gebouwen die zijn uitgevoerd als brandcompartiment als onder 3 en 4 vermeld waarbij ter voorkoming van branduitbreiding bovendien wordt uitgegaan van een inzet van de brandweer voor het koelen en blussen van gevels: 60 kubieke meter per uur. 6. Voor overige gebouwen die niet afdoende zijn uitgevoerd als brandcompartiment met een weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag (WBDBO) is de behoefte aan water afhankelijk van de bij de planbeoordeling noodzakelijk geachte repressieve inzet. Bij afwezigheid van een toereikende openbare bluswatervoorziening kan een gemeente op grond van de (model-)bouwverordening een niet-openbare bluswatervoorziening eisen als voorwaarde voor het verlenen van een bouwvergunning. Dit komt voor bij ver van de bebouwde kom gelegen bouwwerken of indien een grote hoeveelheid bluswater ineens nodig is, bijvoorbeeld een sprinklerinstallatie. De gemeente bepaalt waar de grens ligt tussen de publieke plicht om voor voldoende bluswater te zorgen en de noodzaak voor anderen dat te doen. Van belang is het hier nogmaals te vermelden dat brandbestrijding een publieke taak is. De onderzoeksrapportage brandbeveiligingsconcept beheersbaarheid van brand (3) geeft op bladzijde 18 aan : Een brand in een gebouw moet zodanig beheersbaar zijn, dat zowel direct als indirect, zo weinig mogelijk nadelig effect buiten een vooraf bepaald gebied ontstaat

9 Pro-actie en bluswatervoorziening blz. 8 Onder nadelige effecten worden hier verstaan brand-, rook- en waterschade buiten het compartiment en met nadruk niet binnen een brandcompartiment. Bladzijde 21 geeft aan dat de methode niet van toepassing is op slaap gebouwen zoals hotels, woningen, gevangenissen e.d. Verder wordt op bladzijde 23 vermeld: De vaste basis-brandweerinzet is in samenspraak met de begeleidingscommissie bepaald op één standaard autospuit met zespersoons-bemanning. Dit is het minimum dat overal binnen korte tijd beschikbaar wordt geacht te zijn. Uitgangspunt daarbij is dat deze autospuit tenminste 1000 liter water per minuut ter beschikking heeft voor (maximaal) vier handstralen lage druk. Het gaat hierbij om een praktisch en veilig uitgangspunt voor de bouwkundige dimensionering. Daarmee wordt bepaald niet uitgesloten dat, onder andere voor hulp bij ontvluchten en eventueel redden, een grotere inzet nodig is. De uitgangspunten voor het plannen van de repressieve brandweerzorg en voor de brandcompartimentering zijn derhalve niet dezelfde, maar vullen elkaar aan. Voor de planning van de brandweersterkte en opkomst zou men uiteraard moeten blijven uitgaan van het gestelde in de Handleiding Brandweerzorg. Zie voor de inzettijden de verschillende brandbeveiligingsconcepten. Het KIWA eindrapport Drinkwater en bluswater in evenwicht (4) maakt gebruik van het gestelde in (1). De conclusies zijn wel anders. Weliswaar is het principestandpunt dat 60 m3/h geleverd moet worden, maar dit kan onder voorwaarden gereduceerd worden tot 30 m3/h. Deze voorwaarden zijn: De objecten hebben een onderlinge WBDBO van 60 min. en; (in de regel betreffen dit gebouwen welke voldoen aan het bouwbesluit1991. Bij woningen is dit ook het geval indien deze voldoen aan de norm NEN 3892; 1975 (brandbeveiliging van gebouwen; eengezinshuizen en lage woongebouwen)) Er worden geen hoge woongebouwen toegepast en; (een hoog woongebouw is een woongebouw waarin een vloer van een verblijfgebied hoger is gelegen dan 13 m boven het aansluitend terrein gemeten ter plaatse van de toegang van het woongebouw) Er zijn geen buitengewone risicofactoren met betrekking tot brand aanwezig en; (bij buitengewone risicofactoren kan onder andere worden gedacht aan: de aanwezigheid van grote hoeveelheden brandbare vloeistoffen of gassen, de aanwezigheid van brandgevaarlijke objecten in de directe nabijheid of een routering van gevaarlijke stoffen (lees: doorgaande weg) Het object wordt gebruikt conform de gebruiksgegevens en; (het object dient afhankelijk van het gebruik bijvoorbeeld te beschikken over een gebruiksvergunning) Er is sprake van een goede handhaving door de gemeente en; (dit geldt voor zowel de gebruiksvergunning als het bewaken van het niveau van brandveiligheid indien er geen gebruiksvergunning nodig is of er hier nog niet mee wordt gewerkt) In het object is een goed functionerende bedrijfshulpverleningsorganisatie en; Er verkeren in het object niet veel personen gelijktijdig; (voor kantoorgebouwen en winkels wordt de grens van maximaal 25 personen aangehouden, grotere objecten en winkelcentra komen niet in aanmerking voor reductie)

10 Pro-actie en bluswatervoorziening blz. 9 Als samenvatting wordt vervolgens vermeld dat woningen, lage woongebouwen, kantoorgebouwen en winkels van beperkte omvang (maximaal 25 personen) in aanmerking komen voor reductie. Bedrijfsterreinen, industrieterreinen en winkelcentra komen nagenoeg nooit in aanmerking voor reductie. De lesstof BM / AHBM preventie (6) noemt de Richtlijn materieel- en personeelssterkte gemeentelijk brandweer. Hierbij wordt aangegeven dat deze niet meer overeenstemt met de huidige praktijk, maar voor de volledigheid wordt genoemd. Ten aanzien van de primaire bluswatervoorziening wordt daarin het volgende overzicht gegeven: A-risico. Twee waterwinplaatsen voor de eerste twee blusvoertuigen Soort: beide brandkranen op een waterleiding Capaciteit: 90 m3/h per brandkraan bij gelijktijdig gebruik Twee waterwinplaatsen voor het derde en vierde blusvoertuig Soort: bij voorkeur brandkranen op een waterleiding Capaciteit: 90 m3/h per waterwinplaats bij gelijktijdig gebruik van de brandkranen voor de eerste twee blusvoertuigen. B-risico. Twee waterwinplaatsen voor de eerste twee blusvoertuigen Soort: beide brandkranen op een waterleiding Capaciteit: 90 m3/h per brandkraan bij gelijktijdig gebruik Een waterwinplaats voor het derde blusvoertuig Soort: bij voorkeur een brandkraan op een waterleiding Capaciteit: 90 m3/h bij gelijktijdig gebruik van de brandkranen voor de eerste twee blusvoertuigen. C-risico. Een waterwinplaats voor het eerste blusvoertuig Soort: een brandkraan op een waterleiding Capaciteit: 90 m3/h Een waterwinplaats voor het tweede blusvoertuig Soort: bij voorkeur een brandkraan op een waterleiding Capaciteit: 90 m3/h bij gelijktijdig gebruik van de brandkraan voor het eerste blusvoertuig. D&E-risico. Een waterwinplaats voor het eerste blusvoertuig Soort: een brandkraan op een waterleiding Capaciteit: 90 m3/h F-risico. Een waterwinplaats voor het eerste blusvoertuig Soort: bij voorkeur een brandkraan op een waterleiding Capaciteit: 60 m3/h In de Handleiding Brandweerzorg (7) worden diverse klussen gedefinieerd. Aan de hand van de beschrijving van een klus worden het aantal tankautospuiten met opkomsttijden voor een bepaald object gegeven. In de bijlage van de handleiding wordt specifieker op deze

11 Pro-actie en bluswatervoorziening blz. 10 klussen ingegaan zodat duidelijk wordt wat de taak van de tankautospuiten met bemanning is en hoe deze uitgevoerd moet worden. Ten aanzien van beperken en blussen van brand wordt daarbij voor alle gebouwtypen aangegeven dat dit met hoge druk gebeurt. Uit het bovenstaande blijkt dat de meeste recente studies (1,2,3,4) 60 m3/h als standaard beschouwen en dat onder bepaalde voorwaarden 30 m3/h acceptabel kan zijn. Deze nota gaat daarin mee en neemt het gestelde in het KIWA-rapport over. Ten aanzien van veranderend gebruik van een gebouw of terrein (1) kan opgemerkt worden dat dit ondervangen kan worden door de model bouwverordening 1992, artikel lid 5. Dit betekent dat in voorkomende gevallen de initiatiefnemer zorg dient te dragen voor de aanpassing van de bluswatervoorziening de capaciteit van een secundaire bluswatervoorziening Zoveel als over de capaciteit van een primaire bluswatervoorziening geschreven is, zo weinig is te vinden over de capaciteit van een secundaire bluswatervoorziening. De literatuur levert ten aanzien van de capaciteit van een secundaire bluswatervoorziening alleen het volgende relevante stuk. Als vervolg op de primaire bluswatervoorziening (1) zal door het CCRB ook een bulletin met als onderwerp secundaire bluswatervoorziening uitgeven worden (5). Hierin wordt voor alle nieuwbouwsituaties aan de secundaire bluswatervoorziening de volgende eis gesteld: een minimale capaciteit van 90 m3/h met een minimale leveringsduur van 5 uur. Deze eis voldoet aan de definitie gesteld in bijlage A de capaciteit van een tertiaire bluswatervoorziening Zoveel als over de capaciteit van een primaire bluswatervoorziening geschreven is, zo weinig is te vinden over de capaciteit van een tertiaire bluswatervoorziening. De literatuur levert ten aanzien van de capaciteit van een tertiaire bluswatervoorziening alleen het volgende relevante stuk. Als vervolg op de primaire bluswatervoorziening (1) zal door het CCRB ook een bulletin met als onderwerp secundaire bluswatervoorziening uitgeven worden (5). Hierin wordt aangegeven dat indien uit een risico-analyse blijkt dat een tertiaire bluswatervoorziening noodzakelijk is dat daaraan de volgende eis gesteld wordt: minimale capaciteit 300 m3/h met een onbeperkte leveringsduur. Gezien de hier gehanteerde definitie van een tertiaire bluswatervoorziening (zie bijlage A) is een risico-analyse overbodig, de tertiaire bluswatervoorziening is eenvoudigweg een algemene en belangrijke voorwaarde voor de rampenbestrijding de bereikbaarheid van een primaire bluswatervoorziening Ten aanzien van de bereikbaarheid van een primaire bluswatervoorziening is artikel lid 4 van de model-bouwverordening 1992 leidend. Nabij ieder bouwwerk dat voor het verblijf van mensen is bestemd, moeten zodanige opstelplaatsen voor brandweerauto s aanwezig zijn, dat een doeltreffende verbinding tussen die auto s en de bluswatervoorziening kan worden gelegd.

12 Pro-actie en bluswatervoorziening blz. 11 (6) merkt hierover het volgende op: brandkranen kunnen tot op een afstand van maximaal 15 meter via rijstroken door blusvoertuigen worden benaderd; voorwerpen of stoffen of begroeiing mogen niet op zodanige wijze worden geplaatst respectievelijk aanwezig zijn dat daardoor het onmiddelijk gebruik van bluswaterwinplaatsen wordt belemmerd; brandkranen, brandputten en geboorde putten mogen zich niet bevinden op plaatsen waar geparkeerd kan worden, daarnaast moeten brandkranen die in trottoirs zijn gelegen zich op ten minste 35 cm van de trottoirband bevinden indien langsparkeren wordt toegepast, bij dwarsparkeren moet de afstand ten minste 75 cm zijn; Ten aanzien van de laatste twee punten zijn ook de maten uit bijlage B toepasbaar, deze zijn gebaseerd op het daadwerkelijk plaatsen van een opzetstuk op een ondergrondse brandkraan en het daarop aansluiten van twee drie-duimers de bereikbaarheid van een secundaire bluswatervoorziening Ten aanzien van de secundaire bluswatervoorziening worden geen eisen in algemene zin gesteld, maar wel voor een specifiek geval waarbij de tankautospuit gebruik maakt van open water. (6) merkt hierover het volgende op: de horizontale afstand tussen de opstelplaats van het blusvoertuig en de bluswaterwinplaats, niet zijnde een brandkraan, mag niet meer dan 5 meter bedragen; de totale afstand tussen de opstelplaats van het blusvoertuig en zo n waterwinplaats mag bij de verlangde capaciteit niet meer dan 8 meter bedragen; In principe zijn dit vreemde richtlijnen omdat de capaciteit met name door het hoogteverschil wordt bepaald. (8) zegt hierover dat de zuighoogte mag maximaal 8 meter zijn. In dezelfde module is verder terug te vinden dat de capaciteit van de pomp dan pakweg 1000 l/min zal zijn. Gezien de eerder genoemde capaciteit van 90 m3/h stellen we in deze nota dat de zuighoogte maximaal 5,5 meter mag zijn, dit op basis van de gegevens uit (8). Verder moet de opstelplaats via een rijloper bereikbaar zijn en geschikt zijn voor een tankautospuit de bereikbaarheid van een tertiaire bluswatervoorziening Ten aanzien van de tertiaire bluswatervoorziening worden geen eisen in algemene zin gesteld, maar wel voor het specifieke geval dat open water gebruikt wordt door dompelpompen. (8) merkt hierover op dat het hoogteverschil tussen waterspiegel en opstelplaats maximaal 55 meter is, maar geeft hierbij geen capaciteitgetal. De hydraulische aandrijfslangen zelf zijn 60 meter lang. Op grond hiervan wordt in deze nota een maximale afstand tussen opstelplaats en waterwinplaats van 50 meter aangehouden. Voor het afzetten van de dompelpomp uit de combibak is minimaal een recht stuk verharde weg van 30 meter lang en 4 meter breed nodig.

13 Pro-actie en bluswatervoorziening blz de afstand tussen de primaire bluswatervoorziening en een object Via artikel van de model-bouwverordening is het mogelijk om aan de term doelmatige verbinding tussen de brandweervoertuigen en de bluswatervoorzieningen invulling te geven. Vaak worden daarvoor onderstaande eisen geformuleerd (6). in het algemeen moet een bluswaterwinplaats aanwezig zijn op een afstand van maximaal 40 meter van de ingang van een object, indien het object meerdere ingangen heeft die het eerste blusvoertuig naar keuze kan gebruiken dan geldt deze eis voor elke ingang; binnen een afstand van 35 meter van elke voedingsaansluiting van droge blusleidingen is een brandkraan aanwezig; De onderlinge afstand van brandkranen mag niet meer dan 80 meter bedragen; Op wegen met fysiek gescheiden rijbanen gelden deze richtlijnen voor elke weghelft; De uitgave van de WMO (4) wijkt hiervan af. Hier wordt uitgegaan van een zogenaamde standaardisatie ontwerp leidingnet. Deze standaardisatie houdt o.a. in dat: op elk eindpunt een brandkraan op de overgang van Ø 75 mm naar een kleinere diameter wordt geprojecteerd; van daaruit op elke 80 meter terug een brandkraan wordt geprojecteerd de dekking in kaart wordt gebracht door cirkels met een straal van 40 meter over het plan te trekken, daarbij wordt rekening gehouden dat deze afstand geldt via de weg. Indien de dekking niet binnen 50 m volledig is dient de ligging van de brandkraan of het leidingontwerp te worden aangepast; Voor objecten die een capaciteit vragen van 60 m3/h dient de doorgaande leiding langs die objecten gevoerd te worden, de plaatsing van brandkranen is dan aan deze objecten verbonden; Tenslotte wordt opgemerkt dat het niet goed mogelijk is deze standaardisatie voor bedrijfsterreinen toe te passen. Uitgangspunt blijft 60 m3/h, in overleg met de brandweer kan dit gereduceerd worden tot 30 m3/h de afstand tussen de secundaire bluswatervoorziening en een object De lesstof (6) vermeldt ten aanzien van een secundaire bluswatervoorziening het volgende: Op plaatsen waar de bluswatervoorziening alleen uit brandkranen bestaat, moet de brandweer bij het uitvallen van de waterleiding toch over voldoende bluswater op een redelijke afstand kunnen beschikken. Er moeten daarom per object secundaire bluswaterwinplaatsen met dezelfde capaciteit (niet zijnde brandkranen) aanwezig zijn over een afstand van maximaal 225 meter hemelsbreed (= 320 meter over de weg gemeten) van de toegang tot het object Deze eis is niet in overeenstemming met de CCRB-uitgave (5), deze stelt namelijk dat de maximale afstand gemeten over de weg 160 meter mag zijn. Dit verschil wordt veroorzaakt door het toegepaste watertransportsysteem. In geval van 160 meter wordt uitgegaan van een TAS bij de bluswatervoorziening, de inzetdiepte is dan maximaal 160 meter. Bij 320 meter over de weg wordt uitgegaan van een TAS bij de bluswatervoorziening en een TAS bij het object, met het totale aantal 3-duimers is dan 320 meter te overbruggen.

14 Pro-actie en bluswatervoorziening blz. 13 Gelet op de consequenties voor de ruimtelijke ordening wordt in deze nota het laatste watertransportsysteem aangehouden de afstand tussen de tertiaire bluswatervoorziening en een object Deze afstand is afhankelijk van welk type dompelpomp als eerste beschikbaar is. De dompelpomp op een combibak heeft de beschikking over 1 kilometer 6-duims slang, de dompelpomp-aanhanger gaat vergezeld van een aparte haakarmbak met 3 kilometer 6-duims slang.

15 Pro-actie en bluswatervoorziening blz. 14 Bijlage A, het onderscheid in bluswatervoorziening Zoals in 1.4 werd gezegd is het onderscheid in bluswatervoorziening niet zozeer een definitiekwestie, maar eerder een onderscheid dat voortvloeit uit de specifieke eisen die ten aanzien van de parameters afstand, capaciteit en bereikbaarheid aan een dergelijke voorziening worden gesteld. De vraag wordt dus: waarom dit onderscheid, wat is daarvan de achtergrond en hoe gaan we in praktijk hier mee om? Wanneer de achtergrond duidelijk is, dan wordt ook duidelijk welk type bluswater wanneer aan de orde is. Helaas geeft de literatuur vaak maar een beperkt inzicht in deze achtergronden, maar in deze bijlage zullen we proberen het een en ander te reconstrueren. Laten we beginnen met een open deur: idealiter beschikt de brandweer op elke plek waar bluswater nodig is direct over voldoende bluswater. De drie parameters afstand, capaciteit en bereikbaarheid komen in dit ideaal weer terug. Zoals altijd blijkt de praktijk minder rooskleurig. De brandweer onderkent dit en kiest dan ook voor de volgende pragmatische aanpak: stel het blusvoertuig strategisch op bij de plek waar het brandt en zet in; sluit aan op een bluswatervoorziening in de omgeving; Dit aansluiten mag wat tijd kosten, daarvoor is een eerste voorraad water op het voertuig beschikbaar. Deze aanpak betekent dat de inhoud van de watertank (meestal1500 liter) gedeeld door de benodigde capaciteit (meestal ten hoogste 4 stralen lage druk d.w.z liter per minuut) een tijdsindicatie geeft voor het aansluiten op de bluswatervoorziening. Gelet op de gangbare ideeën over bluswatervoorziening wordt hier eigenlijk de primaire bluswatervoorziening beschreven. De definitie van primaire bluswatervoorziening zou dus de volgende kunnen zijn: Een primaire bluswatervoorziening is een bluswatervoorziening die: de mogelijkheid biedt om binnen anderhalve minuut aan te sluiten; na aansluiting direct en onafgebroken 1000 liter per minuut kan leveren; Verder wordt de term secundaire bluswatervoorziening gebruikt. Als voorzichtige en voorlopige definitie kunnen we hier de volgende omschrijving gebruiken: Een secundaire bluswatervoorziening is een bluswatervoorziening naast de primaire bluswatervoorziening Wat zijn nu die argumenten om deze secundaire bluswatervoorziening te willen/eisen? Het bulletin secundaire bluswatervoorziening (5) zegt hierover het volgende: 1. De primaire bluswatervoorziening kan ontoereikend zijn; 2. De primaire bluswatervoorziening kan uitvallen; 3. Onnodig gebruik van leidingwater moet voorkomen worden; Om met het derde argument te beginnen. Dit argument is oneigenlijk aangezien niemand eist dat een primaire bluswatervoorziening leidingwater levert. Uit economische motieven wordt hier wel vaak voor gekozen, maar een verplichte keus is het zeker niet. Bij het tweede argument kan een kanttekening gezet worden. Indien uitval van de primaire voorziening inderdaad zo n probleem is dan zou deze, gezien het belang ervan, beter moeten worden gewaarborgd. In ieder geval betekent het wel dat vanuit het oogpunt van brand-

16 Pro-actie en bluswatervoorziening blz. 15 bestrijding de capaciteit van een secundaire bluswatervoorziening minimaal gelijk moet zijn aan die van een primaire. De mogelijke ontoereikendheid van de primaire voorziening is zeker iets om over na te denken, in praktijk komt dit ook het meeste voor. Ontoereikend wil zeggen dat, gelet op de eerdere definitie van primaire bluswatervoorziening, meer dan 60 m3 per uur moet worden gebruikt oftewel dat meer dan één TAS als bluseenheid wordt ingezet. Dit is het geval wanneer de brand niet door één bluseenheid tot één brandcompartiment beperkt kan worden. De vraag is dus òf en in welke vorm dit dan te verwachten is. Het antwoord hierop wordt bepaald door de (on)mogelijkheden van de schakel preventie. Het bouwbesluit kan niet uitsluiten dat de vuurlast in kilogram vurenhout per vierkante meter de WBDBO in minuten overschrijdt. Het uiteindelijk bezwijken van een brandcompartiment is dus een reële mogelijkheid en zo ook de ontoereikendheid van een primaire bluswatervoorziening. De eerdere definitie zou nu als volgt kunnen worden aangescherpt: Een secundaire bluswatervoorziening is een bluswatervoorziening die: een minimale capaciteit heeft van een primaire bluswatervoorziening; in combinatie met de primaire bluswatervoorziening voldoende mogelijkheden biedt om uitbreiding buiten het compartiment te voorkomen; Voor de vertaling van voldoende mogelijkheden naar de parameters afstand, capaciteit en bereikbaarheid is de vorm waarin deze ontoereikendheid zich manifesteert van belang. Het bouwbesluit (zowel 1 e als 2 e fase) stelt geen bovengrens aan de vuurbelasting in een compartiment (maximaal oppervlak 1000 m2). Over het algemeen zal de minimale WBDBO 60 minuten zijn, maar ook 30 minuten kan voorkomen (zie art. 186 toelichting Bouwbesluit, de uitzondering ten aanzien van gebouwen met beperkte hoogte). Uitgaande van een normatief brandverloop (zie de reeks beheersbaarheid van brand) zal tussen het ontstaan van de brand en het moment van water op het vuur ongeveer een halfuur zitten. De situatie bij de eerste inzet kan dus variëren van een brand in een enkel brandcompartiment met afdoende WBDBO tot aan een brand in een falend brandcompartiment die zich heeft uitgebreid naar één of meerdere andere brandcompartimenten met een tekort aan WBDBO. Het is dus onmogelijk om voldoende mogelijkheden nader te specificeren. Sterker, het beperken van een brand tot het brandcompartiment zal in praktijk soms onmogelijk blijken. Het verder aanscherpen van de definitie van de secundaire bluswatervoorziening is dus lastig, we blijven steken bij: Een secundaire bluswatervoorziening is een bluswatervoorziening naast de primaire bluswatervoorziening met een minimale capaciteit van 60 m3/h Het is in de pro-actieve fase vaak niet mogelijk om voor een secundaire bluswatervoorziening de kentallen ten aanzien van afstand, bereikbaarheid en capaciteit te geven. Wel kan men proberen proberen om in de pro-actieve fase zoveel mogelijk informatie te krijgen over hoe een bepaalde bestemming in een gebied gerealiseerd gaat worden en daar de primaire en secundaire bluswater voorziening op aanpassen. Hierbij kunnen de rekenschema s van bijlage B van het brandbeveiligingsconcept beheersbaarheid van brand (3) helpen. Misschien is het zelfs mogelijk om aan te geven dat een bepaalde vorm van realisatie van een bestemming onwenselijk is. Verder stelt het materieel van de brandweer ook enige eisen, de (on)mogelijkheden van de schakel repressie. De richtlijnen die in deze nota ten aanzien van de secundaire bluswatervoorziening geformuleerd worden zijn dan ook voornamelijk gebaseerd op de mogelijke watertransportsystemen.

17 Pro-actie en bluswatervoorziening blz. 16 De primaire en secundaire bluswatervoorziening hebben een relatie met de bestemming van een gebied. Maar ook incidenten die los staan van deze bestemming leiden tot een grote behoefte aan bluswater (neergestort vliegtuig, BLEVE LPG-tankwagen). Deze vorm kan worden aangeduid als tertiaire bluswatervoorziening, over het algemeen zal hierin worden voorzien door een grootschalig watertransport door middel van dompelpompen. Een tertiaire bluswatervoorziening is een bluswatervoorziening die: geen relatie hoeft te hebben met de bestemming van een gebied; ten behoeve van de rampenbestrijding is; Primaire, secundaire en tertiaire bluswatervoorzieningen kunnen elkaar deels overlappen maar hebben zeker elk een eigen functie en dus een afzonderlijk bestaansrecht. Het is aan de brandweer om daaraan invulling te geven.

18 Pro-actie en bluswatervoorziening blz. 17 Bijlage B, de benodigde ruimte rondom een ondergrondse brandkraan. De afstanden worden aangegeven ten opzichte van het hart van het banjonetstuk. De oriëntatie van de schets hangt samen met de positie van de spindel (kleine cirkel) ten opzichte van het banjonetstuk (grote cirkel) 60 cm. 30 cm. 90 cm.

19 Pro-actie en bluswatervoorziening blz. 18 Bijlage C, kort overzicht richtlijnen bluswatervoorzieningen. De Primaire bluswatervoorziening: een bluswatervoorziening die 1) de mogelijkheid biedt om binnen anderhalve minuut aan te sluiten en 2) na aansluiting direct en onafgebroken 1000 liter per minuut kan leveren. Debiet 60 m3/h onafgebroken of onder voorwaarden 30 m3/h onafgebroken a) Bereikbaarheid Afstand Uitgevoerd met banjonet of storzkoppeling. Rondom de aansluiting 1 meter vrij of b). Via rijloper benaderbaar tot op maximaal 15 m. Ten hoogste 40 meter tussen aansluiting en ingang object, bij 50 meter aanpassen. De Secundaire bluswatervoorziening: een bluswatervoorziening naast de primaire bluswatervoorziening met een minimale capaciteit van 60 m3/h. Debiet 90 m3/h voor tenminste 5 uur. Bereikbaarheid Afstand Bij open water 1) verticale afstand ten hoogste 5 m. 2) totale afstand ten hoogste 8 m. Bij overig, zie primair. Bij open water ten hoogste 320 m. over de weg. Bij overig, zie primair. De Tertiaire bluswatervoorziening: een bluswatervoorziening die geen relatie hoeft te hebben met de bestemming van een gebied en ten behoeve van de rampenbestrijding is. Debiet 300 m3/h onafgebroken. Bereikbaarheid Opstelplaats minimaal 30 bij 4 meter bereikbaar Bij open water totale afstand ten hoogste 50 m. via rijloper. Afstand Bij WTS met Combibak ten hoogte 1 km over de weg. Bij WTS met DPA ten hoogste 3 km over de weg. a) voorwaarden reductie debiet 30 m3/h: De objecten hebben een onderlinge WBDBO van 60 min. (BB 1991 of NEN 3892) en Er worden geen hoge woongebouwen (vloer verblijfgebied hoger dan 13 m.) toegepast en Er zijn geen buitengewone risicofactoren met betrekking tot brand aanwezig en Het object wordt gebruikt conform de gebruiksgegevens en Er is sprake van een goede handhaving door de gemeente en In het object is een goed functionerende bedrijfshulpverleningsorganisatie en Er verkeren in het object (kantoorgebouwen en winkels) niet veel (max. 25) personen gelijktijdig. Bedrijfsterreinen, industrieterreinen en winkelcentra komen nagenoeg nooit in aanmerking voor reductie. b) benodigde ruimte ondergrondse brandkraan TROPA 2001 Indien u het bovenstaande overzicht als geheel uitknipt, de beide afbeeldingen op elkaar dubbelvouwt en vervolgens lamineert dan heeft u een handig kaartje voor in de binnenzak.

Verordening Brandveiligheid en hulpverlening

Verordening Brandveiligheid en hulpverlening Raadsbesluit nummer : Rb2009/05 Onderwerp : Verordening Brandveiligheid en hulpverlening De raad der gemeente Hulst gelet op; 1. artikel 1, tweede lid en artikel 12 van de Brandweerwet 1985, 2. artikel

Nadere informatie

Gelderland-Zuid Nijnnegen. reg.nr.: BM/JJ^} procesverantw.:^^ 2 2 AUG 2013. clnr.;'>.iii'.: afycuaan: Onderwerp Bestemmingspian Stadsbrug -1 -

Gelderland-Zuid Nijnnegen. reg.nr.: BM/JJ^} procesverantw.:^^ 2 2 AUG 2013. clnr.;'>.iii'.: afycuaan: Onderwerp Bestemmingspian Stadsbrug -1 - Nijnnegen reg.nr.: BM/JJ^} procesverantw.:^^ Gemeente Afdeling Stadsontwikkeling T.a.v. dhr. MuntjeweriT PB9105 6500 HG NIJMEGEN clnr.;'>.iii'.: afycuaan: )MEN 2 2 AUG 2013 NIJME:GEN Prof. Bellefroidstraat

Nadere informatie

reg.nr.: /5-, 900e/5-.69 procesverantw.: o - 9 MAART 2015 Gerv,n class.nr.: afgedaan:

reg.nr.: /5-, 900e/5-.69 procesverantw.: o - 9 MAART 2015 Gerv,n class.nr.: afgedaan: BRANDWEER 4,) Gelderland-Zuid Gemeente Nijmegen Afdeling Stadsontwikkeling T.a.v. dhr. Doove PB 9105 6500 HG NIJMEGEN reg.nr.: /5-, 900e/5-.69 procesverantw.: o - 9 MAART 2015 Gerv,n class.nr.: afgedaan:

Nadere informatie

datum 17 maart 2015 project Aviko Steenderen brandveiligheid vestiging Arnhem uw kenmerk - versie 001

datum 17 maart 2015 project Aviko Steenderen brandveiligheid vestiging Arnhem uw kenmerk - versie 001 datum 17 maart 2015 project Aviko Steenderen brandveiligheid vestiging Arnhem betreft uw kenmerk - verwerkt door OL BR ons kenmerk F.2014.0682.03.N001 versie 001 contactpersoon ing. P.A. (Patries) Robijn

Nadere informatie

0 MANGSTBEVESMING VERZONDEN. reg.nr.: t C) 41 0 procesverantw.: pg 70 INGEKOMEN. ciass.nr.: I afgbdrien:

0 MANGSTBEVESMING VERZONDEN. reg.nr.: t C) 41 0 procesverantw.: pg 70 INGEKOMEN. ciass.nr.: I afgbdrien: BLAHL Ihir E E R Gelderland-Zuid 0 MANGSTBEVESMING VERZONDEN Veiligheidsregio Gelderland-Zuid Gemeente Nijmegen Afdeling Stadsontwikkeling t.a.v. M. Muntjewerff Postbus 9105 6500 HG Nijmegen Datum: Betreft:

Nadere informatie

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 december 1998; overwegende dat:

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 december 1998; overwegende dat: De raad van de gemeente Moerdijk; gelet op; - artikel 1, tweede lid, en artikel 12 van de Brandweerwet 1985, - artikel 8, tweede lid, van de woningwet; - artikel 8.11, derde lid, en 8.40 van de Wet milieubeheer

Nadere informatie

eilieheidsreeio *^Gelderlancl-Zuid'^

eilieheidsreeio *^Gelderlancl-Zuid'^ BRANDWEER Gelderland-Zuid rea.ni. iu.ooo6bt 0 p

Nadere informatie

Verordening Brandveiligheid en Hulpverlening brandweer Onderbanken

Verordening Brandveiligheid en Hulpverlening brandweer Onderbanken CVDR Officiële uitgave van Onderbanken. Nr. CVDR58364_1 8 mei 2018 Verordening Brandveiligheid en Hulpverlening brandweer Onderbanken De raad der gemeente Onderbanken, gelet op artikel 1, tweede lid en

Nadere informatie

Beleidsnotitie Bluswatervoorziening. Brandweer Midden- en West-Brabant

Beleidsnotitie Bluswatervoorziening. Brandweer Midden- en West-Brabant Beleidsnotitie Bluswatervoorziening Brandweer Midden- en West-Brabant Afdeling Proactie Preventie Datum november 2007 Opsteller: C.P. Hagenaars, Veiligheidsconsultent Brandveiligheid Inhoudsopgave Hoofdstuk

Nadere informatie

Afwijken van dit advies? Kunt u het aan ons doorgeven als u besluit af te wijken van dit advies? Alvast hartelijk dank hiervoor.

Afwijken van dit advies? Kunt u het aan ons doorgeven als u besluit af te wijken van dit advies? Alvast hartelijk dank hiervoor. Gemeente Teylingen Afdeling Ruimte, Team Ruimtelijke Ontwikkelingen Mevrouw N. van Beek Postbus 149 2215 ZJ VOORHOUT Postadres Postbus 1123 2302 BC Leiden Telefoon (088) 246 5000 Fax (088) 246 5001 info@brandweer.vrhm.nl

Nadere informatie

Verordening Brandveiligheid en Hulpverlening 2004

Verordening Brandveiligheid en Hulpverlening 2004 CVDR Officiële uitgave van Amersfoort. Nr. CVDR5121_1 5 december 2017 Verordening Brandveiligheid en hulpverlening 2004 Verordening Brandveiligheid en Hulpverlening 2004 ALGEMENE BEPALINGEN Begripsbepalingen

Nadere informatie

Alternatieven voor primaire bluswatervoorziening. Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding

Alternatieven voor primaire bluswatervoorziening. Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding Alternatieven voor primaire bluswatervoorziening Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding Alternatieven voor primaire bluswatervoorziening Datum: december 2009 NVBR (Nederlandse Vereniging

Nadere informatie

Onderbouw. Brandveiligheidseisen ONDERBOUW. Om voor optoppen in aanmerking te komen moet een woongebouw aan

Onderbouw. Brandveiligheidseisen ONDERBOUW. Om voor optoppen in aanmerking te komen moet een woongebouw aan 3 Onderbouw Om voor optoppen in aanmerking te komen moet een woongebouw aan een aantal voorwaarden voldoen. Het is belangrijk dat het gebouw in goede bouwkundige staat verkeert, gunstig gelegen is en dat

Nadere informatie

Verordening brandveiligheid en hulpverlening Coevorden 1998

Verordening brandveiligheid en hulpverlening Coevorden 1998 Verordening brandveiligheid en hulpverlening Coevorden 1998 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Coevorden Officiële naam regeling Verordening brandveiligheid

Nadere informatie

PVE bluswatervoorziening en bereikbaarheid

PVE bluswatervoorziening en bereikbaarheid PVE bluswatervoorziening en bereikbaarheid voor Reinaldapark Haarlem Brandweer Haarlem Afdeling Proactie & Preventie Auteur: Annelies Schnitger Checklist Bluswatervoorziening en bereikbaarheid Reinaldapark

Nadere informatie

Beleidsnotitie. Bluswatervoorziening Zuid-Limburg

Beleidsnotitie. Bluswatervoorziening Zuid-Limburg Beleidsnotitie Bluswatervoorziening Zuid-Limburg Deze publicatie is een uitgave van de regionale projectgroep Bluswatervoorziening Zuid- Limburg. Aan de totstandkoming van deze uitgave is de uiterste zorg

Nadere informatie

Warmond. aanleveren. Wij adviseren u de aanvraag te laten aanpassen en deze opnieuw ter beoordeling aan Brandweer Hollands Midden aan te bieden

Warmond. aanleveren. Wij adviseren u de aanvraag te laten aanpassen en deze opnieuw ter beoordeling aan Brandweer Hollands Midden aan te bieden Gemeente Teylingen Mevrouw J. Braam Postbus 149 2215 ZJ VOORHOUT Postadres Postbus 1123 2302 BC Leiden Telefoon (088) 246 5000 Fax (088) 246 5001 info@brandweer.vrhm.nl www.brandweer.nl/hollandsmidden

Nadere informatie

Garage naast een woning: brandveiligheid

Garage naast een woning: brandveiligheid Garage naast een woning: brandveiligheid Probleem Aan de hand van het Bouwbesluit vaststellen welke eisen gelden voor de beperking van uitbreiding van brand bij een woning met een garage. Oplossingsrichtingen

Nadere informatie

- het wenselijk is de voorzieningen voor brandveiligheid en hulpverlening in samenhang te treffen,

- het wenselijk is de voorzieningen voor brandveiligheid en hulpverlening in samenhang te treffen, VERORDENING BRANDVEILIGHEID EN HULPVERLENING BRANDWEER PARKSTAD LIMBURG 2005 Het Algemeen Bestuur van Brandweer Parkstad Limburg, gelezen het voorstel van het Dagelijks Bestuur van Brandweer Parkstad Limburg,

Nadere informatie

GEMEENTE ONDERBANKEN

GEMEENTE ONDERBANKEN RAADSVOORSTEL GEMEENTE ONDERBANKEN Onderwerp: bluswatervoorzieningen Gemeentebladnummer :2013/19 Behandelend ambtenaar : LEMANS, PATRICK Agendapunt : Portefeuille : ALGEMENE ZAKEN EN PARKSTAD Registratienummer

Nadere informatie

Beleid bestaande bouw - beleidspakket. Kwaliteit brandveiligheid

Beleid bestaande bouw - beleidspakket. Kwaliteit brandveiligheid Beleid bestaande bouw - beleidspakket Kwaliteit brandveiligheid 1 Voorwoord In dit rapport zijn de door het gemeentebestuur vastgestelde pakketten met de brandveiligheidseisen voor bestaande gebouwen weergegeven.

Nadere informatie

Even voorstellen. Marcel Veenboer

Even voorstellen. Marcel Veenboer Even voorstellen Marcel Veenboer Even voorstellen Werkterrein planontwikkeling bij bouw en verbouw gelijkwaardigheidsvraagstukken brandoverslag ondersteuning bij brandveilig gebruik De werking van gelijkwaardigheid

Nadere informatie

Toekomst Bluswaterbeleid. Gerda J. Bouma, NVBR Projectgroep Bluswater

Toekomst Bluswaterbeleid. Gerda J. Bouma, NVBR Projectgroep Bluswater Toekomst Bluswaterbeleid Gerda J. Bouma, NVBR Projectgroep Bluswater Toekomst Bluswaterbeleid Toegelicht volgens de nieuwe handreiking Bluswatervoorziening en Bereikbaarheid Nieuwe Handreiking: Bluswatervoorziening

Nadere informatie

Onderwerp: Advies inzake bestemmingsplan Perkpolder, eerste herziening

Onderwerp: Advies inzake bestemmingsplan Perkpolder, eerste herziening College van burgemeester en wethouders van de gemeente Hulst Postbus 49 4560 AA Hulst Onderwerp: Advies inzake bestemmingsplan Perkpolder, eerste herziening Geacht college, Op 24 maart 2014 heeft u het

Nadere informatie

TOELICHTING. Verordening Brandweerzorg en Rampenbestrijding

TOELICHTING. Verordening Brandweerzorg en Rampenbestrijding TOELICHTING Verordening Brandweerzorg en Rampenbestrijding Algemeen In 1985 heeft de Vereniging Nederlandse Gemeenten een modelverordening betreffende de organisatie en het beheer van de gemeentelijke

Nadere informatie

verschillende wegen leiden naar een brandveilig hoog gebouw

verschillende wegen leiden naar een brandveilig hoog gebouw verschillende wegen leiden naar een brandveilig hoog gebouw ir. J.H. van der Veek V2BO Advies sheet 1 analyse huidige praktijk bouwvoorschriften geen prestatie-eisen in bouwvoorschriften bij verblijfsgebied

Nadere informatie

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 15 januari 2004

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 15 januari 2004 No: 5.4/260204 Onderwerp: Verordening brandveiligheid en hulpverlening De Raad van de gemeente Noordenveld; - gelet op artikel 1, tweede lid, en artikel 12 van de brandweerwet 1985 - gelet op artikel 8,

Nadere informatie

Raadsbijlage Voorstel tot het vaststellen van de Verordening brandveiligheid

Raadsbijlage Voorstel tot het vaststellen van de Verordening brandveiligheid gemeente Eindhoven Dienst Brandweer en Rampenbestrijding Raadsbijlage nummer xa Inboeknummer oxroox64r Beslisdatum Blkw 22 januari 2002 Dossiernummer 204.104 Raadsbijlage Voorstel tot het vaststellen van

Nadere informatie

Verordening brandveilidheid en brandweerzorg en rampenbestrijding

Verordening brandveilidheid en brandweerzorg en rampenbestrijding CVDR Officiële uitgave van Leek. Nr. CVDR54284_1 1 juni 2016 Verordening brandveilidheid en brandweerzorg en rampenbestrijding De raad van de gemeente Leek; gelet op: - artikel 1, tweede lid, artikel 12

Nadere informatie

Project verbetering Bluswatervoorziening

Project verbetering Bluswatervoorziening Achterhoek Oost Berkelland Winterswijk Aalten Oost Gelre Project verbetering Bluswatervoorziening Berkelland 2013 VNOG 22 gemeenten 58 kazernes 800.000 inwoners 3.000 vierkante kilometers 400 beroepskrachten

Nadere informatie

Raadsvoorstel tot het wijzigen van de Bouwverordening gemeente

Raadsvoorstel tot het wijzigen van de Bouwverordening gemeente gemeente Eindhoven Dienst Stedelijke Ontwikkeling en Beheer Raadsnummer 03.R499.OOI Inboeknummer osbooo4s4 Beslisdatum BikW xo juni soos Dossiernummer a24.75i Raadsvoorstel tot het wijzigen van de Bouwverordening

Nadere informatie

Bepaling WBDBO-eisen tussen woningen in een woongebouw

Bepaling WBDBO-eisen tussen woningen in een woongebouw Bepaling WBDBO-eisen tussen woningen in een woongebouw Probleem Aan de hand van het Bouwbesluit vaststellen welke wbdbo-eisen gelden tussen woningen in een woongebouw. Oplossingsrichtingen Stappenplan

Nadere informatie

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 april 2007, bijlage nr. : 24-2007;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 april 2007, bijlage nr. : 24-2007; 07.0003314 De raad van de gemeente Son en Breugel; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 april 2007, bijlage nr. : 24-2007; gelet op artikel 1, tweede lid, en artikel

Nadere informatie

Verordening brandveiligheid en hulpverlening van de gemeente Heerlen 2005

Verordening brandveiligheid en hulpverlening van de gemeente Heerlen 2005 CVDR Officiële uitgave van Heerlen. Nr. CVDR10487_1 12 juli 2016 Verordening brandveiligheid en hulpverlening van de gemeente Heerlen 2005 Artikel 1 Definities 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

Nadere informatie

ADVIES. Pagina 1 van 5. Adviescommissie praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften. Secretariaat

ADVIES. Pagina 1 van 5. Adviescommissie praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften. Secretariaat ADVIES Registratienummer: Betreft: Toegang woningen via dakstraat Trefwoorden: Bouwbesluit 2012, woning, rechtens verkregen niveau, bestaande bouw, vluchtroute, verbouw : Status: Definitief Beschrijving

Nadere informatie

Bloemendaal m.b.t. brandweerzorg, 14 mei 2015

Bloemendaal m.b.t. brandweerzorg, 14 mei 2015 Beleid Leden van de gemeenteraad t.a.v. de fractie van Hart voor Bloemendaal Datum : 30 juni 2015 Uw kenmerk : Ons kenmerk : 2015049096 Behandeld door : P. Eichhorn Doorkiesnummer : 023-5225565 Onderwerp

Nadere informatie

Situering brandkranen

Situering brandkranen Brandkranen Met betrekking tot brandkranen is een aantal aspecten relevant: Type Situering Onderhoud Voordruk. Elk van deze aspecten zal hierna worden belicht. Type brandkranen Om bluswater af te kunnen

Nadere informatie

project: Plus Van der Wal, Kleyburgplein 9-15 te Nieuw Lekkerland document: Brandveiligheid met gelijkwaardigheid brandcompartimentering

project: Plus Van der Wal, Kleyburgplein 9-15 te Nieuw Lekkerland document: Brandveiligheid met gelijkwaardigheid brandcompartimentering project: Plus Van der Wal, Kleyburgplein 9-15 te Nieuw Lekkerland opdrachtgever: Plus Vastgoed BV document: Brandveiligheid met gelijkwaardigheid brandcompartimentering kenmerk: 5163N01d datum: 23 september

Nadere informatie

Bouwbesluit 2012, NEN 6068, Industriefunctie, nieuwbouw, WBDBO, draagconstructie, spiegelsymmetrie Datum: 31 augustus 2017 Status:

Bouwbesluit 2012, NEN 6068, Industriefunctie, nieuwbouw, WBDBO, draagconstructie, spiegelsymmetrie Datum: 31 augustus 2017 Status: Trefwoorden: Bouwbesluit 2012, NEN 6068, Industriefunctie, nieuwbouw, WBDBO, draagconstructie, spiegelsymmetrie Datum: 31 augustus 2017 Status: Definitief Beschrijving Voor de nieuwbouw van een bedrijfspand

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 - ALGEMENE BEPALING

HOOFDSTUK 1 - ALGEMENE BEPALING Nr 5A05 De raad van de gemeente Menaldumadeel; overwegende dat het door de inwerkingtreding van de Algemene Wet Bestuursrecht noodzakelijk is om de verordeningen en regelingen aan te passen aan deze wet;

Nadere informatie

ADVIES. Beschrijving. Pagina 1 van 5. Adviescommissie Praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften. Postbus 1819 3000 BV Rotterdam

ADVIES. Beschrijving. Pagina 1 van 5. Adviescommissie Praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften. Postbus 1819 3000 BV Rotterdam ADVIES Registratienummer: 1302-1 Betreft: Parkeren onder galerij woongebouw Trefwoorden: Parkeren onder galerij, rookvrije vluchtroute, niet-besloten ruimte : Status: Definitief Beschrijving Het project

Nadere informatie

ATRIA EN HET BOUWBESLUIT

ATRIA EN HET BOUWBESLUIT ATRIA EN HET BOUWBESLUIT Veiligheidsregio Haaglanden 11-09-2006 Inleiding Onder een atrium wordt verstaan een wel of niet besloten ruimte welke zich over een aantal verdiepingen uitstrekt. Deze vorm van

Nadere informatie

BESLUIT BRANDWEERZORG EN RAMPENBESTRIJDING 2005

BESLUIT BRANDWEERZORG EN RAMPENBESTRIJDING 2005 RIS129203_04-JUL-2005 Gemeente Den Haag Ons kenmerk BRW/2005.34 RIS 129203 BESLUIT BRANDWEERZORG EN RAMPENBESTRIJDING 2005 Het college van burgemeester en wethouders, Gelet op: artikel 1, tweede lid, artikel

Nadere informatie

groot brandcompartiment, handhaving, spiegelsymmetrie, WBDBO

groot brandcompartiment, handhaving, spiegelsymmetrie, WBDBO ADVIES Registratienummer: 1103 Betreft: Trefwoorden: WBDBO bedrijfspand Vastgesteld d.d.: 31 januari 2011 Status: groot brandcompartiment, handhaving, spiegelsymmetrie, WBDBO Definitief Postbus 30941 2500

Nadere informatie

Midden- en West-Bra. ingekomen

Midden- en West-Bra. ingekomen Midden- en West-Bra mui mi ii mi ii mui 12-0003374 Gemeente Waalwijk ingekomen Concern Brandweertaken Gemeente Waalwijk College van Burgemeester en Wethouders Postbus 10150 5140 GB Waalwijk Afdeling Risicobeheersing

Nadere informatie

TECHNISCHE RICHTLIJN REKEN- EN BESLISMODEL, BEHEERSBAARHEID VAN BRAND

TECHNISCHE RICHTLIJN REKEN- EN BESLISMODEL, BEHEERSBAARHEID VAN BRAND TECHNISCHE RICHTLIJN REKEN- EN BESLISMODEL, BEHEERSBAARHEID VAN BRAND Reken en beslismodel, beheersbaarheid van brand Inleiding Het Ministerie van Binnenlandse Zaken heeft in samenwerking met SAVE in 1995

Nadere informatie

aanvullende eisen stellen aan de bereikbaarheid, beheersbaarheid en bestrijding van de brand Bestrijding, beheersbaarheid, bereikbaarheid

aanvullende eisen stellen aan de bereikbaarheid, beheersbaarheid en bestrijding van de brand Bestrijding, beheersbaarheid, bereikbaarheid ADVIES Registratienummer: 1101 Betreft: Trefwoorden: : April 2011 Status: aanvullende eisen stellen aan de bereikbaarheid, beheersbaarheid en bestrijding van de brand Bestrijding, beheersbaarheid, bereikbaarheid

Nadere informatie

Veestallen en gelijkwaardige oplossingen

Veestallen en gelijkwaardige oplossingen Veestallen en gelijkwaardige oplossingen Preventie Commissie Zuid Nederland April 2009 i --- r L, gemeente 1 )) Eersel,--, Vastgesteld door college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eersel

Nadere informatie

RAPPORT BRANDVEILIGHEID s Gravendijkwal 68 Rotterdam DO v Auteur: Leon Zondervan

RAPPORT BRANDVEILIGHEID s Gravendijkwal 68 Rotterdam DO v Auteur: Leon Zondervan ZONDERVAN ARCHITECTUUR HOTEL SUPERNOVA RAPPORT BRANDVEILIGHEID s Gravendijkwal 68 Rotterdam DO v2 29.05.17 Auteur: Leon Zondervan s Gravendijkwal 68 Rotterdam - Rapport brandveiligheid - Zondervan Architectuur

Nadere informatie

Rapportage Toetsing aan het Bouwbesluit

Rapportage Toetsing aan het Bouwbesluit Rapportage Toetsing aan het Bouwbesluit ID: 48 OLO: 1578275 Dossiernaam: Nieuwbouw 26 appartementen in voormalige kerk Locatie: Amsterdamsestraatweg 18-20 Datum aanvraag: 29-01-2015 Organisatie: Gemeente

Nadere informatie

Project Bluswater. Spoor 2: Bluswateralternatieven DEFINITIEF. Regionale Brandweer Zaanstreek-Waterland. Versie 1.1, 15 juni 2006

Project Bluswater. Spoor 2: Bluswateralternatieven DEFINITIEF. Regionale Brandweer Zaanstreek-Waterland. Versie 1.1, 15 juni 2006 Project Bluswater Spoor 2: Bluswateralternatieven Versie 1.1, 15 juni 2006 DEFINITIEF Regionale Brandweer Zaanstreek-Waterland H. Gerhardstraat 10 1502 CK ZAANDAM Pagina 1 van 24 Versie 1.1, 15 juni 2006

Nadere informatie

Rapportage advies externe veiligheid

Rapportage advies externe veiligheid Rapportage advies externe veiligheid Ontwerp bestemmingsplan Gochsedijk Siebengewald Gemeente Bergen Adviesaanvrager: Gemeente Bergen Datum: 14 april 2016 Status: Opgesteld door: Collegiaal getoetst door:

Nadere informatie

ADVIES. Pagina 1 van 5. Adviescommissie Praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften. Postbus BV Rotterdam

ADVIES. Pagina 1 van 5. Adviescommissie Praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften. Postbus BV Rotterdam ADVIES Registratienummer: Betreft: Kantoorgebouw met sprinklerinstallatie Trefwoorden: Sprinkler, brandwerendheid op bezwijken, brandwerende coating, grootte brandcompartiment : Status: Definitief Adviesaanvraag

Nadere informatie

Verordening brandveiligheid en hulpverlening Brandweer Parkstad-Limburg voor de gemeente Nuth 2006

Verordening brandveiligheid en hulpverlening Brandweer Parkstad-Limburg voor de gemeente Nuth 2006 CVDR Officiële uitgave van Nuth. Nr. CVDR54254_2 4 oktober 2016 Verordening brandveiligheid en hulpverlening Brandweer Parkstad-Limburg voor de gemeente Nuth 2006 Ongestructureerd artikel Gem. reg. nr.

Nadere informatie

Bijlage 1 Advies brandweer Veiligheidsregio Haaglanden

Bijlage 1 Advies brandweer Veiligheidsregio Haaglanden 33 Bijlage 1 Advies brandweer Veiligheidsregio Haaglanden Wijzigingsplan "Emmastraat Pijnacker" (vastgesteld) Wijzigingsplan "Emmastraat Pijnacker" (vastgesteld) 34 Veiligheidsregio Haaglanden HlMlIIlil

Nadere informatie

ROCKWOOL BRANDOVERSLAG REKENTOOL

ROCKWOOL BRANDOVERSLAG REKENTOOL ROCKWOOL BRANDOVERSLAG REKENTOOL Om snel een inschatting te maken van het risico op brandoverslag bij industriële hallen kunt u de ROCKWOOL brandoverslag Rekentool gebruiken. Hiermee kan de benodigde brandwerendheid

Nadere informatie

Bijlage 11. Voertuigspecificaties

Bijlage 11. Voertuigspecificaties Bijlage 11 Voertuigspecificaties Inhoud Inleiding... 3 Benaming voertuigen... 3 Zeeuwse TS... 4 Slagkracht bij brand... 5 Inzetdiepte... 5 Tankinhoud... 5 Waterwinning... 6 Slagkracht bij HV... 6 Slagkracht

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR77824_1. Verordening brandveiligheid en hulpverlening

CVDR. Nr. CVDR77824_1. Verordening brandveiligheid en hulpverlening CVDR Officiële uitgave van Losser. Nr. CVDR77824_1 8 november 2016 Verordening brandveiligheid en hulpverlening De raad van de gemeente Losser; gelet op artikel 1, tweede lid, en artikel 12 van de Brandweerwet

Nadere informatie

Bijlage A Taken op het gebied van de brandveiligheid en hulpverlening

Bijlage A Taken op het gebied van de brandveiligheid en hulpverlening Bijlage A Taken op het gebied van de brandveiligheid en hulpverlening (Behorende bij bestuursafspraken gemeente Beverwijk met de Veiligheidsregio Kennemerland i.o.*) * De Veiligheidsregio Kennemerland

Nadere informatie

VEILIGHEIDSREGIO HAAGLANDEN

VEILIGHEIDSREGIO HAAGLANDEN VEILIGHEIDSREGIO HAAGLANDEN Brandveiligheid woonwagens en woonwagenstandplaatsen 14 juni 2006 Woonwagens-Brandveiligheid woonwagens 1 Inhoud. Blz. 1. Inleiding 3 2. Begripsomschrijvingen 4 3. Omstandigheden

Nadere informatie

Raadsstuk. Telefoonnummer

Raadsstuk. Telefoonnummer Raadsstuk Onderwerp Toekomstbestendige bluswatervoorziening Nummer 2019/294616 Portefeuillehouder Wienen, J. Programma/beleidsveld 6.3 Openbare orde en veiligheid Afdeling VH Auteur Beers, P. van Telefoonnummer

Nadere informatie

Advies brandveiligheid Omgevingsvergunning Gegevens Aanvraag

Advies brandveiligheid Omgevingsvergunning Gegevens Aanvraag Advies brandveiligheid Omgevingsvergunning Gegevens Aanvraag Archiefnr. Brw.: 3411JA0005 (OLO)nr aanvraag: realisatie KDV Categorie: Omgevingsverg klein Kinderdagverblijf Lopikerweg Naam bouwwerk/inr:

Nadere informatie

Artikel 2:5. Burgemeester en wethouders van Gouda. Gelet op de Algemene Plaatselijke Verordening Gouda 2009, verder te noemen APV 2009; besluiten:

Artikel 2:5. Burgemeester en wethouders van Gouda. Gelet op de Algemene Plaatselijke Verordening Gouda 2009, verder te noemen APV 2009; besluiten: Artikel 2:5 1. Burgemeester en wethouders van Gouda Gelet op de Algemene Plaatselijke Verordening Gouda 2009, verder te noemen APV 2009; besluiten: Gelet op het bepaalde in artikel 2:5 APV Gouda 2009 ten

Nadere informatie

Rapportage. Concept. Toetsing aan het Bouwbesluit. InterConcept ID:

Rapportage. Concept. Toetsing aan het Bouwbesluit. InterConcept ID: Rapportage Toetsing aan het Bouwbesluit Concept OLO: 2757775 Dossiernaam: Safari Resort Beekse Bergen Centrumgebouw Locatie: Datum aanvraag: 24-01-2017 Organisatie: Contactpersoon organisatie: Dossierverantwoordelijke:

Nadere informatie

Op 10 april 2018 hebben wij uw verzoek om advies per ontvangen. Dit adviesverzoek betreft het bestemmingsplan Entree Archeon.

Op 10 april 2018 hebben wij uw verzoek om advies per  ontvangen. Dit adviesverzoek betreft het bestemmingsplan Entree Archeon. College van burgemeester en wethouders van de Gemeente Alphen aan den Rijn De heer R. Noorhoff Postbus 13 2400 AA ALPHEN AAN DEN RIJN Postadres Postbus 1123 2302 BC Leiden advies@vrhm.nl www.vrhm.nl Verzenddatum:

Nadere informatie

Roozen - van Hoppe Bouw en Ontwikkeling bv T.a.v. de heer Jeroen Pel Postbus 165 5080 AD HILVARENBEEK

Roozen - van Hoppe Bouw en Ontwikkeling bv T.a.v. de heer Jeroen Pel Postbus 165 5080 AD HILVARENBEEK Roozen - van Hoppe Bouw en Ontwikkeling bv T.a.v. de heer Jeroen Pel Postbus 165 5080 AD HILVARENBEEK datum: 13 augustus 2015 ons kenmerk: 5777S02 inzake: Abdij Koningsoord te Berkel Enschot Geachte heer

Nadere informatie

VERORDENING BRANDVEILIGHEID EN HULPVERLENING

VERORDENING BRANDVEILIGHEID EN HULPVERLENING CVDR Officiële uitgave van Hardenberg. Nr. CVDR2572_1 28 februari 2017 VERORDENING BRANDVEILIGHEID EN HULPVERLENING De raad van de gemeente Hardenberg; gelet op artikel 1, tweede lid, en artikel 12 van

Nadere informatie

CLASSIFICATIE VAN CERTIFICATEN NAAR BRANDCOMPARTIMENTERING

CLASSIFICATIE VAN CERTIFICATEN NAAR BRANDCOMPARTIMENTERING Technisch bulletin 65 datum 23 april 2008 CLASSIFICATIE VAN CERTIFICATEN NAAR BRANDCOMPARTIMENTERING 1 INLEIDING Dit Technisch Bulletin gaat op de publicatiedatum in. Certificaten overeenkomstig de systematiek

Nadere informatie

Voorontwerp-bestemmingsplan Kom St. Willebrord, Pastoor Bastiaansensingel (vm. Parkzicht)

Voorontwerp-bestemmingsplan Kom St. Willebrord, Pastoor Bastiaansensingel (vm. Parkzicht) Brabantlaan 1 0151 5200 MC s-hertogenbosch 4715 ZG RUCPHEN Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 info@brabant.nl www.brabant.nl IBAN NL86INGB0674560043 4055335 Onderwerp Voorontwerp-bestemmingsplan

Nadere informatie

Bijlage 3 Gebruikseisen voor bouwwerken. Bijlage behorende bij artikel 6.2.1, eerste lid

Bijlage 3 Gebruikseisen voor bouwwerken. Bijlage behorende bij artikel 6.2.1, eerste lid Bijlage 3 Gebruikseisen voor bouwwerken Bijlage behorende bij artikel 6.2.1, eerste lid Artikel 1 Vrijhouden van terreingedeelten 1 De bij het bouwwerk behorende brandkranen en andere bluswaterwinplaatsen

Nadere informatie

De repressieve consequentie van een preventieve oplossing

De repressieve consequentie van een preventieve oplossing De repressieve consequentie van een preventieve oplossing Casus Maxum Megastore Brielle 16-5-2014 Ing. R. van den Dikkenberg MCDM 1 Inhoud presentatie Waarom onderzoek en onderzoeksvraag Kenmerken pand

Nadere informatie

Inleiding. Situering. De situering van het geplande asielzoekerscentrum is in onderstaande figuur weergegeven.

Inleiding. Situering. De situering van het geplande asielzoekerscentrum is in onderstaande figuur weergegeven. Notitie 2015.245.02-01: Beperkte verantwoording tijdelijk asielzoekerscentrum Jachthuisweg te Hardenberg Berg en Terblijt, 6 oktober 2015 1. Inleiding Men is voornemens een asielzoekerscentrum te vestigen

Nadere informatie

Brandveiligheidsonderzoek. Van de nieuw te bouwen loods aan de Druisdijk 9B te Alphen

Brandveiligheidsonderzoek. Van de nieuw te bouwen loods aan de Druisdijk 9B te Alphen Brandveiligheidsonderzoek Van de nieuw te bouwen loods aan de Druisdijk 9B te Alphen Van Dun Advies BV Dorpsstraat 54 5113 TE Ulicoten T: 013-519 9458 F: 013-519 9727 E: info@vandunadvies.nl www.vandunadvies.nl

Nadere informatie

document: Gelijkwaardigheid beperking uitbreiding van brand - verkoopruimte

document: Gelijkwaardigheid beperking uitbreiding van brand - verkoopruimte D162602726 D162602726 project: Verbouw Jumbo Fenikshof te Nijmegen opdrachtgever: Jumbo Supermarkten B.V. document: Gelijkwaardigheid beperking uitbreiding van brand - verkoopruimte kenmerk: 6412N01a datum:

Nadere informatie

Beleidsplan Bluswatervoorziening 2011-2015 Brandweer Bergen

Beleidsplan Bluswatervoorziening 2011-2015 Brandweer Bergen Beleidsplan Bluswatervoorziening 2011-2015 Brandweer Bergen Auteur: Officier Pro-actie en Preventie, B.J. Dam 1. Samenvatting Om de brandweer de belangrijkste kerntaak, het blussen van branden, te kunnen

Nadere informatie

11 juni L.C. Luijendijk. Onderwerp Verantwoording groepsrisico bestemmingsplannen Bergweg Zuid e.o. en Boterdorp Zuidwest/Oosthoeck

11 juni L.C. Luijendijk. Onderwerp Verantwoording groepsrisico bestemmingsplannen Bergweg Zuid e.o. en Boterdorp Zuidwest/Oosthoeck Notitie Aan Gemeente Lansingerland, Afdeling RO t.a.v. M. Loos Postbus 1 2650 AA Berkel en Rodenrijs Kopie aan Datum Documentnummer Project Auteur 11 juni 2012 21339313 L.C. Luijendijk Onderwerp Verantwoording

Nadere informatie

OPNAME-RAPPORT APK-KEURING GEBOUWEN. Opsteller. Namens. Datum onderzoek. Aanwezig Naam Namens. Naam bouwwerk. Straat. Gemeente. Bestemming bouwwerk

OPNAME-RAPPORT APK-KEURING GEBOUWEN. Opsteller. Namens. Datum onderzoek. Aanwezig Naam Namens. Naam bouwwerk. Straat. Gemeente. Bestemming bouwwerk OPNAME-RAPPORT APK-KEURING GEBOUWEN Opsteller Namens Datum onderzoek Aanwezig Naam Namens Naam bouwwerk Straat Gemeente Bestemming bouwwerk Contactpersoon Telefoonnummer Datum gebruiksvergunning Datum

Nadere informatie

Datum : 16 april 2015 : Externe veiligheid aanzet verantwoording groepsrisico

Datum : 16 april 2015 : Externe veiligheid aanzet verantwoording groepsrisico Notitie Project Projectnummer : 15-056 EV Betreft : Externe veiligheid aanzet verantwoording groepsrisico Behandeld door : Linda Gelissen 1 Inleiding Aan de Beatrixlaan te Weert wordt een Kennis en Expertise

Nadere informatie

Project: Verbouw van tot een kinderdagverblijf Kinderdagverblijf Dolfijn te Voorthuizen Adviesrapport brandpreventie

Project: Verbouw van tot een kinderdagverblijf Kinderdagverblijf Dolfijn te Voorthuizen Adviesrapport brandpreventie Project: Verbouw van tot een kinderdagverblijf Kinderdagverblijf Dolfijn te Voorthuizen Adviesrapport brandpreventie Project 20130202: Verbouw tot een kinderdagverblijf Kinderdagverblijf Dolfijn te Voorthuizen

Nadere informatie

Verantwoording groepsrisico

Verantwoording groepsrisico Verantwoording groepsrisico Bestemmingsplan Weijpoort 21 en 21a-c Status: Definitief Datum: 4 juli 2017 Kenmerk Omgevingsdienst Midden-Holland: 2017112780 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 1.1 Aanleiding...

Nadere informatie

Ontwerp Omgevingsvergunning

Ontwerp Omgevingsvergunning *19-0053053* *19-0053053* Ontwerp Omgevingsvergunning Kenmerk : WABO-2019-0031 Aanvraagnummer (OLO) : 4134469 Aanvrager : Speulhof B.V. Onderwerp : gebruiksvergunning voor de huisvesting van arbeidsmigranten

Nadere informatie

Zin en onzin van de brandkromme. ing. R. van den Dikkenberg MCDM 22 april 2010

Zin en onzin van de brandkromme. ing. R. van den Dikkenberg MCDM 22 april 2010 Zin en onzin van de brandkromme ing. R. van den Dikkenberg MCDM 22 april 2010 Meerjarenprogramma verbeteren brandveiligheid van BZK: Heeft tot doel brandveiligheid in Nederland te verbeteren. Verbetering

Nadere informatie

Bijlage A Taken op het gebied van de brandveiligheid en hulpverlening

Bijlage A Taken op het gebied van de brandveiligheid en hulpverlening Bijlage A Taken op het gebied van de brandveiligheid en hulpverlening (Behorende bij bestuursafspraken gemeente met de Veiligheidsregio Kennemerland i.o.*) * De Veiligheidsregio Kennemerland (VRK) i.o.

Nadere informatie

Artikel 1.1 Begripsomschrijving Onder inrichting wordt verstaan een voor mensen toegankelijke ruimtelijk begrensde plaats.

Artikel 1.1 Begripsomschrijving Onder inrichting wordt verstaan een voor mensen toegankelijke ruimtelijk begrensde plaats. Verordening brandbeveiliging gemeente Gulpen-Wittem 2007. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsomschrijving Onder inrichting wordt verstaan een voor mensen toegankelijke ruimtelijk begrensde

Nadere informatie

Beleidsregels. Bluswatervoorziening en bereikbaarheid gemeente Eindhoven. Eindhoven

Beleidsregels. Bluswatervoorziening en bereikbaarheid gemeente Eindhoven. Eindhoven Beleidsregels Bluswatervoorziening en bereikbaarheid gemeente Eindhoven Eindhoven Colofon Deze publicatie bevat de beleidsregels van de gemeente Eindhoven met betrekking tot bereikbaarheid en bluswatervoorziening

Nadere informatie

MEMORANDUM 65 CLASSIFICATIE VAN CERTIFICATEN NAAR BRANDCOMPARTIMENTERING

MEMORANDUM 65 CLASSIFICATIE VAN CERTIFICATEN NAAR BRANDCOMPARTIMENTERING MEMORANDUM 65 CLASSIFICATIE VAN CERTIFICATEN NAAR BRANDCOMPARTIMENTERING 1 Inleiding Dit Memorandum gaat op de publicatiedatum in. Certificaten overeenkomstig de systematiek van dit Memorandum mogen pas

Nadere informatie

Kan de brandweer een gevelbrand bestrijden

Kan de brandweer een gevelbrand bestrijden Kan de brandweer een gevelbrand bestrijden L O A D I N G [ C L I C K T O S TA R T ] Mark van Houwelingen Specialist brandpreventie Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond Peter, Brandweerman van beroep Brandweer

Nadere informatie

De Poldertuin en t Vissertje

De Poldertuin en t Vissertje De Poldertuin en t Vissertje Onderzoek Bereikbaarheid, Bluswater en Brandveiligheid Datum Jeroen van de Werfhorst Peter Kunnen Kenmerk Auteurs Inhoud 1 Leeswijzer 3 2 Regelgeving 4 2.1 Bluswater en bereikbaarheid

Nadere informatie

Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Onderbanken d.d

Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Onderbanken d.d GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Onderbanken. Nr. 6943 21 januari 2016 Bluswaterbeleid Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Onderbanken d.d. 01.12.2015 Openbare bekendmaking

Nadere informatie

Ons kenmerk 2012/2842/IdU

Ons kenmerk 2012/2842/IdU MPGD32012111613070453 GD3 16.11.2012 0453 veiligheids lllillillill : ^ IA/V (**, U-v W Directeur Stadsontwikkeling Postbus 8 3300 AA DORDRECHT Uw kenmerk - Ons kenmerk 2012/2842/IdU Datum 12 november 2012

Nadere informatie

STAPPENPLAN BEOORDELING BRANDVEILIGHEID volgens Bouwbesluit 2012 UTILITEITSGEBOUWEN. Kenmerk: 2013-R-V1.2

STAPPENPLAN BEOORDELING BRANDVEILIGHEID volgens Bouwbesluit 2012 UTILITEITSGEBOUWEN. Kenmerk: 2013-R-V1.2 STAPPENPLAN BEOORDELING BRANDVEILIGHEID volgens Bouwbesluit 2012 UTILITEITSGEBOUWEN Kenmerk: 2013-R-V1.2 Datum rapport : Opdrachtgever : Project nummer : Behandeld door : Opmerking : STAPPENPLAN BEOORDELING

Nadere informatie

Verordening brandveiligheid en hulpverlening

Verordening brandveiligheid en hulpverlening Verordening brandveiligheid en hulpverlening Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot (als de

Nadere informatie

Infobrief Landelijke regels voor Brandveiligheid toegelicht : 1. Stroomschema s en Bouwbesluit nu en in de toekomst

Infobrief Landelijke regels voor Brandveiligheid toegelicht : 1. Stroomschema s en Bouwbesluit nu en in de toekomst Infobrief 1: Stroomschema s en Bouwbesluit nu en in de toekomst Infobrief Landelijke regels voor Brandveiligheid toegelicht : De Nederlandse regelgeving op het gebied van brandveiligheid zit ingewikkeld

Nadere informatie

Bijlage 3 Gebruikseisen voor bouwwerken. Bijlage behorende bij artikel 6.2.1, eerste lid

Bijlage 3 Gebruikseisen voor bouwwerken. Bijlage behorende bij artikel 6.2.1, eerste lid Bijlage 3 Gebruikseisen voor bouwwerken Bijlage behorende bij artikel 6.2.1, eerste lid Artikel 1 Vrijhouden van terreingedeelten 1 De bij het bouwwerk behorende brandkranen en andere bluswaterwinplaatsen

Nadere informatie

Brandveiligheidsvoorwaarden Campings Regio Noord- en Midden Limburg

Brandveiligheidsvoorwaarden Campings Regio Noord- en Midden Limburg Brandveiligheidsvoorwaarden Campings Regio Noord- en Midden Limburg A. Open ruimte bij en in de omgeving van de inrichting. 1. Vrijhouden van terreingedeelten ten behoeve van de brandweer 1.1. De bij de

Nadere informatie

In te vullen door behandelend ambtenaar. Datum ontvangst: Dossiernummer: In te vullen door de gebruiker.

In te vullen door behandelend ambtenaar. Datum ontvangst: Dossiernummer: In te vullen door de gebruiker. Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude Postbus 83 1160 AB Zwanenburg T 020 407 9000 F 020 407 9090 Inventarisatie - formulier gebruiksvergunning Woningwet 1991. Artikel 8, lid 8, sub 2a / Brandweerwet

Nadere informatie

STAPPENPLAN BEOORDELING BRANDVEILIGHEID (voor nieuwbouw utiliteitsgebouwen, op hoofdlijnen, volgens bouwbesluit 2012 versie 1.0)

STAPPENPLAN BEOORDELING BRANDVEILIGHEID (voor nieuwbouw utiliteitsgebouwen, op hoofdlijnen, volgens bouwbesluit 2012 versie 1.0) STAPPENPLAN BEOORDELING BRANDVEILIGHEID (voor nieuwbouw utiliteitsgebouwen, op hoofdlijnen, volgens bouwbesluit 2012 versie 1.0) Dit stappenplan biedt ontwerpers een richtlijn om te komen tot een brandveilig

Nadere informatie

Beleidsregels. Bluswatervoorziening en bereikbaarheid objecten Versie definitief 2.1

Beleidsregels. Bluswatervoorziening en bereikbaarheid objecten Versie definitief 2.1 Beleidsregels Bluswatervoorziening en bereikbaarheid objecten Versie definitief 2.1 Colofon Deze publicatie bevat de beleidsregels van de gemeente Kampen met betrekking tot bluswatervoorzieningen en de

Nadere informatie

Veiligheidsregio HAAGLANDEN. Handhaving van bestaande kooiladders

Veiligheidsregio HAAGLANDEN. Handhaving van bestaande kooiladders Veiligheidsregio HAAGLANDEN Handhaving van bestaande kooiladders Jan Brekelmans 3 maart 2010 1 INHOUD 1. Inleiding... 3 2. Aanleiding... 4 3. Regelgeving... 4 4. Kwaliteit en bruikbaarheid van een kooiladder...

Nadere informatie