Effluentpolishing met kroos. Deelrapport 2. Laboratoriumexperimenten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Effluentpolishing met kroos. Deelrapport 2. Laboratoriumexperimenten"

Transcriptie

1

2

3 Effluentpolishing met kroos Deelrapport 2. Laboratoriumexperimenten

4

5 Verantwoording Titel Auteur(s) Effluentpolishing met kroos Van Kempen, M.M.L., Verhofstad, M.J.J.M., Smolders, A.J.P., Radboud Universiteit Nijmegen Projectnummer Aantal pagina's 104 (exclusief bijlagen) Datum 1 juli 2012 Effluentpolishing met kroos 5\104

6 6\104 Effluentpolishing met kroos

7 Inhoud Verantwoording en colofon Algemene inleiding Verkennend onderzoek naar de zuiveringsefficiëntie van verschillende kroossoorten Inleiding Materialen en methoden Resultaten en discussie Analyses aan het effluent Analyses aan de biomassa De verwijdering van nutriënten uit het effluent en de opname in de biomassa Deelconclusies De groei en opname van nutriënten door kroos bij verschillende dichtheden en temperaturen Inleiding Materialen en methoden Resultaten en discussie Analyses aan het influent en effluent Analyses aan de biomassa De verwijdering van nutriënten uit het effluent en de opname in de biomassa Deelconclusies De invloed van daglengte op de groei en opname van nutriënten door kroos bij 8 C en 13 C Inleiding Materialen en methoden Resultaten en discussie Analyses aan het influent en effluent Analyses aan de biomassa De verwijdering van nutriënten uit het effluent en de opname in de biomassa Deelconclusies Effluentpolishing met kroos 7\104

8 5 De groei en opname van nutriënten door kroos bij verschillende typen LED verlichting Inleiding Materialen en methoden Resultaten en discussie Analyses aan het influent en effluent Analyses aan algenbiomassa Analyses aan de plant biomassa De verwijdering van nutriënten uit het effluent en de opname in de biomassa Deelconclusies De accumulatie van zware metalen in het kroos in de proefsloten Inleiding Materialen en methoden Resultaten en discussie Deelconclusies Algemene conclusies Referenties \104 Effluentpolishing met kroos

9 1 Algemene inleiding Ondanks dat de waterkwaliteit in Nederland de afgelopen decennia sterk is verbeterd, kent Nederland nog een forse opgave om aan de vereisten te voldoen die gesteld worden vanuit de Kader Richtlijn Water (KRW). Hiervoor zijn meerdere maatregelen mogelijk, variërend van natuurvriendelijke oevers, tot het verbeteren van het zuiveringsrendement van rioolwaterzuiveringsinstallaties (rwzi). Om de zoektocht naar innovatieve en kostenefficiënte maatregelen te stimuleren, heeft het ministerie van I&M subsidie beschikbaar gesteld vanuit het KRW-Innovatieprogramma. Eén van de innovatiemaatregelen waar onderzoek naar wordt gedaan is het na zuiveren van rwzi effluent met kroos: Effluentpolishing met kroos. Het onderzoek is uitgevoerd door een consortium bestaande uit waterschap Noorderzijlvest, advies- en ingenieursbureau Tauw, Bioniers, de Radboud Universiteit Nijmegen en Wageningen UR Livestock Research. Kroos kan zeer efficiënt nutriënten verwijderen en wordt onder andere in de Verenigde Staten en Australië ingezet als waterzuiveraar in professioneel opgezette kweekvijvers. Het gaat daarbij primair om het verkrijgen van een goede waterkwaliteit. Kroos produceert naast schoon water tevens biomassa en waardevolle eiwitten. Hierdoor heeft kroos potentie om te worden hergebruikt als biobrandstof, groenbemester of component in veevoer. Effluentpolishing met kroos 9\104

10 Kroos Kroos kent twee families met de wetenschappelijke namen Lemnaceae en Azollaceae. Het zijn drijvende waterplanten die doorgaans indicatief zijn voor nutriëntenrijk water (de Lyon en Roelofs, 1986). Onder de juiste omstandigheden zijn ze in staat om hun biomassa in 3 tot 5 dagen te verdubbelen (STOWA, 1992) waarbij ze nutriënten zoals stikstof en fosfaat direct op nemen uit het water. In Nederland zijn binnen de familie van de Lemnaceae, Lemna gibba, Lemna minor en Spirodela polyrhiza het meest voorkomend. Binnen de familie van de Azollaceae is dit Azolla filiculoïdes (Figuur 1.1) (STOWA, 1992). Lemna gibba Lemna minor Spirodela polyrhiza Azolla filiculoides Bultkroos Klein kroos Veelwortelig kroos Kroosvaren Figuur 1.1 Tekeningen van Lemna gibba, Lemna minor, Spirodela polyrhiza en Azolla filiculoïdes (Bron: tsbelgium.be) Het project Effluentpolishing met kroos richt zich op zowel het kweken van kroos, het zuiveren van effluent als op de toepassingsmogelijkheden van kroos. De uitkomsten zijn gebundeld in een aantal rapporten. 10\104 Effluentpolishing met kroos

11 Voor u ligt Deelrapport nummer 2, met als titel Effluentpolishing met kroos Laboratorium experimenten als onderdeel van de volgende serie: Deelrapport Onderdeel Doel Uitvoerende partij 1 Literatuurstudie Een inventarisatie van reeds gedane onderzoeken naar kroosgroei en krooszuivering 2 Laboratorium experimenten Het vullen van leemten in kennis uit de literatuurstudie. Eerste testen voor groei van kroos op effluent. Onderzoeken meest geschikte kroossoort 3 Kroos als veevoer Het analyseren van de kroossamenstelling voor het bepalen van de geschiktheid als veevoer of andere toepassingen. Het in kaart brengen van regelgeving omtrent veevoer 4 Pilotstudie Ontwikkelen van kennis over het kweken van kroos onder Nederlandse omstandigheden op rwzi-effluent Tauw Radboud Universiteit Nijmegen Wageningen UR Livestock Research Waterschap Noorderzijlvest 5 Modelberekeningen Opstellen mathematisch model voor het Tauw berekenen van het meest optimale kweeksysteem voor zuivering 6 Ontwerp Het ontwerpen van een haalbaar en Bioniers demonstratiesysteem betaalbaar krooskweeksysteem op basis van de opgedane kennis in de eerdere onderzoeksfasen Koepelrapport Synthese Tauw Effluentpolishing met kroos 11\104

12 12\104 Effluentpolishing met kroos

13 2 Verkennend onderzoek naar de zuiveringsefficiëntie van verschillende kroossoorten 2.1 Inleiding De huidige generatie rwzi s produceren in veel gevallen een effluentkwaliteit die ontoereikend is om in de nabije toekomst de gewenste KRW-kwaliteit van het oppervlaktewater en grondwater te bereiken. Daartoe moeten de stikstof (N) en fosfor (P) emissies worden gereduceerd. Afhankelijk van het watertype waar op geloosd wordt betekend dit voor rwzi s dat het effluent gemiddeld maximaal 4.0 mg N L-1 en 0.2 mg P L-1 mag bevatten. Om de vereiste emissiereductie te bereiken is het noodzakelijk om (nieuwe) geïntegreerde of aanvullende, nageschakelde zuiveringstechnieken toe te passen. In biologische nazuivering van effluent uit rwzi s kan op een succesvolle manier gebruik worden gemaakt van de eigenschappen van eendenkroos en/of kroosvaren. Biologische nazuivering met behulp van vrij drijvende waterplanten is niet nieuw en lijkt veelbelovend. Doordat de planten gemakkelijk te oogsten zijn, kunnen de nutriënten effectief uit het water worden verwijderd waarna de biomassa kan worden ingezet bijvoorbeeld voor de productie van bio-ethanol, als veevoer of als groene mest (Wagner, 1997; Cheng en Stomp, 2009). Zulke recycling van nutriënten, vooral van fosfor, wordt steeds belangrijker omdat het essentieel is in de voedselproductie voor mens en dier en men verwacht dat fosfor schaars wordt in de toekomst (Vaccari, 2009; Vuuren et al., 2010). In biologische nazuivering van effluent hangen de verwijderingspercentages van N en P af van de samenstelling van het effluent, de verblijftijd van het effluent, de verblijftijd en dichtheid van de planten, de nutriënten concentraties in de planten, de instraling van de zon en de lucht- en watertemperatuur. Ten aanzien van al deze variabelen bestaan er verschillen tussen individuele kroossoorten. Teneinde kroos in te kunnen inzetten voor de nazuivering van effluent in Nederland, is het nodig te bestuderen welke in Nederland algemeen voorkomende soorten kroos, het beste groeien en het meest effectief zijn in de verwijdering van nutriënten. Het in dit hoofdstuk uitgewerkte experiment diende als verkennend onderzoek. Het werd op kleine schaal uitgevoerd onder semi optimale omstandigheden in een klimaatcel in een zogenaamd batch-experiment. Effluentpolishing met kroos 13\104

14 2.2 Materialen en methoden In het experiment werden de volgende soorten gebruikt: Azolla filiculoïdes (Grote kroosvaren) Lemna gibba (Bultkroos) Lemna minor (Klein kroos) Spirodela polyrhiza (Veelwortelig kroos) Lemna minuta (Dwergkroos) Bij aanvang van het experiment werden 28 bekerglazen gevuld met 800 ml rwzi effluent (10 cm diep, oppervlakte 133 cm 2 ). Van iedere soort en van een mix van de soorten werd 4 gram vers materiaal afgewogen en aan de bekerglazen toegevoegd (figuur 2.1). Het wateroppervlak was hierbij net niet helemaal bedekt. De planten die gebruikt werden om het experiment mee in te zetten groeiden al vier dagen op het effluent in de klimaatcel om te acclimatiseren. Bij wijze van controle werden aan vier bekerglazen geen planten toegevoegd. Over deze bekerglazen werd verduisterend folie aangebracht om algengroei tegen te gaan. De klimaatcel waar het experiment werd uitgevoerd had een temperatuur van 20 C. De aanwezige TL-verlichting had een lichtintensiteit op vegetatie niveau van ± 100 µmol PAR sec -1 m 2. PAR is het gedeelte van het lichtspectrum dat gebruikt kan worden door planten voor de fotosynthese. Er werd een dag- /nachtritme aangehouden van 16 uur licht/8 uur donker. Het experiment duurde vijf dagen. Het effluent werd dagelijks, zowel s ochtends als s avonds bemonsterd door ongeveer 20 ml uit de bekerglazen te nemen. Om een beeld te krijgen van de mate waarin de voedingsstoffen uit het effluent werden verwijderd werden deze monsters geanalyseerd op automatische analyse systemen (Bran & Luebbe) waarbij de concentraties ammonium (NH + 4 ), nitraat (NO - 3 ) en fosfaat (PO - 4 ) colorimetrisch werden bepaald (voor meer info zie Daarnaast werden de monsters geanalyseerd op een inductief gekoppelde plasma (ICP) optische emissie spectrometer (OES) (Iris Intrepid II, Thermo Fisher Scientific ) (voor meer info zie om de totaal concentraties van elementen te meten, waaronder totaal fosfor (P). Tenslotte werden aan het begin en aan het einde van het experiment de ph en de totale concentratie anorganisch koolstof (TIC) in het effluent bepaald. De ph werd gemeten met behulp van een elektrode met een interne Ag/AgCl referentie (Orion Research, Beverly, SA). De TIC werd bepaald door een bepaalde hoeveelheid van het effluent in een overmaat zuur te spuiten in een gesloten reservoir. Het aanwezige anorganische koolstof kwam daardoor vrij in de vorm van CO 2 wat direct gemeten werd met behulp van een infrarood gas chromatograaf (IRGA). Bij de start van het experiment was er alleen voor Azolla genoeg biomassa over uit de kweek om de biomassa te bemonsteren. Aan het einde van het experiment werden alle replica s van de verschillende kroossoorten uit het experiment geoogst. Het natgewicht van de planten werd bepaald nadat het aanhangende water er met keukenrol was af gedept. Daarna werden deze monsters in papieren zakjes 48 uur gedroogd in een stoof bij 70 C. 14\104 Effluentpolishing met kroos

15 Voor deze temperatuur werd gekozen omdat bij hogere temperaturen het verlies van organisch materiaal dusdanig groot wordt dat het een meetfout oplevert die velen malen groter is dan de meetfout die ontstaat indien er iets van vocht in het materiaal achter blijft. Na bepaling van het drooggewicht werden de monsters fijngemalen en onder hoge druk ontsloten met behulp van waterstofperoxide en salpeterzuur om alle elementen uit het plant materiaal vrij te maken. Om de totaal concentraties van diverse elementen in het digestaat van deze destructies van het plant materiaal te bepalen werd het na verdunning geanalyseerd op de ICP-OES. In het overige gemalen plant materiaal werd de totaal concentratie N gemeten met behulp van een CNS analyzer (Carlo Erba NA-1500, Thermo Fisher Scientific, Waltham, MA) (voor meer info zie Lu2 Mix2 Lg4 Mix4 C4 Lo4 Lu1 Sp3 Sp1 Lu3 Lg3 Lu4 Mix1 Lo2 Af2 C3 Af1 Mix3 Sp4 Lo3 C1 Lg2 Sp2 C2 Lo1 Af3 Lg1 Af4 Figuur 2.1 Foto van de opzet van het experiment. Af=Azolla filiculoïdes, Lg=Lemna gibba, Lo=Lemna minor, Sp=Spirodela polyrhiza, Lu=Lemna minuta, Mix=mix van voorgaande soorten, C=controle, 1-4 zijn de nummers van de replica s Effluentpolishing met kroos 15\104

16 2.3 Resultaten en discussie Analyses aan het effluent Uit het verloop van de verschillende nutriëntenconcentraties in het effluent (zie ook bijlage 2.1 van dit hoofdstuk) bleek dat zowel NH + 4 (figuur 2.2), NO - 3 (figuur 2.3) als totaal P (figuur 2.4) al vrij snel na aanvang van het experiment voor het grootste gedeelte uit het effluent waren opgenomen. N werd sneller uit het effluent verwijderd dan P. Dit zou een aandachtspunt kunnen zijn omdat het lastig wordt om een vergaande zuivering van P te realiseren wanneer N limiterend is voor de groei van de planten. Algemeen lijkt het erop, dat met uitzondering van de behandeling met Azolla, het nutriënten aanbod in het effluent al na de eerste dag een beperkende invloed moet hebben gehad op de groei van de planten. Bijzonder aan Azolla is zijn symbiose met een stikstof fixerende blauwalg, Anabaena azollae die gehuisvest is in de bladholtes van de plant (Peters en Mayne, 1974). Azolla is door de symbiose niet direct afhankelijk van het stikstof aanbod in het water. In de behandeling met Azolla filiculoïdes werd een veel langzamere - verwijdering gemeten van NO 3 en P, dan in de behandelingen met de andere kroossoorten. Als de verwijdering van deze nutriënten direct gerelateerd kan worden aan de groei van de planten, dan zou het feit dat Azolla in symbiose leeft met de stikstof fixerende blauwalg een verklaring kunnen bieden voor de langzamere opname van NO - 3. Azolla krijgt NH + 4 aangeleverd van zijn symbiont in ruil voor suikers. Deze ruil is voor Azolla energetisch waarschijnlijk gunstiger dan de opname van NO - 3. Voor planten in het algemeen geldt dat NO - 3 eerst moet worden omgezet voordat het gemetaboliseerd kan worden wat de plant energie kost. De meeste planten hebben dan ook een voorkeur voor de opname van NH + 4 omdat dit direct kan worden opgenomen in het stikstofmetabolisme. De Azolla-Anabaena symbiose zal over het algemeen gebruik maken van de stikstofbron die het meest voor handen is en/of waarvan de opname de minste energie kost (Ito & Watanabe, 1983). In dit experiment zijn dat waarschijnlijk de opname van NH + 4 uit het effluent en via de symbiont. Omdat Lemnaceae niet over een dergelijke symbiose beschikken zijn + zij altijd genoodzaakt om na depletie van NH 4 over te stappen op de opname van NO - 3. Ten aanzien van P onderscheidt Azolla zich ook van de andere kroossoorten uit dit experiment. Hoewel de meeste kroossoorten in staat zijn P te accumuleren (Cheng et al., 2002a; 2002b), is Azolla daarnaast in staat om het P dat gebonden zit in de celmembranen te vervangen door betaïne lipiden (Kunzler en Eichenberger, 1997). Dit betekent dat de drempelwaarde waarbij de plant een tekort heeft aan P voor Azolla wellicht lager ligt dan voor de andere soorten. In organismen die in staat zijn fosfolipiden in de celmembranen te vervangen door betaïne lipiden worden dan ook vaker lagere P concentraties gevonden dan in organismen die dit niet kunnen (Kunzler en Eichenberger, 1997). Dit zou een verklaring kunnen zijn voor het feit dat in de behandeling met Azolla een langzamere verwijdering van P wordt gemeten. 16\104 Effluentpolishing met kroos

17 Hoewel de snelheid waarmee nutriënten uit het effluent worden opgenomen over het algemeen samenhangt met het aanbod ervan in het effluent, geldt ook dat planten met een intern tekort aan een bepaald element, beter in staat zijn dit uit het milieu op te nemen dan planten die vooruit kunnen op een interne voorraad. Dit geldt vooral als de concentratie van het betreffende nutriënt in het milieu relatief laag is (Bieleski en Lauchli 1992; Cheng en Stomp, 2009). In figuur 2.4 is te zien dat de verwijdering van P in de behandeling met Azolla richting het einde van het experiment sneller gaat verlopen. Als het experiment langer geduurd zou hebben dan zou Azolla wellicht tot een nog verdergaande zuivering van P in staat zijn geweest. Te meer omdat deze soort in zijn stikstofbehoefte wordt voorzien door zijn symbiose met Anabaena azollae. 0.7 A. filiculoïdes L. gibba L. minor S. polyrhiza L. minuta Kroosmix Controle 0.6 NH 4 + -N (mg L -1 ) Tijd (uren) Figuur 2.2 Verloop van de NH + 4 concentraties (mg L -1 ± SE) in het effluent gedurende het experiment bij de verschillende kroossoorten en in de controle Effluentpolishing met kroos 17\104

18 A. filiculoïdes L. gibba L. minor S. polyrhiza 1.20 L. minuta Kroosmix Controle 1.00 NO 3 - -N (mg L -1 ) Tijd (uren) Figuur 2.3 Verloop van de NO - 3 concentraties (mg L -1 ± SE) in het effluent gedurende het experiment bij de verschillende kroossoorten en in de controle A. filiculoïdes L. gibba L. minor S. polyrhiza 0.40 L. minuta Kroosmix Controle 0.35 Totaal P (mg L -1 ) Tijd (uren) Figuur 2.4 Verloop van de totaal P concentraties (mg L -1 ±SE) in het effluent gedurende het experiment bij de verschillende kroossoorten en in de controle 18\104 Effluentpolishing met kroos

19 In de behandelingen met Lemna gibba en Lemna minor werd een aanzienlijk verwijdering gemeten van NH + 4 (figuur 2.5), NO - 3 (figuur 2.6) en PO - 4 (figuur 2.7), ook nog bij lage concentraties in het effluent. Vooral in het begin van het experiment was de verwijdering soms negatief is. Dat bij heel hoge NO - 3 concentraties in het effluent de opname door de planten laag was (fig. 2.6), kwam waarschijnlijk doordat er in het begin van het experiment sprake was van - productie van NO 3 door de activiteit van nitrificerende bacteriën. De aanwezigheid hiervan bleek + uit het feit dat in de controlebehandeling de NH 4 concentratie steeds verder daalde (figuur 2.2), terwijl de NO - 3 concentratie in het effluent in evenredige mate toenam (figuur 2.3). De enorme verwijdering van NH + 4 (figuur 2.5) aan het begin van het experiment werd waarschijnlijk op - dezelfde manier beïnvloed. Ook voor PO 4 werd soms een negatieve verwijdering gemeten (figuur 2.7). Waarschijnlijk werd dit veroorzaakt doordat er PO - 4 vrijgemaakt werd uit organische deeltjes die zich in het effluent bevonden. De aanwezigheid van dit soort deeltjes bleek uit het feit dat de totaal P concentraties in het effluent (figuur 2.4) hoger waren dan de PO - 4 concentraties (figuur 2.7). Verwijdering NH 4 + -N (kg ha -1 dag -1 ) A. filiculoïdes L. gibba L. minor S. polyrhiza L. minuta Kroosmix NH 4 + -N (mg L -1 ) Figuur 2.5 De verwijdering van NH 4 + uit het effluent (kg ha -1 dag -1 ± SE) tegen de gemiddelde NH 4 + concentratie in het effluent (mg L -1 ± SE) Effluentpolishing met kroos 19\104

20 Verwijdering NO N (kg ha -1 dag -1 ) A. filiculoïdes L. gibba L. minor S. polyrhiza L. minuta Kroosmix NO - 3 -N(mg L -1 ) - Figuur 2.6 De verwijdering van NO 3 uit het effluent (kg ha -1 dag -1 - ± SE) tegen de gemiddelde NO 3 concentratie in het effluent (mg L -1 ± SE) Verwijdering PO 4 - -P (kg ha -1 dag -1 ) A. filiculoïdes L. gibba L. minor S. polyrhiza L. minuta Kroosmix PO 4- -P (mg L -1 ) Figuur 2.7 De verwijdering van PO 4 - uit het effluent (kg ha -1 dag -1 ± SE) uitgezet tegen de gemiddelde PO 4 - concentratie in het effluent (mg L -1 ± SE) In de behandeling met L. minuta groeiden zichtbaar algen. De aanwezigheid hiervan bleek ook uit het feit dat de ph van het effluent opliep en de TIC in het effluent iets afnam (tabel 2.1). 20\104 Effluentpolishing met kroos

21 Algen kunnen zorgen voor een ph stijging in het oppervlakte water door de opname van CO 2 uit het water (Bloemendaal en Roelofs, 1988). Ook in de behandelingen met S. polyrhiza, L. minor en L. minuta steeg de ph, maar hier werd (nog) geen afname in de TIC gemeten. Tabel 2.1 De ph en totaal anorganische koolstofconcentratie (mg L -1 ) in het effluent aan het begin en aan het einde van het experiment ph TIC Begin Einde Begin Einde A. filiculoïdes 7.75± ± ± ±5.42 S. polyrhiza 7.84± ± ± ±1.31 L. gibba 7.86± ± ± ±1.63 L. minor 7.85± ± ± ±1.41 L. minuta 7.79± ± ± ±2.32 Mix 7.87± ± ± ±1.37 Controle 7.84± ± ± ± Analyses aan de biomassa Groei Tijdens het experiment verkleurden de Lemnaceae een beetje. Vooral L. gibba werd steeds roder, terwijl de andere Lemna s en S. polyrhiza ook een beetje geel werden naarmate het experiment vorderde. Dit kan duiden op een gebrek aan bepaalde voedingsstoffen zoals stikstof. Bovengenoemde soorten maakten tijdens het experiment langere wortels. Ook dit wijst in de richting van een te laag nutriëntenaanbod in het effluent omdat het getuigd van actief foerageren door de planten. Van alle planten nam de biomassa gedurende het experiment toe. In figuur 2.8 staat voor elke soort de relatieve groeisnelheid berekend uit het begin en eind gewicht van de planten, waarbij een exponentiële groei werd aangenomen. L. minor groeide het snelst gevolgd door respectievelijk S. polyrhiza, L. gibba, A. filiculoïdes, de mix van alle soorten planten en tot slot L. minuta. De lage biomassa productie van L. minuta werd waarschijnlijk veroorzaakt door de groei van de algen. De lage biomassa productie van de mix van planten zou het gevolg kunnen zijn geweest van intraspecifieke competitie (Njambuya et al. 2011) eventueel in combinatie met allelopathische effecten (Gross, 2003). Effluentpolishing met kroos 21\104

22 70 Relatieve groei (g kg -1 ha -1 dag -1 ) A.filiculoides L.gibba L.minor S.polyrhiza L.minuta Mix Figuur 2.8: Groeisnelheid van de verschillende planten (g kg -1 drooggewicht ha -1 dag -1 ± SE) Nutriënten concentraties in de biomassa Over het algemeen geldt voor hogere planten een minimale stikstofconcentratie van ~14 mg g -1 drooggewicht en een minimale fosforconcentratie van 1.85 mg g -1 drooggewicht (Marschner, 1995). Marschner (1995) heeft deze concentraties bepaald aan de hand van diverse bemestingsexperimenten met verschillende soorten landplanten. Het zou kunnen dat voor de normaliter eiwitrijke Lemnaceae de minimale N concentratie wat hoger ligt. Over het algemeen zal een lage beschikbaarheid van een bepaald nutriënt de groei van een plant pas remmen wanneer dit nutriënt beperkend wordt in de biomassa. Aan het einde van het experiment was de N concentratie in S. polyrhiza, L. gibba, L. minor en L. minuta gedaald tot de grenswaarde die over het algemeen nodig wordt geacht voor een optimale groei (figuur 2.9) (Marschner, 1995). Dit sluit ook aan bij de waarnemingen dat de planten verkleurden en langere wortels maakten. Gezien het feit dat N limiterend was in het plantmateriaal kan verondersteld worden dat de rode verkleuring werd veroorzaakt door de ophoping van anthocyanen. Dit zijn stikstof vrije verbindingen die gevormd worden wanneer suikers uit de fotosynthese zich ophopen. Ze zorgen voor een negatieve terugkoppeling op de fotosynthese omdat ze het invallende licht deels blokkeren waardoor er minder energie uit het zonlicht kan worden vastgelegd. Hierdoor neemt de groeisnelheid van de plant af waarmee voorkomen wordt dat interne nutriënten concentraties nog verder dalen (Taiz en Zeiger, 1998). 22\104 Effluentpolishing met kroos

23 40 35 mg N g -1 droog gewicht A. filiculoides L.gibba L. minor S. polyrhiza L. minuta Mix Figuur 2.9 N concentraties (mg g -1 drooggewicht ± SE) in de planten aan het einde van het experiment. Voor Azolla staat de concentratie aan het begin van het experiment weergegeven in het eerste staafdiagram De verwijdering van nutriënten uit het effluent en de opname in de biomassa Omdat voor de andere kroossoorten de nutriënten analyses aan de biomassa van het begin van het experiment ontbreken, kan alleen voor Azolla worden berekend hoe de verwijdering van nutriënten uit het effluent samenhangt met de opname ervan in de biomassa. Azolla leeft in symbiose met een cyanobacterie die atmosferisch N 2 fixeert en omzet naar NH + 4. Voor Azolla kan er dus geen directe relatie worden verondersteld tussen de verwijdering van N uit het effluent en de opname van N in de biomassa. Dit is ook terug te zien in figuur 2.9 waar de stikstofconcentratie in de biomassa van Azolla onveranderd bleef tijdens het experiment en aan het einde van het experiment gemiddeld veel hoger was dan in de andere soorten kroos. In onderstaande vergelijking tussen de verwijdering van nutriënten uit het effluent en de opname ervan in de biomassa zal daarom alleen worden ingegaan op P. Berekeningen aan de hand van de totaal P concentraties in het effluent, en aan de hand van de P concentraties in de biomassa (bijlage 2.2 van dit hoofdstuk) in combinatie met de groei, laten voor Azolla een totale verwijdering zien uit het effluent van 0.038±0.000 kg P ha -1 dag -1 en een opname in de biomassa van 0.021±0.008 kg P ha -1 dag -1. Deze waarden vallen net binnen elkaars bereik. De variatie zou kunnen zijn veroorzaakt door het bezinken van deeltjes in het systeem, door de opname van nutriënten door algen en andere micro-organismen (Chaiprapat et al. 2005), of doordat de wortel biomassa, welke op de bodem van de bekerglazen lag, niet werd meegenomen in de analyses. Door het ontbreken van de nutriëntenanalyses aan de biomassa is het onbekend of de ander kroossoorten misschien al enigszins nutriënt gelimiteerd waren aan het begin van het experiment. Effluentpolishing met kroos 23\104

24 De planten groeiden immers voor aanvang van het experiment al vier dagen op één batch effluent. Hoewel het volume hiervan vele malen groter was dan in het experiment en de beschikbaarheid van nutriënten daardoor groter, was ook de dichtheid van de planten hoger. Het is dan ook onbekend of en hoe de initiële interne nutriënten concentraties in deze planten de verwijdering van N en P uit het effluent hebben beïnvloed (Bieleski en Lauchli 1992; Cheng en Stomp, 2009). 2.4 Deelconclusies In het huidige experiment waren de nutriëntenconcentraties in het effluent niet bijzonder hoog. Vooral de stikstofconcentratie leek ontoereikend. Met behulp van de Lemnaceae zou een vergaande zuivering van P daardoor problematisch kunnen worden. In het geval van een lage N:P verhouding zou A. filiculoïdes een betere kandidaat zijn omdat deze soort door zijn symbiose met Anabaena azollae niet snel N gelimiteerd zal zijn. Echter, in de behandeling met Azolla waren de verwijderingssnelheden van NO - 3 en P veel lager dan in de behandelingen met de andere kroossoorten. Met Azolla zou dus een langere verblijftijd van het effluent noodzakelijk zijn dan met de andere soorten. De nutriëntenverwijdering verliep in de behandelingen met L. minor, S. polyrhiza en L. gibba veel sneller. De verschillen in netto-zuivering tussen de vier kroossoorten aan het einde van het experiment waren uiteindelijke heel klein. Ook de verschillen in groeisnelheid waren niet heel groot voor L. minor, S. polyrhiza, L. gibba en A. filiculoïdes. Deze bedroegen respectievelijk 59±1, 55±5, 40±1 en 38±6 SE g kg -1 drooggewicht ha -1 dag -1. De groeisnelheid van L. minuta was veel lager doordat deze planten werden overgroeid door algen. Deze soort zal dan ook niet in het vervolgonderzoek worden opgenomen. 24\104 Effluentpolishing met kroos

25 Bijlage 2.1 Elementen concentraties in het effluent Totale elementen concentraties in het effluent in mg of µg L -1 ± SE Effluent Tijdstip (uur) A. filiculoïdes S. polyrhiza L. gibba L. minor L. minuta Mix Controle Natrium (mg L -1 ) ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ±0.1 Chloride (mg L -1 ) ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ±0.2 Calcium (mg L -1 ) ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ±0.7 Kalium (mg L -1 ) ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ±0.1 Zwavel (mg L -1 ) 1 8.8± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ±0.1 Silicium (mg L -1 ) 1 7.7± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ±0.1 Magnesium (mg L -1 ) 1 4.8± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ±0.1 Zink (µg L -1 ) ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ±1.2 Aluminium (µg L -1 ) ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ±1.3 IJzer (µg L -1 ) ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ±4.0 Mangaan (µg L -1 ) ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ±2.4 Effluentpolishing met kroos 25\104

26 Bijlage 2.2 Elementen concentraties in de plant biomassa Elementen concentraties in de plant biomassa in mg of µg g -1 drooggewicht (dw) ± SE. Biomassa Tijdstip (uur) A. filiculoïdes S. polyrhiza L. gibba L. minor L. minuta Mix ±1.3 Carbon (mg g -1 ) ± ± ± ± ± ± ±0.7 Kalium (mg g -1 ) ± ± ± ± ± ± ±0.2 Calcium (mg g -1 ) ± ± ± ± ± ± ±0.1 Natrium (mg g -1 ) ± ± ± ± ± ± ±0.1 Fosfaat (mg g -1 ) ± ± ± ± ± ± ±0.0 Magnesium (mg g -1 ) ± ± ± ± ± ± ±0.1 Zwavel (mg g -1 ) ± ± ± ± ± ± ±0.1 Mangaan (mg g -1 ) ± ± ± ± ± ± ±25.4 IJzer (µg g -1 ) ± ± ± ± ± ± ±4.1 Silicium (µg g -1 ) ± ± ± ± ± ± ±6.7 Zink (µg g -1 ) ± ± ± ± ± ± ±3.3 Aluminium (µg g -1 ) ± ± ± ± ± ±4.6 26\104 Effluentpolishing met kroos

27 3 De groei en opname van nutriënten door kroos bij verschillende dichtheden en temperaturen 3.1 Inleiding De efficiëntie waarmee kroos water uit een rwzi kan na zuiveren hangt in hoge mate samen met de productiviteit van het kroos. De productiviteit van kroos hangt, behalve van omgevingsfactoren zoals daglengte, lichtintensiteit, temperatuur, de ph en de beschikbaarheid van voedingsstoffen in het water, af van de biomassa dichtheid van het kroos. De groei van kroos kan algemeen in vijf fasen worden ingedeeld. Bij voldoende beschikbaar wateroppervlak zal de groei van kroos exponentieel zijn (fase I). Wanneer vervolgens een totale oppervlaktebedekking van het water wordt bereikt, wordt de groei lineair (fase II). De optimale biomassa toename bevindt zich in de lineaire groeifase als de productiviteit maximaal is (Fase II, punt i). Na de lineaire fase neemt de biomassa steeds langzamer toe (fase III) totdat crowding (Debusk et al., 1981; Driever et al., 2005) optreedt (fase IV). Zonder interventies zal door overcrowding de biomassa uiteindelijk weer afnemen (fase V) (figuur 3.1) (Hove, 1989). Figuur 3.1 De hoeveelheid biomassa en de productiviteit van kroos tijdens de verschillende groeifases (Hove, 1989) Effluentpolishing met kroos 27\104

28 Om de productiviteit en daarmee de zuiveringsefficiëntie van rwzi effluent door kroos te maximaliseren, met de beschikbaarheid van nutriënten zoals deze in het effluent bestaat, moet voor de Nederlandse kroossoorten worden bepaald bij welke biomassadichtheid de opname van nutriënten door het kroos maximaal is. Hiertoe werd het in dit hoofdstuk beschreven onderzoek uitgevoerd. 3.2 Materialen en methoden Azolla filiculoïdes, Lemna gibba en Lemna minor werden in vier verschillende dichtheden bij twee temperaturen gegroeid. Om logistieke redenen werd S. polyrhiza niet in dit onderzoek opgenomen. De experimenten met de verschillende soorten kroos werden na elkaar uitgevoerd. Ieder experiment met een bepaalde combinatie van soort, dichtheid en temperatuur startte met het inzetten van de planten en duurde 1 week. De experimenten werden uitgevoerd in 2 klimaatkamers van de Radboud Universiteit Nijmegen, waarbij de temperatuur in de één werd ingesteld op 12 C, en in de andere op 18 C. Voor deze temperaturen werd gekozen omdat 12 C doorgaans als grens wordt gezien waarbij de kinetiek van transporteiwitten in de celmembranen van planten nog net niet wordt geremd (Bravo en Uribe, 1981). 18 C werd gekozen omdat dit de gemiddelde maximale temperatuur is van effluent uit een rwzi. In de klimaatkamers heerste een dag/ nacht regime van 12 uur licht/ 12 uur donker. De lichtintensiteit op vegetatie niveau bedroeg zo n µmol PAR m -2 sec -1 en was afkomstig van hoge druk natrium lampen (HDN: Philips green power 600 W in HS2000 armaturen) in combinatie met TL verlichting (Philips Master TL-D Super 80 18W/840). In iedere kamer werden 12 glazen aquaria van 1 L opgesteld waarvan de zijkanten werden verduisterd met folie om lichtinval onder het kroosdek tegen te gaan (figuur 3.2). De aquaria werden gevuld met effluent afkomstig van de rwzi te Eelde, Groningen. Met behulp van een peristaltische pomp werd vanuit een voorraadvat in de klimaatkamers, continu vers effluent aangevoerd waarbij het totale volume van ieder aquarium in 1 dag werd vervangen (1.0 L d -1 ). Het voorraadvat werd drie keer per week bijgevuld met effluent dat voor die tijd werd bewaard bij 4 C. Via een overloop op 10 cm hoogte werd het effluent dat uit de aquaria stroomde apart voor ieder aquarium opgevangen in zwarte lichtdichte bakjes (figuur 3.2). Deze bakjes werden net na de donkerperiode en in de lichtperiode geleegd, nadat er al dan niet een monster uit was genomen. Zowel het rwzi effluent in het voorraadvat (verder te noemen influent) en het effluent uit het experiment (verder te noemen effluent) in de zwarte lichtdichte bakjes werden 4 tot 8 keer in de week in duplo bemonsterd. Om een beeld te krijgen van de mate waarin de voedingsstoffen uit het effluent werden verwijderd, werden deze monsters op dezelfde wijze geanalyseerd als beschreven in hoofdstuk 2. filiculoïdes, L. gibba en L. minor werden ingezet in dichtheden van 250, 500, 750 en 1000 g natgewicht m -2 waarbij iedere kroossoort 3 keer werd herhaald (figuur 3.2). A. filiculoïdes was veruit het makkelijkst in een hogere dichtheid in te zetten. De beide Lemna soorten waren het lastigst om in hoge dichtheid in te zetten, vooral vanwege lange wortels. 28\104 Effluentpolishing met kroos

29 Om het vochtgehalte en de nutriënten status van de planten te weten werden aan het begin van de experimenten drie extra monsters genomen uit het plantmateriaal waarmee de experimenten werden ingezet. Het natgewicht van de planten werd bepaald nadat het aanhangende water er met keukenrol was af gedept. Daarna werden deze monsters in papieren zakjes 48 uur gedroogd in een stoof bij 70 C. Aan het einde van de week werden de planten uit de experimenten geoogst. Ook deze werden na bepaling van het natgewicht in papieren zakjes 48 uur gedroogd in een stoof bij 70 C. Na bepaling van het drooggewicht werd het gedroogde plantmateriaal per replica fijngemalen en geanalyseerd op de wijze beschreven in hoofdstuk 2. a b P 250 g nat m g nat m g nat m g nat m -2 Figuur 3.2 Overzicht van de experimentele opzet. a) klimaatkamer met de 12 aquaria en 12 zwarte bakjes. De oranje en gele rechthoeken geven de positie van respectievelijk de hoge druk natrium lampen en TL-verlichting weer. P geeft de positie van de peristaltische pomp weer. Het lichtblauwe rechthoek rechtsonder stelt het voorraadvat met vers influent voor. b) een gedetailleerde weergave van een aquarium met aan een kant een overloop op 10 cm hoogte 3.3 Resultaten en discussie Analyses aan het influent en effluent De N concentraties in het influent varieerden tussen de experimenten (tabel 3.1). In de experimenten bij 12 C was de N concentratie in het influent van Azolla het hoogst en in het influent van L. gibba het laagst. In de experimenten bij 18 C was de N concentratie in het influent van L. gibba juist het hoogst en bestonden er geen verschillen in de influentkwaliteit van Azolla en L. minor. Effluentpolishing met kroos 29\104

30 In alle experimenten bestond het grootste gedeelte van het N aanbod in het influent uit NO - 3. Hoewel de absolute NH concentraties in het influent laag waren, was het relatieve aandeel NH 4 - groter in de behandelingen waar ook de NO 3 concentraties in het influent laag waren, bijvoorbeeld in het experiment met L. gibba bij 12 C (tabel 3.1). Ook de totaal P concentraties in het influent varieerden tussen de experimenten, maar in mindere mate (tabel 3.2). Het aandeel PO - 4 in het influent was in alle experimenten nagenoeg hetzelfde, dus de variatie werd vooral bepaald door het aandeel organisch P (tabel 3.2). In de behandeling met A. filiculoïdes was er in de experimenten bij 12 C nauwelijks sprake van verwijdering van N (tabel 3.1). Bij lage dichtheden (250 en 500 g m -2 ) leek er zelfs N te worden toegevoegd aan het effluent wat duidt op stikstoffixatie in het systeem, waarschijnlijk door de symbiont van Azolla, Anabaena azollae. In de behandelingen met L. gibba en L. minor waren de N concentraties in het effluent aanzienlijk lager dan in het influent. Dit was vooral zo in de behandelingen waar L. gibba en L. minor werden ingezet in dichtheden vanaf 500 g m -2 (tabel 3.1). In de experimenten bij 18 C werden vergelijkbare resultaten gevonden, met als verschil dat nu ook in de behandeling met A. filiculoïdes de N concentratie van het effluent lager was dan van het influent. Blijkbaar was het onder deze omstandigheden gunstig voor Azolla om ook N op te nemen uit het effluent, zij het in beperkte mate (tabel 3.1). 30\104 Effluentpolishing met kroos

31 Tabel 3.1 Gemiddelde N concentraties in influent en effluent (mg L -1 ± SE) in de behandelingen met de verschillende kroos dichtheden bij 12ºC en 18ºC. Om logistieke redenen was in de experimenten bij 18 C het influent voor A. filiculoïdes en L. minor bij de dichtheden 250 en 750 g m -2 anders dan bij de dichtheden 500 en 1000 g m -2. N (NH + 4 en NO N) NH N NO N Temp. (ºC) Kroossoort A. filiculoïdes L. gibba L. minor A. filiculoïdes L. gibba Dichtheid Influent (mg Effluent (mg Influent (mg Effluent (mg Influent (mg (g m -2 ) L -1 ) L -1 ) L -1 ) L -1 ) L -1 ) Effluent (mg L -1 ) ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ±0.02 L. minor ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ±0.13 De totale P, PO - 4 en organisch P concentraties werden over het algemeen verder gereduceerd bij 18 C dan bij 12 C. Bij biomassa dichtheden vanaf 500 g m -2 waren de concentraties in het effluent over het algemeen lager dan bij de laagste dichtheid. De verschillen tussen de dichtheden vanaf 500 g m -2 en tussen de kroossoorten waren op het einde van de experimenten verder klein. Effluentpolishing met kroos 31\104

32 Dit betekent dat in de behandelingen waar er meer P in het influent zat meer werd verwijderd dan in de behandelingen waar de P concentraties in het influent lager waren (tabel 3.2). Tabel 3.2 Gemiddelde P concentraties in influent en effluent (mg L -1 ± SE) in de behandelingen met de verschillende kroos dichtheden bij 12ºC en 18ºC. Om logistieke redenen was in de experimenten bij 18 C het influent voor A. filiculoïdes en L. minor bij de dichtheden 250 en 750 g m -2 anders dan bij de dichtheden 500 en 1000 g m -2 Total P PO P Organisch P Temp. (ºC) Kroossoort A. filiculoïdes L. gibba L. minor A. filiculoïdes L. gibba Dichtheid Influent (mg Effluent (mg Influent (mg Effluent (mg Influent (mg (g m -2 ) L -1 ) L -1 ) L -1 ) L -1 ) L -1 ) Effluent (mg L -1 ) ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ±0.00 L. minor ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± \104 Effluentpolishing met kroos

33 In alle experimenten was de ph van het influent lager dan van het effluent (tabel 3.3). Het is waarschijnlijk dat algengroei hiervoor verantwoordelijk was omdat algen door de consumptie van CO 2 kunnen zorgen voor een ph stijging in het water (Bloemendaal en Roelofs, 1988). De veranderingen in de ph en in de TIC waren bij 12 C niet veel anders dan bij 18 C. Wellicht dat over een langere periode de verschillen groter zouden zijn geworden door het effect van temperatuur op algengroei. Bij hogere temperaturen groeien algen immers sneller dan bij lagere temperaturen. De ph stijging was steeds het grootst in de behandelingen met biomassa dichtheden van 250 g m -2. Bij deze dichtheden verdween ook steeds het meeste anorganisch koolstof. De algengroei werd bij de hoge dichtheden waarschijnlijk meer geremd dan bij de lage dichtheden omdat het dichtere kroosdek minder licht doorliet. Frederic et al. (2006) hebben dit soort effecten van kroosdichtheid op algengroei al eens aangetoond. Tabel 3.3 Gemiddelde ph en concentraties totaal anorganisch koolstof (mg L -1 ± SE) in influent en effluent in de behandelingen met de verschillende dichtheden kroos. Om logistieke redenen was in de experimenten bij 18 C het influent voor A. filiculoïdes en L. minor bij de dichtheden 250 en 750 g m -2 niet hetzelfde als bij de dichtheden 500 en 1000 g m -2 Temp. (ºC) ph TIC Kroossoort Dichtheid Influent Effluent Influent (mg Effluent (mg (g m -2 ) L -1 ) L -1 ) ± ± ± ±0.06 A ± ± ± ±0.08 filiculoïdes ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ±0.05 L. gibba ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ±0.02 L. minor ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ±0.08 A ± ± ± ±0.41 filiculoïdes ± ± ± ± ± ± ± ±0.29 L. gibba ± ± ± ±0.08 Effluentpolishing met kroos 33\104

34 ph TIC Temp. (ºC) Kroossoort Dichtheid (g m -2 ) Influent Effluent Influent (mg L -1 ) Effluent (mg L -1 ) ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ±0.22 L. minor ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± Analyses aan de biomassa Groei Het vochtgehalte van de planten varieerde tussen ongeveer 88 % en 94 % waarbij er tijdens de experimenten meestal sprake was van een afname (tabel 3.4). Over het algemeen nam de afname in het vochtgehalte af naar mate de planten in hogere dichtheden werden ingezet waarbij het optimum meestal bij een kroosdichtheid van 750 g m -2 werd bereikt. In de experimenten bij 12 C werden de grootste veranderingen in het vochtgehalte gemeten bij L. minor, gevolgd door A. filiculoïdes en L. gibba. In de experimenten bij 18 C was de afname in het vochtgehalte bij L. minor en A. filiculoïdes vele malen kleiner dan in de experimenten bij 12 C. Voor L. gibba was er bij 18 C zelf sprake van een kleine toename in het vochtgehalte (tabel 3.4). Tabel 3.4 Gemiddeld vochtgehaltes (%± SE) van de kroossoorten aan het begin en aan het einde van de experimenten en de procentuele verandering (%± SE) bij de verschillende dichtheden. Negatieve waarden laten een procentuele afname zien terwijl positieve waarden duiden op een toename in het vochtgehalte Temp. ( C) 12 Soort kroos A. filiculoïdes L. gibba Dichtheid Vochtgehalte begin Vochtgehalte eind (g m -2 ) (%) (%) Verandering (%) ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ±0.10 L. minor ± ± ± \104 Effluentpolishing met kroos

35 Temp. ( C) Soort kroos Dichtheid (g m -2 ) Vochtgehalte begin (%) Vochtgehalte eind (%) Verandering (%) ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ±0.05 A. filiculoïdes ± ± ± ± ± ± L. gibba L. minor ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ±0.10 De afname in het vochtgehalte zou kunnen duiden op een beperking in de wateropname, maar dit zou dan alleen het geval zijn voor de planten die groeiden bij 12 C. Het is bekend dat de kinetiek van transporteiwitten in de celmembranen van planten wordt geremd bij lage temperaturen, al wordt 12 C meestal als grenswaarde aangemerkt (Bravo en Uribe, 1981). Een beperkte wateropname zou bij hogere dichtheden minder effect kunnen hebben gehad omdat, zoals verderop duidelijk zal worden, de relatieve groei afnam met een toenemende dichtheid. Dit betekent dat er bij de hogere dichtheden relatief minder planten bij groeiden. Het water dat al in de planten aanwezig was hoefde daardoor wellicht minder te worden verdeeld. Dit verklaart echter niet waarom er in de planten die bij 18 C groeiden ook een kleine afname in het vochtgehalte werd gemeten. Een ander mogelijkheid die de afname zou kunnen verklaren is dat de planten producten uit de fotosynthese opsloegen in de vorm van suikers of andere secundaire plantstoffen zoals anthocyanen omdat ze door iets werden beperkt in hun groei (Taiz en Zeiger, 1998). Dit zou bij hogere dichtheden minder kunnen zijn geweest doordat de planten een deel van het invallende licht voor elkaar blokkeerden waardoor er per plant minder fotosynthese was. De biomassa toename was over het algemeen hoger bij 18 C dan bij 12 C (figuur 3.3). Bij 12 C was vooral de opbrengst van Azolla behoorlijk. Waarschijnlijk omdat Azolla over het algemeen tot lagere temperaturen kan blijven groeien dan de Lemnaceae (Janes, 1998; Landolt en Kandeler, 1987). Effluentpolishing met kroos 35\104

Nazuiveren van afvalwater met kroos

Nazuiveren van afvalwater met kroos Nazuiveren van afvalwater met kroos Waterschap Noorderzijlvest, advies- en ingenieursbureau Tauw, Bioniers, de Radboud Universiteit Nijmegen en Wageningen UR Livestock Research zijn in mei 2010 gestart

Nadere informatie

Effluentpolishing met kroos. Deelrapport 4. Pilotstudie

Effluentpolishing met kroos. Deelrapport 4. Pilotstudie Effluentpolishing met kroos Deelrapport 4. Pilotstudie Verantwoording Titel Effluentpolishing met kroos Auteur(s) Van Hoorn van Dulleman, M., Waterschap Noorderzijlvest Projectnummer 4716656 Aantal pagina's

Nadere informatie

Effluentpolishing met kroos. Deelrapport 7. Koepelrapport gebaseerd op informatie uit alle deelrapporten

Effluentpolishing met kroos. Deelrapport 7. Koepelrapport gebaseerd op informatie uit alle deelrapporten Effluentpolishing met kroos Deelrapport 7. Koepelrapport gebaseerd op informatie uit alle deelrapporten Verantwoording Titel Auteur Effluentpolishing met kroos Projectgroep Effluentpolishing met kroos.

Nadere informatie

Waterplanten en Waterkwaliteit

Waterplanten en Waterkwaliteit Waterplanten en Waterkwaliteit Leon van den Berg Moni Poelen Monique van Kempen Laury Loeffen Sarah Faye Harpenslager Jeroen Geurts Fons Smolders Leon Lamers Platform Ecologisch Herstel Meren Vrijdag 11

Nadere informatie

Kort door de bocht, kunnen we zeggen dat eendenkroos vier dingen nodig heeft om te groeien: dat is water, zonlicht, warmte en nutriënten.

Kort door de bocht, kunnen we zeggen dat eendenkroos vier dingen nodig heeft om te groeien: dat is water, zonlicht, warmte en nutriënten. 1 2 Kort door de bocht, kunnen we zeggen dat eendenkroos vier dingen nodig heeft om te groeien: dat is water, zonlicht, warmte en nutriënten. Het model, ontwikkeld tijdens mijn bachelor scriptie beschrijft

Nadere informatie

BAM - Bemonsterings- en analysemethodes voor bodem in het kader van het mestdecreet Bodem Bepaling van snel vrijkomende organische stikstof

BAM - Bemonsterings- en analysemethodes voor bodem in het kader van het mestdecreet Bodem Bepaling van snel vrijkomende organische stikstof - Bemonsterings- en analysemethodes voor bodem in het kader van het mestdecreet Bodem Bepaling van snel vrijkomende organische stikstof VERSIE 3.0 juni 2010 Pagina 1 van 5 BAM/deel 1/12 1 PRINCIPE Het

Nadere informatie

Effluentpolishing met kroos. Deelrapport 6. Ontwerpmodel

Effluentpolishing met kroos. Deelrapport 6. Ontwerpmodel Effluentpolishing met kroos Deelrapport 6. Ontwerpmodel Verantwoording Titel Effluentpolishing met kroos Auteur(s) Otte, A., Bioniers Projectnummer 4716656 Aantal pagina's 38 (exclusief bijlagen) Datum

Nadere informatie

1 Voedingselementen Voedingselementen Zuurgraad Elektrische geleidbaarheid (EC) Afsluiting 14

1 Voedingselementen Voedingselementen Zuurgraad Elektrische geleidbaarheid (EC) Afsluiting 14 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Voedingselementen 9 1.1 Voedingselementen 9 1.2 Zuurgraad 12 1.3 Elektrische geleidbaarheid (EC) 13 1.4 Afsluiting 14 2 Kunstmeststoffen 15 2.1 Indeling kunstmeststoffen

Nadere informatie

Kroos zuivert effluent effectief

Kroos zuivert effluent effectief Kroos zuivert effluent effectief Adrie O(e (Bioniers) en Melissa van Hoorn (Waterschap Noorderzijlvest) Bij rwzi Eelde is drie jaar geëxperimenteerd met het nabehandelen van het effluent met kroos. Bij

Nadere informatie

Bepaling van het Biochemisch Zuurstofverbruik (BZV) in oppervlaktewater

Bepaling van het Biochemisch Zuurstofverbruik (BZV) in oppervlaktewater Bepaling van het Biochemisch Zuurstofverbruik (BZV) in oppervlaktewater april 2005 One Cue Systems Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt zonder schriftelijke toestemming

Nadere informatie

1 Gewassen en hun afwijkingen Kennismaking met de plant Afwijkingen in de teelt Afsluiting 24

1 Gewassen en hun afwijkingen Kennismaking met de plant Afwijkingen in de teelt Afsluiting 24 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Gewassen en hun afwijkingen 9 1.1 Kennismaking met de plant 10 1.2 Afwijkingen in de teelt 17 1.3 Afsluiting 24 2 Afwijkingen voorkomen en bestrijdingsmethoden 25 2.1 Niet-parasitaire

Nadere informatie

Praktijkproef Super FK in Paprika 2010 bij de start van de teelt.

Praktijkproef Super FK in Paprika 2010 bij de start van de teelt. Praktijkproef Super FK in Paprika 20 bij de start van de teelt. Inleiding: Het doseren van Super FK zorgt primair voor een actiever/vegetatiever gewas, een betere en vollere gewasstand, met een betere

Nadere informatie

Bijeenkomst PN DA. Hans Smeets. Adviseur DLV plant BV

Bijeenkomst PN DA. Hans Smeets. Adviseur DLV plant BV Bijeenkomst PN DA Jongenelen oktober 2013 Hans Smeets. Adviseur DLV plant BV Waarom een grondanalyse? Inzicht krijgen in de beschikbare voeding voor de plant; Hoofdelementen; Sporenelementen; ph van de

Nadere informatie

Eendenkroos: een nieuw Nederlands eiwitgewas. Cees Gauw. Ph.D. kandidaat & docent tuin- akkerbouw. www. h o g e s c h o o l v h l.

Eendenkroos: een nieuw Nederlands eiwitgewas. Cees Gauw. Ph.D. kandidaat & docent tuin- akkerbouw. www. h o g e s c h o o l v h l. Eendenkroos: een nieuw Nederlands eiwitgewas Cees Gauw Ph.D. kandidaat & docent tuin- akkerbouw. 1 Inhoud Introductie waarom kroos Eendenkroossoorten Groeicondities Eiwit-groeicondities Eigen experimenten

Nadere informatie

Het effect van invasieve rivierkreeften op de ondergedoken waterplanten in Loenderveen- Oost, Terra Nova en de Waterleidingplas

Het effect van invasieve rivierkreeften op de ondergedoken waterplanten in Loenderveen- Oost, Terra Nova en de Waterleidingplas Het effect van invasieve rivierkreeften op de ondergedoken waterplanten in Loenderveen-, Terra Nova en de Waterleidingplas Liesbeth Bakker en Martijn Dorenbosch november 21 Afdeling Aquatische Ecologie

Nadere informatie

/~T 4r( Ol S O PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS. Onderzoek naar de optimale EC van de voedingsoplossing voor de teelt van komkommers in steenwol

/~T 4r( Ol S O PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS. Onderzoek naar de optimale EC van de voedingsoplossing voor de teelt van komkommers in steenwol /~T 4r( Ol S O PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS ' hxt Onderzoek naar de optimale EC van de voedingsoplossing voor de teelt van komkommers in steenwol W. Voogt Naaldwijk, augustus 1980 Intern verslag

Nadere informatie

Chemisch wateronderzoek 1. klimaatstad. water leeft 2. Abio. klimaatstad

Chemisch wateronderzoek 1. klimaatstad. water leeft 2. Abio. klimaatstad Chemisch wateronderzoek 1 water leeft 2 Abio Chemisch wateronderzoek 2 Chemisch wateronderzoek 3 WATER LEEFT Chemisch wateronderzoek Een goede waterkwaliteit is van groot belang voor het leven van waterdieren

Nadere informatie

Goede bemesting geeft gezonde planten

Goede bemesting geeft gezonde planten Goede bemesting geeft gezonde planten Door: HortiNova Opbouw van presentatie: Doel van gezonde bodem & plant Hoe groeit een plant? Hoe kan een plant ziek worden? Waarom moeten we bladgroen en wortels promoten

Nadere informatie

afbeelding 1 Aquaponics: planten kweken op vissenpoep Een nieuwe duurzame manier om voedsel te produceren!

afbeelding 1 Aquaponics: planten kweken op vissenpoep Een nieuwe duurzame manier om voedsel te produceren! Aquaponics Tijdens het bekijken van een website met suggesties voor profielwerkstukken raken Joey en Tom geïnteresseerd in het onderwerp aquaponics (afbeelding 1). afbeelding 1 Aquaponics: planten kweken

Nadere informatie

Helder water door quaggamossel

Helder water door quaggamossel Helder water door quaggamossel Kansen en risico s Een nieuwe mosselsoort, de quaggamossel, heeft zich in een deel van de Rijnlandse wateren kunnen vestigen. De mossel filtert algen en zwevend stof uit

Nadere informatie

4. Wanneer zal de woningbehoefte even hard groeien als de woningvoorraad? Antwoord. Na 6 jaar.

4. Wanneer zal de woningbehoefte even hard groeien als de woningvoorraad? Antwoord. Na 6 jaar. Onderwerpen Onderwerp 1. Ruimtelijke ordening In een gemeente met 30 000 inwoners staan 10 000 woningen. De gemeente schat dat het gemiddeld aantal bewoners per woning gelijk blijft aan drie, en bouwt

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT

ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT Naam: Klas: Datum: 1 Situering van het biotoop Plaats: Type water: vijver / meer / ven / moeras/ rivier / kanaal / poel / beek / sloot / bron Omgeving: woonkern / landbouwgebied

Nadere informatie

BAM - Bemonsterings- en analysemethodes voor bodem in het kader van het mestdecreet Bodem Bepaling van nitraatstikstof

BAM - Bemonsterings- en analysemethodes voor bodem in het kader van het mestdecreet Bodem Bepaling van nitraatstikstof - Bemonsterings- en analysehodes voor bodem in het kader van het mestdecreet Bodem Bepaling van nitraatstikstof VERSIE 3.1 juni 2010 Pagina 1 van 5 BAM/deel 1/04 1 PRINIPE Voor de bepaling van nitraatstikstof

Nadere informatie

Vergisting van eendenmest

Vergisting van eendenmest Lettinga Associates Foundation for environmental protection and resource conservation Vergisting van eendenmest Opdrachtgever: WUR Animal Sciences Group Fridtjof de Buisonjé Datum: 3 oktober 2008 Lettinga

Nadere informatie

Biologische beschikbaarheid van stikstof en fosfaat in effluent: Kunnen algen nog wel groeien op nagezuiverd effluent van rwzi Leiden Zuid-West?

Biologische beschikbaarheid van stikstof en fosfaat in effluent: Kunnen algen nog wel groeien op nagezuiverd effluent van rwzi Leiden Zuid-West? Biologische beschikbaarheid van stikstof en fosfaat in effluent: Kunnen algen nog wel groeien op nagezuiverd effluent van rwzi Leiden Zuid-West? Kees Bruning, Jaap Postma en Richard Jonker 1 Biologische

Nadere informatie

PACCO-PARAMETERS DO - DOSSOLVED OXYGEN EC- DE ELEKTRISCHE CONDUCTIVITEIT ORP- DE REDOXPOTENTIAAL T - DE TEMPERATUUR. PaccoParameters

PACCO-PARAMETERS DO - DOSSOLVED OXYGEN EC- DE ELEKTRISCHE CONDUCTIVITEIT ORP- DE REDOXPOTENTIAAL T - DE TEMPERATUUR.   PaccoParameters PACCO-PARAMETERS PH DO - DOSSOLVED OXYGEN EC- DE ELEKTRISCHE CONDUCTIVITEIT ORP- DE REDOXPOTENTIAAL T - DE TEMPERATUUR PH De ph geeft de zuurtegraad van het water weer. Ze varieert doorgaans op een schaal

Nadere informatie

Emissieloos Telen 2017 Update 31/08/2017 nummer 4

Emissieloos Telen 2017 Update 31/08/2017 nummer 4 Emissieloos Telen 17 Update 31/8/17 nummer 4 De overheid en de sector hebben afspraken gemaakt over het verminderen van de lozingen van drainwater, met als eindpunt een (nagenoeg) emissieloze glastuinbouw

Nadere informatie

Ecosysteem voedselrelaties

Ecosysteem voedselrelaties Ecosysteem ecologie Ecosysteem voedselrelaties Oceanen: voedselweb + energiestromen Ga naar Mypip.nl en open de oefening 3 voedselketen - voedselweb Doe de oefening en maak vervolgens de aangeleverde vragen.

Nadere informatie

Gewasgezondheid in relatie tot substraatsamenstelling (Input-output Fase IV)

Gewasgezondheid in relatie tot substraatsamenstelling (Input-output Fase IV) Gewasgezondheid in relatie tot substraatsamenstelling (Input-output Fase IV) Effect twee vulgewichten op opbrengst en kwaliteit Johan Baars, Anton Sonnenberg & Pieter de Visser & Chris Blok Dit project

Nadere informatie

Onderhoud RWZI Amstelveen

Onderhoud RWZI Amstelveen Onderhoud RWZI Amstelveen Erwin Meijers 25 juli 2017 Versie 3 Onderzoeksvraag: De effectiviteit van RWZI Amstelveen gaat achteruit. De meetdata van het effluent laat zien dat de totaal stikstofconcentratie

Nadere informatie

Bemesting Blauwe Bessen. Bemesting Blauwe Bessen. Bemesting Blauwe Bessen. Bemesting Blauwe Bessen. Bemesting Blauwe Bessen

Bemesting Blauwe Bessen. Bemesting Blauwe Bessen. Bemesting Blauwe Bessen. Bemesting Blauwe Bessen. Bemesting Blauwe Bessen Behoefte gewas Verloop in seizoen Sporenelementen Invloed van ph Breedwerpig, fertigatie of controlled release meststoffen? Problemen in de praktijk Nieuw perceel: Grondanalyse voor bepaling P, K, Mg,

Nadere informatie

Riegman & Starink. Consultancy

Riegman & Starink. Consultancy Riegman & Starink Consultancy Huidige vegetatie Knelpunt analyse Fysisch Chemisch Milieu Fysisch Chemisch Milieu Gewenste vegetatie -Voor alle KRW typen -Voor eigen gekozen plantengemeenschap Chemie 1

Nadere informatie

De effecten van steenmeel op de grasgroei.

De effecten van steenmeel op de grasgroei. `. De effecten van steenmeel op de grasgroei. Bert Westerhuis Rijnveste 18 Wageningen Bert.westerhuis@wur.nl Tony van Dijke Dijkgraaf 4 1c-1 Tony.vandijke@wur.nl Samenvatting. In dit onderzoek word onderzocht

Nadere informatie

Ionenbalans. Ministerieel besluit van 4 maart Belgisch Staatsblad van 25 maart 2016

Ionenbalans.   Ministerieel besluit van 4 maart Belgisch Staatsblad van 25 maart 2016 Compendium voor monsterneming en analyse in uitvoering van het Materialendecreet en het Bodemdecreet Versie december 2006 CMA/7/A.4 ontwerp INHOUD Inhoud 1 Toepassingsgebied 3 2 Principe 3 3 Opstelling

Nadere informatie

Naaldwijk, juni Intern rapport nr. 24.

Naaldwijk, juni Intern rapport nr. 24. / H 7 S f- 2-1 ƒ ^ ô PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS TE NAALDWIJK i-tux.-l/t-i/"", 2. S" 0 y Onderzoek naar de kopervoorziening van komkommers geteelt in steenwol (1977). door : S.J. Voogt en C.

Nadere informatie

De toegevoegde waarde van Ammonium in Kalksalpeter

De toegevoegde waarde van Ammonium in Kalksalpeter De toegevoegde waarde van Ammonium in Kalksalpeter Water en kooldioxide zijn qua hoeveelheid de belangrijkste bouwstoffen voor planten. Van andere voedingsstoffen hebben ze minder nodig, al zijn die wel

Nadere informatie

Praktijk : Voorschrift bacterieel wateronderzoek

Praktijk : Voorschrift bacterieel wateronderzoek LTO42 Toets 5.1 Boek: Biologie voor het MLO. (zesde druk) H17, pag 347 t/m 350 H17, pag 354 t/m 357 H17, pag 362 t/m 373 (dit is hoofdstuk 16 van de vijfde druk, Blz 321-324, Blz 328-332, Blz 336-345)

Nadere informatie

LMM e-nieuws 12. Inhoud. Inleiding. Geen seizoenseffecten op nitraat- en anorganisch fosforconcentraties in het grondwater.

LMM e-nieuws 12. Inhoud. Inleiding. Geen seizoenseffecten op nitraat- en anorganisch fosforconcentraties in het grondwater. LMM e-nieuws 12 April 2010 Heruitgave november 2017 Inhoud Inleiding Geen seizoenseffecten op nitraat- en anorganisch fosforconcentraties in het grondwater - Eke Buis, RIVM Evaluatie van het LMM-programma

Nadere informatie

Grip op voeding Plantsapme*ngen vs wateranalyses

Grip op voeding Plantsapme*ngen vs wateranalyses Grip op voeding Plantsapme*ngen vs wateranalyses Landelijke Glasgroente dag De toekomst van de tuinbouw Sjoerd Smits, HortiNova Joan Timmermans NovaCropControl Even voorstellen Sinds 003 bezig met plantsapmengen

Nadere informatie

Bruine bladpunten in Longiflorum White Heaven

Bruine bladpunten in Longiflorum White Heaven Bruine bladpunten in Longiflorum White Heaven Inventarisatie bladproblemen in de praktijk Hans Kok Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector Bloembollen PPO nr. 32 360 560 00 Maart 2008 2008 Wageningen,

Nadere informatie

I feel goo o d! De wetenschap achter helder water voor tropische zoetwateraquaria

I feel goo o d! De wetenschap achter helder water voor tropische zoetwateraquaria I feel goo o d! De wetenschap achter helder water voor tropische zoetwateraquaria Philips ontwikkelde dit Zuiveringsapparaat voor tropische aquaria in samenspraak met aquarium- en waterexperts. Wetenschappelijke

Nadere informatie

Magnesium in drinkwater voor weidende droge koeien

Magnesium in drinkwater voor weidende droge koeien Magnesium in drinkwater voor weidende droge koeien J. Zonderland (ROC Bosma Zathe) K. Kalis (Gezondheidsdienst voor Dieren in Noord-Nederland) Als weidende koeien krachtvoer krijgen of als koeien op stal

Nadere informatie

Compostontleding Haal méér uit je thuiscompost!

Compostontleding Haal méér uit je thuiscompost! Compostontleding Haal méér uit je thuiscompost! Compostdoosje Wat zit er in het doosje? Compostboekje Staalnamezak Staalenveloppe Tuinkerszaadjes Hoe neem ik een compoststaal? Rijpe deel compost Representieve

Nadere informatie

Particles Matter: Transformation of Suspended Particles in Constructed Wetlands B.T.M. Mulling

Particles Matter: Transformation of Suspended Particles in Constructed Wetlands B.T.M. Mulling Particles Matter: Transformation of Suspended Particles in Constructed Wetlands B.T.M. Mulling Zwevende stof vormt een complex mengsel van allerlei verschillende deeltjes, en speelt een belangrijke rol

Nadere informatie

Rapportage project: Vaststellen van de nulsituatie in de gemeente Noordenveld bij de vijverpartij de vijfde verloting.

Rapportage project: Vaststellen van de nulsituatie in de gemeente Noordenveld bij de vijverpartij de vijfde verloting. Page 1 of 35 Rapportage project: Vaststellen van de nulsituatie in de gemeente Noordenveld bij de vijverpartij de vijfde verloting Uitgevoerd door: Laboratorium Specialist in vijverwaterkwaliteit Page

Nadere informatie

OOST NUTRIENTEN EN KRW FRISIA ZOUT B.V.

OOST NUTRIENTEN EN KRW FRISIA ZOUT B.V. NUTRIENTEN EN KRW FRISIA ZOUT B.V. 29 september 2010 Inhoud 1 Tekstdelen uit van 5 varianten naar 2 alternatieven 3 1.1 Referentiesituatie 3 1.2 Effecten waterkwaliteit KRW 5 2 Nieuw tekstdeel 7 ARCADIS

Nadere informatie

Bepaling van Totaal Organische Koolstof (TOC) en/of Opgeloste Organische Koolstof (DOC) in water

Bepaling van Totaal Organische Koolstof (TOC) en/of Opgeloste Organische Koolstof (DOC) in water Bepaling van Totaal Organische Koolstof (TOC) en/of Opgeloste Organische Koolstof (DOC) in water januari 2005 1/6 WAC/III/D/050 INHOUD 1 TOEPASSINGSGEBIED... 3 2 PRINCIPE... 3 3 OPMERKINGEN... 3 4 APPARATUUR

Nadere informatie

Toets 5.1 Waterzuivering (ppt + aanvullend lesmateriaal)

Toets 5.1 Waterzuivering (ppt + aanvullend lesmateriaal) LTO42 Toets 5.1 Waterzuivering (ppt + aanvullend lesmateriaal) Biologie voor het MLO. (zesde druk) H17, pag 347 t/m 350 H17, pag 354 t/m 357 H17, pag 362 t/m 373 (dit is hoofdstuk 16 van de vijfde druk,

Nadere informatie

Gemaakt door: Erik, Rens en Lorijn 3H4. Inleverdatum: ma 8 okt. 07

Gemaakt door: Erik, Rens en Lorijn 3H4. Inleverdatum: ma 8 okt. 07 Gemaakt door: Erik, Rens en Lorijn 3H4 Inleverdatum: ma 8 okt. 07 Onderzoeksvraag Hoe schoon of vuil is het water? We onderzoeken de vuilheid van het water in de Dinkel aan het SinGraven En de volgende

Nadere informatie

A 2. B 7$ Proefstation voor de Tuinbouw onder Glas te Naaldwijk

A 2. B 7$ Proefstation voor de Tuinbouw onder Glas te Naaldwijk do Bibliotheek Proefstation Naaldwijk A 2. B 7$ Proefstation voor de Tuinbouw onder Glas te Naaldwijk De invloed van ammonium en calcium op het optreden van chlorose bij komkommer in steenwol (voorjaar

Nadere informatie

FOSFAAT NATUURLIJK FOSFAAT NATUURLIJKE MAÏSMESTSTOF NATUURLIJK FOSFAAT

FOSFAAT NATUURLIJK FOSFAAT NATUURLIJKE MAÏSMESTSTOF NATUURLIJK FOSFAAT GROEN FOSFAAT NATUURLIJKE MAÏSMESTSTOF NATUURLIJK FOSFAAT NATUURLIJK FOSFAAT FOSFAATMESTSTOF VOOR MAIS Maïs telen zonder fosfaatkunstmest zorgt bij een laag fosfaatgehalte voor een lagere opbrengst en

Nadere informatie

Vruchtkwaliteit. Meer is zeker niet altijd beter!!! Stikstofbemesting. Bemesting bij appel en peer. Er zijn zeer grote jaarsinvloeden

Vruchtkwaliteit. Meer is zeker niet altijd beter!!! Stikstofbemesting. Bemesting bij appel en peer. Er zijn zeer grote jaarsinvloeden 6 Bemesting bij appel en peer Vruchtkwaliteit Ann Gomand 18 januari 19 Meer is zeker niet altijd beter!!! Proefcentrum Fruitteelt vzw Fruittuinweg 1, B 38 Sint Truiden 3 ()11 69 7 8 pcfruit@pcfruit.be

Nadere informatie

2. BESCHRIJVING 2.1 ALGEMENE GEGEVENS CONCEPT

2. BESCHRIJVING 2.1 ALGEMENE GEGEVENS CONCEPT Bladnr. 1 van 6 2. BESCHRIJVING 2.1 ALGEMENE GEGEVENS Bladnr. 2 van 6 PAR 01 TEKENINGEN... 02 PEILEN EN HOOFDAFMETINGEN... 03 KWALITEITSBORGING Bij het opstellen van een kwaliteitsplan, zoals bedoeld in

Nadere informatie

Bemesting kool en relatie tot trips.

Bemesting kool en relatie tot trips. Bemesting kool en relatie tot trips. Programma Nutri Growing concept Trips tabaci Bemesting kool Beheersing van trips in de teelt van kool. Bodemvruchtbaarheid Het vermogen van een bodem een gewas van

Nadere informatie

Bert Bellert, Waterdienst. 5 september 2011

Bert Bellert, Waterdienst. 5 september 2011 Ammonium in de Emissieregistratie?! Natuurlijke processen, antropogene bronnen en emissies in de ER Bert Bellert, Waterdienst Ammonium als stof ook in ER??: In kader welke prioritaire stoffen, probleemstoffen,

Nadere informatie

Bijlage: bodemanalyses als nulmeting

Bijlage: bodemanalyses als nulmeting Credits for Carbon Care CLM Onderzoek en Advies Alterra Wageningen UR Louis Bolk Instituut Bijlage: bodemanalyses als nulmeting In het project Carbon Credits hadden we oorspronkelijk het idee dat we bij

Nadere informatie

2. BESCHRIJVING 2.1 ALGEMENE GEGEVENS CONCEPT

2. BESCHRIJVING 2.1 ALGEMENE GEGEVENS CONCEPT Bladnr. 1 van 7 2. BESCHRIJVING 2.1 ALGEMENE GEGEVENS Bladnr. 2 van 7 PAR 01 TEKENINGEN... 02 PEILEN EN HOOFDAFMETINGEN... 03 KWALITEITSBORGING Bij het opstellen van een kwaliteitsplan, zoals bedoeld in

Nadere informatie

DUURZAME BEMESTING EN DUURZAAM BODEMBEHEER. 16 mei 2019

DUURZAME BEMESTING EN DUURZAAM BODEMBEHEER. 16 mei 2019 DUURZAME BEMESTING EN DUURZAAM BODEMBEHEER 16 mei 2019 Banken van een druivenserre met Krilium. De man rechts is Pieter Michiels, serrist uit Eizer Overijze (januari 1957) (Foto uit het archief BDB) Bodemstaalname

Nadere informatie

Kanzi&appels& Gelderland,&2013& Resultaten)

Kanzi&appels& Gelderland,&2013& Resultaten) Kanzi&appels& Gelderland,&2013& Deondernemerheefteengangbareteelt.Zijnfocusbijdedemowastekijkenof hijdegewassengezonderenweerbaarderkankrijgen. Vanwegeintensiefspuitenmetgewasbeschermingsmiddeleniservoorgekozen

Nadere informatie

SPECTROFOTOMETRISCHE BEPALING VAN HET ORGANISCH KOOLSTOFGEHALTE IN BODEM

SPECTROFOTOMETRISCHE BEPALING VAN HET ORGANISCH KOOLSTOFGEHALTE IN BODEM SPECTROFOTOMETRISCHE BEPALING VAN HET ORGANISCH KOOLSTOFGEHALTE IN BODEM 1 DOEL EN TOEPASSINGSGEBIED Deze methode beschrijft de spectrofotometrische bepaling van het organisch koolstofgehalte in bodem

Nadere informatie

Emergente Vegetatie in relatie tot nutriëntenconcentraties in het sediment

Emergente Vegetatie in relatie tot nutriëntenconcentraties in het sediment Emergente Vegetatie in relatie tot nutriëntenconcentraties in het sediment Bart van der Aa 840515-001-004 Capita Selecta Aquatic Ecology Januari 2010 Wageningen Universiteit Inhoud 1 Inleiding... 1 2 Methode...

Nadere informatie

Opbouw van presentatie: Plantsapmetingen verminderen teeltrisico s. Bemesting en productkwaliteit. Hoe groeit een plant?

Opbouw van presentatie: Plantsapmetingen verminderen teeltrisico s. Bemesting en productkwaliteit. Hoe groeit een plant? Opbouw van presentatie: INLEIDING: Doel / nut van gezonde bodem & plant Hoe groeit een plant? Wat doet de bodembiologie voor ons? Plantsapmetingen verminderen teeltrisico s Bemesting en productkwaliteit

Nadere informatie

Tijdelijke droogval als waterkwaliteitsmaatregel. Roos Loeb, Fons Smolders, Esther Lucassen, Jeroen Frinsel, Rick Kuiperij, e.a.

Tijdelijke droogval als waterkwaliteitsmaatregel. Roos Loeb, Fons Smolders, Esther Lucassen, Jeroen Frinsel, Rick Kuiperij, e.a. Tijdelijke droogval als waterkwaliteitsmaatregel Roos Loeb, Fons Smolders, Esther Lucassen, Jeroen Frinsel, Rick Kuiperij, e.a. In samenwerking met: Waterschap Hunze en Aa s Wetterskip Fryslan Staatsbosbeheer

Nadere informatie

Praktische opdracht Scheikunde Redoxreactie puntenslijper metalen

Praktische opdracht Scheikunde Redoxreactie puntenslijper metalen Praktische opdracht Scheikunde Redoxreactie puntenslijper metalen Praktische-opdracht door een scholier 1902 woorden 12 oktober 2008 6,3 10 keer beoordeeld Vak Scheikunde De truc van de verdwenen puntenslijper

Nadere informatie

Toestand KRW-waterlichamen Flevoland medio 2018

Toestand KRW-waterlichamen Flevoland medio 2018 Toestand KRW-waterlichamen Flevoland medio 2018 1. Inleiding In het beheergebied van waterschap Zuiderzeeland liggen 18 KRW-waterlichamen (zie figuur 1 op volgende pagina). Deze waterlichamen worden zowel

Nadere informatie

2. BESCHRIJVING 2.1 ALGEMENE GEGEVENS CONCEPT

2. BESCHRIJVING 2.1 ALGEMENE GEGEVENS CONCEPT Bladnr. 1 van 6 2. BESCHRIJVING 2.1 ALGEMENE GEGEVENS Bladnr. 2 van 6 PAR 01 TEKENINGEN... 02 PEILEN EN HOOFDAFMETINGEN... 03 KWALITEITSBORGING Bij het opstellen van een kwaliteitsplan, zoals bedoeld in

Nadere informatie

Zuurtegraad ph. Ammonium NH 4

Zuurtegraad ph. Ammonium NH 4 Zuurtegraad ph Ammonium NH 4 + 1. Spoel het flesje met wit deksel met het te onderzoeken water en vul het daarna tot de 5ml-streep. 2. Voeg 3 druppels reagens 1 toe en schud. 3. Voeg 3 druppels reagens

Nadere informatie

Effecten van toenemende warmte en CO 2 op het leven in zee

Effecten van toenemende warmte en CO 2 op het leven in zee Effecten van toenemende warmte en CO 2 op het leven in zee Jack Middelburg Universiteit Utrecht Darwin Centrum voor Biogeologie Netherlands Earth System Science Centre 21 Oktober 2014 KNAW Oceaan in hoge

Nadere informatie

6.5. Werkstuk door een scholier 1097 woorden 2 maart keer beoordeeld. Keuzeopdracht; Hoofdstuk 6.4, opdracht B; Bron

6.5. Werkstuk door een scholier 1097 woorden 2 maart keer beoordeeld. Keuzeopdracht; Hoofdstuk 6.4, opdracht B; Bron Werkstuk door een scholier 1097 woorden 2 maart 2002 6.5 34 keer beoordeeld Vak ANW Keuzeopdracht; Hoofdstuk 6.4, opdracht B; Bron www.nicevzw.be www.food-micro.nl www.consumentenbond.nl Wat is nitraat

Nadere informatie

Mestverwerking in De Peel

Mestverwerking in De Peel Mestverwerking in De Peel Mestverwerking Jan van Hoof, Jeanne Stoks, Wim Verbruggen Maart 2012 Agenda Doel van de avond Wat is mest? Wat is het mestprobleem? Waar komt mest vandaan? Hoeveel mest is er?

Nadere informatie

Phoslock Behandeling Het Groene Eiland. Tussentijds rapport November 08

Phoslock Behandeling Het Groene Eiland. Tussentijds rapport November 08 Phoslock Behandeling Het Groene Eiland Tussentijds rapport November 08 Dr. Said Yasseri, Institut Dr. Nowak Ir. Patrick Van Goethem, Phoslock Europe GmbH November 2008 Inhoudstafel 1. Inleiding... 3 2.

Nadere informatie

Hergebruik van recirculatiewater in de aardbei stellingteelt

Hergebruik van recirculatiewater in de aardbei stellingteelt Hergebruik van recirculatiewater in de aardbei stellingteelt Bij de teelt van aardbeien op stellingen is het mogelijk om water en mineralen optimaler te gebruiken. Van de bemesting (stikstof en fosfaat)

Nadere informatie

Bemesting actueel en uitdagingen toekomst. Piet Riemersma Specialist ruwvoer

Bemesting actueel en uitdagingen toekomst. Piet Riemersma Specialist ruwvoer Bemesting actueel en uitdagingen toekomst Piet Riemersma Specialist ruwvoer 1 Stikstof in de lucht (N 2 ) Verliezen Denitrificerende bacteriën Rhizobium bacterie Assimilatie Stikstof fixatie door bacteriën

Nadere informatie

Plantsapmeting ter bevordering van vitaliteit van de planten

Plantsapmeting ter bevordering van vitaliteit van de planten Plantsapmeting ter bevordering van vitaliteit van de planten Grip op voeding Plantsapmetingen vs wateranalyses Sjoerd Smits, HortiNova Joan Timmermans NovaCropControl HortiNova, NovaCropControl Stephan

Nadere informatie

Fipronil: onderzoeken en bevindingen tot nu toe

Fipronil: onderzoeken en bevindingen tot nu toe Guillaume Counotte, Ruth Bouwstra, Christiaan ter Veen, Jeanine Wiegel (GD) Kijk voor de laatste updates op: www.gddiergezondheid.nl/fipronil Fipronil: onderzoeken en bevindingen tot nu toe Aan het begin

Nadere informatie

Grip op voeding. Plantsapmetingen, NovaCropControl. Plantsapmetingen vs wateranalyses. 3 oktober 2012. 1

Grip op voeding. Plantsapmetingen, NovaCropControl. Plantsapmetingen vs wateranalyses. 3 oktober 2012. 1 Even voorstellen Grip op voeding Plantsapmetingen vs wateranalyses 3 oktober 2012 Joan Timmermans NovaCropControl Sinds 2003 bezig met plantsapmetingen in aardbei en vollegrondsgroente Brix, Ec, ph, Nitraat,

Nadere informatie

Organisch (rest)materiaal als Bodemverbeteraar

Organisch (rest)materiaal als Bodemverbeteraar 17-1- Organisch (rest)materiaal als Bodemverbeteraar BODEM De Bodem Van Groot naar Klein tot zeer klein 2 1 17-1- Bodemprofiel Opbouw van de bodem Onaangeroerd = C Kleinste delen = 0 en A Poriënvolume

Nadere informatie

Voederwaarde-onderzoek Gras ingekuild Kuilkenner Excellent kuil 1

Voederwaarde-onderzoek Gras ingekuild Kuilkenner Excellent kuil 1 Onderzoek Onderzoek-/ordernummer: Datum verslag: 731267/002743994 22-07-2011 Oogstdatum: Datum monstername: Monster genomen door: Contactpersoon monstername: 16-05-2011 07-07-2011 Dick Huiberts: 0652002131

Nadere informatie

Growth and Functioning of the Microbial Plankton Community: Effects of Temperature, Nutrients and Light V.S. Brauer

Growth and Functioning of the Microbial Plankton Community: Effects of Temperature, Nutrients and Light V.S. Brauer Growth and Functioning of the Microbial Plankton Community: Effects of Temperature, Nutrients and Light V.S. Brauer Samenvatting 140 Plankton vormt de basis van de voedselketens in meren, zeeën en oceanen.

Nadere informatie

Kwaliteit oppervlaktewater, 2009

Kwaliteit oppervlaktewater, 2009 Indicator 6 maart 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De meeste waterlichamen voldoen

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting 119 120 Samenvatting Dit proefschrift beschrijft onderzoek naar de voorziening met essentiële vetzuren van gespeende biggen. Gewervelde dieren hebben in de voeding de essentiële vetzuren linolzuur

Nadere informatie

2 BEMESTING WINTERTARWE

2 BEMESTING WINTERTARWE 2 BEMESTING WINTERTARWE 2.1 Bekalking, basisbemesting en stikstofbemesting in wintertarwe W. Odeurs 1, J. Bries 1 Een beredeneerde bemesting is een belangrijke teelttechnische factor voor het bekomen van

Nadere informatie

TIPS & TRICKS. TIP 5: Reinigen Bewateringssysteem

TIPS & TRICKS. TIP 5: Reinigen Bewateringssysteem TIP 5: Reinigen Bewateringssysteem Ongelijke waterafgiftes door leidingvernauwingen en/of verstopte druppelaars of sproei-installatie zijn een doorn in het oog van een kweker. Ongelijke bewatering verstoort

Nadere informatie

Het effect van ratelaar (Rhinanthus spec.) op de biomassa van de vegetatie.

Het effect van ratelaar (Rhinanthus spec.) op de biomassa van de vegetatie. Het effect van ratelaar (Rhinanthus spec.) op de biomassa van de vegetatie. Inleiding Ratelaar (Rhinanthus spec.) is een half-parasiet. Een plant die met zijn wortels binnen de wortels van andere planten

Nadere informatie

Plantenvoeding Waarom is dat nodig? En waar dienen de elementen voor?

Plantenvoeding Waarom is dat nodig? En waar dienen de elementen voor? Plantenvoeding Waarom is dat nodig? En waar dienen de elementen voor? uinbouwkundig Ingenieur Hans van der Staak Bronnen: VG Weser Ems, Bad Zwischenahn (D) PPO Boskoop (NL) Scotts International (NL) Basis

Nadere informatie

Invloed van ventilatie-instellingen op vochtverliezen en kwaliteit in zand aardappelen

Invloed van ventilatie-instellingen op vochtverliezen en kwaliteit in zand aardappelen Invloed van ventilatie-instellingen op vochtverliezen en kwaliteit in zand aardappelen Ing. D. Bos en Dr. Ir. A. Veerman Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector AGV PPO 5154708 2003 Wageningen,

Nadere informatie

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater,

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, 1991 2010 Indicator 27 november 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens

Nadere informatie

Vermesting in meren en plassen,

Vermesting in meren en plassen, Indicator 14 september 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De vermesting in de meren

Nadere informatie

Vloeibare mest en vloeibare behandelde mest Monstervoorbehandeling

Vloeibare mest en vloeibare behandelde mest Monstervoorbehandeling Bemonsterings- en analysemethodes voor mest, bodem en veevoeder in het kader van het mestdecreet Vloeibare mest en vloeibare behandelde mest Versie december 2018 BAM/deel 3/02 Inhoud INHOUD 1 Principe

Nadere informatie

Invloed Waterkwaliteit op de Onderwater Flora en Fauna

Invloed Waterkwaliteit op de Onderwater Flora en Fauna Invloed Waterkwaliteit op de Onderwater Flora en Fauna Gezond en voedselrijkwater waarborgt een diversiteit aan Flora en Fauna. Een wankel evenwicht tussen de biologische elementen. Index. De voedselketen.

Nadere informatie

BIOLOGIE Energie & Stofwisseling HAVO Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Lelydorp [HHS-SGL]

BIOLOGIE Energie & Stofwisseling HAVO Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Lelydorp [HHS-SGL] BIOLOGIE Energie & Stofwisseling HAVO Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Lelydorp [HHS-SGL] Docent: A. Sewsahai De student moet de bouw en werking van enzymen kunnen beschrijven moet het proces van

Nadere informatie

WEERBAAR Telen = Veerkracht in de plant brengen. Mijn naam: Eddo de Veer

WEERBAAR Telen = Veerkracht in de plant brengen. Mijn naam: Eddo de Veer WEERBAAR Telen = Veerkracht in de plant brengen Mijn naam: Eddo de Veer HOE? Begin met een goede bodem analyse Ik werk met de Bodem Balans Analyse Het gaat om de verhoudingen van de mineralen aan het complex

Nadere informatie

De diverse somsoorten bij Fysica

De diverse somsoorten bij Fysica De diverse somsoorten bij Fysica 1 liter zout water weegt 1,03 kilo 1 liter zoet water weegt 1,00 kilo 1 meter zout water levert 0,1 bar druk op 1 meter zoet water levert 0,097 bar druk op Belangrijk:

Nadere informatie

Samenvatting / Summary in Dutch SAMENVATTING

Samenvatting / Summary in Dutch SAMENVATTING SAMENVATTING Ammoniak is een van de voornaamste luchtverontreinigende stoffen in Nederland. Het is voor bijna 90% afkomstig uit de landbouw. De ammoniak komt vooral vrij bij de produktie van mest in de

Nadere informatie

Werken aan bodem is werken aan:

Werken aan bodem is werken aan: DE BODEM ONDER EEN VRUCHTBARE KRINGLOOP Van knelpunten naar maatregelen Sjoerd Roelofs DLV 06-20131200 Werken aan bodem is werken aan: 1. Organische stof 2. Bodemchemie 3. Waterhuishouding 4. Beworteling

Nadere informatie

Zuivering van stedelijk afvalwater: zware metalen,

Zuivering van stedelijk afvalwater: zware metalen, Indicator 22 juni 2011 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De afgelopen dertig jaar is voor

Nadere informatie

TEELTHANDLEIDING EENDENKROOS DE BLAUWE KETEN

TEELTHANDLEIDING EENDENKROOS DE BLAUWE KETEN TEELTHANDLEIDING EENDENKROOS TEELTHANDLEIDING EENDENKROOS INLEIDING Waarom eendenkroos? Eendenkroos, behorend tot de familie van de Lemnaceae, komt van nature voor in kleine wateren zoals poelen, vijvers

Nadere informatie

Effecten van steenmeel op de bodemecologie gefinancierd door provincies Noord-Brabant en Gelderland

Effecten van steenmeel op de bodemecologie gefinancierd door provincies Noord-Brabant en Gelderland Effecten van steenmeel op de bodemecologie gefinancierd door provincies Noord-Brabant en Gelderland Jaap Bloem 1, Gert-Jan van Duinen 2, Maaike Weijters 3 1 Wageningen Environmental Research 2 Stichting

Nadere informatie

Microalgen: van belofte naar een duurzaam industrieel proces

Microalgen: van belofte naar een duurzaam industrieel proces Microalgen: van belofte naar een duurzaam industrieel proces Biodiesel productie uit microalgen 23 November 2011, Anne Klok MSc Slim materiaal en energie gebruik: terug naar de natuur! Energie van de toekomst:

Nadere informatie

Effluentpolishing met krooszuivering. Deelrapport 1. Literatuuronderzoek

Effluentpolishing met krooszuivering. Deelrapport 1. Literatuuronderzoek Effluentpolishing met krooszuivering Deelrapport 1. Literatuuronderzoek Verantwoording Titel Effluentpolishing met krooszuivering Auteur Otte, A. (2010) Effluentpolishing met kroos. Deelrapport 1: Literatuuronderzoek.

Nadere informatie