Productie en verbruik van betonen metselzand en (gebroken) grind in Stand van het Zand XIII Lint aan het Grind XI.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Productie en verbruik van betonen metselzand en (gebroken) grind in Stand van het Zand XIII Lint aan het Grind XI."

Transcriptie

1 Productie en verbruik van betonen metselzand en (gebroken) grind in 2007 Stand van het Zand XIII Lint aan het Grind XI eindrapport In opdracht van Rijkswaterstaat Waterdienst Opgesteld door MWH B.V. Projectnummer W08B0013 Documentnaam F:\Data\Project\Water08\W08B0013\Fase 5_Eindrapportage\w08b0013.r02.doc Datum 29 januari 2009

2

3 Productie en verbruik van beton- en metselzand en (gebroken) grind in 2007 Stand van het Zand XIII / Lint aan het Grind XI Eindrapport 29 januari 2009 Noot vooraf Aan de gegevens kunnen geen rechten worden ontleend. De gebruiker neemt bij toepassing van gegevens uit dit rapport eventuele risico's aan deze informatie en / of interpretatie over. Rijkswaterstaat en degenen die aan deze publicatie hebben meegewerkt, hebben de in deze publicatie opgenomen gegevens zorgvuldig verzameld naar de laatste stand van wetenschap en techniek. Desondanks kunnen er onjuistheden in deze publicatie voorkomen. Het Rijk sluit, mede ten behoeve van degenen die aan deze publicatie hebben meegewerkt, iedere aansprakelijkheid uit voor schade die uit het gebruik van de hierin opgenomen gegevens mocht voortvloeien.

4

5 1. Rapport nr. XXXXXXXXX 2. Serie nr. n.v.t. 3. ISBN nr. 4. Titel en sub-titel Productie en verbruik van beton- en metselzand en (gebroken) grind in 2007 Stand van het Zand XIII / Lint aan het Grind XI 7. Schrijvers: drs. T.P.F. Koopmans drs. M.A. Senden 9. Naam en adres opdrachtnemer MWH b.v. Postbus EB ARNHEM 12. Naam en adres opdrachtgever Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat Generaal Water Postbus 20906, 2500 EX DEN HAAG (intern) Rijkswaterstaat, Waterdienst Netwerk Water Onderhoud Bodem Lelystad 5.Datum rapport 6. Code uitvoerende organisatie: nvt 8.Nr. rapport uitvoerende organisatie 10. Projectnaam 11. contractnummer 13. Type rapport Onderzoeksrapportage 14. Code andere opdrachtgever 15. Opmerkingen: Contactpersonen Waterdienst: hester.rijnsburger@rws.nl en peter.ivens@rws.nl 16. Referaat Voor het bepalen van het verbruik, de import en export van beton- en metselzand, grind en steenslag wordt in opdracht van het Directoraat-Generaal Water al geruime tijd een jaarlijks monitoringsonderzoek uitgevoerd. Dit rapport verslaat de dertiende enquête in een reeks en heeft betrekking op het jaar Enquêtes zijn uitgevoerd onder producenten (zand- en grindwinners), handelaren en gebruikers (asfaltindustrie en betonsector). Deze bedrijven hebben informatie gegeven over de omvang van productie, import, export, handel en verbruik. De aannemerij is in 2007, in tegenstelling tot voorgaande jaren, niet bevraagd. Het berekende verbruik in 2007 bedroeg 20,0 miljoen ton beton- en metselzand, 16,6 miljoen ton (gebroken) grind en 6,2 miljoen ton steenslag uit gebroken rots (volledig import). Daarbij is een schatting aangehouden voor het verbruik door de aannemerij, gebaseerd op het verbruik in Het gemonitorde verbruik van secundaire beton- en metselzandvervangende materialen in de beton- en asfaltsector is 1,2 miljoen ton. Voor secundair grindvervangende materialen is dat 3,2 miljoen ton, waarvan, volgens dit onderzoek, ongeveer 2,5 miljoen ton asfaltgranulaat. De import van beton- en metselzand bedroeg 9,0 miljoen ton vermeerderd met 1,3 miljoen ton vrijkomend zand uit geïmporteerd tout-venant, samen 10,3 miljoen ton. De export bedroeg ongeveer 3,3 miljoen ton. De netto import komt daarmee in 2007 op 7,0 miljoen ton beton- en metselzand. Dit is 0,8 miljoen ton minder dan in De import van rond en gebroken grind bedroeg ongeveer 14,3 miljoen ton vermeerderd met circa 1,1 miljoen ton grind vrijkomend uit geïmporteerd tout-venant. De export bedroeg ongeveer 0,2 miljoen ton. De netto import komt daarmee in 2007 op 15,3 miljoen ton (gebroken) grind, oftewel 0,6 miljoen ton minder dan in Trefwoorden: grondstoffen, beton- en metselzand, grind, monitoring, inventarisatie, registratie, statistiek, hergebruik, ontgrondingen 18. Distributie systeem 19. Classificatie 20. Classificatie deze pagina 21. Aantal blz.: 22.Prijs: n.v.t. 23. Acceptatie projectleider H.A. Rijnsburger 24. Acceptatie afdelingshoofd Onderhoud Bodem R.H.M. Eertman 25. Acceptatie directeur Directie Netwerk Water R. Hillen 3

6 4

7 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Samenvatting 7 1 Inleiding Doelstelling Relatie met voorgaande rapportages Definities Opzet van het onderzoek Opbouw van dit rapport 18 2 Extern statistisch materiaal Inleiding LCCO-WIG cijfers: productie van beton- en metselzand en grind Import tout-venant uit Engeland (Crown Estate) Import van steenslag Import en export van zand en grind (CBS) Verbruik van beton- en metselzand en grind op basis van statistische gegevens Handelsgegevens NVLB Industriële statistieken 27 3 Onderzoek onder producenten en handelaren Inleiding Uitvoering van het onderzoek Leveringen door producenten en handelaren Productie beton- en metselzand, grind en steenslag Inkoop beton- en metselzand, grind en steenslag Import en export 43 4 Onderzoek onder verbruikers Inleiding Opzet van de enquête Verbruikerspopulatie Respons Correctie resultaten Het verbruik van beton- en metselzand Het verbruik van grind in Nederland Import van beton- en metselzand en grind Verbruik van beton- en metselzandvervangende materialen Verbruik van grindvervangende materialen 66 5

8 Inhoudsopgave 5 Gecombineerde onderzoeksresultaten en conclusies Inleiding Het waargenomen totale verbruik van beton- en metselzand, grind en steenslag in Import en export van beton- en metselzand en grind Verbruik van zand- en grindvervangende materialen De ontwikkeling van het aanbod van beton- en metselzand, grind en steenslag De ontwikkeling van het verbruik van beton- en metselzand, grind en steenslag Betrouwbaarheid van de gegevens Aanbevelingen toekomst 82 6 Toetsing indicatorenmethode op basis van cijfers Inleiding De indicatorenmethode Inputgegevens Uitwerking indicatorenmethode Vergelijking uitkomsten indicatorenmethode met monitoringsresultaten 86 Bijlagen Bijlage A Producenten- en handelarenenquête Bijlage B Verbruikersenquête Bijlage C Enquêteresultaten producenten en handelaren Bijlage D Enquêteresultaten verbruikers Bijlage E Combinatie resultaten producent-, handelaren- en verbruikersenquêtes Bijlage F Samenstelling begeleidingsgroep 6

9 Samenvatting Samenvatting Aanleiding en doelstelling Om inzicht te hebben in productie, import, export en verbruik van betonen metselzand en (gebroken) grind (inclusief vervangende materialen) laat het ministerie van Verkeer en Waterstaat sinds 1988 monitoringsonderzoek uitvoeren. De beheerders en vergunningverleners, zowel bij het Rijk als de provincies, hebben behoefte aan betrouwbaar cijfermateriaal. Het onderzoek in 2007 is uitgevoerd in opdracht van DG-Water van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat en richt zich vooral op beton- en metselzand en (gebroken) grind, relatief schaarse bouwgrondstoffen, die in vrij grote mate in Nederland worden toegepast bij de productie van betonmortel, betonproducten en asfalt. Doelstelling van dit monitoringsonderzoek is om op een betrouwbare, consistente en inzichtelijke manier de noodzakelijke gegevens te verzamelen om inzicht te verkrijgen in diverse aspecten van het verbruik van beton- en metselzand, (gebroken) grind en vervangende materialen. Werkwijze Het onderzoek is uitgevoerd door MWH onder begeleiding van de afdeling Netwerk Water Onderhoud Bodem van de Waterdienst van Rijkswaterstaat. Zowel onder producenten en handelaren (aanbodzijde) als onder de verbruikers (vraagzijde) is het monitoringsonderzoek uitgevoerd via het afnemen van schriftelijke, telefonische en persoonlijke enquêtes. In tegenstelling tot voorgaande jaren is de aannemerij dit jaar niet geënquêteerd vanwege het relatief geringe verbruik van beton- en metselzand, grind en steenslag in gebonden toepassingen door deze sector. De overige drie gebruikerscategorieën (de betonmortelsector, de betonproductensector en de asfaltsector) nemen gezamenlijk circa 90% van het verbruik voor hun rekening, zodat, ondanks het niet monitoren van het verbruik onder de aannemerij, toch een goed beeld van het totale verbruik ontstaat. Voor de ophoging van de enquêteresultaten onder producenten en handelaren en ter controle en ijking van de verbruiksgegevens, is gebruik gemaakt van de zogenaamde LCCO-WIG productiegegevens voor beton- en metselzand en grind. Daarnaast is gebruikgemaakt van cijfers van de NVLB en zijn externe statistische bronnen geraadpleegd om inzicht te krijgen in de correctheid van de verzamelde gegevens. De verbruikersresultaten zijn opgehoogd op basis van responspercentages per sector en groottecategorie en zijn gecontroleerd en waar nodig aangepast aan de hand van industriële statistieken, zoals de landelijke productie van betonmortel en asfalt. Tenslotte zijn de resultaten vanuit de aanbodzijde en vanuit de verbruikerszijde met elkaar gecombineerd en is middels een betrouwbaarheidsfactor een gewogen totaalverbruik bepaald voor de verschillende onderzochte bouwgrondstoffen. 7

10 Samenvatting Responsresultaten en betrouwbaarheid De respons onder de producenten van beton- en metselzand en grind is lager dan voorgaande jaren en de handmatige toevoeging van de resultaten over 2006 voor één belangrijke producent is noodzakelijk gebleken om een bruikbaar beeld van de productie te verkrijgen. Ook de respons onder de handelaren is lager dan voorgaande jaren en de handmatige toevoeging van de resultaten over 2006 voor drie handelaren is noodzakelijk gebleken om een bruikbaar beeld van de totale inkoop en leveringen te verkrijgen. Na toevoeging van enkele 2006-respondenten vertegenwoordigen deze gezamenlijk ongeveer 72% van alle leveringen van beton- en metselzand, grind en steenslag aan eindverbruikers. Aanvullend is een ophoogfactor voor de producenten gehanteerd van 1,37 en zijn de handelarenresponsresultaten met een per bouwgrondstof verschillende factor opgehoogd. De respons onder de verbruikers is dit jaar wederom hoger dan in de drie voorgaande jaren, ondanks het niet bevragen van de aannemerij. De respondenten vertegenwoordigen een gezamenlijk verbruik van 12,1 miljoen ton beton- en metselzand, van 11,2 miljoen ton grind en van 4,4 miljoen ton steenslag. Per sector en per groottecategorie is een ophoogfactor gehanteerd die indien mogelijk aan de industriële statistiek getoetst en aangepast is. Voor zowel de betonmortelsector, de betonproductensector als de asfaltsector bleek dit jaar een verlaagfactor nodig om de berekende productievolumes overeen te laten komen met de volumes volgens de industrie. De productie van beton- en metselzand en grind De productie van beton- en metselzand en grind in 2007 bedraagt volgens de gegevens van de LCCO-WIG respectievelijk 14,4 en 2,4 miljoen ton. Figuur 1 toont de ontwikkeling van de productie in de afgelopen tien jaar volgens de gegevens van de LCCO-WIG. De jaarlijkse winning van betonen metselzand lijkt zich te stabiliseren op circa 14,5 miljoen ton. Daarbij moet echter worden aangetekend dat van de totale winning in 2007 het wederom 2 à 3 miljoen ton relatief fijn beton- en metselzand betreft dat op de Noordzee is gewonnen en als bijmengzand wordt toegepast, grotendeels na export naar België. De productie van grind is in 2007 verder gedaald tot het laagste niveau ooit. In Limburg is voor het vijfde achtereenvolgende jaar minder grind gewonnen uit provinciale winningen en ook de winning uit het zomerbed is in 2007 gedaald. 8

11 Samenvatting productie (mln ton) Beton- en metselzand (rijkswateren) Beton- en metselzand (provincies) Grind 0 B&M-zand Grind B&M-zand Grind B&M-zand Grind B&M-zand Grind B&M-zand Grind B&M-zand Grind B&M-zand Grind B&M-zand Grind B&M-zand Grind B&M-zand Grind Figuur 1 De productie van beton- en metselzand en grind in de afgelopen tien jaar (miljoen ton). Binnen de productie van beton- en metselzand is het gedeelte afkomstig uit Rijkswateren schuin gestreept aangegeven. Bron: LCCO-WIG. Het verbruik van beton- en metselzand, grind en steenslag Het verbruik van beton- en metselzand, grind en steenslag kan zowel gebaseerd worden op de leveringen door producenten en handelaren plus de eigen import van de verbruikers, als op het berekende verbruik vanuit de verbruikersenquête. Bij dit laatste verbruik dient een schatting voor het verbruik door de aannemerij te worden opgeteld op basis van het voorgaande onderzoek (ca. 2,5 miljoen ton beton- en metselzand en ca. 0,8 miljoen ton grind). Omdat dit verschillende resultaten oplevert is een, op basis van de responsdekking van beide onderzoekssporen gewogen, gemiddelde berekend. Dit geeft inzicht in het daadwerkelijke verbruik van beton- en metselzand, grind en steenslag in Nederland. Tabel 1 toont voor beton- en metselzand, grind en steenslag beide berekende verbruiken en het gewogen gemiddelde verbruik. Hierin valt op dat het berekende verbruik op basis van de leveringen, net als in de vorige twee monitoringsonderzoeken, hoger is dan het berekende verbruik op basis van de verbruikersenquête. Voor beton- en metselzand wordt dit mogelijk deels veroorzaakt door toepassing van beton- en metselzand in zogenaamde niet cement- of bitumineus gebonden toepassingen, zoals sportveldenzand of andere ongeboden toepassingen. Dit bedraagt naar schatting 2 miljoen ton. Voor beton- en metselzand en grind loopt het verbruik op basis van deze twee onderzoekssporen echter minder uiteen dan in voorgaande jaren. Tabel 1 Het berekende verbruik van beton- en metselzand, grind en steenslag in Nederland in 2007, enerzijds op basis van leveringen aan en eigen import en productie door verbruikers, anderzijds op basis van gemeten inkoop door verbruikers, alsmede het op basis van deze twee verbruiken bepaalde gewogen verbruik. Ogenschijnlijk foutieve sommaties zijn het gevolg van afronding van de brondata. Bron: dit onderzoek (hoofdstuk 5). verbruik o.b.v. leveringen aan en eigen import en productie door verbruikers (V1) verbruik o.b.v. totale inkoop door verbruikers, inclusief geschat verbruik aannemerij (V2) gewogen verbruik (= 0,53 x V1 + 0,47 x V2) beton- en metselzand 21,5 18,3 20,0 grind 17,2 15,7 16,6 steenslag 6,9 5,0 6,2 9

12 Samenvatting Figuur 2 toont de ontwikkeling van het waargenomen, gewogen verbruik van beton- en metselzand, grind en steenslag in de afgelopen tien jaar. Het gewogen verbruik van beton- en metselzand in 2007 ligt 1,1 miljoen ton lager dan in 2006 hetgeen het tweede achtereenvolgende jaar is dat een daling wordt gemeten, ondanks een stijging van de bouwproductie (dit jaar met ca. 8%). Het gewogen verbruik van grind valt nauwelijks lager uit dan in 2006 (min 0,1 miljoen ton), maar het gewogen verbruik van steenslag is wel met bijna 5 miljoen ton gedaald, na twee jaar met een erg hoog gemeten verbruik van ruim 10 miljoen ton. De procentuele afname van het gewogen verbruik van grof toeslagmateriaal (min 18%) is veel groter dan de procentuele afname van het gewogen verbruik van beton- en metselzand (min 5%). 30 Beton- en metselzand Grind Steenslag 25 Verbruik (miljoen ton) Jaar Figuur 2 Het gewogen verbruik van beton- en metselzand, grind en steenslag in de periode (in miljoen ton). Omdat de wijze van dataverzameling gedurende deze periode niet altijd hetzelfde is geweest dienen de cijfers met voorzichtigheid gebruikt te worden. Voor de exacte cijfers en de achtergronden wordt verwezen naar voorgaande Stand van het Zand / Lint aan het Grind rapportages. De import en export van beton- en metselzand, grind en steenslag Tabel 2 toont de waargenomen import en export van beton- en metselzand, grind en steenslag, gebaseerd op de resultaten van zowel het onderzoek onder de producenten/handelaren als het onderzoek onder verbruikers (exclusief import door de aannemerij). Figuur 3 toont de ontwikkeling van de netto import. Tabel 2 Waargenomen import en export van beton- en metselzand, grind en steenslag door producenten, handelaren en verbruikers in 2007 (miljoen ton), exclusief eventuele import door de aannemerij. Ogenschijnlijk foutieve sommaties zijn het gevolg van afronding van de brondata. Bron: dit onderzoek (hoofdstuk 5). beton- en metselzand grind steenslag Import door producenten en handelaren 8,5 13,5 7,3 Import uit tout-venant door producenten en handelaren 1,3 1,1 0,0 Directe import door verbruikers 0,5 0,8 0,4 Totale import 10,2 15,5 7,7 Totale export -3,3-0,2 0,0 Netto import 7,0 15,3 7,7 10

13 Samenvatting 25 beton- en metselzand grind steenslag 20 netto import in mln. ton jaar Figuur 3 Waargenomen netto import van beton- en metselzand, grind en steenslag sinds De import van zand en grind uit tout-venant wordt pas sinds 2000 gemonitord en is dus niet in eerdere cijfers opgenomen. Voor 2007 zijn de importcijfers exclusief import door de aannemerij. Bron: : Stand van het Zand XII, Lint aan het Grind X; 2007: dit onderzoek (hoofdstuk 5). De waargenomen netto import van beton- en metselzand is in 2007 met 0,8 miljoen ton gedaald ten opzichte van 2006 en ook de import van grind is gedaald (min 0,6 miljoen ton). Bij beide valt op dat de gemeten import van zand en grind uit tout-venant gedaald is (met respectievelijk 1,3 en 0,9 miljoen ton) ondanks de gestegen import van tout-venant volgens de UK Crown Estate. De import van steenslag is met bijna 6 miljoen ton gedaald, na twee jaren met een grote steenslagimport. Het verbruik per type verbruiker De verschillende verbruikerscategorieën verbruiken in verschillende hoeveelheden beton- en metselzand, grind en steenslag. Op basis van de resultaten van het onderzoek onder verbruikers kan bepaald worden welk van de drie bevraagde verbruikerscategoriën verantwoordelijk is voor welk percentage van het verbruik. Tabel 3 toont dit relatieve verbruik in Tussen haakjes is het vergelijkbare procentuele verbruik in 2006 weergegeven. Het relatieve verbruik van grind door de asfaltinstallaties is, na de verdubbeling vorig jaar, nu weer gehalveerd. Verder heeft de betonproductensector relatief wat meer grind gebruikt en wat minder steenslag. Ook dit is het omgekeerde van wat we vorig jaar waarnamen Tabel 3 Waargenomen procentueel verbruik per gebruikerscategorie van beton- en metselzand, (gebroken) grind en steenslag in 2007 op basis van de inkopen door de verbruikers. Tussen haakjes het procentuele verbruik in Ogenschijnlijk foutieve sommaties zijn het gevolg van afronding van de brondata. Bron: dit onderzoek (hoofdstuk 5). Categorie beton- en metselzand grind steenslag asfaltinstallaties 8% (8%) 5% (10%) 65% (60%) betonmortelfabrikanten 52% (50%) 65% (64%) 10% (6%) betonproductenfabrikanten 40% (42%) 30% (26%) 25% (34%) 11

14 Samenvatting Het verbruik van secundaire zand- en grindvervangende materialen Behalve steenslag, een primaire grindvervanger, gebruikt de zand- en grindverwerkende industrie ook nog diverse soorten secundaire beton- en metselzand- en grindvervangende materialen. In 2007 bedroeg het waargenomen verbruik van secundaire beton- en metselzandvervangende materialen ca. 1,2 miljoen ton, waarvan 0,7 miljoen ton brekerzand van natuurlijke mineralen door de asfaltindustrie. Het waargenomen verbruik van secundaire beton- en metselzandvervangende materialen in de betonsector in 2006 bedraagt 0,5 miljoen ton, tegen 0,2 miljoen ton in Het waargenomen verbruik van secundaire grindvervangende materialen in 2007 bedraagt 3,2 miljoen ton, waarvan 2,5 miljoen ton asfaltgranulaat. Het verbruik van secundaire grindvervangende materialen in de betonsector in 2007 bedraagt, net als in 2006, circa 0,7 miljoen ton Tabel 4 Waargenomen verbruik van secundaire beton- en metselzandvervangende materialen in de beton- en asfaltsector in 2007 in miljoen ton. Tussen haakjes de hoeveelheden in Ogenschijnlijk foutieve sommaties zijn het gevolg van afronding van de brondata.bron: dit onderzoek (hoofdstuk 4 en Bijlage D.7). jaar brekerzand van nat. mineralen brekerzand van BSA fijn zand (0-500 / 0-1) anders totaal 2007 (2006) 0,71 (0,5) 0,05 (0,06) 0,26 (0,01) 0,18 (0,27) 1,2 (0,8) Tabel 5 Waargenomen verbruik van secundaire grindvervangende materialen in de beton- en asfaltsector in 2007 in miljoen ton. Tussen haakjes de hoeveelheden in Ogenschijnlijk foutieve sommaties zijn het gevolg van afronding van de brondata. Bron: dit onderzoek (hoofdstuk 4 en Bijlage D.8). jaar asfaltgranulaat BSAgranulaat (betonsector) staal- en fosforslak anders totaal 2007 (2006) 2,54 (2,45) 0,45 (0,44) 0,05 (0,11) 0,10 (0,28) 3,2 (3,3) Stroomschema beton- en metselzand en vervangers De productie, import, export, handel en het verbruik van beton- en metselzand en vervangers is op basis van de gecombineerde onderzoekssporen van dit monitoringsonderzoek schematisch weergegeven in het stroomschema op de volgende bladzijde. 12

15 Samenvatting Nederlandse beton- en metselzandwinningen Buitenlandse beton- en metselzandwinningen Op basis van onderzoek onder producenten en handelaren. Zie Figuur 1, Tabel 1 en Tabel 2. 14,4 mln. ton 10,2 mln. ton Export naar België 3,3 mln. ton Nederlandse handelaren en producenten Producenten van secundaire beton- en metselzandvervangers ca. 21,3 mln. ton 15,1 mln. ton + ca. 2,5 mln. ton door aannemerij 1,2 mln. ton 0,2 mln. ton Nederlandse verbruikers 0,5 mln. ton Op basis van onderzoek onder verbruikers. Zie Tabel 1, Tabel 2, Tabel 3 en Tabel 4. Gecombineerde onderzoeksresultaten. Zie Tabel 1. Primair beton- en metselzand Betonmortel: 7,4 mln. ton Overige mortels: 0,8 mln. ton Betonproducten: 6,3 mln. ton Asfalt: 1,3 mln. ton Aannemerij (schatting o.b.v. 2006) Totaal: ca. 2,5 mln. ton Ongebonden toepassing (schatting) Totaal: ca. 2 mln. ton Totaal: ca. 20,3 mln. ton Secundair beton- en metselzand Asfalt: 0,7 mln. ton Overig: 0,5 mln. ton Totaal: ca. 21,5 mln. ton NB: Doordat cijfers uit verschillende onderzoeken afkomstig zijn, is het verbuik op basis van productie, import en export niet altijd gelijk aan het gemeten verbruik onder de verbruikers. 13

16 Samenvatting Stroomschema (gebroken) grind, steenslag uit gebroken rots en vervangers De productie, import, export, handel en het verbruik van (gebroken) grind, steenslag uit gebroken rots en grindvervangers is op basis van de gecombineerde onderzoeken schematisch weergegeven in onderstaand stroomschema. Nederlandse grindwinningen Buitenlandse grindwinningen Buitenlandse steenslag uit gebroken rots 2,4 mln.ton 14,7 mln. ton 7,3 mln.ton Op basis van onderzoek onder producenten en handelaren. Zie Figuur 1, Tabel 1 en Tabel 2. Export naar België 0,2 mln. ton Nederlandse handelaren en producenten Producenten van secundaire grindvervan- 24,2 mln.ton 18,6 mln.ton + ca. 0,8 mln. ton door aannemerij 0,1 mln. 3,2 mln. ton ton 0,8 mln.ton Nederlandse verbruikers 0,4 mln.ton Op basis van onderzoek onder verbruikers. Zie Tabel 1, Tabel 2, Tabel 3 en Tabel 5. Primair grind en steenslag Betonmortel: 10,1 mln. ton Betonproducten: 5,7 mln. ton Asfalt: 4,1 mln. ton Aannemerij (schatting o.b.v. 2006) Totaal: ca. 0,8 mln. ton Secundair grind Asfalt: 2,5 mln. ton Beton: 0,7 mln. ton Gecombineerde onderzoeksresultaten. Zie Tabel 1. Totaal: ca. 20,7 mln. ton Totaal: ca. 24 mln. ton NB: Doordat cijfers uit verschillende onderzoeken afkomstig zijn, is het verbruik op basis van productie, import en export niet altijd gelijk aan het gemeten verbruik onder de verbruikers. 14

17 Inleiding 1 Inleiding Doelstelling Rijk en provincies hebben, als beheerders en vergunningverleners, behoefte aan betrouwbaar cijfermateriaal over de jaarlijkse productie, import, export en consumptie van bouwgrondstoffen in Nederland. Vooral gegevens over beton- en metselzand en grind, relatief schaarse bouwgrondstoffen, die in vrij grote mate in Nederland worden toegepast met name bij de productie van betonmortel en betonproducten, moeten daarom op een betrouwbare, consistente en inzichtelijke manier verzameld worden. Vanuit dit oogpunt worden de volgende gegevens verzameld: - de productie van beton- en metselzand en (gebroken) grind in Nederland; - de import en export van beton- en metselzand, (gebroken) grind en steenslag uit gebroken rots; - de handel (transport en logistiek) van beton- en metselzand, (gebroken) grind en steenslag uit gebroken rots; - het verbruik van beton- en metselzand, (gebroken) grind en steenslag in Nederland per type toepassing; - het verbruik van vervangende materialen voor beton- en metselzand en (gebroken) grind. Over het jaar 2007 zijn deze gegevens voor veruit het belangrijkste deel verzameld via telefonische en schriftelijke enquêtes en persoonlijke interviews onder producenten, handelaren en de belangrijkste verbruikers van beton- en metselzand en grind, uitgevoerd in de periode april t/m juli Aanvullend is informatie verzameld uit diverse statistische bronnen. 1.2 Relatie met voorgaande rapportages Het onderzoek naar beton- en metselzand is het dertiende onderzoek in de reeks Stand van het Zand. Samen met eerdere onderzoeken wordt nu gedurende 20 jaar onderzoek op dit gebied verricht. Het onderzoek naar (gebroken) grind is het elfde in de reeks Lint aan het Grind en is sinds 2000 geïntegreerd in het onderzoek Stand van het Zand. Dit onderzoek is het vervolg op het driejarige onderzoek Monitoring Bouwgrondstoffen , dat in de periode is uitgevoerd door MWH (voorheen Syncera) in opdracht van Rijkswaterstaat Waterdienst (voorheen Rijkswaterstaat DWW). Het project wordt gefinancierd door het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, DG Water. In vergelijking met de voorgaande drie onderzoeksjaren is het onderzoek onder verbruikers met ingang van dit jaar gewijzigd. Uit oogpunt van kostenefficiency is besloten om het verbruikersonderzoek te beperken tot de 15

18 Inleiding belangrijkste verbruikers van beton- en metselzand, grind en steenslag, zijnde de betonmortelproducenten, de fabrikanten van betonproducten en de asfaltproducenten. Deze drie gebruikerscategorieën nemen gezamenlijk circa 90% van het verbruik voor hun rekening, zodat, ondanks het niet monitoren van het verbruik onder de aannemerij, toch een goed beeld van het totale verbruik ontstaat. 1.3 Definities Beton- en metselzand is in dit onderzoek gedefinieerd als zand, dat wordt verbruikt voor het maken van cement- en bitumineus gebonden bouwstoffen (zoals beton, mortel en asfalt). Grind, gebroken grind en steenslag betreffen materiaal met een korrelgrootte van minimaal 4 mm en maximaal 40 mm. Deze definities zijn identiek aan die uit eerdere onderzoeken in deze reeks. Tijdens de uitvoering van dit onderzoek is nadrukkelijk aandacht besteed aan de toepassing in gebonden vorm om oneigenlijk gebruik van betonen metselzand en grind buiten het onderzoek te houden. 1.4 Opzet van het onderzoek Conform het protocol Stand van het Zand/Lint aan het Grind, versie , is het onderzoek opgesplitst in drie onderzoekssporen, gebaseerd op het systeem beton- en metselzand- en grindvoorziening in Nederland (zie Figuur 1.1). Input: Systeem: (1) Output Nederlandse zanden grindwinningen (handelende) producenten Export (m.n. België) (2) Import (m.n. Duitsland, Engeland en België) Verbruikers: (niet producerende) Handelaren (transport & logistiek) - betonmortelcentrales - betonproducten - asfaltcentrales - aannemers 1 Uit het buitenland geïmporteerd materiaal dat direct naar het buitenland wordt doorgevoerd ( transit ) wordt sinds de monitoring over 2005 zoveel mogelijk buiten het onderzoek gehouden. Vóór 2005 kan dit tot vervuiling hebben geleid. 2 Inkoop door producenten bij handelaren komt nauwelijks voor. Figuur 1.1 Stroomschema van het systeem Beton- en metselzand- en grindvoorziening in Nederland 16

19 Inleiding Spoor 1 betreft het onderzoek van bestaand extern statistisch materiaal. Dit materiaal dient om de onderzoeksresultaten te ijken, zoals de landelijke productiecijfers voor oppervlaktedelfstoffen (LCCO-WIG), exportcijfers van naar Nederland exporterende landen en cijfers van de diverse brancheorganisaties (de betonsector en de cementindustrie). Spoor 2 betreft het onderzoek onder producenten en handelaren. Zij zijn verantwoordelijk voor de aanbodzijde van de beton- en metselzand- en grindmarkt en verzorgen de inbreng van het materiaal in het systeem vanuit de inputbronnen (Nederlandse winningen, buitenlandse winningen in Nederlandse handen en overige import uit het buitenland). De producenten en handelaren zijn tevens verantwoordelijk voor de levering van het materiaal naar de eindverbruikers en voor de export. Tussendoor kan het materiaal via verschillende handelaren gaan. Zo hebben de (pure) producenten, de producerende handelaren en de niet-producerende handelaren een belangrijke rol bij de afstemming van vraag en aanbod. Ten behoeve van de uitvoering van het onderzoek wordt onderscheid gemaakt in twee categorieën bedrijven aan de aanbodzijde: - producenten; dit zijn Nederlandse bedrijven die in Nederland (en eventueel in het buitenland) zand en/of grind produceren en dit leveren aan Nederlandse bedrijven (andere producenten, handelaren of gebruikers); - handelaren; dit zijn Nederlandse bedrijven die in Nederland of het buitenland zand en/of grind inkopen en dit leveren aan Nederlandse bedrijven (andere producenten, handelaren of gebruikers). Bedrijven die zowel materiaal produceren als inkopen (i.e. het merendeel van de producenten) worden beschouwd als producenten, tenzij de productie geen structurele bijdrage levert en het bedrijf duidelijk als handelaar te bestempelen is (bijvoorbeeld als het incidentele productie is, of de productie plaatsvindt in het buitenland en uitsluitend bedoeld is om in de handel te kunnen voorzien). Onder de producenten en handelaren zijn zowel schriftelijke als persoonlijke interviews gehouden om de cijfers te verzamelen. De belangrijkste producenten en handelaren zijn persoonlijk geïnterviewd, de meeste overige producenten zijn telefonisch benaderd en bij de meeste overige handelaren is de enquête schriftelijk afgenomen met medewerking van de brancheorganisatie van handelaren (NVBL). Spoor 3 van het onderzoek richt zich op de belangrijkste verbruikers van beton- en metselzand en grind, zijnde de betonmortelproducenten, de fabrikanten van betonproducten en de asfaltproducenten. Deze betrekken hun grondstoffen bij producenten en handelaren of direct uit het buitenland. Onder de verbruikers zijn zowel telefonische als schriftelijke enquêtes afgenomen. 17

20 Inleiding 1.5 Opbouw van dit rapport De opbouw van dit rapport volgt de benadering via deze drie sporen: Spoor 1: onderzoek extern statistisch materiaal (Hoofdstuk 2) Spoor 2: onderzoek onder producenten en handelaren (Hoofdstuk 3) Spoor 3: onderzoek onder verbruikers (Hoofdstuk 4). In Hoofdstuk 5 komen de resultaten van de drie gevolgde onderzoekssporen bij elkaar en worden de resultaten met elkaar vergeleken, zodat meer betrouwbare uitspraken kunnen worden gedaan. Verder worden de resultaten in dit hoofdstuk vergeleken met de resultaten van de verbruiksberekening middels de eerder dit jaar ontwikkelde Indicatorenmethode. Tenslotte wordt in dit hoofdstuk stilgestaan bij de betrouwbaarheid van het onderzoek, de consistentie van de resultaten en worden aanbevelingen gedaan om over 2008 de betrouwbaarheid van het onderzoek verder te verbeteren. 18

21 Extern statistisch materiaal 2 Extern statistisch materiaal Inleiding Het doel van dit deel van het onderzoek is het verzamelen van statistisch materiaal dat kan helpen bij het vaststellen van de productie, de import en export en het verbruik van beton- en metselzand en (gebroken) grind. Deze gegevens vormen een belangrijke ijk- en controlemethode voor de enquêteresultaten. Hieronder wordt een overzicht gegeven van de verschillende gegevens en gegevensbronnen die afkomstig zijn uit extern statistisch materiaal. In de volgende paragrafen worden deze bronnen achtereenvolgens behandeld. In vergelijking met voorgaande jaren moet worden opgemerkt dat we dit jaar geen gebruik hebben gemaakt van de cijfers van de Dienst Domeinen betreffende de winning van zand uit Rijkswateren vanwege de geringe toegevoegde waarde die deze informatie heeft in het onderzoek. Tabel 2.1 Extern statistisch materiaal zoals gebruikt in dit onderzoek Bron: Cijfers: Ten behoeve van: LCCO-WIG cijfers over de productie van beton- en metselzand en grind - bepaling respons productie en ophoogfactor voor (handelende) producenten UK Crown Estate NGU (Noorse Geologische Dienst) CBS cijfers over op het Engels continentaal plat gewonnen, en naar Nederlandse havens getransporteerd tout-venant cijfers over de import van steenslag uit gebroken rots vanuit Noorwegen naar Nederland cijfers over de import en export van zand en grind - controle import van tout-venant naar Nederland - controle import van steenslag uit gebroken rots naar Nederland - beperkte waarde voor het onderzoek NVLB handel in beton- en metselzand en grind - bepaling respons handel en ophoogfactor voor niet-producerende handelaren Industrie Bouwnijverheid cijfers over de cementproductie (Cement&BetonCentrum) cijfers over de productie van betonmortel (VOBN) cijfers over de productie van asfalt (VBW- Asfalt) diverse statistische cijfers over de bouwnijverheid (CBS) - controle verbruik van beton- en metselzand en grind - controle verbruik van beton- en metselzand en grind en controle ophoogfactor betonmortelindustrie - controle verbruik van beton- en metselzand en grind controle ophoogfactor asfaltindustrie - controle ontwikkeling verbruik van beton- en metselzand en grind 19

22 Extern statistisch materiaal 2.2 LCCO-WIG cijfers: productie van beton- en metselzand en grind Jaarlijks moeten alle vergunninghouders van ontgrondingen aan de vergunningverlener (provincie of Rijkswaterstaat) opgeven hoeveel ton beton- en metselzand en grind er in het voorgaande jaar is gewonnen. Deze cijfers worden door Rijkswaterstaat verzameld en zijn een voortzetting van de vroegere cijferverzameling door de Werkgroep Inventarisatie Gegevens van de Landelijke Commissie voor de Coördinatie van het Ontgrondingenbeleid (LCCO-WIG). De cijfers worden dan ook nog altijd aangeduid als de LCCO-WIG cijfers LCCO-WIG cijfers 2007 De onderstaande Tabellen 2.2 en 2.3 geven een overzicht van de productie van beton- en metselzand en grind per vergunningverlenende instantie gedurende de afgelopen 10 jaar. Figuur 2.1 toont de productie van beton- en metselzand en grind in grafiekvorm. Tabel 2.2 Productie van beton- en metselzand naar vergunningverlenende instantie voor de jaren 1998 tot en met 2007 (in miljoen ton). Bron: LCCO-WIG, november gem. Groningen 0,3 0,5 0,5 0,5 0,4 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,4 Drenthe 0,7 0,8 0,8 0,9 0,9 0,8 0,7 0,7 0,7 0,6 0,8 Overijssel 1,0 1,1 1,1 1,0 0,8 0,8 0,9 0,9 0,9 0,8 0,9 Gelderland 5,7 3,8 5,3 4,5 3,2 3,0 3,3 3,2 3,5 4,0 3,9 Utrecht 0,1 0,2 0,1 0,2 0,1 0,1 0,3 0,3 0,2 0,2 0,2 Noord-Brabant 3,8 7,0 7,7 5,6 5,4 3,6 3,0 3,1 3,2 2,1 4,4 Limburg 6,8 5,8 3,2 5,1 2,8 3,7 3,2 2,6 2,4 2,8 3,9 Rijkswaterstaat 2,5 1,4 2,4 2,1 3,1 3,0 1,9 3,0 3,7 3,5 2,7 Nederland 20,9 20,5 21,2 19,8 16,7 15,2 13,6 14,0 14,7 14,4 17,1 Tabel 2.3 Productie van grind naar vergunningverlenende instantie voor de jaren 1998 tot en met 2007 (in miljoen ton). Bron: LCCO-WIG, november gem. Overijssel 0,06 0,07 0,06 0,04 0,05 0,04 0,01 0,01 0,03 0,0 0,0 Gelderland 0,8 0,5 0,7 0,5 0,4 0,4 0,4 0,4 0,3 0,4 0,5 Noord-Brabant 0,5 0,6 1,2 1,1 0,8 0,6 0,6 0,5 0,2 0,4 0,6 Limburg 3,2 3,8 3,4 2,1 1,7 3,0 2,5 2,0 Limburg (reg.) 0,8 1,1 0,8 0,9 0,6 0,4 0,4 0,7 1,9 1,4 3,1 Rijkswaterstaat 0,3 0,02 0,3 0,2 0 0,02 0 0,01 0,8 0,2 0,2 Nederland 5,7 6,0 6,5 4,8 3,6 4,5 3,8 3,6 3,3 2,4 4,4 20

23 Extern statistisch materiaal productie (mln ton) Beton- en metselzand (rijkswateren) Beton- en metselzand (provincies) Grind 0 B&M-zand Grind B&M-zand Grind B&M-zand Grind B&M-zand Grind B&M-zand Grind B&M-zand Grind B&M-zand Grind B&M-zand Grind B&M-zand Grind B&M-zand Grind Figuur 2.1 De productie van beton- en metselzand en grind in de afgelopen tien jaar volgens de LCCO-WIG (miljoen ton). Binnen de productie van beton- en metselzand is het gedeelte afkomstig uit Rijkswateren apart aangegeven. Hieruit blijkt dat de beton- en metselzandproductie zich, na de lage productie in 2004, lijkt te stabiliseren op zo n 14,5 miljoen ton per jaar. Vermoedelijk is het grootste deel van de 3,5 miljoen ton op de Noordzee gewonnen beton- en metselzand direct in België aangeland. De grindproductie blijkt in 2007 verder te zijn gedaald tot ca. 2,4 miljoen ton. In Limburg is vorig jaar voor het vijfde achtereenvolgende jaar minder grind gewonnen uit provinciale winningen (winterbed). De grindwinning uit rijkswateren (zomerbed) is in 2007 gedaald ten opzichte van Import tout-venant uit Engeland (Crown Estate) De Engelse UK Crown Estate houdt gegevens bij van de export van toutvenant vanuit naar Nederlandse havens. De opgave van de managing agents offshore for the Crown Estate betreft op zee gewonnen toutvenant, dat voor ca. 45% uit beton- en metselzand bestaat en voor ca. 55% uit grind. Deze percentages schommelen per lading. In Tabel 2.5 is de import voor 2007, totaal 4,2 miljoen ton, uitgesplitst per zeehaven waar het materiaal is aangeland. In totaal wordt 20% van het in de Britse wateren gewonnen zand en grind naar Nederland geëxporteerd. Tabel 2.6 geeft een overzicht van deze cijfers voor de afgelopen 10 jaar. Hieruit blijkt dat de import van tout-venant sinds de lage import in 2002 gestaag toeneemt en momenteel op het hoogste niveau ooit is aanbeland. Tabel 2.5 Import van Engels tout-venant in Nederlandse in 2007 per Nederlandse zeehaven (in tonnen) Bron: Marine Aggregates, Crown Estate Licenses, Summary of Statistics Nederlandse zeehaven 2007 Harlingen Amsterdam Rotterdam Vlissingen Sluiskil - Totaal

24 Extern statistisch materiaal Tabel 2.6 Import van Engels tout-venant in Nederlandse havens voor de jaren 1998 tot en met 2007 (in tonnen) Bron: Marine Aggregates, Crown Estate Licenses, Summary of Statistics gem. Engels tout-venant 3,6 3,5 3,8 3,9 3,3 3,5 3,5 3,8 4,0 4,2 3,7 - waarvan 45% zand 1,6 1,6 1,7 1,8 1,5 1,6 1,6 1,7 1,8 1,9 1,7 - waarvan 55% grind 2,0 1,9 2,1 2,1 1,8 1,9 1,9 2,1 2,2 2,3 2,0 2.4 Import van steenslag Import van steenslag uit Noorwegen (NGU) De Noorse geologische dienst (NGU) verzamelt cijfers over de export van steenslag uit gebroken rots. In 2007 is er volgens de NGU 2,73 miljoen ton steenslag naar Nederland geëxporteerd. Dit is ruim bijna 1 miljoen ton meer dan in 2006 en de hoogste import uit Noorwegen ooit. Tabel 2.7 Import steenslag uit Noorwegen voor de jaren 2001 tot en met 2007 (in tonnen) Bron: Norway's coastal aggregates. Export in 2007 and potential deposits, NGU 2008, en voorgaande jaarlijkse rapporten Steenslag uit gebroken rots 0,38 0,97 1,38 1,67 2,21 1,87 2, Import en export van zand en grind (CBS) Het CBS verzamelt gegevens over de import en export van o.a. zand, grind en steenslag naar en vanuit Nederland. Deze cijfers dienen met grote voorzichtigheid te worden behandeld. Ten eerste wijken de productomschrijvingen van het CBS af van de in dit onderzoek gehanteerde definities voor beton- en metselzand en grind. Ook de door CBS gehanteerde criteria met betrekking tot de handelswaarde ( ) leiden tot afwijkingen, doordat bedrijven die voor een kleinere waarde importeren niet aan CBS rapporteren. Doordat in de zand- en grindwinning en -handel de hoeveelheden vaak lager zijn (< ton) leidt dit gemakkelijk tot een structurele onderschatting van de totale hoeveelheden, met name van de eigen import door verbruikers. Verder weten de transporteurs (meestal binnenvaartschippers) vaak niet wat voor materiaal ze precies bij zich hebben, wat kan leiden tot vervuiling van de cijfers. Tenslotte kunnen de cijfers vervuild zijn met direct doorgevoerd materiaal, zogenaamd transit. Een gevolg van deze onzuiverheden is dat de cijfers alleen bruikbaar zijn om een trend weer te geven van de import en export van beton- en metselzand en grind, en niet om absolute uitspraken op te baseren. 22

25 Extern statistisch materiaal CBS importgegevens per land in 2007 De importhoeveelheden van zand (kiezelzand en kwartszand, inclusief gekleurd en natuurlijk zand van alle soorten), grind (keistenen en grind) en steenslag (steenslag van dolomiet en van kalksteen en overige steenslag) vanuit de belangrijkste naar Nederland exporterende landen in 2007 zijn weergegeven in Tabel 2.8. Hierin valt met name de zeer lage import van steenslag op (gezien de import van steenslag uit Noorwegen van 2,7 miljoen ton; zie paragraaf 2.5), de minieme import van grind uit de UK (zie paragraaf 2.4) en de zeer lage import van steenslag vanuit Duitsland en België, beide zeer belangrijke leveranciers van steenslag voor de Nederlandse markt. Tabel 2.8 Import van zand, grind en steenslag in 2007 naar Nederland vanuit de belangrijkste importlanden (in tonnen). Bron: CBS, mei 2008 Zand Grind Steenslag Land kiezel- en kwartszand ander natuurlijk zand Duitsland België UK Noorwegen Frankrijk Overig Totaal CBS exportgegevens per land in 2007 De exporthoeveelheden van zand (kiezelzand en kwartszand, inclusief gekleurd en natuurlijk zand van alle soorten), grind (keistenen en grind) en steenslag (steenslag van dolomiet en van kalksteen en overige steenslag) vanuit Nederland naar de belangrijkste Nederlandse exportlanden voor bouwgrondstoffen in 2007 zijn weergegeven in Tabel 2.9. Opvallend is met name de grote hoeveelheid ander natuurlijk zand die vanuit Nederland naar andere, dan onze directe buurlanden is geëxporteerd: maar liefst 8,5 miljoen ton. Tabel 2.9 Export van zand, grind en steenslag in 2007 vanuit Nederland naar de belangrijkste exportlanden (in tonnen). Bron: CBS, mei Land Zand kiezel- en kwartszand ander natuurlijk zand Grind Steenslag Duitsland België UK Noorwegen Frankrijk Overig Totaal

26 Extern statistisch materiaal CBS import- en exportgegevens De historische import- en exportgegevens voor beton- en metselzand en grind zijn opgenomen in Tabel 2.10 op de volgende bladzijde. Wanneer de netto import (i.e. totale import totale export) grafisch wordt weergegeven (Figuur 2.2) valt bij het beton- en metselzand het ontbreken van een trend op. Verder valt op dat er, na drie jaar met een beperkt importoverschot en één jaar met een klein exportoverschot voor beton- en metselzand, nu weer een importoverschot is van minder dan 1 miljoen ton. De Stand van het Zand onderzoeken van de afgelopen jaren registreren daarentegen importoverschotten van 5 tot 10 miljoen ton. De netto importcijfers voor grind tussen de 6 en 11 miljoen ton lijken meer met de realiteit in overeenstemming. Zo is de piek in 2002 bijvoorbeeld goed te relateren aan de hoge bouwproductie en sterke economische groei in dat jaar. Ook de stijging in 2007 en 2007 lijkt goed overeen te komen met de aantrekkende economie in deze jaren. Toch is de totale door het CBS gemeten netto import van grind aanmerkelijk lager dan de in voorgaande monitoringsonderzoeken gemeten import van 15 tot 20 miljoen ton. netto import beton- en metselzand 3,0 netto import (mln. ton) 2,5 2,0 1,5 1,0 0,5 0,0-0,5-1, jaar netto import grind 12,0 10,0 8,0 6,0 4,0 2,0 0, netto import (mln. ton) jaar Figuur 2.2 Grafische weergave van de netto import van beton- en metselzand (boven) en grind (onder) gedurende de periode op basis van de import- en exportgegevens van het CBS (in miljoen ton). 24

27 Extern statistisch materiaal 2.6 Verbruik van beton- en metselzand en grind op basis van statistische gegevens Het totale binnenlandse verbruik van beton- en metselzand en (gebroken) grind in Nederland kan in principe worden geschat met behulp van de LCCO-WIG productiecijfers en de gegevens over import en export van het CBS (zie Tabel 2.10): Verbruik = Productie WIG + Import CBS Export CBS Hierbij gelden wel de in Paragraaf 2.5 genoemde kanttekeningen bij de CBS-cijfers. In de afgelopen jaren zijn de resultaten van deze benadering niet of nauwelijks in lijn gebleken met de resultaten van de overige onderzoekssporen. De in deze paragraaf gepresenteerde cijfers dienen dan ook met voorzichtigheid te worden behandeld. Tabel 2.10 Verbruik van beton- en metselzand (in miljoen ton) op basis van de LCCO-WIG productiecijfers en de CBS maandstatistieken jaar productie Nederland (LCCO- WIG) import ander natuurlijk zand (CBS) import kiezel- en kwartszand (CBS) totale zandimport (CBS) export ander natuurlijk zand (CBS) export kiezel- en kwartszand (CBS) totale zandexport (CBS) binnenlands verbruik (prod.+ import - export) import ander natuurlijk zand import alle zanden ,9 6,3 3,0 9,3 5,8 1,0 6,8 21,4 23, ,5 4,2 3,9 8,1 6,4 1,1 7,5 18,3 21, ,2 4,8 3,4 8,2 6,2 0,3 6,4 19,8 23, ,8 7,0 2,7 9,7 7,8 0,3 8,1 19,0 21, ,7 5,8 2,5 8,3 8,5 0,3 8,8 14,0 16, ,3 6,2 2,5 8,7 7,8 0,3 8,1 13,7 15, ,6 6,3 2,6 8,9 7,2 0,6 7,7 12,7 14, ,0 6,0 1,4 7,4 6,6 0,6 7,2 13,4 14, ,7 6,3 1,9 8,2 8,3 0,4 8,7 12,6 14, ,4 8,3 1,7 10,0 8,6 0,5 9,2 14,0 15,2 Gebaseerd op deze statistieken ligt het verbruik van beton- en metselzand in 2007 in Nederland waarschijnlijk tussen de 14,0 en 15,2 miljoen ton, omdat de geregistreerde import en export van 'kiezel- en kwartszand waarschijnlijk zowel een hoeveelheid beton- en metselzand als een hoeveelheid zilverzand betreft. Hiervan wordt jaarlijks ca. 0,5 miljoen ton geimporteerd en iets minder geëxporteerd. In deze cijfers is vooral de onrealistisch sterke daling sinds 2001 opvallend. Verder tonen de CBS-cijfers voor 2007 een importoverschot (netto import) van 1,5 miljoen ton voor kiezel- en kwartszand en een exportoverschot van ander natuurlijk zand van 2,0 miljoen ton. Gezamenlijk is er dus een (onrealistisch) netto exportoverschot voor zand van 0,5 miljoen ton. 25

28 Extern statistisch materiaal Het totale binnenlandse verbruik van grind kan op dezelfde wijze geschat worden (zie Tabel 2.11). Ook voor grind geldt dat de productgroepen niet direct aansluiten op de in dit onderzoek gehanteerde definities en dat de CBS-cijfers in de afgelopen jaren niet in lijn zijn gebleken met de resultaten van de Lint aan het Grind onderzoeken. Gebaseerd op de beschikbare statistieken ligt het totale verbruik van grind in Nederland in 2007 op 10,5 miljoen ton, waarvan 8,2 miljoen ton netto import. Tabel 2.11 Verbruik van (gebroken) grind (in miljoen ton) op basis van de LCCO-WIG productiecijfers en de CBS maandstatistieken jaar productie Nederland (LCCO-WIG) import keistenen en grind, vuur- en rolstenen (CBS) export keistenen en grind, vuur- en rolstenen (CBS) binnenlands verbruik (= productie + import - export) ,7 7,5 0,6 12, ,0 8,7 0,4 14, ,5 8,8 0,4 14, ,8 10,2 0,4 14, ,6 11,1 0,2 14, ,5 8,4 0,7 12, ,8 8,2 0,7 11, ,6 7,2 0,7 10, ,3 9,1 0,5 11, ,3 8,7 0,5 10,5 Tenslotte ligt het verbruik van steenslag volgens de beschikbare statistiek op 0,4 miljoen ton (zie Tabel 2.12). Steenslag wordt niet in Nederland geproduceerd zodat dit cijfer volledig bestaat uit import (in sommige jaren verminderd met een kleine hoeveelheid export). De import (en dus het verbruik) in 2007 is 0,7 miljoen ton lager dan in 2006, ruim 4 miljoen ton lager dan in 2004 en 2005 en wordt als onrealistisch beschouwd aangezien alleen uit Noorwegen al bijna 3 miljoen ton geïmporteerd is (zie paragraaf 2.4) en er volgens de NVLB ca. 6.5 miljoen ton steenslag geïmporteerd wordt. Tabel 2.12 Verbruik van steenslag (in miljoen ton) op basis van de CBS maandstatistieken jaar productie Nederland (LCCO-WIG) import steenslag van dolomiet en van kalksteen en overige steenslag (CBS) export steenslag van dolomiet en van kalksteen en overige steenslag (CBS) binnenlands verbruik (= productie + import - export) ,95 0,01 4, ,80 0,01 4, ,09 0,00 1, ,44 0,00 0,43 26

29 Extern statistisch materiaal 2.7 Handelsgegevens NVLB Jaarlijks houdt de NVLB (Nederlandse Vereniging van Leveranciers van Bouwstoffen) een onderzoek onder de leden van de vereniging om inzicht te krijgen in de structuur en grootte van de Nederlandse handel in grind en industriezand in Nederland. Hoewel dit onderzoek en de resultaten een vertrouwelijk karakter hebben, zijn ten behoeve van het onderzoek Stand van het Zand / Lint aan het grind, de belangrijkste geaggregeerde eindresultaten door de NVLB aangeleverd. Deze zijn weergegeven in Tabel Tabel 2.13 Verbruik van industriezand en grind(vervangers) door de Nederlandse markt in 2007 (in miljoen ton). Bron: NVLB, november verbruik 2007 rond grind 12,8 gebroken grind 3,5 grindvervangend natuursteen ( steenslag ) 6,5 grind + steenslag totaal 22,8 industriezand voor beton en asfalt 19,0 industriezand voor overige toepassingen 1,8 industriezand totaal (1) 20,8 Totaal 43,6 1 Het totale verbruik van industriezand volgens het NVLB Structuruonderzoek is inclusief een beperkte hoeveelheid kalkzandsteenzand (ca. 1 miljoen ton). 2.8 Industriële statistieken Cementverbruik Via het Cement&BetonCentrum zijn gegevens ontvangen voor het cementgebruik in Nederland voor In 2007 blijkt er in Nederland 5,9 miljoen ton cement te zijn verbruikt (voorlopig cijfer). In Tabel 2.14 is dit verbruik weergegeven in relatie tot het in voorgaande Stand van het Zand / Lint aan het Grind berekende verbruik van beton- en metselzand en grind (inclusief vervangende materialen) door de betonsector. Zo kunnen de verhoudingen tussen het cementgebruik enerzijds en het gebruik van beton- en metselzand en grind anderzijds bepaald worden. De bij de Stand van het Zand / Lint aan het Grind onderzoeken over 2001 t/m 2006 gesignaleerde verhoudingen zand-cement en grind-cement van respectievelijk 3,2:1 en 3,4:1 komen vrij goed overeen met wat volgens het Cement&BetonCentrum gebruikelijk is. Het Cement&BetonCentrum hanteert namelijk een verhouding zand-cement van 3:1 en een verhouding grind-cement van 3,5:1. Wel vallen de lage zand-cement en grindcement verhoudingen in 2004 op. Deze hebben te maken met het lage berekende verbruik van beton- en metselzand en grind in 2004 (zie Stand van het Zand X / Lint aan het Grind VIII). 27

30 Extern statistisch materiaal Tabel 2.14 Verbruik van cement in Nederland volgens de ENCI/VNC (tot 2006) en het Cement&BetonCentrum (vanaf 2006) in relatie tot het verbruik van beton- en metselzand, grind en zand- en grindvervangende materialen door de betonsector in de periode (in miljoen ton). De verwachte cijfers voor het zand- en grindverbruik in 2007 (grijze cellen) zijn berekend op basis van enerzijds het door het Cement & BetonCentrum gerapporteerde cementverbruik in 2007 en anderzijds de historische verhoudingen zand:cement en grind:cement. Bron: Cementverbruik: Cement&BetonCentrum, 2008; verbruik beton- en metselzand, grind en vervangende materialen: SvhZ/LahG 2001 t/m jaar cementgebruik in Nederland verbruik beton- en metselzand en vervangers in de betonsector verhouding zand:cement verbruik grind en vervangers in de betonsector verhouding grind:cement ,01 19,39 3,23 : 1 19,04 3,17 : ,75 18,72 3,26 : 1 21,96 3,82 : ,16 17,21 3,34 : 1 18,59 3,60 : ,20 14,38 2,76 : 1 13,40 2,58 : ,40 18,49 3,42 : 1 19,58 3,63 : ,80 17,81 3,19 : 1 18,69 3,35 : 1 gemiddelde 5,55 17,67 3,20 : 1 18,54 3,36 : ,9 18,9 (verwacht) 3,20 : 1 19,8 (verwacht) 3,36 : 1 Op basis van de gemiddelde verhouding zand-cement en grind-cement en het door het Cement&BetonCentrum gerapporteerde (voorlopige) cementgebruik in 2007 van 6,0 miljoen ton zijn voorspellingen te doen over het verwachte verbruik van beton- en metselzand (en vervangers) en grind (en vervangers) in 2007 door de betonsector. Dit is respectievelijk 19,2 en 20,1 miljoen ton. In Hoofdstuk 5 zal worden bekeken of dit overeenkomt met de resultaten van voorliggend onderzoek. Productie van betonmortel De VOBN houdt als brancheorganisatie van de betonmortelfabrikanten, gegevens bij omtrent de jaarlijks productie van betonmortel. Tabel 2.15 toont de cijfers voor de betonmortelproductie over (cijfer voor 2006 is eveneens gewijzigd). De cijfers geven inzicht in de trends in de productie van betonmortel en daarmee in het verbruik van beton- en metselzand en grind. De cijfers voor 2007 tonen een verder gestegen betonmortelproductie (+4,4%). Op basis daarvan kunnen we ook voor het verbruik van beton- en metselzand en grind in 2007 door de betonmortelfabrikanten een circa 4% gestegen verbruik verwachten. Tabel 2.15 De productie van betonmortel in Nederland zoals berekend door de VOBN (in miljoen m 3 ). Het cijfer voor 2006 is eveneens aangepast. Bron: VOBN, juli 2008 en voorgaande SvhZ/LahG-onderzoek jaargangen t/m jaar Betonmortel (VOBN) 8,31 9,45 9,69 9,00 8,35 8,44 8,27 8,61 9,09 9,49 Verschil t.o.v. voorgaand jaar +1,7% +14% +2,5% -7,0% -7,2% +1,1% -2,0% +4,1% +5,6% +4,4% 28

31 Extern statistisch materiaal Productie van betonproducten Van de BFBN zijn ook dit jaar geen cijfers ontvangen over de productie van betonproducten in Nederland. Ook bij het CBS is geen overzicht te krijgen van de productie van betonproducten. Volgens het Cement & BetonCentrum wordt in Nederland gemiddeld 14 à 15 miljoen m 3 beton geproduceerd, waarvan ongeveer 8 miljoen m 3 door de betonmortelindustrie (55%) en ongeveer 6,5 miljoen m 3 (45%) door de betonproductenindustrie. Op basis van het betonmortelvolume in 2007 van 9,49 miljoen m 3, zou dit betekenen dat in 2007 ongeveer 7,7 miljoen m 3 beton in betonproducten verwerkt is. De totale betonproductie in Nederland in 2007 komt daarmee op 17,2 miljoen m 3. Op basis van recent uitgevoerd marktonderzoek over 2007 heeft het Cement&BetonCentrum echter aangegeven dat de verhouding betonmortel/betonproducten in 2007 uitkomt op 60/40. Op basis van het productievolume van de betonmortelindustrie van 9,5 miljoen m 3 is het volume in 2007 te schatten op 6,3 miljoen m 3. De totale betonproductie in Nederland in 2007 komt daarmee op 15,8 miljoen m 3. Productie van asfalt Gegevens over de productie van asfalt in Nederland worden bijgehouden door de VBW-Asfalt, de Vereniging tot Bevordering van Werken in Asfalt. Voor de periode 1998 t/m 2007 zijn de gegevens over de productie van asfalt en de hoeveelheid hergebruikt asfaltgranulaat weergegeven in Tabel Voor 2001 en 2002 zijn geen gegevens bekend. De totale asfaltproductie in 2007 was 10,2 miljoen ton, de hoogste asfaltproductie van de afgelopen 10 jaar en nét iets meer dan in Op basis hiervan is voor 2007 een vergelijkbaar verbruik van zand en grind door de asfaltbranche te verwachten als in In de historische cijfers voor het verbruik van zand, grind en steenslag door de asfaltbranche, zoals gerapporteerd in de SvhZ/LahG onderzoeken, is opvallend dat dit sterk fluctueert (van 3,3 tot 9,6 miljoen ton). Veelal wijkt dit verbruik enkele miljoenen tonnen af van het verbruik van verse toeslagmaterialen (exclusief bitumen) zoals door de branche gerapporteerd. Alleen in 1999, 2003, 2005 en 2006 wordt een vrijwel gelijk verbruik gerapporteerd. Op basis van de historische relatie over de jaren 1997 t/m 2006 tussen het verbruik van toeslagmaterialen door de asfaltbranche zoals gemeten in de SvhZ/LahG-onderzoeken enerzijds en het verbruik van verse toeslagmaterialen zoals gerapporteerd door de branche anderzijds is voor 2007 een verbruik van ca. 8,0 miljoen ton te verwachten. Indien echter alleen wordt gekeken naar het verbruik in 2005 en 2006 is een verbruik te verwachten van ca. 7 miljoen ton. In Hoofdstuk 5 zal worden gekeken in hoeverre deze verwachte cijfers overeenkomen met de resultaten van voorliggend onderzoek. 29

32 Extern statistisch materiaal Tabel 2.16 Productie van asfalt en gebruik van asfaltgranulaat in Nederland zoals berekend door de VBW-Asfalt in relatie tot het verbruik van zand, grind en steenslag door de asfaltbranche op basis van de Stand van het Zand / Lint aan het Grind onderzoeken (in miljoen ton). Hierbij is rekening gehouden met de toevoeging van 5% bitumen aan nieuw asfalt. Het verwachte cijfer voor het zand- en grindverbruik in 2007 (grijze cel) is berekend op basis van enerzijds het verbruik van verse toeslagmaterialen zoals gerapporteerd door de branche en anderzijds het verbruik van toeslagmaterialen door de asfaltbranche zoals gemeten in de SvhZ/LahG-onderzoeken. Bron: Asfaltproductie: VBW-Asfalt, 2008; verbruik zand, grind en steenslag: SvhZ/LahG-onderzoek jaargangen 1997 t/m totale asfaltproductie 7,5 8,4 7, ,9 7,7 8,6 10,0 10,2 gebruikt asfaltgranulaat 1,7 2, ,3 2,2 2,4 3,0 3,2 verse toeslagmaterialen, exclusief 5% bitumen 5,5 6 5, ,3 5,2 5,9 6,7 6,7 verbruik zand, grind en steenslag (SvhZ/LahG) 9,4 5,0 9,6 9,1 8,1 6,0 3,3 6,0 7,0 8,0 (verwacht) Omzet in de bouwnijverheid De bouw is sterk afhankelijk van de economische ontwikkelingen en het verbruik van beton- en metselzand en grind in de bouw op haar beurt is weer direct gerelateerd aan de economische ontwikkelingen in de bouw. Bouwend Nederland, de vereniging van bouw- en infrabedrijven, en het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid (EIB) houden economische cijfers over de bouw bij, gebaseerd op eigen onderzoek en op cijfers van het CBS en het CPB. Deze cijfers betreffen veelal de zogenaamde bouwinvesteringen, oftewel de in de bouw geïnvesteerde bedragen. Deze zijn beschikbaar via VROM in de zogenaamde Bouwprognoses (vanaf 1998) en via studies waarvoor deze cijfers als input zijn gebruikt (zoals Ike, P. (2000) en Groot, P. (2000)). Eenduidige cijfers voor een langere tijdreeks zijn beschikbaar in de vorm van de CBS-cijfers betreffende de bouwinvesteringen. Deze zijn beschikbaar via de StatLine databank van het CBS. Via de themakeuze Bouwen en wonen Bouwbedrijven Productie bouw naar type van activa ( D1=0-3&D2=0,l&D3=a&VW=T) zijn de volgende cijfers te verkrijgen: - totale bouwproductie in B&U- en GWW-werken in miljoen euro; - investeringen in de bouw; - de deflatoren per jaar (het gewogen gemiddelde van de prijsveranderingen in jaarlijkse procentuele verandering). Hiermee kunnen de jaarlijkse bouwinvesteringen worden berekend, geïndiceerd naar het eerste jaar van de metingen (1987). De voor de inflatie gecorrigeerde bouwinvesteringen in de GWW- en B&U-sector (indexjaar 1987) in miljarden euro s (CBS) zijn weergegeven in tabel De bouwinvesteringen in Nederland blijken in 2007 met 8% te zijn gestegen ten opzichte van In lijn hiermee kan verwacht worden dat ook het verbruik van beton- en metselzand, grind en steenslag in Nederland in 2007 is gestegen. 30

33 Extern statistisch materiaal Tabel 2.17 Bouwproductie (in miljarden euro s) geïndiceerd naar het prijspeil in Bron: Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen, Jaar Bouwproductie (index 1987) (mld. euro s) , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,84 Bouw- en sloopafval SenterNovem heeft in 2007 door Van Ruiten Adviesbureau B.V. en Rense Milieu Advies de Monitoringrapportage bouw- en sloopafval laten opstellen voor de jaren 2004 en De rapportage over 2006 en 2007 wordt momenteel opgesteld. De rapportage beschrijft de ingezamelde en verwerkte hoeveelheden bouw- en sloopafval voor de jaren 2004 en 2005 en is een herhaling van de studie uit 2005 over de jaren 2002 en Tabel 2.18 Totale aanbod aan bouw- en sloopafval en daarmee vergelijkbaar materiaal in miljoen ton. Bron: Monitoringsrapportage Bouw- en sloopafval, Resultaten , Uitvoering Afvalbeheer, mei Gebroken puin 17 16,7 18,3 19,4 Voorraadmutatie te breken puin 1,3 2,1-0,6 0,1 Direct toegepast steenachtig materiaal 3,5 3,5 3,5 3,5 Hoeveelheid gesorteerd afval 3 3,2 3,2 2,8 Totaal 24,8 25,5 24,4 25,8 31

34 Extern statistisch materiaal 32

35 3 Onderzoek onder producenten en handelaren Onderzoek onder producenten en handelaren Inleiding Dit hoofdstuk behandelt de resultaten van het onderzoek onder producenten en handelaren. Paragraaf 3.2 gaat in op de opzet en uitvoering van de enquête. In Paragraaf wordt ingegaan op de inhoud van de enquête. In Paragraaf wordt ingegaan op de samenstelling van de responsgroep en in Paragraaf geven we aan hoe de respons is opgehoogd naar de totale populatie voor de verschillende deelpopulaties van de producenten en handelaren. In Paragraaf 3.2 t/m 3.6 zijn de resultaten van het onderzoek onder producenten en handelaren opgenomen. Achtereenvolgens wordt ingegaan op de volgende onderzoeksdoelstellingen: het krijgen van inzicht in de productie van beton- en metselzand en grind onder de geënquêteerde bedrijven en het daaruit afgeleide dekkingspercentage t.o.v. de totale productie volgens de LCCO-WIG (Paragraaf 3.2); het krijgen van inzicht in de leveringen door producenten en handelaren van beton- en metselzand, grind en steenslag aan verbruikers (Paragraaf 3.3); het krijgen van inzicht in de productie van beton- en metselzand, grind en steenslag (Paragraaf 3.4); het krijgen van inzicht in de inkoop van beton- en metselzand, grind en steenslag (Paragraaf 3.5); het krijgen van inzicht in de import en export van beton- en metselzand, grind en steenslag (Paragraaf 3.6). 3.2 Uitvoering van het onderzoek Inhoud van de enquête In de enquête zijn ten eerste vragen opgenomen over de eigen winning van beton- en metselzand en grind in Nederland en de winning in het buitenland, zowel van zand, grind en steenslag, als van tout-venant. Verder is gevraagd naar de hoeveelheid en herkomst van ingekocht beton- en metselzand, (gebroken) grind en steenslag uit gebroken rots. Zo ontstaat inzicht in de herkomst van het in Nederland door producenten en handelaren geleverde materiaal (Nederlandse winningen, buitenlandse winningen in bezit van (of gelieerd aan) Nederlandse bedrijven (import) en overige leveringen vanuit het buitenland (import)). Verder is de bedrijven gevraagd naar de hoeveelheden verkocht beton- en metselzand, (gebroken) grind en steenslag uit gebroken rots aan de verschillende afnemerscategorieën ((tussen)handelaren, eindverbruikers, eigen verbruik en export). Op deze manier is het materiaal te volgen van de herkomst, via de handel tot aan de toepassing ervan. Het enquêteformulier is integraal opgenomen in Bijlage A. 33

36 Onderzoek onder producenten en handelaren Samenstelling van de enquêtegroep Ten behoeve van de enquête is in eerste instantie gebruik gemaakt van de adressenbestanden van de brancheorganisaties van de zand- en grindwinnende industrie en van de zand- en grindleverende industrie: de brancheorganisatie voor zand- en grindproducenten (Cascade); de Nederlandse Vereniging van Leveranciers van Bouwgrondstoffen (NVLB). Het adressenbestand van de zand- en grindwinnende industrie is aangevuld met adresgegevens van vergunninghouders, afkomstig van de vergunningverlenende instanties. Het adressenbestand van leveranciers van bouwgrondstoffen is aangevuld met het vorig jaar gebruikte adressenbestand zodat ook leveranciers die geen lid zijn van de NVLB benaderd konden worden. In totaal zijn 142 bedrijven voor het onderzoek benaderd: 42 producenten (al dan niet met handelsactiviteiten); 100 handelaren ((vermoedelijk) zonder eigen productie). Op basis van de productie- en leveringencijfers van 2006 is bepaald welke bedrijven het grootste marktaandeel hebben. Deze zijn apart benaderd voor verkrijging van hun cijfers Uitvoering van de enquête Afhankelijk van de brancheorganisatie waar de bedrijven lid van zijn, zijn deze op verschillende manieren benaderd. NVLB-leden en Cascade-leden Alle kleinere zand- en grindproducenten en handelaren die lid zijn van de LVLB en/of Cascade zijn schriftelijk over het onderzoek op de hoogte gebracht waarbij tevens een aanbevelingsbrief van de NVLB en Cascade is gevoegd. Aan de pure handelaren is de enquête meegestuurd, de producenten zijn telefonisch benaderd voor afname van de enquête. Grote zand- en grindproducenten en handelaren zijn schriftelijk over het onderzoek op de hoogte gebracht. Deze bedrijven zijn vervolgens bezocht voor afname van de enquête of de enquête is in overleg met het betreffende bedrijf telefonisch of schriftelijk afgenomen. Overige producenten De overige producenten zijn schriftelijk over het onderzoek op de hoogte gebracht en telefonisch benaderd voor afname van de enquête. Overige handelaren De overige handelaren hebben de enquête per post ontvangen Controle transiet -zand en -grind De import- en exportgegevens voor met name beton- en metselzand zijn extra gecontroleerd op zogenaamd transiet. Dit is zand en grind dat door Nederlandse bedrijven in het buitenland geproduceerd of ingekocht wordt ten behoeve van export naar een ander land dan Nederland. In de praktijk gebeurt dit vooral met beton- en metselzand dat in Duitsland geproduceerd of ingekocht wordt en in België afgezet wordt. 34

37 Onderzoek onder producenten en handelaren De responscijfers zijn gecontroleerd op dit transiet -zand door voor bedrijven die zowel veel zand exporteren als importeren na te gaan of het geïmporteerde zand daadwerkelijk in Nederland is toegepast. Een aspect waarop moeilijker te controleren is, is uit de UK geïmporteerd tout-venant dat in Nederland gesorteerd wordt en waarvan de fijne fractie vervolgens geëxporteerd wordt naar België. Tabel 3.1 Respons in aantallen producenten en handelaren bij het onderzoek over Samenstelling responsgroep en populatie Absoluut responspercentage Van de in totaal 42 benaderde producenten is bij 11 bedrijven de enquête afgenomen. Één bedrijf gaf aan niet (meer) actief te zijn als producent of handelaar in beton- en metselzand en/of grind. Van de 100 benaderde, niet producerende, handelaren is de enquête bij 13 bedrijven afgenomen. Enkele bedrijven gaven aan niet (meer) actief te zijn als handelaar in beton- en metselzand en/of grind. Deze responsresultaten zijn weergegeven in Tabel 3.1. Tabellen C.1 en C.2 in Bijlage C geven meer informatie over de respondenten. Het aantal respondenten en het responspercentage onder de handelaren zonder eigen productie is veel lager vorig jaar. Ook het aantal respondenten onder de producenten is lager dan in 2006, evenals het percentage. Reden voor deze lagere respons is gelegen in het feit dat bedrijven minder genegen zijn hun medewerking aan het onderzoek te verlenen nu zeker is dat het onderzoek in 2009 zal worden beëindigd. Ook het feit dat de handelarenenquête niet gezamenlijk met de NVLB is uitgevoerd heeft tot een lagere respons geleid. Overigens zegt het absolute responspercentage niet erg veel over de betrouwbaarheid aangezien sommige bedrijven veel meer produceren of verhandelen dan anderen. totale populatie (1) uitval (2) responsaantal (4) absoluut responspercentage producenten % handelaren % totaal % 1 Alle bedrijven in de populatie zijn benaderd. 2 Uitval vanwege onbestelbaar, geen productie/handel, etc. 3 Bedrijven die in 2007 geen productie (meer) in Nederland hadden. 4 Het aantal bedrijven, waarvan de gegevens in dit onderzoek zijn verwerkt. Toevoeging enquêteresultaten Voor drie bedrijven die een belangrijke rol spelen in de handel van betonen metselzand en grind, en voor één bedrijf dat een belangrijke rol speelt in de productie van beton- en metselzand en grind, zijn dit jaar geen gegevens ontvangen. Omdat deze bedrijven op een specifiek onderdeel van de handel of productie een belangrijke rol spelen, is besloten voor deze bedrijven de cijfers over 2006 te hanteren in plaats van ze volledig weg te laten, omdat dit tot onevenredig grote verschuivingen zou leiden. 35

38 Onderzoek onder producenten en handelaren Respons op basis van leveringen aan eindverbruikers Door de responsresultaten voor de totale levering aan eindverbruikers te beschouwen en te vergelijken met het verbruik van beton- en metselzand, grind en steenslag zoals gerapporteerd door de NVLB (zie paragraaf 2.8), is een goed inzicht te krijgen in de dekking van de enquête (overigens ná toevoeging van de 2006-enquêteresultaten voor in totaal vijf bedrijven). Dit is gedaan in Tabel 3.2. Hieruit blijkt de dekking van het onderzoek over 2007 met 72% lager te zijn dan van het onderzoek over Tabel 3.2 Gemeten totale levering van beton- en metselzand, grind en steenslag aan Nederlandse eindverbruikers in 2006 en in 2007 (in miljoen ton) en hieruit berekend dekkingspercentage van de responsgroep op basis van de NVLB-cijfers. totale levering aan eindverbruikers NVLB 2007 dekkingspercentage beton- en metselzand 16,4 15,8 20,8 76% (gebroken) grind 13,2 10,7 16,3 66% steenslag 4,4 5,0 6,5 78% totaal 34,0 31,5 43,6 72% Relatieve dekking en omrekening naar de totale producentenpopulatie Om een beeld te krijgen van de totale productie, inkoop en leveringen van beton- en metselzand, (gebroken) grind en steenslag uit gebroken rots in Nederland dienen de enquêteresultaten voor de producenten te worden opgehoogd voor de ontbrekende respons. Om een ophoogfactor te kunnen bepalen dient de respons beschouwd te worden als het dekkingspercentage van de Nederlandse productie en handel door de responsgroep. De door de responsgroep (overigens ná toevoeging van de enquêteresultaten voor twee producenten) in Nederland gewonnen hoeveelheid beton- en metselzand is 10,5 miljoen ton. Dit is minder dan de totale productiecijfers volgens de LCCO-WIG (14,4 miljoen ton inclusief 2 à 3 miljoen ton in de Noordzee gewonnen bijmengzand). De responsgroep dekt dus 73% van de beton- en metselzandwinning (zie Tabel 3.3). Dit is duidelijk minder dan het dekkingspercentage van 87% in het onderzoek over Tabel 3.3 Dekkingspercentage van de responsgroep ten opzichte van de totale winning van beton- en metselzand en grind in Nederland in 2007 zoals gerapporteerd door de LCCO-WIG (in miljoen ton). Bron: LCCO-WIG, november 2008 (zie paragraaf 2.2). totale productie respondenten totale productie LCCO-WIG (1) dekkingspercentage beton- en metselzand 10,5 14,4 73% (gebroken) grind 1,7 2,4 70% totaal zand en grind 12,2 16,7 73% 1 inclusief 2 à 3 miljoen ton op de Noordzee gewonnen bijmengzand 36

39 Onderzoek onder producenten en handelaren De door de responsgroep (overigens ná toevoeging van de enquêteresultaten voor twee producenten) in Nederland gewonnen hoeveelheid grind bedraagt 1,7 miljoen ton. Dit is 0,7 miljoen ton minder dan de totale productiecijfers volgens de LCCO-WIG (2,4 miljoen ton).de grindwinning door de responsgroep dekt dus 70% van de winning volgens de LCCO-WIG cijfers. Uit de vergelijking van de zand- en grindproductie door de respondenten met de LCCO-WIG gegevens blijkt dat er door de respondenten minder beton- en metselzand en grind in Nederland is gewonnen dan volgens de LCCO-WIG cijfers. Dit heeft de volgende oorzaken: - niet alle grindproducenten in Nederland hebben aan het onderzoek meegedaan; - niet alle beton- en metselzandproducenten in Nederland hebben aan het onderzoek meegedaan; - de LCCO-WIG cijfers worden in de toekomst nog omlaag bijgesteld waardoor de totale productie van de respondenten beter in overeenstemming is met de LCCO-WIG cijfers; - de beton- en metselzandproducerende bedrijven hebben in dit onderzoek fijner zand (bijmengzand) niet als beton- en metselzand opgevoerd, terwijl dit in de LCCO-WIG cijfers wel is gebeurd; - de verschillen in de door de provincies en in dit onderzoek gehanteerde definities van beton- en metselzand leiden tot verschillen in gemeten productiehoeveelheden. In de praktijk zal de oorzaak van de waargenomen onderproductie aan beton- en metselzand en met name grind een combinatie van deze factoren zijn. Om de respons te vertalen naar de gehele populatie zijn verschillende manieren mogelijk. Toepassing van een ophoogfactor om de gemeten productie gelijk te krijgen aan de LCCO-productie is de meest simpele en leidt tot een acceptabel resultaat. Deze ophoogfactor blijkt 1,37 te bedragen. Na toepassing van deze gezamenlijke ophoogfactor blijkt zowel de betonen metselzand- als de grindwinning na ophoging vrijwel de volledige LCCO-productie dekken. Relatieve dekking en omrekening naar de totale handelarenpopulatie De resultaten van het onderzoek onder niet-producerende handelaren kunnen worden geijkt door te kijken naar de leveringen aan Nederlandse eindverbruikers. Deze kunnen worden vergeleken met de handelscijfers van de NVLB (zie Paragraaf 2.8). Door de gemeten leveringen aan Nederlandse eindverbruikers op te splitsen in enerzijds leveringen door producenten en anderzijds leveringen door niet-producerende handelaren, en deze te vergelijken met de NVLB-cijfers kan inzicht worden verkregen in de relatieve dekking en kan een ophoogfactor worden bepaald. De resultaten hiervan zijn weergegeven in Tabel

40 Onderzoek onder producenten en handelaren Tabel 3.4 Responsresultaten van enerzijds de categorie producenten en anderzijds de niet-producerende handelaren op omvang van leveringen aan eindverbruikers in Nederland (in miljoenen tonnen), alsmede het berekend dekkingspercentage van de niet-producerende handelaren. Bron: producenten- en handelarenenquête tabel C.4 en C.5. levering door producenten aan eindverbruikers (dit onderzoek) levering door handelaren aan eindverbruikers (dit onderzoek) totaal van leveringen aan eindverbruikers (dit onderzoek) schatting totale leveringen (NVLB) dekkingspercentage totale leveringen dekkingspercentage producenten dekkingspercentage handelaren ophoogfactoren beton- en metselzand 9,5 6,4 15,9 21,5 74% 73% 82% 1,22 (gebroken) grind 6,0 4,8 10,8 18,0 60% 70% 60% 1,67 steenslag 1,6 3,5 5,0 9,0 56% - 80% 1,25 totaal 17,1 14,7 31,7 48,5 65% 73% 73% - De leveringen aan Nederlandse eindverbruikers door de gezamenlijke producerende en handelende respondenten blijken 65% te dekken van de totale levering van beton- en metselzand, grind en steenslag aan eindverbruikers, zoals berekend door de NVLB. De dekking voor de levering van beton- en metselzand (74%) is wat beter dan voor de levering van grind en steenslag (en 60% en 56%). Op basis van de vergelijking van zand- en grindleveringen door producenten en handelaren, en in de wetenschap dat de dekking van de (handelende) producenten na ophoging op basis van de LCCO-cijfers min of meer 100% is, kan worden bepaald wat de dekking is door de nietproducerende handelaren (zie kolom dekkingspercentage handelaren in Tabel 3.4). Deze dekking blijkt gemiddeld 73% te zijn, maar verschilt voor beton- en metselzand (82%), grind (60%) en steenslag (80%). Er is dan ook voor gekozen drie verschillende ophoogfactoren te hanteren, één voor beton- en metselzand (1,22), één voor grind (1,67) en één voor steenslag (1,25). Deze zijn weergegeven in de laatste kolom ophoogfactoren in Tabel Leveringen door producenten en handelaren Aan de producenten en handelaren is gevraagd hoeveel beton- en metselzand, grind en steenslag zij geleverd hebben aan de verschillende afnemers (verbruikers in Nederland, (tussen)handelaren in Nederland, buitenlandse afnemers, grindbrekerijen, eigen verbruik en overigen (particulieren)). Zo ontstaat inzicht in de structuur van de sector. De resultaten staan gedetailleerd in de Bijlagetabellen C.4, C.5 en C.6. 38

41 Onderzoek onder producenten en handelaren Leveringen door producenten In Tabel 3.5 zijn de leveringen van zand, grind en steenslag door de producenten aan de verschillende afnemers weergegeven, zowel voor 2007 als voor De cijfers over 2007 voor de relatieve leveringen door producenten zijn vergelijkbaar met de cijfers over 2006, met uitzondering van de levering van steenslag. Daarvan is de levering aan handelaren sterk afgenomen ten bate van de directe levering aan eindverbruikers en het eigen verbruik. Tabel 3.5 Relatieve leveringen van beton- en metselzand, grind en steenslag door producenten per categorie afnemer in 2007 (op basis van cijfers na ophoging). Ter vergelijk zijn ook de cijfers voor 2006 weergegeven. Bron: 2007: producenten- en handelarenenquête tabel C.4, C.5 en C.6.; 2006: Stand van het zand XII/Lint aan het grind X. Leveringen producenten beton- en metselzand (gebroken) grind steenslag afnemers handelaren Nederland 36% 32% 34% 34% 29% 4% verbruikers Nederland 45% 48% 54% 54% 63% 78% buitenland 13% 8% 1% 0% 0% 0% eigen verbruik 7% 8% 8% 9% 8% 18% grindbrekerijen - - 1% 0% - - particulieren 0% 4% 2% 2% 0% 0% Leveringen door handelaren In Tabel 3.6 zijn de leveringen van zand, grind en steenslag door de handelaren weergegeven zowel voor 2007 als voor De cijfers over 2007 voor de relatieve leveringen door handelaren zijn grotendeels vergelijkbaar met de cijfers over Wel valt op dat de levering van beton- en metselzand aan andere handelaren wat is verschoven naar directe levering aan verbruikers. Ook de levering van steenslag aan handelaren is sterk afgenomen ten bate van de directe levering aan eindverbruikers, hetgeen we ook bij de leveringen door producenten zagen. Tabel 3.6 Relatieve leveringen van beton- en metselzand, grind en steenslag door handelaren per categorie afnemer in 2007 (op basis van cijfers na ophoging). Ter vergelijk zijn ook de cijfers voor 2006 weergegeven. Bron: 2007: producenten- en handelarenenquête tabel C.4, C.5 en C.6.; 2006: Stand van het zand XII/Lint aan het grind X. Leveringen handelaren beton- en metselzand (gebroken) grind steenslag afnemers handelaren Nederland 19% 9% 24% 28% 57% 23% verbruikers Nederland 69% 76% 73% 70% 43% 77% buitenland 12% 15% 2% 2% 0% 0% eigen verbruik 0% 0% 0% 0% 0% 0% grindbrekerijen - - 2% 0% - - particulieren 0% 0% 0% 0% 0% 0% 39

42 Onderzoek onder producenten en handelaren Totale leveringen Om te corrigeren voor verschuivingen tussen als handelaar en als producent gedefinieerde bedrijven, toont Tabel 3.7 de totale levering van beton- en metselzand, grind en steenslag door producenten en handelaren, zowel voor 2007 als voor De meest opvallende verschuiving is te zien bij de levering van steenslag. Werd dit in 2006 nog vrijwel evenveel geleverd aan handelaren als aan verbruikers, in 2007 is dit vooral geleverd aan verbruikers (77%). Aan (andere) handelaren is veel minder steenslag geleverd. Tabel 3.7 Relatieve leveringen van beton- en metselzand, grind en steenslag door producenten en handelaren per categorie afnemer in 2007 (op basis van cijfers na ophoging). Ter vergelijk zijn ook de cijfers voor 2006 weergegeven. Bron: 2007: producenten- en handelarenenquête tabel C.4, C.5 en C.6; 2006: Stand van het zand XII/Lint aan het grind X. Leveringen handelaren beton- en metselzand (gebroken) grind steenslag afnemers handelaren Nederland 30% 24% 29% 32% 45% 18% verbruikers Nederland 53% 58% 62% 61% 52% 77% buitenland 13% 10% 1% 1% 0% 0% eigen verbruik 4% 5% 5% 5% 3% 5% grindbrekerijen - - 1% 0% - - particulieren 0% 2% 1% 1% 0% 0% 3.4 Productie beton- en metselzand, grind en steenslag Om te kunnen voldoen aan de vraag naar beton- en metselzand, grind en steenslag hebben de producenten en handelaren verschillende bronnen. Ten eerste is dit de eigen productie, zowel in Nederland als in het buitenland. Tabel 3.8 geeft een overzicht van deze productie. Ter vergelijking zijn ook de totale productiecijfers over 2006 opgenomen. In het buitenland geproduceerd zand, bestemd voor levering aan het buitenland ( transiet-zand ) is buiten de cijfers gehouden. Behalve de productie in Nederland, die in 2007 licht gedaald is, is ook de productie in het buitenland in 2007 iets gedaald ten opzichte van 2006 (min 0,9 miljoen ton). De productie van tout-venant in het buitenland is eveneens gedaald (min 1,3 miljoen ton). Voor grind geldt hetzelfde als voor beton- en metselzand: zowel de binnenlandse productie als de productie in het buitenland door Nederlandse bedrijven is gedaald (met respectievelijk 1,0 en 0,8 miljoen ton). De productie van steenslag in het buitenland is als enige wel gelijk gebleven. 40

43 Onderzoek onder producenten en handelaren Tabel 3.8 Productie van beton- en metselzand, beton- en metselzand uit tout-venant, grind, grind uit tout-venant en steenslag, zowel in Nederland als in het buitenland door producenten in 2007 (cijfers na ophoging; miljoen ton). Bij de splitsing van tout-venant in zand en grind is de door de respondent aangegeven verhouding zand-grind gehanteerd. Bron: 2007: producenten- en handelaren enquête, tabel C.3; 2006: Stand van het zand XII/Lint aan het grind X. Productie in Nederland en in het buitenland beton- en metselzand zand uit tout-venant (gebroken) grind grind uit tout-venant steenslag productie Nederland productie buitenland totale productie 14,4 3,9 18,4 19,5-1,2 1,2 1,8 2,3 5,5 7,8 9,6-0,9 0,9 1,6-3,9 3,9 3,8 3.5 Inkoop beton- en metselzand, grind en steenslag Behalve eigen productie in Nederland en het buitenland kopen veel producenten en handelaren materiaal in bij (andere) producenten, bij (andere) handelaren en in het buitenland. Tabellen 3.9 t/m 3.11 tonen de herkomst van ingekocht beton- en metselzand (Tabel 3.9), grind (Tabel 3.10) en steenslag (Tabel 3.11). Bij de splitsing van tout-venant in zand en grind is de door de respondent aangegeven verhouding zand-grind gehanteerd. Het tout-venant is zowel afkomstig van handelaren, van Nederlandse producenten als direct uit het buitenland. Ter vergelijk zijn tevens de totale inkoopcijfers over 2006 opgenomen Inkoop van beton- en metselzand Bij vergelijking van de cijfers voor de inkoop van beton- en metselzand, in 2007 met die in 2006 valt de met 3,6 miljoen ton gedaalde totale inkoop op (zie Tabel 3.9). De afgenomen inkoop betreft vooral de inkoop bij producenten (min 3 miljoen ton). Tabel 3.9 Inkoop van beton- en metselzand en beton- en metselzand uit tout-venant door producenten en handelaren in 2007 (cijfers na ophoging; miljoen ton). In Nederland of het buitenland geproduceerd beton- en metselzand (ook uit tout-venant) is niet vermeld. Bij de splitsing van tout-venant in zand en grind is de door de respondent aangegeven verhouding zand-grind gehanteerd. Bron: 2007: producenten- en handelaren enquête, tabel C.12; 2006: Stand van het zand XII/Lint aan het grind X. Inkoop van beton- en metselzand producenten handelaren totaal % totaal inkoop bij producenten 1,5 5,1 6,6 55% 9,6 inkoop bij handelaren 0,5 0,1 0,7 6% 0,8 inkoop in het buitenland 2,0 2,5 4,5 38% 4,5 inkoop zand uit tout-venant 0,2 0,0 0,2 2% 0,6 totale inkoop 4,2 7,7 12,0 15,6 41

44 Onderzoek onder producenten en handelaren Inkoop van grind De inkoop van grind in 2007 (Tabel 3.10) is nauwelijks anders dan die in 2006 (min 0,3 miljoen ton). De inkoop bij producenten en handelaren is iets gedaald (respectievelijk met 1,1 en 0,3 miljoen ton), terwijl de inkoop in het buitenland met 1,1 miljoen ton gestegen is. Dit weerspiegelt de gedaalde productie in Nederland. Tabel 3.10 Inkoop van grind en grind uit tout-venant door producenten en handelaren in 2007 (cijfers na ophoging; miljoen ton). In Nederland of het buitenland geproduceerd grind (ook uit tout-venant) is niet vermeld. Bij de splitsing van tout-venant in zand en grind is de door de respondent aangegeven verhouding zand-grind gehanteerd. Bron: 2007: producenten- en handelaren enquête, tabel C.12; 2006: Stand van het zand XII/Lint aan het grind X Inkoop van grind producenten handelaren totaal % totaal inkoop bij producenten 1,5 3,1 4,6 34% 5,7 inkoop bij handelaren 0,6 0,1 0,7 5% 1,0 inkoop in het buitenland 3,5 4,6 8,0 59% 6,9 inkoop zand uit tout-venant 0,3 0,0 0,3 2% 0,4 totale inkoop 5,9 7,8 13,7 14, Inkoop van steenslag De inkoopcijfers voor steenslag tonen aan dat in 2007 meer dan 10 miljoen ton minder steenslag is ingekocht dan in 2006 (zie Tabel 3.11). De afname komt voor rekening van de inkoop bij brekerijen (min 7,9 miljoen ton) en in het buitenland (min 2,3 miljoen ton). Dit is precies het omgekeerde beeld als er in 2007 was ten opzichte van Mogelijk dat de hoge gemeten inkoop in 2006 dus een statistische oorzaak kende. Tabel 3.11 Inkoop van steenslag uit gebroken rots door producenten en handelaren in 2007 (cijfers na ophoging; miljoen ton). In Nederland of het buitenland geproduceerd steenslag is niet vermeld. Bron: 2007: producenten- en handelaren enquête, tabel C.12; 2006: Stand van het zand XII/Lint aan het grind X Inkoop van grind producenten handelaren totaal % totaal inkoop bij producenten 0,5 0,2 0,7 16% 8,6 inkoop bij handelaren 0,1 0,1 0,2 5% 0,3 inkoop in het buitenland 1,5 1,9 3,4 79% 5,7 totale inkoop 2,1 2,2 4,3 14,6 42

45 Onderzoek onder producenten en handelaren 3.6 Import en export Beton- en metselzand, grind en steenslag worden zowel door producenten als handelaren naar Nederland geïmporteerd. Voor een deel betreft het beton- en metselzand en grind dat de producenten winnen uit eigen buitenlandse productielocaties, en voor een deel betreft het materiaal dat de handelaren en producenten in het buitenland inkopen van buitenlandse handelaren of producenten. Naast de import van beton- en metselzand en grind wordt er vooral vanuit Engeland en in mindere mate vanuit Duitsland ook tout-venant geïmporteerd. Dit is het direct gewonnen mengsel van zand en grind dat pas in Nederland wordt gescheiden in de verschillende componenten. Gemiddeld bestaat het geïmporteerde tout-venant voor ongeveer 45% uit grind en voor ongeveer 55% uit zand. Het Engelse tout-venant is over het algemeen wat grindiger (ca. 55% grind), terwijl het Duitse tout-venant voornamelijk uit zand bestaat (ca %) Import en export van beton- en metselzand De totale import van beton- en metselzand door producenten en handelaren bestaat uit zes componenten: 1. door Nederlandse producenten in het buitenland geproduceerd beton- en metselzand ten behoeve van afzet op de Nederlandse markt; 2. het gedeelte beton- en metselzand uit door Nederlandse producenten in het buitenland geproduceerd tout-venant ten behoeve van afzet op de Nederlandse markt; 3. de inkopen door producenten in het buitenland van beton- en metselzand ten behoeve van afzet op de Nederlandse markt; 4. het gedeelte beton- en metselzand uit de inkopen van tout-venant in het buitenland door producenten ten behoeve van afzet op de Nederlandse markt; 5. de inkopen van beton- en metselzand in het buitenland door handelaren ten behoeve van afzet op de Nederlandse markt; 6. het gedeelte beton- en metselzand van door handelaren in het buitenland ingekocht tout-venant ten behoeve van afzet op de Nederlandse markt. De export is gelijk aan de levering van beton- en metselzand aan het buitenland en bestaat uit twee componenten: 1. levering van beton- en metselzand aan het buitenland door producenten; 2. levering van beton- en metselzand aan het buitenland door handelaren. In Tabel 3.12 zijn voor 2007 bovenstaande acht componenten weergegeven en de hieruit afgeleide totale import. Tabel 3.13 toont de cijfers voor 2007 in relatie tot die van voorgaande jaren. 43

46 Onderzoek onder producenten en handelaren Tabel 3.12 Import en export van beton- en metselzand en zand uit tout-venant door producenten en handelaren in 2007 (cijfers na ophoging; miljoen ton). Bij de splitsing van tout-venant in zand en grind is de door de respondent aangegeven verhouding zand-grind gehanteerd. Bron: producenten- en handelaren enquête, tabel C.3, C.4, C.9 en C.12. Beton- en metselzand eigen productie in het buitenland import en export door producenten import en export door handelaren Totaal 2007 import 3,9 2,0 2,5 8,5 import uit tout-venant 1,2 0,1 0,0 1,3 totaal import 5,1 2,1 2,5 9,7 totaal export - -1,8-1,5-3,3 netto import 5,1 0,4 1,0 6,5 Tabel 3.13 Import en export van beton- en metselzand en zand uit tout-venant door producenten en handelaren in 1999 t/m 2007 (cijfers na ophoging; miljoen ton). Bij de splitsing van tout-venant in zand en grind is de door de respondent aangegeven verhouding zand-grind gehanteerd. Bron: 2007: producenten- en handelaren enquête, tabel C.3, C.4, C.9 en C.12; : Stand van het zand XII/Lint aan het grind X. Beton- en metselzand import 6,3 9,4 8,3 10,5 10,0 10,0 7,4 9,4 8,5 export 7,5 8,7 6,3 6,7 6,5 4,4 2,5 4,6 3,3 netto 1,2 0,7 2,0 3,8 3,5 5,5 4,9 4,7 5,2 Import uit tout-venant??? 2,3 0,6 1,3 3,5 2,5 2,4 2,3 1,3 totale import/export 1,2 3,0 2,6 5,1 7,0 8,0 7,3 7,0 6,5 Op basis van de resultaten kan geconcludeerd worden dat de totale import van beton- en metselzand in 2007 door producenten en handelaren is gedaald naar in totaal 9,8 miljoen ton, waarvan 1,3 miljoen ton zand uit tout-venant, hetgeen opvallend laag is in vergelijking met voorgaande jaren. De import komt voor een groot deel (ca. 74%) voor rekening van producenten en handelaren met eigen winningen in het buitenland. De export (grotendeels naar België) is eveneens gedaald van 4,6 miljoen ton in 2006 naar 3,3 miljoen ton in De netto import van beton- en metselzand in 2007 bedraagt 6,5 miljoen ton, oftewel een half miljoen ton minder dan in Import en export van grind De import van grind door producenten en handelaren bestaat eveneens uit zes componenten: 1. door Nederlandse producenten in het buitenland geproduceerd grind ten behoeve van afzet op de Nederlandse markt; 2. het gedeelte grind uit door Nederlandse producenten in het buitenland geproduceerd tout-venant ten behoeve van afzet op de Nederlandse markt; 3. de inkopen door producenten in het buitenland van grind ten behoeve van afzet op de Nederlandse markt; 4. het gedeelte grind uit de inkopen van tout-venant in het buitenland door producenten ten behoeve van afzet op de Nederlandse markt; 44

47 Onderzoek onder producenten en handelaren 5. de inkopen van grind in het buitenland door handelaren ten behoeve van afzet op de Nederlandse markt; 6. het gedeelte grind van door handelaren in het buitenland ingekocht tout-venant ten behoeve van afzet op de Nederlandse markt. De export is gelijk aan de levering van grind aan het buitenland en bestaat vanwege de verschillende ophoogfactoren uit twee componenten: 1. levering van grind aan het buitenland door producenten; 2. levering van grind aan het buitenland door handelaren. In Tabel 3.14 zijn voor 2007 deze acht componenten weergegeven en de hieruit afgeleide totale import. Tabel 3.15 toont de cijfers voor 2007 in relatie tot die voor 2000 t/m De import van grind is met 14,4 miljoen ton, waarvan 1,1 miljoen ton uit tout-venant, een half miljoen ton lager dan in Dit is opvallend gezien de verder gedaalde productie van grind in Nederland (min 1 miljoen ton) en de eveneens gedaalde import van steenslag (zie verderop). De import van tout-venant is vermoedelijk echter hoger dan de hier gemeten 1,1 miljoen ton; alleen uit de UK is namelijk al 2,3 miljoen ton grind geïmporteerd. Tabel 3.14 Import en export van grind en grind uit tout-venant door producenten en handelaren in 2007 (cijfers na ophoging; miljoen ton). Bij de splitsing van tout-venant in zand en grind is de door de respondent aangegeven verhouding zand-grind gehanteerd. Bron: producenten- en handelaren enquête, tabel C.3, C.5, C.11 en C.12 Grind (rond en gebroken) import import uit tout-venant totaal import export netto import eigen productie in het buitenland import en export door producenten import en export door handelaren Totaal ,5 3,5 4,6 13,5 0,9 0,2 0,0 1,1 6,4 3,7 4,6 14,7-0,0-0,2-0,2 6,4 3,6 4,4 14,4 Tabel 3.15 Import en export van grind en grind uit tout-venant door producenten en handelaren in de periode na ophoging (miljoen ton). Bron: 2007: producenten- en handelaren enquête, tabel C.3, C.5, C.11 en C.12; : Stand van het zand XII/Lint aan het grind X. Grind (rond en gebroken) import 9,0 11,3 11,6 12,4 14,5 11,7 13,2 13,5 export 2,2 0,7 1,4 1,2 0,7 0,3 0,3 0,2 netto import 6,8 10,6 10,2 11,2 13,8 11,4 12,9 13,3 import uit tout-venant 3,4 0,8 2,0 1,9 2,1 1,7 2,0 1,1 totale import 10,2 11,4 12,2 13,1 16,0 13,1 14,9 14,4 45

48 Onderzoek onder producenten en handelaren Controle import zand en grind middels externe statistiek De import van Engels tout-venant in 2007 bedroeg volgens de Crown Estate 4,2 miljoen ton, waarvan ca. 1,9 miljoen ton zand en 2,3 miljoen ton grind (zie Paragraaf 2.4). Daarnaast is er uit Duitsland tout-venant geïmporteerd (vooral zand). Op basis van een vergelijking van de enquêteresultaten (totaal 2,6 miljoen ton waarvan iets meer dan de helft zand en iets minder dan de helft grind) met deze statistische cijfers lijkt de in dit onderzoek berekende import van zand en grind uit tout-venant aan de lage kant. Mogelijk dat een deel van het vanuit de UK naar Nederland geëxporteerde tout-venant na sortering direct naar België geëxporteerd wordt. Dergelijk zand moeten we dan als transiet-zand beschouwen en is in dat geval terecht door de respondenten zowel aan de inkoop- als de leveringenkant buiten de enquêtes gehouden Import en export van steenslag Bij de enquête onder producenten en handelaren is gevraagd naar de inkoop en de afzet van steenslag uit gebroken rots. Steenslag wordt zowel door producenten als handelaren naar Nederland geïmporteerd. Voor een deel betreft het steenslag dat de producenten winnen uit eigen buitenlandse productielocaties, en voor een deel betreft het materiaal dat de handelaren en producenten in het buitenland inkopen van derden (buitenlandse handelaren of producenten). De import van steenslag bestaat uit drie componenten: 1. door Nederlandse producenten in het buitenland geproduceerd steenslag uit gebroken rots ten behoeve van afzet op de Nederlandse markt; 2. de inkopen door producenten in het buitenland van steenslag uit gebroken rots ten behoeve van afzet op de Nederlandse markt; 3. de inkopen door handelaren in het buitenland van steenslag uit gebroken rots ten behoeve van afzet op de Nederlandse markt. Steenslag wordt vanuit Nederland niet geëxporteerd. In Tabel 3.16 zijn voor 2007 bovenstaande drie componenten weergegeven en de hieruit afgeleide totale import en export. Tabel 3.17 toont de cijfers voor 2007 in relatie tot die voor 2000 t/m De import van steenslag is ten opzichte van 2006 met ruim 2 miljoen ton gedaald. Tabel 3.16 Netto import van steenslag door producenten en handelaren in 2007 (cijfers na ophoging; miljoen ton). Bron: producenten- en handelaren enquête, tabel C.3, C.6 en C.12 Steenslag eigen productie in het buitenland import door producenten import door handelaren Totaal 2007 netto import 3,9 1,5 1,9 7,3 46

49 Onderzoek onder producenten en handelaren Tabel 3.17 Netto import van steenslag uit gebroken rots door producenten en handelaren in (cijfers na ophoging; miljoen ton). Bron: 2007: producenten- en handelaren enquête, tabel C.4, C.6 en C.12; : Stand van het zand XII, Lint aan het grind X. Steenslag netto import 7,4 7,1 8,8 8,6 6,3 8,2 9,5 7, Importcijfers grove toeslagmaterialen Door te kijken naar de totale netto import van grove toeslagmaterialen (grind én steenslag samen) is dit verder te controleren (zie Tabel 3.18). Deze import vertoont al jaren achtereen een gestage groei, die min of meer in lijn is met de dalende productie van grind in Nederland. Alleen in 2005 was de netto import van grove toeslagmaterialen gedaald, maar in 2006 is deze verder gestegen naar 24,4 miljoen ton. In 2007 is een netto import van grove toeslagmaterialen waargenomen van 21,7 miljoen ton, min of meer gelijk aan die in 2005 en in lijn met de jaren Dit lijkt erop te duiden dat de in 2006 gemeten netto import van grove toeslagmaterialen van 24,4 miljoen ton aan de (te) hoge kant was. Tabel 3.18 Netto import van grove toeslagmaterialen (grind, grind uit tout-venant en steenslag uit gebroken rots) door producenten en handelaren in de periode (miljoen ton). Bron: 2007: producenten- en handelaren enquête; : Stand van het zand XII, Lint aan het grind X. grove toeslagmaterialen netto import grind 10,2 11,4 12,2 13,1 16,0 13,1 14,9 14,4 netto import steenslag 7,4 7,1 8,8 8,6 6,3 8,2 9,5 7,3 totale import 17,6 18,5 21,0 21,7 22,3 21,3 24,4 21,7 47

50 Onderzoek onder producenten en handelaren 48

51 Onderzoek onder verbruikers 4 Onderzoek onder verbruikers Inleiding In dit hoofdstuk wordt het verbruik van beton- en metselzand, (gebroken) grind, steenslag uit gebroken rots en zand- en grindvervangende materialen in kaart gebracht aan de hand van een verbruikersenquête. In Paragraaf 4.2 en 4.3 wordt de opzet van de verbruikersenquête besproken. Paragrafen 4.4 en 4.5 gaan in op de respons en lichten toe hoe de responsresultaten zijn opgehoogd. Het onderzoek onder verbruikers moet antwoord geven op de volgende primaire onderzoeksdoelstellingen: het in kaart brengen van het verbruik van beton- en metselzand en (gebroken) grind onder betonmortel- en betonproductenfabrikanten en asfaltinstallaties in Nederland (Paragraaf en 4.7.1); het in kaart brengen van het relatieve verbruik van beton- en metselzand en (gebroken) grind onder betonmortel- en betonproductenfabrikanten en asfaltinstallaties per type eindverbruiker (Paragraaf en 4.7.2); het in kaart brengen van de import van beton- en metselzand, (gebroken) grind en steenslag door betonmortel- en betonproductenfabrikanten en asfaltinstallaties (Paragraaf 4.8); het in kaart brengen van het verbruik van beton- en metselzandvervangende materialen onder betonmortel- en betonproductenfabrikanten en asfaltinstallaties (Paragraaf 4.9); het in kaart brengen van het verbruik van grindvervangende materialen onder betonmortel- en betonproductenfabrikanten en asfaltinstallaties (Paragraaf 4.10). 4.2 Opzet van de enquête Inhoud van de enquête Het verbruikersenquêteformulier is integraal opgenomen in Bijlage B. In de enquête zijn ten eerste vragen opgenomen over het karakter van het geënquêteerde bedrijf (hoofd- of nevenvestiging, verbruikerscategorie, aantal werknemers). Verder gaat de enquête in op de hoeveelheid en de herkomst van het toegepaste beton- en metselzand, gebroken (grind) en steenslag uit gebroken rots en op het verbruik van zand- en grindvervangende materialen. 49

52 Onderzoek onder verbruikers Verbruikerscategorieën De volgende categorieën verbruikers van beton- en metselzand, grind en steenslag worden onderscheiden: aannemerij: o aannemersbedrijven in de burgerlijke en utiliteitsbouw; o aannemersbedrijven in de GWW-sector; betonsector: o betonproductenfabrikanten; o betonmortelfabrikanten; asfaltinstallaties. In dit onderzoek is, in tegenstelling tot voorgaande jaren, geen enquête gehouden onder de aannemerij, maar uitsluitend onder de beton- en asfaltsectoren Ondersteuning brancheorganisaties Zoals gebruikelijk heeft de brancheorganisatie van asfaltproducenten, VBW-Asfalt, weer haar medewerking aan het onderzoek verleend door de aanlevering van haar ledenlijst en de opstelling van een aanbevelingsbrief voor haar leden. De VOBN heeft dit jaar van medewerking afgezien omdat zij niet het idee heeft dat de verzamelde data van invloed zijn op het gevoerde beleid. Ook de vertrouwelijkheid van eventueel bedrijfsgevoelige informatie is een punt van zorg voor de VOBN-leden. Ook de BFBN heeft niet actief aan het onderzoek meegewerkt Het afnemen van de enquêtes Onder de asfaltproducenten en de bedrijven in de betonsector zijn de enquêtes schriftelijk toegezonden waarna de retour ontvangen ingevulde enquêtes zijn ingevoerd in de database. Ter verhoging van de respons zijn de bedrijven ook nog telefonisch benaderd, waarna nog een groot aantal enquêtes telefonisch is afgenomen. Daarbij is gebruik gemaakt van een speciaal voor dit onderzoek ontwikkelde digitale versie van de monitoringsenquête die conform een ontwikkeld enquêteprotocol werd ingevuld. 4.3 Verbruikerspopulatie Samenstelling verbruikerscategorieën Betonsector De betonsector bestaat uit twee verbruikerscategorieën: de betonproductenfabrikanten en de betonmortelfabrikanten. De adressen van de bedrijven in deze groepen zijn verzameld door combinatie van het Marktselect bedrijvenbestand met de ledenlijsten van de brancheorganisaties: Categorie Betonproducten : o Marktselect: vervaardiging van producten van beton voor de bouw (code 26611); 50

53 Onderzoek onder verbruikers Categorie Betonmortel : o Marktselect: vervaardiging van stortklare beton (code 2663); o Marktselect: vervaardiging van mortel (code 2664); o ledenlijst Vereniging van Ondernemingen in betonmortel in Nederland (VOBN; van internet); o ledenlijst Metselmix (vereniging van fabrikanten van kant-en-klare metselspecie); o ledenlijst Vereniging Droge Mortel Producenten (VDMP); o ledenlijst Megamix. In de betonsector zijn alle bedrijven aangeschreven. Asfaltproducenten De adressen van de asfaltproducerende bedrijven zijn verkregen van de Vereniging tot bevordering van Werken in Asfalt (VBW-Asfalt). Hun 36 leden zijn allemaal benaderd voor het afnemen van de enquête. VBW- Asfalt heeft echter aangegeven dat slechts 18 van de 36 leden als asfaltproducent kunnen worden beschouwd. Aanpassing adressen Voorzover die bekend zijn geworden uit het onderzoek van vorig jaar, zijn wijzigingen en onjuistheden in de adressen aangepast Groottecategorieën Voor de categorieën Betonproducten en Betonmortel zijn de bedrijven ingedeeld per groottecategorie: minder dan 10 werknemers, 10 t/m 19 werknemers, 20 t/m 49 werknemer, 50 werknemers of meer. Tabel 4.1 toont per verbruikerscategorie en per groottecategorie het aantal bedrijven in de gebruikte adressenbestanden (na controle op dubbelingen e.d.). Ten opzichte van het onderzoek over 2006 vallen de volgende veranderingen op met betrekking tot het aantal actieve bedrijven per categorie: in 2006 bestond de gebruikte populatie uit 102 betonmortelproducenten, nu uit 170 (+70%); in 2006 bestond de gebruikte populatie uit 239 betonproductenfabrikanten, nu uit 379 (+59%). Beide wordt vermoedelijk veroorzaakt door de nieuwe Marktselect bedrijvenlijst. Deels zijn er nieuwe intreders in de markt bijgekomen sinds de vorige keer dat er een bedrijvenlijst is opgevraagd (medio 2005), deels bevat deze lijst mogelijk niet-bestaande bedrijven (niet actief, actief in andere sector, leeg bedrijf, etc.) die in de periode 2005 t/m 2007 uit de voorheen gehanteerde lijst verwijderd waren middels controle. 51

54 Onderzoek onder verbruikers Tabel 4.1 Totale startpopulatie, populatie na screening, en respons naar categorie en werknemersklasse. actieve populatie bedrijven percentage steekproef benaderde actieve bedrijven absolute respons respons waarvan nulverbruikers waarvan verbruikers verbruikerscategorie responspercentage Asfalt % % < % % Betonmortel Betonproducten % % % % 50-> % % totaal % < % % % % % % 50-> % % totaal % totaal % 4.4 Respons Absolute en procentuele respons De absolute respons bestaat uit twee categorieën: bedrijven waarvoor de gehele enquête is afgenomen; bedrijven die aangegeven hebben wél in de betreffende branche actief te zijn, maar geen beton- en metselzand of grind verbruiken, (zogenaamde nul-verbruikers ; zie Tabel 4.1). De absolute respons onder de beton- en asfaltbedijven is dit jaar met 224 bedrijven hoger dan in Dit komt doordat in de betonsector een groter aantal bedrijven is benaderd dan vorig jaar. De absolute respons onder de asfaltbedrijven is, ondanks een groter aantal actieve bedrijven, marginaal lager dan vorig jaar. Het responspercentage is 8 procentpunten lager dan vorig jaar. De voor een representatief monitoringsonderzoek vereiste responsaantallen (50 respondenten in de beide betoncategorieën) worden gehaald, in het geval van de betonproductenbranche zelfs (ruimschoots), ook wanneer de nulverbruikers niet als respondent zouden worden beschouwd. De procentuele respons in de betonmortelsector ligt met 34% 11 procentpunten lager dan vorig jaar. In de betonproductenbranche is de procentuele respons met 39% van de benaderde actieve bedrijven 2 procentpunten lager dan vorig jaar, en 4 procentpunten lager dan het jaar daarvoor. Dit is echter nog altijd aanzienlijk hoger dan in het onderzoek van 2005 en de jaren daarvoor. 52

55 Onderzoek onder verbruikers Respons hoeveelheid beton- en metselzand, grind, steenslag De respons gemeten in de hoeveelheid toegepast (ingekocht) beton- en metselzand is met 12,1 miljoen ton ruim hoger dan in de voorgaande drie jaren. Ook de hoeveelheid toegepast grind is met 11,2 miljoen ton duidelijk hoger. De gemeten hoeveelheid toegepast steenslag valt echter licht lager uit dan vorig jaar, wellicht vanwege het gestegen grindverbruik. Opvallend is dat deze respons over de verschillende onderzoeksjaren sterk varieert. De laatste vier jaar is echter een duidelijk stijgende trend waarneembaar. Dit is positief aangezien een grotere gemeten inkoop betekent dat het onderzoek een grotere representativiteit heeft. Tabel 4.2 Gemeten inkoop (i.e. verbruik) van beton- en metselzand, grind en steenslag vóór ophoging in miljoen ton. Bron: : Voorgaande Stand van het Zand / Lint aan het grind onderzoeken; 2007: Verbruikersenquête, tabellen D.1, D.4 en D.5. jaar toegepast beton- en metselzand 9,1 14,9 9,1 11,6 16,6 6,4 5,7 7,1 9,5 12,1 toegepast grind 10,1 10,5 8,9 10,1 16,2 5,2 5,1 6,7 7,9 11,2 toegepast steenslag 2,7 7,2-2,2 3,5 1,7 1,2 2,3 4,6 4,4 4.5 Correctie resultaten Controle aan de hand van industriële statistiek Productievolume betonmortelindustrie Het productievolume van de responsgroep na ophoging is vergeleken met het productievolume aan betonmortel zoals geregistreerd door de VOBN (waarbij ruim 130 betoncentrales zijn aangesloten). Dit volume geldt voor de gehele sector en is opgesteld door de VOBN middels extrapolatie. Uit de in Tabel 4.3 gepresenteerde cijfers blijkt dat het productievolume van de respondenten na ophoging aanzienlijk hoger is dan het productievolume volgens de industrie. Dit kan worden veroorzaakt doordat de ophoging uitgevoerd is op basis van het aantal respondenten per groottecategorie. Om er inzicht in te krijgen of het aantal werknemers van een bedrijf representatief is voor het productievolume van het bedrijf hebben we de bedrijfsgrootte uitgezet tegen het productievolume (per bedrijf en gemiddeld per groottecategorie; zie figuur 4.1). Uit deze figuur blijkt dat er behoorlijk wat spreiding zit in het productievolume binnen één en dezelfde groottecategorie, maar dat het gemiddelde productievolume per groottecategorie lineair toeneemt met het gemiddelde aantal werknemers. De indeling in groottecategorieën lijkt dus niet de oorzaak te zijn van de overschatting van het productievolume na ophoging. Een andere meer waarschijnlijke oorzaak is de te grote populatie op basis van de nieuwe Marktselect bedrijvenlijst (zie paragraaf 4.3.2). Voor de betonmortelindustrie is besloten een extra verlaagfactor van ca. 0,6 toe te passen (zie tabel 4.3), zodat een goed beeld verkregen wordt van het daadwerkelijke verbruik van beton- en metselzand, grind en steenslag door deze sector. 53

56 Onderzoek onder verbruikers Productievolume betonmortel Gemiddeld productievolume Lineair (Gemiddeld productievolume) y = 2866,x R² = 0, Figuur 4.1 Het productievolume en en gemiddelde productievolume grafisch uitgezet tegen de bedrijfsgrootte per groottecategorie in de betonmortelsector. Voor de groottecategorieën is uitgegaan van de volgende indeling: 1-9 werknemers 5 werknemers, werknemers 15 werknemers, werknemers 35 werknemers, werknemers 75 werknemers, >100 werknemers 200 werknemers. Het gemiddelde productievolume per groottecategorie blijkt evenredig te zijn met het aantal werknemers van de bedrijven in die groottecategorie (statistische nauwkeurigheid 0,995). Productievolume betonproductenindustrie Omdat er geen gegevens van de BFBN aanwezig zijn over het landelijke productievolume aan betonproducten, is er gezocht naar andere bronnen voor de productiegegevens. Het Cement&BetonCentrum is een organisatie voor belangenbehartiging en betonpromotie waarin de Vereniging Nederlandse Cementindustrie (VNC), de Cement & Beton Stichting en de op Nederland gerichte algemene promotieactiviteiten van de aangesloten cementindustrieën zijn gebundeld. Het Cement&BetonCentrum houdt zich o.a. bezig met marktonderzoek, communicatie, kennisoverdracht, technisch onderzoek en regelgeving. Op basis van hun marktkennis geeft het Cement&BetonCentrum ( >> Toepassingen >> Betonmarkt) aan dat er jaarlijks gemiddeld 8 miljoen m 3 beton door de betonmortelindustrie wordt geproduceerd en 6,5 miljoen m 3 door de betonproductenindustrie. Dit betekent dat de betonproductenindustrie gemiddeld ca. 81,25% van de hoeveelheid beton produceert die door de betonmortelindustrie wordt geproduceerd. Op basis hiervan en op basis van het productievolume van de betonmortelindustrie in 2007 van 9,5 miljoen m 3 (bron: VOBN), zou voor 2007 een productievolume van de betonproductenindustrie van ca. 7,7 miljoen m 3 zijn te verwachten. Op basis van recent uitgevoerd marktonderzoek over 2007 heeft het Cement&BetonCentrum echter aangegeven dat de verhouding betonmortel/betonproducten in 2007 uitkomt op 60/40. Op basis van het productievolume van de betonmortelindustrie van 9,5 miljoen m 3 is het volume in 2007 te schatten op 6,3 miljoen m 3. Uit de in Tabel 4.3 gepresenteerde cijfers blijkt dat het productievolume van de respondenten na ophoging ruim 17 miljoen m 3 bedraagt. Dit zou 54

57 Onderzoek onder verbruikers ongeveer 180% van de betonmortelproductie bedragen en dus sterk afwijken van de normale verhouding tussen de productie van betonproducten en van betonmortel van ca. 80% (zie ook paragraaf 2.9). Voor de betonproductensector hebben we, op dezelfde manier als voor de betonmortelsector, bestudeerd of het aantal werknemers van een bedrijf representatief is voor het productievolume ( zie figuur 4.2). Uit deze figuur blijkt dat er behoorlijk wat spreiding zit in het productievolume binnen één en dezelfde groottecategorie. Met name het productievolume in de grootste categorie bedrijven varieert zeer sterk. Verder valt op dat het gemiddelde productievolume van de groottecategorie met en werknemers lager is dan dat van de categorie met minder dan 10 werknemers. De relatie tussen het productievolume en de bedrijfsgrootte is dus minder duidelijk dan voor betonmortel. Dit wordt veroorzaakt doordat het sterk van het type betonproduct afhangt hoe arbeidsintensief de productie hiervan is. Zo kost het maken van 1 m 3 stoeptegels veel minder werk dan het maken van 1 m 3 hoogwaardige funderingspalen. Gemiddeld neemt het productievolume echter wel toe met de grootte, zodat we vasthouden aan de indeling in groottecategorieën. Behalve de indeling in groottecategorieën beschouwen we ook voor deze sector de te grote populatie op basis van de nieuwe Marktselect bedrijvenlijst (zie paragraaf 4.3.2) als meest waarschijnlijke oorzaak voor de overschatting van het productievolume na ophoging. Op basis van deze gegevens wordt voor de betonproductenindustrie een extra verlaagfactor van ca. 0,4 toegepast, zodat een beter beeld verkregen wordt van het daadwerkelijke verbruik van beton- en metselzand, grind en steenslag door deze sector Productievolume betonproducten Gemiddeld productievolume betonproducten Lineair (Gemiddeld productievolume betonproducten) y = 718,5x + 938,2 R² = 0, Figuur 4.2 Het productievolume en gemiddelde productievolume grafisch uitgezet tegen de bedrijfsgrootte per groottecategorie in de betonproductensector. Voor de groottecategorieën is uitgegaan van de volgende indeling: 1-9 werknemers 5 werknemers, werknemers 15 werknemers, werknemers 35 werknemers, werknemers 75 werknemers, >100 werknemers 200 werknemers. Het gemiddelde productievolume per groottecategorie blijkt evenredig te zijn met het aantal werknemers van de bedrijven in die groottecategorie. 55

58 Onderzoek onder verbruikers Asfaltindustrie Ook voor de asfaltindustrie kan gekeken worden naar het productievolume van de respondenten en het productievolume na ophoging. Uit de in Tabel 4.3 gepresenteerde cijfers blijkt dat het productievolume van de respondenten vrijwel gelijk is aan het door de industrie berekende productievolume. Omdat 15 van de 18 asfaltproducenten aan het onderzoek hebben deelgenomen, kan de oorzaak van de kleine afwijking (104%) worden gezocht in kleine verschillen tussen de bedrijven. We hebben de eerder bepaalde ophoogfactor beperkt aangepast zodat de kleine afwijking gecorrigeerd wordt opdat een optimaal beeld verkregen wordt van het daadwerkelijke verbruik van beton- en metselzand, grind en steenslag door de asfaltsector Uiteindelijke ophoogfactoren Op basis van deze verschillende ophoogfactoren is de uiteindelijke ophoogfactor bepaald per grootte- en per verbruikerscategorie (tabel 4.4). Tabel 4.3 Productievolume voor betonmortel en betonproducten (in kubieke meters) en voor asfalt (in miljoen ton) volgens de industrie en onder de respondenten (absoluut en na ophoging) en dekkingspercentage o.b.v. productievolumina na ophoging. Bron: betonmortel: VOBN, september 2008; betonproducten: Cement&BetonCentrum, oktober 2008; asfalt: VBW-Asfalt, juli 2008; productievolumina respondenten: verbruikersenquête. categorie productievolume volgens industrie productievolume respondenten (absoluut) productievolume respondenten (na ophoging) dekkingspercentage na ophoging extra verlaagfactor op basis van productievolume betonmortel 9,5 7,0 14,3 151% 0,7 betonproducten 6,3 4,8 11,9 189% 0,5 asfaltindustrie 10,2 8,9 10,6 104% 1,0 Tabel 4.4 Actieve populatie, absolute respons en berekende ophoogfactor voor ophoging naar de totale populatie per categorie en werknemersklasse. verbruikerscategorie groottecategorie actieve populatie benaderde bedrijven absolute respons uiteindelijke ophoogfactor asfalt ,2 < ,1 betonmortel , ,7 50-> ,0 < ,5 betonproducten , ,1 50-> ,2 56

59 Onderzoek onder verbruikers 4.6 Het verbruik van beton- en metselzand Inkoop en verbruik van beton- en metselzand Beton- en metselzand wordt door verbruikers ingekocht bij Nederlandse zandproducenten, bij Nederlandse handelaren, of rechtstreeks in het buitenland. In enkele gevallen kan het ook afkomstig zijn van eigen productie. In Tabel 4.5 wordt de herkomst van het ingekochte beton- en metselzand voor de periode 1998 tot en met 2007 weergegeven. De totale inkopen zijn gelijk aan het verbruik, als er geen voorraadvorming heeft plaatsgevonden door de verbruikers. De totale inkoop na ophoging, en dus het totale gemeten verbruik, van beton- en metselzand in 2007 komt uit op ca. 15,8 miljoen ton. Dit lijkt ca. 3,2 miljoen ton minder dan in In 2006 is echter ook het verbruik onder de aannemerij gemeten. Dit was in 2006 ca. 2,5 miljoen ton, terwijl de beton- en asfaltindustrie in 2006 gezamenlijk ca. 16,5 miljoen verbruikten, dus ca. 0,7 miljoen ton meer dan dit jaar is gemonitord. Figuur 4.3 toont de jaarlijkse fluctuaties van het gemeten verbruik, de sterke daling in 2004 en het lichte herstel in 2005 en Voor 2007 hebben we het geraamde verbruik in de aannemerij hierin extra opgenomen. Hoewel het gemeten verbruik over het algemeen de economische ontwikkelingen volgt, is de (kleine) daling in 2007 daar niet mee in lijn. Ongeveer 60% van het door de beton- en asfaltindustrie gebruikte betonen metselzand is in 2007 gekocht van handelaren, 36% is direct van Nederlandse producenten betrokken (zie tabel 4.5). De inkoop bij producenten is toegenomen ten opzichte van vorig jaar ten koste van de inkoop bij handelaren. De afname van inkoop bij handelaren wordt echter mogelijk veroorzaakt doordat de aannemerij niet bevraagd is dit jaar; die kopen vermoedelijk vooral in bij de handelaren en maar nauwelijks direct bij producenten. Dit scheelt vermoedelijk ruim 2 miljoen ton aan inkoop bij handelaren, zodat dit totaal ruim 11 miljoen ton zal bedragen. Hierbij moet worden opgemerkt dat het voor verbruikers soms niet duidelijk is of ze inkopen bij een handelaar of bij een producent van beton- en metselzand. Tabel 4.5 Totale inkopen van beton- en metselzand door verbruikers naar herkomstcategorie na ophoging, periode (in miljoen ton). Vanaf 2007 EXCLUSIEF de inkoop door de aannemerij. Bron: : Stand van het Zand XII, Lint aan het grind X; 2007: Verbruikersenquête, tabel D.1. jaar beton- en metselzandproducenten 4,8 5,7 7,2 7,3 6,9 6,4 3,0 4,1 5,0 5,9 handelaren 12,2 18,3 14,3 13,0 11,7 10,0 12,4 11,0 13,0 9,2 eigen productie - (1) 0,4 0,3 3,8 3,5 1,3 0,9 0,2 0,2 0,2 buitenland 2 1,3 1,1 3,1 3,5 3,6 0,5 2,6 0,8 0,5 Totale inkoop (= VERBRUIK) 19,0 25,8 22,9 27,2 25,7 21,2 16,8 17,9 19,0 15,8 1 Niet onderzocht in dit onderzoek. 57

60 Onderzoek onder verbruikers verbruik (miljoen ton) jaar Figuur 4.3 Grafische weergave van het gemeten verbruik van beton- en metselzand na ophoging periode (miljoen ton). Vanaf 2007 EXCLUSIEF de inkoop door de aannemerij. Een schatting van het verbruik door de aannemerij (ca. 2,5 miljoen ton) is bij het verbruik in 2007 opgeteld (oranje). Bron: : Stand van het Zand XII, Lint aan het grind X; 2007: Verbruikersenquête, tabel D.1. De rechtstreekse import door verbruikers is in 2007 verder gedaald naar 3% van het landelijk verbruik. Eigen winning van beton- en metselzand door verbruikers bedroeg in 2007 slechts 1%. De rechtstreekse import door verbruikers van 0,5 miljoen ton is een verdere daling richting de lage gemeten import door verbruikers in In 2005 leek de import met een gemeten waarde van 2,6 miljoen ton juist weer aan te trekken. Omdat het waarschijnlijk een beperkt aantal grote bedrijven (met name in de betonsector) betreft die zelf importeren, kunnen deze gemakkelijk bij het onderzoek gemist worden. Mogelijk is dat in 2004, 2006 en 2007 gebeurd, terwijl ze in 2005 juist wél hebben meegedaan. Die kans is echter niet zo groot. Een andere mogelijkheid is dat er in 2005 tijdelijk relatief minder beton- en metselzand uit Nederlandse winningen beschikbaar was om aan de toen juist aantrekkende vraag te voldoen, waardoor bedrijven meer zand gingen importeren Verbruik van beton- en metselzand per verbruikerscategorie Het verbruik per categorie eindverbruiker is weergegeven in Tabel 4.6 en grafisch in Figuur 4.4. Ten opzichte van 2006 valt op dat het relatieve verbruik door de asfaltsector, de betonproducten- en de betonmortelfabrikanten vrijwel gelijk is gebleven (getallen tussen haakjes geven het relatieve verbruik in 2006 onder de dit jaar geïnventariseerde categorieën weer). Het absolute verbruik door de asfaltbranche is beperkt gedaald ten opzichte van 2006, net als het absolute verbruik door de betonproductenfabrikanten. Dit laatste is in lijn met de afgenomen verhouding tussen betonproducten en betonmortel (zie paragraaf 2.8). 58

61 Onderzoek onder verbruikers Tabel 4.6 Het totale en relatieve verbruik na ophoging van beton- en metselzand per categorie eindverbruiker in 2006 en 2007 (miljoen ton). Omdat in 2007 de aannemerij niet bevraagd is, zijn daarvoor geen gegevens bekend. Om de percentages vergelijkbaar te maken zijn daarom voor 2006 ook de relatieve verbruikspercentages weergegeven met weglating van de aannemerij. Bron: 2006: Stand van het Zand XII, Lint aan het grind X; 2007: verbruikersenquête, tabel D categorie hoeveelheid percentage hoeveelheid percentage aannemers in de burgerlijke en utiliteitsbouw % Niet gemeten - aannemers in de grond-, weg- en waterbouw % Niet gemeten - asfaltinstallaties % (8%) % betonmortelfabrikanten % (50%) % betonproductenfabrikanten % (42%) % Totaal % 40% asfaltinstallaties betonmortelfabrikanten betonproductenfabrikanten 52% Figuur 4.4 Relatieve verbruik van beton- en metselzand door de verschillende categorieën eindverbruikers Er is ook onderzocht waarvoor het verbruikte beton- en metselzand is toegepast. In de meeste verbruikerscategorieën wordt het zand namelijk voor verschillende toepassingen gebruikt. Tabel 4.7 geeft een overzicht van de verschillende toepassingen per verbruikerscategorie. Uit de totale toepassing blijkt dat door de betonbranche in totaal 7,4 miljoen ton beton- en metselzand voor mortel is gebruikt en 6,3 miljoen ton direct is toegepast in betonproducten. In asfalt is in 2007 ca. 1,3 miljoen ton beton- en metselzand verwerkt. De toepassing anders, bevat dit jaar slechts een verwaarloosbare hoeveelheid beton- en metselzand, omdat de aannemerij niet bevraagd is. 59

62 Onderzoek onder verbruikers Tabel 4.7 Relatieve toepassing van beton- en metselzand per categorie eindverbruiker en per toepassing na ophoging in 2007 (in miljoen ton). Bron: Verbruikersenquête, tabel D.6. toepassing Asfalt Betonmortel Betonproducten percentage totaal hoeveelheid asfalt 100,0% - - 8% 1,3 betonmortel (voor verkoop) - 89,1% 1,5% 47% 7,4 betonmortel (voor eigen verwerking) % 0,0 betonproducten - 6,5% 92,1% 40% 6,3 metsel- en voegmortel - 1,5% 4,6% 3% 0,4 overige zand-/cementmortels - 2,9% 1,9% 2% 0,4 stucwerk en betonreparatie - - 0,0% 0% 0,0 anders % 0,0 4.7 Het verbruik van grind in Nederland Inkoop en verbruik van grind Grind wordt net als beton- en metselzand door verbruikers ingekocht bij Nederlandse grindproducenten, bij Nederlandse handelaren, of rechtstreeks in het buitenland. In enkele gevallen kan het ook afkomstig zijn van eigen productie. In Tabel 4.8 wordt de herkomst van het ingekochte grind voor de periode 1998 tot en met 2007 weergegeven. De totale inkopen zijn gelijk aan het verbruik (exclusief voorraadvorming door verbruikers). De totale inkoop na ophoging en dus het totale gemeten verbruik van grind in 2007 komt uit op 14,9 miljoen ton. Daarvan is 11 miljoen ton (74%) rond grind en 3,9 miljoen ton (26%) gebroken grind (zie Bijlage D, tabel D.2 en D.3). Daarbij moet worden opgemerkt dat het verbruik van grind door de aannemerij dit jaar niet gemonitord is. In 2006 bedroeg dit ca. 0,8 miljoen ton, zodat het totale verbruik, indien het verbruik door de aannemerij niet gewijzigd is, uitkomt op circa 15,8 miljoen ton. Het verbruik van 15,8 miljoen ton (inclusief het geschatte verbruik door de aannemerij) betekent een stijging ten opzichte van 2006 ruim 1 miljoen ton en is meer dan in de voorgaande drie jaar gemeten (zie Figuur 4.5). Tabel 4.8 Totale inkopen van rond en gebroken grind door verbruikers na ophoging naar herkomstcategorie (in miljoen ton). Vanaf 2007 EXCLUSIEF de inkoop door de aannemerij. Bron: : Stand van het Zand XII, Lint aan het grind X; 2007: Verbruikersenquête, tabel D.4. jaar grindproducenten 3,4 2,5 5,4 4,8 4,7 4,4 1,6 3,2 2,4 4,5 handelaren 13,7 14,7 17,1 11,6 11,5 9,2 9,5 8,7 10,8 9,5 eigen productie - (1) 0,03 1,3 1,2 1,6 0,5 0,0 0,1 0,2 0,1 buitenland 3,8 1,4 1,8 4,6 7,3 6,3 1,1 2,9 1,0 0,8 Totale inkoop (= VERBRUIK) 20,9 18,7 25,6 22,1 25,1 20,4 12,3 14,9 14,4 14,9 (1) Niet gemeten vóór

63 Onderzoek onder verbruikers 30.0 v e rbruik (miljoen ton) jaar Figuur 4.5 Grafische weergave van het gemeten verbruik van rond en gebroken grind na ophoging voor de periode (miljoen ton). Vanaf 2007 EXCLUSIEF de inkoop door de aannemerij. Een schatting van het verbruik door de aannemerij (ca. 0,8 miljoen ton) is bij het verbruik in 2007 opgeteld (oranje). Bron: : Stand van het Zand XII, Lint aan het grind X; 2007: Verbruikersenquête, tabel D.4. Van het in de beton- en asfaltbranche verbruikte grind werd 64% betrokken van handelaren, 30% van grindwinners in Nederland en werd 5% rechtstreeks uit het buitenland geïmporteerd. De rechtstreekse import van grind door verbruikers in 2007 van bijna 1 miljoen ton is iets lager dan die in 2006, toen de nu niet meegenomen aannemerij geen import van grind toonde. Deze grindimport door verbruikers is in lijn met de afgelopen jaren. Alleen in 2005 is een relatief hoge import van 2,9 miljoen ton gemeten. Omdat het waarschijnlijk een beperkt aantal grote bedrijven (met name in de betonsector) betreft die zelf importeren, kunnen deze in het onderzoek van 2005 wellicht oververtegenwoordigd zijn geweest. Een andere, minder waarschijnlijke, mogelijkheid is dat er in 2005 tijdelijk relatief minder grind uit Nederlandse winningen beschikbaar was om aan de (stijgende) vraag te voldoen, waardoor bedrijven meer grind zijn gaan importeren. Het totale en relatieve verbruik van grind per verbruikerscategorie is weergegeven in Tabel 4.9. Ter vergelijk zijn ook de cijfers voor 2006 weergegeven. De asfaltindustrie heeft in 2007 aanzienlijk minder grind verbruikt dan in 2006 (min 0,6 miljoen ton), maar nog altijd meer dan in 2005 (plus 0,2 miljoen ton). Dit is na een licht herstel in 2006 een voortzetting van de dalende trend sinds In 2003 was het verbruik van grind in de asfaltbranche aanzienlijk hoger (ca. 2,9 miljoen ton). Overigens betreft dit alles grotendeels gebroken grind aangezien rond grind in de asfaltbranche nauwelijks wordt toegepast. De afname van het grindverbruik door de asfaltbranche is moeilijk te verklaren. De asfaltproductie is in 2007 met 0,2 miljoen ton toegenomen. Het verbruik van steenslag uit gebroken rots in de asfaltbranche is in 2007 bovendien met 1,1 miljoen ton afgenomen (zie Paragraaf 4.10). Tenslotte is ook het verbruik van grindvervangende materialen in de asfaltbranche in 2007 met 0,16 miljoen ton afgenomen. De toename van de asfaltproductie in 2007 heeft dus niet geleid tot een groter grindverbruik, een groter 61

64 Onderzoek onder verbruikers verbruik van steenslag uit gebroken rots, of een groter verbruik van grindvervangende materialen. Deze gegevens zijn moelijk met elkaar te verenigen. De betonmortelindustrie heeft in 2007 ruim 0,8 miljoen ton meer grind gebruikt dan in 2006, toen al een groter verbruik was gemeten dan in 2005 en Dit reflecteert de met 1 miljoen m 3 toegenomen betonmortelproductie. De betonproductenindustrie heeft in 2007 bijna 1 miljoen ton meer grind gebruikt dan in Hier staat een afname van het verbruik van steenslag van ca 1,3 miljoen ton tegenover. In 2007 is dus een deel van het steenslagverbruik in deze industrie vervangen door (gebroken) grind. Deze verschuiving kan ook te maken hebben met de grotere bedrijfspopulatie, waarbij de nieuwe bedrijven vooral grind gebruiken. Het gedaalde verbruik van grove toeslagmaterialen (-0,3 miljoen ton) is in lijn met de veranderde verhouding tussen betonmortel en betonproducten (zie paragraaf 2.8). Tabel 4.9 Het totale en het relatieve verbruik van rond en gebroken grind na ophoging per categorie eindverbruiker in 2006 en 2007 (miljoen ton). Omdat in 2007 de aannemerij niet bevraagd is, zijn daarvoor geen gegevens bekend. Om de percentages vergelijkbaar te maken zijn daarom voor 2006 ook de relatieve verbruikspercentages weergegeven met weglating van de aannemerij. Bron: 2006: Stand van het Zand XII, Lint aan het grind X; 2007: verbruikersenquête, tabel D categorie Hoeveelheid Hoeveelheid Hoeveelheid percentage aannemers in de burgerlijke en utiliteitsbouw % Niet gemeten - aannemers in de grond-, weg- en waterbouw % Niet gemeten - asfaltinstallaties % (10%) % betonmortelfabrikanten % (64%) % betonproductenfabrikanten % (26%) % totaal % 5% asfaltinstallaties betonmortelfabrikanten betonproductenfabrikanten 65% Figuur 4.6 Relatieve verbruik van grind door de verschillende categorieën eindverbruikers 62

65 Onderzoek onder verbruikers 4.8 Import van beton- en metselzand en grind Zoals in Paragraaf 4.6 en 4.7 reeds aangegeven importeren verbruikers een klein deel van de door hen toegepaste grondstoffen zelf uit het buitenland. In Tabel 4.10 en 4.11 is de import van respectievelijk beton- en metselzand en van grind in de afgelopen vijf jaar weergegeven per categorie verbruiker alsmede de totale import door de verbruikers. De eigen import van beton- en metselzand is afgenomen ten opzichte van 2006 en is weer terechtgekomen op het lage niveau van De eigen import van rond en gebroken grind is eveneens, zij het licht, gedaald ten opzichte van 2006, hetgeen ook min of meer gelijk is aan het niveau van Daarbij moet worden opgemerkt dat de import door de aannemerij in 2007 niet gemeten is. Deze is echter meestal slechts beperkt en dit gemis zal dan ook nauwelijks effect hebben op de totale import. Opvallend is de geringe import van beton- en metselzand en grind in 2007 door de asfaltinstallaties ondanks het licht toegenomen productievolume binnen de asfaltbranche. Voor grind is dit in lijn met de daling die we sinds 2003 zien. Ook de betonmortelfabrikanten hebben zowel minder beton- en metselzand als minder grind geïmporteerd, ondanks het gestegen productievolume. De betonproductenfabrikanten hebben daarentegen wel meer beton- en metselzand en meer grind geïmporteerd. Het geïmporteerde grind betreft vrijwel uitsluitend rond grind. Tabel 4.10 Import van beton- en metselzand door verbruikers na ophoging in miljoen ton. Vanaf 2007 EXCLUSIEF de import door de aannemerij. Bron: : Stand van het Zand XII, Lint aan het grind X; 2007: Verbruikersenquête tabel D.1. verbruikerscategorie B&U aannemers 0,01 0,00 0,00 0,00 Niet gemeten GWW-aannemers 0,04 0,21 0,00 0,00 Niet gemeten asfaltinstallaties 0,01 0,07 0,00 0,21 0,00 betonmortelfabrikanten 1,83 0,05 1,54 0,55 0,28 betonproductenfabrikanten 1,67 0,18 1,01 0,05 0,21 totaal 3,56 0,51 2,56 0,81 0,49 Tabel 4.11 Import van rond en gebroken grind door verbruikers na ophoging in miljoen ton. Vanaf 2007 EXCLUSIEF de import door de aannemerij. Bron: : Stand van het Zand XII, Lint aan het grind X; 2007: Verbruikersenquête tabel D.4. verbruikerscategorie B&U aannemers 0,00 0,00 0,00 0,00 Niet gemeten GWW-aannemers 0,04 0,01 0,00 0,00 Niet gemeten asfaltinstallaties 1,48 0,20 0,13 0,04 0,01 betonmortelfabrikanten 2,28 0,83 1,97 0,68 0,26 betonproductenfabrikanten 2,50 0,10 0,82 0,25 0,57 totaal 6,31 1,14 2,92 0,97 0,85 63

66 Onderzoek onder verbruikers 4.9 Verbruik van beton- en metselzandvervangende materialen In de verbruikersenquête zijn vragen gesteld over het gebruik van zandvervangende materialen. Gebleken is dat 16% van de respondenten gebruik maakt van beton- en metselzandvervangende materialen. Dit is iets minder dan in 2006 onder de asfalt- en betonbedrijven is gemeten (17%), en duidelijk meer dan in de twee jaren daarvoor. In 2005 gaf 14% van de asfalt- en betonbedrijven aan zandvervangers te gebruiken, in 2004 slechts 5%. Overigens gaven in de aannemerij in 2004 en 2005 meer respondenten aan beton- en metselzandvervangende materialen te verbruiken dan in Dit kan te maken hebben met de betere controle op oneigenlijk gebruik van beton- en metselzand in 2006, waardoor ook vervanging hiervan, bijvoorbeeld door toepassing van recycling brekerzand als fundering, niet meer gemeten is. De te onderscheiden zandvervangende materialen zijn: recycling brekerzand; brekerzand van natuurlijke mineralen; zeefzand van bouw- en sloopafval; zandfractie uit asfaltgranulaat; gereinigde grond; fijn zand. Behalve deze materialen geven enkele bedrijven aan ook andere zandvervangende materialen te gebruiken, zoals ecozand, kolenvergassingszand, kalkzand en kwartsmeel. Tabel 4.12 toont het verbruik van beton- en metselzandvervangende materialen in 2007 in relatie tot de voorgaande jaren. Sinds 2004 is het verbruik van recycling brekerzand opgesplitst in enerzijds het verbruik door de B&U- en GWW-aannemers en anderzijds het verbruik in de beton- en asfaltindustrie. Vóór 2004 bestond het vermoeden dat het verbruik in de aannemerij grotendeels ongebonden toepassingen betreft, waarbij het materiaal ophoogzand vervangt in plaats van beton- en metselzand. Om hier inzicht in te krijgen, is deze splitsing aangebracht. Dit jaar is er niet geïnventariseerd onder de aannemerij. Het totale verbruik van beton- en metselzandvervangende materialen in toepassingen waarin het beton- en metselzand in gebonden vorm vervangt is met 1,2 miljoen ton in 2007 hoger dan in 2006 en even hoog als in Binnen de afzonderlijke cijfers valt de grote hoeveelheid in de asfaltbranche toegepast brekerzand van natuurlijke materialen op (0,7 miljoen ton). In vergelijk met vorig jaar is dit relatief veel (toen 0,5 miljoen ton) in 2005 was het nog meer (ruim 0,8 miljoen ton). Zeefzand van BSA is in 2007, net als in 2006 en 2005 niet toegepast. De zandfractie uit asfaltgranulaat, die in 2006 voor het eerst gemonitord is, is dit jaar in geringe mate toegepast (0,03 miljoen ton), ondanks dat circa 50% van het asfaltgranulaat hieruit bestaat. Blijkbaar worden vrijwel alle fracties van het asfaltgranulaat gerapporteerd als grindvervanger en beschouwen de asfaltproducenten dit niet als zandvervanger. 64

67 Onderzoek onder verbruikers Tenslotte valt op dat er in 2007 bijna 0,3 miljoen ton relatief fijn zand (0-500 en 0-1 zand) als zandvervanger is toegepast. Daarbij moet worden opgemerkt dat dit van slechts één grote respondent afkomstig is. Tabel 4.12 Verbruik van zandvervangende materialen in miljoen ton na ophoging. Vanaf 2007 EXCLUSIEF het verbruik door de aannemerij. Bron: : Stand van het Zand XII, Lint aan het Grind X; 2007: Verbruikersenquête, tabel D.7. zeefzand van BSA zandfractie uit asfaltgranulaat jaar recycling brekerzand brekerzand van natuurlijke mineralen gereinigde grond fijn zand (0-500 / 0-1) anders totaal B&U en GWW beton en asfalt asfalt overig ,10 0,7 0,02 0,06 niet gemeten 0,40 niet gemeten 0,07 1, ,14 0,3 0,18 0,01 niet gemeten 0,13 niet gemeten 0,17 0, ,07 0,4 0,11 0,00 niet gemeten 0,16 niet gemeten 0,83 1, ,31 0,3 0,01 0,03 niet gemeten 0,16 niet gemeten niet gemeten 0, ,07 0,38 0,08 0,00 niet gemeten 0,49 niet gemeten niet gemeten 1, ,14 0,03 0,03 0,05 niet gemeten 0,35 niet gemeten 0,47 1, ,29 0,07 0,07 0,29 0,22 niet gemeten 0,01 niet gemeten 0,08 1, ,00 0,08 0,83 0,10 0,00 niet gemeten 0,00 niet gemeten 0,18 1, ,00 0,06 0,50 0,00 0,00 0,00 0,04 0,01 0,18 0, niet gemeten 0,00 0,71 0,05 0,00 0,03 0,01 0,26 0,18 1,2 De geregistreerde hoeveelheden gebruikte beton- en metselzandvervangende materialen zijn per materiaal afkomstig van slechts enkele respondenten. Dit is goed te zien in Tabel 4.13 waarin per gebruikerscategorie het aantal respondenten is getoond dat zegt beton- en metselzandvervangende materialen te gebruiken. Deze tabel toont verder het percentage bedrijven per categorie dat beton- en metselzandvervangende materialen gebruikt en het gebruik van beton- en metselzandvervangende materialen per categorie. In de asfaltbranche gebruikt een ruime meerderheid (80%) van de responderende bedrijven beton- en metselzandvervangende materialen. Dit betreft zoals gezegd hoofdzakelijk brekerzand van natuurlijke mineralen. Het verbruik van zandvervangers in de betonsector blijkt uit de repons in 2007 hoger dan in 2006 en 2005: 395 kiloton beton- en metselzandvervangers in 2007 tegen 236 kiloton in 2006 en 266 kiloton in 2005 (zie Bijlagetabel D.7). Uit de respons blijkt in de asfaltindustrie in 2007 aanzienlijk meer betonen metselzandvervangend materiaal verbruikt te zijn dan in 2006 (683 kiloton tegen 597 kiloton). 65

68 Onderzoek onder verbruikers Tabel 4.13 Ongecorrigeerde enquêteresultaten voor het verbruik van beton- en metselzandvervangende materialen per gebruikerscategorie. Bron: Verbruikersenquête, tabel D.7. verbruikerscategorie aantal zandvervangende materialen gebruikende respondenten percentage bedrijven dat gebruik maakt van zandvervangende materialen totale gemeten verbruik van beton- en metselzandvervangende materialen asfaltinstallaties 12 80% 683 kiloton betonmortelfabrikanten 5 12% 304 kiloton betonproductenfabrikanten 7 8% 91 kiloton totaal 24 16% kiloton 4.10 Verbruik van grindvervangende materialen Grindvervangende bouwgrondstoffen worden onderverdeeld in primaire bouwgrondstoffen en secundaire bouwgrondstoffen. Onder primaire grindvervangende bouwgrondstoffen wordt steenslag uit gebroken rots verstaan. Secundaire grindvervangende bouwgrondstoffen zijn bijvoorbeeld BSA-granulaat (beton- of menggranulaat uit bouw- en sloopafval), kunstgrind, fosforslak, hoogovenslak, staalslak, asfaltgranulaat, ecogranulaat en geëxpandeerde kleikorrels Verbruik van steenslag uit gebroken rots Ter vervanging van vooral gebroken grind wordt veel gebruik gemaakt van steenslag uit gebroken rots. Er is in dit onderzoek expliciet gevraagd naar het verbruik van steenslag uit gebroken rots, omdat de term steenslag ook wel gebruikt wordt voor gebroken grind. Tabel 4.14 toont de totale inkoop van steenslag uit gebroken rots. Uit de resultaten blijkt het verbruik van steenslag na een sterke stijging in de afgelopen jaren, dit jaar weer behoorlijk te zijn afgenomen tot 5 miljoen ton. Deze daling komt geheel voor de rekening van een gedaalde inkoop uit het buitenland, terwijl de inkoop bij handelaren juist met bijna 1,5 miljoen ton is gestegen. Wanneer we kijken naar de trend van de totale inkoop van grof toeslagmateriaal (grind, steenslag en grindvervangende materialen) binnen de asfalt- en betonbranches, blijkt dat er in totaal ongeveer 1,1 miljoen ton minder grof toeslagmateriaal is ingekocht, omdat de inkoop van grind is gestegen ten opzichte van 2006, maar de inkoop (uit het buitenland) van steenslag en de inkoop van secundaire grindvervangers (zie paragraaf ) is afgenomen. Het lijkt er dus op dat in 2007 een deel van het steenslagverbruik is vervangen door grindverbruik, of dat nieuwe intreders in de markt merendeels grind gebruiken en geen steenslag. Verder blijkt dat het totale verbruik van grof toeslagmateriaal is afgenomen. Dit is niet in lijn met het toegenomen cementverbruik. 66

69 Onderzoek onder verbruikers Het verbruik van steenslag per verbruikerscategorie is weergegeven in Tabel Hieruit blijkt de asfaltsector de belangrijkste gebruiker van steenslag te zijn, gevolgd door de betonproductenindustrie. Dit is in lijn met vorig jaar. Het procentuele verbruik van de asfaltinstallaties en betonmortelfabrikanten is toegenomen. Het procentuele (en absolute) verbruik van de betonproductenfabrikanten is afgenomen. De afname van het absolute verbruik van steenslag uit gebroken rots door de asfaltbranche met bijna 1 miljoen ton is niet in lijn met de met 0,2 miljoen ton gestegen asfaltproductie in 2007, zeker aangezien ook het verbruik van grind met bijna 0,6 miljoen ton gedaald is. Tabel 4.14 Totale inkoop na ophoging van steenslag uit gebroken rots door verbruikers naar herkomstcategorie in (miljoen ton). Vanaf 2007 EXCLUSIEF de inkoop door de aannemerij. Bron: : Stand van het Zand XII, Lint aan het Grind X; 2007: Verbruikersenquête, tabel D.5. herkomstcategorie producenten van steenslag 0, handelaren 4,9 9,3 4,2 4,7 1,3 3,2 2,7 2,0 3,1 4,6 buitenland 1,6 1,1 2,2 3,0 5,6 3,5 0,1 3,9 4,1 0,4 Totale inkoop (= VERBRUIK) 6,9 10,3 6,4 7,8 6,9 6,7 2,9 5,9 7,2 5,0 Tabel 4.15 Het totale en het relatieve verbruik van steenslag na ophoging per verbruikerscategorie (miljoen ton). Vanaf 2007 EXCLUSIEF het verbruik door de aannemerij. Bron: verbruikersenquête, tabel D categorie hoeveelheid percentage Hoeveelheid percentage aannemers in de burgerlijke en utiliteitsbouw 0 0% niet gemeten niet gemeten aannemers in de grond-, weg- en waterbouw % niet gemeten niet gemeten asfaltinstallaties % % betonmortelfabrikanten % % betonproductenfabrikanten % % totaal Ook wanneer naar de samenstelling van asfalt wordt gekeken (Tabel 2.16) en naar het gemeten verbruik van de gezamenlijke toeslagmaterialen (Tabellen D.1, D.4, D.5 en D.8) dan lijkt het gemeten verbruik een te laag beeld te geven, aangezien het gesommeerde verbuik van verse toeslagmaterialen uitkomt op 6,14 miljoen ton in 2007, terwijl uit Tabel 2.16 een verbruik van 6,7 miljoen ton verwacht werd. Ook het verbruik van steenslag uit gebroken rots in de betonproductenindustrie is in 2007 flink afgenomen ( 1,2 miljoen ton). Deze afname staat tegenover een toename van het verbruik van rond en gebroken grind met bijna 1 miljoen ton (zie Paragraaf 4.7). In het voorgaande onderzoek over 67

70 Onderzoek onder verbruikers 2006 was een tegengestelde trend zichtbaar ten opzichte van 2005 (toename steenslagverbruik versus afname grindverbruik). In de verbruikerscategorie over 2007 is dus een deel van het verbruik van steenslag uit gebroken rots vervangen door dat van grind. Dergelijke schommelingen zijn niet ongebruikelijk. De betonmortelfabrikanten verbruiken doorgaans in veel mindere mate steenslag als grindvervanger in beton. Omdat betonmortelfabrikanten hoofdzakelijk rond grind als grof toeslagmateriaal gebruiken, vormt steenslag uit gebroken rots geen geschikte vervanging. Het gebruik in 2007 van 0,5 miljoen ton is iets hoger dan vorig jaar (0,4 miljoen ton) Type steenslag uit gebroken rots Steenslag uit gebroken rots bestaat uit verschillende typen steensoorten. De verbruikers is dan ook gevraagd aan te geven welk type steenslag zij gebruiken (zie tabel 4.16 en Figuur 4.5). Het grootste deel van het steenslag (50%), dat in dit onderzoek is geregistreerd, is helaas van het type anders/onbekend, zodat dit deel van het onderzoek maar weinig inzicht biedt. Indien het type wél bekend is, is dit in 90% van de gevallen kalk of graniet. Tabel 4.16 Het totale en het relatieve verbruik per type steenslag na ophoging (miljoen ton). Vanaf 2007 EXCLUSIEF de inkoop door de aannemerij. Type steenslag hoeveelheid percentage basalt 0,11 2,6% graniet 0,77 17,7% kalk 1,20 27,6% porfier 0,11 2,4% anders / onbekend 2,16 49,6% Totaal 4,40 2.6% 17.7% Basalt Graniet Kalk Porfier Anders 49.6% 27.6% Figuur 4.4 Het relatieve verbruik in 2007 van verschillende typen steenslag uit gebroken rots. 2.4% 68

71 Onderzoek onder verbruikers Secundaire grindvervangers In de verbruikersenquête zijn ook vragen gesteld over het gebruik van secundaire grindvervangende materialen. Ongeveer 36% van de responderende verbruikers in de asfalt- en betonbranche zegt hiervan gebruik te maken. In 2006 was dit, onder dezelfde sectoren, 44%. De grindvervangende bouwgrondstoffen zijn kunstgrind, betongranulaat, menggranulaat, staalslak, fosforslak, asfaltgranulaat, ecogranulaat, geëxpandeerde kleikorrels en andere secundaire grindvervangende producten. Tabel 4.17 toont het verbruik van deze materialen (na ophoging). Tabel 4.17 Verbruik secundaire grindvervangende materialen na ophoging in miljoen ton per jaar voor de afgelopen 10 jaar. Vanaf 2007 EXCLUSIEF het verbruik door de aannemerij. Bron: : Stand van het Zand XII, Lint aan het Grind X; 2007: Verbruikersenquête, tabel D.8. jaar kunstgrind BSA-granulaat fosforslak staalslak asfaltgranulaat ecogranulaat geëxpandeerde kleikorrels anders Totaal ,08 0,6 0,40 3,1 niet gemeten niet gemeten 0,04 4, ,04 1,3 (0,5 (1) ) 0,12 2,3 niet gemeten niet gemeten 0,07 4,0 (3,2 (2) ) ,01 6,4 (0,3 (1) ) 0,08 3,0 niet gemeten niet gemeten 0,4 9,5 (3,8 (2) ) ,00 2,7 (0,9 (1) ) 0,02 1,8 niet gemeten niet gemeten 0,7 5,2 (3,4 (2) ) ,00 3,9 (0,5 (1) ) 0,02 2,3 niet gemeten niet gemeten 0,05 6,3 (2,9 (2) ) ,00 2,4 (0,72 (1) ) 0,07 1,9 niet gemeten niet gemeten 0,23 4,4 (2,9 (2) ) ,01 13,4 (0,22 (1) ) 0,21 0,11 1,43 niet gemeten niet gemeten 0,28 15,4 (2,3 (2) ) ,01 0,44 (0,41 (1) ) 0,01 1,71 niet gemeten niet gemeten 0,27 2,4 (2,4 (2) ) ,00 0,95 (0,44 (1) ) 0,05 0,06 2,45 0,01 0,02 0,25 3,8 (3,3 (2) ) ,01 0,45 (0,45 (1) ) 0,02 0,03 2,54 0,06 0,03 0, (3.1 (2) ) 1 alleen betonmortel- en betonproductenindustrie 2 voor BSA-granulaat alleen gebruik door de betonmortel- en betonproductenindustrie De cijfers voor BSA-granulaat, die in 2004 waarschijnlijk sterk vervuild waren door de toepassing van menggranulaat in de wegenbouw, zijn in 2007, net als in 2006 en 2005, op een vrij laag niveau. Er is goed gecontroleerd op ongebonden toepassingen. In 2006 is echter wel een meer dan verdubbeld verbruik hiervan gemeten, maar dat is in 2007 weer een stuk lager uitgekomen, bijna op het niveau van Er moet echter rekening gehouden worden met het feit dat de aannemerij in 2007 niet is geïnventariseerd. In 2006 had de aannemerij nog 0,3 miljoen ton BSA-granulaat verbruikt (28% van het totale verbruik van BSA-granulaat). Het in dit onderzoek gemeten verbruik van BSA-granulaat komt volledig voor rekening van de betonindustrie (0,45 miljoen ton, gelijk aan 2006). De betonindustrie lijkt daarentegen nauwelijks menggranulaat te gebruiken, zo n 9 duizend ton volgens dit onderzoek. Dit is in tegenspraak met de door de BRBS over 2007 uitgevoerde benchmark waaruit een groter verbruik van menggranulaat in de betonsector bleek. Het gebruik van BSA-granulaat in deze sector ligt daarmee nu drie jaar achtereen vrijwel constant op ruim 0,4 miljoen ton. De asfaltbranche heeft met ruim 2,5 miljoen ton ongeveer evenveel asfaltgranulaat gebruikt als in Overigens stelt de branche zelf dat zij 69

72 Onderzoek onder verbruikers 3,2 miljoen ton asfaltgranulaat heeft verwerkt (zie tabel 2.16). Dit hogere door de branche gerapporteerde hergebruik van asfaltgranulaat zagen we overigens ook in voorgaande jaren. Mogelijk dat de asfaltverwerkers (die geen asfalt produceren en geen van alle hebben gerespondeerd) op een of andere manier asfaltgranulaat toepassen. Bij deze cijfers moet worden opgemerkt dat de geregistreerde hoeveelheden per materiaal afkomstig zijn van slechts enkele respondenten. Dit is weergegeven in Tabel 4.18 waarin per gebruikerscategorie het aantal respondenten is getoond dat grindvervangende materialen gebruikt. Deze tabel toont verder het percentage bedrijven per categorie dat grindvervangende materialen gebruikt en hun absolute verbruik per categorie. Het percentage betonmortelbedrijven dat zegt secundaire grindvervangers te gebruiken is met 47% vergelijkbaar met 2006 (51%) en 2005 (61%). Het percentage asfaltinstallaties dat grindvervangende materialen gebruikt is volgens dit onderzoek afgenomen van 95% naar 80% (namelijk 12 van de 15 respondenten). Volgens de branche gebruikt echter 98% van de b de bij VBW-Asfalt aangesloten bedrijven asfaltgranulaat. Tabel 4.18 Ongecorrigeerde enquêteresultaten voor het verbruik van grindvervangende materialen per gebruikerscategorie (in kiloton per jaar). Bron: Verbruikersenquête, tabel D.8. verbruikerscategorie aantal grindvervangende materialen gebruikende respondenten percentage bedrijven dat gebruik maakt van grindvervangende materialen totale verbruik vóór ophoging van grindvervangende materialen (kiloton) asfaltinstallaties 12 80% 2,315 betonmortelfabrikanten 20 47% 118 betonproductenfabrikanten 20 23% 196 totaal 52 36% 2,628 70

73 5 Gecombineerde onderzoeksresultaten en conclusies Gecombineerde onderzoeksresultaten en conclusies Inleiding In Hoofdstuk 2 zijn de beschikbare statistische cijfers gepresenteerd. In Hoofdstuk 3 zijn de resultaten gepresenteerd van de producenten- en handelarenenquête en in Hoofdstuk 4 de resultaten van de verbruikersenquête. In dit hoofdstuk worden deze data met elkaar verbonden. Zo is op een aantal onderzoeksvragen een betrouwbaarder antwoord te geven dan op basis van de afzonderlijke onderzoeksresultaten. In dit hoofdstuk wordt specifiek antwoord gegeven op de volgende onderzoeksdoelstellingen: inzicht geven in het verbruik van beton- en metselzand en van (gebroken) grind door de beton- en asfaltindustrie in Nederland (Paragraaf 5.2); inzicht geven in de import en export van beton- en metselzand en grind door de beton- en asfaltindustrie (Paragraaf 5.3); inzicht geven in het verbruik van secundaire beton- en metselzandvervangende materialen en het verbruik van steenslag en secundaire grindvervangende materialen door de beton- en asfaltindustrie (Paragraaf 5.4); inzicht geven in de ontwikkeling van het aanbod van beton- en metselzand, grind en steenslag (Paragraaf 5.5); inzicht geven in de ontwikkeling van het verbruik van beton- en metselzand, grind en steenslag door de beton- en asfaltindustrie (Paragraaf 5.6). Aansluitend wordt in Paragraaf 5.7 ingegaan op de betrouwbaarheid van de verschillende delen van het onderzoek en worden in paragraaf 5.8 aanbevelingen gedaan voor uitvoering van het monitoringsonderzoek in de toekomst. 5.2 Het waargenomen totale verbruik van beton- en metselzand, grind en steenslag in 2007 De beste benadering van het totale verbruik van beton- en metselzand, grind en steenslag in Nederland in 2007 wordt verkregen door de resultaten van de producenten/handelarenenquête en van de verbruikersenquête met elkaar te combineren. In deze paragraaf wordt dit op verschillende manieren gedaan. 71

74 Gecombineerde onderzoeksresultaten en conclusies Het totale verbruik op basis van het aanbod Op basis van de levering door producenten en handelaren aan verbruikers (producenten/handelarenenquête) plus de eigen productie en de import door de verbruikers (verbruikersenquête) is een idee te krijgen van het totale verbruik. Dit is in Tabel 5.1 uitgewerkt. Hieruit blijkt het waargenomen verbruik van beton- en metselzand op basis van het aanbod 1,3 miljoen ton te zijn gedaald en blijkt ook het verbruik van grind op basis van het aanbod met 1,8 miljoen ton gedaald. Het verbruik van steenslag op basis van het aanbod is met ruim 6 miljoen ton gedaald ten opzichte van Aangezien de aannemerij nauwelijks zelf beton- en metselzand en grind importeert kunnen we ervan uitgaan dat dit vrijwel overeenkomt met het totale verbruik op basis van het aanbod. Het gedaalde verbruik van beton- en metselzand en grind en steenslag is tegenstrijdig met de toename van de bouwproductie in 2007 (+8%). Ook de sterke daling van het steenslagverbruik is moeilijk verklaarbaar, waarbij vooral de daling van de import van steenslag door verbruikers opvalt. De dalingen zijn ook niet in lijn met de gestegen productie van met name betonmortel en asfalt. De productie van betonproducten is in 2007 waarschijnlijk wel gedaald. Tabel 5.1 Leveringen aan Nederlandse verbruikers door producenten/handelaren, import door gebruikers (exclusief aannemerij), eigen productie van gebruikers (exclusief aannemerij) en berekend verbruik van beton- en metselzand in 2007 (miljoen ton). Bron: leveringen door producenten/handelaren: dit onderzoek (hoofdstuk 3); import en productie door gebruikers: dit onderzoek (hoofdstuk 4). Aanbod beton- en metselzand grind steenslag Leveringen door producenten/handelaren 21,8 20,8 17,8 16,3 9,1 6,5 Import door gebruikers 0,8 0,5 1,0 0,8 4,1 0,4 Eigen productie gebruikers 0,2 0,2 0,2 0,1 0,0 0,0 Verbruik o.b.v. leveringen 22,8 21,5 19,0 17,2 13,2 6, Berekend verbruik op basis van inkoop door verbruikers Op basis van de verbruikersenquête kan het verbruik worden berekend uit de totale inkopen door verbruikers van beton- en metselzand (zie Tabel 4.5), grind (zie Tabel 4.8) en steenslag (zie Tabel 4.14). Dit is samengevat weergegeven in Tabel 5.2. Hieruit blijkt het verbruik van beton- en metselzand met 3,2 miljoen ton te zijn gedaald ten opzichte van Dit is echter exclusief het verbruik door de aannemerij dat in 2006 circa 2,5 miljoen ton bedroeg. Indien we bij het verbruik in 2007 eenzelfde hoeveelheid verbruik door de aannemerij optellen, komt het totale verbruik uit op 18,3 miljoen ton, oftewel circa 0,7 miljoen ton minder dan in Dit is laag wanneer je bedenkt dat de bouwproductie met 8% gestegen is en dat de productie van betonmortel en asfalt gestegen is. 72

75 Gecombineerde onderzoeksresultaten en conclusies Het verbruik van grind is met 0,5 miljoen ton gestegen, dat van steenslag is met 2,2 miljoen ton gedaald, zodat het gemeten totale verbruik van grove toeslagmaterialen met circa 1,7 miljoen ton is gedaald. Ook dit is echter weer exclusief het verbruik door de aannemerij dat in 2006 circa 0,8 miljoen ton bedroeg. Indien we bij het verbruik in 2007 eenzelfde hoeveelheid verbruik door de aannemerij bij het verbruik optellen, lijkt het totale verbruik in 2006 met circa 0,8 miljoen ton te zijn gedaald, oftewel vrijwel dezelfde daling als bij het beton- en metselzandverbruik. Ook dit is dus niet in lijn met de met 8% gestegen bouwproductie met 8% en de gestegen productie van betonmortel en asfalt. Tabel 5.2 Inkopen door verbruikers van beton- en metselzand, grind en steenslag in 2007 (miljoen ton). Voor 2007 EXCLUSIEF het verbruik door de aannemerij. Bron: Inkopen door verbruikers: dit onderzoek (hoofdstuk 4). beton- en metselzand grind steenslag Inkopen bij producenten en handelaren 18,0 15,1 13,2 14,0 3,1 4,6 Eigen import 0,8 0,5 1,0 0,8 4,1 0,4 Eigen productie 0,2 0,2 0,2 0,1 0,0 0,0 Verbruik o.b.v. inkopen 19,0 15,8 14,4 14,9 7,2 5, Combinatie onderzoeksresultaten verbruik De benadering van het landelijk verbruik kan op beide informatiebronnen gebaseerd worden door het gewogen gemiddelde te berekenen. Hiervoor worden twee betrouwbaarheidsweegfactoren bepaald, die worden toegepast op respectievelijk het berekende aanbod vanuit de aanbodkant (zie Paragraaf 5.2.1) en het berekende verbruik vanuit de verbruikerskant (Paragraaf ). Dit is gebeurd op dezelfde wijze als de afgelopen drie jaar, dus afwijkend van de vóór 2004 gehanteerde werkwijze. Voor de producenten/handelarenenquête is voor de betrouwbaarheid gekeken naar het totaal van bekende leveringen aan Nederlandse verbruikers, omdat deze, bij gelijke betrouwbaarheid en respons, overeen moet komen met het gemeten verbruik door de verbruikers (m.u.v. eigen import en eigen productie). De op deze wijze berekende weegfactoren van 0,53 voor de producenten/handelarenenquête en 0,47 voor de verbruikersenquête weerspiegelen het dit jaar relatief kleine verschil in respons. Wanneer deze twee weegfactoren worden toegepast op respectievelijk het berekende aanbod vanuit de aanbodkant en het berekende verbruik vanuit de verbruikerskant kan het gewogen verbruik worden berekend (zie Tabel 5.3). Volgens deze betrouwbaarheidsweging ligt het gewogen verbruik van beton- en metselzand in Nederland in 2007 rond de 20,3 miljoen ton. Dit is ruim 1 miljoen ton minder dan in 2006 en ruim 2 miljoen ton minder dan in 2005 en in Deze daling is in tegenspraak met de in 2007 met 8% gestegen bouwproductie. 73

76 Gecombineerde onderzoeksresultaten en conclusies Tabel 5.3 Berekening van het gewogen verbruik van beton en metselzand, grind en steenslag in Nederland in leveringen producenten aan verbruikers (L1) (1) eigen import en productie verbruikers (L2) (2) gemeten verbruik bij verbruikers (V) (3) gewogen gemiddelde (4) beton- en metselzand 20,8 0,7 18,3 20,0 21,4 grind 16,3 0,9 15,7 16,6 17,3 steenslag 6,5 0,4 5,0 6,2 11,0 1 deelverbruik op basis van het aanbod vanuit de levering door producenten en handelaren aan de verbruikers (L1); op dit deelverbruik wordt een ophoogfactor van 0,53 toegepast (zie Tabel E1); 2 de eigen productie en de import door de verbruikers (L2); op dit deelverbruik wordt eveneens een ophoogfactor van 0,53 toegepast (zie Tabel E1); 3 het berekende verbruik door de verbruikers zoals afkomstig uit de verbruikersenquête (tabel 4.5 en 4.9) waarbij een geschat verbruik door de aannemerij is opgeteld dat gelijk is aan het verbruik in 2006 (V); op dit deelverbruik wordt een ophoogfactor van 0,47 toegepast (zie Tabel E1); 4 gewogen gemiddelde (0,53 x L1 + 0,53 x L2 + 0,47 x V). Conform Tabel 4.6 en met inachtneming van een verbruik door de aannemerij van circa 2,5 miljoen ton, wordt hiervan zo n 16,1 miljoen ton (81%) verbruikt door de betonsector. Aangevuld met het verbruik van secundair materiaal in de betonsector (0,5 miljoen ton) is in de betonsector dus 15,6 miljoen ton beton- en metselzand en vervangend materiaal gebruikt. Dit is ca. 3,3 miljoen ton minder dan wat op basis van het cementverbruik was verwacht (zie Tabel 2.14). Bij de combinatie van het verbruik op basis van het aanbod en het verbruik op basis van de daadwerkelijke verbruikscijfers moet worden opgemerkt dat de aanbodcijfers waarschijnlijk een hoeveelheid zand bevatten dat door producenten en handelaren wél als beton- en metselzand wordt benoemd, maar dat door de verbruikers niet in betonproducten of andere cement- of bitumineus gebonden toepassingen wordt verwerkt, zoals sportveldenzand of andere ongeboden toepassingen. Het gewogen verbruik van grind in Nederland in 2006 ligt rond de 16,6 miljoen ton wanneer het met de eerder berekende betrouwbaarheidsweegfactoren wordt gecorrigeerd. Dit is 0,7 miljoen ton lager dan het voor 2006 berekende verbruik. Het gewogen steenslagverbruik van 6,2 miljoen ton is wel een aanmerkelijke daling ten opzichte van 2006 (min 4,8 miljoen ton). De totale daling van het verbuik van grove toeslagmaterialen komt daarmee op 5,5 miljoen ton. Deze forse daling is in tegenspraak met de gestegen bouwproductie, de gestegen asfaltproductie en de gestegen betonmortelproductie. Conform Tabel 4.9 en met inachtneming van een verbruik door de aannemerij van circa 0,8 miljoen ton, wordt zo n 15 miljoen ton grind (90%) gebruikt voor beton. Aangevuld met het verbruik van steenslag in de betonsector (35% van 6,2 miljoen ton, oftewel 2,2 miljoen ton) en secundair materiaal in de betonsector (0,4 miljoen ton) is dus zo n 17,6 miljoen ton grind en vervangend materiaal gebruikt. Dit is 2,2 miljoen ton minder dan het op basis van het cementverbruik verwachte verbruik (Tabel 2.14). 74

77 Gecombineerde onderzoeksresultaten en conclusies Verbruik van zand, grind en steenslag door de asfaltbranche Het gemeten verbruik van beton- en metselzand, grind en steenslag door de asfaltbranche komt volgens de verbruikersenquête uit op 6,5 miljoen ton. Dit is iets lager dan het in Tabel 2.16 berekende verbruik van verse toeslagmaterialen (exclusief bitumen) voor asfaltproductie (6,7 miljoen ton) en is aanmerkelijk lager dan het, op basis van de langjarige SvhZ/LahG-reeks, verwachte verbruik van 8,0 miljoen ton De verhouding grind/zand De verhouding tussen het verbruik van grind en van zand in 2007 is met ca. 0,8:1 net als in 2004 tot en met 2006 lager dan de gemiddelde verhouding tussen het verbruik van grind en het verbruik van beton- en metselzand over de laatste 10 jaar van ca. 1:1. Omdat dit nu reeds jaren achtereen gemeten wordt kan worden aangenomen dat er in Nederland inmiddels ca. 15 tot 20% minder grind wordt gebruikt dan beton- en metselzand. Dit kan te maken hebben met de vervanging door steenslag, asfaltgranulaat en BSA-granulaat. 5.3 Import en export van beton- en metselzand en grind De totale waargenomen import van beton- en metselzand en (gebroken) grind bestaat uit de import door producenten, door handelaren en uit de directe import door verbruikers. Een deel van de import van producenten en handelaren bestaat uit Engels en Duits tout-venant. Het aandeel zand en grind dat uit het tout-venant gescheiden wordt, wordt toebedeeld aan de respectievelijke importstroom. Het blijkt dat 47% van het in Nederland geïmporteerde tout-venant als grind wordt afgezet en 53% als beton- en metselzand. Het Engelse tout-venant is aanmerkelijk grindiger dan het Duitse. In deze paragraaf wordt de netto import berekend op basis van de verschillende import- en exportstromen. De netto import is het verschil tussen de totale import en de export. In Tabel 5.4 staan de import- en exportdata uit de Stand van het Zand onderzoeken van de afgelopen vijf jaren. Hierin wordt onderscheid gemaakt tussen de import en export van zand en grind door producenten en handelaren, de directe import van zand en grind door verbruikers en de import van zand als tout-venant. De waargenomen netto import van beton- en metselzand blijkt in 2007 verder te zijn gedaald naar een importoverschot van 7 miljoen ton, het laagste importoverschot van de afgelopen zes jaar. Deze lage waarde wordt mogelijk veroorzaakt door de te lage gemeten hoeveelheid geïmporteerd zand uit tout-venant. Volgens de UK Crown Estate is er in ,2 miljoen ton tout-venant, waarvan bijna 2 miljoen ton beton- en metselzand geïmporteerd. Dit is 0,7 miljoen ton meer dan de totale import van beton- en metselzand zoals die in dit onderzoek gemeten is. 75

78 Gecombineerde onderzoeksresultaten en conclusies De export zit met 3,3 miljoen ton tussen de waardes voor 2005 en 2006 in. De import door verbruikers is verder gedaald en bedraagt nog slechts 0,5 miljoen ton, evenveel als in De relevantie van de netto import is overigens beperkt, omdat het bij import en export gaat om verschillende korrelgraderingen. De export is vooral fijn zand naar België, de import betreft vooral grof zand uit Duitsland en Engeland. Ook voor (gebroken) grind is de netto import te bepalen door de import door producenten, handelaren en verbruikers, inclusief grind uit toutvenant, te verminderen met de (beperkte) export door producenten en handelaren (zie Tabel 5.6). De waargenomen netto import van grind is met 15,3 miljoen ton dit jaar ongeveer 0,6 miljoen ton lager dan vorig jaar. Vooral de import uit toutvenant is gedaald. Deze ligt met 1,1 miljoen ton echter op een onrealistisch laag niveau gezien de uit de cijfers van de UK Crown Estate te herleiden import van grind uit Engels tout-venant van 2,2 miljoen ton. Tabel 5.4 Import en export van beton- en metselzand door producenten, handelaren en verbruikers in de periode in miljoen ton (exclusief eventuele import door de aannemerij). Bron: : Stand van het zand XII, Lint aan het grind X; 2007: producenten- en handelaren enquête, tabel 3.12 (import, export en import van zand uit tout-venant door producenten en handelaren), verbruikersenquête, tabel 4.10 (directe import) beton- en metselzand import producenten en handelaren 10,0 10,0 7,4 9,4 8,5 directe import 3,6 0,5 2,6 0,8 0,5 uit tout-venant 3,5 2,5 2,4 2,3 1,3 export 6,5 4,4-2,5-4,6-3,3 netto import 10,6 8,5 9,9 7,8 7,0 Tabel 5.5 Import en export van (gebroken) grind door producenten, handelaren en verbruikers in de periode in miljoen ton (exclusief eventuele import door de aannemerij). Bron: : Stand van het zand XII, Lint aan het grind X; 2007: producenten- en handelaren enquête, tabel 3.14 (import, export en import van grind uit tout-venant door producenten en handelaren), verbruikersenquête, tabel 4.11 (directe import) (gebroken) grind import producenten en handelaren 12,4 14,5 11,7 13,2 13,5 directe import 6,3 1,1 2,9 1,0 0,8 uit tout-venant 1,9 2,1 1,7 2,0 1,1 export 1,2 0,7-0,3-0,3-0,2 netto import 19,4 17,1 16,0 15,9 15,3 76

79 Gecombineerde onderzoeksresultaten en conclusies 5.4 Verbruik van zand- en grindvervangende materialen Zand- en grindvervangende materialen kunnen primaire of secundaire bouwgrondstoffen zijn. Er wordt nog altijd slechts op beperkte schaal gebruik gemaakt van secundaire beton- en metselzand- en grindvervangende materialen Steenslag De kwantitatief belangrijkste vervangende bouwgrondstof is steenslag uit gebroken rots ter vervanging van met name gebroken grind. Dit wordt op grote schaal gebruikt. Het totale berekende verbruik van steenslag uit gebroken rots in Nederland in 2007 is 6,2 miljoen ton. Dit is het gewogen gemiddelde van de levering door de producenten en handelaren aan verbruikers (producentenenquête; 6,5 miljoen ton), de eigen import door verbruikers (verbruikersenquête; 0,4 miljoen ton) en het berekende verbruik (verbruikersenquête; 5,0 miljoen ton). Voor de weging is gebruik gemaakt van de in Paragraaf 5.2 bepaalde betrouwbaarheidsweegfactoren. Deze hoeveelheid komt verre van overeen met de import van steenslag volgens de CBS-cijfers van 0,4 miljoen ton (zie Paragraaf 2.7) Secundaire grindvervangende materialen Ook asfaltgranulaat is een belangrijk grindvervangend materiaal. Het gemeten verbruik van asfaltgranulaat als grindvervangend materiaal door asfaltinstallaties in 2007 is 2,7 miljoen ton. Omdat asfaltgranulaat ook een vervanger van beton- en metselzand is ( overigens volgens dit onderzoek slechts 0,03 miljoen ton ), is het totale hergebruik van asfaltgranulaat waarschijnlijk hoger. Volgens de branche bedraagt dit 3,2 miljoen ton (zie paragraaf 2.8). Het waargenomen verbruik in 2007 van BSA-granulaten in cementgebonden toepassingen als grindvervanger bedraagt 0,5 miljoen ton en betreft vrijwel uitsluitend betongranulaat (0,5 miljoen ton). Dit is 0,2 miljoen ton minder dan in Kunstgrind, fosforslak en andere grindvervangers worden in geringe mate als grindvervangers gebruikt (totaal ca. 0,15 miljoen ton) Secundaire beton- en metselzandvervangende materialen Het grootste deel van het verbruikte beton- en metselzandvervangend materiaal bestaat uit brekerzand van natuurlijke mineralen (0,7 miljoen ton). Dit wordt vrijwel uitsluitend gebruikt door asfaltcentrales. Zandvervangende materialen worden nauwelijks toegepast in de betonindustrie: in totaal slechts een kleine 0,5 miljoen ton. De cijfers over het verbruik van secundaire grondstoffen zijn beperkt betrouwbaar, omdat slechts een klein deel van de bedrijven in de betonsector hiervan gebruik maakt. 77

80 Gecombineerde onderzoeksresultaten en conclusies 5.5 De ontwikkeling van het aanbod van beton- en metselzand, grind en steenslag Het aanbod van beton- en metselzand, grind en steenslag wordt gevormd door het in Nederland gewonnen materiaal (m.u.v. steenslag), vermeerderd met de import ervan. Figuur 5.1 toont de ontwikkeling van de winning van beton- en metselzand en grind gedurende de afgelopen 10 jaar op basis van de LCCO- WIG cijfers. Hieruit blijkt dat de beton- en metselzandwinning zich min of meer heeft gestabiliseerd op circa 14,5 miljoen ton per jaar. Daarvan is de laatste jaren meer dan 3 miljoen ton afkomstig uit rijkswateren wat merendeels relatief fijn bijmengzand betreft dat direct naar België wordt geëxporteerd. De grindwinning neemt de laatste vijf jaar steeds verder af tot slechts 2,4 miljoen ton in Figuur 5.1 De productie van beton- en metselzand en grind in de afgelopen tien jaar volgens de LCCO-WIG (miljoen ton). Binnen de productie van beton- en metselzand is het gedeelte afkomstig uit Rijkswateren apart aangegeven. productie (mln ton) Beton- en metselzand (rijkswateren) Beton- en metselzand (provincies) Grind 0 B&M-zand Grind B&M-zand Grind B&M-zand Grind B&M-zand Grind B&M-zand Grind B&M-zand Grind B&M-zand Grind B&M-zand Grind B&M-zand Grind B&M-zand Grind Figuur 5.2 toont de ontwikkeling van de netto import van beton- en metselzand, grind en steenslag op basis van de waargenomen resultaten van dit en voorgaande Stand van het Zand / Lint aan het Grind onderzoeken. Uit Figuur 5.2 blijkt dat de sinds 1998 gedaalde productie van beton- en metselzand en grind voor een belangrijk deel is ingevuld door een gestegen import van deze materialen en van steenslag. De netto import van beton- en metselzand schommelt de laatste zes jaar tussen de 7 en 11 miljoen ton. De import van steenslag is dit jaar teruggevallen naar een niveau vergelijkbaar met 2004, na twee jaren van hoge import. De import van grind tenslotte lijkt zich, na de hogere import in met name 2002 en 2003, nu te hebben gestabiliseerd op bijna ruim 15 miljoen ton. 78

81 Gecombineerde onderzoeksresultaten en conclusies 25 beton- en metselzand grind steenslag 20 netto import in mln. ton jaar Figuur 5.2 De import van beton- en metselzand, grind en steenslag in de periode Omdat de wijze van dataverzameling gedurende deze periode niet altijd hetzelfde is geweest dienen de absolute cijfers met voorzichtigheid gebruikt te worden. Voor de exacte cijfers en de achtergronden wordt verwezen naar voorgaande Stand van het Zand / Lint aan het Grind rapportages. Bron: : voorgaande Stand van het Zand / Lint aan het Grind rapportages; 2007: dit onderzoek (paragraaf 5.3 en 5.4). 5.6 De ontwikkeling van het verbruik van beton- en metselzand, grind en steenslag Figuur 5.3 toont de ontwikkeling van het waargenomen verbruik van beton- en metselzand, grind en steenslag op basis van het gewogen verbruik (zie Paragraaf 5.2). Voor 2007 is dit dus inclusief een in de weging meegenomen schatting voor het verbruik van zand, grind en steenslag door de aannemerij. Wanneer de ontwikkeling van het verbruik van de verschillende toeslagmaterialen nader wordt bestudeerd valt op dat het verbruik van beton- en metselzand, na drie jaar met een vrijwel gelijk verbruik, voor het tweede achtereenvolgende jaar iets gedaald is. Dit is in tegenspraak met de in 2006 en 2007 gestegen bouwproductie. Het grindverbruik fluctueert veel sterker, waarschijnlijk mede door de vervanging door steenslag, maar lijkt zich enigszins te stabiliseren op een verbruik van 17 à 18 miljoen ton. Het verbruik van steenslag is, na twee jaar met een erg hoog verbruik (meer dan 10 miljoen ton), sterk gedaald tot slechts ruim 6 miljoen ton. 79

82 Gecombineerde onderzoeksresultaten en conclusies 30 Beton- en metselzand Grind Steenslag 25 Verbruik (miljoen ton) Jaar Figuur 5.3 Het gewogen verbruik van beton- en metselzand, grind en steenslag in de periode Omdat de wijze van dataverzameling gedurende deze periode niet altijd hetzelfde is geweest dienen de absolute cijfers met voorzichtigheid gebruikt te worden. Voor de exacte cijfers en de achtergronden wordt verwezen naar voorgaande Stand van het Zand / Lint aan het Grind rapportages. 5.7 Betrouwbaarheid van de gegevens Producenten- en handelarenenquête In tegenstelling tot voorgaande jaren worden de resultaten van de producenten- en handelarenenquête slechts als redelijk betrouwbaar beschouwd vanwege de dit jaar relatief lage respons onder de producenten. Ook dit jaar bleek toevoeging van 2006-cijfers voor enkele producenten en handelaren noodzakelijk, vanwege het anders missen van een deel van de levering. Als reden voor de slechtere respons kunnen we de beleidswijzigingen noemen, die er nu duidelijk op wijzen dat het monitoringsonderzoek na 2008 niet zal worden voortgezet door het Rijk. Deze wetenschap heeft er bij verschillende bedrijven toe geleid dat ze niet meer aan het onderzoek willen meewerken. De respons onder de handelaren is redelijk tot goed. Dankzij de externe statistische gegevens van de NVLB zijn de handelarencijfers op een betrouwbare wijze opgehoogd ten behoeve van een volledige dekking. Binnen de cijfers met betrekking tot de handel moeten we constateren dat de importcijfers voor beton- en metselzand en grind uit tout-venant dit jaar duidelijk te laag zijn. Ook na ophoging lijken deze slechts circa 50% van de daadwerkelijke import te dekken. Wat betreft de consistentie van de gegevens kan worden opgemerkt dat de wijze van dataverzameling en databewerking zo veel mogelijk in lijn met de voorgaande Stand van het Zand / Lint aan het Grind onderzoeken en conform het Protocol heeft plaatsgevonden. 80

83 Gecombineerde onderzoeksresultaten en conclusies Verbruikersenquête De resultaten van het onderzoek onder de verbruikers worden betrouwbaarder geacht dan vorig jaar. De respons onder de verbruikers is aanmerkelijk hoger dan vorig jaar, waardoor ca. 60% van het totale verbruik door de respondenten wordt vertegenwoordigd. Dit is meer dan in de voorgaande vier jaren, ondanks het feit dat de aannemerij dit jaar niet bevraagd is. De toetsing van de verbruiksresultaten door controle van de gerespondeerde productievolumina aan de hand van industriële statistieken leidt dit jaar tot een duidelijke overschatting van de productie en dus van het verbruik. Zowel voor de betonmortelsector als de betonproductensector is het dan ook nodig gebleken een opvallend grote verlaagfactor toe te passen. De gesignaleerde overproductie wordt waarschijnlijk veroorzaakt door een groot aantal niet actieve bedrijven in het gebruikte, nieuwe adressenbestand van Marktselect. De correctie hiervan op basis van het productievolume is betrouwbaar voor de betonmortelsector, maar minder betrouwbaar voor de betonproductensector, vanwege het ontbreken van een door deze branche aangeleverd productievolume. Wat betreft de consistentie van de gegevens kan worden opgemerkt dat de wijze van dataverzameling en databewerking zo veel mogelijk in lijn met de voorgaande Stand van het Zand / Lint aan het Grind onderzoeken en conform het Protocol heeft plaatsgevonden Gecombineerde onderzoeksresultaten De betrouwbaarheid van de gecombineerde onderzoeksresultaten is redelijk tot goed. De betrouwbaarheid van het onderzoek onder verbruikers en het onderzoek onder de producenten en handelaren loopt voor het derde achtereenvolgende jaar minder uiteen dan vorig jaar, waardoor ook de cijfers minder van elkaar verschillen. Voor het verbruik van beton- en metselzand leveren de onderzoeksresultaten dit jaar, na een vrij constant verbruik in de periode , nu voor het tweede achtereenvolgende jaar een wat lager verbruik op van ruim 20 miljoen ton. Voor grind en steenslag is het beeld nog erg wisselend, hoewel het verbruik van grind dit jaar vrijwel gelijk is aan dat in Het verbruik van steenslag is sterk gedaald. Wat betreft de consistentie van de data-analyse moet worden opgemerkt dat er voor de bepaling van de betrouwbaarheidsweegfactoren ten behoeve van de bepaling van het gewogen verbruik van beton- en metselzand en grind gebruik is gemaakt van dezelfde, afwijkende methode, die ook over 2004, 2005 en 2006 gehanteerd is, omdat dit statistisch meer verantwoorde weegfactoren oplevert Toetsing branches en provincies Net als in voorgaande jaren heeft een toetsing plaatsgevonden van de onderzoeksresultaten door de opdrachtgever, de betrokken brancheorganisaties en een vertegenwoordiger van de provincies tijdens een hiertoe belegde bijeenkomst. In Bijlage F is een deelnemerslijst opgenomen van de bij dit overleg betrokken personen. 81

84 Gecombineerde onderzoeksresultaten en conclusies Een aantal, al dan niet aanwezige, deelnemers heeft middels commentaar op het conceptrapport geleverd dat voor zover mogelijk in het eindrapport verwerkt is. 5.8 Aanbevelingen toekomst Op basis van voorliggend rapport en het toetsingsoverleg met de branches en provincies zoals dat heeft plaatsgevonden, kunnen de volgende aanbevelingen gedaan worden voor de toekomst, die, indien deze aanbevelingen worden overgenomen, verwerkt kunnen te worden in het bij dit onderzoek behorende monitoringsprotocol: Statistische gegevens Binnen de productiegegevens (LCCO-WIG) dient onderscheid gemaakt te worden tussen de productie uit landlocaties en de productie uit Rijkswateren aangezien een groot deel van de productie uit Rijkswateren (namelijk vrijwel al het in de Noordzee gewonnen industriezand) rechtstreeks naar België wordt afgevoerd. Dit wordt sinds de monitoring over 2006 in de rapportage gedaan. Producentenenquête Het verbruik van beton- en metselzand op basis van het aanbod vertoont een overschatting vanwege de opname van beton- en metselzand hierin, die in de praktijk niet in cement- of bitumineus gebonden toepassingen verwerkt wordt. Hiervoor zou op enig moment gecorrigeerd dienen te worden. Verbruikersenquête De kwaliteit van de eindresultaten van het onderzoek onder de bedrijven in de betonsector kan worden verbeterd door op een andere wijze om te gaan met de relatie tussen bedrijfsgrootte en ophoging. Nu worden de enqueteresultaten namelijk per groottecategorie opgehoogd op basis van het aantal bedrijven in de betreffende groottecategorie. Dit leidt veelal tot foutieve ophoging en de laatste twee jaar tot een duidelijke overschatting van de productie. Een van de redenen hiervoor is de overschatting van het aantal werknemers dat zich daadwerkelijk met de betonproductie bezighoudt, met name in de betonmortelindustrie. Ook de per type betonproduct sterk wisselende arbeidsintensiviteit leidt tot foutieve ophoging. Voor de betonmortelsector wordt dit nu gecorrigeerd op basis van het landelijke betonmortelproductievolume, hetgeen goed werkt. In de betonproductensector is een dergelijke correctie door het ontbreken van betrouwbare landelijke productievolumes niet toepasbaar, zodat we onze toevlucht hebben moeten nemen tot de zeer indicatieve verhouding tussen de betonmortelproductie en de productie van betonproducten. 82

85 6 Toetsing indicatorenmethode op basis van cijfers 2007 Toetsing indicatorenmethode Inleiding In 2008 heeft MWH in opdracht van de Waterdienst van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat een indicatorenmethode ontwikkeld waarmee op een meer kostenefficiënte, maar tegelijk voldoende betrouwbare wijze cijfers kunnen worden bepaald voor met name het verbruik en daarnaast de import en de export van de verschillende bouwgrondstoffen. Hiervoor wordt gebruikgemaakt van onafhankelijk beschikbare statistische cijfers (zogenaamde externe cijfers ) over de bouw in het algemeen en over het gebruik van afzonderlijke bouwgrondstoffen en toeslagmaterialen in het bijzonder. Voor de berekening van de verschillende verbruiken uit deze beschikbare externe statistische brongegevens (indicatoren) wordt gebruikgemaakt van statistisch onderbouwde relaties (formules). Zo kan op een betrouwbare wijze een schatting worden gedaan van het verbruik, de import en de export van beton- en metselzand, grind en vervangende materialen in Nederland. De ontwikkelde methode, bestaande uit verschillende formules, is destijds getoetst aan de hand van de en 2006-resultaten van de Stand van het Zand/Lint aan het Grind onderzoeken. In dit hoofdstuk werken we de indicatorenmethode uit voor 2007 en toetsen we de uitkomsten aan de resultaten van voorliggend monitoringsonderzoek. De resultaten van deze toetsing bespreken we aansluitend. 6.2 De indicatorenmethode Hieronder beschrijven we kort de formules die onderdeel uitmaken van de indicatorenmethode. Voor een gedetailleerd overzicht van de methode en de achtergronden van de ontwikkeling hiervan, verwijzen we u graag naar het rapport De toekomst van de monitoring van bouwgrondstoffen; een indicatorenmethode voor het verbruik van beton- en metselzand, grind en vervangende materialen, MWH, november Beton- en metselzand De indicatorenmethode voor beton- en metselzand bestaat uit een viertal afzonderlijke formules voor het bepalen van vier verschillende vormen van het verbruik: 1. Het verbruik aan de in-kant van het systeem op basis van de bouwinvesteringen (op basis van de historische relatie tussen de gemeten productie+import-export en de bouwinvesteringen). De berekening van de import uit Duitsland vormt een apart onderdeel hiervan. 83

86 Toetsing indicatorenmethode V in-kant = Inv bouw-cbs ,0 I DL-BMZ = Inv bouw-cbs ,17 + 0,57 * P LCCO-BMZ_(exclusief fijn) P LCCO-BMZ I UK-BMZ 2. Het verbruik aan de uit-kant van het systeem op basis van de bouwinvesteringen (op basis van de historische relatie tussen het gemeten verbruik en de bouwinvesteringen): V uit-kant -bouwinv = 2,65 * Inv bouw-cbs ,4 3. Het verbruik aan de uit-kant van het systeem op basis van industriële statistiek (cementverbruik, betonmortelproductie en asfaltproductie): V uit-kant -cementbetonasfalt = 0,2 * (P asf V asfaltgran ) + 0,81 * P Vol-betonmortel + 1,43 * V cement 0,3 4. Het verbruik aan de uit-kant van het systeem op basis van de bouwinvesteringen volgens de door Paul Ike bepaalde formule: V uit-kant -Ike = 1,1759 * Inv bouw-vrom Grind en steenslag De indicatorenmethode voor grof toeslagmateriaal (grind en steenslag) bestaat uit een drietal afzonderlijke formules voor het bepalen van drie verschillende vormen van het verbruik: 1. Het verbruik aan de in-kant van het systeem op basis van de bouwinvesteringen (op basis van de historische relatie tussen de gemeten productie+import-export en de bouwinvesteringen): V in-kant -grof = 1,4265 * Inv bouw 2,86 2. Het verbruik aan de uit-kant van het systeem op basis van de bouwinvesteringen (op basis van de historische relatie tussen het gemeten verbruik en de bouwinvesteringen): V grof-bouwinvesteringen = 4,1 * Inv bouw 60,5 3. Het verbruik aan de uit-kant van het systeem op basis van industriële statistiek (cementverbruik, betonmortelproductie en asfaltproductie); V uit-kant -cementbetonasfalt = 0,76 * P asf 0,8 * V asfaltgran + 1,04 * P Vol-betonmortel + 1,74 * V cement 0,4 4. Het verbruik aan de uit-kant van het systeem op basis van de bouwinvesteringen volgens de door het EIB bepaalde formule. V uit-kant -EIB = 1,56 * Inv woning-vrom ,815 * Inv utiliteit-vrom ,12 * Inv GWW- VROM

87 Toetsing indicatorenmethode 6.3 Inputgegevens 2007 Om de indicatorenmethode voor 2007 toe te kunnen passen zijn de volgende statistische data noodzakelijk: Inv bouw-cbs(1987) 22,91 miljard Inv bouw-vrom(1989) miljoen fl Inv woning-vrom(1989) miljoen (2007) 8,063 miljard (1989) Inv utiliteit-vrom(1989) miljoen (2007) 4,411 miljard (1989) Inv GWW-VROM(1989) miljoen (2007) 4,341 miljard (1989) P asf 10,2 miljoen ton V asfaltgranulaat 3,181 miljoen ton P betonmortelvolume 9,487 miljoen m 3 V cement 6 miljoen ton P LCCO-BMZ 11,5 miljoen ton P LCCO-BMZ(fijn) 14,4 miljoen ton P UK-BMZ 1,9 miljoen ton inflatie , Uitwerking indicatorenmethode Beton- en metselzand V in-kant -bouwinv 24,9 miljoen ton waarvan import uit Duitsland: I DL-BMZ 11,0 miljoen ton en met een totale export van: E BMZ 5,2 miljoen ton V uit-kant -bouwinv 27,3 miljoen ton V uit-kant -cementbetonasfalt 17,4 miljoen ton V uit-kant -Ike 30,1 miljoen ton Grind en steenslag V in-kant -bouwinv 29,8 miljoen ton V uit-kant -bouwinvesteringen 33,4 miljoen ton V uit-kant -cementbetonasfalt 25,4 miljoen ton V uit-kant -EIB 25,4 miljoen ton 85

88 Toetsing indicatorenmethode 6.5 Vergelijking uitkomsten indicatorenmethode met monitoringsresultaten Beton- en metselzand Het verbruik van beton- en metselzand in 2007 ligt, volgens de indicatorenmethode, tussen de 17,4 en 30,1 miljoen ton (gemiddeld 24,9 miljoen ton). Het op basis van het cementverbruik, de betonmortelproductie en de asfaltproductie bepaalde verbruik is het laagst, het verbruik volgens de methode van Ike het hoogst. Het in dit monitoringsonderzoek bepaalde (gewogen) verbruik van 20 miljoen ton ligt duidelijk onderin de genoemde range, ongeveer midden tussen het op basis van het cementverbruik, de betonmortelproductie en de asfaltproductie bepaalde verbruik, en het verbruik aan de in-kant van het systeem op basis van de bouwinvesteringen (op basis van de historische relatie tussen de gemeten productie+import-export en de bouwinvesteringen). De import uit Duitsland ligt, volgens de indicatorenmethode (formule inkant van het systeem op basis van de bouwinvesteringen) op 11 miljoen ton en de export op 5,2 miljoen ton. Aangevuld met engels zand uit toutvenant (2 miljoen ton) levert dit een netto import van ruim 8 miljoen ton op. Dit is ruim 1 miljoen ton meer dan in dit monitoringsonderzoek is gemeten, waarbij moet worden opgemerkt dat het vermoeden bestaat dat dit onderzoek een belangrijk deel van de import uit het Verenigd Koninkrijk mist Grof toeslagmateriaal Het verbruik van grind en steenslag in 2007 ligt, volgens de indicatorenmethode, tussen de 25,4 en 33,4 miljoen ton (gemiddeld 28,5 miljoen ton). Het middels de EIB-methode bepaalde verbruik is het laagst, het verbruik aan de uit-kant van het systeem op basis van de bouwinvesteringen het hoogst. Het feit dat de EIB-methode en de op het cementverbruik, de betonmortelproductie en de asfaltproductie gebaseerde methode, ondanks dat het twee zeer verschillende methodes zijn, tot een vrijwel gelijk verbruik leiden, versterkt het idee dat deze nabij de waarheid zitten. Het in dit monitoringsonderzoek bepaalde (gewogen) verbruik van 22,8 miljoen ton ligt duidelijk lager dan alle middels de indicatorenmethode bepaalde verbruiken, hetgeen er op wijst dat dit monitoringsonderzoek een onderschatting is van het daadwerkelijke verbruik. Vermoedelijk zit een belangrijke onderschatting op het gebied van het verbruik van steenslag. 86

89 Gehanteerde definities Gehanteerde definities Beton- en metselzand: zand, dat wordt gebruikt voor het maken van cement- en bitumineus gebonden bouwstoffen (zoals beton, mortel en asfalt). Dit betreft zand in alle korrelgraderingen. Grind: grind in dit onderzoek betreft materiaal met een korrelgrootte van minimaal 2 en maximaal 40 mm. Tout-venant: mengsel van zand en grind, dat als zodanig wordt gewonnen. Steenslag: materiaal uit gebroken rots met een korrelgrootte van minimaal 2 en maximaal 40 mm. Primaire bouwstoffen: bouwstoffen, die niet eerder zijn gebruikt. Voorbeelden zijn zand uit zandwinning, grind uit grindwinning, steenslag uit gebroken rots uit groevewinning, zand uit gemalen rots uit groevewinning. Secundaire bouwstoffen: bouwstoffen die eerder zijn gebruikt in een dezelfde of een andere toepassing. Voorbeelden zijn granulaat uit gebroken bouw- en sloopafval, brekerzand uit de puinbrekerij, staalslakkenzand, BSA-granulaat, LD-staalslakken, gerecycled dakgrind. Brekerzand van natuurlijke mineralen: zand, dat vrijkomt bij het breken van rots. BSA-granulaat: product van een puinbrekerij, granulaat van steenachtig bouw- en sloopafval Asfaltgranulaat: materiaal, dat ontstaat door het breken of frezen van asfaltbetonverhardingen. Menggranulaat: product van een puinbrekerij, mengsel van betongranulaat en metselwerkgranulaat. Staalslak: restproduct, dat vrijkomt bij de productie van staal uit ruwijzer en schroot. Afhankelijk van het staalproductieproces kennen we LDstaalslakken en ELO-staalslakken. Producenten: bedrijven die eigen winning hebben van zand of grind. Handelaren: bedrijven die zand of grind inkopen en verkopen. Betonmortelfabrikanten: bedrijven, die betonmortel produceren en leveren voor toepassing op de bouwplaats. Dit betreft zowel stortklaar beton als droge mortel. Betonproductenfabrikanten: bedrijven die betonproducten produceren en leveren, zoals betonstenen, rioolbuizen, betonnen dakpannen, muurdelen. Asfaltinstallaties: asfaltcentrales met een asfaltmenginstallatie. 87

90 Gehanteerde definities 88

91 Monitoring Bouwgrondstoffen 2007 Producenten- en handelarenenquête Bijlage A. Producenten- en handelarenenquête Monitoring Bouwgrondstoffen 2007 Handelaren- en producentenenquête retouradres MWH T.a.v. Dataverzameling monitoring Antwoordnummer WR ARNHEM Bent u GEEN handelaar in of producent van beton- en metselzand, asfaltzand, grind, gebroken grind of steenslag uit gebroken rots? Wilt u dan toch deze pagina invullen en terugsturen ten behoeve van de responsmeting en verbetering van ons adressenbestand? Bij voorbaat bedankt! Bedrijfsnaam:.. Vestigingsplaats:... Telefoonnummer:... Eventuele reden NIET invullen enquête: WEL producent of handelaar van beton- en metselzand, grind en/of steenslag, maar NIET geïnteresseerd in deelname aan de enquête. Geen producent of handelaar van beton- en metselzand, grind en/of steenslag. Bedrijfsactiviteiten (als handelaar/producent) beëindigd. Opgesteld door Contactpersoon Retouradres In opdracht van MWH MWH T.a.v. Dataverzameling monitoring Antwoordnummer WR ARNHEM Rijkswaterstaat, Dienst Weg- en Waterbouwkunde 89 Productie en verbruik van beton- en metselzand en grind in 2007

92 Monitoring Bouwgrondstoffen 2007 Producenten- en handelarenenquête INFORMATIE VOORAF VERTROUWELIJKHEID Alle gegeven antwoorden worden volstrekt vertrouwelijk behandeld. Individuele gegevens zullen in de resultaten niet traceerbaar zijn. TERUGZENDING ENQUÊTEFORMULIER Voor terugzending van het enquêteformulier kunt u bijgevoegde retourenvelop gebruiken (geen postzegel nodig). DEFINITIES De vragen over beton- en metselzand in dit formulier betreffen zand dat wordt gebruikt voor het maken van cement- en bitumineus gebonden bouwstoffen (zoals beton, mortel en asfalt). Dit betreft zand in alle korrelgraderingen. De vragen over grind, gebroken grind en steenslag uit gebroken rots in deze enquête betreffen materiaal met een korrelgrootte van minimaal 2 en maximaal 40 mm. NAUWKEURIGHEID Indien geen precieze cijfers direct voorhanden zijn, volstaat een schatting. OMREKENFACTOREN 1 losse kubieke meter beton- metselzand weegt 1,45 ton; 1 vaste kubieke meter beton- metselzand weegt 1,7 ton; 1 kubieke meter nat beton- metselzand in bak (gespoten) weegt 2,0 ton; 1 kubieke meter (gebroken) grind weegt 1,6 ton; 1 kubieke meter steenslag weegt 1,75 ton. 90 Productie en verbruik van beton- en metselzand en grind in 2007

93 Monitoring Bouwgrondstoffen 2007 Producenten- en handelarenenquête Wilt u voor het invullen een blauwe of zwarte pen gebruiken? ALGEMENE INFORMATIE: Bedrijfsnaam:.. Contactpersoon:.. Tel: TYPE BEDRIJFSVESTIGING 1a. Kan uw bedrijfsvestiging worden aangemerkt als: (aankruisen wat van toepassing is) zelfstandige vestiging (zonder nevenvestiging) Ga door naar vraag 2. hoofdvestiging (één of meer nevenvestigingen) Ga door naar vraag 1b. nevenvestiging Ga door naar vraag 1c. 1b. Wilt u bij de beantwoording van alle volgende vragen uitgaan van uw GEHELE bedrijf inclusief eventuele nevenvestigingen? Kunt u tevens de namen en postadressen van de nevenvestigingen van uw bedrijf hieronder weergeven? 1c. Wilt u bij de beantwoording van alle volgende vragen van dit formulier uitgaan van de nevenvestiging (dus niet van de hele onderneming). Kunt u tevens de naam en het postadres van de hoofdvestiging hieronder invullen? Hoofd- en nevenvestigingen: nevenvestiging hoofdvestiging: Naam: Postadres:... nevenvestiging hoofdvestiging: Naam: Postadres:... Ga door naar vraag BEDRIJFSGROOTTE Wat was het aantal werknemers van uw bedrijf in 2007? (s.v.p. aankruisen wat van toepassing is) < 10 werknemers werknemers werknemers werknemers werknemers > 200 werknemers 91 Productie en verbruik van beton- en metselzand en grind in 2007

94 Monitoring Bouwgrondstoffen 2007 Producenten- en handelarenenquête 3. WINNING VAN BOUWGRONDSTOFFEN 3a. Bent u alleen handelaar in bouwgrondstoffen (i.e. alleen koop en verkoop van zand/grind), alleen winner van zand of grind uit een Nederlandse winning (i.e. uitsluitend productie en verkoop; geen inkoop) of bent u zowel handelaar als winner van beton- en metselzand of grind (i.e. productie, inkoop en verkoop)? alleen handelaar; geen eigen productie Ga door naar vraag 4. alleen eigen winning in Nederland, geen handelaar Ga door naar vraag 3b. naast handelaar ook eigen winning in Nederland Ga door naar vraag 3b. 3b. Hoeveel ton beton- en metselzand en grind heeft u in 2007 uit winningen in Nederland gewonnen? WINNING IN NEDERLAND (2007) Hoeveelheid (in tonnen) beton- en metselzand grind 3c. Kunt u in de tabel op pagina 5 invullen hoeveel beton- en metselzand, grind, tout-venant en steenslag uit gebroken rots u in 2007 in het buitenland gewonnen heeft en hoeveel heeft u daarvan in Nederland heeft afgezet? Wilt u voor het gewonnen tout-venant tevens aangeven uit hoeveel procent grind en zand dit bestond? Toelichting bij vraag 3c Afzet aan een Nederlandse handelaar waarvan het niet bekend is of het zand uiteindelijk in Nederland of in het buitenland is toegepast, wordt eveneens beschouwd als afgezet in Nederland. WINNING IN HET BUITENLAND (2007) Hoeveelheid (in tonnen) Waarvan afgezet in Nederland (in tonnen) % grind % zand beton- en metselzand n.v.t. 100% grind 100% n.v.t steenslag uit gebroken rots n.v.t. n.v.t. tout-venant % % Toelichting vervolgvragen Bij de vervolgvragen blijven in het buitenland geproduceerde materialen die in hetzelfde of in een ander buitenland (dus NIET in Nederland) worden gebruikt buiten beschouwing! 92 Productie en verbruik van beton- en metselzand en grind in 2007

95 Monitoring Bouwgrondstoffen 2007 Producenten- en handelarenenquête 4. INKOOP VAN ZAND, GRIND, TOUT-VENANT EN STEENSLAG 4a. Koopt uw bedrijf beton- en metselzand, (gebroken) grind, tout-venant en/of steenslag in ten behoeve van levering aan derden? Ja, inkoop ten behoeve van levering aan derden Ga door naar vraag 4b. Nee, alleen inkoop ten behoeve van eigen gebruik Ga door naar vraag 5. Nee, helemaal geen inkoop Ga door naar vraag 5. 4b. Kunt u in de volgende vier tabellen de totale inkoop in 2007 van respectievelijk beton- en metselzand (tabel 4b-1), grind en gebroken grind (tabel 4b-2), tout-venant (tabel 4b-3) en steenslag uit gebroken rots (tabel 4b-4) invullen? Toelichting te onderscheiden herkomstcategorieën Inkoop bij producenten: inkoop van beton- en metselzand, (gebroken) grind en/of steenslag uit gebroken rots door uw bedrijf direct bij de winners van deze grondstoffen in Nederland (grindbrekers en sorteerbebedrijven worden eveneens als producenten beschouwd); Inkoop bij (tussen)handelaren: inkoop van beton- en metselzand, (gebroken) grind, tout-venant en/of steenslag uit gebroken rots bij een bedrijf dat zelf geen van deze grondstoffen wint, maar ze inkoopt ten behoeve van levering aan derden; Inkoop in het buitenland: dit betreft de directe invoer door uw bedrijf van beton- en metselzand, (gebroken) grind, tout-venant en/of steenslag uit gebroken rots vanuit het buitenland naar Nederland, ingekocht bij een buitenlandse handelaar of een buitenlandse winner. Tabel 4b-1: Wat was de totale inkoop van beton- en metselzand in 2007 t.b.v. levering aan derden? INKOOP (2007) Nederland Buitenland (import) TOTAAL Herkomstcategorie (zie toelichting) Producenten (Tussen)handelaren Invoer uit het buitenland (exclusief eigen winning in het buitenland) Hoeveelheid beton- en metselzand (in tonnen) 93 Productie en verbruik van beton- en metselzand en grind in 2007

96 Monitoring Bouwgrondstoffen 2007 Producenten- en handelarenenquête Tabel 4b-2: Wat was de totale inkoop van grind en gebroken grind in 2007 t.b.v. levering aan derden: INKOOP (2007) Nederland Buitenland (import) TOTAAL Herkomstcategorie (zie toelichting) Producenten (Tussen)handelaren Invoer uit het buitenland (exclusief eigen winning in het buitenland) Hoeveelheid grind en gebroken grind (in tonnen) Tabel 4b-3: Wat was de totale inkoop van tout-venant in 2007 ten behoeve van levering aan derden? Kunt u tevens aangeven uit hoeveel procent grind en zand het tout-venant bestond? INKOOP (2007) Herkomstcategorie (zie toelichting) Hoeveelheid tout-venant (in tonnen) waarvan % grind waarvan % zand Nederland Producenten (Tussen)handelaren Buitenland (import) Invoer uit het buitenland (exclusief eigen winning in het buitenland) TOTAAL Tabel 4b-4: En wat was de totale inkoop van steenslag uit gebroken rots in 2007 ten behoeve van levering aan derden? INKOOP (2007) Nederland Buitenland (import) TOTAAL Herkomstcategorie (zie toelichting) Brekerijen en sorteerders (Tussen)handelaren Invoer uit het buitenland (exclusief eigen winning in het buitenland) Hoeveelheid steenslag uit gebroken rots (in tonnen) 94 Productie en verbruik van beton- en metselzand en grind in 2007

97 Monitoring Bouwgrondstoffen 2007 Producenten- en handelarenenquête 5. LEVERING VAN ZAND, GRIND, TOUT-VENANT EN STEENSLAG Kunt u in de volgende drie tabellen de directe levering van respectievelijk beton- en metselzand (tabel 5a), grind en gebroken grind (tabel 5b) en steenslag uit gebroken rots (tabel 5c) over 2006 weergeven? Het gaat hierbij om de totale levering van al het gewonnen en ingekochte materiaal. NOTA BENE: Per tabel dient het TOTAAL overeen te komen met de totale hoeveelheid ingekocht en gewonnen beton- en metselzand, grind of steenslag (zie vraag 3 en vraag 4). Toelichting directe levering aan afnemerscategorieën Onder directe levering wordt verstaan de verkoop van beton- en metselzand, grind of steenslag aan de volgende afnemerscategorieën: (tussen)handelaren: dit zijn bedrijven die zelf geen beton- metselzand, grind en/of steenslag winnen, bewerken of verwerken, maar het enkel inkopen ten behoeve van leveringen aan derden; verbruikers: dit zijn bedrijven die in het productieproces beton- en metselzand, grind en/of steenslag als grondstof verwerken (betonproductenfabrieken, beton- en metselmortelcentrales, asfaltcentrales en bouwbedrijven (zoals vloerenlegbedrijven, stukadoors en aannemers)); eigen verbruik: de hoeveelheid beton- en metselzand, grind en/of steenslag die niet (als zodanig) wordt geleverd aan andere bedrijven, maar die binnen uw eigen bedrijf zelf wordt verwerkt voor eigen gebruik, dan wel na verwerking aan derden wordt doorgeleverd (bijvoorbeeld als betonmortel of prefab betonproducten); producenten: dit zijn bedrijven die het materiaal bewerken en daarna doorverkopen (zoals grindbrekerijen); overigen: hier worden onder andere particulieren onder verstaan die het materiaal direct van een handelaar of producent afnemen; buitenland: dit betreft de uitvoer van beton- en metselzand, grind en/of steenslag door 5a. Hoe groot was de directe levering van beton- en metselzand per afnemerscategorie in 2007? LEVERINGEN AAN AFNEMERS (2007) Nederland Buitenland (export) TOTAAL Afnemerscategorie (Tussen)handelaren Verbruikers Eigen verbruik Overigen (particulieren) Buitenland (export) Hoeveelheid beton- en metselzand (in tonnen) 95 Productie en verbruik van beton- en metselzand en grind in 2007

98 Monitoring Bouwgrondstoffen 2007 Producenten- en handelarenenquête 5b. Hoe groot was de directe levering van grind en gebroken grind per afnemerscategorie in 2007? LEVERINGEN AAN AFNEMERS (2007) Nederland Buitenland (export) TOTAAL Afnemerscategorie (Tussen)handelaren Verbruikers Eigen verbruik Producenten (bijvoorbeeld grindbrekerijen) Overigen (particulieren) Buitenland (export) Hoeveelheid grind en gebroken grind (in tonnen)) 5c. En hoe groot was de directe levering van steenslag uit gebroken rots per afnemerscategorie in 2007? LEVERINGEN AAN AFNEMERS (2007) Nederland Buitenland (export) TOTAAL Afnemerscategorie (Tussen)handelaren Verbruikers Eigen verbruik Overigen (particulieren) Buitenland (export) Hoeveelheid steenslag uit gebroken rots (in tonnen) 6. INFORMATIEVOORZIENING Wilt u per op de hoogte worden gehouden over de resultaten van het huidige onderzoek en over het onderzoek in 2009? Ja, mijn adres is: Nee. HARTELIJK DANK VOOR UW MEDEWERKING!!! Een antwoordenvelop is bijgevoegd. Een postzegel is niet nodig. 96 Productie en verbruik van beton- en metselzand en grind in 2007

99 Monitoring Bouwgrondstoffen 2007 Verbruikersenquête Bijlage B. Verbruikersenquête Monitoring Bouwgrondstoffen 2007 Verbruikersenquête retouradres MWH T.a.v. Dataverzameling monitoring Antwoordnummer RW ARNHEM Bent u GEEN verbruiker van beton- en metselzand, asfaltzand, grind, gebroken grind of steenslag uit gebroken rots? Wilt u dan toch deze pagina invullen en terugsturen ten behoeve van de responsmeting en verbetering van ons adressenbestand? Bij voorbaat bedankt! Bedrijfsnaam:.. (Post)adres:. Postcode / plaats:... Telefoonnummer:... Eventuele reden NIET invullen enquête: WEL verbruiker van beton- en metselzand, grind en/of steenslag, maar NIET geïnteresseerd in deelname aan de enquête. GEEN verbruik van beton- en metselzand, grind en/of steenslag (uitsluitend kant & klaar product, uitsluitend toepassing in ongebonden vorm, etc.) Werkzaam in andere sector, namelijk:.. Bedrijfsactiviteiten geheel beëindigd. Andere reden, namelijk:. 97 Productie en verbruik van beton- en metselzand en grind in 2007

100 Monitoring Bouwgrondstoffen 2007 Verbruikersenquête Bijlage A. Opgesteld door Contactpersoon Retouradres In opdracht van MWH MWH T.a.v. Dataverzameling monitoring Antwoordnummer WR ARNHEM Rijkswaterstaat, Dienst Weg- en Waterbouwkunde 98 Productie en verbruik van beton- en metselzand en grind in 2007

101 Monitoring Bouwgrondstoffen 2007 Verbruikersenquête INFORMATIE VOORAF VERTROUWELIJKHEID Alle gegeven antwoorden worden volstrekt vertrouwelijk behandeld. Individuele gegevens zullen in de resultaten niet traceerbaar zijn. TERUGZENDING ENQUÊTE FORMULIER Voor terugzending van het enquêteformulier kunt u bijgevoegde retourenvelop gebruiken (geen postzegel nodig). DEFINITIES De vragen over beton- en metselzand in dit formulier betreffen zand dat wordt gebruikt voor het maken van cement- en bitumineus gebonden bouwstoffen (zoals beton, mortel en asfalt). Dit betreft zand in alle korrelgraderingen. De vragen over grind, gebroken grind en steenslag uit gebroken rots in deze enquête betreffen materiaal met een korrelgrootte van minimaal 2 en maximaal 40 mm. NAUWKEURIGHEID Indien geen precieze cijfers direct voorhanden zijn, volstaat een schatting. OMREKENFACTOREN 1 losse kubieke meter beton- metselzand weegt 1,45 ton; 1 vaste kubieke meter beton- metselzand weegt 1,7 ton; 1 kubieke meter nat beton- metselzand in bak (gespoten) weegt 2,0 ton; 1 kubieke meter (gebroken) grind weegt 1,6 ton; 1 kubieke meter steenslag weegt 1,75 ton. 99 Productie en verbruik van beton- en metselzand en grind in 2007

102 Monitoring Bouwgrondstoffen 2007 Verbruikersenquête Wilt u voor het invullen een blauwe of zwarte pen gebruiken? ALGEMENE INFORMATIE: Contactpersoon:.. Tel: TYPE BEDRIJFSVESTIGING 1a. Kan uw bedrijfsvestiging worden aangemerkt als: (aankruisen wat van toepassing is) zelfstandige vestiging (zonder nevenvestiging) Ga door naar vraag 2. hoofdvestiging (één of meer nevenvestigingen) Ga door naar vraag 1b. nevenvestiging Ga door naar vraag 1c. 1b. Wilt u bij de beantwoording van alle volgende vragen uitgaan van uw GEHELE bedrijf inclusief eventuele nevenvestigingen? Kunt u tevens de namen en postadressen van de nevenvestigingen van uw bedrijf hieronder weergeven? 1c. Wilt u bij de beantwoording van alle volgende vragen van dit formulier uitgaan van de nevenvestiging (dus niet van de hele onderneming). Kunt u tevens de naam en het postadres van de hoofdvestiging hieronder invullen? Hoofd- en nevenvestigingen: nevenvestiging hoofdvestiging: Naam: Postadres:... nevenvestiging hoofdvestiging: Naam: Postadres:... Ga door naar vraag BEDRIJFSGROOTTE IN 2007 Wat was in 2007 het aantal werknemers van uw bedrijf? (s.v.p. aankruisen wat van toepassing is) < 10 werknemers werknemers werknemers werknemers werknemers > 200 werknemers 100 Productie en verbruik van beton- en metselzand en grind in 2007

103 Monitoring Bouwgrondstoffen 2007 Verbruikersenquête 3. VERBRUIKERSCATEGORIE Tot welke van de volgende verbruikerscategorieën van beton- en metselzand, grind, gebroken grind of steenslag uit gebroken rots behoort uw bedrijf? Wilt u, indien u producent bent van betonmortel, betonproducten of asfalt, uw jaarproductievolume invullen? (s.v.p. aankruisen wat van toepassing is; meerdere antwoorden mogelijk) betonmortelfabrikanten Productievolume per jaar: betonproductenfabrikanten fabrikanten van overige mortels Productievolume per jaar: m 3 m 3 (metselspecie, lijmmortel etc.) Productievolume per jaar: aannemerij: grond-, weg- en waterbouw m 3 aannemerij: woning- en utiliteitsbouw asfaltinstallaties Productievolume per jaar: ton geen verbruiker overige verbruikers, namelijk: 4. EIGEN VERBRUIK VAN BETON- EN METSELZAND IN a. Heeft u in 2007 beton- en metselzand gebruikt? (aankruisen wat van toepassing is) ja, wij hebben beton- en metselzand gebruikt Ga door naar vraag 4b. nee, wij hebben geen beton- en metselzand gebruikt Ga door naar vraag 5. Toelichting bij vraag 4 In deze enquête wordt u gevraagd naar uw eigen verbruik. Dit is de hoeveelheid beton- en metselzand die u in 2007 heeft ingekocht (of zelf gewonnen) voor de productie van bouwmaterialen of bouwwerken, verminderd met de verkoop van los zand aan derden. Onder beton- en metselzand wordt niet verstaan beton- en metselzandvervangend materiaal (zie daarvoor vraag 5). Toelichting bij vraag 4a De volgende herkomstcategorieën worden onderscheiden: zandwinners, dit betreft de inkoop van beton- en metselzand door uw bedrijf direct bij een zandwinner in Nederland. Grindbrekers en sorteerbedrijven worden eveneens als zandwinner beschouwd; (tussen)handelaar, hieronder wordt een bedrijf in Nederland verstaan dat zelf geen betonen metselzand wint en/of bewerkt, maar het wel inkoopt ten behoeve van leveringen aan derden; eigen productie, dit betreft door uzelf gewonnen beton- en metselzand; buitenland, dit betreft de directe invoer door uw bedrijf van beton- en metselzand vanuit het buitenland naar Nederland (dus inclusief eventuele invoer van Engels zeezand maar exclusief buitenlands materiaal dat u via een Nederlandse handelaar of bewerker betrekt). 101 Productie en verbruik van beton- en metselzand en grind in 2007

104 Monitoring Bouwgrondstoffen 2007 Verbruikersenquête 4b. Wat is het totale eigen verbruik van beton- en metselzand naar herkomstcategorieën over 2007? TOTALE EIGEN VERBRUIK (2007) Nederland Buitenland (import) HERKOMSTCATEGORIE Zandwinners (Tussen-)handelaren Eigen productie Buitenland (import) TOTAAL Beton- en metselzand (hoeveelheid in ton / jaar) 4c. Kunt u in onderstaande tabel een procentuele verdeling aangeven van het (totale) eigen verbruik van beton- en metselzand in 2007 per toepassingscategorie? Beton- en metselzand gebruikt voor: % van het beton- en metselzand: betonproducten % betonmortel (voor verkoop) % metsel- en voegmortel % overige zand/cementmortels % stucwerk en betonreparatie % asfalt % anders, namelijk: %... % 5. GEBRUIK VAN BETON- EN METSELZANDVERVANGENDE MATERIALEN IN a. Maakt uw bedrijf gebruik van beton- en metselzandvervangende materialen? (aankruisen wat van toepassing is) nee Ga door naar vraag 6. ja Ga door naar vraag 5b. 102 Productie en verbruik van beton- en metselzand en grind in 2007

105 Monitoring Bouwgrondstoffen 2007 Verbruikersenquête 5b. Hoeveel ton beton- en metselzandvervangend materiaal heeft u in 2007 verbruikt? Soort zandvervangend materiaal Hoeveelheid (in ton/jaar) Brekerzand van BSA (bouw- en sloopafval) Brekerzand van natuurlijke mineralen Zeefzand van BSA Zandfractie uit asfaltgranulaat Gereinigde grond Fijn zand (zand en zand 0-1) anders, namelijk: EIGEN VERBRUIK VAN ROND GRIND, GEBROKEN GRIND EN STEENSLAG IN a. Heeft u in 2007 grind of steenslag gebruikt? (aankruisen wat van toepassing is) ja, wij hebben grind of steenslag gebruikt Ga door naar vraag 6b. nee, wij hebben geen grind of steenslag gebruikt Ga door naar vraag 7. Toelichting bij vraag 6 In deze enquête wordt u gevraagd naar uw eigen verbruik. Dit is de hoeveelheid grind en/of steenslag die u in 2007 heeft ingekocht (of zelf gewonnen) en zelf heeft toegepast voor de productie van bouwmaterialen of bouwwerken? Onder grind wordt niet verstaan grindvervangend materiaal (zie daarvoor vraag 7). De volgende herkomstcategorieën worden onderscheiden: producenten; dit betreft de inkoop van (gebroken) grind en steenslag uit gebroken rots door uw bedrijf direct bij een grindwinner of producent in Nederland. Grindbrekers en sorteerbedrijven worden eveneens als producent beschouwd; (tussen)handelaar; hieronder wordt een bedrijf in Nederland verstaan dat zelf geen grind of steenslag uit gebroken rots produceert en/of bewerkt, maar het wel inkoopt ten behoeve van leveringen aan derden; eigen productie; dit betreft het verbruik van uit uw eigen winning gewonnen grind; buitenland; dit betreft de directe invoer door uw bedrijf van (gebroken) grind en steenslag uit gebroken rots vanuit het buitenland naar Nederland (dus inclusief eventuele invoer van Engels zeegrind maar exclusief buitenlands materiaal dat u via een Nederlandse handelaar of bewerker betrekt). 103 Productie en verbruik van beton- en metselzand en grind in 2007

106 Monitoring Bouwgrondstoffen 2007 Verbruikersenquête 6b. Wat is het totale eigen verbruik van rond grind en gebroken grind per herkomstcategorie in 2007? TOTALE EIGEN VERBRUIK (2007) HERKOMST- CATEGORIE Hoeveelheid rond grind (in ton / jaar) Hoeveelheid gebroken grind (in ton / jaar) Nederland Producenten (grindwinners) (Tussen)handelaren Eigen productie Buitenland (import) Buitenland (import) TOTAAL 6c. Wat is het totale eigen verbruik van steenslag uit gebroken rots per herkomstcategorie in 2007? TOTALE EIGEN VERBRUIK (2007) Nederland Buitenland (import) HERKOMST- CATEGORIE (Tussen)handelaren Buitenland (import) TOTAAL Hoeveelheid steenslag uit gebroken rots (in ton / jaar) 6d. En welke soorten steenslag uit gebroken rots heeft u in 2007 verbruikt? SOORT STEENSLAG UIT GEBROKEN ROTS Basalt Hoeveelheid (ton/jaar) Graniet Kalksteen Porfier Anders TOTAAL 104 Productie en verbruik van beton- en metselzand en grind in 2007

107 Monitoring Bouwgrondstoffen 2007 Verbruikersenquête 7. GEBRUIK VAN GRINDVERVANGENDE MATERIALEN IN a. Maakte uw bedrijf in 2007 gebruik van rond en gebroken grindvervangende materialen (exclusief steenslag uit gebroken rots)? (aankruisen wat van toepassing is) nee Ga door naar vraag 8. ja Ga door naar vraag 7b. 7b. Hoeveel ton grindvervangend materiaal heeft u in 2007 verbruikt? Soort grindvervangend materiaal Hoeveelheid (in ton/jaar) Puingranulaat Betongranulaat Menggranulaat Kunstgrind (kleikorrels) Staalslak Fosforslak Asfaltgranulaat Ecogranulaat Geëxpandeerde kleikorrels Eigen restproduct anders, namelijk: INFORMATIEVOORZIENING Wilt u per op de hoogte worden gehouden over de resultaten van het huidige onderzoek en over het onderzoek van volgend jaar? Ja, mijn adres is:..@. Nee. HARTELIJK DANK VOOR UW MEDEWERKING!!! Een antwoordenvelop is bijgevoegd. Een postzegel is niet nodig. 105 Productie en verbruik van beton- en metselzand en grind in 2007

108 Monitoring Bouwgrondstoffen 2007 Verbruikersenquête 106 Productie en verbruik van beton- en metselzand en grind in 2007

Productie en verbruik van betonen metselzand en (gebroken) grind in 2008 Stand van het Zand XIV Lint aan het Grind XII

Productie en verbruik van betonen metselzand en (gebroken) grind in 2008 Stand van het Zand XIV Lint aan het Grind XII Productie en verbruik van betonen metselzand en (gebroken) grind in 2008 Stand van het Zand XIV Lint aan het Grind XII samenvatting In opdracht van Rijkswaterstaat Waterdienst Opgesteld door Projectnummer

Nadere informatie

Productie en verbruik van beton- en metselzand en (gebroken) grind in 2005

Productie en verbruik van beton- en metselzand en (gebroken) grind in 2005 Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq Productie en verbruik van beton- en metselzand en (gebroken) grind in 2005 Stand van het Zand XI / Lint aan het Grind IX December 2006 Noot vooraf Aan de gegevens

Nadere informatie

Productie en verbruik van betonen metselzand en (gebroken) grind in 2009 Stand van het Zand XV Lint aan het Grind XIII

Productie en verbruik van betonen metselzand en (gebroken) grind in 2009 Stand van het Zand XV Lint aan het Grind XIII Productie en verbruik van betonen metselzand en (gebroken) grind in 2009 Stand van het Zand XV Lint aan het Grind XIII definitief In opdracht van Ministerie van VROM, IPC - 360 Projectnummer B09B0358 Documentnaam

Nadere informatie

Productie en verbruik van betonen metselzand en (gebroken) grind in 2010 Stand van het Zand XVI Lint aan het Grind XIV

Productie en verbruik van betonen metselzand en (gebroken) grind in 2010 Stand van het Zand XVI Lint aan het Grind XIV Productie en verbruik van betonen metselzand en (gebroken) grind in 2010 Stand van het Zand XVI Lint aan het Grind XIV eindrapport In opdracht van Ministerie van Infrastructuur & Milieu, DG Ruimte en Water

Nadere informatie

Winning en verbruik van oppervlaktedelfstoffen,

Winning en verbruik van oppervlaktedelfstoffen, Indicator 24 mei 2011 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken Veel bouwgrondstoffen als grind, zand

Nadere informatie

Winning en verbruik van oppervlaktedelfstoffen,

Winning en verbruik van oppervlaktedelfstoffen, Indicator 12 maart 2013 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken Veel bouwgrondstoffen als grind,

Nadere informatie

Winning en verbruik van oppervlaktedelfstoffen,

Winning en verbruik van oppervlaktedelfstoffen, Indicator 22 mei 2014 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken Veel bouwgrondstoffen als grind, zand

Nadere informatie

Structuuronderzoek 24 Samenvatting. De handel in grind, industriezand en aanverwante materialen in Nederland

Structuuronderzoek 24 Samenvatting. De handel in grind, industriezand en aanverwante materialen in Nederland Structuuronderzoek 24 Samenvatting De handel in grind, industriezand en aanverwante materialen in Nederland 2006 2015 1. Inleiding De Nederlandse Vereniging van Leveranciers van Bouwgrondstoffen "NVLB"

Nadere informatie

Samenvatting Structuuronderzoek 25

Samenvatting Structuuronderzoek 25 Samenvatting Structuuronderzoek 25 1 Samenvatting Structuuronderzoek 25 Het verbruik van bouwgrondstoffen in Nederland van 2007 tot en met 2016 Samenvatting Structuuronderzoek 25 2 Colofon Auteur: De heer

Nadere informatie

Structuuronderzoek 22 Samenvatting. De handel in grind, industriezand en aanverwante materialen in Nederland 2004 2013

Structuuronderzoek 22 Samenvatting. De handel in grind, industriezand en aanverwante materialen in Nederland 2004 2013 Structuuronderzoek 22 Samenvatting De handel in grind, industriezand en aanverwante materialen in Nederland 2004 2013 1. Inleiding De Nederlandse Vereniging van Leveranciers van Bouwgrondstoffen "NVLB"

Nadere informatie

Structuuronderzoek 23 Samenvatting. De handel in grind, industriezand en aanverwante materialen in Nederland 2005 2014

Structuuronderzoek 23 Samenvatting. De handel in grind, industriezand en aanverwante materialen in Nederland 2005 2014 Structuuronderzoek 23 Samenvatting De handel in grind, industriezand en aanverwante materialen in Nederland 2005 2014 1. Inleiding De Nederlandse Vereniging van Leveranciers van Bouwgrondstoffen "NVLB"

Nadere informatie

Samenvatting Structuuronderzoek 26

Samenvatting Structuuronderzoek 26 Samenvatting Structuuronderzoek 26 1 Samenvatting Structuuronderzoek 26 De handel in bouwgrondstoffen in Nederland van 2008 tot en met 2017 Samenvatting Structuuronderzoek 26 2 Colofon Auteur: De heer

Nadere informatie

Winning en verbruik van oppervlaktedelfstoffen,

Winning en verbruik van oppervlaktedelfstoffen, Indicator 16 januari 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Veel bouwgrondstoffen als grind,

Nadere informatie

Rapportage Monitoring bouwgrondstoffen 2013

Rapportage Monitoring bouwgrondstoffen 2013 Rapportage Monitoring bouwgrondstoffen 2013 H2H advies Zevenbergenstraat 14 6844 CZ Arnhem T 06 51494666 E info@h2hadvies.nl Ir. J. t Hoen Definitief 2 december 2015 Samenvatting In dit rapport wordt verslag

Nadere informatie

Rapportage monitoring bouwgrondstoffen H2H advies Zevenbergenstraat CZ Arnhem T E

Rapportage monitoring bouwgrondstoffen H2H advies Zevenbergenstraat CZ Arnhem T E Rapportage monitoring bouwgrondstoffen 2014 H2H advies Zevenbergenstraat 14 6844 CZ Arnhem T 06 51494666 E info@h2hadvies.nl Ir. J. t Hoen 5 september 2016 Samenvatting In dit rapport wordt verslag gedaan

Nadere informatie

Rapportage Monitoring bouwgrondstoffen

Rapportage Monitoring bouwgrondstoffen Rapportage Monitoring bouwgrondstoffen 2015-2016 In opdracht van: Ministerie Van Infrastructuur en Waterstaat, Directie Water en Bodem Opgesteld door: Ir. J. t Hoen Datum: 22 december 2017 H2H advies Zevenbergenstraat

Nadere informatie

Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering augustus 2013 VELDWERK OPTIMAAL

Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering augustus 2013 VELDWERK OPTIMAAL Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering augustus 2013 VELDWERK OPTIMAAL Veldwerk Optimaal B.V. 's-hertogenbosch, september 2013 INHOUDSOPGAVE Pagina 1. ONDERZOEKSVERANTWOORDING 2

Nadere informatie

Monitoringsysteem Duurzaam Oppervlaktedelfstoffenbeleid. Studiedag VPO 3 oktober 2017 Workshop 4 Bodem en ondergrond in beeld

Monitoringsysteem Duurzaam Oppervlaktedelfstoffenbeleid. Studiedag VPO 3 oktober 2017 Workshop 4 Bodem en ondergrond in beeld Monitoringsysteem Duurzaam Oppervlaktedelfstoffenbeleid (MDO) Studiedag VPO 3 oktober 2017 Workshop 4 Bodem en ondergrond in beeld Overzicht presentatie 1. Inleiding - Wat is het MDO? 2. Werkwijze MDO

Nadere informatie

Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering december 2010 VELDWERK OPTIMAAL

Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering december 2010 VELDWERK OPTIMAAL Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering december 2010 VELDWERK OPTIMAAL Veldwerk Optimaal B.V. 's-hertogenbosch, januari 2011 INHOUDSOPGAVE Pagina 1. ONDERZOEKSVERANTWOORDING 2 1.1

Nadere informatie

Ontwikkeling leerlingaantallen

Ontwikkeling leerlingaantallen Ontwikkeling leerlingaantallen Elk jaar wordt op 1 oktober het leerlingaantal van elke basisschool geregistreerd door de Dienst Uitvoering Onderwijs (). Op basis van deze leerlingtelling wordt de bekostiging

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Arbeidsmarkt: verschil tussen Utrecht en Noorden van het land blijft groot

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Arbeidsmarkt: verschil tussen Utrecht en Noorden van het land blijft groot Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB00-145 29 juni 2000 9.30 uur Arbeidsmarkt: verschil tussen Utrecht en Noorden van het land blijft groot Door de gunstige ontwikkeling op de arbeidsmarkt

Nadere informatie

Conclusies onderzoek douanegegevens

Conclusies onderzoek douanegegevens Conclusies onderzoek douanegegevens Onderzoek naar de mogelijkheden om de gegevens van de biobrandstoffen in het HBE systeem te toetsen Datum 3 augustus 2017 Versie 1 Inhoud 1. Samenvatting 2 2. De motie

Nadere informatie

Internationale handel visproducten

Internationale handel visproducten Internationale handel visproducten Marktmonitor ontwikkelingen 27-211 en prognose voor 212 Januari 213 Belangrijkste trends 27-211 Ontwikkelingen export De Nederlandse visverwerkende industrie speelt een

Nadere informatie

Graydon Kwartaalmonitor Q3 2018

Graydon Kwartaalmonitor Q3 2018 Graydon Kwartaal monitor 1 Voorwoord Inhoud De economie zit duidelijk in de lift. Na eerdere positieve berichten over de groeiende omvang van het Nederlandse bedrijfsleven, blijkt ook uit deze Graydon

Nadere informatie

Ontwikkeling R&D-uitgaven industrie 2009 en 2010

Ontwikkeling R&D-uitgaven industrie 2009 en 2010 Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie Bedrijfseconomische Statistieken Statistische analyse Den Haag Postbus 24500 2490 HA Den Haag Ontwikkeling R&D-uitgaven industrie 2009 en 2010 Gert Buiten, Andries

Nadere informatie

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch Afdeling Onderzoek & Statistiek Maart 2013 2 Samenvatting In deze monitor staat de CO2-uitstoot beschreven in de gemeente s-hertogenbosch. Een gebruikelijke manier om de

Nadere informatie

Aandeel MKB in buitenlandse handel en investeringen

Aandeel MKB in buitenlandse handel en investeringen Rapport Aandeel MKB in buitenlandse handel en investeringen Drie afbakeningen van het MKB Oscar Lemmers Dit onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Er waren geen

Nadere informatie

mmmm:?-:- B \ D O C (bibliotheek en documentatie) 89 2001 (2) Dienst Weg-en Waterbouwkunde Postbus 5044, 2600 GA DELFT Tol.

mmmm:?-:- B \ D O C (bibliotheek en documentatie) 89 2001 (2) Dienst Weg-en Waterbouwkunde Postbus 5044, 2600 GA DELFT Tol. mmmm:?-:- B \ D O C (bibliotheek en documentatie) Dienst Weg-en Waterbouwkunde Postbus 5044, 2600 GA DELFT Tol. 015-2518 363/364 89 2001 (2) loof Cx) 1. Rapportnummer DWW-2002-155 2. Serienummer 3. Ontvanger

Nadere informatie

Persbericht. Werkloosheid in alle provincies gedaald

Persbericht. Werkloosheid in alle provincies gedaald Persbericht PB99-191 28 juli 1999 9.30 uur Werkloosheid in alle provincies gedaald De gunstige ontwikkeling op de arbeidsmarkt in 1998 leidde in alle provincies tot een daling van de werkloosheid en een

Nadere informatie

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Deelrapport Kohnstamm Instituut over doorstroom vmbo-mbo t.b.v. NRO-project 405-14-580-002 Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Inleiding De doorstroom van vmbo naar mbo in de groene sector is lager dan de doorstroom

Nadere informatie

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Werken er nu meer of minder huisartsen dan 10 jaar geleden en werken zij nu meer of minder FTE? LF.J. van der Velden & R.S. Batenburg,

Nadere informatie

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek 2009 Versie 2

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek 2009 Versie 2 Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie sociale en regionale statistieken (SRS) Sector statistische analyse voorburg (SAV) Postbus 24500 2490 HA Den Haag Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen

Nadere informatie

Rapportage bijzondere bijstand 2014

Rapportage bijzondere bijstand 2014 Rapport Rapportage bijzondere bijstand 2014 Vinodh Lalta Thomas Slager 30 oktober 2015 CBS Den Haag Henri Faasdreef 312 2492 JP Den Haag Postbus 24500 2490 HA Den Haag +31 70 337 38 00 www.cbs.nl projectnummer

Nadere informatie

Nieuwe verdeelmodel provinciefonds

Nieuwe verdeelmodel provinciefonds Nieuwe verdeelmodel provinciefonds vertaling ijkpunten naar inclusief actualisering Eindrapport Cebeon, 24 mei 2011 I Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Bestuur... 4 3 Verkeer en vervoer... 6 4 Water en

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid WERKTIJDVERKORTING 2016 Een onderzoek naar het beroep door ondernemingen in 2016 op art. 8 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 mei 2017

Nadere informatie

Financiering in het MKB

Financiering in het MKB M201004 Financiering in het MKB Onderzoek naar de financieringsbehoefte per provincie Johan Snoei Abdelfatah Ichou Zoetermeer, maart 2010 Financiering in het MKB Financieringsbehoefte in het MKB verschilt

Nadere informatie

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt tot 1 juli 2003.

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt tot 1 juli 2003. Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt tot 1 juli 2003. In deze notitie wordt een beeld geschetst van de ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt. De notitie is als volgt ingedeeld: 1. Samenvatting.

Nadere informatie

Eerste helft 2018 & Q Graydon kwartaal monitor

Eerste helft 2018 & Q Graydon kwartaal monitor Eerste helft & Q2 Graydon kwartaal monitor Eerste helft & Q2 1 Eerste helft & Q2 Inhoud Inleiding 3 Persbericht 4 Faillissementen per branche 23 Opheffingen per branche 24 Netto-groei per branche 25 Overzicht

Nadere informatie

SCHORSINGEN EN VERWIJDERINGEN 2007/2008-2011/2012

SCHORSINGEN EN VERWIJDERINGEN 2007/2008-2011/2012 SCHORSINGEN EN VERWIJDERINGEN 2007/2008-2011/2012 Utrecht, januari 2013 INHOUD Samenvatting 4 Inleiding 6 1 Trends en wetenswaardigheden 8 1.1 Inleiding 8 1.2 Trends 8 1.3 Wetenswaardigheden 11 2 Wet-

Nadere informatie

Rapportage Vergelijkend Onderzoek naar Ziekteverzuim SW-sector 2003

Rapportage Vergelijkend Onderzoek naar Ziekteverzuim SW-sector 2003 Rapportage Vergelijkend Onderzoek naar Ziekteverzuim SW-sector 2003 Inleiding In het arboconvenant Sociale Werkvoorziening is bepaald dat jaarlijks een vergelijkend onderzoek naar de hoogte van het ziekteverzuim

Nadere informatie

Graydon Kwartaalmonitor Q3 2017

Graydon Kwartaalmonitor Q3 2017 Graydon kwartaal monitor 1 Inhoud Inleiding 3 Persbericht 4 Per branche Overzicht t.o.v. voorgaande kwartalen 6 Starters per branche 7 Faillissementen per branche 8 Opheffingen per branche 9 Netto-groei

Nadere informatie

Graydon Kwartaalmonitor Q1 2018

Graydon Kwartaalmonitor Q1 2018 Graydon Kwartaal monitor 1 Voorwoord Inhoud Als u ooit een bedrijf heeft gestart, dan is de kans het grootst dat u dat in het eerste kwartaal van het jaar heeft gedaan. Veel ondernemers starten traditiegetrouw

Nadere informatie

Rapportage installed base van kachels en (open) haarden en hun gebruikersintensiteit in Nederland 2018

Rapportage installed base van kachels en (open) haarden en hun gebruikersintensiteit in Nederland 2018 Rapportage installed base van kachels en (open) haarden en hun gebruikersintensiteit in Nederland 2018 Right Marktonderzoek en Advies B.V. Telefoon : 038-4212185 Projectleider : de heer G. Hamstra Projectnummer

Nadere informatie

MONITORING GEBRUIK (FIJNER) ZAND IN BETON 2003

MONITORING GEBRUIK (FIJNER) ZAND IN BETON 2003 MONITORING GEBRUIK (FIJNER) ZAND IN BETON 2003 Noot vooraf Rijkswaterstaat, de Provincies (IPO) en degenen die aan deze publicatie hebben meegewerkt, hebben de in deze publicatie opgenomen gegevens zorgvuldig

Nadere informatie

Bijlage I: Woningmarktcijfers 4 e kwartaal 2007

Bijlage I: Woningmarktcijfers 4 e kwartaal 2007 Bijlage I: Woningmarktcijfers 4 e kwartaal 2007 De prijs van de gemiddelde verkochte woning stijgt met 1,2% in het 4 e kwartaal van 2007. De stijging van de prijs per m 2 is met 0,3% veel lager. De stijging

Nadere informatie

Resultaten Conjuntuurenquete 2018

Resultaten Conjuntuurenquete 2018 Resultaten Conjuntuurenquete 2018 Datum, maart 2019 Inleiding In november en december 2018 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) ruim 500 bedrijven benaderd. Doel van deze enquête is om op reguliere

Nadere informatie

Begrote gemeentelijke uitgaven aan openbare bibliotheken

Begrote gemeentelijke uitgaven aan openbare bibliotheken Begrote gemeentelijke uitgaven aan openbare bibliotheken 2004-2005 Maart 2005 Colofon Samenstelling drs. K.A.P.W. (Karianne) Smeets Vormgeving binnenwerk V. Loppies Druk Sector Document Processing, VNG

Nadere informatie

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt tot 1 juli 2004.

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt tot 1 juli 2004. Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt tot 1 juli 2004. 1 In deze notitie wordt een beeld geschetst van de ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt over de periode vanaf 1 januari tot 1 juli 2004.

Nadere informatie

Enquête Internationalisering Rapportage Persbericht januari 2011

Enquête Internationalisering Rapportage Persbericht januari 2011 Enquête Internationalisering Rapportage Persbericht januari 2011 Auteurs: P. M. Walison MSc, Trainee Internationaal Ondernemen Dhr. P. van Kuijen, Sectormanager Zoetermeer, 24 januari 2011 Hoewel aan de

Nadere informatie

MONITORING OPPERVLAKTEDELFSTOFFEN 2017

MONITORING OPPERVLAKTEDELFSTOFFEN 2017 13 september 2018-2 - MONITORING In opdracht van Provincie Noord-Brabant Opgesteld door Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant Postbus 8035 5601 KA Eindhoven Auteur Anine Verbeek Antonet van den Berg Ron Verest

Nadere informatie

Uitstroommonitor praktijkonderwijs

Uitstroommonitor praktijkonderwijs Uitstroommonitor praktijkonderwijs 2016-2017 Samenvatting van de monitor 2016-2017 en de volgmodules najaar 2017 Sectorraad Praktijkonderwijs december 2017 Versie definitief 1 Vooraf In de periode 1 september

Nadere informatie

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt tot 1 januari 2004.

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt tot 1 januari 2004. Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt tot 1 januari 2004. In deze notitie wordt een beeld geschetst van de ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt over de jaren 2002 en 2003. De notitie is als

Nadere informatie

Auteur: Gemeente Dronten Datum: Februari 2018 Voor vragen: Feiten en cijfers 2017 Bevolking

Auteur: Gemeente Dronten Datum: Februari 2018 Voor vragen: Feiten en cijfers 2017 Bevolking Auteur: Gemeente Dronten Datum: Februari 2018 Voor vragen: h.van.eijken@dronten.nl Feiten en cijfers 2017 Bevolking Inleiding Wat is Dronten feiten en cijfers Dit document is een jaarlijks rapport met

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid WERKTIJDVERKORTING 2015 Een onderzoek naar het beroep door ondernemingen in 2015 op art. 8 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 mei 2017

Nadere informatie

Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Juni 2011

Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Juni 2011 Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Juni 2011 In deze notitie van het UWV WERKbedrijf worden de actuele ontwikkelingen op de regionale arbeidsmarkt kort toegelicht. Vanuit diverse bronnen is

Nadere informatie

Resultaten VVNH monitoring rapportageformulier geheel 2014

Resultaten VVNH monitoring rapportageformulier geheel 2014 Resultaten VVNH monitoring rapportageformulier geheel 214 Deze rapportage is gebaseerd op respons van de VVNH-leden op het rapportageverzoek over zowel de eerste als de tweede helft van 214. Naast de import

Nadere informatie

Voor het wachtlijstonderzoek is de wachttijd per kind onderzocht en gewerkt met het bestand kinderen.

Voor het wachtlijstonderzoek is de wachttijd per kind onderzocht en gewerkt met het bestand kinderen. Bijlage 7 behorend bij eindrapport Wachtlijsten en tijden in de kinderopvang door NIPO i.s.m. Vyvoj, 17 december 2003 Wachtlijstonderzoek via ouderbevraging Ouderbevraging op basis van een representatieve

Nadere informatie

Graydon Kwartaalmonitor

Graydon Kwartaalmonitor Graydon Kwartaal monitor 1 Voorwoord Inhoud In de eerste week van het nieuwe jaar maakte Graydon al bekend dat een laagterecord kent wat betreft het aantal faillissementen. Het aantal bedrijven dat failliet

Nadere informatie

Resultaten VVNH monitoring rapportageformulier 2013

Resultaten VVNH monitoring rapportageformulier 2013 Resultaten VVNH monitoring rapportageformulier 213 De VVNH leden zijn verplicht om tweemaal per jaar aan de Stichting Probos te rapporteren. Deze rapportage is gebaseerd op de gegevens die door de VVNH-leden

Nadere informatie

Landelijke peiling Nijmegen 2000. Resultaten eindmeting, januari 2006

Landelijke peiling Nijmegen 2000. Resultaten eindmeting, januari 2006 Resultaten eindmeting, januari 2006 O&S Nijmegen januari 2006 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Onderzoeksresultaten 5 2.1 Eerste gedachte bij de stad Nijmegen 5 2.2 Bekendheid met gegeven dat Nijmegen de

Nadere informatie

4. SAMENVATTING. 4.1 Opzet

4. SAMENVATTING. 4.1 Opzet 4. SAMENVATTING In dit hoofdstuk wordt de samenvatting gepresenteerd van de belangrijkste resultaten van de herhaalde meting naar aantallen officieel gedoogde coffeeshops en gemeentelijk cannabisbeleid.

Nadere informatie

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE. module Gezondheid en Arbeid

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE. module Gezondheid en Arbeid PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE module Gezondheid en Arbeid 2000 DOCUMENTATIE pagina 1 Inhoudsopgave Inleiding 1. Doelstellingen onderzoek 1.1 Doel onderzoek 1.2 Onderzoeksopzet 1.3 Opdrachtgever 1.4

Nadere informatie

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Inleiding Chris M. Jager In mei en juni 2015 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) een groot aantal bedrijven benaderd met vragenlijsten. Doel

Nadere informatie

Graydon Kwartaalmonitor. incl Kwartaal 4

Graydon Kwartaalmonitor. incl Kwartaal 4 Graydon kwartaal monitor incl Kwartaal 4 1 Inhoud Inleiding 3 Persbericht 4 Per branche Overzicht Q2, Q3 en Q4 6 Starters per branche 7 Opheffingen per branche 8 Faillissementen per branche 9 Netto-Groei

Nadere informatie

(65%) Totaal Mannen Vrouwen. Totaal jaar jaar

(65%) Totaal Mannen Vrouwen. Totaal jaar jaar Ontwikkeling van de WW in de periode 21 24 Ton Ferber Tussen eind 21 en eind 24 is het aantal WW-uitkeringen bijna verdubbeld. Vooral het aantal uitkeringen aan mannen jonger dan 45 is sterk gestegen.

Nadere informatie

Uitstroommonitor praktijkonderwijs

Uitstroommonitor praktijkonderwijs Uitstroommonitor praktijkonderwijs 2015-2016 Samenvatting van de monitor 2015-2016 en de volgmodules najaar 2016 Platform Praktijkonderwijs december 2016 Definitieve versie 161208 1 Vooraf In de periode

Nadere informatie

Persbericht. Gevoelens van onveiligheid iets verminderd. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Gevoelens van onveiligheid iets verminderd. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-015 1 maart 2012 9.30 uur Gevoelens van onveiligheid iets verminderd Minder Nederlanders voelen zich onveilig Slachtofferschap veel voorkomende criminaliteit

Nadere informatie

CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN OEFENTHERAPEUTEN

CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN OEFENTHERAPEUTEN CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN OEFENTHERAPEUTEN Peiling 1 januari 2014 D.T.P. Van Hassel R.J. Kenens 2 CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN OEFENTHERAPEUTEN Peiling 1 januari 2014 D.T.P. van Hassel R.J. Kenens

Nadere informatie

Persbericht. Criminaliteit nauwelijks gedaald. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Criminaliteit nauwelijks gedaald. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB11018 1 maart 2011 9.30 uur Criminaliteit nauwelijks gedaald www.cbs.nl Lichte afname slachtoffers veel voorkomende criminaliteit Gevoelens van veiligheid

Nadere informatie

Willemstad, mei Resultaten Conjunctuurenquête 2016

Willemstad, mei Resultaten Conjunctuurenquête 2016 Willemstad, mei 2017 Resultaten Conjunctuurenquête 2016 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Methodologie... 3 Resultaten conjunctuurenquête... 5 1.1 Investeringsbelemmeringen en bevorderingen... 5 1.2 Concurrentiepositie...

Nadere informatie

rapport Zelf toegebracht letsel Kerncijfers 2014

rapport Zelf toegebracht letsel Kerncijfers 2014 rapport Zelf toegebracht letsel Kerncijfers 2014 Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL aanvaardt echter geen verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Monitoring oppervlaktedelfstoffen 2011

Monitoring oppervlaktedelfstoffen 2011 Provincie Noord-Brabant Monitoring oppervlaktedelfstoffen 2011 Provincie Noord-Brabant Overzicht productie- en voorraadcijfers bouwgrondstoffen c.a. Inhoud Inleiding 1. Beton- en metselzand 6 2. Grind

Nadere informatie

i F jnm azi z g ne n tw erk k vo v o o r o bou o w log o ist s i t ek, k k e n lpun u t n e t n n en n ni n euw e ui u td t aging n en

i F jnm azi z g ne n tw erk k vo v o o r o bou o w log o ist s i t ek, k k e n lpun u t n e t n n en n ni n euw e ui u td t aging n en Fijnmazig netwerk voor bouwlogistiek, knelpunten en nieuwe uitdagingen, NVB congres, Kampen 1 Inhoud Inleiding Marktbeschrijving bouwmaterialen, trends en ontwikkelingen Positie van binnenvaart en binnenhavens

Nadere informatie

Bijlage I: Woningmarktcijfers 1 e kwartaal 2008

Bijlage I: Woningmarktcijfers 1 e kwartaal 2008 Bijlage I: Woningmarktcijfers 1 e kwartaal 2008 De prijs van de gemiddelde verkochte woning stijgt met 0,4% in het 1e kwartaal van 2008. De stijging van de prijs per m2 is met 0,7% iets hoger. De stijging

Nadere informatie

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Provinciale Staten van Flevoland Postbus AB LELYSTAD

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Provinciale Staten van Flevoland Postbus AB LELYSTAD Ministerie van Binnenlandse Zaken en > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Provinciale Staten van Flevoland Postbus 55 8200 AB LELYSTAD Turfmark 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag www.

Nadere informatie

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee).

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee). Ontwikkeling melkveebedrijven in Utrecht, Gelderland en Brabant Analyse van mogelijke groei van melkveebedrijven op basis van gegevens van CBS en provincies Het CBS inventariseert jaarlijks de feitelijk

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

Woonwagenstandplaatsen in Nederland. Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. 10 oktober Eindrapportage

Woonwagenstandplaatsen in Nederland. Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. 10 oktober Eindrapportage Woonwagenstandplaatsen in Nederland Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 10 oktober Eindrapportage DATUM 10 oktober TITEL Woonwagenstandplaatsen in Nederland ONDERTITEL Stand van zaken

Nadere informatie

Inhoud. Ketenanalyse prefab betonproducten GMB 2

Inhoud. Ketenanalyse prefab betonproducten GMB 2 Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Stap 1: Uitwerking van de waardeketen... 4 2.1 Grondstoffen... 4 2.2 Transport naar betoncentrale... 4 2.3 Prefab betoncentrale... 4 2.4 Transport naar het project... 5 2.5 Gebruikersfase

Nadere informatie

Gegevens stroometikettering 2004

Gegevens stroometikettering 2004 CE CE Oplossingen voor Oplossingen voor milieu, economie milieu, economie en technologie en technologie Oude Delft 180 Oude Delft 180 2611 HH Delft tel: 015 2 150 150 fax: fax: 015 015 2 150 150 151 151

Nadere informatie

Auteur: Gemeente Dronten Datum: 4 april 2017 Voor vragen: Feiten en cijfers 2016 Bevolking

Auteur: Gemeente Dronten Datum: 4 april 2017 Voor vragen: Feiten en cijfers 2016 Bevolking Auteur: Gemeente Dronten Datum: 4 april 2017 Voor vragen: h.van.eijken@dronten.nl Feiten en cijfers 2016 Bevolking Inleiding Wat is Dronten feiten en cijfers Dit document is een jaarlijks rapport met

Nadere informatie

Vastgoedbericht oktober 2009

Vastgoedbericht oktober 2009 20 november 20 Vastgoedbericht oktober 20 Het Kadaster brengt maandelijks een vastgoedbericht uit. Hierin worden statistieken gepresenteerd met de ontwikkelingen van de afgelopen maand: de prijsindex,

Nadere informatie

M MKB heeft internationale handelsgeest

M MKB heeft internationale handelsgeest M201019 MKB heeft internationale handelsgeest Arjan Ruis Petra Gibcus Zoetermeer, november 2010 MKB heeft internationale handelsgeest Ruim één op de drie MKB-bedrijven is op enige wijze actief op de internationale

Nadere informatie

Rapport. Rapportage Bijzondere Bijstand 2013

Rapport. Rapportage Bijzondere Bijstand 2013 w Rapport Rapportage Bijzondere Bijstand 2013 T.J. Slager en J. Weidum 14 november 2014 Samenvatting In 2013 is er in totaal 374 miljoen euro door gemeenten uitgegeven aan bijzondere bijstand. Het gaat

Nadere informatie

Woningmarktcijfers Nederland derde kwartaal 2008

Woningmarktcijfers Nederland derde kwartaal 2008 Woningmarktcijfers Nederland derde kwartaal 2008 In dit kwartaalbericht van Woningmarkcijfers.nl de volgende onderwerpen: - prijsontwikkelingen en transacties september - prijsontwikkelingen en transacties

Nadere informatie

Check Je Kamer Rapportage 2014

Check Je Kamer Rapportage 2014 Check Je Kamer Rapportage 2014 Kwantitatieve analyse van de studentenwoningmarkt April 2015 Dit is een uitgave van de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb). Voor vragen of extra informatie kan gemaild worden

Nadere informatie

Monitoring gevaarlijk afval in Zeeland: 2002-2004

Monitoring gevaarlijk afval in Zeeland: 2002-2004 Monitoring gevaarlijk afval in Zeeland: 2002-2004 Dit rapport is door Meurs Milieu B.V. opgesteld, in opdracht van de provincie Zeeland, Directie Ruimte, Milieu en Water, afdeling Milieuhygiëne. Auteurs:

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid WERKTIJDVERKORTING 2017 Een onderzoek naar het beroep door ondernemingen in 2017 op art. 8 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 maart 2018

Nadere informatie

Werkloosheid in juli verder gedaald

Werkloosheid in juli verder gedaald Persbericht PB14-051 21 augustus 2014 9:30 uur Werkloosheid in juli verder gedaald - De laatste maanden meer mensen aan het werk - Beroepsbevolking 100 duizend kleiner dan een jaar geleden - Aantal WW-uitkeringen

Nadere informatie

Actualisatie verdeelmodel jeugdzorg 2009

Actualisatie verdeelmodel jeugdzorg 2009 Aan: Van: Ashna Nakched Evert Pommer en Klarita Sadiraj Inlichtingen bij Evert Pommer e.pommer@scp.nl T 7947 kamer D-0608 Datum 24 januari 2010 Actualisatie verdeelmodel jeugdzorg 2009 Het ministerie van

Nadere informatie

Basisscholen in krimpgebieden in schooljaar 2017/2018

Basisscholen in krimpgebieden in schooljaar 2017/2018 Basisscholen in krimpgebieden in 2017/2018 In welke provincies sluiten de meeste basisscholen? Aan het begin van 2017/2018 zijn in Groningen, Zeeland, Limburg en Flevoland rond 2% van de basisscholen gesloten

Nadere informatie

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE PARTICIPATIE

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE PARTICIPATIE PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE PARTICIPATIE 2004 DOCUMENTATIE Rep04_wsa_dc.doc pagina 1 Inhoudsopgave Inleiding 1. Doelstellingen onderzoek 1.1 Doel onderzoek 1.2 Onderzoeksopzet 1.3 Opdrachtgever 1.4

Nadere informatie

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Willemstad, Mei 2016 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Methodologie... 3 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Concluderende opmerkingen... 17 1 CBS Curaçao mei 2016 Inleiding

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Banengroei vergelijkbaar met tweede helft jaren negentig

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Banengroei vergelijkbaar met tweede helft jaren negentig Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB07-083 30 november 2007 9:30 uur Forse banengroei In het tweede kwartaal van 2007 waren er 206 duizend banen van werknemers meer dan in hetzelfde kwartaal

Nadere informatie

Graydon Kwartaalmonitor. incl Kwartaal 4

Graydon Kwartaalmonitor. incl Kwartaal 4 Graydon kwartaal monitor incl Kwartaal 4 1 Inhoud Inleiding 3 Persbericht 4 Per branche Overzicht Q2, Q3 en Q4 8 Starters per branche 9 Opheffingen per branche 1 Faillissementen per branche 11 Netto-Groei

Nadere informatie

De importen van Latijns-Amerika en het Caribische gebied (LAC),

De importen van Latijns-Amerika en het Caribische gebied (LAC), De importen van Latijns-Amerika en het Caribische gebied (LAC), - Inleiding Joyce Mahabali De internationale handel is de handel tussen landen. Hiervan is sprake wanneer landen bepaalde goederen en diensten

Nadere informatie

Voorbeeld Performance Monitor

Voorbeeld Performance Monitor Voorbeeld Performance Monitor pagina 1 De Performance Monitor Leveranciers in de X-branche 2014 is een uitgave van: Van Es Marketing Services Doelenstraat 4 7607 AJ Almelo tel (+31) 0546 45 66 62 fax (+31)

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1932/ Heijmans Van Hees I. MELDING 1. Op 22

Nadere informatie

Koopsom per maand, Nederland 2012-2013

Koopsom per maand, Nederland 2012-2013 Persbericht Woningmarktcijfers.nl, Heerlen 21-01-2014 Nederlandse woningmarkt stabiel in tweede halfjaar 2013 De gemiddelde koopsom van de door het Kadaster geregistreerde woningtransacties kwam in december

Nadere informatie

FODI Federatie van Oppervlakte Delfstoffenwinnende Industrieën

FODI Federatie van Oppervlakte Delfstoffenwinnende Industrieën FODI Federatie van Oppervlakte Delfstoffenwinnende Industrieën Koepel van het Nederlandse grondstofwinnende bedrijfsleven De leden van FODI zijn in principe brancheorganisaties. Zand (beton, wegfundering)

Nadere informatie