PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS. Groeirenntiing van Freesia's door ethyleen en remstoffen. Wil van Ravestijn

Transcriptie

1 PREFSTATIN VR TUINBUW NDER GLAS Groeirenntiing van Freesia's door ethyleen en remstoffen Wil van Ravestijn Naaldwijk, september 1980 intern verslag no IJri

2 INHUD Pagina Groeiremming van Freesia's door ethyleen en remstoffen (inzet, projet, plaats, uitvoering en proefneea&ster) Inleiding 2. Uitvoering 3. Resultaten 3.1. De ethyleen-gehalten 3.2. De kieming 3.3. De splitterperentages 3.4. De lengte van de hoofdsheut 3.5..De bloeidatum 3.6. Het aantal bloemen 3.7. De lengte van de bloemstelen 3.8. Het duimen 3.9. Het aantal haken De haakinplant 4. Remstoffen 4.1. Resultaten Verbrandingsvershijnselen De lengte van de grootste sheut De bloeidatum Het aantal bloemen Lengte van de bloemsteel Het optreden van "duimen" Het aantal haken De haakinplant 5. Interatie ethyleen - remstoffen 6. Samenvatting en onlusie /3 3 3 L 3/ / / /8 Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 blz. 1 Bijlage 6 blz

3 -1- Groeiremming van Freesia's door ethyleen en remstoffen Proef II Inzet; maart 1978 Projet: C - 4 Plaats; Tuin van de fa. Penning B.V., Bospolder 21a r Honselersdijk, tel Uitvoering: Wilma Molhoek, Leonie Meyer-de Koning en de heren Treffers (fa. Penning) en Wil Rovers Proefneemster: Wil van Ravestijn

4 1. Inleiding Het doel van dit onderzoek is freesiaplanten te "maken", d^e korte tijd nà het planten bloeien met een kort, stevig, sterk "gesplit" gewas met korte bloemstelen. m dit te realiseren is uitgegaan van freesiaknollen nà een vroegbloei-behandeling, waarbij een korte eenmalige ethyleentoediening is uitgevoerd. 2. Uitvoering Er zijn vier rassen gebruikt, te weten 1) Czardas, 2} Flamengo, 3) beron en o 4) Rhodos (alle met vroegbloeibehandeling bi} 14 C). Deze rassen zi}n m 3 groepen verdeeld, waarover de volgende behandelingen zijn uitgevoerd. A. Geen ethyleen B. Gedurende 2 dagen 5 dpm ethyleen C. Gedurende 2 dagen 50 dpm ethyleen Gedurende de ethyleen toediening is 14 C aangehouden. De ethyleen is op 29 maart tussen 10 en uur toegediend door middel van een miro-injektiespuit in een plasti files, welke van boven met een plasti vliesje was afgesloten. De hoeveelheid te injeteren ethyleengas is als volgt benaderd. Het gewiht van de knollen in de 10 1-potten is bepaald (329 en 337 gram voor respetievelijk 5 en 50 dpm). Het s.g. van de freesia's is op 1 gesteld, hoewel dit niet juist kan zijn. want in een waterige oplossing van BA zakken de knollen. De inhoud van de luht in de fles wordt dan ( ) 9671 ml voor de 5 dpm toediening. Deze onentratie kan verkregen worden door 9671 ftnr nnn x 5 = ml zuiver ethyleen in de fles te injeteren. Voor 5* (X JL*UUU«UUU dpm geldt een ongeveer lx zo groot volume, dus ml ethyleen. Zodra de injetie is uitgevoerd, wordt de perforatie met plakband verzegeld, het shroefdeksel op de plasti fles geshroefd en het geheel ingepakt in een grote plasti zak om het "lekken" van ethyleen zoveel mogelijk tegen te gaan. Daarna het geheel voorzihtig iets shudden. Gezien de wijze van toediening is slehts éénmaal een ethyleen monster genomen om het ethyleengehalte te bepalen en wel op het moment van het beëindigen van de ethyleen toediening. Hierna is volgens bijlage 1 in potten geplant. 3. Resultaten 3.1_De ethyleen gehalten geeft bijlage 2. De onentraties zijn redelijk gerea

5 -3- liseerd, vooral als men bedenkt, dat gedurende de twee dagen, die verliepen tussen ethylee toediening, en de monstername, lekkage kan zijn opgetreden. In plaats van 50 dpm is 35,6 dpm gemeten en in plaats van 5 dpm, 3,0 dpm. De ontrole bevatte minder dan 0,03 dpm ethyleen. pvallend is het hoge CC> 2 gehalte bij de ethyleenbehandelingen. Jammer is ehter, dat deze bepalingen niet erg nauwkeurig zijn, omdat j de gehalten met Präger-buisjes zijn gemeten. De vershillen zijn ehter zo groot, dat kleine afwijkingen niet van belang zijn voor het totaal-beeld. Bij de hoogste ethyleengehalten is ook de meeste C^ gemeten (tussen 5 en 6%). In hoeverre ethyleen de meting beïnvloed is mij niet bekend. Bij de lagere ethyleen onentraties is + 1% C^ gemeten en bij de ontrole 0,038%. 3.2 De kieming is in bijlage 3 opgenomen. De kieming is wekelijks geontroleerd. Flamingo kiemde het snelst, gevolgd door Czardas, beron en Rhodos. Globaal genomen krijgt men de indruk, dat ethyleen een zeer geringe vervroeging van de kieming kan geven. Het effet is niet groot en een onentratie invloed is niet aantoonbaar (grafiek 3a). Bij Czardas is de invloed van de ethyleen behandeling het duidelijkst, maar ook hier is de onentratie invloed te verwaarlozen. 3.3 De splitterper.entages zijn eveneens in bijlage 3 opgenomen. In bijlage 3b zijn de uitkomsten grafish weergegeven. Globaal genomen is er weinig invloed van de ethy leen behandelingen op het optreden van splitvorming in deze proef (zie beron en Czardas de hoge on.). Bij Rhodos treedt enige verlating van de splitvorming op. Alleen als er weinig splitters bij onbehandeld worden gevormd, zoals bij Flamingo, kan ethyleen meer splitters geven. Niet bekend is, of dit aan het ras is gekoppeld of afhandkelijk is van de voorbehandelingen (duur van de rustdoorbreking en vroegbloeibehandeling). Uiteindelijk kan ethyleen alleen dan pas meer splitters geven als niet alle zijknoppen zijn uitgelopen (zoals b.v. bij Flamingo). 3.4 De lengte van de hoofdsheut is 4x gemeten gedurende 5 weken. Uiteindelijk is Rhodos het kortst gebleven en is beron het langst gevonden. De groeisnelheid is bij beron het groootst en bij Czardas het kleinst. Door de ethyleen behandelingen zijn aanvankelijk de spruiten langer dan bij onbehandeld (zie grafiek 4a datum 25/4 Czardas en beron). Dit is mogelijk te verklaren door de iets vroegere kieming na ethyleen toediening" aangezien de relatieve groei döör ethyleen wordt geremd (op 16/5 ruim 20% ten opzihte van onbehandeld en op 20/5 bijna 30 tot 40%) is uiteindelijk de lengte van de hoofdspruit gemiddeld iets minder dan bij onbehandeld. De invloed van de ethyleen onentratie is niet duidelijk. De invloed van ethyleen op de absolute lengte is voor alle rassen te verwaarlozen. Relatief wordt de groei bij alle 4 rassen wel geremd. Bij Czardas remt alleen de hoogste ethyleenonentratie, bij Flamingo en Rhodos vooral of uitslui

6 -4- tend de lage onentratie en bij beron beide onentraties even sterk (grafiek 4b). 3.5 De bloeidatum voor Czardas viel gemiddeld het vroegst (8.3 juni), voor de overige rassen duidelijk later (Flamingo 15.9: Rhodos 17.6 en beron 19.6 juni). Door ethyleen lijkt de bloei enigzins vervroegd te worden (16,9-14,8 en 15,9 juni gemiddeld voor respetievelijk 0-5 en 50 dpm ethyleen). De invloed van de onentratie is niet duidelijk. f de diverse rassen reageren vershillend, of de mate van rustdoorbreking ofwel het ontwikkelingsstadium van het hoofdgroeipunt spelen een belangrijke rol. 3.6 Het aantal bloemen van de hoofdkam is bij beron het grootst (7.8) en bij Flamingo duidelijk het kleinst (4.3). Czardas en Rhodos nemen een tussenpositie in (respetievelijk 6.5 en 5.2).Globaal genomen is door ethyleen de hoofd bloeiwijze iets armer aan bloemen gevonden ( en 5.8 voor resp. 0-5 en 50 dpm ethyleen). Er is dus ook een invloed van de onentratie, maar de rassen (en/of het ontwikkelingsstadium van de knollen) kunnen van invloed zijn op de reatie (zie grafiek) De lengte van de_bloemstelen is gemeten vanaf de grond tot de inplant van de eerste bloem in de hoofdkam. Er zijn duidelijke rasvershillen (Flamingo 40,6 - Czardas 40,2 - beron 38,8 en Rhodos 34,1 m). Gemiddeld is de invloed van ethyleen niet groot. Alleen de hoogste onentratie etnyleen geett duidelijk kortere bloemstelen. Dit gelde voor drie van de vier rassen (dus niet voor Rhodos, met de kortste bloemstelen). Flamingo en beron reageren het meest systematish op de ethyleen behandelingen. Voor beide rassen geldt een kortere bloemsteel na een hogere ethyleen onentratie, vooral bij Flamingo. 3.8 Het duimen is in deze proef weergegeven door de afstand in m tussen de inplant van de eerste en de tweede bloem in de hoofdbloeiwijze. De rassen "duimen" vershillend (Flamingo en beron 3,1 - Czardas 2,3 - Rhodos 1,7 m). De invloed van de ethyleen is globaal genomen gering. Alleen inidenteel kan na ethyleen sterker duimen optreden (Czardas 5 dpm, Rhodos 50 dpm). varieert sterk per ras. Flamingo geeft in het geheel geen haken en Czardas de meeste haken. Door ethyleen lijkt de kans op de vorming van haken toe te nemen (onbehandeld ethyleen 0.21 en 0.13 voor resp. 5 en 50 dpm).

7 De haakinplant vershilt per behandeling. Ethyleen geeft een wat lagere.inplant ten opzihe van onbehandeld (onbeh ethyleen 20.7 en 18.6 era voor resp. 5 en 50 dpm). Aangezien dit slehts op een gering aantal bepalingen betrekking heeft is de invloed per ras niet berekend en mag aan het geheel niet veel waarde worden geheht. 4. Remstoffen ~ p 16 mei 1980 zijn planten met remstoffen behandeld, omdat gevreesd werd, dat de planten toh nog te lang zouden worden. Per ras werd van elke behandeling één pot (3 planten) als volgt behandeld: 0 = geen groeistof. 1 = Spuiten met CCC X 2.5 ml/ ml/agral. II = Gieten met CCC 10 ml/1, 50 ml per potje. III = Spuiten met 1 deel Anymidol + 1 deel water. De verbruikte hoeveelheden zijn: I 190 ml (spuiten) II 575 ml (gieten) III 125 ml (spuiten) x = CCC bevat+ 50% a.st.(2-hloro-ethyl)-trimethyl ammonium hlorid^-anymidol bevat 0,025% a.st. (alfa ylopropyl - alfa - (4 methoxyfenyl) pyrimidinemethanol). 4.1 Resultaten Niet besproken worden de kieming en het optreden van splitters, omdat deze grootheden vóór de toediening van de remstoffen zijn bepaald Verbrandingsvershijnselen zijn wel opgetreden. Een dag na de toediening was nog niets te zien, wel ongeveer een maand later. Aangezien dit proefje direkt onder een raam stond en bepaalde behandelingen niet duidelijk meer aanwijsbare shade vertoonden wordt dit hier verder niet besproken. ok een enkele onbehandelde plant vertoonde verbranding. Wel leek de kans op shade na het gebruik van de hier genoemde remmers, groter De lengte van de grootste sheut per plant is op 2 peildata gemeten t.v;. 16 mei en 30 mei. Hierbij dienen de gegevens van 16 mei als "beginpunt", want dit is de dag van de toediening van de remstoffen. Globaal genomen is het effet zeer gering. Mogelijk heeft het gieten van CCC

8 -6- nog wel enige remming gegeven. De rassen reageren vershillend en verkeerden ook in vershillende ontwikkelingsstadia. Czardas was reeds uitgeroeid. Een toename van 0.3% in 14 dagen wijst hier op. Bij behandeld is de toename van de sheutlengte groter (3.3 tot 8.3%). Men krijgt dus de indruk dat de spruitgroei door de remstoffen gestimuleerd kan worden..relatief een geringe groeiremming bij Flamingo na het gebruik van de remstoffen, vooral na CCC gieten. Bij beron is ook enige remming opgetreden, voornamelijk na het gebruik van CCC (zowel spuiten als gieten) en in mindere mate na Artymidol. Bij Rhodos treedt groeistimulatie op na een bespuiting. Dit geldt zowel voor CCC als Anymidol. Mogelijk geeft CCC gieten eeri geringe groeiremming van de spruiten De bloeidatum ligt gemiddeld voor de met remstof behandelde planten iets later. De rasvershillen zijn groot. Czardas bloeit iets vroeger nà CCC ( 1 à 1.5 dag) en later na Anymidol(ruim 2 dagen). Flamingo bloeit later na CCC gebruik vooral na het spuiten met CCC (bijna 10 dagen). De gegevens van Anymidol ontbreken bij Flamingo. beron reageert niet op alle hier gebruikte remmers. Rhodos tenslotte geeft bloei verlating na CCC gebruikt (resp. 2.3 en 1.5 dagen voor spuiten en gieten). Anymidol geeft een vervroegde bloei van 1.6 dagen Het_aantal bloemen in de hoofdkam lijkt door de hier gebruikte remstoffen mogelijk iets af te nemen. Dit geldt voor Czardas vooral na het gebruik van Anymidol en enigzins voor CCC spuiten, in sterke mate voor Flamingo na CCC gieten. beron reageerde niet nadelig op de remmers t.a.v. het aantal bloemen. Rhodos daar entegen geeft na alle gebruik van remstoffen in deze proef minder bloenen, vooral na Anymidol Lengte van_de bloemsteel blijft gemiddeld korter na het gebruik van remstoffen, vooral Anymidol. Bij Czardas geeft spuiten (CCC of Anymidol) een vrijwel gelijke remmign en heeft gieten geen invloed. Bij Flamingo heeft alleen CCC gieten kortere bloemstelen gegeven (de gegevens van Anymidol ontbreken hier). Bij beron de sterkste remming door Anymidol, gevolgd door CCC gieten en het minst effetief is bij dit ras CCC spuiten. Bij Rhodos is CCC effetiever dan Anyrr.idol, vooral CCC gieten Het optreden van"duimen"wordt mogelijkerwijs enigszins gestimuleerd door CCC spuiten. Voor de afzonderlijke rassen geldt het volgende. Czardas geeft meer geduimde bloeiwijzen na het gebruik van remstoffen. CCC spuiten geeft meer l?. CCC gieten. Anymidol geeft naar verhouding de minste geduimde bloeiwijzen.

9 -7- Flamingo geeft na CCC gieten minder "duimen". Verder geen nadelige invloed of ont brekende gegevens. beron geeft na CCC spuiten duidelijk meer duimen, maar minder na Anymidol spuiten en nog minder na CCC gieten. Hetzelfde beeld verbond Rhodos, met dit vershil, dat hierbij (dus Rhodos) Anymidol iets minder duimen geeft dan CCC gieten Het aantal haken is in deze proef gering gebleven (14 stuks totaal). Mogelijk geeft CCC gieten meer haakgroei of vorming en CCC spuiten minder haken. De rassen vershillen sterk in haakvorming (zie ethyleen gedeelte punt 3.9). Gezien het geringe aantal is hier niet de invloed van de remstoffen per ras berekend De haakinplant vanaf de bloeiwiize gemeten wordt door de remstoffen weinig beïnvloed. Globaal genomen lijkt CCC gieten de inplant dihter bij de grond te geven. CCC spuiten en in mindere mate ook Anymidol spuiten vergroten deze afstand. ok bij dit gegeven is geen verdere berekening gemaakt van de invloed van de afzonderlijke behandelingen per ras (om dezelfde reden als in genoemd). 5. Interatie ethyleen - remstoffen Gezien de geringe aantallen heeft behandeling van een mogelijke interatie geen zin. 6. Samenvatting en onlusie Getraht is bij 4 rassen (Czardas, Flamingo, beron en Rhodos) de freesia als potplant te telen. m de habitus, van de plant te veranderen voor dit doel, is gebruikt gemaakt van ethyleen behandelingen (2 dagen dpm) en remstoffen (0 - CCC spuiten - CCC gieten - Anymidol spuiten). Kort samengevat kan men het volgende stellen. 1. De rassen reageren vershillend. Dit geldt zowel voor de ethyleen behandelingei als wel voor voor de remstoffen. 2. Ethyleen - invloed. N 2a. Ethyleen verhoogt de kans op een iets vroegere kieming. De onentratieinvloed is gering. 2b. Flamingo geeft meer splitkieming door ethyleen. 2. De relatieve groei wordt door ethyleen geremd. De onentratie invloed is rasafhankelijk, maar meestal is de onentratie invloed niet groot.

10 -8-2d. De kans op een iets vroegere bloei neemt door ethyleen toe. 2e. Mogelijk komen minder bloemen in de hoofdkam in bloei na een ethyleen behandeling. 2f. Vooral de hoge ethyleen onentratie lijkt de kans op kortere bloemstelen te vergroten. 2g. De invloed van ethyleen op het "duimen" is gering, maar werkt wel in de rihting naar meer duimvorming. 2h. De haakvorming kan iets toenemen. 2i. De haken lijken iets dihter bij de grond te ontstaan. 3. remstoffen - invloed. 3a. De kans op verbranding is niet duidelijk maar lijkt wel aanwezig. 3b. De invloed op de spruitgroei is gering. Stimulatie is niet uitgesloten. 3. Er is een kans op bloeiverlating na het gebruik van remstoffen. De reatie is sterk rasafhankelijk. 3d. Mogelijk minder bloeiende bloemen in de hoofdkam na groeistof gebruik. 3e. De kans op kortere bloemstelen is aanwezig, vooral na Anymidol gebruik. 3f. De kans op "duimvorming" neemt toe. 3g. Welliht neemt de kans op haakvorming toe na CCC gieten. 3h. Mogelijk Jager geplaatste haken na CCC gieten. Hoewel wel mogelijkheden aanwezig zijn heeft niet één ombinatie van ras x ethyleen x remstof een dusdangi planttype opgeleverd, dat een geshikte kamerplant is verkregen.

11 Bijlage 1 "Plattegrond" Er is in enkelvoud uitgeplant. 4 A 3 B 1 2 B 4 B 3 1 A 2 C 4 C 3 1 B 2 A Verklaring: 1. Czardas A - 0 dpm ethyleen 2. Flamingo - B - 5 dpm ethyleen 3. beron C - 50 dpra ethyleen 4. Rhodos Per behandeling per ras 4 potten met elk 3 knollen, dus 12 knollen per veldje.

12 -10- Bijlage 2 Ethyleenonter zoek In opdraht van : W. v. Ravestijn Herkomst : proef groeiremming Datum : Het ethyleengehalte in de monsters is bepaald volgens voorshrift met behulp van de gashronatograaf. N. 1 merk monsteromshrijving ppm C 2H 4 78GC08 3 * 50 dpm gedoseerd 35,6 78GC dpm gedoseerd 3,0 78GC10 5 ontrole geen dosering < 0,03 Researhlab. L. Meijer de Konin C^ gemeten met Drager buisjes (benadering, monsters getrokken uit "ethyleenbuizen). 3 = + 50 dpm ethyleen C^ ^5 ^.6 4 = + 5 dpm ethyleen ^ C^ 0,75-1,3 % 5 = 0 dpm ethyleen C^ 0,038 %

13 -li- Bi j lage 3 freesia als potplant. Proef II Kiemingsaantal 04/04 11/04 18/04 25/ A = Aantal gekiemde knollen 4B = Aantal ' extra" sheuten t.o.v 4C aantal knollen. 3A B C A B C IA B IC kiemingsperentages op: Splitterperentages:! 4/4 11/4 : 18/4 25/4 1 i! 11/4 18/4 : 25/4 1 f I- berekening % berekening % ' berekening % 1 IA ; 1/ / / A ; 91.7! A o! i! 0/11' 0.- 2/11 ]18.2 2/ /7 0 1/11 : 9.1 9/ ; 4A fl / / / A j / /42 ; / f» / / ' 6/ j i '2B ! / / / B o i 83.3 j /10 0 " 1/ ! 8/ B o 58.3 j / / / B / / / ; IC j 91.7! / / / ! 2C ; / / /12 75.o' 3C 0 j 66.7 ; / / / Î 4C 0! 25.0 « /3 0 4/ / C / / / / / / ; / /35, / /25 C 3/31 I / j / / / Totaal / /132,'31.8 i 98/

14

15 kl a* -Q n 0 0 H H H >1 >1 >» s: si si *i 33 4J E E S o «o *o o en so» S fa <? a 0 0> <8 a 0 o u o CU u 0 4J 4J D. to 10 a o Vi «t N m <N o o <N o I o 00 o o I o I o CN

16 A3 > (U +J. 0 eu Q> P CN C o V CM C N tn o m C in m m vo vo o 00 \ V N tn CM C CM V < i o 03 o N N o <N r- r» r-1 N tn en r-s N o V CM rh V r- o\ CM CN r- o C m l r» CM CM o CM CM CM C C CN rh CM C o CM CM CN o CN CM CN N CM oo ** as r» C CM rh C vo C o CM CM vo V in \ <o tn o a* m o C en r* r- 00 r- r- N en C C rh vo N in o vo tn o CM 00 o o r- *3" 00 r- C N N V» i R 1 CM o CM CM CM CM CM CM CN rh CN CM CM CM rh CM CM CN CM t m oo <«r» r- C N o\ N C0 o C 00 * V in C in o CM r^- N m rh r- r- r-- rh vo rh o N r» rh C m r- vo in *3«m «SJ* o vo vo tn V m in N 1 1 rh ih rh ih rh rh rh ih rh rh rh rh rh rh rh rh rh rh rh tn CÏ CM CM N tn CM CN CM m 00 tn C g 0) tn rh «S» N o rh o V o N CN oo C o C CT» «y l *3" C T in «9 1 C «3* o tn rp D> C 00 CM CM CN CM 00 CN CN CM CN 00 vo V vo vo a» H CM rh rh rh rh «3* rh rh rh rh *3«o o o o RH C CM rh CM CM \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \\ \ \ \ ÛJ rh \ rh RH a> vo VD CN C CM N ** vo o r- tn tn o r- \ in \\ eu CQ o o in CN N *3* tn CN rh tn vo u o m r-3 n CM R» rh rh N C C rh N 00 CM 00 r- rh tn o Q) C rh o H *3» m V rr m in «3* o tn C CM A *3" m V CM CM CM rh rh R-F rh V C N K o rh en tn CN 00 V o 00 rh C rh r- C C *! a 0) vo 00 CM r- r- N vo vo C o r- P» r- o tn C ÜÏ C o <*> C o o ^r o o o o ^R o o C o «3» C C 00 CN CN CN CN C CN CN CN CM 03 V vo V vo «A» H CN CM CM CM rh ih rh- rh *3«rH rh rh rh o o C o rh C rh i-h rh rhl \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ N 0) \ \ \ \ o V tn r- rh N vo V N rh o œ o CM C rh en r-- a «o V o o rh rh rh r» tn V r- ) r-» o M vo V o r-? m vo tn o tn C «H o ) o tn tn r» CM <D C vo rh rh 00 «s* *3* m N m r» o o m CM tn Xi *3«"3* m M 1 <H rh rh rh rh «H ih M V R- o C o C» vo N r- 00 CM o V vo rh CM C g a) *3" o CM H o 00 m o CN C rh o o r- o C rh o en es CM CM CM CN CM CM CN CM CM CM CM CM CM CN CM CN CM CM CM r» H CM CM CN CM 00 CM CM rh CN r- CM CM CM CM o vo V m V «R RH rh a 1 rhl T rh rh rh rh «s* H rh rh rh «3» o o o C. «H 0) \ \ \ a1 \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ X \ N J* *3«o* r- tn vo in C rh m tn 00 rh rh in tn o 00 N tn u N C rh o o vo N m o in rh C o CM CM V N (1) rh o vo tn rh o o tn r- vo ro V N *«sj«o N C rh vo.0 o CM CM CM rh en CM CM CM rh o CM CM CM ih N C 00 R» rh rh rh o in CM a«* o V o r- o C CM V CN tn tn V R» s a> 00 m <N CM 00 V tn tn vo o ^R tn CM tn N tn o tn D> «H rh rh rh rh rh rh rh rh rh CN rh rh rh rh rh rh «H rh rh.... u» CM H RH CM CM CM R- CM CN CM- r- CN CM CN CM 00 tn V vo m *3» rh rh rh rh rh rh rh rh rh rh rh rh *4* o o o C rh (U \ \ \ \ \ \ \ rh \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ Js tn o CM *H rh tn tn \ r- tn tn m tn in o r» C C a> u o r- CM m in V vo V r- o o o r» o vo 00 C vo CM tn r- a> o 00 tn tn v CM N 00 r- o *3* r- o r- m CM R» Si CM rh rh «H vo CM rh rh rh r- CM rh rh rh r- vo m tn «3* CM CM C CÛ rh CJ «N U f U "3- U U JL

17

18

19 s o tn P o tn r-> P o vo m P C s vo «u CM 1 1 P p» H 1 rh vo o p» 1 o 1 00 o o *3«a* u D"» CM f 1 rh CM CM rh CM «H CM rh CM CM rh»h 4J N (T3 C Ql rh H rh rh CM V rh rh o CM CM a\ CM rh & C \ \ \ \ \ C 0) \ m \ m \ \ \ \ \ \ P \ \ m tn tn o tn H JUi 0) CS P m C rh V in rh «J M o> tn CN rh P CM CM rh vo P r- 00 V CM (0 p-* $ H rh rh se.û. CN f Ci in 00 N rh in R- ro 00 as R» M s CM rh m CM CM «H rh P o o o rh d) & o o o o o o o o o o o en rt p C <D Û) CM T 1 CM rh o\ CM CN rr o CN o U"i rh o C CM rh in rh rh o rh 00 P CM rh C CM < (13 Q) \ \ \ \ o\ \ \ \ \ P \ \ <d \ \ \ \ \ \ \ \ S3 * o rh CM \C o r 1 rh 00 CM CM o *3" 0\ P CM Q rh Si * - CN vo N ** r««tn C 00 V m vo rh o\ 00 B rh *tf P m tn 00 vo V rh V in P o o r- 00 <u \ en CN P en rh CM CM P CM rh CM CM CM P rh CM CN P P rh S CX> C rt CM H CM rh 00 CM CM CM r- CM C m H o 00 CN *H *3«iH rh P o rh 00 P CM a\ CM C ai \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ P N \ s. S. <D B.V Q> vo o\ r» V o C V V P m vo CM r-» g- S s r-> C H & 3 Wi o o vo <N o o P p- vo p- in CM 3 <U rh CM rh m CM rh o rh N rh rh rh 00 tn CN o% P CM a.q B ao m V o V CM P r V o tn 00 CN (D CP V vo o m r- \ > vo o m vo vo V tn V tn r» tn V > C H CM H CM «H R-» CM CM CM r- rh M ih e» e Ci H P rh «H P 00 r-l C P o CM N C \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ X, \ \ CM \ \ P \ \ s X vo tr> m P C G0 \ C o R- 00 <n CM vo tn P 00 o V JJ 0! 0) m V «m r- rh o\ in «H 00 P o tn tf 00 0 M H CM rh rh CM rh (H i i tn 0» rtj.q A o C o r- o P o rh CM vo P r- r- P- CM v; C rh B vo 0) o 00 N CM r- H P r- V N r- m vo CM o C 'tf Ü> r- *tf P C P *tf a* o P P P P P P S m P P o 0) rl 0 <7» Si e C H H CM rh N CN CM o CM P Ü C ir> H CM *H m rh rh C 00 rh o CN rh P CM 0) 0) \ \ \ \ CM \ \ \ \ X \ 4J 1 1 \ \ o \ \ \ \ \ \ N y o o> 01 0) m \ m m m in m o o o tn tn m tn o in tn C u o m es en <tf N vo r- r- rh rh o vo P *3" tn N rh 0) 4J C) o rh vo CM in rh tn N CM ««J* rh V o o CN w Xi ) o P CM 00. ** CM *a«p tn C rh CN rh CT» v CM N tn rh rh rh P vo vo V vo vo vo V vo V V V V vo vo V V vo \ vo \ \ \ \ \ \ \ \ \ B \ \ \ \ \ \ \ \ V \ V CM o \ «tf o\ o «tf vo o rh P o rh a\ P a\ V V p- CT* en o\ rh r- vo 09 m N vo *3* vo o N tn 00 in N p* tn r-h CN rh rh rh CT* rh rh rh, rh rh rh rh rh rh H ih C H C <U CM r-l CM rh N CM CM o CM p» P H KS \ m i-h \ \ C 00 CM r-4 s^ v. m rh rh P Nf 00 rh o P CM s. rh P CM <J\ Q> KD H o N CM CD m P0 P N \ \ in \ m \ in \ P \ \ C N \ CTN \ V \ tn \ N 0 U N vo P r- o> r» P oo r- vo vo CM m o <T* m CN r*- tn rh rh P CM rh m CM rh m rh rh V <tf «H M 0) XI < < < < m A Q 0 U U o ÇJ «H._ CL Ç0_ Jtf_ *5 t t CM o Jtf rh CM P U rh CM P «tf rh 4J o

20 RJ m <u <0 CQ «4i to a 0 C <N «+> o> «J ir> CD vj <M I 00 r >3" C N 00 C i f-l n ft J* n -o u <M ss < x: I I I I" Lf) C CM sr «C e p 3 <0 T3 H a o U " o m o in U ft «u a -r4 % u I NT CM I CM to r CM I I 00 j u n Ç I" 1 CM a «

21 N ih u V V (0 D> H n H a (0 > 0) -P A rt u N a 0 m \ U 0) o ro dp dp <*> 4P a> 0* S 0 o o vo V in o m m C vo S P S rh CM 00 flj ir> r- 00 CM try T m in r- o 00 C tn o rh C0 m r» vo C CM CD \ rh rh r 1 H rh r ( rh rh 1 1 p-( rh rh rh rh rh rh rh 0 V fr ÊH 1 1 V os S VID n C H in vo m os V L CM m r- C S * (D r- *5-1 1 ff*> o\ in CN rh ri«vo o os o rh <*, o o o 0> o *3* m rr ««* ro in *3* P o "3" *a» D> m C UD vo V vo H * S os S rro o\ as os o\ P os os os o\ o os os as os o rh o C \ \ \ \ N \ \ \ \\ \ \\ \ \ \ \ \ \ \ P a> o C V 00 N r- rh o C «4- r-1 vo o vo o p- o ^9» r- o \ M r* <D 00 m m vo 2N P C o> os a> o> r- o CN rh *r u o 1n r-. It m vo vo es vo *a* os vo o «r vo r- o m o un o «3«P V ro o o T o *3* C.Q m CM rr-4 H rh rh vo m H m CNJ œo 00 r» o o* CM o r- S <N P0 o os V S Q) r- C n r- 330 r* 00 in o\ P m o *r r- os C CM TT C 00 a> o C *? P fl*> o o ro C o o o ro ( C C *f P C o to V H M V vo V «3» H C os o\ os <T\ m o\ S os o\ C os S o* a\ o os a> S S C rh (U \ \ \ \\ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ J* L CM o o vo f- os CN CN o o vo r- o\ rh rh 00 C <u M r- CN CN in tp- o œ r- o «3" rh rh o CN C S CD a) o C m <0S «3«o rh 1 1 si S rh o L r- rh o CN.û C C m ro m C o C P o C C o P0 C o C o in rr-h 1 1 rh rh in 0 S H 4J 0) D a». C 0) o u a T3 M-i a) x: Ö H U o <D 'D 0 u (0 C > ' <D 0) 0 JJ H > H C «M M H M M M M H M M o o o M M H H M H M H M H H M H H H 1 1 U U U 1 U U U 1 U U m m a H < < < < < < < < < < < < < < < < jj >0 0 CN n -ri.,_ç*, rî_ TT H - «N.. rh _ <N C H

22 CM en C 00 V e 6 r» rh 00 9\ u o> CN rh CM rh rh CT* 4J Ü> «3* <0 C <r CN rh H H \ \ \ \ \ Û. C»n m o C 0) H.* o tn tn m <Q 0 S V 00 o C r- u Xi r- o H r- m 1 i o CN rh rh S C 0) o o û) 0* (0 o> H eo vo 01 C H C CM CN rh CN o> rs 0) \ \ \ \ \ jj CN ^3* «sr C rh * im < C xi r o o in 00 o r- V r- in CN CM «3«CN C C C\ r- o vo V *3* o CN CN CM tn rh o o «r < * E: 1 C i i o m ih CN CN o CN o CN CN CN rh CN CM CM rh CN CM m vo o\ «3«CM 77. P- «H 00 r- CN in o\ C CM m C vo m rh C t r- CM at j: \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ H CD o ih <T> vo o C a» o 00 m V CM r-* 1 <T> o C. a» m o CN CN o o o vo *3" CM vo o r» C T CN (U M r-1 es rh m rh rh rh 00 rh rh rh CM rh CN a 0 H 14 3 Û>.Q S en o «H ro r» m C rh C vo 00 o r* 00 rh a» o CM *3- C (U I (1) CJ» vo vo f» vo vo V V 00 m vo V ** r- V m o «3«vo V D> 0 C o m o *r rh r*h H r- i-h 00 r» CN TT r» 00 CM in o vo tn rh 00 0\ r- CN a». C \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \\ \ \ a> C vo r* in V in o CM vo CM vo «3«V r» 1 CN o a» vo -i m in CM CM r» «s* vo o rh CM ih rr o C 4i <U rh rh rh rh m <0 a; < in o ih tn 00 *3- CM o o in rh s* m rh 00 r* CM vo e 4J Q' m o H r- r» o t C 00 o r- V 1 m 'SP m r» W» *3«rr ro o C o C o C o o o o o C o o r» <y> *3«o C C-i r- H 00 r- CN vo t 00 CM in o vo in rh 00 0t r- CM <T> ri \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ -Q H m in m in in o in o o o un in o in m o tn 1 0/ (U C m 00 CN r-» o\ at o ««r V m o in CN o vo ^3«C *3«o 4-> o CN vo o tn m vo CM rh o CM in at o\ <3* *3" o y a- o o CM o\ rh CM o CM CN r 1 CN rh vo CM C CN C m u rh o <D g 4> J Ü Xi vo vo vo V vo V V vo V V V V vo vo vo vo vo V V vo \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ ih o vo r-i o m in CM «3«vo r- o vo m «3* o o CN çy> 1 00 r- o\ r- «a* vo r- o\ a> r- vo tn o C m C\ m m m 1 1 H rh H rh rh rh rh CM rh rh rh rh rh H rh CJ> C r- o\ C 4J H r- rl C r-> CN rr V ot 00 CN in C vo in rh C CT\ r- CN L <Q C \ \ \ \ \ \ V \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ (U r- r- r- o rh vo in C tn o\ o r- CN o m o r- at H * in m CN «3* CM o r" *3" CM o> at o r- o V m 0» Q> rh «H ro rh rh in in o rh CN rh rh C 0 u rh rh H 0 0 Xi CM M M M H M M M W M M M H H M M o. o o M M H M M M M M M H M M H M M l «H U V Ü V L> U U U U U U U Y U <A CQ CQ Ö CQ Q CQ CQ CQ CQ CÛ CQ CQ CQ N CQ as < < < < < < < < < < < < < < < < 4J (H CN o rh CM o TT rh CN o rh CM sr n V fl