Oproep Intensieve Begeleiding Alternerend Leren, schooljaar

Transcriptie

1 ONDERWIJS & VORMING Vlaamse overheid Afdeling Secundair Onderwijs en Leerlingenbegeleiding Koning Albert II-laan BRUSSEL T F Oproep Intensieve Begeleiding Alternerend Leren, schooljaar Dit is een specifieke oproep met uiterste indieningsdatum 7 mei Deze oproep betreft de organisatie van Intensieve Begeleiding Alternerend Leren en richt zich naar derden organisaties (vzw, OCMW, gemeentebestuur, maatwerkbedrijf, lokale diensteneconomie) die als organisator van Intensieve Begeleiding Alternerend Leren willen optreden. Deze oproep bevat alle noodzakelijke gegevens die de organisatoren moeten toelaten hun voorstellen tijdig en in de correcte vorm in te dienen Een infosessie over deze oproep wordt voorzien op 17 april 2019 tussen 10u en 12u in zaal 1C15 van het Hendrik Consciencegebouw te Brussel. 1 KORTE SITUERING Wat? Dit is een specifieke oproep met betrekking tot Intensieve Begeleiding Alternerend Leren (IBAL). Dit is een begeleidingstraject voor arbeidsrijpe en -bereide jongeren binnen het duaal leren en het huidig stelsel voor Leren en Werken, die werken met een opleidings- of arbeidsovereenkomst in het normaal economisch circuit (NEC) maar nog extra begeleiding nodig hebben. Naast jongeren in een tewerkstelling beoogt dit begeleidingstraject eveneens de ondersteuning van jongeren in een fase te oriënteren naar 1 1 Disclaimer: de minister van Onderwijs gaf nog geen definitieve goedkeuring van deze oproep. Minimale wijzingen blijven mogelijk. pagina 1 van 22

2 arbeidsdeelname. Maximum 20 uren begeleiding per traject worden aanvaard. Het doel is om gedurende maximum 6 maanden extra ondersteuning te bieden aan jongeren tijdens een tewerkstelling of maximum 4 maanden ondersteuning in het vinden van een alternerende tewerkstellingsplaats. Indien dit begeleidingstraject wordt uitgevoerd bij een werkgever en de jongere wijzigt van werkgever, heeft hij/zij indien nodig opnieuw recht op een begeleidingstraject. Indien de jongere na zijn begeleiding in de fase te oriënteren naar arbeid nog geen tewerkstelling heeft, kan hij binnen die fase geen aanspraak meer maken op een nieuw IBAL traject; tenzij na het beëindigen van een tewerkstelling of het wijzigen van de opleiding. De formulieren waarnaar wordt verwezen in de oproep zijn te vinden op de formulierenwebsite van onderwijs.vlaanderen.be ( onder de hoofding Secundair onderwijs Leren en werken. Wie? De oproep richt zich tot organisaties met publiekrechtelijke of privaatrechtelijke rechtspersoonlijkheid die bereid zijn om netoverschrijdend en structureel volledig onafhankelijk te werken van de centra deeltijds onderwijs (CDO)/Centrum voor de vorming van zelfstandigen en kmo (Syntra lesplaats)/scholen voor gewoon voltijds secundair onderwijs. Acties? De organisator moet aantonen welk concept en methodiek hij wil gebruiken om de efficiënte begeleiding van de jongere in een begeleidingstraject te garanderen. Hoeveel? In het kader van het Operationeel Programma van ESF is er in totaal maximum euro per jaar voorzien voor de Intensieve Begeleiding Alternerend Leren. Hoe? Een organisator dient een projectvoorstel in via de ESF-applicatie. Een projectvoorstel wordt samengesteld door het beantwoorden van de inhoudelijke vragen en het opstellen van een begroting. Wanneer? pagina 2 van 22

3 Projecten moeten uiterlijk op 7 mei 2019 (middernacht) ingediend worden. Goedgekeurde projecten gaan van start op 1 juli 2019 en lopen tot 30 juni PROJECTCRITERIA Projectvoorstellen moeten aan hiernavolgende ontvankelijkheids- en selectiecriteria voldoen om in aanmerking te komen voor behandeling en/of goedkeuring. Deze oproep naar projecten IBAL kadert binnen Investeringsprioriteit 8.2: Duurzame integratie op de arbeidsmarkt van jongeren (ESF), met name jongeren die geen werk hebben en geen onderwijs of opleiding volgen, daaronder begrepen jongeren die gevaar lopen sociaal buitengesloten te raken en jongeren uit gemarginaliseerde gemeenschappen, inclusief door de tenuitvoerlegging van de jongerengarantie. 2.1 ONTVANKELIJKHEIDSCRITERIA EN PROMOTOR De ontvankelijkheidscriteria zijn de volgende: Het projectvoorstel moet opgesteld zijn in het Nederlands. De organisator is steeds een vereniging met publiekrechtelijke of privaatrechtelijke rechtspersoonlijkheid (met uitzondering van vakbonden, entiteiten van de Vlaamse overheid, ) die bereid is om netoverschrijdend en structureel volledig onafhankelijk te werken van de centra deeltijds onderwijs (CDO), Syntra-lesplaatsen of scholen voor gewoon voltijds secundair onderwijs (hierna verder aangeduid als onderwijsverstrekker ). In de projectaanvraag bindt een aanbieder zich niet tot één onderwijsverstrekker. De rechtspersoonlijkheid en de onafhankelijkheid worden bewezen d.m.v. statuten. De organisator moet over de capaciteit beschikken om het project uit te voeren. De Europese regelgeving schrijft voor dat er bij elke projectaanvraag van een privaatrechtelijke organisatie een nazicht dient te gebeuren van de financiële capaciteiten van de mogelijke partner. Hiermee wordt nagegaan of de potentiële partner financieel in staat is om het project uit te voeren. Organisatoren en partners die een project wensen in te dienen, beschikken minimaal over een ESFkwaliteitsopstap of een gelijkwaardig kwaliteitsbewijs en voldoen aan de voorwaarden gesteld door het Europees Sociaal Fonds (ESF) betreffende kwaliteitsvereisten. Mogelijkheden zijn: o Kwaliteitsopstap die geldig was tot eind september 2013 of later via een goedgekeurde kwaliteitspaper of een geldend ESF-kwaliteitslabel. Deze geldigheid werd namelijk verlengd tot eind o Voor OCMW s kan het inspectie/visitatierapport gelden. o o Gemandateerden door VDAB. Een kwaliteitslabel uit de lijst van gelijkgestelde labels, erkend door ESF Vlaanderen. (ACS, ISO TS 16949, AHM 804, ISO 22000, Blik op Werk Keurmerk, ISO 9001, BRC Global Standard pagina 3 van 22

4 Food, K2a, K2b, K2c,C2E, R4E, EFQM Excellence Award, IiP (Investors in People), Cedeo, Prose +, Effective CAF User, Qfor Cliëntscan of Processcan, GMP-standaard, Qualibouw, IFS). o Kwaliteitsinspectieverslagen: Inspectieverslag geestelijke gezondheidszorg, Inspectieverslag welzijn, Visitatierapport hogescholen / universiteiten, Inspectieverslag ziekenhuizen. o Positieve beoordeling quickscan (3 jaar geldig). U dient het projectnummer te vermelden waar deze quickscan positief beoordeeld werd. Eventuele samenwerkingsovereenkomsten tussen organisatoren (zie verder) dienen bij de aanvraag te worden gevoegd. De organisator dient het attest voor het kwaliteitsbewijs op te laden bij indiening van het projectvoorstel. Indien het attest ontbreekt bij de indiening dient dit opgeleverd te worden ten laatste tegen de start van het project. Het behalen van het kwaliteitsbewijs blijft dus noodzakelijk om het project te kunnen starten, maar wordt niet behandeld als een ontvankelijkheidscriterium. Een organisatie die voor opstartdatum van het project geen geldig kwaliteitsbewijs kan voorleggen krijgt (voorlopig) geen budget goedgekeurd. 2.2 HOE INDIENEN? Het projectvoorstel moet ten laatste op 7 mei 2019 (middernacht) opgeladen worden in de ESF-applicatie. Geïnteresseerde organisaties dienen hun potentiële deelname kenbaar te maken aan de voorzitter van het provinciale overlegplatform en aanwezig te zijn op de bijeenkomst van het gebied waartoe ze behoren (zie verder). De benutting van het beschikbare budget én trajecten per organisator dient vooraf te worden geformaliseerd in een protocol dat samen met de projectaanvraag wordt opgeladen. Op het protocol dienen alle geïnteresseerden voor akkoord te tekenen, ook wanneer ze besluiten niet in te dienen maar wel aanwezig waren op de vergadering. Deze laatsten vermelden de naam van de organisatie, de melding dat ze niet indienen en dat ze als dusdanig akkoord gaan met een 'toewijzing' van 0 euro. Organisatoren kunnen een project indienen vanuit een samenwerking met andere organisatoren. In dit geval wordt er voor indiening van het project een samenwerkingsovereenkomst tussen alle betrokken partijen opgesteld. Deze overeenkomst wordt samen met het project opgeladen bij indiening van het project (ontvankelijkheidscriterium). Voor het Departement Onderwijs en Vorming is er bij een samenwerking tussen verschillende organisaties slechts één aanspreekpunt en eindverantwoordelijke. Dit geldt eveneens voor eventuele terugvorderingen. pagina 4 van 22

5 2.3 SELECTIECRITERIA (200 PUNTEN) Alle ontvankelijke voorstellen ondergaan een kwalitatieve toets op basis van zeven selectiecriteria. Indien alle vragen (uit de ESF-applicatie en in bijlage) correct gevolgd worden, zijn de selectiecriteria automatisch beantwoord. Een voorstel moet minimaal 120 punten behalen en op elk onderdeel afzonderlijk de helft. Voorstellen die minder dan 120 punten behalen, krijgen een negatief advies Beschrijving van de selectie- of beoordelingscriteria 1. Relevantie (90 punten) a. Methodiek (70 punten) Het projectvoorstel geeft aan op welke wijze het project zal worden georganiseerd en hoe de wisselwerking tussen de aanbieder en de organisator zal verlopen. Het voorstel geeft ook weer op welke wijze een jongere een effect ervaart van deze ondersteuning; welke meerwaarde wordt gecreëerd met het project? De methodiek geeft ook inzicht in de verschillende activiteiten die zullen plaatsvinden. b. Gelijke kansen man/vrouw en diversiteit (20 punten) De organisator geeft in zijn aanvraag weer hoe hij gelijke kansen man/vrouw en het diversiteitsprincipe zal integreren in de werking van zijn project. 2. Haalbaarheid (90 punten) c. Projectbeheer en deskundigheid (50 punten) In het voorstel geeft de organisator aan op welke wijze het project zal worden georganiseerd. Er wordt duidelijk gemaakt welke expertise de organisatie heeft in het beheer en monitoring van projecten. Er dient eveneens een overzicht te worden gegeven van de personeelsinzet, inclusief de ervaring met de doelgroep van de betrokkenen bij het project. Daarbij wordt er ingegaan op de ervaring met betrekking tot het beheren van administratieve gegevens, maar wordt er ook duidelijk gemaakt in welke mate de personeelsleden beschikken over voldoende competenties met betrekking tot trajectbegeleiding. d. Kennis en vertrouwdheid met de arbeidsmarkt (20 punten) Om het project succesvol te maken, is een grondige kennis van de lokale arbeidsmarkt noodzakelijk. Het projectvoorstel dient blijk te geven van deze kennis. e. Indicatoren (20 punten) De inschatting van uitstroom en resultaatsindicatoren. 3. Goed bestuur (20 punten) pagina 5 van 22

6 f. Het project geeft een overzicht van de partnerschappen die zullen worden aangewend om het project uit te voeren Deze partnerschappen dienen een weerspiegeling te zijn van de lokale context en dienen in overeenstemming te zijn met de methodiek en het projectbeheer. 2.4 INDIENING EN BESLISSINGSPROCEDURE De aanvraagdossiers moeten uiterlijk 7 mei 2019 via de ESF-applicatie worden ingediend. Bij de beoordeling zal enkel rekening gehouden worden met de oproepvragen in bijlage bij deze oproep en uit de ESF-applicatie. De bijlagen (met uitzondering van diegene nodig als ontvankelijkheidscriterium) zullen niet in rekening genomen worden voor de beoordeling van de projecten. Eenmaal de uiterste indieningsdatum is verstreken, start de beslissingsprocedure. Tijdens deze procedure is er geen contact meer tussen de organisator en het Departement Onderwijs & Vorming. De dossiers worden behandeld op basis van de ingediende stukken, er worden in geen geval verduidelijkingen of bijkomende informatie opgevraagd. Per Provinciaal Overlegforum waarvoor een project wordt aangevraagd, dient een apart voorstel te worden opgemaakt. De ingediende voorstellen worden beoordeeld en geselecteerd door een commissie, bestaande uit: 1 afgevaardigden van het Departement Onderwijs en Vorming; 2 afgevaardigden van de VDAB;. 3 Actiris (voor het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad). De financiële solvabiliteit van de aanvragers zal worden onderzocht. Dit onderzoek kan tot gevolg hebben dat het goedgekeurde steunbedrag niet overeenstemt met het door de organisator gevraagde bedrag. Dit onderzoek kan eveneens tot gevolg hebben dat het project niet wordt goedgekeurd. De beslissing zal door het Departement Onderwijs & Vorming op 11 juni 2019 meegedeeld worden aan de organisatoren. Daarbij zijn slechts twee uitkomsten mogelijk: positief of negatief. Er is geen mogelijkheid tot herwerking. Opgelet: voor gemaakte en bewezen technische fouten is een herziening mogelijk en kan je binnen de 15 kalenderdagen reageren via lerenenwerken@vlaanderen.be. Goedgekeurde projecten moeten starten op 1 juli pagina 6 van 22

7 3 UITVOERINGSMODALITEITEN 3.1 VOORAF De organisatoren van de Intensieve Begeleiding Alternerend Leren (IBAL) kunnen middelen van het Europees Sociaal Fonds verwerven. Deze oproep dient samen gelezen te worden met: Decreet dd. 10 juli 2008 betreffende het stelsel van Leren en Werken in de Vlaamse Gemeenschap; Codex Secundair Onderwijs, Deel V/1 en V/2.; SO/2008/08: Omzendbrief betreffende het Stelsel voor Leren en Werken; SO/2019/01: Omzendbrief duaal leren en de aanloopfase; Besluit dd. 24 oktober 2008 van de Vlaamse Regering houdende uitvoering van het decreet van 10 juli 2008 betreffende het stelsel van Leren en Werken in de Vlaamse Gemeenschap; Besluit dd. 13 februari 2009 van de Vlaamse Regering betreffende de leertijd, vermeld in het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen; Besluit van 14 september 2018 van de Vlaamse Regering houdende uitvoeringsmaatregelen betreffende het duaal leren en de aanloopfase en diverse andere maatregelen. Het Departement Onderwijs & Vorming treedt op als intermediaire instantie die (onder delegatie van de Managementautoriteit ESF Vlaanderen) instaat voor het operationele beheer van een deel van het operationeel programma Europees Sociaal Fonds (ESF) in Vlaanderen , zoals goedgekeurd door de Europese Commissie op 27 november 2014 en door de Vlaamse Regering op 19 december Hiermee heeft het Departement Onderwijs & Vorming de bevoegdheid tot het selecteren van projecten overeenkomstig de methoden en criteria bepaald door het Toezichtcomité. De Intermediaire Instantie zal voor zijn rekening en in eigen naam een overeenkomst sluiten met de Eindbegunstigden, en staat eveneens in voor de opvolging en de uitvoering van deze contracten. pagina 7 van 22

8 . 3.2 SITUERING Duaal leren en het huidig stelsel voor Leren en Werken zijn stelsels waarin leerlingen een arbeidsmarktgerichte opleiding kunnen volgen. Deze opleiding gebeurt deels bij de onderwijsverstrekker en deels op de werkplek waarbij er inhoudelijke alternering is tussen het deel op de werkplek en het deel bij de onderwijsverstrekker. Om leerlingen bij de toeleiding en de instap in het normaal economisch circuit te ondersteunen, werd de IBAL opgestart. IBAL kadert in het operationele programma ESF binnen prioriteit 8.2 Duurzame integratie op de arbeidsmarkt van jongeren, met name jongeren die geen werk hebben en geen onderwijs of opleiding volgen. Daaronder begrepen jongeren die gevaar lopen sociaal buitengesloten te raken en jongeren uit gemarginaliseerde gemeenschappen, inclusief door de tenuitvoerlegging van de jongerengarantie. 3.3 DOELGROEP IBAL is een trajectonderdeel bedoeld voor jongeren die: ingeschreven zijn als regelmatige leerling bij de onderwijsverstrekker; na de inschrijving als leerling ingeschreven zijn als deeltijds lerende bij de VDAB/ACTIRIS; minimum 15 jaar zijn; bij instap nog niet in het bezit zijn van een diploma secundair onderwijs; arbeidsrijp zijn maar intensieve begeleiding nodig hebben in 1) de toeleiding naar 2) de opstartfase of 3) verderzetting van een reguliere tewerkstelling in het NEC. Indien een jongere een nieuwe tewerkstelling start, heeft hij/zij indien nodig - opnieuw recht op een begeleidingstraject. Indien de jongere na zijn begeleiding in de fase te oriënteren naar arbeid nog geen tewerkstelling heeft, kan hij binnen die fase geen aanspraak meer maken op een nieuw IBAL traject, tenzij na het beëindigen van een tewerkstelling of het wijzigen van de opleiding. zit in een fase duaal leren te oriënteren of is tewerkgesteld in een duale opleiding of zit in de fase van te oriënteren naar arbeid of is tewerkgesteld met een overeenkomst overeenkomstig het decreet betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap, artikel 6, 2, 1 of 3 (Arbeidsovereenkomsten die al via een andere maatregel ESF-gesubsidieerd worden, komen niet in aanmerking). Deze fase is als dusdanig geregistreerd in de lijn project leren en werken van Mijn Loopbaan. pagina 8 van 22

9 Zowel in de toeleiding naar, als op de werkplek, dienen extra inspanningen geleverd te worden om de groep allochtone jongeren en de groep laaggeschoolde jongeren te bereiken (definities cf. het beheerscontract van de VDAB/ACTIRIS). 3.4 DOELSTELLING EN AANDACHTSPUNTEN Binnen het totaaltraject van Duaal Leren en het huidige stelsel Leren en Werken heeft de IBAL als doelstelling een duurzame tewerkstelling te realiseren door een stimulerende en waarderende coaching van de organisator. IBAL is de eerste stap in het groeipad van de jongere naar en binnen arbeidsdeelname. Ondernemers worden beter voorbereid op het begeleiden van jongeren binnen leren en werken door de ervaring van de intensieve begeleidingsmethodieken van de organisator. Anderzijds krijgen organisatoren en trajectbegeleiders van de scholen een beter zicht op de begeleidingskwaliteiten van ondernemers. Een belangrijke doelstelling op projectniveau is het realiseren van een solide partnerschap in de vorm van samenwerking tussen minimaal de onderwijsverstrekker en de organisatoren van IBAL, zijnde organisaties met rechtspersoonlijkheid die structureel, organisatorisch, ruimtelijk en financieel volledig onafhankelijk werken van de onderwijsverstrekker en de werkgevers. Hiertoe dienen organisatoren IBAL een actieve deelname aan het POF na te streven. Organisatoren en toeleiders maken afspraken in functie van een efficiënte werking. Indien in de loop van het project de samenstelling van het partnerschap of belangrijke afspraken wijzigen, deelt de organisator dit mee aan het Departement Onderwijs & Vorming. Een belangrijke doelstelling is een bijdrage te leveren aan het verzekeren van het voltijds engagement van de jongere via het aanbieden van een aangepast traject. Het vinden van een werkplek voor de jongere komt in eerste instantie onder de verantwoordelijkheid van de onderwijsverstrekker, maar kan via IBAL uitgevoerd worden binnen een gedeeld partnerschap. pagina 9 van 22

10 3.5 ORGANISATIE Algemeen De jongere die deelneemt aan IBAL: volgt een opleiding in een CDO/Syntra lesplaats of is ingeschreven in een opleiding Duaal Leren conform de vigerende regelgeving: Decreet dd. 10 juli 2008 betreffende het stelsel van Leren en Werken in de Vlaamse Gemeenschap; Codex Secundair Onderwijs, Deel V/1 en V/2.; SO/2008/08: Omzendbrief betreffende het Stelsel voor Leren en Werken; SO/2019/01: Omzendbrief duaal leren en de aanloopfase; Besluit dd. 24 oktober 2008 van de Vlaamse Regering houdende uitvoering van het decreet van 10 juli 2008 betreffende het stelsel van Leren en Werken in de Vlaamse Gemeenschap; Besluit dd. 13 februari 2009 van de Vlaamse Regering betreffende de leertijd, vermeld in het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen; Besluit van 14 september 2018 van de Vlaamse Regering houdende uitvoeringsmaatregelen betreffende het duaal leren en de aanloopfase en diverse andere maatregelen. Is arbeidsrijp en bereid maar heeft extra ondersteuning nodig in de toeleiding naar tewerkstelling of is tewerkgesteld met een overeenkomst overeenkomstig het decreet betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap, artikel 6, 2, 1 of 3 (Arbeidsovereenkomsten die al via een andere maatregel ESF-gesubsidieerd worden, komen niet in aanmerking.) Gezien IBAL enkel maar is voorzien voor jongeren in de fase te oriënteren naar tewerkstelling of bij de invulling van arbeidsdeelname conform art. 6, 2, 1 of 3 van het decreet leren en werken, kan het louter volgen van een IBAL op zich nooit in aanmerking worden genomen voor de invulling van het voltijds engagement. IBAL via een organisator: Dit is steeds een derden organisatie met rechtspersoonlijkheid (vzw, OCMW, gemeentebestuur, maatwerkbedrijf, sociale werkplaats, lokale diensteneconomie) die bereid is om netoverschrijdend en structureel volledig onafhankelijk te werken van de onderwijsverstrekker. Deze heeft de vrijheid om met een geëigende methodiek op creatieve wijze de inhoudelijke doelstellingen te realiseren, waarbij de finaliteit gericht moet blijven op het realiseren of versterken van een tewerkstelling. Hierbij wordt gedacht aan het leveren van maatwerk. pagina 10 van 22

11 Organisatoren kunnen een project indienen vanuit een samenwerking met andere organisatoren. In dit geval wordt er voor indiening van het project een samenwerkingsovereenkomst tussen alle betrokken partijen opgesteld. Deze overeenkomst wordt samen met het project opgeladen bij indiening van het project (ontvankelijkheidscriterium). Voor het Departement Onderwijs en Vorming is er bij een samenwerking tussen verschillende organisaties slechts één aanspreekpunt en eindverantwoordelijke. Dit geldt eveneens voor eventuele terugvorderingen Intensieve begeleiding Het begeleidingsteam van de onderwijsverstrekker bepaalt de noodzaak van een IBAL-begeleiding. De IBAL door een externe organisatie is gespreid over een periode van maximum 6 maanden, te rekenen vanaf de startdatum van de overeenkomst IBAL (deze laatste kan ten vroegste opstarten 2 weken vóór de startdatum en eindigen ten laatste 2 weken na de beëindiging van een overeenkomst overeenkomstig het decreet betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap, artikel 6, 2, 1 of 3 ). Een begeleidingstraject omvat maximaal 20 uren gedurende deze periode. Indien dit begeleidingstraject wordt uitgevoerd bij een werkgever en de jongere wijzigt van werkgever of van opleiding, heeft hij/zij indien nodig opnieuw recht op een begeleidingstraject. Indien de jongere wijzigt van fase van invulling werkcomponent (vb. van te oriënteren naar arbeid naar arbeidsdeelname ) heeft hij/zij indien nodig- opnieuw recht op een begeleidingstraject. Indien de jongere na zijn begeleiding in de fase te oriënteren naar arbeid nog geen tewerkstelling heeft, kan hij binnen die fase geen aanspraak meer maken op een nieuw IBAL traject; tenzij na het beëindigen van een tewerkstelling of het wijzigen van de opleiding. Sommige jongeren kunnen op basis van schoolverleden (BuSO) of op basis van vermoeden van arbeidsbeperking in het kader van gespecialiseerde begeleiding of VOP een bijkomend begeleidingstraject in dezelfde fase doorlopen. Een schermafdruk uit MLP van het BuSO-schoolverleden of van het recht op tewerkstellingsondersteunende maatregelen of van het vermoeden van arbeidsbeperking dient onmiddellijk te worden opgeladen in de digitale ruimte op de SharePoint Leren en Werken. De opdrachthouder wordt hiervan op de hoogte gebracht. De eigenlijke tewerkstelling van de jongere is steeds alternerend met de opleiding die de jongere volgt in het kader van het behalen van een attestering/studiebekrachtiging. Indien het begeleidingstraject wordt aangewend voor een toeleiding naar tewerkstelling, wordt er steeds gezocht naar een tewerkstelling alternerend met de opleiding die de jongere volgt. pagina 11 van 22

12 3.6 PROJECTBEHEER EN ADMINISTRATIE Trimestrieel overleg Trimestrieel vindt er een resultaatgericht organisatieoverleg plaats tussen organisator en betrokken onderwijsverstrekkers. De opdrachthouder van het Departement Onderwijs & Vorming wordt hierbij steeds uitgenodigd. De organisator maakt een kort verslag op, verstuurt het per mail naar alle betrokkenen en laadt het verslag elektronisch op in de digitale ruimte Begeleidingsovereenkomst De jongere, de organisator, de onderwijsverstrekker en de eventuele werkgever sluiten een begeleidingsovereenkomst af waarvan het model wordt vastgelegd door het Vlaams Ministerie van Onderwijs & Vorming. Het verplicht te gebruiken model vindt u op de formulierenwebsite. De ondertekende begeleidingsovereenkomst wordt bij de start van de begeleiding opgeladen in de digitale ruimte op de SharePoint Leren en Werken. De begeleidingsuren voor IBAL worden gefinancierd tussen 1 juli 2019 en 30 juni 2020 (inclusief de vakantiemaanden). De begeleidingsovereenkomst kan afgesloten worden voor maximum 20 effectieve begeleidingsuren. Voor een maximum duur van 6 maanden vanaf de start van de begeleidingsovereenkomst in de fase arbeidsdeelname. Voor een maximum duur van 4 maanden vanaf de start van de begeleidingsovereenkomst in de fase te oriënteren arbeidsdeelname. Indien de begeleiding onderbroken moet worden omwille van gewettigde afwezigheid van de jongere of van de begeleider, kan de duur van de overeenkomst verlengd worden met de duur van de onderbreking mits een wettig afwezigheidsattest. Het bewijs van wettige afwezigheidsduur dient te worden opgeladen in de digitale ruimte op de SharePoint Leren en Werken. In het geval van tewerkstelling is de organisator in het bezit van een kopie van de arbeidsovereenkomst. De arbeidsovereenkomst wordt bij de start van de begeleiding opgeladen in de digitale ruimte op de SharePoint Leren en Werken. Indien de arbeidsovereenkomst vroegtijdig wordt beëindigd dient men in het bezit te zijn van een kopie van de (melding van) verbreking. De (melding van) verbreking van de arbeidsovereenkomst wordt bij het einde van de begeleiding opgeladen in de digitale ruimte op de SharePoint Leren en Werken. pagina 12 van 22

13 3.6.3 Registratie van een Intensieve Begeleiding Alternerend Leren in Mijn Loopbaan De jongere die begeleiding krijgt vanuit een ESF-project, moet bij instap in het project geregistreerd worden in Mijn Loopbaan door de onderwijsverstrekker. De onderwijsverstrekker vraagt inzagerecht aan bij VDAB/ACTIRIS voor de organisator. De onderwijsverstrekker maakt een lijn project leren en werken aan en registreert de fase te oriënteren arbeidsdeelname of duaal te oriënteren arbeidsdeelname indien het gaat over een IBAL te oriënteren, of kiest de juiste tewerkstelling uit het keuzemenu van deze lijn in MLP, indien het gaat over een IBAL arbeidsdeelname. Voor deze registraties in Mijn Loopbaan moet de onderwijsverstrekker de VDAB-handleiding voor onderwijsverstrekkers leren en werken nauwkeurig volgen. U vindt de betreffende handleiding in de digitale archiefruimte van de SharePoint Leren en Werken. De organisator registreert een begeleidingslijn Intensieve begeleiding Alternerend Leren. Voor de registratie van de begeleiding van jongeren in Mijn Loopbaan moet de organisator de VDAB handleiding voor organisatoren aanloopfase nauwkeurig volgen. U vindt deze handleiding in de digitale archiefruimte van de SharePoint Leren en Werken. Op 31 juli 2020 wordt een staat opgemaakt van de geregistreerde begeleidingen, enkel deze begeleidingen komen in aanmerking voor subsidie. Uiterlijk op 31 juli 2020 moeten al de verantwoordingsstukken opgeladen zijn in de digitale archiefruimte van de SharePoint Leren en Werken. Maandelijks ontvangen de organisatoren van de afdeling ESF en Duurzaam Ondernemen ter controle stuurbordgegevens met een overzicht van de registraties. Dit overzicht bevat de gegevens die ingevoerd werden t.e.m. het einde van de voorafgaande kalendermaand. De organisator zal maandelijks de ESF indicatoren 2 registreren in het tweede tabblad van deze stuurbordgegevens. In het eerste tabblad uitleg indicatoren, van de stuurbordgegevens ESF, staat een uitgebreide omschrijving van deze indicatoren. De registratie van deze indicatoren is een subsidievoorwaarde. De ingevulde stuurbordgegevens moeten voor de 10de van de volgende maand, na iedere ontvangst, teruggestuurd worden naar: maandtabellen@wse.vlaanderen.be en cc naar lerenenwerken@vlaanderen.be. 2 Indicatorenverzameling zoals bepaald in artikel 5 van de verordening (EU) Nr. 1304/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1081/2006 van de Raad; zoals gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie 347/470. pagina 13 van 22

14 Van iedere jongere wordt een schermafdruk van de pagina stappen naar werk in Mijn Loopbaan (MLP) opgeladen in de digitale archiefruimte van de SharePoint Leren en Werken. Begeleidingen voor jongeren die niet geregistreerd werden in Mijn Loopbaan, zijn niet subsidiabel. Onnauwkeurigheid of ten onrechte geregistreerde begeleidingen kunnen aanleiding geven tot het schrappen van de ESF-steun. Het Departement Onderwijs & Vorming kan in geen geval verantwoordelijk gesteld worden voor foute of onvolledige registraties. Informatie over de persoonlijke levenssfeer van de jongere verkregen uit Mijn Loopbaan is strikt vertrouwelijk en wordt onder geen enkele voorwaarde doorgegeven aan derden of voor andere doeleinden gebruikt dan voor de uitvoering van het project. Inbreuken kunnen tot sancties en schadevergoeding leiden. 3.7 HET VERWERVEN VAN FINANCIËLE STEUN VAN HET ESF VOOR DE ORGANISATOREN INTENSIEVE BEGELEIDING ALTERNEREND LEREN Algemeen De financiële steun binnen dit project blijft beperkt tot de maximale toegewezen enveloppe door het ESF. Dit betekent concreet dat dit kan leiden tot het beperken van het aantal trajecten of het verminderen van het subsidiebedrag. Indien naar aanleiding van controles (door de Managementautoriteit ESF Vlaanderen, de Auditautoriteit en/of de EU, Departement Onderwijs en Vorming, ) schendingen vastgesteld worden, ligt de aansprakelijkheid bij het Departement Onderwijs en Vorming voor wat betreft het financiële risico met betrekking tot het aanwenden van de ESF subsidie. Het Departement Onderwijs en Vorming is gemachtigd om bij onregelmatigheden de organisator (als eindbegunstigde) contractueel aansprakelijk te stellen voor dit financiële risico De ESF-middelen bestemd voor de organisator Er wordt in deze oproep gewerkt met een standaarduurtarief (SUT) voor de inzet van de interne medewerkers. Het standaard uurtarief wordt berekend door het voltijds brutoloon van een medewerker te vermenigvuldigen met een factor van 1,2% Het brutoloon dat als basis geldt is het brutoloon van de maand januari 2019 of indien de medewerker nog niet in dienst is, het brutoloon van een medewerker met een vergelijkbare functie. Andere kosten kunnen niet meegenomen worden voor de berekening van het standaarduurtarief. Er wordt een maximum standaarduurtarief gehanteerd van 50 euro per uur (excl. forfait). Er kan maximaal 1720 uur per jaar ingebracht worden. Als eenheid gelden de uren die door de pagina 14 van 22

15 interne personeelsleden gewerkt worden aan de goedgekeurde projectactiviteiten. De kost van het interne personeel = aantal uren projectactiviteiten x standaarduurtarief. Voorbeeld: een medewerker met een voltijds brutoloon van euro heeft een standaarduurtarief van 36 euro (3.000 euro x 1,2%). In deze oproep wordt er gewerkt met een standaarduurtarief voor elke medewerker en een forfait van 30% voor alle andere kosten. Tot de forfait van 30% behoren alle overige kosten zoals bv. boekhouding, deelnemerskosten zoals vervoersbewijzen, werkingskosten, huur van zalen. Het forfait wordt op de totale kost van het intern personeel toegepast. Deze forfaitaire kosten moeten niet bewezen worden aan de Afdeling ESF. Voorbeeld - Medewerker X werkt 500 uur op het project en heeft in januari een brutoloon van euro met een standaarduurtarief van 36 euro. De totale kost van medewerker X bedraagt euro (500 x 36 euro). - De forfait bedraagt euro x 30%=5.400 euro. Het totaal van de vergoeding is dan euro. Het werkelijke uurtarief is dan 46,8 euro. - Medewerker Y werkt 1000 uur op het project en heeft een brutoloon van euro met een standaarduurtarief van 30 euro. De totale kost van medewerker Y bedraagt euro (1000u x 30 euro) -De forfait bedraagt euro x 30%=9000 euro. Het totaal van de vergoeding is dan euro. Het werkelijke uurtarief is dan 39 euro. Dit forfait omvat dus zowel kosten voor extern personeel, kosten deelnemers, directe en indirecte kosten. Er kunnen geen andere kosten meer ingebracht worden in deze oproep. Essentieel aan de intensieve begeleiding is dat deze op individueel niveau gebeurt. Bijgevolg is begeleiding in groep niet de standaard werkvorm. Door de individuele aanpak kan er begeleiding op maat geboden worden die bij voorkeur uitgevoerd wordt op de werkplek of nauw verbonden aan een (toekomstige) werkplek. Per regio is er een vast aantal te bereiken trajecten vastgelegd, gecombineerd met een maximum budget voor deze regio. Het vooropgestelde aantal trajecten dient te worden bereikt Registratie van begeleidingsuren Elk personeelslid houdt een tijdsregistratiedocument bij (sjabloon op formulierenwebsite). Op dit document wordt een gedetailleerde vermelding gemaakt van de uitgevoerde begeleidingsactiviteiten. Dit document wordt maandelijks, ondertekend door het personeelslid en de leidinggevende, opgeladen in de digitale archiefruimte van uw organisatie op de SharePoint Leren en Werken. Enkel indien er begeleidingslijnen IBAL geregistreerd werden in MLP, voor de jongeren waarvoor deze begeleidingsuren geregistreerd worden in het sjabloon, en enkel indien dit sjabloon maandelijks ondertekend wordt door het personeelslid en de leidinggevende zijn deze uren subsidiabel. pagina 15 van 22

16 3.7.4 Actieplan Om de kwaliteit van de uitvoering van de begeleidingsacties te onderbouwen moet er voor elke jongere die deelneemt aan het project, een actieplan bestaan (sjabloon op formulierenwebsite). Dit actieplan geeft een overzicht van de beginsituatie, beknopte beschrijving van het trajectverloop, de begeleidingsacties en de doorstroom van de jongere. Het actieplan biedt een startpunt voor een eventuele verdere begeleiding door de onderwijsverstrekker. Het laat toe om een gerichte begeleiding mogelijk te maken en is een communicatie instrument tussen alle betrokken partijen. Het actieplan vormt een element in de jaarlijkse kwaliteitsbevraging van de organisatie Opmaak begroting De organisatoren maken een realistische begroting voor de periode 1 juli juni 2020 voor het volledige subsidiebedrag. In de ESF-applicatie worden de bedragen ingebracht in het tabblad kosten. Na goedkeuring van de begroting wordt, voor het einde van de maand januari van het lopende schooljaar, 60% van het subsidiebedrag uitbetaald door het Departement Onderwijs & Vorming op basis van het document aanvraag voorschot als voorschot op het subsidiebedrag Opmaak inhoudelijke en financiële rapportage De aanvaarding van het voorschot houdt de verplichting in dat uiterlijk op 31 juli 2020 zowel de inhoudelijke als de financiële rapportage van het schooljaar wordt ingebracht in de ESF-applicatie. Enkel tijdig ingediende en volledig ingevulde dossiers zullen behandeld worden Betaling saldo terugvordering Het saldo kan slechts integraal betaald worden mits correcte opvolging van registraties in Mijn Loopbaan,. getekende tijdsregistratiedocumenten, begeleidingsovereenkomst IBAL, arbeidsovereenkomst (indien van toepassing), actieplan én na goedkeuring van de rapportage. Het saldo zal op basis van het document aanvraag saldo door het Departement Onderwijs & Vorming uitbetaald worden in de loop van de maand november volgend op het betrokken schooljaar. pagina 16 van 22

17 Betalingen worden uitgevoerd na een grondige verificatie van de registraties in MLP en de aanvaarding van de verschillende bewijsstukken. Het toegekende subsidiebedrag kan nooit meer bedragen dan het in de begrotingsfase goedgekeurde bedrag. In geval van een negatief saldo wordt een terugvordering ingesteld. Het niet terugstorten binnen de gestelde termijn houdt in dat het Departement Onderwijs & Vorming geen nieuw dossier zal aanvaarden en dat de betrokken organisator niet langer zal beschouwd worden als deelnemer aan dit project. 3.8 BEZWAARPROCEDURE Indien de organisator niet akkoord gaat met de subsidiëring van zijn project of met de beslissing over de toekenning van zijn project, kan hij binnen de 15 kalenderdagen (poststempel of ontvangstbevestiging e- mail geldt als bewijs), na kennisgeving van het toegekende bedrag en/of het terug te vorderen bedrag, gemotiveerd beroep aantekenen tegen deze beslissing bij het Departement Onderwijs & Vorming (tav Katrien Bonneux), Koning Albert II-laan 15, 1210 Brussel. Het Departement Onderwijs & Vorming formuleert binnen de 15 kalenderdagen een definitieve beslissing in een antwoord op het bezwaar, na een tweede behandeling en nazicht van het dossier. De mogelijkheid van beroep kan niet aangewend worden om het dossier te vervolledigen of om nieuwe, aangepaste stukken in de plaats te stellen van deze die op basis van de richtlijnen onbetwistbaar verworpen waren. 4 CONTROLE De organisatoren zijn verantwoording verschuldigd over het project aan het Departement Onderwijs & Vorming en aan de bevoegde ambtenaren van de Vlaamse overheid en/of de Europese Commissie. Participeren aan IBAL betekent dat de subsidiërende instanties op elk ogenblik kunnen beslissen om een inhoudelijke en financiële audit uit te voeren. Reeds toegekende middelen kunnen teruggevorderd worden op basis van de bevindingen vanuit deze audits. De organisatoren zorgen voor een passende boekhoudkundige codering en hanteren het principe van een open boekhouding. Op aanvraag wordt inzage verschaft in alle documenten en stukken. De nodige bewijsvoering dient beschikbaar te zijn via de digitale archiefruimte op de SharePoint Leren en Werken en zal op eenvoudige vraag voorgelegd of overgemaakt pagina 17 van 22

18 worden aan de gemandateerden namens de Vlaamse overheid en/of de Europese Commissie. Het Departement Onderwijs & Vorming zal waken over een kwaliteitsvolle invulling en opvolging van het project. In functie van deze opvolging kan een kwaliteitscontrole vanuit het Departement Onderwijs en Vorming op elk moment plaatsvinden en dit op elke locatie waar een IBAL wordt uitgevoerd. Weigering of belemmering van de controle kan niet alleen aanleiding geven tot het schrappen van de middelen, er kan bovendien overgegaan worden tot de terugvordering van de al eerder uitbetaalde middelen. 5 PUBLICITEIT De Europese gedachte en vooral de subsidiëring door het Europees Sociaal Fonds dienen duidelijk zichtbaar aanwezig te zijn bij de organisatoren. Het ESF-logo wordt geafficheerd en aangebracht op formulieren en publicaties gesubsidieerd via dit project. 6 DIGITALE ARCHIEFRUIMTE Bij de start van het project zal voor elk goedgekeurd project een ruimte aangemaakt worden in de digitale archiefruimte van de SharePoint Leren en Werken. Om hierop in te loggen, krijgt u bij de start van het project een gebruikersnaam en wachtwoord. Als subsidievoorwaarde moeten onderstaande bewijsstukken tijdens de projectperiode opgeladen worden in deze archiefruimte: Wat? Wanneer opladen? Begeleidingsovereenkomst en arbeidsovereenkomst (in geval van tewerkstelling) Bewijs beëindiging arbeidsovereenkomst tijdens IBALbegeleiding Actieplan per jongere Opladen bij de start van de begeleiding Opladen bij het beëindigen van de overeenkomst Enkel de dossiers die bij wijze van steekproef bepaald worden door DOV Opladen bij de start van de begeleider Maandelijks opladen Loonfiche januari 2019 van de begeleider Tijdsregistratie per begeleider Schermafdruk stappen naar werk MLP Tegen uiterlijk 31 juli 2020 Verslag trimestrieel overleg Trimestrieel opladen pagina 18 van 22

19 Alle bewijsstukken moeten opgeladen zijn in pdf, én voorzien van een ESF-logo, bij indiening van de rapportering (31 juli 2020). Deze documenten dienen, door de organisator, digitaal bewaard te worden tot minimaal 31 december Indien het bewijsstuk niet voldoet aan de bepalingen van digitale archivering dient dit bewijsstuk op papier te worden bewaard gedurende eenzelfde periode. 7 TIJDLIJN OPROEP EN PROJECTEN DOV Organisator 12 april 2019 Openstellen oproep Indienen projectvoorstel 7 mei 2019 Deadline indienen projectvoorstel 11 juni 2019 Uiterlijke datum bekendmaking projectbeslissingen 1 juli 2019 Start project 1 juli juni 2020 Opvolging, coaching Begeleidingsacties 30 juni 2020 Einde projectperiode 31 juli 2020 Download registraties MLP Einde registraties MLP 31 juli 2020 Controle van de rapportering, documenten, registraties Einde deadline rapportering en archivering van documenten 8 COMMUNICATIE Alle algemene communicatie m.b.t. IBAL in de loop van een werkingsjaar zal verlopen via digitale weg. Alle schriftelijke correspondentie dient gestuurd te worden naar: Departement Onderwijs en Vorming Afdeling Secundair Onderwijs en Leerlingenbegeleiding t.a.v. Katrien Bonneux H. Consciencegebouw pagina 19 van 22

20 Koning Albert II-laan 15, 1210 Brussel 9 CONTACTGEGEVENS ROP EN VASTGELEGDE DATA Indien u wenst in te dienen voor dit project, dient u het aanbod af te stemmen op de andere geïnteresseerden binnen de regio waarvoor u wenst in te dienen. U dient de voorzitter op de hoogte te brengen van uw interesse één week voorafgaand aan het overleg. Indien er in deze tabel geen datum van overleg werd toegevoegd, kan u steeds contact opnemen met de voorzitter. Provincie Naam en voornaam Tel. Datum Antwerpen Kempen Bart Van Hecke Bart.VANHECKE@provincieantwerpen.be Mechelen Buelens Dirk Els Cools Kim.Nevelsteen@iok.be Dirk.buelens@banekkerspoel.be Els.cools@igemo.be Antwerpen-Boom Evelien Cautaert Evelien.Cautaert@stad.antwerpen.be Carla.vandenbril@stad.antwerpen.be 03/ / mei uur 015/ april uur 0478/ april uur 011/ april uur 052/ mei uur 053/ / Limburg Limburg Cuppens Hilde hilde.cuppens@limburg.be ingeborg.leen@limburg.be Oost- Waas en Dender Kathleen Stevens Kathleen.Stevens@resocwd.be Vlaanderen Van.kerkhove.martine@gmail.com Martine Van Kerkhove Zuid-Oost- Vlaanderen Fons Wauters fwauters@streekoverlegzov.be 053/ april uur Gent en Rand Ben Van Daele ben.vandaele@stad.gent 09/ / april uur Meetjesland, Leie en Schelde Ben Van Daele ben.vandaele@stad.gent 09/ april uur pagina 20 van 22

21 Brussel Brussel Corijn Steef 02/ april uur Vlaams- Brabant Vlaams- Brabant Jan Boon 016/ april uur West- Midden West- Nick 051/ mei 2019 Vlaanderen Vlaanderen Vanwalleghem 12 uur Brugge Nick nick.vanwalleghem@west-vlaanderen.be 051/ mei 2019 Vanwalleghem 16 uur Oostende Nick nick.vanwalleghem@west-vlaanderen.be 051/ mei 2019 Vanwalleghem 15 uur Westhoek Nick nick.vanwalleghem@west-vlaanderen.be 051/ mei 2019 Vanwalleghem 14 uur Zuid West- Vlaanderen Nele Verhaeghe Nele.Verhaeghe@kortrijk.be 056/ mei uur pagina 21 van 22

22 10 UREN TOEGEKEND PER REGIO In de berekening van het budget per regio is rekening gehouden met het verbruikte urenpakket in de drie afgelopen schooljaren, alsook de leerlingaantallen van de afgelopen drie schooljaren. Elke regio heeft sowieso recht op 90% van het voor die regio toegewezen budget. De bijkomende 10% dienen deel uit te maken van de begroting, maar worden pas toegekend na uitputting van de middelen en motivatie van noodzaak. Er dient binnen het beschikbare budget eveneens een aantal trajecten te worden bereikt. Deze staan eveneens vermeld in de tabel. Regio Budget Trajecten Kempen Mechelen Antwerpen-Boom Limburg Waas en Dender Zuid-Oost-Vlaanderen Gent en Rand Meetjesland, Leie-en Schelde Brussel Vlaams-Brabant Brugge M W-Vlaanderen Oostende Westhoek Z W-Vlaanderen Totaal pagina 22 van 22