Ons kenmerk Uw kenmerk Aantal bijlagen Datum _ augustus 2018

Transcriptie

1 Beschikking AANTEKENEN Esso Nederland B.V. T.a.v. de directie Botlekweg KA BOTLEK ROTTERDAM Parallelweg 1 Postbus AV Schiedam T F E info@dcmr.nl W Uw kenmerk Aantal bijlagen Datum augustus 2018 Contactpersoon Telefoonnummer Afdeling Inspectie en Handhaving Onderwerp Beschikking handhavingsbesluit Geachte directie, Betreft Last onder dwangsom op grond van artikel 122 van de Provinciewet in samenhang met artikel 5:32 van de Algemene wet bestuursrecht; wegens het overtreden van voorschrift van de vergunning van 23 november 2015 betreffende uw inrichting aan de Botlekweg 121 te Botlek Rotterdam. Inleiding Op het adres Botlekweg 121 te Botlek Rotterdam heeft u een inrichting in werking als bedoeld in de Wet milieubeheer. Het betreft een inrichting voor de raffinage van aardolie en de productie van aromatische koolwaterstoffen. Op 23 november 2015 hebben wij voor deze activiteiten een revisievergunning verleend op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Voorheen was dit een vergunning in het kader van de Wet milieubeheer. Op grond van voorschrift van de omgevingsvergunning d.d. 23 november 2015 dient de afsluiter die bestemd is voor het gecontroleerd afvoeren van water uit de tankput, buiten de tankput te zijn opgesteld en gesloten te worden gehouden. De afsluiter mag alleen geopend zijn tijdens het gecontroleerd afvoeren van water. De stand van de afsluiter moet aan de buitenkant zichtbaar zijn. Het rioleringssysteem moet zijn uitgerust met een voorziening die te allen tijde controle op mogelijke verontreiniging van het af te voeren water mogelijk maakt. U bent als drijver van de inrichting verantwoordelijk voor de naleving van de op uw inrichting van toepassing zijnde wet- en regelgeving. Blad 1 van 6

2 Overtreding Op 19 en 23 april 2018 hebben toezichthouders van de DCMR een controle bij uw inrichting aan de Botlekweg 121 te Botlek Rotterdam uitgevoerd. Tijdens de inspectie is het volgende geconstateerd. Tankput E4 waarin zich opslagtank 102 bevindt, is recentelijk van nieuw grind voorzien. Op het moment van de inspectie werd water, mogelijk bronneringswater van het naastgelegen bouwproject, geloosd in deze tankput. Het was de toezichthouder niet duidelijk wat de herkomst en de samenstelling van dit (afval-)water was. De operators van de tankput waren niet bekend met de lozing. Uit de later toegezonden informatie is het volgende gebleken. Het gaat om water dat niet verontreinigd is, afkomstig van de naastgelegen bouwput. De afwatering van tankput E4 gaat door een afvoer door de tankdijk, via een sewerschuif, naar het riool. Hoewel volgens Esso deze schuif altijd dicht staat, constateerde de toezichthouder van DCMR dat op 23 april 2018 het geloosde water zichtbaar stroomde in de afvoer van tankput E4. Deze sewerschuif is dus in een geopende stand gezet. De inspecteur constateerde dat de sewerschuif aan de buitenzijde van de tankdijk is gepositioneerd, direct bij een put. Op deze put was een steiger geplaatst. Op de sewerschuif is een bordje geplaatst met de tekst schuif niet bedienen. Het is niet zichtbaar of deze sewerschuif in een geopende of in een gesloten stand staat. De toezichthouder constateerde op grond van bovenstaande dat de sewerschuif zonder adequaat toezicht geopend is en werd gehouden, waardoor vloeistof niet actief in de tankput kan worden gehouden. Daarnaast is de stand van de sewerschuif (geopend of gesloten) niet zichtbaar. Dit betreft een overtreding van voorschrift van de omgevingsvergunning d.d. 23 november 2015, kenmerk / Voor de letterlijke tekst van bovengenoemd vergunningsvoorschrift verwijzen wij naar de bijlage behorende bij deze beschikking. Zienswijze Bij brief van d.d. 14 juni 2018, kenmerk _ bent u van voornoemde overtreding op de hoogte gesteld. In de brief is u tevens de mogelijkheid geboden om een zienswijze kenbaar te maken over het voornemen om u een last onder dwangsom op te leggen. Bij brief van 28 juni 2018 heeft de heer, van uw bedrijf schriftelijk een zienswijze ingediend. Hierin wordt samengevat het navolgende aangegeven. Esso is van mening dat zij volledig in lijn met voorschrift van de omgevingsvergunning handelt. Conform interne procedures staan de sewerschuiven in normale situaties altijd dicht. In dit geval had Esso bewust besloten om de sewerschuif van tankput E4 te openen teneinde een overpomping van schoon hemelwater van de naastgelegen bouwput via tankput E4 naar het riool uit te voeren. Blad 2 van 6

3 Voor dergelijke activiteiten zijn de volgende barrières aanwezig die gezamenlijk zorgen voor een gecontroleerde afvoer via de sewerschuif: - de operators zijn getraind in het omgaan met geopende sewerschuiven. Het geopend staan van sewerschuiven wordt als een afwijkende situatie gezien. Indien dit toch moet gebeuren, gelden er specifieke instructies. Dit houdt in dat openstaande sewerschuiven worden vermeld in het wachtoverdrachtrapport en besproken worden tijdens de wachtoverdracht van de shift operator. Tevens controleren de operators tijdens hun terreinrondes regelmatig de status van de tank waaronder de stand van de sewerschuiven; - de tank is met een volume reconciliatiesysteem uitgerust op basis van een massabalans van inen uitgaande stromen. Bij een onverklaarbare beweging in het volume, zoals een mogelijke lekkage, wordt automatisch een alarm gegenereerd in de controlekamer. De dienstdoende operator onderzoekt naar aanleiding van dit alarm of er sprake is van een lekkage in de tank en sluit zonodig de sewerschuif; - de tank is daarnaast voorzien van een lekdetectie folie. Dit zorgt ervoor dat bij lekkages in de tank het product niet in de bodem terechtkomt, maar tot op zekere hoogte opgevangen wordt onder de tank. Dit systeem is uitgerust met een verklikkerput die als vast onderdeel van de terreinronde door de operators wordt gecontroleerd. Beginnende lekkages kunnen ook op deze manier vroegtijdig opgemerkt worden waarna zonodig maatregelen worden getroffen om te voorkomen dat het product naar het riool wordt afgevoerd. Door de aanwezigheid van bovengenoemde maatregelen, die overigens verankerd zijn in interne procedures, is sprake een gecontroleerde afvoer van water via de sewerschuiven. Esso kan zich dan ook niet vinden in uw standpunt dat er sprake was van een overtreding van voorschrift Ad. 2: De constatering dat de stand van de sewerschuif niet zichtbaar was ten tijde van de inspectie is correct. Esso heeft dit inmiddels gecorrigeerd. Thans is de stand van de sewerschuif aan de buitenkant van alle tankputten zichtbaar. Het opleggen van een last onder dwangsom hieromtrent dient daarom geen doel meer volgens Esso. Gelet op het voorgaande ziet Esso geen aanleiding tot het effectueren van ons voornemen en verzoekt derhalve om af te zien van het opleggen van een last onder dwangsom. Reactie zienswijze Wij delen uw mening dat u conform voorschrift van uw omgevingsvergunning handelt niet. Het is correct zoals u stelt dat de sewerschuif alleen geopend mag zijn tijdens het gecontroleerd afvoeren van water. U geeft echter aan dat ten tijde van de voornoemde inspectie sprake was van het gecontroleerd afvoeren van water. Tijdens de inspectie en in de informatie die na de inspectie is toegestuurd blijkt niet dat de operators, die operationeel verantwoordelijk zijn voor de tankput E4, bekend zijn met het gegeven dat de sewerschuif openstaat. Ook uit de nagezonden informatie is niet gebleken dat deze operators extra controle ronden hebben gelopen ten tijde dat de sewerschuif opstond. Het feit dat u aangeeft dat dergelijke rondes zouden moeten worden gelopen conform werkinstructie, maakt niet dat dit ten tijde van de voornoemde overpomping heeft plaatsgevonden. Uit later toegestuurde stukken is gebleken dat de overpomping alleen stond opgenomen in de overdracht van een andere unit, zijnde de unit WWTP. Deze unit is niet verantwoordelijk voor de tankput E4, maar verantwoordelijk voor de waterzuivering binnen uw bedrijf. Blad 3 van 6

4 De onder punt 2 en 3 genoemde signaleringsbeveiligingen dienen ter controle van de standen in de tank, deze hebben geen werking op het overpompen van water via de tankput. Tijdens de controle stond de sewerschuif nog steeds open, terwijl er geen lozing vanuit de bouwput meer plaatsvond. Dit impliceert dat indien er een grote olie lekkage zou zijn ontstaan bij de tank in tankput 4, de lozing hiervan ongecontroleerd naar buiten was gelopen. De door u aangevoerde signaleringssystemen maken dus niet dat sprake is geweest van een gecontroleerde overpomping zoals voorgeschreven in voorschrift van uw omgevingsvergunning. Uit de stukken die naar aanleiding van inspectie zijn ingediend, blijkt dat de overpomping van 13 april tot 14 april 2018 zou plaatsvinden. Uit het overdrachtformulier voor de unit WWTP d.d. 19 april 2018 blijkt dat de overpomping nog loopt. Tijdens de controle op 23 april 2018, constateerde de toezichthouder dat de overpomping was beëindigd en dat de sewerschuif nog open stond. Ten aanzien van de zichtbaarheid van de sewerschuif, geeft u aan dat dit door u inmiddels is gecorrigeerd. Tijdens een nacontrole uitgevoerd op 15 juli 2018 is echter geconstateerd dat de sewerschuif inderdaad zichtbaar is. Voor dit punt zullen wij derhalve niet overgaan tot het opleggen van een last onder dwangsom. Overwegingen Ons college geeft aan de handhaving van wet- en regelgeving politiek-bestuurlijke en juridische prioriteit. In het geval van overtreding van een vergunningvoorschrift wordt dan ook consequent opgetreden. Verder zijn wij op grond van de jurisprudentie van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State in beginsel - behoudens bijzondere omstandigheden - gehouden wettelijke voorschriften te handhaven. In de gegeven omstandigheden achten wij het algemeen belang dat is gediend bij handhaving van de onderhavige wet- en regelgeving zwaarwegender dan uw belang bij voortzetting van de overtreding. Van bijzondere omstandigheden is ons verder niets gebleken. Motivering Alle feiten en omstandigheden in overweging nemende hebben wij niet (meer) het vertrouwen dat u zonder bestuurlijke maatregel de overtreding zult beëindigen en beëindigd zult houden. Wij zien ons dan ook genoodzaakt u een last onder dwangsom op te leggen. Het belang van de bescherming van het milieu verzet zich naar onze mening niet tegen het opleggen van een last onder dwangsom. Het opleggen van een last onder dwangsom is in de onderhavige situatie het meest proportionele middel, omdat het gaat om een overtreding die door u kan worden beëindigd. Blad 4 van 6

5 U kunt er zelf voor zorgen dat u geen last onder dwangsom verbeurt door tijdig en blijvend aan de last te voldoen. De hoogte van de last onder dwangsom is gerelateerd aan de aard en ernst van de overtreding en dient als prikkel om u ertoe te bewegen de overtreding te beëindigen en herhaling te voorkomen. De in de last opgenomen begunstigingstermijn is redelijk, omdat rekening is gehouden met de benodigde termijn voor het ongedaan maken van de overtreding. Te nemen maatregelen Om de overtreding van voorschrift van uw omgevingsvergunning te beëindigen dan wel herhaling van de overtreding te voorkomen, dient u ervoor te zorgen dat: De afsluiter alleen geopend is tijdens het gecontroleerd afvoeren van water. Van een gecontroleerde afvoer is in ieder geval sprake indien deze activiteit plaatsvindt volgens de opgestelde werkinstructies. Besluit Gelet op het vorenstaande besluiten wij op grond van artikel 122 van de Provinciewet in samenhang met artikel 5:32 van de Algemene wet bestuursrecht als volgt. 1. U dient binnen één week nadat deze beschikking in werking treedt, blijvend te voldoen aan het gestelde in voorschrift van de omgevingsvergunning d.d. 23 november 2015 door bovenstaande maatregel te nemen. Als u niet voldoet aan het onder 1. gestelde, verbeurt u een dwangsom van 5000,- (vijfduizend euro) per keer dat wordt geconstateerd dat u niet voldoet aan het bovenstaande tot een maximum van ,- (vijftienduizend euro). Per week kan maximaal één constatering plaatsvinden. Wij wijzen u er op dat verbeurte van de (maximale) dwangsom niet meebrengt dat de overtreding mag worden voortgezet. Bij voortduring of herhaling van de overtreding zullen nadere maatregelen worden overwogen. Inwerkingtreding besluit Deze beschikking treedt in werking op de dag na de dag waarop deze aan u is verzonden. Bezwaar en voorlopige voorziening Belanghebbenden die het niet eens zijn met de inhoud van dit besluit kunnen binnen zes weken na datering van dit besluit op grond van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht een bezwaarschrift indienen bij de bezwarencommissie van de Provincie Zuid-Holland (Postbus 90602, 2509 LP Den Haag). Het bezwaarschrift dient te worden ondertekend en bevat ten minste de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en de gronden van het bezwaar. Blad 5 van 6

6 Krachtens artikel 6:16 van de Algemene wet bestuursrecht schorst het bezwaar de werking van dit besluit niet. Gelet hierop kan - als tegen dit besluit bezwaar wordt aangetekend - ingevolge artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht bij de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, Sector Bestuursrecht, postbus 20302, 2500 EH Den Haag een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening worden ingediend. U kunt ook digitaal beroep instellen bij genoemde rechtbank via Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de voorwaarden. Het bezwaarschrift en het verzoek schorsen de werking van deze beschikking niet. Actieve openbaarmaking Wij vinden het belangrijk om burgers goed te informeren over de kwaliteit van de leefomgeving en de invloed van bedrijven daarop. Ons uitgangspunt is dat alle documenten die zich bij de provincie en bij organisaties die namens de provincie taken uitvoeren, in beginsel openbaar zijn. Wij zijn voornemens dit handhavingsbesluit openbaar te maken op grond van artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). De openbaarmaking zal gebeuren door het publiceren van onderhavig document op de website van de DCMR ( In een apart te verzenden brief zult u hierover nader worden geïnformeerd. Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, namens dezen, b.a. mr. R.M. Thé directeur, DCMR Milieudienst Rijnmond Kopie verzonden aan: ILenT, postbus 16191, 2500 BD Den Haag; Blad 6 van 6