Functieprofiel extern lid Auditcommissie StiPP Versie: februari 2019

Transcriptie

1 Functieprofiel extern lid Auditcommissie StiPP Versie: februari 2019 Profielschets van het fonds StiPP voert de pensioenregelingen uit ten behoeve van de uitzend- detacheer- en payrollsector. Deze sector heeft als kenmerk flexibiliteit, wat een grote in- en uitstroom van deelnemers in het pensioenfonds tot gevolg heeft en de opbouw van veel kleine pensioenkapitalen. Het pensioen(kapitaal) bij StiPP vormt voor veel (oud)deelnemers dan ook niet het belangrijkste deel van hun oudedagsvoorziening. StiPP onderscheidt een Basisregeling die sinds 1999 wordt uitgevoerd en daarnaast een Plusregeling die sinds 2008 wordt uitgevoerd. Beide pensioenregelingen zijn gebaseerd op een premieovereenkomst. Sinds 1 januari 2004 zijn de pensioenregelingen van StiPP verplicht gesteld voor de gehele bedrijfstak. Wanneer een deelnemer in welke pensioenregeling deelneemt is beschreven in de statuten van het fonds. De inhoudelijke kenmerken van de regelingen zijn beschreven in de pensioenreglementen (zie Het doel van StiPP is bijdragen aan een oudedags- en nabestaandenvoorziening voor werknemers in de flexbranche. StiPP wenst dit doel te bereiken door werknemers deel te laten nemen in de pensioenregelingen van StiPP om vervolgens na pensionering en bij overlijden uitkeringen te kunnen doen aan deelnemers van het fonds, die daartegenover, gedurende hun werkzame leven, pensioenpremie hebben betaald. Daarnaast voorziet de Plusregeling van StiPP in premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid. StiPP wil een optimale balans vinden tussen het beschikbare premiebudget, de kaders die cao-partijen hebben meegegeven voor uitvoering van de regeling en het realiseren van zo hoog mogelijke uitkeringen voor zowel de huidige als de toekomstige pensioentrekkenden. Daarbij houdt het algemeen bestuur de financiële gezondheid van StiPP in de gaten, zowel nu als in de toekomst. Om dit te kunnen bereiken is het algemeen bestuur in control, zeker daar waar de uitvoeringstaken op het gebied van administratie en beleggingen zijn uitbesteed. Kerngegevens Kerngegevens Cijfers per Aantal werkgevers Aantal actieve deelnemers Aantal gewezen deelnemers Aantal uitkeringen ouderdomspensioen Belegd vermogen ,- Premie ,- Omgekeerd gemengd bestuursmodel Het algemeen bestuur van StiPP werkt op dit moment volgens het paritaire bestuursmodel. Met ingang van 1 juli 2019 wordt er overgegaan naar een omgekeerd gemengd bestuursmodel waarin het bestuur als volgt zal worden samengesteld: drie uitvoerende bestuursleden (UB-ers) waarover de aandachtsgebieden als volgt zijn verdeeld: Pensioenregelingen, handhaving werkingssfeer, en communicatie Vermogensbeheer en financiële opzet 1

2 Risicomanagement, uitbesteding en IT zeven niet-uitvoerende bestuursleden (NUB-ers), waarvan: één onafhankelijk voorzitter; drie leden namens werkgevers; twee leden namens werknemers; één lid namens pensioengerechtigden. Het algemeen bestuur zal over het gevoerde beleid onveranderd verantwoording afleggen aan het verantwoordingsorgaan en in het jaarverslag. Het intern toezicht zoals beschreven in de Pensioenwet wordt uitgevoerd door het NUB, die daarbij ondersteund wordt door de Auditcommissie. In het omgekeerd gemengd bestuursmodel worden vooralsnog géén bestuurscommissies ingesteld. Auditcommissie samenstelling en taken De Auditcommissie wordt gevormd door drie leden, waarvan twee leden externe deskundigen zijn. Het derde lid is een NUB-er. De Auditcommissie ziet toe op de werking van het intern toezicht en is in dat kader in ieder geval belast met het toezicht op de risicobeheersing, het beleggingsbeleid en de financiële informatieverschaffing door het fonds. Dat wil zeggen dat de Auditcommissie er onder andere op toeziet dat: - Het bestuur continu de door haar geformuleerde cyclus volgt van het vaststellen risicoprofiel, formuleren en implementeren van beheersmaatregelen, het verwerken van bevindingen en ten slotte het weer vaststellen van een aangepast c.q. nieuw risicoprofiel; - Het bestuur expliciet rekening houdt met risico s en risicobeheersing bij het bepalen van het beleid en het nemen van besluiten; - Het bestuur bij het vaststellen van het beleggingsbeleid rekening houdt met de doelstelling ervan; - De jaarrekening voldoet aan de kwalitatieve normen die aan de jaarrekening gesteld worden; - Het functioneren van de accountant en de certificerend actuaris regelmatig beoordeeld wordt; - Het bestuur adequaat toeziet op goede administratieve en boekhoudkundige procedures en adequate interne controlemechanismen. De taken van de Auditcommissie zijn verder: - Het gezamenlijk met het NUB bepalen van de jaarlijkse fondsspecifieke aandachtsgebieden voor de Auditcommissie; - Het monitoren en adviseren aan het NUB over de beleidsprocedures en processen en de checks en balances binnen het fonds; - Het fungeren als klankbord voor het NUB en het UB op het gebied van het risicomanagementbeleid; - Het beoordelen van de opvolging van de bevindingen en actiepunten voortvloeiend uit de rapportages van de accountant en de certificerend actuaris; - Het adviseren over de aanstelling c.q. voortzetting van de overeenkomst met de accountant en de certificerend actuaris; 2

3 - Het adviseren en toezien op de impact van wet- en regelgeving op de verslaglegging; - Het beoordelen van de uitgangspunten van de ALM en de Risicobudget studie die gebruikt worden voor het bepalen en uitvoeren van het beleggingsbeleid; - Het beoordelen van de totstandkoming en naleving van de uitbestedingscontracten boven de 100k, waaronder ook begrepen de SLA s; - Het houden van toezicht op de naleving van afspraken over de informatie- en communicatie technologie (ICT); - Het houden van toezicht op de werkzaamheden van de compliance officer van het fonds; - Het houden van toezicht op de naleving van de aanbevelingen van het NUB, zoals verwoord in de jaarlijkse rapportage van het NUB; Algemene eisen aan alle leden van de Auditcommissie De leden van de Auditcommissie handelen integer. Zij zijn betrouwbaar, eerlijk en respectvol. De leden van de Auditcommissie hebben een professionele en onafhankelijke werkhouding en kunnen een standvastige eigen positie bepalen, ook als daar weerstand tegen is. De leden van de Auditcommissie beschikken aantoonbaar over voldoende tijd voor de functie en zijn agendatechnisch voldoende flexibel. De leden van de Auditcommissie oefenen geen andere functie uit op grond waarvan (de schijn van) belangenverstrengeling kan ontstaan. Daarnaast is het een pré dat leden van de Auditcommissie niet alleen affiniteit hebben met de uitzendbranche op zichzelf, maar ook met de specifieke gevolgen die deze branche met zich meebrengt voor de inhoud van de pensioenregeling en de uitvoering ervan. Competentie-eisen voor alle leden van de Auditcommissie Besluitvaardigheid Probleemanalyse en oordeelsvorming Verantwoordelijkheid Communicatief vermogen Toezicht en overzicht houden Reflecterend vermogen Onafhankelijk en kritisch Kennis-eisen voor alle leden van de Auditcommissie Beschikt over een academisch werk- en denkniveau. Beschikt over (minimaal) kennisniveau A op alle beschreven aandachtsgebieden conform de Handreiking geschikt pensioenfondsbestuur van de Pensioenfederatie. Beschikt over kennisniveau B op de aandachtsgebieden financieel technische en actuariële aspecten inclusief risicomanagement en vermogensbeheer, uitbesteding en AO/IC. Minimaal één lid van de Auditcommissie is in het bezit van een RA of vergelijkbare titel. Heeft aantoonbare relevante en actuele kennis van het beleggingsbeleid van, risicomanagement en beheersing van, en financiële informatieverschaffing door het fonds alsmede van audit-methodieken. 3

4 Heeft aantoonbare langjarige ervaring met het monitoren van pensioenuitvoeringsorganisaties, vermogensbeheerders en andere uitbestedingspartijen die bij het fonds betrokken zijn, en beschikt over voldoende countervailing power ten opzichte van deze partijen. Aanvullende werkzaamheden en eisen voor houder interne auditfunctie Het niet-uitvoerend bestuurslid dat plaatsneemt in de Auditcommissie is houder voor de interne auditfunctie conform de vereisten van IORP II. De houder van de interne auditfunctie ziet toe op het adequaat en doeltreffend functioneren van de interne controlemechanismen en andere procedures en maatregelen ter waarborging van de interne en beheerste bedrijfsvoering van het pensioenfonds. De (extra) werkzaamheden die horen bij de houderfunctie betreffen: Vaststellen van schriftelijk beleid m.b.t. interne audit en zorgdragen voor de uitvoering van dit beleid; Evaluatie en aanpassing van het auditbeleid ééns in de 3 jaar of direct bij een belangrijke wijziging; Periodieke evaluatie van de adequaatheid en doeltreffendheid van de interne controlemechanismen en andere procedures en maatregelen ter waarborging van de beheerste en integere bedrijfsvoering van het fonds. Dit betreft het fonds zelf én de partijen waarin is uitbesteed; Opstellen jaarlijkse auditplan. Voor de houder van de interne auditfunctie gelden de volgende aanvullende vereisten: De houder is voldoende beroepsgekwalificeerd; draagt bij voorkeur de titel RA; De houder heeft aantoonbare jarenlange ervaring met interne controlesystemen, auditvormen en governancestructuren; De houder is onafhankelijk in state, mind en appearance en is in staat om de houderrol onafhankelijk te vervullen ten opzicht van de toezichthoudende taken van het NUB. De houder van de interne auditfunctie kan op geschiktheid en betrouwbaarheid worden getoetst door De Nederlandsche Bank. Selectie en benoeming De werving en selectie van de leden van de Auditcommissie vindt plaats overeenkomstig de selectieprocedure zoals vastgelegd in het Reglement werving en selectie bestuursleden en leden Auditcommissie StiPP eerste benoeming en bestaat uit de volgende stappen: 1. Selectie voor gesprek met de selectiecommissie op basis van cv en schriftelijke motivatie; 2. Gesprek met de selectiecommissie. In aanvulling hierop kunnen een assessment ten behoeve van geschiktheid, waarbij tevens wordt gekeken naar de complementariteit met het andere kandidaat-lid voor de Auditcommissie en de NUB-er die in de Auditcommissie gaat plaatsnemen, en een hierop 4

5 volgend tweede gesprek met de selectiecommissie onderdeel uitmaken van de selectieprocedure. In verband met de overgang van het paritaire model naar het omgekeerd gemengd model zal de eerste benoeming van de leden van de Auditcommissie plaatsvinden door het algemeen bestuur van StiPP. Herbenoemingen en benoemingen van de leden van de Auditcommissie ná inwerkingtreding van het omgekeerd gemengd model zullen door het NUB plaatsvinden. Zittingsduur De leden van de Auditcommissie worden benoemd voor een periode van vier jaar en kunnen na afloop van deze periode maximaal éénmaal herbenoemd worden. De duur van de eerste zittingstermijn na de benoeming per 1 juli 2019 kan op grond van het rooster van aftreden afwijken van de reguliere zittingsduur van vier jaar. Diversiteit Het algemeen bestuur vindt diversiteit in het bestuur en de organen van StiPP, in termen van kennis en competenties enerzijds en leeftijd en geslacht anderzijds, van belang. Ook bij de samenstelling van de Auditcommissie wordt ernaar gestreefd dat de Auditcommissie zoveel mogelijk een afspiegeling vormt van het deelnemersbestand, waarbij de leden van de Auditcommissie ook complementair zijn en competenties en invalshoeken inbrengen die elkaar aanvullen. Hierbij wordt ernaar gestreefd dat in de Auditcommissie ten minste één vrouw, één lid jonger dan 40 jaar en één lid ouder dan 40 jaar plaatsnemen. Bij de vervulling van deze vacature zal aan deze aspecten verhoogde aandacht worden besteed. In geval van gelijke geschiktheid genieten kandidaten die zorgen voor (meer) diversiteit in de Auditcommissie de voorkeur. Tijdsbeslag en vergoeding In het door StiPP vastgestelde beloningsbeleid bedraagt de vergoeding voor de voorzitter van de Auditcommissie EUR per vergadering en voor de overige leden van de Auditcommissie EUR per vergadering. Voor zowel de voorzitter als de overige leden geldt een maximum vergoeding van EUR per jaar. Zowel de ingeschatte tijdsbesteding als de jaarlijkse vergoeding worden na verloop van één jaar geëvalueerd en op basis van de resultaten ervan mogelijk aangepast. 5