Schoolondersteuningsprofiel Basisschool Müllerpier

Transcriptie

1 Schoolondersteuningsprofiel Basisschool Müllerpier Basisschool Müllerpier - samenwerking obs Delfshaven en rkbs Nicolaasschool St. Jobskade EN Rotterdam telefoon: info@locatiemullerpier.nl

2 Inhoud 1 Inleiding 2 Algemene gegevens 3 Basisondersteuning 4 Onderwijs (zorg-)arrangementen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften 5 Grenzen aan de mogelijkheden van ons onderwijs 6 Ambities 7 Wat de school voor anderen binnen het SWV kan en wil betekenen in het kader van passend onderwijs 8 Samenvattende conclusies 2

3 Hoofdstuk 1 Inleiding Aanleiding In het kader van de wet Passend Onderwijs is Nederland verdeeld in een aantal regio s. Binnen elke regio hebben de gezamenlijke besturen de plicht om te zorgen voor een dekkend aanbod aan onderwijs voor alle kinderen binnen de regio. De schoolbesturen zijn hiertoe vertegenwoordigd in het bestuur van het SWV Passend Onderwijs in de regio. Binnen deze regio dient elke school een schoolondersteuningsprofiel op te stellen, waarin staat aangegeven op welke wijze de school invulling geeft aan het bieden van passend onderwijs. Tevens geeft de school aan waar haar grenzen liggen en welke de ambities zijn als het gaat om voor zoveel mogelijk kinderen onderwijs te bieden dat past bij hun onderwijsbehoeften. Samengevat geeft het schoolondersteuningsprofiel een antwoord op de volgende vragen: Wat kunnen we realiseren met ons huidige team? Wat kunnen we realiseren met ondersteuning van eternen? Wat willen we op termijn kunnen bieden, waarop gaan we ons ontwikkelen? Voor welke onderwijsbehoeften verwijzen we naar een andere instantie? Waarmee kunnen we andere scholen binnen het SWV helpen? Schoolondersteuningsprofiel Voor u ligt het schoolondersteuningsprofiel van Basisschool Müllerpier uit Rotterdam. Basisschool Müllerpier maakt momenteel deel uit van het SWV (samenwerkingsverband) Passend Primair Onderwijs Rotterdam. Doelstelling van het schoolondersteuningsprofiel vanuit het referentiekader Passend Onderwijs. De doelstelling van het schoolondersteuningsprofiel is het vinden van antwoorden op drie kernvragen: 1. In welke mate is de school op dit moment in staat Passend Onderwijs te verzorgen. 2. Voor welke kinderen is er al een passend aanbod? 3. Voor welke kinderen hebben we een passend aanbod met behulp van eterne partners? 4. Voor welke kinderen kunnen of willen we geen passend aanbod realiseren? 5. In welke richting wil de school zich ontwikkelen? 6. Welke epertise hebben we nu al in huis? 3

4 7. Voor welke kinderen wordt in de komende periode een aanbod ontwikkeld wat er nu nog niet in voldoende mate is? 8. Hoe kan op het niveau van het SWV het profiel benut worden bij het gesprek over de inrichting van de bovenschoolse zorg en de verdeling van zorgmiddelen? De antwoorden op vraag 1 en 2 kunnen de school helpen om richting te geven aan het onderwijs-en zorgbeleid in de planperiode Immers in het profiel is beschreven hoe het onderwijs en de zorg nu vorm hebben gekregen en waar ontwikkelambities liggen om deze verder te verbreden en te verdiepen. U vindt de beschrijving van het huidige onderwijs en zorgaanbod in de paragraaf basiszorg. De voorgenomen ontwikkelingen van de school zijn verwoord in de paragraaf ambities Het antwoord op vraag 3 wordt geformuleerd op het niveau van de schoolbesturen en het SWV Passend Onderwijs Rotterdam. Het antwoord op vraag 3 wordt nu nog niet gegeven in dit Schoolondersteuningsprofiel. Daarvoor dienen eerst binnen het SWV uitspraken gedaan te worden over de invulling van de verschillende niveaus van zorg. Onderscheiden niveaus van zorg binnen Passend Onderwijs in het schoolondersteuningsprofiel. In het kader van Passend Onderwijs wordt binnen Nederland een onderscheid gemaakt tussen basiszorg, breedtezorg en dieptezorg: Basiszorg betreft de reguliere onderwijszorg die de school zelf kan bieden. Hierbij gaat het om de mogelijkheden die de school heeft om het onderwijs aanbod met behoud van kwaliteit aan te passen aan verschillen in de onderwijsbehoeften van kinderen op hun school. Breedtezorg betreft de onderwijszorg die school kan bieden mits er ondersteuning is van eterne partners die samenwerken met en in de school. Hierbij gaat het om de mogelijkheden die de school kan organiseren om de vereiste deskundigheid te mobiliseren om zodoende de verantwoordelijkheid om voor alle kinderen passend onderwijs te bieden, waar te kunnen maken. Dieptezorg betreft de zorg die vorm gegeven wordt door gespecialiseerde voorzieningen binnen het SWV. Wanneer basis- en breedtezorg samen ontoereikend zijn, wordt de verantwoordelijkheid van de school overgedragen aan een andere instantie binnen het SWV, bijvoorbeeld het speciaal (basis-) onderwijs. 4

5 Hoofdstuk 2 Algemene gegevens Contactgegevens School Basisschool Müllerpier BRIN 18AA03 Locatiedirecteur Lisette Tobé Adres St. Jobskade 14-16, 3024 EN Rotterdam Telefoon info@locatiemullerpier.nl Bestuur RVKO/BOOR Samenwerkingsverband SWV PPO Rotterdam Onderwijsvisie/schoolconcept De Müllerpier biedt regulier onderwijs aan waarin het kind centraal staat. Het aanbieden van lesstof op verschillende niveaus en zelfstandigheid zijn daarbij onze uitgangspunten. Naast de traditionele vakgebieden waaronder rekenen en Nederlandse taal, investeren wij relatief veel tijd en middelen in dramalessen, techniek en filosoferen. Wij geloven in een zo breed mogelijk aanbod van vakken en activiteiten, waardoor kinderen meer gelegenheid krijgen zich veelzijdig en optimaal te ontwikkelen. Onze visie luidt dan ook: Kans- en kleurrijk onderwijs waarin ieders talent wordt erkend! De Müllerpier is een school waar kinderen zich veilig voelen. We voeden op tot zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid. Onze school bevordert de totale ontwikkeling van de individuele leerling. De Müllerpier streeft naar integratie van theater en techniek in alle vakgebieden. Wij staan open voor alle levensbeschouwelijke stromingen. In ons streven de totale ontwikkeling van de individuele leerling te bevorderen, maken wij gebruik van moderne methodes, materialen en relatief veel activiteiten. Gedurende het schooljaar worden activiteiten georganiseerd en/of ingekocht die deel uitmaken van het onderwijs en de vorming. Wij vinden het belangrijk dat de kinderen zoveel mogelijk succeservaringen opdoen. Dat kan zijn op reken- of taalgebied, maar ook bij vakken zoals sport, handvaardigheid, tekenen, techniek, muziek, dans, drama of filosoferen. 5

6 Kengetallen leerling populatie huidig schooljaar en afgelopen 3 schooljaren Leerlingaantallen (1 oktobertelling) Aantal leerlingen per 1 oktober 2013: 181 Aantal leerlingen per 1 oktober 2012: 148 Aantal leerlingen per 1 oktober 2011: 109 Aantal leerlingen per 1 oktober 2010: 83 Leerlinggewichten % leerlingen met een gewicht per 1 oktober 2013: 6,6% MDO Het Multi disciplinair overleg (MDO) bestaat uit intern begeleider, Begeleider leerlingenzorg van WSNS, schoolverpleegkundige, schoolmaatschappelijk werk en directie. Op afroep zijn eventueel andere deskundigen erbij te betrekken. Wanneer er zorgen zijn over een leerling waar de school onvoldoende epertise voor in huis heeft of wanneer zij de leerling vanuit breder perspectief willen bespreken, wordt de leerling (na toestemming van ouders) in het MDO besproken. 6

7 Indicaties en verwijzingen Aanmeldingen bij PCL Verwijzing SBO Terugplaatsingen vanuit SBO Aantal LWOO/ Pro beschikkingen Verwijzingen naar SO cluster 1 en 2 Verwijzingen naar SO cluster 3 Verwijzingen naar SO cluster 4 Rugzakjes cluster en 2 Rugzakjes cluster Rugzakjes cluster Dysleieverklaringen Gediagnosticeerde hoogbegaafden Aantal leerlingen 7 7 7? besproken in het MDO Conclusie Leerlingen met een verwijzing of terugplaatsing SBO Er zijn de afgelopen vier jaar twee leerlingen naar SBO verwezen. Het kleine aantal heeft te maken met de leerlingpopulatie. Er zijn relatief weinig leerlingen met een cognitieve achterstand. Een aantal leerlingen met rekenproblemen werkt op een eigen leerlijn en krijgt hiervoor begeleiding in de klas. Leerlingen met een verwijzing naar SO of een rugzakje Er is één leerling met een visusbeperking en rugzakje cluster 1 binnen school. Er is epertise en ervaring in school m.b.t. leerlingen met een dergelijke beperking. De afgelopen jaren zijn een beperkt aantal kinderen naar cluster 4 onderwijs verwezen. Dit betroffen hoofdzakelijk leerlingen met ernstige eternaliserende problematieken. 7

8 Kenmerken van het schoolgebouw Er is ruimte in een groep voor 1-op-1 begeleiding Er is ruimte op de gang voor 1-op-1 begeleiding Er is een prikkelarme werkplek Er is ruimte voor een time-out De lokalen zijn aangepast voor leerlingen met speciale bewegingsbehoeften Er zijn ruimten met specifieke functies voor beweging en leerbehoeften (fysio, schooltuin, etc) Er zijn werkplekken voor leerlingen beschikbaar op de gang of in fleibele ruimten De school heeft kleine lokalen en het streven is om per groep 29 leerlingen te plaatsen. Dit heeft tot gevolg dat er weinig tot geen ruimte is om 1-op-1 te werken met een leerlingen. De kinderen die 1-op-1 begeleiding krijgen van bijvoorbeeld een dysleiebehandelaar werken met de begeleider in de teamkamer. Dit is geen ideale situatie omdat er collega s in en uit kunnen lopen. In de gang is geen mogelijkheid om 1-op-1 begeleiding te geven. Er zijn geen prikkelarme werkplekken. Deze kunnen i.v.m. de kleine klaslokalen niet gecreëerd worden. Er is geen ruimte voor een time-out. In voorkomende gevallen wordt hiervoor het speellokaal gebruikt, maar dit kan alleen wanneer deze ruimte niet in gebruik is. Daarnaast wordt de directiekamer gebruikt wanneer hier geen gesprekken gevoerd worden. De lokalen zijn en kunnen niet aangepast worden voor specifieke bewegingsbehoeften van kinderen. Wij hebben op de verdieping van de school een (niet aan school verbonden) fysiotherapeute en logopediste. Wanneer kinderen voor behandeling naar één van deze disciplines doorverwezen worden, kan dit onder schooltijd gerealiseerd worden (indien dit in het onderwijsprogramma past). Er zijn geen fleibel in te richten ruimtes. Op de gang wordt af en toe zelfstandig gewerkt, maar dit zijn geen structurele werkplekken. 8

9 Werkruimte waarover leerlingen beschikken Inrichting van de lokalen De leerlingen hebben een tafel en stoel in het klaslokaal. Daarnaast zijn er in ieder lokaal computerwerkplekken gerealiseerd. Ieder lokaal beschikt over een smartbord. Tafel en stoel voor iedere leerlingen. Vier computerplekken en minimaal twee tablets per groep in het lokaal. Daarnaast staan er maimaal 3 kasten voor de materialen die de kinderen nodig hebben. Er is één speelzaal in het pand waarin één kleutergroep per keer bewegingsonderwijs krijgt. Deze ruimte wordt ook gebruikt voor wekelijkse schrijfdanslessen en gastlessen. In de gang op de eerste verdieping staat een auditorium. Deze wordt alleen gebruikt voor de verteltafel tijdens projectweken. Daarnaast is het een epositieruimte. In verband met het geluid van en naar andere groepen kan hij moeizaam gebruikt worden voor spreekbeurten e.d. Conclusie De school bevindt zich in een flatgebouw met verschillende functies. Het grootste gedeelte van de flat wordt bewoond door oudere mensen. Daarnaast zijn Humanitas ouderenzorg, fysiotherapie, logopedie en kinderopvang Ma gevestigd in het flatgebouw. De school heeft geen uitbreidingsmogelijkheden in het flatgebouw of in de buitenruimte. Naast de negen lokalen, directie-, team- en conciërgekamer, speellokaal en de gangen zijn er geen algemene ruimtes. Hierdoor bestaat er vrijwel geen mogelijkheid voor 1-op-1 begeleiding of de opvang van kinderen met eternaliserende problematieken. 9

10 Hoofdstuk 3 Basisondersteuning Basisondersteuning bevat vier aspecten: basiskwaliteit, preventieve en licht curatieve interventies, onderwijsondersteuningsstructuur en planmatig werken. In het Samenwerkings verband Passend Primair Onderwijs Rotterdam worden afspraken gemaakt waaraan de basisondersteuning moet voldoen. Op het moment van dit schrijven zijn deze afspraken er nog niet, voor dit document hebben we de minimale eisen uit het referentie kader opgenomen. Preventieve en lichte curatieve interventies Het eerste aspect van de basisondersteuning is gericht op de ondersteuningsmogelijkheden die de school biedt, al dan niet in samenwerking met partners. In het referentiekader wordt een minimale opsomming gegeven van de interventies die bij de basisondersteuning horen: Vroegtijdig signalering van leer-, opgroeien opvoedproblemen De leerkrachten signaleren in de klas door observaties, methodetoetsen en Citotoetsen. Daarnaast krijgen zij informatie van de kinderen en de ouders. Indien zich een probleem voordoet op leer-, sociaal-emotioneel- en/of opvoedgebied gaan zij hier, in samenspraak met de ouders/kind, mee aan de slag. Wanneer de leerkrachten of ouders ondersteuning nodig hebben bij de aanpak van een probleem/de problemen kunnen zij de intern begeleider, schoolmaatschappelijk werk of directie inschakelen. Wanneer er ernstige twijfels over de opvoedsituatie bestaat én wanneer wij niet het vertrouwen hebben dat ouders open staan voor hulp kunnen wij een SISA of AMK-melding plaatsen. Er zijn binnen school twee aandachtsfunctionarissen en school beschikt over een protocol huiselijk geweld. Wanneer er kinderen zijn die zich cognitief zwak ontwikkelen of psychiatrische 10

11 problemen hebben, wordt de intern begeleider en de schoolcontactpersoon van PPO Rotterdam ingeschakeld. Eventueel kan een leerling bij het MDO besproken worden. De zorg voor een veilig schoolklimaat Een aanbod voor leerlingen met dysleie of dyscalculie Rust brengt overzicht voor de leerkracht en overzicht is een voorwaarde voor een pedagogisch veilig klimaat. De school heeft een aantal afspraken waardoor aan bovenstaande voldaan kan worden: Leerlingen zijn in alle ruimtes onder toezicht. Tijdens het werken in de klas wordt een stoplicht gebruikt. De kinderen werken aan hun tafel en de leerkracht gaat rond. Er is een gedragsprotocol dat door de leerlingen gekend wordt. Belangrijkste afspraak: stop is stop, zo niet is er contact met de leerkracht. Er is een pestprotocol opgenomen in het schoolplan. Deze staat tevens op de website. Het is een kleine school met korte lijnen. Misstanden worden snel herkend en opgepakt. Alle leerkrachten zijn verantwoordelijk voor alle leerlingen. Directie en intern begeleider kennen de kinderen. De school werkt met een leesprotocol. Hierin zijn de verschillende niveaus van zorg m.b.t. het lezen opgenomen. Wanneer er sprake is van (ernstige) dysleie of dyscalculie wordt er een individueel handelingsplan opgesteld. Op planmatige wijze wordt het plan uitgevoerd, geëvalueerd en bijgesteld. 11

12 12 Basisschool Müllerpier

13 Een afgestemd aanbod voor leerlingen met meer of minder dan gemiddelde intelligentie School heeft geen ervaring met dyscalculie. Er zijn echter wel kinderen met (ernstige) rekenproblemen, zij worden opgenomen in de risicogroep van het groepsplan of krijgen een individueel handelingsplan. Er is ervaring in school m.b.t. het werken met eigen leerlijn rekenen. Voor deze leerlingen worden individuele ontwikkelingsperspectieven opgesteld. School heeft relatief veel kinderen die bovengemiddeld intelligent zijn. In 2014 is de werkgroep Talent van start gegaan om de kennis die in school is te inventariseren en breed toegankelijk te maken voor alle leerlingen die dat nodig hebben. De werkgroep heeft een stappenplan ontwikkeld om de begeleiding van deze groep kinderen vorm te geven. De verschillen in aanpak van deze groep leerlingen is groot omdat de onderwijsbehoeften ook enorm verschillen. School streeft ernaar de kinderen datgene te bieden wat zij nodig hebben. Het plan dat geschreven is door de werkgroep geeft hiervoor handvatten. School heeft ook leerlingen in school die aan de andere kant van het intelligentiespectrum functioneren. Ook deze groep leerlingen krijgt onderwijs dat aan hun onderwijsbehoeften tegemoet komt. Er is ervaring in school met het werken met een eigen leerlijn en de daaraan gekoppelde individuele ontwikkelingsprofielen. 13

14 Toegankelijk schoolgebouw met aangepaste werk- en instructieruimtes en hulpmiddelen Aanpak gericht op sociale veiligheid en voorkomen van gedragsproblemen Protocol voor medische handelingen De school is niet toegankelijk voor mindervaliden omdat alle klaslokalen bereikt worden door een trap. School heeft geen eigen lift. Daarnaast zijn de klaslokalen klein, er is weinig ruimte voor bijvoorbeeld rolstoelen. Er is op de benedenverdieping één invalidentoilet. De overgangen van lokalen naar de gang zijn drempelvrij. School heeft geen ruimtes waar kinderen een time-out kunnen nemen. Bij voorkomende eternaliserende problematieken wordt de staf om hulp gevraagd. Indien deze in gesprek of afwezig is, kan er een onveilige situatie ontstaan omdat de leerkrachten allen een klas onder hun hoede hebben. De school heeft een medicijnprotocol. Dit protocol is terug te vinden op de website. School heeft regels opgesteld voor het medicijngebruik in school. Hierin staat beschreven aan welke voorwaarde er voldaan moet worden voordat leerkrachten medicijnen aan kinderen verstrekken. Tevens staat beschreven waar de medicijnen bewaard worden. Onderwijsondersteuningstructuur Bij dit aspect van de basisondersteuning gaat het om de epertise die in de school aanwezig is om interventies te plegen, de manier waarop dat in de school georganiseerd is, en met welke onderwijs- en ketenpartners wordt samengewerkt. Dit kan zichtbaar gemaakt worden door overzichten van: De functies en taakprofielen binnen de school, die een beeld geven van de ondersteuningstructuur. De gemiddelde groepsgrootte en beschikbare personeelsformatie per groep. Een overzicht van gecertificeerde epertise binnen de school. Een overzicht van samenwerkingsrelaties van de school. 14

15 Functies en taakprofielen De formatie houdt de onderstaande functies en taken in: Directie: één directielid (4 dagen) Bouwcoördinatoren: in verband met het kleine team, zijn er geen bouwcoördinatoren. Groepsleerkrachten: 15 groepsleerkrachten (waarvan 2 full-time) Intern begeleider: één intern begeleider voor alle groepen (3 dagen) Taalspecialist: er is geen taalspecialist Rekenspecialist (in opleiding): er is geen rekenspecialist School maatschappelijk werker: één smw er (3 uur per week) Conciërge: één full-time conciërge Wat betekenen deze gegevens voor de mogelijkheden die de school ziet om nu en in de toekomst passend onderwijs te realiseren voor kinderen met uiteenlopende onderwijsbehoeften? Het betreft een kleine school met korte lijnen. Wij bieden een veilig klimaat en structuur. Kinderen zijn bij alle personeelsleden goed in beeld. Er zijn geen time-out ruimtes, weinig personeel buiten de groepen, kleine lokalen, hierdoor kunnen eternaliserende problematieken niet opgevangen worden. Gemiddelde groepsgrootte en beschikbare personeelsformatie per groep Gemiddelde groepsgrootte: 27 leerlingen. Op dit moment wordt het streven van een gemiddelde groepsgrootte van 27 leerlingen nog niet behaald. De school is groeiend en krijgt veel inschrijvingen in groep 1. Vanaf schooljaar zullen de nieuwe groepen 3 telkens met ongeveer 29 leerlingen starten. Per groep is er één formatieplaats beschikbaar (drie groepen ½ en vervolgens van ieder leerjaar één groep). Er is voor één ochtend formatie-uitbreiding i.v.m. het rugzakje voor een leerlingen met een visusbeperking. Wat betekenen deze gegevens voor de mogelijkheden die de school ziet om nu en in de toekomst passend onderwijs te realiseren voor kinderen met uiteenlopende onderwijsbehoeften? De ondersteuning aan de leerlingen moeten in de groepen gerealiseerd worden door de eigen leerkracht. Daarnaast is het een gegeven dat van ieder leerjaar vanaf groep 3 maar 15

16 één groep in de school aanwezig is. Het is daarom niet mogelijk om, indien zich problemen voordoen, een kind over te plaatsen naar een andere groep. Dit is in principe goed werkbaar voor leerlingen met uiteenlopende cognitieve mogelijkheden. In één groep kan gewerkt worden met leerlingen op een eigen leerlijn alsmede leerlingen die hoogbegaafd zijn. De grens ligt bij leerlingen met eternaliserend probleemgedrag. Aanwezige deskundigen in het team: Eén leerkracht is opgeleid om schrijfdans te geven. Eén leerkracht is opgeleid tot rt er voor de kleuters (is een groepsleerkracht). Eén leerkracht volgt cursussen en heeft ervaringen met de begeleiding van een leerling met visusbeperkingen. Deze leerkracht komt één ochtend in de week voor de begeleiding van één leerling. Eén leerkracht heeft module 1 van de cursus Nederlandse gebarentaal behaald. De intern begeleider heeft de opleiding Master SEN behaald. De locatieleiding heeft de opleiding intern begeleider en orthopedagogiek behaald. Samenwerkingsrelaties van de school Samenwerkingsverband PO (ib netwerken) SBO V(SO) Rec 1,2,3,4 Wijksamenwerkingsverband Lokale overheid Bureau Jeugdzorg Centrum Jeugd en Gezin GGZ Leerplicht Buurtregisseur, politie Club en buurthuiswerk Netwerk IB RVKO Talentwerkgroep van de RVKO KANS (vanuit SBO) van RVKO ondersteunt scholen bij specifieke vragen rond zorgleerlingen. Contact met Visio in verband met een leerling met visusbeperking (cluster 1). Er wordt op dit moment een wijkteam vanuit CJG opgezet. De eerste contacten zijn gelegd. Geen structurele samenwerking Geen structurele samenwerking, indien nodig wordt contact gelegd. Bernadette de Beer is schoolverpleegkundige. Zij organiseert inloopspreekuren voor de ouders op school. Daarnaast neemt zij deel aan het MDO. Geen structurele samenwerking Tessa Moll is de leerplichtambtenaar voor de school. Yvel Blokland is de wijkagent. Geen structurele samenwerking 16

17 Wat betekenen deze gegevens voor de mogelijkheden die de school ziet om nu en in de toekomst passend onderwijs te realiseren voor kinderen met uiteenlopende onderwijsbehoeften? Er zijn goede contacten gelegd met cluster 1 onderwijs. Wij worden begeleid door Visio. Voor welke leerlingen met speciale onderwijsbehoeften mag uw school zeker gebeld worden? Kinderen die al dan niet gediagnosticeerd hoog intelligent zijn. Kinderen met een visusbeperking zonder co-morbiditet. Kinderen met een eigen leerlijn rekenen en/of dyscalculie. Kinderen met dysleie. (Afhankelijk van de groepssamenstelling) kinderen die wel varen bij veiligheid en structuur. Welke deskundigheid van uw school zou u ook in willen zetten voor het samenwerkingsverband? Deskundigheid m.b.t. talentleerlingen. Deskundigheid op het gebied van dysleie. Deskundigheid op het gebied van visusbeperkingen. Welke voorwaarde stelt de school hierbij? Kinderen laten geen eternaliserend probleemgedrag zien. Er is geen sprake van co-morbiditeit wanneer een kind een visusbeperking heeft. Bij plaatsing van een kind zal er telkens gekeken worden naar de onderwijsbehoeften in combinatie met de groep. In verband met de beperkingen van het gebouw maimaal vier kinderen in de hele school die behandeling voor dysleie ontvangen op school door eterne partner 1-2 Learn. Planmatig werken Als een school planmatig werkt, betekent dat dat de school een goede manier hanteert om na te gaan welke onderwijsbehoefte leerlingen hebben daarop een passend onderwijsaanbod kan organiseren en dat regelmatig evalueert. Als het nodig is, kan de school bovendien aanvullende epertise van buiten inschakelen. De standaarden die de onderwijsinspectie hanteert voor dit geheel van planmatig werken, zijn leidend voor wat de school hierover kan vermelden in het ondersteuningsprofiel. De volgende standaarden uit het toezichtkader van de inspectie zijn relevant voor het planmatig werken. Ze worden opgenomen in het schoolondersteuningsprofiel. Dat kan door 17

18 te verwijzen naar een recent inspectierapport, maar ook door de standaarden te hanteren als een instrument voor zelfevaluatie. Planmatig werken Zwak Voldoende Goed Ecellent Aandachtpunt Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden De school heeft inzicht in de veiligheidsbeleving van leerlingen en personeel en in de incidenten die zich op het gebied van sociale veiligheid op de school voordoen. De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen en afhandelen van incidenten in en om de school Het personeel van de school zorgt ervoor dat de leerlingen op een respectvolle manier met elkaar en anderen omgaan. De leraren stemmen de aangeboden leerinhouden af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen De leraren stemmen de instructie af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen School heeft een pestprotocol. Administreren van incidenten kan verbeteren. Gedifferentiee rd werken is in ontwikkeling Gedifferentiee rd werken is in ontwikkeling De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen in 18

19 ontwikkeling tussen de leerlingen De leraren stemmen de onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen leerlingen De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. Er is nog winst te behalen uit de analyse van de gegevens. 19

20 De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen. De school stelt bij plaatsing zo nodig een ontwikkelingsperspectief vast. De school volgt of de leerlingen zich ontwikkelen conform het ontwikkelingsperspectief en maakt naar aanleiding hiervan beredeneerde keuzes De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen ondersteuning nodig hebben. Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de ondersteuning voor de leerlingen. De school voert de ondersteuning planmatig uit. De school evalueert regelmatig de effecten van de ondersteuning. De school zoekt de structurele samenwerking met ketenpartners waar noodzakelijke interventies op leerlingniveau haar eigen kerntaak overschrijden. De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen Vooral de inhoudelijke analyse op kindniveau kan nog verbeteren. Analyses op schoolniveau moeten verbeteren. Analyse van de resultaten behoeft aandacht. 20

21 De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit. Bron: Toezichtkader PO 2009 IJkpunten voor basiszorg in het primair onderwijs, C.J.M. Hoffmans Pagina 11 Wat betekenen deze gegevens voor de mogelijkheden die de school ziet om nu en in de toekomst passend onderwijs te realiseren voor kinderen met uiteenlopende onderwijsbehoeften? Handelingsgericht werken Leerkrachten verkennen en benoemen de onderwijsbehoeften van leerlingen o.a. door observatie, gesprekken en het analyseren van toetsen Leerkrachten reflecteren op hun eigen rol en het effect van hun gedrag op het gedrag van leerlingen, ouders, collega s Leerkrachten zijn zich bewust van de grote invloed die zij op de ontwikkeling van hun leerlingen hebben Alle teamleden zoeken, benoemen en benutten de sterke kanten en interesses van leerlingen, de leerkrachten, de ouders en het schoolteam. Zwak Voldoende Goed Ecellent 21

22 Leerkrachten werken samen met hun leerlingen. Ze betrekken hen bij de analyse, formuleren samen doelen en benutten de ideeën en oplossingen van leerlingen Leerkrachten werken met een groepsplan waarin ze de doelen en de aanpak voor de groep, subgroepjes en mogelijk een individuele leerling beschrijven Leerkrachten bespreken minstens drie keer per jaar hun vragen betreffende het opstellen, uitvoeren en realiseren van hun groepsplannen met de intern begeleider De onderwijs- en begeleidingstructuur is voor een ieder duidelijk. Er zijn heldere afspraken over wie wat doet, waarom, waar hoe en wanneer Alle teamleden zijn open naar collega s, leerlingen en ouders over het werk dat gedaan wordt of is. Motieven en opvattingen worden daarbij inzichtelijk gemaakt De groepsplannen kunnen nog specifieker opgesteld worden Communicatie blijft altijd punt van aandacht. Wat betekenen deze gegevens voor de mogelijkheden die de school ziet om nu en in de toekomst passend onderwijs te realiseren voor kinderen met uiteenlopende onderwijsbehoeften? De school werkt planmatig en brengt onderwijsbehoeften in kaart. De lesstof is per vak verdeeld in drie niveaus. Het lesaanbod wordt hierop afgestemd. Wanneer een kind op een eigen leerlijn werkt, wordt er een ontwikkelingsperspectief opgesteld. De school kan nog verbeteren op de volgende punten: 22

23 Gedifferentieerd instructie geven. Analyseren toetsgegevens op schoolniveau. De lesdoelen specifieker beschrijven in de groepsplannen. Analyseren toetsen op individueel niveau. 23

24 Hoofdstuk 4 Onderwijs (zorg-)arrangementen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften Voor dit hoofdstuk hebben we 5 onderwijsdomeinen gebruikt als leidraad: domeinen Basiszorg Breedtezorg dieptezorg leren en ontwikkeling fysiek en medisch X (visus) sociaal-emotioneel werkhouding thuissituatie Breedtezorg op het gebied Leren en ontwikkeling: De school werkt met een leesprotocol waardoor leesproblemen snel gesignaleerd worden. Dit protocol voorziet ook in de stappen die genomen moeten worden en de voorwaarden die gesteld worden m.b.t. een dysleieonderzoek. Door de samenwerking met 1-2 Learn kunnen kinderen in school behandeld worden voor dysleie. In verband met de beperkingen van het gebouw kunnen maimaal vier kinderen binnen school behandeld worden. Er is ervaring met leerlingen die een eigen leerlijn volgen voor rekenen. Voor deze leerlingen wordt, in samenwerking met KANS, een individueel ontwikkelingsperspectief opgesteld. De school specialiseert zich in het onderwijsaanbod aan, al dan niet gediagnosticeerd, hoogbegaafde of bovengemiddeld intelligente leerlingen. De werkgroep Talent heeft een stappenplan opgesteld waardoor dat het voor leerkrachten mogelijk maakt om deze groep kinderen in de klas de nodig uitdagingen te bieden. Voor deze groep kinderen bestaat geen standaard aanpak. Voor de individuele leerling wordt gekeken naar een passend onderwijsaanbod. De school heeft ervaring met leerlingen die een achterstand hebben op rekengebied. Er is geen ervaring m.b.t. kinderen die gediagnosticeerd dyscalculie hebben. Er is echter wel ervaring met het werken met individuele ontwikkelingsperspectieven en het werken met een eigen leerlijn voor rekenen. Fysiek en medisch De school biedt basiszorg op het fysiek en medisch gebied, met uitzondering van kinderen met visusbeperkingen. Voor deze groep kinderen geldt dat er epertise is huis is en in samenwerking met Visio gekomen kan worden tot een werkbare situatie wanneer er geen sprake is van co-morbiditeit. 24

25 Sociaal-emotioneel In de klas wordt er gestreefd naar een rustig en veilig werkklimaat. Door de rust in de groepen worden kinderen gezien. 25

26 Daarnaast vult iedere leerkracht twee keer per schooljaar het sociaal-emotioneel volgmodel Zien in. De leerkrachten zijn erop getraind om gesprekken te voeren met kinderen. Eventuele sociaal-emotionele problemen komen door deze werkwijze naar voren. De signalen worden besproken met ouders. In samenwerking met leerkracht, kind, ouders en eventueel de intern begeleider of schoolmaatschappelijk werk kan gezocht worden naar oplossingen voor voorkomen problemen. In het schoolplan is een gedragsprotocol opgenomen. Hierin staat o.a. het stoelbeleid beschreven waarin wij beschrijven hoe wij omgaan met ongewenst gedrag in de klas. Werkhouding De leerkrachten werken met een stoplicht voor de rust in de groep. De kinderen leren zelfstandig te werken en eventuele problemen tijdens het werk in eerste instantie zelf op te lossen. Deze manier van werken start al bij de kleutergroepen en loopt door tot en met groep 8. Een eenduidige aanpak geeft duidelijkheid en structuur aan de kinderen. De kinderen krijgen minimaal één keer per dag de mogelijkheid om zelfstandig te werken. Dit betekent dat zij zelfstandig een keuze kunnen maken uit een etra aanbod aan educatief materiaal. Het is ook mogelijk dat de kinderen zelf een activiteit bedenken. De mogelijkheden zijn breed: werkstuk of muurkrant maken, werken met techniek, oefenen met begrijpend lezen, oefeningen op de computer, vreemde taal leren etc. Het zelfstandig werken bevordert: welbevinden: kinderen kunnen op die momenten ook zelf bepalen wat zij willen of wat zij nodig hebben. zelfstandig keuze maken. het om kunnen gaan met uitgestelde aandacht. zichzelf uitdagen. Kinderen werken naast het zelfstandig werken ook met een weektaak. Dit bevordert: plannen en structureren zelfstandigheid skills die nodig zijn voor het werken binnen het VO. Wanneer kinderen moeite hebben met concentratie, werktempo, motivatie etc. bespreekt de leerkracht dit met ouders, kind en de intern begeleider. Gezamenlijk wordt naar een oplossing gezocht. Eventueel kan hiervoor ook een eterne partner zoals de begeleider leerlingenzorg van PPO Rotterdam geraadpleegd worden. Thuissituatie 26

27 Door de omvang van de school worden kinderen en ouders gemakkelijker gezien door de eigen leerkrachten, maar ook de andere teamleden. Problemen in de thuissituatie worden hierdoor vroegtijdig waargenomen. De school streeft naar een nauw contact met ouders, ook wanneer er problemen in de thuissituatie vermoed worden. Schoolmaatschappelijk werk of andere eterne samenwerkingen worden waar nodig aangeboden. 27

28 Hoofdstuk 5 Grenzen aan de mogelijkheden van ons onderwijs In hoofdstuk 4 zijn al een aantal grenzen genoemd. Samengevat: Domeinen Basiszorg Breedtezorg dieptezorg leren en ontwikkeling fysiek en medisch X (visus) sociaal-emotioneel Werkhouding thuissituatie 28

29 Hoofdstuk 6 Ambities Om in het kader van passend onderwijs voor zoveel mogelijk kinderen de juiste school te kunnen zijn, heeft het team de volgende ambities voor de komende periode uitgaande van de 5 onderwijsdomeinen: 1. Leren en ontwikkeling 2. Fysiek en medisch 3. Sociaal-emotioneel en gedrag 4. Werkhouding 5. Thuissituatie De ambities voor basisschool Müllerpier: Deskundig zijn bij: de begeleiding van kinderen met visusbeperking (zonder co-morbiditeit). begeleiding van hoogbegaafde leerlingen. de begeleiding van kinderen met lichte auditieve beperkingen (zonder comorbiditeit). In de toekomst kan de begeleiding van kinderen met spraak-taal problemen (zonder co-morbiditeit) opgepakt worden. Dit kan dan in samenwerking met de logopediste die praktijk houdt in het gebouw gerealiseerd worden. Aandacht en tijd zijn gericht op scholing aan leerkrachten m.b.t.: gedifferentieerde werkwijze en klassenmanagement zodat de leerkracht toegerust is om tegemoet te komen aan kinderen met diverse onderwijsbehoeften in de groep. begeleiding van hoogbegaafde leerlingen. In de toekomst de begeleiding van kinderen met spraak-taal of lichte auditieve problematieken. Deze scholing kan dan opgepakt worden naar behoefte van de individuele leerlingen. Voorzieningen zijn: Aanpassingen op maat voor kinderen die visus of lichte auditieve beperkingen hebben. Gebouw zijn: Er kunnen geen uitbreidingen gerealiseerd worden in het gebouw waardoor andere groepen kinderen dan beschreven passend onderwijs in onze school kunnen ontvangen. 29

30 Samenwerking zijn: Samenwerking met huidige partners voortzetten. Samenwerking starten met organisaties die gespecialiseerd zijn in de begeleiding van kinderen met lichte auditieve problemen. Deze inzet zal naar behoefte van de leerlingenpopulatie gerealiseerd worden. Samenwerking met eterne organisatie uitbreiden ten behoeve van hoogbegaafde of meer intelligente kinderen. Hierbij denken wij aan samenwerking met bijvoorbeeld gymnasia. 30

31 Hoofdstuk 7 Wat de school voor anderen binnen het SWV kan en wil betekenen in het kader van passend onderwijs Scholen in onze omgeving kunnen wij helpen om hun epertise te vergroten op het gebied van: werken met kinderen met een visusbeperking. werken met kinderen die (veel) meer aankunnen dan de reguliere basisschoollesstof. 31

32 Hoofdstuk 8 Samenvattende conclusies Basisschool Müllerpier biedt regulier basisonderwijs. Wij streven naar rust, veiligheid en daardoor een goed pedagogisch klimaat als voorwaarde om tot leren te komen. De kinderen kunnen zich breed ontwikkelen omdat het basiscurriculum wordt aangevuld met techniek, dramalessen, filosoferen en de vrije keuzeruimte tijdens het zelfstandig werken. In het kader van passend onderwijs kan er naast de basiszorg, (op termijn) etra zorg geboden worden aan: 1. kinderen met een visusbeperking (zonder co-morbiditeit). 2. al dan niet gediagnosticeerde, hoogbegaafde leerlingen. 3. kinderen die in de thuissituatie weinig structuur ontvangen. 4. kinderen met lichte auditieve beperkingen (zonder co-morbiditeit). Voor 4. geldt dat het hier een ambitie betreft. 3. en 4. kunnen vraaggestuurd opgepakt worden. Om het welbevinden van alle kinderen te waarborgen, stelt de school de volgende grenzen: De groepsgrootte is maimaal 29 leerlingen. Kinderen laten geen eternaliserend probleemgedrag zien. Er is geen sprake van co-morbiditeit wanneer een kind een lichte visus of lichte auditieve beperking heeft. Bij plaatsing van een kind zal er telkens gekeken worden naar de onderwijsbehoeften van de aan te nemen leerling in combinatie met de samenstelling van de groep. Hierbij wordt de vraag gesteld: kan er voor deze leerling tegemoetgekomen worden aan de onderwijsbehoeften wanneer hij/zij geplaatst wordt in deze groep. In verband met de beperkingen van het gebouw kunnen maimaal vier kinderen in de hele school behandeling krijgen door een eterne partij in school. Hierbij kan gedacht worden aan dysleiebehandeling door bijvoorbeeld 1-2 Learn. 32