Monitoringsplan voor monitoring faunapassages in de Brabantse Kempen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Monitoringsplan voor monitoring faunapassages in de Brabantse Kempen"

Transcriptie

1 2015 Monitoringsplan voor monitoring faunapassages in de Brabantse Kempen Tobias van Krieken 1 Joeri Mannee Rik Sanders HAS Hogeschool s Hertogenbosch Huis van De Brabantse Kempen 5 februari 2015 Foto: Tobias van Krieken

2 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding Faunapassages in Nederland Type faunapassages in de Brabantse Kempen De opdracht Materiaal & Methode Selectiecriteria Selectieresultaat Monitoringsgroep I Monitoringsgroep II Te monitoren faunapassages, optioneel Monitoringsmethodes algemeen Cameraval Stempelkussen Zandbed Uitvoering monitoring Algemene monitoringsperiode en -tijd Monitoringsmethodes groep I Monitoringsmethodes groep II Begroting Rolverdeling monitoring Monitoringsresultaten Verwerking resultaten Terugkoppeling van de resultaten Contactpersonen Bronnen Bijlagen Bijlage I Weergave faunapassages Bijlage II Format voor registratie resultaten

3 Bijlage III Rode lijst soorten Bijlage IV Flora- en faunawet tabellen Bijlage V Beoordeling werking faunapassages

4 1. INLEIDING In Nederland worden per jaar tientallen faunapassages met subsidie aangelegd om versnippering van natuur tegen te gaan, de effectiviteit van de aangelegde faunapassages wordt echter in de meeste gevallen niet onderzocht. Tijdens het platform Terrein Beheerders Overleg (TBO) van De Brabantse Kempen (welke is opgericht om bos- en natuurbeheer regionaal af te stemmen), waar diverse gemeenten, Provincie Noord- Brabant, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, Stichting Noord-Brabants Landschap, Waterschap de Dommel, Bosgroep Zuid-Nederland en Brabants Particulier Grondbezit aan deelnemen, was door de Gemeente Bergeijk geopperd om de werking van de aangelegde faunapassages in De Kempen in kaart te brengen. De overkoepelende samenwerkingsorganisatie, Het Huis van de Brabantse Kempen*, heeft hier de leiding in genomen en had de wens dat alle faunapassages in kaart gebracht werden, waarbij de specificaties van de faunapassages aan bod kwamen (zie hiervoor de rapportage Inventarisatierapport faunapassages Brabantse Kempen, Van Krieken, et al., 2015). Tevens wilde Het Huis van de Brabantse Kempen dat er een monitoringsplan voor de komende jaren opgesteld zou worden om de effectiviteit van de aangelegde faunapassages te beoordelen. Het is voor de Het Huis van de Brabantse Kempen belangrijk om te weten of de aangelegde faunapassages effectief zijn omdat de aanleg hiervan zeer kostbaar is. De Brabantse Kempen is een streek in het zuiden van Nederland welke zeer rijk is aan natuur. In De Kempen is van nature vooral veel heide en eikenbos te vinden, echter zijn sinds het begin van de 20e eeuw veel naaldbossen aangeplant, welke verspreid over De Kempen te vinden zijn. Zo is landgoed De Utrecht (circa 2500 hectare) van origine vooral heidegebied maar is het grootste gedeelte door ontginning tegenwoordig naaldbos. Ongeveer een derde van het areaal bos- en natuurgebied is in gemeentelijk bezit in de Kempen (Rots et al., 2011). De Kempen herbergt vele natuurgebieden, waaronder een gedeelte van het 1200 hectare grote natuurgebied Kampina dat in beheer is van Natuurmonumenten. Het gebied staat bekend om zijn kleinschalig landschap met vele vennetjes. Ook is het 2000 hectare grote boswachterij De Kempen, in beheer van Staatsbosbeheer, hier te vinden (Beleef Bestemming Bergeijk, 2014). In totaal beheren de terreinbeheerders in de 5 kempen gemeenten ruim hectare grond. De Brabantse Kempen wordt onder andere versnipperd door de snelwegen A58 tussen Eindhoven en Tilburg en A67 tussen Eindhoven en de Belgische grens en door de provinciale wegen N395 tussen Oirschot en Hilvarenbeek, N269 tussen Tilburg en Reusel, N284 tussen Eersel en de Belgische grens, N397 tussen Eersel en Valkenswaard, N69 tussen Valkenswaard en de Belgische grens en N613 tussen de N397 en Bergeijk. Ook gemeentelijke wegen buiten de bebouwde kom zorgen voor versnippering (figuur 1.1). Om de natuur in de Brabantse Kempen met elkaar verbonden te houden is de aanwezigheid van faunapassages essentieel. *Het Huis van de Brabantse Kempen is de uitvoeringsorganisatie van het Streekplatform, welke bestaat uit de gemeenten Oirschot, Reusel-De Mierden, Bladel, Eersel, Bergeijk, Hilvarenbeek, het dorp Moergestel, een aantal grote bedrijven, onderwijsinstellingen en stichtingen, Provincie Noord-Brabant en Waterschap de Dommel. Het Huis van de Brabantse Kempen faciliteert ondernemers en organisaties met innovatieve plannen omtrent ontwikkelingsmogelijkheden van de regio, samenwerkingspartners en financieringsvormen. Naast deze werkzaamheden ondersteunen zij de koplopergroepen welke initiatiefnemers op weg helpen en grote projectinitiatieven en ideeën bespreken. Het Streekplatform heef zes koplopergroepen welke ieder eigen thema s behandelen (Huis van de Brabantse Kempen, 2014). 4

5 Figuur 1.1 Grotere wegen en de gemeentegrenzen in de Brabantse Kempen (bron: Google Earth) Het natuurgebied De Kempen wordt in tweeën gesplitst door de A67. Door de aanleg van zeven faunatunnels, een amfibieёntunnel en het aanbrengen van beplanting ter beperking van het aantal verkeersslachtoffers onder vogels, kan het knelpunt in de robuuste verbinding tussen De Kempen en het landgoed De Utrecht ontsnipperd worden (Peijs et al., 2004). Momenteel worden over en onder de A67 één natuurbrug en drie faunatunnels aangelegd. Deze zullen eind 2014 gereed zijn (Eindhovens Dagblad, 2014). 1.1 FAUNAPASSAGES IN NEDERLAND Faunapassages worden de laatste jaren veelvuldig aangelegd door heel Nederland. Een faunapassage is een ecologische doorgang/verbindingszone voor verschillende diersoorten. In de praktijk maakt men vaak onderscheidt tussen een faunatunnel en een wildpassage. Bij een wildpassage wordt vaak een grotere faunapassage bedoeld, welke bedoeld is voor grotere zoogdieren zoals reeën. Als het om een kleinere faunapassage gaat, welke voornamelijk is gericht op kleine zoogdieren en amfibieën, wordt vaak gesproken van een faunatunnel/faunapassage. Deze laatste is weer onder te verdelen is een aantal diverse types, deze zijn in hoofdstuk 1.2 beschreven. De grote van de faunapassage wordt afgestemd op de doelsoort en het type obstakel. Bij de aanleg wordt in een ideale situatie bovendien rekening gehouden met de bereikbaarheid van de faunapassage ten opzichte van de omgeving. Over het algemeen heeft een faunapassage drie doelen: 1. Het afnemen van de sterfte onder fauna door aanrijdingen en/of verdrinking. 2. Het afnemen van de barrièrewerking. 3. Het toenemen van de levensvatbaarheid van populaties (Wansink et al., 2013). In Nederland is de natuur grotendeels versnipperd, de natuurgebieden zijn vaak klein, zeer verspreid en onderbroken door wegen en bebouwing (Opdam, 2002). Hierdoor is het voor veel fauna moeilijk om zich te verspreiden, wordt voortplanting bemoeilijkt en neemt de kans op inteelt toe doordat populaties gescheiden raken (Neveah, 2010; Van der Putten, 2003). Vaak zijn wegen een van de grotere oorzaken van versnippering. Zo ondervindt de Gladde slang (Coronella austriaca) versnippering van zijn leefgebied in de Brabantse Kempen door onder andere de A67 (Van Delft & Van Rijsewijk, 2006). Wegen hebben als extra nadeel dat het aantal aanrijdingen toeneemt (European Environment 5

6 Agency, 2011). Onder andere door de toename van het aantal aanrijdingen van wild in Nederland werd besloten om op grotere schaal faunapassages aan te leggen in Nederland (Alkemade et al., 2002). Inmiddels is het ook wetenschappelijk bewezen dat de aanleg van faunapassages nodig is om een gezonde genenuitwisseling plaats te laten vinden (Dixo et al., 2009). Mede dankzij deze passages kan fauna zich makkelijker van het ene naar het andere gebied verplaatsen. Hierdoor ontstaat de mogelijkheid dat populaties kunnen kruisen, waardoor de genetische variatie groter wordt (Nei, 1973). Een ander voordeel is dat fauna niet in één gebied opgesloten zit en makkelijker weg kan bij veranderende omstandigheden in de omgeving als aanpassing niet mogelijk is (Alkemade, et al. 2002). Tevens helpen faunapassages bij het in stand houden van het ecosysteem. Sommige planten zijn van migratie afhankelijk voor de verspreiding van hun zaden (Neveah, 2010). Een ander voordeel van deze faunapassages is dat het aantal verkeersongelukken door overstekend wild afneemt (Klein, 1999). Bovendien zorgen bijvoorbeeld amfibietunnels voor een afname van het aantal doodgereden kikkers en padden tijdens de jaarlijkse trek (RAVON, 2010). Alsmede zorgen deze tunnels voor een afname aan doodgereden egels en andere kleine zoogdieren (Alkemade et al., 2002). Met behulp van de bovengenoemde gegevens (zowel doelen van de faunapassage als knelpunten vóór de aanleg van de faunapassage) kan de effectiviteit bepaald worden. 1.2 TYPE FAUNAPASSAGES IN DE BRABANTSE KEMPEN In Nederland zijn veel verschillende faunapassages in gebruik. Afhankelijk van de diersoort waarvoor ze bedoeld zijn variëren ze van een klein loopplankje tot een groot ecoduct. Onderstaand is een korte beschrijving van de faunapassages te vinden, welke in de Brabantse Kempen zijn aangetroffen (van Krieken, 215). In de Brabantse Kempen zijn in totaal 54 faunapassages geïnventariseerd. Deze 54 faunapassages zijn voort gekomen uit aangeleverde data van een aantal Terreinbeherende Organisaties en Gemeentes. In de Brabantse Kempen zijn hoogstwaarschijnlijk meer faunapassages aanwezig, echter is de data van deze faunapassages niet tijdig overhandigd om nog op te nemen in de inventarisatie. De 54 geïnventariseerde faunapassages representeren in totaal 7 verschillende type faunapassages. Van de aangetroffen faunapassages zijn 11% van de faunapassages looprichels, dit zijn vaste constructies bij water tot op de waterlijn, bedoeld voor kleine tot middelgrote zoogdieren. Een gelijkwaardig type faunapassage is de loopplank, welke ruim 7% van de geïnventariseerde faunapassages vertegenwoordigt. Dit zijn plateaus boven het water, bedoeld voor kleine tot middelgrootte zoogdieren. Een laatste type faunapassage aan de waterkant is de doorlopende oever, ruim 9% van de geïnventariseerde faunapassages vertegenwoordigt dit type. De doorlopende oevers zijn faunapassages waarbij de dieren geen overgang hebben vanuit de leefomgeving naar de faunapassage toe. De oever langs de waterkant loopt hierbij onder de brug aan één stuk door. Dit type faunapassage is vrijwel altijd geschikt voor alle amfibieën en reptielen, kleine en middelgrootte zoogdieren en in sommige gevallen kunnen ook grote zoogdieren van deze faunapassage gebruik maken. Het meest aanwezig, met 57,41%, zijn de amfibieëntunnels. Dit zijn vierkante tunnels met vrijwel altijd een luchtrooster aan de bovenkant. Deze tunnels zijn bovendien vrijwel altijd voorzien van een trechtervormige toeloop om de dieren efficiënt de faunapassage in te begeleiden. Deze tunnels zijn geschikt voor kleine tot middelgrote diersoorten. In de Brabantse Kempen zijn een kleine 4% van de faunapassages dassentunnels. Dit zijn ronde tunnels welke voornamelijk zijn aangelegd om de das een groter verspreidingsgebied te geven. Een vergelijkbare tunnel is de faunatunnel, dit is in sommige gevallen een iets grotere faunapassage dan de dassentunnel, echter is het grootste verschil dat deze vierkant van vorm zijn. Dit type faunapassage is geschikt voor kleine tot middelgrote diersoorten en vertegenwoordigt 7% van de aangetroffen faunapassages in de Brabantse Kempen. Tot slot zijn een kleine 4% van de geïnventariseerde faunapassages wildtunnels. Wildtunnels zijn grote constructies welke qua formaat geschikt zijn voor alle soorten dieren, waaronder reeën. Vaak worden deze tunnels tevens gebruikt voor het verplaatsen van vee tussen verschillende weilanden. 6

7 1.3 DE OPDRACHT Om tot dit monitoringsplan te komen was het van belang dat eerst een beeld van de aanwezige faunapassages in de Brabantse Kempen verkregen werd. Om tot dit beeld te komen is een inventarisatieronde uitgevoerd waarin de faunapassages, waarvan de locaties werden aangeleverd door de beheerders, gemeentes en de provincie, uitgebreid in kaart zijn gebracht. Van deze inventarisatieronde is het rapport Inventarisatierapport faunapassages Brabantse Kempen, Van Krieken, et al. (2015) opgesteld. In het inventarisatierapport is een samenvatting van de geïnventariseerde faunapassages te vinden, tevens wordt hier de staat van de faunapassages besproken en staan de inventarisatietabellen van iedere faunapassage weergeven. Na de inventarisatie is een selectie gemaakt van de 54 faunapassages om tot een aantal faunapassages te komen welke in de komende jaren gemonitord kunnen worden. Deze selectie wordt in hoofdstuk 2.1 en 2.2 besproken. Het doel van de monitoring is het opleveren van data welke gebruikt kan worden om de effectiviteit van de aangelegde faunapassages te bepalen. Bij het verzamelen van deze data zal het voornamelijk gaan over het aantal waarnemingen en het aantal soorten welke bij de faunapassages gezien wordt. In hoofdstuk 2.5 is uitgewerkt hoe de data verwerkt en geïnterpreteerd dient te worden. Ook is hier besproken hoe aanbevelingen naar de beheerders gecommuniceerd moeten worden. 7

8 2. MATERIAAL & METHODE 2.1 SELECTIECRITERIA Om een selectie te maken van alle geïnventariseerde faunapassages zijn een aantal selectiecriteria opgesteld. Deze selectiecriteria zijn opgesteld om een vertegenwoordiging te krijgen van alle type faunapassages en het omgevingstype waarin ze zich bevinden (woonwijk, akkerland e.d.). Hierna is gekeken welke faunapassages aan water of juist niet aan water liggen en of ze bereikbaar zijn voor monitoring, ook is bekeken welke en hoeveel van de monitoringsmethodes toegepast kunnen worden. Het is van belang om alle type faunapassages te monitoren, dit is het eerste criteria, zodat een goed beeld ontstaat wat voor soorten deze aantrekken en of dit wel de doelsoorten van het type faunapassage zijn. Het tweede criteria waar naar gekeken is, is de omgeving waarin de faunapassage ligt, in een boomrijke omgeving zoals een bos zijn andere soorten te vinden dan in een woonwijk of rond een akker. Hierbij is eveneens gelet op de aanwezigheid van water, dit heeft mogelijk invloed op het gebruik van bijvoorbeeld de amfibieëntunnel. Om hierover een goed beeld te krijgen zijn de faunapassages nadat ze op type zijn geselecteerd, gesplitst op omgevingstype binnen de geselecteerde groepen en daarna op de aanwezigheid van water. Het derde criteria is of de faunapassages bereikbaar zijn voor monitoring. Indien faunapassages niet bereikbaar zijn voor monitoring zijn deze afgevallen. Het laatste criteria is de toepasbare monitoringsmethode. Bij een veelvoud aan type en omgeving van faunapassages waaruit een keuze is gemaakt, zoals bij amfibieëntunnels, is gekozen voor de faunapassage met het grootste aantal toepasbare monitoringsmethodes. Dit laatste is gewenst om de monitoring zo goed mogelijk te kunnen onderbouwen, de cameraval kan namelijk data van bijvoorbeeld een stempelkussen verduidelijken, ook andersom is dit het geval. Figuur 2.1 Stroomschema van de selectiecriteria, van belang is te weten dat bij iedere stap de faunapassages alleen opgedeeld worden en niet uitgesloten worden van monitoring. Alleen indien ze niet bereikbaar zijn of geen monitoringsmethodes toepasbaar zijn worden de faunapassages uitgesloten van monitoring. 8

9 2.2. SELECTIERESULTAAT Uit de selectiecriteria welke over de 54 faunapassages zijn toegepast zijn in totaal 43 faunapassages voortgekomen welke geschikt zijn voor monitoring. De faunapassages zijn opgedeeld in 3 monitoringsgroepen. Bij deze opdeling is eerst gekeken naar de meest geschikte passages voor monitoring, de 20 meest geschikte faunapassages zijn gebruikt voor monitoringsgroep I, welke een concreet beeld zal geven over het gebruik van de faunapassages (tabel 2.1). Monitoringsgroep II (11 faunapassages) is qua geschiktheid voor monitoring, in grote mate gelijkwaardig aan monitoringsgroep I, deze is echter niet essentieel om een concreet beeld te vormen (tabel 2.2). Tot slot zijn 12 faunapassages verdeeld in een derde optionele monitoringsgroep. Deze faunapassages zijn geschikt voor monitoring, maar niet essentieel voor de beeldvorming van het gebruik van de faunapassages (tabel 2.3). Deze faunapassages kunnen gebruikt worden voor een extra monitoringsgroep of ter aanvulling van de twee bestaande monitoringsgroepen indien een te monitoren faunapassage uit monitoringsgroep I of II valt, of als er genoeg capaciteit is om te monitoren. In bijlage 1 is een overzicht van alle faunapassages te zien, geordend na de selectierondes. Zoals eerder vernoemd zijn in totaal 54 faunapassages in de Brabantse Kempen geïnventariseerd, dit is naar verwachting slechts een gedeelte van het totale aantal faunapassages in de Brabantse Kempen. Indien in de toekomst meer locaties van faunapassages bekend worden kunnen deze geïnventariseerd worden volgens de methodes uit het Inventarisatierapport faunapassages Brabantse Kempen, Van Krieken, et al., Van belang is dat de GIS kaart met alle faunapassages te allen tijde up-to-date wordt gehouden, dit geeft alle betrokkenen een duidelijk overzicht van de aanwezige faunapassages. Deze kaart dient in overleg met Het Huis van de Brabantse Kempen aangepast te worden en doorgezet te worden naar de betrokkenen bij de monitoring. Na de inventarisatie dienen tevens bovenstaande selectierondes toegepast te worden. Indien genoeg mankracht beschikbaar is kunnen de faunapassages, welke het resultaat zijn uit deze selectierondes, gebruikt worden voor additionele monitoringsrondes of kunnen deze de huidige monitoringsrondes aanvullen. 9

10 2.2.1 MONITORINGSGROEP I Tabel 2.1 Weergave van de faunapassages welke in monitoringsgroep I zijn ingedeeld. Gemeente locatie Weg Xcor Ycor Type passage Omgeving Aan Bereikbaarheid Camera Stempelkussen water Gem.Oirschot Van Coehoornweg Amfibieëntunnel Bos Ja Ja Ja Ja Gem. Reusel-De Mierden N Amfibieëntunnel Bos Nee Ja Ja Ja Gem. Hilvarenbeek N Amfibieëntunnel Bos Nee Ja Ja Ja Gem. Bergeijk Burgemeester Aartslaan Amfibieëntunnel Bos/weiland Ja Ja Nee Ja Gem. Eersel N Amfibieëntunnel Bos/weiland Ja Ja Ja Ja Gem. Eersel N Amfibieëntunnel Bos/weiland Ja Ja Ja Ja Gem. Hilvarenbeek N Amfibieëntunnel Bos/weiland Nee Ja Ja Ja Gem.Oirschot Lopensestraat Amfibieëntunnel Weiland Ja Ja Nee Ja Gem. Bladel N Amfibieëntunnel Weiland Nee Ja Ja Ja Gem. Bergeijk N Dassentunnel Bos Nee Ja Nee Ja Gem. Bergeijk N Dassentunnel Bos/weiland Nee Ja Nee Ja Gem.Oirschot Oude Grintweg, brug Doorlopende oever Bos/weiland Ja Ja Ja Nee Heerebeekloop Gem. Oisterwijk Gemullehoekenweg Doorlopende oever Woonwijk Ja Ja Ja Nee Gem. Bergeijk N Faunatunnel Bos Nee Ja Ja Ja Gem.Bergeijk Loverensedijk Faunatunnel Weiland Ja Ja Nee Ja Gem.Oirschot Schepersweg Loopplank Bos/weiland Ja Ja Nee Ja Gem. Bladel Castersedijk Loopplank Weiland Ja Ja Ja Ja Gem. Oisterwijk Jan Peynenborchstraat Looprichel Woonwijk Ja Ja Nee Ja Gem.Oirschot Broekeindsedijk Wildtunnel Bos/weiland Nee Ja Ja Nee Gem.Oirschot Oude Grintweg Wildtunnel Bos/weiland Nee Ja Ja Nee 10

11 2.2.2 MONITORINGSGROEP II Tabel 2.2 Weergave van de faunapassages welke in monitoringsgroep II zijn ingedeeld. Gemeente locatie Weg Xcor Ycor Type passage Omgeving Aan Bereikbaarheid Camera Stempelkussen water Gem. Bladel N Amfibieëntunnel Bos Ja Ja Nee Ja Gem. Hilvarenbeek N Amfibieëntunnel Bos Nee Ja Ja Ja Gem. Hilvarenbeek N Amfibieëntunnel Bos Nee Ja Ja Ja Gem.Oirschot Oude Grintweg Amfibieëntunnel Bos/weiland Ja Ja Nee Ja Gem.Oirschot Lopensestraat Amfibieëntunnel Bos/weiland Ja Ja Nee Ja Gem.Oirschot Van Coehoornweg Amfibieëntunnel Bos/weiland Ja Ja Nee Ja Gem. Hilvarenbeek N Amfibieëntunnel Weiland Ja Ja Nee Ja Gem. Oisterwijk Gemullehoekenweg Doorlopende oever Woonwijk Ja Ja Ja Nee Gem.Oirschot Broekeindsedijk Faunatunnel Weiland Ja Ja Nee Ja Gem. Reusel-De Mierden N Loopplank Bos/weiland Ja Ja Nee Ja Gem. Bergeijk N Loopplank Weiland Ja Ja Nee Ja 11

12 2.2.3 TE MONITOREN FAUNAPASSAGES, OPTIONEEL Tabel 2.3 Weergave van de faunapassages welke optioneel gemonitord kunnen worden. Gemeente locatie Weg Xcor Ycor Type passage Omgeving Aan Bereikbaarheid Camera Stempelkussen water Gem.Oirschot Van Coehoornweg Amfibieëntunnel Bos Ja Ja Nee Ja Gemeente Reusel-De Mierden N Amfibieëntunnel Bos Nee Ja Nee Ja Gemeente Reusel-De Mierden N Amfibieëntunnel Bos Nee Ja Nee Ja Gemeente Hilvarenbeek N Amfibieëntunnel Bos Nee Ja Nee Ja Gem.Oirschot Mortelsgraaf Amfibieëntunnel Bos Nee Ja Nee Ja Gemeente Hilvarenbeek N Amfibieëntunnel Bos Nee Ja Ja Ja Gem.Bergeijk Looёrheideweg Amfibieëntunnel Bos/weiland Ja Ja Nee Ja Gem. Reusel-De Mierden N Amfibieëntunnel Bos/weiland Ja Ja Nee Ja Gem.Oirschot N Amfibieëntunnel Bos/weiland Ja Ja Nee Ja Gem.Oirschot Oude Grintweg Amfibieëntunnel Bos/weiland Ja Ja Nee Ja Gem.Oirschot Oude Grintweg Amfibieëntunnel Bos/weiland Ja Ja Nee Ja Gem.Oirschot Heuvelsebrug Kanaalzone Amfibieëntunnel Weiland Ja Ja Nee Ja 12

13 2.3 MONITORINGSMETHODES ALGEMEEN Veel gebruikte methodes om faunapassages te monitoren zijn via pootafdrukken en beeld. Met stempelkussens, cameravallen en zandbedden is de aanwezigheid van veel soorten aan te tonen. Hieronder staan de belangrijkste methodes uitgelegd. Bij de inventarisatie is gekeken of deze methodes toegepast kunnen worden bij de geïnventariseerde faunapassages, deze gegevens kunnen gebruikt worden bij de monitoring (Grift, 2010) CAMERAVAL De wildcamera (figuur 2.2) heeft als doel het op beeld vastleggen van fauna welke gebruik maakt van de faunapassages. Wanneer een voorbijlopend dier door de bewegingssensor wordt geregistreerd zal de camera geactiveerd worden. De camera zal foto s of video s nemen, zowel s nachts als overdag en zal dit onopvallend doen, waardoor dieren zeer gemakkelijk in hun natuurlijk ritme vastgelegd kunnen worden. De camera kan in de meeste gevallen maanden achter elkaar passerende dieren vastleggen, een wekelijkse controle is dus niet nodig om bijvoorbeeld de batterijen te vervangen. Aangeraden wordt om de camera minstens één week op dezelfde locatie te hangen, dit geeft dieren een gewenningsperiode om de aanwezigheid van de camera te accepteren. Deze beelden kunnen op het kantoor bekeken worden, zo hoeft de camera niet uit het veld gehaald te worden en kan meteen op de volgende locatie geplaatst worden. Met de cameraval is het mogelijk vrijwel alle diersoorten te monitoren, echter is de kans dat kleinere dieren gemist worden aanwezig (Wansink et al., 2013) Figuur 2.2 Plaatsing cameraval (Foto: Tobias van Krieken) STEMPELKUSSEN Een stempelkussen (figuur 2.4) heeft als doel het vastleggen van onder andere pootafdrukken en staartsporen. Het stempelkussen dient zo gemaakt te worden (figuur 2.3) dat deze qua breedte precies in de faunatunnel past zodat dieren geen mogelijkheid hebben om langs het stempelkussen af te lopen. Indien dit niet mogelijk is dienen andere doorgangen geblokkeerd te worden. Het stempelkussens bestaat uit een houten plank met daarop aan de twee uiteinden een registratiepapier met daar tussenin een doek welke doordrenkt is met een mengsel van koolstofpoeder en paraffineolie. Er is voor deze grondstoffen gekozen omdat deze 100% natuurlijk zijn en voor zover bekend niet schadelijk zijn voor dieren. De lengte van de plank dient aangepast te worden aan de sprongkracht van de te verwachten soorten, de dieren mogen geen mogelijkheid hebben het inktbed en het registratiepapier te ontwijken, meestal wordt gekozen om de planken 1 meter lang te maken. Het inktbed kan op de plank geniet worden en telkens aangevuld worden met het mengsel olie en houtskool door dit er overheen te gieten. Eventueel kan dit inktbed zo geconstrueerd worden dat dit een vloeistofbakje vormt waarin de olie aanwezig blijft, let op dat het vochtig moet zijn en dus niet nat. De registratiepapieren kunnen met punaises bevestigd worden zodat deze bij iedere veldwerkronde gemakkelijk vervangen kunnen worden. (Wansink et al., 2013). 13

14 Na het plaatsen dienen de registratiepapieren wekelijks vervangen te worden. Dit om te voorkomen dat er teveel sporen op het papier staan of dat het papier verweerd door lokale omstandigheden. Belangrijk is dat het stempelkussen droog en zo goed mogelijk uit de wind geplaatst wordt. Iedere week kunnen de papieren vervangen worden en kunnen de sporen op de oude papieren op het kantoor gedetermineerd worden. Gebruik hiervoor bij voorkeur de boeken Veldgids Diersporen van Annemarie van Diepenbeek (2013) en Dier en Spoor van Lars-Henrik Olsen (2012). Bij het verwijderen van de papieren dient hier met potlood de naam van de controleur, locatie, datum van inzet en verwisselen op aangegeven te worden, tevens dient een volgnummer aan het registratiepapier gegeven te worden. Met het stempelkussen is het onder andere mogelijk dieren zoals vos, das, egel en rat te monitoren (Wansink et al., 2013) Figuur 2.3 Het maken van een stempelkussen. Figuur 2.4 Voorbeeld stempelkussen (Foto: Tobias van Krieken) 14

15 2.3.3 ZANDBED Het zandbed (figuur 2.5) heeft hetzelfde doel als het stempelkussen, namelijk het vastleggen van onder andere pootafdrukken. Dit soort sporenbedden worden vaak gebruikt om het gebruik door grotere zoogdieren vast te stellen. Echter kan in veel gevallen ook data worden verkregen over reptielen en amfibieën, hierbij is het echter vrijwel onmogelijk om soorten te onderscheiden. Zandbedden bestaan uit vlakken zand (bijvoorbeeld zilverzand dat zo is aangebracht dat dieren geen mogelijkheid hebben de passage te gebruiken zonder over het bed te lopen. Net als bij het stempelkussen geldt dat de zandstrook lang genoeg moet zijn om te voorkomen dat dieren er over heen kunnen springen. Aan te raden is om ook deze bedden in een droge situatie te plaatsen om te voorkomen dat de regen sporen uitwist. Bij dit soort bedden is het van belang dat deze regelmatig gecontroleerd worden. Hierbij is het van belang de datum, diersoorten, looprichting, aantallen en eventuele bijzonderheden te registreren en daarna het zandbed opnieuw glad te strijken. Indien men niet zeker is van de diersoorten dienen foto s gemaakt te worden waarop de afmetingen van de pootafdruk duidelijk gemaakt worden. De mate van controle hangt af van de omgeving, het is van belang dat het zandbed vochtig gehouden wordt en dat de wind niet alle sporen vervaagd. In de meeste situaties zal volstaan met een monitoring eenmaal per week. Met het zandbed is het mogelijk dieren zoals reeën, hazen en egels te monitoren (Wansink et al., 2013). Bij de monitoring in de Brabantse Kempen zal hoofdzakelijk gebruik gemaakt worden van cameravallen en stempelkussen. Het zandbed kan hierbij als vervanging van het stempelkussen dienen indien het stempelkussen te duur of te gevoelig voor vandalisme is. Ook kan het zandbed mogelijk gebruikt worden in het geval een stempelkussen niet mogelijk is, maar wel extra data gewenst is bovenop het gebruik van de cameraval. Figuur 2.5 Voorbeeld zandbed (Foto: Tobias van Krieken) 15

16 2.4 UITVOERING MONITORING ALGEMENE MONITORINGSPERIODE EN -TIJD Bij voorkeur dient een faunapassage een jaar na realisatie voor het eerst gemonitord te worden om eventuele tekortkomingen te kunnen achterhalen. Door faunapassages te monitoren kan de effectiviteit van de aangelegde faunapassages bepaald worden. Na een jaar dienen de faunapassages twee keer per jaar gemonitord te worden om een volledig beeld te kunnen krijgen. Monitoring dient een keer in het voorjaar en een keer in het najaar gedurende acht weken plaats te vinden. In het voorjaar is het van belang om te monitoren gedurende de voorjaarstrek van amfibieën. Monitoring kan daarom het best plaats vinden in de periode maart t/m april. In het najaar kan gemonitord worden in de periode september t/m oktober. Eens in de vijf jaar dienen de faunapassages over langere perioden gemonitord te worden om een vollediger beeld te kunnen krijgen en incidentele gebruikers ook te kunnen registreren. Doelsoorten kunnen namelijk tijd nodig hebben om een faunapassage te ontdekken en op te nemen in hun migratie-/dispersiepatroon. Ook veranderingen in het landschap kunnen effect hebben op het gebruik van faunapassages, omdat hierdoor het migratie-/dispersiepatroon van de doelsoorten kan veranderen. Indien er belangrijke werkzaamheden plaatsgevonden hebben aan of in de buurt van een faunapassage die het gebruik van de faunapassage mogelijk beïnvloeden, dient de monitoring over langere periode eerder plaats te vinden dan binnen de aangegeven vijf jaar (Smit, 2007). De tijd die nodig is om een faunapassage te monitoren is afhankelijk van de afstand tussen de onderlinge faunapassages en de gebruikte methode. Op één dag kunnen ongeveer tien faunapassages bezocht worden. Het inzetten van de onderzoeksopstelling voor tien faunapassages neemt ongeveer twee dagen in beslag. Het controleren en opruimen van het materiaal van tien faunapassages neemt acht dagen in beslag (acht keer één dag in de week) en de administratie en het invoeren van de gegevens van tien faunapassages kost één dag (Smit, 2007). De monitoring van de 20 geselecteerde faunapassages uit groep I zal in totaal 44 werkdagen duren in de oneven jaren, 22 werkdagen in het voorjaar en 22 werkdagen in het najaar. De monitoring van de 11 geselecteerde faunapassages uit groep II zal in totaal 22 werkdagen duren in de even jaren, 11 werkdagen in het voorjaar en 11 werkdagen in het najaar. Het determineren van de pootafdrukken duurt ongeveer een uur per keer en kan op de dag van monitoring zelf. Voor het determineren van de filmpjes van de cameravallen moet rekening gehouden worden met een extra werkdag. 16

17 2.4.2 MONITORINGSMETHODES GROEP I In de Gemeente Oirschot liggen zeven faunapassages welke gemonitord gaan worden in groep I. Te zien is dat twee van deze passages amfibieëntunnels zijn, waarvan er één, gelegen in een bos aan de Van Coehoornweg, gemonitord dient te worden doormiddel van een camera en een stempelkussen. De andere amfibieëntunnel, gelegen bij een weiland aan de Lopensestraat, dient gemonitord te worden doormiddel van een stempelkussen. In de Gemeente Oirschot is één doorlopende oever te vinden, gelegen in een bos- en weilandgebied aan de Oude Grintweg, onder de brug van de Heerebeekloop. Deze passage dient gemonitord te worden doormiddel van een cameraval. Verder is ook één loopplank aanwezig in de Gemeente Oirschot, gelegen in een bos- en weilandgebied aan de Schepersweg. De loopplank dient gemonitord te worden doormiddel van een stempelkussen. Tot slot zijn in de Gemeente Oirschot twee wildtunnels te vinden, beide gelegen in een bos- en weilandgebied. Beide wildtunnels dienen doormiddel van cameravallen gemonitord te worden (tabel 2.4). Tabel 2.4 In groep I te monitoren faunapassages in de Gemeente Oirschot. Gemeente Weg Xcor Ycor Type passage Omgeving Aan Bereikbaarheid Camera Stempelkussen locatie water Gem.Oirschot Van Amfibieëntunnel Bos Ja Ja Ja Ja Coehoornweg Gem.Oirschot Lopensestraat Amfibieëntunnel Weiland Ja Ja Nee Ja Gem.Oirschot Oude Grintweg, brug Heerebeekloop Doorlopende oever Bos/weiland Ja Ja Ja Nee Gem.Oirschot Schepersweg Loopplank Bos/weiland Ja Ja Nee Ja Gem.Oirschot Broekeindsedijk Wildtunnel Bos/weiland Nee Ja Ja Nee Gem.Oirschot Oude Grintweg Wildtunnel Bos/weiland Nee Ja Ja Nee In Gemeente Reusel-De Mierden is één faunapassage behorende tot de eerste groep te monitoren faunapassages, het betreft een amfibieёntunnel in een bosrijke omgeving. Voor de monitoring kan zowel een camera als een stempelkussen gebruikt worden (tabel 2.5). Tabel 2.5 In groep I te monitoren faunapassage in de Gemeente Reusel-de-Mierden. Gemeente Weg Xcor Ycor Type passage Omgeving Aan Bereikbaarheid Camera Stempelkussen locatie water Gem. N Amfibieëntunnel Bos Nee Ja Ja Ja Reusel-De Mierden In de Gemeente Hilvarenbeek liggen twee faunapassages welke gemonitord gaan worden in groep I. Beide faunapassages zijn amfibietunnels, waarvan één gelegen in een bosrijke omgeving, de ander ligt is een bos- en weilandgebied. Beide faunapassages kunnen zowel met cameravallen als met stempelkussens gemonitord worden (tabel 2.6). Tabel 2.6 In groep I te monitoren faunapassages in de Gemeente Hilvarenbeek. Gemeente Weg Xcor Ycor Type passage Omgeving Aan Bereikbaarheid Camera Stempelkussen locatie water Gem. N Amfibieëntunnel Bos Nee Ja Ja Ja Hilvarenbeek Gem. Hilvarenbeek N Amfibieëntunnel Bos/weiland Nee Ja Ja Ja 17

18 In de Gemeente Bergeijk liggen vijf faunapassages welke gemonitord gaan worden in groep I. Eén van deze passages is een amfibieëntunnel, gelegen in een bos- en weilandgebied in de buurt van water. Deze faunapassage dient gemonitord te worden doormiddel van een stempelkussen. Verder zijn in de Gemeente Bergeijk twee dassentunnels aanwezig, beide gelegen aan de N397. Beide dassentunnels dienen met een stempelkussen gemonitord te worden. Verder zijn in de Gemeente Bergeijk twee faunatunnels aanwezig. Eén van deze tunnels ligt in een bosrijk gebied en dient met zowel een cameraval als een stempelkussen gemonitord te worden. De andere faunatunnel ligt bij een weiland aan de Loverensedijk, in de buurt van water, en dient doormiddel van een stempelkussen gemonitord te worden (tabel 2.7). Tabel 2.7 In groep I te monitoren faunapassages in de Gemeente Bergeijk. Gemeente Weg Xcor Ycor Type passage Omgeving Aan Bereikbaarheid Camera Stempelkussen locatie water Gem. Bergeijk Burgemeester Amfibieëntunnel Bos/weiland Ja Ja Nee Ja Aartslaan Gem. Bergeijk N Dassentunnel Bos Nee Ja Nee Ja Gem. Bergeijk N Dassentunnel Bos/weiland Nee Ja Nee Ja Gem. Bergeijk N Faunatunnel Bos Nee Ja Ja Ja Gem.Bergeijk Loverensedijk Faunatunnel Weiland Ja Ja Nee Ja In de Gemeente Eersel liggen twee faunapassages aan de N397 welke gemonitord gaan worden in groep I. Beide passages zijn amfibietunnels, gelegen in een bos- en weilandgebied en dienen beide doormiddel van cameravallen en stempelkussens gemonitord te worden (tabel 2.8). Tabel 2.8 In groep I te monitoren faunapassages in de Gemeente Eersel. Gemeente Weg Xcor Ycor Type passage Omgeving Aan Bereikbaarheid Camera Stempelkussen locatie water Gem. Eersel N Amfibieëntunnel Bos/weiland Ja Ja Ja Ja Gem. Eersel N Amfibieëntunnel Bos/weiland Ja Ja Ja Ja In de Gemeente Bladel liggen twee faunapassages welke gemonitord gaan worden in groep I. Eén van de passages is een amfibieëntunnel, gelegen bij een weiland aan de N284 en dient doormiddel van een cameraval en stempelkussen gemonitord te worden. De andere passage is een loopplank bij de Castersedijk, gelegen aan water en dient doormiddel van een cameraval en stempelkussen gemonitord te worden (tabel 2.9). Tabel 2.9 In groep I te monitoren faunapassages in de Gemeente Bladel. Gemeente Weg Xcor Ycor Type passage Omgeving Aan Bereikbaarheid Camera Stempelkussen locatie water Gem. N Amfibieëntunnel Weiland Nee Ja Ja Ja Bladel Gem. Bladel Castersedijk Loopplank Weiland Ja Ja Ja Ja In de Gemeente Oisterwijk liggen twee faunapassages welke gemonitord gaan worden in groep I. Eén van de passages is een doorlopende oever, gelegen in een woonwijk aan de Gemullehoekenweg en dient doormiddel van een cameraval gemonitord te worden. De andere passage is een looprichel bij de Jan Peynenborchstraat, gelegen aan water in een woonwijk en dient doormiddel van een stempelkussen gemonitord te worden (tabel 2.10). Tabel 2.10 In groep I te monitoren faunapassages in de Gemeente Oisterwijk. Gemeente Weg Xcor Ycor Type passage Omgeving Aan Bereikbaarheid Camera Stempelkussen locatie water Gem. Gemullehoekenweg Doorlopende Woonwijk Ja Ja Ja Nee Oisterwijk oever Gem. Oisterwijk Jan Peynenborchstraat Looprichel Woonwijk Ja Ja Nee Ja 18

19 2.4.3 MONITORINGSMETHODES GROEP II In de Gemeente Bladel is één faunapassage behorende tot de tweede groep te monitoren faunapassages, het betreft een amfibieёntunnel in een bosrijke omgeving. Voor de monitoring kan alleen een stempelkussen gebruikt worden (tabel 2.11). Tabel 2.11 In groep II te monitoren faunapassage in de Gemeente Bladel. Gemeente Weg Xcor Ycor Type passage Omgeving Aan Bereikbaarheid Camera Stempelkussen locatie water Gem. Bladel N Amfibieëntunnel Bos Ja Ja Nee Ja In de Gemeente Hilvarenbeek zijn drie faunapassage behorende tot de tweede groep te monitoren faunapassages, het betreft allen amfibieёntunnels. Twee van deze faunapassages liggen in een bosrijke omgeving en kunnen met zowel een stempelkussen als een camera gemonitord worden. De derde faunapassage is omringd door weilanden en kan alleen via een stempelkussen gemonitord worden (tabel 2.12). Gemeente locatie Gem. Hilvarenbeek Gem. Hilvarenbeek Gem. Hilvarenbeek Tabel 2.12 In groep II te monitoren faunapassages in de Gemeente Hilvarenbeek. Weg Xcor Ycor Type passage Omgeving Aan Bereikbaarheid Camera Stempelkussen water N Amfibieëntunnel Bos Nee Ja Ja Ja N Amfibieëntunnel Bos Nee Ja Ja Ja N Amfibieëntunnel Weiland Ja Ja Nee Ja 19

20 In de Gemeente Oirschot liggen vier faunapassages welke gemonitord gaan worden in groep II. Drie van deze faunapassages zijn amfibieëntunnels, gelegen in bos- en weilandgebieden. Alle drie deze amfibieëntunnels dienen doormiddel van stempelkussens gemonitord te worden. De andere faunapassage in de Gemeente Oirschot is een faunatunnel aan de Broekeindsedijk, gelegen in een weilandrijke omgeving en dient gemonitord te worden met een stempelkussen (tabel 2.13). Tabel 2.13 In groep II te monitoren faunapassages in de Gemeente Oirschot. Gemeente Weg Xcor Ycor Type passage Omgeving Aan Bereikbaarheid Camera Stempelkussen locatie water Gem.Oirschot Oude Grintweg Amfibieëntunnel Bos/weiland Ja Ja Nee Ja Gem.Oirschot Lopensestraat Amfibieëntunnel Bos/weiland Ja Ja Nee Ja Gem.Oirschot Van Amfibieëntunnel Bos/weiland Ja Ja Nee Ja Coehoornweg Gem.Oirschot Broekeindsedijk Faunatunnel Weiland Ja Ja Nee Ja In de Gemeente Oisterwijk ligt één faunapassage aan de Gemullehoekenweg welke in groep II gemonitord dient te worden. Deze faunapassage, een doorlopende oever, ligt in een woonwijk en dient doormiddel van een cameraval gemonitord te worden (tabel 2.14). Tabel 2.14 In groep II te monitoren faunapassage in de Gemeente Oisterwijk. Gemeente Weg Xcor Ycor Type passage Omgeving Aan Bereikbaarheid Camera Stempelkussen locatie water Gem. Oisterwijk Gemullehoekenweg Doorlopende oever Woonwijk Ja Ja Ja Nee In de Gemeente Reusel-de-Mierden ligt één faunapassage aan de N269 welke in groep II gemonitord dient te worden. Deze faunapassage, een loopplank, ligt in een bos- en weilandrijke omgeving en dient doormiddel van een stempelkussen gemonitord te worden (tabel 2.15). Tabel 2.15 In groep II te monitoren faunapassage in de Gemeente Reusel-de-Mierden. Gemeente Weg Xcor Ycor Type Omgeving Aan Bereikbaarheid Camera Stempelkussen locatie passage water Gem. Reusel-De Mierden N Loopplank Bos/weiland Ja Ja Nee Ja In de Gemeente Bergeijk ligt één faunapassage aan de N397 welke in groep II gemonitord dient te worden. Deze faunapassage, een loopplank, ligt in een weilandrijke omgeving en dient doormiddel van een stempelkussen gemonitord te worden (tabel 2.16). Tabel 2.16 In groep II te monitoren faunapassage in de Gemeente Bergeijk. Gemeente Weg Xcor Ycor Type Omgeving Aan Bereikbaarheid Camera Stempelkussen locatie passage water Gem. Bergeijk N Loopplank Weiland Ja Ja Nee Ja 20

21 2.4.4 BEGROTING Om succesvol te monitoren is goed materiaal essentieel. Een groot deel van de kosten zijn eenmalige aanschafkosten van bijvoorbeeld cameravallen en stempelkussens welke ieder jaar opnieuw gebruikt kunnen worden (tabel 2.17). Vier van de faunapassages in groep I kunnen alleen met cameravallen gemonitord worden. Dit vereist de aanschaf van vier camera s indien men het gebruik van de passage goed in kaart wil brengen. Indien de aanschaf van vier camera s niet mogelijk is kan gekozen worden om met een kleiner aantal camera s te rouleren, echter zullen dan aanzienlijk minder resultaten verzameld worden en dient hier de planning op aangepast te worden. Iedere faunapassage welke met behulp van een stempelkussen gemonitord wordt, vereist een op maat gemaakt stempelkussen, 26 stuks in totaal. Deze stempelkussens dienen eenmalig aangeschaft/gefabriceerd te worden en kunnen in de meeste gevallen door de afmetingen niet gerouleerd worden. Het fabriceren hiervan duurt ongeveer 2 dagen. Er zijn echter ook jaarlijks terugkerende kosten (tabel 2.18). Hieronder valt het aantal te rijden kilometers, wat vanuit s-hertogenbosch (waar de studenten van de HAS en het Helicon die kunnen monitoren vandaan komen) ongeveer 200 kilometer per monitoringsdag zal zijn. Omdat er gedurende zowel het voorjaar als het najaar acht weken gemonitord zal worden, heeft men zestien monitoringsweken. Per week is één dag nodig voor monitoring, wat neerkomt op een totaal van zestien dagen en dus 3200 kilometer. Hier komen nog twee extra te rijden dagen bij voor het neerzetten van de opstellingen (stempelkussens en camera s). Per vijf faunapassages heeft men één fles paraffine olie (lampenolie) per week nodig om te mengen met koolstofpoeder om de pootafdrukken vast te leggen. Tabel Eenmalige kosten voor het eerste jaar van de monitoring van de faunapassages in de Brabantse Kempen. Aantal Stuksprijs Kosten Camera s (éénmalig) 4 275, ,00 Stempelkussens (éénmalig) 26 10,00 260,00 Totaal 1.360,00 Tabel 2.18 Jaarlijkse terugkerende kosten voor de monitoring van de faunapassages in de Brabantse Kempen. Aantal Stuksprijs Kosten Kilometers (per jaar) ,19 684,00 Paraffine olie (per jaar) 32 3,00 96,00 Koolstofpoeder (500g/per 1 25,00 25,00 jaar) Totaal 805,00 21

22 2.4.5 ROLVERDELING MONITORING Monitoring van de faunapassages in de Brabantse Kempen kan per gemeente gecoördineerd worden. Het centrale punt hierin kan het Terrein Beheerders Overleg van Het Huis van de Brabantse Kempen zijn. Op deze manier kunnen alle deelnemers geïnformeerd worden over waar de monitoring plaatsvindt en welke resultaten dit oplevert. De gemeenten zijn verantwoordelijk voor de monitoring en communicatie. Het Huis van de Brabantse Kempen kan een centrale rol vervullen in de communicatie tussen de gemeenten en studenten/vrijwilligers. Een goede communicatie onderling samen met een vaste werkwijze kan ervoor zorgen dat het monitoringstraject tot een pareltje kan uitgroeien en als voorbeeld voor andere regio s in Nederland kan dienen. De monitoring zal vooral worden uitgevoerd door studenten van onderwijsinstellingen zoals het Helicon en de HAS Hogeschool. Er is eveneens ruimte om vrijwilligers, van onder andere het IVN, de monitoring te laten uitvoeren. De monitoring zal bestaan uit twee groepen, waarbij geadviseerd wordt om deze om het jaar te monitoren. Het ene jaar zal dus monitoringsgroep I gemonitord worden, het jaar er op monitoringsgroep II. 22

23 2.5 MONITORINGSRESULTATEN VERWERKING RESULTATEN Tijdens de monitoring zullen naar verwachting veel resultaten verzameld worden, zelfs wanneer geen soorten aangetroffen worden spreekt men van een resultaat. Het is van groot belang om de resultaten goed vast te leggen, weer te geven, te interpreteren, te evalueren en aanbevelingen te doen welke daaruit voortkomen om het functioneren van de faunapassages te optimaliseren. Een format om de monitoringsresultaten in te voeren is te vinden in bijlage II. De eerste resultaten bij monitoring zullen waarschijnlijk bestaan uit diersporen en beelden van de camera s. Bij het tot soort determineren van de sporen en beelden is een veldgids diersporen een handig hulpmiddel. De eerste beelden en sporen geven een eerste inzicht in hoe de faunapassages gebruikt worden, aan de hand hiervan kan ervoor gekozen worden om nog kleine aanpassingen te doen aan bijvoorbeeld het stempelkussen of de positionering van de cameraval. Aan het eind van de monitoringsperiode is er een scala aan data beschikbaar. Het aantal gevonden sporen en soorten kan men af zetten tegen elkaar per type faunapassage, per omgevingstype en per tijdsvak. Zo is inzicht te verkrijgen in welke mate en door welke soorten de faunapassages gebruikt worden en wanneer een piek in het gebruik is. Een aantal criteria bepalen het succes van een faunapassage. Men spreekt van succes als de doelsoorten worden aangetroffen die bij het betreffende type faunapassage hoort, bijvoorbeeld een das bij een dassentunnel of amfibieën in een amfibieëntunnel. Men kan eveneens van succes spreken als er Rode Lijst soorten aangetroffen worden (Bijlage III), dit zijn bedreigde diersoorten in Nederland. Bij soorten die onder de Flora- en Faunawet (Bijlage IV) vallen is eveneens van succes te spreken, men is wettelijk verplicht deze te beschermen. Als soorten van de Rode Lijst of Flora- en Faunawet aangetroffen worden dan benadrukt dit het belang van faunapassages voor de instandhouding van deze bedreigde en/of beschermde soorten. Bij de verwerking van de aangetroffen soorten is het een optie om een score systeem aan te houden om zo het belang van sommige faunapassages extra te kunnen belichten (Bijlage V) TERUGKOPPELING VAN DE RESULTATEN Na de verwerking van de resultaten, waarbij deze op een eenduidige en duidelijke manier worden weergegeven kan men deze data gaan interpreteren en evalueren. Uit deze evaluatie dienen aanbevelingen opgemaakt te worden. Hierbij dient gekeken te worden naar de werking van de faunapassage, worden er weinig of veel soorten waargenomen en naar de tekortkomingen van de faunapassages. Dit laatste punt is van belang voor de verbetering van faunapassages in de toekomst. Verwacht wordt dat de onderzoekers een monitoringsrapport per jaar opstellen waarin de ruwe data weergegeven wordt en waarin hier een evaluatie over uitgevoerd wordt. Belangrijk is om de totstandkoming van deze evaluatie duidelijk vast te leggen via het protocol (bijlage II) zodat dit in de jaren daarop op dezelfde manier gebeurt. Bij de interpretatie en de evaluatie van de resultaten is het van belang dat de redenering duidelijk en concreet onderbouwd worden. De monitoringsrapporten over het gebruik en de tekortkomingen van de faunapassages zullen naar de gemeenten en Het Huis van de Brabantse Kempen gestuurd worden. De gemeenten zijn daarna verantwoordelijk om dit rapport door te zetten naar de desbetreffende beheerders zodat zij aanpassingen aan de faunapassages kunnen uitvoeren of hier in de toekomst rekening mee kunnen houden. Tevens is Het Huis van de Brabantse Kempen verantwoordelijk voor het uitbrengen van de data welke verkregen wordt tijdens de monitoringen. De betrokken partijen bij de monitoring zullen ten nimmer zonder overleg data openbaar maken zonder strikte toestemming van Het Huis van de Brabantse Kempen. Bij positieve 23

24 resultaten kan Het Huis van de Brabantse Kempen besluiten om dit middels een nieuwsbericht naar buiten te brengen. Indien blijkt dat na een monitoringsjaar de methodes niet efficiënt genoeg werken moet er ruimte zijn voor verbetering. Wanneer monitoringsmethodes of de faunapassages zelf niet toereikend zijn dienen aanbevelingen in een rapport uitgewerkt te worden waarna ze aan Het Huis van de Brabantse Kempen voorgelegd zullen worden. Indien goedgekeurd zal het monitoringsplan opnieuw worden vormgegeven waarbij de aanbevelingen geïntegreerd zullen worden. Het Huis van de Brabantse Kempen is daarna als centraal punt verantwoordelijk voor het verspreiden van het verbeterde monitoringsplan naar de betrokken monitoringspartijen. Zoals bovenstaand besproken is, is Het Huis van de Brabantse Kempen het centrale aanspreekpunt voor de uitvoering van de monitoring. Rapportages zullen allen naar Het Huis van de Brabantse Kempen gestuurd worden voor feedback en verwerking. Ook zullen aanbevelingen omtrent methodes en aanpassingen aan faunapassages via Het Huis van de Brabantse Kempen verwerkt worden. Bij het versturen van bovenstaande rapportages en aanbevelingen zullen deze naar Willeke van de Pol en Elly Trommelen verstuurd worden voor feedback en verwerking. Tevens zal Harrie Brouwers, medewerker bij de Gemeente Bergeijk, de verslagen toegestuurd krijgen, hij zal hier inhoudelijk feedback op geven. 24

25 3. CONTACTPERSONEN Tabel 3.1 Contactpersonen project Contactpersonen Organisatie Onderwerpen/taak Willeke van de Pol Elly Trommelen Harrie Brouwers Tobias van Krieken Huis van de Brabantse Kempen Provincie/Huis van de Brabantse Kempen Gemeente Bergeijk HAS Hogeschool Joeri Mannee HAS Hogeschool Rik Sanders HAS Hogeschool Brengt bedrijven, organisaties en gemeentes met elkaar in contact, tevens contactpersoon Huis van de Brabantse Kempen Contactpersoon terreinbeheerders Inhoudelijke kennis, beoordeling verslagen Lid van projectgroep HAS, uitvoeren inventarisatie en opstellen monitoringsplan Lid van projectgroep HAS, uitvoeren inventarisatie en opstellen monitoringsplan Lid van projectgroep HAS, uitvoeren inventarisatie en opstellen monitoringsplan Margje Voeten HAS Hogeschool Contactpersoon HAS Hogeschool (voorheen begeleidend docent Tobias van Krieken, Joeri Mannee & Rik Sanders) Bovenstaande tabel geeft de belangrijkste contactpersonen bij de totstandkoming van dit monitoringsplan weer. Willeke van de Pol, Elly Trommelen en Harrie Brouwers zullen bij de monitoring van de faunapassages actief betrokken blijven. Tobias van Krieken, Joeri Mannee en Rik Sanders zullen in de toekomst open blijven staan voor vragen omtrent de monitoring, echter zullen vragen eerst aan Het Huis van de Brabantse Kempen voorgelegd worden. 25

Inventarisatierapport faunapassages Brabantse Kempen

Inventarisatierapport faunapassages Brabantse Kempen 2015 Inventarisatierapport faunapassages Brabantse Kempen Krieken, Tobias van Mannee, Joeri Sanders, Rik HAS Hogeschool, s-hertogenbosch 5-2-2015 INHOUD 1. Inleiding... 3 2. Materiaal & Methode - Inventarisatie

Nadere informatie

Monitoring van faunapassages in de Brabantse Kempen Onderzoeksverslag

Monitoring van faunapassages in de Brabantse Kempen Onderzoeksverslag Monitoring van faunapassages in de Brabantse Kempen Onderzoeksverslag Merijn van den Hout Anne Steeghs Marvin Verkuijlen Annika Vermaat 26 juni 2015 Monitoring van faunapassages in de Brabantse Kempen

Nadere informatie

Samenwerking voor de gladde slang in Noord-Brabant, Jeroen van Delft & Arnold van Rijsewijk Vught, 1 december 2017

Samenwerking voor de gladde slang in Noord-Brabant, Jeroen van Delft & Arnold van Rijsewijk Vught, 1 december 2017 Samenwerking voor de gladde slang in Noord-Brabant, 1997-2017 Jeroen van Delft & Arnold van Rijsewijk Vught, 1 december 2017 2/35 Gladde slang Habitats Droge, reliëf- en structuurrijke heiden Drogere delen

Nadere informatie

Ecologische monitoring

Ecologische monitoring Ecologische monitoring Op dit deel van de website staan de monitoringsgegevens die Eco-Niche heeft verzameld voor de jaarlijkse ecologische monitoring van de Meeslouwerplas. Gegevens over vissen, vogels,

Nadere informatie

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons)

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons) Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk 14-16 (KuiperCompagnons) NATUUR Kader De Flora- en faunawet (hierna: Ffw) beschermt alle in het wild levende zoogdieren, vogels, reptielen en amfibieën. Van deze soortgroepen

Nadere informatie

Monitoring Ecocorridor Zwaluwenberg

Monitoring Ecocorridor Zwaluwenberg Monitoring Ecocorridor Zwaluwenberg Nieuwsbrief Versie: oktober 2014 Inhoud 1. Inleiding 2. Zoogdieren 3. Herpetofauna 4. Vlinders 5. Overig 6. Colofon Wat dragen de ecoducten bij de Zwaluwenberg bij aan

Nadere informatie

Monitoring Faunapassages Noord-Brabant pilot 2006

Monitoring Faunapassages Noord-Brabant pilot 2006 Monitoring Faunapassages Noord-Brabant pilot 2006 Monitoring van het gebruik van 47 faunapassages onder provinciale wegen G.F.J. Smit Monitoring Faunapassages Noord-Brabant pilot 2006 Monitoring van het

Nadere informatie

Indeling lezing. Herstel van leefgebieden voor de gladde slang. Ringslang. Gladde slang. Adder

Indeling lezing. Herstel van leefgebieden voor de gladde slang. Ringslang. Gladde slang. Adder Indeling lezing Herstel van leefgebieden voor de gladde slang De gladde slang; uiterlijk, verspreiding en habitat Beheer Monitoring Jeroen van Delft Bladel, 13 september 2013 2/31 Ringslang Slanke bruine

Nadere informatie

AMFIBIEËN EN REPTIELEN IN HET PLANGEBIED EN OMGEVING VAN DE UITBREIDINGSLOCATIE RENDAC TE SON

AMFIBIEËN EN REPTIELEN IN HET PLANGEBIED EN OMGEVING VAN DE UITBREIDINGSLOCATIE RENDAC TE SON AMFIBIEËN EN REPTIELEN IN HET PLANGEBIED EN OMGEVING VAN DE UITBREIDINGSLOCATIE RENDAC TE SON AMFIBIEËN EN REPTIELEN IN HET PLANGEBIED EN OMGEVING VAN DE UITBREIDINGSLOCATIE RENDAC TE SON juni 2007 In

Nadere informatie

Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins. Quickscan. Spankerenseweg 20 Dieren

Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins. Quickscan. Spankerenseweg 20 Dieren Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins Quickscan Spankerenseweg 20 Dieren februari 2011 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 2 2 Gegevens plangebied... 2 3 Methode... 3 4 Resultaten... 3 4.1 Bureaustudie...

Nadere informatie

Bijlage 2 Uitvoeringsprojecten biodiversiteit en leefgebieden. Voorbeeld 1 Leefgebieden gladde slang in De Kempen (binnen EHS)

Bijlage 2 Uitvoeringsprojecten biodiversiteit en leefgebieden. Voorbeeld 1 Leefgebieden gladde slang in De Kempen (binnen EHS) Bijlage 2 Uitvoeringsprojecten biodiversiteit en leefgebieden Voorbeeld 1 Leefgebieden gladde slang in De Kempen (binnen EHS) Inleiding In 2006 heeft RAVON in opdracht van de Provincie Noord-Brabant het

Nadere informatie

Monitoring wildwaarschuwingssysteem. 2012 in Overijssel

Monitoring wildwaarschuwingssysteem. 2012 in Overijssel Monitoring wildwaarschuwingssysteem 2012 in Overijssel Opdrachtgever: Projectleiding: Onderzoeksperiode: Onderzoekslocaties: Veldwerk: Auteurs: Datum: Provincie Overijssel, Bert Dijkstra en Marc Wilborts

Nadere informatie

Aanleiding van het onderzoek Wat is een quickscan

Aanleiding van het onderzoek Wat is een quickscan Correspondentie gegevens Projectgegevens Datum : 26 oktober 2015 Projectlocatie : Lindelaan 2b, Dordrecht Opgesteld door : Ing. P. Otte Betreft : FF- wet Quickscan Projectnummer : 1554 Contactpersonen

Nadere informatie

Faunapassages. met gegolfd staal

Faunapassages. met gegolfd staal Faunapassages met gegolfd staal Gegolfd Staal,de verbindende factor! In de loop van de twintigste eeuw is onze natuur sterk versnipperd door o.a. de aanleg en een steeds intensiever gebruik van de auto-,

Nadere informatie

Een vegetatieopname maken 6 Een flora-inventarisatie uitvoeren 9 Een natuurtoets uitvoeren 11

Een vegetatieopname maken 6 Een flora-inventarisatie uitvoeren 9 Een natuurtoets uitvoeren 11 Inhoudsopgave 2inhoudsopgave A B C G Oriëntatie s Oriënteren op het onderzoeken van flora en fauna 4 Werkwijzer Een vegetatieopname maken 6 Een flora-inventarisatie uitvoeren 9 Een natuurtoets uitvoeren

Nadere informatie

Invoerportaal Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer

Invoerportaal Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer Invoerportaal Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer Handleiding Thijs Schippers Versie 1.0 (juni 2016) Colofon Datum: Juni 2016 Titel: Handleiding invoermodule Subtitel: Meetnet Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer

Nadere informatie

Monitoring Ecocorridor Zwaluwenberg

Monitoring Ecocorridor Zwaluwenberg Monitoring Ecocorridor Zwaluwenberg Nieuwsbrief Versie: januari 2015 Ringslang bij het Wasmeer Inhoud 1. Inleiding 2. Zoogdieren 3. Herpetofauna 4. Erosie 5. Internationaal 6. Colofon Wat dragen de ecoducten

Nadere informatie

Quickscan natuur terrein aan de Bosruiter in Zeewolde

Quickscan natuur terrein aan de Bosruiter in Zeewolde Quickscan natuur terrein aan de Bosruiter in Zeewolde 22 december 2011 Zoon buro voor ecologie Colofon Project: Quickscan natuur terrein aan de Bosruiter in Zeewolde Opdrachtgever: mro Uitvoerder Zoon

Nadere informatie

Ruimtelijke ontwikkelingen en de Flora- en faunawet

Ruimtelijke ontwikkelingen en de Flora- en faunawet Ruimtelijke ontwikkelingen en de Flora- en faunawet Inleiding Praktisch overal in Nederland komen beschermde soorten flora en fauna voor. Bekende voorbeelden zijn de aanwezigheid van rugstreeppadden op

Nadere informatie

05-09-2006 Beknopte notitie over varianten Ecologische verbinding over de Utrechtse weg (N417).

05-09-2006 Beknopte notitie over varianten Ecologische verbinding over de Utrechtse weg (N417). 05-09-2006 Beknopte notitie over varianten Ecologische verbinding over de Utrechtse weg (N417). Aanleiding Stichting Goois Natuurreservaat, Rijkswaterstaat en de gemeente Hilversum zijn voornemens de Utrechtse

Nadere informatie

Nieuwe bedrijfslocaties

Nieuwe bedrijfslocaties E c o l o g i s c h e i n v e n t a r i s a t i e Om de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan Midwolda-Nieuwlandseweg Arts/Rulo te toetsen, is een ecologische inventarisatie uitgevoerd. Tevens is gekeken

Nadere informatie

Ecologisch werkprotocol Corio Glana Highlight 9

Ecologisch werkprotocol Corio Glana Highlight 9 Ecologisch werkprotocol Corio Glana Highlight 9 Bijlagen: Quicscan flora en fauna Highlights Corio Glana Notitie inspectie Corio Glana Highlight 9-23 oktober 2013 Bureau Meervelt, Ecologisch onderzoek

Nadere informatie

Quickscan FF-wet voor ontwikkelingen aan Wedderstraat 18 te Vlagtwedde.

Quickscan FF-wet voor ontwikkelingen aan Wedderstraat 18 te Vlagtwedde. Quickscan FF-wet voor ontwikkelingen aan Wedderstraat 18 te Vlagtwedde. Quickscan FF-wet voor ontwikkelingen aan Wedderstraat 18 te Vlagtwedde. Status Definitief Datum 7 april 2015 Handtekening Matthijs

Nadere informatie

Het Brabantse natuurbeleid onder de loep Bijstelling noodzakelijk?

Het Brabantse natuurbeleid onder de loep Bijstelling noodzakelijk? Het Brabantse natuurbeleid onder de loep Bijstelling noodzakelijk? Conclusie Er zijn veel ontwikkelingen in het natuurbeleid sinds 2010 Er zijn aanpassingen doorgevoerd of noodzakelijk Natuurbeleid in

Nadere informatie

Rapport monitoring gebruik faunapassages

Rapport monitoring gebruik faunapassages www.rijkswaterstaat.nl Bijlage(n) Rapport monitoring gebruik faunapassages De Wiericke, Karitaatmolensloot, Rietveldsche wetering en Hoogeveensche vaart Pagina 1 van 48 Pagina 2 van 48 Rapport monitoring

Nadere informatie

ACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST

ACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST ACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST ACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST november 2009 In opdracht van: GEM Westeraam Elst CV Postbus 83 6660 AB ELST

Nadere informatie

HET VOORKOMEN VAN DE RUGSTREEPPAD IN HET PLANGEBIED EN DIRECTE OMGEVING WATERHOVEN OOST TE ALBLASSERDAM

HET VOORKOMEN VAN DE RUGSTREEPPAD IN HET PLANGEBIED EN DIRECTE OMGEVING WATERHOVEN OOST TE ALBLASSERDAM HET VOORKOMEN VAN DE RUGSTREEPPAD IN HET PLANGEBIED EN DIRECTE OMGEVING WATERHOVEN OOST TE ALBLASSERDAM HET VOORKOMEN VAN DE RUGSTREEPPAD IN HET PLANGEBIED EN DIRECTE OMGEVING WATERHOVEN OOST TE ALBLASSERDAM

Nadere informatie

Groengebied Amstelland AB 16-04-2009 Agendapunt 8 Ecologische verbinding Holendrechter- en Bullewijkerpolder BIJLAGE 2: NOTA VAN UITGANGSPUNTEN

Groengebied Amstelland AB 16-04-2009 Agendapunt 8 Ecologische verbinding Holendrechter- en Bullewijkerpolder BIJLAGE 2: NOTA VAN UITGANGSPUNTEN Groengebied Amstelland AB 16-04-2009 Agendapunt 8 Ecologische verbinding Holendrechter- en Bullewijkerpolder BIJLAGE 2: NOTA VAN UITGANGSPUNTEN De Holendrechter- en Bullewijkerpolder als ontbrekende schakel

Nadere informatie

Hoe doen we het nu? Een inventarisatie van het erfgoedbeleid in de regiogemeenten. Ria Berkvens

Hoe doen we het nu? Een inventarisatie van het erfgoedbeleid in de regiogemeenten. Ria Berkvens Hoe doen we het nu? Een inventarisatie van het erfgoedbeleid in de regiogemeenten Ria Berkvens Wat gaat er veranderen door nieuwe wetgeving? Erfgoedwet: Onderhoudsplicht voor beschermde monumenten; Opgravingsvergunning

Nadere informatie

Monitoring Ecocorridor Zwaluwenberg

Monitoring Ecocorridor Zwaluwenberg Monitoring Ecocorridor Zwaluwenberg Versie: juni 2018 Een levendbarende hagedis die een onderkomen heeft gevonden in een van de camerakasten van het onderzoek Inhoud 1. Inleiding 2. PIT-tag 3. genetisch

Nadere informatie

Informatiebrief juni 2015

Informatiebrief juni 2015 In de laatste informatiebrief kreeg u informatie over de inrichting van de bosranden langs het nieuwe fietspad over het Oude Spoorbaantracé. In deze informatiebrief vindt u de huidige stand van zaken m.b.t.

Nadere informatie

Agenda van de Kempen in vogelvlucht

Agenda van de Kempen in vogelvlucht Agenda van de Kempen in vogelvlucht Nancy Hendricks Coördinatieteam Agenda van de Kempen Samen bewust ondernemend in de Kempen Agenda van de Kempen 2012-2015 De opzet van de Agenda Aandacht voor de achtergrond

Nadere informatie

Betreft: Effectbeoordeling vogels, herbestemming Groen Ruige Ruimte te Dussen (P10-0181)

Betreft: Effectbeoordeling vogels, herbestemming Groen Ruige Ruimte te Dussen (P10-0181) Gemeente Werkendam t.a.v. C.A.A.M. de Jong Postbus 16 4250 DA Werkendam Betreft: Effectbeoordeling vogels, herbestemming Groen Ruige Ruimte te Dussen (P10-0181) Gemert, 5 augustus 2010 Geachte heer/mevrouw

Nadere informatie

ons kenmerk / /GerSm datum 12 januari 2018 onderwerp Advisering faunaverkeerslachtoffers fietspad uw kenmerk - aantal blz.

ons kenmerk / /GerSm datum 12 januari 2018 onderwerp Advisering faunaverkeerslachtoffers fietspad uw kenmerk - aantal blz. Gemeente Berg en Dal Afdeling Openbare Werken C. van der Ree Postbus 20 6560 AA Groesbeek ons kenmerk 15-091/17.06505/GerSm datum 12 januari 2018 onderwerp Advisering faunaverkeerslachtoffers fietspad

Nadere informatie

Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode

Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode Natuurwaardenkaart Voor het inventariseren van de natuurwaarden van Heemstede zijn in het rapport Natuurwaardenkaart van Heemstede Waardering van

Nadere informatie

Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182

Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182 Notitie Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182 Betreft Actualisatie locatieonderzoek natuurwaarden 1 Aanleiding In 2007 is door Grontmij het Locatieonderzoek natuurwaarden Projectlocatiegebied

Nadere informatie

Bron: Goois Natuurreservaat Natuurbrug Zanderij Crailoo: verbinding voor mens en dier

Bron: Goois Natuurreservaat Natuurbrug Zanderij Crailoo: verbinding voor mens en dier uit de wetenschap Bron: Goois Natuurreservaat Natuurbrug Zanderij Crailoo: verbinding voor mens en dier In 2006 is Natuurbrug Zanderij Crailoo feestelijk door de koningin geopend. Met een lengte van achthonderd

Nadere informatie

Knelpunten van de Natuurzoom.

Knelpunten van de Natuurzoom. Knelpunten van de Natuurzoom. Deze knelpunten komen voort uit het eindrapport van oktober 2014 Uitvoeringsplan Natuurboog Amsterdam ZuidOost van Dienstlandelijk Gebied Ministerie van Economische Zaken.

Nadere informatie

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 18 april 2017) Nummer 3288

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 18 april 2017) Nummer 3288 van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 18 april 2017) Nummer 3288 Onderwerp Provinciale vrijstellingen overige diersoorten Wet Natuurbescherming Aan de leden van Provinciale

Nadere informatie

Amfibieën op loopstroken onder rijkswegen

Amfibieën op loopstroken onder rijkswegen 1 Amfibieën op loopstroken onder rijkswegen Jeroen Brandjes, Geesje Veenbaas & Gerard Smit Een faunapassage is een bouwkundige constructie die is aangelegd om passage van dieren over of onder een (spoor)weg

Nadere informatie

Dassen onderweg. Jaap Mulder & Nico Jonker. Provincie Noord-Holland Rijkswaterstaat Prorail - Grontmij Bureau Mulder-natuurlijk

Dassen onderweg. Jaap Mulder & Nico Jonker. Provincie Noord-Holland Rijkswaterstaat Prorail - Grontmij Bureau Mulder-natuurlijk Dassen onderweg Jaap Mulder & Nico Jonker NRC: Dure dierenbruggen De wildviaducten verspreiden zich als een olievlek over Nederland. Maar of herten, vlinders en hagedissen er iets mee opschieten wordt

Nadere informatie

FAUNAMONITORING IN DE PROVINCIE ZEELAND Provincie Zeeland & Rijkswaterstaat Zee en Delta 1 FEBRUARI 2019

FAUNAMONITORING IN DE PROVINCIE ZEELAND Provincie Zeeland & Rijkswaterstaat Zee en Delta 1 FEBRUARI 2019 FAUNAMONITORING IN DE PROVINCIE ZEELAND Provincie Zeeland & Rijkswaterstaat Zee en Delta 1 FEBRUARI 2019 Contactpersoon BAS VAN DEN DRIES Arcadis Nederland B.V. Postbus 264 6800 AG Arnhem Nederland 2 van

Nadere informatie

Het gebruik door dieren van faunapassages bij de Elfenbaan.

Het gebruik door dieren van faunapassages bij de Elfenbaan. Het gebruik door dieren van faunapassages bij de Elfenbaan. N11, Traject Alphen a/d Rijn Zoeterwoude-Rijndijk R. van Eekelen Het gebruik door dieren van faunapassages bij De Elfenbaan. N11, Traject Alphen

Nadere informatie

Aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Valkenswaard Postbus GA VALKENSWAARD. Interbestuurlijk Toezicht 2017

Aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Valkenswaard Postbus GA VALKENSWAARD. Interbestuurlijk Toezicht 2017 Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Valkenswaard Postbus 10100 5550 GA VALKENSWAARD Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614

Nadere informatie

HET VOORKOMEN VAN DE RUGSTREEPPAD IN HET PLANGEBIED EN DIRECTE OMGEVING VAN DIJKZICHT-ZUID TE ZUILICHEM

HET VOORKOMEN VAN DE RUGSTREEPPAD IN HET PLANGEBIED EN DIRECTE OMGEVING VAN DIJKZICHT-ZUID TE ZUILICHEM HET VOORKOMEN VAN DE RUGSTREEPPAD IN HET PLANGEBIED EN DIRECTE OMGEVING VAN DIJKZICHT-ZUID TE ZUILICHEM HET VOORKOMEN VAN DE RUGSTREEPPAD IN HET PLANGEBIED EN DIRECTE OMGEVING VAN DIJKZICHT-ZUID TE ZUILICHEM

Nadere informatie

Deze wet beschermt van ongeveer 500 van de dier- en plantensoorten die in Nederland

Deze wet beschermt van ongeveer 500 van de dier- en plantensoorten die in Nederland Bijlage 3. Ecologie B3.1. Beleidskader Aanleiding en doel De beoogde ontwikkeling betreft de bouw van 31 woningen op een deels braakliggende kavel en delen van zeer diepe achtertuinen (zie ook paragraaf

Nadere informatie

Quickscan. Een. Projectnummer 018. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Scholtenhagenweg 10

Quickscan. Een. Projectnummer 018. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Scholtenhagenweg 10 Quickscan natuuronderzoek ivm bestemmingsplan en ontwikkelingen Bellersweg 13 Hengelo Een inventarisatie van beschermde flora en fauna Haaksbergen 9 juli 2013 Rapportnummer 0128 Projectnummer 018 Opdrachtgever

Nadere informatie

voorontwerpbestemmingsplan Landgoed Pijnenburg

voorontwerpbestemmingsplan Landgoed Pijnenburg voorontwerpbestemmingsplan Landgoed Pijnenburg Geacht college, Tijdens de raadsvergadering van december heeft de raad unaniem besloten de besluitvorming over het voorontwerpbestemmingsplan Landgoed Pijnenburg

Nadere informatie

Koninklijke Hoogheid, meneer Van Vollenhoven, dames en heren, We hebben vandaag samen iets te vieren. Goed dat u er allemaal bent.

Koninklijke Hoogheid, meneer Van Vollenhoven, dames en heren, We hebben vandaag samen iets te vieren. Goed dat u er allemaal bent. Speech van de minister van Infrastructuur en Milieu, Melanie Schultz van Haegen, opening ecoduct Hoog Buurlo over de A1, Kroondomein Het Loo, maandag 5 september 2011 Koninklijke Hoogheid, meneer Van Vollenhoven,

Nadere informatie

Raadsinformatiebrief *19.I000181* 19.I Onderwerp Evaluatie Kempenvisie VTE en Uitvoeringsprogramma. Geachte raadsleden,

Raadsinformatiebrief *19.I000181* 19.I Onderwerp Evaluatie Kempenvisie VTE en Uitvoeringsprogramma. Geachte raadsleden, Raadsinformatiebrief Onderwerp Evaluatie Kempenvisie VTE en Uitvoeringsprogramma Geachte raadsleden, Inleiding De Kempenvisie VTE en het Uitvoeringsprogramma zijn na advies van de Kempencommissie door

Nadere informatie

Memo. Stefan Buskermolen Liandon B.V. Sander van Rijn 2 e lezer Ellen Bults. 13 juli 2012 RLO 476-SOM

Memo. Stefan Buskermolen Liandon B.V. Sander van Rijn 2 e lezer Ellen Bults. 13 juli 2012 RLO 476-SOM Liandon B.V. Aan Stefan Buskermolen Liandon B.V. Van Sander van Rijn 2 e lezer Ellen Bults Memo Contactpersoon drs. Sander van Rijn Telefoon +31 6 21 47 95 82 sander.van.rijn@alliander.com Datum Betreft

Nadere informatie

Bijlage 1 Wettelijk kader

Bijlage 1 Wettelijk kader Bijlage 1 Wettelijk kader Inleiding In deze bijlage worden de wettelijke kaders voor ecologische beoordelingen van ruimtelijke ingrepen en andere handelingen beschreven. In de natuurbeschermingswetgeving

Nadere informatie

Notitie flora en fauna

Notitie flora en fauna Notitie flora en fauna Titel/locatie Projectnummer: 6306 Datum: 11-6-2013 Opgesteld: Rosalie Heins Gemeente Baarn is voornemens om op de locatie van de huidige gemeentewerf een nieuwe brede school ontwikkelen.

Nadere informatie

Ecologisch werkprotocol plangebied Insulindeblok, Amsterdam - concept -

Ecologisch werkprotocol plangebied Insulindeblok, Amsterdam - concept - Ecologisch werkprotocol plangebied Insulindeblok, Amsterdam - concept - Colofon Titel Ecologisch werkprotocol plangebied Insulindeblok, Amsterdam Projectnummer 12408 Opdrachtgever D. van Geemen & Zn BV

Nadere informatie

Monitoring Natuurverbinding Hoorneboeg & Zwaluwenberg

Monitoring Natuurverbinding Hoorneboeg & Zwaluwenberg Monitoring Natuurverbinding Hoorneboeg & Zwaluwenberg Versie: december 2016 Uitwerpsel van de boommarter die voornamelijk uit lijsterbessen bestaan Inhoud 1. Inleiding 2. BBC interview 3. Natuurbrug Hoorneboeg

Nadere informatie

Bouwaanvragen agrarische bedrijven t/m 20 september 2013 aanvragen per gemeente per week. week 13 (t/m 29-3) week 11 (t/m 15-3) week 12 (t/m 22-3)

Bouwaanvragen agrarische bedrijven t/m 20 september 2013 aanvragen per gemeente per week. week 13 (t/m 29-3) week 11 (t/m 15-3) week 12 (t/m 22-3) Bouwaanvragen agrarische bedrijven t/m 20 september 203 aanvragen per gemeente per 4- ) 2 -) 3 8-) 4 25-) 5 6-8- 2) 2) 7 5-2) 8 22-2) 9-0 8-5- 2 22-3 29-4 5-4 7-5 4-6 2-7 28-8 5-5) 9 2-5) 20 9-5) West

Nadere informatie

Beleidsnotitie bescherming en beheer ree Fryslân

Beleidsnotitie bescherming en beheer ree Fryslân Beleidsnotitie bescherming en beheer ree Fryslân Inhoud 1. Doel van de notitie 2. Vigerend beleid ree in Fryslân 3. Wettelijke status ree 4. Schade, overlast en risico s 5. Wettelijk kader bescherming

Nadere informatie

Presentatie Waterschap De Dommel bij: Volkstuindersvereniging Bladel c.a. Door: Toon Kemps

Presentatie Waterschap De Dommel bij: Volkstuindersvereniging Bladel c.a. Door: Toon Kemps Presentatie Waterschap De Dommel bij: Volkstuindersvereniging Bladel c.a. Door: Toon Kemps Inhoud presentatie Even voorstellen Waterschappen algemeen Video Vragen Project Beemdstraat Bladel Afsluiting

Nadere informatie

mmmm:?-:- B \ D O C (bibliotheek en documentatie) 89 2001 (2) Dienst Weg-en Waterbouwkunde Postbus 5044, 2600 GA DELFT Tol.

mmmm:?-:- B \ D O C (bibliotheek en documentatie) 89 2001 (2) Dienst Weg-en Waterbouwkunde Postbus 5044, 2600 GA DELFT Tol. mmmm:?-:- B \ D O C (bibliotheek en documentatie) Dienst Weg-en Waterbouwkunde Postbus 5044, 2600 GA DELFT Tol. 015-2518 363/364 89 2001 (2) loof Cx) 1. Rapportnummer DWW-2002-155 2. Serienummer 3. Ontvanger

Nadere informatie

Herstel biodiversiteit in Noord-Brabant,

Herstel biodiversiteit in Noord-Brabant, Herstel biodiversiteit in Noord-Brabant, hoe doen we dat en werkt het? Wiel Poelmans Programma Natuur Provincie Noord-Brabant Wat komt er aan de orde? Positie biodiversiteit in natuurbeleid Waarom, wat,

Nadere informatie

Monitoring en inventarisatie reptielen en amfibieën Loonse en Drunense Duinen / Huis ter Heide

Monitoring en inventarisatie reptielen en amfibieën Loonse en Drunense Duinen / Huis ter Heide Monitoring en inventarisatie reptielen en amfibieën Loonse en Drunense Duinen / Huis ter Heide 2010 Mark Klerks November 2010 Inleiding: Het jaar 2010 kwam maar langzaam op gang. Vooral het voorjaar was

Nadere informatie

Behoort bij beschikking van Burgemeester en Wethouders van Leiden BV

Behoort bij beschikking van Burgemeester en Wethouders van Leiden BV Behoort bij beschikking van Burgemeester en Wethouders van Leiden BV. 121653-558229 Colofon Titel: Ecologische quickscan Haarlemmerstraat, Leiden Projectnummer: 12009 Datum: 13-08-2012 Auteur(s): R.W.

Nadere informatie

Delfstofwinning langs rivieren goed voor natuur en veiligheid

Delfstofwinning langs rivieren goed voor natuur en veiligheid Nieuwsbrief Nature Today 15 juni 2018 Delfstofwinning langs rivieren goed voor natuur en veiligheid De Vlinderstichting, Wageningen Environmental Research 15-JUN-2018 - De delfstofwinnende industrie langs

Nadere informatie

Subsidie voor aanleg natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen

Subsidie voor aanleg natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen Subsidie voor aanleg natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen Heeft u een perceel of grenst uw woning of bedrijf aan een watergang en wilt u uw oever veranderen in een natuurvriendelijke oever? Dan

Nadere informatie

VLEERMUIZEN ONDERZOEK HELLEVOETSLUIS 2008

VLEERMUIZEN ONDERZOEK HELLEVOETSLUIS 2008 VLEERMUIZEN ONDERZOEK MOLSHOEK HELLEVOETSLUIS 2008 K. Mostert & E. Thomassen Stichting Zoogdierenwerkgroep Zuid-Holland In opdracht van gemeente Hellevoetsluis 1 INHOUD Inleiding... 3 Gebiedsbeschrijving...

Nadere informatie

Flora en fauna onderzoek Voor: Kernidee Egchel Kempstraat 36

Flora en fauna onderzoek Voor: Kernidee Egchel Kempstraat 36 Flora en fauna onderzoek Voor: Kernidee Egchel Kempstraat 36 Datum: 14-03-2013 Verantwoord omgaan met flora en fauna.. 14 maart 2013 1 INHOUD INHOUD... 2 1. INLEIDING... 3 2. METHODEN... 4 2.1 Vliegroutes

Nadere informatie

Samenvatting. Context. Achtergrondinfo. Faunapassages. Boombruggen

Samenvatting. Context. Achtergrondinfo. Faunapassages. Boombruggen Eekhoornbrug Samenvatting Leeftijd 6-8 jaar Vaardigheden abstraheren omgaan met gegevens simulatie en modelleren Totale tijdsduur 85 minuten Eekhoorn Tim is uitgenodigd voor het verjaardagsfeest van zijn

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg

Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg Verantwoording Titel : Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg Subtitel : Projectnummer : Referentienummer : Revisie : C1 Datum : 30-10-2012 Auteur(s) :

Nadere informatie

Drie aardkundige monumenten

Drie aardkundige monumenten 10 Drie aardkundige monumenten Aardkundige monumenten geven iets weer van de ontstaansgeschiedenis van ons landschap. Een geschiedenis die ons honderden, duizenden of zelfs miljoenen jaren terugvoert in

Nadere informatie

BILAN. RAPPORT 2006 Nijmegen - (GLD) - Nijmegen, Winckelsteegh DEFINITIEF CONCEPT. Veldonderzoek naar rode eekhoorn

BILAN. RAPPORT 2006 Nijmegen - (GLD) - Nijmegen, Winckelsteegh DEFINITIEF CONCEPT. Veldonderzoek naar rode eekhoorn BILAN RAPPORT 2006 Nijmegen - (GLD) - Nijmegen, Winckelsteegh Veldonderzoek naar rode eekhoorn DEFINITIEF CONCEPT in opdracht van Pluryn Werkenrode Groep Rapport-ID Titel Nijmegen (GLD) - Nijmegen, Winckelsteegh

Nadere informatie

Groene glazenmaker in de provincie Groningen

Groene glazenmaker in de provincie Groningen Groene glazenmaker in de provincie Groningen Groene glazenmaker in de provincie Groningen Groene glazenmaker in de provincie Groningen Tekst: Albert Vliegenthart Met medewerking van: Herman de Heer, Henk

Nadere informatie

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie 1 NATUUR 1.1 Natuurwetgeving & Planologie De bescherming van de natuur is in Nederland vastgelegd in respectievelijk de Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet. Deze wetten vormen een uitwerking

Nadere informatie

Beheerplan bijzondere natuurwaarden Broekvelden, Vettenbroek & Polder Stein Samenvatting

Beheerplan bijzondere natuurwaarden Broekvelden, Vettenbroek & Polder Stein Samenvatting Beheerplan bijzondere natuurwaarden Broekvelden, Vettenbroek & Polder Stein Samenvatting Samenvatting van het beheerplan 2012-2017 een bijdrage aan het Europese programma Natura 2000 Het beheerplan is

Nadere informatie

Eindrapport RUGSTREEPPAD TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND DEELGEBIED VIERSLAG IN WESTERAAM TE ELST

Eindrapport RUGSTREEPPAD TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND DEELGEBIED VIERSLAG IN WESTERAAM TE ELST Eindrapport RUGSTREEPPAD TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND DEELGEBIED VIERSLAG IN WESTERAAM TE ELST Eindrapport RUGSTREEPPAD TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND DEELGEBIED VIERSLAG IN WESTERAAM TE ELST rapportnr.

Nadere informatie

10 jaar dassen in de Duinen ( )

10 jaar dassen in de Duinen ( ) 1 jaar dassen in de Duinen (1999-29) Inleiding In de jaren 1999 tot 24 werden in het Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen dassen uitgezet in het kader van een herintroductieproject. Na 1 jaar is

Nadere informatie

QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM

QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM Colofon Opdrachtgever: Tulp-Bijl B.V. Titel: Quickscan Edeseweg 51 Wekerom Status: Definitief Datum: Februari 2013 Auteur(s): Ir. M. van Os Foto s: M. van Os Kaartmateriaal:

Nadere informatie

3 Witteveen & Bos Provincie Noord-Brabant

3 Witteveen & Bos Provincie Noord-Brabant 3 Witteveen & Bos Provincie Noord-Brabant Toedeling van het transport van gevaarlijke stoffen aan de N279 tussen Den Bosch en Asten Schoemakerstraat 97c 2628 VK Delft Postbus 5044 2600 GA Delft T (088)

Nadere informatie

Bermenplan Assen. Definitief

Bermenplan Assen. Definitief Definitief Opdrachtgever: Opdrachtgever: Gemeente Assen Gemeente Mevrouw Assen ing. M. van Lommel Mevrouw M. Postbus van Lommel 30018 Noordersingel 940033 RA Assen 9401 JW T Assen 0592-366911 F 0592-366595

Nadere informatie

Woonbeleid Vergelijking resultaten Kempengemeenten

Woonbeleid Vergelijking resultaten Kempengemeenten Woonbeleid Vergelijking resultaten Kempengemeenten Rekenkamercommissie Kempengemeenten 13 september 2010 Voorwoord Het onderzoek naar het woonbeleid binnen de Kempengemeenten heeft in twee fasen plaatsgevonden.

Nadere informatie

Quick scan ecologie. Mientweg 5 & 29 te Lutjewinkel

Quick scan ecologie. Mientweg 5 & 29 te Lutjewinkel Quick scan ecologie Mientweg 5 & 29 te Lutjewinkel Samenvatting Inhoud H 01 Aanleiding Voor de Mientweg 5 en Mientweg 29 te Lutjewinkel wordt een ruimtelijke ontwikkeling voorbereidt. Het gaat om de ontwikkeling

Nadere informatie

asbest bodem ecologie

asbest bodem ecologie asbest bodem ecologie De heer Spronck Datum 25 april 2013 Onderwerp Onderzoek aanwezigheid das groenstrook nabij Withuis 16A te Eijsden In verband met de aanstaande uitbreiding van een kantooraccommodatie,

Nadere informatie

INRICHTINGSVISIE ANNA S HOEVE CONCEPT

INRICHTINGSVISIE ANNA S HOEVE CONCEPT INRICHTINGSVISIE ANNA S HOEVE CONCEPT INHOUD kenschets geschiedenis veranderingen ambities visie in varianten uitwerking geschiedenis KENSCHETS Forse, gegraven waterpartijen KENSCHETS Berg van Dudok KENSCHETS

Nadere informatie

Archeologietoets. locatie kerkstraat 57 Riel gemeente Goirle

Archeologietoets. locatie kerkstraat 57 Riel gemeente Goirle Archeologietoets locatie kerkstraat 57 Riel gemeente Goirle Archeologietoets Locatie Kerkstraat 57, Riel projectleider: B. van Spréw Datum: 13 oktober 2006 Uitgevoerd in opdracht van SAB Eindhoven contactpersoon:

Nadere informatie

Indeling bibliotheken in groot, middelgroot en klein

Indeling bibliotheken in groot, middelgroot en klein Inleiding Kerncijfers is onderdeel van het Cubiss-werkplan van 214. In opdracht van de Provincie Noord- Brabant wordt sinds 211 jaarlijks een analyse gemaakt van de kerncijfers die door het VOB worden

Nadere informatie

1.2 landschap, natuur en recreatie. Landschap

1.2 landschap, natuur en recreatie. Landschap 1.2 landschap, natuur en recreatie Landschap Radio Kootwijk vormt een belangrijke schakel in een aaneengesloten open tot halfopen droog tot vochtig stuifzand- en heidegebied dat zich uitstrekt van het

Nadere informatie

Bijlage 6: Oplegnotitie bij bijlage 5 Gevolgen voor beschermde en bedreigde natuurwaarden inrichting Skûlenboarch, Buro Bakker, 2011

Bijlage 6: Oplegnotitie bij bijlage 5 Gevolgen voor beschermde en bedreigde natuurwaarden inrichting Skûlenboarch, Buro Bakker, 2011 Bijlage 6: Oplegnotitie bij bijlage 5 Gevolgen voor beschermde en bedreigde natuurwaarden inrichting Skûlenboarch, Buro Bakker, 2011 Gevolgen voor beschermde en bedreigde natuurwaarden inrichting Skûlenboarch

Nadere informatie

Ruim baan voor dier en plant

Ruim baan voor dier en plant Ruim baan voor dier en plant Het gaat nog steeds niet goed met de natuur in Nederland. Dieren kunnen zich moeilijk verplaatsen en worden aangereden, kortlevende planten sterven uit en de natuurbeleving

Nadere informatie

Quick scan ecologie Jan Vermeerstraat te Rucphen

Quick scan ecologie Jan Vermeerstraat te Rucphen Quick scan ecologie Jan Vermeerstraat te Rucphen Quick scan ecologie Jan Vermeerstraat te Rucphen Auteur Opdrachtgever Projectnummer Ingen T. Ursinus Scanopy 12.144 concept november 2012 foto omslag Els

Nadere informatie

Otter - fotograaf: Silvan's Wildlife)

Otter - fotograaf: Silvan's Wildlife) Otter - fotograaf: Silvan's Wildlife) Uitgangspunt: De drie beekdalsystemen Hunze, Drentsche Aa en Eelder-/Peizerdiep vormen samen met de daartussen gelegen ruggen het unieke Noord Nederlandse natuurlijke

Nadere informatie

Nieuwe landgoederen Nederland

Nieuwe landgoederen Nederland Ruimte en Milieu Nieuwe landgoederen Nederland Bouwen aan een groene omgeving 02 Wie aan een landgoed denkt, stelt zich een ruim, bosrijk terrein voor met daarop een stijlvol gebouw. Het natuurschoon voert

Nadere informatie

FAQ Fietspad Helmond-Eindhoven: Nr. Categorie Vraag Antwoord

FAQ Fietspad Helmond-Eindhoven: Nr. Categorie Vraag Antwoord FAQ Fietspad Helmond-Eindhoven: Nr. Categorie Vraag Antwoord De fiets is voor velen het ideale vervoermiddel op kortere afstanden. Op dit moment is er geen directe, snelle en kwalitatief hoogwaardige fietsverbinding

Nadere informatie

HEIDENATUURPARK RAPPORTAGE ACHTERBANRAADPLEGING. RMI fullservice marktonderzoek Heerlen/Maastricht, oktober 2015

HEIDENATUURPARK RAPPORTAGE ACHTERBANRAADPLEGING. RMI fullservice marktonderzoek Heerlen/Maastricht, oktober 2015 RAPPORTAGE ACHTERBANRAADPLEGING HEIDENATUURPARK RMI fullservice marktonderzoek Heerlen/Maastricht, oktober 2015 2015 RMI. Alle rechten voorbehouden. Aan de informatie in deze rapportage kunnen geen rechten

Nadere informatie

METROPOOL REGIO EINDHOVEN

METROPOOL REGIO EINDHOVEN Aan de Colleges van Burgemeester en Wethouders van de 21 gemeenten en de gemeente Veghel Wu Ztfìti Ontv.bev. 16ik.01000 Metropoolregio Eindhoven 040 259 45 94 info@mölropoolregioeindhoven www.metropoolregioelndhovan.

Nadere informatie

KWALITEIT DIENSTVERLENING Gemeente Oirschot Onderzoeksaanpak

KWALITEIT DIENSTVERLENING Gemeente Oirschot Onderzoeksaanpak KWALITEIT DIENSTVERLENING Gemeente Oirschot Onderzoeksaanpak Rekenkamercommissie Kempengemeenten 23 september 2011 1. Achtergrond en aanleiding In 2008 heeft de gemeente Oirschot de Bestuursvisie 2002-2012

Nadere informatie

Reptielen van de Habitatrichtlijn,

Reptielen van de Habitatrichtlijn, Indicator 28 mei 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Gladde slang, muurhagedis en zandhagedis

Nadere informatie

QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET VOOR HET PERCEEL KAATSWEG 3 RODERESCH

QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET VOOR HET PERCEEL KAATSWEG 3 RODERESCH Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET VOOR HET PERCEEL KAATSWEG 3 RODERESCH September 2015 Quick scan Flora- en faunawet Kaatsweg 3 Roderesch Pagina 1 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding 1.1 Inleiding 1.2 Het

Nadere informatie

MUIZENINVENTARISATIE KAPPERSBULTEN. Guido Lek & Harold Steendam november 2009

MUIZENINVENTARISATIE KAPPERSBULTEN. Guido Lek & Harold Steendam november 2009 MUIZENINVENTARISATIE KAPPERSBULTEN 2009 Guido Lek & Harold Steendam november 2009 Inleiding In het kader van de nieuwe zoogdierenatlas van Nederland zijn diverse onderzoeken opgestart om zoogdieren in

Nadere informatie

Monitoring natuurverbinding Hoorneboeg, Laarderhoogt en Zwaluwenberg

Monitoring natuurverbinding Hoorneboeg, Laarderhoogt en Zwaluwenberg Monitoring natuurverbinding Hoorneboeg, Laarderhoogt en Zwaluwenberg Versie: januari 2019 Impressie van de noordelijke toeloop van natuurbrug Laarderhoogt. Inhoud 1. Droogte 2. Vroege vogels 3. Mierenonderzoek

Nadere informatie

Olie' xl.',1. ~_' ï":« : Zuivelweg 2, Vorden : FF- wet QuickScan : E. Rietman. : 24 september 2014 Opgesteld door : P. Otte & B.

Olie' xl.',1. ~_' ï:« : Zuivelweg 2, Vorden : FF- wet QuickScan : E. Rietman. : 24 september 2014 Opgesteld door : P. Otte & B. ~' ï":«xl.',1 Olie' G Ro E N A ovuas Correspondentie gegevens Datum : 24 september 2014 Opgesteld door : P. Otte & B. Born Projectgegevens Projectlocatie Betreft Contactpersonen : Zuivelweg 2, Vorden :

Nadere informatie

Effecten revitalisatie oude meander Lunterse Beek op de aanwezige dassen

Effecten revitalisatie oude meander Lunterse Beek op de aanwezige dassen Effecten revitalisatie oude meander Lunterse Beek op de aanwezige dassen Verslag opgesteld door Stichting Das&Boom in opdracht van het Waterschap Vallei en Veluwe Beek-Ubbergen, maart 2013 Inhoudsopgave

Nadere informatie