Naam: Studentnummer: Opleiding:..
|
|
- Philomena ter Linde
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 B EINDTOETS Biochemie (8RA00) en TENTAMEN Biochemie (8S135) Prof. Dr. Ir. L. Brunsveld :00 12:00 (totaal 100 punten, plus max. 5 extra voor bonus) 6 opgaven in totaal + 1 bonusvraag! (aangegeven tijd is indicatie) Gebruik geen rode pen! Geef uw antwoorden direct op dit tentamen. In principe volstaat de gegeven ruimte; gebruik indien nodig de achterkant van de specifieke opgave. Schrijf naam en studentnummer bovenaan iedere pagina! In rood zijn de antwoorden aangegeven. N.B. voor sommige vragen zijn ook andere antwoorden mogelijk / goed. 1 Peptiden en eiwitten (~25 minuten; 20 punten) Tot a. Beschouw bovenstaand peptide. Geef de 1-lettercode van de aminozuren in dit, ietwat cynische, peptide in de corresponderende volgorde. (4P) VAKANTIE b. Alle L aminozuren hebben een S absolute configuratie, behalve L-cysteine. Legt u uit (eventueel met een tekening) waarom L-cysteine de R absolute configuratie heeft. (2P) De functionele zijketen van alle andere aminozuren heeft een lagere prioriteit dan de amine en carbonzuur groep op het alfakoolstof. Bij cysteine heeft deze groep een hogere prioriteit dan de carbonzuur groep en daardoor wordt de absolute configuratie R ipv S. c. Laat met behulp van een tekening van een chemische structuur het vouwpatroon en de waterstofbruggen zien een anti-parallele beta-sheet. (4P)
2 d. Het enzym protein disulfide isomerase (PDI) katalyseert uitwisselingsreactie tussen disulfidebruggen (RSSR) en sulfhydril-groepen (RSH). PDI zet inactief gevouwen ribonuclease snel om in actief ribonuclease. In tegenstelling, als actief insuline wordt behandeld met PDI wordt het snel inactief. Wat kunt u uit deze observaties afleiden over de relatie tussen de aminozuursequenties van beide eiwitten en hun 3-dimensionale structuur. (4P) Ribonuclease bevat blijkbaar alle informatie over hoe te vouwen / over zijn 3- dimensionale structuur in zijn eigen aminozuursequentie. Insuline bevat deze informatie niet voor zichzelf en heeft dus nog andere informatie nodig (gehad) om correct te kunnen vouwen. (Via pro-insuline gebeurt dit). e. Eiwitten kunnen heel gemakkelijk en goed op grootte gescheiden en geanalyseerd worden met behulp van SDS-gelelectroforese. Waarom is deze techniek echter niet geschikt als (procesmatige) zuiveringstap voor eiwitten? (2P) SDS-gelectroforese is een analytische techniek, die niet alleen slecht kleine hoeveelheden eiwit kan verwerken, maar belangrijker via denaturatie van de te analyseren eiwitten werkt (middels SDS, thiol, en temperatuur). De eiwitten zijn na de scheiding dus niet meer functioneel. f.collageen is een eiwit dat vouwt in een zogenaamde triple helix. De niet-natuurlijke peptidesequentie poly-(gly-pro-pro) n kan ook een triple helix vormen. Is deze triple helix stabieler of minder stabiel als natuurlijk collageen? Waarom? (4P) Natuurlijk collageen wordt verder gestabiliseerd door waterstofbruggen tussen de geoxideerde zijstaarten van de prolines (hydroxyprolines) (en ook die van lysine). De hydroxygroepen vormen waterstofbruggen met elkaar en cross-linken op die manier de drie keten in de triple helix met elkaar. Het synthetische GPPn heeft deze modificaties niet en daardoor zijn de interacties in de triple helix zwakker.
3 2 Enzymactiviteit (~30 minuten; 20 punten) a. Maak met behulp van een of meerdere tekeningen en een korte ondersteunende tekstuele uitleg duidelijk hoe de activatiestrategie van een aspartyl protease functioneert (met andere woorden hoe zorgt een aspartyl protease ervoor dat water en het substraat efficiënt met elkaar reageren). Teken hierbij de aminozuren van de actieve site (en natuurlijk het substraat en water) en laat hierdoor duidelijk zien wat hun rol is. (6P) Plus uitleg
4 b. De enzymen trypsine en subtilisine zijn convergent geëvolueerd tot serine proteasen. Legt u uit wat dat betekent. Gaat u daarbij in op de conceptuele overeenkomsten en verschillen tussen trypsine en subtilisine. (4P) Overeenkomst: Dit betekent dat beide enzymen eenzelfde functie hebben, serine protease. In dit geval zelfs nog specifieker en namelijk dat beide enzymen deze functie uitvoeren middels een gelijke katalytische triade baserend op een serine as nucleofiel. Hierbij is de katalytische triade opdezelfde manier geordend in het enzym (niet noodzakelijk voor antwoord). Verschillen: Deze enzymen zijn ontstaan uit verschillende startpunten (genen). De resulterende 3D structuur van de eiwitten, welke de katalytische site omringt, is compleet verschillend. De structuur is dus verschillend. De functie gelijk. On the side: trypsine en subtilisine verschillen ook in de substraat selectieviteit. Dit heeft met de S-pockets van doen. Is echter niet direct gerelateerd aan het type evolutie. (Dus ook geen onderdeel van het essentiële antwoord hier). c. De hiernaast afgebeelde verbinding is een inhibitor voor het enzym trypsine. Legt u uit waarom. Gaat u daarbij in op de moleculaire interacties van deze inhibitor met de verschillende pockets van het enzym. (4P) Deze inhibitor heeft twee zeer karakteristieke elementen waarmee de interactie met het trypsine wordt aangegaan. 1. De basische zijstaart bindt in de S1 pocket van trypsine (welke normaal een lysine of arginine bindt). De zijstaart is een mimic van lysine. 2. De boorzuuramide groep is een overgangstoestand mimic en bind aan het oxyanion gat. (het negatief geladen zuurstofatoom mimicked het oxyanion van een normaal peptide substraat).
5 1/V 0 (min./ M) Naam: Studentnummer: Opleiding:.. d. U voert een enzymatische reactie uit bij verschillende substraatconcentraties in aanwezigheid van een vaste concentratie non-competitieve inhibitor en meet daarbij de initiële snelheid van substraatomzetting (zie tabel). Bereken/bepaal K M en Vmax voor dit enzym in aanwezigheid van de inhibitor (bijv. middels een Lineweaver-Burk plot). (4P) Substraatconcentratie [S] (mm) Initiële snelheid (V 0 ) ( M/minuut) Zonder Inhibitor /[S] (mm ) Km = 1.33 mm Vmax = 2.4 M/min e. U voert bovenstaand experiment nogmaals uit, maar dan zonder non-competitieve inhibitor. Teken hoe het verloop van de lijn in de dubbel-reciproke plot verandert t.o.v. het experiment met de non-competitieve inhibitor. (2P) Zonder non-competitieve inhibitor is de Vmax hoger (en de y-as afsnede dus lager) en verandert de Km niet.
6 3 Membranen en hun eiwitten (~20 minuten; 15 punten) a. Multiple choice. Slechts 1 antwoord is correct. (5P) I Membranen bestaan voornamelijk uit: A) Lipiden B) Eiwitten C) Collageen D) A en B E) A, B, en C D II Welke van de volgende membranen is het meest fluïde (vloeibaar)? A) Een bilaag gevormd door lipiden met meervoudig onverzadigde C18 vetzuren B) Een bilaag gevormd door lipiden met verzadigde C18 vetzuren C) Een bilaag gevormd door lipiden met verzadigde C16 vetzuren D) Een bilaag gevormd door lipiden met meervoudig onverzadigde C16 vetzuren D III Welke van de volgende stellingen is juist A) Alle membraaneiwitten zijn integraal en associëren met het hydrofobe gedeelte van het membraan. B) Zowel membraaneiwitten als lipiden ondergaan transverse diffusie (flip-flop). C) Membraanlipiden zelf-assembleren om de lipide bilaag te vormen. D) Celmembranen zijn symmetrisch. C IV Welke van de volgende stellingen is niet correct met betrekking tot ABC domeinen? A) Ze ondergaan een conformatie verandering door ATP binding. B) De ATP-bindingsdomeinen worden ook wel ATP-binding cassettes genoemd. C) Ze transfereren een fosfaat groep naar een geconserveerde threonine. C V Als een kaliumion door een ionkanaal gaat zijn de geassocieerde watermoleculen A) eraf gehaald. B) nog steeds gebonden. C) anders gepositioneerd. D) gereageerd met CO 2. A
7 b. Verklaar (eventueel met behulp van een tekening) waarom de onverzadigde dubbele bindingen in vetzuurstaarten van phospholipiden bijna altijd cis-dubbele bindingen zijn. Betrek in uw antwoord de functie van de dubbele bindingen (4P). Trans-dubbele bindingen hebben ongeveer dezelfde lineaire conformatie als een verzadigde alkylstaart en zullen daarmee weinig invloed hebben op de eigenschappen van een membraan (en daarmee relatief nutteloos). Cis-dubbele bindingen hebben een gekinkte/gebogen conformatie welke de pakking van de vetzuurstaarten in het membraan verstoord en daarmee de fluïditeit van het membraan controleert. c. Bepaalde membraaneiwitten (pompen) zorgen voor het transport van toxische stoffen uit de cel, zoals Multidrug-Resistance Proteins. Deze eiwitten bevatten zogenaamde ABC domeinen (ATP Binding Cassette). Maak met behulp van een aantal schematische stapsgewijze tekeningen duidelijk hoe Multidrug-Resistance Protein functioneren. (6P) Ongeveer zoals onderstaand.
8 4 Over DNA (~20 minuten; 20 punten) a. Teken de moleculaire structuur van een Watson-Crick DNA basenpaar (GC of AT) naar keuze. U hoeft niet de suikergroep te tekenen, maar geeft u wel aan waar de betaglycosidische binding naar de deoxyribose zich aan de base bevindt en teken ook het waterstofbrugpatroon tussen de basen. (6P) b. Leg (met behulp van het antwoord op bovenstaande vraag) uit welke deel van het basenpaar de major-groove vormt en welk deel de minor-groove in de dubbelhelix van B-DNA. (2P) Zie boven c. DNA replicatie kan eenvoudig in een reageerbuis in een biochemisch lab gedaan worden met behulp van de zogenaamde polymerase chain reaction (PCR). Welke moleculaire componenten (reagentia, katalysator, etc.) heeft u naast het templaat DNA nodig om deze reactie te laten verlopen. Wees specifiek in uw antwoord. (4P) datp, dgtp, dctp en TTP twee primers DNA polymerase (Mg 2+ )
9 d. De Polymerase Chain Reaction (PCR) is een reactieprotocol wat cyclisch doorgevoerd wordt bij een aantal verschillende temperaturen. Beschrijf elke temperatuurstap, geef aan wat er bij iedere temperatuur gebeurt, waarom hiervoor deze specifieke temperatuur nodig is en in welke volgorde de verschillende temperatuurstappen worden doorlopen. (4P) Verwarm tot 95 graden om alle dubbelstrengs DNA te smelten (de twee strengen van elkaar af te halen). Dit gebeurt bij hoge temperatuur zodat alles uit elkaar gaat. Bij 55 graden wordt geequilibreert om de korte primers te laten binden aan het templaat DNA. Deze temperatuur ligt dus onder het smeltpunt van de primers met het templaat. Bij de optimale temperatuur voor de DNA polymerase, ca 72 graden, wordt de templaatreactie gestart, primers worden verlengd. Proces wordt vervolgens herhaald volgens e. U wilt het DNA tussen de twee hieronder getoonde sequenties amplificeren met behulp van PCR. Kies uit de lijst van acht primers, welke u hiervoor nodig heeft. (4P) 3 -GCGATATGCG ATATGCGATAT-5 5 -CGCTATACGC TATACGCTATA = de lange tussenliggende DNA sequentie 1) 5 -GCGATATGCG-3 5) 5 -GCGATATCGC-3 2) 5 -ATATGCGATAT-3 6) 5 -TATAGCGTATA-3 3) 5 -CGCTATACGC-3 7) 5 -TATA-3 4) 5 -ATATCGCATAT-3 8) 5 -ATAT-3 3 en 6
10 5 Van DNA naar RNA (~15 minuten; 10 punten) a. U wilt alle mrnas uit een cel-lysaat isoleren. Suggereer een scheidingstechniek om mrna te kunnen scheiden van de andere typen RNA die voorkomen in een eukaryotische cel. Legt u in uw antwoord deze scheidingstechniek kort uit. (5P) mrna onderscheidt zich van andere typen RNA doordat alle mrna een lange 3 poly A sequentie hebben. Deze poly A sequentie kan specifiek hybridiseren aan een poly T / poly dt sequentie, iets wat de andere RNAs niet kunnen. We immobiliseren dus een poly T sequentie op een vaste drager (polymere beads bijvoorbeeld) en incuberen ons RNA hiermee. Wegwassen van de niet gebonden RNAs en elutie (bijvoorbeeld door verandering van temperatuur of ph/zout concentratie) geeft de mrnas. b. Hoe kunnen uit een en hetzelfde gen toch verschillende eiwitten ontstaan? Geef aan welk principe hiervoor verantwoordelijk is en beschrijf kort hoe dit principe functioneert. (5P) Door alternatief splicen / alternative splicing. Eukaryotische genen zijn opgebouwd uit intronen en exonen. De intronen worden verwijderd uit het mrna (middels splicen) en alleen de exonen die coderen voor het uiteindelijke eiwit blijven over. Dit proces heet mrna splicing. In het splicing proces worden echter niet per definitie alle exonen meegenomen naar het uiteindelijke mrna. Afhankelijk van de cel (aanwezigheid splicing factoren), kan het mrna uit verschillende exonen zijn opgebouwd en dientengevolge voor verschillende eiwitten coderen.
11 Van een stukje dubbelstrengs prokaryotisch DNA is de volgende sequentie bekend voor de templaat streng. 5 -CCGGATGTTTCACCTATAGAC-3 a. Geef de sequentie van het overeenkomstige mrna als dit dubbelstrengs DNA met een RNA polymerase wordt uitgelezen. Geeft u hierbij ook de uiteindposities aan (5 / 3 ). (2P) 3 -GGCCUACAAAGUGGAUAUCUG-5 of 5 -GUCUAUAGGUGAAACAUCCGG-3 6 Van RNA naar eiwit (~20 minuten; 15 punten) b. Het zo ontstane mrna wordt vervolgens uitgelezen met behulp van het ribosoom. Welke aminozuursequentie komt overeen met deze nucleïnezuursequentie (de eerste drie basen vormen een triplet codon)? Geef hierbij ook de -NH 2 en -COOH uiteinden van de aminozuursequentie aan. (2P) H 2 N-Val-Tyr-Arg-COOH c. Bij de translatie van mrna naar eiwit wordt het triplet codon op het mrna herkend door het beladen trna. Hierbij is er verschil in de sterkte van binding / selectiviteit tussen de 1 e, 2 e, en 3 e positie op het codon. (Bepaalde posities zijn stringenter in hun herkenning dan andere posities). Welke positie is uws inziens het minst selectief / belangrijk voor de herkenning. Verklaar uw mening. (3P) Dit is waarschijnlijk de 3 e positie. De tripletcodons voor hetzelfde aminozuur verschillen vaak alleen op de 3 e positie. Dit is een indicatie dat de 3 e posities minder selectief is, omdat een eventuele foute herkenning van de 3 e positie nog steeds leidt tot het inbouwen van het juiste aminozuur of een aminozuur met gelijke eigenschappen.
12 d. De Elongatie Factor Tu (EF-Tu) bindt aan de aminoacyl-trna (trna beladen met een aminozuur) en escorteert deze naar het ribosoom. Wat zijn de twee belangrijkste functies van EF-Tu in dit proces. (4P) EF-Tu bindt aan beladen trna en voorkomt daarmee een vroegtijdige hydrolyse van de amino acyl binding De combinatie van de EF-Tu met de beladen trna maakt een correcte herkenning door het ribosoom mogelijk en alleen indien daaraan voldaan is laat de EF-TU het trna los onder hydrolyse van GTP. e. Transfer RNAs (trnas) zijn noodzakelijk voor de eiwitsynthese. Noem twee verschillende biomoleculen welke in de cel kunnen binden /een interactie aan gaan met trna moleculen en geef van ieder van deze componenten kort aan hoe ze aan trna binden en wat hun rol is. (4P) Bijvoorbeeld: trna synthetase: herkent de specifieke trna en belaadt deze met een aminozuur EF-Tu: bindt aan beladen trna, voorkomt vroegtijdige hydrolyse van de amino acyl binding en transporteert de trna naar het ribosoom (alwaar deze het trna loslaat onder hydrolyse van GTP). Ribosoom: bindt aan trna in drie verschillende toestanden en zorgt voor de overdracht van de groeiende peptideketen op een trna. Bonusvraag (~1 minuut; max. 5 punten extra) Voor de structuur- en functieopheldering van welke eiwitmachine werd in 2009 de Nobelprijs voor de Scheikunde toegekend? Ribosoom
TENTAMEN BIOCHEMIE (8S135) Prof. Dr. Ir. L. Brunsveld :00 17:00 (totaal 100 punten) 6 opgaven in totaal (aangegeven tijd is indicatie)
TENTAMEN BIOCHEMIE (8S135) Prof. Dr. Ir. L. Brunsveld 25-01-2010 14:00 17:00 (totaal 100 punten) 6 opgaven in totaal (aangegeven tijd is indicatie) 1 (~30 minuten; 20 punten) Onderstaand is een stukje
Nadere informatiea. Geef de 1-lettercode van de aminozuren in het peptide in de corresponderende volgorde. (4P)
HERTENTAMEN Eindtoets BIOCHEMIE (8RA00) Prof. Dr. Ir. L. Brunsveld 16-08-2013 09:00 12:00 (totaal 100 punten) 6 opgaven in totaal! (aangegeven tijd is indicatie) Gebruik geen rode pen! 1 Peptiden en eiwitten
Nadere informatiea. Geef de 1-lettercode van de aminozuren in het peptide in de corresponderende volgorde. (4P) LLORETDEMAR (iedere fout -1P)
TENTAMEN BIOCHEMIE (8RA00) Prof. Dr. Ir. L. Brunsveld 28-06-2013 09:00 12:00 (totaal 100 punten) 6 opgaven in totaal! (aangegeven tijd is indicatie) Gebruik geen rode pen! 1 Peptiden en eiwitten (~15 minuten;
Nadere informatie(~30 minuten; 20 punten)
TENTAMEN BIOCHEMIE (8S135) Prof. Dr. Ir. L. Brunsveld 04-11-2011 09:00 12:00 (totaal 100 punten) 6 opgaven in totaal! (aangegeven tijd is indicatie) Gebruik geen rode pen! Additioneel 1 STar vraag (alleen
Nadere informatieOnderstaand is een stukje peptide getoond dat deel uit maakt van een groter eiwit en de naam draagt van een lokaal beroemde biochemicus:
1 Onderstaand is een stukje peptide getoond dat deel uit maakt van een groter eiwit en de naam draagt van een lokaal beroemde biochemicus: a. Geef de 1-lettercode van de 6 uitgeschreven aminozuren in de
Nadere informatiea. Geef de 1-lettercode van de aminozuren in het peptide in de corresponderende volgorde. (4P) WEETIKNIET
HERTENTAMEN Eindtoets BIOCHEMIE (8RA00) Prof. Dr. Ir. L. Brunsveld 16-08-2013 09:00 12:00 (totaal 100 punten) 6 opgaven in totaal! (aangegeven tijd is indicatie) Gebruik geen rode pen! 1 Peptiden en eiwitten
Nadere informatie1 Peptiden en eiwitten (~20 minuten; 20 punten)
1 Peptiden en eiwitten (~20 minuten; 20 punten) a. Beschouw bovenstaand synthetisch peptide. Het bevat het aminozuur ornithine, een intermediair in de biosynthese van arginine, welke normaal gesproken
Nadere informatieVoorblad bij tentamen
Voorblad bij tentamen (in te vullen door de examinator) Vaknaam: Biochemie Vakcode: 8RA00 toetscode 8RA09 Datum: 18-08-2017 Begintijd: 09:00 Eindtijd: 12:00; of 12:30 in geval van verlenging Aantal pagina
Nadere informatie1 (~20 minuten; 20 punten)
HERTENTAMEN BIOCHEMIE (8S135) Prof. Dr. Ir. L. Brunsveld 28-01-2013 09:00 12:00 (totaal 100 punten + 5 bonuspunten) 6 opgaven in totaal + 1 bonusvraag! (aangegeven tijd is indicatie) Gebruik geen rode
Nadere informatieNaam: Studentnummer: Opleiding:..
EINDTETS Biochemie (8RA00) en TENTAMEN Biochemie (8S135) Prof. Dr. Ir. L. Brunsveld 25-06-2014 09:00 12:00 (totaal 100 punten, plus max. 5 extra voor bonus) 6 opgaven in totaal + 1 bonusvraag! (aangegeven
Nadere informatie1 (~20 minuten; 20 punten)
TENTAMEN Moleculaire Cel Biologie (8A840) Prof. Dr. Ir. L. Brunsveld & Dr. M. Merkx 27-01-2012 14:00 17:00 (totaal 100 punten) 6 opgaven in totaal + 1 bonusvraag! (aangegeven tijd is indicatie) Gebruik
Nadere informatieChymotrypsine. Deze heeft een S1 pocket waarin grote, aromatisch zijstaarten passen. Waarschijnlijk past de zijstaart van X daar ook in.
1 Peptiden en eiwitten (~30 minuten; 20 punten) a. Geef de 1-lettercode van de volgende supersnelle, maar recent ook haperende, aminozuursequentie. De sequentie bevat een non-proteïnogeen aminozuur welke
Nadere informatieDe onderstaande aminozuursequentie maakt deel uit van een eiwit dat een rol speelt bij bezuinigingen op onderwijs en onderzoek.
TENTAMEN BIOCHEMIE (8S135) Prof. Dr. Ir. L. Brunsveld 31-10-2012 14:00 17:00 (totaal 100 punten + 5 bonuspunten) 6 opgaven in totaal + 1 bonusvraag! (aangegeven tijd is indicatie) Gebruik geen rode pen!
Nadere informatieANTWOORDEN HOOFDSTUK 6 VAN GEN TOT EIWIT
ANTWOORDEN HOOFDSTUK 6 VAN GEN TOT EIWIT ANTWOORDEN 6.5 /TM 6.8 Codering 1.een juiste aanvulling van het schema : nucleotiden in mrna juist nucleotiden in DNA juist 3 kant en 5 kant bij mrna en DNA juist
Nadere informatieHetzelfde DNA in elke cel
EIWITSYNTHESE (H18) Hetzelfde DNA in elke cel 2 Structuur en functie van DNA (1) Genen bestaan uit DNA Genen worden gedragen door chromosomen Chromosomen bestaan uit DNAmoleculen samengepakt met eiwitten
Nadere informatie- 1 - Microbiologie en Biochemie (MIB-10306) Biochemie deel Vrijdag 29 februari 2008, uur
Microbiologie en Biochemie (MIB-10306) Biochemie deel Vrijdag 29 februari 2008, 9.00-12.00 uur - Begin met het invullen van je naam en registratienummer. - Alle antwoorden moeten op het vragenformulier
Nadere informatie1 Peptiden en eiwitten (~20 minuten; 20 punten)
1 Peptiden en eiwitten (~20 minuten; 20 punten) a. Beschouw bovenstaand peptide, recent van ons heengegaan. Geef de 1-lettercode van de aminozuren in dit peptide.(2p) PRINCE b. Bovenstaande aminozuursequentie
Nadere informatieDNA & eiwitsynthese Oefen- en zelftoetsmodule behorende bij hoofdstuk 16 en 17 van Campbell, 7 e druk December 2008
DNA & eiwitsynthese Oefen- en zelftoetsmodule behorende bij hoofdstuk 16 en 17 van Campbell, 7 e druk December 2008 DNA 1. Hieronder zie je de schematische weergave van een dubbelstrengs DNA-keten. Een
Nadere informatieHumane levenscyclus 1
Humane levenscyclus 1 Genexpressie 2 8 september 2011 Doel: Genexpressie (via welke stappen de informatie die in het DNA is opgeslagen gebruikt kan worden om eiwitten te vormen. Differentiële genexpressie
Nadere informatie94 Transcriptie en vorming van mrna bij prokaryoten en eukaryoten
94 Transcriptie en vorming van mrna bij prokaryoten en eukaryoten Transcriptie bij prokaryoten: Prokaryoten hebben geen celkern, waardoor het DNA los in het cytoplasma ligt. Hier vindt de transcriptie
Nadere informatieTentamen Biochemie,, onderdeel Abrahams, 2e jaar MST, Antwoorden
Tentamen Biochemie,, onderdeel Abrahams, 2e jaar MST, 26-09-2014 Antwoorden 1. Hieronder is de structuur weergegeven van octadecyl rhodamine B chloride. Let op de alifatische (CH 2 ) 17 keten die is veresterd
Nadere informatieDNA & eiwitsynthese (Junior College Utrecht) Vragen bij COO-programma
DNA & eiwitsynthese (Junior College Utrecht) Vragen bij COO-programma De vragen die voorkomen in het COO-programma DNA & eiwitsynthese zijn op dit formulier weergegeven. Het is de bedoeling dat je, als
Nadere informatieHand-out bij de oefen- en zelftoets-module bij hoofdstuk 7 van 'The Molecular Biology of the Cell', Alberts et al.
Centraal Dogma Hand-out bij de oefen- en zelftoets-module bij hoofdstuk 7 van 'The Molecular Biology of the Cell', Alberts et al., 6e druk Mei 2016 Van DNA naar mrna Hier zie je een deel van de sequentie
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Om te kunnen overleven moeten micro-organismen voedingsstoffen opnemen uit hun omgeving en afvalstoffen uitscheiden. Het inwendige van een cel is gescheiden
Nadere informatieDNA & eiwitsynthese Vragen bij COO-programma bij hoofdstuk 11 en 12 Life
DNA & eiwitsynthese Vragen bij COO-programma bij hoofdstuk 11 en 12 Life De vragen die voorkomen in het COO-programma DNA & eiwitsynthese zijn op dit formulier weergegeven. Het is de bedoeling dat je,
Nadere informatieBiochemie van Leven college 6 uit de serie Het Levend Heelal
Biochemie van Leven college 6 uit de serie Het Levend Heelal Nora Goosen Moleculaire Genetica Leids Instituut voor Chemie Universiteit Leiden 1. Introductie Elke vorm van leven op aarde is opgebouwd uit
Nadere informatie1 (~20 minuten; 15 punten)
HERTENTAMEN Moleculaire Cel Biologie (8A840) Prof. Dr. Ir. L. Brunsveld & Dr. M. Merkx 20-04-2012 14:00 17:00 (totaal 100 punten) 6 opgaven in totaal + 1 bonusvraag! (aangegeven tijd is indicatie) Gebruik
Nadere informatieDesoxyribose heeft 5 C-atomen. De fosfaatgroep zit aan het 5e C-atoom en de stikstofbase aan het 1e C-atoom.
Desoxyribose heeft 5 C-atomen. De fosfaatgroep zit aan het 5e C-atoom en de stikstofbase aan het 1e C-atoom. Afbeelding 2. DNA-nucleotide.1 Bij het aan elkaar koppelen van nucleotiden gaat het 3e C-atoom
Nadere informatieHERKANSINGSTENTAMEN Moleculaire Biologie deel 2, 5 Jan 2007
HERKANSINGSTENTAMEN Moleculaire Biologie deel 2, 5 Jan 2007 NAAM: STUDENTNUMMER: CONTROLEER OF DIT TENTAMEN 14 PAGINA S BEVAT. Veel succes! o Je mag de achterkant van het papier ook zo nodig gebruiken,
Nadere informatie1. Welk(e) van de volgende baseparen komt(en) van nature voor in een DNA dubbele helix. Omcirkel deze. C-G
Tentamen Biochemie MST. Deel 2 29 oktober 201 1:0-1:0u (17:00u met handicap) Antwoorden invullen op dit vel. 90 punten is een Den, 0 punten is een 1 Naam: Studentnr: 1. Welk(e) van de volgende baseparen
Nadere informatieTentamen Genetica 22-10-2004 Studentnr:
CONTROLEER OF DIT TENTAMEN 11 PAGINA S BEVAT. Veel succes! Je mag de achterkant van het papier ook zo nodig gebruiken, maar beantwoord vragen 1-6 niet op blaadjes van vraag 7 en de daarop volgende. 1.
Nadere informatieComputer Ondersteund Onderwijs (COO).
Computer Ondersteund Onderwijs (COO). Over DNA en eiwit is er een computer praktikum. Bij dit COO leer je via een interactieve manier omgaan met de stof. Opstarten COO. Ga naar de site van het departement
Nadere informatieBIOLOGIE MOLECULAIRE GENETICA EIWITSYNTHESE VWO KLASSE 6
BIOLOGIE MOLECULAIRE GENETICA EIWITSYNTHESE VWO KLASSE 6 Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Lelydorp [HHS-SGL] ARTHUR A. HOOGENDOORN ATHENEUM - VRIJE ATHENEUM - AAHA Docent: A. Sewsahai DOELSTELLINGEN:
Nadere informatieScheikunde Chemie Overal Hoofdstuk 5 Hoofdstuk 15 Hoofdstuk 18
Scheikunde Chemie Overal Hoofdstuk 5 Hoofdstuk 15 Hoofdstuk 18 Reactietypen Substitutiereactie Een atoom(groep) wordt vervangen door een andere atoomgroep. Bij halogenen gebeurt dat alleen onder straling.
Nadere informatieIntermezzo, De expressie van een eiwit.
Samenvatting Bacteriën leven in een omgeving die voortdurend en snel verandert. Om adequaat te kunnen reageren op deze veranderingen beschikken bacteriën over tal van sensor systemen die de omgeving in
Nadere informatieNaam: Student nummer:
Vraag 1. a. Vergelijk de elektronen transportketen van de ademhaling met de elektronentransport keten van de licht reactie (eventueel met tekening). Geef aan waar ze plaats vinden, wie de elektronen donors
Nadere informatieRondleiding door de cel
Rondleiding door de cel Interactieve opgaven bij de hoofdstukken 5 t/m 8 van Biology, Campbell Deze module behandelt de volgende delen van hoofdstukken van Campbell s Biology : Hoofdstuk 5.4, pagina 77-86:
Nadere informatieWe wensen je veel succes met studeren en het halen van jouw tentamens!
Voorwoord Beste geneeskundestudent, Voor je ligt de samenvatting van Blok 1.1.1 Deel 2 voor de studie geneeskunde. SlimStuderen.nl heeft de belangrijkste informatie uit alle verplichte literatuur voor
Nadere informatieBasisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media
Hoofdstuk 11 Biomoleculen bladzijde 1 Opgave 1 Geef de reactie van de verbranding van glucose (C 6H 12O 6) tot CO 2 en water. C 6H 12O 6 + 6 O 2 6 CO 2 + 6 H 2O Opgave 2 Hoe luidt de reactie (bruto formules)
Nadere informatieFiguur 1. Representatie van de dubbele helix en de structuren van de verschillende basen.
Het DNA molecuul is verantwoordelijk voor het opslaan van de genetische informatie die gebruikt wordt voor de ontwikkeling en het functioneren van levende organismen. Aangezien het de instructies voor
Nadere informatieSAMENVATTING EN ALGEMENE DISCUSSIE
SAMENVATTING EN ALGEMENE DISCUSSIE In dit proefschrift is de activiteit van het Escherichia coli UvrA eiwit bestudeerd met zgn. single-molecule microscopie technieken, waarmee individuele eiwit-complexen
Nadere informatieBOUWSTENEN VAN HET LEVEN
BOUWSTENEN VAN HET LEVEN Pearson Basisboek Biologie 10voorBiologie VWO Hoofdstuk 1 L. Grotenbreg (MSc.) Bouwstenen van het leven Organische moleculen, groot of klein, bevatten chemische energie en zijn
Nadere informatieGEPE. Deeltoets 1 CURSUSJAAR 2015-2016. 28 september 2015. 13.30-16.00 uur
GEPE Deeltoets 1 CURSUSJAAR 2015-2016 28 september 2015 13.30-16.00 uur Naam: (in blokletters) Registratienummer 1. Begin met je naam en overige gegevens in te vullen. 2. Gebruik voor de beantwoording
Nadere informatieTentamen Biochemie MST 25 september 2015 deel 1
Tentamen Biochemie MST september 01 deel 1 Naam: 1:00 1: (1:00 met handicap) deel 1: Eiwi*en (Gesloten boek: alleen potlood/pen & gum, GEEN grafische rekenmachines) 100 punten 16 1a. Teken de chemische
Nadere informatieSTEMPEL DE WEG VAN GEN NAAR EIWIT
A LIFE TYPEFACE STEMPEL DE WEG VAN GEN NAAR EIWIT De eiwitsynthese is één van de belangrijkste processen die zich in de cel afspelen. Eiwitten staan aan de basis van het functioneren van de cel. Wat een
Nadere informatieNaam : Examinator 100% = 10 = 63 punten
Celbiologie 2 (MIB 10306) Biochemie deel Maandag 18 december 2006, 9.00-12.00 uur - Begin met het invullen van je naam en registratienummer. - Alle antwoorden moeten op het vragenformulier worden ingevuld.
Nadere informatieEen rondleiding door de cel (COO 2)
Een rondleiding door de cel (COO 2) Vragen bij de oefen- en zelftoets-module behorende bij hoofdstuk 7 en 8 van Biology, Campbell, 9 e druk Versie 2012-2013 De vragen die voorkomen in het COO-programma
Nadere informatieHANDLEIDING VOOR DOCENTEN Versie september 2011
HANDLEIDING VOOR DOCENTEN Versie september 2011 DNAbAND is aanvankelijk ontwikkeld voor 1 e jaars modules moleculaire biologie binnen de unit Life Sciences and Technology, een samenwerking tussen Hogeschool
Nadere informatieVermeld op ieder antwoordvel je naam en studentnummer
ertentamen MC 15-08-2013 9:00 uur 12:00 uur Vermeld op ieder antwoordvel je naam en studentnummer pgave 1 D-Apiose is een typische suiker, die alleen in planten voorkomt. et wordt gesynthetiseerd vanuit
Nadere informatieAminozuren Kleine stukjes eiwit kunnen de celwand van een bacterie sterker maken. Eiwitten zijn opgebouwd uit aminozuren.
Activiteit 5 Peptidebindingen en Penicilline Aminozuren Kleine stukjes eiwit kunnen de celwand van een bacterie sterker maken. Eiwitten zijn opgebouwd uit aminozuren. In de natuur komen ongeveer 100 verschillende
Nadere informatieTentamen Celbiologie. DATUM TIJD 14 tot 17 uur ZAAL N109 Wentgebouw. Beantwoord elk onderdeel op een apart vel. Veel succes!
Tentamen Celbiologie DATUM 19-11-2004 TIJD 14 tot 17 uur ZAAL N109 Wentgebouw. Dit tentamen bestaat uit onderdelen: - Onderdeel 1 bestaat uit twee vragen (vraag 1-2) 20 punten - Onderdeel 2 bestaat uit
Nadere informatieNederlandse samenvatting voor geïnteresseerden buiten het vakgebied
Nederlandse samenvatting voor geïnteresseerden buiten het vakgebied Met dit proefschrift ga ik promoveren in de biochemie. In dit vakgebied wordt de biologie bestudeerd vanuit chemisch perspectief. Het
Nadere informatieStudentnummer: Schrijf je naam en studentnummer op elk vel. Omcirkel het juiste antwoord.
Naam: Studentnummer: FLP1 Tentamen 31 05 2013, 14:00 17:00h Dit tentamen bestaat uit 25 opgaven op 6 bladzijden. Schrijf je naam en studentnummer op elk vel. Omcirkel het juiste antwoord. Je mag boek,
Nadere informatieMembranen, membraantransport en cytoskelet Versie 2015
Membranen, membraantransport en cytoskelet Versie 2015 Vragen bij COO over hoofdstuk 11, 12 en 17 van Alberts Essential Cell Biology, 4e druk Membranen 1. Je wordt gevraagd een kunstmatige membraan te
Nadere informatieSignaaltransductie versie
Signaaltransductie versie 2015-2016 Vragen bij COO over hoofdstuk 16 van Alberts Essential Cell Biology, 4e druk De vragen die voorkomen in het COO-programma zijn op dit formulier weergegeven. Het is de
Nadere informatie4. Een heeft een zowel een gunstig patroon van waterstofbruggen en φ en ψ waarden die binnen het toegelaten gebied van een Ramachandran diagram vallen
1. Dialyse gebruikt een semipermeable membraan die: a. Kleine moleculen en water tegenhoudt maar eiwitten doorlaat b. Eiwitten scheidt op basis van hun lading c. Eiwitten scheidt op basis van hun densiteit
Nadere informatieEindexamen scheikunde 1 vwo 2006-II
4 Beoordelingsmodel ollageen 1 et antwoord kan als volgt zijn genoteerd: 3 S 2 2 2 2 2 N N 2 N peptidebindingen juist getekend 1 het begin van de structuurformule weergegeven met N met N met N en het einde
Nadere informatieDiagnostische toets Van HIV tot AIDS?
Diagnostische toets Van HIV tot AIDS? Moleculen 1. Basenparing In het DNA vindt basenparing plaats. Welke verbinding brengt een basenpaar tot stand? A. Peptidebinding B. Covalente binding C. Zwavelbrug
Nadere informatieGrootste examentrainer en huiswerkbegeleider van Nederland. Biologie. Trainingsmateriaal. De slimste bijbaan van Nederland! lyceo.
Grootste examentrainer en huiswerkbegeleider van Nederland Biologie Trainingsmateriaal De slimste bijbaan van Nederland! lyceo.nl Traininingsmateriaal Biologie Lyceo-trainingsdag 2015 Jij staat op het
Nadere informatieSamenvatting. Figuur 1. Algemene structuur van een nucleotide (links) en de structuren van de verschillende basen (rechts).
DA is het molecuul dat in levende organismen alle genetische informatie bevat. et komt doorgaans voor als een dimeer van twee complementaire nucleotide-polymeren, waarbij de individuele nucleotiden in
Nadere informatieRondleiding door de cel
Rondleiding door de cel Vragen bij deoefen- en zelftoets-module behorende bij hoofdstuk 5, 6 en 7 van Biology, Campbell, 7 e druk juli 2007 Introductie Deze module behandelt de volgende delen van hoofdstukken
Nadere informatievwo eiwitsynthese 2010
vwo eiwitsynthese 2010 Aan- en uitzetten van genen Escherichia coli leeft in de dikke darm van onder andere de mens. Deze bacterie heeft vijf structurele genen die coderen voor enzymen die betrokken zijn
Nadere informatieWelke van de bovenstaande celorganellen of levensprocessen kunnen zowel in prokaryote, als in eukaryote cellen voorkomen?
Biologie Vraag 1 Celorganellen en levensprocessen bij levende cellen zijn: 1. Ribosomen 2. ATP synthese 5. DNA polymerase 3. Celmembranen 6. Fotosynthese 4. Kernmembraan 7. Mitochondria Welke van de bovenstaande
Nadere informatieBioinformatica tentamen D2 voor 2MNW op maandag 30/05/2005 van 13:30-16:30 in Q105
Bioinformatica tentamen D2 voor 2MNW op maandag 30/05/2005 van 13:30-16:30 in Q105 Naam: Studentnummer: NB: er zijn extra vellen achteraan bijgevoegd die je kunt gebruiken om antwoorden verder uit te werken,
Nadere informatiea) Teken molecuul I op het antwoordblad en omcirkel alle stereocentra.(5)
Hertentamen Bio-organische Chemie (8RB19) Maandag, 30 juni, 2014, 14:00 17:00 (3 uur) Bij het begin van elke opgave staat het aantal punten dat te verdienen is en de geadviseerde tijdsbesteding. Er zijn
Nadere informatieAfsluitende les. Leerlingenhandleiding. Wat voor eiwit ben jij? (Basis)
Afsluitende les Leerlingenhandleiding Wat voor eiwit ben jij? (Basis) Deel 1 In het DNA ligt het erfelijk materiaal van een organisme in code opgeslagen. Deze code is opgebouwd uit vier nucleotiden: adenosine
Nadere informatieUITWERKING CCVS-TENTAMEN 21 juli 2017
UITWERKING CCVS-TENTAMEN 21 juli 2017 Frank Povel NB. Deze uitwerking is door mij gemaakt en is niet de uitwerking die de CCVS hanteert. Er kunnen dan ook op geen enkele wijze rechten aan deze uitwerking
Nadere informatieANORGANISCHE STOFKLASSEN
ANORGANISCHE STOFKLASSEN 1. ATOMEN... 3 1.1. STRUCTUUR VAN HET ATOOM...3 1.2. DE ELEKTRONCONFIGURATIE...4 2. STOFFEN EN MENGSELS...5 2.1. ZUIVERE STOFFEN... 5 2.1.1. Soorten zuiveren stoffen...5 2.1.2.
Nadere informatievan de cel Bioinformatica het probleem Inleiding Medisch Technische Wetenschappen Bioinformatica Deel 1 Celbiologie Elementaire celbiologie
Bioinformatica het probleem Inleiding Medisch Technische Wetenschappen Bioinformatica Deel 1 Michael Egmont-Petersen Watisdebetekenis [in brede zin] van het menselijk genome? Welke structuur hebben de
Nadere informatieSamenvatting Biologie B2
Samenvatting Biologie B2 Samenvatting door Jacco 2000 woorden 22 mei 2018 10 1 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou 1. Wat kun je doen met DNA DNA bevat eigenschappen over een organisme.
Nadere informatie2,4. Samenvatting door R woorden 5 maart keer beoordeeld. Biologie voor jou. Stofwisseling Biologie. Atomen en Moleculen
Samenvatting door R. 1478 woorden 5 maart 2014 2,4 30 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Stofwisseling Biologie Atomen en Moleculen -Stof à moleculen à atomen (in kleine hoeveelheden
Nadere informatieTentamen Farll. 20 December 2006 15.15-17:15
Tentamen Farll 20 December 2006 15.15-17:15 zaal 5201/5203 Belangrijk: Beantwoord vragen 1 t/m 5 op dezelfde antwoordformulier~. Beantwoord vragen 6 t/m 8 op een.9q9i! antwoordformulier. let op etk antwoordformulier
Nadere informatieDNA: een allesomvattend begrip voor het leven
DNA: een allesomvattend begrip voor het leven 1 INHOUD Inhoud... 2 Les 1 Algemene informatie over DNA, TRANSCRIPTIE en TRANSLATIE... 4 1.1 DNA... 4 1.2 Transcriptie: Van DNA naar RNA... 6 1.3 Translatie:
Nadere informatieTranscriptie en de Genetische code
Transcriptie en de Genetische code DNA getranscripteerd tot RNA, 3 grote groepen mrna: codeert voor proteïnen rrna: onderdeel van de Ribosomen trna: koppeling tussen AZ en het mrna De informatieflow gaat
Nadere informatieProteomics. Waarom DNA alleen niet genoeg is
Proteomics Waarom DNA alleen niet genoeg is Reinout Raijmakers Netherlands Proteomics Centre Universiteit Utrecht, Biomolecular Mass Spectrometry and Proteomics Group Van DNA naar organisme Eiwitten zijn
Nadere informatieNederlandse samenvatting voor geïntereseerden buiten dit vakgebied
Hoofdstuk 8 Nederlandse samenvatting voor geïntereseerden buiten dit vakgebied Alle levende wezens zijn opgebouwd uit cellen. Het menselijk lichaam heeft er 10 14 oftewel rond de 100 biljoen, terwijl bacteriën
Nadere informatieNederlandse samenvatting
In dit hoofdstuk zal ik voor niet-ingewijden uitleggen wat ik tijdens mijn promotie-onderzoek heb bestudeerd en wat de resultaten en perspectieven van het onderzoek zijn. Elk levend organisme bestaat uit
Nadere informatieEen rondleiding door de cel (COO 2)
Een rondleiding door de cel (COO 2) Vragen bij de oefen- en zelftoets-module behorende bij hoofdstuk 6 en 7 van Biology, Campbell, 10 e druk Versie 2014-2015 De vragen die voorkomen in het COO-programma
Nadere informatieDeze drie stappen vormen een cyclus die 25-40 keer herhaald wordt (Fig. 7.1.).
Hoofdstuk 7 Polymerase ketting reactie De polymerase ketting reactie (PCR) is een snelle in vitro methode voor de selectieve amplificatie van een specifiek geselecteerd deel van een DNA-sequentie. Dit
Nadere informatieHet menselijk genoom. Inleiding Medisch Technische Wetenschappen. Bioinformatica Deel 2. Gevouwen chromosoom. X chromosoom DNA.
Het menselijk genoom Het menselijk genoom (DN) bestaat uit: Mega Basenparen (MB),,, C,. Inleiding Medisch echnische Wetenschappen Bioinformatica Deel Michael Egmont-Petersen Het menselijk DN is ingedeeld
Nadere informatieDNA, RNA en eiwitten: rules and regulations
DA, RA en eiwitten: rules and regulations met een uitgebreide toelichting VW, scheikunde Marnix College Ede DA, RA en eiwitten: rules and regulations G..F. urenkamp, 2007 SAMEVATTIG AFSPRAKE DA, RA, AMIZURE
Nadere informatieBioinformatica tentamen D1 voor 2MNW, 3I, 3PHAR op vrijdag 31 maart 2006 van uur in zaal Q105
Bioinformatica tentamen D1 voor 2MNW, 3I, 3PHAR op vrijdag 31 maart 2006 van 8.45-10.45 uur in zaal Q105 NB: er zijn extra vellen achteraan bijgevoegd die je kunt gebruiken om antwoorden verder uit te
Nadere informatieSTEMPEL DE WEG VAN GEN NAAR EIWIT
A LIFE TYPEFACE STEMPEL DE WEG VAN GEN NAAR EIWIT De eiwitsynthese is één van de belangrijkste processen die zich in de cel afspelen. Eiwitten staan aan de basis van het functioneren van de cel. Wat een
Nadere informatiePeriode 9 - deel 1 MOLECULAIRE GENETICA
Periode 9 - deel 1 MOLECULAIRE GENETICA Lesstof PW9 Toets 9.1 Boek: Biologie voor het MLO (zesde druk) Hoofdstuk 5 Biomoleculen blz. 89 t/m 106 Hoofdstuk 11 Klassieke genetica blz. 224 t/m 227 Hoofdstuk
Nadere informatieSamenvatting en algemene discussie Het DNA, de drager van alle genetische informatie, wordt constant bedreigd door verschillende factoren.
152 Samenvatting en algemene discussie Het DNA, de drager van alle genetische informatie, wordt constant bedreigd door verschillende factoren. Door een reactie met het DNA veranderen deze factoren de moleculaire
Nadere informatieGENOMISCH KOOKBOEK LEERLINGENHANDLEIDING
GENOMISCH KOOKBOEK LEERLINGENHANDLEIDING LEERLINGENHANDLEIDING GENOMISCH KOOKBOEK 1 HOOFDSTUK 1 DNA EN DE ROL VAN RNA BIJ TRANSCRIPTIE 1.1 Hieronder zie je een vak met daarin de begrippen DNA en RNA. Maak
Nadere informatieMoleculaire mechanismen. De connectie tussen interacties van eiwitten en activiteiten van cellen
Moleculaire mechanismen De connectie tussen interacties van eiwitten en activiteiten van cellen The Hallmarks of Cancer Hanahan and Weinberg, Cell 2000 Niet afhankelijk van groei signalen Apoptose ontwijken
Nadere informatieUitwerkingen Bio-organische Chemie Werkcollege 1. 1. Hoeveel protonen, neutronen en elektronen hebben de volgende elementen:
Uitwerkingen Bio-organische hemie Werkcollege 1 1. oeveel protonen, neutronen en elektronen hebben de volgende elementen: a. 39 K 19 c. 13 6 b. 32 S 16 d. 200 g 80 a. 19 protonen, 19 elektronen, 20 neutronen.
Nadere informatieNederlandse Samenvatting
9 Beta2-glycoproteïne I ( ), ook wel bekend als apolipoproteine H (apoh), is een membraanadhesie eiwit dat in plasma circuleert (100-300 μg/ml) in een vrije- en een gebonden vorm. De molecuulmassa van
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting De rol van proteïne kinase A in de vorming van galkanaaltjes door levercellen Een mens is opgebouwd uit cellen. Iedere cel is omgeven door een membraan die de inhoud van de cel
Nadere informatieEen verhaal van twee eiwitten: de functies van YidC en YidD in de vorming van membraaneiwitten in de bacterie Escherichia coli.
Nederlandse samenvatting Een verhaal van twee eiwitten: de functies van YidC en YidD in de vorming van membraaneiwitten in de bacterie Escherichia coli. Inleiding Bacteriën zijn eencellige micro-organismen
Nadere informatieTentamen BIOCHEMIE. (MST-BCH-0708FWN dinsdag 29 januari 2008)
Tentamen BIOCHEMIE (MST-BCH-0708FWN dinsdag 29 januari 2008) Enzymkinetiek en Signaaltransductie 1a Geef twee redenen waarom de snelheid v 0 van een enzymgekatalyseerde reactie S P wordt gemeten op t =
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting
Samenvatting De Gram-negatieve bacterie Escherichia coli wordt omgeven door twee membranen, namelijk een binnenmembraan en een buitenmembraan, die van elkaar gescheiden zijn door het periplasma (Fig. 1,
Nadere informatieExamen structurele bioinformatica Naam:
1. Uit welke onderdelen bestaat elk aminozuur? Leg kort uit waarvoor ze verantwoordelijk zijn (vanuit structureel oogpunt). centraal koolstofatoom (C α ) amino groep (NH 2 ) => peptidebinding carboxyl
Nadere informatieNaam: Studentnummer: Opleiding:..
TENTAMEN Moleculaire Cel Biologie (8A840) Prof. Dr. Ir. L. Brunsveld & Dr. M. Merkx 24-01-2014 9:00 12:00 (totaal 100 punten, plus max. 5 extra voor bonus) 6 opgaven in totaal + 1 bonusvraag! (aangegeven
Nadere informatiescheikunde vwo 2017-I
PAL 1 maximumscore 1 NH 3 2 maximumscore 4 Een juist antwoord kan als volgt zijn weergegeven: de restgroepen juist weergegeven en 1 de peptidebindingen juist weergegeven en de rest van de structuurformule
Nadere informatieVragen bij deoefen- en zelftoets-module behorende bij hoofdstuk 2, 3, 4 en 5 van Unit 1 van Biology, Campbell,10 e druk Versie
Chemie van het leven Vragen bij deoefen- en zelftoets-module behorende bij hoofdstuk 2, 3, 4 en 5 van Unit 1 van Biology, Campbell,10 e druk Versie 2014-2015 Chemische achtergrond van leven 1. Atoomnummer
Nadere informatieGenoom=de complete set aan informatie in het DNA van een organisme Template=de streng waar de nieuwe complementaire streng op wordt gebouwd
Hoofdstuk 4 Blz. 197 Waterstofbruggen houden de 2 DNA kettingen aan elkaar, de waterstofbruggen vormen O..H en N..H Nucleotides bestaan uit een 5 C-suiker met 1 of meer fosfaatgroepen en een N-base (A,T,C,G)
Nadere informatie