Dossier. De pensioenfinanciering van statutaire medewerkers in ziekenhuizen met publieke partners

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Dossier. De pensioenfinanciering van statutaire medewerkers in ziekenhuizen met publieke partners"

Transcriptie

1 Dossier De pensioenfinanciering van statutaire medewerkers in ziekenhuizen met publieke partners 27 juni 2012 update cijfergegevens in bijlage Pagina 1 van 25

2 Synthese Op 1 januari 2012 trad de nieuwe wetgeving rond de financiering van de pensioenen van statutaire medewerkers in provinciale en plaatselijke besturen in werking. De berekeningswijze van de patronale bijdragen voor de pensioenen van statutaire medewerkers werd hierdoor ingrijpend hervormd. Deze hervorming was financieel noodzakelijk om de pensioenfinanciering van statutaire medewerkers te kunnen garanderen. De patronale bijdrage wordt vanaf 1 januari 2012 opgesplitst in een basis- en responsabiliseringsbijdrage, waarbij deze laatste afhankelijk wordt gemaakt van de verhouding tussen de individuele statutaire pensioenlast en de statutaire loonmassa van het lokale bestuur. De hervorming heeft een zeer grote impact op ziekenhuizen die nog statutaire medewerkers tewerkstellen of tewerkgesteld hebben. De nieuwe wetgeving is immers voluit van toepassing op de publieke partners die betrokken zijn bij het ziekenhuisbestuur. Enkel voor het jaar 2012 loopt de meerkost voor de betrokken ziekenhuizen in België reeds op tot 48,1 miljoen euro. Deze kost zal de komende jaren sterk stijgen. Door deze hoge meerkosten komt niet enkel het uitbouwen van een kwalitatieve ziekenhuiswerking in het gedrang, een aantal ziekenhuizen wordt op zeer korte termijn in hun voortbestaan bedreigd. De oplossing van dit probleem is derhalve essentieel. Er werd voor deze nieuwe regeling geen tegemoetkoming via de reguliere financiering van ziekenhuizen, het Budget Financiële Middelen (BFM), voorzien. In het verleden is dit nochtans wel gebeurd, voor de bijdrageverhogingen onder het oude systeem van 2005 tot en met 2007, hoewel niet voor alle ziekenhuizen. De recentere bijdrageverhogingen onder het oude systeem werden niet gefinancierd, in totaal loopt deze kost voor de betrokken ziekenhuizen in België op tot 255,2 miljoen euro. In het mini-sociaal akkoord 2011 werd wel een jaarlijks bedrag van 7,5 miljoen euro voorzien voor het opvangen van de stijging van de patronale bijdragen voor statutaire medewerkers in Er werd echter bepaald dat dit bedrag onder de vorm van een trekkingsrecht verdeeld zou worden onder de ziekenhuizen die zich engageerden om de statutaire tewerkstelling minstens te behouden. De ziekenhuizen die ondertussen gestopt waren met statutair aan te stellen konden hierop geen aanspraak maken. ICURO is uitdrukkelijk vragende partij om deze wetgeving bij te sturen en de financiering niet aan de statutaire tewerkstelling te koppelen, maar wel aan de reële pensioenverplichtingen. In het federaal regeerakkoord werd 6,505 miljoen euro voorzien voor 2012, 9,36 miljoen euro voor 2013, en 12,294 miljoen euro voor Deze middelen zouden een deel van de stijging van het basisbijdragepercentage compenseren. Dit was een eerste noodzakelijke stap, maar het is onvoldoende om de in het regeerakkoord gestelde neutralisatie van deze bijkomende verplichtingen te financieren. De tweede en cruciale stap is het financieren van de responsabiliseringsbijdrage. Deze bijdrage is het gevolg van een onvoldoende aantal nieuwe statutaire aanstellingen. Ze bedraagt meer dan 70 % van de meerkost in 2012 en weegt het zwaarste door op de financiële positie van de ziekenhuizen. Pagina 2 van 25

3 ICURO vraagt met grote aandrang de uitvoering van de belofte in het federaal regeerakkoord tot neutralisatie van de verhoogde bijdragen voor de betrokken ziekenhuizen. ICURO zet zich prioritair in om dit uitzonderlijke financieringsprobleem op te lossen zonder nieuwe statutaire aanstellingen. Hierdoor zal de factuur naar de toekomst toe niet verder vergroten. De statutaire aanstelling is in de Vlaamse ziekenhuizen niet meer verdedigbaar omdat alle ziekenhuismedewerkers, contractueel en statutair, vandaag een gelijkaardige bezoldiging ontvangen, hetgeen logisch is vanuit het principe gelijk loon voor gelijk werk. Het is aangewezen om dit te concretiseren in een gemeenschappelijk basisstatuut van alle medewerkers in de ziekenhuizen. De statutaire aanstelling is financieel onhoudbaar geworden door de gunstige pensioenmodaliteiten en de sterk toegenomen levensverwachting. Een grondige hervorming is derhalve aangewezen. ICURO pleit daarom, samen met Zorgnet Vlaanderen, voor: Het stopzetten van de statutaire aanstelling in de betrokken Vlaamse ziekenhuizen (voor OPZ Geel en OPZC Rekem gelden specifieke modaliteiten), en een volledige financiering van de pensioenverplichtingen uit het verleden, zonder een hypotheek te leggen op de reguliere ziekenhuiswerking De uitbouw van een gemeenschappelijk basisstatuut voor alle medewerkers in de ziekenhuizen De geleidelijke uitbouw van een tweede pensioenpijler voor alle contractuele medewerkers Met dit dossier pogen we op een heldere wijze aan te geven hoe de pensioenproblematiek rond statutaire medewerkers tot stand gekomen is. We gaan in op de startsituatie, de noodzaak tot een nieuwe regeling, en de nieuwe regeling zelf. We illustreren de impact op Vlaamse en de Belgische ziekenhuizen met cijfers en rekenvoorbeelden. Wij hopen u hiermee van dienst te zijn en zijn graag beschikbaar voor verdere bespreking. Katia Debaetselier Economisch stafmedewerker Johan Hellings Afgevaardigd bestuurder Pagina 3 van 25

4 Inhoudsopgave 1. Regeling van de pensioenbijdragen tot en met Bespreking van de pools Evolutie van de patronale bijdragen Financiering van de patronale bijdragen Via de ziekenhuisfinanciering Via het sociaal akkoord Conclusie Noodzaak en totstandkoming van de nieuwe wetgeving Het federaal regeerakkoord Regeling van de pensioenbijdragen vanaf Uitgangspunten van de nieuwe wetgeving Het gesolidariseerde pensioenfonds van de RSZPPO Nieuw reservefonds bij de RSZPPO Principe van solidariteit Principe van responsabilisering Aanwending van de reserves Regularisatie bij laattijdige benoemingen Cijfervoorbeelden Voorbeeld Voorbeeld Bijlage: nationale en Vlaamse cijfergegevens Pagina 4 van 25

5 1. Regeling van de pensioenbijdragen tot en met 2011 In het verleden konden provinciale en plaatselijke besturen aangesloten zijn bij één van de vijf pools van de RSZPPO (Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de Provinciale en Plaatselijke Overheidsdiensten). Hoewel de werknemersbijdrage in elke pool vastgelegd werd op 7,5 % verschilden de patronale bijdragevoeten voor pensioenen tussen pools, naargelang de noden binnen elke pool. De Federale staat kwam in tegenstelling tot werkgevers uit de privésector, de federale overheidsdiensten, en de ministeries van de gemeenschappen en de gewesten immers niet tussen in de pensioenlasten van provinciale en plaatselijke besturen. 1.1 Bespreking van de pools De meeste openbare besturen waren aangesloten bij één van de twee gesolidariseerde pools: pool 1 en pool 2. Binnen elk van deze twee pools gold het principe van een repartitiesysteem. De aansluiting was vrijwillig maar wel definitief. Pool 1: Gemeenschappelijk pensioenstelsel van de plaatselijke besturen In deze pool bevonden zich vooral besturen die vòòr 1 januari 1987 tot de Omslagkas van het Ministerie van Binnenlandse Zaken behoorden. Naast een beperkt aantal grote gemeenten en ziekenhuizen bevat deze pool bijna alle kleine en middelgrote gemeenten met hun OCMW s. Pool 2: Stelsel van de nieuwe bij de RZSPPO aangeslotenen Deze pool werd in 1993 opgericht. In tegenstelling tot pool 1 groepeerde pool 2 vooral grotere werkgevers, vanaf latere datum ook een aantal provinciebesturen. De bijdragepercentages voor deze pools werden jaarlijks door het beheerscomité van de RSZPPO vastgesteld in functie van de veronderstelde uitgaven en ontvangsten per pool. De overblijvende besturen werden in drie pools gegroepeerd. Verhoudingsgewijs groepeerden pool 3, 4 en 5 slechts een zeer klein deel van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten. Pool 3: Plaatselijke besturen die het beheer van hun pensioenen toevertrouwen aan een voorzorgsinstelling Deze pool is geen pool zoals hierboven omschreven, het kan beter opgevat worden als de verzamelnaam van besturen die voor de pensioenen van hun statutaire medewerkers op eigen initiatief een voorzorgsinstelling aangesproken hebben. Er is dus geen solidariteit tussen de besturen. Er was wel het Gemeenschappelijk pensioenfonds in Limburg, dat 76 besturen groepeerde (ongeveer de helft van alle besturen van pool 3) en hierdoor wel een zekere solidariteit creëerde. Pagina 5 van 25

6 Pool 4: Plaatselijke besturen die zelf instaan voor het beheer van hun pensioenen Ook deze pool groepeerde besturen waartussen geen solidariteit bestond. Dit was een kleine pool van ongeveer acht besturen. Pool 5: Fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie Deze pool werd opgericht op 1 april 2001 en is het verplichte gesolidariseerd stelsel voor lokale politiezones en de federale politie. 1.2 Evolutie van de patronale bijdragen Een combinatie van reeds gekende algemene moeilijkheden (onder andere de toename van de pensioenlast door vergrijzing) en een daling van het aantal statutaire medewerkers veroorzaakte een onevenwicht in pools 1 en 2 1. Gegeven de wijze waarop het bijdragepercentage werd vastgesteld, was de RSZPPO genoodzaakt een aantal verhogingen van de patronale bijdragevoeten door te voeren. In onderstaande tabel worden de meest recente verhogingen weergeven. Tabel: evolutie van de patronale bijdragen voor de pensioenen van statutaire medewerkers van 2004 tot en met 2011 in pools 1 en 2 (inclusief werknemersbijdrage van 7,5 %) Jaar Pool 1 Pool 2 Patronale bijdragen Stijging Patronale bijdragen Stijging ,5 % 2-27,5 % ,5 % - 29,5 % 2 % ,5 % - 32,5 % 3 % ,5 % - 34,5% 2 % ,5 % - 34,5 % ,5 % - 34,5 % % 2,5 % 37 % 2,5 % % 2 % 40 % 3 % Bron: mededelingen van de RSZPPO 2003/16, 2004/17, 2005/10, 2006/12, 2007/12, 2008/9, 2009/12 en 2010/8 1 In dit dossier wordt de focus op pools 1 en 2 gelegd. De meeste ziekenhuizen van ICURO waren bij deze pools aangesloten. 2 Volledige historiek: 19,4 % van 1987 tot en met 1994, stijging naar 28,5 % in In 1997 daalde de bijdrage naar 27,5 % en bleef ongewijzigd tot Volledige historiek: 28,5 % van , daling naar 27,5 % in 1997, ongewijzigd tot Pagina 6 van 25

7 1.3 Financiering van de patronale bijdragen Via de ziekenhuisfinanciering In 2005, 2006 en 2007 werden de bijdragen in pool 2 verhoogd met respectievelijk 2 %, 3 % en 2 %. Deze verhogingen werden gecompenseerd via het BFM. De bedragen in onderdeel B4, lijn 1900, werden aangepast voor de ziekenhuizen die aangesloten waren bij pool 2. Deze compensatie werd mogelijk gemaakt door artikel 73 3 in het financieringsbesluit (KB van 25 april 2002), toegevoegd in Daarin werd bepaald dat de reële kosten van de bijdrageverhogingen in pool 2 gefinancierd werden. In 2010 werden de bijdragen in beide pools gelijkmatig verhoogd, met 2,5 %. In 2011 was de verhoging verschillend, 2 % in pool 1 en 3 % in pool 2. Deze bijdrageverhogingen werden echter niet via het BFM gecompenseerd. De wettelijke basis voor het opnemen van de verhoging in het BFM werd reeds in 2008 teniet gedaan. Door het toevoegen van een geldigheidstermijn ( ) in het artikel 73 3 van het financieringsbesluit werden de bijdrageverhogingen van 2010 en 2011 niet meer gefinancierd. Een nieuwe aanpassing waarbij zowel de geldigheidstermijn als de vermelding pool 2 geschrapt worden, zou de compensatie opnieuw mogelijk kunnen maken. Bij het verzamelen van de cijfergegevens bleken er zowel in Vlaanderen als in Wallonië ziekenhuizen te zijn die na hun toetrede tot pool 2 in 2007 of later geen extra middelen kregen in hun BFM. Normaalgezien werd het verschil in bijdragevoeten via onderdeel B4 lijn 1900 bijgepast. Deze kost liep in 2012 op tot 57,9 miljoen euro. De Afdeling Financiering van de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen (NRZV) adviseerde reeds in 2009 en 2010 om de verhogingen op te nemen in de budgetten voor het BFM van 2010 (budgettaire fiche 54 in 2009) en 2011 (budgettaire fiches 53 en 53bis in 2010). In het voorjaar van 2011 werd, ondanks de vele onduidelijkheden over de nieuwe wetgeving rond de patronale pensioenbijdragen voor statutaire medewerkers, budgettaire fiche 30 opgesteld voor het BFM van ICURO en santhea brachten samen een tegenvoorstel (budgettaire fiche 30bis) waarin een meer precieze nationale schatting opgenomen werd. Uit deze fiche bleek dat de niet-gefinancierde bijdrageverhogingen voor alle Belgische ziekenhuizen samen opliepen tot 82,5 miljoen euro in Dit illustreert de bijzonder grote impact van het dossier. De fiche met de berekeningen werd goedgekeurd door de NRZV en doorgestuurd naar de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid. In 2012 werd budgettaire fiche 6 opgesteld, de totale kost van 2005 tot en met 2013 blijkt opgelopen tot 386,5 miljoen euro. De budgettaire fiche voor de prioriteiten 2012 bevatte nog geen berekening voor de universitaire ziekenhuizen, hetgeen een groot verschil van de impact uitmaakt. Zo lopen de niet-gefinancierde bijdrageverhogingen voor alle Belgische ziekenhuizen samen op tot 115,6 miljoen euro. Alle niet-gefinancierde bijdrageverhogingen van het verleden kosten de ziekenhuizen in 2013 tezamen 131 miljoen euro. De kost blijft dus oplopen. Pagina 7 van 25

8 1.3.2 Via het sociaal akkoord De Algemene Raad van het RIZIV besliste op 18 oktober 2010 een bedrag van 50 miljoen euro per jaar te voorzien voor de financiering van de sociale akkoorden die betrekking hebben op de federale gezondheidszorg. Tijdens de onderhandelingen in het kader van het mini sociaal akkoord 2011, gesloten omtrent de federale gezondheidssectoren op 21 februari 2011 in Comité C voor de openbare instellingen en diensten, zijn afspraken gemaakt over de jaarlijkse financiering van de maatregel voor stabilisering van het aantal vastbenoemde werknemers in openbare ziekenhuizen. Ziekenhuizen die hun statutaire tewerkstelling minimaal op peil houden krijgen hiervoor een additionele financiering, waarvoor een jaarlijks bedrag 7,6 miljoen euro voorzien wordt (gekoppeld aan het spilindexcijfer). De ziekenhuizen die hieraan beantwoordden kregen inmiddels, op basis van het aantal statutaire medewerkers van 2010, een trekkingsrecht op dit budget. Deze maatregel is recurrent geworden door het KB van 3 februari 2012 (BS van 15 februari 2012). Concreet wordt in dit KB voorzien om vanaf 2011 een storting van dat bedrag aan de RSZPPO te voorzien. Het Beheerscomité van het Fonds Sociale Maribel zal deze middelen toewijzen aan de betrokken ziekenhuizen. ICURO betreurt deze besluitvorming ten zeerste omdat: Deze bijkomende financiering niet toegekend wordt op basis van de reële bijdrageverhogingen voor de financiering van de statutaire pensioenen in alle betrokken ziekenhuizen en daardoor als discriminerend ervaren wordt Deze maatregel de statutaire tewerkstelling aanmoedigt, terwijl de sector dringend nood heeft aan een gemeenschappelijk basisstatuut voor alle ziekenhuismedewerkers, met gelijke loon- en arbeidsvoorwaarden, inclusief een goede pensioenopbouw Conclusie De Belgische ziekenhuizen dragen reeds verschillende jaren sterk verhoogde patronale pensioenbijdragen voor hun statutaire medewerkers. Op onderstaande afbeelding worden een aantal van de reeds aangegeven cijfers grafisch weergegeven, om aan te tonen hoe zwaar de last intussen geworden is op nationaal vlak in Een oplossing is dringend noodzakelijk! Pagina 8 van 25

9 In het volgende hoofdstuk wordt uiteengezet waarom het nieuwe financieringssysteem diende uitgewerkt te worden. Daarna wordt het financieringssysteem zelf besproken. Pagina 9 van 25

10 2. Noodzaak en totstandkoming van de nieuwe wetgeving Reeds in 2009 belastte Notificatie 14 (16 oktober 2009) de Minister van Pensioenen met het voorleggen van een voorontwerp van wet tot hervorming van de financiering van de lokale pensioenen vanaf het begrotingsjaar In de notificatie werd een nadruk gelegd op enerzijds een evenwicht tussen solidariteit en responsabilisering, en anderzijds een oplossing voor de negatieve gevolgen van de politiehervorming. Ingevolge het ontslag van de Regering en de periode van lopende zaken bleef het dossier echter een zekere tijd onbeslist. Ondertussen kwam het bestaande systeem meer en meer onder druk te staan. Zo vroeg het beheerscomité van de RSZPPO de minister van Pensioenen de bijdragepercentages voor pools 1 en 2 slechts met 2,5 % te verhogen in 2010, in plaats van de werkelijk nodige stijgingen. Dit om de budgettaire last voor de provinciale en plaatselijke besturen te verlichten. De tekorten die hierdoor ontstonden werden in pool 1 opgevangen door het reservefonds dat deze pool in het verleden opbouwde. Pool 2 beschikte niet over reserves, daar werd het tekort gedekt door middelen uit het egalisatiefonds. In 2011 werd een gelijkaardige beslissing genomen. In onderstaande tabellen wordt per pool een overzicht gegeven van de patronale bijdragen die aangerekend werden, en de werkelijk nodige bijdragen die de pools in evenwicht zouden gehouden hebben. Tabel: overzicht werkelijk benodigde stijgingen van de patronale bijdragen voor de pensioenen van statutaire medewerkers in 2010 en 2011 voor pool 1 (inclusief werknemersbijdrage van 7,5%) Jaar Patronale bijdragen Stijging Bron: mededelingen van de RSZPPO 2009/12 en 2010/8 Werkelijke pensioenlast Opgevangen door reserves % 2,5 % 32,5 % 2,5 % % 2 % 38,5 % 6,5 % Tabel: overzicht werkelijk benodigde stijgingen van de patronale bijdragen voor de pensioenen van statutaire medewerkers in 2010 en 2011 voor pool 2 (inclusief werknemersbijdrage van 7,5%) Jaar Patronale bijdragen Stijging Bron: mededelingen van de RSZPPO 2009/12 en 2010/8 Werkelijke pensioenlast Opgevangen door egalisatiefonds % 2,5 % 46 % 9 % % 3 % 48,5 % 8,5 % Begin 2011 werd op de Ministerraad (3 februari 2011) beslist het dossier in lopende zaken te behandelen. Bij het uitblijven van een hervorming met inwerkingtreding op 1 januari 2012 zouden er immers bijna geen reserves meer overblijven. Dit zou tot gevolg hebben dat het Pagina 10 van 25

11 bijdragepercentage zeer snel en aanzienlijk zou stijgen tot het niveau dat de uitgaven dekt. Dit scenario wordt in de volgende tabel weergegeven. Tabel: prognose bijdragevoeten van het Technisch Comité Pensioenen op 16 maart 2011, lineair berekend met als startpunt de gekende bijdragevoet in 2011 en een gegeven eindpunt in Pool 1 32 % 35,6 % 39,2 % 42,8 % 46,4 % 50 % Pool 2 40 % 49,1 % 58,2 % 67,3 % 76,4 % 85,5 % Het Technisch Comité Pensioenen 4 (TCP) werd belast met de formulering van een voorstel dat door de kabinetten omgezet kon worden naar een ontwerpwettekst die op zijn beurt door het Parlement bekrachtigd kon worden. In het TCP werd geoordeeld dat de weerslag van het aantal statutaire medewerkers in de ziekenhuizen niet groot genoeg was om een verschillende behandeling ten opzichte van de andere werkgevers te rechtvaardigen. Daarnaast zouden de sterk verscheiden situaties van de ziekenhuizen een gedifferentieerde aanpak zeer moeilijk maken. Het TCP was echter wel van mening dat er in het kader van de begroting van de financiële middelen van de ziekenhuizen maatregelen dienden te worden getroffen. Ter informatie wordt een overzicht van het ontstaan van de wet tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de statutaire personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen (KB van 24 oktober 2011), weergegeven. Overzicht: tijdslijn goedkeuring wetsontwerp 3 oktober 2011 Wetsontwerp ingediend bij de Kamer (Commissie Sociale Zaken) 4 oktober 2011 Aangenomen in de Kamer 13 oktober 2011 Stemming en aanname in de Plenaire vergadering van de Kamer 14 oktober 2011 Aanvang verkorte evocatietermijn van 5 dagen bij de Senaat 19 oktober 2011 Einde evocatietermijn 20 oktober 2011 Beëdiging wetsontwerp 3 november 2011 Publicatie van het KB van 24 oktober 2011 In hoofdstuk 4 wordt de inhoud van deze wettekst in detail besproken. 4 Het TCP wordt georganiseerd door de RSZPPO en bestaat uit vertegenwoordigers van vakbonden, werkgeversorganisaties, steden en gemeenten, provincies en het kabinet Sociale Zaken. Pagina 11 van 25

12 3. Het federaal regeerakkoord In het federaal regeerakkoord van december 2011 wordt op pagina 111 de uitdrukkelijke intentie geformuleerd om de verhogingen van de RSZPPO-bijdragen voor de betrokken ziekenhuizen op te vangen. Letterlijk wordt gesteld: De impact van de verhoging van de RSZPPO-bijdragen voor de betrokken ziekenhuisinrichtingen zal via het BFM worden geneutraliseerd, ongeacht of ze openbaar zijn of het gevolg zijn van een fusie tussen openbare en privéziekenhuizen. De in 2012, 2013 en 2014 nodige bedragen zullen binnen de globale begrotingsdoelstelling gecompenseerd worden. Concreet werd dit vertaald in RIZIV-budgetten (er werd vernomen dat deze middelen nog verhoogd worden met 25 % door de FOD Volksgezondheid, maar hierover zijn geen documenten beschikbaar) van respectievelijk 6,505 miljoen euro voor 2012; 9,36 miljoen euro voor 2013 en 12,294 miljoen euro voor De werkelijke meerkosten voor de betrokken ziekenhuizen liggen echter veel hoger, zoals geïllustreerd met de cijfers die in de bijlage kunnen teruggevonden worden. Dit brengt de betrokken ziekenhuizen op korte termijn in ernstige moeilijkheden. ICURO heeft alle begrip voor de budgettaire situatie, maar vraagt de ontwikkeling van een plan door de regering zodat het engagement van het federaal regeerakkoord naar de betrokken ziekenhuizen ook daadwerkelijk gerealiseerd kan worden. Pagina 12 van 25

13 4. Regeling van de pensioenbijdragen vanaf 2012 De nieuwe wetgeving rond de patronale lasten voor de pensioenen van statutaire medewerkers kan teruggevonden in twee Koninklijke besluiten. 24 OKTOBER 2011 (BS 3 november 2011) Wet tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de statutaire personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen 13 NOVEMBER 2011 (BS 18 november 2011) Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 16, eerste lid, 2), en 22, 3, van de wet van 24 oktober 2011 tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de statutaire personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen voor de jaren 2012, 2013 en Uitgangspunten van de nieuwe wetgeving De nieuwe wetgeving hervormt vanaf 1 januari 2012 het pensioenstelsel van statutaire medewerkers die tewerkgesteld zijn bij lokale besturen en aangesloten zijn bij de RSZPPO 5. Er dient opgemerkt te worden dat enkel het financieringsmechanisme werd aangepast, de toekenningsvoorwaarden en berekeningswijze van de pensioenen bleef dezelfde (let op: dit was vòòr het KB van 28 december 2011 waarin de minister van Pensioenen hierin wel wijzigingen aanbracht). Het nieuwe pensioenstelsel beoogt een duurzaam financieringssysteem dat de uitgaven voor de pensioenen van gepensioneerde statutaire medewerkers van de provinciale en plaatselijke overheden integraal dekt, zonder dat er een jaarlijks deficit ontstaat. Dit zou gerealiseerd worden door: Één gesolidariseerd pensioenfonds bij de RSZPPO Één reservefonds bij de RSZPPO Principe van solidariteit Principe van responsabilisering Aanwending van de reserves op korte termijn Regularisatiebijdrage bij laattijdige benoemingen 5 In het KB van 24 oktober 2011 werden specifieke bepalingen opgenomen rond de federale politie en de algemene inspectie, deze worden hier niet vermeld. Pagina 13 van 25

14 4.1.1 Het gesolidariseerde pensioenfonds van de RSZPPO Vanaf 1 januari 2012 werden alle bestaande en nog op te richten provinciale en plaatselijke besturen voor al hun statutaire medewerkers gegroepeerd onder het gesolidariseerd pensioenfonds van de RSZPPO (verder in deze tekst het pensioenfonds genoemd). Er was voorzien dat provinciale en plaatselijke besturen uit pools 3 en 4 onder bepaalde voorwaarden en timing de aansluiting konden weigeren. Het pensioenfonds werd ingesteld bij en beheerd door de RSZPPO. Deze int de pensioenbijdragen en stort de nodige provisies aan de PDOS zodat deze op haar beurt de pensioenen kan betalen Nieuw reservefonds bij de RSZPPO De reserves die op 31 december 2011 overbleven, werden gegroepeerd in het nieuwe fonds voor de amortisatie van de verhoging van de pensioenbijdragevoeten (verder het reservefonds genoemd) bij de RSZPPO. De reserves van de besturen uit de vroegere pool 1 bleven voorbehouden voor deze besturen. Het reservefonds wordt vanaf 1 januari 2012 gestijfd met de inhouding van 13,07 % op het vakantiegeld in de openbare sector. De inkomsten vallen onder de algemene inkomsten van de RSZPPO. Enkel de reserves die reeds bestonden op 31 december 2011 werden aangewend om de bijdragevoeten te temperen na de omschakeling naar het nieuwe systeem, deze verdeling wordt op pagina 15 besproken Principe van solidariteit De uitgaven in het kader van solidariteit worden gedekt door een uniforme basisbijdragevoet. Tot 2016 werd een overgangsperiode voorzien waarin de basisbijdragevoet verschilt naargelang de pool waarbij het bestuur in 2011 aangesloten was. Tabel: basisbijdragevoeten voor de periode Oude pool Pool 1 32 % 34 % 36 % 38 % 40 % 41,5 % Pool 2 40 % 41 % 41 % 41 % 41 % 41,5 % Pool 3 en 4 (1) verschillend 34 % 36 % 38 % 40 % 41,5 % Pool 3 en 4 (2) verschillend 41 % 41 % 41 % 41 % 41,5 % Pool 5 27,5 % 31 % 34 % 37 % 40 % 41,5 % (1) eigen voor 2012 verwachte pensioenbijdragevoet bestuur < 41 % (2) eigen voor 2012 verwachte pensioenbijdragevoet bestuur > 41 % Pagina 14 van 25

15 Na de overgangsperiode zou de basisbijdragevoet steeds minstens drie jaar op voorhand gekend zijn, dit zou het opmaken van de begrotingen bij de besturen makkelijker maken. De verhogingen van de basisbijdragevoet zouden bovendien beperkt worden tot de kost van de vergrijzing. Dit zou naar schatting ongeveer 1,5 % per jaar bedragen. De vaststelling van de basisbijdragevoet gebeurt vanaf 2017 als volgt: Vòòr 1 september schat de RSZPPO voor de drie volgende kalenderjaren de uitgaven en ontvangsten van het pensioenfonds. Het beheerscomité van de RSZPPO schat deze ook voor het vierde tot en met het zesde volgende kalenderjaar. Het beheerscomité van de RSZPPO doet vòòr 1 september een voorstel van basisbijdragevoet voor het derde volgende kalenderjaar. Ter informatie wordt ook een voorstel van basisbijdragevoet voor het vierde, vijfde en zesde volgende jaar geformuleerd. De Koning legt na overleg in de Ministerraad met een Koninklijk Besluit de basisbijdragevoet voor het derde volgende kalenderjaar vast, alsook de eventuele aanwending van reserves (zie 3.3.5). De basisbijdragevoet voor het derde volgende kalenderjaar, en het deel dat door het reservefonds gedekt wordt, worden aan de besturen meegedeeld tegen uiterlijk 1 oktober van het jaar dat voorafgaat aan het eerste jaar waarop de nieuwe bijdragevoet van toepassing is Principe van responsabilisering Een bestuur wordt geresponsabiliseerd als de betaalde basisbijdrage onvoldoende is om de individuele pensioenlast 6 van dat bestuur te dekken. Deze werkgever zal een extra patronale bijdrage moeten betalen. De toeslag wordt bekomen door een responsabiliseringscoëfficiënt toe te passen op het verschil tussen de uitgaven inzake pensioenen en de persoonlijke en werkgeversbijdragen inzake pensioenen bij de betrokken werkgever. Op pagina 17 werd een algemeen cijfervoorbeeld uitgewerkt dat dit principe verduidelijkt. Indien een bestuur in 2011 statutaire medewerkers had en zowel aangesloten was bij pool 1 als pool 2, worden zowel de bijdragen op de statutaire loonmassa, als de pensioenlasten van beide pools samengevoegd wat betreft de berekening van de responsabiliseringsbijdrage. Dit wordt met een cijfervoorbeeld geïllustreerd op pagina Elk aanvullend voordeel rond pensioenen blijft sowieso ten laste van de werkgever. Pagina 15 van 25

16 Werkgevers die geen statutair personeel meer tewerk stellen, en dus een statutaire loonmassa van 0 euro hebben, ontvangen een responsabiliseringsfactuur voor de volledige last van de statutaire rust- en overlevingspensioenen dat door het pensioenfonds van de RSZPPO gedragen wordt. Dit wil zeggen dat dit bestuur de volledige statutaire pensioenlast moet dragen. De responsabiliseringscoëfficiënt is steeds dezelfde voor alle besturen die geresponsabiliseerd worden en wordt zo vastgesteld dat de bijkomende patronale bijdragen het verschil dekken tussen de inkomsten en de uitgaven van de RSZPPO voor het beschouwde kalenderjaar. Bijkomend werden de volgende regels opgesteld: de responsabiliseringscoëfficiënt wordt nooit kleiner dan 50 % Wanneer dit toch het geval zou zijn wordt de aanwending van de correctiefactoren 7 aan de inkomstenzijde beperkt. Een eventueel overschot aan inkomsten wordt toegevoegd aan het reservefonds. de responsabiliseringscoëfficiënt mag niet lager zijn dan een vorig jaar Indien nodig wordt hiertoe de basisbijdragevoet verlaagd. Het beheerscomité van de RSZPPO is verantwoordelijk voor het vaststellen van de responsabiliseringscoëfficiënt. Deze wordt voor het jaar N steeds vastgelegd in de loop van het derde kwartaal van jaar N+1. Het bedrag van de bijkomende patronale bijdragen wordt in september van het kalenderjaar van betaling meegedeeld, het moet uiterlijk op 31 december van jaar N+1 door de RSZPPO ontvangen zijn. Zoniet worden er verwijlintresten aangerekend. De RSZPPO biedt besturen de mogelijkheid om op basis van individuele simulaties reeds in jaar N op vrijwillige basis voorschotten te storten Aanwending van de reserves Normaal gezien wordt de aanwending van de eigen reserves van de vroegere pool 1 vastgelegd in hetzelfde KB als de basisbijdragevoet (zie het overzicht op pagina 13). In het KB van 3 november 2011 werd echter reeds de besteding van de reserves van de vroegere pool 1 en de niet-bestemde reserves vastgelegd voor de jaren 2012, 2013 en Ook de niet-bestemde reserves die op 31 december 2011 bij de RSZPPO op rekening stonden (ca. 305 miljoen euro) werden verdeeld, deze zijn hiermee echter na 2014 opgebruikt. De helft werd aangewend om de basisbijdragevoet te verlagen voor de periode , de andere helft werd aangewend om tijdens diezelfde periode de responsabiliseringscoëfficiënten te verlagen. De tussenkomst via de reserves wordt in mindering gebracht van de factuur van de RSZPPO aan de werkgevers. In de tabellen op de volgende pagina worden de aanpassingen weergegeven. 7 Voor meer informatie wordt naar artikels 12 en 13 uit het KB van 24 oktober 2011 verwezen. Pagina 16 van 25

17 Tabel: aanwending van de reservefondsen ter vermindering van de basisbijdragevoet Pool 1 Origineel 34 % 36 % 38 % 40 % 41,5 % Reserves pool 1-0,5 % - 1 % - 1 % / / Niet-bestemde reserves - 1 % - 1 % - 1 % / / Resultaat 32,5 % 34 % 36 % 40 % 41,5 % Pool 2 Origineel 41 % 41 % 41 % 41 % 41,5 % Niet-bestemde reserves - 0,5 % / / / / Resultaat 40,5 % 41 % 41 % 41 % 41,5 % Pool 3 en 4 (1) Pool 3 en 4 (2) Origineel 34 % 36 % 38 % 40 % 41,5 % Niet-bestemde reserves - 1 % - 1 % - 1 % / / Resultaat 33 % 35 % 37 % 40 % 41,5 % Origineel 41 % 41 % 41 % 41 % 41,5 % Niet-bestemde reserves - 0,5 % / / / / Resultaat 40,5 % 41 % 41 % 41 % 41,5 % Pool 5 Origineel 31 % 34 % 37 % 40 % 41,5 % Niet-bestemde reserves - 2 % - 3 % - 3,25 % / / Resultaat 29 % 31 % 33,75 % 40 % 41,5 % (1) eigen voor 2012 verwachte pensioenbijdragevoet bestuur < 41 % (2) eigen voor 2012 verwachte pensioenbijdragevoet bestuur > 41 % Het is opvallend dat de besturen uit de vroegere pools 1 en 5 een grotere korting op de basisbijdragevoet krijgen. Dit zou verantwoord zijn daar de besturen uit deze pools de grootste verhoging tegenover 2011 ondergingen. Bij de aanwending van de niet-bestemde reserves voor de verlaging van de responsabiliseringscoëfficiënt worden alle besturen gelijk behandeld. Tabel: aanwending van de niet-bestemde reserves inzake de responsabiliseringscoëfficiënt Geraamd percentage 50 % 50 % 50 % Niet-bestemde reserves - raming - 9,39 % - 8,51 % - 7,45 % Resultaat 40,61 % 41,49 % 42,55 % Bron geraamd percentage: mededeling RSZPPO 2011/9 Pagina 17 van 25

18 4.1.6 Regularisatie bij laattijdige benoemingen Wanneer een contractuele medewerker na meer dan vijf dienstjaren statutair benoemd wordt, is het bestuur een regularisatiebijdrage verschuldigd aan de RSZPPO. Deze termijn van vijf jaar start op 1 januari De regularisatiebijdrage heeft enkel betrekking op de jaren na deze eerste vijf dienstjaren en omvat aldus voor deze jaren het verschil tussen de persoonlijke en patronale bijdragen aan het gesolidariseerde pensioenfonds van de RSZPPO, en de persoonlijke en patronale bijdragen bedoeld in art. 38, 2, 1 en 2, 1 van de wet van 29/06/1981 (algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers). Ter illustratie werden twee voorbeelden uitgewerkt. Voorbeeld 1 Start loopbaan bij werkgever 1 januari januari januari 2011 Inwerkingtreding KB van 24 oktober januari januari 2013 Statutaire aanstelling 1 januari 2014 De statutaire aanstelling gebeurt binnen de vijf jaar na de inwerkingtreding van het KB van 24 oktober 2011, er is geen regularisatiebijdrage verschuldigd. Voorbeeld 2 Inwerkingtreding KB van 24 oktober januari januari 2013 Start loopbaan bij werkgever 1 januari 2014 Statutaire aanstelling (1) 1 januari januari januari 2019 Statutaire aanstelling (2) 1 januari 2020 Bij een statutaire aanstelling op moment 1 is er geen regularisatiebijdrage verschuldigd, de medewerker is na inwerkingtreding van het KB van 24 oktober 2011 nog geen vijf jaar als contractueel werkzaam. Bij statutaire aanstelling op moment 2 is er wel een regularisatiebijdrage verschuldigd, met name voor één jaar (2019). De medewerker was reeds zes jaar tewerkgesteld bij deze werkgever. Pagina 18 van 25

19 Bij een statutaire aanstelling vervallen de rechten op de verworven reserves en prestaties, evenals de rechten op aanvullende pensioenen. Opgebouwde reserves worden overgedragen naar het gesolidariseerde pensioenfonds, ze worden wel in mindering gebracht van een eventuele regularisatiebijdrage. Uit de FAQ rond de nieuwe pensioenwetgeving die op de website van de RSZPPO is terug te vinden (download op 18 januari 2012) blijkt dat een medewerker bij statutaire aanstelling niet alleen diens rechten verliest op een eventuele tweede pensioenpijler bij diens huidige werkgever, maar ook op deze die bij een vorige werkgever werd opgebouwd (tenzij deze geen lokaal bestuur was). 4.2 Cijfervoorbeelden Voorbeeld 1 In dit voorbeeld worden de pensioenbijdragen voor het jaar 2012 berekend voor een fictief ziekenhuis dat in 2011 aangesloten was bij pool 1. We gaat uit van de volgende cijfers voor 2012: statutaire loonmassa van euro statutaire pensioenmassa van euro Berekening van de basisbijdrage In 2012 is de basisbijdragevoet 34 %. Het ziekenhuis zou euro aan basisbijdragen moeten storten ( euro * 34 %). Door de aanwending van de reserves zakt de basisbijdragevoet in 2012 echter naar 32,5 %; de te betalen basisbijdrage daalt hierdoor naar euro ( euro * 32,5 %). Is het ziekenhuis een responsabiliseringsbijdrage verschuldigd? Ja: voor 2012 is de statutaire pensioenmassa ( euro) groter dan de basisbijdrage ( euro). Opgelet: voor de berekening van de responsabiliseringsbijdrage wordt de statutaire pensioenmassa vergeleken met de basisbijdrage zonder aanwending van de reserves (= euro). Berekening van de responsabiliseringsbijdrage Het verschil tussen de statutaire loonmassa en -pensioenlast is euro ( euro euro). Rekening houdend met de aanwending van de reserves is de voor 2012 te betalen responsabiliseringsbijdrage euro ( euro * 40,61 %). Pagina 19 van 25

20 Totale pensioenbijdrage 2012 Het ziekenhuis dient in 2012 een totaal van euro aan pensioenbijdragen te betalen voor haar statutaire medewerkers ( euro euro). Dit bedrag is inclusief de werknemersbijdrage voor pensioenen van 7,5 %. Voor 2012 is dit euro ( euro * 7,5 %). De patronale bijdrage is aldus euro ( euro euro). Meerkost tegenover 2011 Indien de bijdragevoet van het jaar 2011 ook in 2012 van toepassing zou geweest zijn, zou het ziekenhuis euro aan pensioenbijdragen betaald hebben ( euro * 32 %). De werknemersbijdrage van 7,5 % bleef ongewijzigd en bedraagt opnieuw euro ( euro * 7,5 %). De patronale bijdrage was dan euro ( euro euro) geweest. De meerkost bedraagt euro ( euro euro). De patronale bijdragen stijgen, tegenover 2011, met 21,9 %! Dit cijfervoorbeeld illustreert dat de responsabiliseringsbijdrage zwaar doorweegt, zelfs voor een ziekenhuis dat een statutaire loonmassa heeft die tweemaal zo groot is als de individuele pensioenmassa. Wat kort door de bocht zou men kunnen overwegen om een groot aantal contractuele medewerkers statutair te gaan benoemen. Dat zou de statutaire loonmassa doen toenemen, maar daar zijn enkele belangrijke tegenargumenten voor. Zo is er een groot verschil tussen de pensioenbijdragen voor contractuele medewerkers (8,86%) en statutaire medewerkers, wordt het totaal te financieren saldo aan pensioenverplichtingen op korte en lange termijn weer groter, en stelt zich de vraag hoe het statutair statuut kadert in een hedendaags personeelsbeleid. Voorbeeld 2 In dit voorbeeld worden de pensioenbijdragen voor het jaar 2012 berekend voor een fictief ziekenhuis dat in 2011 aangesloten was bij zowel pool 1 als pool 2. We gaan uit van de volgende cijfers voor 2012: Gedeelte pool 1 - De statutaire loonmassa voor 2012 is euro - De statutaire pensioenmassa voor 2012 is euro Gedeelte pool 2 - De statutaire loonmassa voor 2012 is euro - De statutaire pensioenmassa voor 2012 is euro Pagina 20 van 25

21 Berekening van de basisbijdrage Gedeelte pool 1 In 2012 is de basisbijdragevoet 34 %. Het ziekenhuis zou euro aan basisbijdragen moeten storten ( euro * 34 %). Door de aanwending van de reserves zakt de basisbijdragevoet in 2012 echter naar 32,5 %; de te betalen basisbijdrage daalt hierdoor naar euro ( euro * 32,5 %). Gedeelte pool 2 In 2012 is de basisbijdragevoet 41 %. Het ziekenhuis zou euro aan basisbijdragen moeten storten ( euro * 41 %). Door de aanwending van de reserves zakt de basisbijdragevoet in 2012 echter naar 40,5 %; de te betalen basisbijdrage daalt hierdoor naar euro ( euro * 40,5 %). De totale basisbijdrage te betalen aan de RSZPPO is euro ( euro euro). Is het ziekenhuis een responsabiliseringsbijdrage verschuldigd? Ja: voor 2012 is de globale statutaire pensioenmassa ( euro) groter dan de globale basisbijdrage ( euro). De globale statutaire pensioenmassa is euro ( euro euro). Opgelet: voor de berekening van de responsabiliseringsbijdrage wordt de statutaire pensioenmassa vergeleken met de basisbijdrage zonder aanwending van de reserves ( euro = euro euro). Berekening van de responsabiliseringsbijdrage Het verschil tussen de statutaire loonmassa en -pensioenlast is euro ( euro euro). Rekening houdend met de aanwending van de reserves is de voor 2012 te betalen responsabiliseringsbijdrage ,9 euro ( euro * 40,61 %). Totale pensioenbijdrage 2012 Het ziekenhuis dient in 2012 een totaal van ,9 euro aan pensioenbijdragen te betalen voor haar statutaire medewerkers ( euro ,9 euro). Dit bedrag is inclusief de werknemersbijdrage voor pensioenen bedraagt 7,5 %. Voor 2012 is dit euro ( euro * 7,5 %). De patronale bijdrage is aldus ,9 euro ( ,9 euro euro). Pagina 21 van 25

22 Meerkost tegenover 2011 Indien de bijdragevoeten van het jaar 2011 ook in 2012 van toepassing zouden geweest zijn, zou het ziekenhuis voor het gedeelte pool euro aan pensioenbijdragen betaald hebben ( * 32 %). Voor het gedeelde pool 2 zou dit euro geweest zijn ( * 40 %). In totaal euro ( euro). De werknemersbijdrage van 7,5 % bleef ongewijzigd en bedraagt ook dan euro ( euro * 7,5 %). De patronale bijdrage was dan euro geweest. De meerkost bedraagt ,9 euro ( ,9 euro euro). Indien deze twee pools afzonderlijk zouden bekeken worden, zou er voor pool 1 geen responsabiliseringsbijdrage verschuldigd zijn ( euro > euro). Voor pool 2 zou deze oplopen tot ,7 euro (40,61 % van euro euro). De totale pensioenbijdrage voor het ziekenhuis zou dan ,7 euro zijn. Dit zou leiden tot een hogere meerkost. Pagina 22 van 25

23 Bijlage: nationale en Vlaamse cijfergegevens In deze bijlage werden alle beschikbare ramingen rond de problematiek van de financiering van de pensioenen van statutaire medewerkers in de Vlaamse en Belgische ziekenhuizen opgenomen. Totaal : 255,2 miljoen euro 48,1 miljoen euro om de bijdrageverhogingen van het nieuwe systeem op te vangen 149,2 miljoen euro voor niet-gefinancierde bijdrageverhogingen uit het verleden 57,9 miljoen euro voor ziekenhuizen die geen extra middelen ontvingen na aansluiting pool 2 Detail: problematiek van het heden nieuw financieringssysteem statutaire pensioenen Tabel: niet-gefinancierde kosten door het nieuwe systeem in 2012 in de Belgische ziekenhuizen (incl. OPZ s en UZ s) (* euro) België in 2012 Basisbijdrage 10,8 Responsabiliseringsbijdrage 37,2 Totaal 48,1 Dit cijfer illustreert de grote financiële impact voor de Belgische ziekenhuizen. De meerkosten zullen de komende jaren nog zeer sterk toenemen. Dit is een gevolg van de toename van het verschil tussen de statutaire loonmassa en stijgende pensioenlasten, hetgeen tot steeds toenemende responsabiliseringsbijdragen zal leiden. Detail: problematiek van het verleden niet-gefinancierde bijdragestijgingen De problematiek van het verleden kan opgesplitst worden in enerzijds de niet-gefinancierde bijdragestijgingen, en anderzijds de specifieke situatie waarin ziekenhuizen zich bevinden die na 2007 aansloten tot pool 2 maar daarvoor niet de courante extra financiering kregen. Tabel: niet-gefinancierde kosten door de bijdragestijging van 2010 in de Belgische ziekenhuizen (* euro) België Totaal in 2010 in 2011 in ,5 % pool 1 17,1 5,5 5,7 5,9 2,5 % pool 2 30,3 9,7 10,1 10,5 Totaal 47,4 15,2 15,8 16,4 Pagina 23 van 25

24 Tabel: niet-gefinancierde kosten door de bijdragestijging van 2011 in de Belgische ziekenhuizen (* euro) België Totaal in 2011 in % pool 1 9,2 4,5 4,7 3 % pool 2 24,9 12,2 12,7 Totaal 34,1 16,7 17,4 Tabel: niet-gefinancierde kosten door bijdragestijgingen in de Belgische OPZ s (*1.000 euro) België Totaal in 2005 in 2006 in 2007 in 2008 in 2009 in 2010 in 2011 in ,5 % % ,5 % ,5 % ,5 % in Totaal Tabel: niet-gefinancierde kosten door bijdragestijgingen in de Belgische UZ s (* euro) België Totaal in 2005 in 2006 in 2007 in 2008 in 2009 in 2010 in 2011 in ,5 % , ,1 1,1 1,2 2 % ,4 4,1 4,1 4,2 4,4 4,6 2,5 % ,7 5,2 5,3 5,5 5,7 0,5 % ,5 1,1 1,1 1,2 1,5 % in ,7 3,3 3,4 Totaal 61, ,1 10,3 11,7 15,4 16,1 Detail: problematiek van het verleden niet-gefinancierde aansluitingen bij pool 2 Een aantal Belgische ziekenhuizen die vanaf 2007 aansloten bij pool 2 van de RSZPPO ontvingen geen verhogingen van hun BFM om de hogere bijdragevoeten te compenseren. Tabel op de volgende pagina Pagina 24 van 25

25 Tabel: meerkosten Belgische ziekenhuizen die geen extra middelen ontvingen in het BFM na aansluiting bij pool 2 (*1.000 euro) België Totaal in 2007 in 2008 in 2009 in 2010 in 2011 in 2012 Aangesloten in Aangesloten in Aangesloten in Aangesloten in Totaal Pagina 25 van 25

Financiering statutaire pensioenen Geactualiseerd op 25 oktober 2013

Financiering statutaire pensioenen Geactualiseerd op 25 oktober 2013 Financiering statutaire pensioenen Geactualiseerd op 25 oktober 2013 De betrokken ziekenhuizen ontvingen eind september een schrijven van de FOD waarin verdere toelichting werd gegeven rond het bedrag

Nadere informatie

Hervorming financiering ambtenarenpensioenen

Hervorming financiering ambtenarenpensioenen Hervorming financiering ambtenarenpensioenen van lokale besturen Wet van 24 oktober 2011 Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten Overzicht I. Inleiding II.

Nadere informatie

WET VAN 5 MEI 2014 BETREFFENDE DIVERSE AANGELEGENHEDEN INZAKE DE PENSIOENEN VAN DE OVERHEIDSSECTOR. (B.S. 02.06.2014) Uittreksels

WET VAN 5 MEI 2014 BETREFFENDE DIVERSE AANGELEGENHEDEN INZAKE DE PENSIOENEN VAN DE OVERHEIDSSECTOR. (B.S. 02.06.2014) Uittreksels FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID WET VAN 5 MEI 2014 BETREFFENDE DIVERSE AANGELEGENHEDEN INZAKE DE PENSIOENEN VAN DE OVERHEIDSSECTOR. (B.S. 02.06.2014) Uittreksels De Kamers hebben aangenomen

Nadere informatie

De financiering van de statutaire pensioenkosten van lokale besturen Jan Leroy. Raad van Bestuur VVSG 1 oktober 2014

De financiering van de statutaire pensioenkosten van lokale besturen Jan Leroy. Raad van Bestuur VVSG 1 oktober 2014 De financiering van de statutaire pensioenkosten van lokale besturen Jan Leroy Raad van Bestuur VVSG 1 oktober 2014 Inhoud Wat voorafging Wet 24.10.2011 Waar staan we vandaag? Contractanten versus statutairen

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Lydian Lawyers HRM Public Sector www.lydian.be Onderwerp Hervorming financiering pensioenen vastbenoemde ambtenaren op lokaal vlak Datum 24 november 2011 Copyright and disclaimer De inhoud van

Nadere informatie

Het Gesolidariseerde pensioenfonds (GPF) van de provinciale en plaatselijke besturen: algemene toelichting.

Het Gesolidariseerde pensioenfonds (GPF) van de provinciale en plaatselijke besturen: algemene toelichting. 1/12 Het Gesolidariseerde pensioenfonds (GPF) van de provinciale en plaatselijke besturen: algemene toelichting. Van Juridische Studies - Ambtenarenpensioenen Datum 08/03/2017 Nota 1. Algemeenheden Het

Nadere informatie

Pensioenstelsel lokale besturen. Infosessie voor de Oost-Vlaamse OCMW s 11 december 2015 Melle

Pensioenstelsel lokale besturen. Infosessie voor de Oost-Vlaamse OCMW s 11 december 2015 Melle Pensioenstelsel lokale besturen Infosessie voor de Oost-Vlaamse OCMW s 11 december 2015 Melle Kunt u volgen? o RSZPPO o RSZPPO en DOSZ = DIBISS (vanaf 1.1.2015) o PDOS en RVP = RVP (vanaf 1.1.2016) o DIBISS

Nadere informatie

INHOUD. Deel 1 De fi nanciering van de pensioenen van de statutaire personeelsleden van de lokale besturen 15. Inleiding 9

INHOUD. Deel 1 De fi nanciering van de pensioenen van de statutaire personeelsleden van de lokale besturen 15. Inleiding 9 Inleiding 9 Bruikbare documenten bij deze pocket 13 Deel 1 De fi nanciering van de pensioenen van de statutaire personeelsleden van de lokale besturen 15 1 Historische situatie 17 1. Historische context:

Nadere informatie

DEEL 1: De pensioenproblematiek in lokale besturen

DEEL 1: De pensioenproblematiek in lokale besturen Inhoudsopgave DEEL 1: De pensioenproblematiek in lokale besturen Hoofdstuk 1: De financiering van de pensioenen van het vastbenoemd personeel van de lokale besturen... 9 1.1 Vijf pensioenstelsels... 9

Nadere informatie

INHOUD. Deel 1 De fi nanciering van de pensioenen van de statutaire personeelsleden van de lokale besturen

INHOUD. Deel 1 De fi nanciering van de pensioenen van de statutaire personeelsleden van de lokale besturen Inleiding 11 Bruikbare documenten bij deze pocket 15 Deel 1 De fi nanciering van de pensioenen van de statutaire personeelsleden van de lokale besturen 1 Huidige situatie 19 1. Historische context: vijf

Nadere informatie

ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES VOOR DE PROVINCIALE EN PLAATSELIJKE BESTUREN

ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES VOOR DE PROVINCIALE EN PLAATSELIJKE BESTUREN 1 of 12 ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES VOOR DE PROVINCIALE EN PLAATSELIJKE BESTUREN R S Z Kwartaal:2017/3 2 of 12 De verschuldigde bijdragen De bijdragen voor het algemeen socialezekerheidsstelsel van de

Nadere informatie

Versie 14-01-2015 DEEL X Titel IV De inhouding voor het fonds van overlevingspensioenen

Versie 14-01-2015 DEEL X Titel IV De inhouding voor het fonds van overlevingspensioenen Versie 14-01-5 DEEL X Titel IV De inhouding voor het fonds van overlevingspensioenen 1. Wettelijke en reglementaire grondslagen 2. De pensioenbijdragen 2.1 De werkgeversbijdrage 2.2 De werknemersbijdrage

Nadere informatie

Gesolidariseerd pensioenfonds van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten

Gesolidariseerd pensioenfonds van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten 1 Gesolidariseerd pensioenfonds van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten Philippe NYS Adjunct-administrateur-generaal AVCB-VSGB 24 april 2015 2 Plan 1. Over wie gaat het? 2. Achtergrond bij

Nadere informatie

FAQ : de hulpverleningszones vanaf 2014

FAQ : de hulpverleningszones vanaf 2014 FAQ : de hulpverleningszones vanaf 2014 Inhoud Algemene informatie... 2 Wat zullen de prezones in 2014 worden?... 2 Zal de wet van 31/12/1963 betreffende de civiele bescherming nog van toepassing zijn

Nadere informatie

Wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers (BS 02.07.1981)

Wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers (BS 02.07.1981) Wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers (BS 02.07.1981) Gewijzigd bij : (1) Programmawet van 22 december 2003 (BS 31.12.2003) Gewijzigd bij : (2) Programmawet

Nadere informatie

De pensioenen van de lokale ambtenaren

De pensioenen van de lokale ambtenaren Fiche 9 De pensioenen van de lokale ambtenaren De uitdaging Historisch overzicht van het pensioenstelsel in de lokale sector Elke gemeente beschikt over eigen personeel om haar administratieve taken en

Nadere informatie

GEMEENTERAAD. Ontwerpbesluit. Beknopte samenvatting: Aan de gemeenteraad wordt gevraagd goedkeuring te verlenen aan:

GEMEENTERAAD. Ontwerpbesluit. Beknopte samenvatting: Aan de gemeenteraad wordt gevraagd goedkeuring te verlenen aan: GEMEENTERAAD Ontwerpbesluit OPSCHRIFT Vergadering van 9 mei 2017 Besluit nummer: 2017_GR_00453 Onderwerp: Aanpassing overeenkomsten met Ethias in het kader van het pensioendossier - Goedkeuring Beknopte

Nadere informatie

Van OCMW naar Zorgbedrijf? En uw sociale zekerheid? o 11 juni 2015

Van OCMW naar Zorgbedrijf? En uw sociale zekerheid? o 11 juni 2015 Van OCMW naar Zorgbedrijf? En uw sociale zekerheid? o 11 juni 2015 Ursus Wehrli 2 3 Aandachtspunten 1.Sociale Maribel 2.Pensioenen van de vastbenoemden 3.Capelo 4.Het geco-contingent 5.Nieuw financieel

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZ/14/087 BERAADSLAGING NR. 14/042 VAN 3 JUNI 2014 INZAKE DE UITWISSELING VAN PERSOONSGEGEVENS TUSSEN DE RIJKSDIENST

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 2 mei

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 2 mei A D V I E S Nr. 1.559 ----------------------------- Zitting van dinsdag 2 mei 2006 ---------------------------------------- Generatiepact - Financiering gezondheidszorg x x x 2.162/6-1 Blijde Inkomstlaan,

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van de regels tot bepaling van de bedragen

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZG/16/216 BERAADSLAGING NR. 16/096 VAN 4 OKTOBER 2016 OVER DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR DE RIJKSDIENST

Nadere informatie

WETTELIJKE PENSIOENEN VAN STATUTAIR PERSONEEL EN MANDATARISSEN

WETTELIJKE PENSIOENEN VAN STATUTAIR PERSONEEL EN MANDATARISSEN WETTELIJKE PENSIOENEN VAN STATUTAIR PERSONEEL EN MANDATARISSEN Situering problematiek De lokale besturen zijn verplicht om hun personeelsleden, hun uitvoerende mandatarissen en hun rechthebbenden een pensioen

Nadere informatie

Oprichting van de hulpverleningszones en aansluiting bij het Gesolidariseerde pensioenfonds (GPF) van de provinciale en plaatselijke besturen.

Oprichting van de hulpverleningszones en aansluiting bij het Gesolidariseerde pensioenfonds (GPF) van de provinciale en plaatselijke besturen. 1/2 Mededeling Oprichting van de hulpverleningszones en aansluiting bij het Gesolidariseerde pensioenfonds (GPF) van de provinciale en plaatselijke besturen. Van Financieel beheer Pensioenstelsels ambtenaren

Nadere informatie

RAADGEVEND COMITÉ VOOR DE PENSIOENSECTOR

RAADGEVEND COMITÉ VOOR DE PENSIOENSECTOR RAADGEVEND COMITÉ VOOR DE PENSIOENSECTOR Het Raadgevend comité voor de pensioensector, dat werd opgericht krachtens het koninklijk besluit van 5 oktober 1994 houdende oprichting van een Raadgevend comité

Nadere informatie

VRAGEN en ANTWOORDEN Infosessie 2013/1

VRAGEN en ANTWOORDEN Infosessie 2013/1 VRAGEN en ANTWOORDEN Infosessie 2013/1 Inhoud 1 Crosscontrole personeel van onderwijsinstellingen... 3 2 Doelgroepverminderingen: refertekwartaalloon... 3 3 Doelgroepverminderingen voor jonge werknemers:

Nadere informatie

Pensioenen lokale besturen: gisteren, vandaag en morgen. www.uantwerpen.be/nl/personeel/ria-janvier/

Pensioenen lokale besturen: gisteren, vandaag en morgen. www.uantwerpen.be/nl/personeel/ria-janvier/ Pensioenen lokale besturen: gisteren, vandaag en morgen www.uantwerpen.be/nl/personeel/ria-janvier/ 0 DE AANBEVELINGEN VAN DE Commissie Pensioenhervorming 2020-2040 www.pensioen2040.belgië.be 1 Wettelijke

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZG/16/011 BERAADSLAGING NR. 16/004 VAN 2 FEBRUARI 2016 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZG/16/199 BERAADSLAGING NR. 16/004 VAN 2 FEBRUARI 2016, GEWIJZIGD OP 4 OKTOBER 2016, MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING

Nadere informatie

Financiering lokale ambtenarenpensioenen

Financiering lokale ambtenarenpensioenen Financiering lokale ambtenarenpensioenen Persdossier april 19 Inhoud 1 Samenvatting... 1 2 Pensioenen worden onbetaalbaar voor de lokale besturen... 2 3 Andere overheden... 6 4 VVSG-voorstel... 8 5 Getuigenissen...

Nadere informatie

Te verwachten datum:

Te verwachten datum: Te verwachten datum: 24-05-2016 Inhoud 1. REGIONALISERING VAN DE DOELGROEPVERMINDERINGEN... 3 2. WERKBONUS... 3 3. STUDENTEN: AANGIFTE VAN PRESTATIES OP UURBASIS... 3 4. MONITOREN EN ANIMATOREN (ART. 17):

Nadere informatie

betreffende * Sociaal akkoord federale gezondheidssectoren publieke sector 2011

betreffende * Sociaal akkoord federale gezondheidssectoren publieke sector 2011 Brussel, ^.f '^ /- ^/^ >.-/-^ Stafdienst Personeel en Organisatie Cel Juridische en Budgettaire Ondersteuning Comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten (Comité C) (Artikel 3, 1,2 - Wet

Nadere informatie

Contractuele en statutaire tewerkstelling. Evolutie in de lokale sector 1995-2010

Contractuele en statutaire tewerkstelling. Evolutie in de lokale sector 1995-2010 Contractuele en statutaire tewerkstelling Evolutie in de lokale sector 1995-2010 INHOUD Inleiding Aantal werknemers volgens statuut Aantal werknemers volgens statuut en type werkgever Aantal werknemers

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 24 april

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 24 april A D V I E S Nr. 1.608 ------------------------------ Zitting van dinsdag 24 april 2007 ------------------------------------------ Uitvoering van het interprofessioneel akkoord voor de periode 2007-2008

Nadere informatie

VR DOC.0633/1BIS

VR DOC.0633/1BIS VR 2019 0305 DOC.0633/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN ONDERWIJS NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 januari 1979

Nadere informatie

-00-- (luik 1), in het RSZPPO- r of een r werkt (luik 2), 3. de naam. Sociale Maribel, afhouding (luik 5), te sturen naar: Directie Sociale

-00-- (luik 1), in het RSZPPO- r of een r werkt (luik 2), 3. de naam. Sociale Maribel, afhouding (luik 5), te sturen naar: Directie Sociale R2 Beheer gegevens werkgeversrepertorium RSZPPO 00 Met dit formulierr kunt u als werkgever: 1. SCHRAPPING: stopzetting van uw activiteit als werkgever (geen personeel meer in dienst) (luik1), WIJZIGING:

Nadere informatie

Trimestriële infosessie 2013/1

Trimestriële infosessie 2013/1 Trimestriële infosessie 2013/1 19 februari 2013 Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten Infosessie agenda o Introductie o Trimestriële aanpassingen o Te

Nadere informatie

Regularisatie contingent gesubsidieerde contractuelen in het Vlaams Gewest

Regularisatie contingent gesubsidieerde contractuelen in het Vlaams Gewest Aan mevrouw Aan de heer Gouverneur Burgemeester Voorzitter van het OCMW Voorzitter van de Intercommunale Voorzitter van het Politiecollege directie Lokale Sociale Zekerheid datum 08.01.2015 uw correspondent

Nadere informatie

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST protocol nr. 170.499 PROTOCOL HOUDENDE DE CONCLUSIES VAN DE ONDERHANDELINGEN VAN 25 SEPTEMBER EN 23 OKTOBER 2001 DIE GEVOERD WERDEN IN HET SECTORCOMITE

Nadere informatie

Enquête over de hervorming van de financiering van de wettelijke pensioenen van plaatselijke en provinciale overheidsdiensten.

Enquête over de hervorming van de financiering van de wettelijke pensioenen van plaatselijke en provinciale overheidsdiensten. Enquête over de hervorming van de financiering van de wettelijke pensioenen van plaatselijke en provinciale overheidsdiensten Resultaten Mei 2012 KPMG Advisory Bourgetlaan, 40 1130 Brussel Tel +32 (2)

Nadere informatie

~LGEMEEN lliseheers~omite

~LGEMEEN lliseheers~omite ~LGEMEEN lliseheers~omite VOOR HET SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN Opgericht bij de w et van 30 december 1992 Jan Jacobsplein, 6 1 000 Brussel Tel. :02 546 43 40 Fax : 02 546 2 1 53 ABC Verslag 2009/002

Nadere informatie

VR DOC.0282/1BIS

VR DOC.0282/1BIS VR 2017 2403 DOC.0282/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE en SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk

Nadere informatie

VR DOC.1456/1BIS

VR DOC.1456/1BIS VR 2018 0712 DOC.1456/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIEN BISNOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerpbesluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het

Nadere informatie

2.3.2. Omschrijving van de financiële risico s

2.3.2. Omschrijving van de financiële risico s 2.3.2. Omschrijving van de financiële risico s In uitvoering van de begrotingsonderrichtingen is een onderdeel van de toelichting bij het meerjarenplan een nota in verband met de financiële risico s waaraan

Nadere informatie

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin Titel 25 AUGUSTUS 2012. - Koninklijk besluit tot wijziging van het stelsel van loopbaanonderbreking voor wat de openbare sector betreft Bron : PERSONEEL EN ORGANISATIE.WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL

Nadere informatie

WETTELIJKE PENSIOENEN VAN STATUTAIR PERSONEEL EN MANDATARISSEN

WETTELIJKE PENSIOENEN VAN STATUTAIR PERSONEEL EN MANDATARISSEN WETTELIJKE PENSIOENEN VAN STATUTAIR PERSONEEL EN MANDATARISSEN Situering problematiek De lokale besturen zijn verplicht om hun personeelsleden, hun uitvoerende mandatarissen en hun rechthebbenden een pensioen

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid 1 Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZ/10/073 BERAADSLAGING NR 10/042 VAN 1 JUNI 2010 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR

Nadere informatie

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid op artikel 15;

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid op artikel 15; SCSZ/07/007 1 BERAADSLAGING NR. 07/004 VAN 9 JANUARI 2007 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR DE VERENIGING ZONDER WINSTOOGMERK CIMIRE AAN DE RIJKSDIENST VOOR PENSIOENEN MET HET

Nadere informatie

R1 Aansluitingsformulier werkgevers RSZPPO

R1 Aansluitingsformulier werkgevers RSZPPO R1 Aansluitingsformulier werkgevers RSZPPO Met dit formulier dient u als toekomstige werkgever mee te delen: 1. welke kenmerkende gegevens dienen opgenomen te worden in het werkgeversrepertorium van de

Nadere informatie

Toelichting pensioenen stad Antwerpen bij budgetopmaak 2018

Toelichting pensioenen stad Antwerpen bij budgetopmaak 2018 Toelichting pensioenen stad Antwerpen bij budgetopmaak 2018 Tussen Ethias, de stad en OCMW Antwerpen en de vzw Pensioenfonds werd in 1994 overeengekomen dat het beheer en de uitbetaling van de pensioenen

Nadere informatie

MEDEDELING 2014/08 dienst Sociale Zekerheid datum uw correspondent Rebecca Ortega telefoon 02/

MEDEDELING 2014/08 dienst Sociale Zekerheid datum uw correspondent Rebecca Ortega telefoon 02/ Aan mevrouw Aan de heer Gouverneur Burgemeester Voorzitter van het OCMW Voorzitter van de Intercommunale Voorzitter van het Politiecollege MEDEDELING 2014/08 dienst Sociale Zekerheid datum 26.08.2014 uw

Nadere informatie

[2013-07-10] WERKGEVERS EN VAKBONDEN BEREIKEN EEN AKKOORD OVER HET EENHEIDSSTATUUT

[2013-07-10] WERKGEVERS EN VAKBONDEN BEREIKEN EEN AKKOORD OVER HET EENHEIDSSTATUUT [2013-07-10] WERKGEVERS EN VAKBONDEN BEREIKEN EEN AKKOORD OVER HET EENHEIDSSTATUUT Na een marathonvergadering van 27 uur hebben de sociale partners afgelopen vrijdag op de valreep een akkoord bereikt over

Nadere informatie

FAQ. Sleutelwoorden Vragen Antwoord A. ALGEMEEN

FAQ. Sleutelwoorden Vragen Antwoord A. ALGEMEEN FAQ Algemene uitvoeringsbepalingen van de maatregelen ten gunste van de tewerkstelling van jongeren in sociaal profitsector voortspruitend uit de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid 1 Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZ/11/264 BERAADSLAGING NR 11/007 VAN 11 JANUARI 2011, GEWIJZIGD OP 3 APRIL 2012 EN OP 4 SEPTEMBER 2012, MET

Nadere informatie

DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE en SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE en SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE en SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van Besluit van de Vlaamse Regering tot opheffing van diverse bepalingen van het koninklijk besluit

Nadere informatie

Akkoord over uitstap van de Stad Gent bij intercommunale Publilec

Akkoord over uitstap van de Stad Gent bij intercommunale Publilec Akkoord over uitstap van de Stad Gent bij intercommunale Publilec Door de uitstap ontvangt de Stad Gent 27.332.201,03 euro aan scheidingsaandeel en ontvangt ze in 2018 nog een dividend van 1.260.856,50

Nadere informatie

!ALGEMEEN ~EHEERS~OMITE VOOR HET SOCIAAL STATU UT DER ZELFSTANDIGEN

!ALGEMEEN ~EHEERS~OMITE VOOR HET SOCIAAL STATU UT DER ZELFSTANDIGEN !ALGEMEEN ~EHEERS~OMITE VOOR HET SOCIAAL STATU UT DER ZELFSTANDIGEN Opgericht bij de wet van 30 december 1992 Jan Jacobsplein, 6 1 000 Brussel Tel.: 02 546 45 96 Fax : 02 546 47 34 Brussel, 24 januari

Nadere informatie

Wet van 28 december 2011 houdende diverse bepalingen 1. TITEL 8. - Pensioenen. HOOFDSTUK 1. - Pensioenen van de overheidssector

Wet van 28 december 2011 houdende diverse bepalingen 1. TITEL 8. - Pensioenen. HOOFDSTUK 1. - Pensioenen van de overheidssector Wet van 28 december 2011 houdende diverse bepalingen 1 TITEL 8. - Pensioenen HOOFDSTUK 1. - Pensioenen van de overheidssector Afdeling 1. - Verhoging van de pensioenleeftijd Art. 85. Artikel 46 van de

Nadere informatie

VR DOC.0085/1

VR DOC.0085/1 VR 2017 0302 DOC.0085/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerp van samenwerkingsakkoord tussen de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest,

Nadere informatie

Trimestriële infosessie 2014/4

Trimestriële infosessie 2014/4 Trimestriële infosessie 2014/4 18 november 2014 Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten Infosessie agenda o Introductie o Trimestriële aanpassingen o Te

Nadere informatie

Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten

Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten Jozef II-straat 47 B-1000 BRUSSEL Tel. (02) 239 12 11 Aan mevrouw Aan de heer Gouverneur Burgemeester Voorzitter

Nadere informatie

WERKINGSDOCUMENT. Vanuit juridisch standpunt gebeuren de toekenningen aan één specifieke werkgever.

WERKINGSDOCUMENT. Vanuit juridisch standpunt gebeuren de toekenningen aan één specifieke werkgever. versie 30/01/2018 WERKINGSDOCUMENT Dit werkingsdocument is conform Artikel 11 bis 2 van het Koninklijk Besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling

Nadere informatie

2. Beslissing om het stelsel toe te passen

2. Beslissing om het stelsel toe te passen KB NR. 213 - BIJKOMENDE UREN BOUW Als gevolg van het sluiten van het sectoraal akkoord voor 2009 en 2010 in het PC voor het Bouwbedrijf moesten twee wijzigingen door een wet aangebracht worden in de bepalingen

Nadere informatie

Verslag aan de Provincieraad

Verslag aan de Provincieraad Griffie Verslag aan de Provincieraad registratienr. 0408926 betreft verslaggever NIET-CONFESSIONELE MORELE DIENSTVERLENING Advies bij het ontwerp van begroting 2005 van de Provinciale Instelling voor Morele

Nadere informatie

Ontwikkelingen en uitdagingen voor het pensioenstelsel lokale besturen Antwerpen, 11 maart 2009. Marijke De Lange Stafmedewerker gemeentepersoneel

Ontwikkelingen en uitdagingen voor het pensioenstelsel lokale besturen Antwerpen, 11 maart 2009. Marijke De Lange Stafmedewerker gemeentepersoneel Ontwikkelingen en uitdagingen voor het pensioenstelsel lokale besturen Antwerpen, 11 maart 2009 Marijke De Lange Stafmedewerker gemeentepersoneel 1 Evolutie pensioenlast ambtenaren lokale sector Bij ongewijzigd

Nadere informatie

Gesco-regularisatie Vragen en antwoorden voor de gemeenten, provincies en OCMW s

Gesco-regularisatie Vragen en antwoorden voor de gemeenten, provincies en OCMW s Gesco-regularisatie Vragen en antwoorden voor de gemeenten, provincies en OCMW s 7 januari 2015 een aanvulling van 26 februari 2015 1. Regularisatie gesco s Waar vind ik informatie? De Vlaamse Regering

Nadere informatie

Gelet op de aanvraag van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van 20 juli 2007;

Gelet op de aanvraag van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van 20 juli 2007; SCSZ/07/130 1 BERAADSLAGING NR. 07/043 VAN 4 SEPTEMBER 2007 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR DE RIJKSDIENST VOOR ARBEIDSVOORZIENING EN DE RIJKSDIENST VOOR PENSIOENEN AAN DE RIJKSDIENST

Nadere informatie

Sociale Maribel: impact van de aanvragen tot afwijking op het arbeidsvolume op het aantal toegekende arbeidsplaatsen.

Sociale Maribel: impact van de aanvragen tot afwijking op het arbeidsvolume op het aantal toegekende arbeidsplaatsen. Aan mevrouw Aan de heer Gouverneur Burgemeester Voorzitter van het OCMW Voorzitter van de Intercommunale Voorzitter van het Politiecollege directie Lokale Sociale Zekerheid datum 08.01.2015 uw correspondent

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid 1 Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZ/10/074 BERAADSLAGING NR 10/043 VAN 1 JUNI 2010 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR

Nadere informatie

De gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor overwerk

De gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor overwerk 3 HOOFDSTUK I De gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor overwerk AFDELING 1 Inleiding Doelstelling Achtergrond Sinds 1 juli 2005 geldt een fiscale lastenverlaging voor

Nadere informatie

Wat zijn de gevolgen van de pensioenhervormingen voor de personeelsleden van de UGent?

Wat zijn de gevolgen van de pensioenhervormingen voor de personeelsleden van de UGent? Wat zijn de gevolgen van de pensioenhervormingen voor de personeelsleden van de UGent? DEZE TEKST IS GEBASEERD OP DE RECENTSTE REGELGEVING TOT 15 JANUARI 2012. ER ZIJN VERDER NOG EEN AANTAL MAATREGELEN

Nadere informatie

BUDGET OCMW MAASEIK Toelichting

BUDGET OCMW MAASEIK Toelichting OCMW Maaseik Monseigneur Koningsstraat 8 368 MAASEIK NIS-code: 7221 OCMW-RAAD 18/12/218 BUDGET OCMW MAASEIK 219 - Toelichting Algemeen directeur Raymond Corstjens wnd. Financieel directeur Tom Huysmans

Nadere informatie

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen. Voor de toepassing van dit besluit wordt met de term «gemeente» ook een «brandweerintercommunale» verstaan.

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen. Voor de toepassing van dit besluit wordt met de term «gemeente» ook een «brandweerintercommunale» verstaan. KONINKLIJK BESLUIT VAN 12 OKTOBER 2011 TOT OVERPLAATSING NAAR DE FOD BINNENLANDSE ZAKEN VAN DE PERSONEELSLEDEN IN DIENST BIJ DE CENTRA VAN HET EENVORMIG OPROEPSTELSEL. (inw. 31 oktober 2011) (B.S. 21.10.2011)

Nadere informatie

R1 Aansluitingsformulier werkgever voor provinciale en plaatselijke besturen

R1 Aansluitingsformulier werkgever voor provinciale en plaatselijke besturen R1 Aansluitingsformulier werkgever voor provinciale en plaatselijke besturen Met dit formulier dient u als toekomstige werkgever mee te delen: 1. welke kenmerkende gegevens dienen opgenomen te worden in

Nadere informatie

Regeerakkoord: wat is de impact op de pensioenen en de verzekeringsproducten?

Regeerakkoord: wat is de impact op de pensioenen en de verzekeringsproducten? Regeerakkoord: wat is de impact op de pensioenen en de verzekeringsproducten? DECAVI 25 februari 2015 Florence DELOGNE Adjunct-directeur Minister van Pensioenen 1 De huidige toestand van de 1 e pijlerpensioenen

Nadere informatie

ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES RSZPPO

ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES RSZPPO RIJKSDIENST VOOR SOCIALE ZEKERHEID VAN DE PROVINCIALE EN PLAATSELIJKE OVERHEIDSDIENSTEN ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES RSZPPO R S Z P P O Kwartaal:2012-04 1. RSZPPO-werkgevers en hun toepasselijke stelsels

Nadere informatie

Halfjaarlijkse statistieken Tewerkstelling bij de RSZPPO-werkgevers

Halfjaarlijkse statistieken Tewerkstelling bij de RSZPPO-werkgevers Halfjaarlijkse statistieken Tewerkstelling bij de RSZPPO-werkgevers Brochure 2 e kwartaal 2009 RSZPPO - statistieken INHOUD. Nummer tabel TITEL TABEL 1A Aantal werkgevers per gewest en type 1B Aantal werkgevers

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen. Hoofdstuk 2. Opdrachten

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen. Hoofdstuk 2. Opdrachten 1 Besluit van de Vlaamse Regering van 23 februari 2018 (BS 30 maart 2018) houdende toekenning van een subsidie aan het ondersteuningsnetwerk kinderopvang Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. In

Nadere informatie

Erfbelasting - Gunsttarief voor familiale ondernemingen en vennootschappen

Erfbelasting - Gunsttarief voor familiale ondernemingen en vennootschappen SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 361 van BART SOMERS datum: 16 juli 2015 aan ANNEMIE TURTELBOOM VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE Erfbelasting -

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 23 oktober

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 23 oktober A D V I E S Nr. 1.425 Zitting van woensdag 23 oktober 2002 --------------------------------------------------- Onderwerping aan de sociale zekerheid - federale autonome overheidsbedrijven x x x 1.958-1

Nadere informatie

Sociale Maribel: impact van de afwijkingen op het arbeidsvolume. o 24 april 2015 VVOS Oost- Vlaanderen

Sociale Maribel: impact van de afwijkingen op het arbeidsvolume. o 24 april 2015 VVOS Oost- Vlaanderen Sociale Maribel: impact van de afwijkingen op het arbeidsvolume o 24 april 2015 VVOS Oost- Vlaanderen WAT? Tewerkstellingsmaatregel Principe: financiële tussenkomst voor de creatie van bijkomende tewerkstelling.

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMS MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIEN EN ENERGIE EN DE VLAAMS MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - ontwerp van decreet houdende de wijziging van het decreet van 30 april 2009 betreffende de organisatie

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 4 april

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 4 april A D V I E S Nr. 1.798 ----------------------------- Zitting van woensdag 4 april 2012 -------------------------------------------- Wet van 29 maart 2012 houdende diverse bepalingen (I) - Aanpassing van

Nadere informatie

nationale arbeidsraad

nationale arbeidsraad nationale arbeidsraad A D V I E S Nr. 1.336 ------------------------------ Zitting van dinsdag 6 februari 2001 Uitvoering van het interprofessioneel akkoord van 22 december 2000 jaarlijkse vakantie x x

Nadere informatie

VVSG Studiedag 11 maart Eva Platteau Prof. dr. Annie Hondeghem Instituut voor de Overheid K.U.Leuven

VVSG Studiedag 11 maart Eva Platteau Prof. dr. Annie Hondeghem Instituut voor de Overheid K.U.Leuven VVSG Studiedag 11 maart 9 Eva Platteau Prof. dr. Annie Hondeghem Instituut voor de Overheid K.U.Leuven Steunpunt bestuurlijke organisatie Vlaanderen 1 Liggen de lokale besturen wakker van de pensioenproblematiek?

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VICEMINISTER PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING EN VLAAMS MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - wijziging

Nadere informatie

VR DOC.0962/1BIS

VR DOC.0962/1BIS VR 2017 0610 DOC.0962/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN BISNOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van

Nadere informatie

Halfjaarlijkse statistieken Tewerkstelling bij de RSZPPO-werkgevers

Halfjaarlijkse statistieken Tewerkstelling bij de RSZPPO-werkgevers Halfjaarlijkse statistieken Tewerkstelling bij de RSZPPO-werkgevers Brochure 2 e kwartaal 2011 RSZPPO - statistieken INHOUD Nummer tabel TITEL TABEL 1A 1B 1C Aantal werkgevers per gewest en type Aantal

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 17 december

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 17 december A D V I E S Nr. 1.886 ------------------------------ Zitting van dinsdag 17 december 2013 ----------------------------------------------------- Ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Voorontwerp van decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 31 juli 2017 tussen de Vlaamse

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 29 juni

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 29 juni A D V I E S Nr. 1.487 ------------------------------- Zitting van dinsdag 29 juni 2004 ------------------------------------------- Ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit

Nadere informatie

Halfjaarlijkse statistieken Tewerkstelling bij de RSZPPO-werkgevers

Halfjaarlijkse statistieken Tewerkstelling bij de RSZPPO-werkgevers Halfjaarlijkse statistieken Tewerkstelling bij de RSZPPO-werkgevers Brochure 2 e kwartaal 2010 RSZPPO - statistieken INHOUD. Nummer tabel TITEL TABEL 1A Aantal werkgevers per gewest en type 1B Aantal werkgevers

Nadere informatie

I4XLGEMEEN E3EHEERSCOMITE VOOR HET SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN

I4XLGEMEEN E3EHEERSCOMITE VOOR HET SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN I4XLGEMEEN E3EHEERSCOMITE VOOR HET SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN Opgericht bij de wet van 30december1992 Brussel, 23 maart 2017 Verslag nr. 2017102 Verslag aan de Regering Afgeleverd op eigen initiatief

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR HET VRIJ AANVULLEND PENSIOEN VOOR ZELFSTANDIGEN ADVIES NR. 2 VAN 15 SEPTEMBER 2003

COMMISSIE VOOR HET VRIJ AANVULLEND PENSIOEN VOOR ZELFSTANDIGEN ADVIES NR. 2 VAN 15 SEPTEMBER 2003 COMMISSIE VOOR HET VRIJ AANVULLEND PENSIOEN VOOR ZELFSTANDIGEN ADVIES NR. 2 VAN 15 SEPTEMBER 2003 INVENTARIS VAN DE VRAGEN BETREFFENDE TITEL II, HOOFDSTUK I, AFDELING 4 VAN DE PROGRAMMAWET (I) VAN 24 DECEMBER

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding; BESLUIT:

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding; BESLUIT: Voorontwerp van decreet betreffende het Vlaams Pensioenfonds en het publieke pensioenstelsel voor de contractuele personeelsleden van de diensten van de Vlaamse overheid en andere besturen DE VLAAMSE REGERING,

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN ONDERWIJS EN DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - voorontwerp van decreet tot wijziging van het decreet basisonderwijs

Nadere informatie

VR DOC.0356/1BIS

VR DOC.0356/1BIS VR 2017 2104 DOC.0356/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN BISNOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerpbesluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van het

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 19 maart 2003

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 19 maart 2003 A D V I E S Nr. 1.440 Zitting van woensdag 19 maart 2003 Voorontwerp van wet tot wijziging van artikel 30 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten - verlenging van het rouwverlof

Nadere informatie