BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. I. Verloop van de procedure. Openbaar

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. I. Verloop van de procedure. Openbaar"

Transcriptie

1 Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer: _2/ 7 Betreft: Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit namens de Minister van Economische Zaken op de bezwaren ingebracht tegen het besluit van de directeur van de Dienst uitvoering en toezicht Energie van 18 december 2003 met kenmerk /45, waarbij aan ENECO Netbeheer Amstelland B.V., ENECO Edelnet Delfland B.V., ENECO Netbeheer B.V., ENECO Netbeheer Midden-Holland B.V., ENECO Netbeheer Midden-Kennemerland B.V., ENECO Netbeheer Noord-Oost Friesland B.V., ENECO Netbeheer Weert N.V., ENECO Netbeheer Zeist en Omstreken B.V. en ENECO Netbeheer Zuid-Kennemerland B.V. is opgedragen hun voorwaarden als bedoeld in artikel 82 van de Gaswet aan te passen I. Verloop van de procedure 1. Bij brief van 9 oktober 2003 heeft ENECO Netbeheer B.V. zowel namens ENECO Netbeheer Amstelland B.V., ENECO Edelnet Delfland B.V., ENECO Netbeheer Midden-Holland B.V., ENECO Netbeheer Midden-Kennemerland B.V., ENECO Netbeheer Noord-Oost Friesland B.V., ENECO Netbeheer Weert N.V., ENECO Netbeheer Zeist en Omstreken B.V., ENECO Netbeheer Zuid-Kennemerland B.V. als namens ENECO Netbeheer B.V. (hierna tezamen aan te duiden als: ENECO) aan de directeur van de Dienst uitvoering en toezicht Energie (hierna: directeur DTe) in het kader van artikel 82 Gaswet de KwaliteitsCode Gas ENECO Netbeheer en de Algemene Voorwaarden Aansluiting en Transport ENECO NetBeheer Gas 2001 voor huishoudelijke afnemers/netgebruikers (hierna:avhh) doen toekomen. Vervolgens heeft ENECO Netbeheer B.V. bij bericht van 24 oktober 2003 aangegeven dat de Algemene Voorwaarden Aansluiting en Transport ENECO NetBeheer Gas 2001 voor zakelijke afnemers/netgebruikers (niet-zijnde invoeders) (hierna: AVKZ) voor het jaar 2004 gehanteerd worden. 2. Bij besluit van 18 december 2003, nummer /45, heeft de directeur DTe namens de Minister van Economische Zaken (hierna: de Minister), aan ENECO op basis van artikel 82, lid 3, Gaswet opgedragen de voorwaarden als bedoeld in artikel 82 aan te passen. 3. Tegen het besluit van 18 december 2003 heeft ENECO op 28 januari 2004 een bezwaarschrift ingediend. Dit bezwaarschrift is geregistreerd onder zaaknummer _2. Bij brief van 11 maart 2004 heeft ENECO de gronden van haar bezwaar aangevuld. 1

2 4. De Federatie voor Energiebedrijven in Nederland, EnergieNed (hierna: EnergieNed), heeft op eigen naam en namens zestien andere netbeheerders dan die netbeheerders die tot de ENECO-groep behoren, bezwaar gemaakt tegen vergelijkbare opdrachten aan die zestien netbeheerders om hun algemene voorwaarden. Dit bezwaar van EnergieNed is geregistreerd onder zaaknummer _1. 5. Op 6 april 2004 heeft een hoorzitting plaatsgevonden waarbij ENECO en EnergieNed zijn gehoord. Van de hoorzitting is een verslag opgemaakt, dat aan partijen is toegezonden. 6. De directeur DTe heeft voor het jaar 2003 eveneens opdracht gegeven tot aanpassing van de voorwaarden zoals bedoeld in artikel 82, lid 3, Gaswet. 1 ENECO heeft bezwaar gemaakt tegen deze besluiten. De d-g NMa heeft op 1 september 2003 de beslissing op bezwaar genomen. 2 Tegen de beslissing op bezwaar is door ENECO beroep ingesteld bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (hierna: CBb). Het CBb heeft nog geen uitspraak gedaan in deze zaak. 7. Hierna zal onder III worden ingegaan op de bezwaren die ENECO heeft aangevoerd. Tenzij hierna uitdrukkelijk anders vermeld, wordt daarbij kortheidshalve steeds verwezen naar de randnummers in het primaire besluit van 24 december 2002 (nummer /17), de beslissing op bezwaar van 1 september 2003 (nummer _2/ 23) onderscheidenlijk het primaire besluit van 18 december 2003 (nummer /45) inzake ENECO Netbeheer B.V. Waar ENECO zich heeft aangesloten bij de bezwaren van EnergieNed wordt, tenzij hierna uitdrukkelijk anders vermeld, daarbij kortheidshalve steeds verwezen naar de randnummers in het primaire besluit van 24 december 2002 (nummer /37), de beslissing op bezwaar van 1 september 2003 (nummer _1/33) onderscheidenlijk het primaire besluit van 18 december 2003 (nummer /56) inzake Westland Energie Infrastructuur B.V. (hierna: Westland ). II. Juridisch kader 8. Ingevolge artikel 82, eerste lid, Gaswet zendt een netbeheerder jaarlijks voor 1 oktober de voorwaarden waaronder hij het transport van gas en de daarmee noodzakelijkerwijs verbonden diensten verricht, voor zover het transport en de diensten betrekking hebben op gas dat bestemd is voor beschermde afnemers of afnemers die jaarlijks per aansluiting minder dan m3 gas verbruiken, aan de Minister. 9. Volgens het tweede lid van artikel 82 hebben de voorwaarden mede betrekking op de kwaliteitscriteria waaraan de netbeheerders moeten voldoen met betrekking tot hun dienstverlening, welke in ieder geval betrekking hebben op de te hanteren technische 1 Besluiten van 24 december 2002 met nummers /15 t/m Besluit van 1 september 2003 met nummer /23. 2

3 specificaties, het verhelpen van storingen in het transport van gas, de klantenservice en het voorzien in compensatie bij ernstige storingen. 10. Bij het derde lid van artikel 82 is bepaald dat de Minister, indien hem uit de voorwaarden blijkt dat de netbeheerder in onvoldoende mate of op ondoelmatige wijze kan of zal kunnen voorzien in het transport en de daarmee noodzakelijkerwijs verbonden diensten, dan wel de voorwaarden niet redelijk, niet transparant of discriminerend zijn, de netbeheerder kan opdragen de voorwaarden aan te passen. 11. Iedere netbeheerder legt ingevolge het vierde lid van artikel 82 een exemplaar van de voorwaarden voor een ieder ter inzage in al zijn vestigingen. 12. Bij artikel 14, aanhef en onderdeel b, van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging EZ 3 heeft de Minister aan de directeur DTe mandaat, volmacht en machtiging verleend tot het nemen van besluiten en verrichten van overige handelingen die verband houden met artikel 82 van de Gaswet. Voorts heeft de Minister aan de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: d-g NMa) bij artikel 13, aanhef en onderdeel b, van dat Besluit, mandaat, volmacht en machtiging verleend voor het behandelen van bezwaarschriften, waaronder het nemen van beslissingen op bezwaarschriften, tegen besluiten die zijn gebaseerd op onder meer artikel 82 Gaswet. III. Behandeling van de bezwaren III.1 Reikwijdte van de voorwaarden als bedoeld in artikel 82 Gaswet 13. ENECO sluit zich aan bij het bezwaar van EnergieNed in de paragrafen 1 en 2 ten aanzien van de reikwijdte van de bevoegdheid van de Minister op grond van artikel 82 Gaswet. ENECO neemt alleen afstand van het standpunt van EnergieNed ten aanzien van de in bepaalde besluiten en richtlijnen van de directeur DTe neergelegde visie dat meters en aansluitingen niet tot het gastransportnet behoren en daarom niet onder de door de directeur DTe te reguleren tarieven vallen. 14. EnergieNed stelt dat de directeur DTe de reikwijdte van artikel 82 Gaswet miskent. Onder de voorwaarden met betrekking tot het transport van gas en de daarmee noodzakelijkerwijs verbonden diensten vallen naar de mening van EnergieNed niet de voorwaarden die betrekking hebben op het instandhouden van de meters en de aansluiting. Deze opdrachten van de directeur DTe zijn volgens EnergieNed derhalve onverbindend. EnergieNed meent verder dat de directeur DTe de opdrachten tot aanpassing van de voorwaarden onvoldoende heeft gemotiveerd. 3 Staatscourant 2 april 2001, nr

4 15. ENECO voegt aan de bezwaren van EnergieNed het volgende toe. De directeur DTe verwijst in het bestreden besluit niet naar technische voorwaarden die met het transport van gas in verband staan, maar naar alle voorwaarden die daarmee verband houden. Dit zou betekenen dat, anders dan door de d-g NMa in zijn verweerschrift in de nog lopende beroepsprocedure is betoogd, alle voorwaarden met betrekking tot meters en aansluitingen (dus ook die welke geen verband houden met onderhoud en vervanging van meters en aansluitingen) onder de reikwijdte van artikel 82 Gaswet vallen. Indien het naar het oordeel van de directeur DTe zou gaan om technische voorwaarden die in verband staan met het transport van gas, is onduidelijk en onvoldoende gemotiveerd waarom dat het geval zou zijn. 16. Er is volgens ENECO geen reden om aan te nemen dat de term noodzakelijkerwijs met het transport van gas verbonden diensten onder artikel 82 Gaswet anders moet worden geïnterpreteerd dan onder artikel 12 Gaswet. 17. De gestelde noodzaak van bescherming van kleinverbruikers kan er niet toe leiden dat de reguleringsbevoegdheid op grond van artikel 82 Gaswet wordt opgerekt. 18. Anders dan in het verweerschrift in de nog lopende beroepsprocedure is thans geen beroep gedaan op de noodzaak van het waarborgen van de systeemintegriteit. Indien de NMa van oordeel is dat het waarborgen van de systeemintegriteit de reden is dat de bedoelde regelingen onderdeel moeten zijn van de voorwaarden als bedoeld in artikel 82 Gaswet, is het bestreden besluit onvoldoende gemotiveerd. 19. ENECO ziet niet in dat het waarborgen van de systeemintegriteit vereist dat de technische eisen aan het onderhoud en de vervanging van meters en aansluitingen onder de voorwaarden als bedoeld in artikel 82 Gaswet vallen, aangezien de directeur DTe ten aanzien van die technische eisen voor wat betreft het transport ten behoeve van andere dan kleinverbruikers niets heeft bepaald. 20. De voorwaarden waarop artikel 82 Gaswet betrekking heeft, zijn voorwaarden waaronder de netbeheerder het transport van gas en de daarmee noodzakelijkerwijs verbonden diensten verricht. Noodzakelijk voor het transport van gas is onder meer dat de systeemintegriteit bewaakt wordt, met andere woorden dat het systeem onder druk blijft. Het bewaken van de systeemintegriteit kan derhalve beschouwd worden als een dienst welke noodzakelijkerwijs verbonden is met het transport van gas in de zin van artikel 82 lid 1 Gaswet. 21. De d-g NMa acht het van belang dat onderhoud en vervanging van aansluitingen op zodanige wijze plaatsvindt dat de systeemintegriteit niet in gevaar komt, bijvoorbeeld door het ontstaan van gaslekken. Bij het onderhoud en de vervanging van aansluitingen dient hiertoe rekening gehouden te worden met bepaalde technische eisen. Ook de vervanging en het onderhoud van meters dient op juiste wijze uitgevoerd te worden in verband met het waarborgen van de systeemintegriteit. Daarom dienen aan het vervangen en onderhouden 4

5 van meters eveneens technische eisen te worden gesteld. Als de netbeheerder zijn systeem in takt wil houden, zal hij aan de meetinrichting (het samenstel van meter, afsluiter en drukregelaar op het afleverpunt) eisen moeten stellen, zodat niet door een ondeugdelijke opstelling een gevaarlijke situatie ontstaat. 22. Aangezien het onderhouden en vervangen van meters en aansluitingen niet behoort tot de exclusieve taak van de netbeheerder, heeft de beschermde afnemer de mogelijkheid dit door een derde te laten verrichten. Deze derde dient dan wel, om de systeemintegriteit niet in gevaar te brengen, de technische eisen die gesteld worden aan vervanging en onderhoud van meters en aansluitingen in acht te nemen. Het bewaken van de systeemintegriteit is een dienst welke noodzakelijkerwijs verbonden is met het transport van gas. Hieruit moet worden geconcludeerd dat de in te dienen voorwaarden ex artikel 82 lid 1 Gaswet in ieder geval ook die voorwaarden moeten omvatten welke betrekking hebben op de technische eisen die gesteld worden aan het onderhoud en de vervanging van meters en aansluitingen, ook indien onderhoud en vervanging door een derde wordt verricht. 23. Dat de Minister in zijn toelichting bij artikel 1 lid 1 onderdelen d en l Gaswet een andere, beperktere uitleg geeft aan noodzakelijkerwijs met het transport van gas verbonden diensten, doet hieraan niet af. De toelichting van de Minister heeft immers betrekking op de definities van gastransportnet en van netgebruiker in artikel 1 lid 1 onderdelen d en l, en niet op artikel 82 Gaswet. Bovendien heeft de opsomming door de Minister van noodzakelijkerwijs met het transport van gas verbonden diensten geen limitatief karakter; het betreft slechts voorbeelden van zodanige diensten. Overigens wordt in de toelichting door de Minister als noodzakelijkerwijs met het transport van gas verbonden dienst eveneens het 0p druk brengen van het te transporteren gas genoemd, hetgeen overeenkomt met het bewaken van de systeemintegriteit. 24. Dat de directeur DTe in hoofdstuk 2 van de Richtlijnen Gastransport 2003 zelf aangeeft wat onder het transport van gas en de daarmee noodzakelijkerwijs verbonden diensten moet worden verstaan, doet aan het voorgaande niet af. De richtlijnen dienen in acht genomen te worden bij het vaststellen van de indicatieve tarieven en voorwaarden voor het verrichten van transport van gas en van de daarmee noodzakelijkerwijs verbonden diensten overeenkomstig artikel 12 lid 1 Gaswet. Het gaat hierbij niet om het transport van gas aan beschermde afnemers, maar om het transport van gas aan afnemers in het vrije domein. De richtlijnen sommen in hoofdstuk 2 een aantal basisdiensten op welke minimaal geleverd moeten worden in het kader van het transport van gas aan deze vrije afnemers en bevatten geenszins een uitputtende definitie van hetgeen verstaan moet worden onder noodzakelijkerwijs met het transport van gas verbonden diensten als bedoeld in artikel 82 Gaswet. 25. Uit hetgeen in de randnummers 20 tot en met 24 is overwogen, volgt dat de voorwaarden ex artikel 82 Gaswet mede de voorwaarden omvatten welke betrekking hebben op de technische eisen die gesteld worden aan het onderhoud en de vervanging van meters en van aansluitingen. Het bezwaar is in zoverre ongegrond. De d-g NMa gaat bij de bespreking van 5

6 de artikelsgewijze opdrachten in op het bezwaar dat deze opdrachten onvoldoende gemotiveerd zijn. 26. ENECO stelt dat, anders dan door de d-g NMa in zijn verweerschrift in de nog lopende beroepsprocedure is betoogd, alle voorwaarden met betrekking tot meters en aansluitingen (dus ook die welke geen verband houden met onderhoud en vervanging van meters en aansluitingen) onder de reikwijdte van artikel 82 Gaswet vallen. Indien het naar het oordeel van de directeur DTe zou gaan om technische voorwaarden die in verband staan met het transport van gas, is onduidelijk en onvoldoende gemotiveerd waarom dat het geval zou zijn. De d-g NMa overweegt dat evident is dat onder de voorwaarden als bedoeld in artikel 82 Gaswet niet alleen technische voorwaarden vallen. Ten aanzien van meters en aansluitingen dienen om de redenen die hierboven onder de randnummers 20 tot en met 24 zijn weergegeven, technische eisen te worden gesteld. De daartoe strekkende opdrachten zijn vervat in de randnummers 39 en 41 van het bestreden besluit, en (zij het met de hieronder in randnummer 29 te plaatsen kanttekening) voldoende gemotiveerd in de randnummers 11, 25 en 26. Om elke twijfel omtrent de strekking van deze opdrachten weg te nemen zal de d-g NMa in de randnummers 39 en 41 tussen de woorden welke en eisen het woord technische invoegen. 27. Er is volgens ENECO geen reden om aan te nemen dat de term noodzakelijkerwijs met het transport van gas verbonden diensten onder artikel 82 Gaswet anders moet worden geïnterpreteerd dan onder artikel 12 Gaswet. De d-g NMa verwijst ter zake naar hetgeen hierboven onder randnummer 24 is overwogen. 28. De stelling van ENECO, als zou met de gestelde noodzaak van bescherming van kleinverbruikers de reguleringsbevoegdheid op grond van artikel 82 Gaswet worden opgerekt, mist grondslag in het bestreden besluit. Uit hetgeen hierboven onder de randnummers 20 tot en met 25 is overwogen, volgt dat de directeur DTe met het bestreden besluit niet buiten de in artikel 82 lid 3 gegeven bevoegdheid is getreden. Van oprekking van die bevoegdheid is geen sprake, terwijl de daaraan gegeven interpretatie in het bestreden besluit (behoudens de in het volgende randnummer te plaatsen kanttekening) voldoende is gemotiveerd in de randnummers 4 tot en met Wel wijst ENECO er terecht op, dat de directeur DTe in het bestreden besluit niet expliciet een beroep heeft gedaan op de noodzaak van het waarborgen van de systeemintegriteit. De d-g NMa is inderdaad, zoals reeds weergegeven in de beslissing op bezwaar d.d. 1 september 2003 en in het verweerschrift in de nog lopende beroepsprocedure, van oordeel dat het waarborgen van de systeemintegriteit vereist dat de bedoelde regelingen onderdeel moeten zijn van de voorwaarden als bedoeld in artikel 82 Gaswet. Het bewaken van de systeemintegriteit is een dienst die moet worden beschouwd als een dienst die noodzakelijk aan het transport van gas is verbonden. In zoverre kan de motivering van het bestreden besluit ten aanzien van de opdrachten, gegeven onder de randnummers 39 tot en met 41 6

7 worden aangevuld met de bedoelde noodzaak, de systeemintegriteit te waarborgen. In zoverre is het bezwaar van ENECO gegrond. 30. Ten aanzien van het bezwaar van ENECO dat erop neerkomt dat tegenstrijdig zou zijn dat de voorwaarden als bedoeld in artikel 82 Gaswet de nodige voorzieningen moeten bevatten ter zake van de systeemintegriteit terwijl de Richtlijnen Gastransport 2003 ter zake geen bepalingen bevatten, verwijst de d-g NMa in de eerste plaats naar hetgeen hierboven onder de randnummers 24 is overwogen. Voorts overweegt de d-g NMa dat van anderen dan kleinverbruikers mag worden verwacht dat zij voldoende inzicht hebben in hetgeen de systeemintegriteit vereist ten aanzien van meters en aansluitingen. ENECO maakt derhalve een vergelijking tussen zaken die niet gelijk zijn, zodat het bezwaar op dit punt ongegrond is. III.2 Toetsing van de voorwaarden als bedoeld in artikel 82 Gaswet 31. ENECO sluit zich aan bij hetgeen EnergieNed heeft opgemerkt in paragraaf 2 van haar aanvullend bezwaarschrift met betrekking tot het toetsingskader onder artikel 82 lid 3 Gaswet. 32. EnergieNed betoogt dat de directeur DTe bij het beoordelen van de voorwaarden op grond van artikel 82 Gaswet onvoldoende rekening heeft gehouden met de belangen van de netbeheerders en dat hij zich te veel heeft laten leiden door de belangen van de afnemers. EnergieNed merkt voorts op dat de directeur DTe de opdrachten tot wijziging extra dient te motiveren indien daarbij afgeweken wordt van de AVHH, zoals overeengekomen met de Consumentenbond. 33. De d-g NMa stelt voorop dat artikel 82 Gaswet een zelfstandige bevoegdheid biedt om de ingezonden voorwaarden te beoordelen overeenkomstig het toetsingskader van artikel 82, lid 3, Gaswet, dat inhoudt dat beoordeeld moet worden in hoeverre uit de voorwaarden blijkt dat de netbeheerder in onvoldoende mate of op ondoelmatige wijze kan of zal kunnen voorzien in het transport van gas en de daarmee noodzakelijkerwijs verbonden diensten, dan wel de voorwaarden niet redelijk, niet transparant of discriminerend zijn. Het doel van toetsing van de voorwaarden is bescherming van de beschermde afnemers of kleinverbruikers. Uit het feit dat de wetgever heeft voorzien in een taak van de directeur DTe ter zake kan worden afgeleid dat de wetgever noch in de bestaande civielrechtelijke regels en processuele mogelijkheden, noch in het bestaan van overlegstructuren (waaronder in het kader van de SER) voldoende waarborgen voor behartiging van de belangen van kleinverbruikers zag. De d-g NMa erkent uiteraard dat bij de beoordeling van de voorwaarden de belangen van de netbeheerders moeten worden meegewogen, en dat besluiten terzake deugdelijk gemotiveerd moeten worden. Van een verhoogde motiveringsplicht blijkt echter niet uit de totstandkomingsgeschiedenis van artikel 82 Gaswet. Overigens is de d-g NMa van mening dat hij de bestreden besluiten voldoende gemotiveerd heeft. Nu het bezwaar van EnergieNed dat de directeur DTe de opdrachten tot wijziging extra goed dient te motiveren indien daarbij 7

8 afgeweken wordt van AVHH zoals overeengekomen met de Consumentenbond geen doel treft, zal de d-g NMa in de artikelsgewijze opdrachten hier niet meer op ingaan. 34. De stellingen ten aanzien van de belangen van de netbeheerders en ten aanzien van de motivering van het bestreden besluit zijn zo algemeen van aard dat de d-g NMa daarop alleen kan ingaan bij onderstaande concrete onderdelen. De d-g NMa meent met het navolgende te laten zien dat de directeur DTe binnen de wettelijke grenzen van zijn bevoegdheden is gebleven. Voor het overige kan niet worden volgehouden dat de directeur DTe niet in redelijkheid tot het bestreden besluit heeft kunnen komen. III.3 Artikelsgewijze opdrachten Definities aansluiting, afnemer en netgebruiker 35. ENECO sluit zich aan bij hetgeen EnergieNed heeft opgemerkt in paragraaf 3.2 van haar aanvullend bezwaarschrift. ENECO voegt daaraan toe dat het standpunt van de NMa dat een beschermde afnemer per definitie geen netgebruiker is, 4 evident onjuist is. 36. EnergieNed stelt dat de directeur DTe niet bevoegd is om op grond van artikel 82 Gaswet over de definities van aansluiting en afnemer te oordelen. Voorts zijn volgens EnergieNed de door de netbeheerders gebruikte definities van aansluiting, afnemer en netgebruiker in de artikelen 1 van de Algemene Voorwaarden niet in strijd met de in de Gaswet gebruikte definities. De directeur DTe miskent volgens EnergieNed dat de definities van netgebruiker, afnemer en aansluiting in de Algemene Voorwaarden slechts een noodzakelijke verduidelijking vormen ten opzichte van de Gaswet. 37. De d-g NMa is van oordeel dat het gebruik van de definities van aansluiting, afnemer en netgebruiker in de Algemene Voorwaarden niet transparant is, aangezien die definities niet in overeenstemming zijn met de definities in de Gaswet. De door bezwaarmakers gegeven eigen interpretatie van het begrip aansluiting komt niet overeen met de interpretatie die aan dit begrip gegeven moet worden in het licht van de gehanteerde definitie in de Gaswet. In de definitie van de netbeheerders wordt er namelijk van uitgegaan dat de netbeheerder de aansluiting beheert, hetgeen niet in overeenstemming is met het feit dat een afnemer de aansluiting en de meter in eigen beheer kan hebben. 38. De d-g NMa merkt op dat uit de definitie van een aansluiting in de Algemene Voorwaarden blijkt dat meer tot de aansluiting wordt gerekend dan uit de tekst van de Gaswet volgt. De Gaswet beperkt de aansluiting tot de verbinding tussen het punt waar het gastransportnet de terreingrens van de aangesloten afnemer overschrijdt enerzijds (zie hiervoor artikel 1 lid 1 sub 4 Dit standpunt is verwoord in het verweerschrift in de nog lopende beroepsprocedure ter zake van de besluiten met betrekking tot de voorwaarden voor het jaar

9 d Gaswet dat, kort gezegd, het gastransportnet definieert als het samenstel van leidingen uitgezonderd de leidingen van een afnemer op zijn eigen terrein) en de gasmeter anderzijds, zijnde het fysieke punt op de onroerende zaak van de aangeslotene waar de feitelijke levering plaatsvindt (artikel 1 lid 1 sub m Gaswet). Hieruit volgt dat het samenstel van leidingen buiten het terrein van de aangesloten afnemer door de Gaswet als gastransportnet wordt beschouwd, het gedeelte van de leiding tussen de terreingrens en de gasmeter als aansluiting van de aangeslotene wordt gezien, en het samenstel van leidingen na de gasmeter op de onroerende zaak van de aangeslotene tot de installatie van de aangeslotene wordt gerekend. 39. De d-g NMa hecht er in alle redelijkheid aan dat de gebruikte definities, zeker waar deze betrekking hebben op de grenzen tussen het exclusieve domein van de netbeheerder en het vrije domein, aansluiten op het wettelijke systeem. Waar het wettelijk systeem onduidelijkheden overlaat of de praktijk niet geheel dekt, kan aanvulling middels algemene voorwaarden geoorloofd of zelfs gewenst zijn. Maar afwijking van het wettelijk systeem, laat staan doorkruising daarvan (bijvoorbeeld door het exclusieve domein van de netbeheerder op te rekken tot buiten de grenzen van het wettelijk systeem), kan naar de mening van de d-g NMa niet worden aangemerkt als redelijk of transparant in de zin van artikel 82 lid 3 Gaswet. Voorts stelt de d-g NMa zich met het oog op de transparantie op het standpunt dat, zo er aanleiding is tot aanvullingen op het wettelijke systeem, afwijkingen van het wettelijke begrippenkader zo beperkt mogelijk dienen te worden gehouden. Zo meent de d-g NMa dat het feit dat er aansluitingen voorkomen op objecten die niet onder de WOZ vallen (bijvoorbeeld woonboten) niet noopt tot een algemene afwijking van het wettelijke begrip van de aansluiting. Voorwaarden kunnen bijvoorbeeld ook van overeenkomstige toepassing worden verklaard op bepaalde wellicht nader te omschrijven aansluitingen die strikt genomen buiten het wettelijke aansluitingenbegrip vallen, zonder het wettelijke aansluitingenbegrip reeds in algemene zin los te laten. 40. De d-g NMa meent dat met de titel van de AVHH en de verwijzing in artikel 1 lid 2 AVHH naar de AVKZ indien en voor zover sprake is van zakelijk gebruik voldoende duidelijk is welke afnemersgroep hier bedoeld wordt. De toevoeging van de woorden voor huishoudelijke doeleinden in de definitie van afnemer vormt naar zijn oordeel een afwijking van de wettelijke definitie die geen functie vervult en ongewenst is uit een oogpunt van transparantie. 41. De d-g NMa meent dat afnemer en netgebruiker niet dezelfde persoon zijn. Dit volgt reeds uit het verschil tussen de wettelijke definities van beide begrippen. De toevoeging van al dan niet zijnde een netgebruiker in de definitie van afnemer naar het oordeel van de d-g NMa heeft geen reële functie, waardoor afwijking van de wettelijke definitie naar zijn oordeel niet gerechtvaardigd is. 42. De d-g NMa wijst er ten overvloede op dat een beschermde afnemer zelfs per definitie geen netgebruiker is. Volgens de Memorie van Toelichting bij de definitie in de Gaswet is een netgebruiker de klant van het gastransportbedrijf. De netgebruiker kan bijvoorbeeld een bedrijf dat handelt in gas, een eindverbruiker of een bedrijf dat levert aan eindverbruikers 9

10 zijn 5. Bij de hier genoemde eindverbruiker moet echter worden gedacht aan de afnemer die zelf transportcapaciteit contracteert met de netbeheerder (dán is hij immers de klant van het gastransportbedrijf ), zodat het daarbij niet kan gaan om de beschermde afnemer. Een beschermde afnemer contracteert namelijk zelf geen transportcapaciteit; dat doet zijn in de Memorie van Toelichting bedoelde leverancier (de vergunninghouder). 43. Van de hier gegeven, gemotiveerde interpretatie van de begrippen netgebruiker en beschermde afnemer kan niet worden gezegd - zoals ENECO stelt - dat deze evident onjuist is. De bezwaren zijn op dit punt derhalve ongegrond. Gedoogplicht 44. ENECO sluit zich aan bij hetgeen EnergieNed heeft opgemerkt in paragraaf 3.4 van haar aanvullend bezwaarschrift. 45. EnergieNed stelt dat de gedoogplicht in artikel 4 lid 1 AVHH en artikel 5 lid 1 AVKZ betrekking heeft op de aansluiting, en dat de directeur DTe reeds om deze reden niet bevoegd zou zijn op grond van artikel 82 Gaswet over deze artikelen te oordelen. EnergieNed betoogt dat de gedoogplicht noodzakelijk is om een afnemer te verplichten voorzieningen te dulden voor de levering aan in de onmiddellijke nabijheid gelegen (ingesloten) percelen. Zonder gedoogplicht of zakelijk recht kan een eigenaar van een (omringend) perceel in beginsel eisen dat de voor levering aan een derde bestemde leidingen uit zijn perceel worden verwijderd. Bovendien had de directeur DTe bij zijn beoordeling met betrekking tot de redelijkheid van de gedoogplicht volgens EnergieNed moeten meewegen dat op dit punt overeenstemming met de Consumentenbond is bereikt. 46. ENECO voegt aan de bezwaren van EnergieNed het volgende toe. De gedoogplicht betreft de aansluiting, en niet het transport, omdat deze betrekking heeft op leidingen e.d. binnen de terreingrens van de afnemer. De gedoogplicht is voorts geen technische voorwaarde in verband met het transport van gas, zodat bij een consistente toepassing van de opvattingen van de NMa - zoals neergelegd in het verweerschrift in de nog lopende beroepsprocedure - de directeur DTe niet bevoegd moet worden geacht de desbetreffende opdracht te geven. Bovendien is de gedoogplicht zoals verwoord in de algemene voorwaarden, redelijk. 47. Voor zover het de reikwijdte van de bevoegdheid ex artikel 82 Gaswet betreft, wijst de d-g NMa erop dat met de gegeven opdracht niet de aansluiting wordt gereguleerd, doch slechts wordt bewerkstelligd dat de voorwaarden redelijk en transparant zijn ten aanzien van een punt dat betrekking heeft op het transport van gas en de daarmee noodzakelijkerwijs verbonden diensten. Het gaat immers om het gedogen van voorzieningen die de netbeheerder treft met het oog op de uitoefening van zijn transportfunctie in dit geval ten 5 TK , , nr. 3. p

11 behoeve van een derde. De d-g NMa is dan ook van oordeel dat geen sprake is van bevoegdheidsoverschrijding. 48. De d-g NMa is van oordeel dat de beperking van de gedoogplicht in de artikelen 4 lid 1 AVHH en 5 lid 1 AVKZ, niet afdoet aan de onredelijkheid van deze bepalingen voor de afnemer op dit punt. De stelling dat de bepalingen slechts bedoeld zijn voor de levering aan in de onmiddellijke nabijheid gelegen percelen en dat het daarbij slechts gaat om ondergrondse leidingen, vindt geen steun in de tekst van de betreffende bepalingen, die een veel verdergaande gedoogplicht opleggen. De stelling dat het te kostbaar is om zakelijke rechten te vestigen, doet aan het voorgaande niet af, met name nu niet aannemelijk gemaakt is dat het vestigen van zodanige rechten in veel gevallen noodzakelijk zal zijn. Het bezwaar is op dit punt derhalve ongegrond. 49. Ten aanzien van de door EnergieNed gestelde overeenstemming met de Consumentenbond verwijst de d-g NMa naar hetgeen hij hierboven heeft opgemerkt in randnummer Op de stellingen van ENECO dat de gedoogplicht betrekking zou hebben op de aansluiting, en dat de voorwaarden op dit punt redelijk zouden zijn, is hierboven onder de randnummers 47 en 48 reeds gereageerd. Het bezwaar is op dit punt ongegrond. Naar aanleiding van de stelling dat het geen technische voorwaarde betreft die derhalve buiten de bevoegdheid ex artikel 82 lid 3 Gaswet zou vallen, herhaalt de d-g NMa dat evident is dat artikel 82 niet alleen betrekking heeft op technische voorwaarden. Ook op dit punt is het bezwaar derhalve ongegrond. Verwijzing naar de voorwaarden zoals bedoeld in artikel 11 lid 1 Gaswet 51. ENECO sluit zich aan bij hetgeen EnergieNed heeft opgemerkt in paragraaf 3.5 van haar aanvullend bezwaarschrift. EnergieNed stelt dat dit artikel betrekking heeft op de aansluiting zodat de directeur DTe niet bevoegd is de netbeheerders op te dragen dit artikel aan te passen. 52. De d-g NMa verwijst voor wat betreft de reikwijdte van zijn bevoegdheid naar de randnummers 20 tot en met 24 van het onderhavige besluit. Derhalve is dit bezwaar ongegrond. Gestelde eisen aan (werkzaamheden aan) gasinstallatie 53. ENECO sluit zich aan bij hetgeen EnergieNed heeft opgemerkt in paragraaf 3.6 van haar aanvullend bezwaarschrift. 54. EnergieNed stelt dat artikel 5 AVHH en artikel 6 AVKZ betrekking hebben op de aansluiting en dat de directeur DTe derhalve niet bevoegd is de netbeheerders op te dragen deze artikelen aan te passen. EnergieNed voegt daaraan toe dat het vierde lid van deze artikelen 11

12 niet in strijd is met de in artikel 82 lid 3 Gaswet neergelegde criteria, omdat een soortgelijke bepaling ook in artikel van de Netcode voor elektriciteit is opgenomen. 55. De d-g NMa is van oordeel dat evident is dat de artikelen 5 AVHH en 6 AVKZ geen betrekking hebben op de aansluiting. Uit de tekst van en het opschrift ( DE GASINSTALLATIE ) boven die artikelen blijkt dat het gaat om voorwaarden die betrekking hebben op de installatie van de afnemer. 56. Zoals in randnummer 25 van het bestreden besluit is overwogen, beogen de leden 2 tot en met 4 van beide artikelen de veiligheid bij het gebruik van installaties te bevorderen. Ingevolge artikel 42 Gaswet heeft een gastransportbedrijf dat de aansluiting verzorgt bij afnemers in het kader van het transport van gas naar die eindafnemers tot taak het bevorderen van de veiligheid bij het gebruik van toestellen en installaties die gas verbruiken. Blijkens de parlementaire geschiedenis moet bij de invulling van deze taak worden gedacht aan het regelmatig verstrekken van gerichte voorlichting en adviezen aan de eindafnemers over het noodzakelijk onderhoud en het veilig en doelmatig gebruik van toestellen en installaties. De verantwoordelijkheid voor de veiligheid van toestellen en installaties binnen de woning of het gebouw van de eindafnemer - dus vanaf de gasmeter - ligt bij de eindafnemer of de eigenaar zelf. De eisen waaraan de toestellen en installaties ten minste moeten voldoen zijn vastgesteld krachtens de Warenwet (in het Besluit gastoestellen) respectievelijk de Woningwet (in het Bouwbesluit) 6. Artikel 5 leden 2 tot en met 4 AVHH en artikel 6 leden 2 tot en met 4 AVKZ dienen derhalve uit de algemene voorwaarden te worden verwijderd. 57. Daaraan doet niet af dat een soortgelijke bepaling als het vierde lid van deze artikelen voor elektriciteit is opgenomen in artikel van de Netcode. Voor dat algemeen verbindend voorschrift kan immers een wettelijke grondslag worden gevonden, niet in het met artikel 42 Gaswet overeenkomende artikel 16, lid 1, aanhef en onderdeel g, Elektriciteitswet 1998, maar in artikel 31 lid 1 onderdeel a van die wet. 58. Aan de toevoegingen van ENECO op het bezwaar van EnergieNed op dit punt komt naar de mening van de d-g NMa geen andere betekenis toe dan aan dat van EnergieNed, zodat de d-g NMa deze met het bovenstaande beantwoord acht. Plaatsen, onderhouden, wegnemen etc. van een aansluiting (c.q. meetinrichting) en uitbreiding voorwaarden met de voorwaarden voor aansluiting (c.q. meter) 59. ENECO sluit zich aan bij hetgeen EnergieNed heeft opgemerkt in de paragrafen 3.7 en 3.8 van haar aanvullend bezwaarschrift. 6 TK , , nr. 3, p. 44 en nr. 6, p

13 60. EnergieNed stelt dat de directeur DTe op grond van artikel 82 Gaswet niet bevoegd is over de aansluiting en de meter te oordelen. EnergieNed meent dat de in het bestreden besluit vermelde opdracht om de algemene voorwaarden zodanig aan te passen dat het voor de beschermde afnemer of kleinverbruiker duidelijk is wie de eigenaar is van de huidige meter, onder welke voorwaarden hij van deze meter gebruik maakt en dat hem de mogelijkheid duidelijk is om in eigen beheer een meter te plaatsen in strijd is met de beslissing op bezwaar van 1 september 2003, nu deze opdracht in de beslissing op bezwaar is herroepen. Voorts vindt EnergieNed de bestreden besluiten niet juist dan wel innerlijk tegenstrijdig. De directeur DTe had uitsluitend de opdracht moeten geven de technische eisen die aan het onderhouden en vervangen van de aansluitingen en de meters worden gesteld, in de voorwaarden op te nemen. 61. Hieraan voegt ENECO toe dat de opdracht tot verduidelijking van de eigendom en de voorwaarden, en tot vermelding van de mogelijkheid een meter in eigen beheer te plaatsen, niet gemotiveerd is. Tevens stelt ENECO dat de in randnummer 39 gegeven opdracht niet strookt met de overwegingen in randnummer De d-g NMa verwijst voor wat betreft de reikwijdte van diens bevoegdheid naar de randnummers 20 tot en met 24. De d-g NMa merkt op dat met de gegeven opdrachten niet de aansluiting of de meter wordt gereguleerd, maar dat slechts wordt bewerkstelligd dat de netbeheerder technische voorwaarden stelt aan de aansluiting en de meter en de plaatsing daarvan, indien deze door derden worden gerealiseerd, zodat de voorwaarden redelijk en transparant zijn voor de beschermde afnemer of kleinverbruiker. 63. De d-g NMa is van mening dat voorwaarden met betrekking tot meters en aansluitingen, die geen verband houden met de wijze waarop onderhoud en vervanging van meters en van aansluitingen dient te geschieden, met andere woorden: andere dan technische eisen, strikt genomen niet onder de reikwijdte van artikel 82 Gaswet vallen. Omdat de in de randnummers 36 en 38 van het primaire besluit van 24 december 2002 gegeven opdrachten (mede) zien op andere dan technische eisen, heeft de d-g NMa bij zijn beslissing op bezwaar van 1 september 2003 deze opdrachten vervallen verklaard. De opdrachten in de randnummers 37 en 39 van het primaire besluit van 24 december 2002 hebben betrekking op de technische eisen waaraan aansluitingen of meters dienen te voldoen, zodat deze opdrachten in de beslissing op bezwaar van 1 september 2003 gehandhaafd zijn. 64. De d-g NMa is met ENECO (en EnergieNed) van oordeel dat de in randnummer 40 van het bestreden besluit aan ENECO gegeven opdracht in strijd is met de beslissing op bezwaar van 1 september De gelijkluidende opdracht in randnummer 38 van het primaire besluit van 24 december 2002 gericht tot ENECO is niet gehandhaafd in de beslissing op bezwaar van 1 september 2003 omdat de opdracht (mede) ziet op andere dan technische eisen. Dit betekent dat de in de randnummer 40 van het thans bestreden besluit vermelde opdracht aan 13

14 ENECO om de voorwaarden als bedoeld in artikel 82 aan te passen, moet vervallen. Het bezwaar is op dit punt derhalve gegrond. 65. De d-g NMa meent dat de tekst van de opdrachten wellicht op bepaalde punten overeenkomt, maar de stelling van EnergieNed dat de gegeven opdrachten niet juist dan wel innerlijk tegenstrijdig zouden zijn, berust op een verkeerde lezing van de opdrachten. 66. Het door ENECO gestelde motiveringsgebrek (zie randnummer 61 hierboven) heeft betrekking op de opdracht in randnummer 40 van het bestreden besluit. Doordat deze opdracht blijkens randnummer 64 wordt herroepen, is dit bezwaar zonder voorwerp geworden. Ten aanzien van de technische eisen aan de meetinrichting is het bestreden besluit naar het oordeel van de d-g NMa voldoende gemotiveerd, met name in randnummer 26 van dat besluit. ENECO heeft de gestelde discrepantie tussen de randnummers 26 en 39 van het bestreden besluit niet aannemelijk gemaakt. De d-g NMa ziet echter ook ambtshalve geen discrepantie tussen beide randnummers. In zoverre is het bezwaar van ENECO derhalve ongegrond. Onredelijk bezwarende bedingen 67. ENECO sluit zich aan bij hetgeen EnergieNed heeft opgemerkt in paragraaf 3.9 van haar aanvullend bezwaarschrift. 68. EnergieNed herhaalt haar standpunt dat de directeur DTe slechts een beperkte bevoegdheid heeft om een netbeheerder op grond van artikel 82 Gaswet op te dragen zijn voorwaarden aan te passen. Voorts is volgens EnergieNed geen van de bepalingen uit de algemene voorwaarden voor huishoudelijke afnemers onredelijk bezwarend. Voor wat betreft de voorgeschreven aanpassing van artikel 9 lid 4 AVHH en artikel 10 lid 3 AVKZ meent EnergieNed dat het niet noodzakelijk is "rechtmatig" toe te voegen daar het evident is dat het gastransportbedrijf uitsluitend rechtmatig gebruik mag maken van zijn in de Algemene Voorwaarden toegekende bevoegdheden. Voorts bestaat over betreffende voorwaarde al jaren overeenstemming met de Consumentenbond, zodat deze niet als onredelijk bezwarend kan worden aangemerkt. 69. Voorts is ENECO van oordeel dat in het besluit aangeduid had moeten worden met welk artikel c.q. onderdeel daarvan de beperking van aansprakelijkheid in strijd zou zijn. Ook is onbegrijpelijk waarom wel naar de AVKZ, en niet naar de AVHH verwezen is bij de gesuggereerde toevoeging van het woord rechtmatig. 70. De d-g NMa verwijst voor wat betreft de reikwijdte van zijn bevoegdheid naar de randnummers 20 tot en met 24. De d-g NMa wijst er op dat het bij de onderhavige artikelen van de Algemene Voorwaarden gaat om de bevoegdheid van de netbeheerder tot beperking of onderbreking van het transport van gas, en de bevoegdheid van de netbeheerder tot wegneming of de-activering van een aansluiting waardoor geen transport van gas meer 14

15 plaatsvindt. De gegeven opdrachten hebben derhalve betrekking op het "transport van gas en de daarmee noodzakelijkerwijs verbonden diensten", zodat naar het oordeel van de d-g NMa geen sprake is van bevoegdheidsoverschrijding. 71. De reden om artikel 9 lid 4 AVHH als onredelijk bezwarend aan te merken, is dat deze bepaling de netbeheerder bevrijdt van een wettelijke verplichting tot schadevergoeding en daarmee is aan te merken als een beding in de zin van artikel 6:237 onderdeel f BW. Een dergelijk beding wordt op grond van dit artikel vermoed onredelijk bezwarend te zijn. De d-g NMa acht een dergelijke algehele uitsluiting van aansprakelijkheid voor alle schade ontstaan uit het gebruik van de bevoegdheden van de netbeheerder op basis van de artikelen 8 en 9 AVHH, onredelijk bezwarend, met name nu niet geheel uitgesloten is dat de netbeheerder op onterechte gronden overgaat tot het onderbreken van het transport. In dit verband wijst de d- g NMa erop dat ingevolge artikel 6:238 lid 2 BW bij een overeenkomst als bedoeld in artikel 237 BW de bedingen duidelijk en begrijpelijk moeten zijn opgesteld en bij twijfel over de betekenis van een beding, de voor de wederpartij gunstigste uitleg prevaleert. Op dit punt is het bezwaar derhalve ongegrond. Hetzelfde geldt mutatis mutandis voor artikel 10 lid 3 AVKZ. De d-g NMa kan zich voorstellen dat de netbeheerders gas teneinde twijfel bij de afnemer/ netgebruiker over de betekenis van artikel 9 lid 4 AVHH en artikel 10 lid 3 AVKZ op voorhand weg te nemen, in die artikelleden tussen Het en gebruik telkens invoegt: rechtmatig. De d-g NMa geeft overigens slechts een suggestie voor aanpassing. Deze suggestie bindt de netbeheerders niet, voor wat betreft de wijze waarop zij het onredelijk bezwarend karakter van de artikelen 9, lid 4 AVHH en 10, lid 3 AVKZ wegnemen. De stelling van ENECO, dat onbegrijpelijk is dat bij deze suggestie wel is verwezen naar de AVKZ, maar niet naar de AVHH, treft overigens al geen doel vanwege het niet-bindende (niet op rechtsgevolg gerichte) karakter van de door de directeur DTe gedane suggestie. 72. Ten aanzien van de door EnergieNed gestelde overeenstemming met de Consumentenbond verwijst d-g NMa naar hetgeen hij hierboven heeft opgemerkt in randnummer 33. Specificatie bedragen 73. ENECO sluit zich aan bij hetgeen EnergieNed heeft opgemerkt in paragraaf 3.10 van haar aanvullend bezwaarschrift. EnergieNed stelt dat hoewel de specificatie van belastingen, toeslagen en heffingen op de nota tot op heden steeds mogelijk is gebleken, niet te voorzien is in hoeverre het in de toekomst, mede gelet op aanwezige automatiseringssystemen en een kosten-/ batenafweging, redelijkerwijs mogelijk is dat te blijven doen. De artikelen 14 lid 3 AVHH en 15 lid 3 AVKZ zijn derhalve alleszins redelijk en kunnen niet gewijzigd worden. Voorts had er rekening gehouden moeten worden met het feit dat over de huidige voorwaarden overeenstemming bestaat met de Consumentenbond. 74. Daaraan voegt ENECO toe dat niet als onredelijk kan worden aangemerkt dat op grond van de desbetreffende bepaling specificatie uitsluitend achterwege kan blijven indien specificatie niet mogelijk is. 15

16 75. De directeur DTe mocht er naar het oordeel van de d-g NMa in de bestreden besluiten van uitgaan dat de netbeheerders op de hoogte zijn van de toepasselijke belastingen, toeslagen en heffingen en dat zij in staat zijn om dergelijke informatie te verstrekken. De d-g NMa meent dat de afnemer inzicht moet hebben in alle belastingen, toeslagen en heffingen die hij betaalt. EnergieNed en ENECO hebben niet aannemelijk gemaakt waarom de netbeheerder de desbetreffende informatie niet zou kunnen blijven verstrekken. De d-g NMa concludeert dan ook dat niet is in te zien waarom de directeur DTe niet tot de op dit punt gegeven opdracht heeft kunnen komen. Het bezwaar is derhalve ongegrond. Verwijzing in artikel 10 lid 1 AVKZ naar "nadere voorwaarden" 76. ENECO sluit zich aan bij hetgeen EnergieNed heeft opgemerkt in paragraaf 3.11 van haar aanvullend bezwaarschrift. 77. Naar de mening van EnergieNed heeft de directeur DTe de netbeheerders ten onrechte opgedragen de nadere voorwaarden zoals bedoeld in artikel 9 lid 3 en artikel 10 lid 1 AVKZ integraal in de Algemene Voorwaarden op te nemen, dan wel de verwijzing hiernaar te verwijderen. Het is volgens EnergieNed niet mogelijk die nadere voorwaarden integraal in de Algemene Voorwaarden op te nemen omdat de inhoud en strekking daarvan steeds bepaald zal moeten worden aan de hand van de aard van de tekortkoming van de afnemer. Voorts vindt EnergieNed het onbegrijpelijk dat Intergas Netbeheer B.V. en Westland Energie Infrastructuur B.V. deze opdracht niet hebben gekregen en dat een dergelijke opdracht ook niet voor huishoudelijke afnemers is gegeven. Voor huishoudelijke afnemers worden deze voorwaarden overigens al jaren gehanteerd in overeenstemming met de Consumentenbond. 78. Daaraan voegt ENECO toe dat sprake is van rechtsongelijkheid tussen ENECO en de andere gastransportbedrijven aangezien de laatstgenoemde niet de opdracht hebben gekregen hun AVHH op dit punt aan te passen. Voorts maakt ENECO gewag van een verschil tussen het op de website geplaatste en het aan ENECO toegezonden besluit. 79. De d-g NMa is van mening dat in artikel 10 lid 1 AVKZ voldoende omschreven staat onder welke omstandigheden de aansluiting kan worden weggenomen of de aansluiting kan worden gedeactiveerd, zodat het niet noodzakelijk is om hieraan nadere voorwaarden te verbinden. De d-g NMa overweegt nog dat hij het van groot belang acht dat de afnemer vooraf kan beoordelen wat er van hem verwacht wordt. De d-g NMa heeft zowel Intergas als Westland de opdracht gegeven de nadere voorwaarden zoals bedoeld in artikel 10 lid 1 AVKZ integraal in de Algemene Voorwaarden op te nemen, dan wel de verwijzing hiernaar te verwijderen. Echter in deze opdracht wordt verwezen naar artikel 6 AVHH in plaats van naar artikel 9 AVHH. De d-g NMa meent dat voldoende duidelijk is dat bedoeld is te verwijzen naar artikel 9 AVHH dat de Niet Nakoming regelt. In artikel 6 AVHH is geen sprake van Niet Nakoming. Derhalve berust dit op een kennelijke verschrijving. Wel ziet de d-g NMa, nu Intergas en Westland hierdoor niet worden benadeeld, aanleiding de verwijzing in het dictum van de 16

17 onderhavige besluiten te corrigeren. Voorts is deze opdracht in alle besluiten wel degelijk ook voor de huishoudelijke afnemers gegeven. Het bezwaar is derhalve ongegrond. 80. Ten aanzien van het door ENECO gesignaleerde verschil tussen enkele besluiten zoals gepubliceerd op de website en zoals verzonden aan de desbetreffende netbeheerders, is ter hoorzitting medegedeeld dat deze verschillen zijn weggenomen door de juiste documenten op de website te plaatsen. Opstellingsruimte (artikel 4 lid 6 AVKZ) 81. ENECO sluit zich aan bij hetgeen EnergieNed heeft opgemerkt in paragraaf 3.12 van haar aanvullend bezwaarschrift. 82. EnergieNed stelt dat artikel 4 lid 6 AVKZ betrekking heeft op de aansluiting, zodat dit buiten de werking van artikel 82 Gaswet valt. Verder zou de in artikel 4 lid 6 AVKZ opgenomen verplichting redelijk zijn. De afnemer ontvangt een vergoeding voor het gebruik van de opstellingsruimte ten behoeve van het transport van gas voor derden. Het vinden van goede alternatieven zou moeilijk zijn, en met name het verkrijgen van grond en van de vereiste vergunningen zou veel tijd kosten. Verder zou het niet veel voorkomen dat kleinverbruikers beschikken over hier bedoelde opstellingsruimten. 83. ENECO voegt hieraan toe dat in het verweerschrift in de nog lopende beroepsprocedure met betrekking tot de voorwaarden voor 2003 wordt erkend dat elke termijn iets willekeurigs heeft, en dat het bestreden besluit op dit punt niet onderbouwd is, terwijl voor opdrachten als bedoeld in artikel 82 lid 3 Gaswet aangetoond moet worden dat de gehanteerde voorwaarde onredelijk is. 84. De d-g NMa wijst erop dat de voorwaarde ten aanzien van de opstellingsruimte niet zonder meer zoals EnergieNed stelt betrekking heeft op de aansluiting. Voorzieningen in hier bedoelde opstellingsruimten maken deel uit van het transportnet en/ of van de aansluiting. Voorzover de voorzieningen onderdeel zijn van het transportnet gaat het om transport ten behoeve van derden. Voorzover de aansluiting in het geding is, betreft het hier geen voorwaarde met betrekking tot de technische deugdelijkheid. Die is immers in andere wetgeving geregeld, zoals het Bouwbesluit. 85. De d-g NMa acht een termijn van 6 maanden een redelijke termijn. Elke termijn die de directeur DTe zou kunnen noemen heeft iets willekeurigs; in zoverre is voor geen enkele potentiële termijn een volstrekt overtuigende en andere potentiële termijnen uitsluitende motivering te geven. Naar het oordeel van de d-g NMa is de gegeven opdracht op dit punt redelijk. De d-g NMa is van oordeel dat de netbeheerder vanaf het moment dat de overeenkomst opgezegd wordt, kan anticiperen op het feit dat de opstellingsruimte niet meer gebruikt kan worden ten behoeve van het transport van gas voor derden. Hij acht een prikkel om dit voortvarend en efficiënt te doen, noodzakelijk om de gevolgen van de aanwezigheid 17

18 van opstellingen niet onevenredig af te wentelen op de (alsdan voormalig) afnemer. Ook voor zover opstellingen vergunningplichtig zijn, is niet in te zien dat deze niet binnen 6 maanden verplaatst zouden kunnen worden. Niet alleen de bescherming van de kleinverbruiker, maar ook het belang van een doelmatig netbeheer is hier naar het oordeel van de d-g NMa in het geding. Het bezwaar is ongegrond. 86. Zoals ENECO aangeeft heeft de d-g NMa in het verweerschrift in de lopende beroepsprocedure erkend dat de door de directeur DTe - en in bezwaar de d-g NMa zelf - te noemen maximumtermijn iets willekeurigs heeft. Dit betreft echter slechts de precieze remedie, nadat geoordeeld is dat de thans in de AVKZ gehanteerde termijn onredelijk lang is. Dit sluit derhalve niet uit dat van artikel 4 lid 6 AVKZ gezegd kan worden dat het onredelijk bezwarend is. De d-g NMa is van mening dat de directeur DTe de maximumtermijn van 12 maanden terecht heeft aangemerkt als onredelijk lang jegens de (voormalig) afnemer, en te kennen heeft gegeven dat een langere termijn 6 maanden in strijd is met het belang van doelmatig netbeheer. Het bezwaar van ENECO is derhalve ongegrond. Technische specificaties gas 87. ENECO sluit zich aan bij hetgeen EnergieNed heeft opgemerkt in paragraaf 3.13 van haar aanvullend bezwaarschrift. 88. EnergieNed stelt dat het de taak van de leverancier en niet die van de netbeheerder is om, indien de klant dat wenst, de specificaties van het gas dat hij levert te vermelden. Het zou voor de netbeheerder ondoenlijk zijn om de wijze waarop zij controle op de specificaties van het gas uitoefenen in algemene voorwaarden vast te leggen. De netbeheerders hebben inmiddels wel de Kwaliteitscode Gas op twee punten aangepast. Voorts had er rekening gehouden moeten worden met het feit dat over de huidige voorwaarden overeenstemming bestaat met de Consumentenbond. 89. Volgens ENECO is met de bepalingen ter zake in de Kwaliteitscode gas voldoende tegemoet is gekomen aan de door de directeur DTe gestelde taak van de netbeheerder. Uit het verweerschrift in de nog lopende beroepsprocedure is niet af te leiden waarom zulks onvoldoende het geval zou zijn. 90. De d-g NMa overweegt dat de netbeheerder de taak heeft de specificaties van het gas te controleren. Ten eerste zal de netbeheerder vanuit het oogpunt van veiligheid moeten waarborgen dat de samenstelling van het gas voldoet aan de technische specificaties. Ten tweede zal met het oog op de comptabele meting nauwkeurig vastgesteld moeten worden welke kwaliteit gas de afnemer daadwerkelijk heeft ontvangen. Het gas dat de afnemer uit het gastransportnet van de regionale netbeheerder afneemt, is fysiek immers niet hetzelfde gas dat door zijn leverancier aan het regionale gastransportnet wordt toegevoerd. 18

BESLUIT. Inleiding. Status van het besluit. Dienst uitvoering en toezicht Energie

BESLUIT. Inleiding. Status van het besluit. Dienst uitvoering en toezicht Energie Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: 100595/12 Betreft: Besluit tot (voorlopige) vaststelling van de gereguleerde vastrechtcomponent van de transporttarieven gas voor het jaar 2002 zoals

Nadere informatie

BESLUIT. Juridisch kader

BESLUIT. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101759_19-6 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid,

Nadere informatie

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Inleiding

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Inleiding Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 103259_1/14 Betreft zaak: 103259_1 (102770) Codewijzigingsvoorstel kwaliteit dienstverlening Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

BESLUIT. Juridisch kader

BESLUIT. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101759_5-8 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid,

Nadere informatie

BESLUIT. I. Juridisch kader. Dienst uitvoering en toezicht Energie

BESLUIT. I. Juridisch kader. Dienst uitvoering en toezicht Energie Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: 101759_10-6 Betreft: Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid,

Nadere informatie

BESLUIT. Juridisch kader

BESLUIT. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101759_9-9 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid,

Nadere informatie

BESLUIT. Juridisch kader

BESLUIT. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101759_6-5 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid,

Nadere informatie

BESLUIT. I. Juridisch kader

BESLUIT. I. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft; 101698-12 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d, eerste

Nadere informatie

BESLUIT. Juridisch kader

BESLUIT. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101759_8-7 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid,

Nadere informatie

BESLUIT. Dienst uitvoering en toezicht Energie. Inleiding en verloop procedure

BESLUIT. Dienst uitvoering en toezicht Energie. Inleiding en verloop procedure Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: 100792/ 47 Betreft: Besluit tot wijziging van het besluit van 18 juli 2001 kenmerk 100247/37, waarbij de tarieven zijn vastgesteld die Westland Energie

Nadere informatie

BESLUIT. Openbaar. Openbaar

BESLUIT. Openbaar. Openbaar Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 104043_2/17; 104043_4/18 Betreft zaak: 104043_2 en 104043_4 / besluit op bezwaar tariefbesluit elektriciteit 2012 Besluit van de Raad van Bestuur van de

Nadere informatie

BESLUIT. Juridisch kader

BESLUIT. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101759_12-5 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid,

Nadere informatie

BESLUIT. I. Juridisch kader. Dienst uitvoering en toezicht Energie

BESLUIT. I. Juridisch kader. Dienst uitvoering en toezicht Energie Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101758_13-4 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d,

Nadere informatie

6. Bij brief van 22 oktober 2001 heeft Vebega de gronden van haar bezwaarschrift op het punt van de ontvankelijkheid aangevuld.

6. Bij brief van 22 oktober 2001 heeft Vebega de gronden van haar bezwaarschrift op het punt van de ontvankelijkheid aangevuld. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit op het bezwaar gericht tegen de beslissing van 4 september 2001, kenmerk 2269-95.F.049. Zaaknummer 2705-19/ Vebega I.

Nadere informatie

BESLUIT _6-5 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan

BESLUIT _6-5 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101758_6-5 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d, eerste

Nadere informatie

BESLUIT. Juridisch kader

BESLUIT. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101758_11-6 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d,

Nadere informatie

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer: 3758-32 Betreft zaak: Tariefstructuur Arbodiensten Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot nietontvankelijkheidsverklaring

Nadere informatie

BESLUIT. I. Juridisch kader. Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan. DELTA Comfort B.V.

BESLUIT. I. Juridisch kader. Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan. DELTA Comfort B.V. Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft; 101689-5 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d, eerste

Nadere informatie

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Inleiding

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Inleiding Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer: 103078_4/20 Betreft zaak: Beslissing op bezwaar tegen het besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit van 29 augustus 2008,

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit inzake geschil als bedoeld in artikel 51 van de Elektriciteitswet 1998; Metrax N.V.

BESLUIT. Besluit inzake geschil als bedoeld in artikel 51 van de Elektriciteitswet 1998; Metrax N.V. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer: 101987/ 25 Betreft: Besluit inzake geschil als bedoeld in artikel 51 van de Elektriciteitswet 1998; Metrax N.V. I. Verloop van de procedure 1. Bij brief

Nadere informatie

BESLUIT. I. Juridisch kader. Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan. Essent Retail Energie b.v.

BESLUIT. I. Juridisch kader. Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan. Essent Retail Energie b.v. Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft; 101758_10-11 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550 ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 15-06-2009 Datum publicatie 06-07-2009 Zaaknummer AWB 08/5874 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Datum Uw kenmerk Ons kenmerk Bijlage(n) RTD C / /3.B1333

Datum Uw kenmerk Ons kenmerk Bijlage(n) RTD C / /3.B1333 ENERGIEKAMER Aan NauthaDutilh N.V. T.a.v. mr. H. Kerstholt Postbus 1110 3000 BC ROTTERDAM Datum Uw kenmerk Ons kenmerk Bijlage(n) 53083442 RTD C 696033 / 17103155/3.B1333 Onderwerp Verzoek om een informele

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nummer 4445-51 Betreft zaak: 4445/ Aannemingsbedrijf

Nadere informatie

Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT

Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: 101608/ 44, 101627/ 13, 101628/ 12 Besluit van de directeur van de Dienst uitvoering en toezicht Energie op de bezwaren van de Vereniging Nederlandse

Nadere informatie

BESLUIT. 3. Tegen het bestreden besluit heeft Automark tijdig bezwaar aangetekend bij brief van 30 juli 2008.

BESLUIT. 3. Tegen het bestreden besluit heeft Automark tijdig bezwaar aangetekend bij brief van 30 juli 2008. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6386 / 66 Betreft zaak: Wob-verzoek Automark II Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren gericht tegen

Nadere informatie

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 2962-12 Betreft zaak: Van der Post-overheidssteun politieke partijen Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot nietontvankelijkverklaring

Nadere informatie

1 Juridisch kader BESLUIT ENERGIEKAMER

1 Juridisch kader BESLUIT ENERGIEKAMER ENERGIEKAMER BESLUIT Nummer: 102556_1/8. Betreft: Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d, eerste lid Elektriciteitswet

Nadere informatie

BESLUIT. 4. Op 31 mei 2011 heeft Careyn bezwaar tegen het bestreden besluit ingesteld. Careyn heeft op 6 september 2011 gronden van bezwaar ingediend.

BESLUIT. 4. Op 31 mei 2011 heeft Careyn bezwaar tegen het bestreden besluit ingesteld. Careyn heeft op 6 september 2011 gronden van bezwaar ingediend. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6109/867 Betreft zaak: Caraat Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren gericht tegen het besluit van de

Nadere informatie

1 Juridisch kader BESLUIT

1 Juridisch kader BESLUIT Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 43, eerste lid, van de Gaswet l Nummer 102552_2 / 7 Betreft zaak:

Nadere informatie

1 Juridisch kader BESLUIT

1 Juridisch kader BESLUIT Directie Toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 102461/3.BT827 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d, eerste lid,

Nadere informatie

BESLUIT. Juridisch kader

BESLUIT. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101758_25-3 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d,

Nadere informatie

BESLUIT. Directie Toezicht Energie INLEIDING EN PROCEDURE WETTELIJK KADER

BESLUIT. Directie Toezicht Energie INLEIDING EN PROCEDURE WETTELIJK KADER Directie Toezicht Energie BESLUIT Nummer: 102004-4 Betreft: Besluit tot verlening van ontheffing aan avitwente B.V. te Hengelo van de plicht een netbeheerder aan te wijzen ex artikel 15, tweede lid, van

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2006:AV7682

ECLI:NL:RBARN:2006:AV7682 ECLI:NL:RBARN:2006:AV7682 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 09-03-2006 Datum publicatie 30-03-2006 Zaaknummer AWB 05/4258 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Ambtenarenrecht Eerste

Nadere informatie

Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit Nummer 4468-52 Betreft zaak: 4468/ Joost Visser Aannemingsbedrijf B.V. en Visser en Kuyper Beheer B.V. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

BINDEND ADVIES. van de Geschillencommissie Energie

BINDEND ADVIES. van de Geschillencommissie Energie BINDEND ADVIES van de Geschillencommissie Energie in het geschil tussen: [naam van de consument], wonende te [woonplaats] (verder te noemen: de consument) en [naam van de netbeheerder], gevestigd te [vestigingsplaats]

Nadere informatie

Dienst uitvoering en toezicht Energie

Dienst uitvoering en toezicht Energie Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: 101750_5-12 Betreft: Besluit tot vaststelling van de maximum nettarieven elektriciteit voor het jaar 2005 zoals bedoeld in artikel 41c, eerste lid

Nadere informatie

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Verloop van de procedure

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Verloop van de procedure Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer: 103215/51 Betreft zaak: Besluit op bezwaar inzake geschil Waterschap Velt en Vecht vs. N.V. Rendo Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

1 Juridisch kader BESLUIT. Directie Toezicht Energie

1 Juridisch kader BESLUIT. Directie Toezicht Energie Directie Toezicht Energie BESLUIT Nummer: 102467_2-3 Betreft: Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid, van de Gaswet

Nadere informatie

BESLUIT. 2. Bij brief van 21 oktober 2002 heeft P. Abegg tegen dit besluit bezwaar gemaakt.

BESLUIT. 2. Bij brief van 21 oktober 2002 heeft P. Abegg tegen dit besluit bezwaar gemaakt. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 2960/ 24 Betreft zaak: Abegg - CZ Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring van het tegen zijn

Nadere informatie

Pagina 1/10 ONTWERPBESLUIT. Ontwerpbesluit. Ons kenmerk: ACM/DE/2015/ Zaaknummer:

Pagina 1/10 ONTWERPBESLUIT. Ontwerpbesluit. Ons kenmerk: ACM/DE/2015/ Zaaknummer: Ons kenmerk: ACM/DE/2015/205669 Zaaknummer: 14.0980.52 ONTWERPBESLUIT Besluit van de Autoriteit Consument en Markt op grond van artikel 36 van de Elektriciteitswet 1998. Pagina 1/10 Muzenstraat 41 2511

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit. Nummer 6486/62 Betreft zaak: Easyjet v. N.V. Luchthaven Schiphol 1. Inleiding 1. Op

Nadere informatie

1 Inleiding. 2 Wettelijke context BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

1 Inleiding. 2 Wettelijke context BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 82, eerste lid, jo. artikel 82, vierde lid, van de Gaswet. Nummer

Nadere informatie

BINDEND ADVIES van de Geschillencommissie Energie

BINDEND ADVIES van de Geschillencommissie Energie BINDEND ADVIES van de Geschillencommissie Energie in het geschil tussen: [naam van de consument], wonende te [woonplaats] (verder te noemen: de consument) en [naam van de netbeheerder], gevestigd te [vestigingsplaats]

Nadere informatie

BESLUIT. 2. Bij besluit van 24 april 2007 (hierna: het bestreden besluit) heeft de Raad de klacht van ECW deels gegrond en deels ongegrond verklaard.

BESLUIT. 2. Bij besluit van 24 april 2007 (hierna: het bestreden besluit) heeft de Raad de klacht van ECW deels gegrond en deels ongegrond verklaard. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 102454/51 Betreft zaak: ECW Netwerk B.V. Besluit op het bezwaar van ECW Netwerk B.V., tegen het besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

BESLUIT. 2. Onderhavig besluit betreft de vaststelling van de nettarieven voor het jaar 2005 voor Essent Netwerk B.V.

BESLUIT. 2. Onderhavig besluit betreft de vaststelling van de nettarieven voor het jaar 2005 voor Essent Netwerk B.V. Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: 101750_18-9 Betreft: Besluit tot vaststelling van de maximum nettarieven elektriciteit voor het jaar 2005 zoals bedoeld in artikel 41c, eerste lid

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:1522

ECLI:NL:RVS:2013:1522 ECLI:NL:RVS:2013:1522 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-10-2013 Datum publicatie 16-10-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201206838/1/A3 Bestuursrecht Tussenuitspraak

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Minister van Economische Zaken als bedoeld in artikel 95d van de

BESLUIT. Besluit van de Minister van Economische Zaken als bedoeld in artikel 95d van de Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 10548_1/7.BT898 Betreft zaak: Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 51 Elektriciteitswet 1998.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 51 Elektriciteitswet 1998. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 103215/28 Betreft zaak: Geschil Waterschap Velt & Vecht/N.V. Rendo Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld

Nadere informatie

2. Bij besluit van de d-g NMa van 5 september 2001 (hierna: het bestreden besluit) is de klacht afgewezen.

2. Bij besluit van de d-g NMa van 5 september 2001 (hierna: het bestreden besluit) is de klacht afgewezen. BESLUIT Nummer 2600/ 41 Betreft zaak: Ralet vs CZ en VGZ Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring van het bezwaar gericht tegen zijn besluit van

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 19 van de Gaswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 19 van de Gaswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT. Nummer 103628/32 Betreft zaak: geschil Nuon Power Generation B.V. vs. Gas Transport Services B.V. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

De Minister van Economische Zaken, Gelet op de artikelen 93, derde lid, van de Elektriciteitswet 1998 en 85, derde lid, van de Gaswet;

De Minister van Economische Zaken, Gelet op de artikelen 93, derde lid, van de Elektriciteitswet 1998 en 85, derde lid, van de Gaswet; CONCEPT Regeling van de Minister van Economische Zaken van, nr. WJZ, houdende nadere regels met betrekking tot het verlenen van instemming met wijzigingen ten aanzien van de eigendom van elektriciteitsnetten

Nadere informatie

Namens onze cliënt Media Park Enterprise B.V. (hierna MPE), berichten wij u als volgt:

Namens onze cliënt Media Park Enterprise B.V. (hierna MPE), berichten wij u als volgt: Autoriteit Consument en Markt Directie Energie Postbus 16326 2500 BH Den Haag Almere, 25 februari 2014 Betreft : Zienswijze Media Park Enterprise B.V. m.b.t. Ontwerpbesluit Ontheffingaanvraag elektriciteitsnet

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186

ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186 ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 06-07-2010 Datum publicatie 23-07-2010 Zaaknummer AWB 10/180, 10/181, 10/508, 10/513, 10/684 en 10/685 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

1. Op 2 juli 1999 heeft Nellen Seeds bij de NMa een klacht ingediend tegen de Nederlandse Vereniging voor Zaaizaad en Plantgoed (hierna: NVZP).

1. Op 2 juli 1999 heeft Nellen Seeds bij de NMa een klacht ingediend tegen de Nederlandse Vereniging voor Zaaizaad en Plantgoed (hierna: NVZP). BESLUIT Zaaknummer 1400/Nellen Seeds vs NVZP Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot niet ontvankelijkverklaring van het bezwaarschrift gericht tegen zijn besluit

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049

ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049 ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049 Instantie Datum uitspraak 28-05-2009 Datum publicatie 22-06-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 07-4976 AOW Bestuursrecht

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 51 van de Elektriciteitswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 51 van de Elektriciteitswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 102704/29 Betreft zaak: geschil WBR - ENECO 102704 Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 51

Nadere informatie

BESLUIT. I. Aanvraag en procedure

BESLUIT. I. Aanvraag en procedure ENERGIEKAMER NMA BESLUIT Nummer: Betreft: 102560_2 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid van de Gaswet aan Gazprom

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 463 Regels omtrent het transport en de levering van gas (Gaswet) Nr. 95 DERDE NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 4 april 2000 Het voorstel van wet

Nadere informatie

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Verloop van de procedure

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Verloop van de procedure Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 102220_3/27 Betreft zaak: zaak 102220 Pawex Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op het bezwaar van de Vereniging

Nadere informatie

1 Juridisch kader BESLUIT. Directie Toezicht Energie

1 Juridisch kader BESLUIT. Directie Toezicht Energie Directie Toezicht Energie BESLUIT Nummer: 102467_1-11 Betreft: Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d, eerste lid,

Nadere informatie

1 Juridisch kader BESLUIT ENERGIEKAMER

1 Juridisch kader BESLUIT ENERGIEKAMER ENERGIEKAMER BESLUIT Nummer: 102557_1/6 Betreft: Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d, eerste lid, van de Elektriciteitswet

Nadere informatie

BESLUIT. I. Juridisch kader. Dienst uitvoering en toezicht Energie

BESLUIT. I. Juridisch kader. Dienst uitvoering en toezicht Energie Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: 101647/ Betreft: Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d, eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2009:BK9813

ECLI:NL:RBAMS:2009:BK9813 ECLI:NL:RBAMS:2009:BK9813 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 24-12-2009 Datum publicatie 20-01-2010 Zaaknummer 09/947 WI Rechtsgebieden Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - enkelvoudig

Nadere informatie

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Inleiding

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Inleiding Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 103567_2/15 Betreft zaak: Wijziging Netcode Elektriciteit n.a.v. Wet onafhankelijk netbeheer Beslissing op bezwaar tegen het besluit van de Raad van Bestuur

Nadere informatie

B ES LU IT. op grond van artikel 45, eerste lid, van de Gaswet aan ENECO Energie Retail B.V.

B ES LU IT. op grond van artikel 45, eerste lid, van de Gaswet aan ENECO Energie Retail B.V. Dienst uitvoering en toezicht Energie dtt: B ES LU IT Nummer: 101698-10 Betreft: Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste

Nadere informatie

BESLUIT. Inleiding. Gevolgde procedure. Dienst uitvoering en toezicht Energie

BESLUIT. Inleiding. Gevolgde procedure. Dienst uitvoering en toezicht Energie Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101134/45.O443 Besluit tot vaststelling van de aansluit- en transporttarieven voor het jaar 2003 zoals bedoeld in artikel 41, eerste lid van

Nadere informatie

I. Aanvraag en procedure

I. Aanvraag en procedure Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 102570_2/3 Betreft zaak: Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid,

Nadere informatie

Nvia. I. Aanvraag en procedure. Nederlandse Mededingingsautoriteit B ES LU IT

Nvia. I. Aanvraag en procedure. Nederlandse Mededingingsautoriteit B ES LU IT Nederlandse Mededingingsautoriteit Nvia B ES LU IT Nummer 102531_3/12 Betreft zaak: Besluit tot wijziging van de voorschriften die verbonden zijn aan de vergunning I. Aanvraag en procedure 1. Bij besluit

Nadere informatie

BESLUIT. 2. Onderhavig besluit betreft de vaststelling van de nettarieven voor het jaar 2005 voor Intergas Netbeheer B.V.

BESLUIT. 2. Onderhavig besluit betreft de vaststelling van de nettarieven voor het jaar 2005 voor Intergas Netbeheer B.V. Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: 101750_9-5 Betreft: Besluit tot vaststelling van de maximum nettarieven elektriciteit voor het jaar 2005 zoals bedoeld in artikel 41c, eerste lid van

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201010673/1 A/1. Datum uitspraak: 25 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

BESLUIT. 4. Bij brief van 17 september 2002, bij de NMa ingekomen op 18 september 2002, heeft Heijmans tegen dit besluit bezwaar gemaakt.

BESLUIT. 4. Bij brief van 17 september 2002, bij de NMa ingekomen op 18 september 2002, heeft Heijmans tegen dit besluit bezwaar gemaakt. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring van de bezwaren van Heijmans Beton- en Waterbouw B.V. gericht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSHE:2007:BC1229

ECLI:NL:RBSHE:2007:BC1229 ECLI:NL:RBSHE:2007:BC1229 Instantie Datum uitspraak 11-12-2007 Datum publicatie 07-01-2008 Rechtbank 's-hertogenbosch Zaaknummer AWB 06/2511, AWB 06/2530 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Inleiding ADVIES. Nederlandse Mededingingsautoriteit

Inleiding ADVIES. Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit ADVIES Advies van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, als bedoeld in artikel 20e, derde lid, van de Elektriciteitswet 1998. Zaaknummer: 104152/15

Nadere informatie

3. Tegen het besluit werd op 10 oktober 2006 een bezwaarschrift ingediend. 2

3. Tegen het besluit werd op 10 oktober 2006 een bezwaarschrift ingediend. 2 Advies in de zaak 4802, Cegelec B.V. Prismanummer: Subcommissie van de Adviescommissie bezwaarschriften Mededingingswet bestaande uit: prof. mr J.H. Jans (voorzitter), dr J.F. Appeldoorn (secretaris) en

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Breda van 16 december 2009, 09/1990 (hierna: aangevallen uitspraak),

tegen de uitspraak van de rechtbank Breda van 16 december 2009, 09/1990 (hierna: aangevallen uitspraak), LJN: BP5058, Centrale Raad van Beroep, 10/596 ZVW Datum uitspraak: 09-02-2011 Datum publicatie: 21-02-2011 Rechtsgebied: Sociale zekerheid Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Afwijzing aanvraag

Nadere informatie

BESLUIT. 5. Op 2 september 1998 heeft de NMa bij brief een aantal vragen aan partijen voorgelegd, welke bij brief van 15 oktober 1998 zijn beantwoord.

BESLUIT. 5. Op 2 september 1998 heeft de NMa bij brief een aantal vragen aan partijen voorgelegd, welke bij brief van 15 oktober 1998 zijn beantwoord. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot afwijzing van een aanvraag om ontheffing als bedoeld in artikel 17 van de Mededingingswet. Zaaknummer 741/Overeenkomst

Nadere informatie

Bij verweerschrift van 4 mei 2016 heeft verweerster, mede onder verwijzing naar correspondentie met klager, gereageerd op de klacht.

Bij verweerschrift van 4 mei 2016 heeft verweerster, mede onder verwijzing naar correspondentie met klager, gereageerd op de klacht. Raad van Toezicht Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde Incasso-ondernemingen Postbus 279 1400 AG BUSSUM T: 035-6994210 Uitspraak van de Raad van Toezicht van de Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde

Nadere informatie

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 ... No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 Bij Kabinetsmissive van 18 juni 2012, no.12.001344, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Veiligheid en Justitie, bij de Afdeling advisering

Nadere informatie

BESLUIT. 3. Bij besluit van 4 april 2003, kenmerk 3444/3, (hierna: het bestreden besluit) is de klacht afgewezen.

BESLUIT. 3. Bij besluit van 4 april 2003, kenmerk 3444/3, (hierna: het bestreden besluit) is de klacht afgewezen. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3444/12 Betreft zaak: 3444/ Halbertsma Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot nietontvankelijkverklaring van het

Nadere informatie

Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT

Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: 101601_1/ 16 101601_2/ 12 101601_3/ 12 Besluit van de directeur van de Dienst uitvoering en toezicht Energie op de bezwaren tegen zijn besluiten van

Nadere informatie

1 Juridisch kader BESLUIT. Directie Toezicht Energie

1 Juridisch kader BESLUIT. Directie Toezicht Energie Directie Toezicht Energie BESLUIT Nummer: 102491_1/12 Betreft: Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d, eerste lid,

Nadere informatie

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarde]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarde] Postbus 24 5066 ZG Moergestel info@ascert.nl Op grond van artikel 24, zesde lid, van Bijlage XIIIa moet het asbestverwijderingsbedrijf verzekerd zijn tegen wettelijke aansprakelijkheid voor risico s die

Nadere informatie

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar Beslissing op bezwaar Kenmerk: 26146/2011014629 Betreft: beslissing op bezwaar inzake het besluit tot publicatie van het besluit betreffende het leveren van programmagegevens van de landelijke publieke

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 2 februari 2015

betreft: [klager] datum: 2 februari 2015 nummer: 14/3322/GA en 14/3394/GA betreft: [klager] datum: 2 februari 2015 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van bij

Nadere informatie

D Na artikel wordt een nieuwe paragraaf toegevoegd, luidende: De aansluitleiding

D Na artikel wordt een nieuwe paragraaf toegevoegd, luidende: De aansluitleiding Besluit Kenmerk Zaaknummer : ACM/UIT/360792 : ACM/17/023172 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt van [datum], kenmerk ACM/17/023172 tot wijziging van de voorwaarden als bedoeld in artikel 12b van

Nadere informatie

BESLUIT. 3. De Raad heeft wegens de hiervoor in randnummer 1 genoemde overtreding aan Bouwbedrijf P. Moll B.V. een boete opgelegd.

BESLUIT. 3. De Raad heeft wegens de hiervoor in randnummer 1 genoemde overtreding aan Bouwbedrijf P. Moll B.V. een boete opgelegd. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3938_650/35 Betreft zaak: B&U-sector / Beheermaatschappij P. Moll Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van 2 juni 2003, Stb. 2003, nr. 234, zoals laatstelijk gewijzigd bij besluit van 5 april 2005, Stb. 2005, nr. 200.

BESLUIT. Besluit van 2 juni 2003, Stb. 2003, nr. 234, zoals laatstelijk gewijzigd bij besluit van 5 april 2005, Stb. 2005, nr. 200. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 102551_2 / 10.BT1290 Betreft zaak: Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2007:BB4709

ECLI:NL:RVS:2007:BB4709 ECLI:NL:RVS:2007:BB4709 Instantie Raad van State Datum uitspraak 03-10-2007 Datum publicatie 03-10-2007 Zaaknummer 200702080/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

BEDRIJFSGEGEVENS AANVRAGER Ontheffingsaanvrager: NS Railinfrabeheer B.V. Postbus GA Utrecht

BEDRIJFSGEGEVENS AANVRAGER Ontheffingsaanvrager: NS Railinfrabeheer B.V. Postbus GA Utrecht Nummer: 100748 Betreft: Advies van de directeur DTe aan de Minister van Economische Zaken, op basis van artikel 15, tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998. BEDRIJFSGEGEVENS AANVRAGER Ontheffingsaanvrager:

Nadere informatie

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt:

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt: Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6494_1/309; 6836_1/220 Betreft zaak: Limburgse bouwzaken 1 en 2 / de heer [A] Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

Pagina 1/5. Besluit vertrouwelijk. 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure. 3 Juridisch kader

Pagina 1/5. Besluit vertrouwelijk. 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure. 3 Juridisch kader vertrouwelijk Ons kenmerk: 104412_1/39; 104412_2/28; 104413_1/40 Zaaknummer: 104412_1, 104412_2 en 104413_1 Datum: Wijziging van het besluit van de Autoriteit Consument en Markt op de bezwaren van TenneT

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:1169

ECLI:NL:RVS:2014:1169 ECLI:NL:RVS:2014:1169 Instantie Raad van State Datum uitspraak 02-04-2014 Datum publicatie 02-04-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201306413/1/A2 Eerste

Nadere informatie

ONTWERP-METHODEBESLUIT

ONTWERP-METHODEBESLUIT Dienst uitvoering en toezicht Energie ONTWERP-METHODEBESLUIT Nummer: 100947- Betreft: Besluit tot vaststelling van de methode tot vaststelling van de kwaliteitsterm ingevolge artikel 41, eerste lid, van

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSHE:2011:BQ2099

ECLI:NL:RBSHE:2011:BQ2099 ECLI:NL:RBSHE:2011:BQ2099 Instantie Datum uitspraak 19-04-2011 Datum publicatie 21-04-2011 Rechtbank 's-hertogenbosch Zaaknummer AWB 10-1012 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht

Nadere informatie

Verweerder heeft op 7 november 1995 een verweerschrift ingediend.

Verweerder heeft op 7 november 1995 een verweerschrift ingediend. Zaaknummer: 1995/147 Rechter(s): mrs. Loeb, Martens, dr Brommer Datum uitspraak: 4 maart 1996 Partijen: X tegen het college van bestuur van de Rijksuniversiteit Groningen Trefwoorden: Fatale datum, bekendmaking

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, appellant,

het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, appellant, LJN: BJ8902, Raad van State, 200900441/1/H3 Datum uitspraak: 30-09-2009 Datum publicatie: 30-09-2009 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bij besluit van 29

Nadere informatie

BINDEND ADVIES van de Geschillencommissie Energie

BINDEND ADVIES van de Geschillencommissie Energie BINDEND ADVIES van de Geschillencommissie Energie in het geschil tussen: [naam van de consument], wonende te [woonplaats] (verder te noemen: de consument) en [naam van de netbeheerder], gevestigd te [vestigingsplaats]

Nadere informatie

BESLUIT. 4. Tegen het bestreden besluit heeft M.E. Steneker (hierna: bezwaarmaker) tijdig bezwaar aangetekend bij brief van 3 augustus 2006.

BESLUIT. 4. Tegen het bestreden besluit heeft M.E. Steneker (hierna: bezwaarmaker) tijdig bezwaar aangetekend bij brief van 3 augustus 2006. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3938_277/44 Betreft zaak: B&U-sector / Bouwbedrijf Steneker Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren gericht

Nadere informatie