Naar aanleiding van uw bezwaar bent u op 27 juni 2018 gehoord. Het verslag van de hoorzitting heb ik u toegezonden.

Transcriptie

1 > Retouradres Postbus EE Den Haag Directie Juridische Zaken Korte Voorhout CW Den Haag Postbus EE Den Haag Ons kenmerk Uw brief (kenmerk) 15 mei 2018 Datum 8 oktober 2018 Betreft Beslissing op uw bezwaar tegen het Wob-besluit van 4 april 2018 Geachte Hierbij beslis ik op het bezwaar dat u namens de Nationale Postcode Loterij hebt gemaakt tegen het besluit van 4 april Daarin is uw verzoek om informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) over een beschikking die op 22 december 2017 aan Staatsloterij B.V. is verleend, gedeeltelijk geweigerd. Naar aanleiding van uw bezwaar bent u op 27 juni 2018 gehoord. Het verslag van de hoorzitting heb ik u toegezonden. Bezwaren U hebt gelijkluidende Wob-verzoeken ingediend bij zowel de Kansspelautoriteit (KSA), de minister van Justitie en Veiligheid als de minister van Financiën. Aan de hand van een vergelijking van de verschillen tussen de drie besluiten op uw verzoeken, meent u dat het besluit van 4 april 2018 om de volgende redenen onvolledig en onjuist is. Volgens u lijkt het aan de hand van die vergelijking ten eerste dat niet alle met uw Wob-verzoek gevraagde informatie bij de beoordeling is betrokken. Ten tweede lijkt het er volgens u op dat ik artikel 10, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wob (bedrijfs- en fabricagegegevens) en artikel 10, tweede lid, aanhef en onder g, van de Wob (het voorkomen van onevenredige benadeling) onjuist heb toegepast. Beoordeling Uw bezwaar heeft mij aanleiding gegeven nogmaals na te gaan of er niet meer documenten zijn die onder uw verzoek vallen. Ik heb daarbij één mailwisseling aangetroffen van 18 en 19 oktober 2017 (document 28). De bijlage van deze (document 29) was al openbaar gemaakt door de KSA (document 8a bij KSA besluit). Beide documenten zijn opgenomen in de inventarislijst. Pagina 1 van 3

2 Verder heb ik aan de hand van een vergelijking tussen de drie door u bedoelde besluiten geconstateerd dat informatie waarover de KSA en ik beide beschikken, door de KSA openbaar is gemaakt. Een heroverweging kan wat dat betreft dus hoe dan ook niet tot een verdergaande openbaarheid van die documenten leiden, zodat ik een heroverweging wat die informatie betreft achterwege laat wegens het ontbreken van belang. Volledigheidshalve heb ik de laatste kolom van de inventarislijst aangevuld met de nummers van de corresponderende documenten van de KSA. Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken Ons kenmerk Uw bezwaar heeft mij ook aanleiding gegeven (nogmaals) zienswijzen te vragen over de documenten 4, 5, 11, 21 en 27 en 28. Die zienswijze heeft er mede toe geleid dat ik mijn besluit om de documenten 11, 21 en 27 niet (verder) openbaar te maken handhaaf. Tevens besluit ik document 28 niet openbaar te maken. Ik licht dit toe. Document 21 bevat een gesprek tussen een ambtenaar van het ministerie met een vertegenwoordiger van de stichting Kansspelbelangen NOC*NSF/ALN en een interne terugkoppeling van dat gesprek tussen twee ambtenaren. Het betreft dus contacten tussen de enige twee aandeelhouders van de Nederlandse Loterij, het moederbedrijf van de Staatsloterij B.V. Inhoudelijk gaat het over de juridische procedure(s) die naar verwachting uit de aanpassing van de beschikking kunnen voortvloeien. Het gaat dus om informatie die een rol speelt bij het bepalen van de (proces-)positie van de Nederlandse Loterij in een conflict met derden. Dergelijke informatie heeft naar haar aard een vertrouwelijk karakter en is niet bestemd voor andere partij(en). Ik ben van mening dat tussen de verschillende organen en stakeholders van een bedrijf vertrouwelijk overleg mogelijk moet zijn om openlijk en in vrijheid van gedachten te kunnen wisselen over de in te nemen (proces-) positie van de onderneming en ik acht het voor hen allen onevenredig benadelend als dergelijke informatie op verzoek van derden alsnog openbaar zou moeten worden gemaakt. Daarom handhaaf ik wat dit document betreft dan ook mijn beroep op artikel 10, tweede lid, aanhef en onder g, van de Wob. Voor zover in document 21 bepaalde informatie niet openbaar is gemaakt met een beroep op artikel 11 van de Wob (intern beraad), wijzig ik de grondslag daarvan in artikel 10, tweede lid, onder g, van de Wob. Tot slot pas ik de inventaris op dit punt aan, nu daarin per abuis is vermeld dat NPL de afzender is van dit document. De documenten 11, 27 en 28 bevatten correspondentie tussen de Nederlandse Loterij en de minister. Daarin wordt enige strategische context geschetst in verband met de aanpassing van de beschikking van Staatsloterij B.V. Voor deze documenten geldt, zoals dat voor document 21 geldt ten aanzien van de procespositie, dat over de toekomststrategie van de onderneming en de op basis daarvan te nemen beslissingen een open en vrije gedachtewisseling binnen de organen van een onderneming mogelijk moet zijn, hetgeen alleen mogelijk is als de vertrouwelijkheid daarvan ook gegarandeerd is. Ook wat dit document betreft handhaaf ik daarom mijn beroep op artikel 10, tweede lid, aanhef en onder g, van de Wob. Pagina 2 van 3

3 Besluit Concluderend is uw bezwaar gegrond wat de documenten 4 en 5 betreft. Die twee documenten maak ik nu alsnog openbaar. Verder is de inventarislijst aangepast. Die treft u hierbij ook aan. Voor het overige acht ik uw bezwaar ongegrond. DE MINISTER VAN FINANCIËN, namens deze, Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken Ons kenmerk De secretaris-generaal Tegen deze beslissing kunt u beroep instellen. Ingevolge artikel 6:7 van de Awb dient het beroep te worden ingediend binnen 6 weken na de dag waarop de beslissing is verzonden bij de rechtbank Amsterdam, Afdeling publiekrecht, team bestuursrecht algemeen, postbus 75850, 1070 AW Amsterdam. Pagina 3 van 3

4

5

6

7

8

9