KLAS: V3 VAK: Nederlands 2019/2020 Week Van af. Leerdoel/inhoud/stof/onderwerp/onderdeel/t oets. Opmerking jaarplanning. overig.

Transcriptie

1 KLAS: V3 VAK: Nederlands 2019/2020 Week Van af Opmerking jaarplanning Leerdoel/inhoud/stof/onderwerp/onderdeel/t oets Docentenactiviteit Leerlingactiviteit aug 20 augustus 20 augustus Eerste uur mentorles (alle klassen) Instructie1.1 fictie en non-fictie, verhaalpersonen. Bespreken 1.1 opdr. 3 t/m 5. Opstart 1.2: herhalen grammatica. Benodigdheden elke les: Boek Talent, A4-schrift, snelhechter, rode en blauwe/zwarte pen, potlood, gum en liniaal. De ll. kent, herkent en gebruikt de begrippen perspectief, round character, flat character en type. De ll. herkent en benoemt de woordsoorten. Lezen verhaalfragment. maken 1.1 opdr. 3 t/m 5. Maken 1.2 opdr. 3, 5, 6 en 7. Zoek een krantenbericht en onderstreep en benoem de volgende woordsoorten: 3x hww, 2x kww, 3x zww, 5x lw, 5x bnw, 3x tw, 5x vz. overig Leesboek 1 opgeven aug Bespreken 1.2 Herhalen zinsdelen. Samen zinnen oefenen op bord. De ll. herkent en benoemt de zinsdelen De ll. kent de spellingsregels ww. tt/vt en kan deze toepassen.

2 36 2 sep 37 9 sep september Brugklas intro 12 september Introductieacti viteit onderbouw Instructie 1.3 spellingsregels pv tt en vt. Instructie alle/allen en accenten. Bespreken 1.2 opdr.11en 13 Bespreken 1.3 Instructie 1.4 leesstrategieën en uiteenzetting. Nakijken opdrachten 1.2 Maken opdr. 11 en 13. Oefenen met zinsdelen op www. Cambiumned.nl De ll. kent de regels voor de persoonsvorm in tt en vt. De ll.weet wanneer bij een vnw. een -n moet worden geplaatst en weet wanneer er accenten moeten komen. Nakijken en bespreken opdr. 1.2 opdr.11 en 13. Maken 1.3 opdr.1 t/m 8 De ll. weet welke leesstrategieën er zijn en kan deze toepassen. De ll. weet wat het doel is van een uiteenzetting en hoe deze is opgebouwd. Nakijken 1.3 Verzin 5 dicteezinnen waarin de theorie van 1.3 aan de orde komt. Leerlingen dicteren en corrigeren tweeaan-twee elkaars zinnen. Maken 1.4 opdr. 1 t/m 6 Maken 1.4 leestaak opdr.9 t/m 14 Dictee opgeven sep Bespreken opdr.1.4 Lesoel: Dictee H1

3 39 23 sep sep Instructie 1.5 : als/dan, zij/hun/hen, omdat/doordat, te wijten aan/te danken aan. Instructie vrwl en mnl achtervoegsels Bespreken opdr. 1.5 Bespreken 1.7 Instructie 1.8 enquête maken. Uitleg 1.9 poëzie Herhalen theorie H1 en waar nodig extra individuele instructie. De ll. weet wanneer hij als/dan. zij/hun/hen, omdat/doordat en te wijten aan/te danken aan moet gebruiken. De ll. kent vrouwelijke en mannelijke achtervoegsels. Uitbreiding van de woordenschat. Nakijken opdr. 1.4 Maken 1.5 opdr. 3 en 4 Maken 1.7 opdr. 1 t/m 6 Nakijken opdr.1.5 De ll weet hoe hij een enquête moet voorbereiden. De ll.weet hoe hij een enquêteformulier moet maken. De ll.kent de vaak gestelde vraagtypen horend bij een enquête. De ll.weet waaraan hij een gedicht kan herkennen en kent en herkent de begrippen beeldspraak en enjambement. Nakijken opdr.1.7 Maken 1.8 opdr. 1 t/m 6 (enquête maken!) Maken 1.9 opdr.1 t/m 4 De lln. kent de samenvatting van H1. Maken: Test jezelf. Opgeven test H1

4 41 7 sep 11 oktober 11 oktober Vanaf 6 e uur vrij Lezen stimuleren Instructie 2.1 realistische en nietrealistische verhalen Leren H1 Lezen in leesboek De ll. heeft plezier in het lezen van fictie Ll. weet wat realistische- en nietrealistische verhalen zijn. Ll. weet wat mythen, sagen, sprookjes en legenden zijn en kan hiervan voorbeelden geven. Test H1 Lezen. Lezen verhaalfragment 2.1 Maken opdr. 2 t/m okt okt okt Herfstvakantie 21 oktober (ovb) studiemiddag Instructie 2.2 woordsoorten Bespreken opdr.2.1 Vertel-les gelezen boek Instructie 2.2 enkelvoudige en samengestelde zin, onderschikking en nevenschikking, Ll. kent het voornaamwoordelijk bijwoord Ll. kent de voornaamwoorden en voegwoorden Nakijken 2.1 Maken 2.2 opdr. 1 t/m 5. Uit opdr. 3 kiest de ll. 4 zinnen om te maken. Les gelezen boek (meenemen) Ll. herkent enkelvoudige en samengestelde zinnen en herkent een onderschikking en een nevenschikking. Leesboek 1 uit

5 onderwerpzin, lijdend voorwerpzin en bijwoordelijke bijzin. Bespreken 2.2 Bespreken van enkele zelfbedachte zinnen. Ll. kan in een onderschikking de hoofdzin en de bijzin bepalen. Ll. kan de hoofdzin volledig benoemen d.m.v. dakpannetjes en kan een onderwerpzin, een lijdend voorwerpzin, en een bijwoordelijke bijzin aangeven. Nakijken 2.2 Maken opdr. 7 t/m 12 (a t/m d). Opdr. 12 met dakpannetjes ontleden. Maak zelf 3 samengestelde zinnen: één met een onderwerpzin, één met een lijdend voorwerpzin en één met een bijwoordelijke bijzin. Elkaars zinnen ontleden in tweetallen of in een groepje nov Start periode 2 Instructie 2.3: voltooid deelwoord, tegenwoordig deelwoord en de meervoudsvormen van zelfstandige naamwoorden. Bespreken opdr.2.2 en 2.3 Coördineer de opdracht Vragen maken bij het krantenartikel. Ll. weet wat een voltooid deelwoord is. Ll. weet wat een tegenwoordig deelwoord is. Ll. kan meervouden maken van zelfstandig naamwoord. Ll. kent het verschil tussen tekstdoel en tekstsoort. Ll. kent en herkent de tekstvormen: informatieve, betogende, activerende en amuserende teksten. Ll. weet wat een nieuwsbericht is. Nakijken 2.2

6 46 11 nov nov Instructie 2.5 argumenteren en leesbare zinnen schrijven. Filmpje pleonasme en tautologie laten zien. Instructie enqueteverslag Bespreken 2.5 en 2.7 Maken 2.3 opdr. 1 t/m 12 Nakijken 2.3 Maken 2.4 opdr. 1 t/m 3 en 7 t/m 12 Knip een artikel uit een landelijke krant en plak dit op A4-papier. Onderstreep van elke alinea de kernzin en maak 4 open vragen over de tekst en 1 meerkeuze vraag. Wissel tekst en vragen met je buurman/-vrouw, lees deze tekst en beantwoord de vragen. Bespreek als je allebei klaar bent de antwoorden. De ll. (her)kent verschillende soorten argumenten en kan deze toepassen in een betoog. De ll. kan in een tekst leesbare, niet te lange zinnen schrijven. De ll. herkent een tangconstructie en kan deze verbeteren. Uitbreiding woordenschat. Opdr. 2.4 in duo s bespreken. Maken 2.5 opdr. 2 t/m 4 Nakijken 2.5 Maken 2.7 opdr. 1 t/m 4 N.a.v het filmpje maken ll. 2.7 opdr. 5 t/m 7 De ll. kan een scoreformulier maken en kan een enqueteverslag schrijven. Test leesvaardigheid H1/2 opgeven Test leesvaardig heid H1/2

7 48 25 nov 49 2 dec 25 november Deadline rapport 2 december Rapportverga dering vanaf 13:30 uur 3 december Rapportverga dering vanaf 13:30 uur Bespreken 2.9 gedicht. Instructie 3.1 verhaalprobleem, spanning en verhaalruimte Bespreken 3.1 Instructie 3.2 betrekkelijk voornaamwoord, bijvoeglijke bepaling en bijvoeglijke bijzin. Herhalen samengestelde zin en bijvoeglijke bijzin. Bespreken 3.2 Instructie 3.3 tegenwoordig deelwoord/voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord. Nakijken 2.5 en 2.7 Maken 2.8 opdr. 2, 5 en 6 (enqueteverslag) Lezen en bespreken 2.9 gedicht Maken relevante opdrachten Test Jezelf. De ll. weet wat een vertelstandpunt, verhaalprobleem, spanning en verhaalruimte is. De ll. kan een betrekkelijk voornaamwoord en de bijvoeglijke bepaling benoemen in een zin. Doen; Lezen 3.1 tekst 1 en 2 (of andere tekst van de docent) Maken 3.1 opdr. 2 t/m 6 Nakijken 3.1 Maken 3.2 opdr. 2 en 5 (zin a,b,g,h,i,j met dakpannetjes) Lezen in eigen leesboek. De ll. kan de bijvoeglijke bijzin herkennen. De ll. kent het tegenwoordig deelwoord als bijvoeglijke naamwoord. De ll. weet waar hij hoofdletters moet plaatsen. De lln. kijken in duo s 3.2 opdr. 2 en 5 na. De ll. maken 3.2 opdr. 7 en 10 (met dakpannetjes) PD 1 Dictee H 1 t/m 3 opgeven.

8 50 9 dec dec 4 december (ovb) 13:30 uur studiemiddag Vrijdag 20 december Alleen 1 e, 2 e, 3 e les Daarna kerstactiviteit Instructie gebruik van hoofdletters. Bespreken 3.3 Instructie 3.4 tekstverbanden en functies van tekstgedeelten. Bespreken 3.4 Instructie 3.5 beoordeling, tussentitels, incongruentie. Bespreken 3.5 Instructie 3.7 stijlfiguren aan de hand van filmpje Kerstvakantie dec 1 30 dec Kerstvakantie 2 6 jan Bespreken 3.7 en 3.8 Instructie meningvormende Nakijken. 3.2 opdr. 7 en 8 Maken 3.3 opdr. 1 t/m 7 Hoofdletters plaatsen in uitgedeelde tekst. De ll. (her)kent verschillende tekstverbanden. De ll. (her)kent functies van tekstgedeelten. Nakijken 3.3 Maken 3.4 opdr. 1 t/m 5 en 7 t/m 12 Uitbreiding woordenschat. De ll. kan incongruentiefouten herkennen. De ll. vergroot zijn woordenschat. De ll. kent de stijlfiguren hyperbool, eufemisme, understatement en litotes. Nakijken 3,4 Maken 3.5 opdr. 1, 5 en 6 Evt. uitvoeren schrijftaak blz Maken 3.7 opdr. 1 t/m 8 De ll. leert kritisch kijken naar internetinformatie. Dictee H 1 t/m 3 Opgeven: (auto)biografie. Test H 2-3 opgeven.

9 3 13 jan discussie. (zie instructiepapier) Samenstellen van de discussiegroepen. Bespreken 3.9 gedicht. Ll ondersteunen bij het voorbereiden van de discussie. Indeling maken voor de discussierondes. De ll. leert kritisch zoeken naar artikelen. De ll. (her)kent een metafoor en personificatie Nakijken 3.7 Maken 3.8 opdr. 1 en 2 De ll. kiest een onderwerp en gaat artikelen zoeken voor de meningvormende discussie. De ll bedenkt met zijn groepje de stelling. De ll. maakt 3.9 opdr. 2 en 4. Maken relevante opdrachten Test jezelf. De ll. bereidt de meningvormende discussie voor in groepjes. De ll. gaat verder met artikelen zoeken, De ll gaat voor- en tegenargumenten verzamelen De ll gaat in zijn groep de discussie oefenen jan Begeleiden van de discussierondes Beoordelen van de discussies De ll. kan duidelijk zijn mening geven over het gekozen onderwerp en deze goed onderbouwen met diverse argumenten. De ll. kan luisteren naar de ander en de standpunten van de ander samenvatten en wegen. Test H 2-3 Cijfer discussie/ mapje

10 5 27 jan 30 januari (ovb) 13:30 uur studiemiddag 6 3 feb Instructie 4.1 vertelperspectief en tijd. Bespreken opdr. 4.1 Vertel-les (auto)biografie a.d.h.v. vragenlijst feb De ll kan aan de hand van een feedbackformulier een ander beoordelen. Zie week 4 Zie week 4 OPM: Elk groepje levert een snelhechter in met de stelling, de artikelen, de argumenten, de feedbackformulieren en de persoonlijke evaluatie. De ll. weet wat een alwetend/nietalwetend perspectief is. De lln. weet wat tijd in een verhaal doet. De ll. kan een samenvatting geven van zijn gelezen (auto)biografie en hierop een verhaalanalyse toepassen. De ll. kent de vormen van het betrekkelijk voornaamwoord. De ll. weet wat een bijvoeglijke bepaling is. Maken 4.1 opdr. 2 en 4 t/m 6 Nakijken 4.1 Vertel-les (auto)biografie a.d.h.v. vragenlijst. Lezen theorie p. 145 en 146 Maken 4.2 opdr. 2, 3, 4, 6 Instructie 4.2 wie/wat,die/dat en gezegdezin Behandelen 4.2 alle opdrachten. De ll. kent de vormen van het betrekkelijk voornaamwoord. De ll. weet wat een bijvoeglijke bepaling is. Cijfer discussie/ mapje (auto)biografie uit Boek opgeven: over WO2 of historische roman.

11 8 17 feb 21 februari studiemiddag (geen lessen) Instructie 4.3 werkwoordspelling a.d.h.v. schema en koppelteken, trema en apostrof. Bespreken Voorjaars feb vakantie 10 2 feb Instructie 4.4 Betoog, soorten argumenten en kritisch lezen van een betoog. Nakijken en bespreken opdr. 4.4 Instructie schrijven van een betoog. De ll. kan de bijvoeglijke bijzin en de gezegdezin herkennen en in een samengestelde zin benoemen. Nakijken 4.2 opdr. 2,3,4,6 Maken: 4.2 opdr. 8 en 9 t/m 12. Van elke opdracht drie zinnen maken. Nakijken 4.2 De ll. herkent en benoemt de werkwoordsvormen. De ll. weet wanneer hij koppelteken, trema en apostrof moet gebruiken. Maken 4.3 opdr. 1 t/m 9 Nakijken opdr. 4.3 De ll. weet wat een betoog is De ll. weet wat objectieve en subjectieve argumenten zijn, kan deze herkennen en benoemen. De ll. kan een betoog kritisch lezen. De ll. kan een betoog schrijven Maken 4.4 opdr. 1, 2, 6 Maken opdr. leestaak 9 t/m 15 (wordt gezamenlijk nagekeken als proeftoets). Nakijken alle opdr. 4.4 Opgeven test leesvaardigheid H 3-4

12 11 9 mrt Instructie 4.5 foutieve opsomming en foutieve samentrekking. Begeleiden ll. bij schrijven en beoordelen betoog Bespreken opdr. 4.5 Betoog schrijven De ll. weet wat een foutieve opsomming en foutieve samentrekking is en kan deze verbeteren. Maken 4.5 opdr. 4 t/m 7 Verder schrijven aan het betoog. Nakijken opdr. 4.5 Lln. kijken a.d.h.v. checklist elkaars betoog na. Ll. kan m.b.v. checklist zijn betoog herschrijven. Test leesvaardig heid H3/ mrt mrt 16 maart Deadline invoeren gegevens Magister 23 maart 26 maart Rapportverga deringen Instructie 4.8 Actuele DocumentatieBank en Krantenbank. Bespreken opdr. 4.7 en 4.8 Instructie 5.1 beoordelingsargument en en verhaaleinde. Uitbreiding woordenschat. De ll, (her) kent de stijliguren contaminatie en herhaling. De ll. weet wat de Actuele DocumentatieBank en Krantenbank is en kan hiermee werken. Maken 4.7 opdr. 1 t/m 7 Maken 4.8 opdr. 2 t/m 4 Nakijken opdr. 4.7 em 4.8 Maken relevante opdrachten Test Jezelf. De ll. kent de verschillende beoordelingsargumenten PD2 Boek over WO 2 of historische roman uit

13 14 30 mrt Vanaf 13:30 uur Bespreking/vertel-les gelezen boeken. Bespreken opdr. 5.1 Instructie 5.2 de meewerkendvoorwerp zin en de voorzetselvoorwerpzin Bespreken opdr apr Instructie 5.3 werkwoordsvormen in samengestelde zinnen. De ll. kent de soorten verhaaleinde en kan deze benoemen. De ll. ervaart dat leesgereedschap inzicht in het te lezen boek kan bevorderen en leesplezier kan vergroten. Maken 5.1 opdr. 1 t/m 4 Zoek een recensie over het door jou gelezen boek en geef aan waar je het wel en niet mee eens bent. Vertel-les gelezen boek. De ll. herkent een meewerkendvoorwerpzin en kan een samengestelde zin met deze bijzin ontleden. De ll. herkent een voorzetselvoorwerpzin en kan een samengestelde zin met deze bijzin ontleden. Nakijken opdr. 5.1 Maken 5.2 opdr. 6, 8, 10. Maken opdr 11: met tekentjes ontleden. Hierbij de hoofdzin ontleden en de bijzin in zijn geheel benoemen. Nakijken opdr. 5.2 De ll. herkent de verschillende werkwoordsvormen in de samengestelde zin. Dictee H 4/5 opgeven.

14 Instructie tussenletters in samenstellingen. Bespreken opdr. 5.3 Bespreken proeftoets. De ll. heeft kennis van tussenletters in samenstellingen en kan samengestelde woorden op de juiste wijze schrijven. De ll. weet wat een beschouwing is, welke kenmerken deze heeft en kan deze herkennen. Maken 5.3 opdr. 3,4 en 5 Oefenen met werkwoordspelling. Nakijken 5.3 en gemaakte extra oefeningen. Proeftoets maken en nakijken apr Strabrecht week (geen toetsen) 13 april Tweede Paasdag Instructie 5.4 herhaling tools begrijpend lezen en beschouwing. Bespreken opdr. 5.4 De ll. weet wat een beschouwing is. De ll. herkent een foutieve beknopte bijzin en kan deze corrigeren. Maken 5.4 opdr. 7 t/m 12 Nakijken 5.4 Dictee H 4/ apr apr 19 4 mei Meivakantie Meivakantie 4 mei studiemiddag (geen lessen) Instructie 5.5 foutieve beknopte bijzin. De ll. herkent een foutieve beknopte bijzin en kan deze corrigeren. 5 mei vrij

15 Instructie beschouwing schrijven. De ll. weet hoe hij een beschouwing moet schrijven. Doen; Maken 5.5 opdr. 5 Nakijken 5.5 opdr. 5 Maken 5.5 opdr en 8 (beschouwing schrijven) Elkaars producten beoordelen m.b.v feedbackformulier mei mei 21 mei hemelvaarts dag (vrij) 22 mei vrij Instructie stijlfiguren gedicht. Bespreken gedicht. Bespreken opdr. 5.7 Samen bespreken 5.9 gedicht. Instructie 5.8 onderwerp zoeken, hoofd- en deelvragen maken. Bespreken opdr. 5.8 De ll. kent de aangeboden woorden, spreekwoorden en uitdrukkingen. De ll. (her)kent de stijlfiguren tegenstelling, paradox, hyperbool en herhaling Doen; Maken 5.7 opdr. 1 t/m 8 Samen bespreken 5.9 gedicht. Nakijken opdr.5.7 De ll. weet hoe hij een onderwerp moet zoeken voor een artikel. De ll. weet hoe hij een hoofdvraag en deelvragen moet maken. De ll. weet wat de Actule Documentatiebank is. Test H4/5 opgeven.

16 22 25 mei 23 1 jun 1 juni tweede pinksterdag (vrij) 24 8 jun 9 juni studiemiddag vanaf 13:30 uur jun jun 25 juni start toetsweek Uitleg werkwoordspelling naar behoefte. Bespreken gemaakte oefeningen. Uitleg werkwoordspelling naar behoefte. Bespreken gemaakte oefeningen. Herhaling instructie leesvaardigheid. Samen de vragen bij een tekst maken Uitloop Maken 5.8 opdr. 3,4 en 5 Maken test jezelf hoofdstuk 5. Nakijken 5.8 De ll. beheerst de werkwoordspelling. Test H4/5 maken. Oefenen met werkwoordspelling. Elkaars oefeningen werkwoordspelling nakijken en elkaar uitleg geven over de gemaakte fouten. De ll. beheerst de werkwoordspelling. De ll. heeft leesplezier. Oefenen met werkwoordspelling. Elkaars oefeningen werkwoordspelling nakijken en elkaar uitleg geven over de gemaakte fouten. Lezen in leesboek. De ll. kan alle leesvaardigheidstools gebruiken met het maken van een tekstverklaring. Oefenen met examentest M4.. Uitloop Test leesvaardigheid Test H 4/5 Test werkwoord spelling Tekstverklaring

17 25 juni OB tot 5 e uur les Mavoeindexamen jun 28 6 jul jul 26 juni start toetsweek OB Zomer vakantie