De uitrusting van de afwasruimten

Transcriptie

1 De uitrusting van de afwasruimten Retourgoederen en afwas Onder retourgoederen versta je het materieel en de etensresten, die terugkomen uit het restaurant, de locaties of de afdelingen. De verwerking van etensresten wordt in paragraaf 4.7 Afval in het boek Voedingsleer en Hygiëne behandeld. Het vuile retourservies wordt in de afwasruimte bewerkt. De afwaskeuken is de ruimte waarin het keukenmaterieel en het serviesgoed worden afgewassen. Vanuit de verschillende keukenruimten worden materieel en serviesgoed aangevoerd. Je kunt daarbij denken aan pannen, potten, afruimbakken, gardes, schalen, borden, koppen en bestek. De plaats van de afwaskeuken moet met zorg gekozen worden. Vuil serviesgoed vanuit het restaurant, de zalen of de afdelingen, mag niet door de bereidingsruimte worden getransporteerd om kruisbesmetting te voorkomen. Als er ook extern transport van vuil materieel plaatsvindt, zal de afwaskeuken moeten grenzen aan de ontvangstruimte. De werkzaamheden in de afwaskeuken veroorzaken veel lawaai. De afwaskeuken is een vuile ruimte. Deze twee feiten maken het noodzakelijk de afwaskeuken te scheiden van de overige keukenruimten. De afwaskeuken is een soort doorvoerruimte. Aan de ene kant komt het vuile materieel binnen en aan de andere kant gaat het schone materieel eruit. In een goed ingerichte afwasruimte zou denkbeeldig een muur kunnen worden geplaatst tussen het vuile en schone deel. Die muur bestaat uit de vaatwasmachine of spoelplaats. In afwasruimten van grote bedrijven wordt de afwas verricht door minimaal twee personen. De één zorgt voor de vuile werkzaamheden als het ontklieken, voorspoelen en inruimen van de vaatwasmachine. De ander verzorgt de schone werkzaamheden als het leeghalen van de vaatwasmachine en het transport van het schone materieel naar de opbergplaatsen. Scheiding van afwas De afwas vraagt veel ruimte in keukens. Je kunt de afwas op verschillende manieren organiseren. Je kunt het keukenmaterieel, zoals pannen, in dezelfde afwasruimte afwassen als het servies. Je kunt het ook afwassen in een aparte ruimte voor het reinigen van keukenmaterieel. In grote horecakeukens wordt de afwas van keukenmaterieel gescheiden van het servies en glaswerk vanuit het restaurant. Vaak wordt ook nog het glaswerk van het serviesgoed en bestek gescheiden. Het voordeel van dit systeem is, dat het echte vuile materieel vanuit de keuken gescheiden wordt van het minder vuile materieel. Daardoor hoeft het afwaswater in de vaatwasmachine en voorspoelruimte minder vaak vervangen te worden. In middelgrote en kleine bedrijven wordt de afwas vanuit de keuken en het restaurant vaak door ruimtegebrek gecombineerd. Nadeel van de gecombineerde afwaskeuken is, dat er gemakkelijk breuk aan servies en glaswerk ontstaat. In instellingen wordt de afwas vanuit de keuken en de afdelingen vaak in één ruimte gecombineerd. De reden hiervoor is, dat in deze bedrijven vaak gebruik gemaakt wordt van één vaatwasmachine met een grote capaciteit. In instellingen zijn de momenten van toevoer van vuil vaatwerk vanuit de keuken en de afdelingen ruim van te voren bekend en goed te plannen. Daardoor kan de afwas van materieel uit de keuken en de afdelingen gescheiden plaatsvinden. Afwasruimte middelgrote keuken Het afwasproces Om jou de verschillen tussen de diverse apparatuur duidelijk te maken moet je eerst weten welke fasen je kunt onderscheiden als servies en materieel afgewassen worden. Afwassen bestaat uit de volgende zes acties: 1. Voorbereiden. 2. Voorspoelen. 3. Wassen. 1

2 4. Naspoelen. 5. Drogen. 6. Opruimen. 1. Voorbereiden De voorbereiding van het vaatwerk bestaat uit de volgende activiteiten: Je scheidt het materieel vanuit het restaurant, de zalen en afdelingen van het materieel uit de keuken. Je verwijdert het grove vuil, zoals etensresten, papier en schillen en je gooit die in de afvalton. Je sorteert het vaatwerk. Als het vaatwerk erg vuil is dan laat je het vaatwerk eerst weken om de etensresten los te maken. Voor het losweken van etensresten gebruik je water met een temperatuur van C (handwarm). Te heet water zorgt ervoor dat eiwitrijke voedselresten gaan binden, waardoor de resten op het vaatwerk vastplakken. Het verwijderen van het grove vuil en losweken van etensresten voer je bijna altijd handmatig uit voordat het materieel de vaatwasmachine ingaat. Bij het gebruik van korven zet je het vaatwerk in de korven. Koppen, schalen, pannen plaats je met de opening naar beneden. Anders blijft het afwaswater erin staan, waardoor ze niet worden schoongewassen. 2. Voorspoelen Tijdens het voorspoelen met de hand wordt het zichtbare vuil van het materieel afgespoeld. Grove, loszittende etensresten worden verwijderd. Het voorspoelen wordt met de hand uitgevoerd, bijvoorbeeld met een handdouche. Dan gaat de vaatwas de machine in. Bij het voorspoelen wordt handwarm water (40-45 C) gebruikt om het vastplakken van voedselresten te voorkomen. 3. Wassen Het wasproces in de machine omvat vier acties. Deze zorgen samen voor het wasresultaat, te weten: a. De mechanische actie. b. De temperatuur. c. De chemische waswerking. d. De wastijd. a. De mechanische actie Bij het afwassen met de hand leveren hand en borstel de mechanische waswerking. In het voorwasgedeelte van een grote vaatwasmachine bestaat de mechanische waswerking uit de kracht waarmee het waswater op het vaatwerk spuit. Hoe groter de kracht, des te beter het resultaat. Tijd Mechanische actie Illustratie 8-1 De cirkel van Sinner Chemie Temperatuur Bepalend voor het gewenste reinigingsresultaat: De 4 reinigingsfactoren b. De temperatuur Voor een goed resultaat verhit de machine het afwaswater tot een temperatuur van 60 C. Bij een lagere temperatuur zullen de vetten niet smelten en niet vloeibaar worden. Bij een hogere temperatuur zullen de eiwitten uit de voedingsresten stollen en vastplakken op het servies en het materieel. c. De chemische waswerking Bij het met de hand afwassen gebruik je huishoudelijke afwasmiddelen. Hoeveel er van dit middel in het water nodig is, is afhankelijk van het soort en de concentratie van het afwasmiddel. Te veel afwasmiddel geeft echter geen schonere vaat. Het is alleen duurder in gebruik en slechter voor het milieu. Voor een vaatwasmachine gebruik je speciale reinigingsmiddelen die niet schuimen. Schuim breekt de kracht van de waterstralen uit de sproeikoppen (mechanische werking). De chemische werkingen van een reinigingsmiddel (afwasmiddel) zijn: Losweken van het vuil op het vaatwerk. Fijner verdelen van het vuil. Verhinderen dat rondzwevend vuil in het waswater zich opnieuw aan het vaatwerk hecht. Oplosbaar maken van oliën en vetten. Voorkomen van kalkaanslag (door hard water) op het vaatwerk en in de machine. Je kunt niet in elke situatie hetzelfde reinigingsmiddel gebruiken. Dit is afhankelijk van de hardheid van het water, de soort vaatwasmachine en de bevuiling en het soort vaatwerk. Voor de dosering van de juiste hoeveelheid reinigingsmiddel wordt gebruik gemaakt van een doseringsapparaat. Het doseringsapparaat geeft een juiste hoeveelheid reinigingsmiddel aan het waswater af. Gebruik dus nooit zonder overleg een ander reinigingsmiddel en kom nooit aan de afstelling van het doseringsapparaat. Bij een verkeerde afstelling komt er te weinig of te veel reinigingsmiddel in het waswater. Daardoor wordt het vaatwerk niet schoon en ontstaat er kalkaanslag op het vaatwerk. De gevolgen van te veel reinigingsmiddel zijn: Het vaatwerk gaat naar zeep smaken en ziet er niet schoon uit. 2

3 Er treedt aantasting (corrosie) van bepaalde onderdelen van de machine op. Er vindt een sterkere verontreiniging van het milieu plaats. Er zijn hogere kosten. d. De wastijd Je stelt de vaatwasmachine een korte tijd in voor minder vuil vaatwerk en een lange tijd voor vuil vaatwerk. Een korte wastijd maakt het vaatwerk sneller bruikbaar, kost minder energie en is beter voor het milieu. Vuil vaatwerk heeft uiteraard een lange wastijd nodig. Zoals je ziet spelen alle vier genoemde factoren een eigen rol in het wasproces van het vaatwerk. Handafwas Rolbepaling van de 4 reinigingsfactoren: Afhankelijk van de situatie Chemie Temperatuur Mechanische actie Tijd Machninale afwas Illustratie 8-2 Sinner-cirkels: handafwas versus machinale afwas 4. Naspoelen In de praktijk blijkt dat het naspoelen niet met de hand gebeurt. Naspoelen is een belangrijk onderdeel van het afwassen. Het is de laatste reinigingsfase. Het reinigingsmiddel en de eventueel achtergebleven resten vuil worden van het vaatwerk afgespoeld. Een doseringsapparaat voegt aan het naspoelwater een juiste hoeveelheid glansdroogmiddel toe. Het glansdroogmiddel zorgt ervoor dat het naspoelwater als een dun laagje (een soort filmpje) over het vaatwerk ligt. Hierdoor verdampt het water snel en gelijkmatig. Er blijven geen strepen of druppels op het vaatwerk achter. Het naspoelwater in een vaatwasmachine heeft een temperatuur van C. Het voordeel van deze hoge temperatuur is de ontsmettende werking. Het hete naspoelwater verwarmt het vaatwerk, waardoor het sneller droogt. Ook hier geldt: stel het doseringsapparaat voor het glansdroogmiddel niet zelf af, maar laat de leverancier dit doen. Te weinig glansdroogmiddel geeft vaatwerk met strepen en druppels. Te veel glansdroogmiddel geeft vlekken en maakt het vaatwerk glibberig tot zeer glad. Het kan smaak afgeven aan gerechten en dranken. 5. Drogen Het naspoelwater in een vaatwasmachine heeft een temperatuur van C. Het hete naspoelwater verwarmt de vaatwas, waardoor afdrogen niet nodig is. Toch worden er bij het drogen van vaatwerk vaak fouten gemaakt. Het vaatwerk wordt bijvoorbeeld na het wassen te snel uit de korven gehaald. Daardoor dampt het vaatwerk niet uit en blijft het vochtig. Sommige vaatwasmachines hebben een droogtunnel. De temperatuur in deze tunnel is C waardoor het vaatwerk niet hoeft uit te dampen of na te drogen. 6. Opruimen Voor het opruimen en opbergen van het schone vaatwerk zijn geen vaste regels op te stellen. De afwas moet zoals gezegd door twee personen worden uitgevoerd. Degene, die vuil vaatwerk van etensresten ontdoet en in de vaatwasmachine zet, mag het schone vaatwerk niet opruimen. In iedere keuken gaat dit echter anders. Pak het schone vaatwerk alleen met schone handen aan. Zet gereinigde opbergwagens (de stapelautomaten voor borden, schalen, deksels, koppen, schotels, dienbladen) bij de vaatwasmachine klaar, zodat het droge vaatwerk er direct in kan worden opgeborgen. Berg het serviesgoed afgedekt op, zodat het schoon blijft voor het volgende gebruik. De inrichting van de afwasruimten Inventaris Vaatwasmachine/ glazenwasmachine Schema 8-1 Materieel in de afwasruimten Apparatuur Afvalbakken *) Pannenwasmachine Voedselvernietigers Handenwasgelegenheid *) Reinigingsapparatuur Servieskasten *) Hogedrukspuit Spoeltafel *) Stellingen en rekken voor de pannen *) Gereedschappen Korven voor serviesgoed *) Reinigingsgereedschappen Bezems Borstels Dweilen Schrobbers Watertrekkers *) Al besproken in de hoofdstukken 5, 6 of 7. 3

4 Inventaris van de afwasruimten Re U O Op V T Tr A T B bovenop een werkbank geplaatst. Het zijn de kleinste vaatwasmachines, die veel lijken op de vaatwasmachine, die thuis in de gezinshuishouding wordt gebruikt. De inventaris die je in de afwasruimte tegen kunt komen, bestaat uit: 1. Vaatwasmachine/glazenwasmachine. 2. Pannenwasmachine. 3. Handenwasgelegenheid. 4. Servieskasten. 5. poeltafel. 6. Stellingen en rekken voor de pannen. De punten 3 t/m 6 zijn al in hoofdstuk 5 behandeld. 1. Vaatwasmachine/glazenwasmachine Een vaatwasmachine gebruik je voor het (verantwoord) hygiënisch reinigen van meestal grote hoeveelheden servies, glaswerk en keukenmaterieel. Vaatwasmachines kom je in bijna alle keukens tegen. Er zijn verschillende soorten vaatwasmachines variërend in grootte en afmetingen maar ook in de keuze van de wasprogramma s. We onderscheiden de volgende vaatwasmachines: a. Eén-compartiment-machine (1-baksmachine). b. Meer-compartiment-machine. a. Eén-compartiment-machine (1-baksmachine) Het voornaamste kenmerk van dit type machine is het ene compartiment. De korf met vaatwerk ondergaat de verschillende fasen van het wasproces stilstaand. Vanuit één watertank wordt met een circulatiepomp het afwaswater over de korf met vaatwerk gesproeid. De watertank is dikwijls afgedekt met zeefplaten, waarop het terugstromende waswater valt en grove, niet oplosbare voedselresten blijven liggen. Deze worden aan de circulatie onttrokken. De sproeiers kunnen op draaiende, maar ook op vaststaande wasarmen zijn gemonteerd. Tijdens het wassen en naspoelen worden constant dezelfde vlakken van het vaatwerk bewerkt. Er zijn twee typen één-compartiment-machines: 1. De kleine één-compartiment-machine, ook wel voorlader genoemd. De kleine één-compartimentmachine wordt vooral in kleine keukens geplaatst, onder andere voor glaswerk. De machines hebben een naar voren klappende deur, waarop een korf wordt geplaatst met het vuile vaatwerk. Als de korf gevuld is wordt hij de machine ingeschoven en wordt de klep gesloten. De machines hebben over het algemeen twee wasprogramma s, een kort programma voor minder vuil vaatwerk en een lang programma voor de vuile vaat. In dit type machine worden alle bewerkingen (wassen en naspoelen) in één compartiment uitgevoerd. Voor iedere naspoeling wordt een nieuwe hoeveelheid vers water in de kleine tank gedoseerd. De machines worden onder of Vaatwasmachine 2. De grotere professionele één-compartimentmachine, ook wel doorschuifmachine genoemd. De grotere één-compartiment-machines zijn vrijstaande machines die in een aparte afwasruimte staan. Doorschuifmachines zijn verkrijgbaar in doorlopende en hoekmodellen. Tafels met vuil vaatwerk staan aan de ene kant van de machine. Tafels voor schoon vaatwerk staan aan de andere kant. De machine heeft een omhooggaande kap. De korven met vuil vaatwerk worden: Aan de vuile zijde van de machine gevuld met het voorgespoelde vaatwerk. Gewassen in de machine. Er aan de andere kant weer schoon uitgehaald. De professionele machine heeft een grote watertankinhoud van 40 liter. Het waswater wordt constant op circa 65 C gehouden. Tijdens het naspoelen wordt per wasbeurt 1 à 3 liter schoon water gebruikt, dat in de tank terecht komt. Dit ververst dus het waswater gedeeltelijk. Omdat deze verversing geen gelijke tred houdt met de vervuiling zal het waswater na een aantal wasbeurten geheel moeten worden ververst. Doorschuifmachines kunnen twintig tot zestig korven per uur wassen. 4

5 Illustratie 8-3 Meercompartiment-vaatwasmachines (3 installatievoorbeelden) b. Meer-compartiment-machine De meer-compartiment-machines zijn grote, lange machines die door twee mensen bediend moeten worden. Eén persoon staat aan de vuile zijde en vult de machine met vuile vaat en de ander haalt aan de andere (schone) zijde de schone vaat uit de vaatwasmachine. In de meer-compartiment-machine zijn de was- en naspoelsproeiers naast en na elkaar geplaatst in een vergroot compartiment, waar het vuile vaatwerk doorheen wordt getransporteerd via een transportband. Tussen de verschillende afwasfasen (voorwassen, naspoelen en drogen) zijn spatschermen gehangen, om: De verschillende fasen van het wasproces af te schermen. Te voorkomen dat vuil afwaswater op het schone nagespoelde vaatwerk kan spatten. In de machine zijn in feite meerdere compartimenten gemaakt. Een meer-compartiment-machine bestaat dus uit compartimenten die aan elkaar gekoppeld zijn. Het werken met meer waselementen heeft als voordeel, dat: De bandsnelheid (dus de capaciteit) vergroot kan worden, vaak 2 snelheden. Met steeds warmer water kan worden gewassen. Een ander onderdeel is de droogtunnel aan het einde van de machine. Erg nuttig in bedrijven waar veel roestvrij staal of kunststof wordt gebruikt. Deze materialen nemen weinig en zeer moeilijk warmte op. Ze moeten bij het drogen een handje geholpen worden. In de meer-compartiment-machine is een mechanische transportinrichting voor het vaatwerk nodig. Het vaatwerk moet immers van buiten naar de waszone, van de waszone naar de spoelzone en van de spoelzone weer naar buiten worden gebracht. Meer-compartimentmachine Voor dit transport binnen de machine bestaan twee systemen: 1. Het systeem waarbij het vaatwerk in korven blijft gesorteerd. De korven worden door de machine heen getransporteerd (rekken-doorschuifmachine). 2. Het systeem waarbij het vaatwerk op een speciale band wordt gesorteerd (bandmachine). De band loopt door de machine heen. 5

6 Een belangrijke ontwikkeling in vaatwasmachines is het warmte-terugwinningssysteem. Warmwaterdampen worden uit de machines gezogen. Ze worden gebruikt voor het verwarmen van het naspoelwater tot ongeveer 50 C. De gekoelde lucht wordt vermengd met omgevingslucht uit de ruimte. Vaatwasmachines moeten na het gebruik (per wasbeurt of wanneer het water in de machine wordt ververst) worden gereinigd. Preventief onderhoud is strikt noodzakelijk voor deze dure machines. Met regelmaat, zeker eenmaal per zes maanden, moeten de vaatwasmachines door een onderhoudsmonteur worden gecontroleerd. Vooral in grotere keukens, waar veel en grote pannen worden gebruikt, worden pannenwasmachines gebruikt. Er zijn verschillende soorten pannenwasmachines: Machines uitgevoerd met sproeiers. Deze machines werken zoals een gewone vaatwasmachine. De pannen worden in de machine gezet. Daarna spuiten de sproeiers de pannen schoon. Machines die bestaan uit een waterbak met kunststof korreltjes (granulaat). De korrels en het afwaswater worden onder hoge druk op de vaat gespoten. Voorwassen is niet nodig. De pannenwasmachine wordt dagelijks na gebruik gereinigd en gespoeld. De sproeiers moeten wekelijks worden gecontroleerd en gereinigd om het verstoppen te voorkomen. Deze machines moeten, om kalkaanslag te voorkomen, regelmatig met een ontkalkingsmiddel worden gereinigd. Preventief onderhoud is noodzakelijk. Afhankelijk van het gebruik, maar in ieder geval eenmaal per twee maanden, moeten de machines door een onderhoudsmonteur worden gecontroleerd. Het is noodzakelijk om alle voornoemde machines op een ontharder aan te sluiten. Apparatuur in de afwasruimten De apparatuur die je in de afwasruimte tegen kunt komen, is afhankelijk van de te verrichten werkzaamheden en kan bestaan uit: 1. Afvalbakken. 2. Voedselvernietiger. Punt 1 is al hoofdstuk 5 aan de orde gesteld. Pannenwasmachine 2. Pannenwasmachine Een pannenwasmachine wordt gebruikt om pannen en groot materieel zoals braadsledes en mengkommen uit de keuken te reinigen. Vaatwasmachines zijn eigenlijk niet geschikt om sterk vervuilde pannen en materieel af te wassen. In de meeste keukens wordt de afwas van keukenmaterieel gescheiden van de afwas uit het restaurant of uit de zalen. Keukenmaterieel is vaak sterk vervuild. Daardoor moet het water in de machine snel worden vervangen. In kleine keukens worden de pannen en het overige materieel in de keuken voorgespoeld voordat ze worden afgewassen. 2. Voedselvernietiger Een voedselvernietiger wordt alleen gebruikt voor het vermalen van etensresten en groente- en fruitafval. De voedselvernietiger verpulvert het afval zo fijn dat het, zonder verstoppingen te veroorzaken, in het riool kan worden afgevoerd. Een voedselvernietiger is een grote metalen buis met daarop een trechter. Onderin de buis is een aantal ronddraaiende messen aangebracht die door een elektromotor worden aangedreven. De voedselvernietiger is van één of meer watersproeiers voorzien. De fijngemalen voedselresten worden met water vermengd en via het riool afgevoerd. Let op: Een voedselvernietiger is niet geschikt voor het fijnmalen van metalen en kunststoffen zoals doosjes, blikjes, kurken en capsules. Gemeentelijke verordeningen kunnen verbieden om voedselresten via het riool af te voeren. Bij ondeskundig gebruik zal de voedselvernietiger veel storingen veroorzaken. Bij het volproppen van de machines kan verstopping van de afvoer ontstaan 6

7 en overbelasting/oververhitting van de motor. De machine wordt na gebruik gereinigd. Gereedschappen in de afwasruimten De gereedschappen, die je in de afwaskeuken tegen kunt komen, bestaan uit: 1. Korven voor serviesgoed: Voor borden: een pennenkorf. Voor koppen: een vlakke korf. Voor glaswerk: een vakkenkorf. De afmetingen van de korven zijn 500 bij 500 mm. Dit punt is al in hoofdstuk 7 behandeld. Reinigingsapparatuur Het reinigingsapparaat dat je in de keuken tegen kunt komen, is: 1. Hogedrukspuit. gen van vloeren, om te voorkomen dat het water tegen muren, werkbanken en dergelijke opspat. Met een hogedrukspuit gebruik je een betrekkelijk kleine hoeveelheid water. Je kunt moeilijk te bereiken plaatsen in de keukenruimten gemakkelijk reinigen. Het water kan in de compressor worden verwarmd. Omdat er met verhoogde druk wordt gespoten, is het reinigingseffect groter en het watergebruik kleiner. Een hogedrukspuit is een compressor waaraan een hogedrukslang is gemonteerd met aan het uiteinde een spuitpistool met sproeier. De compressor wordt op de waterleiding aangesloten en zorgt voor opbouw van de waterdruk. De diameter van de sproeier op het spuitpistool is bepalend voor de waterdruk. Hoe groter de opening, hoe lager de waterdruk en omgekeerd. De meeste hogedrukspuiten die in de keuken gebruikt worden zijn voorzien van een doseermechanisme voor een reinigingsmiddel. Dat kan aan het water worden toegevoegd. De beste reinigingsresultaten worden bereikt met warm water van C. Veiligheid 1. Denk er bij het spuiten met een hogedrukspuit aan, dat elektrische aansluitingen en schakelaars niet altijd zijn aangepast aan deze moderne reinigingsapparatuur. 2. Bij het gebruik van de hogedrukspuit moet je rekening houden met de hoge waterdruk. Cementvoegen in tegelvloeren en wanden worden evenals de verf van kozijnen en deuren gemakkelijk kapot- of weggespoten. Voor het gebruik van druk- en hogedrukreiniging zijn speciale veiligheidseisen van toepassing. De eisen zijn verkrijgbaar bij de arbeidsinspectie. Hogedrukreinigers moeten voorzien zijn van een KIWA-garantie. Volgens KIWA-normen moet apparatuur op een speciale manier worden aangesloten op de drinkwaterleiding. Onder geen beding mogen bij het wegvallen van de waterdruk, produkt of produktoplossingen in de waterleiding terecht komen (terugslag). Hogedrukreinigers worden dagelijks na gebruik gereinigd. Wekelijks worden de slangen en de verschillende koppelingen en aansluitingen gecontroleerd op hun werking. De apparatuur wordt opgenomen in het preventieve onderhoudsprogramma. Reinigingsgereedschappen Hogedrukspuit 1. Hogedrukspuit Hogedrukspuiten worden gebruikt bij het reinigen van muren in verschillende keukenruimten. Je kunt de hogedrukspuit beter niet gebruiken voor het reini- Gereedschappen die je voor reinigingswerkzaamheden in de keuken tegen kunt komen, zijn: 1. Bezems. 2. Borstels. 3. Dweilen. 4. Schrobbers. 5. Watertrekkers. 7

8 1. Bezems Bezems worden gebruikt voor het bij elkaar vegen van los vuil op de vloeren in keukenruimten. Als het losse vuil is verwijderd, kunnen de vloeren gemakkelijker worden geschrobd en gedweild. Omdat het grove vuil van de vloer is verwijderd, wordt voorkomen dat afvoerputten en -pijpen in de keuken verstopt raken. Kunststof bezems hebben de voorkeur boven houten bezems. Hout is moeilijk te ontsmetten en te desinfecteren. Bezems hebben een lange (kunststof) steel en moeten lange harde haren hebben die niet kapot of versleten mogen zijn. Bezems worden na gebruik gereinigd en ontsmet om herbesmetting te voorkomen. Bezems worden direct vervangen als ze kapot of versleten zijn. 2. Borstels Borstels worden gebruikt voor het reinigen van: Inventaris, zoals koelcellen en werkbanken. Apparatuur en machines, zoals snijmachines. Gereedschappen, zoals pollepels, schuimspanen en dergelijke. Kunststof borstels hebben de voorkeur boven houten borstels, omdat hout moeilijk te ontsmetten en te desinfecteren is. Borstels moeten lange stevige kunststof haren hebben en mogen niet kapot of versleten zijn. Borstels worden na gebruik gereinigd. Wekelijks worden de borstels uitgekookt en ontsmet om herbesmetting te voorkomen. Borstels worden direct vervangen als ze kapot of versleten zijn. 3. Dweilen Dweilen worden gebruikt om vloeren te drogen nadat ze zijn geveegd, geschrobd en aangetrokken. Het dweilen is de laatste handeling bij het reinigen van de keukenvloeren. Dweilen worden gemaakt van verschillende materialen. Het zijn grote lappen grof geweven textiel, meestal van katoen. Dweilen moeten grote hoeveelheden water op kunnen nemen, zonder dat ze te vaak moeten worden uitgewrongen. Dweilen moeten uitkookbaar zijn. 4. Schrobbers Schrobbers worden gebruikt voor het schrobben van vloeren en muren in de natte keukenruimten, zoals de voorbereidingsruimten. De ruimten worden geschrobd nadat ze zijn geveegd met de bezem. Kunststof schrobbers hebben de voorkeur boven houten schrobbers, omdat hout moeilijk te ontsmetten en te desinfecteren is. Schrobbers hebben een lange (kunststof) steel met lange stevige kunststof haren die niet kapot of versleten mogen zijn. Schrobbers worden na gebruik gereinigd. Wekelijks worden de schrobbers uitgekookt en ontsmet om herbesmetting te voorkomen. Schrobbers worden direct vervangen als ze kapot of versleten zijn. 5. Watertrekkers Watertrekkers worden gebruikt om van gladde, gereinigde oppervlakken het water af te trekken. We kennen twee soorten watertrekkers: De kleine handtrekkers, die gebruikt worden om het water van werkbanken, spoelbakken en werktafels af te trekken De grote watertrekkers met lange kunststof stelen, die gebruikt wordt om het water van de vloeren in de keukenruimten droog te trekken. Watertrekkers worden gebruikt om, nadat ruimten en inventaris zijn geschrobd, het grootste deel van het water naar de afvoerputten te leiden. Watertrekkers hebben een rubberstrip, die er voor zorgt dat tijdens het watertrekken het meeste water meegenomen wordt. Watertrekkers worden na gebruik gereinigd. Wekelijks worden de watertrekkers ontsmet om herbesmetting te voorkomen. Watertrekkers zijn voorzien van een verwisselbare rubberstrip. De rubberstrip wordt vervangen als hij kapot of versleten is. Dweilen worden na gebruik goed uitgespoeld en gedroogd. Minimaal twee keer per week worden de dweilen uitgekookt om ze te ontsmetten. Dweilen worden vervangen als ze kapot of versleten zijn. 8