Fondsontwikkeling AOW, Anw, AKW, AIO, OBR Raming 2018 en 2019 Begrotingen TAS en Remigratiewet 2019

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Fondsontwikkeling AOW, Anw, AKW, AIO, OBR Raming 2018 en 2019 Begrotingen TAS en Remigratiewet 2019"

Transcriptie

1 2018 Fondsontwikkeling AOW, Anw, AKW, AIO, OBR Raming 2018 en 2019 Begrotingen TAS en Remigratiewet 2019 F&CU is op 18 juni 2018 door de Raad van Bestuur van de Sociale Verzekeringsbank vastgesteld. Amstelveen, juni 2018

2 Voorwoord Voor u ligt de 2018 van de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Met deze rapportage verstrekt de Sociale Verzekeringsbank vóór 1 juli ramingen voor de fondsen: Algemene Ouderdomswet (AOW), Algemene nabestaandenwet (Anw), Algemene Kinderbijslagwet (AKW), Aanvullende Inkomensvoorziening Ouderen (AIO), Overbruggingsregeling AOW (OBR), Regeling Tegemoetkoming Asbestslachtoffers (TAS) en Remigratiewet (REM) In deze nota staan gegevens over het aantal gerechtigden, de baten en lasten en de vermogenspositie voor het huidige jaar en het eerstvolgende jaar. Deze nota gaat derhalve over de fondsontwikkelingen in 2018 en De ramingen voor AOW, Anw, AKW en AIO zijn in hoofdstuk 5 uitgewerkt t/m 2024, op basis van SVB-gegevens over gerechtigden en CBS-bevolkingsprognoses. Met de ramingen in deze worden de ramingen uit de Februarinota geactualiseerd. De ramingen in deze nota verschillen van de Februarinota 2018 doordat er gebruik gemaakt wordt van recentere CPB-cijfers (CEP 2018 in plaats van de Decemberraming 2017) en recentere indexatiepercentages. De belangrijkste conclusies zijn: De raming van de uitkeringslasten verschilt nauwelijks van de raming in de Februarinota, omdat we uitgaan van dezelfde volumeprognoses. De verschillen t.o.v. de Februarinota worden veroorzaakt door een aangepaste raming van de bedragen o.b.v. nieuwe CPB-cijfers. Bij de AOW en de Anw is de raming van de premiebaten 2018 en 2019 verlaagd t.o.v. de Februarinota Dit komt omdat het CPB inschat dat er meer loonbelasting en inkomstenbelasting wordt geïnd dan verwacht en hiervan teveel is toegerekend aan de premies AOW en Anw. Daarom verwacht het CPB in 2018 en 2019 grotere nabetalingen vanuit het AOW-fonds en het Anw-fonds naar het Rijk dan waar rekening mee was gehouden in de Februarinota De lagere premiebaten bij de AOW worden gecompenseerd door een hogere financiering door het Rijk. In de meerjarenraming zien we dezelfde trends in de tijd als in de Februarinota 2018: o De AOW-uitkeringslasten in vaste prijzen (dus zonder indexering) stijgen t/m 2021 nauwelijks, omdat de toename van het aantal 65-plussers gecompenseerd wordt door de verhoging van de AOW-leeftijd. Jaarlijks financiert het Rijk het verschil tussen lasten en premiebaten. o o o o o Anw-uitkeringslasten in vaste prijzen dalen t/m 2024 door, omdat de instroom van nieuwe nabestaanden in de Anw kleiner is dan de gezamenlijke uitstroom van gerechtigden van de Anw én voormalige gerechtigden van de Algemene Weduwen- en Wezenwet (AWW). Na de verlaging van het premietarief in 2017 neemt het vermogen af, omdat de premiebaten lager zijn dan de lasten. AKW-uitkeringslasten in vaste prijzen dalen tot 2024, omdat verwacht wordt dat het aantal minderjarige kinderen afneemt. AIO-uitkeringslasten in vaste prijzen nemen naar verwachting toe, omdat het aantal gerechtigden toeneemt. De uitkeringslasten voor de Remigratiewet nemen af tot Door een grote wetswijziging per 1 juli 2014 stromen er minder gerechtigden in dan uit de Remigratiewet. De uitkeringslasten voor de TAS en OBR worden constant verondersteld. SVB/F&CU

3 Inhoudsopgave Inleiding Ontwikkeling en uitgangspunten voor de ramingen Raming Raming Liquiditeitsprognoses 2018 en Meerjarenraming Begroting TAS Begroting Remigratiewet Bijlagen Bedragen Bijlagen Volumina SVB/F&CU

4 Inleiding Inhoud Deze nota heeft betrekking op de fondsen AOW, Anw, AKW, AIO, OBR, TAS en REM. In deze nota wordt vooruitgeblikt naar de fondsontwikkelingen in 2018 en De huidige cijfers voor 2018 en 2019 worden vergeleken met de raming uit de Februarinota In deze wordt uitgegaan van de huidige wetgeving. De kostendelersnorm AOW nemen we niet mee in de ramingen. Hieronder staan de wetswijzigingen die we meenemen in de ramingen. Verhoging kinderbijslag, kindgebonden budget en een extra bedrag aan kinderbijslag Het kabinet bereidt een besluit voor om de inkomenspositie van gezinnen te verbeteren via het structureel verhogen van het budget voor de Algemene Kinderbijslagwet vanaf Deze verhoging heeft effect op het basiskinderbijslagbedrag en op het extra bedrag aan kinderbijslag voor ouders met een thuiswonend kind in de leeftijd tussen drie en achttien jaar dat een bepaalde mate van intensieve zorg (AKW-plus) nodig heeft. Het kabinet is voornemens om de kinderbijslag met circa 250 miljoen euro te verhogen. Omdat hier nog geen definitief besluit over is genomen, is dit nog niet meegenomen in de raming. Verhoging AOW-leeftijd De AOW-leeftijd is in 2017 verhoogd naar 65 jaar en 9 maanden en wordt in 2018 verhoogd naar 66 jaar. Begin november 2017 is de AOW-leeftijd vanaf 2023 bekend gemaakt. Op basis van nieuwe cijfers van het CBS over de resterende levensverwachting is de AOW-leeftijd gelijk gebleven ten opzichte van 2022, namelijk 67 jaar + 3 maanden. Overbruggingsregeling AOW (OBR) Op 14 juli 2017 heeft de Centrale Raad van Beroep (CRvB) een (tussen)uitspraak gedaan in een zaak van een voormalig zelfstandige wiens lijfrente bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd geëindigd was. De CRvB heeft daarin geoordeeld dat de lijfrente van deze zelfstandige die eindigt op de leeftijd van 65 jaar en voldoet aan de entreetoets van de OBR, ook in aanmerking moet komen voor de OBR (dat is nu nog niet het geval). De uitspraak heeft niet alleen betrekking op zelfstandigen maar ook op werknemers met een lijfrente-uitkering. SVB/F&CU

5 1 Ontwikkeling en uitgangspunten voor de ramingen Dit hoofdstuk beschrijft de ontwikkelingen die van invloed zijn op de vermogenspositie van de fondsen AOW, Anw, AKW, AIO en OBR. De ramingen van de SVB voor 2018 en 2019 zijn gebaseerd op het Centraal Economisch Plan (CEP) van het Centraal Planbureau (CPB) van maart Tabel 1.1 Uitgangspunten 2018/2019: Uitkeringsbedragen (jaarbedrag in euro s) Raming 2019, Februarinota Raming 2019, 2018 Regeling Raming 2018, Februarinota 2018 Raming 2018, Inkomensondersteuning AOW 299,04 299,16 302,16 303,24 (IOAOW) Tegemoetkoming Anw ers 201,48 203,04 203,52 205,94 Tabel 1.2 Uitgangspunten: Belastingschijven en heffingskortingen (in euro s) Omschrijving Raming 2018, Februarinota 2018 Raming 2018, 2018 Raming 2019, Februarinota 2018 Raming 2019, 2018 Lengte eerste belastingschijf Lengte tweede belastingschijf Premiegrens (=Lengte eerste + tweede schijf) Algemene heffingskorting partnerfactor per 1 januari 1,7875 1,7875 1,7563 1,7563 -partnerfactor per 1 juli 1,7750 1,7750 1,7375 1,7375 Ouderenkorting Aanvullende ouderenkorting Tabel 1.3 Uitgangspunten 2018/2019: Premies en belastingtarieven Omschrijving Raming 2018, Februarinota 2018 Raming 2018, 2018 Raming 2019, Februarinota 2018 Raming 2019, 2018 AOW-premie 17,9% 17,9% 17,9% 17,9% Anw-premie 0,1% 0,1% 0,1% 0,1% WLZ-premie 9,65% 9,65% 9,65% 9,65% Belastingtarief eerste schijf 8,90% 8,90% 9,04% 9,04% Belastingtarief tweede schijf 13,20% 13,20% 10,41% 10,41% Zorgverzekeringspremie werknemers 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% Zorgverzekeringspremie werkgevers 6,90% 6,90% 6,90% 6,90% Zorgverzekeringspremie 65 jaar en ouder 5,65% 5,65% 5,65% 5,65% Werkloosheidspremie werknemers 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% Werkloosheidspremie franchise per dag (in euro s) 72,00 72,00 74,00 74,00 SVB/F&CU

6 1.1 Ontwikkeling aantal gerechtigden Voor de ramingen in deze nota is gebruikgemaakt van de SVB volumeprognoses van februari Door de vergrijzing van de bevolking neemt het aantal gerechtigden voor AOW en Inkomensondersteuning AOW (IOAOW) toe, maar deze stijging blijft t/m 2021 beperkt door de verhoging van de AOW-leeftijd. Na 2021 wordt de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting en blijft de jaarlijkse verhoging van de AOW-leeftijd beperkt tot nul of drie maanden. Doordat de AOW-leeftijd na 2021 minder snel stijgt dan daarvoor, neemt het aantal gerechtigden na 2021 sneller toe. De ontwikkeling van het aantal Anw ers daalt, omdat de instroom van nieuwe nabestaanden in de Anw kleiner is dan de gezamenlijke uitstroom van gerechtigden van de Anw én voormalige gerechtigden van de Algemene Weduwen- en Wezenwet (AWW). Het aantal kinderbijslagkinderen neemt tot 2023 af, waarna het aantal kinderbijslagkinderen weer langzaam toeneemt. Het aantal huishoudens met AIO-uitkering neemt de komende jaren toe en men blijft ook langer gebruik maken van de toelage. Deze toename komt allereerst doordat er meer nietwesterse allochtonen de AOW-leeftijd bereiken en daarnaast omdat AOW ers met een partner jonger dan de AOW-leeftijd vanaf 2015 ook recht op AIO kunnen krijgen door afschaffing van de partnertoeslag. De verhoging van de AOW-leeftijd heeft een verlagend effect op de instroom. Vanaf 2022 wordt de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting waardoor het aantal AIO-huishoudens weer sneller toeneemt. 1.2 Uitkeringsbedragen Koppeling aan netto minimumloon Het netto AOW-pensioen, de netto Anw-uitkering en de netto AIO-uitkering zijn gekoppeld aan het netto minimumloon. Op deze manier wordt ook rekening gehouden met de belastingen en de sociale premies die worden ingehouden op het minimumloon, het AOW-pensioen, de Anw-uitkering en de AIO-uitkering. Sinds 1 januari 2012 is, met uitzondering van de AOW, de dubbele heffingskorting in het referentieminimumloon afgebouwd. De partnerfactor voor de algemene heffingskorting staat in Tabel 1.2. Tegemoetkoming Anw ers en Inkomensondersteuning AOW ers De uitkeringsbedragen Anw in deze nota zijn exclusief de Tegemoetkoming Anw ers. De uitkeringsbedragen AOW in deze nota zijn exclusief de uitkeringen vanuit de IOAOW. Voor beide zijn wel aparte ramingen opgenomen. De tegemoetkoming Anw en de IOAOW worden voor 2018 en 2019 aangepast met de tabelcorrectiefactor uit de Inkomstenbelasting. De aparte financiering van de tegemoetkoming Anw is afgeschaft. De IOAOW wordt gefinancierd uit de rijksbijdrage voor het AOWfonds. Kinderbijslagbedragen De kinderbijslagbedragen worden als norm geïndexeerd met de prijsindex van de gezinsconsumptie. Per 1 januari 2018 is de AKW met 0,23% geïndexeerd. Per 1 juli 2018 wordt de indexatie van de kinderbijslag geraamd op 1,12% 1. In 2019 wordt de indexatie van de uitkeringsbedragen geraamd op 0,75% per 1 januari en met 1,00% per 1 juli. Het bedrag van de AKW-plus is per verhoogd van 2.005,99 per jaar naar 2.013,21 per jaar. De AKW-plus wordt jaarlijks achteraf betaald (in 2018 vindt de betaling over 2017 plaats). 1 Het definitieve CPI over april 2018, is op moment van schrijven nog niet bekend. Daarom gaan wij uit van het voorlopige CPI over april. SVB/F&CU

7 1.3 Toelichting op de verschillende posten in de Balans en Staat van Baten en Lasten In de jaarrekening van de door de Sociale Verzekeringsbank beheerde fondsen worden de baten en lasten verantwoord op transactiebasis. Dit betekent dat de ontvangsten en uitgaven toegerekend worden aan de jaren waarop deze betrekking hebben. Het Rijk gaat bij de financiering van de AKW, AIO en OBR uit van transactiebasis, maar verantwoordt de ontvangsten en uitgaven op kasbasis. In deze nota staan voor de AKW en AIO zowel cijfers op transactiebasis als op kasbasis Uitvoeringskosten De uitvoeringskosten van 2018 zijn conform het actuele budget zoals genoemd in De SVB in de eerste vier maanden van 2018 (het eerste tertaalverslag). De uitvoeringskosten van 2019 zijn conceptcijfers voor het Concept Meerjarenplan die eind juni 2018 wordt aangeleverd. De uiteindelijke bedragen in deze publicatie kunnen nog afwijken van de bedragen die in deze worden genoemd Premiebaten De SVB rapporteert de premiebaten voor de AOW en Anw op basis van de definitie van de Economische en Monetaire Unie (EMU). Dit houdt in dat de premieontvangsten via de inkomstenheffing en de nabetalingen over de loonheffing en de inkomstenheffing worden toegerekend aan de baten in het jaar waarin deze zijn ontvangen door de Belastingdienst. De premieontvangsten via de loonheffing tussen 1 februari van het verslagjaar en 31 januari van het jaar dat volgt op het verslagjaar worden toegerekend aan de baten in het verslagjaar. Afdrachtvermindering Op basis van de wet vermindering afdracht loonbelasting en premies volksverzekeringen hoeft de werkgever in bepaalde situaties minder loonheffing af te dragen aan de Belastingdienst. Als gevolg hiervan ontvangen de AOW en de Anw minder premiebaten. Nabetalingen De Belastingdienst int in één gecombineerde heffing zowel loon- en inkomstenbelasting, premies volksverzekeringen als premies werknemersverzekeringen. In de verdeling tussen loon- en inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen worden belastingen en premies eerst voorlopig verdeeld over het Rijk en de fondsen AOW, Anw en Wlz. Na twee jaar wordt de loonbelasting afgerekend via nabetalingen en weer twee jaar later volgt de afrekening van de inkomstenbelasting. Vrijwillige premies Naast de verplichte verzekering voor AOW, Anw, en Wlz voor Nederlandse ingezetenen, is het onder bepaalde voorwaarden mogelijk om een vrijwillige verzekering af te sluiten voor de volksverzekeringen. Hiervoor wordt premie geheven door de SVB Bijdrage in de Kosten van de Kortingen (BIKK) Sinds de belastingherziening in 2001 komen er per saldo minder premies binnen bij de volksverzekeringen AOW, Anw en WLZ. Ter compensatie verstrekt het Rijk de Bijdrage in de Kosten van de Kortingen aan de fondsen. De hoogte van deze BIKK is afhankelijk van de heffingskorting en van de premietarieven. Ieder jaar wordt de BIKK geïndexeerd met de toename van de heffingskorting. SVB/F&CU

8 1.3.4 Normvermogen Het normvermogen is eigen vermogen op balansdatum dat nodig is om de structurele afwijkingen tussen ontvangsten en uitgaven te kunnen opvangen. Het normvermogen is samengesteld uit: liquiditeitsnorm die aan het einde van het jaar op nul staat. Bij: debiteuren (met uitzondering van de premies van december). Af: crediteuren. Als de debiteuren lager zijn dan de crediteuren, wordt de liquiditeitsnorm verhoogd, zodat het normvermogen niet negatief uitkomt. Tabel 1.4 Componenten van het normvermogen per 31 december (in miljoenen euro s) Omschrijving Liquiditeitsnorm AOW 0 0 Debiteuren AOW Crediteuren AOW Normvermogen AOW Liquiditeitsnorm Anw 0 0 Debiteuren Anw Crediteuren Anw Normvermogen Anw Liquiditeitsnorm Totaal 0 0 Debiteuren Totaal Crediteuren Totaal Normvermogen Totaal De bedragen die genoemd worden in de bovenstaande Tabel 1.4 gelden als ijkpunt voor de bepaling van de vermogenspositie. De vermogenspositie is het verschil tussen fondsvermogen en normvermogen. Bij de AOW zijn de premies en BIKK onvoldoende om de lasten te dekken. De financiering door het Rijk wordt vastgesteld, zodat de geraamde vermogenspositie aan het einde van het jaar nihil is. SVB/F&CU

9 1.3.5 Financiering In Tabel 1.5 staat een overzicht van de verschillende financieringsbronnen per regeling. De AOW en Anw zijn premiegefinancierd. De premiebaten worden in 2019 lager geraamd dan in 2018 omdat er vanuit de inkomstenbelasting minder wordt toegerekend aan de premies volksverzekeringen. Naast de premies wordt de AOW gefinancierd uit BIKK en financiering door het Rijk als aanvulling om te voorkomen dat de vermogenspositie negatief wordt. Voor de AOW wordt de vermogenspositie eind 2018 geraamd op 35 miljoen en eind 2019 op nul. Bij de Anw wordt geraamd dat de vermogenspositie daalt van bijna 3,7 miljard eind 2018 naar ruim 3,4 miljard eind De AKW, AIO en OBR zijn begrotingsgefinancierd en worden volledig gefinancierd door het Rijk. Tabel 1.5 Financieringsoverzicht 2018/2019 (in miljoenen euro s) Raming 2018, Omschrijving Februarinota 2018 Raming 2018, 2018 Raming 2019, Februarinota 2018 Raming 2019, 2018 AOW Premiebaten AOW BIKK AOW Aanvullende Financiering Rijk AOW Vermogenspositie ultimo Anw Premiebaten Anw Vermogenspositie ultimo AKW Financiering door het Rijk AIO Financiering door het Rijk OBR Financiering door het Rijk 5,2 5,2 5,9 5,9 TAS Financiering uitkeringen door het Rijk 4,2 5,5 4,3 5,5 REM Financiering uitkeringen door het Rijk 42,0 44,0 42,2 44,1 2 De vermogenspositie is het overschot of tekort t.o.v. het normvermogen. De vermogenspositie staat op de balans eind 2018 (zie Tabel 2.5) en eind 2019 (zie Tabel 3.5). SVB/F&CU

10 2 Raming 2018 In dit hoofdstuk wordt de huidige raming van de vermogenspositie eind 2018 vergeleken met de raming uit de basisvariant van de De raming voor de vermogenspositie AOW wordt verhoogd van nihil in de Februarinota 2018 tot 35 miljoen in deze. De raming voor de vermogenspositie Anw is 49 miljoen lager dan in de Februarinota 2018 en komt uit op miljoen. Tabel 2.1 bevat een overzicht van de mutaties. In de rest van dit hoofdstuk worden deze mutaties toegelicht. Tabel 2.1 Mutatie raming vermogenspositie eind 2018 (in miljoenen euro s) Totaal AIO AKW Anw AOW Omschrijving Vermogenspositie Vermogenspositie Februarinota Verschil raming vermogenspositie Lagere uitkeringen -4-4 Hogere AKW Hogere uitvoeringskosten Hogere premies via loonheffing na afdrachtvermindering Lagere premies inkomstenheffing kas Lagere premies via nabetalingen Lagere BIKK Hogere financiering door het Rijk Hogere mutatie normvermogen Mutatie Februarinota Mutatie vermogenspositie Mutatie vermogenspositie 2017 Februarinota Verschil mutatie vermogenspositie eind Verschil raming vermogenspositie 2.1 Uitkeringen De uitkeringen over 2018 worden geraamd op miljoen voor de AOW, 392 miljoen (incl. 23 miljoen werkgeverslasten) voor de Anw, miljoen voor de AKW excl. AKW-plus ( miljoen op kasbasis) en 282 miljoen voor de AIO ( 282 miljoen op kasbasis). Het regres verkeersdoden waar de verzekeraars in totaal naar verwachting 1 miljoen voor betalen aan het Anw-fonds is in mindering gebracht op de uitkeringslasten Anw. Dit bedrag is gelijk aan de Februarinota. De uitkeringslasten zijn bij de AOW 11 miljoen hoger, bij de Anw 4 miljoen lager, bij de AKW 10 miljoen lager en bij de AIO gelijk aan de Februarinota In Tabel 2.2 worden de verschillen toegelicht: SVB/F&CU

11 Tabel 2.2 Ontwikkeling uitkeringen AOW, Anw, AKW en AIO (in miljoenen euro s) Omschrijving AOW Anw AKW AIO Totaal Uitkeringen 2018 excl. werkgeverslasten Feb.nota Werkgeverslasten Uitkeringen 2018 incl. werkgeverslasten Feb.nota Volume-effect aantal gerechtigden Volume-effect Anw regres verkeersdoden 0 0 Subtotaal volume-effect Prijseffect indexering Prijseffect inhoudingen Prijseffect AOW partnertoeslag 0 0 Subtotaal prijseffect Totale mutatie (volume- en prijseffect) Uitkeringen 2018 incl. werkgeverslasten Werkgeverslasten Uitkeringen 2018 excl. werkgeverslasten Inkomensondersteuning AOW ers en Tegemoetkoming Anw ers De uitkeringslasten IOAOW worden geraamd op 940 miljoen en de tegemoetkoming voor Anw ers wordt geraamd op 6,2 miljoen. Dit is gelijk aan de Februarinota AKW-plus Op basis van zorg voor thuiswonende kinderen met een intensieve zorgvraag in 2017 is bepaald of ouders recht hebben op AKW-plus in De uitkeringslasten voor 2018 worden 3,3 miljoen hoger geraamd en komen uit op 14,5 miljoen Bijdrage AOF aan ZVW-fonds Over AOW-uitkeringen geldt sinds 2013 het verlaagde ZVW-tarief. De netto uitkering verandert niet dus dit leidt tot lagere bruto uitkeringen. Het voordeel dat dit voor het AOW-fonds oplevert wordt via een bijdrage overgeboekt naar het ZVW-fonds. De hoogte van deze bijdrage in 2018 wordt geraamd op 465 miljoen. Dit is gelijk aan de Februarinota Overbruggingsregeling AOW De uitkeringslasten voor de overbruggingsregeling worden geraamd op 4,4 miljoen. De uitvoeringskosten voor de overbruggingsregeling worden geraamd op 0,8 miljoen. De rijksbijdrage Overbruggingsregeling AOW wordt geraamd op 5,2 miljoen. Dit is gelijk aan de Februarinota Premiebaten De premiebaten voor de AOW vallen ruim 0,9 miljard lager uit dan in de Februarinota Hoewel er in vergelijking met de Februarinota meer loonheffing wordt geïnd, vallen de premiebaten per saldo lager uit dan de Februarinota door de nabetaling van de afrekening. De loonheffing en inkomstenheffing worden verdeeld over belastingen en premies volksverzekeringen. Deze verdeling vindt eerst voorlopig plaats en na 2 jaar (loonheffing) of 4 jaar (inkomstenheffing) definitief. De voorlopige verdeling kan tussentijds bijgesteld worden. Eind 2018 worden de loonheffing 2016 en inkomensheffing 2014 afgerekend met de premies AOW en Anw. In onderstaande tabel staan de verwachte nabetalingen van het Rijk aan de fondsen in SVB/F&CU

12 Tabel 2.3 Nabetalingen van het Rijk aan de fondsen AOW en Anw in 2018 (in miljoenen euro s) Soort nabetaling 2018, AOW 2018, Anw 2018, AOW 2018, Anw Verschil, AOW Verschil, Anw Loonheffing Inkomstenheffing Herberekening loonheffing/werknemersverzekeringen Totaal Per saldo is er een verwachte nabetaling van het AOW-fonds aan het Rijk van 242 miljoen en een verwachte nabetaling van het Rijk aan het Anw-fonds van 46 miljoen. Voor de AOW is dit miljoen lager en voor de Anw is dit 46 miljoen lager dan in de Februarinota Bijdrage in de Kosten van de Kortingen (BIKK) De BIKK wordt geraamd op miljoen voor de AOW en nihil voor de Anw. Hierdoor is de BIKK voor de AOW 1 miljoen lager en voor de Anw gelijk aan de raming in de Februarinota Financiering door het Rijk De rijksbijdrage voor de AOW voor 2018 bedraagt miljoen. Dat is miljoen hoger dan in de Februarinota Dit komt met name omdat de ramingen over de premies lager uitkomen dan in de Februarinota De rijksbijdrage voor de AKW wordt op transactiebasis geraamd op miljoen (kasbasis: miljoen), dit is gelijk aan de Februarinota De rijksbijdrage voor de AIO wordt op transactiebasis geraamd op 307 miljoen (kasbasis: 308 miljoen), dit is gelijk aan de Februarinota Overige baten De overige baten en lasten bestaan uit interest over de liquide middelen en over de financiering vaste activa bij de AOW en verdere baten uit boeten en maatregelen en overige baten. Uit voorzichtigheid ramen we de boeten en maatregelen op nihil. De interestbaten 2018 bij zowel de AOW als de Anw worden geraamd op nihil. De interestbaten 2018 bij zowel de AOW, de Anw, de AKW en de AIO worden geraamd op nihil. Dit is voor de AOW, Anw, AKW en AIO gelijk aan de raming in de Februarinota Normvermogen Volgens de EMU-definitie is de raming van het normvermogen in 2018 voor de AOW 67 miljoen hoger en voor de Anw 4 miljoen hoger dan in Daarmee komt de mutatie van het normvermogen bij de AOW 154 miljoen hoger en bij de Anw 6 hoger uit dan de Februarinota Bij de AOW komt het normvermogen eind 2018 uit op miljoen en bij de Anw op 14 miljoen. SVB/F&CU

13 2.7 Rekening van baten en lasten en Balans 2018 Tabel 2.4 Rekening van baten en lasten 2018 (in miljoenen euro s) Baten en lasten AOW Anw AKW AIO Totaal Premies loonheffing vóór afdrachtvermindering Afdrachtvermindering loonheffing Premies loonheffing na afdrachtvermindering Premies inkomstenheffing Nabetalingen Vrijwillige premies Subtotaal Premies BIKK Financiering door het Rijk Financiering Tegemoetkoming Anw Overige baten Totaal Baten Uitkeringen IOAOW/Tegemoetkoming Anw AKW-plus Bijdrage AOF aan ZVW-fonds Uitvoeringskosten Mutatie voorzieningen Totaal Lasten Saldo van baten en lasten Mutatie bestemmingsreserve Mutatie normvermogen Mutatie vermogenspositie Tabel 2.5 Balans per 31 december 2018 (in miljoenen euro s) Balanspost AOW Anw AKW AIO Totaal Financiering vaste activa Te vorderen premies Te vorderen op het Rijk Te vorderen uitkeringen Overige vorderingen Liquide middelen Totaal activa Vermogen, bestemmingsreserve Vermogen, normvermogen Vermogen, vermogenspositie Totaal vermogen Voorzieningen Te betalen uitkeringen Te betalen loonheffing en sociale lasten Totaal passiva SVB/F&CU

14 3 Raming 2019 In hoofdstuk 2 staat een analyse van de vermogenspositie eind In dit hoofdstuk wordt de raming van de vermogenspositie eind 2019 vergeleken met de raming van de vermogenspositie 2019 uit de Februarinota De raming voor de vermogenspositie AOW net als in de Februarinota 2018 op nihil geraamd. De raming voor de vermogenspositie Anw is 66 miljoen lager dan in de Februarinota 2018 en komt uit op miljoen. Tabel 3.1 aan het begin van dit hoofdstuk bevat een overzicht van de mutaties. Tabel 3.1 Mutatie raming vermogenspositie in 2019 (in miljoenen euro s) Omschrijving AOW Anw AKW AIO Totaal Vermogenspositie Vermogenspositie 2019 Februarinota Verschil raming vermogenspositie Lagere uitkeringen Hogere IOAOW/Tegemoetkoming Anw Hogere AKW Lagere bijdrage AOF aan ZVW-fonds 1 1 Hogere uitvoeringskosten Hogere premies via loonheffing na afdrachtvermindering Hogere premies inkomstenheffing kas Lagere premies via nabetalingen Hogere vrijwillige premies Hogere BIKK Hogere financiering door het Rijk Lagere mutatie normvermogen Mutatie Februarinota Mutatie vermogenspositie Mutatie vermogenspositie 2018 Februarinota Verschil mutatie vermogenspositie eind Verschil mutatie vermogenspositie eind Verschil raming vermogenspositie Uitkeringen De uitkeringen over 2019 worden geraamd op miljoen voor de AOW (excl. 481 miljoen bijdrage aan ZVW-fonds), 375 miljoen (incl. 22 miljoen werkgeverslasten) voor de Anw, miljoen voor de AKW ( miljoen op kasbasis) en 297 miljoen voor de AIO ( 297 miljoen op kasbasis). Het regres verkeersdoden waar de verzekeraars in totaal naar verwachting 1 miljoen voor betalen aan het Anw-fonds is in mindering gebracht op de uitkeringslasten Anw. Dit bedrag is gelijk aan de raming in de Februarinota De uitkeringslasten zijn bij de AOW 8 miljoen lager en bij de Anw 5 miljoen lager dan de Februarinota Bij de AKW zijn de uitkeringslasten 13 miljoen lager aan de Februarinota en bij de AIO is deze gelijk aan de Februarinota In Tabel 3.2 worden de verschillen toegelicht: SVB/F&CU

15 Tabel 3.2 Ontwikkeling uitkeringen AOW, Anw, AKW en AIO (in miljoenen euro s) Omschrijving AOW Anw AKW AIO Totaal Uitkeringen 2019 excl. werkgeverslasten Feb.nota Werkgeverslasten Uitkeringen 2019 incl. werkgeverslasten Feb.nota Volume-effect aantal gerechtigden Volume-effect Anw regres verkeersdoden 0 0 Subtotaal volume-effect Prijseffect indexering Prijseffect inhoudingen Prijseffect AOW partnertoeslag Subtotaal prijseffect Totale mutatie (volume- en prijseffect) Uitkeringen 2019 incl. werkgeverslasten werkgeverslasten Uitkeringen 2019 excl. werkgeverslasten Inkomensondersteuning AOW ers en Tegemoetkoming Anw ers De uitkeringslasten IOAOW worden geraamd op 957 miljoen ( 3 miljoen hoger dan de Februarinota 2018) en de tegemoetkoming voor Anw ers wordt geraamd op 6,0 miljoen (gelijk aan de Februarinota 2018) AKW-plus Op basis van zorg voor thuiswonende kinderen met een intensieve zorgvraag in 2018 wordt bepaald of ouders recht hebben op AKW-plus in De uitkeringslasten worden geraamd op 14,1 miljoen, dit is 2,2 miljoen hoger dan de Februarinota Bijdrage AOF aan ZVW-fonds Over AOW-uitkeringen geldt sinds 2013 het verlaagde ZVW-tarief. De netto uitkering verandert niet dus dit leidt tot lagere bruto uitkeringen. Het voordeel dat dit voor het AOW-fonds oplevert wordt via een bijdrage overgeboekt naar het ZVW-fonds. De hoogte van deze bijdrage in 2019 wordt geraamd op 481 miljoen. Dit is 1 miljoen lager dan de Februarinota Overbruggingsregeling AOW De overbruggingsregeling AOW is een regeling voor 65-plussers die al met vroegpensioen waren voordat de AOW-leeftijd werd verhoogd. De uitkeringslasten voor de overbruggingsregeling worden geraamd op 5,2 miljoen. De uitvoeringskosten voor de overbruggingsregeling worden geraamd op 0,7 miljoen. De rijksbijdrage Overbruggingsregeling AOW wordt geraamd op 5,9 miljoen. Dit is gelijk aan de Februarinota Premiebaten De premiebaten voor de AOW vallen ruim 1,2 miljard lager uit dan de Februarinota Doordat de premiebaten lager geraamd worden, is de Financiering door het Rijk voor de AOW hoger uitgevallen. Voor de Anw vallen de premiebaten lager uit dan de Februarinota 2018 door nabetalingen over afrekeningen. Eind 2019 worden de loonheffing 2017 en inkomensheffing 2015 afgerekend met de premies AOW en Anw. In onderstaande tabel staan de nabetalingen van het Rijk aan de fondsen die in 2019 worden verwacht. SVB/F&CU

16 Tabel 3.3 Verwachte nabetalingen van het Rijk aan de fondsen AOW en Anw in 2019 (in miljoenen euro s) Soort nabetaling 2018, AOW 2018, Anw 2018, AOW 2018, Anw Verschil, AOW Loonheffing 2017 Inkomstenheffing 2015 Herberekekening Verschil, Anw loonheffing/werknemersverzekeringen Totaal De nabetalingen vallen bij de AOW miljoen lager en bij de Anw 21 miljoen lager uit dan de Februarinota Bijdrage in de Kosten van de Kortingen (BIKK) De BIKK wordt bij gelijkblijvende premietarieven AOW en Anw geraamd op miljoen voor de AOW en nihil voor de Anw. Dit is voor de AOW 24 miljoen hoger en voor de Anw gelijk aan de Februarinota Financiering door het Rijk De rijksbijdrage voor de AOW voor 2019 wordt geraamd op miljoen voor de dekking van de vermogenspositie. Dat is miljoen hoger dan de Februarinota De rijksbijdrage voor de AKW wordt op transactiebasis geraamd op miljoen (kasbasis: miljoen), 1 miljoen lager dan in de Februarinota De rijksbijdrage voor de AIO wordt op transactiebasis geraamd op 323 miljoen (kasbasis: 323 miljoen), 3 miljoen hoger dan de Februarinota Overige baten De overige baten en lasten bestaan uit interest over de liquide middelen en over de financiering vaste activa bij de AOW en verdere baten uit boeten en maatregelen. De interestbaten 2019 bij zowel de AOW als de Anw worden net als in de Februarinota geraamd op nihil. De interestbaten bij de AKW en de AIO worden eveneens geraamd op nihil. Dit is voor beiden gelijk aan de Februarinota Normvermogen Volgens de EMU-definitie is de raming van het normvermogen in 2019 voor de AOW 36 miljoen hoger dan de raming voor 2018 en voor de Anw 2 miljoen hoger dan de raming voor Daarmee komt de mutatie van het normvermogen bij de AOW 69 miljoen lager dan en bij de Anw 4 miljoen hoger uit dan de Februarinota Bij de AOW komt het normvermogen eind 2018 uit op miljoen en bij de Anw op 16 miljoen uit. SVB/F&CU

17 3.7 Rekening van baten en lasten en Balans 2019 Tabel 3.4 Rekening van baten en lasten 2019 (in miljoenen euro s) Baten en lasten AOW Anw AKW AIO Totaal Premies loonheffing vóór afdrachtvermindering Afdrachtvermindering loonheffing Premies loonheffing na afdrachtvermindering Premies inkomstenheffing Nabetalingen Vrijwillige premies Subtotaal Premies BIKK Financiering door het Rijk Financiering Tegemoetkoming Anw Overige baten Totaal Baten Uitkeringen Ink.onderst. AOW/Tegemoetkoming Anw AKW-plus Bijdrage AOF aan ZVW-fonds Uitvoeringskosten Mutatie voorzieningen Totaal Lasten Saldo van baten en lasten Mutatie bestemmingsreserve Mutatie normvermogen Mutatie vermogenspositie Tabel 3.5 Balans per 31 december 2019 (in miljoenen euro s) Balanspost AOW Anw AKW AIO Totaal Financiering vaste activa Te vorderen premies Te vorderen op het Rijk Te vorderen uitkeringen Overige vorderingen Liquide middelen Totaal activa Vermogen, bestemmingsreserve Vermogen, normvermogen Vermogen, vermogenspositie Subtotaal vermogen Voorzieningen Te betalen uitkeringen Te betalen loonheffing en sociale lasten Totaal passiva SVB/F&CU

18 4 Liquiditeitsprognoses 2018 en 2019 In dit hoofdstuk komen de liquiditeitsprognoses voor 2018 en 2019 aan de orde. De beginpositie is de balans van eind Daarna volgt een raming van de verschillende ontvangsten en uitgaven. Het leeuwendeel van de ontvangsten bestaat uit premies. Het ontvangstenpatroon van de premies is gebaseerd op het verleden. Iedere maand ontvangt de SVB één twaalfde deel van de BIKK. In mei stijgen de liquide middelen sterk, omdat de rijksbijdrage die de SVB dan ontvangt hoger is dan het bedrag aan vakantie-uitkeringen die de SVB dan betaalt. De lage decemberstand sluit aan op de balans in de jaarrekening van de SVB. Op de balans staan de premies die de Belastingdienst in december heeft geïnd als vordering. In januari ontvangt de SVB deze premies waarbij de valutadatum wordt teruggezet naar december. In mei 2018 is voor de AOW een rijksbijdrage van miljoen betaald. Voor 2019 wordt de rijksbijdrage in mei geraamd op miljoen. In 2018 is de Anw-premie verlaagd naar 0,1%. Hierdoor zijn de premies lager dan de uitkeringen en uitvoeringskosten en dalen de liquide middelen. Figuur 4.1 Liquiditeitsprognose AOW en Anw 2018 en 2019 (in miljoenen euro s) Voor de AKW, AIO, IOAOW en OBR zijn geen afzonderlijke cijfers opgenomen omdat hier op de rekening-courant van de SVB bij het Rijk nauwelijks liquide middelen aanwezig zijn. Het verstrekken van de rijksbijdragen AKW, AIO en OBR vindt namelijk vrijwel gelijktijdig met het betalen van de uitkeringen plaats: bij de AKW per kwartaal en bij de AIO en OBR per maand. De liquiditeitsdiepte- en hoogtepunten en de gemiddelde liquiditeit van het AOW- en Anw-fonds zijn opgenomen in Tabel 4.1. Tabel 4.1 Liquide middelen (in miljoenen euro s) Omschrijving AOW Anw Minimum Maximum Gemiddelde Minimum Maximum Gemiddelde SVB/F&CU

19 5 Meerjarenraming Het aantal gerechtigden en uitkeringsjaren AOW en de AOW-uitkeringslasten in vaste prijzen stijgen t/m 2021 nauwelijks. Het aantal 65-plussers neemt weliswaar toe, maar dit wordt gecompenseerd doordat de AOW-leeftijd jaarlijks met vier maanden wordt verhoogd. Na 2021 wordt de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting en blijft de jaarlijkse verhoging van de AOW-leeftijd beperkt tot nul of drie maanden. Doordat de AOW-leeftijd na 2021 minder snel stijgt dan daarvoor, nemen de uitkeringslasten in vaste prijzen na 2021 sneller toe. Het aantal gerechtigden en uitkeringsjaren Anw en de Anw-uitkeringslasten in vaste prijzen dalen t/m 2024 door, omdat de instroom van nieuwe nabestaanden in de Anw kleiner is dan de gezamenlijke uitstroom van gerechtigden van de Anw én voormalige gerechtigden van de Algemene Weduwen- en Wezenwet (AWW). Bij de AKW dalen de uitkeringslasten in vaste prijzen tot 2024, omdat verwacht wordt dat het aantal minderjarige kinderen afneemt. Bij de AIO neemt het aantal gerechtigden en uitkeringslasten in vaste prijzen toe. Tabel 5.1 Ontwikkeling aantal gerechtigden ultimo en uitkeringsjaren AOW en Anw, gemiddeld aantal gerechtigden AKW, aantal huishoudens AIO Omschrijving AOW ers AOW uitk.jaren Anw ers Anw uitk.jaren AKW gezinnen AIO Tabel 5.2 Ontwikkelingen uitkeringen AOW (in miljoenen euro s) Omschrijving Uitk. v.a in prijzen Uitkeringen in lopende prijzen Tabel 5.3 Ontwikkelingen uitkeringen Anw excl. werkgeverslasten (in miljoenen euro s) Omschrijving Uitk. v.a in prijzen Uitkeringen in lopende prijzen Tabel 5.4 Ontwikkelingen uitkeringen AKW (in miljoenen euro s) Omschrijving Uitkeringen in prijzen Uitkeringen in lopende prijzen Tabel 5.5 Ontwikkelingen uitkeringen AIO (in miljoenen euro s) Omschrijving Uitk. v.a in prijzen Uitkeringen in lopende prijzen Gemiddelde van 4 kwartalen SVB/F&CU

20 6 Begroting TAS 2019 Ten behoeve van de aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te overleggen begroting over 2019 worden in dit hoofdstuk ramingen weergegeven van de te verwachten uitkeringslasten en uitvoeringskosten in 2018 en 2019 voor de regeling Tegemoetkoming Asbestslachtoffers (TAS). Vanaf 1 april 2014 kunnen ook personen die asbestose hebben een aanvraag voor TAS of TNS indienen. 6.1 Realisatie TAS en TNS 2017 In 2017 zijn er in totaal 585 aanvragen ingediend, dit waren 492 aanvragen vanwege mesothelioom en 93 aanvragen vanwege asbestose. Als een aanvrager geen recht op TAS heeft, dan wordt gekeken of de aanvrager recht op TNS heeft. Vanwege deze gecombineerde beoordeling geven we het aantal aanvragen als totaal weer. In 2017 zijn er 317 TAS-vergoedingen toegekend vanwege mesothelioom, er waren 35 toekenningen vanwege asbestose. Er zijn 113 TNS-vergoedingen geweest vanwege mesothelioom en één TNS-vergoeding vanwege asbestose. Er zijn in afwijzingen geweest op aanvragen voor mesothelioom, er zijn 57 afwijzingen geweest op aanvragen vanwege asbestose. Het aantal aanvragen en toekenningen vanwege mesothelioom is een stuk lager dan waar in de actuele prognose rekening mee is gehouden. Het aantal toegekende TAS-vergoedingen fluctueert sterk, het is niet goed in te schatten wanneer mensen een TAS-uitkering aanvragen (en eventueel toegekend krijgen). De geactualiseerde raming was daarom gelijk gehouden aan de realisatie Na het afgeven van de raming daalde het aantal toekenningen. Hierdoor is het aantal toekenningen lager uitgekomen dan in de geactualiseerde raming. In totaal is er voor een bedrag van ruim 7,0 miljoen uitgekeerd. Door het lagere aantal toekenningen dan begroot, is dit lager dan de geactualiseerde raming over Naast deze uitkeringen zijn er in terugvorderingen ingesteld voor een bedrag van bijna 2,8 miljoen. Dit is lager dan de geactualiseerde raming over Na aftrek van deze terugvorderingen bedragen de uitkeringslasten 4,2 miljoen. Tabel 6.1 Begroting, geactualiseerde raming en realisatie aantallen en uitkeringslasten TAS en TNS 2017 Omschrijving Begroting Geactualiseerde Realisatie 2017 Raming Aanvragen ingediend mesothelioom Aanvragen ingediend asbestose Toekenningen TAS mesothelioom Toekenningen TAS asbestose Toekenningen TNS mesothelioom Toekenningen TNS asbestose Uitkeringen TAS (in miljoenen euro s) 7,1 8,1 7,0 Terugvorderingen TAS (in miljoenen euro s) -3,6-4,0-2,8 Uitkeringslasten TAS (in miljoen euro s) 3,5 4,1 4,2 4 Terugvorderingen kunnen ook betrekking hebben op eerdere jaren. Het verloop en de fluctuaties van de toekenningen en terugvorderingen kunnen dan ook van elkaar verschillen. Door de fluctuaties (in combinatie met de geringe aantallen en de relatief hoge uitkeringsbedragen) kunnen de realisaties soms flink afwijken van de begroting. SVB/F&CU

21 6.2 Aanvragen en toekenningen TAS/TNS De ramingen voor 2018 en 2019 zijn gebaseerd op de gemiddelde realisaties van 2015 tot en met Voor mesothelioom ramen we dat er 535 aanvragen worden ingediend en afgehandeld in 2018 en We verwachten dat dit leidt tot 379 toegekende voorschotten TAS en 135 toegekende TNSvergoedingen per jaar. Voor asbestose verwachten we dat er in 2018 en aanvragen worden ingediend en afgehandeld. Dit leidt naar verwachting tot 39 toegekende voorschotten TAS, en twee toegekende TNS-vergoedingen. 6.3 Ramingen TAS 2018 en 2019 Uitgaande van in totaal 379 TAS-vergoedingen in 2018 en 2019 en een vergoeding van per gerechtigde in 2018 en een indexering in 2019 van 2,9 procent 5 komen de uitkeringslasten TAS uit op afgerond 7,8 miljoen voor 2018 en 8,0 miljoen voor Het aantal terugvorderingen is gebaseerd op het aantal terugvorderingen als percentage van het aantal toekenningen in een jaar. Op basis van het gemiddelde percentage van de jaren 2015 tot en met 2017 gaan we uit van 178 terugvorderingen in 2018 en Dit leidt tot een bedrag van 3,6 miljoen aan terugvorderingen in 2018 en van 3,7 miljoen in Er worden nauwelijks extra terugvorderingen vanwege asbestose verwacht. Na aftrek van deze terugvorderingen worden de uitkeringslasten TAS geraamd op 4,2 miljoen in 2018 en 4,3 miljoen in De geactualiseerde raming 2018 is 0,1 miljoen lager dan de begroting Het aantal toekenningen vanwege mesothelioom is naar beneden bijgesteld, dit leidt tot lagere uitkeringslasten. Het aantal terugvorderingen is ook lager dan oorspronkelijk begroot. Hierdoor zijn per saldo de uitkeringslasten TAS ongeveer gelijk aan vorig jaar. In Tabel 6.2 staat een overzicht van de aantallen, uitkeringslasten en uitvoeringskosten 2018 en Tabel 6.2 Begroting en geactualiseerde raming aanvragen, toekenningen, uitkeringslasten en uitvoeringskosten TAS en TNS 2018 en 2019 Omschrijving Begroting Geactualiseerde Begroting 2018 Raming Aanvragen ingediend mesothelioom Aanvragen ingediend asbestose Toekenningen TAS mesothelioom Toekenningen TAS asbestose Toekenningen TNS mesothelioom Toekenningen TNS asbestose Uitkeringen TAS (in miljoenen euro s) 8,3 7,8 8,0 Terugvorderingen TAS (in miljoenen euro s) -4,0-3,6-3,7 Saldo Uitkeringslasten TAS (in miljoenen euro s) 4,3 4,2 4,3 Uitvoeringskosten TAS (in miljoenen euro s) 1,2 1,3 1,2 Totaal lasten TAS (in miljoenen euro s) 5,5 5,5 5,5 5 Dit is de verwachte indexering van het brutominimumloon uit de Centraal Economisch Plan 2018 van het Centraal Planbureau. SVB/F&CU

22 7 Begroting Remigratiewet Ontwikkelingen Per 1 juli 2014 gelden er strengere regels voor de remigratiewet. Mensen krijgen nog een remigratieuitkering als ze: buiten Nederland in een land van herkomst zijn geboren; 18 jaar of ouder waren toen ze in Nederland kwamen wonen; 55 jaar of ouder zijn; minimaal acht jaar legaal in Nederland wonen; al minstens één jaar een Nederlandse uitkering krijgen. Een remigratievoorziening is een periodieke uitkering, vermeerderd met de eventuele premie zorgverzekeringswet of de tegemoetkoming ziektekosten. Vanaf 1 juli 2014 kunnen er geen aanvragen meer gedaan worden voor de basisvoorziening. In deze raming is rekening gehouden met de verhoging van de AOW-leeftijd. 7.2 Uitkeringslasten Remigratiewet in 2017 In 2017 zijn 335 aanvragen in behandeling genomen. In 2017 zijn 168 remigratievoorzieningen toegekend. Het overgrote deel van de toegekende remigratievoorzieningen heeft betrekking op aanvragen uit voorgaande jaren. De hoogte van de remigratievoorziening is afhankelijk van het bestemmingsland en de gezinssituatie (gehuwd of alleenstaand). De voorziening komt tot uitbetaling vanaf het moment van vertrek. Na toekenning heeft de remigrant in principe een halfjaar de tijd om te vertrekken. Op de periodieke remigratie-uitkering, worden samenlopende uitkeringen in het kader van de WIA (en de inmiddels afgeschafte WAO/WAZ), Wajong, AOW, Anw en Toeslagenwet in mindering gebracht. Klanten waarvan de samenlopende uitkering hoger is dan de periodieke uitkering zijn de zogenaamde nihilgerechtigden. In dat geval wordt de periodieke uitkering, op de tegemoetkoming ziektekosten na, volledig gekort. Bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd ontvangen vrijwel alle remigranten een AOWpensioen. Als dit pensioen hoger is dan de remigratie-uitkering, dan wordt deze omgezet naar een nihil-uitkering. In 2017 waren er bijna klanten met recht op een remigratie-uitkering. Hiervan hadden bijna klanten een volledige uitkering, bijna klanten een gekorte uitkering en bijna klanten een nihil-uitkering. Het aantal aanvragen en toekenningen en de opbouw naar samenloop voor 2017 staat in Tabel 7.1 op de volgende pagina. Tabel 7.1 Vergelijking aantal aanvragen en toekenningen realisatie 2017 met realisatie 2016 en prognose 2017 Omschrijving Realisatie 2016 Prognose 2017 Realisatie 2017 Aanvragen in behandeling genomen Toekenningen SVB/F&CU

23 Tabel 7.2 Vergelijking aantal klanten ultimo jaar naar samenloop realisatie 2017 met realisatie 2016 en prognose 2017 Omschrijving Realisatie 2016 Prognose 2017 Realisatie 2017 Volledige uitkeringen Gekorte uitkeringen Subtotaal Klanten exclusief nihil Nihiluitkeringen Klanten inclusief nihil In 2017 zijn er minder toekenningen geweest dan geraamd. Hierdoor zijn er eind 2017 ook iets minder gerechtigden dan geraamd. Bij de ramingen van de remigratievoorzieningen wordt onderscheid naar vertrekdatum gemaakt. Voor remigranten die vertrokken zijn vanaf 1 april 2000 wordt de periodieke uitkering jaarlijks geïndexeerd en is de remigrant verdragsgerechtigde voor de Zorgverzekeringswet of ontvangt een tegemoetkoming ziektekosten. Vaak is een zorgverzekering in het bestemmingsland niet mogelijk, zodat veel remigranten een tegemoetkoming ziektekosten ontvangen. Tabel 7.3 Vergelijking gemiddeld aantal klanten excl. nihil naar vertrekdatum realisatie 2016 met realisatie 2017 en prognose 2017 Omschrijving Realisatie Prognose Realisatie Vertrokken vóór , Gemiddeld aantal klanten Vertrokken vóór , Gemiddelde maanduitkering (in euro s) Vertrokken vóór , Uitkeringslasten (in miljoenen euro s) 2,0 1,9 1,9 Vertrokken na , Gemiddeld aantal klanten Vertrokken na , Gemiddelde maanduitkering (in euro s) Vertrokken na , Uitkeringslasten (in miljoenen euro s) 39,1 39,3 39,2 Vertrokken na nihil met ziektekosten, Gemiddeld aantal klanten Vertrokken na nihil met ziektekosten, Gemiddelde tegemoetkoming ziektekosten (in euro s per maand) Vertrokken na nihil met ziektekosten, Uitkeringslasten (in miljoenen euro s) 1,0 1,3 1,1 Totaal Uitkeringslasten (in miljoenen euro s) 42,1 42,5 42,2 In 2017 werd 41,1 miljoen uitgekeerd aan remigratievoorzieningen en 1,1 miljoen aan tegemoetkoming ziektekosten voor nihil-gerechtigden, totaal 42,2 miljoen. De gerealiseerde uitkeringslasten voor remigratievoorzieningen zijn daarmee nagenoeg gelijk aan de prognose en aan De uitkeringslasten voor tegemoetkoming ziektekosten zijn iets lager dan begroot. SVB/F&CU

24 7.3 Raming uitkeringen remigratievoorziening 2018 tot en met 2024 Het aantal toekenningen is in 2017 is gedaald ten opzichte van Hierdoor wordt de huidige raming lager dan de vorige raming. Voor de jaren 2018 tot en met 2024 gaan we uit van ongeveer 200 toekenningen voor de remigratievoorziening per jaar. Deze raming is gebaseerd op de realisaties en op de emigratieprognose van het CBS en houdt rekening met verhoging van de minimumleeftijd en beperkingen voor remigratie naar EU-landen tot mensen die zich al voor de toetredingsdatum van dat EU-land in Nederland gevestigd hebben. Tabel 7.4 Toekenningen realisatie 2017 en raming 2018 t/m 2024 Omschrijving Aanvragen Toekenningen Tabel 7.5 Aantal klanten naar samenloop realisatie ultimo 2017 en raming ultimo 2018 t/m 2024 Soort uitkering Volledige uitkeringen Gekorte uitkeringen Subtotaal Klanten excl. nihil Nihil-uitkeringen Klanten incl. nihil Voor remigranten die vertrokken zijn vanaf 1 april 2000 wordt de periodieke uitkering jaarlijks geïndexeerd en is de remigrant verdragsgerechtigd voor de Zorgverzekeringswet of ontvangt een tegemoetkoming ziektekosten. Voor remigranten die vóór april 2000 vertrokken, zijn de uitkeringen niet geïndexeerd en bestaat er geen recht op een tegemoetkoming ziektekosten. Omdat het zorgpakket per verdragsland sterk verschilt, zijn de premies gedifferentieerd op basis van de kosten van het zorgpakket in het woonland. Bij verdragsgerechtigden voor de Zorgverzekeringswet (remigranten met een samenlopende uitkering) zijn de zorgkosten daardoor lager. Deze verdragsgerechtigden konden ook aanspraak maken op zorgtoeslag. De zorgtoeslag is naar rato van de gedifferentieerde premie. Voor de indexering van de uitkeringsbedragen gaan we, conform de Remigratiewet, uit van de helft van de indexering van de bijstandsnorm. In Tabel 7.6 staan de aantallen en de bedragen voor de remigratievoorziening, de uitkeringslasten zijn in constante prijzen In de komende jaren wordt een geleidelijke daling van de uitkeringslasten verwacht tot 37,5 miljoen in De raming van de uitkeringslasten voor de remigratievoorziening ligt lager dan in de begroting uit juni 2017 werd geraamd. Dit komt door de lagere raming van het aantal gerechtigden dat hierboven is beschreven. In Tabel 7.7 staan de bedragen en uitkeringslasten in lopende prijzen. SVB/F&CU

Februarinota Fondsontwikkeling AOW, Anw, AKW, AIO, OBR Raming 2019 en 2020 Begrotingen TAS en Remigratiewet 2020

Februarinota Fondsontwikkeling AOW, Anw, AKW, AIO, OBR Raming 2019 en 2020 Begrotingen TAS en Remigratiewet 2020 Februarinota 2019 Fondsontwikkeling AOW, Anw, AKW, AIO, OBR Raming 2019 en 2020 Begrotingen TAS en Remigratiewet 2020 FnCU19.022 Februarinota 2019 is op 25 februari 2019 door de Raad van Bestuur van de

Nadere informatie

Januarinota Fondsontwikkeling AOW, Anw, AKW, AIO, OBR Voorlopige cijfers 2016 F&CU

Januarinota Fondsontwikkeling AOW, Anw, AKW, AIO, OBR Voorlopige cijfers 2016 F&CU Januarinota 2017 Fondsontwikkeling AOW, Anw, AKW, AIO, OBR Voorlopige cijfers 2016 F&CU17.0009 Voorwoord Voor u ligt de Januarinota 2017 van de Sociale Verzekeringsbank. Met deze rapportage verstrekt de

Nadere informatie

Januarinota Fondsontwikkeling AOW, Anw, AKW, AIO, OBR Voorlopige cijfers 2015 F&CU

Januarinota Fondsontwikkeling AOW, Anw, AKW, AIO, OBR Voorlopige cijfers 2015 F&CU Januarinota 2016 Fondsontwikkeling AOW, Anw, AKW, AIO, OBR Voorlopige cijfers 2015 F&CU16.0012 Voorwoord Voor u ligt de Januarinota 2016 van de Sociale Verzekeringsbank. Met deze rapportage verstrekt de

Nadere informatie

Juninota Fondsontwikkeling AOW/MKOB, Anw, AKW/TOG, AIO, OBR, Begrotingen 2016 TAS en REM F&CU

Juninota Fondsontwikkeling AOW/MKOB, Anw, AKW/TOG, AIO, OBR, Begrotingen 2016 TAS en REM F&CU Juninota 2015 Fondsontwikkeling AOW/MKOB, Anw, AKW/TOG, AIO, OBR, Begrotingen 2016 TAS en REM F&CU15.0097 Voorwoord Voor u ligt de Juninota 2015 van de Sociale Verzekeringsbank. Met deze rapportage verstrekt

Nadere informatie

Rekenregels per 1 januari 2017

Rekenregels per 1 januari 2017 Rekenregels per 1 januari 2017 1. Inleiding In deze rekenregels zijn de gevolgen verwerkt van aanpassingen in het bruto wettelijk minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen

Nadere informatie

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2017 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantietoeslag):

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2017 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantietoeslag): Rekenregels per 1 juli 2017 1. Inleiding In deze rekenregels zijn de gevolgen verwerkt van aanpassingen in het bruto wettelijk minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per

Nadere informatie

Rekenregels per 1 januari 2018

Rekenregels per 1 januari 2018 Rekenregels per 1 januari 2018 1. Inleiding In deze rekenregels zijn de gevolgen verwerkt van aanpassingen in het bruto wettelijk minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen

Nadere informatie

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2017 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantietoeslag):

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2017 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantietoeslag): Stimulansz - Regelingen en voorzieningen 1.1.4.23 Rekenregels per 1 juli 2017 1. Inleiding In deze rekenregels zijn de gevolgen verwerkt van aanpassingen in het bruto wettelijk minimumloon, de sociale

Nadere informatie

Rekenregels per 1 januari 2013

Rekenregels per 1 januari 2013 Rekenregels per 1 januari 2013 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijke minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 januari 2013 opgenomen. Deze premies

Nadere informatie

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2018 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantietoeslag):

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2018 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantietoeslag): Rekenregels per 1 juli 2018 1. Inleiding In deze rekenregels zijn de gevolgen verwerkt van aanpassingen in het bruto wettelijk minimumloon per 1 juli 2018 voor uitkeringsbedragen en grondslagen op het

Nadere informatie

Stimulansz - Regelingen & Voorzieningen 1.1.4.22. Bron: ministerie van SZW d.d. 30.11.2015. Rekenregels per 1 januari 2016

Stimulansz - Regelingen & Voorzieningen 1.1.4.22. Bron: ministerie van SZW d.d. 30.11.2015. Rekenregels per 1 januari 2016 Stimulansz - Regelingen & Voorzieningen 1.1.4.22 Bron: ministerie van SZW d.d. 30.11.2015 Rekenregels per 1 januari 2016 1. Inleiding In deze rekenregels zijn de gevolgen verwerkt van aanpassingen in het

Nadere informatie

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2015 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantietoeslag):

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2015 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantietoeslag): Rekenregels per 1 juli 2015 1. Inleiding In deze rekenregels zijn de gevolgen verwerkt van aanpassingen in het bruto wettelijk minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per

Nadere informatie

Rekenregels per 1 januari 2015

Rekenregels per 1 januari 2015 Rekenregels per 1 januari 2015 1. Inleiding In deze rekenregels zijn de gevolgen verwerkt van aanpassingen in het bruto wettelijk minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen

Nadere informatie

Rekenregels per 1 januari 2015

Rekenregels per 1 januari 2015 Rekenregels per 1 januari 2015 1. Inleiding In deze rekenregels zijn de gevolgen verwerkt van aanpassingen in het bruto wettelijk minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen

Nadere informatie

Voorlichting Sociale Verzekeringsbank Groningen. Meppel, 21 maart 2019

Voorlichting Sociale Verzekeringsbank Groningen. Meppel, 21 maart 2019 Voorlichting Sociale Verzekeringsbank Groningen Meppel, Sociale Verzekeringsbank Kantoor Groningen Even voorstellen: Even nader kennismaken. De Sociale Verzekeringsbank.. Ooit komt iedereen een keer met

Nadere informatie

In de rekenregels per 1 juli 2019 volgen de criteria voor het minimumjeugdloonvoordeel (jeugd- LIV) in 2019.

In de rekenregels per 1 juli 2019 volgen de criteria voor het minimumjeugdloonvoordeel (jeugd- LIV) in 2019. Rekenregels per 1 januari 2019 1. Inleiding In deze rekenregels zijn de gevolgen verwerkt van aanpassingen in het bruto wettelijk minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen

Nadere informatie

Rekenregels per 1 januari 2018

Rekenregels per 1 januari 2018 Rekenregels per 1 januari 2018 1. Inleiding In deze rekenregels zijn de gevolgen verwerkt van aanpassingen in het bruto wettelijk minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen

Nadere informatie

Rekenregels per 1 januari 2016

Rekenregels per 1 januari 2016 Rekenregels per 1 januari 2016 1. Inleiding In deze rekenregels zijn de gevolgen verwerkt van aanpassingen in het bruto wettelijk minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen

Nadere informatie

Rekenregels per 1 januari 2013

Rekenregels per 1 januari 2013 Rekenregels per 1 januari 2013 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijke minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 januari 2013 opgenomen. Deze premies

Nadere informatie

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2019 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantietoeslag):

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2019 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantietoeslag): Rekenregels per 1 juli 2019 1. Inleiding In deze rekenregels zijn de gevolgen verwerkt van aanpassingen in het bruto wettelijk minimumloon per 1 juli 2019 voor uitkeringsbedragen en grondslagen op het

Nadere informatie

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2013 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantiebijslag):

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2013 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantiebijslag): Rekenregels per 1 juli 2013 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijke minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 juli 2013 opgenomen. Deze premies en

Nadere informatie

Rekenregels per 1 januari 2012

Rekenregels per 1 januari 2012 Rekenregels per 1 januari 2012 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijke minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 januari 2012 opgenomen. Deze premies

Nadere informatie

In de rekenregels per 1 juli 2019 volgen de criteria voor het minimumjeugdloonvoordeel (jeugd- LIV) in 2019.

In de rekenregels per 1 juli 2019 volgen de criteria voor het minimumjeugdloonvoordeel (jeugd- LIV) in 2019. Rekenregels per 1 januari 2019 1. Inleiding In deze rekenregels zijn de gevolgen verwerkt van aanpassingen in het bruto wettelijk minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen

Nadere informatie

In de rekenregels per 1 juli 2019 volgen de criteria voor het minimumjeugdloonvoordeel (jeugd- LIV) in 2019.

In de rekenregels per 1 juli 2019 volgen de criteria voor het minimumjeugdloonvoordeel (jeugd- LIV) in 2019. Rekenregels per 1 januari 2019 1. Inleiding In deze rekenregels zijn de gevolgen verwerkt van aanpassingen in het bruto wettelijk minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen

Nadere informatie

Rekenregels per 1 januari 2011

Rekenregels per 1 januari 2011 Rekenregels per 1 januari 2011 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijke minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 januari 2011 opgenomen. Deze premies

Nadere informatie

Rekenregels per 1 januari 2010

Rekenregels per 1 januari 2010 Rekenregels per 1 januari 2010 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijke minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 januari 2010 opgenomen. Deze premies

Nadere informatie

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2016 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantietoeslag):

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2016 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantietoeslag): Rekenregels per 1 juli 2016 1. Inleiding In deze rekenregels zijn de gevolgen verwerkt van aanpassingen in het bruto wettelijk minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per

Nadere informatie

Rekenregels per 1 januari 2010

Rekenregels per 1 januari 2010 Rekenregels per 1 januari 2010 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijke minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 januari 2010 opgenomen. Deze premies

Nadere informatie

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2013 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantiebijslag):

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2013 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantiebijslag): Rekenregels per 1 juli 2013 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijke minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 juli 2013 opgenomen. Deze premies en

Nadere informatie

Persbericht. Sociale Verzekeringen per 1 januari 2013

Persbericht. Sociale Verzekeringen per 1 januari 2013 Persbericht Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 33 Fax (070) 333 40 30 www.szw.nl Sociale Verzekeringen per 1 januari 2013 Uitkeringen als de AOW, ANW, WW, WIA,

Nadere informatie

Rekenregels per 1 juli 2009

Rekenregels per 1 juli 2009 Rekenregels per 1 juli 2009 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijke minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 juli 2009 opgenomen. Deze premies en

Nadere informatie

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2016 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantietoeslag):

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2016 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantietoeslag): Rekenregels per 1 juli 2016 1. Inleiding In deze rekenregels zijn de gevolgen verwerkt van aanpassingen in het bruto wettelijk minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per

Nadere informatie

Koopkracht van 65-plussers met aanvullend pensioen in 2009

Koopkracht van 65-plussers met aanvullend pensioen in 2009 Koopkracht van 65-plussers met aanvullend pensioen in 2009 Nibud, februari 2009 In opdracht van de NVOG Koopkracht van 65-plussers met aanvullend pensioen in 2009 Nibud, februari 2009 In opdracht van de

Nadere informatie

Rekenregels per 1 januari 2009

Rekenregels per 1 januari 2009 Rekenregels per 1 januari 2009 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijke minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 januari 2009 opgenomen. Deze premies

Nadere informatie

Uitkeringsbedragen per 1 januari 2019

Uitkeringsbedragen per 1 januari 2019 Uitkeringsbedragen per 1 januari 2019 Per 1 januari 2019 worden de Participatiewet, IOAW en IOAZ, AOW, Anw, Wajong, WW, WIA, WAO, ZW en TW aangepast. Dit komt doordat deze uitkeringen gekoppeld zijn aan

Nadere informatie

Sociale Verzekeringen per 1 januari 2012

Sociale Verzekeringen per 1 januari 2012 Sociale Verzekeringen per 1 januari 2012 Uitkeringen als de AOW, ANW, WW, WIA, WAO en Wajong gaan vanaf 1 januari 2012 omhoog. De verhogingen worden doorgevoerd omdat de uitkeringen zijn gekoppeld aan

Nadere informatie

Rekenregels per 1 januari 2017

Rekenregels per 1 januari 2017 Rekenregels per 1 januari 2017 1. Inleiding In deze rekenregels zijn de gevolgen verwerkt van aanpassingen in het bruto wettelijk minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen

Nadere informatie

Rekenregels per 1 januari 2014

Rekenregels per 1 januari 2014 Rekenregels per 1 januari 2014 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijk minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 januari 2014 opgenomen. Deze premies

Nadere informatie

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2014 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantiebijslag):

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2014 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantiebijslag): Rekenregels per 1 juli 2014 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijk minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 juli 2014 opgenomen. Deze premies en

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Uitkeringsbedragen per 1 juli 2019

Uitkeringsbedragen per 1 juli 2019 Uitkeringsbedragen per 1 juli 2019 Per 1 juli 2019 worden de Participatiewet, Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en Wet inkomensvoorziening oudere

Nadere informatie

Sociale Verzekeringen per 1 januari 2011

Sociale Verzekeringen per 1 januari 2011 Sociale Verzekeringen per 1 januari 2011 Uitkeringen als de AOW, ANW, WW, WIA, WAO en Wajong gaan vanaf 1 januari 2011 omhoog. De verhogingen worden doorgevoerd omdat de uitkeringen zijn gekoppeld aan

Nadere informatie

Sociale Verzekeringen per 1 juli 2012

Sociale Verzekeringen per 1 juli 2012 Sociale Verzekeringen per 1 juli 2012 Uitkeringen als de AOW, ANW, WW, WIA, WAO en Wajong gaan vanaf 1 juli 2012 omhoog. De verhogingen worden doorgevoerd omdat de uitkeringen zijn gekoppeld aan het wettelijk

Nadere informatie

Koopkracht van 65-plussers

Koopkracht van 65-plussers Koopkracht van 65-plussers 2009-2010 Berekeningen Prinsjesdag 2009 In opdracht van de ouderenbonden UnieKBO en PCOB Nibud, september 2009 Koopkracht van 65-plussers 2009-2010 Berekeningen Prinsjesdag 2009

Nadere informatie

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2019 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantietoeslag):

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2019 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantietoeslag): Rekenregels per 1 juli 2019 1. Inleiding In deze rekenregels zijn de gevolgen verwerkt van aanpassingen in het bruto wettelijk minimumloon per 1 juli 2019 voor uitkeringsbedragen en grondslagen op het

Nadere informatie

Koopkracht van 65-plussers

Koopkracht van 65-plussers Koopkracht van 65-plussers 2010-2011 Berekeningen Prinsjesdag 2010 In opdracht van de ouderenbonden Unie KBO, PCOB en NVOG Nibud, 6 oktober 2010 Koopkracht van 65-plussers 2010-2011 Berekeningen Prinsjesdag

Nadere informatie

Rekenregels per 1 januari 2009

Rekenregels per 1 januari 2009 Rekenregels per 1 januari 2009 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijke minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 januari 2009 opgenomen. Deze premies

Nadere informatie

Rekenregels per 1 januari 2012

Rekenregels per 1 januari 2012 Rekenregels per 1 januari 2012 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijke minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 januari 2012 opgenomen. Deze premies

Nadere informatie

Sociale verzekeringen per 1 januari 2010

Sociale verzekeringen per 1 januari 2010 Sociale verzekeringen per 1 januari 2010 11 december 2009 Nr. 09/134 Uitkeringen als de AOW, ANW, WW, WIA, WAO en Wajong gaan vanaf 1 januari 2010 omhoog. De verhogingen worden doorgevoerd omdat de uitkeringen

Nadere informatie

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2014 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantiebijslag):

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2014 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantiebijslag): Rekenregels per 1 juli 2014 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijk minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 juli 2014 opgenomen. Deze premies en

Nadere informatie

Rekenregels per 1 januari 2008

Rekenregels per 1 januari 2008 Rekenregels per 1 januari 2008 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijke minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 januari 2008 opgenomen. Deze premies

Nadere informatie

Sociale verzekeringen per 1 juli 2009

Sociale verzekeringen per 1 juli 2009 Sociale verzekeringen per 1 juli Uitkeringen als de AOW, ANW, WW, WIA, WAO en Wajong gaan vanaf 1 juli omhoog. De verhogingen worden doorgevoerd omdat de uitkeringen zijn gekoppeld aan het wettelijk minimumloon.

Nadere informatie

Sociale verzekeringen en uitkeringen (januari) 2012 Premieoverzicht

Sociale verzekeringen en uitkeringen (januari) 2012 Premieoverzicht Sociale verzekeringen en uitkeringen (januari) 2012 Premieoverzicht Premies per 1 januari 2012 Volksverzekeringen (premieafdracht aan Belastingdienst) premie % AOW ANW AWBZ werkgever - - - werknemer 17,91

Nadere informatie

Sociale verzekeringen per 1 juli

Sociale verzekeringen per 1 juli Sociale verzekeringen per 1 juli Uitkeringen als de AOW, ANW, WW, WIA, WAO en Wajong zijn vanaf 1 juli omhoog gegaan. De verhogingen worden doorgevoerd omdat de uitkeringen zijn gekoppeld aan het wettelijk

Nadere informatie

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2010 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantiebijslag):

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2010 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantiebijslag): Rekenregels per 1 juli 2010 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijke minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 juli 2010 opgenomen. Deze premies en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 095 XV Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2018 (wijziging samenhangende

Nadere informatie

Rekenregels per 1 januari 2013

Rekenregels per 1 januari 2013 Rekenregels per 1 januari 2013 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijke minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 januari 2013 opgenomen. Deze premies

Nadere informatie

Koopkracht in perspectief. In opdracht van de gezamenlijke ouderenbonden, ANBO, PCOB, Unie KBO Nibud, 2008

Koopkracht in perspectief. In opdracht van de gezamenlijke ouderenbonden, ANBO, PCOB, Unie KBO Nibud, 2008 Koopkracht in perspectief In opdracht van de gezamenlijke ouderenbonden, ANBO, PCOB, Unie KBO Nibud, 2008 Koopkrachtberekeningen 2007-2008/ 2 Koopkracht in perspectief In opdracht van de gezamenlijke ouderenbonden,

Nadere informatie

Uitkeringsbedragen per 1 juli 2018

Uitkeringsbedragen per 1 juli 2018 Uitkeringsbedragen per 1 juli 2018 Per 1 juli 2018 worden de Participatiewet, Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en Wet inkomensvoorziening oudere

Nadere informatie

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2011 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantiebijslag):

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2011 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantiebijslag): Rekenregels per 1 juli 2011 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijke minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 juli 2011 opgenomen. Deze premies en

Nadere informatie

Koopkracht van ouderen 2013-2014. Berekeningen Prinsjesdag 2013 Nibud, september 2013

Koopkracht van ouderen 2013-2014. Berekeningen Prinsjesdag 2013 Nibud, september 2013 Koopkracht van ouderen 2013-2014 Berekeningen Prinsjesdag 2013 Nibud, september 2013 Koopkracht van ouderen 2013-2014 Berekeningen Prinsjesdag 2013 Nibud, september 2013 In opdracht van de CSO, koepel

Nadere informatie

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2012 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantiebijslag):

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2012 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantiebijslag): Rekenregels per 1 juli 2012 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijke minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 juli 2012 opgenomen. Deze premies en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 928 Wijziging van de Algemene Ouderdomswet in verband met wijziging van de voorwaarden voor de vrijwillige verzekering over een achterliggende

Nadere informatie

Wijzigingen minimumloon en sociale uitkeringen 2016

Wijzigingen minimumloon en sociale uitkeringen 2016 Wijzigingen minimumloon en sociale uitkeringen 2016 Wijzigingen minimumloon en sociale uitkeringen 2016 Werk en inkomen Wettelijk minimumloon en uitkeringsbedragen De bruto bedragen van het wettelijk minimumloon

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 67779 3 december 2018 Mededeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 23 november 2018, 2018-0000186071,

Nadere informatie

Premievaststelling vrijwillige verzekering Ziektewet, WW, WAO en WIA 2018

Premievaststelling vrijwillige verzekering Ziektewet, WW, WAO en WIA 2018 Premievaststelling vrijwillige verzekering Ziektewet, WW, WAO en WIA 2018 Inhoudsopgave Managementsamenvatting 2 1. Vrijwillige verzekeringen 2018 3 1.1. Algemeen 3 1.2. Het verzekerdenbestand 3 1.3. Premie

Nadere informatie

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2010 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantiebijslag):

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2010 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantiebijslag): Rekenregels per 1 juli 2010 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijke minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 juli 2010 opgenomen. Deze premies en

Nadere informatie

Koopkracht van 65-plussers

Koopkracht van 65-plussers Koopkracht van 65-plussers 2011-2012 Berekeningen Prinsjesdag 2011 In opdracht van de ouderenbonden Unie KBO, PCOB en NVOG Nibud, september 2011 Koopkracht van 65-plussers 2011-2012 Berekeningen Prinsjesdag

Nadere informatie

Koopkracht van 65-plussers 2012-2013

Koopkracht van 65-plussers 2012-2013 Koopkracht van 65-plussers 2012-2013 Berekeningen Prinsjesdag 2012 In opdracht van de ouderenbonden Unie KBO, PCOB en NVOG Nibud, september 2012 Koopkracht van 65-plussers in 2013 / 1 Koopkracht van 65-plussers

Nadere informatie

SOCIALE VERZEKERINGEN PER 1 JULI 2012.

SOCIALE VERZEKERINGEN PER 1 JULI 2012. SOCIALE VERZEKERINGEN PER 1 JULI 2012. bron: Redactioneel/Rijksoverheid. door: Ton van Vugt. Uitkeringen als de AOW, ANW, WW, WIA, WAO en Wajong gaan vanaf 1 juli 2012 omhoog. De verhogingen worden doorgevoerd

Nadere informatie

Verandering van de koopkracht van chronisch zieken en gehandicapten in 2014. Nibud, september 2013

Verandering van de koopkracht van chronisch zieken en gehandicapten in 2014. Nibud, september 2013 Verandering van de koopkracht van chronisch zieken en gehandicapten in 2014 Nibud, september 2013 Verandering van de koopkracht van chronisch zieken en gehandicapten in 2014 Nibud, september 2013 In opdracht

Nadere informatie

De belangrijkste veranderingen in 2015 voor senioren op een rij INKOMEN

De belangrijkste veranderingen in 2015 voor senioren op een rij INKOMEN De belangrijkste veranderingen in 2015 voor senioren op een rij INKOMEN AOW De AOW-leeftijd stijgt verder. Wordt u vóór 1 oktober 2015 65 jaar, dan gaat uw AOW drie maanden na uw 65 e verjaardag in. 65

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 667 Wijziging van de Algemene nabestaandenwet en enige andere wetten in verband met de verlening van een tegemoetkoming aan personen die een

Nadere informatie

Koopkrachtverandering van ouderen 2014-2015

Koopkrachtverandering van ouderen 2014-2015 Koopkrachtverandering van ouderen 2014-2015 Berekeningen Prinsjesdag 2014 Nibud, september 2014 Koopkrachtverandering van ouderen 2014-2015 Berekeningen Prinsjesdag 2013 Nibud, september 2014 In opdracht

Nadere informatie

Uitkeringsbedragen per 1 januari 2018

Uitkeringsbedragen per 1 januari 2018 Uitkeringsbedragen per 1 januari 2018 Per 1 januari 2018 worden de Participatiewet, Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en Wet inkomensvoorziening

Nadere informatie

Bijlage: Vaststelling eigen bijdrage en besteedbaar inkomen voor een aantal categorieën.

Bijlage: Vaststelling eigen bijdrage en besteedbaar inkomen voor een aantal categorieën. Bijlage: Vaststelling eigen bijdrage en besteedbaar inkomen voor een aantal categorieën. Beschrijving van de eigen bijdrage systematiek Deze bijlage geeft een beschrijving van de wijze waarop de eigen

Nadere informatie

Rekenregels per 1 juli 2008

Rekenregels per 1 juli 2008 Rekenregels per 1 juli 2008 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijke minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 juli 2008 opgenomen. Deze premies en

Nadere informatie

Rekenregels per 1 juli 2008

Rekenregels per 1 juli 2008 Rekenregels per 1 juli 2008 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijke minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 juli 2008 opgenomen. Deze premies en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 30 597 Toekomst AWBZ Nr. 373 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Koopkrachtverandering van ouderen 2014-2015

Koopkrachtverandering van ouderen 2014-2015 Koopkrachtverandering van ouderen 2014-2015 Berekeningen Prinsjesdag 2014 Nibud, september 2014 Koopkrachtverandering van ouderen 2014-2015 Berekeningen Prinsjesdag 2014 Nibud, september 2014 In opdracht

Nadere informatie

Overzicht uitkeringsbedragen en maatregelen Sociale Zaken en Werkgelegenheid per 1 juli 2017

Overzicht uitkeringsbedragen en maatregelen Sociale Zaken en Werkgelegenheid per 1 juli 2017 Overzicht uitkeringsbedragen en maatregelen Sociale Zaken en Werkgelegenheid per 1 juli 2017 Per 1 juli 2017 worden de Participatiewet, IOAW en IOAZ, AOW, Anw, Wajong, WW, WIA, WAO, ZW en TW aangepast

Nadere informatie

Financiële gevolgen van het afschaffen van de buitengewone uitgavenregeling

Financiële gevolgen van het afschaffen van de buitengewone uitgavenregeling Financiële gevolgen van het afschaffen van de buitengewone uitgavenregeling Toelichting bij de uitkomsten van de rekenvoorbeelden I Toelichting bij de Buitengewone uitgaven Het bepalen van de aftrek buitengewone

Nadere informatie

CPB Notitie. Henk van Gerven (SP) Datum: 24 augustus 2015 Betreft: SP-alternatief voor de financiering van de zorg

CPB Notitie. Henk van Gerven (SP) Datum: 24 augustus 2015 Betreft: SP-alternatief voor de financiering van de zorg CPB Notitie Aan: Henk van Gerven (SP) Centraal Planbureau Van Stolkweg 14 Postbus 80510 2508 GM Den Haag T (070)3383 380 I www.cpb.nl Contactpersoon Rob Euwals Sjoerd Ottens Datum: 24 augustus 2015 Betreft:

Nadere informatie

H9 De drie volksverzekeringen

H9 De drie volksverzekeringen H De drie volksverzekeringen Alles is samengevat vanuit 24boost.nl. de samenvattingen zijn gedupliceerd op weblog de Junior jurist. Er zijn 3 volksverzekeringen: AOW, Anw en AKW. Deze volksverzekeringen

Nadere informatie

Premievaststelling vrijwillige verzekering Ziektewet, WW, WAO en WIA 2019

Premievaststelling vrijwillige verzekering Ziektewet, WW, WAO en WIA 2019 Premievaststelling vrijwillige verzekering Ziektewet, WW, WAO en WIA 2019 Inhoudsopgave Managementsamenvatting 2 1. Vrijwillige verzekeringen 2019 3 1.1. Algemeen 3 1.2. Het verzekerdenbestand 3 1.3. Premie

Nadere informatie

Uitkeringsbedragen per 1 januari 2016

Uitkeringsbedragen per 1 januari 2016 Uitkeringsbedragen per 1 januari 2016 Per 1 januari 2016 worden de Participatiewet (voorheen WWB), IOAW en IOAZ, AOW, Anw, Wajong, WW, WIA, WAO, ZW en TW aangepast als gevolg van de stijging van het wettelijk

Nadere informatie

- Daarnaast is in 2012 de bijdrage van werkgevers verhoogd van ruim 700 miljoen naar ruim 1 miljard.

- Daarnaast is in 2012 de bijdrage van werkgevers verhoogd van ruim 700 miljoen naar ruim 1 miljard. Terugdraaien bezuinigingen 2013 mogelijk, effect voor 2013 al gehaald omdat bezuinigingen uit 2011 en 2012 meer opbrengen dan eerder geraamd Brancheorganisatie Kinderopvang, september 2012 De bezuinigingen

Nadere informatie

De uitkeringsbedragen per 1 januari 2014

De uitkeringsbedragen per 1 januari 2014 De uitkeringsbedragen per 1 januari 2014 Per 1 januari 2014 worden de AOW, ANW, WW, WIA, WAO, TW, Wajong, WWB, IOAW en IOAZ aangepast als gevolg van de stijging van het wettelijk minimumloon per 1 januari

Nadere informatie

Kwartaalbericht SVB. 1e kwartaal 2018

Kwartaalbericht SVB. 1e kwartaal 2018 Kwartaalbericht SVB 1e artaal 2018 mei 2018 Inhoudsopgave Inleiding... 3 DE STAND VAN ZAKEN IN DE VOLKSVERZEKERINGEN... 4 1.1 AOW... 4 1.2 Anw... 9 1.3 AKW... 15 1.4 REMIGRATIEWET... 20 1.5 TAS REGELING...

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 68641 1 december 2017 Mededeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 23 november 2017, 2017-0000185541,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2018 478 Besluit van 12 december 2018 tot indexatie en verhoging van het extra bedrag aan kinderbijslag en het basiskinderbijslagbedrag 0 Wij Willem-Alexander,

Nadere informatie

Uitkeringsbedragen per 1 januari 2017

Uitkeringsbedragen per 1 januari 2017 Uitkeringsbedragen per 1 januari 2017 Per 1 januari 2017 worden de Participatiewet, IOAW en IOAZ, AOW, Anw, Wajong, WW, WIA, WAO, ZW en TW aangepast als gevolg van de stijging van het wettelijk minimumloon

Nadere informatie

Koopkrachtverandering van chronisch zieken en gehandicapten 2014-2015. Prinsjesdag 2014 Nibud, september 2014

Koopkrachtverandering van chronisch zieken en gehandicapten 2014-2015. Prinsjesdag 2014 Nibud, september 2014 Koopkrachtverandering van chronisch zieken en gehandicapten 2014-2015 Prinsjesdag 2014 Nibud, september 2014 Koopkrachtverandering van chronisch zieken en gehandicapten 2014-2015 Prinsjesdag 2014 Nibud,

Nadere informatie

Kwartaalbericht SVB. 1e kwartaal 2016

Kwartaalbericht SVB. 1e kwartaal 2016 Kwartaalbericht SVB 1e artaal 2016 juni 2016 Inhoudsopgave Inleiding... 3 DE STAND VAN ZAKEN IN DE VOLKSVERZEKERINGEN... 4 1.1 AOW... 4 1.2 Anw... 9 1.3 AKW... 15 1.4 REMIGRATIEWET... 20 1.5 TAS REGELING...

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 33 682 Evaluatie Wet uniformering loonbegrip Nr. 15 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Kwartaalbericht SVB. 2e kwartaal 2018

Kwartaalbericht SVB. 2e kwartaal 2018 Kwartaalbericht SVB 2e artaal 2018 september 2018 Inhoudsopgave Inleiding... 3 DE STAND VAN ZAKEN IN DE VOLKSVERZEKERINGEN... 4 1.1 AOW... 4 1.2 Anw... 9 1.3 AKW... 15 1.4 REMIGRATIEWET... 20 1.5 TAS REGELING...

Nadere informatie

Koopkrachtverandering van ouderen 2015-2016

Koopkrachtverandering van ouderen 2015-2016 Koopkrachtverandering van ouderen 2015-2016 Berekeningen Prinsjesdag 2015 Nibud, september 2015 Koopkrachtverandering van ouderen 2015-2016 Berekeningen Prinsjesdag 2015 Nibud, september 2015 In opdracht

Nadere informatie

Wijzigingen minimumloon en sociale uitkeringen 2016

Wijzigingen minimumloon en sociale uitkeringen 2016 Wijzigingen minimumloon en sociale uitkeringen 2016 Wijzigingen minimumloon en sociale uitkeringen 2016 Werk en inkomen Wettelijk minimumloon en uitkeringsbedragen De bruto bedragen van het wettelijk minimumloon

Nadere informatie

Premievaststelling vrijwillige verzekering ZW, WW, WAO en WIA 2017

Premievaststelling vrijwillige verzekering ZW, WW, WAO en WIA 2017 Premievaststelling vrijwillige verzekering ZW, WW, WAO en WIA 2017 Inhoudsopgave Managementsamenvatting 2 1. Vrijwillige verzekeringen 2017 3 1.1. Algemeen 3 1.2. Het verzekerdenbestand 3 1.3. Premie ZW

Nadere informatie