Zijn emotionele gezichtsexpressies universeel of cultureel specifiek?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Zijn emotionele gezichtsexpressies universeel of cultureel specifiek?"

Transcriptie

1 Zijn emotionele gezichtsexpressies universeel of cultureel specifiek? Oscar Helmstäter (Collegekaartnummer: Bachelorthese Begeleider: Mark Rotteveel Aantal woorden: 8044)

2 2 Inhoudsopgave Zijn emotionele gezichtsexpressies universeel of cultureel specifiek? 4 De eerste kwantitatieve onderzoeken 6 Het debat tussen de drie grote wetenschappers 13 De meest recente onderzoeken 17 Conclusie 22 Onderzoeksvoorstel 24 Literatuur 26

3 3 Abstract De discussie of emotionele gezichtsexpressies universeel of cultureel-specifiek zijn is al honderden jaren aan de gang. In het eerste hoofdstuk wordt getracht de universaliteitsthese te bevestigen door mensen met verschillende culturele achtergronden dezelfde emotionele gezichtsexpressies te laten beoordelen. Deelnemers kregen een foto van een gezichtsexpressie te zien en werden gevraagd een keuze te maken uit een emotielijst met de zes basisemoties. Deze waren blijdschap, verdriet, boosheid, angst, verbazing en walging. Dit is een geforceerde keuze voor de deelnemers omdat er geen alternatieve optie kan worden gekozen. Het blijkt dat de deelnemers met verschillende culturele achtergronden de expressies herkennen. Dit geeft bevestiging voor de universaliteitsthese maar er zijn talloze kritiekpunten over de onderzoeken. Eén van de kritiekpunten is dat er geposeerde expressies werden gebruikt in plaats van spontane. Daarnaast zou de gehanteerde methode met de geforceerde keuze ook niet deugen. In het laatste hoofdstuk proberen meerdere onderzoekers de talloze kritiekpunten te weerleggen. Het kritiekpunt over de geforceerde keuze wordt weerlegd maar een aantal anderen blijven staan. In het laatste onderzoek wordt gekeken hoe mensen met verschillende culturele achtergronden een gezicht bekijken. Mensen blijken dat op verschillende manieren te doen waardoor de cultureel specifieke opvatting ondersteund wordt. Door de uiteenlopende resultaten van de onderzoeken in dit verslag kan geen sluitend antwoord worden gegeven op de hoofdvraag.

4 4 Zijn emotionele gezichtsexpressies universeel of cultureel specifiek? Emotionele gezichtsexpressies zijn de uitingen van emoties die vanaf het gezicht te lezen en te interpreteren zijn. De discussie of emotionele gezichtsexpressies universeel of cultureel specifiek zijn is al meer dan 200 jaar aan de gang. In het geval van universele gezichtsexpressies zouden mensen van over de hele wereld dezelfde gezichtsexpressies gebruiken voor dezelfde emoties ongeacht hun culturele achtergrond. Op die manier zou men dus ook gezichtsexpressies kunnen herkennen van andere culturen. In het geval van cultureel specifieke gezichtsexpressies zou dit juist niet zo zijn omdat emotionele gezichtsexpressies afhankelijk zouden zijn van de culturele achtergrond. Pas in de laatste 40 jaar is er meer duidelijkheid gekomen of emotionele gezichtsexpressies universeel of cultuur specifiek zijn door meer kwantitatief onderzoek. Aristoteles (1913) schreef al het volgende over gezichtsexpressies: Iedereen weet dat droefheid samengaat met een somber gelaat en vreugde met een opgewekt gelaat Er zijn karakteristieke gezichtsexpressies die worden waargenomen en gepaard gaan met boosheid, angst, erotische opwinding, en alle andere passies (p. 805, 808). Bell (1806) wakkerde als één van de eerste de discussie aan. Hij schreef: De gewelddadige passies markeren zich zo duidelijk op het gelaat, zowel van de mens, en van de dieren, dat we in eerste instantie geneigd zijn om de bewegingen te beschouwen waarmee ze worden aangeduid, als bepaalde tekens of karakters voorzien door de natuur met het doel iets uit te drukken van een gesuggereerde interne emotie; en om te veronderstellen dat ze worden geïnterpreteerd door de waarnemer als gevolg van een eigenaardige en instinctieve faculteit (p. 84). Duchenne de Boulogne (1862/1990) was de eerste die expliciet naar de universaliteit refereerde. Hij zei: zodra de taal van gezichtsexpressies was ontstaan, volstond voor Hem het idee dat alle mensen altijd instinctieve faculteit uiting geven met behulp van hun gevoelens door het aanspannen van dezelfde spieren. Dit maakte de taal universeel en onveranderlijk (p. 19). Darwin was het hiermee eens. Volgens Darwin (1872/1998) zouden emotionele gezichtsexpressies hardwired zijn: aangeboren expressies met specifieke emotionele toestanden. Deze zouden daarom universeel zijn en gelden voor alle mensen ongeacht hun leeftijd, geslacht, etniciteit en cultuur. Dit wordt ook wel de universaliteitsthese genoemd. De universaliteitsthese heeft voornamelijk betrekking op de

5 5 basisemoties blijdschap, verdriet, boosheid, angst, verbazing en walging. Dit is gebaseerd op onderzoek van Tomkins (1962). Tomkins had een theorie over persoonlijkheid, die de nadruk legde op affect en die veronderstelde dat er bepaalde aangeboren subcorticale programma s zijn die gelinkt zijn aan bepaalde onderscheidende universele signalen voor iedere basisemotie. De universaliteitsthese van Darwin werd krachtig afgewezen door psychologen en antropologen van de twintigste eeuw die claimde dat gezichtsexpressies worden bepaald door cultuur in plaats van natuur (Mead, 1975). De cultureel relativistische opvatting wordt goed samengevat in de uitspraak: wat er wordt getoond op het gezicht is geschreven door de cultuur. Dit wordt ook wel de cultuur specifieke opvatting over emotionele gezichtsexpressies genoemd. Het idee is dat gezichtsexpressies zijn aangeleerd in de cultuur wat in die tijd ondersteund werd met de dominante kijk op het behaviorisme. Het behaviorisme claimt namelijk dat gedrag verklaard kan worden door leerprocessen die de individu in het verleden heeft doorgemaakt. Op die manier zou alles aangeleerd zijn in plaats van aangeboren. De aanhangers van de cultuur specifieke opvatting beargumenteren dat verschillende culturen worden blootgesteld aan verschillende omgevingen, die worden gekarakteriseerd door verschillende emotionele ervaringen en resulteren in verschillende regels voor emotionele expressies. Een dezelfde gezichtsexpressie kan dan in een andere cultuur ook een andere betekenis hebben. Deze opvatting werd ondersteund door een aantal onderzoeken. Klineberg (1938) bijvoorbeeld onderzocht beschrijvingen van emotionele gezichtsexpressies in de Chinese literatuur waarin gerapporteerd werd dat vreugde en blijdschap niet altijd werd uitgedrukt met een glimlach en dat een glimlach ook niet altijd blijdschap hoeft te betekenen. Het is bijvoorbeeld mogelijk een glimlach op te zetten om andere gevoelens te maskeren. LaBarre (1947) beweerde dat een glimlach niet altijd blijdschap uitdrukte maar ook verlegenheid, verbazing en amusement. Tot slot vertelde Birdwhistell (1970) dat gezichtsexpressies konden worden gezien als een soort van lichaamstaal, die hij kinesics noemde, dat het resultaat was van de culturele achtergrond. Er was volgens Birdwhistell geen universele taal dus ook geen universele gezichtsexpressies. De vraag of emotionele gezichtsexpressies universeel of cultureel specifiek zijn, is nog steeds onbeantwoord na zo n 200 jaar. Daarom is men in de jaren 70 en 80 verder gegaan te zoeken naar dit

6 6 antwoord. De onderzoeken die hierboven zijn aangekaart zijn overigens voor het grootste gedeelte ontstaan vanuit veronderstellingen, persoonlijke overtuigingen en onsystematische vergaring van data. Daarom zal in dit verslag aan de hand van kwantitatieve data worden bekeken wat de huidige stand van zaken is rond de discussie of emotionele gezichtsexpressies universeel of cultuur specifiek zijn. Allereerst zal er gekeken worden naar de eerste kwantitatieve onderzoeken rond deze discussie die de universaliteitsthese ondersteunen uit de jaren 70 en 80. In deze onderzoeken zullen mensen met verschillende culturele achtergronden dezelfde emotionele gezichtsexpressies beoordelen. Dit wordt gevolgd door talloze kritiekpunten in het tweede hoofdstuk. Zo zouden bijvoorbeeld de gekozen foto s van de emotionele gezichtsexpressies niet voorgeselecteerd moeten worden en zouden er naast geposeerde expressies ook spontane expressie gebruikt moeten worden. In het laatste hoofdstuk wordt een andere methode gebruikt om de hoofdvraag te kunnen beantwoorden. Daarbij wordt gekeken naar de verschillen in oogbewegingen van mensen met verschillende culturele achtergronden bij het herkennen van emotionele gezichtsexpressies. De eerste kwantitatieve onderzoeken Om de universaliteitsthese te kunnen bevestigen zouden mensen met verschillende culturele achtergronden elkaars emotionele gezichtsexpressies moeten herkennen. Dit probeerde Ekman, Izard en andere collega s in de jaren 70 en 80 via kwantitatief onderzoek te bevestigen. In dit hoofdstuk zullen vier onderzoeken met behulp van deze onderzoeksmethode behandeld worden. Ekman, Sorenson en Friesen (1969) probeerden te bewijzen dat mensen met verschillende culturele achtergronden dezelfde emotie herkennen in gezichten met dezelfde expressies. Het herkennen van gezichtsexpressies kan verklaard worden door het leren van de gezichtsexpressies van anderen met behulp van aanwijzingen via een gedeelde visuele bron zoals televisie, films of tijdschriften. Daarom was het volgens de onderzoekers noodzakelijk om tevens data te verzamelen uit visueel geïsoleerde culturen. De deelnemers van het onderzoek kwamen uit drie niet-geïsoleerde culturen en twee geïsoleerde culturen. De niet-geïsoleerde culturen waren de Verenigde Staten, Brazilië en Japan en de geïsoleerde culturen Nieuw Guinea (Pidgin en Fore) en Borneo. Uit 3000

7 7 foto s werden 30 foto s geselecteerd waarin er een duidelijke weergave was van een enkelvoudige emotie op het gezicht van een Westerling. Dit werd gedaan met een procedure genaamd Facial Action Coding Systems (FACS) die ontwikkeld is door Ekman, Friesen en Tomkins (1971). De foto s werden één voor één weergeven en de deelnemer werd gevraagd om een emotiewoord te selecteren van een lijst van zes emoties voor iedere foto. De zes emotiewoorden waar uit gekozen konden worden waren blijdschap, angst, walging-minachting, boosheid, verbazing en verdriet en werden vertaald voor iedere nationaliteit. Uit de resultaten blijkt dat de deelnemers uit de niet-geïsoleerde culturen de gezichtsexpressies van de Westerse FACS gezichten accuraat herkenden. Ook in de geïsoleerde culturen was er een hoge mate van overeenstemming en accuraatheid over de emotionele gezichtsexpressies. De overeenstemming in de geïsoleerde culturen was wel minder dan in de niet-geïsoleerde culturen. Uit het onderzoek kan geconcludeerd worden dat verschillende geïsoleerde en niet-geïsoleerde culturen dezelfde emoties kunnen herkennen in dezelfde gezichtsexpressies. Hiermee zou volgens de onderzoekers de universaliteitsthese ondersteund zijn. Toch heeft het bovenstaande onderzoek een aantal kritiekpunten. Het eerste kritiekpunt is dat er slechts twee verschillende geïsoleerde en drie niet-geïsoleerde culturen onderzocht zijn. Dit kan niet representatief zijn voor de gehele wereldpopulatie. De universaliteitsthese kan hiermee niet volledig ondersteund worden. Overigens is er wel meer ondersteuning voor de universaliteitsthese in nietgeïsoleerde culturen omdat Izard (1971) gelijkwaardige resultaten vond voor Engelsen, Duitsers, Zweden, Fransen, Zwitsers en Grieken. Het tweede kritiekpunt is dat enkelvoudige emotiewoorden niet eenvoudig te vertalen zijn naar verschillende talen waardoor de definitie van een emotie al bij voorbaat kan verschillen. Tot slot zeggen Ekman, Sorenson en Friesen (1969) dat het niet uit te sluiten is dat alle culturen in het onderzoek in bepaalde mate bloot zijn gesteld aan dezelfde massamedia beeldvorming van gezichtsexpressies. Hierdoor zouden alle deelnemers dezelfde gezichtsexpressies aangeleerd kunnen hebben. In de volgende alinea zal dit laatste kritiekpunt en het kritiekpunt over de vertaling van de emotiewoorden worden weerlegd met een vervolgonderzoek.

8 8 Ekman en Friesen (1971) onderzochten of geïsoleerde culturen met maximale visuele isolatie van massamedia dezelfde emoties konden identificeren op gezichten als leden van niet-geïsoleerde culturen. Er deden 189 volwassenen en 130 kinderen mee aan het onderzoek. Alle deelnemers waren leden van de South Fore stam in Nieuw Guinea. De deelnemers werden geselecteerd op het criterium dat ze zo min mogelijk contact hadden gehad met massamedia en Westerlingen. De geselecteerde deelnemers hadden geen films gezien, konden geen Engels of Pidgin spreken of begrijpen en hadden nog nooit gewerkt voor een Westerling. Ook werden er 23 deelnemers geselecteerd die juist niet aan de bovenstaande criteria voldoen. Al deze 23 deelnemers waren mannen. Het benoemen van de emotionele gezichtsexpressie van een foto met een emotielijst was geen optie. De deelnemers konden namelijk niet lezen. Daarnaast waren de enkelvoudige emotiewoorden moeilijk te vertalen naar enkelvoudige emotiewoorden in de taal van de South Fore stam. Tot slot was het voor de deelnemers te moeilijk en inspannend om de basisemoties uit hun hoofd te leren. Om deze redenen werd er gebruik gemaakt van een taak ontwikkelt door Dashiell (1927). De deelnemers kregen een groep van drie foto s tegelijkertijd zien, luisterde naar een verhaal en werden daarna gevraagd naar een foto te wijzen die de emotie beschreef in het verhaal. De emoties waar uit gekozen kon worden waren blijdschap, boosheid, verdriet, afschuw, walging, verbazing en angst. De kinderen in het onderzoek kregen maar twee foto s tegelijkertijd te zien en hoefde geen onderscheid te maken tussen angst en verbazing. De deelnemers kregen 6 tot 12 sets van foto s te zien. Een verhaal werd meer dan één keer verteld met verschillende antwoordmodellen van emotionele gezichtsexpressies. Uit de resultaten blijkt dat de volwassen deelnemers, die geselecteerd waren op zo hoog mogelijke isolatie, het correcte gezicht konden aanwijzen voor alle emotionele onderscheidingen behalve het onderscheid van angst met verbazing. Voor de andere 23 deelnemers, die juist niet aan de selectie criteria voldaan hadden van isolatie, werd bijna precies hetzelfde resultaat gevonden. Het gevonden effect bij kinderen was sterker. Dat gegeven is overigens geen toegevoegde waarde omdat kinderen twee foto s te zien kregen in plaats van drie en de kans op een goed antwoord op die manier 50% was in plaats van 33%. De onderzoeker had dit effect bij kinderen moeten corrigeren om het

9 9 zodanig te kunnen vergelijken met de volwassenen. Over het onderscheid van angst met verbazing bij de kinderen kon niets worden gezegd omdat die combinatie niet was uitgevoerd. Uit het onderzoek concluderen de onderzoekers dat geïsoleerde culturen met maximale visuele isolatie van massamedia dezelfde expressie konden identificeren op gezichten als leden van nietgeïsoleerde culturen. Het probleem is wel dat er in dit onderzoek geen vergelijkingsmateriaal is met niet-geïsoleerde culturen omdat deze niet zijn onderzocht. Deze zijn wel onderzocht in het onderzoek van Ekman, Sorenson en Friesen (1969) maar daar hebben de onderzoekers een andere methode gebruikt. De vergelijking die gemaakt wordt tussen geïsoleerde en niet-geïsoleerde culturen is daarom niet geheel correct. Toch weerlegd het onderzoek het kritiekpunt over de maximale isolatie van massamedia door geïsoleerde culturen van het vorige onderzoek. Daarnaast weerlegd het onderzoek het kritiekpunt over vertaling van emotiewoorden omdat in dit onderzoek geen emotiewoorden zijn gebruikt. Volgens Ekman is er maar één manier om de conclusie te bekritiseren. Het is namelijk niet uit te sluiten of de de geselecteeerde geïsoleerde deelnemers toch nog iets van contact hebben gehad met Westerlingen waardoor deze personen alsnog geleerd hebben om expressies te herkennen. Toch lijkt dat hem erg onwaarschijnlijk. Ten eerste is het zeer onwaarschijnlijk dat de deelnemers gezichtsexpressies kunnen herkennen en uiten terwijl er minimaal contact is geweest. Ten tweede heeft het contact met Westerlingen waarschijnlijk weinig invloed gehad omdat deelnemers die er wel aan waren blootgesteld het niet beter deden dan de sterk geïsoleerde deelnemers. Ten derde waren de vrouwen, die minder contact hadden gehad dan mannen met Westerlingen, even accuraat in het herkennen van gezichtsexpressies. Een ander kritiekpunt komt van Russell (1994). In het onderzoek van Ekman en Friesen (1971) werd gebruik gemaakt van een forced-choice format. Dit betekende dat deelnemers geforceerd waren om één van de drie gezichten (of twee voor de kinderen) aan te wijzen die correspondeerde met de emotie in het verhaal. Ook in het besproken onderzoek van Ekman, Sorenson en Friesen (1969) moesten deelnemers een keuze maken uit de zes gegeven emoties uit de lijst. Deze gedwongen keuze geeft de deelnemer de verwachting dat het gezicht geïnterpreteerd moet worden in termen van emoties en deze ook moet benoemen. Uit een onderzoek van Russell (1993) blijkt dat deelnemers systematisch

10 10 een incorrecte optie uit de emotielijst kiezen als de correcte optie niet aanwezig is. Dit zou erop duiden dat mensen niet de juiste expressies herkennen maar dat er een emotiewoord wordt gekozen die het meest lijkt op de expressie. Ook kon het zijn dat de deelnemer meer dan één emotie waarnam in het gezicht maar dan toch een keuze moest maken uit één enkele gezichtsexpressie. Daarom zal in de volgende alinea een onderzoek worden besproken waarin deelnemers vrijuit konden opschrijven hoe de persoon op de foto zich voelde. Dit wordt ook wel de free-response format genoemd. Izard (1971) vroeg zich af of mensen met verschillende culturele achtergronden dezelfde emoties herkende over een dezelfde getoonde expressie waarbij er gebruik werd gemaakt van een freeresponse format. Er deden 268 studenten mee aan het onderzoek uit vier verschillende culturen. Dit waren 89 Amerikanen, 62 Engelsen, 67 Fransen en 50 Grieken. De deelnemers werden gevraagd om zorgvuldig 32 geprojecteerde foto s één voor één te bekijken en te beschrijven hoe de persoon op de foto zich voelde. Ook werden de deelnemers verteld dat een gezicht meer dan één emotie zou kunnen omschrijven maar dat het de bedoeling is om de emotie die volgens hen het sterkst en duidelijkst getoond werd als eerste op te schrijven. Daarna konden de deelnemers andere gevoelens en gedachten over het gezicht noteren. Dertien beoordelaars werden vervolgens gevraagd om de beschrijvingen van de deelnemers te analyseren en te categoriseren in acht verschillende emotie categorieën. Dit waren de categorieën interesse-opwinding, plezier-vreugde, verbazing-verwonderd, bedroefd-benauwd, walging-minachting, boosheid-woede, schaamte-vernedering en angst-paniek. Deze acht categorieën komen overeen met de zes basisemoties en met als toevoeging interesse-opwinding en schaamtevernedering. Een beschrijving van een deelnemer over een foto werd geclassificeerd in één van deze acht categorieën als acht van de dertien beoordelaars het eens waren in welke categorie de beschrijving thuishoorde. Uit de resultaten blijkt dat het gemiddelde van correcte responses op de foto s voor alle vrouwelijke deelnemers 56% was en voor mannen 50%. Uit de analyses blijkt dat de waarschijnlijkheid dat deze gemiddelden op toeval zijn ontstaan zeer gering is. De mate van overeenstemming tussen de culturen was overigens niet zo groot als in het onderzoek van Ekman, Sorenson en Friesen (1969) en Izard s (1971) eigen onderzoek met gebruik van het forced-choice

11 11 format. Izard s eigen onderzoek met het forced-choice format vond plaats in een eerdere taak van dit huidige onderzoek, met dezelfde deelnemers. Dat laatste gegeven kan ervoor gezorgd hebben dat deelnemers zijn beïnvloed door de eerdere taak. Hierdoor zouden deelnemers namelijk eerder geneigd zijn de emotiewoorden van de eerste taak te gebruiken omdat deze nog in hun korte-termijn geheugen actief zouden kunnen zijn. Uit het onderzoek concludeert Izard dat mensen met verschillende culturele achtergronden dezelfde emotionele gezichtsexpressies herkennen, ook als er gebruik wordt gemaakt van een freeresponse format. Daarbij moet wel een kantekening worden gemaakt door de voorafgaande taak met het forced-choice format. Dit zou namelijk de herkenninggsscores verhoogd kunnen hebben omdat deelnemers al bekend waren met de emotielijst. Of het eerder besproken kritiekpunt over het forcedchoice format nu is weerlegd is niet geheel duidelijk. Uit de tot nu toe besproken onderzoeken lijkt het erop dat emotionele gezichtsexpressies universeel zijn. Er zijn namelijk nog steeds een aantal kritiekpunten. Ekman (1987) geeft zelf drie kritiekpunten. Allereerst is er weinig herhaalt onderzoek gedaan in andere geïsoleerde culturen of in Westerse en niet-westerse culturen. Ten tweede zijn niet alle zes basisemoties accuraat herkend. Boosheid, walging, blijdschap en verdriet werden onderscheiden maar angst niet van verbazing. Ten derde waren de gezichtsexpressies geposeerd in plaats van spontaan. Mead (1975) beweerde dat als geposeerde emotionele gezichtsexpressies universeel zouden zijn dat dat niet hoeft te betekenen dat spontane gezichtsexpressies dat ook zijn. In een vervolgonderzoek in de volgende alinea wordt geprobeerd deze kritiekpunten te weerleggen. Ekman et al. (1987) probeerden de beschreven kritiekpunten te weerleggen. Er deden studenten mee aan het onderzoek van verschillende nationaliteiten. Dit waren 67 deelnemers uit Duitsland, 61 uit Griekenland, 29 uit Hong Kong, 40 uit Italië, 98 uit Japan, 42 uit Schotland, 36 uit Sumatra, 64 uit Turkije en 30 uit de Verenigde Staten. De geselecteerde foto s met gezichtsexpressies bestonden uit geposeerde emoties, spontane emoties, en foto s waarin modellen instructies kregen om bepaalde gezichtsspieren aan te spannen. De meeste van deze foto s werden gescoord met Ekman en Friesen s (1978) FACS gezichten om vast te stellen welke gezichtsspieren welke emoties produceerde.

12 12 Drie foto s werden geselecteerd voor iedere basisemotie. De deelnemers kregen een lijst van zeven emotiewoorden te zien die was vertaald naar de moedertaal van de deelnemer. Dit waren de basisemoties plus minachting. In vorige onderzoeken is minachting niet meegenomen als emotie maar in dit onderzoek wordt het behandeld om te kijken of het onderscheiden kan worden van walging. De foto s werden als dia s achter elkaar gepresenteerd aan een groep van deelnemers. Dezelfde volgorde van de presentatie van de foto s werd aangehouden voor iedere cultuur waardoor verschillen tussen culturen duidelijk kunnen worden aangetoond. Bij een onwillekeurige volgorde zou dat lastiger zijn, meer werk kosten bij de analyses en er zouden meer deelnemers nodig zijn per cultuur. De deelnemers kregen één voor één de foto s gepresenteerd en werden gevraagd een keuze te maken uit een lijst van zeven emotiewoorden dat volgens hen refereerde aan de gezichtsexpressie op de foto. Uit de resultaten blijkt dat deelnemers in iedere cultuur de emotionele gezichtsexpressies op de correcte manier geïnterpreteerd hadden bij het eerste keer zien van de foto s. Het effect in iedere cultuur was zeer sterk en waren gelijkwaardig aan de resultaten van 17 jaar geleden met andere foto s en deelnemers (Ekman & Friesen, 1969; Izard, 1971). Er was geen onderscheid gemaakt voor de resultaten van de geposeerde en de spontane gezichtsexpressies om die onafhankelijke te analyseren. Uit het onderzoek concludeert Ekman dat emotionele gezichtsexpressies universeel zijn ongeacht of de expressies geposeerd of spontaan zijn. De resultaten zijn volgens hem bijna hetzelfde als de resultaten van 17 jaar geleden. Hiermee is volgens Ekman opnieuw de universaliteitsthese ondersteund. Dit is een opmerkelijke conclusie. Ekman vergelijkt namelijk resultaten van 17 jaar geleden, waarbij enkel geposeerde gezichtsexpressies gebruikt werden, met dit huidige onderzoek waarbij spontane en geposeerde gezichtsexpressies bij elkaar zijn gevoegd. Dit is een ongeldige vergelijking. Ekman (1987) geeft zelf twee andere kritiekpunten op zijn onderzoek. Allereerst hebben er enkel studenten deelgenomen aan het onderzoek, wat niet representatief is voor gehele wereldpopulatie. Ten tweede zijn alle deelnemers blootgesteld aan dezelfde massamedia. Of spontane emotionele gezichtsexpressies nou universeel zijn is niet geheel duidelijk. Uit de besproken onderzoeken in dit eerste hoofdstuk lijkt het erop dat emotionele gezichtsexpressies universeel zijn. Toch moet er voorzichtig worden gedaan met deze conclusie want

13 13 niet alle besproken kritiekpunten zijn weerlegd. Het kritiekpunt over de vertaling van emotiewoorden van Russell (1994) werd weerlegd door het gebruik van verhalen in het onderzoek van Ekman (1971). Of de geïsoleerde culturen toch nog iets van contact hebben gehad met massamedia is een eindeloze discussie omdat het niet te bewijzen is. Wel zijn de resultaten van de besproken onderzoeken meer representatief geworden omdat er twee geïsoleerde en acht niet-geïsoleerde culturen zijn onderzocht. Het kritiekpunt van Russell (1994) over geposeerde gezichtsexpressies is gedeeltelijk weerlegd door Ekman et al. (1987). Het probleem met dat onderzoek was dat er geposeerde en spontane gezichtsexpressies bij elkaar waren gevoegd waardoor niet afzonderlijk naar de resultaten gekeken kon worden. Of het forced-choice format een correcte methode is, is ook nog niet geheel bekend. Toch zijn er nog talloze andere kritiekpunten over de besproken onderzoeken te bedenken. Deze zullen behandeld worden in een debat tussen de drie grote wetenschappers over de huidige discussie in het volgende hoofdstuk. Het debat tussen de drie grote wetenschappers De besproken onderzoeken in het vorige hoofdstuk zouden volgens Ekman en Izard erop duiden dat emotionele gezichtsexpressies universeel zijn. Russell (1994) is het echter niet eens met deze claim. In zijn review worden een aantal alternatieve verklaringen en kritiekpunten gegeven voor de resultaten van de besproken onderzoeken. In de volgende alinea zullen deze punten behandeld worden. Daarna volgt er een reactie van Ekman (1994) en daarop volgend een reactie van Izard (1994). Russell (1994) begint zijn review met de conclusies van verschillende wetenschappers dat emotionele gezichtsexpressies universeel zouden zijn door het vele bewijs wat reeds gevonden is. Zelf vind Russell het opmerkelijk dat de universaliteitsthese bewezen is volledig op het idee dat mensen met verschillende culturele achtergronden dezelfde emoties in dezelfde gezichten herkennen. Andere methodes zouden gehanteerd moeten worden omdat die misschien wel eens andere conclusies zouden kunnen opleveren. Russell is het namelijk ook totaal niet eens met de huidige methode en geeft hier vier kritiekpunten over.

14 14 Ten eerste konden deelnemers de foto s met de expressies, die tegelijkertijd (Dashiell methode) of achter elkaar werden gepresenteerd, met elkaar vergelijken. Hierdoor vallen bepaalde verschillen en overeenkomsten op, waardoor het niet duidelijk was of de emotionele gezichtsexpressies herkend werden of dat er gebruik werd gemaakt van assimilatie en contrast effecten. Als een deelnemer bijvoorbeeld eerst een negatieve expressie ziet zoals boosheid en daarna een positieve expressie zoals blijdschap, kiest deze persoon bij blijdschap ook sneller voor dat emotiewoord door het voorafgaande contrast van boosheid. De foto s zouden volgens Russell daarom beter in willekeurige volgorde gepresenteerd kunnen worden. De methode waarbij iedere deelnemer wordt gevraagd een gehele set met dezelfde volgorde aan gezichtsexpressies te beoordelen in een korte tijd is volgens hem niet de correcte methode. Het binnen-deelnemers design zou plaats moeten maken voor het tussen-deelnemers design. Het binnen-deelnemers design zou er namelijk voor zorgen dat deelnemers verschillende expressies met elkaar kunnen vergelijken terwijl een deelnemer in een tussen-deelnemers design slechts één basisemotie hoeft te beoordelen. Bij dat laatste design vallen de assimiatie en contrast effecten tussen de emotionele expressies weg, volgens Russell. Ten tweede waren alle foto s voorgeselecteerd en waren het geposeerde emotionele gezichtsexpressies. Een meer volledig begrip van emoties en gezichtsexpressies zouden ook ongeselecteerde en spontane gezichtsexpressies moeten bevatten. Het kritiekpunt over geposeerde en spontane gezichtsexpressies is reeds besproken. Er werden enkel foto s geselecteerd met de weergave van één enkele emotionele gezichtsexpressie. Russell beweert daarom dat het niet voorselecteren van het materiaal de herkenningsscores lager zal maken. Ten derde is Russell het niet eens met het forced-responce format die is gehanteerd maar dit kritiekpunt is reeds besproken. De methode kan ervoor zorgen dat de emotie die deelnemers herkennen in het gezicht niet in de emotielijst staan maar dan toch moeten kiezen. Dit zou volgens hem de resultaten beïnvloeden. Als het herkennen van emotionele gezichtsexpressies echt universeel zou zijn, zou een emotielijst volgens hem onnodig zijn. De emotielijst zou ook te gelimiteerd zijn en dat zorgt ervoor dat de universaliteitsthese meer kans heeft om bevestigd te worden. Uit het onderzoek van Izard (1971) bleek ook dat de herkenningsscores bij de free-response format lager waren dan bij het

15 15 forced-choice format. Tevens werd het vrij noteren van de emoties in Izard s (1971) onderzoek gelijk gesteld aan het forced-choice format omdat de genoteerde woorden werden gecategoriseerd met behulp van de basisemoties. Dit is een methode waarin de wetenschapper op zoek is naar bevestiging van zijn hypothese. Volgens Russell zouden de gemeenschappelijke gevoelens en gedachten die de deelnemers noteerde gecategoriseed moeten worden zonder het gebruik van de basisemoties. Tot slot is er een gebrek aan context in onderzoeken waarin foto s worden gepresenteerd. Dit reflecteert niet het herkennen van emotionele gezichtsexpressies in een natuurlijke situatie omdat in dat geval er contextuele informatie is die invloed heeft op de waarnemer (Frijda, 1958; Goldberg, 1951; Goodenough & Tinker, 1931; Munn, 1940, Vinacke, 1949). Uit de review kan geconcludeerd worden dat Russell het niet eens is met de conclusie dat emotionele gezichtsexpressies universeel zouden zijn. Ekman (1994) reageert op de kritiekpunten van Russell (1994) met een review. Volgens Ekman is het bewijs voor universele emotionele gezichtsexpressies overweldigend voor geïsoleerde én niet-geïsoleerde culturen. Ekman (1994) gaat in op de genoemde kritiekpunten van Russell (1994). Het eerste punt ging over het feit dat deelnemers foto s met elkaar konden vergelijken. Volgens Ekman is er geen reden te bedenken om deelnemers niet die keuze te geven. Deelnemers blijven dan de expressie herkennen, net als in de free-response format. Het tonen van de foto s met een vaste volgorde is volgens hem ook geen probleem. Russell bespreekt namelijk acht verschillende onderzoeken die allemaal een andere volgorde van foto s presenteerde maar wel allemaal uit bleek dat mensen met verschillende culturele achtergronden dezelfde expressies konden herkennen. Het tweede punt ging over voorgeselecteerde foto s. Ekman had theoretische en empirische redenen om te verwachten dat bepaalde expressies universeel zouden zijn, waarbij hij vanzelfsprekend alleen die stimuli selecteerde. Dit kwam uit het onderzoek van Tomkins (1962) waaruit bleek dat de zes basisemoties ieder aangeboren affecten hadden. Door het voorselecteren kon gekeken worden of er specifieke expressies zijn die mensen met verschillende culturen achtergronden hetzelfde interpreteren.

16 16 Met het derde punt is het Ekman het ook niet eens. Als de deelnemer een emotiewoord wilde kiezen die niet in de emotielijst stond, koos de deelnemer in iedere cultuur het dichtstbijzijnde emotiewoord. Het feit dat de deelnemers de emotiewoorden kozen die het meeste leken op het woord dat ze in gedachten hadden, geeft weer dat deze emotionele gezichtsexpressies nog steeds geassocieerd waren met de gekozen emotie. Daarnaast gaat het volgens Ekman er niet om of de free-response format een minder sterk effect opleverde dan het forced-choice format omdat er dan nog steeds een effect is. Het kritiekpunt over het gebrek van context bij de foto s gaat Ekman niet op in. Wel kan gezegd worden dat er wel degelijk een natuurlijke situatie is gehanteerd in het onderzoek van Ekman (1971) waarbij er verhalen werden verteld die de context van de situatie schetste. Tevens kwamen daar dezelfde resultaten naar voren als bij het onderzoek van Ekman, Sorenson en Friesen (1969). Uit de review van Ekman kan geconcludeerd worden dat Ekman het niet eens is met de kritiekpunten van Russell (1994). Volgens Ekman heeft Russell de resultaten verkeerd gelezen en geïnterpreteerd. Daarom blijft Ekman tot de conclusie dat er sterke bewijzen bestaan dat bepaalde gezichtsexpressies universeel zijn. Met name de bevindingen in de geïsoleerde culturen zijn belangrijk omdat hieruit blijkt dat mensen met maximale visuele isolatie van massamedia tevens accuraat zijn in het herkennen van emotionele gezichtsexpressies van ander culturen. In de volgende alinea geeft Izard (1994) zijn reactie op de review van Russell. Izard (1994) argumenteert voor het bestaan van universele emotionele gezichtsexpressies en vind dat er niets mis is met het forced-choice format. Gegeven dat het wat zwaktes heeft in de vertaling van emotiewoorden geeft het nog steeds robuuste resultaten die de universaliteitsthese ondersteunen. Izard is het eens met Russell dat er in natuurlijk situaties een context aanwezig is bij de foto s en in de taak niet. Op die manier hebben mensen ook weinig of geen ervaring met de onnatuurlijke taak. Het vrij benoemen van de emotie van een gezichtsexpressies zou dan een lastige taak worden, vandaar dat dit gemakkelijker is gemaakt met gebruik van een emotielijst. Daarnaast zouden gemeenschappelijke gevoelens en gedachten wel gecategoriseerd moeten worden in de basisemoties omdat er anders weinig te zeggen valt over de herkenning van de basisemoties. Het

17 17 toevoegen van meer emoties aan de emotielijst zou ondergeschikt zijn aan de basisemoties. Tot slot vertelt Izard dat zijn studies voornamelijk gefocust waren op niet-geïsoleerde culturen en dat de resultaten inderdaad verklaard zouden kunnen worden doordat al deze culturen blootgesteld zijn aan dezelfde massamedia. Hij vraagt zich daarbij wel het volgende af: Als de bewijzen voor de universaliteitsthese verklaard worden door aangeleerde processen in de cultuur, wie heeft dan de standaard gezet? Uit de review van Izard (1994) kan geconcludeerd worden dat Izard het niet eens is met Russell. Izard concludeert zelf uit zijn review dat een gelimiteerde set van emotionele gezichtsexpressies universeel zouden zijn. Uit de drie besproken reviews in dit hoofdstuk kan geconcludeerd worden dat de vraag of emotionele gezichtsexpressies universeel of cultureel-specifiek zijn niet met grote zekerheid beantwoordt kan worden, alhoewel de bewijzen wel richting de universaliteitsthese gaan. De reviews bevatten voornamelijk argumentatie die niet gebaseerd is op onderzoek zoals het kritiekpunt over het forced-choice format, de vaste volgorde van foto s en het binnen-deelnemers design. Daarom is er meer onderzoek nodig om de kritiekpunten van Russell te kunnen weerleggen voordat er meer definitieve conclusies kunnen worden getrokken. In het volgende hoofdstuk zullen de meest recente onderzoeken worden besproken die de net genoemde kritiekpunten zullen behandelen. De meest recente onderzoeken De hoofdvraag van dit verslag kan nog niet met grote zekerheid beantwoordt worden. Eén van de veel besproken kritiekpunten is het forced-choice format. Daarom zullen er eerst twee onderzoeken worden besproken die dit kritiekpunt proberen te weerleggen. Het eerste onderzoek hanteert een freeresponse methode zonder dat deelnemers een andere voorafgaaande taak doen zoals bij Izard (1971). Het tweede onderzoek is een forced-choice format met een geen van bovenstaande optie toegevoegd zodat de keuze niet meer geforceerd is. Daarna zal een alternatieve onderzoeksmethode worden besproken met betrekking tot oogbewegingen bij het herkennen van emotionele gezichtsexpressies.

18 18 Russell (1994) vond namelijk dat er niet slechts één methode gebruik moest worden om de hoofdvraag te beantwoorden omdat andere methoden andere onderzoeksresultaten zouden kunnen opleveren. Haidt en Keltner (1999) onderzochten welke emotionele gezichtsexpressies worden herkend tussen culturen en of de forced-choice methode leidt tot ongeldige bevindingen ten aanzien van de universaliteitsthese. Veertig deelnemers uit Amerika en 40 uit India kregen 14 verschillende emotionele gezichtsexpressies te zien en werden gevraagd te vertellen wat er voor had gezorgd dat de persoon dit gezicht trok. In dit onderzoek zijn 14 emoties gebruikt omdat er nieuwe ontwikkelingen zijn in emotie onderzoeken waarbij wetenschappers meer emoties hebben onderscheiden. De 14 emoties zijn de zes basisemoties plus minachting, verlegenheid, schaamte, compassie, amusement, tongbijten, gezicht bedekken en gapen. De emotielijst met de emotiewoorden waar de deelnemer uit kon kiezen, bestond uit de zes basisemoties plus walging en acht andere emoties namelijk romantische liefde, amusement, enthousiasme, ontzag/verwondering, schaamte, verlegenheid, schuld en compassie. Nadat deelnemers hun antwoorden hadden genoteerd kregen ze in een opvolgende taak een forcedchoice taak met als toegevoegde optie de geen van bovenstaande keuze bij dezelfde foto s. De geen van bovenstaande optie maakt het forced-choice niet meer geforceerd en is nog niet eerder onderzocht. Als de deelnemer deze optie kiest, wordt gevraagd welke emotie dan wel met de foto zou moeten corresponderen. Uit de resultaten bleek dat de gezichten in hoge mate op de juiste manier herkend waren. In de opvolgende forced-choice taak werden deze bevindingen bevestigd. De zeven best herkende emoties zijn de basisemoties en schaamte terwijl de rest lager scoort inclusief walging. Het probleem is echter wel dat de deelnemers beïnvloed zouden kunnen zijn door de voorafgaande taak waarbij er geen keuze was om de geen van bovenstaanden optie te kiezen. Deelnemers zouden de emotiewoorden van de emotielijst namelijk snel kunnen terughalen uit hun korte-termijn geheugen. Uit het onderzoek kan geconcludeerd worden dat de basisemoties en schaamte worden herkend tussen culturen bij dezelfde emotionele gezichtsexpressies. Deze bevindingen gelden ongeacht de gehanteerde methode waar Haidt en Keltner uit concluderen dat het forced-choice format een accurate methode is. Het kritiekpunt van Russell (1994) over het forced-choice format zou

19 19 daarmee zijn weerlegd en de universaliteitsthese ondersteunt. Toch is deze conclusie niet geheel terecht omdat deelnemers in de tweede taak beïnvloed zouden kunnen zijn door de eerste taak. Misschien hadden de deelnemers in de tweede taak het idee dat er een emotiewoord gekozen moest worden en dat de geen van bovenstaanden optie incorrect zou zijn. Ook is het opmerkelijk dat de emotielijst niet precies dezelfde emotiewoorden bevatten als de 14 getoonde emotionele gezichtsexpressies. Als een deelnemer bijvoorbeeld de expressie tongbijten kreeg, stond die optie niet weergegeven op de emotielijst. Hierdoor zou verwarring kunnen ontstaan en zouden deelnemers gaan gokken op andere emotiewoorden. Tot slot zijn er nog een aantal kritiekpunten van Frank en Stennett (2001). Volgens Frank en Stennett is het namelijk niet duidelijk of deelnemers de geen van bovenstaande optie werkelijk kiezen als deze optie beschikbaar is (e.g., Orne, 1962). Het kan namelijk zijn dat de deelnemers subtiele sociale druk voelen om te kiezen voor een emotiewoord uit de lijst in plaats van de geen van bovenstaande optie, om aan de eisen te voldoen in de situatie. Ook zou volgens Russell (1994) de emotielijst te gelimiteerd zijn waardoor de universaliteitsthese meer kans heeft om bevestigd te worden. Daarom zullen Frank en Stennet in de volgende alinea de geen van bovenstaande optie op verschillende manieren manipuleren, net als de lengte van de emotielijst. Frank en Stennett (2001) behandelen de kritiek op de forced-choice methode door deelnemers de mogelijkheid te geven om de geen van de termen is correct optie te selecteren van een lijst van emotiewoorden. Het onderzoek van Frank en Stennett bestaat uit meerdere experimenten. Aan het eerste experiment deden 1296 Australiërs mee. De deelnemers kregen foto s te zien van de POFA set (Ekman & Friesen, 1976). Dit is een standaard set van 110 foto s met de emotionele gezichtsexpressies van de zes basisemoties en neutrale expressies. Dit zijn geposeerde gezichtsexpressies. Er werd een tussen-deelnemers design gehanteerd wat de problemen van het binnen-deelnemers design met betrekking tot het vergelijken van een expressie met voorafgaande expressies, dat door Russell (1994) bekritiseerd was, te kunnen elimineren. In de ene conditie kregen deelnemers daarbij de emotielijst van zes woorden en in de andere conditie de emotielijst met de geen van de termen is correct er aan toegevoegd, wat ook wel het gewijzigde forced-choice format wordt genoemd. Zoals gezegd konden deelnemers sociale druk voelen om te kiezen voor een emotiewoord in

20 20 plaats van de toegevoegde optie, zelfs wanneer de correcte emotie niet in de lijst staat. Dit werd in experiment twee onderzocht. Er deden 216 dezelfde deelnemers mee als in het eerste experiment. De opzet was hetzelfde als het eerste experiment. Het enige verschil was dat de correcte optie van de expressie niet aanwezig was op de emotielijst. In de ene conditie was de correcte emotie niet aanwezig, een replicatie van Russell (1993), en in de andere conditie was er de ; geen van de termen is correct optie toegevoegd. Bij het laatste experiment wordt de emotielijst uitgebreid. Aan dat experiment deden 241 deelnemers mee en was de opzet hetzelfde als de vorige experimenten. Uit de resultaten van het eerste experiment blijkt dat de gewijzigde forced-choice format de algemene overeenstemming over de expressies niet verminderde. Het resultaat van experiment twee is dat deelnemers een incorrecte emotie kiezen als de optie geen van de termen is correct niet was toegevoegd. Dit had Russell (1993) reeds aangetoond. Wanneer de deelnemer wel die toegevoegde keuze had, werd daar wel voor gekozen. Uit de resultaten van het laatste experiment blijkt dat het toevoegen van extra emotiewoorden aan de emotielijst amper verandering bracht aan de keuze van de deelnemer. Uit het onderzoek concluderen Frank en Stennett (2001) dat het forced-choice format een accurate manier is om te testen of emotionele expressies universeel herkenbaar zijn. Als de correcte optie niet aanwezig is in de emotielijst kiezen mensen een incorrecte optie behalve als er een geen van de termen is correct optie is toegevoegd. Het toevoegen van meer emotiewoorden aan de emotielijst heeft amper invloed op de keuze van de deelnemer. Met het onderzoek van Frank en Stennett (2001) kunnen hun eigen kritiekpunten worden weerlegd, net als een viertal kritiekpunten van Russell (1994). Zo zou het kritiekpunt over de vaste volgorde van foto s weerlegd zijn omdat in het onderzoek van Frank en Stennett een willekeurige volgorde is gehanteerd en daaruit nog steeds dezelfde resultaten naar voren kwamen. Ten tweede is het kritiekpunt van het binnen-deelnemers design van Russell weerlegd omdat Frank en Stennett een tussen-deelnemers design hebben gebruikt. Ten derde heeft het uitbreiden van de emotielijst geen impact gehad op de keuze van de deelnemers waardoor ook dat kritiekpunt van Russell geëlimineerd is. Tot slot blijkt de forced-choice format wel een correcte onderzoeksmethode. Als deelnemers

21 21 namelijk de keuze krijgen om een de geen van de termen is correct optie te kiezen, kiezen zij die ook als er enkele incorrecte opties in de emotielijst staan weergegeven. Alleen de kritiekpunten over geposeerde en voorgeselecteerde expressies, het ontbreken van context bij de foto s en dat er meerdere methodes gebruikt zouden moeten worden volgens Russell blijven dan nog staan. Zo begint het erop te lijken dat emotionele gezichtsexpressies inderdaad universeel zijn. Het kritiekpunt van Russell over dat er meerdere methodes gebruikt moeten worden is nog niet behandeld. Volgens Russell zou dat andere resultaten kunnen opleveren. Daarom zal er een andere methode behandeld worden in de volgende alinea. Dat onderzoek gaat over oogbewegingen die mensen maken met verschillende culturele achtergronden bij het herkennen van emotionele gezichtsexpressies. Jack, Blais, Scheepers, Schyns en Caldara (2009) focussen op het decoderen van gezichtsexpressies signalen en het samensmelten van gedrags en computationele analyses met nieuwe spatio temporele analyses van oogbewegingen. De deelnemers aan het onderzoek waren 13 Westerlingen (Europeanen) en 13 mensen uit Oost Azië (12 Chinezen en 1 Japanner). Alle deelnemers hadden minimale ervaring met andere rassen of gezichten. De stimuli bestond uit 56 afbeeldingen van de FACS gezichten bestaande uit de basisemoties plus neutrale expressies. De FACS gezichten bestonden uit Westerse en Oosterse gezichten. Deelnemers voerden een taak uit met een gewijzigde forced-choice format met gezichten van hun eigen ras en gezichten van anderen rassen. De foto s werden op willekeurige volgorde weergegeven in één van de vier kwadranten op het beeldscherm en bleven erop staan totdat de deelnemer gereageerd had. Waarom er vier kwadranten werden gebruikt, is niet vermeld in het onderzoek. De fixatiepunten van de ogen van de waarnemer werden opgenomen en weergegeven in fixatie mappen voor de analyses. Uit de resultaten blijkt dat er een interactie-effect is tussen de achtergrond van de waarnemer en de gezichtsexpressie. De deelnemers uit Oost Azië maakte meer fouten bij het categoriseren van afschuw en angst dan Westerlingen dat deden. Angst en walging werden consistent verward door deelnemers uit Oost Azië met respectievelijk verbazing en boosheid. De Westerlingen categoriseerde alle gezichtsexpressies met hoge accuratesse. Ook was er een interactie-effect tussen de achtergrond van de waarnemer en de fixatie regio s op het gezicht. Deelnemers uit Oost Azië toonden meer linker

22 22 oog en rechter oog fixatie in vergelijking tot mond. Echter fixeerde Westerlingen hun ogen gelijkwaardig over alle regio s van het gezicht. Uit verdere analyses blijkt dat de informatie die de deelnemers uit Oost Azië opnemen uit het gezicht grote overeenkomsten heeft tussen bepaalde gezichtsexpressies ( angst met verbazing en walging met boosheid). Ondanks het gebrek aan diagnostische informatie kiezen deze deelnemers om herhalend dezelfde informatie van de oog regio s te bekijken bij angst, walging en boosheid. Uit het onderzoek concluderen Jack, Blais, Scheepers, Schyns en Caldara (2009) dat het categoriseren van gezichtsexpressies waarschijnlijk wordt beïnvloed door vooraf vastgestelde sociale motivaties en culturele concepten. Culturele verschillen in fixatie patronen duiden misschien op culturele specifiteit in de overdracht van gezichtsexpressie signalen. Deelnemers uit Oost Azië zien consistent belangrijke aspecten over het hoofd van de FACS gezichten. Dit geeft aan dat de FACS gezichten geen universele signalen bevatten van menselijke emoties. Uit de besproken onderzoeken in het laatste hoofdstuk kunnen geen duidelijke conclusies worden getrokken met betrekking tot de hoofdvraag. Bij het onderzoek van Frank en Stennet (2001) zijn een heel aantal kritiekpunten weerlegd van Russell (1994) waardoor de universaliteitsthese meer aannemelijk werd. Het onderzoek van Jack, Blais, Scheepers, Schyns en Caldara (2009) gebruikt een andere methode dat leidt tot een ondersteuning van de cultureel-specifieke kijk op emotionele gezichtsexpressies omdat er verschillen zijn in oogfixaties van Westerlingen en Oosterlingen. Hierdoor zou de FACS procedure geen universele signalen van menselijke emoties bevatten. Conclusie Met de besproken onderzoeken in dit verslag kan de hoofdvraag niet met grote zekerheid beantwoordt worden. Er zijn namelijk nog steeds drie kritiekpunten van Russell die niet zijn weerlegd. De kritiekpunten van Russell die blijven staan zijn die over geposeerde expressies, voorgeselecteerde expressies en het gebrek aan context van de foto s. Daarnaast levert de onderzoeksmethode waarbij mensen met verschillende culturele achtergronden dezelfde emotionele gezichtsexpressies moeten

23 23 beoordelen, bevestiging voor de universaliteitsthese terwijl de methode met de oogbewegingen juist bevestiging geeft voor culturele-specifiteit. Uit de besproken onderzoeken in het eerste hoofdstuk leek het erop dat emotionele gezichtsexpressies universeel zijn. Toch werd er voorzichtig gedaan met deze conclusie omdat er nog een aantal kritiekpunten niet weerlegd waren zoals het kritiekpunt over het forced-choice format, de vertaling van emotiewoorden en dat het niet uit te sluiten was dat de geïsoleerde culturen toch iets van contact hadden gehad met massamedia. Dat laatste punt zal een oneindige discussie worden omdat het niet te bewijzen is of deze mensen nooit contact hebben gehad met massamedia. In het tweede hoofdstuk kwamen er meer kritiekpunten van Russell, zoals de vaste volgorde van foto s, het binnendeelnemers design en de uitbreiding van de emotielijst. Deze drie werden weerlegd door Frank en Stennett (2001), net als het kritiekpunt van het forced-choice format van Russell. Zo lijkt het erop dat de kritiekpunten van Russell één voor één weerlegd worden, wat betekent dat de universaliteitsthese steeds meer ondersteuning krijgt. Ekman (1987) concludeert uit het onderzoek waarbij geposeerde en spontane gezichtsexpressies bij elkaar zijn gevoegd dat spontane gezichtsexpressies ook universeel zijn omdat de resultaten van dat onderzoek gelijk zijn aan resultaten van voorafgaande onderzoeken. Zoals gezegd is dat een ongeldige conclusie. Ekman gebruikt wel vaker ongeldige vergelijkingen tussen onderzoeken. Zo zegt Ekman bijvoorbeeld ook dat verschillende onderzoeken, naast die van hem, verschillende volgorden hebben gebruikt bij de foto s die allemaal dezelfde resultaten lieten zien waardoor de kritiekpunt over de vaste volgorde van foto s van Russell weerlegd zou zijn. Dit kritiekpunt zou beter onderzocht kunnen worden binnen één onderzoek omdat er misschien andere variabelen kunnen verschillen tussen de onderzoeken. Het lijkt er ook op dat een aantal basisemoties consistent met elkaar verward worden. Zo bleek uit het onderzoek van Jack, Blais, Scheepers, Schyns en Caldara (2009) dat mensen uit Oost-Azië consistent angst verwarde met verbazing en walging met boosheid. Ook uit het onderzoek van Ekman en Friesen (1971) bleek dat de volwassen deelnemers uit de geïsoleerde cultuur niet het onderscheid konden maken tussen angst en verbazing. Zo opmerkelijk is dat ook niet omdat bij angst regelmatig een stukje verbazing komt kijken. Als er bijvoorbeeld plotseling een tijger voor iemand staat, zal daar

Voel jij wat ik bedoel? www.psysense.be 17/5/2008

Voel jij wat ik bedoel? www.psysense.be 17/5/2008 Voel jij wat ik bedoel? www.psysense.be 17/5/2008 Gevoel en emoties / definitie Emoties: in biologische zin: affectieve reacties. Prikkeling van dit systeem geeft aanleiding tot allerlei lichamelijke reacties.

Nadere informatie

Samenvatting Filosofie Emoties

Samenvatting Filosofie Emoties Samenvatting Filosofie Emoties Samenvatting door een scholier 1030 woorden 28 mei 2013 3,2 2 keer beoordeeld Vak Methode Filosofie Cogito Filosofie samenvatting Emoties (theorie en primaire teksten) THEORIE

Nadere informatie

Thema. Kernelementen. Emoties Puber- en kinderemotie Eenduidige communicatie

Thema. Kernelementen. Emoties Puber- en kinderemotie Eenduidige communicatie Thema Kernelementen Emoties Puber- en kinderemotie Eenduidige communicatie Tips voor de trainer: Werken met mensen is werken met emotie. Leer emoties als signaal te herkennen, maar niet als leidraad te

Nadere informatie

Samenvatting Zoeken naar en leren begrijpen van speciale woorden Herkenning en de interpretatie van metaforen door schoolkinderen

Samenvatting Zoeken naar en leren begrijpen van speciale woorden Herkenning en de interpretatie van metaforen door schoolkinderen Samenvatting Zoeken naar en leren begrijpen van speciale woorden Herkenning en de interpretatie van metaforen door schoolkinderen Onderzoek naar het gebruik van metaforen door kinderen werd populair in

Nadere informatie

Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek!

Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek! Cognitive Bias Modification Resultaten onderzoek December 2013 Jules Reijnen Ron Jacobs Theorie Cognitive Bias Modification (CBM) is een recent onderzoeksgebied dat zich richt op de vertekening (bias)

Nadere informatie

Eindexamen filosofie havo I

Eindexamen filosofie havo I Beoordelingsmodel Opgave 1 De graaf van Monte-Cristo 1 maximumscore 3 een uitleg van welke primaire hartstocht haat kan worden afgeleid: de droefheid 1 de opvatting van Spinoza over haat: de wil tot verwijderen

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Onze voorouders hebben moeten leren overleven in omgevingen waarin ze continu geconfronteerd konden worden met onverwachte situaties. Van cruciaal belang voor hun overleving werd

Nadere informatie

Hoe goed kun jij mensen lezen?

Hoe goed kun jij mensen lezen? Doelgroep: Jongeren Hoe goed kun jij mensen lezen? Ovo lice izražava http://greatergood.berkeley.edu/ei_quiz/ Een pakket van 10 workshops i.v.m. het ontwikkelen van de sociale en emotionele vaardigheden

Nadere informatie

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Hechtingsrelatie Zelfregulatie en interactie tijdens de nacht Onderdeel van de discussie rond sensitief en responsief ouderschap richt zich

Nadere informatie

Gebruikte technieken in Engelse slogans Onderzoekspresentatie

Gebruikte technieken in Engelse slogans Onderzoekspresentatie Gebruikte technieken in Engelse slogans Onderzoekspresentatie 2.1 Kernboodschap De kernboodschap is dat Engelstalige advertenties slechter worden gewaardeerd, maar beter worden onthouden dan hun Nederlandstalige

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Pouw, Lucinda Title: Emotion regulation in children with Autism Spectrum Disorder

Nadere informatie

Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht

Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht Dit proefschrift beschrijft onderzoek naar metacognitieve vaardigheden van leerlingen

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Introductie In dit proefschrift evalueer ik de effectiviteit van de academische discussie over de ethiek van documentaire maken. In hoeverre stellen wetenschappers de juiste

Nadere informatie

Behorende bij het proefschrift How Politics Becomes News and News Becomes Politics geschreven

Behorende bij het proefschrift How Politics Becomes News and News Becomes Politics geschreven Samenvatting Behorende bij het proefschrift How Politics Becomes News and News Becomes Politics geschreven door Luzia Helfer aan de Universiteit Leiden en de Universiteit Antwerpen Verdedigd op 9 december

Nadere informatie

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen

Nadere informatie

Een Artikel Schrijven. Prof. dr. Paul A. Kirschner Coördinator Onderzoek

Een Artikel Schrijven. Prof. dr. Paul A. Kirschner Coördinator Onderzoek Een Artikel Schrijven Prof. dr. Paul A. Kirschner Coördinator Onderzoek Met dank aan 1. Writing Scientific Manuscripts (Journal of Young Investigators) 2. S. Downes: How to publish a scientific paper 3.

Nadere informatie

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten 1 Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding G.J.E. Rutten Introductie In dit artikel wil ik het argument van de Amerikaanse filosoof Alvin Plantinga voor

Nadere informatie

Nemo Science Live 2011

Nemo Science Live 2011 NEMO Science Live 2011 19 februari-13 maart / 22 april-08 mei 2011 Onderzoekers: Theo Gevers, Albert Ali Salah, Hamdi Dibeklioglu en Sezer Karaoglu. I. UvA-NEMO Database Een grote collectie van video s

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Hoewel kinderen die leren praten geen moeite lijken te doen om de regels van hun moedertaal

Nadere informatie

Kijken en voelen. Over hoe we emoties van anderen lezen en wat dat met ons doet. Nieuwjaarsbijeenkomst Mediatorsvereniging 7 januari 2016

Kijken en voelen. Over hoe we emoties van anderen lezen en wat dat met ons doet. Nieuwjaarsbijeenkomst Mediatorsvereniging 7 januari 2016 Kijken en voelen Over hoe we emoties van anderen lezen en wat dat met ons doet Nieuwjaarsbijeenkomst Mediatorsvereniging 7 januari 2016 Agneta Fischer Universiteit van Amsterdam Mediation congres 2016,

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Samenvatting SAMENVATTING 189 Depressie is een veelvoorkomende psychische stoornis die een hoge ziektelast veroorzaakt voor zowel de samenleving als het individu. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)

Nadere informatie

Autonoom als vak De zelf

Autonoom als vak De zelf Aangezien ik de indruk heb gekregen dat er een opkomst is van een nieuw vakgebied dat nog niet zodanig als vak bestempelt wordt, wil ik proberen dit vak te expliceren, om het vervolgens te kunnen betitelen

Nadere informatie

Samenvatting. Over het gebruik van visuele informatie in het reiken bij baby s

Samenvatting. Over het gebruik van visuele informatie in het reiken bij baby s Samenvatting Over het gebruik van visuele informatie in het reiken bij baby s 166 Het doel van dit proefschrift was inzicht te krijgen in de vroege ontwikkeling van het gebruik van visuele informatie voor

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting 220 Nederlandse Samenvatting Summary in Dutch Teams spelen een belangrijke rol in moderne organisaties (Devine, Clayton, Phillips, Dunford, & Melner, 1999; Mathieu, Marks, & Zaccaro, 2001). Doordat teams

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch)

Samenvatting (Dutch) Samenvatting (Dutch) 162 Hier zal een korte samenvatting gegeven worden van de resultaten van het onderzoek gepresenteerd in dit proefschrift. Affect, Gemoedstoestand en Informatieverwerking Om te overleven

Nadere informatie

Arrangement 1 De Luisterthermometer

Arrangement 1 De Luisterthermometer Arrangement 1 De Luisterthermometer DEEL 1 De manager Naam: Organisatie: Datum: Luisterprincipe 1 Luisteren begint met luisteren naar jezelf 1.1 Inventariseren van stemmen Vertel eens van een situatie

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Docenten in het hoger onderwijs zijn experts in wát zij doceren, maar niet noodzakelijk in hóe zij dit zouden moeten doen. Dit komt omdat zij vaak weinig tot geen training hebben gehad in het lesgeven.

Nadere informatie

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening. amenvatting Elk jaar krijgen in Nederland zo n 45.000 mensen een beroerte, ook wel CVA (Cerebro Vasculair Accident) genoemd. Ongeveer 60% van hen keert na opname in het ziekenhuis of revalidatiecentrum

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht

Nederlandse samenvatting. Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht Nederlandse samenvatting Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht 222 Elke keer dat je naar iets of iemand op zoek bent, bijvoorbeeld wanneer je op een

Nadere informatie

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Nederlandse Samenvatting De adolescentie is levensfase waarin de neiging om nieuwe ervaringen op te

Nadere informatie

Samenvatting. Audiovisuele aandacht in de ruimte

Samenvatting. Audiovisuele aandacht in de ruimte Samenvatting Audiovisuele aandacht in de ruimte Theoretisch kader Tijdens het uitvoeren van een visuele taak, zoals het lezen van een boek, kan onze aandacht getrokken worden naar de locatie van een onverwacht

Nadere informatie

Hoofdstuk 3: Cardiovasculaire toestandsveranderingen in gesimuleerde werkomgevingen

Hoofdstuk 3: Cardiovasculaire toestandsveranderingen in gesimuleerde werkomgevingen Een inspirerende nieuwe fase in het onderzoek naar mens-computer interactie heeft zich aangediend met het ontstaan van adaptieve automatisering. Binnen dit onderzoeksgebied worden technologische systemen

Nadere informatie

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving Onderzoeksopzet Marktonderzoek Klantbeleving Utrecht, september 2009 1. Inleiding De beleving van de klant ten opzichte van dienstverlening wordt een steeds belangrijker onderwerp in het ontwikkelen van

Nadere informatie

Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten

Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten Blooms taxonomie Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten Evalueren Evalueren = de vaardigheid om de waarde van iets (literatuur, onderzoeksrapport, presentatie etc) te kunnen beoordelen

Nadere informatie

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,

Nadere informatie

Sociaal op social media

Sociaal op social media groepsfase performing VOORBEREIDING Lesdoel Nodig Kwink van de Week Een sterke groep Kwink thuis Emotiewoordenschat Mediawijsheid: Ik houd rekening met de gevoeligheden van de ander. - Downloads Poster

Nadere informatie

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE?

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? - Geplaatst in VISUS 4-2017 - EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? Om de verschillen tussen de kennis uit het laatste wetenschappelijk bewijs en de klinische praktijk kleiner te maken is de afgelopen

Nadere informatie

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae 184 Welbevinden en hoofdpijn bij adolescenten: de rol van zelfregulatie In dit proefschrift is de rol van zelfregulatie processen voor het welbevinden van

Nadere informatie

Dynamics, Models, and Mechanisms of the Cognitive Flexibility of Preschoolers B.M.C.W. van Bers

Dynamics, Models, and Mechanisms of the Cognitive Flexibility of Preschoolers B.M.C.W. van Bers Dynamics, Models, and Mechanisms of the Cognitive Flexibility of Preschoolers B.M.C.W. van Bers Introductie Flexibiliteit is een belangrijke eigenschap in de huidige snel veranderende maatschappij. In

Nadere informatie

Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen

Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen 1 Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen Peter van der Meer Samenvatting In dit onderzoek is geprobeerd antwoord te geven op de vraag in hoeverre het mogelijk is verschillen

Nadere informatie

Summary in Dutch Nederlandse Samenvatting. Het delen van Affect: Paden, Processen en Prestatie

Summary in Dutch Nederlandse Samenvatting. Het delen van Affect: Paden, Processen en Prestatie Summary in Dutch Nederlandse Samenvatting Het delen van Affect: Paden, Processen en Prestatie Het delen van gevoelens (emoties of stemmingen) met anderen is bijna onvermijdelijk in ons dagelijks leven.

Nadere informatie

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Rode wangen, zweethanden en coy-smiles: De rol van emotionele en socio-cognitieve

Nadere informatie

KLEURRIJKE EMOTIES psychologie en kleur

KLEURRIJKE EMOTIES psychologie en kleur KLEURRIJKE EMOTIES psychologie en kleur Iedere ouder zal het volgende herkennen: de blauwe en rode potloden uit de kleurdozen van kinderen zijn altijd het eerst op. Geel roept aanvankelijk ook warme gevoelens

Nadere informatie

Doe een klein onderzoek naar de taalregels die een kind in jouw omgeving al dan niet onder de knie heeft en schrijf daar een verslag over.

Doe een klein onderzoek naar de taalregels die een kind in jouw omgeving al dan niet onder de knie heeft en schrijf daar een verslag over. Naam: Klas: Nr: Datum: Vak: Nederlands Leerkracht: Taalverwerving Opdracht 1 Doe een klein onderzoek naar de taalregels die een kind in jouw omgeving al dan niet onder de knie heeft en schrijf daar een

Nadere informatie

Samenvatting. Odinot_4.indd :19:06

Samenvatting. Odinot_4.indd :19:06 In veel strafzaken wordt de verdachte uitsluitend of vrijwel uitsluitend veroordeeld op grond van getuigenverklaringen. Objectieve middelen voor het toetsen van de juistheid van de getuigenverklaringen

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Samenvatting. (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) 142 In dit proefschrift is de rol van de gezinscontext bij probleemgedrag in de adolescentie onderzocht. We hebben hierbij expliciet gefocust op het samenspel met andere factoren uit

Nadere informatie

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Samenvatting Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Stabiliteit en verandering in gerapporteerde levensgebeurtenissen over een periode van vijf jaar Het belangrijkste doel van dit longitudinale,

Nadere informatie

filosofie vwo 2016-II

filosofie vwo 2016-II Opgave 2 Theoriegeladenheid van de waarneming 5 maximumscore 3 Een goed antwoord bevat een uitleg met de afbeelding van het eend-konijn van: Kuhns Aristoteles-ervaring: plotselinge perspectiefverandering

Nadere informatie

Opgave 1 Emoties van Afrika tot Japan

Opgave 1 Emoties van Afrika tot Japan Opgave 1 Emoties van Afrika tot Japan tekst 1 In de 19e eeuw voer Charles Darwin met zijn schip de Beagle vijf jaar lang rond de wereld om natuuronderzoek te doen. Bij die reis kwam hij in contact met

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Bij de ontwikkeling van metabole ziekten zoals overgewicht, type 2 diabetes en Anorexia Nervosa spelen omgevingsfactoren zoals dieet en fysieke activiteit een belangrijke rol. Er zijn echter grote individuele

Nadere informatie

Tekst 1. Smaken verschillen niet

Tekst 1. Smaken verschillen niet Tekst 1 Smaken verschillen niet (1) Er zijn mensen die bij wijze van tijdverdrijf geregeld even surfen op huizensite Funda. Niet om een huis te zoeken, maar om zich heimelijk te vergapen aan de interieurfoto

Nadere informatie

Regionaal Integratiecentrum Foyer, Brussel. Opleiding Leeftijd Werkvorm Duur Materiaal Ontwikkelingsdoelen. Ik voel me zo

Regionaal Integratiecentrum Foyer, Brussel. Opleiding Leeftijd Werkvorm Duur Materiaal Ontwikkelingsdoelen. Ik voel me zo Opleiding Leeftijd Werkvorm Duur Materiaal Ontwikkelingsdoelen Alle opleidingen (les ASV) 12-18 Klasgesprek Individueel werk Duowerk Groepswerk Spel 110 Computer Internet 36 afdekschijfjes Sociaal-emotionele

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in dutch)

Samenvatting. (Summary in dutch) Samenvatting (Summary in dutch) 74 Samenvatting Soms kom je van die stelletjes tegen die alleen nog maar oog hebben voor elkaar. Ze bestellen hetzelfde ijsje, maken elkaars zinnen af en spiegelen elkaar

Nadere informatie

Opgave 2 Politiek en emoties

Opgave 2 Politiek en emoties Opgave 2 Politiek en emoties 6 maximumscore 2 een weergave van Spinoza s opvatting over blijdschap aan de hand van wat Spinoza onder een hartstocht verstaat: een overgang naar een grotere volmaaktheid

Nadere informatie

SAMENVATTING Het doel van dit proefschrift is drieledig. Ten eerste wordt inzicht verschaft in het gebruik van directe-rede-constructies (bijvoorbeeld Marie zei: Kom, we gaan! ) door sprekers met afasie.

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Burnout, een toestand van mentale uitputting door chronische stress in de werksituatie, vormt een ernstig maatschappelijk probleem dat momenteel veel aandacht krijgt. In

Nadere informatie

Samenvatting Dutch summary

Samenvatting Dutch summary Samenvatting Dutch summary SAMENVATTING INTRODUCTIE De afgelopen jaren zijn er in Nederland verschillende moordzaken geweest die vanaf de aanvang van het opsporingsonderzoek verkeerd werden geïnterpreteerd

Nadere informatie

Lesideeën. Hedendaagse Propaganda Analyseren. uitgewerkt door

Lesideeën. Hedendaagse Propaganda Analyseren. uitgewerkt door Lesideeën uitgewerkt door Hedendaagse Propaganda Analyseren Activiteiten als aanvulling op de leerervaring bij het online Mind Over Media platform www.mindovermedia.be 1 Les 2: Propagandatechnieken herkennen

Nadere informatie

Chapter. Samenvatting

Chapter. Samenvatting Chapter 9 9 Samenvatting Samenvatting Patiënten met chronische pijn die veel catastroferende gedachten (d.w.z. rampdenken) hebben over pijn ervaren een verminderd fysiek en psychologisch welbevinden. Het

Nadere informatie

Taxanomie van Bloom en de kunst van het vragen stellen. Anouk Mulder verschil in talent

Taxanomie van Bloom en de kunst van het vragen stellen. Anouk Mulder verschil in talent Onthouden Kunnen ophalen van specifieke informatie, variërend van feiten tot complete theorieën Opslaan en ophalen van informatie (herkennen) Kennis van data, gebeurtenissen, plaatsen Kennis van belangrijkste

Nadere informatie

N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen.

N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen. ADHD Wachtkamerspecial Onderbehandeling van ADHD bij allochtonen: kinderen en volwassenen N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen. Inleiding

Nadere informatie

Summary in Dutch. Samenvatting

Summary in Dutch. Samenvatting Samenvatting In de theorie van het menselijk kapitaal zijn kennis en gezondheid uitkomsten van bewuste investeringsbeslissingen. Veel van de keuzes hieromtrent lijken in de praktijk echter niet weldoordacht.

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting 169 Nederlandse samenvatting Het vakgebied internationale bedrijfskunde houdt zich bezig met de vraagstukken en de analyse van problemen op organisatieniveau die voortkomen uit grensoverschrijdende activiteiten.

Nadere informatie

Beoordeling van het PWS

Beoordeling van het PWS Weging tussen de drie fasen: 25% projectvoorstel, 50% eindverslag, 25% presentatie (indien de presentatie het belangrijkste onderdeel is (toneelstuk, balletuitvoering, muziekuitvoering), dan telt de presentatie

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting 11 Nederlandse Samenvatting Bij beslissingen over het al dan niet vergoeden van behandelingen wordt vaak gebruikt gemaakt van kosteneffectiviteitsanalyses, waarin de kosten worden afgezet tegen de baten.

Nadere informatie

Context Effecten op Interculturele Emotie Perceptie

Context Effecten op Interculturele Emotie Perceptie Bachelorthese Sociale Psychologie Context Effecten op Interculturele Emotie Perceptie Esther T.F. Martens Bachelorthese Sociale Psychologie 23-06-2013 Studentnummer 10007709 Begeleider: P. Kommattam 8033

Nadere informatie

Transactionele Analyse. Transactionele analyse Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Transactionele Analyse. Transactionele analyse Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie Transactionele analyse Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie Transactionele analyse of TA is de term die gebruikt wordt voor de persoonlijkheidstheorie en tevens psychotherapeutische behandelmethode zoals

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. De weg naar verandering

Hoofdstuk 1. De weg naar verandering Hoofdstuk 1 De weg naar verandering 9 Hoofdstuk 1: De weg naar verandering Voor optimaal welzijn en geluk is actie nodig. Je moet daadwerkelijk in beweging komen om dingen anders aan te pakken of zaken

Nadere informatie

Stappen deelcijfer weging 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 totaalcijfer 10,0 Spelregels:

Stappen deelcijfer weging 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 totaalcijfer 10,0 Spelregels: Stappen deelcijfer weging 1 Onderzoeksvragen 10,0 6% 0,6 2 Hypothese 10,0 4% 0,4 3 Materiaal en methode 10,0 10% 1,0 4 Uitvoeren van het onderzoek en inleiding 10,0 30% 3,0 5 Verslaglegging 10,0 20% 2,0

Nadere informatie

Summary & Samenvatting. Samenvatting

Summary & Samenvatting. Samenvatting Samenvatting De meeste studies na rampen richten zich op de psychische problemen van getroffenen zoals post-traumatische stress stoornis (PTSS), depressie en angst. Naast deze gezondheidsgevolgen van psychische

Nadere informatie

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Uitleg Start De workshop start met een echte, herkenbare en uitdagende situatie. (v.b. het is een probleem, een prestatie, het heeft

Nadere informatie

How to present online information to older cancer patients N. Bol

How to present online information to older cancer patients N. Bol How to present online information to older cancer patients N. Bol Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Goede informatievoorziening is essentieel voor effectieve

Nadere informatie

Compassie leven. 52 wekelijkse inspiraties vanuit Geweldloze Communicatie. PuddleDancer Press Samengesteld door Monie Doodeman

Compassie leven. 52 wekelijkse inspiraties vanuit Geweldloze Communicatie. PuddleDancer Press Samengesteld door Monie Doodeman Compassie leven 52 wekelijkse inspiraties vanuit Geweldloze Communicatie PuddleDancer Press Samengesteld door Monie Doodeman Inhoudsopgave Voorwoord Wekelijkse inspiraties 01 Geweld in de taal? Wie, ik?

Nadere informatie

datavisualisatie Stappen 14-12-12 verzamelen en opschonen analyseren van data interpeteren hoorcollege 4 visualisatie representeren

datavisualisatie Stappen 14-12-12 verzamelen en opschonen analyseren van data interpeteren hoorcollege 4 visualisatie representeren Stappen datavisualisatie hoorcollege 4 visualisatie HVA CMD V2 12 december 2012 verzamelen en opschonen analyseren van data interpeteren representeren in context plaatsen 1 "Ultimately, the key to a successful

Nadere informatie

Kritiek Voorval bespreking

Kritiek Voorval bespreking Kritiek Voorval bespreking Een deelnemer vertelt aan de groep een moeilijk voorval dat hem is overkomen. Het verhaal eindigt op het moment dat de deelnemer een beslissing moest nemen. Daarna analyseert

Nadere informatie

Wat weten we van de ZvH in China?

Wat weten we van de ZvH in China? Wetenschappelijk nieuws over de Ziekte van Huntington. In eenvoudige taal. Geschreven door wetenschappers. Voor de hele ZvH gemeenschap. Chinees Ziekte van Huntington Netwerk gelanceerd Chinees Ziekte

Nadere informatie

Rijke Lessen. zetten je aan het denken. Handleiding(etje) Minka Dumont 26 november 2009 SLO - Landelijke Plusklasnetwerkdag

Rijke Lessen. zetten je aan het denken. Handleiding(etje) Minka Dumont 26 november 2009 SLO - Landelijke Plusklasnetwerkdag Rijke Lessen zetten je aan het denken Minka Dumont 2009 www.lesmateriaalvoorhoogbegaafden.com Handleiding(etje) Minka Dumont 26 november 2009 SLO - Landelijke Plusklasnetwerkdag Onthouden Kunnen ophalen

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting Perseverative cognition: The impact of worry on health Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Perseveratieve cognitie: de invloed van piekeren op gezondheid Iedereen maakt zich wel eens zorgen.

Nadere informatie

Het belangrijkste doel van de studie in hoofdstuk 3 was om onafhankelijke effecten van visuele preview en spellinguitspraak op het leren spellen van

Het belangrijkste doel van de studie in hoofdstuk 3 was om onafhankelijke effecten van visuele preview en spellinguitspraak op het leren spellen van Samenvatting Het is niet eenvoudig om te leren spellen. Om een woord te kunnen spellen moet een ingewikkeld proces worden doorlopen. Als een kind een bepaald woord nooit eerder gelezen of gespeld heeft,

Nadere informatie

ling van die eigenschap binnen het model geldt. In het bijzonder bij het wiskundig modelleren van een programma kan een eigenschap met wiskundige zeke

ling van die eigenschap binnen het model geldt. In het bijzonder bij het wiskundig modelleren van een programma kan een eigenschap met wiskundige zeke De Nederlandse samenvatting van een proefschrift is bij uitstek het onderdeel van het proefschrift dat door familie en vrienden wordt gelezen. Voor hen wil ik deze samenvatting dan ook schrijven als een

Nadere informatie

Verwondering over de overeenkomsten tussen het gedrag van mensen en andere zoogdieren. Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Verwondering over de overeenkomsten tussen het gedrag van mensen en andere zoogdieren. Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam ONTWERPRAPPORT Naam auteur(s) Vakgebied Titel Onderwerp Opleiding Doelgroep Sleuteltermen B.M. Deben Biologie Apenkoppen Verwondering over de overeenkomsten tussen het gedrag van mensen en andere zoogdieren

Nadere informatie

Opgave 2 Doen wat je denkt

Opgave 2 Doen wat je denkt Opgave 2 Doen wat je denkt 7 maximumscore 2 een argumentatie waarom Swaab het bestaan van vrije wil verwerpt op grond van de experimenten van Libet: bewustzijn komt pas na de beslissingen van de hersenen

Nadere informatie

JAARGANG 8 / NUMMER 8 APRIL Mede mogelijk dankzij:

JAARGANG 8 / NUMMER 8 APRIL Mede mogelijk dankzij: JAARGANG 8 / NUMMER 8 APRIL 2014 Partners: Mede mogelijk dankzij: VRAAG 1 Grondwet Eind maart werd gevierd dat de Nederlandse Grondwet 200 jaar bestond. De Grondwet is het fundament van de Nederlandse

Nadere informatie

omschrijven wat je ermee bedoelt. Dat geldt dus ook voor dom en de vraag of je dat met een IQ-test kunt meten. Dan naar een ander aspect van de

omschrijven wat je ermee bedoelt. Dat geldt dus ook voor dom en de vraag of je dat met een IQ-test kunt meten. Dan naar een ander aspect van de Scenario voor het klassengesprek aan het begin van de eerste les van het leerlingonderzoek in het kader van Begrip van bewijs Hieronder staat een beschrijving van het beoogde (hypothetische) verloop van

Nadere informatie

De Taxonomie van Bloom Toelichting

De Taxonomie van Bloom Toelichting De Taxonomie van Bloom Toelichting Een van de meest gebruikte manier om verschillende kennisniveaus in te delen, is op basis van de taxonomie van Bloom. Deze is tussen 1948 en 1956 ontwikkeld door de onderwijspsycholoog

Nadere informatie

Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz

Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz Mensen die als afwijkend worden gezien zijn vaak het slachtoffer van vooroordelen, sociale uitsluiting, en discriminatie.

Nadere informatie

Palliatieve Zorg. Onderdeel: Kwalitatief onderzoek. Naam: Sanne Terpstra Studentennummer: 500646500 Klas: 2B2

Palliatieve Zorg. Onderdeel: Kwalitatief onderzoek. Naam: Sanne Terpstra Studentennummer: 500646500 Klas: 2B2 Palliatieve Zorg Onderdeel: Kwalitatief onderzoek Naam: Sanne Terpstra Studentennummer: 500646500 Klas: 2B2 Inhoudsopgave Inleiding Blz 2 Zoekstrategie Blz 3 Kwaliteitseisen van Cox et al, 2005 Blz 3 Kritisch

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Dit proefschrift gaat over de invloed van inductieprogramma s op het welbevinden en de professionele ontwikkeling van beginnende docenten, en welke specifieke kenmerken van inductieprogramma s daarvoor

Nadere informatie

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention Samenvatting Wesley Brandes MSc Introductie Het succes van CRM is volgens Bauer, Grether en Leach (2002) afhankelijk van

Nadere informatie

Bijlage 1: het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs 1

Bijlage 1: het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs 1 Bijlage 1: het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs 1 Bijlage 1: Het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs: Stadium van het instructie model Oriëntatiefase

Nadere informatie

nederlandse samenvatting Dutch summary

nederlandse samenvatting Dutch summary Dutch summary 211 dutch summary De onderzoeken beschreven in dit proefschrift zijn onderdeel van een grootschalig onderzoek naar individuele verschillen in algemene cognitieve vaardigheden. Algemene cognitieve

Nadere informatie

De rol van stereotiepe verwachtingen in emotieherkenning. Gijsbert Bijlstra, Rob W. Holland, & Daniel H. J. Wigboldus. Radboud Universiteit Nijmegen,

De rol van stereotiepe verwachtingen in emotieherkenning. Gijsbert Bijlstra, Rob W. Holland, & Daniel H. J. Wigboldus. Radboud Universiteit Nijmegen, Running Head: STEREOTYPE VERWACHTINGEN IN EMOTIEHERKENNING 1 De rol van stereotiepe verwachtingen in emotieherkenning Gijsbert Bijlstra, Rob W. Holland, & Daniel H. J. Wigboldus Radboud Universiteit Nijmegen,

Nadere informatie

Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots?

Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots? Behavioural Science Institute Afdeling Sociale en Cultuurpsychologie Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots? Terugkoppeling onderzoeksresultaten mei-juni 2016 Sari Nijssen, promovenda

Nadere informatie

Voorbeeld adviesrapport MedValue

Voorbeeld adviesrapport MedValue Voorbeeld adviesrapport MedValue (de werkelijke naam van de innovatie en het ziektebeeld zijn verwijderd omdat anders bedrijfsgevoelige informatie van de klant openbaar wordt) Dit onafhankelijke advies

Nadere informatie

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken)

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) 101 102 Hoofdstuk 1. Algemene introductie Het belangrijkste doel van dit proefschrift was het ontwikkelen van de Interactieve Tekentest (IDT), een nieuwe test

Nadere informatie

Cover Page. Author: Meijer, Eline Title: This is [not] who I am : understanding identity in continued smoking and smoking cessation Date:

Cover Page. Author: Meijer, Eline Title: This is [not] who I am : understanding identity in continued smoking and smoking cessation Date: Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/57383 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Meijer, Eline Title: This is [not] who I am : understanding identity in continued

Nadere informatie

MANTELZORG, GOED GEVOEL

MANTELZORG, GOED GEVOEL UITKOMSTEN ONDERZOEK: MANTELZORG, GOED GEVOEL Inhoud: Theorie & Vragen Methode Theoretische achtergrond: Mantelzorgers zijn iets minder gelukkig dan de rest van de bevolking (CBS, 2016). Mantelzorg brengt

Nadere informatie