DE GRONDWET - ARTIKEL 132a - CARIBISCHE OPENBARE LICHAMEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "DE GRONDWET - ARTIKEL 132a - CARIBISCHE OPENBARE LICHAMEN"

Transcriptie

1 DE GRONDWET - ARTIKEL 132a - CARIBISCHE OPENBARE LICHAMEN 1. Bij de wet kunnen in het Caribische deel van Nederland andere territoriale openbare lichamen dan provincies en gemeenten worden ingesteld en opgeheven. 2. De artikelen 124, 125 en 127 tot en met 132 zijn ten aanzien van deze openbare lichamen van overeenkomstige toepassing. 3. In deze openbare lichamen worden verkiezingen gehouden voor een kiescollege voor de Eerste Kamer. Artikel 129 is van overeenkomstige toepassing. 4. Voor deze openbare lichamen kunnen regels worden gesteld en andere specifieke maatregelen worden getroffen met het oog op bijzondere omstandigheden waardoor deze openbare lichamen zich wezenlijk onderscheiden van het Europese deel van Nederland. WETENSCHAPPELIJK COMMENTAAR ARTIKEL 132a - CARIBISCHE OPENBARE LICHAMEN - H.G. HOOGERS Inhoudsopgave 1. Historische ontwikkeling en actuele betekenis 2. De nieuwe bepaling 3. De rechter en artikel 132a Gw 4. Literatuur 5. Historische versies Editie augustus HISTORISCHE ONTWIKKELING EN ACTUELE BETEKENIS Artikel 132a is door de wet van 1 november 2017 [1] aan de Grondwet toegevoegd. De bepaling vormt de grondwettelijke grondslag voor het feit dat sinds 10 oktober 2010 de eilanden Bonaire, Sint Eustatius en Saba deel uitmaken van het land Nederland en onder de Nederlandse rechtsorde vallen. De invoering van dit artikel heeft nochtans een vrij lange en ook op onderdelen roerige voorgeschiedenis gehad. De bepaling is de uiteindelijke bekroning van een ontwikkeling die ingezet werd door de referenda die in de eerste jaren van het vorige decennium op de vijf Eilandgebieden van de toenmalige Nederlandse Antillen gehouden zijn over de PAGINA 1 VAN 14

2 vraag naar de staatkundige toekomst van de Nederlandse Antillen. Bonaire Op Sint Maarten werd een referendum gehouden op 23 juni 2000; bijna 70% van de opgekomen kiezers sprak zich uit voor de status van autonoom Land binnen het Koninkrijk. Op 10 september 2004 ging Bonaire naar de stembus; bijna 60% van de stemmen was voor een directe band met Nederland. Op 1 oktober 2004 werd op Saba een referendum gehouden; ruim 86% van de kiezers was voor een directe band met Nederland. Op 8 april 2005, ten slotte, werden referenda gehouden op Curaçao en op Sint Eustatius. De Curaçaose kiezers kozen met een meerderheid van 68% voor de status van autonoom Land binnen het Koninkrijk. Op Sint Maarten, Bonaire, Saba en Curaçao was maar een vrij kleine minderheid voor het behoud van de Antillen-van-de-vijf. Alleen op Sint Eustatius was dat anders: van de kiezers daar koos op 8 april 2005 juist bijna 78% voor het behoud van de Nederlandse Antillen. Vrijwel alle overige kiezers spraken zich daar uit voor een directe band met Nederland. Sint Eustatius PAGINA 2 VAN 14

3 De uitslag van deze vijf referenda is door de betrokken overheden geïnterpreteerd als een keuze voor beëindiging van het Nederlands-Antilliaanse staatsverband en de toekenning van de status van autonoom Land, analoog aan de door Aruba in 1986 bereikte status, aan Curaçao en Sint Maarten. De keuze voor een directe band met Nederland door Bonaire en Saba was in de campagne ten behoeve van de referenda nog nauwelijks inhoudelijk uitgewerkt en diende dus nader ingevuld te worden: aan de keuze van de grote meerderheid van de kiezers op Sint Eustatius kon geen recht worden gedaan, omdat op de andere eilanden geen bereidheid was tot instandhouding van de Nederlandse Antillen. In overleg met het eilandbestuur is door Nederland ten aanzien van Sint Eustatius ook gekozen voor een directe band met Nederland, nu dit de keuze van vrijwel alle andere kiezers op het eiland was. Saba De directe band met Nederland is vervolgens in overleg van de Nederlandse regering met de eilandbesturen ingevuld als een keuze om deze drie eilanden toe te laten treden tot het staatsverband van Nederland. Dat was, en is, historisch gezien een fundamentele breuk met het (koloniale) verleden: nooit eerder hebben de Koninkrijksdelen in andere werelddelen deel van Nederland zelf uitgemaakt. De Grondwet bevatte tot de herziening van 1983 in artikel 2 een regeling met betrekking tot haar gelding in en haar gelding buiten Nederland en voorzag aldus juist altijd in een juridische scheiding tussen Nederland en de overige Rijksdelen; de invoering van het Statuut in 1954 heeft aan die scheiding niets veranderd. Er bestond in Nederland en de Nederlandse Antillen dan ook geen ervaring met de juridische stappen die gezet moesten worden om te komen tot een dergelijke invoeging van overzeese gebieden in Nederland zelf, waarbij het ook nadrukkelijk de bedoeling was dat de Grondwet in Bonaire, Sint Eustatius en Saba integraal zou gaan gelden. De grondslag voor zowel de opheffing van de Nederlandse Antillen, als de verheffing van Curaçao en Sint Maarten tot Land binnen het Koninkrijk en de invoeging van Bonaire, Sint Eustatius en Saba in Nederland is door de Statuutgever bij de herziening van het Statuut in 2010 gegeven. Artikel I van de Rijkswet tot PAGINA 3 VAN 14

4 herziening van het Statuut [2] verklaart onder meer Bonaire, Sint Eustatius en Saba zijn onderdeel van het staatsbestel van Nederland. Daarnaast werd, in artikel II van de betreffende Rijkswet, de tekst van het Statuut aan de nieuwe situatie aangepast. Onderdeel van de operatie was onder meer de invoering van een nieuw artikel 1, dat twee leden telde. Het eerste lid regelt dat het Koninkrijk der Nederlanden bestaat uit de Landen Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Het tweede lid luidde: Bonaire, Sint Eustatius en Saba maken elk deel uit van het staatsbestel van Nederland. Voor deze eilanden kunnen regels worden gesteld en andere specifieke maatregelen worden getroffen met het oog op de economische en sociale omstandigheden, de grote afstand tot het Europese deel van Nederland, hun insulaire karakter, kleine oppervlakte en bevolkingsomvang, geografische omstandigheden, het klimaat en andere factoren waardoor deze eilanden zich wezenlijk onderscheiden van het Europese deel van Nederland. Deze nieuwe Statuutsbepaling, die haar formulering in belangrijke mate ontleende aan de formulering die artikel 349 VWEU voor de gelding van het Europese recht in de ultra-perifere gebieden van de EU gebruikt, machtigde de Nederlandse wetgever en bestuur aldus om voor de drie Caribische eilanden die deel van Nederland zijn geworden ten aanzien van specifieke onderwerpen andere regels vast te stellen dan voor het in Europa gelegen deel van Nederland. Het was zeker aanvankelijk niet de bedoeling om de bevoegdheid te scheppen over de volle breedte van het recht afwijkend recht te handhaven of in het leven te roepen. De hoge mate van legislatieve terughoudendheid die sinds 2010 betracht is, heeft er echter in de praktijk voor gezorgd dat het bestaande Nederlands-Antilliaanse recht grotendeels in werking gebleven is in Bonaire, Sint Eustatius en Saba, waardoor het recht daar nog altijd sterk verschilt van dat van Europees Nederland in ieder geval formeel. In overleg met de eilandbesturen was eerder al, in 2006, overeengekomen dat de wetgever Bonaire, Sint Eustatius en Saba niet de status van gemeente zou geven, nu ze niet tot enige provincie zouden gaan behoren en ook overigens op onderdelen van Nederlandse gemeenten verschillen (met name Sint Eustatius en Saba hebben een veel geringer aantal inwoners dan een gemiddelde Nederlandse gemeente), maar dat ze zouden worden ingericht als openbare lichamen, voorlopig op de grondslag van artikel 134 Gw. [3] De Koninkrijksregering gaf in de MvT bij de Rijkswet herziening Statuut aan dat de keuze voor een verankering van de positie van Bonaire, Sint Eustatius en Saba in het staatsbestel van Nederland door middel van een Statuutsbepaling een optie was die door de Raad van State was voorgesteld en dat om die reden wijziging van de Grondwet niet (langer) strikt noodzakelijk was. [4] De regering wees er met nadruk op dat de nieuwe Statuutsbepaling geen bevoegdheid schept om van de Grondwet af te wijken: de afwijkingsmogelijkheden die aan wetgever en bestuur worden verleend dienen ter invulling van het kader dat artikel 1 Gw schept, maar machtigen niet tot afwijking van die bepaling. Die keuze is overigens niet slechts een principiële: zou PAGINA 4 VAN 14

5 wél van de Grondwet afgeweken mogen worden, dan zou de herziening van het Statuut via de procedure van artikel 55, derde lid, hebben moeten plaatsvinden, hetgeen tot een aanzienlijke (verdere) vertraging van de toch al ingewikkelde wetgevingsoperatie geleid zou kunnen hebben. [5] Wel is in artikel 54 Statuut direct een bepaling opgenomen die tot het vervallen van artikel 1, tweede lid, Statuut leidt op het moment dat er in de Grondwet een structurele regeling van de positie van Bonaire, Sint Eustatius en Saba wordt opgenomen. Aldus was van aanvang aan duidelijk dat artikel 1, tweede lid, Statuut een tijdelijke regeling zou kunnen zijn, afhankelijk van latere keuzes van de (Grond)wetgever. In zijn advies bij de herzieningsrijkswet weerspreekt de Raad van State overigens met nadruk dat hij voorstander zou zijn van de verankering van de constitutionele positie van Bonaire, Sint Eustatius en Saba door middel van een statutaire norm; de Raad aanvaardt een dergelijke regeling alleen als tijdelijke voorziening en adviseert de regering om zo snel als mogelijk te komen tot een definitieve regeling in de Grondwet. [6] Deze wees dit af en wilde op zijn vroegst nadat in 2015 de institutionele wetgeving voor de drie openbare lichamen geëvalueerd was met een voorstel tot grondwetsherziening komen. Aldus kiest de regering, althans in 2009, voor een juridisch model waarin de opname van de drie eilanden in het Nederlandse staatsbestel en de bevoegdheid om in wetgeving en bestuur af te wijken van regelgeving voor Europees Nederland in het Statuut verankerd is, maar de grondslag voor met name de institutionele regelgeving ten aanzien van deze eilanden gezocht wordt in de Grondwet, meer speciaal artikel 134, hoewel die bepaling geen grondslag beoogt te geven voor permanente, algemeen bevoegde openbare lichamen. [7] Ook meende de regering dat zonder herziening van de Grondwet in de Kieswet geregeld kon worden dat het kiesrecht voor de Eerste Kamer in Bonaire, Sint Eustatius en Saba aan de Eilandsraden zou worden toegekend. Deze keuze stuitte van meet af aan niet slechts bij de Raad van State, maar ook in de Kamer op onbegrip en verzet. Reeds in december 2009 nam de Tweede Kamer de motie-remkes aan, waarin de regering werd opgeroepen om op de kortst mogelijke termijn met een voorstel tot PAGINA 5 VAN 14

6 grondwetsherziening te komen om de definitieve plaats van Bonaire, Sint Eustatius en Saba vorm te geven, mede in verband met het kiesrecht voor de Eerste Kamer [8] en ook tijdens de parlementaire behandeling van de Statuutsherzieningsrijkswet rezen bij de verschillende fracties in de Tweede Kamer veel vragen over de door de regering voorgestane oplossing. Dit resulteerde erin dat de regering toch ruimschoots voor de evaluatie van de wetgeving ten aanzien van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, namelijk reeds eind 2011, een voorstel tot herziening van de Grondwet bij de Tweede Kamer indiende, waarin zowel een definitieve verankering van de drie Caribische eilanden in het Nederlandse staatsbestel geregeld werd als ook de materie die in artikel 1 tweede lid Statuut was geregeld. De keuze om dit toch te doen werd ook ingegeven door het feit dat de Staten-Generaal weliswaar bereid waren geweest om de Kieswet zodanig aan te passen dat de Eilandsraden van Bonaire, Sint Eustatius en Saba het actieve kiesrecht voor de Eerste Kamer zouden krijgen, maar de inwerkingtreding van die bepaling [9] afhankelijk werd gemaakt van de invoering van een herziening van de Grondwet. Een grondwetswijziging waarin ook artikel 55 Gw zodanig werd gewijzigd dat ze een deugdelijke grondslag biedt voor de wijze van verkiezing van de Eerste Kamer in Bonaire Sint Eustatius en Saba werd dan ook een toenemende noodzaak. Het voorstel tot grondwetsherziening [10] kende in de eerste lezing een tamelijk voorspoedig verloop in de Tweede Kamer. Het voorzag in de wijziging van een aantal grondwetsartikelen en de invoeging van een geheel nieuw artikel 132a, waarin de wetgever bevoegd wordt gemaakt om bij de wet in het Caribische deel van Nederland andere openbare lichamen dan provincies en gemeenten in te stellen, waarin de meeste grondwettelijke bepalingen omtrent gemeenten en provincies van overeenkomstige toepassing verklaard worden en waarin in het derde lid een vereenvoudigde versie van artikel 1, tweede lid, Statuut wordt opgenomen. In de Eerste Kamer rezen reeds spoedig overwegende bezwaren tegen de verklaringswet. Die hadden niet zozeer van doen met artikel 132a, maar met de voorgestelde wijziging van artikel 55 Gw, waarmee de regering tegemoet wilde komen aan de in de Tweede Kamer levende bezwaren tegen de gelijkstelling van de Eilandsraden van de drie Caribische openbare lichamen aan provinciale staten bij het kiezen van de Eerste Kamer. [11] De Eerste Kamer verzette zich tegen deze bepaling, nu deze regeling ertoe noodzaakte om het kiesrecht voor de Eilandsraden te onthouden aan niet-nederlanders om te voorkomen dat deze invloed op de samenstelling van de Staten-Generaal zouden krijgen. Een meerderheid van de Eerste Kamer was uiteindelijk de mening toegedaan dat aan twee door deze Kamer als fundamenteel geziene uitgangspunten van het Nederlandse kiesrecht ook in Bonaire, Sint Eustatius en Saba voldaan zou moeten worden: de gedachte dat alleen Nederlanders invloed moeten kunnen hebben op de verkiezingen voor en samenstelling van de Staten-Generaal en de gedachte dat niet-nederlanders het actieve en passieve kiesrecht voor het vertegenwoordigend orgaan op lokaal niveau PAGINA 6 VAN 14

7 dienen te bezitten, mits ze aan bepaalde in de wet vastgelegde voorwaarden voldoen. Deze overtuiging leidde er toe dat uiteindelijk vrijwel de voltallige Eerste Kamer van mening was dat er een ontvlechting zou moeten komen tussen de verkiezingen voor de Eilandsraden en de verkiezingen voor de Eerste Kamer. [12] Deze ontvlechting zou haar beslag moeten krijgen door de instelling van aparte Kiescolleges in de Caribische openbare lichamen, los van de Eilandsraden, die exclusief tot taak hebben de Eerste Kamer te kiezen en waarvoor uitsluitend Nederlanders het actieve en passieve kiesrecht zouden genieten. [13] De regering heeft hierin willen bewilligen door een staatsrechtelijk uitzonderlijke figuur: een novelle op de verklaringswet. Deze wet, de wet van 26 oktober 2016 [14] wijzigt de verklaringswet op een aantal punten. De belangrijkste wijzigingen zijn een herformulering van artikel 55 Gw, zodat daarin tot uitdrukking komt dat de Eerste Kamer in Bonaire, Sint Eustatius en Saba door een Kiescollege wordt gekozen en een herformulering van het beoogde artikel 132a Gw door de invoering van een derde lid en de vernummering van het derde tot het vierde lid. In het nieuwe derde lid wordt vastgelegd dat in de Caribische openbare lichamen verkiezingen voor een Kiescollege plaatsvinden en dat op die verkiezingen artikel 129 Gw van overeenkomstige toepassing is. De verklaringswet is vervolgens als de wet van 15 november 2016 vastgesteld. [15] De herzieningswet die het product is van de tweede lezing (waarin de wijzigingen in de verklaringswet uiteraard opgenomen zijn) is als gezegd op 1 november 2017 vastgesteld en de Grondwet is na de bekendmaking ervan op 17 november 2017 herzien. Door deze herziening is bovendien van rechtswege artikel 54 van het Statuut vervallen en door het nieuwe additionele artikel IV van de Grondwet, in verband met artikel 54 Statuut, eveneens artikel 1, tweede lid, Statuut. 2. DE NIEUWE BEPALING Artikel 132a van de Grondwet telt vier leden. Het eerste lid geeft de wetgever de bevoegdheid om in het Caribische deel van Nederland andere territoriale openbare lichamen dan gemeenten en provincies in te stellen en op te heffen. Dit dient bij de wet te geschieden: delegatie is aldus niet toegestaan. Bij de parlementaire behandeling van het oorspronkelijke voorstel tot herziening van de Grondwet is er op gewezen dat de wijze waarop artikel 132a, eerste lid, is geformuleerd de mogelijkheid in zich draagt om op enig moment te kiezen voor de status van gewone gemeente: dat vergt uiteraard intrekking van de specifieke wetgeving die haar grondslag nu vindt in artikel 132a, maar er is dan geen nieuwe herziening van de Grondwet nodig. [16] De Grondwet gaat er blijkens het eerste lid van artikel 132a van uit dat er een Caribisch deel van Nederland is. Dat zulks de status iuris is, wordt niet expliciet in de Grondwet geregeld: de grondslag daarvoor blijft artikel I van de Statuutsherzieningsrijkswet van Door het verdwijnen van artikel 1, tweede lid, van het Statuut ontbreekt overigens ook in de tekst van het Statuut nu een formele expliciete norm die duidelijk maakt dát Bonaire, Sint Eustatius en Saba deel uitmaken van het Nederlandse staatsbestel. Het lijkt in zekere zin een PAGINA 7 VAN 14

8 kwestie van constitutionele smaak of dit als een gemis dient te worden beoordeeld. In het tweede lid van artikel 132a wordt een aantal bepalingen van hoofdstuk zeven van de Grondwet van overeenkomstige toepassing verklaard in het Caribisch deel van Nederland, hetgeen de wetgever bindt aan deze normen bij het reguleren van de staatkundige inrichting van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. De grondwetgever verklaart de artikelen 124, 125 en 127 tot en met 132 van overeenkomstige toepassing. Daaruit volgt dat de hoofdregels met betrekking tot de inrichting en de bevoegdheden van het decentraal bestuur in het Europese deel van Nederland eveneens van toepassing zijn in het Caribisch deel van Nederland: een grondwettelijk gegarandeerde autonomie, het hoofdschap van het algemeen vertegenwoordigend orgaan, het bestaan van andere decentrale organen (die andere namen hebben in Caribisch Nederland, maar wel min of meer dezelfde functie vervullen als hun equivalenten in gemeenten en provincies), de toekenning van de verordenende bevoegdheid aan het algemeen vertegenwoordigend orgaan, de regeling met betrekking tot de verkiezingen van het algemeen vertegenwoordigend orgaan, de mogelijkheid van de toekenning van het kiesrecht aan niet-nederlanders voor het algemeen vertegenwoordigend orgaan, de benoeming van de voorzitter van het lokale bestuur bij koninklijk besluit en de regeling met betrekking tot het toezicht op het lokale bestuur. In de MvT verklaart de regering dat er niet voor gekozen is om de artikelen 123, 126 en 133 van overeenkomstige toepassing te verklaren: voor artikel 123 is dit het geval omdat artikel 132a, eerste lid, nu juist de constitutionele tegenhanger van artikel 123 Gw is voor Caribisch Nederland, voor artikel 126 geldt dat er in Caribisch Nederland geen tegenhanger is van de Commissaris van de Koning, nu dit deel van Nederland niet provinciaal is ingedeeld. De instelling van waterschappen is in de Caribische context evenzeer een weinig voor de hand liggende keuze. [17] De regering laat hier overigens in het vage of dit nu betekent dat deze drie grondwettelijke bepalingen geen gelding hebben in Bonaire, Sint Eustatius en Saba: daar lijkt het wel op, maar het verdraagt zich slecht met de steeds weer beleden geloofsuitspraak dat de Grondwet integraal geldt in Caribisch Nederland. [18] Voor de overige in artikel 132a, tweede lid, niet opgenomen bepalingen van hoofdstuk zeven (de artt ) geldt dat ze wel toepassing vinden in Caribisch Nederland, maar niet uit kracht van artikel 132a. Er kunnen dus openbare lichamen worden ingesteld in Caribisch Nederland, er kan een wettelijke grondslag geschapen worden voor de samenwerking tussen Caribische openbare lichamen onderling en met anderen en in de mogelijkheid van een kroonbeslissing ter zake van geschillen tussen de Caribische openbare lichamen onderling of met andere openbare lichamen is eveneens voorzien. [19] Het derde lid van artikel 132a is een van de resultaten van de novelle op het oorspronkelijke voorstel van grondwetsherziening, die nodig was om tegemoet te komen aan de bezwaren in de Eerste Kamer tegen de toekenning van het kiesrecht voor de Eerste Kamer aan de Eilandsraden. Deze novelle voegt een nieuw derde lid PAGINA 8 VAN 14

9 aan artikel 132a toe en vernummert het derde tot het vierde lid. Artikel 132a, derde lid, Gw regelt dat in de Caribische openbare lichamen verkiezingen gehouden worden voor een Kiescollege voor de Eerste Kamer. Op dit Kiescollege is artikel 129 van de Grondwet van overeenkomstige toepassing. De voor de verkiezingen van provinciale staten geldende grondwettelijke normen zijn dan ook voor zover dat mogelijk is evenzeer van toepassing op de verkiezingen voor het Kiescollege. Omdat artikel 129 wel, maar artikel 130 van de Grondwet nadrukkelijk niet van overeenkomstige toepassing is op de Kiescolleges wordt gewaarborgd dat uitsluitend degenen die Nederlander en ingezetene zijn van het betreffende openbare lichaam aan de verkiezingen voor het Kiescollege kunnen deelnemen. [20] De regering wijst er evenzeer op dat uit de toepassing van artikel 129 Gw op de Kiescolleges voortvloeit dat deze, evenals provinciale staten en de raden van de gemeenten, een zittingsduur hebben van vier jaar. Dat is, gelet op de uiterst beperkte taakstelling van deze colleges, enigszins merkwaardig te noemen, maar er is tijdens de parlementaire behandeling van het voorstel verder geen aandacht aan besteed. [21] Het vierde lid van artikel 132a is de opvolger van het verdwenen artikel 1, tweede lid, Statuut en heeft naast de wijze van verkiezing van de leden van de Eerste Kamer in Caribisch Nederland voor de meeste ophef gezorgd. De vraag die daarbij telkens aan de orde is gesteld, tot aan de tweede lezing toe, is of er geen grondslag geschapen wordt om af te wijken van (artikel 1 van de) Grondwet. Dit is door de regering telkens (en telkens met grote nadruk) tegengesproken. [22] De stelligheid waarmee steeds is betoogd dat de Grondwet integraal in Caribisch Nederland zou gaan gelden is dan ook vooral daarop gebaseerd. [23] De bepaling kende aanvankelijk een uitgebreidere formulering: de regering koos voor de vrijwel letterlijke overname van de tekst van artikel 1, tweede lid, Statuut in de Grondwet. [24] Op advies van de Raad van State is gekozen voor de uiteindelijke sobere formulering die daadwerkelijk in de bepaling is terecht gekomen. [25] Daarmee is nadrukkelijk geen afwijking beoogd van hetgeen artikel 1. tweede lid, Statuut vastlegde. De differentiatiebepaling van artikel 132a, vierde lid, Gw beoogt aldus niet om een bevoegdheid te creëren tot afwijking van de Grondwet, noch ook een ander differentiatiekader voor de behandeling van Caribisch Nederland te geven dan artikel 1 Gw biedt, maar wil onder de erkenning van het feit dat Caribisch Nederland ten opzichte van Europees Nederland een andere rechtsorde vormt [26] een inkleuring bieden voor het toetsingskader van artikel 1. [27] Het is overigens ook van een zeker praktisch belang dat de regering bij de behandeling van het voorstel tot grondwetsherziening met nadruk gewezen heeft op de volledige gelding van artikel 1 Gw in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Bij de opname van artikel 1, tweede lid, in het Statuut was immers vast komen te staan dat die norm, hoewel hiërarchisch hoger dan artikel 1 Gw, niet machtigt tot PAGINA 9 VAN 14

10 afwijking van (artikel 1 van de) Grondwet, hetgeen door de aanvaardingsprocedure bovendien bevestigd wordt. De paradox van de opname van een definitieve differentiatieclausule in de Grondwet brengt echter met zich dat er nu weliswaar geen sprake meer is van een lex superior ten opzichte van artikel 1 Gw, maar wel van een lex specialis. Daaruit zou afgeleid kunnen worden dat artikel 132a, vierde lid, Gw zou kunnen machtigen tot afwijking van artikel 1, maar zulks is dus niet de bedoeling. Art. 132a, vierde lid, speelt ook een zekere rol bij de vraag naar de gelding van verdragen in Caribisch Nederland. Vaak geldt ook thans nog dat verdragen wel voor Europees, maar niet voor Caribisch Nederland in werking treden. Voor zover het daarbij gaat om mensenrechtenverdragen kunnen vraagtekens gezet worden bij die praktijk. Als artikel 1 Gw onverkort geldt, is het immers de vraag of er ruimte is voor differentiatie op dit gebied. [28] 3. DE RECHTER EN ARTIKEL 132A GW Gezien de zeer recente inwerkingtreding van artikel 132a Gw is er nog geen jurisprudentie voorhanden over de toepassing van de nieuwe norm, met name natuurlijk het vierde lid. Onder de gelding van artikel 1, tweede lid, Statuut is echter wel een aantal rechtszaken gevoerd waarin het gelijkheidsbeginsel in de relatie tussen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de rest van Nederland een rol speelde. In zijn arrest van 11 januari 2011 komt het Gemeenschappelijke Hof van Justitie van Aruba, Curaçao en Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (GHvJ) tot het oordeel dat de bepaling in de Kieswet die het kiesrecht voor de Eilandsraden onthield aan niet-nederlanders in strijd komt met het gelijkheidsbeginsel. Nu het om een formeel-wettelijk voorschrift ging vindt de toetsing plaats aan (vooral) artikel 26 IVBPR, maar kennelijk komt het GHvJ tot het oordeel dat artikel 1, tweede lid, Statuut geen ruimte biedt voor een dergelijke vorm van differentiatie: tussen de Eilandsraden en de raden van de gemeenten bestaat zolang deze eersten niet (mede) de Eerste Kamer kiezen geen zodanig objectief verschil dat dit een dergelijke ongelijke behandeling rechtvaardigt. [29] Waar de rechter ten aanzien van klassieke grondrechten als het kiesrecht dus een vrij straffe koers vaart, daar is hij ten aanzien van sociaaleconomische rechten een stuk welwillender ten opzichte van de wetgever. Zo oordeelde het GHvJ dat de Wet algemene ouderdomsverzekeringen BES (AOV BES), die het ouderdomspensioen voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba vastlegt op USD 524,- per maand, weliswaar afwijkt van de voor Europees Nederland geldende wetgeving (de Algemene Ouderdomswet, AOW), die een pensioen van omgerekend ongeveer USD 875,- vastlegt, [30] maar dat dit onderscheid gerechtvaardigd is door de relevante sociaaleconomische verschillen tussen Caribisch Nederland en Europees Nederland en dus valt binnen de door artikel 1, tweede lid, Statuut gegeven differentiatieruimte. [31] Een klacht over het vermeende discriminatoire karakter van het belastingstelsel in Caribisch Nederland (zoals vooral vastgelegd in de Wet inkomstenbelasting BES) wordt door de Raad van Beroep voor Belastingzaken van PAGINA 10 VAN 14

11 Aruba, Curaçao en Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (RvBB) in zijn uitspraak van 19 juni 2015 afgewezen: het staat de Nederlandse wetgever vrij om voor Caribisch Nederland een geheel ander belastingstelsel in te voeren dan het stelsel dat in Europees Nederland van toepassing is en zulks geldt dan dus ook voor het op belastingplichtigen toepasselijke tarief. Daarin schuilt aldus de RvBB geen discriminatie. [32] In deze zaak wordt niet expliciet verwezen naar artikel 1, tweede lid, Statuut, maar de bestreden wetgeving vindt er wel (mede) haar grondslag in, vooral in die zin, dat de bepaling de nationaalrechtelijke grenzen stelt waarbinnen de wetgever dient blijven. Artikel 1, tweede lid, Statuut vormde derhalve vooral impliciet en indirect een toetsingskader voor de rechter bij de beoordeling van de vraag of er sprake was van ongelijke gevallen. Het ligt niet in de lijn der verwachting dat dit onder de werking van artikel 132a, vierde lid, Gw wezenlijk anders zal zijn. 4.LITERATUUR - H.M.B. Breunesse en L.L. van der Laan, De gordiaanse knoop van 10/10/10: het kiesrecht in het Caribische deel van Nederland, in: TvCR 2015 nr. 3, pag H.G. Hoogers, De herstructurering van het Koninkrijk als lakmoesproef (deel 2), in: TvCR 2010 nr. 4, pag ; - H.G. Hoogers, Afwijkend recht in Nederland: de uitzonderingsbepaling van art. 132a lid 3 GW, in: Ars Aequi jaargang 2017 nr. 2, pag ; - G. Karapetian/H.G. Hoogers, Het ongelijkheidsbeginsel in Europees en Caribisch Nederland, in: M. Duchateau/A. Tollenaar (red.) Vertrouwen in de lokale rechtsstaat. Decentralisatie als Governance-vraagstuk, Den Haag, 2018, pag ; - A.L.C. Roos/L.F.M. Verhey (red.), Wetten voor de West. Over de Wetgeving in het vernieuwde Koninkrijk der Nederlanden, Den Haag, HISTORISCHE VERSIES Geen eerdere versies. NOTEN 1. Stb. 2017, Rijkswet van 7 september 2010, Stb. 2010, Slotverklaring van de Miniconferentie over de toekomstige staatkundige positie van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, 10 en 11 oktober 2006, Den Haag. Zie Kamerstukken II 2006/ 07, IV, nr Kamerstukken II , (R 1903) nr. 3, pag Een herziening van het Statuut in afwijking van de Grondwet vergt namelijk op grond van art. 55 lid 3 een procedure waarin de Tweede Kamer, na de aanvaarding van de herzieningsrijkswet ontbonden moet worden en de beide Kamers vervolgens in een tweede lezing het voorstel voor Statuutsherziening bij volstrekte meerderheid van stemmen moeten aanvaarden. PAGINA 11 VAN 14

12 6. Kamerstukken II , (R 1903) nr. 4, pag De Wieringermeer, de Noordoostpolder en de Zuidelijke IJsselmeerpolders, alsmede de in 1949 geannexeerde drostschappen Elten en Tudderen hebben hun constitutionele grondslag evenzeer in (thans) art. 134 Gw gevonden (wet van 31 mei 1937, Stb 1937, 531; Besluit van de Secretarissen- Generaal van Binnenlandse Zaken, Waterstaat, Financiën, en Landbouw en Visserij van 28 juli 1942, Stcrt. 1942, 151; Wet van 10 november 1955, Stb. 1955, 521; Besluit van 22 april 1949, Stb. 1949, J. 181), maar de polders zijn, nadat er een zekere mate van permanente bewoning op gang was gekomen, gemeentelijk en provinciaal ingedeeld en Elten en Tudderen zijn begin jaren 60 aan de Bondsrepubliek Duitsland overgedragen. 8. Kamerstukken II , IV nr Art. III lid 2 van de wet tot wijziging van de Kieswet van 17 mei Kamerstukken II , nr Die bepaling zou komen te luiden: De leden van de Eerste Kamer worden gekozen door de leden van provinciale staten en de leden van de algemeen vertegenwoordigende organen van de openbare lichamen, bedoeld in artikel 132a. 12. Een uitgebreide en inzichtelijke analyse van het gecompliceerde dossier kiesrecht in Bonaire, Sint Eustatius en Saba is te vinden in H.M.B. Breunesse en L.L. van der Laan, De gordiaanse knoop van 10/ 10/ 10: het kiesrecht in het Caribische deel van Nederland, in: TvCR 2015 nr. 3, pag In de Kieswet is inmiddels een regeling opgenomen met betrekking tot de Kiescolleges (art. Ya 22 e.v.). Bonaire, Sint Eustatius en Saba gaan alle drie beschikken over een eigen Kiescollege, waarvan het ledental gelijk is aan dat van de Eilandsraad: het Kiescollege van Bonaire bestaat uit negen leden, dat van Sint Eustatius en Saba ieder uit vijf. Gezien het kleine aantal inwoners van de drie eilanden is hun stemgewicht uitzonderlijk gering: dat van Sint Eustatius en Saba ieder 0,01 zetel in de Eerste Kamer, dat van Bonaire 0,09 zetel. 14. Stb. 2016, Stb. 2016, 458. Zij is dus weliswaar vastgesteld, maar was reeds door de wet van 26 oktober gewijzigd. Deze wijziging is uiteraard op dezelfde dag in werking getreden. 16. Kamerstukken II , nr. 7, pag. 2. Het is een interessante vraag of uit de formulering van art. 132a eerste lid Gw nu kan worden afgeleid dat a contrario, en in samenhang met art. 123 Gw in het Europese deel van Nederland een rechtsplicht voor de wetgever bestaat om territoriale openbare lichamen altijd in de vorm van gemeenten en provincies in te PAGINA 12 VAN 14

13 stellen. De vraag is eerder aan de orde geweest bij de discussies over de invoering van de stadsprovincies Amsterdam en Rotterdam en speelde overigens ook reeds bij de beoogde invoering van gewesten in de jaren 70 een rol. 17. Kamerstukken II , nr. 3, pag Overigens kunnen ook gerede twijfels worden uitgesproken ten aanzien van (delen van) de gelding van hoofdstuk zes van de Grondwet in Caribisch Nederland: de door de regering meermalen verdedigde opvatting dat de Rijkswet Gemeenschappelijk Hof van Justitie ten aanzien van Bonaire, Sint Eustatius en Saba een uitwerking is van art. 116 Gw is in ieder geval juridische nonsens. 19. Kamerstukken II , nr. 3, pag Kamerstukken II , nr. 3, pag Uit het vierde lid van art. 129 Gw vloeit voort dat de wetgever de bevoegdheid heeft om de zittingstermijn van het Kiescollege korter dan vier jaar te doen zijn. Daarvan is echter geen gebruik gemaakt. 22. Een (vroeg) voorbeeld uit vele: Kamerstukken II 2009/ 2010, (R 1903) nr. 3 pag Ibid. 24. Kamerstukken II , nr Ibid., pag Bij de gedachte dat Caribisch Nederland ten opzichte van Europees Nederland een andere rechtsorde vormt kunnen wel vraagtekens geplaatst worden: zeker vanuit het perspectief dat de Grondwet er integraal zou gelden is dat niet erg voor de hand liggend. Het is echter wel het nadrukkelijke standpunt van de regering en het is in de beide Kamers niet weersproken. 27. Ibid., pag. 4, Zie hierover ook het onderzoeksrapport van de Adviesraad Internationale Vraagstukken van juni 2018, Fundamentele rechten in het Koninkrijk: eenheid in bescherming. Theorie en praktijk van territoriale beperkingen bij de ratificatie van mensenrechtenverdragen, AIV publicaties nr. 107, Den Haag, GHvJ 11 januari 2011, ECLI:NL:OGHACMB:2011:BP Tegen de koers van eind juli Tijdens het wijzen van het arrest stond de Amerikaanse Dollar een stuk lager ten opzichte van de Euro, waardoor het verschil (aanzienlijk) groter was. Dit onderscheid in koers is echter vooral optisch: wie uitgaven doet in zijn of haar eigen valuta bemerkt immers niets van wisselkoersverschillen. 31. GHvJ 15 december 2015, ECLI:NL:OGHACMB:2014: RvBB 19 juni 2015, ECLI:NL:ORBBACM:2015:19. PAGINA 13 VAN 14

14 CITEER SUGGESTIE H.G. Hoogers, Commentaar op artikel 132a van de Grondwet, in: E.M.H. Hirsch Ballin en G. Leenknegt (red.), Artikelsgewijs commentaar op de Grondwet, webeditie 2019 ( PAGINA 14 VAN 14 DOWNLOAD OP OM 04:06 UUR.

DE GRONDWET - ARTIKEL KIESRECHT GEMEENTERAAD NIET-NEDERLANDERS

DE GRONDWET - ARTIKEL KIESRECHT GEMEENTERAAD NIET-NEDERLANDERS DE GRONDWET - ARTIKEL 130 - KIESRECHT GEMEENTERAAD NIET-NEDERLANDERS De wet kan het recht de leden van de gemeenteraad te kiezen en het recht lid van de gemeenteraad te zijn toekennen aan ingezetenen,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 20 202 33 3 Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot het opnemen van een constitutionele

Nadere informatie

Consultatieversie. Memorie van toelichting. Algemeen. 1. Inleiding

Consultatieversie. Memorie van toelichting. Algemeen. 1. Inleiding Wijziging van de wet houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot het opnemen van een constitutionele basis voor de openbare

Nadere informatie

1/7 MEMORIE VAN TOELICHTING. Algemeen deel

1/7 MEMORIE VAN TOELICHTING. Algemeen deel MEMORIE VAN TOELICHTING Algemeen deel 1. Aanleiding, doel en inhoud van het wetsvoorstel Dit wetsvoorstel strekt ertoe de staatkundige positie van Bonaire, Sint Eustatius en Saba in de Grondwet vast te

Nadere informatie

Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Opvattingen van de Caribische openbare lichamen 3. Afwijkende regels 4. Uitvoering verkiezingen

Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Opvattingen van de Caribische openbare lichamen 3. Afwijkende regels 4. Uitvoering verkiezingen 34 702 Verandering in de Grondwet, strekkende tot het opnemen van een constitutionele basis voor Caribische openbare lichamen en het regelen van een kiescollege voor de Eerste Kamer Nota naar aanleiding

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 341 Wijziging van de wet houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende

Nadere informatie

Bij het beantwoorden van de vragen is de volgorde van het verslag aangehouden.

Bij het beantwoorden van de vragen is de volgorde van het verslag aangehouden. 34 341 Wijziging van de wet houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot het opnemen van een constitutionele basis voor de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 702 Verandering in de Grondwet, strekkende tot het opnemen van een constitutionele basis voor Caribische openbare lichamen en het regelen van

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden in verband met de wijziging van de staatkundige hoedanigheid van de eilandgebieden van de Nederlandse Antillen (Rijkswet wijziging Statuut

Nadere informatie

Wat is een constitutie?

Wat is een constitutie? Wat is een constitutie? 2 Veel landen op de wereld worden op een democratische manier bestuurd. Een democratie staat echter niet op zichzelf. Bij een democratie hoort namelijk een rechtsstaat. Democratie

Nadere informatie

Wat is een constitutie?

Wat is een constitutie? Wat is een constitutie? Veel landen op de wereld worden op een democratische manier bestuurd. Een democratie staat echter niet op zichzelf. Bij een democratie hoort namelijk een rechtsstaat. Democratie

Nadere informatie

1 Kent u het bericht Hof Antillen: erkenning homohuwelijk niet verplicht? Is dit bericht waar? 1)

1 Kent u het bericht Hof Antillen: erkenning homohuwelijk niet verplicht? Is dit bericht waar? 1) 2009Z12644 Vragen van de leden Brinkman en Bosma (beiden PVV) aan de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht dat de rechter in hoger beroep op de Nederlandse Antillen

Nadere informatie

DE GRONDWET - ARTIKEL 74 - RECHTSPOSITIE LEDEN

DE GRONDWET - ARTIKEL 74 - RECHTSPOSITIE LEDEN DE GRONDWET - ARTIKEL 74 - RECHTSPOSITIE LEDEN 1. De Koning is voorzitter van de Raad van State. De vermoedelijke opvolger van de Koning heeft na het bereiken van de leeftijd van achttien jaar van rechtswege

Nadere informatie

DE GRONDWET - ARTIKEL HANDHAVING BESTAANDE REGELGEVING

DE GRONDWET - ARTIKEL HANDHAVING BESTAANDE REGELGEVING DE GRONDWET - ARTIKEL 140 - HANDHAVING BESTAANDE REGELGEVING Bestaande wetten en andere regelingen en besluiten die in strijd zijn met een verandering in de Grondwet, blijven gehandhaafd, totdat daarvoor

Nadere informatie

PUBLICATIEBLAD IN DE NAAM VAN DE KONINGIN! DE GOUVERNEUR van de Nederlandse Antillen,

PUBLICATIEBLAD IN DE NAAM VAN DE KONINGIN! DE GOUVERNEUR van de Nederlandse Antillen, A 2010 l**i N 72 PUBLICATIEBLAD Besluit van 24 September 2010 tot afkondiging van de rijkswet van 7 September 2010 tot wijziging van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden in verband met de wijziging

Nadere informatie

Advies kiescolleges Eerste Kamer

Advies kiescolleges Eerste Kamer Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Postbus 20011 2500 EA Den Haag SECRETARIAAT KIESRAAD Datum Ons kenmerk Onderwerp Advies kiescolleges Eerste Kamer Inlichtingen mr W.A.E. Brüheim T

Nadere informatie

DE GRONDWET - ARTIKEL 52 - ZITTINGSDUUR

DE GRONDWET - ARTIKEL 52 - ZITTINGSDUUR DE GRONDWET - ARTIKEL 52 - ZITTINGSDUUR 1. De zittingsduur van beide kamers is vier jaren. 2. Indien voor de provinciale staten bij de wet een andere zittingsduur dan vier jaren wordt vastgesteld, wordt

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2012 2013 33 131 Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot het opnemen van een constitutionele

Nadere informatie

Voorwoord 5. Leeswijzer 13. Afkortingenlijst 17 ALGEMEEN DEEL 19

Voorwoord 5. Leeswijzer 13. Afkortingenlijst 17 ALGEMEEN DEEL 19 In houdsopgave Voorwoord 5 Leeswijzer 13 Afkortingenlijst 17 ALGEMEEN DEEL 19 1 Beoefening van het Caribische staatsrecht 21 1.1 Caribisch staatsrecht 21 1.2 Systematiek van het Caribische staatsrecht

Nadere informatie

wetgeving Constitutionele aspecten bij de staatkundige hervorming van het Koninkrijk 1 Inleiding m.m. Bense en e.b. Pronk 1

wetgeving Constitutionele aspecten bij de staatkundige hervorming van het Koninkrijk 1 Inleiding m.m. Bense en e.b. Pronk 1 TVCR januari 2010 wetgeving 61 Constitutionele aspecten bij de staatkundige hervorming van het Koninkrijk m.m. Bense en e.b. Pronk 1 1 Inleiding Steeds vaker besteden de Nederlandse kranten aandacht aan

Nadere informatie

Volgcommissie(s): BuZa i.v.m. agendapunt 10, 11 FIN i.v.m. agendapunt 6 JUST i.v.m. agendapunt 2, 3, 4, 5, 13

Volgcommissie(s): BuZa i.v.m. agendapunt 10, 11 FIN i.v.m. agendapunt 6 JUST i.v.m. agendapunt 2, 3, 4, 5, 13 Den Haag, 30 september 2009 Voortouwcommissie: vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken Volgcommissie(s): BuZa i.v.m. agendapunt 10, 11 FIN i.v.m. agendapunt 6 JUST i.v.m. agendapunt

Nadere informatie

DE GRONDWET - ARTIKEL 55 - VERKIEZING EERSTE KAMER

DE GRONDWET - ARTIKEL 55 - VERKIEZING EERSTE KAMER DE GRONDWET - ARTIKEL 55 - VERKIEZING EERSTE KAMER De leden van de Eerste Kamer worden gekozen door de leden van provinciale staten en de leden van een kiescollege als bedoeld in artikel 132a, derde lid.

Nadere informatie

Wie bestuurt het Caribisch deel van ons Koninkrijk?

Wie bestuurt het Caribisch deel van ons Koninkrijk? Wie bestuurt het Caribisch deel van ons Koninkrijk? 2 Het Koninkrijk der Nederlanden bestaat niet alleen uit Nederland, zoals we misschien al snel geneigd zijn te denken. Het Koninkrijk omvat namelijk

Nadere informatie

Conclusies van de Toetsings-Ronde Tafel Conferentie van het Koninkrijk der Nederlanden, gehouden op 15 december 2008 te Willemstad, Curaçao

Conclusies van de Toetsings-Ronde Tafel Conferentie van het Koninkrijk der Nederlanden, gehouden op 15 december 2008 te Willemstad, Curaçao Conclusies van de Toetsings-Ronde Tafel Conferentie van het Koninkrijk der Nederlanden, gehouden op 15 december 2008 te Willemstad, Curaçao De delegaties van: - de regering van Nederland; - de regering

Nadere informatie

(R2116) MEMORIE VAN TOELICHTING. Nr. 3. Vergaderjaar I. ALGEMEEN DEEL. 1. lnleiding

(R2116) MEMORIE VAN TOELICHTING. Nr. 3. Vergaderjaar I. ALGEMEEN DEEL. 1. lnleiding Vergaderjaar 2018-2019 35 119 (R2116) Voorstel van rijkswet van het lid Bosman tot wijziging van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden teneinde mogelijk te maken dat Cura\:aO en Sint Maarten

Nadere informatie

DE GRONDWET - HOOFDSTUK 7 - DECENTRALISATIE WETENSCHAPPELIJK COMMENTAAR HOOFDSTUK 7 - W. VAN DER WOUDE

DE GRONDWET - HOOFDSTUK 7 - DECENTRALISATIE WETENSCHAPPELIJK COMMENTAAR HOOFDSTUK 7 - W. VAN DER WOUDE DE GRONDWET - HOOFDSTUK 7 - DECENTRALISATIE WETENSCHAPPELIJK COMMENTAAR HOOFDSTUK 7 - W. VAN DER WOUDE 1. Historische ontwikkeling 2. Aard van hoofdstuk 7 Grondwet 3. Hoofdstuk 7 Grondwet en overige regelgeving

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 415 (R1915) Bepalingen omtrent de verlening van visa voor de toegang tot de landen van het Koninkrijk (Rijksvisumwet) Nr. 2 VOORSTEL VAN RIJKSWET

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 782 Wijziging van de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Kieswet in verband met de introductie van kiescolleges voor

Nadere informatie

DE GRONDWET - ARTIKEL TOEKENNING BEVOEGDHEDEN

DE GRONDWET - ARTIKEL TOEKENNING BEVOEGDHEDEN DE GRONDWET - ARTIKEL 128 - TOEKENNING BEVOEGDHEDEN Behoudens in de gevallen bedoeld in artikel 123, kan de toekenning van bevoegdheden, als bedoeld in artikel 124, eerste lid, aan andere organen dan die,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 381 Besluit van 30 september 2010, houdende vaststelling van de grenzen van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Besluit grenzen

Nadere informatie

De herstructurering van het Koninkrijk als lakmoesproef

De herstructurering van het Koninkrijk als lakmoesproef 376 ARTIKELEN OKTOBER 2010 TVCR De herstructurering van het Koninkrijk als lakmoesproef Kanttekeningen vanuit constitutioneel perspectief bij de opheffing van de Nederlandse Antillen H.G. HOOGERS 1 Deel

Nadere informatie

Enkele kanttekeningen bij de wet- en regelgeving in de verschillende landen na opheffing van de Nederlandse Antillen

Enkele kanttekeningen bij de wet- en regelgeving in de verschillende landen na opheffing van de Nederlandse Antillen Enkele kanttekeningen bij de wet- en regelgeving in de verschillende landen na opheffing van de Nederlandse Antillen Augustus 2011 Eenieder wordt geacht de wet te kennen. Dat is gemakkelijker gezegd dan

Nadere informatie

Voortgangsrapportage staatkundig proces Nederlandse Antillen juni 2007

Voortgangsrapportage staatkundig proces Nederlandse Antillen juni 2007 Inleiding Deze rapportage beschrijft de voortgang van de uitvoering van de slotverklaring van de miniconferentie van 11 oktober 2006 met Bonaire, Saba en Sint Eustatius en van de slotverklaring van het

Nadere informatie

VERSTERKING VAN DE DEMOCRATISCHE LEGITIMATIE OP KONINKRIJKSNIVEAU

VERSTERKING VAN DE DEMOCRATISCHE LEGITIMATIE OP KONINKRIJKSNIVEAU VERSTERKING VAN DE DEMOCRATISCHE LEGITIMATIE OP KONINKRIJKSNIVEAU 1. Inleiding Al ruim tien jaar wordt in bijeenkomsten van het Contactplan en later het Parlementair Overleg Koninkrijksrelaties (POK) gesproken

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 32 047 Goedkeuring van verdragen met het oog op het voornemen deze toe te passen op Bonaire, Sint Eustatius en Saba, en van het voornemen tot opzegging

Nadere informatie

Tweede Kamer, vergaderjaar , (R2114), nr. 9 2

Tweede Kamer, vergaderjaar , (R2114), nr. 9 2 samen te werken. Volgens de fractie is artikel 12a van het Statuut gebaseerd op twee waarden: gelijkwaardigheid van de landen en de vrijheid van de landen om samen te werken. De fractie citeert uit de

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 15596 7 oktober 2010 Regeling van 29 september 2010, nr. 5668860/10/6 tot wijzing van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek

Nadere informatie

houdende regels voor een referendum met betrekking tot de staatkundige status van Curaçao na 10 oktober 2010.

houdende regels voor een referendum met betrekking tot de staatkundige status van Curaçao na 10 oktober 2010. ONTWERP LANDSVERORDENING houdende regels voor een referendum met betrekking tot de staatkundige status van Curaçao na 10 oktober 2010. DE STATEN VAN CURACAO, Overwegende: dat in het referendum, gehouden

Nadere informatie

Aan het Statuut is weinig veranderd sinds 1954.

Aan het Statuut is weinig veranderd sinds 1954. Inleiding van het lid van de Raad van State, mr. ing. H.C. Maduro, over wijziging van het Statuut in het kader van de staatkundige vernieuwing op vrijdag 20 juni 2008 tijdens het Parlementair Overleg Koninkrijksrelaties

Nadere informatie

WETENSCHAPPELIJK COMMENTAAR ARTIKEL 45 - MINISTERRAAD - E.J. JANSE DE JONGE

WETENSCHAPPELIJK COMMENTAAR ARTIKEL 45 - MINISTERRAAD - E.J. JANSE DE JONGE DE GRONDWET - ARTIKEL 45 - MINISTERRAAD 1. De ministers vormen te zamen de ministerraad. 2. De minister-president is voorzitter van de ministerraad. 3. De ministerraad beraadslaagt en besluit over het

Nadere informatie

Nota naar aanleiding van de verslagen van de Staten van de Nederlandse Antillen en Aruba

Nota naar aanleiding van de verslagen van de Staten van de Nederlandse Antillen en Aruba 32 213 (R 1903) Wijziging van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden in verband met de wijziging van de staatkundige hoedanigheid van de eilandgebieden van de Nederlandse Antillen (Rijkswet wijziging

Nadere informatie

DE GRONDWET - ARTIKEL 39 - LIDMAATSCHAP KONINKLIJK HUIS WETENSCHAPPELIJK COMMENTAAR ARTIKEL 39 - LIDMAATSCHAP KONINKLIJK HUIS - G.

DE GRONDWET - ARTIKEL 39 - LIDMAATSCHAP KONINKLIJK HUIS WETENSCHAPPELIJK COMMENTAAR ARTIKEL 39 - LIDMAATSCHAP KONINKLIJK HUIS - G. DE GRONDWET - ARTIKEL 39 - LIDMAATSCHAP KONINKLIJK HUIS De wet regelt, wie lid is van het koninklijk huis. WETENSCHAPPELIJK COMMENTAAR Inhoudsopgave 1. De leden van het koninklijk huis 2. Titels van de

Nadere informatie

HC 5A, , Het Koninkrijk der Nederlanden en de internationale rechtsorde

HC 5A, , Het Koninkrijk der Nederlanden en de internationale rechtsorde HC 5A, 11-12-2017, Het Koninkrijk der Nederlanden en de internationale rechtsorde In het Koninkrijk der Nederlanden van 1954 is opgenomen dat het Statuut in hiërarchie hoger is dan de Grondwet (art. 5

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 30 945 Parlementair Overleg Koninkrijksrelaties 2007 Nr. 8 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES Aan de Voorzitter

Nadere informatie

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar A/ Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar A/ Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN Staten-Generaal 1/2 Vergaderjaar 2010 2011 32 714 (R1949) Protocol tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van de Nederlandse Antillen, en het Koninkrijk Noorwegen tot wijziging van het Verdrag

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 239 Wijziging van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek BES in verband met de uitvoering van het op 28 mei 1999 te Montreal tot stand gekomen Verdrag

Nadere informatie

Constitutioneel recht

Constitutioneel recht Constitutioneel recht Prof. mr. C.A.J.M. Kortmann Bewerkt door Prof. mr. P.P.T. Broeksteeg Prof. mr. B.P. Vermeulen Mr. C.N.J. Kortmann Zevende druk Kluwer a Wotters Kluwer business INHOUD AFKORTINGEN

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 790 Wet van 18 november 2010 tot wijziging van de Kieswet houdende verhoging van de voorkeurdrempel, beperking van de mogelijkheid tot het aangaan

Nadere informatie

DE GRONDWET - ARTIKEL 34 - OUDERLIJK GEZAG MINDERJARIGE KONING

DE GRONDWET - ARTIKEL 34 - OUDERLIJK GEZAG MINDERJARIGE KONING DE GRONDWET - ARTIKEL 34 - OUDERLIJK GEZAG MINDERJARIGE KONING De wet regelt het ouderlijk gezag en de voogdij over de minderjarige Koning en het toezicht daarop. De Staten-Generaal beraadslagen en besluiten

Nadere informatie

Conclusies van de Slot-Ronde Tafel Conferentie van het Koninkrijk der Nederlanden, gehouden op 9 september 2010 te Den Haag, Nederland

Conclusies van de Slot-Ronde Tafel Conferentie van het Koninkrijk der Nederlanden, gehouden op 9 september 2010 te Den Haag, Nederland Conclusies van de Slot-Ronde Tafel Conferentie van het Koninkrijk der Nederlanden, gehouden op 9 september 2010 te Den Haag, Nederland De vertegenwoordigers van: Nederland; de Nederlandse Antillen; Aruba;

Nadere informatie

Beginselen van het Nederlands Staatsrecht

Beginselen van het Nederlands Staatsrecht Prof.mr. A.D. Belinfante Mr. J.L. de Reede Beginselen van het Nederlands Staatsrecht druk Samsom H.D. Tjeenk Willink Alphen aan den Rijn 1997 VOORWOORD II AFKORTINGEN 13 I INLEIDING 15 1. Benadering van

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 495 Besluit van 24 oktober 2011, houdende wijziging van het reglement van orde voor de ministerraad in verband met de opheffing van de Nederlandse

Nadere informatie

2017 no. 6 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

2017 no. 6 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA 2017 no. 6 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA RIJKSWET van 23 augustus 2016, houdende bepalingen omtrent de verlening van visa voor de toegang tot de landen van het Koninkrijk (Rijksvisumwet) (Stb. 2016, 320)

Nadere informatie

MOTIE. Overwegende dat: Gelezen: het de Staten vanwege de Regering bekomen Manifest, zoals. aangevuld;

MOTIE. Overwegende dat: Gelezen: het de Staten vanwege de Regering bekomen Manifest, zoals. aangevuld; STATEN VAN ARUBA lngek. MOTIE Par. D S van Aruba in Openbare Vergadering bijeen, op heden dinsdag 9 december 2008; Gelezen: het de Staten vanwege de Regering bekomen Manifest, zoals aangevuld; Overwegende

Nadere informatie

Visie op het Koninkrijk

Visie op het Koninkrijk Visie op het Koninkrijk Het Koninkrijk Staatkundige situatie Sinds 10 oktober 2010 bestaat het Koninkrijk der Nederlanden uit vier autonome landen: Visie op het Koninkrijk Nederland, Aruba, Curaçao en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 191 Wijziging van de Kieswet houdende verhoging van de voorkeurdrempel, beperking van de mogelijkheid tot het aangaan van lijstencombinaties

Nadere informatie

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag drs. G de Jong Waarnemend President Algemene Rekenkamer Postbus 20015 2500 EA Den Haag Directie Koninkrijksrelaties

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 213 (R 1903) Wijziging van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden in verband met de wijziging van de staatkundige hoedanigheid van

Nadere informatie

Tevens bieden wij u de hierdoor gewijzigde versie van de memorie van toelichting aan.

Tevens bieden wij u de hierdoor gewijzigde versie van de memorie van toelichting aan. Aan: De leden van de eilandsraad van het openbaar lichaam Bonaire Tav. de eilandgriffier Alhier Uw brief van: Ons nummer: 2015010473 Datum: Betreft: Nota van wijziging Ontwerpeilandsverordening eferendum

Nadere informatie

FINANCIEEL TOEZICHT IN HET KONINKRIJK. Dag van het commissariaat Curacao Willemstad, 23 november 2017 Etienne Ys

FINANCIEEL TOEZICHT IN HET KONINKRIJK. Dag van het commissariaat Curacao Willemstad, 23 november 2017 Etienne Ys FINANCIEEL TOEZICHT IN HET KONINKRIJK Dag van het commissariaat Curacao Willemstad, 23 november 2017 Etienne Ys Spanning tussen autonomie en Waarom die spanning? toezicht - Toezicht van een hogere op een

Nadere informatie

Den Haag, 30 september vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken

Den Haag, 30 september vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken Den Haag, 30 september Voortouwcommissie: vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken BuZa i.v.m. agendapunt 26 BZK i.v.m. agendapunt 4, 13, 26 DEF i.v.m. agendapunt 26 EU i.v.m. agendapunt

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015 2016 34 356 (R2064) Wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap in verband met het intrekken van het Nederlanderschap in het belang van de nationale

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 277 Besluit van 10 juni 2010, houdende vaststelling van de grenzen van de exclusieve economische zone van het Caribische deel van het Koninkrijk

Nadere informatie

2017 no. 56 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

2017 no. 56 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA 2017 no. 56 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA RIJKSWET van 10 februari 2017, houdende wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap in verband met het intrekken van het Nederlanderschap in het belang van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 415 (R 1915) Bepalingen omtrent de verlening van visa voor de toegang tot de landen van het Koninkrijk (Rijksvisumwet) Nr. 6 VERSLAG VAN DE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 217 Regels met betrekking tot het geldstelsel van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Wet geldstelsel BES) Nr. 2 VOORSTEL

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 954 Regels met betrekking tot de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba) Nr.

Nadere informatie

De herstructurering van het Koninkrijk als lakmoesproef

De herstructurering van het Koninkrijk als lakmoesproef 256 ARTIKELEN JULI 2010 TVCR De herstructurering van het Koninkrijk als lakmoesproef Kanttekeningen vanuit constitutioneel perspectief bij de opheffing van de Nederlandse Antillen H.G. HOOGERS 1 Deel 1

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 428 Derde aanpassing van wetten in verband met de nieuwe staatsrechtelijke positie van Bonaire, Sint Eustatius en Saba als openbaar lichaam

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 282 Wijziging van de Wet toelating en uitzetting BES Nr. 6 ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT 1 Hieronder zijn opgenomen het advies van

Nadere informatie

Module Verkiezingen 2017/331

Module Verkiezingen 2017/331 ECLI:NL:RVS:2017:363 Instantie Raad van State Datum uitspraak 13-02-2017 Datum publicatie 13-02-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201701125/1/A2 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Toelichting stappenplan Nederlandse Antillen, Sint Maarten en Nederland

Toelichting stappenplan Nederlandse Antillen, Sint Maarten en Nederland Toelichting stappenplan Nederlandse Antillen, Sint Maarten en Nederland 1. Aanleiding a. De Start Ronde Tafel Conferentie op 26 november 2005 markeert het begin van het proces om te komen tot nieuwe staatkundige

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2017 No. 16 Besluit van 27 februari 2017 tot afkondiging van de Rijkswet van 10 februari 2017 tot wijziging van de Paspoortwet in verband met het van rechtswege

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2017 53 Rijkswet van 10 februari 2017 tot wijziging van de Paspoortwet in verband met het van rechtswege laten vervallen van reisdocumenten van personen

Nadere informatie

De gordiaanse knoop van 10/10/10: het kiesrecht in het Caribische deel van Nederland

De gordiaanse knoop van 10/10/10: het kiesrecht in het Caribische deel van Nederland 268 artikelen De gordiaanse knoop van 10/10/10: het kiesrecht in het Caribische deel van Nederland H.M.B. Breunese en L.L. van der Laan* 1. Inleiding * Mr. Henk-Martijn Breunese en mr. Lotte van der Laan

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 242 Rijkswet van 17 juni 2010, houdende wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap met betrekking tot meervoudige nationaliteit en andere

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 174 Voorstel van wet van de leden Duyvendak, Dubbelboer en Van der Ham houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te

Nadere informatie

Stand van zaken wetgeving (ook) van toepassing in Caribisch Nederland

Stand van zaken wetgeving (ook) van toepassing in Caribisch Nederland Stand van zaken wetgeving (ook) van toepassing in Caribisch Nederland De meest recente wetsvoorstellen staan boven in het overzicht. Rood gemarkeerde wetsvoorstellen staan voor het eerst in de lijst. Wetsvoorstel

Nadere informatie

Schurende rechtsordes

Schurende rechtsordes Schurende rechtsordes Over de Europese Unie, het Koninkrijk en zijn Caribische gebieden Onder redactie van: H.E. Bröring, D. Kochenov, H.G. Hoogers, J.H. Jans groningen faculteit rechtsgeleerdheid INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 099 (R2114) Voorzieningen voor de behandeling van geschillen tussen het Koninkrijk en de landen (Rijkswet Koninkrijksgeschillen) Nr. 9 VERSLAG

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 117 Besluit van 28 maart 2013 tot aanpassing van diverse besluiten in verband met de Wet vereenvoudiging regelingen SVB 0 Wij Beatrix, bij de

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2016 No. 48 Besluit van 13 september 2016 tot afkondiging van de Rijkswet van 23 augustus 2016 houdende bepalingen omtrent de verlening van visa voor de toegang

Nadere informatie

DE GRONDWET - ARTIKEL 65 - TROONREDE

DE GRONDWET - ARTIKEL 65 - TROONREDE DE GRONDWET - ARTIKEL 65 - TROONREDE Jaarlijks op de derde dinsdag van september of op een bij de wet te bepalen eerder tijdstip wordt door of namens de Koning in een verenigde vergadering van de Staten-Generaal

Nadere informatie

Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Waddenfonds, gelet op artikel 5 van de gemeenschappelijke regeling Waddenfonds,

Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Waddenfonds, gelet op artikel 5 van de gemeenschappelijke regeling Waddenfonds, Verordening van 30 maart 2015 van het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Waddenfonds, houdende bepalingen tot wijziging van de Subsidieverordening Waddenfonds 2014; (2 e Wijzigingsverordening

Nadere informatie

Voorwoord 4. Hoofdstuk 1 Inleiding 5

Voorwoord 4. Hoofdstuk 1 Inleiding 5 De toekomst van de BES-eilanden in het Nederlandse staatsbestel Een onderzoek naar welke mate van differentiatie kan plaatsvinden bij de permanente institutionele inbedding van de BES-eilanden Masterscriptie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 761 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de Wet griffierechten burgerlijke zaken in verband met het mogelijk maken van

Nadere informatie

ECLI:NL:RBBRE:2011:5319

ECLI:NL:RBBRE:2011:5319 ECLI:NL:RBBRE:2011:5319 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 06-12-2011 Datum publicatie 22-05-2017 Zaaknummer AWB- 11_1954 Formele relaties Hoger beroep: ECLI:NL:CRVB:2013:BZ2178, Bekrachtiging/bevestiging

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 32 786 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, de Wet financiële markten BES en de Wet toezicht trustkantoren in verband met de introductie

Nadere informatie

Advies W /I/Vo

Advies W /I/Vo Advies W04.17.0216/I/Vo Datum: vrijdag 29 september 2017 Soort: Voorlichting Ministerie: Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties Vindplaats: Kamerstukken II 2017/18, 32 334, nr. 11 Voorlichting naar

Nadere informatie

(R 1904) Verdrag inzake internationale zakelijke rechten op mobiel materieel en Protocol bij het Verdrag

(R 1904) Verdrag inzake internationale zakelijke rechten op mobiel materieel en Protocol bij het Verdrag Staten-Generaal 1/2 Vergaderjaar 2009 2010 B 32 227 (R 1904) Verdrag inzake internationale zakelijke rechten op mobiel materieel en Protocol bij het Verdrag inzake internationale zakelijke rechten op mobiel

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 35 099 (R2114) Voorzieningen voor de behandeling van geschillen tussen het Koninkrijk en de landen (Rijkswet Koninkrijksgeschillen) A GEWIJZIGD

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 829 Wet van 16 december 2010 tot tweede aanpassing van wetten in verband met de nieuwe staatsrechtelijke positie van Bonaire, Sint Eustatius

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 392 Wijziging van de Kieswet in verband met het verlenen van het kiesrecht voor de verkiezing van de leden van het Europees Parlement aan alle

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2016 No. 39 Besluit van 4 augustus 2016 tot afkondiging van de Rijkswet van 13 juli 2016, houdende aanpassing van Rijkswetten in verband met de invoering van

Nadere informatie

Opnieuw: de Staatsregeling van Sint Maarten

Opnieuw: de Staatsregeling van Sint Maarten TVCR JULI 2011 ARTIKELEN 305 Opnieuw: de Staatsregeling van Sint Maarten H.G. HOOGERS* In het derde nummer van de eerste jaargang van het Tijdschrift voor constitutioneel recht stond het eerste deel van

Nadere informatie

Het medezeggenschapsreglement mag het aantal aaneengesloten zittingsperiodes in de MR niet beperken. UITSPRAAK

Het medezeggenschapsreglement mag het aantal aaneengesloten zittingsperiodes in de MR niet beperken. UITSPRAAK 107381 Het medezeggenschapsreglement mag het aantal aaneengesloten zittingsperiodes in de MR niet beperken. in het geding tussen: UITSPRAAK de medezeggenschapsraad van A, gevestigd te G, H en J, verzoeker,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 389 Wijziging van de Wet op de Raad van State, de Algemene wet bestuursrecht, de Wet op de rechterlijke organisatie en enkele andere wetten

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBAMS:2015:7924, Meerdere afhandelingswijzen. Algemene wet bestuursrecht 8:4 Gemeentewet Gemeentewet 83 Kieswet

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBAMS:2015:7924, Meerdere afhandelingswijzen. Algemene wet bestuursrecht 8:4 Gemeentewet Gemeentewet 83 Kieswet ECLI:NL:RVS:2016:934 Instantie Raad van State Datum uitspraak 06-04-2016 Datum publicatie 06-04-2016 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201600302/1/A2 Eerste

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 311 Besluit van 14 juni 2011 tot herstel van technische gebreken en het aanbrengen van andere wijzigingen van ondergeschikte aard in diverse

Nadere informatie