Een merkwaardig adres.
|
|
- Joannes ten Wolde
- 4 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Een merkwaardig adres. Het is een verblijdend verschijnsel dat in de laatste jaren, ook in het leger, het begrip zich meer en meer gevestigd heeft van de krachtige werking die door ontwikkelend en degelijk onderwijs kan worden verkregen. Dit verschijnsel mag te meer verblijdend genoemd worden, omdat het betrekkelijk nog niet zoo lang geleden is dat te dien aanzien geheel andere beschouwingen golden. Niet alleen de ouden van dagen, maar ook mannen van middelbaren leeftijd herinneren zich den tijd toen het was en velen niet schroomden het zelfs luide te verkondigen alsof wetenschap en studie onvereenigbaar waren met de goed begrepen belangen van het leger. Een geheele ommekeer in dit opzicht kan thans onmiskenbaar worden waargenomen, en wanneer ook nu nog in het leger aan wetenschap en studie niet altijd de eerepalm wordt toegekend, niemand die de hooge waarde daarvan, openlijk althans, zou durven ontkennen. Het mag dan ook als een onloochenbaar feit worden vastgesteld dat in alle legers de wetenschap, meer dan ooit, hoog in eere wordt gehouden en dat het bewustzijn zich gevestigd heeft dat het intellectueel gehalte van een leger de maatstaf is ter beoordeeling van zijn werkelijke waarde. Vandaar dan ook dat men overal een vroeger ongekende werkzaamheid ziet ontwikkelen met het doel om het wetenschappelijk peil van het leger hooger op te voeren, en om den lust tot studie en vermeerdering van kennis bij de officieren aan te moedigen. Na den Fransch-Duitschen oorlog, die het vraagstuk der militaire organisatie overal zoozeer op den voorgrond heeft gedrongen, eu die proefondervindelijk bewezen heeft dat niet materieel geweld, maar alléén kennis op den duur kan leiden tot het ontwikkelen van kracht, geldt het als een grondstelling dat de opleiding en bevordering, zoowel als de hoogere vorming der officieren, liet uitgangspunt behooren te zijn voor elke rationeele regeling van de inrichting en het beheer van het leger. Evenals zulks in Pruisen reeds sedert het begin dezer eeuw was begrepen, 's thans nagenoeg algemeen het bewustzijn doorgedrongen dat het militaire onderwijs een staatsbelang is bij uitnemendheid, dat aanspraak mag doen
2 230 gelden op de nauwlettende zorg van allen die, rechtstreeks of zijdelings, invloed kunnen oefenen op den gang van het staatsbestuur. Dat bewustzijn is de aanleidende oorzaak geweest tot het aanbieden van een adres, onder dagteekening van 27 Februari jl., aan Zijne Majesteit den Koning betreffende de regeling van het militaire onderwijs, welk adres onderteekend is door de heeren P. G. BOOMS, J. T. T. C. VAN DAM VAN ISSELT, W. C. HOJEL, P. F. HunuECiiT, A. KOOL, LOD. MULDER en D. J. STF.IJN PARVÉ. De strekking van het adres wordt gekend uit den aanhef, waarin de onderieekenaars tot Zijne Majesteit het verzoek richten,»dat het Zijner (Uwer) Majesteit moge behagen, het militaire onderwijs ter opleiding tot officier in zijnen vollen omvang bij de wet te regelen." Wij noemen dit adres een merkwaardig stuk. Aangeboden door zeven mannen, wier narnen in en buiten het leger een goeden klank hebben, die door hun vroegeren of tegenwoordigen werkkring van nabij, hetzij met het militaire of wél met het openbaar en bijzonder onderwijs ten volle bekend en vertrouwd zijn, en die bovendien voor het meerendeel in het openbaar van hun kennis en helderen blik in onderwijs-aangelegenheden hebben blijk gegeven, verdient het reeds daarom alléén in liooge mate de algerneeue belangstelling. Maar ook noemen wij het adres merkwaardig om de klemmende motieven die daarin, als de voornaamste gronden voor het verzoek, zijn ontwikkeld; en meer nog om de degelijke en uitvoerige memorie van toelichting waarvan het vergezeld is, en wier lezing niet anders dan een gunstigen indruk kan geven zoowel van den ernst als van de vaderlandslievende gevoelens van hen, door wie dit stuk is aangeboden. Wij roemen de aanbieding van dit adres als een daad van vaderlandsliefde, die in hooge mate waardeeriug en sympathie verdient, wijl zij haar oorsprong vindt in edele gevoelens die, omdat zij onafhankelijk zijn van politieke kleur of richting, door een ieder kunnen worden geëerbiedigd. Het is genoegzaam bekend dat artikel 194 onzer Grondwet bepaalt dat het openbaar onderwijs een voorwerp is van de aanhoudende zorg der regeering, en evenzeer is het bekend dat de verschillende takken van dit gebied lager, middelbaar en hooger onderwijs niet dan na langdurige voorbereiding en overweging bij de wet zijn geregeld. Alleen het militaire onderwijs is, voor verreweg het grootste deel, aan zoodanige wettelijke regeling onttrokken en, met uitzondering van de opleiding der officieren bij de Koninklijke Militaire Academie en van die bestemd voor den militairen geneeskundigen dienst, is het geheele militaire onderwijs bij Koninklijk Besluit üf wel bij rninisterieele beschikking geregeld. De vraag doet zich dus als vanzelf voor of zulk een toestand voldoende waarborgen kan geven voor deugdelijkheid, en dus niet strijdig is te achten met het algemeen belang. Hebben wij er hiervoren reeds op gewezen dat het militaire onderwijs voor alle landen een element is van groot staatsbelang, meer nog is zulks het geval voor kleine natiën, zooals de onze, die, zich niet kunnende onttrekken
3 237 aan den algemeenen nooddwang tot het onderhouden van een leger, hierbij alleen door intellectueele kracht kunnen te gemoet komen aan noodwendig geringe getalsterkte. Zal het nederlandsche leger eenmaal zijn schoone roeping met kansen van welslagen kunnen volbrengen dan moet het niet alleen met gewettigd zelfvertrouwen kunnen optreden, maar het moet hierbij tevens kunnen rekenen op den steun der natie. Zoodanig zelfvertrouwen kan het slechts putten uit de kracht van het verstand, die drijft in de richting van de schoonste militaire hoedanigheden beleid en plichtsbetrachting. Op den steun der natie zal het nederlandsche leger eerst dan kunnen rekenen als zijne bevelhebbers van hoogeren en lageren rang, door kennis en beschaving, achting en eerbied bij het nederlandsche volk hebben kunnen vestigen. Het is reeds meermalen gezegd, en het kan niet genoeg worden herhaald, dat het nederlandsche leger behoort te zijn een nationaal leger in de goede beteekenis van het woord. Niemand, die met onbevangen blik de toestanden gadeslaat, zal kunnen zeggen dat in dit opzicht bevredigende of zelfs maar geruststellende verschijnselen zijn waar te nemen. Veeleer zou er grond zijn om aan te nemen dat de natie niet alleen feitelijk, maar wat meer zegt, uit neiging buiten het leger staat; onder meer blijkbaar uit de geringe belangstelling waarmede gewichtige militaire vraagstukken worden bejegend; evenzeer als uit de weinige waardeering, althans buiten zeer enge grenzen, die hoogst verdienstelijke leden van het officierskorps over het algemeen ondervinden. Verdient reeds elke poging die strekken kan om aan dien betreurenswaardigen toestand een einde te maken aanmoediging, zij verdient het te meer wanneer die poging ons wordt aangeboden in den vorm van een hefboom, die het intellectueel gehalte van het leger tot een hooger peil zal kunnen opvoeren. En dat inderdaad zulk een uitkomst mag worden verwacht, als het verzoek dat in het adres is neergelegd mocht worden ingewilligd, hopen wij in de volgende regels met voldoende gronden te kunnen staven. Slaan wij hiertoe een blik op de verschillende deelen van het militaire onderwijs dan blijkt al spoedig dat het een omvang heeft, grooter dan men oppervlakkig geneigd zou zijn te vermoeden. Het lager- of zoogenaamde huishoudelijk onderwijs wordt bij de korpsen gegeven aan duizende miliciens, met het zeer lofwaardige doel om hen, die door het lot voor den wapenhandel zijn aangewezen, de gelegenheid te geven het vroeger genoten onderricht in het lezen, schrijven en rekenen te herhalen en uit te breiden, zoowel als om hen, die in hunne jeugd van zoodanig onderricht verstoken zijn gebleven, de behulpzame hand te bieden tot verbetering van hun moreelen en matcrieelen welstand. Het geven van dit onderwijs is intusschen opgedragen aan personen, van wie men geen voldoende waarborgen heeft dat zij op de hoogte zijn van de hun opgedragen taak, en vandaar dan ook dat de resultaten, over het geheel, IV. 7. D. N"
4 238 verre blijven beneden zeer matige verwachtingen, en hierdoor laat het zich verklaren dat dit gedeelte van het militaire onderwijs, buiten het leger nagenoeg geen belangstelling heeft kunnen wekken; zóó zelfs dat het bestaan er van nauwelijks gekend wordt. Onder het middelbaar militaire onderwijs zou men kunnen rekenen de opleiding tot den officiersrang, en zooals wij hiervoren reeds hebben doen uitkomen, moet hierin het zwaartepunt gezocht worden tot vorming van een leger zooals wij het behoeven; een leger welks aanvoerders, door beschaving en ontwikkeling, achting en eerbied weten af te dwingen en aan wie de natie met volle vertrouwen de leiding van hare hoogste belangen kan toevertrouwen, omdat zij zich vereenzelvigd heeft met het denkbeeld dat de nederlandsche officieren door hoogere ontwikkeling zullen weten te vergoeden, wat ons leger aan materieele kracht te kort komt. Uitgaande van deze, niet meer voor tegenspraak vatbare, waarheid zou men dus mogen verwachten dat de vorming onzer aanstaande officieren, op dien grondslag, volgens een vast en stelselmatig plan geregeld zoude zijn. Intusschen zou een blik op het verleden, zoowel als op het tegenwoordige, voldoende kunnen wezen om hen die zóó dachten al spoedig tot andere meening te brengen. De opleiding onzer officieren heeft steeds geleden aan de kwaal van instabiliteit; een kwaal die voor opleiding in elke richting en voor de deugdelijkheid van het onderwijs niet alleen belemmerend werkt, maar die bovendien vaak aanleiding geeft tot grove onbillijkheden en tot niet verdiende teleurstellingen. Sedert tal van jaren heerscht er in de opleiding onzer aanstaande officieren een tweeslachtigheid, die zoozeer in strijd is met gezonde begrippen van het staatsbelang dat het verbazing mag wekken dat zulk een toestand tot op den tegenwoordigen tijd. is kunnen bestendigd worden. Het is toch een nuchtere beschouwing wanneer men meent dat de staat, op den grondslag van de diensten die hij verlangt, de eischen van kennis, ontwikkeling en beschaving moet vaststellen, die hij in zijne dienaren noodig en voldoende acht. Door hoogere eischen te vorderen zou hij op den duur gevaar loopen niet naar behooren in de behoeften van den dienst te kunnen voorzien, of wel hij zou aan zijne dienaren een finaucieele positie moeten verzekeren, die niet in overeenstemming is niet de werkkrachten die van hen worden verlangd. Daalt men beneden het aangegeven peil dan zijn de gevolgen lichtelijk te overzien. In beide gevallen wordt het staatsbelang benadeeld. Toetst men nu aan deze eenvoudige stelling de wijze waarop in de behoefte aan officieren bij het leger wordt voorzien, dan blijkt dat de opleiding lot die betrekking, tot nog toe, voor zooveel betreft het wapen der genie, uitsluitend heeft plaats gevonden bij de Koninklijke Militaire Academie, doch dat voor de infanterie, cavalerie en artillerie het doel langs twee verschillende wegen werd bereikt. Een gedeelte der officieren, tot de laatstgenoemde wapens behoorende, hebben hunne opleiding genoten aan de Koninklijke Militaire Academie; een ander deel heeft langs den weg der korpsen van
5 239 het leger den officiersrang bereikt, Tegen zoodanig stelsel zou nu op zich zelf niets zijn in te brengen, ware het niet dat aan de officieren die langs den eenen en den anderen weg in het leger worden opgenomen, veelal geheel uiteenloopende eischen van kennis en ontwikkeling worden gesteld; ja, zoozeer uiteenloopende dat rnen ze gerustehjk onvergelijkbaar zou kunnen noemen. Zulk een stelsel, indien het den naam van stelsel verdient, moet uit een oeconomisch oogpunt worden afgekeurd. In Duitschland waar, naast de cadettenscholen, het leger eveneens de bron is waaruit de officieren toevloeien, heeft men de zaak anders en beter begrepen. Daar moet een ieder, onafhankelijk van den weg dien hij kiest, aan volkomen gelijke eischen van kennis en bekwaamheid voldoen, en hiervan door een zoogenaamd officiersexamen doen blijken, om den rang van officier bij het leger te kunnen innemen. De opleiding in beide richtingen is dienovereenkomstig geregeld, en een zoodanige regeling heeft men aldaar kunnen tot stand brengen omdat men met volle handen de giften heeft aanvaard, die de openbare inlichtingen van middelbaar en hooger onderwijs over het land hebben uitgestrooid. En wanneer men nu misschien zou willen wijzen op enkele andere landen, waar een tweeslachtig stelsel ter voorziening in de behoefte aan officieren wordt toegepast, dan antwoorden wij dat bij meer nauwlettende beschouwing al spoedig een zeer essentieel verschil zou worden waargenomen. Voor zoover ons bekend is, vormen de officieren in de landen, die men dan op het oog zou hebben, twee scherp van elkander gescheiden klassen, waarvan de eene gewoonlijk geen hoogere eerzucht kan bevredigen dan die, welke in het behalen van den kapiteinsrang ligt opgesloten. Behalve nu dat bij ons van zoodanige scheiding geen sprake is, meen en wij het bovendien sterk te mogen betwijfelen of zulk een stelsel in den tegenwoordigen tijd aanbeveling zou verdienen; vooral in ons land, waar het streven meer en meer tot ontwikkeling komt om voor de vervulling van gelijksoortige openbare betrekkingen het zoogenaamde beginsel van»een hei d van stand" in toepassing te brengen. Hebben wij dus aangetoond dat de aanvulling van ons officierskorps niet geschiedt volgens rationeele grondslagen, maar integendeel in stryd is met het hoofdbeginsel dat daarbij tot richtsnoer moet worden genomen, die toestand wordt nog bedenkelijker doordien aan de opleiding tot den officiersrang bij de korpsen elke waarborg voor stabiliteit ontbreekt. In de laatste jaren is dan ook het zoogenaamde wetenschappelijke onderwijs bij de korpsen herhaaldelijk, hetzij bij ministerieele beschikking of wel bij Koninklijk Besluit gewijzigd en hervormd; ja zelfs is het nog slechts enkele jaren geleden dat een geheele en radicale reorganisatie van dit onderwijs bij Koninklijk Besluit is vastgesteld die evenwel nimmer is ingevoerd, maar die later, in 1880, is vervangen door een andere thans nog van kracht zijnde regeling. Die regeling hebben wij, als een eerste stap op den goeden weg, met ingenomenheid begroet. Het beginsel dat wij hiervoren hebben pehuldigd «gelijke eischen van kennis voor allen" is hierbij, althans voor de toekomstige officieren der cavalerie
6 240 en artillerie, toegepast doordien in het vervolg alleen een opleiding langs de Koninklijke Militaire Academie tot den officiersrang bij die wapens zal kunnen voeren; maar voor het hoofjwapen onze infanterie is het tot nog toe bestaande onderscheid, ofschoon in mindere mate, nog steeds blijven bestaan. Wie zou ons intusschen durven verzekeren dat deze eerste stap door meerdere zal worden gevolgd? Is er integendeel, met het oog op het verleden niet veeleer grond tot het vermoeden dat een geringe aanleiding voor een opvolgend minister voldoende zou kunnen zijn om op den pas verlaten weg, of misschien nog erger, terug te keeren? Hebben wij het niet bij ondervinding geleerd dat wisselende inzichten of veranderde omstandigheden somtijds voldoende waren om het wetenschappelijk peil voor de officieren, die uit het leger voortkwamen, ongekend laag te doen dalen? Het is toch van algemeene bekendheid dat vooral het wapen der infanterie in de laatste jaren daaronder soms op onrustbarende wijze heeft geleden. Wij herhalen het dat het tegenwoordige legerbestuur een woord van lof niet mag worden onthouden voor dien eersten stap op den goeden weg; het heeft hierdoor getoond den toestand te kennen en dit geeft ons rnoed om te verwachten dat de tegenwoordige regeering voor meerdere en beslissende stappen op dien weg, zoo noodig, niet zal terugdeinzen. Hierdoor alleen kan zij het door haar begonnen werk bevestigen en tegen verwoesting vrijwaren. Een ongezochte aanleiding tot dien arbeid wordt haar als het ware vanzelf aangeboden, doordien de in 1877 tot stand gebrachte regeling van het onderwijs bij de Koninklijke Militaire Academie, volgens de daartoe strekkende wet van 30 Mei 1877 vóór l September 188'2 aan een herziening moet worden onderworpen. Het is genoegzaam bekend dat bedoelde wet uit nooddwang voortgekomen is uit die van 1869, en dat men niet dan noode er toe is overgegaan om den band te verbreken, die de Koninklijke Militaire Academie verbond aan het middelbaar onderwijs. Het kan niet worden ontkend dat er destijds gewichtige redenen bestonden die een wijziging der wet van 1869 wenschelijk maakten, maar of men daarbij den goeden weg is ingeslagen, mag zeker op verschillende gronden worden betwijfeld. Wij voor ons beschouwen het als een misgreep dat men in 1877 niet in anderen vorm, die een voldoenden toeloop tot de Academie zou hebben kunnen verzekeren en waartoe de middelen meermalen openlijk waren aangegeven, de volledige aansluiting aan ons middelbaar onderwijs heeft behouden. Nu een voorstel tot wijziging der wet op ons middelbaar onderwijs bij herhaling is toegezegd en onmogelijk meer lang op zich kan laten wachten, en nu de herziening der wet, regelende het onderwijs bij de Koninklijke Militaire Academie, Imperatief binnen kort aan de orde moet komen, zouden wij meenen dat het samentreffen dier twee wetsvoorstellen niet anders dan gewenscht kan zijn, opdat zoodoende die beide belangrijke deelen van ons nationaal onderwijs in behoorlijk verband rnet elkander zouden kunnen gebracht worden. Maar dan ook zal het tijdstip gekomen zijn om het militaire onderwijs in zijn geheelen
7 241 omvang wettelijk te regelen en vast te stellen, opdat het dien graad van stabiliteit erlange als voor de belangen van liet leger dringend gevorderd wordt, en een zoodanige mate van deugdelijkheid dat onze nationale weerkracht naar behooren verzekerd zij. Zonder in het rninst te kort te willen doen aan den ijver en de goede hoedanigheden van hen die thans bij het militaire onderwijs werkzaam zijn, zoo zal men dan toch betere waarborgen kunnen verkrijgen dat geene andere dan bevoegde personen met het geven van onderricht en met het afnemen van examens zullen worden belast, en men zal de kundige officieren in het leger, ook daarbuiten, beter leeren waardeeren en hoogachten, waardoor dat leger zelf in de achting van het algemeen zal rijzen. De gelegenheid zal dan ook, als vanzelf, geboden worden om aan zoodanig kundige officieren in alle opzichten gelijke rechten en financieele voordeelen toe te kennen die door de overige, bij het openbaar onderwijs werkzame Rijksambtenaren, worden genoten; want het kan niet worden ontkend dat in dit opzicht thans groote achteruitzetting kan worden waargenomen, waardoor evenzeer het gevoel van eigenwaarde bij den officier wordt geknakt als het prestige naar buiten er door wordt verlaagd. Is het op zichzelf reeds een niet te verdedigen tegenstrijdigheid dat de opleiding, die noodig is tot het verkrijgen van den officiersrang, gedeeltelijk bij de wet geregeld is en voor een ander gedeelte afhankelijk is gesteld van de wisselende inzichten der elkander opvolgende regeeringen, de noodzakelijkheid tot regeling van het militaire onderwijs, in zijn ganschen omvang bij de wet, kan evenzoo blijken uit de geschiedenis die de tegenwoordige Krijgsschool sedert haar betrekkelijk kortstondig bestaan achter zich heeft. Die school, die het hoogere deel van het militaire onderwijs zou moeten vormen, kan op een lijdensgeschiedenis wijzen, erger nog dan die welke het zoogenaamd wetenschappelijk onderwijs bij de korpsen heeft doorstaan. Nu eens vervormd in dezen, dan weder in genen zin; altijd wankelend en waggelend op hare grondslagen; nergens een steunpunt kunnende vinden omdat het leerplan evenmin aansloot aan het onderwijs bij de korpsen als aan dat der Koninklijke Militaire Academie, en zoodoende de eerste eischen voor vruchtdragend voortgezet onderwijs miskennende, is daardoor aan die school veel nadeel berokkend; zijn hare goede hoedanigheden niet op den voorgrond kunnen komen; is zij in hare vlucht belemmerd en heeft zij zich tot nog toe niet te verheugen gehad in de sympathie van tiet leger die wij haar zoo gaarne zouden hebben toegewenscht. Uit dit alles zal, dunkt ons, voldoende zijn gebleken dat ons militaire onderwijs in een toestand verkeert, die voorziening dringend noodig maakt. Nagenoeg geheel onafhankelijk van het openbaar, zijn bovendien de verschillende deelen van ons militaire onderwijs niet eens geregeld in onderling verband en samenhang, terwijl het voor een groot deel onvoldoende waarborgen geeft voor geschikte leerkrachten en toezicht. Ons nergens de belichaming
8 242 eener leidende gejachte te aanschouwen gevende, blijkt het gebouw van ons militaire o i lerwijs te zijn opgetrokken zonder systeem of methode. Wij gelooven dan ook te kunnen volstaan rnet de hier gedane aanwijzingen van algemeenen aard, en achten het niet noodig in bijzonderheden af te dalen orn onze meening aangaande de wenschelijkheid wij zouden bijna zeggen de noodzakelijkheid eener wettelijke regeling van ons militaire onderwijs te kunnen rechtvaardigen. In de Tweede Karner der Staten-Generaal zijn dari ook sedert 18ö3, bij verschillende gelegenheden, stemmen opgegaan om zulk een wettelijke regeling aan te bevelen, en de eerste maar ook de eenige vrucht van dien aandrang is geweest de wet regelende het onderwijs bij de Koninklijke Militaire Academie. Wel zijn door verschillende ministers toezeggingen gedaan, waaruit zou mogen worden afgeleid dat zij niet ongenegen waren om ook het wetenschappelijk onderwijs bij de korpsen wettelijk te regelen, doch van daden in die richting is tot nu toe niet gebleken. Bovendien eischt 's lands belang, zoowel uit een financieel oogpunt als uit dat onzer weerbaarheid, dat het militaire onderwijs, niet gedeeltelijk, rnaar dat het in zijn geheelen omvang gebracht worde onder het bereik der wet; dat het in strekking en methode aansluite en in overeenstemming korne met de overige takken van ons openbaar onderwijs. De opleiding tot meest alle gewichtige betrekkingen in de maatschappij geschiedt onder den waarborg der wet, en de eisenen van kennis voor nagenoeg alle staatsambten zijn wettelijk vastgesteld; hoe zou het dan nog verdediging kunnen vinden dat alleen het militaire onderwijs en het peil van wetenschappelijke kennis en ontwikkeling, noodig om in de klasse der officieren te worden opgenomen, voor verreweg het grootste deel afhankelijk zouden worden gesteld van de wisselende inzichten van opvolgende regeeringen? De hoogste belangen van den staat zijn zoodoende niet naar behooren verzekerd, en het leger zelf komt daardoor in een toestand van isolement, die het van het overige deel der natie vervreemdt, en waaronder het in aanzien en waardeering noodwendig moet lijden. Een ieder heeft er dus belang bij dat aan dien verslappenden toestand een einde kome, en daarom kunnen wij met het volste vertrouwen het hierbesproken adres aanbevelen in de warme belangstelling van allen, zoowel in als buiten het leger. Wij hopen dat het aan bewijzen van sympathie niet zal ontbreken, en dat de openbare meening zich krachtig zal uiten om aan het edel streven der zeven mannen, die in deze zaak het initiatief hebben genomen, steun en wijding te schenken.
(Gelden voor de Kweekschool van Militaire Geneeskundigen).
^ 1 i>l Caveant consules, ne quid detrimenti res publica capiat!" (Gelden voor de Kweekschool van Militaire Geneeskundigen). Aan de HH. Leden van de Staten-Generaal worden hij al de vorigen nog de volgende
Nadere informatieeen ernstige belemmering voor de ontwikkeling van dit onderwijs dreigt te worden.
ONDERWIJSRAAD. nkis 2 N". 'S-GRAVENHAGE, WÊÊËÈÈiM ) 9 2 Bericht op schrijven van ^ ^ Ä e n gelieve bij het antwoord n ä$&p dagteekening en 'nummer van Betreffende: MÀ?..?.Ï.Y...Y an 2,KXC, dit schrijven
Nadere informatieAan. de Tweede Kamer de Staten-Generaal.
^, Aan de Tweede Kamer de Staten-Generaal. Den len Maart jl. werden door Zijne Excellentie den Minister van Justitie bij Uwe Vergadering ingediend wetsontwerpen, betreffende de inrichting en het rechtsgebied
Nadere informatieWet voor het Natuurkundig Gezelschap te Middelburg. Vastgesteld den 13 december 1869. Artikel 1.
De oudste nog bewaard gebleven statuten, toen nog wetten, van de vereniging dateren van 1869. Het Gezelschap was nog eigenaar van het Musæum Medioburgense, dat om die reden ook in deze wetten wordt vermeld.
Nadere informatieSTAATSBLAD 'VAN HET KONINGRIJK DER NEDERLANDEN.
STAATSBLAD 'VAN HET KONINGRIJK DER NEDERLANDEN. (ET. 44.) WET van den 2$sten Juli) i85o, ter uitvoering van art, j der Grondwet. WIJ WILLEJI III, BIJ DE GRATIE GODS, KONING DER NEDERLANDEN, PRINS VAN ORANJE
Nadere informatiePPJ6RAMMA èf kefiéigbèit vepeigch om tst de versehtkenée. met friejarigen' mnm voor meisjes te Batavia te wöpdeh teegelatee.
PPJ6RAMMA èf kefiéigbèit vepeigch om tst de versehtkenée klassee UÏI de tesgere faupppieiioai met friejarigen' mnm voor meisjes te Batavia te wöpdeh teegelatee. (Strekkende m voldoening aan de voorlaatste
Nadere informatieZijne.Excellentie don Minister van Onderwijs, Kunst en en Wetenschappen. .'..s-gravenhaga» leden -ß en 3der 1» O» we t %
ONDERWIJSRAAD. * ' r^téfë^ 0 ' : \' ' ' t '' &$ ^* N./128 70. 'S-GRAVENHA^E,*. + /f Maart 1934 Staten laan 125. Bericht op schrijven van fift***e e l' eve bü het antwoord dagteekening 24 AUgUStUS 1933»Nr»
Nadere informatieWet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten
(Tekst geldend op: 26-08-2014) Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin
Nadere informatiev nc rv/i ft IngÉ-komc n /^^W :aico s / y - / MEN GELIEVE^OT&gET ANtjVOORD, NA*rôlau&ÏG 'S-GRAVENHAGE,
% WETENSCHAPPEN. "«Sfc. BERICHT OP SCHRIJVEN VAN BETREFFENDE v nc rv/i ft IngÉ-komc n /^^W :aico V 1 - WÊmJ* s / y - / MEN GELIEVE^OT&gET ANtjVOORD, NA*rôlau&ÏG HET ONDERWER^i^^^DAGTEBKENINGj HET NR. EN
Nadere informatieSJb Mei Maart 1938,Nr.1295,Afd.H.0. Wijziging en aanvulling der hooger-onaerwijswet#
162 30. SJb Mei 8. 19 Maart 1938,Nr.1295,Afd.H.0. Wijziging en aanvulling der hooger-onaerwijswet# De Berste Af deeling van den Onderwijsraad heeft de eer hierbij ter kennis van Uwe Excellentie te brengen
Nadere informatie^ &^ee ^ Qylpmnei mi Q/Sén=^ ^eneiaa/.
i^/cx^^/ rc'^'^l-. COPIJ. a^ ^ &^ee ^ Qylpmnei mi Q/Sén=^ ^eneiaa/. De ondergeteekenden, meelfabrikanten te Roermond, nemen eerbiediglijk de vrijheid UEdelmogenden kennis te geven, dat hunne industrie,
Nadere informatieWBÈBBÊB'''' 2/ IDA. 193Ö
QNDE A A D. N. 140 40 S.O. Bericht op schrijven van...^ Betreffende: -l.f$80ntw«çp J_YePlaglllg van ds. openbare uitgaven. 'S-GRAVENHAGE, 1 Statenlaan 125. & WBÈBBÊB'''' 2/ IDA. 193Ö Men gelieve bij het
Nadere informatieWet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten
pagina 1 van 5 Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten (Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren
Nadere informatieStaatsblad April WET tot bescherming van de bevolking tegen luchtaanvallen.
Staatsblad 302. 23 April 1936. WET tot bescherming van de bevolking tegen luchtaanvallen. Wij WILHELMINA, enz.... doen te weten: Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenschelijk is bepalingen
Nadere informatieSTAATSBLAD VAN HBT KONINKRIJK DER NEDERLANDEN.
STAATSBLAD VAN HBT KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. (F. 521.) BESLUIT van den 16den Augustus 1918, houdende nadere voorschriften betreffende het tooezicht op hier te lande vertoevende vreemdelingen. WIJ WILHELMINA,
Nadere informatiewerkzaamheid onder toezicht en leiding van onderwijzers aan
ONDERWIJSRAAD. No.143 88. 's-grave rihage, 31 October 1936. Bericht op schrijven van 4 Februari 1936,Nr.423,Afd.L. 0. Betref fence." Aanvulling Kon. bes luit 10 September 1923(Stbl.no.433)* Oefening in
Nadere informatieN 54. 'SGRAVENHAGE, den 10 October 1876.
A A (Extract). EXTRACT nit het Register der Resolutien van den Minister van Financien. In- en uitgaande regteu en accijnsen. N 54. 'SGRAVENHAGE, den 10 October 1876. Dc Minister, enz. Heeft goedgevonden
Nadere informatiedfib ONDERWIJSRAAD.. 'S-GRAVENHAGE, //..Maart 192?
dfib ONDERWIJSRAAD.. N 0. B?89.- Bericht op schrijven van.- j Ç. 30 October1928 f Ar+4225» Af d.h. 0 Betreffende : Afzonderlij k CO 1 leg e ge ld bijzondereleerstoelen«'s-gravenhage, //..Maart 192? Frankenstraat
Nadere informatieLyy^j^s, In het Algemeen Handelsblad van den 5 December 187G ko7nt het navolgend opstel voor:
Lyy^j^s,. ^ «In het Algemeen Handelsblad van den 5 December 187G ko7nt het navolgend opstel voor: Er zijn er in den lande, vooral onder de rechterlijke ambtenaren en jongere rechtsgeleerden, die het der
Nadere informatieEENIGE AANVULLINGEN OP DE ENCYCLOPAED1E VAN WEST-INDIE
EENIGE AANVULLINGEN OP DE ENCYCLOPAED1E VAN WEST-INDIE HET MUNTWEZEN IN SURINAME DOOR C. R. WEIJTINGH Kort na het uitbreken van den wereldoorlog in 1914 werd den Gouverneur bij Verordening van 18 Augustus
Nadere informatie«JNIDERWIJSRAAD. S-GRAVENHAGE,.0. Juli N A..
«JNIDERWIJSRAAD. ' N....7.354... A.. L. Bericht op schrijven van...1 Juni 192.7...No.l702,Afd.H.O. ^ ~ Betreffende : Techni sehe herz i en ing..aca.d.e.mis.cji...s.t.a.t.uu.t.» S-GRAVENHAGE,.0. Juli 192
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 417 Kabinetsformatie 2010 Nr. 2 BRIEF VAN DE INFORMATEUR Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Hierbij zend ik u, daartoe
Nadere informatieP ONDERWIJSRAAD. '." N" 1MA.M: S-GRAVENHAGE A^çr H jg ;
P ONDERWIJSRAAD. '." N" 1MA.M: S-GRAVENHAGE A^çr H jg ; Bericht op schrijven van XQ...JliKlr- XySV» ^r» 2o^*8»Aïd* H.» 0 Betreffende: 4an.llllillg...ar.t*4 > 21»... aiadsmi.a.gl]l...statuut. ï v» Frankenstraat
Nadere informatieVEEVOLG OP: DOOR - B. B. VAN DER LINDEN VAN KENENBURGH. 3Sro. 35:
VEEVOLG OP: Denldieeldei] over um Sociale IjiGSlies, DOOR - B. B. VAN DER LINDEN VAN KENENBURGH. 3Sro. 35: Kiesbevoegdheid aaji alle Standeji der maatscjiappij, met idtshdting volgens art. 80. PrijH 2^l2
Nadere informatieONDERWIJSRAAD. AAN Zijne Excellent ie, den Minister van On'derwï jai, Kuis t en & Wet ens chapp en
ONDERWIJSRAAD. N. 589...A. Bericht op schrijven van...1.7 Jun i. '21 n.6^.02*af d L. 0. A. Betreffehde:...9." M. XP.....Al g,maa t v.-best. *? ; doof s to jmen-e.n...blind en on d erwi j s 'S-GRAVENHAGE,
Nadere informatieEen paar aanteekeningen op C. P. Brest van Kempen's: Onderwijs en Opvoeding aan de K. M. A." DOOR M. A. ELOUT, Luitenant-Generaal b. d.
Een paar aanteekeningen op C. P. Brest van Kempen's: Onderwijs en Opvoeding aan de K. M. A." DOOR M. A. ELOUT, Luitenant-Generaal b. d. Dit boek is een zeer goed gesteld, ernstig en belangrijk werk, dat
Nadere informatieBrief Syt A , Brief no. 82 en 85. Brief 17 oktober 1859
Brief Syt A 1859 050-051. 0056-0057, Brief no. 82 en 85. Brief 17 oktober 1859 Zeer Geachte Heer! Naar t mij voorkomt heb ik mij betreffende het corr n van den tweeden druk niet duidelijk uitgedrukt, of
Nadere informatieWet van 24 december 1927, houdende nadere regeling van de Collectieve Arbeidsovereenkomst
(Tekst geldend op: 18-03-2009) Wet van 24 december 1927, houdende nadere regeling van de Collectieve Arbeidsovereenkomst Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
Nadere informatieOr, W. J, LEYDn /!Nnl«msJag 8J7. ,...c F \ '- EEN TEHUIS VOOR WEEZEN IN ZUID-AFRIKA 1!.
Or, W. J, LEYDn /!Nnl«msJag 8J7,...c F \ '- EEN TEHUIS VOOR WEEZEN IN ZUID-AFRIKA 1!. L. S. Het is velen in Holland wellicht bekend, hoe ik, eerst onlangs uit Zuid-Afrika teruggekeerd, den langen en b'!ngen
Nadere informatieSTAATSBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN.
STAATSBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. (N*. 628.) WET van den 22sten April 1937, tot regeling van het zelfstandig uitoefenen van beroepen en bedrijven door vreemdelingen. BIJ DE GRATIE GODS, KONINGIN
Nadere informatieVERTROUWELIJK. 2. De dienst bezit generlei executieve bevoegdheden.
VERTROUWELIJK No. 51 BESLUIT van 8 augustus 1949, zoals sedert gewijzigd, houdende nadere regelen met betrekking tot de organisatie, de werkwijze, de taak en de samenwerking van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten.
Nadere informatieWelke functies had Samuel en kon Samuel met Gods hulp de voorspoed in Israël bevorderen?
Israël verlangt een koning. Welke functies had Samuel en kon Samuel met Gods hulp de voorspoed in Israël bevorderen? Sedert de dagen van Jozua had niemand het volk met meer wijsheid en succes geleid dan
Nadere informatieÖt.% ONDERWIJSRAAD. 30 september Eerste Afdeling O.E. 229 H.O. Bericht op schrijven van 17 augustus 1966, D.G.W. I46776/I
ONDERWIJSRAAD SECRETARIAAT: BEZUIDENHOUTSEWEG 125 S-GRAVENHAGE TEL. 070-83 61 M Öt.% % O.E. 229 H.O. 30 september 1966 Bericht op schrijven van 17 augustus 1966, D.G.W. I46776/I Onderwerp: ontwerp-besluit
Nadere informatiedegelijk boek lijn wordt aangegeven, Boekbeoordeeling. Volgens leerling eerst eenige chemie geleerd moet hebben, voor hij met dit
Boekbeoordeeling. Wilhelm Ostwald. Grondslagen der chemie. Een inleiding tot alle chemische leerboeken, vertaald door Dr. W. P. Jorissen, Groningen, J. B. Wolters 1908. Voor korten tijd is een vertaling
Nadere informatiemeer vereenigbaar met de kennis, die vereischt wordt om
MIJNE HEEREN CURATOREN, PROFESSOREN EN LECTOREN, DAMES EN HEBREN PRIVAATDOCENTEN, DOCTOREN EN STUDENTEN EN GIJ ALLEN, DIE DOOR UW TEGENWOORDIGHEID UW BELANGSTELLING TOONT meer vereenigbaar met de kennis,
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2003 2004 28 170 Gelijke behandeling op grond van leeftijd bij arbeid, beroep en beroepsonderwijs (Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid)
Nadere informatieRederlandschlndisde laatschappij
J VAN-PE Rederlandschlndisde laatschappij VAN NIJVERHEID en LANDBOUW. i:, o-i, Handel enz. JK ^f ",. 'T 4 STATUTEN VAN DE Rederlandsch-Indische Maatschappij VAN NIJVERHEID en LANDBOUW. OGILVIE & Co. 1885.
Nadere informatieVERTALING EUROPEES VERDRAG TOT BESCHERMING VAN HET ARCHEOLOGISCH PATRIMONIUM. De lidstaten van de Raad van Europa, de ondertekenaars van dit Verdrag.
VERTALING EUROPEES VERDRAG TOT BESCHERMING VAN HET ARCHEOLOGISCH PATRIMONIUM De lidstaten van de Raad van Europa, de ondertekenaars van dit Verdrag. Overwegende dat het doel van de Raad van Europa erin
Nadere informatieIN MEMORIAM W. H. VAN OORDT H. W. A.ZN. DOOR MR. ABM. VAN DER HOEVEN.
IN MEMORIAM W. H. VAN OORDT H. W. A.ZN. DOOR MR. ABM. VAN DER HOEVEN. Op 31 Mei 1916 werd te Hillegersberg het stoffelijk overschot van Willem Hendrik van Oordt begraven. Het vriendelijke dorpskerkje was
Nadere informatieOMffiRWIJSRAAD. 'S-GRAVENHAGE, mjttbbjçgassamigqi Stat 125.
OMffiRWIJSRAAD. Bericht op schrijven van.,...: i 13. ff ebruari 1930»Nr.436» Af d.h.o» Betreffende: eer-s-toexes.--vo-or de moderne...talen aim de Ri jksuniversi t ei t en# 'S-GRAVENHAGE, mjttbbjçgassamigqi
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 145 Wet van 7 maart 2002 tot wijziging van de Wet tot behoud van cultuurbezit in verband met een evaluatie van die wet Wij Beatrix, bij de gratie
Nadere informatieOPEN BRIEF AAN DE NATIONALE ASSEMBLEE INZAKE: Het constitutioneel kiesrecht in Suriname naar gender en naar algemeenheid
OPEN BRIEF AAN DE NATIONALE ASSEMBLEE INZAKE: Het constitutioneel kiesrecht in Suriname naar gender en naar algemeenheid Geachte voorzitter en leden van de Nationale Assemblée, Naar aanleiding van informatie
Nadere informatieHOOFDSTUK III. Seinen op niet bepaalde plaatsen te geven. HOOFDSTUK III. Seinen op niet bepaalde plaatsen te geven. Sein 5. Sein 5. Veilig.
22 Omschrijving der seinen en seinmiddelen. Toepassingsvoorschriften. 23 HOOFDSTUK III. Seinen op niet bepaalde plaatsen te geven. HOOFDSTUK III. Seinen op niet bepaalde plaatsen te geven. De beambte toont
Nadere informatieTussen Rijn en Lek Dl Werkhoven na de Belgische Opstand van 1830door A. Graafhuis. Uit onderstaande stukken blijkt allereerst iets ov
Tussen Rijn en Lek 1968 3. - Dl.2 3-7- Werkhoven na de Belgische Opstand van 1830door A. Graafhuis. Uit onderstaande stukken blijkt allereerst iets over de situatierondom de stad Utrecht, met name in Werkhoven
Nadere informatieBEZUINIGING OP MARINE
'1^^ BEZUINIGING OP MARINE }:J' -'.iuircr^^i ' -V " UITGAVE VAN ÓE CE t]^ate êömmissie VOOR BEZUINIGING DER NEDERLANDS CHE MAAT SCHAPPIJ VOOR NIJVERHEID EN HANDEL.^^Jy I ^ "^mm Overdruk uit Maatschappij-Belang-en"
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2004 30 Wet van 17 december 2003, houdende gelijke behandeling op grond van leeftijd bij arbeid, beroep en beroepsonderwijs (Wet gelijke behandeling
Nadere informatieRapport. Datum: 4 maart 2004 Rapportnummer: 2004/073
Rapport Datum: 4 maart 2004 Rapportnummer: 2004/073 2 Klacht DE ONDERZOCHTE GEDRAGING Het in strijd met het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht niet informeren van betrokkene over de mogelijkheid
Nadere informatieVolksgezondheidswetgeving GENEESKUNDIGE BEHANDELINGSOVEREENKOMST
GENEESKUNDIGE BEHANDELINGSOVEREENKOMST 13 Geneeskundige behandelingsovereenkomst (P.B. 2000, no. 118) Landsverordening van de 23ste oktober 2000 houdende vaststelling van de tekst van Boek 7 van het Burgerlijk
Nadere informatieinstellingen, maar al is de beteekenis van den invloed dier bijzondere personen groot, na eene periode van belangstelling en enthousiasme voor
27 wensch om eene nieuwe regeling te scheppen, maar niet van de gedachte, of men meer voelt voor de openbare school of de bijzondere school of omgekeerd. De Minister CORT VAN DER LINDEN zeide nog in de
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 116 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en de Overleveringswet ter implementatie van richtlijn nr. 2016/800/EU van het Europees Parlement
Nadere informatieo~o=jl!im' ' 'kül_lj5!ljj ' 'i'4&» HEEVORMING KONINKLIJKE DOOIl <^. IV. SCHIEDAM, A. M. ROELANTS
o~o=jl!im' ' 'kül_lj5!ljj ' 'i'4&» HEEVORMING \AJ. Dl. KONINKLIJKE MILITAIRE ACADEMIE, DOOIl
Nadere informatie13538/14 cle/rts/sv 1 DG D 2B
Raad van de Europese Unie Brussel, 30 september 2014 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2013/0407 (COD) 13538/14 DROIPEN 112 COPEN 230 CODEC 1868 NOTA van: aan: het voorzitterschap het Comité van permanente
Nadere informatieUNIVERSELE VERKLARING van de RECHTEN van de MENS: De 30 artikelen:
UNIVERSELE VERKLARING van de RECHTEN van de MENS: De 30 artikelen: Artikel 1 Alle mensen worden vrij en gelijk in waardigheid en rechten geboren. Zij zijn begiftigd met verstand en geweten, en behoren
Nadere informatie1 O0 200 zoo c.m. + N.A.P. 40 O ies
1 O0 200 zoo c.m. + N.A.P. 40 O ies. ~ 3863 é 3-NDV1U38 RIJII,;,"'lt'1' :;S'i'AA'l' -------------- No.4025 Z Vervolg op dzz.schrijven van 18 October 1938, No.3821 Z. Betreffende I Toepassing wet droogmakerijen
Nadere informatieWie heeft niet weder Schinkel s kinematograaf bezocht? Neen maar, dringen en nog eens dringen om er in te komen.
Cinema Schinkel Wie heeft niet weder Schinkel s kinematograaf bezocht? Neen maar, dringen en nog eens dringen om er in te komen. De kermisbioscoop van Schinkel circa 1910 Om een goed plaatsje te krijgen
Nadere informatieMinisterie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Sociale Verzekeringen Nr. SV/GSV/01/52463 Nader rapport inzake het voorstel van wet tot wijziging van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten,
Nadere informatieWet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij arbeid
Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij arbeid Wet van 17 december 2003, Stb. 2004, 30, houdende gelijke behandeling op grond van leeftijd bij arbeid, beroep en beroepsonderwijs (Wet gelijke
Nadere informatiePRIJSBEHEERSCHING IS ZELFBEHEERSCHING
PRIJSBEHEERSCHING IS ZELFBEHEERSCHING Er is een dringend tekort aan grondstoffen voor de Nederlandsche industrie en het Nederlandsche ambacht. Voor het herstellen van beschadigde huizen is hout, glas,
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 170 Gelijke behandeling op grond van leeftijd bij arbeid, beroep en beroepsonderwijs (Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid)
Nadere informatiew SCHETSKAARTEN UITGEGEVEN DOOR DE NATIONALE UNIE
i OU MALAIS V. r;b,aparxy w SCHETSKAARTEN UITGEGEVEN DOOR DE NATIONALE UNIE 1. Tracé van het Eendrachtskanaal met zeehaven Bergen op Zoom. 2. Uitmonding van voormeld kanaal en haven in de Open Westerschelde.
Nadere informatieGezien het overlegde vertoogschrift en de uitgebrachte berichten,
2714 De Raad van Beroep voor de Directe Belastingen te Assen, Gezien het beroepschrift, ingediend door X te Z, d.d. 6 November 1925 tegen de uitspraak van den Inspecteur der directe belastingen te Y op
Nadere informatieWij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
(Tekst geldend op: 27-06-2013) Wet van 17 december 2003, houdende gelijke behandeling op grond van leeftijd bij arbeid, beroep en beroepsonderwijs (Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015 2016 33 987 Voorstel van wet van de leden Swinkels, Recourt en Van Oosten tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en de Faillissementswet
Nadere informatieDe boekhoudkundige ruling. Congres IEC - IAB 5 oktober 2017
De boekhoudkundige ruling Congres IEC - IAB 5 oktober 2017 1 Audio = kanaal: 1 I. De Commissie voor Boekhoudkundige Normen (CBN) 3 De CBN - 1/3 1. De CBN is een autonome instelling met rechtspersoonlijkheid
Nadere informatieDit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de.
vonnis RECHTBANK NOORD-HOLLAND Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf Locatie Schiphol Meervoudige strafkamer Parketnummer: Uitspraakdatum: 8 april 2013 Tegenspraak Strafvonnis Dit vonnis is gewezen naar
Nadere informatieB 11 Buitenlandse werknemers 8
B 11 Buitenlandse werknemers 8 Wettelijke maatregelen te~en ille~ale tewerkstellin~ Teneinde illegale tewerkstelling tegen te gaan en de tewerkstelling van buitenlandse werknemers te kunnen reguleren voorziet
Nadere informatieProefboerderijen in de provincie Groningen,
Proefboerderijen in de provincie Groningen, door Dr. D. J. Hissink, In de Algemeene Vergadering van de Groninger Maatschappij van Landbouw en Nijverheid, gehouden te Groningen op 24 Juni 1913, diende de
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 913 Technische verbeteringen in de Wet inkomensvoorziening kunstenaars, in de Algemene bijstandswet, in de Wet op de ondernemingsraden en in
Nadere informatieVerdrag betreffende de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en de bescherming van het vakverenigingsrecht, San Francisco,
Verdrag betreffende de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en de bescherming van het vakverenigingsrecht, San Francisco, 09-07-1948 (vertaling: nl) Verdrag No. 87 betreffende de vrijheid tot
Nadere informatieMEMORIE, behooreiide bij hot adres aan Z. M. den Koning, ingediend door het Pensioen-Verbond.
Bijlage A. *^"',' ^,-^»«>> 1 MEMORIE, behooreiide bij hot adres aan Z. M. den Koning, ingediend door het Pensioen-Verbond. De oprichijng van het Pensioen-Verbond, waaraau bij Koninklijk besluit van 23
Nadere informatieZaak T-205/99. Hyper Srl tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen
Zaak T-205/99 Hyper Srl tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Douanerechten Invoer van televisietoestellen uit India Ongeldige certificaten van oorsprong Verzoek tot kwijtschelding van invoerrechten
Nadere informatieSOEFISME IN HET DAGELIJKS LEVEN
SOEFISME IN HET DAGELIJKS LEVEN Een leerling van Hazrat Inayat Khan (Een kopie van de uitgave van) The Sufi International Headquarters Publishing Society 1 Liefde ontwikkelt zich tot harmonie en uit harmonie
Nadere informatieFORMULIER VOOR DE BEVESTIGING VAN MISSIONAIRE DIENAREN DES WOORDS. Gemeente van onze Here Jezus Christus,
FORMULIER VOOR DE BEVESTIGING VAN MISSIONAIRE DIENAREN DES WOORDS Gemeente van onze Here Jezus Christus, Inleiding Onderwijzing Openb. 5 : 9 Joh. 3 : 16, 17 Joh. 10 : 11, 12 Hand. 2 : 39 Joh. 10 : 16 Joh.
Nadere informatieONDERWIJSRAAD.. IVjo 148 00. 'S-GRAVENHAGE, Jjf&jj>Jfl... 193 & 2 i j ne Sxc.e Henti de n Minis t er van Onderwijs». Kunsten en Wetenschappen
ONDERWIJSRAAD.. IVjo 148 00. 'S-GRAVENHAGE, Jjf&jj>Jfl... 193 & Statenlaan 125. Bericht op schrijven van Meiv^gsèïieve bij het antwoord dagteekening 17. JU\XJ
Nadere informatieWAAHDMIER BET m DOOR G4SBH\\I)EHS
* - J!" 3^ Ö. "y&s ^ j OVER I)E DRUKKnC WAAHDMIER BET m DOOR G4SBH\\I)EHS GEVOERD MOET WOKÜEN. ö^ I>^)Oil p. L. K IJ K E. ia Overgediukt uit Je Veislagtu eu Medeileehugeü dei K.üuiiiklijke Akademie vrtii
Nadere informatieECLI:NL:RBASS:2007:BB8355
ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 20-11-2007 Datum publicatie 21-11-2007 Zaaknummer 19.830186-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieDe Hoge Raad der Nederlanden,
2 januari 1980. nr. 19.623 DG. De Hoge Raad der Nederlanden, Gezien het beroepschrift in cassatie van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Y B.V. te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof
Nadere informatieWET MINISTERIËLE VERANTWOORDELIJKHEID... 2
Inhoudsopgave WET MINISTERIËLE VERANTWOORDELIJKHEID... 2 Artikel 1... 3 Artikel 2... 3 Artikel 3... 3 Artikel 4... 3 Artikel 5... 3 Artikel 6... 3 Artikel 7... 3 Artikel 8... 4 Artikel 9... 4 Artikel 10...
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 274 Wet van 18 juni 2012 tot wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de aanpassing van het recht van enquête 0 Wij Beatrix,
Nadere informatieHOOFDSTUK IV. Seinen op bepaalde plaatsen te geven. (Vaste seinen).
42 Omschrijving der seinen en seinmiddelen. HOOFDSTUK IV. Seinen op bepaalde plaatsen te geven. (Vaste seinen). Hoofdseinpalen. Een hoofdseinpaal bestaat uit een paal met een naar rechts uitstekenden draaibaren
Nadere informatie2. Onder handelingen op het gebied van de geneeskunst worden verstaan:
Artikel 446 1. De overeenkomst inzake geneeskundige behandeling - in deze afdeling verder aangeduid als de behandelingsovereenkomst - is de overeenkomst waarbij een natuurlijke persoon of een rechtspersoon,
Nadere informatieDe dienst van het Artillerie-materieel in liniën en stellingen.
De dienst van het Artillerie-materieel in liniën en stellingen. De mobilisatie heeft aangetoond, dat de materieel-voorziening van liniën en stellingen zoowel in vredes- als in oorlogstijd op dezelfde wijze
Nadere informatieAlgemene Voorwaarden Visserij-innovatiecentrum Zuidwest-Nederland B.V.
Algemene Voorwaarden Visserij-innovatiecentrum Zuidwest-Nederland B.V. Artikel 1 Algemene bepalingen a. Visserij-innovatiecentrum Zuidwest-Nederland B.V.: Het Innovatiecentrum b. Gebruiker: Degene met
Nadere informatieHET BEROEPSGEHEIM VAN DEN MEDICUS
HET BEROEPSGEHEIM VAN DEN MEDICUS d o o r M. P. VRIJ. Niet zoozeer een medische kwestie en niet zoozeer een recht tot zwijgen, doch veeleer een m oreel-m aatschappelijk probleem. Krachtens de functie van
Nadere informatieINBRENG IN de naamloze vennootschap: N.V. UNIVÉ HET ZUIDEN SCHADEVERZEKERINGEN, gevestigd te Wouw (gemeente Roosendaal)
Blad 1 INBRENG IN de naamloze vennootschap: N.V. UNIVÉ HET ZUIDEN SCHADEVERZEKERINGEN, gevestigd te Wouw (gemeente Roosendaal) Heden, ***, verscheen voor mij, mr. **, notaris te **: **, te dezen handelend
Nadere informatieIs levensverzekering tegen den halven prijs levensvatbaar?
Is levensverzekering tegen den halven prijs levensvatbaar? EBKE UITEENZETTING TEN DIENSTE YAN HEN DIB ZICH DOOR DE GOEDKOOPE AANBIEDINGEN YAN AsSESSlIENT- OF OMSLAGYERZEKBiUNGJIAATSCHAPPIJEN AANGETROKKEN
Nadere informatieHebben besloten hiertoe een Verdrag te sluiten en zijn overeengekomen als volgt:
Verdrag inzake de wet die van toepassing is op onderhoudsverplichtingen De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Geleid door de wens gemeenschappelijke bepalingen vast te stellen betreffende de wet
Nadere informatieBurgerlijk Wetboek Boek 7, Afdeling 5
Burgerlijk Wetboek Boek 7, Afdeling 5 (Tekst geldend op: 19 02 2015) Afdeling 5. De overeenkomst inzake geneeskundige behandeling Artikel 446 4. De overeenkomst inzake geneeskundige behandeling in deze
Nadere informatieBeginselverklaring van de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie, 1980
Beginselverklaring van de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie, 1980 Noot van de editor De beginselprogramma's zijn gescand, en zover nodig gecorrigeerd. Hierdoor is het mogelijk dat de tekst niet meer
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 477 Wet van 2 december 2015, houdende bepalingen verband houdende met de instelling van de rechtsopvolgers van in Nederland gevestigde internationale
Nadere informatieONDERWIJSRAAD. Eerste Afdeling O.R. 162 H.O. s-gravenhage,zfjuli I960.
ONDERWIJSRAAD SECRETARIAAT: BEZUIDENHOUTSEWEG 125 'S-GRAVENHAGE Eerste Afdeling OR 162 HO Voorstel tot wijziging van hot Koninklijk besluit van 29 februari 1932, Staatsblad 66, ter uitvoering van artikel
Nadere informatieOVER HET WARMTETHEOREMA VANNERNST DOOR H. A. LORENTZ.
OVER HE WARMEHEOREMA VANNERNS DOOR H. A. LORENZ. De thermodynamische stelling die eenige jaren geleden door Nernst werd opgesteld, komt hierop neer dat de entropieën van twee gecondenseerde, b.v. vaste
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 636 Wijziging van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen en de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 ter implementatie van de vierde
Nadere informatieWET MINISTERIËLE VERANTWOORDELIJKHEID... 2
Inhoudsopgave WET MINISTERIËLE VERANTWOORDELIJKHEID... 2 Artikel 1... 3 Artikel 2... 3 Artikel 3... 3 Artikel 4... 3 Artikel 5... 3 Artikel 6... 3 Artikel 7... 3 Artikel 8... 3 Artikel 9... 4 Artikel 10...
Nadere informatieWelke angst bestond nog altijd bij David en naar welke plaats ging hij en zijn gevolg heen?
avid in Ziklag, wat een verkeerde keuze blijkt te zijn. Welke angst bestond nog altijd bij David en naar welke plaats ging hij en zijn gevolg heen? 1 Samuel 27:1-2 1 Maar David zei in zijn hart: Ik zal
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015 2016 33 506 Voorstel van wet van het lid Pia Dijkstra tot wijziging van de Wet op de orgaandonatie in verband met het opnemen van een actief donorregistratiesysteem
Nadere informatieONDERWIJSRAAD. N l *%*& 'S ^0^^ 's-graat5nhage.ä.do.c.emb.er ÎÇ2 2. Zij ne...excellent ie...d. .Ond.er.wi ja, uns..t«n...en We t en schappen
ONDERWIJSRAAD. N l *%*& 'S ^0^^ 's-graat5nhage.ä.do.c.emb.er ÎÇ2 2 Bericht op ^jjnnj^n van ƒ ^^^éitgelieve bij het antwoord VC 'T^^ *&r^ dagteekeninsr dagteekening 6 ö en nummer van dit schrijven te vermelden.
Nadere informatieKRONIEK. SURINAME Wat indertijd in deze kroniek gezegd werd in verband met de pogingen om in Suriname te geraken tot volledig en volwaardig middelbaar onderwijs, een heelemaal niet nieuwe kwestie, heeft
Nadere informatieEen woord (wer e^'»^ keeraiide der ont?el"tins^ uil clr
Een woord (wer e^'»^ keeraiide der ont?el"tins^ uil clr OUüFiRiJJKI. i'fk/i.«^ 1 i 1 DOOR MEVROUW VLIELANDER HEIN COUPERUS. 'S-GRAVENHAGE, W. P. VAN STOCKUM & ZOON 1908 Prijs 25 cent. Een woord over eene
Nadere informatie