Streekplan Streekplanuitwerking Hart van de Heuvelrug I

Transcriptie

1 Streekplan Streekplanuitwerking Hart van de Heuvelrug I

2 Streekplanuitwerking Hart van de Heuvelrug I Provincie Utrecht Hart voor Groen 2005 Vastgesteld bij besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht op 13 december 2005

3 3

4 Overzicht locaties gemeente Soest: * Woningbouwlocatie Soesterberg Apollo Noord * Bedrijventerrein Soesterberg Noord-oost AN: Woningbouwlocatie Apollo Noord E: Ecologisch Ecoduct Vlasakkers J: Jessurunkamp Soestduinen K: Kodakterrein Soestduinen NO: Bedrijventerrein Soesterberg Noord-oost R: Bedrijventerrein Richelleweg S: Soesterveen 5

5 Inhoud Inleiding Aanleiding van deze streekplanuitwerking Beleidskader en procedure uitwerkingsplan Totstandkoming van ontwerpstreekplanuitwerking Procedure van het uitwerkingsplan Omschrijving van de uitwerkingslocaties De rode projecten Samenhang met de groene locaties MER-plicht / Strategische Milieubeoordeling Toetsing Toets aan de algemene uitgangspunten uitwerkingsregeling Hart van de Heuvelrug Toets kwaliteitseisen voor groene projecten Toets aan de kwaliteitseisen voor rode projecten Watertoets Streekplanuitwerking en kaarten Beschrijving Kaarten Inspraakreacties Bijlagen...31 Bijlage 1: Uitwerkingsregels Hart van de Heuvelrug...31 Bijlage 2: Watertoets...33 Bijlage 3: Hart van de Heuvelrug Clusterovereenkomst Soest I...35

6 I NLEIDING Inleiding Programma Hart van de Heuvelrug Dit uitwerkingsplan van het streekplan hangt samen met het Programma Hart van de Heuvelrug. Het Programma beoogt de ruimtelijke kwaliteit van het gebied tussen Zeist, Leusden, Amersfoort, Soest en De Bilt te verbeteren. Hierbij ligt de prioriteit bij de ontwikkeling van een robuuste groene hoofdstructuur. Hiervoor worden onder meer twee groene verbindingen aangelegd ten oosten en ten westen van Soesterberg en een verbinding bij Bosch en Duin. Naast deze groene projecten maken ook rode projecten deel uit van Hart van de Heuvelrug. De rode projecten zorgen voor mogelijkheden om meer stedelijke functies vanuit de groen te maken gebieden te kunnen verplaatsen naar locaties die meer aansluiten bij de kernen en voor middelen om bij te dragen in de kosten van de groene projecten. Uitgangspunten daarbij zijn een ten minste neutrale rood-groenbalans en ruimtelijke kwaliteitsverbetering. Aan het Programma Hart van de Heuvelrug doen 1 partijen mee waaronder de betrokken gemeenten, ministeries, Het Utrechts landschap, de Kamer van Koophandel en een aantal zorginstellingen. De provincie is de trekker van het programma. Om er voor te zorgen dat de rode projecten alleen gerealiseerd kunnen worden in samenhang met groene projecten en wordt voldaan aan de uitgangspunten, zijn de rode ontwikkelingen niet direct toegestaan op grond van het streekplan Daarvoor is het nodig uitwerkingsplannen van het streekplan op te stellen. Dit uitwerkingsplan is daar één van. De streekplanuitwerking Hart voor Groen heeft slechts betrekking op de stedelijke (rode) projecten Apollo Noord en Bedrijventerrein Soesterberg Noord-oost, waarvoor het Streekplan Utrecht geen rechtstreekse realiseringsmogelijkheid biedt. De Streekplanuitwerking neemt deze belemmering weg en schept daardoor de basis voor een gemeentelijk bestemmingsplan. Deze stedelijke projecten zijn slechts aanvaardbaar wanneer op passende wijze voldoende groene projecten als compensatie worden aangewezen en uitgevoerd. Om deze samenhang goed in beeld te brengen besteden wij in de Streekplanuitwerking ook aandacht aan de betreffende groenprojecten en aan het rode project de Richelleweg. In tegenstelling tot de verstedelijkingsopties staat het Streekplan de uitvoering van de groene projecten zonder meer toe en is hiervoor geen Streekplanuitwerking noodzakelijk. 9

7 A ANLEIDING 1. Aanleiding van deze streekplanuitwerking 1 Het Streekplan Utrecht biedt ons, gedeputeerde staten, de mogelijkheid om het Streekplan op onderdelen uit te werken. Voor het Programma Hart van de Heuvelrug 2 is een specifieke uitwerkingsregeling opgenomen in het Streekplan. 3 Het doel van het Programma Hart van de Heuvelrug is het realiseren van een kwaliteitsimpuls van groen en rood door in te spelen op kansen en aanwezige kwaliteiten in het gebied. Deze kwaliteiten zijn neergelegd in een Kwaliteitsvisie Afspraken over de verdere uitvoering zijn vastgelegd in de Raamovereenkomst Hart van de Heuvelrug (29 juni 2004). In de Raamovereenkomst zijn randvoorwaarden opgenomen voor de uitvoering van het Programma Hart van de Heuvelrug, de clustergewijze uitvoering van projecten, de specifieke toepassing van het compensatiebeginsel en de voorgenomen toepassing van de specifieke uitwerkingsregeling in het Streekplan. Één van de clusters binnen het programma Hart van de Heuvelrug is Soest I. Deze streekplanuitwerking vindt plaats op basis van de Hart van de Heuvelrug Clusterovereenkomst Soest I (2 september 2005). 4 In deze Clusterovereenkomst zijn groene en rode projecten vastgelegd: Groene projecten: 1. ecologische verbinding Vlasakkers en de Oude Kamp 2. herontwikkeling van het Kodakterrein 3. herontwikkeling Jessurunkamp 4. herontwikkeling Soesterveen Rode projecten: 5. woningbouwlocatie Apollo Noord 6. bedrijventerrein Richelleweg 1 Vastgesteld door provinciale staten van Utrecht op 13 december Zie streekplanparagraaf.9 De Utrechtse Heuvelrug. 3 Zie streekplanparagraaf 14.4 Inzet van rechtstreeks aan het streekplan gekoppelde instrumenten. 4 Zie ook streekplanparagraaf 10.2 Stedelijk gebied en zie bijlage III van deze uitwerking. 11

8 B ELEIDSKADER 2. Beleidskader en procedure uitwerkingsplan De realisering van projecten in het kader van het Programma Hart van de Heuvelrug vereist een aanpak op maat. Om deze aanpak op maat mogelijk te maken, wordt gebruik gemaakt van de mogelijkheid het Streekplan uit te werken. Artikel 4a, tiende lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, vormt de wettelijke basis van een uitwerkingsplan. Het vaststellen van uitwerkingsplannen moet plaatsvinden binnen de regelen die in het Streekplan zelf zijn opgenomen (zie Bijlage I). 2.1 Totstandkoming van ontwerp streekplanuitwerking Deze streekplanuitwerking Hart van de Heuvelrug I maakt de weg vrij voor de gemeentelijke bestemmingsplanprocedure, waarin de passende bestemmingen en een actieve uitvoering hiervan tot effectuering van de projecten moeten leiden. Op grond van artikel 14 van de Raamovereenkomst Hart van de Heuvelrug (29 juni 2004) geschiedt de uitwerking van het Streekplan gelijktijdig met de provinciale medewerking aan de voor die realisatie benodigde bestemmingsplanprocedure. De gemeente Soest is, vooruitlopend op de Clusterovereenkomst, in 2004 gestart met de bestemmingsplanprocedure. Het ontwerpbestemmingsplan Hart voor Groen is op 26 januari 2005 in de Provinciale Planologische Commissie behandeld als eerste fase van de procedure. 2.2 Procedure van het uitwerkingsplan Met in achtneming van de specifieke uitwerkingsregeling doorloopt het uitwerkingsplan de volgende procedure: - het besluit om tot uitwerking over te gaan, wordt op mede gedeeld aan de Statencommissie voor Ruimte en Groen; - op wordt het concept-ontwerpuitwerkingsplan voorgelegd voor advies aan de Provinciale Planologische Commissie; - de Statencommissie voor Ruimte en Groen wordt op in de gelegenheid gesteld over de voorgenomen uitwerking met ons te overleggen; - op zullen wij het ontwerp-uitwerkingsplan vaststellen; - de uniforme openbare voorbereidingsprocedure uit afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht wordt toegepast. De inspraaktermijn loopt van t/m (6 weken). - naar verwachting wordt het uitwerkingsplan op door ons vastgesteld. Op grond van het bepaalde in artikel 4a, tiende lid, Wet op de Ruimtelijke Ordening kunnen uitwerkingsplannen geen concrete beleidsbeslissing bevatten. Dit betekent dat de uitwerkingsplannen niet onderhevig zijn aan bezwaar en beroep zoals neergelegd in de Algemene wet bestuursrecht. Bij vaststelling krijgt het uitwerkingsplan dezelfde status als het Streekplan. Het uitwerkingsplan vervangt niet het Streekplan als toetsingskader, maar werk het op onderdelen uit. Deze uitwerking vormt het toetsingskader voor het gemeentelijk bestemmingsplan. 2 13

9 O MSCHRIJVING 3. Omschrijving van de uitwerkingslocaties De Utrechtse Heuvelrug is het op een na grootste aaneengesloten bosgebied van Nederland. 5 Het groene karakter, de natuurwaarden en de recreatieve kwaliteiten maken dit gebied tot een zeer waardevol ecosysteem, wat in 2003 geleid heeft tot de aanwijzing van het zuidelijke deel van de Heuvelrug als Nationaal Park. Het beschermen van de kwaliteiten en het verbeteren hiervan is de kern van ons ruimtelijk beleid. De Heuvelrug heeft in de loop van de tijd grote aantrekkingskracht uitgeoefend op de vestiging van instellingen en woon- en werkfuncties. Er bevinden zich bovendien diverse defensieterreinen van fors formaat binnen het Heuvelruggebied, evenals barrières in de vorm van wegen en stedelijke structuren. Dit geleidelijke proces van verstedelijking over een langdurige periode heeft geleid tot versnippering van de Utrechtse Heuvelrug en heeft de natuurlijke kwaliteit van dit waardevolle gebied steeds meer onder druk gezet. Het beleid van het Streekplan is gericht op ontsnippering en het herstellen en versterken van de landschappelijke, ecologische en recreatieve samenhang. Het Programma Hart van de Heuvelrug speelt hier op in. 6 Kern van dit project is sanering van rood en ontwikkeling van natuur op strategische plaatsen ter verbetering van de groene hoofdstructuur. In ruil hiervoor wordt verstedelijking (kostendragers) op geconcentreerde plaatsen buiten de cruciale zones toegestaan. 3.1 De rode projecten a. Woningbouwlocatie Apollo Noord. Het Streekplan voorziet in de mogelijkheid van maximaal 500 woningen ten noorden van de woonwijk Apollo en ten oosten van de Oude Tempellaan in Soesterberg. Deze mogelijkheid is afhankelijk van uitwerking in het kader van het Programma Hart van de Heuvelrug. Het gebied is omgeven door bestaande bebouwing en infrastructuur, hetgeen een aanknopingspunt is voor de locatiekeuze. Binnen de uitbreidingslocatie ligt een historische lanenstructuur en een waardevol oud bos. De huidige aanduiding in het Streekplan is Landelijk gebied 3. In de Clusterovereenkomst Soest I is deze bouwlocatie als één van de kosten dragers voor de groene ontwikkelingen elders in de gemeente opgenomen. b. Bedrijventerrein Soesterberg Noord-oost. In het kader van Hart van de Heuvelrug is in het Streekplan 18 ha bedrijventerrein toegewezen aan de regio Eemland. Soest valt onder deze regio. Van deze 18 ha is 10 ha toegewezen aan uitbreiding bedrijventerrein Richelleweg. Het Streekplan voorziet hierin met een passende aanduiding. De overige 8 ha moet nog worden toegedeeld. Dit is afhankelijk van het Programma Hart van de Heuvelrug. Daarin moet worden bepaald in welke verhouding dit aantal staat tot het realiseren of reconstrueren van groene structuren in het centrale deel van de Utrechtse Heuvelrug. Dit wordt later vorm gegeven. De 8 ha maakt daarom geen deel uit van de Clusterovereenkomst Soest I. In de opgestarte bestemmingsplanprocedure is door de gemeente Soest wél invulling gegeven aan de zoekruimte van 8 ha. Hiervoor is een locatie gevonden aan de noord oostzijde van de kern Soesterberg: tussen de vliegbasis en de Amersfoortsestraat en aansluitend op terreinen met deels een stedelijke functie. Met inachtneming van dit gegeven wordt het bedrijventerrein Soesterberg Noord-oost in deze streekplanuitwerking betrokken. Vanwege de latere fasering van dit bedrijventerrein en de ontbrekende samenhang met een groene compensatie elders binnen het Programma Hart van de Heuvelrug, worden er strikte voorwaarden verbonden aan de realisering van dit bedrijventerrein. 5 Zie streekplanparagraaf.9 De Utrechtse Heuvelrug. 6 Het Programma Hart van de Heuvelrug is één van de tien projecten die in onderlinge samenhang worden ontwikkeld onder de naam Agenda Het Programma Hart van de Heuvelrug is in het Streekplan planologisch verankerd. 3 15

10 O MSCHRIJVING Samenhang met de groene locaties De groene compensatie voor de in de Clusterovereenkomst genoemde verstedelijkingsopties Richelleweg en Apollo Noord bestaat uit: - de realisering van een ecologische verbinding tussen het ecoduct over de A28 en de Vlasakkers (waaronder het ecoduct), - de herontwikkeling van de locaties Jesserunkamp en het Kodakterrein en - de natuurontwikkeling in Soesterveen. Het Jessurunkamp en het Kodakterrein hoeven niet uitgewerkt te worden, omdat natuurontwikkeling door het Streekplan wordt ondersteund. Deze locaties zijn in deze uitwerking opgenomen om de hieraan verbonden verstedelijkingsopties zichtbaar te maken. Deze rode en groene projecten hangen onlosmakelijk samen. De woningbouwontwikkeling en de aanleg van het bedrijventerrein zijn afhankelijk van de daadwerkelijke groenontwikkeling. De groene compensatie voor het bedrijventerrein Soesterberg Noordoost blijft, zoals hiervoor aangegeven, buiten beschouwing. a. Jessurunkamp Aan de Beaufortlaan, ten westen van de kern Soestduinen, ligt het militaire terrein ter grootte van 10,4 ha. Het betreft een vrij intensief bebouwd complex met een groot aantal barakken. Bij het vervallen van de militaire functie wordt de bestaande bebouwing gesloopt, verharding en hekwerk verwijderd. Het complex krijgt een groene functie door bos- en natuurontwikkeling. Het terrein gaat deel uitmaken van het gebied Soesterduinen. Hierdoor wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan het vergroten van een belangrijk natuurgebied. Het terrein valt binnen de streekplanaanduiding Landelijk gebied 3. b. Kodakterrein Deze locatie ligt tussen het Jessurunkamp en de kern Soestduinen. Deze nog deels in gebruik zijnde bedrijfslocatie is ongeveer 5 ha groot. Na sloop van de opstallen wordt het terrein teruggegeven aan de natuur. Op deze manier levert het een bijdrage aan de uitbreiding van de groene structuur. Dit terrein valt binnen de streekplanaanduiding Landelijk gebied 3. c. Ecologische verbinding Vlasakkers Een deel van de percelen aan de Amersfoortsestraat tussen de huisnummers 95c en 10/115 is aangewezen voor het maken van een ecologische verbinding tussen de gebieden ten noorden en ten zuiden van deze verkeersbarrière. De direct hierop aangesloten breder uitlopende zone aan de noord- en zuidzijde van het geplande ecoduct zal worden vrijgemaakt van bebouwing, fysieke belemmeringen en stedelijk gebruik. Hierdoor ontstaat een ecologische verbinding tussen het gebied Vlasakkers en de verder zuidelijk gelegen Leusderheide. De locatie valt binnen de streekplanaanduidingen Landelijk gebied 3 respectievelijk 4. d. Soesterveen In het gebied Soesterveen, tussen de Wieksloterweg en de stedelijke bebouwing van Soest, vindt op enkele percelen natuurontwikkeling plaats. Het streekplan duidt het gebied aan als Landelijk gebied 3. De rood-groenbalans van de Clusterovereenkomst Soest I is als volgt: Bestemmingsplan Rood groen Groen rood Oostelijke corridor Hart voor groen hectare Jessurunkamp bos Hart voor groen hectare Kodakterrein bos Hart voor groen hectare Soesterveen natuur*) Soesterveen hectare Richelleweg provincie Hart voor groen hectare (regionaal bedrijventerrein)**) Apollo Noord Hart voor Groen hectare Totaal 20.6 hectare 20.2 hectare *) valt buiten streekplanuitwerking; groen nog niet exact bekend, maar minimaal 1,2 ha **) valt buiten streekplanuitwerking en slechts deels binnen Hart van de Heuvelrug. Deze (voorlopige) cijfers worden nog doorgerekend. 16 S TREEKPLANUITWERKING H ART VAN DE HEUVELRUG I

11 O MSCHRIJVING 3.3 MER-plicht / Strategische Milieubeoordeling Milieueffectrapportage (m.e.r.) levert informatie die nodig is om het milieubelang volwaardig mee te wegen bij de besluiten over plannen en projecten met grote milieugevolgen. Op dit moment geldt de MERplicht alleen voor strategisch ruimtelijke plannen die een concrete beleidsbeslissing bevatten. Een uitwerkingsplan kan op grond van artikel 4a, tiende lid, Wet op de Ruimtelijke Ordening 8 geen concrete beleidsbeslissingen bevatten. Er behoeft dus geen MER opgesteld te worden voor een uitwerkingsplan. Naast het MER kan een Strategische Milieubeoordeling (SMB) verplicht zijn. De SMB is een Europese Richtlijn, die op 21 juli 2004 rechtstreekse werking heeft gekregen. 9 De SMB is bedoeld om milieueffecten van plannen tijdens de voorbereiding ervan in beeld te brengen in de vorm van een milieurapport: de SMB is een MER op planniveau. Artikel 3, derde lid, Richtlijn SMB maakt een uitzondering voor plannen die betrekking hebben op kleine gebieden op lokaal niveau en kleine wijzigingen. Indien een gebied zodanig klein is dat er geen MER(beoordelings)plichtige activiteit kan ontstaan, geldt de verplichting voor een SMB niet, behalve wanneer een passende beoordeling is vereist in een Habitatgebied. 10 Aan de hand van de C en D lijst van het Besluit m.e.r. kan een MER(beoordelings)plicht worden vastgesteld. Hiervan is sprake als de omvang van een activiteit groter is dan de drempelwaarden van de C of D lijst. De omvang van de activiteiten van het gehele Programma Hart van de Heuvelrug blijft ver beneden de relevante drempelwaarden. Dat geldt voor dit uitwerkingsplan. De activiteiten van dit uitwerkingsplan vinden niet plaats in een Habitatgebied. Hieruit volgt dat voor dit uitwerkingsplan geen SMB opgesteld hoeft te worden. 3 8 Conform de wettekst van de WRO die van kracht was vóór 1 juli Op 1 juli 2005 is de Aanpassingswet uniforme openbare voorbereidingsprocedure Awb (29 421) inwerking getreden. De tekst van artikel 4a van de WRO is hierdoor gewijzigd: artikel 4a, tiende lid is artikel 4a, achtste lid, geworden. 9 Richtlijn Strategische Milieubeoordeling (2001/42/EG). 10 Zie ook Aandachtspunten inzake de toepassing van de Europese Richtlijn 2001/42/EG voor Strategische Milieubeoordeling (ministerie van VROM, juli 2004). 1

12 TOETSING 4. Toetsing In hoofdstuk 2 is aangegeven dat de uitwerking moet passen binnen de in het Streekplan neergelegde hoofdlijnen van het provinciaal ruimtelijk beleid. In het Streekplan is een specifieke uitwerkingsregeling voor het Hart van de Heuvelrug opgenomen. Hierin zijn algemene uitgangspunten voor het Hart van de Heuvelrug geformuleerd. Bovendien stelt het Streekplan kwaliteitseisen aan de rode en groene projecten. Uitwerking vindt plaats op basis van clusters van rode en groene projecten. Deze projecten zijn vastgelegd in de Clusterovereenkomst Soest I. In dit hoofdstuk wordt het uitwerkingsplan getoetst aan de uitwerkingsregels Hart van de Heuvelrug. 4.1 Toets aan de algemene uitgangspunten uitwerkingsregeling Hart van de Heuvelrug. Het Programma Hart van de Heuvelrug richt zich op een substantiële verbetering van de ruimtelijke kwaliteit door het realiseren van groene en rode projecten, zoals neergelegd in de Kwaliteitsvisie Deze visie richt zich op drie hoofddoelen: a. ecologie De ecologische corridor ten oosten van Soesterberg (Oostelijke corridor) wordt planologisch verankerd in dit uitwerkingsplan. In het verlengde van dit ecoduct worden de toeleidende terreinen vrijgespeeld van rode functies aan de Amersfoortseweg tussen de Vlasakkers en de Oude Kamp. Hierdoor ontstaat een verbinding tussen Vlasakkers en het gebied ten zuiden van de Amersfoortstestraat. Uit onderzoek van Alterra en Arcadis blijkt dat de gekozen locatie (tussen de huisnrs. 95c en 10/115) de meest gunstige is in de directe omgeving. De terreinen bestaan al gedeeltelijk uit bos en vormen ruimtelijk een logische schakel in de te creëren verbinding in de richting van de Leusderhei via een in aanbouw zijnde ecoduct over de A28. b. recreatie Het Jessurunkamp en Kodakterrein worden ontmanteld ten gunste van natuurontwikkeling. Deze ontmanteling levert een waardevolle bijdrage aan het vergroten van het natuurgebied Soesterduinen met de daarbij behorende bosranden. Dit biedt ook mogelijkheden voor recreatief medegebruik. c. cultuurhistorie Actieve bescherming en ontwikkeling van waardevolle cultuurhistorische landschapselementen speelt in deze uitwerking een kleine rol. Met uitzondering van Soesterveen liggen de locaties buiten de Cultuurhistorische Hoofdstructuur. De natuurontwikkeling in Soesterveen levert een positieve bijdrage aan de waarde van dit gebied. 4.2 Toets kwaliteitseisen voor groene projecten De groene projecten (ontmanteling Jessurunkamp en Kodakterrein Soestduinen en bouw ecoduct Amersfoortseweg annex aanleg ecologische corridor en natuurontwikkeling Soesterveen) moeten voldoen aan een stelsel van kwaliteitscriteria. Door het creëren van de ecologische corridor worden gunstige voorwaarden geschapen voor een uitwisseling van flora en fauna. De volledig omzetting van het stedelijk gebruik van het Jessurunkamp en het Kodakterrein in een natuurbestemming is een gerichte kwaliteitsimpuls voor vergroting van de recreatieve mogelijkheden. Bovendien levert die omzetting een belangrijke bijdrage aan het landschappelijk herstel. Dit geldt eveneens voor de natuurontwikkeling in Soesterveen. Geconcludeerd kan worden dat de groene projecten naar aard en omvang voldoen aan de kwaliteitseisen Zie Bijlage I. 19

13 TOETSING Toets aan de kwaliteitseisen voor rode projecten a. Woningbouwlocatie Apollo Noord Dit rode projecten voldoet aan de primaire kwaliteits eisen. Het schept voldoende condities om in het uitwerkingstraject van het gemeentelijke bestemmingsplan hier verder invulling aan te geven. Tegenover de toename van de verstedelijking staat een ten minste gelijke sanering van stedelijke functies en de ontwikkeling van nieuwe natuur. Er wordt hiermee voldaan aan de primaire vereiste van een minimaal neutrale rood-groenbalans. De ruimtelijke consequenties zijn in de clusterovereenkomst gekoppeld aan een financieel instrumentarium teneinde de daadwerkelijke uitvoering te garanderen en de verantwoordelijkheden van de betrokken instanties vast te leggen. Naar de huidige inzichten zoals aangegeven in de clusterovereenkomst zijn de ruimtelijke projecten economisch uitvoerbaar en zijn er goede procedureafspraken voor een adequate bijsturing bij gewijzigde omstandigheden. Het rode project is gesitueerd in de minder kwetsbare delen van Hart van de Heuvelrug. De woningbouwlocatie Apollo Noord wordt grotendeels omgeven door de stedelijke bebouwing van de kern Soesterberg en de oostelijke begrenzing wordt gevormd door de belangrijke regionale ontsluitingsweg Richelleweg. De locatie sluit rechtstreeks aan op de bestaande woonwijk Apollo en is een voorzetting van de bestaande stedelijke structuur. Het gebied maakt weliswaar deel uit van de EHS maar heeft geen rol in de te versterken ecologische corridors. De gebiedskenmerken van de locatie Apollo Noord noodzaken wel tot een zorgvuldige inpassing met respect voor de landschappelijke kwaliteiten. Wij stellen dit als randvoorwaarde voor de uitwerking in de gemeentelijke planvorming. Geconcludeerd kan worden dat Apollo Noord voldoet aan de kwaliteitseisen voor rode projecten uit het Streekplan. Per saldo zijn de rode en groene ontwikkelingen in goede balans met elkaar. Er wordt een positieve bijdrage geleverd aan de versterking van de ruimtelijke kwaliteit van de betrokken gebieden. b. Bedrijventerrein Soesterberg Noord-oost Zoals hiervoor aangegeven maakt het bedrijventerrein Soesterberg Noord-oost geen onderdeel uit van de Clusterovereenkomst Soest I. De ontwikkeling van dit bedrijventerrein komt pas in een later stadium aan de orde. Het zal in samenhang met de vrijkomende vliegbasis Soesterberg worden ontwikkeld. Het bedrijventerrein is nog niet gekoppeld aan een groen project. Zolang deze koppeling ontbreekt, is het bedrijventerrein slechts onder voorwaarden aanvaardbaar: - het bedrijventerrein moet voldoen aan de uitwerkingsregels van het Streekplan en aan de rode kwaliteitseisen; - het bestemmingsplan kan worden uitgewerkt indien de groene compensatie voor het bedrijventerrein is vastgelegd in een clusterovereenkomst. Hetzelfde geldt voor het toepassen van een wijzigingsbevoegdheid door de gemeente. Als aan deze voorwaarden niet is voldaan, wordt goedkeuring aan een bestemmingsplan met een uitwerkings- of wijzigingsbevoegdheid onthouden. Aangezien het bedrijventerrein kan worden gerangschikt onder de ontwikkelingspotentie zoals beschreven in de Streekplan (paragraaf 10.2 Stedelijk gebied), kan een inhoudelijke toets plaatsvinden. Het bedrijven terrein ligt ingesloten tussen een bestaand bedrijf, de vliegbasis en de Amersfoortsestraat. Er is een goede wegontsluiting mogelijk. Gelet op de ligging en de gebiedskenmerken wordt er geen ingrijpende inbreuk gemaakt op een belangrijke groene structuur, hoewel het gebied binnen de EHS valt. Het gebied heeft potentie om als kostendrager voor een groen project te fungeren. Dit moet naar inhoud en fasering nog nader worden uitgewerkt en verankerd in een nog op stellen overeenkomst. Het instrumentarium van het Programma Hart van de Heuvelrug voorziet in een vereveningsmogelijkheid tussen de verschillende clustergebieden. Geconcludeerd kan worden dat dit bedrijventerrein qua situering en strekking voldoet aan de rode kwaliteitseisen, met uitzondering van de eis van een gekoppelde groencompensatie. 4.4 Watertoets Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen gaat het Streekplan uit van de lagenbenadering: de fysieke ondergrond, het infrastructurele netwerk en de gebruikslaag. 12 De lagenbenadering vereist dat bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen de consequenties 20 S TREEKPLANUITWERKING H ART VAN DE HEUVELRUG I

14 TOETSING voor alle drie lagen in beeld worden gebracht. Alleen dan kunnen de eerste en tweede laag een belangrijker en medeordenende rol spelen. Gebruiksfuncties stellen verschillende eisen aan de waterhuishouding. Omdat de waterhuishouding per locatie verschilt, verschilt ook de geschiktheid voor een gebruiksfunctie per locatie. Bij het opstellen van het Streekplan is een uitgebreide watertoets uitgevoerd. 13 Voor het op 23 juni 2005 vastgestelde Bestemmingsplan Hart voor Groen 2005 is een watertoets uitgevoerd Zie streekplanparagraaf Zie ook streekplanparagraaf 4.2, 14, en bijlage 4 van het Streekplan (waterparagraaf). 14 Zie Bijlage II. 21

15 STREEKPLANUITWERKING 5. Streekplanuitwerking en kaarten 5.1 Beschrijving De streekplanuitwerking Hart van de Heuvelrug I betreft vooral wijzigingen in de tekst van hoofdstuk 10 Ruimtelijk beleid voor gewest Eemland. Om het leesgemak te vergroten, worden de gewijzigde teksten(cursief) hierna vrij uitgebreid weergegeven. 1. In paragraaf 10.2 wordt Tabel 10.2A: woningbouwprogramma gewest Eemland; (afgeronde getallen) met de bijbehorende voetnoten gewijzigd. 5 Tabel 10.2A: woningbouwprogramma gewest Eemland; (afgeronde aantallen) Woning- Rest- Nieuwe Nieuwe Woning- % groei voorraad capaciteit inbreiding uitbreiding bouw t.o.v per programma voorraad (indicatief) (indicatief) Amersfoort % Baarn % Bunschoten % Eemnes % Leusden % Soest ) % Woudenberg ) 500 3) 11.9% Gewest Eemland % 1) 500 woningen in Soesterberg locatie Apollo-noord in het kader van Hart van Heuvelrugproject; 2) in totaal gaat het om 280 woningen waarvan echter 80 woningen zijn te faseren voor de periode ná ) In de streekplanperiode is er verder de mogelijkheid van een afrondende bebouwing met maximaal 54 woningen als compensatieproject in het kader van de Regeling Beëindiging Veehouderijtakken. Deze maken geen onderdeel uit van het in de tabel aangegeven gemeentelijke woningbouwprogramma van 500 woningen. 23

16 STREEKPLANUITWERKING 2. In paragraaf 10.2 wordt Tabel 10.2B: programma werken gewest Eemland met de bijbehorende voetnoten gewijzigd. Tabel 10.2B: programma werken gewest Eemland Bedrijventerrein aantal netto ha Bedrijventerrein aantal bruto ha restcapaciteit per ) nieuwe locaties Amersfoort Baarn 5 Bunschoten ) Eemnes 10 Leusden 1. Soest. 18 2) Woudenberg 20 Gewest Eemland ) van deze 30 hectare aan de zuidzijde van Bunschoten is 20 hectare bestemd voor verplaatsing van Zuidwenk. 2 ) oppervlak van in totaal 18 hectare in kader van Hart van Heuvelrugproject; hiervan is 10 ha toegerekend aan locatie Richelleweg boven de aanwezige restcapaciteit van bruto 5 hectare. De overige 8 ha betreft de locatie Soesterberg Noord-oost. In het kader van Hart van de Heuvelrug moet voor deze locatie nog een groencompensatie worden aangewezen. Vooruitlopend hierop wordt de locatie ruimtelijk wel toegewezen maar is de daadwerkelijke realisering afhankelijk van nadere bindende afspraken over een passende groencompensatie in de gemeente Soest, danwel elders in het centrale deel van de Utrechtse Heuvelrug. 3 ) de opgenomen aantallen restcapaciteit hebben betrekking op de periode vanaf 2003 en wijken daarmee af van de in paragraaf 6.5 (Werken) genoemde restcapaciteit van 350 hectare netto (als totaal van de vier deelgebieden) vanaf 2005 ter be-paling van de totale opgave aan nieuw bedrijventerrein. 3. De tekst zoals aangegeven in het Streekplan , paragraaf 10.2 Stedelijk gebied Ruimtelijke ontwikkelingen per kern voor de gemeente Soest wordt naar aanleiding van de voorgaande overwegingen gewijzigd. Gemeente Soest Soest De ligging van Soest wordt bepaald door het omringende gebied van de Utrechtse Heuvelrug en de overgang naar de Eem, met daartussen de hoogte van de Lazarusberg en de Soestereng en de laagte van Soesterveen. Deze natuurlijke componenten geven aan de stedelijke structuur van Soest een bijzondere dimensie. Soestdijk in het noorden en Soest-Zuid zijn de twee polen die met elkaar verbonden zijn via de oostelijke verstedelijkingsas, langs de van oudsher doorgaande route, en die westelijk met elkaar zijn verbonden door de grote verstedelijking in Soesterveen. De stedelijke structuur en verschijningsvorm zijn daardoor zeer gevarieerd, met in het oosten overgangen naar het open Eemgebied en aan de andere zijden grenzend aan een overgangslandschap en bos. Dominant is de centrale open ruimte van de Soestereng, die van grote landschappelijke en cultuurhistorische waarde is. De noordelijke rand van Soest heeft een rafelige vorm, waarbij de contour in grote lijnen de huidige bebouwingsgrens volgt. Het gebied is onderdeel van het half-open overgangslandschap van de kwelzone van de Utrechtse Heuvelrug. Nabij de Meent en de Regentesselaan is passend in deze structuur binnen de rode contour, een beperkte stedelijke afronding mogelijk. Het resterende groene gebied ten noorden van de stedelijke rand richting Jachthuislaan blijft als groene zone in stand en zorgt voor een voldoende open groen gebied als buffer tussen het dorp en het bosgebied. De landschappelijke waarde van de Jachthuislaan blijft behouden. Als uit oogpunt van verkeer in het noordoosten van de kern Soest de situatie zich aandient zijn wij bereid, mee te denken over een eventuele rondweg. Daarbij is nader onderzoek en een integrale afweging noodzakelijk. Bij een eventuele verkenning waarbij ook alternatieven in ogenschouw moeten worden genomen, zullen wij vanuit de kwaliteit van de omgevingskenmerken duidelijke randvoorwaarden aangegeven. De groene geleding tussen Soest en Baarn respectievelijk Amersfoort dient te worden gehandhaafd. 24 S TREEKPLANUITWERKING H ART VAN DE HEUVELRUG I

17 STREEKPLANUITWERKING Soest heeft een groot aantal uit te plaatsen bedrijven. Een deel hiervan is transportbedrijf; een verplaatsing naar een terrein met een goede bereikbaarheid ten opzichte van autosnelwegen heeft de voorkeur. De bedrijventerreinen Soesterberg-Noord en Soestdijk worden de komende jaren geherstructureerd. Uitgegaan wordt van een woningbouwprogramma van 00 woningen voor de gehele gemeente. Deze zijn te realiseren door het benutten van aanwezige rest- en inbreidingscapaciteiten (in de verschillende kernen) en door transformatie. Daarnaast is er bij Soesterberg aangegeven dat er, in het kader van het Programma Hart van de Heuvelrug, nog ruimte is voor 500 woningen. Voor de kern Soest zijn geen uitbreidingsmogelijkheden opgenomen. De Soestereng is vanwege de grote omvang (ca. 65 ha) en de bijzondere landschappelijke, geomorfologische en cultuurhistorische kwaliteit buiten de bebouwingscontour gelaten. Vanwege deze waarden en de structurerende werking van dit open gebied zou verdere bebouwing grote gevolgen hebben voor de beeldkwaliteit. Speciale aandacht is nodig voor de stedelijke randzone in Soesterveen, tussen de stedelijke grens en de Wieksloterweg. De Wieksloterweg zelf vormt de beëindiging van Soesterveen en heeft door de afwisseling van bebouwing en open ruimten een groen karakter met een bijzondere kwaliteit. In stand houden en vooral verbeteren van de omgevingskwaliteiten dienen hier centraal te staan, waarvoor maatwerk nodig is. Om deze reden valt deze strook buiten de bebouwingscontour. Het buurtschap Soestduinen is omringd door bos en wordt begrensd door de spoorlijn Utrecht- Amersfoort. In het kader van het Programma Hart van de Heuvelrug worden mogelijkheden onderzocht om te komen tot vermindering van aanwezige bedrijfsbebouwing bij de kern, ten gunste van de natuur. Incidentele aanpassingen van de kern zijn in samenhang hiermee niet op voorhand uitgesloten, maar het groene karakter van de kern dient te worden gehandhaafd. Soesterberg De kern ligt op de oude ontwikkelingsas tussen Utrecht en Amersfoort. In de loop van de tijd heeft hier in grote mate verspreide verstedelijking plaatsgevonden. Buiten de kern dient dit zo veel mogelijk te worden tegengegaan om de bufferwerking van de Utrechtse Heuvelrug tussen Utrecht en Amersfoort zo goed mogelijk in stand te houden. In de kern Soesterberg is nog een restcapaciteit voor woningbouw aanwezig. Verder is het gebied ten westen van Oude Tempellaan binnen de contour opgenomen om het stedelijk vernieuwingsproject Dorpsplein te kunnen realiseren. In het kader van het Programma Hart van de Heuvelrug is in het gebied Apollo Noord de bouw van maximaal 500 woningen toegestaan. De woningbouwlocatie van 18 ha sluit aan op de bestaande woonwijk Apollo. Bij de uitwerking dient waar mogelijk rekening te worden gehouden met de waardevolle groene elementen binnen dit gebied en met de cultuurhistorische waarden in de omgeving. Tegenover deze verstedelijking staat op basis van de gesloten Clusterovereenkomst Soest een ten minste gelijkwaardige groene compensatie elders in de gemeente Soest verbindende voorwaarde voor deze verstedelijking, die als fincancieel-economische kostendrager fungeert. Het betreft de sanering van een militair complex en een voormalige bedrijfsfunctie nabij Soestduinen, het creëren van een ecologische verbinding en een ecoduct over de Amersfoortseweg ongeveer 2,5 km oostelijk van Soesterberg en natuurontwikkeling in Soesterveen. Aansluitend op de woningbouwlocatie Apollo Noord kan in beginsel de vestiging van een te verplaatsen sauna worden toegestaan, indien de aanwezige sauna bij de ontworpen ecologische corridor oostelijk van Soesterberg niet gehandhaafd kan blijven. Er bestaat de mogelijkheid voor 18 hectare (bruto) nieuw bedrijventerrein, die aan het gewest Eemland zijn toegekend. Van dit aantal hectaren bedrijventerrein is, in kader van het Programma Hart van de Heuvelrug, 10 hectare toegerekend naar de locatie Richelleweg. Dit wordt toegevoegd aan de reeds op grond van vigerend ruimtelijke beleid aanwezige restcapaciteit van 5 hectare bruto. Voor de resterende 8 hectare bedrijventerrein is Soesterberg Noord-oost ruimtelijk gezien een geschikte locatie. Hoewel deze locatie onderdeel is van het Programma Hart van de Heuvelrug maakt ze, mede vanwege faseringsredenen, nog geen deel uit van een clusterovereenkomst met bindende afspraken over groencompensatie c.a. Om die reden kan wél met de ruimtelijke reservering worden ingestemd maar nog niet met de daadwerkelijke uitvoering. Onderdeel hiervan is tevens de mogelijkheid van een 5 25

18 STREEKPLANUITWERKING 5 nieuwe ontsluitingsweg vanaf deze locatie in westelijke richting langs de grens van de vliegbasis. Deze ontwikkelingen kunnen pas gestalte krijgen wanneer binnen de gemeente Soest danwel elders in het centrale deel van de Utrechtse Heuvelrug in het kader van het Programma Hart van de Heuvelrug een bindende overeenkomst voor groencompensatie is afgesloten, waarvoor het bedrijventerrein Soesterberg Noord-oost een financieel-economische kostendrager is. Het gemeentelijk bestemmingsplan dient als uitwerking van dit beleid in deze zin te worden geclausuleerd. De aard van het Programma Hart van de Heuvelrug, de procesgang en de spelregels van het project zijn beschreven in paragraaf.9 (De Utrechtse Heuvelrug. Onlangs is duidelijk geworden dat de vliegfunctie van Vliegbasis Soesterberg zal worden opgeheven. In paragraaf 8.5 hebben wij aangegeven dat er op dit moment onvoldoende duidelijkheid bestaat over het moment waarop dit gebeurt en de condities waaronder. Gezien de ligging zal het toekomstig gebruik meegenomen worden in het Programma Hart van de Heuvelrug. De verkeerskundige consequenties aan de westkant van Soesterberg (op Zeister grondgebied) ten gevolge van stedelijke ontwikkelingen (Sterrenberg/ Beukbergen en in de kern Soesterberg) heeft de aandacht. Wij zullen samen met de betrokken gemeenten een ontsluitingsplan uitwerken. Het Kamp van Zeist ten zuiden van de A28 valt buiten de contour. Het gebied wordt omringd door de uitgestrekte boscomplexen van de Utrechtse Heuvelrug. Er zijn vergevorderde plannen om ten minste eenderde deel van het complex weer een natuurlijke staat te geven en ook om bepaalde functies elders onder te brengen. Afhankelijk van het verloop van deze ontwikkelingen zal de contour te zijner tijd definitief worden bepaald. 26 S TREEKPLANUITWERKING H ART VAN DE HEUVELRUG I

19 STREEKPLANUITWERKING 5.2 Kaarten Kaart 1: contouren volgens Streekplan Utrecht Kaart 2: nieuwe contouren Streekplanuitwerking Hart van de Heuvelrug I 5 Kaart 3: weergave nieuw stedelijk gebied 2

20 I NSPRAAKREACTIES 6. Inspraakreacties De gemeente Soest heeft, binnen de termijn, op 1 november 2005 (P&B/0/2005/1320) zienswijzen ingebracht tegen het Ontwerp Streekplanuitwerking. Hieronder wordt ingegaan op de (samengevatte) zienswijzen. Zienswijze: Inleiding, p.3: De rode projecten zorgen voor mogelijkheden om meer stedelijke functies vanuit de groen te maken gebieden te kunnen verplaatsen naar locaties die meer aansluiten bij de kernen en voor middelen om bij te dragen in de kosten van de groene projecten. Dit is niet geheel juist. De rode projecten zijn niet primair daarvoor bedoeld. Reactie GS: in artikel 2 van de Raamovereenkomst wordt prioriteit gegeven aan de ontwikkeling van een robuuste groene hoofdstructuur. De aangehaalde zin is hiermee in overeenstemming. Besluit GS: geen aanleiding tot aanpassing van de tekst. Zienswijze: Een verwijzing naar het begrip ontwikkelingsplanologie ontbreekt, evenals een verwijzing naar de Agenda Reactie GS: een verwijzing naar het begrip ontwikkelingsplanologie is niet relevant in het kader van dit uitwerkingsplan. Verder wordt in voetnoot 6, p.6, aangegeven dat het Programma Hart van de Heuvelrug één van de tien projecten is die in onderlinge samenhang worden ontwikkeld onder de naam Agenda Besluit GS: geen aanleiding tot aanpassing van de tekst. Zienswijze: grijze kader, p.3, toevoegen het terrein Richelleweg, dat al een uitgewerkte bedrijfsbestemming heeft, en voor een deel behoort tot het project HvH; uitleggen waarom terrein wel in clusterovereenkomst voorkomt maar niet in de streekplanuitwerking. Reactie GS: dit komt de helderheid ten goede. Besluit GS: aanpassen van de tekst Zienswijze: 3.1.a, tweede alinea, p.6: de zone langs de Amersfoortsestraat valt buiten het plangebied. Reactie GS: de zone langs de Amersfoortsestraat valt inderdaad buiten het plangebied. De tekst over de zone wordt geschrapt. Conform de Kwaliteitsvisie wordt de passage beperkt tot waardevolle lanenstructuur en oud bos. Besluit GS: aanpassen van de tekst. Zienswijze: op p. en p.9 onder c. ecologische verbinding Vlasakkers en 4.2 toets kwaliteitseisen voor groene projecten wordt gesproken over een onbelemmerde verbinding respectievelijk onbelemmerde uitwisseling. Een ecoduct vormt echter voor flora en fauna wel een belemmering, maar uiteraard minder dan een snelweg. Reactie GS: bedoelde tekst scherper formuleren. Besluit GS: aanpassen van de tekst Zienswijze: recreatie, p.9: de ecologische corridor is niet bedoeld voor recreatie. De corridor zal niet voor recreatie worden ingericht, zodat de kernzone van het natuurgebied slechts na enige tijd bereikt kan worden door de recreant (struinnatuur). Reactie GS: dit is inderdaad juist. Besluit GS: aanpassen van de tekst Zienswijze: woningbouwlocatie Apollo Noord en ecoduct Amersfoortsestraat, p.10: Bij de rode projecten wordt het ecoduct genoemd. In de vijfde regel wordt Soesterveen genoemd. Dat is vreemd op die plaats. Heeft alleen te maken met rood-groenbalans. Dat lijkt me voor een buitenstaander niet begrijpelijk. Reactie GS: de bedoelde tekst kan inderdaad duidelijker geformuleerd worden. Besluit GS: aanpassen van de tekst 6 29

21 I NSPRAAKREACTIES Zienswijze: woningbouwlocatie Apollo Noord, p.10, 2 e alinea, zesde regel: het gebied maakt weliswaar deel uit van de EHS maar heeft geen directe rol in de oostelijke ecologische corridor, waarvoor het ecoduct over de Amersfoortsestraat een belangrijke functie gaat vervullen. Dit schept verwarring. Voorstel is om directe en, waarvoor het ecoduct over de Amersfoortsestraat een belangrijke functie gaat vervullen, te schrappen. Reactie GS: het gebied maakt weliswaar deel uit van de EHS maar heeft geen rol in de te versterken ecologische corridors. Besluit GS: aanpassen van de tekst Zienswijze: bedrijventerrein Soesterberg Noord-oost, p.10: het uitstel heeft vooral te maken met koppeling aan ontwikkeling vliegbasis. Besluit GS: aanpassen van de tekst Zienswijze: streekplanuitwerking en kaarten, p.12 e.v.: voor de leesbaarheid wordt geadviseerd de door de uitwerking gewijzigde tekst van het streekplan integraal op te nemen en niet gebruik te maken van doorhalingen dan wel cursieve teksten. Reactie GS: dit komt de helderheid ten goede. Besluit GS: aanpassen van de tekst 6 30 S TREEKPLANUITWERKING H ART VAN DE HEUVELRUG I

22 . Bijlagen Bijlage 1: Uitwerkingsregels Hart van de Heuvelrug De realisering van projecten in het kader van het Programma Hart van de Heuvelrug vereist een aanpak op maat. Om deze aanpak op maat mogelijk te maken, wordt gebruik gemaakt van de mogelijkheid het Streekplan uit te werken. Artikel 4a, tiende lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, vormt de wettelijke basis van een uitwerkingsplan. Het vaststellen van uitwerkingsplannen moet plaatsvinden binnen de regelen die in het Streekplan zelf zijn opgenomen. I Beleidskader De uitwerking moet passen binnen de in het Streekplan neergelegde hoofdlijnen van het ruimtelijk beleid. Hoofdlijnen van het provinciaal ruimtelijk gebruik: 1. zorgvuldig ruimtegebruik: voor ruimtelijke ontwikkelingen, zowel in het stedelijk als in het landelijk gebied, is zorgvuldig ruimtegebruik een belangrijk uitgangspunt. 2. water: water vormt een ordenend principe. Bij nieuwe ruimtelijke afwegingen vormt water een vertrekpunt. 3. infrastructuur: de beschikbaarheid van bestaande infrastructuur en de (toekomstige) capaciteit van deze infrastructuur zijn mede bepalend bij het kiezen van nieuwe verstedelijkingslocaties. 4. verstedelijking: wij streven naar een gedifferentieerd aanbod van wonen, werken en voorzieningen. Nieuwe woningbouw en bedrijventerreinen worden vooral gerealiseerd in het stadsgewest Utrecht en het gewest Eemland. Daarnaast vormen Veenendaal en Woerden regionale opvangkernen. Elders in de provincie voeren wij een terughoudend verstedelijkingsbeleid. 5. landelijk gebied: wij voeren een ruimtelijk ontwikkelingsbeleid gericht op het versterken van zowel de (cultuurhistorische) identiteit, de landschappelijke diversiteit als de vitaliteit van het landelijk gebied en op de kwaliteit van de natuur en de ecologische samenhang. II Algemene uitgangspunten van specifieke uitwerkingsregeling Hart van de Heuvelrug Partijen streven gezamenlijk naar een substantiële verbetering van de ruimtelijke kwaliteit door het realiseren van groene en rode projecten in het kader van het Programma Hart van de Heuvelrug. Beoogd wordt een schaalsprong in kwaliteit op regionaal niveau, dus voor het Hart van de Heuvelrug als geheel, zoals uitgewerkt in de Kwaliteitsvisie Vanuit deze visie zetten partijen zich in voor drie hoofddoelen: - ecologie: het ontwikkelen van twee robuuste groene corridors ten oosten en westen van Soesterberg, alsmede over de spoorlijn Utrecht Amersfoort, inclusief de benodigde ecoducten en faunapassages, om de Heuvelrug als geheel tot een samenhangend en continu kerngebied voor de natuur te ontwikkelen. - recreatie: afleiden en bundelen van intensieve en grootschalige recreatieve activiteiten in enkele concentratiegebieden in de regio om de recreatiedruk op kwetsbare delen van de ecologische hoofdstructuur te verminderen en het functioneren ervan te versterken. Andere delen van het Hart van de Heuvelrug worden daarentegen beter toegankelijk gemaakt (onthekken) en beter ontsloten door het ontwikkelen van een recreatief netwerk van doorgaande fiets-, wandel- en ruiterpaden. - cultuurhistorie: actieve bescherming en ontwikkeling van de waardevolle cultuurhistorische landschapselementen en artefacten om de identiteit van Hart van de Heuvelrug te versterken en de rijke geschiedenis ervan weer zichtbaar te maken voor bewoners en recreanten. Kwaliteitseisen aan groene projecten: - groene projecten als onderdeel van de oostelijke groene corridor en de corridor over de spoorlijn moeten concreet bijdragen aan de inrichtings- en 31

23 dimensioneringseisen volgens de gidssoort edelhert ; groene projecten als onderdeel van de westelijke groene corridor moeten concreet bijdragen aan de inrichtings- en dimensioneringseisen volgens de gidssoort boommarter. - voor het overige leveren groene projecten ofwel een gerichte kwaliteitsimpuls op voor het vergroten van de recreatieve mogelijkheden in het Hart van de Heuvelrug ofwel dragen ze bij aan het zichtbaar maken van het cultuurhistorisch erfgoed. - prioriteit wordt gegeven aan projecten die bijdragen aan het ontwikkelen van een recreatief netwerk van fiets-, wandel- en ruiterpaden en die tegelijk condities scheppen voor nieuwe particuliere initiatieven en toeristische activiteiten rond natuurbeleving en cultuurhistorie. Kwaliteitseisen aan rode projecten: - rode projecten worden alleen gerealiseerd als deze een voldoende positief saldo opleveren voor de realisering van de groene ambities en de sanering van rode functies; bovendien resulteren deze in minimaal een neutrale rood-groenbalans; bij voorkeur wordt er netto groene winst geboekt. - rode projecten zijn alleen toelaatbaar in de minder kwetsbare delen van Hart van de Heuvelrug; er zijn dus geen rode projecten mogelijk in de twee groene corridors en in de kerngebieden van het groene raamwerk zoals opgenomen in de Kwaliteitsvisie rode projecten dienen concreet de aanwezige natuurlijke en landschappelijke kwaliteiten te respecteren en deze zo mogelijk verder te ontwikkelen; rode projecten mogen geen aanslag betekenen op de kwaliteiten van het gebied Hart van de Heuvelrug en zo de winst van groene projecten teniet doen. - rode projecten dienen bij voorkeur aansluitend aan bestaand stedelijk gebied te worden gerealiseerd dan wel worden ingepast in bestaande bebouwingsstructuren; er moeten voldoende waarborgen worden ingebouwd om negatieve effecten op de openbare ruimte te voorkomen, evenals op de milieubelasting en de regionale bereikbaarheid. - rode projecten kunnen slechts worden gerealiseerd als de bouw een aantoonbare verbinding aangaat met de groene omgeving. Dergelijke groene woonmilieus dienen te passen bij de aard en het karakter van Hart van de Heuvelrug en zo een herkenbaar geheel te blijven. III Specifieke uitwerkingsregeling Hart van de Heuvelrug a. Gedeputeerde staten stellen één of meerdere uitwerkingsplannen vast voor projecten in het kader van Hart van de Heuvelrug. Zolang geen uitwerking heeft plaatsgevonden gelden voor het gebied Hart van de Heuvelrug de in dit Streekplan opgenomen rode contouren; b. uitwerking vindt plaats op basis van clusters van groene en rode projecten. De uitwerking kan betrekking hebben op het aanpassen van bestaande rode contouren en bij uitzondering op het trekken van nieuwe rode contouren; c. bij uitwerking van groene en rode projecten zijn de hiervoor genoemde kwaliteitseisen onverkort van toepassing. Bij de ruimtelijke onderbouwing van projecten wordt tevens aan de samenhang van de betreffende projecten zowel onderling als in het verband van het Programma Hart van de Heuvelrug aandacht besteed; d. bij de uitwerking gelden tevens de voorwaarden die bij de algemene uitwerkingsregels zijn opgenomen onder het 4e t/m e gedachtestreepje: 4. een besluit om tot uitwerking van het Streekplan over te gaan, wordt door gedeputeerde staten meegedeeld aan de Statencommissie voor Ruimte en Groen; 5. gedeputeerde staten betrekken bij de voorbereiding van een uitwerking de Provinciale Planologische Commissie; 6. de Statencommissie voor Ruimte en Groen wordt in de gelegenheid gesteld over de voorgenomen uitwerking met gedeputeerde staten te overleggen. De Statencommissie maakt binnen zes weken na een uitnodiging door gedeputeerde staten bekend of zij over de uitwerking willen overleggen en binnen welke termijn;. de openbare voorbereidingsprocedure uit afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht wordt toegepast. Gedeputeerde staten gaan niet eerder tot uitwerking over dan nadat: a. de projecten zijn voorzien van een goede ruimtelijke onderbouwing; b. de tijdige versterking van de groene hoofdstructuur wordt aangetoond in het kader van de projecten; c. de tijdige uitvoerbaarheid (in materiële en financiële zin) van groene projecten wordt aangetoond. 32 S TREEKPLANUITWERKING H ART VAN DE HEUVELRUG I