Aanvullende eisen certificering van visserijproducten (VL-50) 15 februari 2019 Versie: 1.1.2

Transcriptie

1 1 DOEL EN TOEPASSINGSGEBIED Deze instructie beschrijft de aanvullende eisen voor de uitvoering van de exportcertificering van visserijproducten en levende tweekleppige weekdieren op de instructie EXA-01 (Certificering Algemeen). Deze procedure beschrijft niet de beoordeling van certificaatteksten (zie hiervoor de instructie VCA- 01, Verzoekcertificering Algemeen). Deze procedure is van toepassing op het certificeren van: Visserijproducten Levende tweekleppige weekdieren Slakken en kikkerbillen Marine geleedpotige 2 WETTELIJKE BASIS Zie instructie EXA-01, Certificering Algemeen. 3 DEFINITIES Zie instructie EXA-01, Certificering Algemeen. 4 WERKWIJZE 4.1 Algemeen 1. Voor het aanvragen van een exportcertificaat maakt de exploitant gebruik maken van het elektronische kanaal dat daarvoor door de NVWA ter beschikking wordt gesteld. De planners van de afdeling Team Technische Administratie maken o.b.v. de aanvragen door het bedrijfsleven een planning voor de betrokken inspecteurs. 2. Indien een dierenarts wordt ingeleend, dan vermeldt de planner de naam en het telefoonnummer van de desbetreffende dierenarts op de planninglijst. 3. Alle controleresultaten worden vastgelegd in MSpin in de daartoe ingerichte vragenlijst genaamd Export VIS CER Schaal Schelp. 4. Verse visserijproducten, ontdooide onverwerkte visserijproducten en gekookte producten van schaal- en weekdieren moeten tijdens vervoer op een temperatuur, welke die van smeltend ijs benadert, worden gehouden (0 4 C). Ingevroren visserijproducten moeten tijdens het vervoer op een constante temperatuur van ten hoogste 18 C in alle delen van het product worden gehouden met eventuele korte schommelingen naar boven tot maximaal -15 C. 5. Temperatuurmeting bij materiële controle bij losse en verpakte visserijproducten: (Dit betreft losse visserijproducten waarbij het niet mogelijk is om er een thermometer in te steken en verpakte visserijproducten waarna bij opening de visserijproducten niet meer voldoen aan de gestelde kwaliteitseisen.) Indien de omgevingstemperatuur van het losse product en het verpakte product dusdanig is, dat kan worden aangenomen dat het product zelf de juiste temperatuur heeft, dan wordt dat gezien als de juiste temperatuur. Bij twijfel wordt een uitdraai gevraagd van het koel- en/of vrieshuis waar het producten zich bevindt of heeft bevonden. 6. Indien aangelande producten direct worden geëxporteerd en verladen in dezelfde staat, volstaat één DOM-controle voor beide keuringen. Dit geldt als er geen aanvullende eisen door het derde land worden gesteld. De beoordelingsgegevens van aanlanding worden vastgelegd in de daartoe ingerichte vragenlijst van MSpin genaamd VIS AANLND Vis Schaal Schelp.Belangrijk aandachtspunt in de beoordeling is dat bij de overlading de temperatuur binnen de gestelde norm blijft. 7. Een aanvraag van meerdere certificaten voor verse vis wordt als één te certificeren partij gezien. Hiervoor wordt één vragenlijst in MSpin. Bij een aanvraag van certificaten voor diepgevroren vis wordt per certificaat één vragenlijst in MSpin. De DOM-controle wordt uitgevoerd zoals beschreven in instructie EXA De NVWA-medewerker neemt tijdens de keuringswerkzaamheden de hygiënevoorschriften in acht. De bij de materiële keuring benodigde gereedschappen (zoals thermometer, priem en Bron: NVWA Directie Handhaven, Divisie Regie & expertise Pagina 1 van 5

2 mes) dienen tenminste bij de start en aan het einde van de werkzaamheden ontsmet te worden met ontsmettingsdoekjes. 9. Bij certificering van een partij vis dient deze representatief gecontroleerd te worden. Representatief houdt in 1 van de verpakkingseenheden (met een minimum van 2). Dit aantal is onafhankelijk van de wijze van transport of aantal aangevraagde certificaten voor betreffende partij. 10. Indien de verpakking van de diepgevroren visserijproducten beschadigd is, maar de visserijproducten niet worden blootgesteld aan de buitenlucht, wordt geen actie ondernomen. Bij een beschadiging van de verpakking van diepgevroren visserijproducten waarbij de visserijproducten worden blootgesteld aan de buitenlucht, moeten de beschadigingen direct worden hersteld (zie bijlage de foto s van verpakkingen diepgevroren visserijproducten die blootgesteld en niet blootgesteld worden aan de buitenlucht). Indien dit niet gebeurt, kunnen deze verpakkingen niet gecertificeerd worden. 11. Indien het bedrijf kan aantonen dat op een al gewaarmerkt en getekend certificaat feitelijke onjuistheden zijn vermeld en indien de gecertificeerde partij zich nog op Nederlands grondgebied bevindt, kan het al gewaarmerkt en getekend certificaat worden ingenomen en een nieuw certificaat worden verstrekt. Er is hier geen sprake van nacertificering, omdat de partij nog in Nederland staat. Het bedrijf dient deze certificering dan op de gebruikelijke wijze via E-CertNL aan te vragen. De inspecteur trekt in E-CertNL het foutief ingevulde certificaat in, voert de reden hiervan in het daarvoor bestemde tekstvak en vermeld hierin tevens het nummer van het nieuwe certificaat. Bij afgifte van een nieuw certificaat wordt het originele certificaat te allen tijden teruggestuurd naar de afdeling Certificeren Op Afstand (COA). Tot het moment van verzending van de foutieve certificaten worden deze verzameld in de daartoe bestemde map op kantoor. 12. Bij meer dan 25 containers wordt een extra medewerker ingezet; dus bij 26 containers 2 medewerkers; bij 51 containers 3 medewerkers; enzovoort. 13. Alle werkzaamheden en daaruit voortvloeiende documenten worden elektronisch vastgelegd in systemen als MSpin, Spin, E-Certificering en/of Formdesk. 14. Uniformiteit certificering Identificering: Het gaat erom dat het nummer uniek is terug te vinden op iedere verpakking en bij voorkeur een combi is met een EG-nummer. Voor vis uit derde landen het toelatingsnummer en productiedatum gebruiken. Producent: De werkelijke producent van het product (dat wil zeggen het bedrijf waar de laatste handeling aan het product is uitgevoerd) dient op het certificaat te worden vermeld. Bij schepen het EG-nummer van het schip invullen en niet van het koel- en vrieshuis. Middel van vervoer Containernummers dienen altijd op het certificaat vermeld te worden. Bij vervoermiddel vaartuig opnemen vessel. Partijen met meerdere vissoorten in een doos. Twee mogelijkheden in E-Certificering: 1. Aangeven bij soort product de diverse vissoorten (Species) + totaal aantal colli + het daadwerkelijke gewicht. 2. Uitwerken per orderregel Vissoort met 1 x vermelding colli Het EG-nummer. op de Rusland-lijst komt niet overeen met de juist benaming in E- Certificering: Zolang de lijst niet is aangepast het EG-nummer van de Rusland-lijst invullen onder het kopje buitenlandse erkenningen. Indien een export in zijn geheel niet doorgaat dan moet deze als activiteit in MSpin worden verwijderd met als opmerking dat deze is geannuleerd. Het team Technische Administratie zal dan een te late afmelding toevoegen zodat dit in rekening wordt gebracht. De truck die gebruikt wordt voor het vervoer van de partij moet altijd aanwezig zijn bij controle van de partij en het kenteken moet op het certificaat worden vermeld. Verpakkingsmateriaal dat bij het proces van certificering wordt gebruikt moet met het oog worden gecontroleerd om te bezien of het voldoende schoon is. Of een en ander bacteriologisch volstaat valt onder het HACCP systeem. Dozen met een EG-sticker van een ander bedrijf dan het bedrijf dat de aanvraag voor certificeren doet, zijn niet toegestaan. Pre-certificaten die worden gebruikt voor de Douane-unie worden opgeborgen in de daartoe bestemde map op kantoor. Bedrijven komen regelmatig met vragen over certificering bij inspecteurs. Voor de afhandeling van die vragen kan worden verwezen naar het informatienummer en mailadres van de NVWA speciaal voor dit doel (dit informatienummer kost 0,20 per gesprek, plus de gebruikelijke belkosten) of export@nvwa.nl. Bron: NVWA Directie Handhaven, Divisie Regie & expertise Pagina 2 van 5

3 Indien op de pakken vis van een te certificeren partij meerdere data worden vermeld, wordt de oudste datum op het certificaat aangegeven. Vis uit andere landen kan nooit als origine uit Nederland komen en dat kan dus ook niet als zodanig worden vermeld op het certificaat. Op een certificaat moet altijd de juiste productie-datum worden aangegeven ook al wil het bedrijf een andere datum. Als het tijdstip van certificeren door de planning is verschoven gaat dit altijd in overleg met het bedrijf. Indien bij aankomst bij het bedrijf de spullen nog niet op orde zijn en een inspecteur wordt daarna op een ander bedrijf verwacht kan er geen certificaat worden afgegeven. Door de afdeling COA is aangegeven dat achter de "name and address consignee" alleen de naam en het adres van de ontvanger mag worden opgenomen en dus niet het telefoon en het fax nummer. Verpakkingen die vanuit b.v. Noorwegen binnenkomen mogen niet hergebruikt worden voor certificering indien ze niet schoongemaakt kunnen worden. Hulpmiddelen Instructie EXA-01, Certificering Algemeen Formulier NVWA-Vis-016, Afkeurbewijs 5 BEVOEGDHEDEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN De officiële NVWA-dierenarts en/of de officiële viskeurmeester is bevoegd en verantwoordelijk voor de afgifte van het certificaat. 6 TOELICHTING In mei 2018 is de instructie aangepast waarmee zaken die naar voren kwamen uit het afspraak / besluit overzicht DVE Vis in de instructie zijn verwerkt. Bron: NVWA Directie Handhaven, Divisie Regie & expertise Pagina 3 van 5

4 Bijlage Beschadigd (niet blootgesteld aan de buitenlucht) Bron: NVWA Directie Handhaven, Divisie Regie & expertise Pagina 4 van 5

5 Beschadigd (blootgesteld aan de buitenlucht) Bron: NVWA Directie Handhaven, Divisie Regie & expertise Pagina 5 van 5