Inventarisatie stand van zaken aanpak huiselijk geweld 2003

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Inventarisatie stand van zaken aanpak huiselijk geweld 2003"

Transcriptie

1 2003 Resultaten van de inventarisatie stand van zaken aanpak huiselijk geweld bij gemeenten, regiopolitie en Openbaar Ministerie. In opdracht van het ministerie van Justitie. Den Haag, 17 december 2003 ES&E, Léon van Lier Anke Vedder Fatima Kors

2 Inhoud Samenvatting 1. Inleiding 4 2. Vraagstelling van het onderzoek 6 3. Opzet en uitvoering van het onderzoek 8 4. Onderzoeksresultaten Gemeenten Beleid Samenwerking Deskundigheidsbevordering Onderzoeksresultaten Politie Beleid Samenwerking Deskundigheidsbevordering Onderzoeksresultaten Openbaar Ministerie Beleid Samenwerking Deskundigheidsbevordering Conclusies enquête en deskresearch Gemeenten Beleid gemeenten Gemeenten en samenwerking rond huiselijk geweld Gemeenten en deskundigheidsbevordering Politie Beleid politie Politie en samenwerking rond huiselijk geweld Politie en deskundigheidsbevordering Openbaar Ministerie Beleid Openbaar Ministerie Openbaar Ministerie en samenwerking rond huiselijk geweld Openbaar Ministerie en deskundigheidsbevordering De rapportcijfers 64 2

3 8. Verdiepingsslag op vijf locaties Locatie met gemeente als regisseur Locatie met politie als regisseur Locatie met Openbaar Ministerie als regisseur Locatie waar beleid geformaliseerd is Locatie waar (nog) weinig geformaliseerd beleid is Discussie 81 Bijlagen (zie bijlagenboek) 3

4 1. Inleiding Huiselijk geweld is een verzamelterm voor uiteenlopende vormen van fysiek, psychisch en seksueel geweld die gemeen hebben dat zij zich voordoen tussen mensen die in relationeel of gezinsverband samenleven. Ook anderen (bijvoorbeeld huisvrienden en/of ex-partners) kunnen er bij betrokken zijn. Er bestaat geen eenduidige definitie van huiselijk geweld: wat eronder wordt verstaan is voor een belangrijk deel afhankelijk van de sociale context en maatschappelijke normen. De gehanteerde definities verschillen daarom zowel tussen onderzoekers als in de tijd. In de verslaglegging van het onderzoek gaan we uit van de in het rapport Huiselijk Geweld 1 van het ministerie van Justitie gehanteerde definitie: Een aantasting van de persoonlijke integriteit van het slachtoffer door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer. Voor de aanpak van huiselijk geweld is het nodig dat er niet louter opvang wordt geregeld, maar ook dat eerder in geweldssituaties wordt ingegrepen, de slachtoffers worden begeleid, de daders worden behandeld en zonodig bestraft. De aanpak van huiselijk geweld is dan ook geen exclusieve taak voor de hulpverlening, maar evenzeer een veiligheidsprobleem waarin politie, justitie en lokale overheid een cruciale taak hebben. Om de samenhang in beleid te bevorderen en een extra impuls te geven aan de aanpak van huiselijk geweld, heeft de minister van Justitie in 2000 het landelijke project Voorkomen en bestrijden huiselijk geweld ingesteld. In het kader van dit project heeft het Verwey-Jonker Instituut in 2002 in opdracht van het ministerie van Justitie een aanzet tot een inventarisatiemodel Aanpak huiselijk geweld beschreven. In de kabinetsnota Privé Geweld Publieke Zaak 2 (april 2002) zijn voorstellen opgenomen voor nieuwe maatregelen waarmee de centrale overheid de bewustwording van de onaanvaardbaarheid van huiselijk geweld kan bevorderen en de aanpak van huiselijk geweld op het decentrale niveau kan verbeteren. Het huidige kabinet heeft besloten de voorstellen ten uitvoer te brengen. Eén van de in dit verband genoemde maatregelen betreft de uitvoering van de inventarisatie om de ontwikkelingen in de aanpak van huiselijk geweld door de verschillende instanties in het land te volgen. De Directie Jeugd en Criminaliteitspreventie van het ministerie van Justitie heeft ES&E de opdracht gegeven voor het uitvoeren van bovengenoemde inventarisatie. De navolgende rapportage is een weergave van de resultaten van dit onderzoek. Leeswijzer In de hoofdstukken 2 en 3 zijn achtereenvolgens de vraagstelling en de opzet van het onderzoek beschreven. In de hoofdstukken 4, 5 en 6 komen de onderzoeksresultaten van respectievelijk de gemeenten, politie en de arrondissementen van het Openbaar Ministerie aan bod. 1 Huiselijk Geweld. Aard, omvang en hulpverlening. Tom van Dijk e.a., Dienst Preventie, Jeugdbescherming en Reclassering, ministerie van Justitie, oktober Privé-geweld - Publieke zaak. Een nota over de gezamenlijke aanpak van huiselijk geweld, ministerie van Justitie, april

5 De conclusies van de enquête en de deskresearch zijn geformuleerd in hoofdstuk 7. Hoofdstuk 8 bevat een beschrijving van de wijze waarop vijf verschillende locaties de aanpak huiselijk geweld door de betrokken partijen wordt vormgegeven en we sluiten af met een discussie naar aanleiding van de bevindingen in hoofdstuk 9. 5

6 2. Vraagstelling van het onderzoek Het Verwey-Jonker Instituut 3 heeft in 2002 in opdracht van het ministerie van Justitie de mogelijkheden voor de ontwikkeling van een monitor van de aanpak van huiselijk geweld onderzocht. Naar aanleiding van de concepteindrapportage is geconcludeerd dat een monitor huiselijk geweld niet realiseerbaar is. Om toch periodiek een globaal beeld van de stand van zaken met betrekking tot de aanpak van huiselijk geweld te kunnen verkrijgen heeft het Verwey-Jonker Instituut een aanzet tot een inventarisatiemodel gegeven. Het interdepartementaal beleidsoverleg huiselijk geweld is akkoord gegaan met het voorstel van het Verwey-Jonker Instituut voor het inventarisatiemodel waarbij kernactoren worden bevraagd op de kernindicatoren beleid, samenwerking en deskundigheidsbevordering. Het interdepartementaal beleidsoverleg heeft besloten in 2003 een eerste inventarisatie van de aanpak huiselijk geweld te laten uitvoeren. Daarbij is de keuze gemaakt de kernactoren te beperken tot politie, Openbaar Ministerie (Openbaar Ministerie) en gemeenten. Voor de beperking tot deze kernactoren zijn diverse argumenten te noemen. Het aantal regio s bij politie en Openbaar Ministerie is overzichtelijk en de juiste personen zijn makkelijk te traceren als gevolg van de aanwijzing van een vast aanspreekpunt. De justitiepartners zijn bovendien belangrijke actoren bij de aanpak van huiselijk geweld. Gemeenten bleken volgens een Quick scan van het Verwey-Jonker Instituut nog nauwelijks gericht beleid te hebben. Het meest actief bleken de (middel)grote gemeenten, waaronder de centrumgemeenten vrouwenopvang. Het ministerie van Justitie heeft de opdracht voor het inventarisatieonderzoek als volgt geformuleerd: - Verzamel informatie met betrekking tot de kernindicatoren die beschreven en nader geoperationaliseerd zijn in de notitie Aanzet tot een inventarisatiemodel van een monitor aanpak huiselijk geweld. - Maak gebruik van de methoden zoals aangegeven in de genoemde notitie: waar mogelijk dienen beschikbare gegevens te worden opgevraagd en geanalyseerd, waar nodig worden sleutelfiguren bevraagd. - Het onderzoek onder gemeenten dient zich te beperken tot de grote gemeenten en de zogeheten Centrumgemeenten voor de vrouwenopvang. - Het eindresultaat moet een rapport zijn dat een samenhangend, kwantitatief en kwalitatief beeld geeft van de stand van zaken bij de aanpak van huiselijk geweld in 2003 bij de genoemde kernactoren. - Aan het rapport moet een beschrijving van de gevolgde methodiek zijn toegevoegd, zodat over één of meerdere jaren herhaling kan plaatsvinden. 3 Aanzet tot een inventarisatiemodel van een monitor aanpak huiselijk geweld, Verwey-Jonker Instituut, juli

7 Centrale vraagstelling Wij hebben de centrale onderzoeksvraag als volgt geformuleerd: Wat is de stand van zaken bij de politie, het Openbaar Ministerie en gemeenten met betrekking tot de aanpak van huiselijk geweld op de volgende aspecten: a. Beleid. b. Samenwerking. c. Deskundigheidsbevordering. Deze centrale vraagstelling hebben we nader gespecificeerd in een aantal deelvragen per thema. Voor een volledig overzicht hiervan verwijzen we naar bijlage 1. Doelstelling Het doel van het onderzoek is door het ministerie van Justitie omschreven als het weergeven van een beeld van de stand van zaken bij de bovengenoemde kernactoren op het gebied van de aanpak huiselijk geweld. Hierin dient duidelijk te worden hoe actief de diverse actoren zijn én hoe deze actoren hun verantwoordelijkheid nemen. Het onderzoek dient een overall beeld weer te geven. Als we de doelstelling formuleren op operationeel niveau, komen wij tot het volgende: Het onderzoek geeft een beeld van de stand van zaken bij de politie, het Openbaar Ministerie en (middel)grote gemeenten waar het gaat om de plannen voor, de uitvoering van en de resultaten van de aanpak huiselijk geweld. De uitkomsten van het onderzoek dienen in eerste instantie om de Tweede Kamer en de bij de aanpak van huiselijk geweld betrokken departementen en landelijke organisaties te informeren over de stand van zaken met betrekking tot de aanpak van huiselijk geweld. Het uiteindelijke doel van het onderzoek is het leveren van een bijdrage aan de verbetering van de aanpak van huiselijk geweld en het creëren van een veiliger leefklimaat binnen de huiselijke kring. De resultaten van het onderzoek kunnen ook gebruikt worden om de actoren op decentraal niveau te stimuleren het onderwerp huiselijk geweld op de agenda te zetten en te houden, een actief beleid op de aanpak van huiselijk geweld te voeren én om de betrokken instanties te motiveren deel te (blijven) nemen aan monitoringactiviteiten. 7

8 3. Opzet en uitvoering van het onderzoek Aanzet tot een inventarisatiemodel Aanpak huiselijk geweld De aanpak van huiselijk geweld vindt plaats op decentraal niveau en de uitdaging is om zicht te krijgen op hoe de verschillende partijen daadwerkelijk vorm geven aan deze aanpak. Zoals in hoofdstuk 2 is aangegeven, heeft het Verwey-Jonker Instituut in 2002 een aanzet tot een inventarisatiemodel aanpak huiselijk geweld ontwikkeld. Het Verwey-Jonker Instituut stelt op basis van het onderzoek voor om bij de opzet van een inventarisatiemodel een beperking aan te brengen tot die thema s waarop door middel van vragenlijsten en beperkt kwalitatief onderzoek redelijk snel de stand van zaken in kaart kan worden gebracht. Het Verwey-Jonker Instituut heeft hiertoe een aantal kernindicatoren benoemd en aspecten beschreven die hierbinnen zouden kunnen vallen. Ter verheldering een korte (selectieve) weergave: Beleid Samenwerking Deskundigheidsbevordering - nota of notitie - jaarverslag - afspraken binnen instelling/gemeente - notulen vergaderingen gemeenteraad - overlegstructuren - samenwerkingsverbanden - verwijzing - structurele terugkoppeling - convenanten - protocol - cursussen/scholing - voorlichting - onderzoek De eveneens in 2002 door het Verweij-Jonker Instituut uitgevoerde quickscan projecten en aanpak huiselijk geweld kan hierbij als voorbeeld en vorm van nulmeting dienen 4. Onderzoeksopzet Het onderzoek heeft plaatsgevonden in de maanden juni tot en met november Wij hebben de stand van zaken rond de aanpak van huiselijk geweld op de kernindicatoren beleid, samenwerking en deskundigheidsbevordering bij de drie kernactoren op de volgende wijze in kaart gebracht: - telefonische enquête onder alle respondenten; - deskresearch van alle beschikbare en relevante schriftelijke materialen; - nader kwalitatief onderzoek in een beperkt aantal gebieden/locaties; - beschrijving van enkele case studies. Eerste telefonische ronde In een eerste telefonische ronde zijn alle instanties benaderd en is de juiste (verantwoordelijke) persoon achterhaald bij wie een telefonische enquête afgenomen werd. Met de respondent is een afspraak gemaakt voor het afnemen van de telefonische enquête. Aan de respondent is tevens gevraagd de beschikbare schriftelijke documenten over de aanpak van huiselijk geweld voor de deskresearch naar ES&E te verzenden. 4 K.D. Lünnemann & A. Overgaag, Inventarisatie projecten huiselijk geweld en aanpak huiselijk geweld op instellingsniveau, een verkennend onderzoek, Verwey-Jonker Instituut, maart

9 Selectie respondenten: Grote gemeenten en Centrumgemeenten De inventarisatie bij gemeenten is conform de opdracht beperkt tot grote gemeenten (G25) en centrumgemeenten voor vrouwenopvang. In de offerte zijn we er van uitgegaan dat dit aantal circa 35 zou bedragen. Na een nadere screening bleken 39 gemeenten tot deze categorieën te behoren, waarvan uiteindelijk 37 gemeenten bij het onderzoek betrokken zijn. Bij twee gemeenten is niet gelukt om een contactpersoon te vinden of medewerking te verkrijgen. Politie Er zijn 25 regionale politiekorpsen en één landelijk politiekorps. Alle regionale korpsen hebben inmiddels een projectcoördinator huiselijk geweld. De contactpersonen van alle regionale korpsen hebben aan het onderzoek meegedaan. De KLPD bleek echter niet over een contactpersoon voor dit onderwerp te beschikken. Openbaar Ministerie Er zijn negentien arrondissementen. In elk arrondissement is in principe een functionaris belast met de taak om de aanpak van huiselijk geweld door het parket en binnen de regio te bevorderen. In totaal hebben vertegenwoordigers van zeventien arrondissementen aan het onderzoek medewerking verleend, bij twee arrondissementen lukte het niet om binnen de beschikbare tijd respondenten te vinden. Telefonische enquête Gezien de korte looptijd van het onderzoek zijn wij direct van start gegaan met de voorbereiding van de telefonische enquête om de stand van zaken op de kernindicatoren beleid, samenwerking en deskundigheidsbevordering te achterhalen. Wij hebben hiervoor voor elk van de kernactoren een gestandaardiseerde vragenlijst ontworpen in aansluiting op de reeds door het Verwey-Jonker Instituut ontwikkelde vragenlijsten die ook bij een volgende meting gebruikt kunnen worden (zie bijlage 2). De vragenlijsten zijn afgestemd met de leden van de begeleidingsgroep. In totaal zijn 79 respondenten (zie bijlage 3) telefonisch geënquêteerd (37 gemeenteambtenaren, 25 politieambtenaren en zeventien officieren van justitie/parketmedewerkers). De gegevens uit de enquête zijn statistisch bewerkt en na het uitvoeren van een analyse is er een overall beeld beschikbaar met betrekking tot de stand van zaken bij de aanpak huiselijk geweld. Deskresearch Via de respondenten hebben we tevens zoveel mogelijk beschikbare schriftelijke stukken betreffende het beleid gericht op de aanpak van huiselijk geweld verzameld. Daarnaast konden we via het landelijk secretariaat huiselijk geweld van de politie en de contactpersoon van de website huiselijk geweld bij het ministerie van Justitie de aldaar aanwezige documentatie voor de deskresearch screenen. Er is een enorme diversiteit aan type documenten beschikbaar gesteld door de respondenten. Omdat de deskresearch in het teken stond van het achterhalen van afspraken over de aanpak, hebben we vooral gekeken naar de volgende typen documenten: protocollen, convenanten, beleidsnota s, monitors, plannen van aanpak, beleidsevaluaties en 9

10 jaarplannen/jaarverslagen. Voor een overzicht van de bestudeerde documenten verwijzen we naar bijlage 4. Een belangrijk criterium betreft de afspraken die in de documenten staan vermeld, met name hoe hard die afspraken zijn gemaakt. Is er bijvoorbeeld gekeken naar prestatieafspraken of zijn afspraken met betrekking tot registratie vastgelegd? Voorts is van belang op welke wijze de afspraken aan evaluatie of monitoring worden onderworpen. In overleg met de begeleidingsgroep is besloten om de documenten verder te bekijken op regio, type en integraliteit. Kwalitatieve invulling Aan de hand van de uitkomsten van de telefonische enquête en de deskresearch, hebben we een leidraad opgesteld voor de verdiepende interviews die onder een beperkt aantal respondenten zijn afgenomen. We hebben voorgesteld om vijf locaties te selecteren, waar we de aldaar bij de enquête betrokken respondenten van de drie kernactoren (gemeente, Openbaar Ministerie en politie) interviewen. Daardoor is het mogelijk om zicht te krijgen op het krachtenspel tussen de gemeente, politie en Openbaar Ministerie op die locatie en op de concrete keuzes met betrekking tot de aanpak van huiselijk geweld die daar gemaakt zijn. In overleg met de begeleidingsgroep zijn de volgende criteria voor de selectie van locaties bepaald: drie locaties waarbij elke keer één van de drie actoren als regisseur is aangegeven, één locatie waarbij het beleid wel geformaliseerd is en één locatie waarbij het beleid niet is geformaliseerd. Daarnaast is gekeken naar de geografische spreiding en opvallende elementen vanuit de analyse van de telefonische enquête. In de interviews zijn we nagegaan hoe/in welke mate het officiële beleid in de praktijk ook daadwerkelijk vorm krijgt. De in deze interviews verzamelde informatie geeft een meer kwalitatieve invulling aan het uit de telefonische enquête ontstane beeld. Vragen die we in de verdiepende interviews in ieder geval aan de orde hebben gesteld zijn: Worden er al concrete activiteiten ondernomen op het gebied van de aanpak van huiselijk geweld, en zo ja: - Wat werkt er op het gebied van de aanpak van huiselijk geweld? - Wat werkt er niet op het gebied van de aanpak van huiselijk geweld? - Wat zijn veelbelovende initiatieven met betrekking tot de aanpak van huiselijk geweld? Het materiaal dat we verzameld hebben via de verdiepende interviews is tevens benut voor het ontwerpen van de case studies. Case studies Na de gegevensverzameling hebben we een beschrijving van drie case studies gemaakt, vanuit de specifieke invalshoek van elk van de drie kernactoren, om de relatief abstracte context van de aanpak huiselijk geweld zo concreet mogelijk te maken. We ontwikkelden de case studies aan de hand van de gegevens uit de enquête, de verdiepende interviews en de deskresearch. De inhoud van de case studies kan variëren van een specifieke gevalbeschrijving, de beschrijving van een best practice of de beschrijving van de dagelijkse praktijk. 10

11 Begeleidingsgroep Het onderzoek en de samenstelling van het rapport is gevolgd en ondersteund door een begeleidingsgroep, met vertegenwoordigers van het ministerie van Justitie, politie, Openbaar Ministerie en de VNG (zie bijlage 5 voor de samenstelling van de begeleidingscommissie). Met de begeleidingscommissie hebben vier bijeenkomsten plaatsgevonden: - Bij de start van het onderzoek ter bespreking van de onderzoeksopzet en het samenstellen van de respondentenlijst in overleg met de leden van de begeleidingsgroep. - Halverwege het onderzoek: hierin is de voortgang van het onderzoek besproken en zijn de resultaten tot dan toe globaal weergegeven. In overleg met de begeleidingsgroep is gezocht naar alternatieven voor de locaties waar de beoogde respondenten moeilijk bereikbaar bleken te zijn. Voorts zijn de voorstellen met betrekking tot de kwalitatieve invulling van het onderzoek besproken. - In de afrondingsfase van het onderzoek is de concept-eindrapportage besproken. Naar aanleiding hiervan hebben we het rapport aangepast en vervolgens de leden nogmaals kort in de gelegenheid gesteld om eventuele fouten te corrigeren. Naast deze besprekingen heeft op verschillende momenten contact plaatsgevonden tussen de onderzoekers en leden van de begeleidingscommissie. Het ging hier vaak om afstemmingszaken en het kort weergeven van een actuele stand van zaken. Eindproduct Het eindrapport is in eerste instantie bedoeld om de activiteiten vanuit de kernactoren te beschrijven en te volgen en diverse landelijke partijen daarover te kunnen berichten. Daarnaast kan het eindrapport een bijdrage leveren aan de deskundigheidsbevordering op decentraal niveau en kan het de bij de aanpak van huiselijk geweld betrokken partijen ondersteunen en gemotiveerd houden om te blijven participeren aan monitoringactiviteiten. Om deze diverse functies aan een eindrapport mee te geven, hebben we ervoor gekozen de onderzoeksresultaten op de volgende wijzen weer te geven: - Een onderzoeksrapport dat dient om de Tweede Kamer en opdrachtgever een beeld te geven van de stand van zaken met betrekking tot de aanpak van huiselijk geweld. - Een losse samenvatting van het onderzoeksrapport die bijvoorbeeld geplaatst kan worden op diverse websites en/of verspreid kan worden onder geïnteresseerden. Benchmarkmodel: In de offerte is beschreven dat we aan de hand van de onderzoeksresultaten en de aanbevelingen in het eindrapport vervolgens een benchmarkmodel huiselijk geweld zouden ontwikkelen. Het benchmarkmodel huiselijk geweld zou moeten dienen als ondersteuningsinstrument bij de verbetering van de aanpak van huiselijk geweld. Zo zou het ook gebruikt kunnen worden om de behoefte aan ondersteuning bij gemeenten (en andere organisaties) te peilen en daar met een te ontwikkelen aanbod op te reageren. 11

12 Uiteindelijk is gedurende het onderzoek naar voren gekomen dat de geïnterviewde partijen terughoudend waren ten opzichte van een benchmarkmodel. Deze terughoudendheid had vooral betrekking op het vermoeden dat er een soort blauwdruk zou komen hoe de partijen met huiselijk geweld om zouden moeten gaan. Dit wordt dan niet als ondersteuning, maar als belasting ervaren. Een benchmark wekte de indruk dat er een beoordeling zou komen hoe ver de actoren zijn in de ontwikkeling van een aanpak huiselijk geweld en een beoordeling van de daadwerkelijke aanpak. Daarnaast is onder meer in de begeleidingscommissie naar voren gekomen dat er nog geen criteria zijn ontwikkeld waar de aanpak van huiselijk geweld aan zou moeten voldoen, het ontwikkelen van een benchmarkmodel zonder dergelijke criteria is niet wenselijk. De partijen zouden het eerst eens moeten zijn over deze kwaliteitscriteria die, naar alle waarschijnlijkheid, verschillend zijn voor de drie actoren. Kortom: we hebben gekozen om geen benchmarkmodel op voorhand te ontwikkelen, maar om aan te geven langs welke weg een benchmarkmodel ongeveer vorm zou kunnen krijgen. 12

13 4. Onderzoeksresultaten Gemeenten In dit hoofdstuk worden de onderzoeksresultaten weergegeven uit de telefonische enquête onder 37 respondenten van de centrumgemeenten voor Vrouwenopvang en de Grote Steden en de bestudeerde stukken uit de deskresearch. Achtereenvolgens komen de volgende onderwerpen aan bod: beleid, samenwerking en deskundigheidsbevordering. 4.1 Beleid In totaal zegt 70% (26) van de 37 ondervraagde gemeenten dat zij beleid huiselijk geweld hebben ontwikkeld of dat zij bezig zijn met de ontwikkeling van dit beleid. Van deze 26 gemeenten zegt 69% (achttien) dat zij het beleid hebben vastgelegd in een nota huiselijk geweld, waarbij veertien gemeenten benoemen dat deze nota ook is goedgekeurd en vastgesteld. Samenvattend blijkt dat 38% 5 van de 37 geïnterviewde gemeenten een beleid én een vastgestelde nota huiselijk geweld heeft ontwikkeld. De cijfers naast elkaar laten het volgende beeld zien: Beleidsontwikkeling bij Gemeenten totale groep geen beleid wel beleid nota vastgesteld Gemeente Beleidsterrein In 92% van de gemeenten valt de aanpak huiselijk geweld onder het terrein van Zorg en Welzijn. In 54% van de gemeenten valt het (ook) onder Openbare Orde en Veiligheid en in 20% van de gemeenten valt het (ook) onder Lokaal Veiligheidsbeleid. Nader uitgesplitst, valt de aanpak huiselijk geweld bij negen gemeenten exclusief onder Zorg en Welzijn en bij één gemeente exclusief onder Openbare Orde en Veiligheid, bij 22 gemeenten gaat het om een combinatie van Zorg en Welzijn en Veiligheid (zowel Openbare Orde en Veiligheid als Lokaal Veiligheidsbeleid). Vier respondenten gaven nog andere beleidsterreinen aan, te weten: Maatschappelijke Zorg, Onderwijs en Jeugdbeleid, en Recht en Veiligheid. Eén respondent meldt dat nog niet was 5 De percentages zijn voor de leesbaarheid van het rapport als volgt afgerond: alles met decimalen vijf of hoger naar boven, alles met decimalen van vier of lager naar beneden. 13

14 besloten onder welk beleidsterrein huiselijk geweld geplaatst zou worden, hier was nog geen ambtelijke overeenstemming over. Data vaststellen nota Bij de gemeenten zijn de beleidsnota s vastgesteld tussen 1999 en De meeste beleidsnota s zijn vastgesteld in Jaartal vaststellen nota huiselijk geweld Gemeenten Andere documenten Volgens de gemeenten die aangegeven hebben beleid te hebben ontwikkeld op het gebied van huiselijk geweld (26) is het beleid (ook) vastgelegd in de volgende (andere) documenten. Documenten waarin beleid huiselijk geweld is vastgelegd Gemeenten Jaarplan Jaarverslag Werkdocument 10 Interne notitie 5 Notulen 11 Subsidiebeschikking 6 Collegeprogramma 3 Anders dan bovengenoemd 14 Veertien gemeenten zeggen dat het beleid ook nog in andere documenten dan boven beschreven is vastgelegd. Het gaat hier onder andere om: plan van aanpak, collegevoorstellen en projectplannen. Voor een volledig overzicht verwijzen we naar bijlage 6 waar alle andere vermelde documenten zijn weergegeven. In totaal zijn bij de deksresearch zestien documenten bekeken van negen verschillende gemeenten. Het gaat hierbij om notities en notulen (elk vijf), plannen van aanpak (drie), nota s (twee) en een subsidietoekenning. Qua omvang lopen de documenten aanzienlijk uiteen, de plannen van aanpak bijvoorbeeld variëren van zeven tot 35 pagina's. De documenten zijn vaak langer en meer gespecificeerd naarmate gemeenten al langer beleid gericht op huiselijk geweld voeren. Om een beeld te kunnen geven van wat gemeenten op het gebied van de aanpak huiselijk geweld ondernemen hebben we de beleidsdocumenten op vier criteria bekeken: doel, middelen, tijdspad en evaluatie/monitoring. De omschreven doelstellingen zijn divers, zo komen zowel instrumentele doelstellingen als in outcome termen geformuleerde doelstellingen voor. Onder instrumentele doelstellingen 14

15 vallen onder meer zaken als het creëren van de juiste randvoorwaarden, bijvoorbeeld met betrekking tot de registratie, en de wijze waarop samenwerking vorm moet krijgen: voorbeelden hiervan zijn het ontwikkelen van een integrale ketenaanpak huiselijk geweld die wordt ingebed in de werkwijze van reguliere instellingen en het invullen van de regierol. Voorbeelden van meer in outcome termen geformuleerde doelen zijn: het voorkomen van huiselijk geweld en het voorkomen van erger. Middelen die worden ingezet vallen in de bestudeerde documenten in twee typen uiteen: personele inzet (formatieplaatsen) bijvoorbeeld voor projectleiding en geld dat beschikbaar is voor (vaak incidentele) activiteiten zoals deskundigheidsbevordering, voorlichtingsmateriaal en het organiseren van een conferentie. In de meeste gevallen gaat het om inzet van incidentele middelen (op projectmatige basis). In enkele gevallen is daar echter wel bij vermeld dat het de bedoeling is dat de aanpak huiselijk geweld na de projectperiode is ingebed in het structurele beleid, gefinancierd uit reguliere middelen. In een enkel geval wordt gesproken over de inzet van (structurele) middelen zoals doeluitkeringen van de rijksoverheid. Zo worden regelmatig de GSB-gelden genoemd. De mate waarin het tijdpad voor activiteiten en te behalen resultaten is gespecificeerd wisselt aanzienlijk. Zo zijn er gemeenten die per (deel)project binnen de aanpak huiselijk geweld een tijdpad aangeven en gemeenten die alleen een globale planning geven voor de gehele aanpak huiselijk geweld. Gemeenten die al langer bezig zijn met de aanpak huiselijk geweld hebben hun plannen als regel al verder uitgewerkt. In de meeste documenten is echter nauwelijks een planning weergegeven. In enkele gevallen wordt in de bestudeerde documenten gesproken over evaluatie. Eén gemeente splitst de evaluaties uit naar effectevaluaties en procesevaluaties. In een beperkt aantal documenten wordt tevens gesproken van een nulmeting. Slechts in één document is in de planning monitoring opgenomen. Veel gemeenten staan nog aan het begin van de ontwikkeling van een aanpak huiselijk geweld. Als gevolg hiervan komt in de documenten regelmatig de intentie tot standaardiseren van registratie, het analyseren en vergelijken van gegevens om ontwikkelingen en effecten van beleid te meten voor, maar dit is dan niet nader uitgewerkt. In de overgrote meerderheid van de bestudeerde documenten staat niets vermeld over resultaatgerichte afspraken. Slechts in een van de bestudeerde documenten is een beoogd resultaat met betrekking tot formalisering van samenwerking onder vermelding van de realisatietermijn aangegeven. Aandachtsgebieden Aan de respondenten die hebben geantwoord dat de gemeente beleid heeft op het gebied van huiselijk geweld, is gevraagd of er specifieke aandachtsgebieden zijn binnen dit beleid. De twee meest voorkomende aandachtsgebieden zijn hulpverlening aan slachtoffers van partnergeweld en opvang van vrouwelijke slachtoffers van partnergeweld. 15

16 Aandachtsgebieden binnen beleid huiselijk geweld 6 Gemeente (n=26) Hulpverlening aan slachtoffers van partnergeweld 81% Hulpverlening aan slachtoffers van kindermishandeling 58% Hulpverlening aan plegers van partnergeweld 69% Hulpverlening aan plegers van kindermishandeling 69% Opvang vrouwelijke slachtoffers van partnergeweld 81% Opvang mannelijke slachtoffers van partnergeweld 23% Allochtone slachtoffers van huiselijk geweld 50% Allochtone plegers van huiselijk geweld 38% Ouderenmishandeling 46% Seksueel geweld 50% Anders 35% Met anders wordt door de respondenten bedoeld: getuigen van huiselijk geweld (kinderen, ouderen en dergelijke), daderbehandeling en daderopvang, begeleiding aan moeder en kind en laagdrempelige hulp en vroegsignalering. Aan alle respondenten is gevraagd hoe lang hun organisatie al betrokken is bij het realiseren van een beleid huiselijk geweld, onafhankelijk van de vraag of zij zélf een beleid vastgesteld hebben. De gemeenten zijn vaak al twee tot vijf jaar betrokken bij het realiseren van een beleid huiselijk geweld. Aantal jaren betrokken bij realiseren beleid Huiselijk Geweld minder dan een jaar 1 tot 2 jaar 2 tot 5 jaar langer dan 5 jaar 2 0 Gemeente Aan gemeenten is gevraagd of het onderwerp huiselijk geweld wel eens ter sprake komt in het driehoeksoverleg. Het blijkt dat dit vaak het geval is, 87% van de respondenten zegt dat het onderwerp in het driehoeksoverleg wordt besproken. Eén gemeente zegt dat het 6 Aan alle respondenten is de vragenlijst vooraf toegestuurd. Een van de vragen was of er binnen het geformuleerde beleid aandacht is voor de onderwerpen zoals deze in de tabel staan weergegeven. 16

17 onderwerp niet wordt besproken in het driehoeksoverleg en vier respondenten weten niet of het wordt besproken. Geen beleid Elf respondenten van de gemeenten zeggen dat de gemeente geen beleid heeft op het gebied van huiselijk geweld. Aan hen is gevraagd of er wel eens incidenteel aandacht is voor het onderwerp. Negen respondenten antwoorden hier positief op en twee respondenten zeggen hier geen zicht op te hebben. Aan deze respondenten is ook gevraagd of binnen hun gemeente het voornemen bestaat om een beleid aanpak huiselijk geweld op de (politieke) agenda te zetten. Tien respondenten van de gemeenten zeggen dit te gaan doen, hiervan zeggen vijf respondenten dit nog in 2003 te willen doen, één respondent zegt dat er een vervolgactie in 2004 komt en drie respondenten geven aan geen termijn hiervoor te kunnen benoemen. Een laatste respondent benoemt het als een speerpunt omdat het beschreven staat in de nota Vrouwenopvang. Regie over beleid huiselijk geweld Aan alle respondenten is gevraagd wie binnen hun regio/gemeente de regie voert over het beleid huiselijk geweld. Volgens 38% van de respondenten ligt de regie bij de (centrum) gemeente waar zij zelf werkzaam zijn. Volgens 40% ligt de regie bij een andere partij dan ze aan konden geven in de enquête. Dit betreft onder andere: een stuurgroep huiselijk geweld, een samenwerking van de gemeente met andere partij(en) en regie is gedelegeerd aan een gemeentelijke dienst. Twee respondenten benoemen dat geen enkele partij de regie voert over het beleid huiselijk geweld. Voor een overzicht van de antwoorden verwijzen we naar bijlage 7. Regie over beleid huiselijk geweld Gemeenten (Centrum) gemeente 14 (38%) Andere gemeente 1 (3%) provincie - Regiopolitie - Openbaar Ministerie - GGD 4 (11%) Vrouwenopvang 3 (8%) Anders 15 (40%) Volgens de meeste respondenten zijn een trekkersol in overlegstructuren en een organisatorische verantwoordelijkheid de belangrijkste wijzen waarop de regierol wordt ingevuld. We verwijzen naar bijlage 8 voor een overzicht van een overlap in antwoorden. Het meest voorkomend, in 65% van de gevallen, is dat de respondenten zowel een organisatorische verantwoordelijkheid als een trekkersrol in overlegstructuren als invulling van de regierol zien. 17

18 Wijze van invulling regierol Organisatorisch Financieel Registratie Trekkersrol in overleg Innoverend Anders Gemeente Zeven gemeenten hebben aangegeven anders, dit betreft onder andere: het afstemmen van de verschillende onderdelen en deelprojecten, het initiëren van een eenduidig protocol en het opdrachtgeverschap voor beleid huiselijk geweld. Door drie respondenten is benoemd dat de regierol nog bepaald moet worden, omdat deze recentelijk bij de gemeente is ondergebracht. Aan de zes gemeenten die wel een beleid hebben op het gebied van huiselijk geweld, maar hier op geen enkele wijze zelf de regie over voeren, is gevraagd of zij deelnemer zijn in een project huiselijk geweld. Vier respondenten zeggen dat de gemeente deelnemer is in een project huiselijk geweld en twee respondenten niet. De twee gemeenten die niet betrokken zijn bij een project huiselijk geweld, geven aan dat zij wel betrokken zijn bij dit onderwerp, door financiën te verstrekken (aan bijvoorbeeld Vrouwenopvang) en opdrachtgever te zijn voor een ambtelijk beleidsoverleg. Financiering Aan alle respondenten is gevraagd of er geld gereserveerd is in de gemeentebegroting voor de aanpak huiselijk geweld. Ongeveer de helft van de gemeenten heeft een reservering gemaakt in de gemeentebegroting voor de aanpak huiselijk geweld en ongeveer de helft van de gemeenten heeft dit niet gedaan. Eén respondent kon hier geen antwoord op geven. Aan de gemeenten die hebben gezegd een beleid te voeren op huiselijk geweld is gevraagd op welke wijze zij dit beleid financieren. Dit gebeurt volgens 22 respondenten voornamelijk uit eigen middelen en volgens zeventien respondenten (ook) uit subsidie van de rijksoverheid. Een kleine groep respondenten vermeldt nog subsidie vanuit de provincie of gelden van een zorgkantoor (OGGZ). Elf respondenten van de gemeente geven aan dat het beleid (ook) wordt gefinancierd uit andere bronnen. Deze financieringsbronnen zijn: andere gemeentelijke middelen of een andere gemeente, fondsen en sponsors, de politie en GSB-gelden. 18

19 Specifieke gemeente vragen Aan de gemeenten is gevraagd of er in de regio waarvoor zij als centrumgemeente fungeren nog andere gemeenten zijn met een actief beleid gericht op de aanpak van huiselijk geweld. 49% van de gemeenten zegt dat dit het geval is, 35% van de gemeenten zegt dat dit niet het geval is en 16% van de gemeentelijke respondenten weet het niet. De gemeente kan in subsidiebeschikkingen specifiek aandacht besteden aan het onderwerp huiselijk geweld. Aan de respondenten is gevraagd of de gemeente dit voor diverse organisaties heeft gedaan, zowel voor slachtoffers als voor daders van huiselijk geweld. Op het gebied van hulpverlening aan slachtoffers komt naar voren dat meer dan de helft (57%) van de gemeenten aandacht aan huiselijk geweld heeft besteed in de subsidiebeschikking voor de Vrouwenopvang. Aan daders van huiselijk geweld is slechts incidenteel specifieke aandacht besteed in de subsidiebeschikkingen. Aandacht voor slachtoffers in subsidiebeschikkingen Gemeenten Vrouwenopvang 21 (57%) Maatschappelijke Opvang 4 (11%) GGD 5 (14%) Algemeen Maatschappelijk Werk 7 (19%) Steunpunt Seksueel Geweld 3 (8%) Anders 5 (14%) Aandacht voor daders in subsidiebeschikkingen Gemeenten GGD 1 (3%) Algemeen Maatschappelijk Werk 1 (3%) Steunpunt Huiselijk Geweld 1 (3%) Anders 4 (11%) Coördinator/contactfunctionaris Aan de respondenten is gevraagd of er een coördinator/projectleider of secretaris huiselijk geweld bij de gemeente is aangesteld. Negentien gemeenten geven aan dat zij een projectleider/coördinator huiselijk geweld hebben aangesteld, bij twee gemeenten loopt deze procedure nog. Zestien gemeenten geven aan dat zij geen projectleider/coördinator huiselijk geweld hebben aangesteld. Aan de negentien respondenten die aangeven een coördinator huiselijk geweld te hebben aangesteld, is gevraagd op welke wijze deze is gefinancierd. De twee belangrijkste financieringsbronnen zijn incidentele subsidie en structurele formatie. Negen respondenten zeggen namelijk de financiering te regelen door middel van incidentele subsidie (projectgeld) en vijf respondenten zeggen dat het geregeld is via structurele formatie (ingebed in eigen middelen). Voor een overzicht van alle antwoorden, verwijzen we naar bijlage 9. Project huiselijk geweld Aan alle respondenten is gevraagd of er vanuit hun eigen organisatie een project huiselijk geweld (regionaal of lokaal) is gestart. In vijftien gemeenten is een regionaal project huiselijk geweld gestart en in zeventien gemeenten gaat het om een lokaal project. Vijf gemeenten geven aan dat er geen project huiselijk geweld is gestart. 19

20 Vervolgens is gevraagd of er voor bovengenoemde projecten een einddatum is geformuleerd en zo ja, op welke termijn deze is gesteld. In 21 gemeenten is een einddatum geformuleerd voor het lokale/regionale project huiselijk geweld, elf gemeenten zeggen geen einddatum voor het project te hebben. De einddata variëren tussen 2002 en De meeste projecten lopen af in 2004 of in 2005, beide antwoorden zijn door zes respondenten gegeven. Aan de respondenten die positief hebben geantwoord op de aanwezigheid van een project huiselijk geweld vanuit de gemeenten is gevraagd hoe dit project is gefinancierd. Hoewel, zoals uit het voorgaande naar voren komt, voor een aanzienlijk deel van de projecten geen einddatum is vastgesteld, blijkt het merendeel van de projecten te worden gefinancierd door middel van incidentele subsidie: 25 gemeenten spreken van incidentele subsidie. Vier gemeenten hebben het project gefinancierd via structurele subsidie en vijf gemeenten financieren het project door middel van incidentele formatie. Eén gemeente had geen zicht op de financiering van het project en vijf gemeenten hebben op deze vraag geen antwoord gegeven. Rapportcijfers beleid 7 Aan alle respondenten is gevraagd een rapportcijfer toe te kennen aan de activiteiten van hun eigen organisatie op het gebied van beleidsvorming en beleidsuitvoering met betrekking tot huiselijk geweld. Ook is gevraagd om rapportcijfers toe te kennen aan de activiteiten van de andere actoren op het gebied van beleidsvorming en beleidsuitvoering. In een aantal gevallen hebben respondenten geen rapportcijfers willen toekennen, dit is de categorie missing 8. Rapportcijfers van Gemeenten Beleid aantal Eigen organisatie 8 8 Politie OM (of hoger) (of lager) rapportcijfers 7 Voor de weergave van de rapportcijfers in de grafieken hebben we gekozen voor een categorieënsysteem. Dit betekent dat we een keuze maken voor bijvoorbeeld de categorie 5 om de cijfers: 5 / 5,5 / 5,8 te betrekken. Dit betekent dat de grafiek geen zuivere weergave is van het cijfermateriaal, maar laat zien in welke categorie de cijfers zijn geplaatst. 8 Deze missing cijfers zijn verder niet opgenomen in de grafieken. 20

21 De respondenten van de gemeenten geven de eigen organisatie cijfers tussen de 3 en de 9 met een gemiddelde van 6,6 voor hun activiteiten op het gebied van beleidsvorming en beleidsuitvoering. Aan de politie kennen ze gemiddeld een 7,1 toe (cijfers variëren tussen de 5 en de 9) en aan het Openbaar Ministerie gemiddeld een 6,5 (met cijfers tussen de 4 en de 9). De motivering voor de toegekende rapportcijfers is onder te verdelen in de volgende categorieën 9. Gemeente over gemeente: Algemeen genomen vinden de gemeenten zich zelf vaak afwachtend in het nemen van de regie en het ondernemen van acties op het gebied van huiselijk geweld. Ook geven enkele gemeenten aan dat zij nog niet lang bezig zijn met de aanpak huiselijk geweld. Enkele respondenten geven echter als motivering dat hun gemeente juist erg actief is, onder andere in het samenbrengen van de noodzakelijke partijen. Gemeente over politie: Tien respondenten noemen de politie een zeer actieve en betrokken partner en vijf respondenten geven aan geen zicht te hebben op de activiteiten van de politie. Over het algemeen genomen ligt de motivering voor de cijfers op het vlak van actieve partner, goede training aan personeel gegeven en initiator van de aanpak huiselijk geweld. Enkele respondenten geven een andere motivering voor hun (lagere) cijfers, zoals het feit dat de politie teveel vanuit de eigen organisatie naar de aanpak kijkt, de contacten met de politie verlopen moeizaam en de contacten zijn zeer persoonsgebonden. Gemeente over Openbaar Ministerie: Tien respondenten van de gemeenten geven het Openbaar Ministerie een laag cijfer of geen cijfer omdat zij geen zicht hebben op de activiteiten vanuit het desbetreffende arrondissement. Tien (andere) respondenten motiveren hun cijfers met het beeld dat het desbetreffende parket erg actief en betrokken is bij de aanpak huiselijk geweld. De motiveringen van de overige respondenten hebben betrekking op het gemis van aandachtsfunctionarissen, afwezigheid van het Openbaar Ministerie bij overleggen en de traagheid van de organisatie. 4.2 Samenwerking Convenanten Bijna de helft van de gemeenten (46%) heeft convenanten afgesloten, opvallend is dat een kleine meerderheid (54%) aangeeft geen convenanten te hebben. De gemeenten die convenanten hebben afgesloten, hebben dit voornamelijk gedaan in de jaren 2002 en Eén gemeente heeft een convenant afgesloten in 1999 en één gemeente in Over het algemeen genomen hebben de gemeenten één convenant afgesloten (in totaal vijftien gemeenten), hier is een uitzondering op. Eén gemeente geeft aan twee convenanten te hebben gesloten. Iets meer dan de helft (53%) van de zeventien gemeenten die hebben aangegeven convenanten te hebben afgesloten, heeft hierbij een initiërende rol gespeeld. De acht gemeenten die zelf geen initiërende rol hebben gespeeld bij het afsluiten van convenanten, geven aan dat die rol werd vervuld door: de Vrouwenopvang (in samenwerking met de 9 Voor een uitgebreid overzicht van de antwoorden verwijzen we naar bijlage

22 GGD), een projectgroep, de provincie en een samenwerkingsverband tussen Openbaar Ministerie, politie, Vrouwenopvang en Algemeen Maatschappelijk Werk. Er zijn diverse partijen betrokken in de convenanten van de gemeenten. Voor een overzicht van de genoemde partijen door de gemeenten, verwijzen we naar bijlage 11. De zeventien gemeenten die convenanten hebben, noemen het vaakst de volgende partijen: de politie en het Steunpunt Seksueel Geweld (beide partijen worden door 94% van de gemeenten genoemd) en Openbaar Ministerie, Bureau Jeugdzorg/Advies en Meldpunt Kindermishandeling en GGD (alle door 82% van de gemeenten genoemd). De andere partijen die door de respondenten zijn genoemd, zijn zeer divers. Voor een schematische weergave van andere partijen die door de gemeente, politie en Openbaar Ministerie zijn genoemd, verwijzen we naar bijlage 12. Acht gemeenten met convenanten zeggen dat zij samen met de convenantpartijen afspraken hebben gemaakt over de wijze waarop de resultaten van deze convenanten worden vastgesteld. Zeven respondenten geven aan dit niet te hebben gedaan en één respondent was hier onbekend mee. De beoordeling van de convenanten op de aspecten effectiviteit, functionaliteit en resultaat door de respondenten loopt sterk uiteen, namelijk van een 4 tot een 8. De zeventien gemeenten beoordelen de convenanten op effectiviteit gemiddeld met een 6,8; de functionaliteit met een 7 en het resultaat met een gemiddelde van 6,6. Om een beeld te krijgen van de wijze waarop de samenwerking tussen gemeenten en diverse partijen is weergegeven op papier hebben we gekeken naar samenwerkingsovereenkomsten en convenanten die respondenten ons ter beschikking stelden. Hierbij hebben we alleen die documenten bestudeerd waar de gemeente als een van de deelnemende partijen is genoemd. In totaal zijn tien documenten bestudeerd van acht verschillende gemeenten/regio s. Het gaat hierbij om vier samenwerkingsovereenkomsten en zes convenanten. Over het algemeen zijn de bestudeerde documenten ondertekend door de gemeente, Openbaar Ministerie, politie, reclassering, Raad voor de Kinderbescherming en diverse hulpverleningsinstanties. Deze documenten zijn grotendeels op dezelfde wijze opgebouwd. Eerst worden de samenwerkende partners genoemd, daarna de doelstelling van het convenant/de samenwerkingsovereenkomst, vervolgens een opsomming van wat de partijen overeenkomen waarna de ondertekening volgt. De afspraken die de partijen met elkaar maken betreffen onder andere dat binnen de eigen instelling - voor zover van toepassing - huiselijk geweld wordt geregistreerd. Tevens wordt regelmatig genoemd dat er binnen een bepaalde periode een evaluatie zal plaatsvinden. In de samenwerkingsovereenkomsten en convenanten worden weinig concrete activiteiten geformuleerd. Veel van deze documenten bevatten een opsomming van gewenste activiteiten, zoals voorbereiding van een adequaat functionerend backoffice van hulpverlenende instellingen of verbetering van de samenwerking. 22

23 Geen convenanten Van de twintig gemeenten die geen convenanten hebben afgesloten, zijn er elf van plan dit binnen een jaar te gaan doen. Vier gemeenten weten nog niet of zij convenanten gaan afsluiten. Voor een overzicht van de partijen die hierbij betrokken worden, verwijzen we naar bijlage 13. Er zijn drie partijen die door alle elf gemeenten die convenanten af willen gaan sluiten, zijn genoemd. Het betreft hier de politie, het Openbaar Ministerie en het Algemeen Maatschappelijk Werk. Dertien van de twintig respondenten van gemeenten die geen convenant hebben, zeggen dat de samenwerkingsafspraken op een andere wijze zijn vastgelegd. Het gaat dan om: - getekende samenwerkingsovereenkomst; - een intentieverklaring tussen de diverse partijen; - plan van aanpak huiselijk geweld; - notulen van projectgroepvergaderingen; - protocol; - afspraken liggen deels schriftelijk en deels mondeling vast. Samenwerkingsnetwerken Driekwart van de respondenten geven aan dat er samenwerkingsnetwerken huiselijk geweld zijn waar hun organisatie aan deelneemt. Dit geldt voor 76% van de 37 geïnterviewde gemeenten. Er zijn volgens de gemeenten diverse partijen betrokken in de samenwerkingsnetwerken. Voor een overzicht van de genoemde partijen verwijzen we naar bijlage 14. In de antwoorden van de gemeenten worden vier partijen het meest genoemd, het betreft hier de politie (volgens 26 gemeenten), de Vrouwenopvang (volgens 21 gemeenten), het Openbaar Ministerie en het Algemeen Maatschappelijk Werk (volgens 20 gemeenten). Door de respondenten zijn diverse andere organisaties genoemd die deelnemen aan samenwerkingsnetwerken. Deze zijn: daderhulpverlening, vrouwengezondheidscentrum, FIOM, Forensische hulpverlening, huisartsen, telefonische hulpdiensten, sociale dienst, welzijnsorganisatie, Blijf van mijn lijf huizen, ziekenhuizen, Advies- en Meldpunten Huiselijk Geweld, zorgkantoor en vrijgevestigde psychiaters en psychologen. Protocollen Van alle gemeentelijke respondenten, zeggen zeven dat hun gemeenten protocollen hebben geformuleerd met betrekking tot de aanpak van huiselijk geweld. Zes respondenten zeggen dat deze protocollen onder andere gelden voor de politie en vijf gemeenten geven aan dat de protocollen (ook) gelden voor het Openbaar Ministerie en de reclassering. Voor een volledig overzicht van de partijen waarvoor de ontwikkelde protocollen gelden, verwijzen we naar bijlage 15. Onder anders is door de respondenten weergegeven: daderhulpverlening, regionaal hulpverleningsteam, Meldpunt Huiselijk Geweld, Blijf van mijn lijf huizen, FIOM, (forensische) psychiatrische hulpverlening en telefonische hulpdienst. 23

24 Van de zeven gemeenten die protocollen hebben ontwikkeld, zeggen drie gemeenten dat zij toezicht houden op de naleving hiervan, twee gemeenten houden hier geen toezicht op en twee gemeenten weten niet of zij toezicht houden op de naleving van de protocollen. Het toezicht houden op het gebruik van de protocollen gebeurt volgens de respondenten via contacten met de projectleider, deze heeft zicht op cijfers en afstemming en via rapportages en overleg. Eén respondent noemt dat er geen actief toezicht is, maar dat ze wel aandacht besteden aan het protocol binnen (bestaande) overlegstructuren. Elf van de 37 geïnterviewde gemeenten geven aan een Advies- en Meldpunt Huiselijk Geweld te hebben. Zeven van deze gemeenten hebben dit gefinancierd met behulp van structurele subsidie, vier hebben de financiering geregeld via incidentele subsidie. Eén gemeente financiert het meldpunt ook door middel van incidentele formatie. Rapportcijfers samenwerking Aan alle respondenten is gevraagd een rapportcijfer toe te kennen aan de eigen activiteiten op het gebied van samenwerking met betrekking tot huiselijk geweld. Ook is gevraagd om rapportcijfers toe te kennen aan de activiteiten van de andere actoren op het gebied van samenwerking. Ook in deze rapportcijfers komt de categorie missing voor, enkele respondenten wilden geen rapportcijfers toekennen. Rapportcijfers van Gemeenten Samenwerking aantal Eigen organisatie Politie 8 OM (of hoger) (of lager) rapportcijfers De respondenten van de gemeenten geven zichzelf cijfers tussen de 6 en de 9 op het gebied van samenwerking met betrekking tot huiselijk geweld, dit brengt het gemiddelde op een 7. Aan de politie kennen ze cijfers toe tussen de 4 en de 9 met een gemiddelde van 7,1 en aan het Openbaar Ministerie gemiddeld een 6,7 gebaseerd op cijfers tussen de 4 en de 8. De motivering voor de toegekende rapportcijfers is onder te verdelen in de volgende categorieën, voor een overzicht van de gegeven antwoorden verwijzen we naar bijlage 16. Gemeente over Gemeente: Over het algemeen beschouwen de gemeenten zichzelf en de samenwerkingspartners als actieve en betrokken partijen. Enkele respondenten benoemen het samenwerkingsproces als traag en moeizaam. Andere respondenten geven nog motiveringen die variëren van: er is 24

Samenvatting. a. Beleid. b. Samenwerking. c. Deskundigheidsbevordering.

Samenvatting. a. Beleid. b. Samenwerking. c. Deskundigheidsbevordering. Samenvatting In 2002 zijn, in opdracht van het ministerie van Justitie de mogelijkheden voor de ontwikkeling van een monitor van de aanpak van huiselijk geweld onderzocht. Naar aanleiding van de concepteindrapportage

Nadere informatie

Bijlagenboek. Behorende bij het rapport Inventarisatie stand van zaken aanpak huiselijk geweld 2003. Den Haag, 17 december 2003 ES&E

Bijlagenboek. Behorende bij het rapport Inventarisatie stand van zaken aanpak huiselijk geweld 2003. Den Haag, 17 december 2003 ES&E Behorende bij het rapport Inventarisatie stand van zaken aanpak huiselijk geweld 2003 Den Haag, 17 december 2003 ES&E Inhoud Bijlage 1 Deelvragen vraagstelling onderzoek 3 Bijlage 2 Vragenlijsten gemeenten,

Nadere informatie

Convenant Integrale Aanpak Huiselijk Geweld Den Haag

Convenant Integrale Aanpak Huiselijk Geweld Den Haag Convenant Integrale Aanpak Huiselijk Geweld Den Haag Ondergetekenden - (naam + functie), namens Gemeente Den Haag -, namens Regiopolitie Haaglanden, -, namens Algemeen Maatschappelijk Werk Den Haag, bestaande

Nadere informatie

Aanpak huiselijk geweld centrumgemeentegebied Amersfoort

Aanpak huiselijk geweld centrumgemeentegebied Amersfoort Aanpak huiselijk geweld centrumgemeentegebied Amersfoort De bestrijding van huiselijk geweld is een van de taken van gemeenten op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO, nu nog prestatieveld

Nadere informatie

ADVIES- EN STEUNPUNT HUISELIJK GEWELD KOP VAN NOORD-HOLLAND

ADVIES- EN STEUNPUNT HUISELIJK GEWELD KOP VAN NOORD-HOLLAND ADVIES- EN STEUNPUNT HUISELIJK GEWELD KOP VAN NOORD-HOLLAND Eerste voortgangsrapportage van 1 juli 2004 1 mei 2005 In het kader van de Tijdelijke stimuleringsregeling advies- en steunpunten huiselijk geweld

Nadere informatie

Invoering van de meldcode in de jeugdzorg

Invoering van de meldcode in de jeugdzorg Invoering van de meldcode in de jeugdzorg Inspectie Jeugdzorg Utrecht, april 2013 Samenvatting Eind december 2012 heeft de Inspectie Jeugdzorg via een digitale vragenlijst een inventariserend onderzoek

Nadere informatie

Sociale omgeving. 1. Kindermishandeling

Sociale omgeving. 1. Kindermishandeling 1. Kindermishandeling Kindermishandeling is 'elke vorm van voor een minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzichte

Nadere informatie

Aan de raad van de gemeente Lingewaard

Aan de raad van de gemeente Lingewaard 11 Aan de raad van de gemeente Lingewaard *14RDS00129* 14RDS00129 Onderwerp Regiovisie - aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling 2015-2019 regio Arnhem & Achterhoek 1 Samenvatting Met dit voorstel

Nadere informatie

Samenvatting Inleiding Onderzoeksaanpak

Samenvatting Inleiding Onderzoeksaanpak 1 2 1. Samenvatting Inleiding Kinderen hebben recht op bescherming tegen kindermishandeling, zo staat in het VN- Kinderrechtenverdrag (IVRK). Toch komt kindermishandeling in Nederland nog steeds op grote

Nadere informatie

Rekenkamercommissie Wijdemeren

Rekenkamercommissie Wijdemeren Rekenkamercommissie Wijdemeren Protocol voor het uitvoeren van onderzoek 1. Opstellen onderzoeksopdracht De in het werkprogramma beschreven onderzoeksonderwerpen worden verder uitgewerkt in de vorm van

Nadere informatie

Ouderenmishandeling De rol van de gemeente

Ouderenmishandeling De rol van de gemeente Ouderenmishandeling De rol van de gemeente 11/21/2013 Congres huiselijk geweld 18 november 2013 Programma: Opening Inleiding landelijke aanpak ouderenmishandeling; de meldcode De rol van de gemeente: s-hertogenbosch

Nadere informatie

Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen

Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch Omvang, kenmerken en meldingen O&S oktober 2003 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Samenvatting 1. Inleiding Plan Plan van van Aanpak Aanpak Huiselijk Geweld Geweld Inhoud

Nadere informatie

Taak- Functieomschrijving Aandachtsfunctionaris Huiselijk Geweld en Kindermishandeling

Taak- Functieomschrijving Aandachtsfunctionaris Huiselijk Geweld en Kindermishandeling Taak- Functieomschrijving Aandachtsfunctionaris Huiselijk Geweld en Kindermishandeling Deze taak-functieomschrijving is bruikbaar voor alle sectoren welke ondersteuning, begeleiding, zorg, hulp en bescherming

Nadere informatie

Rotterdamse Meldcode. huiselijk geweld en kindermishandeling

Rotterdamse Meldcode. huiselijk geweld en kindermishandeling Rotterdamse Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling 2 Waarom een meldcode? De Rotterdamse Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling is een stappenplan voor professionals en instellingen bij

Nadere informatie

2010D02442. Lijst van vragen totaal

2010D02442. Lijst van vragen totaal 2010D02442 Lijst van vragen totaal 1 In hoeverre heeft de staatssecretaris jongerenorganisaties betrokken bij de totstandkoming en uitvoering van haar beleid? 2 Welke verband ligt er tussen de brief over

Nadere informatie

Beschikking. Beleidsregel sociale veiligheid Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking. Beleidsregel sociale veiligheid Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 info@brabant.nl www.brabant.nl Bank ING 67.45.60.043 Postbank 1070176 Onderwerp Beleidsregel

Nadere informatie

Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut.

Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut. Samenvatting Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut. De Jeugdmonitor Zeeland De Jeugdmonitor Zeeland is een plek waar allerlei informatie bij

Nadere informatie

SAMENWERKINGSPROTOCOL

SAMENWERKINGSPROTOCOL SAMENWERKINGSPROTOCOL Hulpverlening bij huiselijk geweld regio West-Veluwe/Vallei gemeenten Barneveld - Ede - Nijkerk - Scherpenzeel - Wageningen EDE, januari 2006 1 INLEIDING Het kabinet heeft de aanpak

Nadere informatie

Uitvraag Vrouwenopvang

Uitvraag Vrouwenopvang Uitvraag Vrouwenopvang 2018-2019 Beleidsambities Een veilig thuis 2015-2020 In de regiovisie Een veilig thuis 2015-2020 zijn de beleidskaders voor de periode 2015-2020 vastgelegd. De inzet van het beleid

Nadere informatie

EVALUATIE ADVIES- EN STEUNPUNT HUISELIJK GEWELD FRYSLÂN 2008

EVALUATIE ADVIES- EN STEUNPUNT HUISELIJK GEWELD FRYSLÂN 2008 EVALUATIE ADVIES- EN STEUNPUNT HUISELIJK GEWELD FRYSLÂN 2008 M. van Zwieten S. Biesma B. Bieleman COLOFON St. INTRAVAL Postadres: Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl www.intraval.nl

Nadere informatie

Jeugdmonitor Zeeland. Werkplan: Startnotitie primair onderwijs

Jeugdmonitor Zeeland. Werkplan: Startnotitie primair onderwijs Jeugdmonitor Zeeland Werkplan: Startnotitie primair onderwijs 2014 1 VOORWOORD JEUGDMONITOR ZEELAND De Jeugdmonitor Zeeland biedt beleidsmakers voor de Zeeuwse jeugd de mogelijkheid om statistische en

Nadere informatie

Convenant Ketenaanpak Eergerelateerd Geweld Twente

Convenant Ketenaanpak Eergerelateerd Geweld Twente Convenant Ketenaanpak Eergerelateerd Geweld Twente Samenwerkingsafspraken ten behoeve van de preventieve - en de veiligheidsaanpak van (potentiële) slachtoffers van eergerelateerd geweld in Twente. Vanuit

Nadere informatie

Onderzoeksopzet wijkplatforms gemeente Barneveld

Onderzoeksopzet wijkplatforms gemeente Barneveld Onderzoeksopzet wijkplatforms gemeente Barneveld December 2011 1. Inleiding In 2003 bezocht de burgemeester van de gemeente Barneveld samen met de politie en de woningstichting de dorpskernen van de gemeente

Nadere informatie

Aanpak: CJG-aanpak. Beschrijving

Aanpak: CJG-aanpak. Beschrijving Aanpak: CJG-aanpak De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: CJG Icare Deze

Nadere informatie

Vervolgblad Informatienotitie Pagina 1. Raadsleden College van Burgemeester en Wethouders Veiligheidsbeleid

Vervolgblad Informatienotitie Pagina 1. Raadsleden College van Burgemeester en Wethouders Veiligheidsbeleid Pagina 1 Informatienotitie AAN VAN ONDERWERP Raadsleden College van Burgemeester en Wethouders Veiligheidsbeleid DATUM 9 september 2009 KOPIE AAN BIJLAGE REGISTRATIENUMMER 0906730 3 (methodiek kernbeleid

Nadere informatie

Nieuwsbrief. Landelijk Implementatieteam Wet Tijdelijk Huisverbod. Inhoud

Nieuwsbrief. Landelijk Implementatieteam Wet Tijdelijk Huisverbod. Inhoud Nieuwsbrief Landelijk Implementatieteam Wet Tijdelijk Huisverbod Inhoud Waarom een landelijk implementatieteam 3 Samenstelling en rol implementatieteam 4 Voorlichting, opleiding en training 4 Instrumenten

Nadere informatie

Stappenplan Veilig Ondernemen winkelgebieden in Zoetermeer

Stappenplan Veilig Ondernemen winkelgebieden in Zoetermeer Stappenplan Veilig Ondernemen winkelgebieden in Zoetermeer Inhoudsopgave 1 HET STAPPENPLAN VEILIG ONDERNEMEN WINKELGEBIEDEN IN ZOETERMEER...3 2 PUBLIEK-PRIVATE SAMENWERKING: BETROKKEN PARTIJEN...3 GEMEENTE...3

Nadere informatie

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers nderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Goirle DIMENSUS beleidsonderzoek April 2012 Projectnummer 488 Het onderzoek De gemeente Goirle is eind april 2010

Nadere informatie

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Beleidsanalyse van Rubicon Jeugdzorg

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Beleidsanalyse van Rubicon Jeugdzorg Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Beleidsanalyse van Rubicon Jeugdzorg Inspectie jeugdzorg Utrecht, februari 2009 2 1. Aanleiding Het is de taak van pleegzorgaanbieders om er voor te zorgen

Nadere informatie

Onderzoeksopzet Communicatie

Onderzoeksopzet Communicatie Onderzoeksopzet Communicatie Rekenkamercommissie Heerenveen Februari 2009 Rekenkamercommissie Heerenveen: onderzoeksopzet communicatie 1 Inhoudsopgave A. Wat willen we bereiken 1. Aanleiding en achtergronden

Nadere informatie

Aanpak: Gezinscoaching. Beschrijving

Aanpak: Gezinscoaching. Beschrijving Aanpak: Gezinscoaching De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: BJZ Flevoland

Nadere informatie

onderzoeksopzet handhaving

onderzoeksopzet handhaving onderzoeksopzet handhaving Rekenkamercommissie Onderzoeksopzet Handhaving rekenkamercommissie Oss 29 april 2009 1 Inhoudsopgave 1. AANLEIDING EN ACHTERGROND... 3 2. AFBAKENING... 4 3. DOELSTELLING EN ONDERZOEKSVRAGEN...

Nadere informatie

Fase I Voorvallen in de huiselijke kring Huiselijk geweld

Fase I Voorvallen in de huiselijke kring Huiselijk geweld Samenvatting Dit onderzoek heeft tot doel algemene informatie te verschaffen over slachtoffers van huiselijk geweld in Nederland. In het onderzoek wordt ingegaan op de vraag met welke typen van huiselijk

Nadere informatie

WORKSHOP. Hoe voert u de meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling in? Voor gemeenten en provincies

WORKSHOP. Hoe voert u de meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling in? Voor gemeenten en provincies WORKSHOP Hoe voert u de meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling in? Voor gemeenten en provincies Rudy Bonnet Stade Advies Sevgi Tunali STAP 14 februari 2011 PROGRAMMA Opening Doel workshop Cijfers

Nadere informatie

Onderzoek naar de evalueerbaarheid van gemeentelijk beleid

Onderzoek naar de evalueerbaarheid van gemeentelijk beleid Onderzoek naar de evalueerbaarheid van gemeentelijk beleid Plan van aanpak Rekenkamer Maastricht februari 2007 1 1. Achtergrond en aanleiding 1 De gemeente Maastricht wil maatschappelijke doelen bereiken.

Nadere informatie

CONVENANT. Veiligheid op scholen van het Voortgezet en Middelbaar Beroepsonderwijs in LELYSTAD

CONVENANT. Veiligheid op scholen van het Voortgezet en Middelbaar Beroepsonderwijs in LELYSTAD CONVENANT Veiligheid op scholen van het Voortgezet en Middelbaar Beroepsonderwijs in LELYSTAD Partijen komen het volgende overeen: De scholen zijn op grond van de Wet op de Arbeidsomstandigheden verantwoordelijk

Nadere informatie

Onderzoek Invoering nieuwe WMO per 2015

Onderzoek Invoering nieuwe WMO per 2015 Onderzoek Invoering nieuwe WMO per 2015 Onderzoeksopzet van de Rekenkamercommissie voor Vlagtwedde en Bellingwedde Inleiding De gezamenlijke Rekenkamercommissie (RKC) van de gemeenten Vlagtwedde en Bellingwedde

Nadere informatie

Integrale Handhaving. Opzet Quick Scan. Inhoudsopgave. 1. Achtergrond en aanleiding

Integrale Handhaving. Opzet Quick Scan. Inhoudsopgave. 1. Achtergrond en aanleiding Integrale Handhaving Opzet Quick Scan Rekenkamer Weert Oktober 2008 Inhoudsopgave 1. Achtergrond en aanleiding 2. Centrale vraagstelling 3. Deelvragen 4. Aanpak en resultaat 5. Organisatie en planning

Nadere informatie

gemeente Bergen op Zoom.

gemeente Bergen op Zoom. Gemeente Bergen op Zoom Voorlegger Onderwerp Nummer voorstel Datum voorstel Portefeuillehouder(s) Contactpersoon Afdeling Contactpersoon Email Contactpersoon Telefoon Programmanummeren -naam : Eindrapportage

Nadere informatie

Nieuwsbrief Huiselijk Geweld Kop van Noord-Holland Nummer 6 April 2007

Nieuwsbrief Huiselijk Geweld Kop van Noord-Holland Nummer 6 April 2007 Nieuwsbrief Huiselijk Geweld Kop van Noord-Holland Nummer 6 April 2007 Landelijke publiekscampagne op 16 april van start! Op maandag 16 april start de landelijke publiekscampagne over huiselijk geweld.

Nadere informatie

Plan van Aanpak regiovisie en vorming AMHK Zeeland

Plan van Aanpak regiovisie en vorming AMHK Zeeland Plan van Aanpak regiovisie en vorming AMHK Zeeland 1. Inleiding De staatssecretaris van VWS heeft in 2012 in een beleidsbrief verklaard dat op termijn alle gemeenten verantwoordelijk zijn voor de hele

Nadere informatie

Ervaringen van een RAAK-regio

Ervaringen van een RAAK-regio Ervaringen van een RAAK-regio Zaanstreek Waterland Voorgeschiedenis In Zaanstreek Waterland: - een sterke traditie van samenwerking tussen welzijnsorganisaties, jeugdzorginstellingen, jeugdgezondheidszorg

Nadere informatie

Plan van aanpak voor een tussentijdse evaluatie beleidsplan Sociaal Domein

Plan van aanpak voor een tussentijdse evaluatie beleidsplan Sociaal Domein Plan van aanpak voor een tussentijdse evaluatie beleidsplan Sociaal Domein Gemeente Bronckhorst, 23 augustus 2016 1. Aanleiding We willen het beleidsplan Sociaal Domein 2015-2018 gemeente Bronckhorst tussentijds

Nadere informatie

Voorstel. Uitgangspunten regiovisie. De regiovisie gaat uit van de volgende uitgangspunten:

Voorstel. Uitgangspunten regiovisie. De regiovisie gaat uit van de volgende uitgangspunten: Voorstel Cluster : samenleving Nummer : 5 Portefeuillehouder : Linda van der Deen Datum vergadering : 20 april 2015 Onderwerp : Regiovisie huiselijk geweld en kindermishandeling Inleiding Als gevolg van

Nadere informatie

Calamiteitenprotocol Wmo en Jeugdwet Rivierenland 2015 30 november 2014

Calamiteitenprotocol Wmo en Jeugdwet Rivierenland 2015 30 november 2014 Calamiteitenprotocol Wmo en Jeugdwet Rivierenland 2015 30 november 2014 Dit calamiteitenprotocol Wmo/Jeugdwet bevat proces- en communicatieafspraken wanneer zich een calamiteit of geweldsincident voordoet

Nadere informatie

Huiselijk geweld in Limburg

Huiselijk geweld in Limburg Huiselijk geweld in Limburg De Limburgse Gezondheidsenquête Inleiding In het kader van het landelijke pilot-project Vrouwenveiligheidsindex (VVI) hebben de gezamenlijke Limburgse GGD en een extra rapportage

Nadere informatie

Aanpak: OGGz. Beschrijving

Aanpak: OGGz. Beschrijving Aanpak: OGGz De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: OGGz Z.O. Drenthe GGD

Nadere informatie

Monitor 2009 Huiselijk geweld Twente

Monitor 2009 Huiselijk geweld Twente Monitor 2009 Huiselijk geweld Twente metingen 2004-2008 M. van Zwieten B. Bieleman COLOFON St. INTRAVAL Postadres Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl www.intraval.nl Kantoor Groningen:

Nadere informatie

B&W-Aanbiedingsformulier

B&W-Aanbiedingsformulier B&W.nr. 08.1145, d.d. 25 november 2008 B&W-Aanbiedingsformulier Onderwerp Sluiten samenwerkingsconvenant 'Veerkracht' in het kader van preventie van depressie bij ouderen in Leiden Zuidwest BESLUITEN Behoudens

Nadere informatie

Samenvatting evaluatie strafrechtelijke aanpak eergerelateerd geweld

Samenvatting evaluatie strafrechtelijke aanpak eergerelateerd geweld Samenvatting evaluatie strafrechtelijke aanpak eergerelateerd geweld In 2006 werd het interdepartementale beleidsprogramma eergerelateerd geweld gestart. Het programma omvatte vier thema's: maatschappelijke

Nadere informatie

Calamiteitenprotocol instellingen Wmo, gemeenten in de regio Eemland

Calamiteitenprotocol instellingen Wmo, gemeenten in de regio Eemland Calamiteitenprotocol instellingen Wmo, gemeenten in de regio Eemland Inleiding Calamiteiten bij zorg en ondersteuning kunnen helaas niet altijd voorkomen worden. Ze hebben een grote impact op betrokkenen

Nadere informatie

Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert

Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert Weert, 6 september 2011. Rekenkamer Weert Inhoudsopgave 1. Achtergrond en aanleiding 2. Centrale vraagstelling 3. De wijze van onderzoek 4. Deelvragen

Nadere informatie

Adviesraad Wmo Arnhem Jaarplan 2017

Adviesraad Wmo Arnhem Jaarplan 2017 Adviesraad Wmo Arnhem Jaarplan 2017 1 Inhoudsopgave Pagina 1. Voorwoord 3 2. Missie, visie en uitgangspunten van de Adviesraad Wmo 2.1 De Verordening adviesraad Wmo 4 2.2 Missie 4 2.3 Visie 4 2.4 Uitgangspunten

Nadere informatie

SUBSIDIEAANVRAAG IMPLEMENTATIE EN BORGING WET MELDCODE BIJ STEUNPUNTEN HUISELIJK GEWELD IN DE PERIODE 2013 EN 1014

SUBSIDIEAANVRAAG IMPLEMENTATIE EN BORGING WET MELDCODE BIJ STEUNPUNTEN HUISELIJK GEWELD IN DE PERIODE 2013 EN 1014 SUBSIDIEAANVRAAG IMPLEMENTATIE EN BORGING WET MELDCODE BIJ STEUNPUNTEN HUISELIJK GEWELD IN DE PERIODE 2013 EN 1014 Inleiding Sterke SHG s zijn een voorwaarde voor een toekomstbestendige ketenaanpak van

Nadere informatie

Versie 14 november 2017 DB 2017/107 bijlage 8. Dienstverleningshandvest Veilig Thuis Haaglanden

Versie 14 november 2017 DB 2017/107 bijlage 8. Dienstverleningshandvest Veilig Thuis Haaglanden Dienstverleningshandvest Veilig Thuis Haaglanden 1 Inleiding Veilig Thuis, bij wet het Advies- en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling, is vormgegeven door het samenvoegen van het Steunpunt

Nadere informatie

Landelijke toegang maatschappelijke opvang

Landelijke toegang maatschappelijke opvang HANDREIKING Landelijke toegang maatschappelijke opvang VERSIE DECEMBER 2014 1 Aanleiding en doel van de tweede handreiking Vanaf 2010 zijn de financiële middelen die de centrumgemeenten ontvangen van het

Nadere informatie

Onderzoeksprotocol Rekenkamer West-Brabant

Onderzoeksprotocol Rekenkamer West-Brabant Onderzoeksprotocol Rekenkamer West-Brabant Vastgesteld door de Rekenkamer West-Brabant in haar vergadering van 25 oktober 2010. Dit onderzoeksprotocol vloeit voort uit het Reglement van Orde, vastgesteld

Nadere informatie

De kaderstellende rol van de raad bij complexe projecten

De kaderstellende rol van de raad bij complexe projecten De kaderstellende rol van de raad bij complexe projecten Basisschool Aan de Bron en sporthal op het voormalige WML-terrein Onderzoeksopzet Rekenkamer Weert 16 december 2007 Inhoudsopgave 1. Achtergrond

Nadere informatie

Kaderstellen (Beleids)uitvoering Controleren. Gemeente Raad College Raad. Algemeen bestuur Dagelijks bestuur

Kaderstellen (Beleids)uitvoering Controleren. Gemeente Raad College Raad. Algemeen bestuur Dagelijks bestuur Algemeen Onderwerp Regionale beleidsnotitie bij beleidsplan Bescherming en Opvang Vertrouwelijk Nee Contactpersoon Dhr. J. van Slooten Eenheid Sturing E-mail sociaaldomein@regiogv.nl Kenmerk 17.0002772

Nadere informatie

Voorstel aansturing en financiering van AMHK Werkgroep Veiligheid en Kind Versie 15 sept. 2014

Voorstel aansturing en financiering van AMHK Werkgroep Veiligheid en Kind Versie 15 sept. 2014 Voorstel aansturing en financiering van AMHK Werkgroep Veiligheid en Kind Versie 15 sept. 2014 Opdrachtgever De stuurgroep Sociaal Domein in MH en het portefeuillehouderoverleg Sociale Agenda ZHN. 1. Inleiding

Nadere informatie

Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Een notitie naar aanleiding van onderzoek van de Inspectie jeugdzorg oktober 2008

Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Een notitie naar aanleiding van onderzoek van de Inspectie jeugdzorg oktober 2008 Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Een notitie naar aanleiding van onderzoek van de Inspectie jeugdzorg oktober 2008 Inleiding De veiligheid van het kind is een van de belangrijkste

Nadere informatie

Wmo prestatieveld 4? Goed voor Elkaar!

Wmo prestatieveld 4? Goed voor Elkaar! Wmo prestatieveld 4? Goed voor Elkaar! Waarom Goed voor Elkaar? In de Wmo (Wet Maatschappelijke Ontwikkeling) is in prestatieveld 4 vastgelegd dat u als gemeente verantwoordelijk bent voor de ondersteuning

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 31 015 Kindermishandeling Nr. 82 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

Tevredenheids- en ervaringsonderzoek Wmo over 2010 Klanten hulp bij het huishouden, mantelzorgondersteuning en andere individuele voorzieningen

Tevredenheids- en ervaringsonderzoek Wmo over 2010 Klanten hulp bij het huishouden, mantelzorgondersteuning en andere individuele voorzieningen Tevredenheids- en ervaringsonderzoek Wmo over 2010 Klanten hulp bij het huishouden, mantelzorgondersteuning en andere individuele voorzieningen Gemeente Huizen Inleiding... 3 1. Verantwoording onderzoek...

Nadere informatie

Aanpak: Signalerings- en vangnetfunctie. Beschrijving

Aanpak: Signalerings- en vangnetfunctie. Beschrijving Aanpak: Signalerings- en vangnetfunctie De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld

Nadere informatie

De Aandachtsfunctionaris 1

De Aandachtsfunctionaris 1 De Aandachtsfunctionaris 1 Profiel aandachtsfunctionaris kindermishandeling Functieomschrijving De aandachtsfunctionaris heeft een belangrijke rol bij de implementatie van de meldcode in de organisatie,

Nadere informatie

De bruikbaarheid van adviezen en consulten van het AMK

De bruikbaarheid van adviezen en consulten van het AMK De bruikbaarheid van adviezen en consulten van het AMK Het landelijk beeld naar aanleiding van onderzoek van de Inspectie Jeugdzorg bij de Advies- en Meldpunten Kindermishandeling Inspectie Jeugdzorg Utrecht,

Nadere informatie

Aanpak: Multiprobleemgezinnen. Beschrijving

Aanpak: Multiprobleemgezinnen. Beschrijving Aanpak: Multiprobleemgezinnen De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: GGD

Nadere informatie

Aanpak: Gezinscoaching. Beschrijving

Aanpak: Gezinscoaching. Beschrijving Aanpak: Gezinscoaching De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: Dienst Gezondheid

Nadere informatie

Beleidskader Huiselijk geweld en Kindermishandeling

Beleidskader Huiselijk geweld en Kindermishandeling Beleidskader Huiselijk geweld en Kindermishandeling Plan van aanpak voor een beleidsnota (inclusief een vierjarig ) Datum 21 april 2011 Opgesteld door Gineke Kuin Bestuurlijk opdrachtgever Cees Meeuwis

Nadere informatie

De kwaliteit van Veilig Thuis Drenthe Stap 1

De kwaliteit van Veilig Thuis Drenthe Stap 1 De kwaliteit van Veilig Thuis Drenthe Stap 1 Utrecht, november 2015 1 Inspectie Jeugdzorg Dit is een uitgave van: Inspectie Jeugdzorg Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Inspectie voor de

Nadere informatie

Als de Raad u om informatie vraagt

Als de Raad u om informatie vraagt Als de Raad u om informatie vraagt Inhoud 3 > Als de Raad u om informatie vraagt 5 > De Raad voor de Kinderbescherming 6 > Onderzoek door de Raad 7 > Uw medewerking is belangrijk 8 > Uw medewerking bij

Nadere informatie

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Beleidsanalyse van De Bascule, zorglijn Therapeutische pleegzorg

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Beleidsanalyse van De Bascule, zorglijn Therapeutische pleegzorg Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Beleidsanalyse van De Bascule, zorglijn Therapeutische pleegzorg Inspectie jeugdzorg Utrecht, februari 2009 2 1. Aanleiding Het is de taak van pleegzorgaanbieders

Nadere informatie

Projectplan Informele Zorg

Projectplan Informele Zorg Projectplan Informele Zorg Naam van het project Informele Zorg Opdrachtgever Bestuurlijk opdrachtgever: College van B&W Ambtelijk opdrachtgever: Klara Slijkhuis Primaat houdende afdeling Afdeling Samenleving

Nadere informatie

Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de rekenkamercommissie Zaltbommel. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de rekenkamercommissie Zaltbommel. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de rekenkamercommissie Zaltbommel Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen In deze verordening wordt verstaan

Nadere informatie

Convenant Huiselijk Geweld Integrale Aanpak Geweld in Huis Zuid-Holland Noord Leiden, 25 november 2004. Inleiding

Convenant Huiselijk Geweld Integrale Aanpak Geweld in Huis Zuid-Holland Noord Leiden, 25 november 2004. Inleiding Convenant Huiselijk Geweld Integrale Aanpak Geweld in Huis Zuid-Holland Noord Leiden, 25 november 2004 Versie 24 november 2005 Convenant Huiselijk Geweld Integrale Aanpak Geweld in Huis Zuid-Holland Noord

Nadere informatie

SAMENVATTING Achtergrond Onderzoeksmethoden Doelen van de wet

SAMENVATTING Achtergrond Onderzoeksmethoden Doelen van de wet SAMENVATTING Achtergrond De Wet tijdelijk huisverbod is op 1 januari 2009 van kracht geworden. De wet geeft aan burgemeesters de mogelijkheid om aan personen van wie een dreiging van huiselijk geweld uitgaat

Nadere informatie

Realisatie regionale voorziening opvang en begeleiding slachtoffers huiselijk geweld (Oranje Huis)

Realisatie regionale voorziening opvang en begeleiding slachtoffers huiselijk geweld (Oranje Huis) Portefeuille: P. van Bergen No. B15.000437 Dronten, 7 april 2015 Realisatie regionale voorziening opvang en begeleiding slachtoffers huiselijk geweld (Oranje Huis) Aan de gemeenteraad VOORSTEL Wij stellen

Nadere informatie

VRAGEN NR Haarlem, 6 december Onderwerp: Vragen van P.J. Bruystens (ONH-VSP)

VRAGEN NR Haarlem, 6 december Onderwerp: Vragen van P.J. Bruystens (ONH-VSP) VRAGEN NR. 115 Haarlem, 6 december 2005 Onderwerp: Vragen van P.J. Bruystens (ONH-VSP) De voorzitter van Provinciale Staten van Noord-Holland deelt u overeenkomstig het bepaalde in artikel 45 van het Reglement

Nadere informatie

Onderzoek naar de aanpak van bedreiging en stalking door Bekir E. Plan van aanpak

Onderzoek naar de aanpak van bedreiging en stalking door Bekir E. Plan van aanpak Onderzoek naar de aanpak van bedreiging en stalking door Bekir E. Plan van aanpak 1 Inleiding 3 2 Doelstelling en onderzoeksvragen 4 2.1 Doelstelling 4 2.2 Centrale vraag en deelvragen 4 2.3 Afbakening

Nadere informatie

Gemeenschappelijke Regelingen

Gemeenschappelijke Regelingen Gemeenschappelijke Regelingen Een inventarisatie, bestuurlijke verkenning en onderzoek naar de invloed van raadsleden op het beleid van gemeenschappelijke regelingen binnen de gemeente Bedum. Rekenkamercommissie

Nadere informatie

ONDERZOEKSPROTOCOL REKENKAMERCOMMISSIE STAPHORST. Beschrijving werkwijze onderzoeken rekenkamercommissie

ONDERZOEKSPROTOCOL REKENKAMERCOMMISSIE STAPHORST. Beschrijving werkwijze onderzoeken rekenkamercommissie ONDERZOEKSPROTOCOL REKENKAMERCOMMISSIE STAPHORST Beschrijving werkwijze onderzoeken rekenkamercommissie 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Onderwerpselectie.. 4 3. Onderzoeksopzet. 5 4. Aankondiging.. 5

Nadere informatie

Huiselijk geweld. Februari 2005 / F&A Deze factsheet geeft informatie over de aanpak van privé geweld.

Huiselijk geweld. Februari 2005 / F&A Deze factsheet geeft informatie over de aanpak van privé geweld. Huiselijk geweld Februari 2005 / F&A 5697 Deze factsheet geeft informatie over de aanpak van privé geweld. Definitie Huiselijk geweld is geweld dat door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer

Nadere informatie

Woonbeleid Vergelijking resultaten Kempengemeenten

Woonbeleid Vergelijking resultaten Kempengemeenten Woonbeleid Vergelijking resultaten Kempengemeenten Rekenkamercommissie Kempengemeenten 13 september 2010 Voorwoord Het onderzoek naar het woonbeleid binnen de Kempengemeenten heeft in twee fasen plaatsgevonden.

Nadere informatie

Inhuur in de Kempen. Eersel, Oirschot en Reusel-De Mierden. Onderzoeksaanpak

Inhuur in de Kempen. Eersel, Oirschot en Reusel-De Mierden. Onderzoeksaanpak Inhuur in de Kempen Eersel, Oirschot en Reusel-De Mierden Onderzoeksaanpak Rekenkamercommissie Kempengemeenten 21 april 2014 1. Achtergrond en aanleiding In gemeentelijke organisaties met een omvang als

Nadere informatie

Raadsvoorstel Overheveling DU VO brede aanpak huiselijk geweld en ouderenmishandeling (incl. begrotingswijziging)

Raadsvoorstel Overheveling DU VO brede aanpak huiselijk geweld en ouderenmishandeling (incl. begrotingswijziging) Toelichting over de behandeling van: HAMERSTUK Raadsvoorstel Overheveling DU VO brede aanpak huiselijk geweld en ouderenmishandeling (incl. begrotingswijziging) Van: Het college van B&W van 2 juli 2013

Nadere informatie

Aanpak: Bijzondere Zorg Team. Beschrijving

Aanpak: Bijzondere Zorg Team. Beschrijving Aanpak: Bijzondere Zorg Team Namens de gemeente Deventer hebben drie netwerkpartners de vragenlijst gezamenlijk ingevuld. Dit zijn Dimence GGZ, Tactus verslavingszorg, en Iriszorg maatschappelijke opvang.

Nadere informatie

Besluitvorming aan de Raad Formele advisering van de Raad. Conform advies Aanhouden Anders, nl. Collegevoorstel Advies: Openbaar

Besluitvorming aan de Raad Formele advisering van de Raad. Conform advies Aanhouden Anders, nl. Collegevoorstel Advies: Openbaar Collegevoorstel Advies: Openbaar Onderwerp Ontwikkeling OGGZ-loket als meldpunt voor onrust en overlast Programma / Programmanummer Maatschappelijke zorg en dienstverlening / 7320 Portefeuillehouder G.

Nadere informatie

Protocol Huiselijk geweld en Kindermishandeling

Protocol Huiselijk geweld en Kindermishandeling Protocol Huiselijk geweld en Kindermishandeling Onderstaand protocol is opgesteld in verband met de wet meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling die met ingang van 1 juli 2013 van kracht is geworden.

Nadere informatie

Grondbeleid en grondprijsbeleid Gemeente Weert

Grondbeleid en grondprijsbeleid Gemeente Weert Onderzoeksaanpak Grondbeleid en grondprijsbeleid Gemeente Weert september 2013 Rekenkamer Weert 1. Achtergrond en aanleiding Het grondbeleid van de gemeente Weert heeft tot doel bijdrage te leveren, met

Nadere informatie

Integrale Veiligheidszorg in Twente

Integrale Veiligheidszorg in Twente Integrale Veiligheidszorg in Twente -Achtergrond -Werkwijze & organisatie Platform IVZ -Actieplan IVZ 2009-2010 - Evaluatietraject -Resultaten Platform IVZ -Vervolg samenwerking in Twente Platform IVZ

Nadere informatie

11 Stiens, 21 oktober 2014

11 Stiens, 21 oktober 2014 11 Stiens, 21 oktober 2014 Raadsvergadering: 13 november 2014 Voorstelnummer: 2014/ 74 Portefeuillehouder: Cees Vos Behandelend ambtenaar: Jitske Bosch E-mail: j.bosch@leeuwarderadeel.nl Telefoonnr. :

Nadere informatie

Voorstel voor een Maatschappelijke Verkenning naar de beleving van het begrip Veiligheid door de inwoners van Maassluis

Voorstel voor een Maatschappelijke Verkenning naar de beleving van het begrip Veiligheid door de inwoners van Maassluis Voorstel voor een Maatschappelijke Verkenning naar de beleving van het begrip Veiligheid door de inwoners van Maassluis Het instrument Een Maatschappelijke Verkenning is een instrument voor de gemeenteraad

Nadere informatie

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Datum vaststelling : 12-11-2007 Eigenaar : Beleidsmedewerker Vastgesteld door : MT Datum aanpassingen aan : 20-01-2015 Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Doel meldcode Begeleiders een stappenplan

Nadere informatie

Taak-functieomschrijving Aandachtsfunctionaris Huiselijk geweld en Kindermishandeling

Taak-functieomschrijving Aandachtsfunctionaris Huiselijk geweld en Kindermishandeling Taak-functieomschrijving Aandachtsfunctionaris Huiselijk geweld en Kindermishandeling Deze taak-functieomschrijving is bruikbaar voor alle sectoren welke ondersteuning, begeleiding, zorg, hulp en bescherming

Nadere informatie

De ontwikkeling van geweld in de Nederlandse samenleving VEEL MONITOREN, WEINIG EENDUIDIGHEID

De ontwikkeling van geweld in de Nederlandse samenleving VEEL MONITOREN, WEINIG EENDUIDIGHEID SECONDANT #1 MAART 2011 53 De ontwikkeling van geweld in de Nederlandse samenleving VEEL MONITOREN, WEINIG EENDUIDIGHEID door Maartje Timmermans en Miranda Witvliet De auteurs werken als onderzoeker bij

Nadere informatie

Geachte voorzitter, Onderzoek cliëntervaring regio Haaglanden en Den Haag

Geachte voorzitter, Onderzoek cliëntervaring regio Haaglanden en Den Haag Typ teksttyp teksttyp tekst Saskia Bruines Wethouder van Kenniseconomie, Internationaal, Jeugd en Onderwijs, 060 Retouradres: Postbus 12600, 2500 DJ Den Haag Aan de voorzitter van de Commissie Samenleving

Nadere informatie

Nieuwsflits. Evaluatieonderzoek naar de Regeling palliatieve terminale zorg

Nieuwsflits. Evaluatieonderzoek naar de Regeling palliatieve terminale zorg Nieuwsflits Inhoud Evaluatieonderzoek naar de Regeling palliatieve terminale zorg 1. Adviesrapport bureau HHM is openbaar gemaakt Pagina 1 2. Conclusies en advies HHM voor toekomst Pagina 1 3. Kamerbrief

Nadere informatie

Convenant Integrale Aanpak Huiselijk Geweld voor de inwoners van de gemeenten Den Haag, Leidschendam-Voorburg, Rijswijk, Wassenaar en Zoetermeer

Convenant Integrale Aanpak Huiselijk Geweld voor de inwoners van de gemeenten Den Haag, Leidschendam-Voorburg, Rijswijk, Wassenaar en Zoetermeer RIS135607c_09-JUN-2006 Convenant Integrale Aanpak Huiselijk Geweld voor de inwoners van de gemeenten Den Haag, Leidschendam-Voorburg, Rijswijk, Wassenaar en Zoetermeer Ondergetekenden - Dhr. C.A. van der

Nadere informatie

Onderzoeksopzet. Armoedebeleid

Onderzoeksopzet. Armoedebeleid Onderzoeksopzet Armoedebeleid Rekenkamercommissie gemeente Heerenveen juni 2011. Rekenkamercommissie Heerenveen Onderzoeksopzet armoedebeleid 1 Inhoudsopgave A. Wat willen we bereiken 1. Aanleiding en

Nadere informatie