VAN GOGH EN NUENEN TON DE BROUWER CREATIVE STORYTELLERS

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "VAN GOGH EN NUENEN TON DE BROUWER CREATIVE STORYTELLERS"

Transcriptie

1 VAN GOGH EN NUENEN TON DE BROUWER CREATIVE STORYTELLERS

2 Over de auteur Ton de Brouwer (1943) was 38 jaar werkzaam als beleidsmedewerker sport, cultuur en monumenten bij de gemeente Nuenen c.a. Hij bestudeert al 55 jaar het leven en werk van Vincent van Gogh. In 1976 richtte hij in Nuenen het Van Gogh Documentatiecentrum op. Aan de hand van reproducties, foto s en archief stukken kon men in dat centrum, de tijd dat Vincent in Nuenen woonde en schilderde ( ), bekijken. Gedurende meer dan 34 jaar nam hij de inrichting en het beheer van dit centrum op geheel vrijwillige basis op zich. Ton de Brouwer Omdat het centrum na al die jaren niet meer voldoet aan de eisen van de tijd en Ton intussen ook met pensioen was gegaan, werd in 2010, in een in 1874 gebouwd gemeentehuis, een nieuw centrum geopend onder de naam Vincentre waar men sindsdien veel belangstellenden van over de hele wereld ontvangt. Dit nieuwe centrum geeft met moderne media technieken een goed beeld van de tijd dat Vincent van Gogh in Nuenen woonde en van het werk dat hij er maakte. Veertien objecten in de gemeente Nuenen zijn nu nog vergelijkbaar met schilderijen en tekeningen die Vincent er in die periode maakte. In het museum Vincentre vormt het beroemde schilderij De aardappeleters natuurlijk het middelpunt. Ton de Brouwer schreef enkele boeken over Vincent van Gogh zoals Van Gogh en Nuenen (1984/1998/2018), Van Gogh en de oude toren van Nuenen (2000), Van Gogh in de ex libris kunst ( 2003), Dimmen Gestel, een Eindhovense leerling van Vincent (2005), De familie van Gogh en Nuenen (2014), en Van Gogh & Muziek (2015). Ook verschenen er artikelen en catalogi over Van Gogh van zijn hand, hield hij veel lezingen en zette ook informatieve wandelroutes uit in Nuenen langs de Van Gogh objecten. Hij organiseerde exposities over het leven en het werk van Vincent Van Gogh zoals in het Nuenense Van Gogh jaar 1984 de expositie Een Brabantse Van Gogh ervaring, waar 21 werken van Vincent geëxposeerd werden. Ook organiseerde hij exposities van andere kunstenaars met werk gerelateerd aan Van Gogh. Hij verzamelde door de jaren heen een grote Van Gogh bibliotheek van antiquarische en andere boeken, tijdschriften, foto s etc. over Van Gogh. Hij bezit een grote collectie Van Gogh exlibris, Van Gogh penningen en op Van Gogh geïnspireerde kunstwerken, allen gecreëerd door diverse kunstenaars.

3 Ik draag dit boek op aan mijn dierbare overleden echtgenotes Miek ( 1990) en Jacqueline ( 2013) voor hun sympathie in mijn van Gogh hobby.

4 DANKWOORD In 1984 werd door de Stichting Nuenen 100 Jaar Van Gogh op zeer uitgebreide wijze in de gemeente Nuenen herdacht dat het 100 jaar geleden was dat de wereldberoemde schilder Vincent van Gogh in die gemeente had gewoond en gewerkt. Bij die gelegenheid kon het uitgeven van een boek over zijn Nuenense periode niet ontbreken. Bij uitgeverij Van Spijk verscheen toen mijn boek Van Gogh en Nuenen. Een tweede druk enkele jaren later was ook snel uitverkocht. Alhoewel er veel vraag bleef bestaan naar een boek dat zich speciaal richtte op zijn rijke Nuenense periode kwam het nooit tot een derde druk omdat de uitgever niet meer bestond. Totdat ik voor de tweede keer David Glen ontmoette in het Vincentre te Nuenen en hij mij vroeg waarom er geen specifiek boek bestond over de Nuenense periode van Van Gogh. Ik deed hem mijn verhaal en spontaan was zijn antwoord Dan ga ik toch jouw boek over Nuenen en Van Gogh opnieuw uitgeven. Een uitgave die nu op een aantal punten is uitgebreid, van meer reproducties voorzien en waarin ook wat is opgenomen over de periode na 1990 en de jaren van het ontstaan van het nieuwe Nuenense museum Vincentre. Ik ben bijzonder ingenomen met de samenwerking met David Glen bij de uitgave van dit boek en ik wil in die blijheid ook betrekken Tjoe Siek uit Tilburg door wiens toedoen ik in contact kwam met William Havlicek, Ph.D, kunsthistoricus en schrijver van het ook bij Creative Storytellers uitgegeven boek Van Gogh s Untold Journey. Het doet mij veel genoegen dat de netto opbrengst van dit boek terecht komt bij de Stichting Endangered Child, de internationale organisatie die voorziet in de praktische opvang en reclassering van kinderen die thuisloos zijn of op een andere manier in gevaar verkeren. Veel dank voor deze prachtige uitgave aan Creative Storytellers en speciaal aan David Glen. ~ Ton de Brouwer. Nuenen, 2018

5 VAN GOGH EN NUENEN Door Ton de Brouwer Derde uitgave in het nederlands en in het engels ISBN: Gepubliceerd door Creative Storytellers De uitgeverij van Stichting Endangered Child (The Endangered Child Foundation) Nederland Gedrukt door: bigger dot 2018 Ton de Brouwer Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Creative Storytellers is de uitgeverij van Stichting Endangered Child. Deze stichting zet zich in voor de opvang van dakloze, uitgebuite en misbruikte kinderen en brengt de inspanningen van alle organisaties die opkomen voor deze kinderen tezamen. De opbrengsten uit onze uitgeverij komen geheel ten goede aan deze stichting. Uw aankoop betekent dat ook u een belangrijke rol speelt in het geven van een normaal leven aan deze vergeten kinderen.

6 VAN GOGH EN NUENEN TON DE BROUWER DERDE UITGAVE IN HET NEDERLANDS. OOK BESCHIKBAAR IN HET ENGELS. CREATIVE STORYTELLERS

7 VOORWOORD Wie in Nuenen en tot ver daarbuiten aan Vincent van Gogh denkt zal al snel ook aan Ton de Brouwer denken. Zijn kennis over het leven van de kunstenaar en in het bijzonder van de periode ( ) dat Vincent van Gogh in Nuenen woonde en werkte, is bijzonder groot. Vincent van Gogh mag zich reeds vele jaren verheugen op een grote, wereldwijde belangstelling. Dat is wel eens anders geweest. Vincent zelf heeft tijdens zijn leven nauwelijks erkenning gekregen voor zijn talent als tekenaar, schilder en schrijver. Maar ook Ton de Brouwer heeft er jarenlang soms tegen de stroom invoor geijverd om Vincent van Gogh in Nuenen de plaats te geven die hij verdient. Veel steun was er in de beginjaren daarvoor niet. Het lukte Ton om in 1976 het Van Gogh-documentatiecentrum Nuenen in het leven te roepen in het Koetshuis bij het Gemeentehuis. Het documentatiecentrum gaf een overzicht van het Brabantse en in het bijzonder het Nuenense leven van Vincent van Gogh. Velen hebben in die jaren het documentatiecentrum bezocht. De familie Van Gogh stond achter de initiatieven en dat heeft tot een hartelijke relatie met Ton en Nuenen geleid. Ook andere kansen werden benut. Hoogtepunten zijn geweest het Van Gogh jaar 1984 en de herdenking van de 100ste sterfdag van Vincent van Gogh in 1990 met tentoonstellingen en manifestaties die in het teken stonden van de beroemde schilder. Ton was de initiatiefnemer van het Vincentre en hij was tot voor kort voorzitter van het stichtingsbestuur. De officiële opening van dit vernieuwde documentatiecentrum als museum in een historisch pand in Nuenen op 17 september 2010 door de Commissaris van de Koning en de familie Van Gogh is de kroon op het levenswerk van Ton de Brouwer. Bijna bezoekers uit binnen en buitenland vonden tot nu toe hun weg naar het Vincentre. Zo n 150 vrijwilligers zorgen ervoor dat deze een bijzondere dag beleven in en rond het Vincentre met rondleidingen in het museum en wandelingen langs de plaatsen die voorkomen op Vincents tekeningen en schilderijen. 6

8 In de 55 jaar dat Ton de Brouwer zijn passie voor het leven en het werk van Vincent van Gogh ten dienste van de gemeenschap heeft gesteld, heeft hij ook boeken en vele artikelen geschreven. De 2de druk van Tons eerste boek Van Gogh en Nuenen is al geruime tijd uitverkocht. Het was de grote wens van Ton de Brouwer om een geheel geactualiseerde herdruk te laten verschijnen. Uitgever David Glen van Creative Storytellers maakt dit nu mogelijk. Ton de Brouwer schrijft over Vincent van Gogh en Nuenen zoals het werkelijk was in een heldere en nuchtere schrijfstijl. Hij is wars van verzinsels en speculaties rond het leven van Vincent. De nieuwe editie Van Gogh en Nuenen is een prachtig boek geworden zowel voor kenners als voor belangstellenden, geschreven door een gepassioneerde kenner. In vriendschap geschreven, Mr. Willem Ligtvoet Oud Burgemeester van Nuenen, Gerwen en Nederwetten ( ) 7

9

10 1. Populierenlaan te Nuenen F45

11 2. Populierenlaan met een figuur F 1239

12 NUENEN, Oud Nuenen in 1883 In het zuiden van Nederland, ongeveer 5 kilometer ten noordoosten van Eindhoven, lag reeds in de jaren tachtig van de 19e eeuw het rustige dorpje Nuenen met daaromheen, en tot dezelfde gemeente behorende, de kerkdorpjes Gerwen, Nederwetten en het gehucht Eeneind. Het lag op het einde van deze 19e eeuw met grote heidevelden in een landschappelijk erg aantrekkelijke omgeving. De gemeente telde op 31 december 1883 maar 2560 inwoners, verdeeld over 1318 mannen en 1242 vrouwen. In het dagelijks gebeuren van het dorpje speelde zich niet veel opwindends af en het dorpje was ook niet op 11

13 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer weg om met grote kosten en moeite een moderne ontwikkeling door te maken hetgeen blijkt uit de gemeentebegrotingen van de jaren De uitgaven schommelden toen in sluitende begrotingen tussen de f ,- en f ,-. Aan het aanleggen van zogenaamde kunstwegen e.d. werd nog niet veel aandacht besteed. In juni 1884 stelde Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant aan Provinciale Staten voor om in de kosten van de aanleg van een keiweg van het station Nuenen over Nuenen en Breugel naar Son, een bijdrage uit de provinciale kas te verlenen van 60%, onder de vermelding: door den aanleg van dien weg zullen een groot aantal gemeenten in het Zuid- en Noord- Oosten van het gewest onderling verbonden worden. De weg werd begroot op f ,- Eindhoven telde in die tijd nog maar 4178 inwoners. De tijd van een groei naar inwoners zou nog driekwart eeuw op zich laten wachten. Het overgrote deel van de bevolking verdiende zijn dagelijks brood als thuiswever of landarbeider. Op een totale bevolking van 1318 mannen stonden er in 1883, de kinderen meegerekend, 480 mannen te boek als thuiswever en 485 als landarbeider. Voorts waren er de gebruikelijke beroepen als mandenmaker, bierbrouwer, kastelein e.d. Volgens de gemeenteverslagen uit de jaren tachtig werd van gemeentewege veel aan ontginning van gronden rondom Nuenen gedaan: Ook gaat de gemeente door met het ontginnen van woeste gronden, waardoor aan menig arm gezin gedurende het geheele jaar, maar vooral in den winter hun brood werd verschaft. De armelijke situatie van het bestaan blijkt ook uit het feit dat aan 52 gezinshoofden en 10 alleenstaanden door de gemeente, het burgerlijk of algemeen armenbestuur, de Nederlands Hervormde Gemeente dan wel door het katholiek parochieel armbestuur ondersteuning werd verleend. Men stond aan de vooravond van een economische crisis. Vooral voor de landarbeiders, die in het merendeel keuterboertjes waren, zouden de opbrengsten slechter worden. In de jaren 1880 tot 1893 daalden bijvoorbeeld de opbrengsten van aardappelen per hectoliter opbrengst van f 2,97 naar f 1,42. 12

14 4. Populierenlaan bij zonsondergang F

15 5. Dominee eodorus van Gogh 14

16 DS. THEODORUS VAN GOGH PREDIKANT IN NUENEN Op 1 januari 1875 gaat Ds. Willem Lodewijk Begemann, predikant van de Hervormde Gemeente, met emeritaat. Hij was predikant in Nuenen van 31 augustus 1828 tot en met 31 december Hij overleed in Nuenen op 16 november Als gevolg daarvan gaat er op 3 maart 1875 een brief naar een zekere Ds. eodorus van Gogh ( ), sinds januari 1871 predikant in het plaatsje Helvoirt bij s-hertogenbosch inzake een eventuele beroeping tot predikant in Nuenen. Op 10 maart 1875 bezoekt Ds. Van Gogh, samen met zijn echtgenote Anna Cornelia Carbentus ( ), het plaatsje Nuenen en beslist het beroep niet te aanvaarden. Wel aanvaardt hij het predikant-schap in Etten-Leur en wordt er op 24 oktober 1875 predikant. Het niet aanvaarden van dit beroep door Ds. Van Gogh had tot gevolg dat dominee Begemann wordt opgevolgd door de op 10 november 1839 in Jemgum, Pruisen, geboren en van Losser in Over-ijssel komende Ds. Petrus Gerardus Dreesman. Hij wordt op 1 augustus 1875 beroepen. Op 26 november 1881 vertrekt Ds. Dreesman, die tot 20 november 1881 in de Hervormde Pastorie had gewoond naar de Evangelisch-Lutherse gemeente in Monnikendam. Op 2 april 1882 ging er opnieuw een verzoek naar Ds. Van Gogh inzake een eventueel predikantschap in Nuenen. Ds. Van Gogh nam dit tweede verzoek in overweging en op 7 juni 1882 aanvaardde hij het predikantschap in Nuenen. Op 7 augustus 1882 worden Ds. Van Gogh, diens echtgenote Anna van Gogh-Carbentus, zoon Cornelis en dienstbode Neeltje van Rooij, komend uit Etten-Leur, in het bevolkingsregister van de gemeente Nuenen op het adres de Berg F 523 ingeschreven. Op 22 november 1882 wordt ook dochter Willemina op hetzelfde adres ingeschreven. 15

17 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer In augustus 1882 begint Ds. Van Gogh als predikant in Nuenen. Op 12 augustus 1882 vindt de bijschrijving van de indiensttreding plaats door Ds. Van Gogh zelf. Hij wordt bevestigd door Ds. G. van Lakerveld, predikant in Helmond. De bevestigingstoespraak hield Ds. Van Gogh over I Cor: 1:17. Door het aanvaarden van dit ambt in Nuenen en doordat zoon Vincent zich in 1883 bij dit predikantengezin voegt, zal de naam van de gemeente Nuenen in vele kunstgeschiedenisboeken vermeld gaan worden en een gekende en veel bezochte plaats worden. 5 16

18 Ds. eodorus van Gogh: Predikant in Nuenen 6. De door Ds.Van Gogh gebruikte sleutel van de Hervormde kerk. (Coll. Ton de Brouwer) 17

19 7. Zelfportret voor een ezel F 181

20 VINCENT WILLEM VAN GOGH KOMT NAAR NUENEN, DECEMBER 1883 De familie Van Gogh woont bijna anderhalf jaar in het uit 1764 daterende huis aan de huidige straat de Berg, op nummer 26, (destijds F 523) in Nuenen als de oudste zoon van het gezin zich bij hen voegt. Vincent Willem, geboren op 30 maart 1853 is bezig zich te ontwikkelen tot kunstschilder na een mislukte poging om predikant te worden. Op 1 december 1883 schrijft hij aan zijn broer eo die in Parijs woont: Ik zal van t huis uit U bedaarder kunnen schrijven. Er is voor mij in Drenthe zeker een werkkring, maar ik moet van t begin af liefst het nog eenigszins anders kunnen opvatten, en ietwat meer vastigheid hebben in mijn finanties. (br. 408). Vincent bevond zich sinds september 1883 in de provincie Drenthe waar hij zich, na te zijn begonnen met tekenen in Etten-Leur in 1881 en na een periode van verdere ontwikkeling tot kunstschilder in Den Haag (dec sept. 1883) had gevestigd. Hij was de grote stad Den Haag ontvlucht nadat hij problemen had gekregen met de vrouw waar hij mee samenwoonde. Vincent had Sien Hoornik ( ), tot groot ongenoegen van zijn ouders, uit sociale bewogenheid onder zijn hoede genomen. Uiterlijke omstandigheden zoals het gedrag van deze vrouw noopt hem zich ook innerlijk van haar los te maken. Onder invloed van gesprekken met Anthon van Rappard (schilder ) koos hij voor het platteland in het gebied van Drenthe, rondom Zweelo, met de onzekerheid voor de toekomst ten aanzien van een rustige verblijfplaats. Verblijvend in Drenthe denkt hij nog steeds aan de vrouw die hij in niet al te rooskleurige omstandigheden in Den Haag had achtergelaten. Alhoewel hij het Drenthse land superbe vindt, ziet hij toch op tegen de naderende winter, de te verwachten eenzaamheid en de financiële moeilijkheden waarin hij zal komen te verkeren. 19

21 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer 8. Vincents onjuiste inschrijving in Nuenen. Hij zoekt naar een rustplaats, zoals hij dat in zijn laatste brief uit Drenthe tot uitdrukking brengt: zoals het momenteel was kan het niet. Ik moet zien er iets op te vinden en hoe harder ik werk, hoe meer ik in t naauw raak. We zijn nu op een punt dat ik zeg: momenteel kan ik niet voort. (br. 408). In zijn eerste brief uit Nuenen, vermoedelijk van 6 december 1883, schrijft hij aan eo dat hij zich de laatste 3 weken maar half in orde vond. Hij had kou gevat en voelde zich zenuwachtig. Hij verlangde naar afleiding. Alhoewel hij ertegen opzag om naar het ouderlijk huis te gaan, begint hij op 4 december 1883 op een stormachtige middag in sneeuw en regen aan een wandeling van ruim 6 uur door de heide naar Hoogeveen. De tocht doet hem goed en montert hem wat op. Vincent gaat naar hij zich voorstelde voor een 20

22 Vincent Willem van Gogh komt naar Nuenen, december 1883 kort verblijf op weg naar het ouderlijk huis in Nuenen. Dit verblijf zou uiteindelijk uitgroeien tot een periode van op een week na twee jaar. Het is nagenoeg zeker dat Vincent op 5 december 1883 in Nuenen is aangekomen. De datum van inschrijving in het bevolkingsregister van de gemeente Nuenen is altijd van een vraagteken voorzien geweest. In het bevolkingsregister dat een uitvloeisel was van het Koninklijk Besluit van 3 november 1861, S 94, artikel 26, staat namelijk in deel 4, blad 133 onder volgnummer 1 als dagtekening van aangifte vermeld: 11 oktober Aangegeven staat dat hij kwam uit s-gravenhage met aangifte van een getuigschrift van verandering van werkelijke woonplaats, echter zonder duplicaat van het getuigschrift. Deze datum van inschrijving is steeds tegenstrijdig geweest met het feit dat Vincent zeker op 5 december 1883 in Nuenen moet zijn aangekomen. De eerste brief die hij schreef vanuit Nuenen aan eo dateert vermoedelijk van donderdag 6 december 1883 waarna nog ruim 134 brieven elkaar vanaf die datum opvolgden. Het is mij gelukt een verklaring te vinden voor deze tegenstrijdigheid in data. De inschrijving van Vincent van Gogh voldeed niet aan het in artikel van het eerder genoemde KB gestelde, omdat de aangifte in Nuenen is gedaan zonder duplicaat van het getuigschrift van verandering van werkelijke woonplaats. Dat betekent dat Van Gogh zich wel officieel op de gemeentesecretarie van s-gravenhage heeft laten uitschrijven, maar dat door hem het duplicaat-getuigschrift niet kon worden getoond of niet door Nuenen is verstuurd naar s-gravenhage. Het duplicaat-getuigschrift was niet meer dan de rechterkolom van het echte getuigschrift. In het oude Haagse bevolkingsregister van is in deel 33 folio 119 onder kolom 20 als aanmerking te lezen: Vertr. C 29 mrt 84. Bij ambtshalve controle op 29 maart 1884 moet zijn gebleken dat Vincent niet meer op het in kolom 13 onder huizing genoemde adres Schenkweg 136 woonde. De officiële uitschrijving naar Nuenen is volgens kolom 16 Dag- 21

23 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer teekening en jaar van vertrek uit de gemeente pas op 6 oktober 1884 gebeurd. De inschrijving in Nuenen heeft plaatsgevonden op 11 oktober De praktijk zal dus zijn geweest dat Vincent vanaf 5 december 1883 in Nuenen verbleef, zijn afwezigheid in s-gravenhage officieel pas in maart daaropvolgend bleek en de overschrijving pas in oktober 1884 administratief rond was. Zijn eerste tekening die hij in Nuenen maakte van het oude kerkhof met daarop vermoedelijk ook zijn ouders zond hij blijkens een postzegel op de achterzijde van deze tekening op 7 december 1883 vanuit Nuenen naar zijn broer eo in Parijs Kerkhof in Nuenen in de winter. F 1237 recto. 10. Achterzijde van de op aan eo verzonden tekening met poststempel. F 1237 verso 22

24 DE PASTORIE EN PASTORIETUIN Toen er sneeuw lag heb ik nog een paar studies van onze tuin geschilderd. (br. 483) 11. De pastorie te Nuenen F 183. Een lange geschiedenis gaat vooraf aan het moment dat zo rond 1710 de toenmalige Ds. Hanewinkel de burgerlijke gemeente zo ver had gekregen dat deze een nieuwe pastorie zou bouwen. Op 10 november 1763 werd de huidige pastorie van de Hervormde Gemeente aanbesteed voor f 3090,- terwijl de Burgerlijke Gemeente voor f 2000,- materiaal leverde. De pastorie werd zoals de nu nog aanwezige muurankers aangeven gebouwd in Alhoewel de Katholieken de pastorie in 1798 hadden kunnen naasten, bleef ze toch in eigendom van het dorpsbestuur en kon de dominee er blijven wonen. 23

25 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer In 1824 werd de pastorie verkocht aan de Hervormde Gemeente. In 1827 vond een restauratie plaats. De eerste uiterlijke wijziging ten opzichte van 1764 kwam toen tot stand. De vier dakramen werden vervangen door één dakraam in het midden van het hoge dak. De brandschuur met bakoven en privaat die tegen de pastorie aangebouwd waren, werden afgebroken en opnieuw opgebouwd. In deze aanbouw kreeg Vincent tot en met 1884 zijn atelier. In 1840 werd door Ds. Begemann naast de pastorie een koetshuis gebouwd. In 1844 vond nog een restauratie van de pastorie plaats. In 1923 kwam via Wilhelmina Johanna Begemann ( ) de naastgelegen woning Nune Ville, die door haar vader Ds. Begemann was gebouwd, in eigendom van de Nederlands Hervormde Gemeente. Dit huis was in een betere staat, zodat dat huis voortaan de Hervormde Pastorie werd. De oude pastorie werd aan particulieren verhuurd. In het begin van de jaren 50 ontstond het besef dat de pastorie waar Vincent met zijn ouders had gewoond wilde de pastorie voor later ook nog een herinnering daaraan blijven wederom aan restauratie toe was. In 1951 voerde het Dagblad De Telegraaf een actie om gelden bijeen te brengen met als doel het bekostigen van een restauratie. Over het gehele land werden veilingen gehouden van door kunstenaars beschikbaar gestelde kunstwerken om de actie te doen slagen. In november 1951 vond in het toen nog aan het Eindhovens Stationsplein gelegen hotel Silveren Seepaert een grote happening plaats. In 1953 besloot de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, Dr. Cals voorzitter van een landelijk comité tot restauratie van de pastorie medewerking te verlenen aan een restauratie ter gelegenheid van de l00ste geboortedag van Vincent. In een verhouding Rijk-Provincie-Gemeente en de Nederlands Hervormde Gemeente van respectievelijk 50%, 16%, 16% en 18% zou een restauratie tot de mogelijkheden behoren. Bij Raadsbesluit van 29 juni 1953 besloot de Gemeenteraad tot een bijdrage van f 6656,-. Door diverse problemen rond het vertrek van de particuliere bewoners uit de pastorie konden de concrete plannen tot restauratie pas in 1956 worden 24

26 12. De pastorie rond 1930 nog met de bomen zoals Vincent die schilderde. 13. Tekening van de pastorie. F 1343a 25

27 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer 14. Plattegrond van de pastorietuin ten 26

28 De Pastorie en Pastorietuin ten tijde van Vincent gemaakt in

29 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer uitgevoerd. Duidelijk was dat de kosten van de restauratie die in 1953 nog werden geraamd op totaal f ,-, inmiddels waren gestegen tot f ,-. Bij Raadsbesluit van 1 September 1953 was de gemeentelijke bijdrage reeds verhoogd tot f 7498,40. In 1956 zou de Raad besluiten tot een verhoging van de bijdrage tot f ,- De eigen bijdrage van de Hervormde Gemeente zou oplopen tot f ,-. Aangezien dit bedrag een te grote uitgave was voor de Nederlands Hervormde Gemeente moest een oplossing worden gevonden. Ir. Dr. V.W. van Gogh, de zoon van eo van Gogh, besloot tot aankoop van de tot op dat moment als Hervormde Pastorie in gebruik zijnde woning Nune Ville. Met het bedrag dat de Hervormde Gemeente ontving voor de verkoop van Nune Ville, kon worden bijgedragen aan de restauratie van het pand Berg 26, het thans als Van Gogh-huis bekende pand. De restauratie, onder leiding van de Bredase architect De Wilde, kon beginnen. De totale kosten van de restauratie bleken na afloop in 1957 f ,- te bedragen. Nog eenmaal verhoogde de gemeente haar bijdrage, ditmaal met het kleine bedrag van f 414,-, zodat in totaal voor f ,- in de restauratie was deelgenomen. Het Rijk droeg f ,- bij, de Provincie Noord-Brabant f ,- en de Nederlandse Hervormde Gemeente f ,-. Op 14 augustus 1957 vond de ingebruikneming plaats, waarbij een tentoonstelling in het Van Goghhuis werd gehouden van kunstwerken van toenmalige Nuenense kunstenaars. Dit waren Albert Troost en echtgenote Antoinette Wentholt, Albert Jansen, Peter Bust en Hugo Brouwer. Ingenieur Van Gogh stelde voor een kleine expositie in de pastorie van 14 tot en met 21 augustus 1957, vijf werken van Vincent ter beschikking. Dat waren Boer met pijp (F 164) Brabantse boerin (F 130), Vogelnesten (F 111), Stilleven met appelen (F 99) en uiteraard De pastorie (F 182). De restauratie werd afgerond door een toespraak van de Ingenieur. Vincent heeft de pastorie in frontaanzicht eenmaal geschilderd in de herfst van 1885 (F 182) en eenmaal getekend (F 1343a). 28

30 De Pastorie en Pastorietuin 15. De pastorie te Nuenen, F182. De achterzijde schilderde hij in vrij donkere tint in november 1885 (F 183) en hij maakte er in het voorjaar van 1884 een tekening van (F 1343). Achter dit monumentale pand bevond zich ten tijde van Vincent een prachtige tuin. In grote lijnen is deze tuin tot op heden gehandhaafd, alhoewel dit in 1959 aan een zijden draadje heeft gehangen. De gemeente Nuenen c.a. legde toen een uitbreidingsplan ter inzage waarbij zowel de tuin van de pastorie, als de tuin van Nune Ville tot bebouwen bestemd werden. Velen uit de kunstwereld kwamen in het geweer tegen deze ter inzagelegging en bepleitten een niet doorgaan van deze plannen. Later zou Ir. Dr. V.W. van Gogh de Raad van de gemeente Nuenen c.a. namens velen kunnen danken voor het verstandige besluit af te zien van een bebouwing van dit gebied waarbij de tuin verloren zou zijn gegaan. 29

31 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer 16. Vincents atelier rond Zijn atelier was in 1930 een kippenhok. 30

32 De Pastorie en Pastorietuin 18. Tekening Achter de heggen, het pad naast de pastorie. F De pastorietuin. F

33 20. Handen F 29

34 VINCENTS EERSTE MAANDEN TE NUENEN Nu kerel als gij kunt, zorg ik hier weg kan. (Br. 411) De verstandhouding tussen Vincent en zijn vader was er de laatste jaren, mede door wat zich in Den Haag had voorgedaan, op achteruitgegaan. Diverse gebeurtenissen in het leven van Vincent waren er de oorzaak van dat zijn ouders eigenlijk met hem gebroken hadden. Toch hoopte Vincent op een verzoening met zijn vader. Volgens Vincent hadden de kleingeestigheid van zijn vader en de domineesijdelheid hen uit elkaar gedreven..het is ook nu nog die zelfde dominés-ijdelheid die nog in het tegenwoordige & toekomst meer onheil stichten zal. (br. 411). In zijn eerste weken in Nuenen is Vincent erg bezig met dit probleem van contactarmoede tussen vooral zijn vader en hem. Ik gevoel hoe Pa en Ma instinktmatig (ik zeg niet verstandig) denken over mij. Er is een soortgelijk opzien tegen mij in huis nemen, als er zou wezen om een grooten ruigen hond in huis te hebben. Hij zal met natte pooten in de kamer komen en dan, hij is zo ruig. Hij zal iedereen in den weg loopen. En hij blaft zo hard. Het is een vuil beest kortom. Goed maar het beest heeft eene menschelijke geschiedenis en ofschoon een hond zijnde, eene menschenziel en nog wel een fijngevoelige, om zelf te voelen hoe men over hem denkt, t geen een gewone hond niet kan. En ik, toegevende dat ik een soort hond ben, laat hen in hun waarde De hond ziet in dat indien men hem hield, het te veel een hem verdragen, een hem IN DIT HUIS dulden zoude wezen, dus hij zal ergens anders een hondehok zien op te sporen. De hond is nu wel Pa s zoon eigentlijk en men heeft hem wel wat te veel op straat gelaten, waar het niet anders kon of hij werd ruwer maar aangezien Pa dat zelf al jaren geleden vergeten is en er eigentlijk nooit diep over 33

35 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer gedacht heeft, wat de band tusschen vader en zoon beteekende, zoo kan men daarover zwijgen De hond heeft alleen spijt dat hij niet weggebleven is, want het was niet zoo eenzaam op de heide als in dit huis, ondanks alle vriendelijkheid. (br. 413) Toch probeert Vincent nader tot zijn vader te komen om in goede harmonie in Nuenen te kunnen verblijven en een punt achter het verleden te zetten. Al zijn goede wil ten spijt, de rust komt er niet en hij schrijft eo dan ook: begeerte tot vrede en verzoening is er en bij Pa en bij U en bij mij. En toch schijnen wij er niet toe te kunnen komen om een vrede tot stand te brengen. (br. 413). Zijn broer eo bekritiseert de houding van Vincent tegenover zijn vader. Vincent vat dit op als zou eo partij voor vader hebben gekozen. Hij twijfelt aan het nog langer aanvaarden van de geldzendingen van eo. Gij weet toch wel dat ik het beschouw als dat gij mij het leven hebt gered, dat vergeet ik NOOIT, ik ben, ook nadat wij een einde maken aan relaties die vrees ik eene scheeve verhouding zouden teweegbrengen, Uw broer, Uw vriend niet alleen, maar tevens heb ik verpligting tot in het oneindige van trouw voor die daad van U in der tijd, om mij de hand te reiken en het vol te houden mij te helpen. (br. 413). Hij wil Nuenen verlaten en naar Van Rappard gaan die op dat moment in Utrecht verbleef en vandaar naar Mauve in Den Haag. Op zaterdag 15 december 1883 schrijft hij aan eo opnieuw met vader gesproken te hebben: Mijn besluit om hier gedecideerd niet te blijven stond zoo goed als vast onverschillig hoe dat zou opgenomen worden of wat er van komen mocht toen evenwel het gesprek eene wending nam doordat ik zeide: ik ben hier nu 14 dagen en gevoel me niet verder dan t eerste half uur, indien we nu elkaar beter begrepen 34

36 Vincents eerste maanden te Nuenen hadden, hadden we nu al dit en dat in orde en op zijn pooten gehad ik kan geen tijd verliezen en ik moet beslissen. Een deur moet open zijn of digt. Iets tus- schenbeide begrijp ik niet en is eigentlijk niet bestaanbaar. Het is nu daarmee geeindigd, dat het vertrekje t huis waar nu de mangel staat zal disponibel zijn voor mij tot bergplaats van een en ander, tot atelier ook in gevallen dit door de omstandigheden wenschelijk mogt zijn. En dat men nu er aan begonnen is het vertrek leeg te maken, wat eerst niet het geval was en de zaak nog hangende. Ik wil wel U iets zeggen, dat ik sedert meer heb ingezien dan toen ik U schreef over wat ik van Pa dacht. Ik ben verzacht in mijn oordeel, ook doordat ik in Pa meen te bespeuren (en een uwer wenken zou eenigermate daarmee kloppen) bewijzen, dat inderdaad hij mij niet volgen kan wanneer ik iets tracht uit te leggen. Blijft hangen aan een deel van wat ik zeg, dat onjuist wordt wanneer men het uit zijn verband rukt. Dat kan wel aan meer dan een oorzaak liggen maar de ouden dag heeft er zeker ook voor een groot deel schuld aan. Nu, den ouden dag en zijn zwakheden respecteer ik ook als gij zelfs al schijnt het U misschien anders of al gelooft gij dit niet van mij. Ik bedoel dat sommige dingen, die ik een man met zijn volle denkkracht zou kwalijk nemen, waarschijniijk ik toegeef aan Pa om die reden voornoemd. (br. 413). Ook Vincents vader toont zich in een brief van 20 december 1883 aan zijn zoon eo wat toeschietelijker in zijn houding tegenover Vincent: allengs is het beter gegaan, vooral nadat we hebben goedgevonden, dat hij voorlopig bij ons blijven zal om hier studies te maken. Hij wenschte, dat de mangelkamer voor hem mocht worden ingericht; we vinden dat nu wel geen bijzonder geschikt verblijf, maar we hebben er laten zetten een nette kachel, we laten er maken en soort houten voetbank, daar de kamer een steenen vloer heeft: we laten haar verder wat opflikken, we hebben er een ledikantje laten zetten, ook op houten 35

37 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer voetbank, opdat het niet ongezond kon zijn, nu zullen we haar eens goed warm en droog maken, dan kan het nog meevallen. Ik had er nog een groot raam in willen brengen, maar dat heeft hij liever niet. Enfin, met wezenlijk goeden moed ondernemen we deze nieuwe proef en nemen ons voor hem volkomen vrij te laten in zijn zonderlingheden van kleeding, enz., de menschen hier hebben hem nu gezien en schoon t jammer blijft dat hij zich niet wat meer toeschietelijk toont, het is nu eenmaal niet te veranderen, dat hij zonderling is. Zeker is dat hij druk werkt en dat hij hier ruim stof vindt voor studies, hij maakte er verscheidene, die wij mooi vinden. Rustige tijden schijnen voor Vincent aan te breken nu hij een atelier heeft gevonden. Hij vraagt eo of deze dat goedkeurt: En over verdere wijzigingen of zaken spreek ik niet met Pa het eerst, doch met U en gij en ik zamen zullen Pa wel zoover krijgen, het ook op den duur beter en beter zal worden Laat ons dat vasthouden dus, en laat dit en niet mijn vorig schrijven ons uitgangspunt zijn. (br. 415). Rond Kerstmis 1883 verlaat Vincent Nuenen om even terug te gaan naar Den Haag. Hij heeft nu in Nuenen een eigen atelier en gaat in Den Haag enkele achtergebleven studies en spullen inpakken en op-sturen naar Nuenen. Tegelijkertijd bezoekt hij Van Rappard en ontmoet in Den Haag weer even de vrouw waarmee hij had samengewoond en vertelt eo hierover in een brief nadat hij weer terug is in Nuenen. In een brief van 4 januari 1884 schrijft Vincent zijn broer eo voor het eerst iets over zijn werk in Nuenen. Hij meldt enkele aquarellen te hebben gemaakt van wevers, houtverkopingen, een binnenhuis met een naaistertje en een tuinman, van welke laatste hij een schets in zijn brief geeft. Deze tuinman is vermoedelijk Adriaan Rijken ( ) geweest die in Nuenen woonde en werkte als arbeider-tuinman. Hij wordt door Vincent ook nog genoemd in brief 558 van 36

38 Vincents eerste maanden te Nuenen 21. Moeder Anna Van Gogh-Carbentus 4 februari 1886 als hij zich in Antwerpen bevindt en het alsnog inpakken van zijn spullen in Nuenen als volgt beschrijft: Maar nodig ben ik er niet, want iemand als tuinman Rijke bv kan minstens even goed als ik het beredderen, wat er van inpakken of verzenden te doen zal zijn. Tuinman Rijken woonde in de Beekstraat en was tevens thuiswever. Adriaan Rijken is vermoedelijk ook de man op de tekening F 1129 (zijn woonhuis is rechts op deze tekening ook nog te zien) en op het schilderij F 194, voor welk schilderij Vincent in een van zijn schetsboekjes een schets maakte. 37

39 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer Het werken bij de wevers en het hebben van een eigen atelier heeft Vincent goed gedaan en hem wat over zijn moeilijkheden heengeholpen, zoals blijkt uit een brief aan zijn vriend Furnée die naar Indië vertrekt: Het gaat mij hier in Brabant nog al wel, ten minste ik vind de natuur hier erg opwekkend. (br. 421). Op 17 januari 1884 krijgt de moeder van Vincent een ongeluk en het grijpt hem zo aan dat hij op die datum zowel eo als Van Rappard meteen over het voorval schrijft: Er is iets gebeurd met Moe. Moe heeft bij het uitstappen van den trein te Helmond haar been bezeerd. Pa zegt, de dokter zeide het een bepaalde breuk was, en wel dichtbij het bekken aan den grooten draaier. Ik was bij het zetten wat betrekkelijk medeviel, zoodat ik haast zou denken t meer een ontwrichting is, (br. 423). Vincents vader laat dokter Van de Loo ( ) per rijtuig uit Eindhoven komen, omdat hij de dokter die Nuenen bediende, dokter Henricus de Mol ( ) uit Lieshout, niet goed vond. Enkele dagen achtereen stuurt hij eo een brief over de gezondheidstoestand van zijn moeder. Hij heeft het druk met het thuis helpen verzorgen van zijn moeder, hetgeen er wel toe bijdraagt dat de verhou-ding met zijn ouders wat verbetert. In de gegevene was ik blijde t huis te zijn, en het gebeurde ongeluk natuurlijkerwijs eenige kwesties (waarin ik nogal verschil van inzigt met Pa en Moe) geheel op den achtergrond geschoven hebbende gaat het alles nogal wel tusschen ons en kan er wel van komen dat ik in het vervolg meer en langer te Nunen zal blijven dan aanvankelijk ik wel veronderstelde t geval te kunnen wezen.(br. 428). Als een soort presentje voor zijn moeder schildert hij t Nuenens Nederlands Hervormd Kerkje, het kerkje waar vader preekte, en geeft in zijn brief van 3 februari 1884 een schets daarvan aan eo. 38

40 Vincents eerste maanden te Nuenen 22. Schets van het kerkje in een brief van februari

41 23. Uit een oud kasboek blijkt dat aannemer De Vries in februari 1884 lijstjes maakte voor Vincent en in maart krukken Vincents moeder. 40

42 41

43

44 HET NEDERLANDS HERVORMDE KERKJE Ik heb het kerkje met de heg en de boomen geschilderd onlangs voor haar, zoo n soort geval. (br. 428) Het kerkje dat Vincent hier bedoelt en waarvan hij een schets voor eo in zijn brief opneemt is het Nederlands Hervormde Kerkje waar zijn vader van augustus 1882 tot maart 1885 in de zondagse diensten als predikant voorging. Dit kerkje is nog steeds te vinden aan de Papenvoort. Bij raadsbesluit van 29 december 1821 werd aan de Hervormde Gemeente voor f 25,- de grond voor de bouw van het kerkje verkocht. Het is een van de vele zogenaamde Waterstaats-kerkjes die in de jaren twintig van de 19e eeuw in opdracht van Koning Willem I in de provincie Brabant (o.a. in Zundert, Schijndel, Geldrop, Nuenen etc.) werden gebouwd. Met de bouw van het Nuenense kerkje werd in 1824 begonnen en op 1 oktober 1826 kon het voor de protestantse eredienst in gebruik genomen worden. Boven de ingang is een steen aangebracht met de tekst: = F van Hoven. Jesus zeide: Mijn huis zal een huis des gebeds genoemd worden. Matth. 21:25. Ten tijde van Vincents verblijf in Nuenen was de huidige consistoriekamer nog niet aangebouwd. Dit is gebeurd in In 1952 en in 1977 is het interieur van dit op de monumentenlijst geplaatste kerkje geheel veranderd. In 1952 verdween de van de galmluifel voorziene tonpreekstoel, de in een boog geplaatste banken, het gebogen koor met het fantasie orgelfront en twee koperen kronen. De vurenhouten ramen werden vervangen door eiken ramen in dezelfde stijl en het heldere glas, dat eerst aanwezig was, maakte plaats voor het lichtgekleurde glas. In het kerkje zijn nog de doopvont, de koperen lessenaar van de huidige preekstoel en een 24. Tegenover: Het Hervormde kerkje. F 25. Schilderij in 2002 gestolen uit Van Gogh Museum. 43

45 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer gedeelte van het avondmaalzilver, door dominee Van Gogh gebruikt, aanwezig, evenals de bijbel. In het torentje werd in 1963 een door de familie Nolte geschonken carillon geplaatst. In 1968 is het kerkje uiterlijk gerestaureerd door het plaatsen van nieuwe raamdorpels en het opnieuw voegen van de muren van het kerkje. In 1980 hebben de bomen rondom het kerkje een behandeling ondergaan door een boomchirurg. In het kerkje worden sinds een aantal jaren geen wekelijkse erediensten meer gehouden omdat het kerkje te klein is om alle gemeenteleden een plaats te kunnen bieden. Men heeft inmiddels een nieuwe kerk met de naam De Regenboog. Van het kerkje is een schilderij (F 25), één tekening (F 1117) en één schets in een brief van februari 1884 bewaard gebleven. In verband met Vincents opmerking in zijn brief van februari dat hij voor moeder het kerkje heeft geschilderd, wordt het enige ons gebleven schilderij van dit kerkje meestal gedateerd in januari Vermoedelijk is dit toch niet het schilderij dat hij voor zijn moeder geschilderd heeft en onder F 25 bekend staat. Vincents schets in zijn brief, die is gedateerd 3 februari 1884, en tekening F 1117 komen overeen met het jaargetijde in januari zodat die naar alle waarschijnlijkheid wel van die periode zullen zijn. Het schilderij F 25 is door de bladeren die nog aan de bomen zitten (populieren verliezen hun bladeren in het najaar) te dateren in de herfst van 1884 dan wel De beukenhaag behoudt ook in de winter haar bruine bladeren. Ook de figuren op dit schilderij zijn niet direct in winterkledij. De buurtende vrouwen midden op het schilderij dragen een omslagdoek. De middelste vrouw heeft naar alle waarschijnlijkheid een sterfgeval in de familie gehad. Zij draagt een falie. Dit oude kledingstuk was een rechthoekig stuk zwarte stof, meestal van Franse Merinos, welke dubbelgevouwen over het hoofd gedragen werd en verder naar beneden afhing. Het dragen was een teken van rouw in die tijd. (zie ook de schilderijen F 155 en F 161 en de tekeningen F 816, F 817, F 818 en F 819). 44

46 Het Nederlands Hervormde Kerkje Wanneer men het schilderij F 25 bekijkt, blijkt dat men als het ware van onderen tegen het kerkje opkijkt. Als men zich nu ter plaatse oriënteert, zal blijken dat het moeilijk zal zijn een plaats te bepalen waar Vincents ezel moet hebben gestaan. Men bevindt zich steeds te hoog om dezelfde blik te krijgen als Vincent moet hebben gehad. Ten tijde van Vincents verblijf in Nuenen lag er naast het kerkje een wat lager gelegen ven. Dit gedeelte is in de crisisjaren van 1930 gecultiveerd en als ven verdwenen. Het raadsbesluit waarbij de Hervormde Gemeente in 1821 in het bezit kwam van de grond voor de bouw van het kerkje vermeldt ook: een halve lopense gelegen aan de Berg noordwaarts het zogenaamde ven, voor de somma van f 25,-. Vincent heeft dus toentertijd bij het schilderen van het kerkje een lagere zitplaats kunnen uitkiezen en zal in de berm aan de rand van het vennetje gezeten hebben. Een tweede uitgangspunt waarom Vincent het kerkje vanaf een lagere staan-of zitplaats heeft aanschouwd, valt te ontdekken in een vergelijking van de deur van de kerk die ten opzichte van de werkelijkheid op het schilderij zich bijna over de helft van de voorgevel uitstrekt, terwijl dat in werkelijkheid maar 1/3 deel is. Deze opwaartse blik bevestigt zich ook nog in de boom links naast de kerk. In werkelijkheid splitst de boom zich ter hoogte van de bovenrand van de deur. Op het schilderij splitst deze boom zich ter hoogte van de dakgootrand van de kerk. Deze boom van het schilderij staat nog steeds naast het kerkje en vertoont de splitsing. Het rechterraam van de kerk is ook nu nog dicht gemetseld. Het schilderij is in december 2002 gestolen uit het Van Gogh Museum. In 2016 werd het teruggevonden te Italië 5 45

47 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer 25. Het Hervormd kerkje. F

48 Het Nederlands Hervormde Kerkje 26. Het Hervormd kerkje in

49 27. Wever. Nuenen, F 1122.

50 DE WEVERS Zoo bijvoorbeeld heb ik nu terwijl ik hier ben mij verdiept in de wevers. (br. 419) Het eerste half jaar van zijn verblijf in Nuenen houdt Vincent zich intens bezig met de wevers, hun ambacht en hun werktuig, het weefgetouw. Het weversberoep kwam veelvuldig voor in Nuenen en heeft Vincent, zoals blijkt uit zijn vele schilderijen, tekeningen en briefteksten, erg gefascineerd. In zijn eerder genoemde brief van 4 januari 1884, nauwelijks een maand nadat hij in Nuenen was aangekomen, vertelt hij aan eo dat hij een drietal aquarellen heeft gemaakt met wevers als onderwerp. Een maand later schrijft hij aan eo: Sedert ik hier ben, is er geloof ik geen dag geweest waarop ik niet bij de wevers of boeren van s morgens tot s avonds zit te werken. (br. 422). Zijn fascinatie voor wevers is ook niet verwonderlijk, omdat Vincent niet om de wevers heen kon. Het was in Brabant en ook in Nuenen een ambacht dat in grote omvang door de bevolking werd beoefend. Rond de jaren was ook Nuenen nog rijkelijk bedeeld met thuiswevers. Op een totaal van 1318 mannelijke inwoners waren er 440 wevers terwijl ook nog een 40-tal kinderen in dat ambacht werkzaam waren. Het ambacht werd in Nuenen in hoofdzaak thuis uitgeoefend en dat hield in dat men een weefgetouw in een vrij donker schuurtje had staan waarin men van de ochtend tot de late avond plaatsnam. Aan het einde van de week werd het eindresultaat van een week hard werken op de markt of bij een opkoper van de hand gedaan tegen een zeer karige opbrengst. Nadat Vincent nog heeft uitgeweid over het trieste jaargetijde dat hij in harmonie vindt met de binnenhuizen, erg somber in de winterdagen, en dat alles ook nog in harmonie vindt met de fysionomie van boeren en wevers zegt hij over de wevers aan 49

51 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer 28. Wever. F 30. eo: De laatsten hoor ik niet klagen, maar ze hebben het bar. Een wever die hard doorwerkt, maakt een stuk van 60 el b.v. in de week. Terwijl hij weeft, moet een vrouw voor hem zitten spoelen, dat is de klossen garen winden, dus zijn er twee die werken en ervan leven moeten. Op dat stuk wint hij netto b.v. f 4,50 in die week, en als hij t naar den fabrikant brengt, krijgt hij menigmaal tegenwoordig de boodschap, dat hij pas over 8 of 14 dagen een nieuw stuk kan mee nemen. Dus loon laag niet alleen, maar werk vrij schaarsch. (br. 479). 50

52 De Wevers Er zijn 10 schilderijen en 18 tekeningen, waarvan sommige in combinatie met pen, krijt en waterverf, bewaard gebleven die een wever dan wel het weversambacht tot onderwerp hebben. Bovendien komen er in een twee brieven schetsen van een wever voor. Hij wil ook graag aan eo zijn voorliefde voor de wevers overbrengen en hem kennis laten maken met de wevers van Nuenen: Als ge ooit komt, zal ik U eens in de hutten der wevers brengen. De figuren der wevers en de vrouwen die garen winden, zullen U zeker treffen. De laatste studie, die ik maakte is het figuur van een man die in t weefgetouw zit, op zichzelf, de buste en de handen. Ik ben aan t schilderen van een weefgetouw, van oud, groenachtig, bruin geworden eikenhout, waarin het jaartal 1730 staat gesneden. Bij het getouw, aan een raampje waardoor men een groen veldje ziet, staat een kinderstoel, en het klein kind zit daarin uren lang te kijken naar het heen en weerschieten van den weversspoel. Ik heb dat geval aangepakt net zooals t in de natuur was, het getouw met het wevertje, t raampje en die kinderstoel in het armzalig vertrekje met leemen vloer. (br. 428). Wat de jaartallen in weefgetouwen betreft heeft Vincent zelf op een weefgetouw het jaartal aangegeven, nl. op het schilderij F 27 (anno 1726) en tekening F 1116 (anno 1711). Naast het weefgetouw als ambachtswerktuig dient het spinnewiel geplaatst te worden om het garen te spinnen. Dit was een bezigheid die voorafging aan het weven. Dat er te spinnen viel is wel te begrijpen, omdat ook rondom Nuenen nogal wat heidelandschappen waren waarop schapen werden geweid. De van de schapen afkomstige wolproductie werd gesponnen en gebruikt in het weefgetouw. Er resten ons nog 1 schilderij van een spinster en 2 van een spinner, terwijl er nog 5 tekeningen van zijn. Ook heeft hij ons 1 schilderij van een spinnewiel nagelaten. 5 51

53 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer 29. Wever. F Johannes Sleegers in zijn weefgetouw. 52

54 De Wevers 30. Wever. F Oud weefgetouw uit de tijd van Van Gogh in het Vincentre. 53

55 33. Broer eo van Gogh 54

56 DE AFHANKELIJKHEID VAN THEO Tegenover U echter heb ik een groote schuld, en ging ik voort precies op den zelfden voet, zoo zou ik dat erger en erger maken. (br. 422) In februari en maart 1884 correspondeert Vincent met zijn broer eo over zijn financiële afhankelijkheid van hem. Vincent stelt hem voor wat werk te zenden met de bedoeling dat eo het verkoopt, zodat hij met de opbrengst van de verkopingen iets van hetgeen hij van eo heeft ontvangen terug kan doen. Vincent is zich bewust van het feit dat de aquarellen die hij zal sturen fouten zullen hebben, maar hij doet liever zaken met eo dan met iemand anders. Vincent is op een punt aangekomen dat hij met zijn werk naar buiten wil treden. Hij hoopt dat eo zijn werk wil aanvaarden, ook al zal eo er niet in slagen het dadelijk te verkopen. Hij dringt er bij eo op aan Lui zoals ik een kans te bieden en geeft eo daarbij alle vrijheid van zijn werk te denken wat hij wil. In maart komt hij nog eens terug op deze relatie tot zijn broer en weidt hij uit over zijn inzicht in de taak van de handelaar in kunstvoorwerpen en wat er van een handelaar verwacht mag worden. Hij vindt het van meer belang voor f 5,- iets te verkopen dan f 10,- te ontvangen bij wijze van protectie. Een sterk gevoel van afhankelijkheid van zijn broer maakt zich van hem meester waarbij hij zich onderhouden voelt door eo en zelfs twijfelt aan de medewerking van eo bij het verkopen van zijn werk. als Ge niets doet met mijn werk, begeer ik Uw protectie niet en Het is hier de kwestie dat ik meer heil zie zelfs in t armzaligste, ellendigste scharrelen dan in protectie, waar het in aan het ontaarden is. Broederlijk of niet broederlijk, als ge niets anders kunt dan absoluut alleen het finantieele, moogt ge dat ook voor U 55

57 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer houden. Zooals t nu in t laatste jaar, durf ik haast zeggen, geweest is, bepaalde het zich uitsluitend tot geld. (br. 432). Ook oude kwesties zoals zijn gedrag in Den Haag en zijn verhouding met zijn vader, komen weer aan de orde. Hij doet de uitspraak tegenover eo die als heel essentieel kan worden beschouwd voor de crisis waarin zijn gemoed in deze maanden verkeert: Een vrouw kunt ge me niet geven, een kind kunt ge me niet geven, werk kunt ge me niet geven. Geld ja. Maar waar dient t me toe als ik de rest moet missen? t blijft daarom steriel Uw geld, omdat t niet gebruikt wordt zooals ik U altijd heb gezegd een arbeiders-huishouden desnoods, maar als men niet zorgt dat men een eigen t huis heeft, vlot de kunst slecht. (br. 474). Hij ziet een eenzame toekomst voor zich. Hij heeft geen schuld meer en vindt daarin aanleiding met eo overeen te komen dat deze hem geen geld meer zal zenden. Hij doet het voorstel eo in het vervolg werk te sturen en het geld dat eo dan na maart 1884 aan hem over zal maken te beschouwen als door hemzelf verdiend geld. Het geld dat hij dan van eo ontvangt, zou kunnen worden aangepast aan hetgeen hij opstuurt. Indien eo dan niets ziet in hetgeen hij hem opzendt, vindt Vincent dat zelfs niet erg, omdat hij dan in ieder geval verlost is van de gedachte financieel afhankelijk te zijn van zijn broer zonder dat daartegenover een vergoeding staat aan eo. Er zou dan een gewone zakelijke relatie bestaan tussen de twee broers. Hij verwoordt dit als volgt: Wilt Gij voorlopig niet in Uw kwaliteit als handelaar zoozeer, maar meer in Uw kwaliteit van hart hebbende om juist ook voor lui zooals ik, die nog in hun begin zijn, iets te doen, werk van mij nemen dat is mij genoeg. Maar ik wil na Maart niet of althans absoluut zoo min mogelijk geld van U aannemen voor t welk ik geen bepaald werk zou leveren. (br. 422). 56

58 De afhankelijkheid van eo Hij komt in daaropvolgende brieven nog enkele keren terug op zijn voorstel om wat hij financieel van eo ontvangt te zien als een vergoeding voor het werk dat hij zendt. Hij wil hier graag de zienswijze van eo over weten omdat hij met een dergelijk uitgangspunt erop zou kunnen rekenen voorlopig een jaar financieel vooruit te kunnen en op basis daarvan uit te zien naar een ruimer atelier in Nuenen. Hij was inmiddels al wel wat ruimer komen te zitten, omdat hij de mangelkamer die door zijn ouders in december ter beschikking was gesteld, had verruild voor het schuurtje achter de pastorie, maar ook dat ruimere verblijf inspireerde hem niet tot rustig werken en hij geeft eo in zijn brief een idee van zijn atelier door het te omschrijven als: atelier te midden van kolenhok, riolen en mestput. Hij geeft er zelfs een schets van in de brief en zegt dat zijn verbeeldingskracht niet sterk genoeg is om dit een vooruitgang te vinden op de toestand van eind In april 1884 heeft eo hem geantwoord en Vincent trekt uit dat antwoord de conclusie: dat als ik het gewone van U verlangen blijf, ik t moge beschouwen als geld dat ik verdiend heb. Natuurlijkerwijs zend ik U maandelijks werk. (br. 440). eo mag het werk dat Vincent hem vanuit Nuenen zendt als zijn eigendom beschouwen en hij mag er mee doen wat hij wil. Vincent beschouwt het als: mijn werk t welk Ge van mij koopen zult..:. (br. 440). Deze kwestie van zijn gevoel van afhankelijk te zijn zonder er iets concreets tegenover te stellen schijnt nu te zijn opgelost. De verhouding ten opzichte van zijn broer eo is opgelost, Vincent is voorlopig verzekerd van een zeker inkomen en hij kan op zoek naar een ruimer atelier in Nuenen. 5 57

59 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer 34. Brief 440 uit maart

60 De afhankelijkheid van eo 35. Portret van zijn broer eo. Parijs, F

61 36. Koster Johannes Schafrat 60

62 VINCENTS ATELIER BIJ KOSTER SCHAFRAT En dan zal ik U mededeelen, dat ik vandaag net zoo wat klaar ben met het in orde brengen van een ruim nieuw atelier, dat ik gehuurd heb. Twee kamers, een groote en een kleine, en suite, (br. 446) Het is inmiddels mei 1884 en Vincent vindt een nieuw onderkomen. Hij verlaat zijn atelier achter de ouderlijke woning en vindt een nieuwe bij de katholieke koster Schafrat met twee kamers; een grote en een kleine. Hij heeft in die kamers alleen zijn atelier en blijft nog wel thuis slapen en in de kost. De koster van de r.-k. kerk St. Clemens, Johannes Leo-nardus Schafrat, was geboren in Beek en Donk op 14 mei 1847 en gehuwd met Adriana van Eerd, eveneens geboren in Beek en Donk. Dit gezin Schafrat, dat bij Vincents intrek een zoon van enkele maanden oud had, woonde in een huis naast de Clemenskerk op het zogenaamde Heieind, genummerd F 540. De kerk zelf was in 1872 in gebruik genomen. Waarom Vincent juist een gedeelte van een huis wist te huren bij de koster van de katholieke kerk, hetgeen erg compromitterend was voor zijn vader als dominee van de Hervormde Gemeente, is niet bekend. Vermoedelijk had deze koster nogal wat ruimte over in zijn woning met maar een kind en kon hij de in-komsten ervan best gebruiken. Vincent kwam overeen met Schafrat voor f 75,- per jaar de beste kamer van zijn huis te huren. Het waren twee vertrekken. De grootste kamer gebruikte hij om zijn schilderijen en tekeningen op te hangen. In het kleine kamertje schilderde Vincent. In de avond deed hij dat bij kaarslicht. Hij gebruikte de warme maaltijd in die tijd nog bij zijn ouders thuis op de Hervormde pastorie. De koffie zette hij zelf en hij gebruikte daarbij brood dat hij uit de vuist opat, soms samen met een brok kaas. 61

63 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer Na de dood van zijn vader zou Vincent zelf ook zijn middagmaal verzorgen in zijn onderkomen bij koster Schafrat en er ook gaan slapen. Hij sliep op de lege zolder. Onder de pannen, het dak was niet beschot, had hij in een hoek een eenpersoonsbed waarin hij s avonds voor het slapengaan tot grote angst van vrouw Schafrat nog een pijp rookte. Van de inrichting van zijn atelier en het verblijf in de woning bij Schafrat zijn ons enkele herinneringen bewaard gebleven, verteld door de familie Schafrat dan wel door enkele personen die Vincent in Nuenen ontmoetten in zijn atelier. Zo is bekend dat zijn atelier nogal een warboel was, vol vogelnesten, klompen, boerengereedschap etc. Zijn atelier moet vol tekeningen, studies en illustraties hebben gelegen. De Eindhovenaar Anton Kerssemakers heeft in 1914 zijn herinneringen aan zijn bezoeken aan het atelier van Vincent en de indruk die hij daarvan nog had, schriftelijk vastgelegd. 37. Het huis van koster Schafrat met Vincents atelier achter de twee linker ramen. 62

64 Vincents atelier bij koster Schafrat Ook de kostersvrouw heeft vele jaren later haar herin-neringen aan haar kostganger nog laten vastleggen in interviews. Naar de mening van zijn oude hospita was Vincent n goeie mensch en vond zij wat Vincent schilderde heel mooi en geleek zijn werk sprekend. Ook moet Vincent eens gevraagd hebben haar te mogen portretteren maar dat stond zij niet toe omdat zij vond dat dat niet paste. Ze stond zelfs niet toe dat Vincent haar zoontje schilderde. De oorzaak van deze weigering is in Vincents brieven terug te vinden. De pastoor was niet zo ingenomen met het feit dat men zich door zulk een figuur als Vincent liet schilderen en de mening van de pastoor moest in die tijd zeer gerespecteerd worden, zeker als je man ook nog koster was bij die pastoor. Alleen de kat van de familie Schafrat trok zich niets aan van de pastoor. De familie bezat namelijk een kat en een van de twee katten die Vincent ooit getekend of geschilderd heeft, is vermoedelijk de kat van de familie Schafrat. Op een van zijn studies voor de aardappeleters, gemaakt tijdens zijn verblijf in het huis van de Schafrats, komt ook een kat voor (F 1229) en dat moet naar alle waarschijnlijkheid de kat van koster Schafrat zijn. Op 21 maart 1924 stierf Koster Schafrat in Nuenen zonder in het bezit te zijn van ook maar een tekening of schilderij van Vincent van Gogh, terwijl deze er toch zoveel had geschilderd in zijn woning. Het enige wat was achtergebleven waren herinneringen aan Vincent zoals zijn bed en de stoel waarop hij gewoonlijk zat als hij schilderde. Deze stoel zou in de jaren dertig het eigendom worden van de Deurnese arts Wiegersma, zelf een verdienstelijk schilder en bewonderaar van Vincent van Gogh. In 1936 is het huis van koster Schafrat afgebroken. Nu Vincent een beter atelier had gevonden en de verhouding met eo geregeld was, waren de situatie en het gemoed van Vincent zo veranderd dat Vincent het naar zijn zin had in Nuenen en aan eo kon schrijven: 63

65 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer Het gaat m.i. met Moe heel goed; zij is gisteren in mijn nieuw atelier geweest in haar wagentje. Ik heb het in den laatsten tijd gezelliger gehad met de menschen hier dan in het begin, wat mij veel waard is, want men heeft er zoo bepaald behoefte aan zich eens wat afleiding te kunnen geven, en waar men te zeer eenzaam reeren, die dingen niet altijd blijven. Maar ik heb er toch goeden moed in, het komt mij voor dat de menschen te Nuenen in t algemeen beter zijn dan die te Etten of Helvoirt; er is meer sinceriteit hier, althans dat is mijn impressie nu ik er een tijd ben geweest. De lui gaan wel uit van een dominee s standpunt in hun doen en laten, dat wel, maar zoo, dat ik voor mij geen scrupule heb mij daarnaar een beetje te schikken. En het Brabant dat men gedroomd heeft, daar komt de werkelijkheid soms al heel dichtbij. (br. 446). De schilder Anton van Rappard heeft eind mei 1884 een bezoek van een dag of tien aan Vincent gebracht en ze hebben samen de wevers en de natuur rondom Nuenen bezocht. Ook heeft Vincent begin juni 1884 bezoek gehad van zijn broer eo. Vincent houdt zich gedurende deze maanden erg bezig met de kleurenleer en neemt daarbij vooral de schilder Delacroix als voorbeeld als hij over kleurenwetten spreekt. Het is intussen augustus 1884 geworden en de oogst op de korenvelden is in volle gang. Vincent volgt de oogst van dag tot dag en legt deze in tekeningen en schilderijen vast. 5 64

66 Vincents atelier bij koster Schafrat 38. Adriana Schafrat- Van Eerd met Vincents stoel in zijn voormalige slaapkamer op zolder. 39. Adriana Schafrat- Van Eerd 65

67 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer 40. Aren lezende boerin. F

68 Vincents atelier bij koster Schafrat 41. Korenschoven. F

69 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer 42. Winkel van Johannes Baijens in Rechtestraat in Eindhoven. 43. Toon Hermans 68

70 VINCENT ONTMOET EN WERKT VOOR DE EINDHOVENAAR ANTOON HERMANS T is een man dien ik zoo mogelijk wil te vriend houden. (br. 453). Regelmatig kwam Vincent in Eindhoven waar hij bij de verfhandelaar en amateurschilder Jan Baijens in de Rechtestraat zijn verf kocht. In 1864 had Baijens de zaak van zijn vader overgenomen. De winkel was gelegen nabij het nu verdwenen oude stadhuis van Eindhoven op het huidige adres Rechtestraat nr. 18. Bij of via Baijens was Vincent in contact gekomen met enkele amateurschilders die eveneens tot de klantenkring van Baijens behoorden. Een van deze mensen was de gefortuneerde ex-goudsmid Antoon (Toon) Hermans. Hij was geboren op 17 december 1822 in Oss. In 1850 werd hij goudsmid leerling bij zijn broer. Antoon Hermans had zich zeer snel een plaats verworven in de Eindhovense gemeenschap. Na enige tijd begon hij voor zichzelf. Hij was een goed vakman en handelaar want hij had al vrij vroeg zijn schaapjes op het droge. Op 57-jarige leeftijd deed hij zijn zaak over aan zijn leerling H. van Gardinge. Toon reisde veel en verzamelde kunstvoorwerpen en antiek. Vooral kerkelijke kunst had zijn aandacht. Uit zijn vriendschap met de architect Pierre Cuypers, de bouwer van de Eindhovense Catharinakerk, ontstond de opdracht aan Cuypers om voor hem een nieuw huis te bouwen, een deftig huis. Boven de toegangsdeur stond Rust na Arbeid met letters die gemaakt waren van verschillende gereedschappen. Het is nu het pand Keizersgracht 15. Uiterlijk is het pand veranderd en de spreuk is er niet meer. Wel zijn er nog de muurankers met de initialen van hem en zijn vrouw (Hermans en Smits). Hermans had zich voorgenomen zijn eetzaal zelf met schilderingen te decoreren. De muren van de eetzaal waren reeds beschilderd met 12 bloemstukken. Er bleven nog 6 vlakken over die hij wilde beschilderen met composities van diverse heiligenfiguren. 69

71 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer 44. Tekening van de Catharinakerk in Eindhoven in zijn Nuenens schetsboek. Vincent gaf Toon echter na het nieuwe huis te hebben bezocht in overweging er een zestal voorstellingen op aan te brengen uit het boerenleven van de Meierij, tevens de vier jaargetijden symboliserende, die bij de tafelgenoten in de eetkamer meer appetijt zouden opwekken dan de gedachte aan heiligenfiguren. Hermans bezocht het atelier van Vincent in Nuenen waar deze hem zijn schilderijen en tekeningen van boeren en de boerenarbeid toonde, hetgeen Hermans deed besluiten de raad van Vincent op te volgen. 70

72 Vincent ontmoet en werkt voor de Eindhovenaar Antoon Hermans Vincent zou de composities ontwerpen en Hermans zou de schilderijen van Vincent kopiëren. De bedoeling was om op de vlakken een zaaier, ploeger, herder, koren-oogst, aardappeloogst, houtsprokkelaars en ossenkar in de sneeuw aan te brengen (respectievelijk F 1143, F 172, F 1141, br. 374, F 43 en F 1144). Eerder is aangehaald dat deze Toon Hermans aan de tegenwoordige Keizersgracht in Eindhoven woonde. In de uitgave van Vincents brieven uit 1953 staat bij brief 382 een afdruk uit Vincents schetsboekje, voorstellende een kerk met twee torens en een stuk zijbeuk. Dit moet de Catharinakerk in Eindhoven zijn. Waarschijnlijk heeft Vincent deze tekeningen gemaakt tijdens een van zijn bezoeken aan Toon Hermans. Als men immers vanuit de achterzijde van de woning van Hermans naar deze kerk keek, kreeg men het beeld dat Vincent heeft vastgelegd. Vincent wilde er een vlugge schets van maken. Een nadere uitwerking in een schilderij of meer gedetailleerde tekening is er niet van gekomen, althans is niet bekend. In een latere brief van 5 augustus 1885, zal Vincent over deze Hermans nog de volgende opmerking maken: Verleden jaar heb ik een leelijke zaak gehad met een decoratie van een eetkamer, die ik voor iemand maakte die mij niet betaalde. (br. 523) Antoon Hermans overleed in Roermond, terwijl hij op bedevaart was naar O.L. Vrouw in t Zand. Ook Vincents ouders schrijven hun zoon eo in Parijs in enkele brieven over het feit dat Vincent dikwijls in Eindhoven bij Hermans verbleef. 5 71

73 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer 45. Kleine tekeningen die Vincent als voorbeeld voor Hermans maakte. 72

74 Vincent ontmoet en werkt voor de Eindhovenaar Antoon Hermans 73

75 46. Margot Begemann op latere leeftijd. 74

76 MARGOT BEGEMANN En zij en ik zijn juist gehecht geworden tijdens de ziekte van Moe. (br. 469) September 1884 was een zeer bewogen maand in het verblijf van Vincent in Nuenen. Er deed zich in die maand iets voor dat Vincent erg aangreep. Hij wil eo vertellen wat er gebeurd is onder voorbehoud dat eo het voor zich zal houden. In het huis naast de pastorie, in huize Nune Ville, woonden de gezusters Begemann. Eerder is vermeld dat een van de voorgangers van Vincents vader als dominee, dominee Willem Lodewijk Begemann was. Ds. Begemann was geboren in Norg in Drenthe op 19 juli 1804 en gehuwd met Amalia Polixena Rosina Schroter, geboren op 13 april 1806 in Warmond. Nadat Ds. Begemann op 1 januari 1875 met emeritaat was gegaan, overleed hij op donderdag 16 november 1876 in Nuenen. Zijn echtgenote overleed enkele maanden later op 4 januari Dit gezin Begemann bezat 11 kinderen, waarvan er 3 jong overleden waren. Een van de kinderen, de negende in de rij, was de ongehuwde Margaretha Carolina, geboren in Nuenen op 17 maart Deze Margaretha, kortweg Margot of Go genoemd, was een ontwikkelde vrouw met een fijngevoelige geest en een goed hart en was bovenal een sociaal bewogen vrouw die een niet al te rooskleurige jeugd achter de rug had. Zij had van jongs af aan een labiel en hoogst prikkelbaar gestel. Er hebben zich enkele voorvallen voorgedaan die illustratief zijn voor haar positie in de Nuenense gemeenschap en haar sociaal bewogen zijn. Op 4 augustus 1879 verleende de Commissaris van Ko-ning in de Provincie Noord- Brabant toestemming aan Margot voor een door haar te houden loterij bestaande uit eenen verloting van om niet bijeengebrachte dameshandwerken en andere voorwerpen waarbij de loterij zou bestaan uit 1000 loten tegen een prijs van 50 cent. De loterij werd gehouden in het najaar van 1879 ten overstaan 75

77 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer van de Burgemeester van Nuenen. Het doel van de loterij was te voorzien in de dringende behoefte van een in Nuenen wonend gezin bestaande uit man, vrouw en vijf kinderen. Het College van Burgemeester en Wethouders bracht aan de Commissaris het navolgende advies uit:.. dat tegen de inwilliging van dit verzoek bij ons College hoegenaamd geen bezwaren bestaan, integendeel dat dat plan en het daarmee beoogde doel ons zeer liefdadig voorkomt en waarvan de uitvoering gerust aan deze notabele ingezetene kan worden toevertrouwd. In 1888 tekende zij met een bijdrage van zeventig cent in voor een vrijwillige bijdrage om twee ingezetenen van de gemeente Nuenen die gerechtigd waren het Metalen Kruis te dragen in de gelegenheid te stellen als oud strijders het 6e jaarfeest van de Noord-Brabantsche Bond der Vereeniging. Een derde uiting van verbondenheid met de Nuenense gemeenschap uit zich op 15 juni 1906 als Margot bij notariële akte aan de Nederlandsch Hervormde Gemeente Nuenen een bedrag van f 750, legateert onder verplichting dat dit bedrag besteed moet worden tot verhoging van het salaris van de predikant. Margot Begemann kwam ten tijde dat de moeder van Vincent herstellende was van haar ongeluk in Helmond, in het voorjaar van 1884, geregeld op zieken-bezoek in huis bij de Van Goghs. Zij nam ook het naaikransje van moeder Van Gogh over. Het mag geen verbazing wekken dat uit de ontmoetingen in de pastorie tussen Vincent en Margot, die weliswaar 12 jaar ouder was dan Vincent, een innige vriendschap ontstond. Zij gingen samen vaak wandelen in de bossen en velden rondom Nuenen en Margot bezocht ook vaak het atelier van Vincent bij koster Schafrat. Vincent moet deze vriendschap als een opluchting hebben ervaren na de vele mislukte en zelfs onbereikbare vriendschappen die hij met vrouwen had willen aanknopen. Uit deze vriendschap 76

78 Margot Begemann groeide bij beiden het verlangen naar een duurzame verbintenis. Zover kwam het echter niet, kon het ook niet komen, want de zusters van Margot waren niet in voor een huwelijk tussen Vincent en Margot. Vincent had natuurlijk in het verleden en ook tijdens zijn nog maar korte verblijf in Nuenen een niet al te beste re-putatie verworven. Deze reputatie werd door Margots zusters maar al te graag aangegrepen om afwijzend te staan tegenover een duurzame verbintenis tussen Vincent en Margot. Was er misschien ook een zekere mate van afgunst bij de andere ongehuwde zusters? Hoe de familie Van Gogh stond tegenover de verhouding van Vincent met Margot is niet geheel duidelijk. Van de zijde van nakomelingen van de familie Begemann is weleens opgemerkt dat de familie Van Gogh er niet zo afwij-zend tegenover stond. Het was namelijk een moge-lijkheid om Vincent aan een geregeld leven te helpen en bovendien bezat Margot geld. Margot zou Vincent financieel onafhankelijk kunnen maken, zodat Vincent zich geheel aan de kunst zou kunnen wijden. Het was te verwachten dat dit tot problemen zou leiden en dat is in september 1884 dan ook gebeurd. Vincent heeft er moeite mee het aan eo kenbaar te maken. Het meest illustratief voor de situatie is om Vincent in zijn brief van half september zelf aan het woord te laten: Ik kon echter dien brief niet afkrijgen, en sedert heb ik U willen schrijven, maar geen woorden voor kunnen vinden. Er is iets gebeurd eo, waar de meeste lui hier niets van weten of vermoeden noch ook ooit mogen weten, dus zwijgt gij dit als t graf maar dat verschrikkelijk is. Om U alles te zeggen zou ik wel een boek moeten schrijven ik kan dat niet. Mej. X heeft vergif ingenomen, in een oogen-blik van wanhoop toen zij tot hare familie gesproken had, en men kwaad sprak van haar en mij, zij raakte zoo van streek, dat zij in een oogenblik (mijns inziens van besliste mania) het deed. eo, ik had al eens een dokter geraadpleegd over zekere verschijnselen in haar, ik had 3 dagen te voren haar broeder onder 4 oogen gewaarschuwd, dat ik vreesde zij zenuwzin-kingskoort zou krijgen, en dat ik 77

79 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer tot mijn leedwezen moest betuigen, ik geloofde de familie X al bijzonder onvoorzichtig handelde, door zoo tot haar te spreken als zij deden. Nu dit hielp niets, in zooverre niet, dat de lui mij tweejaar uitstelden, en ik hier meest beslist niet in wou treden, daar ik zeide als er hier van trouw-en kwestie zou zijn, het zeer spoedig moest zijn of niet. Nu eo gij hebt Mm. Bovary gelezen, herinnert gij u de eerste Mm. Bovary, die stierf in een zenuwtoe-val, zoo iets was het hier, doch hier gecompliceerd door innemen van gif. Zij had dikwijls als wij rustig wandelden of zoo tot mij gezegd ik wou dat ik nu sterven kon ik had nooit daarop geattendeerd. Op een morgen echter valt zij op den grond, ik dacht nog niets dan aan een beetje zwakte. Maar het werd erger en erger, krampen, zij verloor haar spraak en mompelde allerlei maar half verstaanbare dingen, zakte in elkaar met allerlei schokken, krampen enz.het was toch anders dan een zenuwtoeval ofschoon t er veel van had en ik kreeg plotseling argwaan en ik zei heb jij iets ingenomen soms? zij schreeuwde ja. Nu toen maakte ik korte metten zij wou, ik haar zweeren zou t nooit te zeggen tot iemand ik zeide, best, ik zweer je al wat je wilt maar op conditie, dat je direkt dat goedje maar uitbraakt steek je vinger in je keel tot je braakt en anders roep ik de lui erbij. Enfin nu begrijp je de rest, dat braken ging maar half en ik ging er mee naar haar broer Louis en zeide het tot Louis en liet haar een braakmiddel geven en ik ging direkt naar Eindhoven naar Dr. v.d. Loo. Het was strychnine dat zij nam, doch de dosis is wat te klein geweest, of wellicht heeft zij om zich te verdooven chloroform of laudanum er bij genomen, wat juist tegengif tegen strychine zou wezen. Maar kortom zij heeft toen nog spoedig het tegengif genomen dat de dokter voorschreef. Zij is direct geëxpedieerd naar een dokter in Utrecht, en het heet ze op reis is. (br 456) 78

80 Margot Begemann Vincent kan het voorval niet uit het hoofd zetten en in een aantal opeenvolgende brieven komt hij er steeds weer op terug. Hij hoopt dat Margots familie haar vriendelijk zal behandelen of desnoods er het stilzwijgen toe zal doen. De enige die het fijne van het voorval weet en waarmee Vincent contact heeft over Margot is haar broer Jacobus Lodewijk ( ) die werd aan-gesproken met Louis. Margot is in Utrecht in goede handen maar de ver-wachting is dat het een langdurige geschiedenis zal worden voordat zij hersteld zal zijn. Dat Margot ook erg gesteld was op Vincent blijkt uit een brief die zij aan Vincent schreef en die Vincent in zijn correspondentie aan eo als volgt weergeeft: dat niemand van haar familie haar eigentlijken gemoedstrijd begrijpt, dat zij probeert om zich af te leiden, maar dat zij niet goed kan, en meestentijds stil in haar kamer zit met een boek of een of ander, dat zij van mij heeft gekregen. (br. 457). Ook in Utrecht kan zij Vincent niet vergeten en Vincent voelt dat aan en is er trots op. Vincent kan het niet nalaten partij voor haar te kiezen en zoekt contact met haar zusters via hun broer Louis. Hij heeft de zusters doen weten: dat ik bepaald hun den raad moest geven hunne zuster satisfactie te geven voor ongegrond wantrouwen en zekere ongegronde, verdenkingen, welke te uiten primo voorbarig, tweedens de plank mis, derdens nagels aan de doodkist der patiente waren. (br. 457). Vincent bereikte er wel wat mee want de zusters schreven een sympathiekere brief aan Margot dan voorheen. Nadat Vincent eo verzocht heeft ook met zijn ou-ders niet over het voorval te praten, althans de juiste toedracht te vertellen, zoekt Vincent Margot op in Utrecht, waar zij bij een arts die zij allang kende als logé verblijft. Vincent blijft een hele dag bij haar. Hij heeft een gesprek met de arts en bespreekt 79

81 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer met hem de toekomst. Is het in het belang van de patiënt er mee door te gaan dan wel van geen wijken te weten? Het eigenlijke moment van al dan niet van haar te scheiden stelt hij uit, maar hij zal in ieder geval een vriend van haar blijven; zij zijn immers al te veel aan elkaar gehecht. In deze periode correspondeert Vincent met eo over het huwelijk en de maatschappij en gaat in op de verhouding tussen Margot en haar zusters. Hij is van mening Margot altijd te hebben gerespecteerd en in haar sociale verhouding ten opzichte van de gemeenschap altijd in bescherming te hebben genomen, alhoewel, zo drukt hij het uit, hij haar in zijn macht had. Hij betreurt het zelfs haar niet een tiental jaren eerder te hebben ontmoet en vergelijkt Margot daarbij met een cremona viool die bedorven is door slechte knoeiers en reparateurs. Deze hele geschiedenis heeft uiteraard ook invloed op het aanzien dat de vader van Vincent, en ook de moeder, in Nuenen genoten. Deze geschiedenis en hetgeen erover in het dorp verteld werd, moet een donkere bladzijde zijn geweest in het leven van deze dominee. Er moet zelfs een plan hebben bestaan dat Vincents vader Nuenen zou verlaten. Vincent be-richt immers aan eo dat er geen vrees is dat Pa en Moe zullen weggaan. eo zou daarop in een brief aan Vincent gezinspeeld hebben, nadat eo s ou-ders zich in die zin tegenover hem hadden uitgelaten. Vincent zelf heeft in geen enkel opzicht spijt van het voorgevallene: en zij en ik hebben verdriet genoeg en beroerdigheid genoeg, maar spijt geen van beiden. Ziehier, ik geloof bepaald ofweet zeker ze van me houdt, ik geloof bepaald of weet zeker ik van haar houd, dat is gemeend geweest. (br. 464). Ook Margot blijft gesteld op Vincent. Eind september, Margot bevindt zich dan nog in Utrecht, ontvangt Vincent een verzoek om voor f 20,- een tekening of geschilderde schets voor iemand te maken. Achter deze opdracht 80

82 Margot Begemann stak Margot Begemann die Vincent op deze manier indirect geld wilde doen toekomen. Vincent levert wel het schilderij, maar weigert het geld. Het is half november als Margot in Nuenen terugkomt. Vincent is blij dat zij niet heeft toegegeven aan haar zusters. Haar familie heeft zelfs verplichtingen jegens haar. Uiteindelijk heeft zij haar eigen geld in de zaak gestoken toen haar broer failliet was. Vincent blijft van mening dat als Margot en hij ver-kiezen van elkaar te houden, daar geen kwaad in steekt en daarover geen verwijten gemaakt mogen worden, noch aan Margot, noch aan hem. Hij trekt partij voor Louis Begemann. Die had ook zo zijn bezwaren, maar een redelijk gesprek met hem bleef voor Margot en Vincent mogelijk. 47. Huize Nune Ville. 81

83 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer De sociale bewogenheid van Margot blijkt nog eens uit een brief uit Utrecht waarin zij aan Vincent vraagt of er nog zieken in Nuenen zijn en of hij die dan wil gaan helpen. Vincent blijft erbij, dat alle schuld bij haar zusters ligt en vooral een van de zusters die ook nu nog mokt en rancunes heeft. Met deze laatste constatering van Vincent is een punt gezet achter deze geschiedenis met Margot Begemann. Later zal blijken dat de dames Begemann goede kennissen met vader en moeder Van Gogh blijven en elkaar meermalen bezoeken. Vincent vindt dat dat een zaak is tussen zijn ouders en de dames. Hij wil zich daarmee niet bemoeien. 5 82

84 Margot Begemann 48. Het vervallen graf van Margot Begemann in 2017 te Den Haag, met detail van het graf. Caption 83

85 49. La Barricade door Eugene Delacroix 84

86 HET WAARLIJK KUNSTENAARSCHAARSCHAP Vincent blijft filosoferen over het kunstenaarschap en de moeilijkheden die de kunstenaar daarbij ondervindt zowel in als van de maatschappij. Voor het eerst laat hij blijken de moeilijkheden in Nuenen te willen ontvluchten door er te vertrekken. Ik ben het nog niet met me zelf eens wat ik proberen moet, maar hier blijven zal ik hoogstwaarschijnlijk toch niet, en waar dan naar toe zal de vraag zijn. Ik geloof niet dat gij het goed zult vinden, ik naar Parijs kom, maar wat kan ik er aan doen, gij verdomt het om mijn zaken te behartigen goed maar ik zelf kan het zoo nog maar niet laten. (br. 473). Alhoewel hij bevestigt dat er geen sprake van schuld is, noch aan eo s kant noch aan die van hem, weidt hij uit over het verschil van opvatting en karakter tussen hem en Theo. Hij gebruikt daarbij als beeldspraak het schilderij van Delacroix La barricade, geschilderd in 1848 en voorstellende de barricade van 1830 tegen Napoleon en verplaatst hen beiden in de uitgebeelde situatie van toen. Barricades tussen eo en Vincent zijn er in werke-lijkheid niet, het zijn de geesten die het niet eens kunnen worden. Hij bespreekt de moeilijke afzet van zijn schilderijen door de handel en hoopt op een betere toekomst voor de schilders in de verkoop en expositie van schilderijen op een andere wijze dan volgens de oude sleur, en wenst dat eo daarin een rol zal spelen: Ik wou, gij wist en voeldet hoe jong ge nog zijt, als ge U maar jong houdt en durft. Als ge geen artist zijt in schilderen wordt artist als handelaar juist als Mouret. (br. 464). 85

87 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer 50. Kop van een boer. F

88 Het waarlijk kunstenaarschaarschap 51. Zittende boerin. F 1336 RECTO 87

89 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer Vincent wilde zelf ook op pad om bekend te worden. Hij wil foto s o.a. van de werken van Hermans naar tijdschriften sturen om te zien of hij werk kan krijgen. Toch ziet hij er van af vanwege de negatieve kanten die aan het door middel van foto s weergeven van schilderijen zitten. Hij wil visitekaartjes laten maken van wevers. Hij wil toch connecties aanknopen door bijvoorbeeld een kaartje te sturen aan de London News. Hij bevindt zich in een tijd van slapeloze nachten en een slechte eetlust mede veroorzaakt door de kwestie met Margot Begemann. De gedachten om Nuenen te verlaten zij het voor een tijdje komen in het najaar van 1884 meerdere malen bij hem op en hij denkt daarbij aan Antwerpen of Den Haag. Zag hij toch op tegen de eventuele terugkomst van Margot in Nuenen en de situaties die daaruit zouden kunnen voortkomen? Hij komt zelfs op het idee om naar s-hertogenbosch te gaan, naar de heer Stracké, die daar tevens directeur van de tekenacademie was. Hij ziet er een goedkope manier van verdere ontwikkeling in. In oktober krijgt hij ook weer enkele weken bezoek van zijn vriend Van Rappard. Het is volop herfst en hij neemt zich voor heel veel herfstlandschappen te schilderen. De gesprekken met Van Rappard brengen hem ertoe af te zien van een vertrek uit Nuenen. Hij heeft weer veel in het hoofd dat hij wil schilderen en bovendien is zijn financiële positie van dien aard dat het niet haalbaar is te vertrekken. Later kan hij altijd nog naar Antwerpen gaan. Hij wil eerst koppen schilderen: wel dertig. Dezer dagen hebben R en ik groote togten gemaakt, en huis aan huis bij de menschen binnengegaan we hebben enorm veel moois gezien, juist door de prachtige herfsteffecten. En ook nieuwe modellen ontdekt. (br. 467). De mogelijkheid om het schilderen te bekostigen blijft echter een probleem. Nadat Ds. Van Gogh op zondag 12 oktober 1884 heeft medegedeeld bedankt te hebben voor een beroep in Baardwijk, doet men vanuit 88

90 Het waarlijk kunstenaarschaarschap Helvoirt bij s-hertogenbosch, waar dominee Van Gogh reeds eerder het domineesambt had bekleed, een beroep op hem om naar Helvoirt te komen. Na een discussie over het salaris ten opzichte van het salaris dat hij in Nuenen krijgt, neemt Ds. Van Gogh het verzoek in overweging. Vincent zegt geen trek te hebben om eventueel mee te gaan naar Helvoirt. Zondag 16 november 1884 deelt Ds. Van Gogh zijn gemeenteleden mee alsnog bedankt te hebben voor een beroep in Helvoirt. Vincent laat Theo weten dat vader niet naar Helvoirt gaat. Ook hij blijft dus in Nuenen Moeder Van Gogh, Willemien van Gogh, Margot Begemann en haar drie zusters. 89

91 53. De Genneper watermolen in Eindhoven in De Genneper watermolen. F

92 DE GENNEPERWATERMOLEN Het was inmiddels gaan vriezen maar Vincent bleef toch nog even buiten schilderen. Hij was bezig met een schilderij van de Genneperwatermolen die was gelegen in de toenmalige gemeente Gestel, nabij Eindhoven door welke gemeente Gestel in 1920 werd geannexeerd. Deze voor Eindhoven en omgeving eeuwenlang van belang geweest zijnde watermolen heeft een oudste vermelding van In dat jaar schonken de Bos-sche burger Peregrinus Lodderken en zijn echtgenote Aleidis de watermolen aan de Postelse Abdij. De reden van de schenking is niet bekend maar houdt waarschijnlijk verband met een liefdegift aan de Kerk of een boetedoening voor een misdrijf. In 1963 is de molen gerestaureerd en bevindt zich sindsdien in een afwijkende vorm van de tijd van 1884 toen Vincent hem schilderde. Zo doet de overkapping van het waterrad afbreuk aan het exterieur en is niet oorspronkelijk. Vincent schrijft de molen te schilderen in een afme-ting van meer dan een meter. Dit is vermoedelijk het bekende schilderij F 125 van cm. Hij schildert ook de molenraderen nog afzonderlijk (F 46), terwijl hij ook nog een aquarel van de hele molen maakte (F 1144a), gelijkend op het olieverfschilderij. In het verleden werd ook een ander werk van deze molen aan Vincent toegeschreven. Nu wordt betwijfeld of dit werk (F 47) wel van Vincent is. Van dit aquarel is bekend dat Vincent het geschonken heeft aan een dame in Eindhoven. De dame die als eerste eigenaresse bekend stond heette Dora van de Broek. Zij dreef handel in de Korenstraat B 181 in Eindhoven centrum. Waarschijnlijk hield de schenking wel de ruil in van een aquarel tegen tabak. Het schilderen van deze watermolen levert Vincent ook een nieuwe kennis op in Eindhoven, namelijk Anton Kerssemakers. 5 91

93 55. Antoon Kerssemakers met echtgenote. 92

94 ANTON KERSSEMAKERS t is een looier, die tijd heeft en geld en circa 40 jaar is. (br. 470). Had Vincent in Hermans al een schildersvriend gevonden, hij had inmiddels 3 lui in Eindhoven die schilderen willen leeren en die ik stillevens leer maken. (br. 469). Een van deze drie was leerlooier Anton Kerssemakers, geboren in Gestel op 28 augustus 1846 en overleden in Eindhoven op 6 juli Hij was dus inderdaad rond de 40 jaar toen hij Vincent leerde kennen. Ook deze leerlooier en latere agent in tabak was klant bij de reeds eerder genoemde verfhandelaar Jan Baijens. Kerssemakers woonde vlak tegenover het Eindhovens station. Van dit station van Eindhoven, althans een gedeelte daarvan maakte Vincent een schilderij vermoedelijk vanuit het atelierraam van Kerssemakers. Op zijn eigen briefpapier schrijft Anton Kerssemakers op 22 december 1912 over dit schilderij: Attest geschreven door: Ant. Kerssemakers op 22 dec Dit schilderijtje, voorstellende een wintergezicht op het primatieve station der St.Sp (bij dooiend weer), is in het jaar 1885 door Vincent van Goch geschilderd. Daar hij te arm was om goede tubus verf te koopen gebruikte hij hier gevreven wit hetgeen niet stevig genoeg was, en van het schilderij afdroop. Zijn vriend en bewonderaar Ant. Kerssemakers. Via deze Kerssemakers zijn wij erg veel van Vincent te weten gekomen. In het weekblad de Amsterdammer van 14 en 21 april 1912 heeft hij zijn herinneringen aan Vincent opgeschreven: 93

95 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer Het was eenige jaren na zijn verblijf in de Borinage, toen hij, na gewerkt te hebben in Den Haag en in Drenthe, zich vestigde te Nuenen, omstreeks het jaar 1884, dat ik met den schilder kennis maakte. Ik was destijds bezig op muren van mijn kantoor, in-plaats van die te laten behangen, een paar landschappen te schilderen, en mijn huisschilder, die mij verf bracht, vond dit op zijn manier zoo aardig, dat hij op een keer Van Gogh meebracht, om deze mijn werk te laten zien. Van Gogh meende, dat ik tamelijk tee-kenen kon, en goedmoedig als hij was, toonde hij zich dadelijk bereid om mij met schilderen wat op dreef te helpen. Het gevolg hiervan was onze nadere kennismaking en, op zijn vriendschappelijke uitnodiging, mijn bezoek aan zijn atelier te Nuenen, waarover later. Mijn huisschilder had nog al vertrouwen in Van Gogh en prepareerde voor hem de verven, die hij het meest noodig had, zooals het wit en de okers en nog eenige andere. Daar echter deze huisschilder geen deskundige was, lieten deze verven dikwijls veel aan stevigheid 56. Loodsen van het Station Eindhoven bij dooiend weer. F 67a. 94

96 Anton Kerssemakers te wenschen over, doch door geldgebrek genoodzaakt, moest Van Gogh zich er mee tevreden stellen. Ik heb nog steeds een klein studietje als herinnering aan deze onhandelbare verf bewaard. Hij schilderde dit in groote haast, om mij te onderrichten, bij mij in huis door het raam, in den winter bij dooiende sneeuw: het dunne wit vloeide over het landschap heen. Bij mijn eerste bezoek aan zijn atelier te Nuenen kon ik maar geen oog op zijn werk krijgen, het was zoo geheel anders als ik mij tot op dat oogenblik had voorgesteld, zoo brutaal, zoo ruw en onafgewerkt, dat ik het met de beste wil van de wereld niet goed of mooi kon vinden, en ik zeer teleurgesteld besloot hem niet meer te bezoeken en mijn eigen weg te gaan. Weldra echter bemerkte ik, dat zijn werk toch een indruk op mij gemaakt had, die ik niet van mij af kon zetten; telkens kwamen zijn studies mij weer voor den geest; zoodat ik besloot hem nogmaals een bezoek te brengen, ik werd er als het ware naar toe getrokken. Bij mijn tweede bezoek was de indruk al heel wat beter, alhoewel ik in mijn onwetendheid toch nog meende, dat hij ofwel niet teekenen kon, of de teekening der figuren enz. geheel verwaarloosde en was ik zoo vrij hem dit ook ronduit te zeggen. Hij werd daar heelemaal niet boos om, lachte maar eens en zei: U zult daar later wel anders over denken. Toen ik wegging, gaf hij mij eenige gravures uit de Graphicken van Adolf Menzel en anderen mede, zeggende, die moet ge thuis maar eens op Uw gemak inzien en bestudeeren en nateekenen, daar zult ge nog wel wat mee leeren. Een volgende keer nam ik een paar kleine stukjes, die ik intusschen geschilderd had, mede, om eens te hooren wat hij er van zeggen zou. Wellicht om mij den moed niet te benemen, zei hij: 95

97 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer Nu, daar zit nog wel wat goeds in, maar nu raad ik U aan om in plaats van landschap eerst eens eenige stillevens te maken, daar zult ge veel mee leeren; als ge die eens een vijftig geschilderd hebt, dan zult ge eens zien, wat ge daarmee vooruit gegaan zijt, en ik ben bereid om U daarin te helpen en met U samen hetzelfde onderwerp te schilderen; ik moet ook nog veel leeren, en er is niets zoo goed als dit, om de dingen op zijn plaats te leeren zetten en ze van elkaar af te leeren brengen. Zoo heeft hij dagen en weken met het grootste geduld getracht mij wat vooruit te helpen, intusschen zelf hard doorwerkend, binnen en buiten een onnoemelijk aantal teekeningen en schetsen in waterverf en olie-verf makend. Eens dat ik zoowat den moed verloor en zeide: Och, het zal toch niets meer met mij geven, ik ben te oud om nog schilder te worden, noemde hij eenige schilders, die, laat begonnen, toch nog groote meesters waren geworden, o.a. H.W. Mesdag. Eens dat wij samen in mijn atelier hetzelfde stilleven zaten te schilderen, zoomaar een paar klompen en een paar potten, en ik, daar op mijn manier aan zat te strijken en weer af te krabben zonder er relief in te kunnen krijgen, komt hij opeens naar mij toe geloopen: Kijk eens, zet nu daar en daar, nee wees maar niet bang, ik zal Uw teekening niet bederven, eens een flinke donkere transparante toets neer, en meteen zat hij reeds met zijn groote breede kwast op mijn doekje. Zie je, zoo, kijk, nu komt dat andere vooruit, ge moet niet zoo lang blijven strijken op dezelfde plaats, ge moet het er maar op zetten en laten staan, met bang zijn, en niet mooi willen doen. We zullen het voor vandaag hier maar eens bij laten, en nu moeten wij ook eens samen buiten gaan schilderen: als ge wilt zal ik wel hier komen, en anders kom je maar weer eens naar Nuenen, daar weet ik nog genoeg mooie interessante plekjes. 96

98 Anton Kerssemakers 57. Attest geschreven door Antoon Kerssemakers voor 67a. 97

99 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer 58. Boerderijtje geschilderd door Antoon Kerssemakers. (Coll. Ton de Brouwer.) Zoo hebben wij verscheidene malen schilderexcursies gemaakt in Nuenen, onder meer naar dat oud-middeleeuwsch kapelletje, dat daar midden in den akker stond, en naar die mooie oude windmolen onder Lieshout, waarvan ik later nog bij hem zoo n kranige forsche studie zag met die vierkante schaapjes onder langs den molen. Armoede leed hij destijds als een echte Bohemien, en het gebeurde wel eens, dat hij in zes weken geen vleesch (om te eten) te zien kreeg, altijd maar droog brood met een homp kaas, dat bederft onderweg niet zei hij. Als een bewijs dat hij daar heelemaal aan gewoon was en ook niet anders verlangde, diene het volgende: Een keer dat wij samen in Nuenen zouden uitgaan, het was in het hartje van den zomer op een middag zei ik: we zullen eerst in die herberg koffie laten zetten en goed boterhammen eten, dan kunnen wij er tot 98

100 Anton Kerssemakers laat in den avond goed tegen. Zoo gezegd, zoo gedaan, wat ge voorstelde was hem altijd goed. De tafel was goed voorzien van verschillend brood, kaas, gesneden ham, enz. Toen ik zoo opeens opkeek, merkte ik, dat hij droog brood met kaas at, ik zeg: Allez Vincent, eet nu ham en doe boter op je brood, en neem suiker in de koffie, het moet toch betaald worden of g er van eet of niet. Nee, zei hij, dan verwen ik mijzelf te veel, brood en kaas daar ben ik aan gewoon, en hij ging kalm door met eten. Wel had hij op zijn tochten graag wat cognac in zijn veldfles, dat zou hij niet graag gemist hebben, maar dit was ook wel de eenige weelde, die hij zich ver-oorloofde. In zijn atelier, hij had een paar vertrekken bij den koster in huur, zag het er ook echt Boheemsch uit. Ge stond verbaasd zooals alles vol hing en stond met schilderijen, teekeningen in waterverf en krijt, koppen van mannen en vrouwen, waarvan de kafferachtige wipneuzen, uitstekende jukbeenderen en groote oren sterk geaccentueerd, de knuisten vereeld en gegroefd, wevers en weefstoelen, spoelsters, aardappelpooters, onkruidwiedsters, ontelbare stillevens, wel tien studies in olieverf van het oude reeds genoemde kapelletje in Nuenen, waarmee hij zoo dweepte en dat hij dan ook in alle jaargetijden en onder alle weersgesteldheid geschilderd had. (Later is dit kapelletje door de Nuenensche vandalen, zooals hij ze noemde, gesloopt). Een groote hoop as rondom de kachel, die nooit borstel of kachelglans gezien had, een paar stoelen met uitgerafelde biezezittingen, een kast met wel dertig verschillende vogelnesten, allerlei mos en planten uit de heide meegebracht, eenige opgezette vogels, spoel, spinnewiel, bedpan, alle boerenwerktuigen, oude petten en hoeden, grove vrouwenmutsen, klompen enz. enz. Schilderkist en paletten had hij te Nuenen laten maken volgens zijn aanwijzing, alsook een perspectiefraam; dit was een ijzeren staaf met spitse punt waaraan hij op gewenschte hoogte een raampje kon vastschroeven. 99

101 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer 59. Landschap achter de pastorietuin. F 44 Hij zei: de ouden hebben ook wel een perspectief-raam gebruikt, waarom zouden wij dat dan niet doen? Eenige tijd later bezocht ik met hem eenige musea, en het Rijksmuseum was het eerst aan de beurt. Daar ik door huiselijke omstandigheden toen geen nacht van huis kon blijven, ging hij daags te voren, en gaf mij voor den anderen dag rendezvous in de wachtkamer derde klas van het Centraal Station. Toen ik deze binnentrad, zag ik een grote hoop menschen van allerlei slag, conducteurs, werkvolk, reizigers, enz. enz. aan den voorkant der wachtkamer bij de ramen staan en, van deze bende omgeven, zat hij doodbedaard in zijn 100

102 Anton Kerssemakers 60. Kopie van Vincents schilderij door Antoon Kerssemakers. harigen ulster en met zijn onafscheidelijke pelsmuts op, ijverig bezig een paar kleine stadsgezichten te maken (hij had een klein blikken schilderskistje meegenomen), zich niets storende aan de schampere, op luiden toon uitgesproken op- en aanmerkingen van het geachte(?) publiek. Toen hij mij in het oog kreeg, pakte hij heel kalmpjes in, en begaven wij ons op weg naar het museum. Daar het toen stortregende, en Van Gogh met zijn pelsmuts en harigen ulster er weldra uitzag als een verzoopen kater, nam ik een aapje, waar hij nog veel over mopperde, hij zei: wat kan mij heel Amsterdam schelen, ik loop liever, maar enfin, als U niet anders wilt. 101

103 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer In het museum wist hij goed te vinden wat hem het meest interesseerde; hij bracht mij voomamelijk bij de Van Goyens, de Bols en vooral bij de Rembrandts; den meesten tijd bracht hij door bij het Jodenbruidje, daar was hij niet weg te krijgen, daar ging hij op zijn gemak bij zitten, terwijl ik eens verder ging zien, je zult mij hier wel terug vinden, zei hij. Toen ik na een geruimen tijd bij hem terug kwam en vroeg of wij niet eens op zouden stappen keek hij verbaasd op en zei: geloof je nu wel, dat meen ik oprecht, dat ik 10 jaren van mijn leven wilde geven, als ik hier voor dit schilderij veertien dagen kon blij-ven zitten met een korst droog brood voor voedsel, eindelijk stond hij op, enfin, zegt hij, wij kunnen toch niet hier blijven. Toen gingen wij nog langs den Kunsthandel Van Gogh alwaar ik op zijn aanraden twee boeken kocht: Musees de Hollande en Tresors d art en Angleterre van W. Burger ( ere); toen ik vroeg of hij niet mee binnen ging, antwoordde hij: nee, bij zoo n brave rijke familie moet ik mij niet laten zien ; hij scheen toen nog met de familie overhoop te liggen; buiten bleef hij op mij staan wachten. Eenige tijd daarna bezochten wij de Musea van Antwerpen, waarvan mij vooral een treffend oogenblik nog levendig voor den geest staat. Het was, toen hij den visschersjongen met den mand op den rug (ik meen van Velasquez) in het oog kreeg. Op eens is hij aan mijne zijde weg, en zie ik hem op het schilderij toeloopen, en ik hem achterna. Toen ik bij hem kwam, stond hij met gevouwen handen als in aanbidding voor het schilderij en lispelde: God d ; zie je dat nou, zei hij na een poos, dat is nu schilderen, kijk, en met zijn duim de richting der breede toetsen volgende: die laat het wel staan zoo als hij t er neerzet, en met een breed gebaar de zaal omvattende de rest is bijna alles uit den ouden pruikentijd. 102

104 Anton Kerssemakers Diepen eerbied koesterde hij voor Corot, Daubigny, Diaz, Millet en verder de geheele Barbizon-school, daar was hij steeds vol van, en de gesprekken over zijn dierbare kunst kwamen steeds op dezen neer. Nooit echter sprak hij over kunst met geheel oningewijden, en vreeselijk had hij het land, als een zogenaamde liefhebber van schilderij en uit deze omgeving iets van hem mooi vond, dan wist hij zeker, zei hij altijd, dat het slecht was en in den regel werden zulke studies vernietigd of overgeschilderd. Alleen met enkele vrienden, tot welke ook ik het geluk had te behooren, ofschoon ook deze zich toen nog niet geheel met zijn manier van schilderen konden vereenigen, sprak hij gaarne over schilderen, teekenen, etsen, enz., en menigmaal heb ik het mij zelf verweten, dat ik hem destijds niet beter begreep, wat had ik dan nog veel meer van hem kunnen leeren. Hij vergeleek steeds de schilderkunst met de muziek, en om nog beter begrip te krijgen van de waarde en schakeering der tonen, begon hij bij een oude muziek-onderwijzer, tevens organist te E, pianolessen te nemen. Dit duurde echter niet lang, want daar Van Gogh onder de les steeds de tonen der piano zat te vergelijken met Pruisisch blauw en donker groen of donkere oker tot helder cadmium, dacht de goede man, dat hij met een krankzinnige te doen had, en werd zoo bang van hem, dat hij het lesgeven staakte. Bij het schilderen van den watermolen in Gestel, welke schilderij ik later nog eens bij Oldenzeel en in Boymans heb terug gezien, was ik ook tegenwoordig. In dien tijd meende hij in Copahubalsum een middel gevonden te hebben om het gehate inschieten van de verf te voorkomen, doch daar hij met dit middel even-als zijn verven nog al kwistig omging, gebruikte hij er te veel van, en kwam de lucht van het schilderij heelemaal naar beneden drijven, zoodat hij die met het paletmes moest verwijderen en overschilderen, hetgeen bij nauwkeurige beschouwing nog aan het schilderij te zien is. 103

105 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer Slechts enkele stukken werden door hem geteekend. Toen ik hem eens vroeg, waarom hij zijn naam niet voluit teekende, antwoordde hij: Van Gogh is zoo n onmogelijke naam om uit te spreken voor vele vreemdelingen, als mijn stukken later in Frankrijk of in Engeland of waar ook terecht komen, dan wordt die naam zeker toch maar geradbraakt, terwijl heel de wereld den naam Vincent goed kan uitspreken. Hij kwam zeer veel in E bij mij aan huis; eens dat ik in mijn tuin zat te schilderen, hoor ik opeens achter mij: Kijk, ja, dat is goed, dat ge buiten schildert, dat moet ge veel doen ja, ziet U die glooing van dat dak, dat moet minstens een hoek van 45 graden zijn, zoo is die steil, en dan hoe g er met de kleur zult komen, weet ik niet, maar dat is allemaal niets, ga maar door, er is niets, dat zoo leert als buiten schilderen, je moet de dingen altijd goed tegen elkaar vergelijken, vooral in toon; schilderen is algebra, dat staat tot dat, gelijk dat tot dat; en vooral goed perspectief bestuderen, ook de luchtperspectief; als je de dingen op den achtergrond reeds groen maakt, hoe zult ge ze dan op den voorgrond groen krijgen. Als hij een mooie avondlucht zag, geraakte hij om zoo te zeggen in extase; op een keer dat wij samen, tegen den avond, van Nuenen naar E kwamen, staat hij opeens stil voor een prachtige zonsondergang en zijn twee handen gebruikende om het eenigszins af te sluiten en met zijn oogen half dicht, roept hij uit; Goddoome hoe doet zoo n kerel of God, of zooals je hem noemen wilt, hoe doet hij dat nu, dat moeten wij toch ook kunnen. God, God, wat is dat mooi, hoe jammer dat wij nu geen opgezet palet klaar hebben, want dadelijk is het weer weg. 104

106 Anton Kerssemakers Laat ons hier even gaan zitten. Zorg dat ge nooit vergeet je oogen half dicht te doen als ge buiten schildert; die kaffers in Nuenen zeggen wel eens dat ik gek ben, als ze mij over de heide zien schuifelen, stil staan, half gaan zitten, telkens de oogen half dichtknijpend, dan de handen zoo, dan weer eens zoo voor de oogen houdend om den boel af te sluiten, maar dat kan mij niets schelen, ik ga mijn gangetje maar. Weken aaneen, hield hij zich soms bezig enkel en alleen met het teekenen van handen, voeten of klompen. Dat moet er vast inzitten, zei hij. Eene der modellen, die hij voor het koppen schilderen gebruikte was volgens het dorpspraatje zijn dulcinea, deze vindt men dikwijls in zijn koppen terug; zelfs had hij daarover wel een aanmerking gehad van een der zielverzorgers, en schreef hij het ook aan den in-vloed van dezen toe, dat hem de huur van zijn atelier werd opgezegd. Hij had toen, zoo als hij mij zelf verteld heeft, een eigenaardige wraak genomen, die wij als minder geschikt om hier neer te schrijven, maar met de mantel der liefde zullen bedekken. Toen hij zijn schilderij, het boerenavondmaal, een zeer donker aangezet schilderij met een hanglamp boven de tafel, waaraan een boerengezin uit een schotel dampende aardappelen zit te eten, af had, kwam hij ermee naar E gedragen om mij dit te laten zien. Van dit schilderij heeft hij toen in een etiquettenfabriek een lithografie gemaakt, waarvan hij twintig afdrukken nam, en waarvan er nog wel bestaan zullen, het mijne echter viel later totaal uit elkaar, daar het maar op gewoon slecht papier gedrukt was. Op een andere keer komt hij bij mij met een studie van een spoelster; hij had in het wiel geen spillen geschilderd, doch een doorgaande, eentonige ronde veeg van transparant grijs, dit was zoo n vreemd ge-zicht, dat ik het in het eerst niet begreep en hem vroeg waarom hij dat zoo gedaan had; begrijp je dat niet? vroeg hij, op deze manier geven ze de beweging van het wiel wel eens te kennen. 105

107 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer Met zeer veel hoogachting sprak hij steeds over Anton Mauve, alhoewel hij er niet lang mee overweg had gekund en hij er slechts korten tijd bij gewerkt had; volgens zijn uitlegging maakte. Landschap achter de pastorietuin F 44 Mauve op een keer aanmerking, dat hij te veel met zijn vingers in het schilderij zat, waarop hij boos was geworden en Mauve had toegesnauwd: wat komt er dat op aan al doe ik het met mijn hakken, als het maar goed is, en het maar doet. Dat laatste was trouwens een geijkte term van hem, zoo sprak hij altijd van: die schaapjes doen het goed of dat berkje kon het wat beter doen, of wat doet die het mooi tegen die avondlucht, enz. Reeds meermalen had hij zoo al eens laten horen, dat hij hier weg wilde, doch ik had daar zoo zeer geen acht op geslagen, niet denkende dat dit gemeend was, doch eindelijk kwam hij zijn vertrek naar Antwerpen en verder naar Frankrijk aankondigen. Alvorens te vertrekken kwam hij nog eens bij mij om afscheid te nemen, en bracht als souvenir mede een prachtige nog niet drooge, geheel buiten afgewerkte herfststudie, groot een meter bij tachtig centimeter, en nam hij van mij een klein doekje mede als tegen-souvenir. Dit herfstschilderij is nog steeds in mijn bezit, het is in heel licht gamma geschilderd en zeer eenvoudig van onderwerp; op den voorgrond drie nog vol in het blad zijnde knoestige eiken en een kale slungel van een knotberk, op de achtergrond geroezemoes van verschillend, gedeeltelijk kaal, houtgewas, dat den horizon afsluit, en in het midden een vrouwtje met witte muts zoo in drie toetsen er neer gezet, maar dat het mooi doet, zoo als hij zelf zou gezegd hebben. Er zit in dit schilderij een pakkende herfststemming, het is breed geschilderd, en flink geëmpateerd. Toen ik hem de bemerking maakte, dat het nog niet door hem onderteekend was, zei hij, dat zal ik misschien nog wel eens komen doen, ik kom denkelijk nog wel terug, doch eigenlijk is dit toch niet noodig, ze zullen mijn werk later toch wel kennen, en ze zullen over mij nog wel eens wat schrijven, als ik dood ben, daar zal ik, als ik tijd van leven heb, wel voor zorgen. 106

108 Anton Kerssemakers Ook in 1914 heeft Kerssemakers in een schets en brief zijn herinneringen aan Vincent genoteerd. Met name de situatie in zijn atelier e.d. zijn hiermee goed vastgelegd: Vincent neemt het plan op zijn leerlingen toch wel iets te laten betalen voor zijn hulp. Hij denkt dat te doen niet met geld, maar met tubes verf. Het werken is duur voor Vincent. Dagelijks heeft hij in die tijd over de twee gulden onkosten. Een gulden voor model en een gulden voor doek en verf. Vincent heeft goede vrienden gemaakt. Het gaat hem niet slecht. 61. Brief van Antoon Kerssemakers over Antoon Hermans. (Coll. Ton de Brouwer) 107

109 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer 62. Brief van Kerssemakers met tekening van Vincents atelier in Nuenen. 108

110 Anton Kerssemakers 109

111 63. Boerinnenkop. F

112 HET JAAR 1885 Het is inmiddels 1885 geworden. Vincent is ruim een jaar in Nuenen en gebruikt de wintermaanden voor het schilderen van koppen uit het volk. In de correspondentie die de eerste maanden van het nieuwe jaar gevoerd wordt met eo, filosofeert hij over het schilderen naar de natuur. Hij wijdt uit over de kleur blauw zoals die bij de boerenfiguren in Nuenen voorkomt. Hij vindt het het mooiste blauw dat hij ooit gezien heeft. Hij wijst er daarbij op dat de boeren hun kleding zelf weven, scheering zwart, inslag blauw, waardoor een zwart en blauw gestreept patroon ontstaat. Begin maart 1885 heeft eo gevraagd iets van zijn werk op te zenden. Werk dat Vincent geschikt genoeg vindt om in te zenden voor de Salon. Hij heeft echter niet iets naar zijn zin voorhanden en zendt eo daarom enkele studies een oude en jonge vrouwenkop in de hoop dat het van nut kan zijn om aan anderen te laten zien. 64. Drie figuurstudies van boeren. F 1328 verso. 111

113 65. Kop van een boer met pijp. F

114 DS. THEODORUS VAN GOGH OVERLIJDT Mocht hij maar slagen, op welke wijze ook. In maart 1885 schrijft de vader van Vincent over zijn zoon: t Is of hij hoe langer hoe meer van ons vervreemdt en Van morgen sprak ik nog eens met Vincent, hij was nog al ontvankelijk en zei dat er niets bizonders was, waardoor hij zich gedrukt zou voelen. Het zijn uitspraken van dominee Van Gogh die doen vermoeden dat de vader van Vincent in een moeilijke situatie verkeerde voor wat betreft hun omgang met elkaar. Toch hoopt dominee Van Gogh dat Vincent mag slagen. Het zal de laatste maal zijn geweest dat Ds. Van Gogh zich uitte over zijn zoon. Op 26 maart 1885, na een lange wandeling over de heide, komt hij thuis en zakt ineen met de deurknop van de pastorie in de hand en overlijdt aan een hartaderbreuk. Nog slechts enkele uren eerder had hij aan zijn zus Marie ( ), ook genaamd Mietje, geschreven: Het is dezer dagen druk met aannemen, huisbezoek, preken, enz, maar ik heb mijn werk nog even lief als toen ik met U te Zundert begon en dank God, dat ik Evangeliedienaar mocht worden. Zijn zus had hem bij de aanvang van zijn domineeschap in Zundert, toen hij nog ongehuwd was, een tweetal jaren terzijde gestaan als huishoudster. Onder de aanwijzing dat hij het druk had met aannemen, dient in aanmerking te worden genomen dat het een week later Pasen 1885 zou zijn. 113

115 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer 66. Kerkhof in de winter. F 1236 recto. Aan deze voorbereidingen voor belijdenis en aanneming nam ook zijn zoon Cor ( ) deel, die op 4 april 1885 zijn belijdenis doet terwijl hij op Eerste Paasdag, 5 april 1885, bevestigd wordt als lidmaat van de Hervormde Gemeente. De belijdenis van zijn zoon heeft Ds. Van Gogh nog wel mee voorbereid maar niet meer mogen meemaken. De dienst van aanneming werd geleid door Ds. Lakerveld uit Helmond. Zoon Cor woonde overigens sinds 3 juli 1883 in Helmond. In het register van overlijden wordt op 27 maart 1885 onder akte nummer 17 het overlijden als volgt vastgelegd: In het jaar een duizend acht honderd vijfen tachtig, den zeven en twintigsten der maand Maart zijn voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Nuenen, Gerwen en Nederwetten, provincie Noordbrabant, verschenen: Lucas Buijsman Albertus zoon, oud vier en vijftig jaren, van beroep rentenier wonende te Nuenen alhier, niet verwant van de overledene en Gerar- 114

116 Ds. eodorus van Gogh overlijdt 67. Oude toren met kerkhof in de sneeuw. F 1237 recto. dus Huizing oud zeven en dertig jaren, van beroep landbouwer, wonende te Nuenen alhier niet verwant van de overledene, welke aan ons verklaard hebben dat alhier op Donderdag den zes en twintigsten der maand Maart een duizend acht honderd vijfen tachtig om acht ure des avonds is overleden eodorus Van Gogh, echtgenoot van Anna Cornelia Carbentus, oud drie en zestig jaren, van beroep Predikant geboren te Breda wonende te Nuenen alhier, zoon van Vincent Van Gogh en Elisabeth Huberta Vrijdag, in leven echtelieden beiden overleden. En hebben wij opgemaakt de tegenwoordige akte, die, na voorlezing, is ondertekend door ons en beide aangevers. De geboorteplaats is verkeerd vermeld. eodorus Van Gogh werd namelijk op 8 februari 1822 geboren in Benschop, de plaats waar zijn vader toen dominee was. Op 30 maart 1885 wordt hij begraven op het kerkhof bij de reeds tot afbraak bestemde oude toren. De oude toren, die met het kerkhof, zo dikwijls door zijn zoon Vincent werd geschilderd en getekend. 115

117 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer Op het kerkhof herinnert ons vandaag de dag nog een graf-steen aan de laatste rustplaats van Ds. Van Gogh. Het opschrift van de grafsteen luidt: Hier rust eodorus Van Gogh, geboren 8 Febr. 1822, overleden 26 Maart Herder en leeraar te Nunen van 1882 tot In haar dagboek schrijft zus Mietje over het overlijden en de teraardebestelling van haar broer: Bijzonder groot was de waardering die bij de begrafenis bleek, eenzelfde oordeel: Ds. Van Gogh was een trouwe herder en leraar. Geen moeite voor hem te veel, hij was een man des vredes en der liefde, hij had de Heer lief, was uiterst verdraagzaam, zijn hartewens was om velen tot het leven met God te brengen. Na zijn overlijden verschenen in enkele kranten, die werden geredigeerd door predikanten van de Evangelische richting, rouwberichten. Ook vanuit Nuenen kwam een verslag over zijn begrafenis waarvan de inhoud als volgt was: Groot was de belangstellende schare. De tranen, die er vloeiden, de vele bloemkransen, die de lijkkist versierden, de hartelijke woorden, die er gesproken werden bij het open graf door ambtgenoten van de ontslapene, door een lid van het bestuur der Maatschappij tot Bevordering van Welstand onder Landlieden en door een der betrekkingen: het sprak alles van de algemene hoogachting en liefde, toegedragen aan de man, die de belangen, die hem waren toevertrouwd, met grote nauwgezetheid en ijver behartigde, die uit al zijn macht deed wat zijn hand vond om te doen, en door zijn vroomheid, rechtschapenheid, liefde en verdraagzaamheid de harten won van allen die hem kenden. De gemeente lijdt in de 63- jarige trouwe leider en leraar, die slechts een drie-tal jaren in haar midden werkte, een groot, wellicht onherstelbaar verlies. God vertrooste zijn bedroefde weduwe en kinderen. 116

118 Ds. eodorus van Gogh overlijdt Het Evangelisch Zondagsblad sprak in een memoriam van Een trouwe, brave broeder en vriend, een trouw geestverwant van ons, Evangelischen, is ons ontvallen en Neen, Van Gogh heeft niet te vergeefs geleefd. En diende hij slechts kleine gemeenten, een grote mate van liefde en hoogachting was zijn deel. Wij staren de overledenen dan ook hoopvol na. Zalig de doden, die in de Heer sterven. Vincent is erg onder de indruk van dit plotselinge overlijden hetgeen hij in zijn daarna volgende brieven ook tot uiting brengt. Voor de begrafenis was eo uiteraard overgekomen vanuit Parijs. Hij ziet er Vincent natuurlijk en geeft deze nog eens in overweging van verblijfplaats te veranderen. Vincent ziet daar echter niets in: hij heeft een goed atelier en hij vindt de natuur rond Nuenen prachtig. Een boerenschilder kan toch niets beter doen dan onder de boeren te leven en te werken. Het is bovendien ook minder kostbaar in Nuenen dan elders. Tijdens de begrafenis van vader heeft zijn zus Anna kritiek op zijn gedrag. Ook vond zij het rustiger voor moeder als hij niet langer in huis zou zijn en zij heeft bewerkstelligd dat hij het ouderlijk huis verliet. Dit kwam de verhouding met zijn familie niet ten goede en veroorzaakte bij Vincent een lange tijd van boosheid. Hij nam zijn volledige intrek bij de koster Schafrat waar hij al vanaf mei 1884 zijn atelier had. In april zal hij in een van zijn brieven een schets maken van een stilleven van judaspenningen met daarbij de tabakszak en pijp van zijn vader. Ook schilderde hij nog de opengeslagen bijbel van zijn vader. Dit schilderij stuurde hij op naar zijn broer eo

119 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer 68. De aan eo opgestuurde bijbel van zijn vader. F

120 Ds. eodorus van Gogh overlijdt 69. Het nog steeds aanwezige graf van dominee Van Gogh op het oude kerkhof. 119

121 70. Judaspenningen met de pijp en tabakszak van Vincents vader in een brief van april

122 DE AARDAPPELETERS Ik heb nl. wel terdeeg er op willen werken, men de gedachte krijge dat die luidjes, die bij hun lampje hun aardappels eten met die handen, die zij in den schotel steken, zelf de aarde hebben omgespit en het spreekt dus van HANDENARBEID en van dat zij hun eten zoo eerlijk verdiend hebben. (br. 497). Vincent gaat in de dagen die volgen op de dood van zijn vader geheel op in het boerenleven. Hij voelt zich thuis tussen de boeren en vindt zich een boerenschilder. Door op alle uren van den dag voortdurend het boerenleven te zien, ben ik er zoo ingeraakt dat werkelijk ik aan niets anders haast ooit denk. (br. 493). Hij wil zijn als de boeren, tevreden met wat zij hebben, eten, drinken, kleding en slapen. Hij wijst er daarbij op, hoe ook de schilder Millet de juiste weg heeft gevonden. Het idee voor een grote compositie ontstaat: Ik heb plan deze week te beginnen aan dat geval van die boeren rond een schotel aardappels s avonds schrijft hij op 5 april 1885 aan eo en maakt voor het eerst melding van zijn plan de aardappeleters te gaan schilderen. eo moet toen al eerder van dat geval hebben gehoord. Misschien dat Vincent tijdens eo s verblijf in Nuenen in verband met de dood en begrafenis van vader er met hem over gesproken had en misschien wel zijn eerste idee en aanzet (F 77) heeft laten zien. Vincent had in de winter veel koppen geschilderd hetgeen hem nu voor zijn grote compositie zeer goed van pas kwam. Het idee voor de aardappeleters werd op een avond geboren. Vincent schilderde niet alleen zolang het licht was, maar ook s avonds bij de lamp in de hutten van de boeren. Hij wilde iets 121

123 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer 71. Schets van de aardappeleters in een brief van 9 april

124 De aardappeleters vatten van de eigenaardige effecten van verlichting. s Avonds, als er in de hutten met hun beperkte olielampverlichting grote slagschaduwen op de muren vielen. Hij kwam op een avond, na de gehele dag buiten geschilderd te hebben, langs het huisje van de familie De Groot, waar hij dikwijls werkte, en stapte daar binnen om even te rusten. Het gezin zat juist aan tafel onder de lamp en begon te eten. Spontaan greep Vincent doek, penseel en palet en ving aan de groep te schilderen, heeft ons de toenmalige Nuenense PTT-beambte van de Wakker, een van Vincents Eindhovense leerlingen, verteld. In de eerste globale schets met 4 personen gaf Vincent een impressie van de sfeer in de woning van familie De Groot die bij een petroleumlamp zat. Vincent maakt nog een schets (F 1227) voordat hij een grotere compositie aanvat, waarbij hij een vijfde figuur toevoegt aan de personen op het schilderij. In dit schilderij ligt de nadruk op het eten van de aardappels en het inschenken van de koffie. Ten opzichte van de eerste schets wordt de schotel aardappels verplaatst van rechts naar links op het schilderij. Op dit schilderij komen we ook duidelijk enkele eerdere voorstudies tegen. De zittende boer links had Vincent reeds afzonderlijk in zittende houding ge-schilderd (F 167). De jonge en oude boerin komen op vele portretstudies voor, terwijl ook de oude boer al eerder geschilderd en getekend was. Vincent werkte de schets waar hij overdag mee begonnen was de volgende dag in de hut verder af. en zoals de schets nu is, zit geloof ik er wel leven in schrijft hij in brief 492 aan eo en geeft in de brief een schets van 9 5 cm van de compositie. Alhoewel Vincent er flink aan had willen doorwerken, is hem dat niet helemaal gelukt omdat de verf op zaterdag-avond reeds in een toestand begon te geraken die verder werken niet toeliet, terwijl deze eerst helemaal droog zou moeten zijn. Hij zet het schilderij even, onafgewerkt, opzij en krijgt het idee van de aardappeleters een litho te maken. Hij heeft in Eindhoven weleens zwarte inkt gehaald bij een drukker om nog donkerder dan zwart te kunnen schilderen. Als hij er weer eens komt, het was bij Dimmen Gestel, bestelt hij een lithografische steen. 123

125 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer Hij wil het liefst een serie motieven uit het boerenleven maken. In één dag tijd maakt hij uit het hoofd de litho van de aardappeleters. Hij wil er meerdere afdrukken van hebben zodat hij tot verspreiding ervan kan overgaan. Zo zendt hij een afdruk aan zijn vriend, de schilder Van Rappard. Bij de schilder Van Rappard stuitte deze litho op enige kritiek, omdat de figuren op deze aardappeleters afweken van het toen nog gebruikelijk weergeven van personen. Van Rappard laat dat Vincent via de brief van 24 mei 1885 ook weten: Dat ik me met die meening over je manier van werken vergis, hoopte ik en hoop ik nog; maar juist daarom spijt het me werkelijk in t geen je me nu gezonden hebt eene zoo volkomene bevestiging van mijn opinie te moeten zien dat ik er zelf van geschrokken ben. Ge zult me toestemmen dat zulk werk niet ernstig gemeend is. Ge kunt meer dan dit gelukkig; maar waarom dan alles even oppervlakkig bekeken en behandeld? Waarom de bewegingen niet bestudeerd? Nu poseren ze. Dat kokette handje van die achterste vrouw hoe weinig waar! en welke betrekking bestaat er tusschen den koffieketel, de tafel en de hand die boven op het hengsel ligt? Wat doet die ketel toch, hij staat niet, hij wordt niet vastgehouden, maar wat dan? en waarom mag die man rechts geen knie hebben en geen bulk en geen longen? Of zitten die in zijn rug? en waarom moet zijn arm een meter te kort zijn? en waarom moet hij de helft van zijn neus missen? en waarom moet die vrouw links zo n pijpesteeltje met een dobbelsteen er aan tot neus hebben? En durf je dan nog bij zulk een manier van werken de namen van Millet en Breton aan te roepen? Kom! De kunst staat dunkt me te hoog om zoo nonchalant behandeld te worden. Verbolgen over deze uiting van zijn vriend stuurt hij hem met de opmerking Amice Rappard, Uw schrij-ven ontving ik zooeven tot mijn verwondering ge ontvangt het hierbij terug. Na groete, Vincent nog dezelfde dag de brief terug. Wat de technische kant van het lithograferen betreft zaten er nog wel enkele onvolkomenheden aan. Ook eo had de opmerking 124

126 De aardappeleters gemaakt dat hij het effect wollig vond. Dat vond Vincent zelf ook wel. Het was moeilijk geweest omdat de drukker de tekening te zwart vond en van mening was dat het met goed drukken zou, omdat ik haast nergens wit op den steen had gelaten. Ik heb toen op zijn aanraden lichte plekken uitgebeten, als ik t eenvoudig gedrukt had zoals de teekening was, zou het algemeen donkerder zijn geweest, maar niet gerammeld hebben, en er zou atmosfeer tusschen de plans zijn gebleven. (br. 499). Vincent was in die dagen zo intens bezig met zijn kunnen en het boerenleven, dat hij geen op- of aanmerkingen in negatieve zin duldde. Ook bij anderen zoekt hij steun voor zijn werk met deze litho en dit schilderij. Hij had van eo gehoord dat Portier in enkele van zijn geschilderde studies persoonlijkheid had bespeurd. Meteen heeft hij toen aan Portier een litho van de aardappeleters gezonden. Hij wil de litho nog eens maken maar dan zo dat er geen sprake zal zijn van spiegelbeeld. Hij gaat de aardappeleters nog eens opzetten en in april 1885 werkt hij hard aan wat de aardappeleters (F 82) zal worden. Hij wijzigt de handen en koppen en schrijft aan Theo: Ik stuur de aardappeleters niet, tenzij ik zeker wete het iets is. Doch het vordert er mede en ik denk dat er nog iets heel anders in komt, dan ge ooit van me kunt gezien hebben. Ten minste zoo duidelijk. Ik bedoel juist het leven. Dit schilder ik uit het hoofd op het schilderij zelf. (br. 496). Afgezien van de vele portretstudies maakt Vincent veel detailstudies voor het schilderij. Na de boeren aan de maaltijd (F 1168) te hebben geschetst, n complete schets in brief 399 te hebben opgenomen en een krijttekening (F 1227) te hebben gemaakt, komt nog een volledige, zeer kleine compositie van 4 51/2 cm voor op een studieblad (F 1161 verso). Verder zijn daar de studies voor de klok, klomp met lepels en lepelrek (F 1349 recto), bord met koffieketel (F 1349 verso) van welke koffieketel hij ook nog een olieverfstudie maakt (F 202) de stoelknop en hand met ketel (F 1157), de hand met de koffiekom (F 1229), het interieur met schouw 125

127 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer 72. Studieschets voor de aardappeleters. F Studieschets voor de aardappeleters. F

128 De aardappeleters 74. Studieschets voor de aardappeleters. F 1161 verso. 75. Studieschets voor de aardappeleters. F 1161 recto. 127

129 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer (F 1161 recto) en een tekening van de lamp voor het raam (F 1158 verso) met op dit blad nog de krabbel: maandag as 8 daag Louw. Het nieuwe doek is beter. Er is samenhang ontstaan tussen de personen. Op de voorgrond handhaaft hij het figuurtje op de rug gezien. Dit figuurtje is er donker ten opzichte van de figuren op de achtergrond die onder het schijnsel van de lamp zitten. Op 30 april 1885 heeft Vincent de aardappeleters vrijwel geheel klaar. Het zal dienst doen als verjaardagsgeschenk voor eo. Omdat Vincent bang is door er weer opnieuw aan te beginnen het schilderij te zullen verprutsen, brengt hij het naar Kerssemakers in Eindhoven om het vandaar na een dag of drie weer op te halen. Op 31 april 1885 schrijft hij de bekende brief: Van harte gezondheid en seneriteit U toegewenscht op uw verjaardag. Gaarne had ik tegen dien dag 76. 1e studie voor de aardappeleters. F 77 recto. 128

130 De aardappeleters U t schilderij van de aardappeleters gestuurd, doch ofschoon het goed vordert, het is nog niet geheel af. Ofschoon ik in betrekkelijk korten tijd het eigenlijke schilderij zal hebben geschilderd, en grootendeels uit het hoofd, zoo heeft het een heelen winter van studiekoppen en handen schilderen gekost. En wat de enkele dagen betreft waarin ik t nu geschilderd heb, het is dan ook een geducht gevecht geweest, maar een zoodanig waar ik veel animo voor heb. Of schoon telkens ik vreesde, dat het er niet op zou komen. Maar schilderen is ook een agir-créer. Ik heb gewild dat het doet denken aan een gansch andere manier van leven dan die van ons, beschaafde menschen. Ik zou dan ook volstrekt niet begeeren, iedereen t zoo maar mooi of goed vond. Ik heb den heelen winter lang de draden van dit weefsel in handen gehad, en het definitieve patroon gezocht, en indien nu het een weefsel zij dat een ruw 77. 2e studie voor de aardappeleters. F

131 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer 78. Litho van de aardappeleters. F en grof aspect heeft, zoo zijn niet te min de draden met zorg en volgens zekere regels gekozen. En het zou wel kunnen blijken, dat het een echt boerenschilderij is. Ik weet dat het dit is. Maar wie liever de boeren zoetsappig ziet, ga zijn gang. Ik voor mij ben er van doordrongen dat het op den duur beter resultaten geeft ze in hun ruwheid te schilderen, dan conventionele liefheid er in te brengen. Een boerenmeisje is mooier dan een dame m.i., in haar bestoven en gelapten blauwen rok en jak, die door weer, wind en zon de fijnste nuances krijgt. Maar trek ze een damespak aan, dan is het echte er af. Een boer in zijn bombazijnen pak op t veld is mooier dan als hij Zondags naar de kerk gaat in een soort heerenjas. En eveneens, men zou ongelijk hebben aan een boerenschilderij een zekere conventioneele gladheid te geven m.i. Als een boerenschilderij ruikt naar spek, rook, aardappelwasem, best, dat s niet ongezond; als een stal ruikt naar 130

132 De aardappeleters 79. De aardappeleters. F 82. mest, goed, daar is t een stal voor; als t veld een geur van rijp koren of aardappels of van guano en mest hebbe, dat is juist gezond, vooral voor stadsmenschen. Aan zulke schilderijen hebben ze iets nuttigs. Maar geparfumeerd moet een boerenschilderij niet worden. Ik ben nieuwsgierig of gij er iets in vinden zult dat U bevalt, ik hoop het. Ik zal zoodra t geheel af is en droog, het doek in een kistje U maar zenden en er dan nog wel eenige kleinere bijvoegen. (br. 497). Bij het exposeren van het schilderij zou volgens Vincents eigen woorden het best aan het volgende gedacht kunnen worden: Wat de aardappeleters betreft, het is een schilderij dat goed in t goud doet, dat weet ik zeker. Doch t zou evenzeer goed doen op een muur, die met een papier behangen ware, dat een diepen toon van rijp koren hadde. T is echter eenvoudig niet te zien zonder die afsluiting erbij. Tegen een donkere fond komt het niet tot zijn recht, en 131

133 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer vooral niet tegen een vaal fond. En dat is omdat het een kijkje is in een zeer grijs interieur. In de werkelijkheid staat het ook in een vergulde lijst als het ware, daar meer naar den bekijker toe zich zou bevinden de vuurhaard en het schijnsel van t vuur op de witte muren, die nu buiten het schilderij vallen, maar in de natuur het heele geval achteruit gooien. Nog eens, men moet het dus afsluiten door iets van een diepe goudof koperkleur er om heen plaatsen. Als ge t zelf wil zien zoo als t gezien moet worden, denk daar dan svp aan. Dat in verband brengen met een goudtoon geeft tevens helderheid aan plekken, waar ge die niet zoudt veronderstellen en neemt weg het gemarmerde aspect, dat het krijgt als men t ongelukkigerwijs tegen een vaal of zwart fond plaatste. De schaduwen zijn geschilderd met blauw, en goudkleur werkt daarop. (br. 497) In de eerste week van de maand mei 1885 heeft Vincent het schilderij weer opgehaald uit Eindhoven om er naar de natuur nog dingen aan te doen. (br. 499). Ook over de door hem gebruikte kleuren geeft hij in een van zijn brieven zijn gedachten weer: Het is zeer donker echter en in het wit b.v. is haast niet eens wit gebruikt, doch eenvoudig de neutrale kleur, die ontstaat als men rood, blauw, geel dooreen mengt, b.v. vermiljoen, Parijschblauw en Napelsgeel. Die kleur is dus op zichzelf een vrij donker grijs, maar doet wit in t schilderij. Ik zal U zeggen waarom ik dat doe. Hier is t motief een grijs interieur verlicht door een lampje. t Grauw linnen tafelkleed, de berookte muur, de stoffige mutsen waar de vrouwen mee op het land gewerkt hebben, dat alles, wanneer men door de haren van de oogen ziet, blijkt bij t licht der lamp zeer donker grauw te zijn, en de lamp ofschoon geel ros schijnsel zijnde, lichter nog en heel wat dat t wit in kwestie. 132

134 De aardappeleters Nu de vleeschkleuren ik weet wel dat die bij oppervlakkige beschouwing, nl. als men niet er bij doordenkt, het lijkenen wat men noemt vleeschkleur. Doch ik heb ze bij t begin van t schilderij zoo eens geschilderd, wat geel-oker, rood-oker en wit bv. Maar dat was veel te licht en deugde bepaald niet. Wat toen gedaan? al de koppen had ik af en nog al met veel zorg afgemaakt, maar ik heb ze grif overgeschilderd zonder genade, en de kleur waar ze nu mee geschilderd zijn is zoowat de kleur van een goed stoffigen aardappel, ongeschild natuurlijk. Terwijl ik dat deed, dacht ik er nog aan dat het zoo juist gezegd is van de boeren van Millet: Ses paysans semblent peints avec la terre qu ils ensemencent. (br. 499). Rond half mei 1885 stuurt Vincent het schilderij op naar eo s adres aan de Rue de Laval te Parijs. Hij is ervan overtuigd dat het het boerenleven goed benadert: de reden waarom met een zekere gerustheid ik het zend, is dat in tegenoverstelling van heel wat andere schilderij en het rustieke en een zeker leven er in zit. En dus, of- schoon t anders gedaan is, in een andere eeuw dan de oude Hollanders, Ostade b.v, toch is het ook uit het hart van t boerenleven en oorspronkelijk. Ik heb een grooten lust gehad om het te maken, en het is met een zekere animo dat ik heb gewerkt. Ik heb me niet verveeld, misschien zal het daarom ook anderen niet vervelen. Omdat ik dat geloof, stuur ik het. (br. 500). Ook in zijn tijd na Nuenen blijft Vincent het schilderij van de boeren aan de maaltijd trouw. Nog diverse keren zal hij tekeningen maken van boeren, etend aan tafel, en daarbij terugdenken aan Nuenen. 133

135 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer Zo schrijft hij vanuit Parijs in de herfst van 1887 aan zijn zus Wilhelmien: Wat ik van mijn werk denk is dat het schilderij van de boeren die aardappels eten, wat ik in Nuenen maakte apres tout het beste is dat ik maakte. (br. 574). Hij is dan toch al twee jaar weg uit Nuenen en heeft reeds een hele ontwikkeling doorgemaakt en met vele technieken kennis gemaakt. Zelfs vanuit St. Remy vraagt hij op 30 april 1890, precies 5 jaar nadat hij de aardappeleters had geschilderd, aan eo: Zou je me willen sturen wat je bij mijn oude te-keningen aan figuurstudies vindt, ik denk erover om het schilderij van de etende boeren, lamplichteffect, over te maken. Dat doek moet op het ogenblik wel helemaal zwart zijn, misschien zou ik het uit het hoofd helemaal opnieuw kunnen overmaken. (br. 863). Hij maakt inderdaad in die periode nog schetsen met overeenkomende opstellingen zoals die van april Dit zijn b.v F 1594 verso en F 1595 recto. Wie waren nu deze Nuenense figuren die op de aardappeleters voorkomen? Het zal een discussiepunt blijven welke namen we kunnen toeschrijven aan de personen op het schilderij. Aan de hand van vroegere mededelingen door personen die Gordina de Groot nog gekend en gesproken hebben, zoals de kunstenaar en Nuenense predikant Nico Eekman, Mr. Benno Stokvis en de zus van de vrouw van koster Schafrat, mevrouw Van Eerd uit Beek en Donk, kan worden verondersteld wie voor de diverse versies van het schilderij model kunnen hebben gestaan. Het blijft altijd een verwijzing met een vermoeden op basis van overlevering. De gelijkenis met andere werken van Vincent wijst in elk geval de vrouw links op het schilderij aan als Gordina de Groot. Het blijft jammer dat Gordina in zich in 1926 zoals Benno Stokvis mij meedeelde weigerde te laten fotograferen. Dan hadden we haar in elk geval misschien in enkele schilderijen of tekeningen met zekerheid kunnen herkennen. 134

136 De aardappeleters Langs de huidige Gerwenseweg niet ver van de windmolen De Roosdonck, stond de woning van de familie De Groot. De familie De Groot bestond op dat moment uit moeder De Groot (Cornelia van Rooij ) en haar kinderen Hendrikus (Driek ), Peter (Peer ) en Gordina ( ). Vader Cornelis de Groot geboren was op 2 april 1883 overleden. Hun zoon Gijsbertus woonde op dat moment aan de Beekstraat te Nuenen. Zoon Antonie was op zeer jeugdige leeftijd overleden en de oudste dochter Francijn woonde in Mierlo. De hut waarin Vincent zijn idee voor het schilderen van de aardappeleters opdeed zoals eerder met het verhaal van Van de Wakker weergegeven, werd echter niet alleen bewoond door dit gezin De Groot. De hut was eigendom geweest van Antonie van Rooij, de vader van moeder De Groot, en was in 1873 in het bezit gekomen van de inmiddels overleden Cornelis De Groot, de vader van Gordina (door Vincent in een van zijn latere brieven Sien genoemd). Bij zijn huwelijk waren de kinderen Van Rooij bij hen in blijven wonen. Deze kinderen waren een zus en twee broers van moeder De Groot- Van Rooij, te weten Antonius (This) van Rooij ( ), Francis (Sis) van Rooij ( ) en Maria (Mieke) van Rooij (geb ). Deze kinderen Van Rooij zijn ongehuwd gestorven. Bij het opzetten van zijn eerste schetsen heeft Vincent naar alle waarschijnlijkheid geen compleet gezin rond de tafel aangetroffen. Op de ruwe schets en de meer definitieve aardappeleters ontwaart men een jong kind. Dit kind heeft niet tot de inwonenden behoord. Op de eerste ruwe schets (F 77) gaat het om moeder De Groot en haar kinderen Driek, Peer en Gordina de Groot. Op de tweede olieverfstudie (F 78) waar ineens vijf personen aan tafel zitten in plaats van vier, gaat het om de links op de voorgrond zittende Sis van Rooij, de linker boerin is Mieke van Rooij en achter de tafel zitten is van Rooij en moeder De Groot. Het meisje dat op de voorgrond op de rug gezien wordt, is Gordina de Groot. 135

137 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer De eerste schets en de eerste olieverfstudie had Vincent opgezet in de hut van de bewoners. Op het schilderij dat hij uit het hoofd had geschilderd, (F 82), gaat het om zittend is van Rooij, links zittend Gordina de Groot met naast haar Sis van Rooij en moeder De Groot. Het kind op de voorgrond blijft gehandhaafd. Vincent deed dit omwille van de evenwichtigheid in zijn compositie van personen. Het is wat men noemt een repoussoir. Ook op veel andere boerinnenportretten zien wij waarschijnlijk Gordina de Groot terug. Er is wel eens een discussie of haar roepnaam Gordina, Sien, Stien of zelfs Dien is geweest. Gordina is de naam waaronder ze in haar geboorte-, doop- en overlijdensakte is vermeld. Opmerkelijk is de hiervan afwijkende voornaam op haar bidprentje. Daar staat vermeld Geerdina. De naam die Vincent hanteerde in 1887 in een brief aan zijn zus Willemien is Sien. Haar zoon Cornelis jr. en ook oude Nuenenaren die haar gekend hebben spraken van Sien. Laten we maar aannemen dat ook Vincent zich haar roepnaam goed herinnerde en daarom blijf ook ik bij de naam Sien. Alhoewel, hij zou haar naam ook verward kunnen hebben met Gordina s zus Francina die eerder in Mierlo had gewoond en daar stond ingeschreven als Francijn. Men ging blijkbaar in die tijd niet zo nauwkeurig om met voornamen. Het huis waar de familie De Groot samen met de kinderen Van Rooij woonde, lag aan de weg naar Gerwen, ter hoogte van de windmolen. Het schilderij F 83 is vermoedelijk het aan het eind van de jaren 20 van de vorige eeuw afgebroken huis van de familie De Groot en Van Rooij. Zoals gezegd woonden er twee families in dit huis. Daarom had de woning waarschijnlijk ook twee afzonderlijke toegangsdeuren. Zo konden de kinderen Van Rooij en De Groot toch onafhankelijk van elkaar wonen. Tijdens de jaren van de afbraak bouwde Cornelis de Groot jr. gedeeltelijk op de plaats van de afgebroken boerderij van zijn ouders de thans nog aanwezige woning. In de muur aan de achterzijde zijn stenen verwerkt van de oude boerderij en ook blijkt er nog veel puin van de oude boerderij rondom dit huis in de grond te zitten. Nazaten van De Groot, die er tot 1954 hebben gewoond, hebben verteld dat zowel het 136

138 De aardappeleters 80. Het huis van de aardappeleters. F Het huisje op de locatie van de voormalige boerderij van de aardappeleters. 137

139 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer schuurtje, waarvan het dak links op het schilderij zichtbaar is en de bomen die rechts van de boerderij te zien zijn er tot in het begin van de jaren 50 hebben gestaan. Op grond van bevindingen van Mr. Benno Stokvis uit 1926 mag worden aangenomen dat dit schilderij de boerenwoning of het mensennestje zoals Vincent veel boerderijen noemde van de aardappeleters was. In de Tweede Wereldoorlog raakte het huisje als gevolg van oorlogsgeweld aan de achterzijde beschadigd. De beschadigingen aan het huisje werden hersteld. In oorsprong is, blijkens nog aanwezige fundamenten, het eerste huis van de familie De Groot ook groter geweest. In 1955 verkocht de schoondochter van Gordina het huisje. Het staat er nog steeds, alleen niet meer in de toestand van Jammer eigenlijk

140 De aardappeleters 82. Aardappeletersmodel op F 77, Peer de Groot (zittend 2e van links) op de huwelijksfoto in 1933 van Cornelis de Groot jr, de zoon van Gordina. 139

141 83. De oude toren in F

142 DE OUDE TOREN IN DE AKKERS En ben ook weer doende geweest aan den ouden toren in de akkers (br. 452). Even buiten de bebouwing van de kom van Nuenen stond in de akkers een zeer oude toren. Op de plaats waar deze toren stond, zoals Vincent die gekend heeft, moet reeds in de 13e eeuw een kapel of kerkje hebben gestaan. De laatste restauratie van de toren gaat terug tot Toch raakte de toren weer in verval en in 1873 werd in de Gemeenteraad van Nuenen de nieuwe Clemenskerk in het dorp was sinds 1872 in gebruik de afbraak van de toren aan de orde gesteld. Het zal tot 27 november 1884 duren voordat daadwerkelijk aan de afbraak wordt gedacht. Op 20 februari 1885 besluit de Raad der Gemeente Nuenen c.a. tot afbraak. Op dat moment heeft Vincent reeds vele malen de toren tot onderwerp van zijn schilderijen dan wel tekeningen gemaakt. Ook de ommuring van het kerkhof heeft hij dan reeds meerdere malen getekend. De eerste verkoop van afbraakmaterialen vindt plaats op 11 mei Vincent maakt dat mee en kan dan ook aan eo schrijven: De oude toren in de akkers wordt afgebroken. Er was nu een verkooping van houtwerk en leien en oud ijzer, o.a. het kruis. Ik heb daarvan een aquarel klaar in de manier van die houtverkooping, doch ik geloof beter. (br. 502). Het kruis werd gekocht door de burgemeester voor een bedrag van f 3,-. In de Gemeenteraadsvergadering van 11 mei 1885 doet de burgemeester verslag van deze eerste verkoping van materialen van de spits met een totaalopbrengst van f 70,25. De burgemeester stelt voor den steenen romp door Francis van Engeland en 1 à 2 arbeiders gedurende eene acht dagen te laten afbreken en daarna de steenen te verkoopen in het openbaar en te zien welke winst dit geeft. 141

143 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer Als gevolg daarvan kan Vincent aan eo schrijven: De oude toren wordt volgende week afgebroken! De spits is er reeds af, ik ben aan een schilderij er van bezig. De figuren begin ik in deze nieuwe teekeningen met den romp, en het komt mij voor, zij daardoor voller en breeder worden. Als 50 niet genoeg is, zal ik er 100 teekenen, en als t dan niet genoeg is nog meer, tot ik solide heb wat ik wil, namelijk dat alles rond is, en er als het ware begin noch eind ergens aan den vorm is, doch die een harmonisch levensgevoel uitmaakt. (br. 506). Het schilderij, dat Vincent hier bedoelt (F 84), moet dus zijn ontstaan in de week na 11 mei Op vele schilderijen en tekeningen die door Vincent gemaakt zijn vanuit de pastorie of pastorietuin komt deze toren in het verre landschap voor. De indruk die deze ruïne van de toren met het eromheen liggende kerkhof op Vincent heeft gemaakt, drukt hij in juni 1885 uit als volgt: Heden heb ik afgezonden het bewuste kistje, inhoudende behalve wat ik U reeds schreef, nog 1 schilderij, Cimetière de paysans. Ik heb eenige details weggelaten ik heb willen zeggen hoe die ruïne aantoont, aldaar sedert eeuwen de boeren ter ruste worden gelegd in de akkers zelve, welke zij bij hun leven doorwroeten ik heb willen zeggen hoe doodeenvoudig het sterven en begraven gaat, doodleuk als het afvallen van t herfstblad niets dan een beetje aard omgewoeld een houten kruisje. De akkers er omheen zij maken waar t gras van t kerkhof eindigt, over t muurtje een laatste lijntje tegen den horizon als een horizon van een zee. En nu zegt die ruïne tot mij hoe een geloof en godsdienst vermolmde al was ze hecht gegrondvest, hoe echter het leven en sterven der boertjes almee t zelfde is en blijft, gelijkmatig uitspruiten en verwelken als t gras en de bloempjes die daar wassen op dien kerkhofsgrond. (br.507). 142

144 De oude toren in de Akkers 84. De oude toren in mei F 84. Nabij deze oude kerktoren bevond zich een kerkhof waarop op het noordelijk gedeelte de katholieken en op het zuidelijk gedeelte de protestanten werden begraven. Na enige discussie over de juiste juridische eigendom voor wat betreft de mogelijkheid tot begraven door de protestanten wordt op 8 juni 1884 door het College van Kerkvoogd en Notabelen der Nederlands Hervormde Gemeente Nuenen besloten tot een minnelijke schikking met de Burgerlijke Gemeente Nuenen ten aanzien van het kunnen blijven begraven van de leden van de Hervormde Gemeente op het oude kerkhof. Op 14 januari 1885 wordt de overeenkomst tussen de Hervormde Gemeente en de Gemeente Nuenen gesloten en ondertekend. Medeondertekenaar was dominee Van Gogh. 143

145 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer Hiermee was de toekomstige bestemming van de algemene begraafplaats vastgelegd en werd de vader van Vincent, in overeenstemming met de mede door hem opgestelde en ondertekende overeenkomst, na zijn dood op 30 maart 1885 aldaar begraven als getuige en bevestiging van de geschiedenis rond deze omgeving. Zijn graf bevindt zich er nog steeds. Ook zijn in 2013 op de overblijfselen van de nog in de grond aanwezige muren de contouren van deze oude toren weergegeven. De toren, al dan niet met het kerkhof als omgeving of een gedeelte daarvan, werd door Vincent 12 keer geschilderd, 19 keer getekend,1 keer geaquarelleerd, 2 keer in zijn Nuenens schetsboekje vastgelegd en hij komt 2 maal als schets in een van zijn brieven voor

146 De oude toren in de Akkers 85. Studie van figuren en oude toren van Nuenen. F 1336 recto. 145

147 86. Tekening van een boerderij. F Oude boerderij 146

148 DE HUTTEN VAN NUENEN heb ik zulke mooie hutten gevonden dat ik nu toch nog een stuk of wat variaties van deze menschennestjes die me zoo doen denken aan de nesten van winterkoninkjes, moet uithalen, n.l. ze schilderen. (br. 507). Het is ook in deze periode dat Vincent zich bezighoudt met het schilderen en tekenen van boerderijen, door hem hutten genoemd. Hij vergelijkt deze met een paar oude, afgeleefde luitjes, die maar een wezen uitmaken en die men elkaar ziet steunen. Het waren dikwijls boerderijen die uit twee woningen bestonden met een dubbele schouw. Vincent had er veel belangstelling voor. Tijdens een van zijn zoekacties op een zondag in juni 1885 naar een nest van een winterkoninkje, heeft hij in een naburig dorp zo n mooie hut gezien dat hij teruggaat om die te schilderen. Hij vermeldt dat hij op ongeveer 2 uur gaans van Nuenen enkele hutten heeft geschilderd die midden op de hei liggen. Ook de binnenhuizen tekent hij graag met daarin de boeren en boerinnen. Zo maakt hij tekeningen waar de boerin onder de schouw zit. Een van de hutten die hij als voorbeeld neemt, wordt bewoond door iemand bijgenaamd het rouwboerke en een brave vrouw die de hekse kop genoemd werd. Vincent dwaalt in de voorzomer van 1885 veel rond door de natuurgebieden nabij Nuenen. Op een van die tochten in juni maakt hij op een snikhete namiddag een grote heidebrand mee. Het vuur, dat woedde in een bos dat midden op een kale heidevlakte lag, beperkte zich gelukkig tot de hei, de dennennaalden en dorre takken. De stammen bleven overeind. Op deze tocht werd Vincent vergezeld door de tienjarige Driek Dekkers ( ). Driek woonde samen met zijn vader die door Vincent dikwijls in zijn weefgetouw geschilderd was in een klein huisje dat stond tegenover het huisje van familie De Groot en windmolen De Roosdonck, op de splitsing 147

149 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer Nuenen, Gerwen en Nederwetten. Het huisje van Driek werd in vervallen staat pas in 1983 afgebroken. Driek Dekkers heeft het verhaal later zelf ook verteld en er bij opgemerkt, dat Vincent tot laat op de avond hielp bij het doven van de brand Het wevershuis van Driek Dekkers in verval. 148

150 De hutten van Nuenen 89. Driek Dekkers in zijn weefgetouw met door het raam windmolen De Roosdonck. F

151 90. Twee aardappelrooiende boerinnen. F

152 WAARDERING VOOR HET WEZENLIJKE IN ZIJN WERK de aanmerking, die zij maakten, Portier en Serret, maar dat zij toch er goede dingen in vonden, ben ik content over, (br. 506). Na de opmerkingen die Vincent te verwerken had gekregen over de aardappeleters begon hij nu waar-dering voor zijn werk te krijgen van andere schilders. In Nuenen krijgt hij bezoek van de Utrechtse schilder Wenkebach. Met deze Wenkebach bespreekt hij de onmin waarin hij met zijn vroegere vriend Van Rappard leeft na diens opmerkingen over de aardappeleters. Hij toont Wenkebach zijn studiekoppen. Met name het schilderij van de oude toren vindt deze schilder erg oorspronkelijk en de figuren erg goed. Hij noemt ze Millet-achtig. Deze ontmoeting zet Vincent er toe aan weer contact op te nemen met Van Rappard met de mededeling dat zij beiden wel iets anders te doen hebben dan elkaar te bestrijden en dat op dat moment de lui, die boeren en t volk schilderen, de handen in elkaar moeten slaan omdat eendracht macht maakt. Vincent schildert graag naar levend model en dat kost hem veel geld. De mensen poseren verre van graag en willen het uiteindelijk wel doen, maar dan om het geld. De mensen zijn arm en vele wevers zijn zonder werk en geld en dat helpt Vincent. Toch heeft hij modellen nodig wil hij de opmerkingen die hij van eo en Serret krijgt over zijn tekeningen die hij zelf ook terecht vindt bijschaven. Alhoewel hij liever ter plekke schildert, lukt hem dat niet altijd, en als het hem lukt, kost hem dat veel moeite: Maar ga eens buiten zitten schilderen, op de plaats zelf! Er gebeuren dan allerlei dingen als volgt: uit de 4 doeken, die gij ontvangen zult, haalde ik zeker een 151

153 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer honderdtal en meer vliegen, niet meegerekend stof en zand etc., niet meegerekend, dat als men ze een paar uur door de hei en de heggen meedraagt, een tak of wat er over heen schramt, etc. Niet meegerekend men, als men op de hei arriveert met dit weer na een wandeling van paar uur, vermoeid en verhit is. Niet meegerekend dat de figuren niet stilstaan zooals de modellen van beroep, en de effecten die men pakken wil, veranderen met het vorderen van den dag. Ik weet niet hoe het U gaat, maar wat mij betreft, hoe meer ik er aan werk, hoe meer het boerenleven me absorbeert. (br. 515). Hij brengt tot uiting een te willen zijn met dat wat hem bezighoudt en wat hij wil schilderen. Namelijk te leven in die hutten, dag in dag uit, net als de boeren op t veld zitten, in den zomer de zonnehitte, in den winter de sneeuw en vorst uitstaan, niet binnenka-mers maar buiten, en niet voor een wandeling, maar dag in dag uit, als de boeren zelf. (br. 515). Hij verzet zich tegen het technisch schilderen en tekenen op het atelier. Men moet er op uit! Men moet er meer voor over hebben. Men moet de figuren niet academisch, onberispelijk en zonder fouten tekenen, men moet ze een intiem karakter geven, iets laten doen. Als men rekent al wat men te loopen en te sjouwen heeft om het rouwboerke en zijn hut te schilderen, durf ik beweren, dit een langer en vermoeiender reis is, dan veel schilders van uitheemsche onderwerpen (zij het la justice au harem of de receptie bij een kardinaal) voor hun meest uitgezocht exentrieke onderwerpen doen. Want Arabische of Spaansche of Moorsche modellen heeft men maar voor t bestellen en betalen te Parijs. Doch wie de voddenrapers van Parijs schildert, zooals Raffaëlli, in hun eigen buurtje, die heeft het moeilijker en diens werk is 152

154 Waardering voor het wezenlijke in zijn werk serieuser. Schijnbaar is er niets eenvoudiger dan boeren of voddenrapers en andere arbeiders schilderen, maar geen motieven in de schilderkunst zijn zoo moeilijk als die alledaagsche figuren. En verderop in dezelfde brief: Zeg tegen Serret dat ik wanhopig zou zijn als mijn figuren goed waren, zeg hem dat ik ze niet akademisch correct wil, zeg hem dat ik bedoel, dat als men een spitter photografeert dat hij dan zeker met spitten zou. Zeg hem dat ik de figuren van Michel Ange prachtig vind, al zijn de beenen bepaald te lang, de heupen en billen te breed. Zeg hem, dat in mijn oog Millet en Lhermitte daarom de ware schilders zijn, omdat ze de dingen niet schilderen zooals ze zijn, droog analyserend nagespeurd, doch zooals zij: Millet, Lhermitte, Michel Ange, ze voelen. Zeg hem dat mijn groot verlangen is, zulke onjuistheden te leeren maken, zulke afwijkingen, omwerkingen, verande-ringen van de werkelijkheid, dat het mochten worden nu ja, leugens als men wil, maar waarder dan de letterlijke waarheid. (br. 515)

155 91. Aardappelpoters. F

156 GELDGEBREK Wilt U wachten tot ik wat verkoop en mijne rekening vereffenen?. (br. 523). In augustus 1885 brengt eo, samen met zijn vriend Andries Bonger (de jongste zus van Andries, Johanna Gesina Bonger ( ) zal in 1889 trouwen met eo van Gogh), een bezoek aan Nuenen, waarbij Vincent hem heeft uitgenodigd hem in zijn atelier te komen bezoeken. De weinig rooskleurige financiële situatie waar hij steeds in verkeerde, verduidelijkt hij nog eens in een brief die hij op 5 augustus 1885 schrijft aan de heer Furnée uit Den Haag. Deze heer handelde in verf en Vincent was hem nog geld schuldig. Vincent legt uit dat hij steeds geholpen wordt door zijn broer eo vanuit Parijs. Hij spreekt de verwachting uit, nu het beter gaat met zijn werk, dat de kans op verkoop van zijn werk zich zal gaan voordoen. Toch is hij armer dan vroeger. Hij veronderstelt dat Furnée hem wil uitverkopen en merkt op dat zijn bezittingen niet meer dan f 10,- waard zijn. Het enige waarmee hij kan betalen zijn schilderijen. Van zijn vader heeft hij niets geërfd. Vader was niet rijk en bovendien hadden de kinderen afstand gedaan van hun aandeel in de erfenis. Hij kan niet betalen; zijn omstandigheden zijn zijn excuus. Het is trouwens niet alleen Furnée die nog geld van hem krijgt. Ook de Haagse verfhandelaar Leurs is hij nog f 25,- verschuldigd. In een latere brief blijkt dat hij de mogelijkheid krijgt te betalen met schilderijen. Hij zendt Leurs een kist met 7 grote en 12 kleine studies. Vincent rekent eo voor dat hem, na aftrek van zijn schulden en kamerhuur op het gebruikelijke bedrag dat hij maandelijks van eo ontvangt voor de maanden augustus tot en met december 1885, per maand slechts 150 frs resteert. Er zijn dus nog moeilijke maanden op komst voor Vincent. Wil hij wel in Nuenen blijven? 155

157 92. Boerinnenportret (mogelijk Gordina de Groot) in een brief van 2 juni

158 LAST VAN DE PASTOOR De pastoor ging zoover dat hij de menschen geld beloofde, als zij zich niet lieten schilderen. (br. 531). In september 1885 laat Vincent weten dat hij de laatste 14 dagen erg veel last heeft gehad van de eerwaarde heren Pastoors die hem te kennen gaven, overigens volgens Vincent met de beste bedoelingen en denkende dat het hun plicht was, dat hij niet te familiair moest omgaan met de lieden beneden zijn stand. De mensen werd aangeraden zich niet door Vincent te laten schilderen. Het betrof hier Pastoor Andreas Pauwels (in Nuenen van ) en kapelaan W. Beekmans (in Nuenen ). Vincent neemt Burgemeester J. van Hombergh (in Nuenen ) in de arm en wijst deze erop dat de Pastoors zich beter met andere zaken konden bezighouden. Het blijkt te helpen. Hij ondervindt voorlopig geen last meer van ze. Maar ook buiten op de velden, en daar schilderde hij juist zo graag, lukte het hem minder vaak iemand te krijgen die bereid was zich te laten schilderen en tekenen. De pastoor blijft toch een onsympathieke rol spelen. Sommige mensen gaven volgens Vincent de pastoor wel weerwoord en zeiden liever iets aan Vincent te verdienen dan in armoede bij de pastoor aan te komen. In deze kwestie met de pastoor speelde het feit dat Gordina de Groot die voor vele portretten model had gestaan en ook op de aardappeleters voorkomt -in verwachting was geraakt terwijl zij ongehuwd was, een grote rol. Men zag Vincent voor de vader aan. Hij kwam er dikwijls aan huis. Dat praatje deed het goed. Bovendien had een kerklid van de pastoor zich volgens Vincent nogal lelijk gedragen in deze zaak. Was hij misschien de vader en had hij kans gezien, althans tegenover de pastoor, Vincent de schuld in de schoenen te schuiven? 157

159 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer De pastoor blijft echter pogen de schuld aan Vincent te geven. Enkele inwoners bleven Vincent erop aanzien. Met de familie De Groot bleef Vincent echter op goede voet en kon er net zo gerust aan huis komen als vroeger. Vincent was de vader niet! Gordina had hem zelf verteld wie het wel was. Daarover laat Vincent zich echter niet uit, althans niet op dat moment. De naam van de echte vader noemt ook Vincent niet. Hij schrijft eo over dit voorval alleen: Er moest een meid in de kraam die ik dikwijls geschilderd had, en men zag er mij op aan, hoewel ik het niet was. Echter wetende hoe t geval in elkaar zat van de meid zelve, en het een geval zijnde waarin een gemeentelid van den Nuenenschen pastoor zich nog al bijzonder leelijk had gehouden, kunnen zij op mij, bij deze gelegenheid althans, geen vat krijgen. (br. 531). Is er reden om aan Vincents eigen woorden te twijfelen? Later, in een brief van 1887 vanuit Parijs, vraagt Vincent aan zijn zus Willemina: Het zou mij plezier doen als gij mij wildet schrijven hoe zij het maken bij De Groot, hoe is de geschiedenis afgelopen, is Sien De Groot met haar neef getrouwd? en is haar kind blijven leven? (br. 574). Het moet dus een familielid van Gordina zijn geweest die de vader was. Het kind dat geboren werd heette Cornelis ( ). Hij is er in Nuenen wel altijd op aangekeken een zoon te zijn van Vincent van Gogh

160 Last van de pastoor 93. Boerinnenportret (mogelijk Gordina de Groot). F

161 94. Schets voor het schilderij De populierenlaan gevoegd bij een brief van 17 nov

162 DE LAATSTE MAANDEN IN NUENEN Nu, in t ruwe is mijn plan om naar Antwerpen te gaan. (br. 541). In oktober gaat Vincent samen met Kerssemakers enkele dagen naar Amsterdam om musea te bezoeken. Intens bestudeert hij daar de kleuren op de schilderijen die hij er te zien krijgt van Rembrandt, Frans Hals, Codde en vele andere schilders in het Rijksmuseum. Wachtend op de trein op het Centraal Station kan hij het niet nalaten om ook daar in de wachtkamer naar penseel en verf te grijpen en nog vlug een schilderijtje te maken. In zijn brieven uit die dagen wijdt hij veel uit over de techniek, kleur en lichteffecten bij de oude meesters. Ook de toegepaste kleurmengingen hebben zijn belangstelling. In november schildert hij de drie knoteiken achter de pastorietuin. Een schilderij waaraan hij, volgens eigen zeggen, erg veel werk heeft gehad, maar waar hij tevreden over is. Hij nam het mee naar Kerssemakers en hing het op in diens nogal deftige zaal met grijs behang en zwart met gouden meubels. Toen het schilderij er hing, kreeg hij de overtuiging dat de dingen die hij maakte het goed zouden doen en dat hij erin zou slagen zijn kleuren zo te berekenen dat hij het effect ervan vooraf in de hand zou hebben. Kerssemakers wilde het schilderij kopen en had ook het geld ervoor, maar Vincent kon het niet over zijn hart verkrijgen het aan hem te verkopen. Hij gaf het hem en Kerssemakers aanvaardde het met de woorden het ding is verdomd goed. De moeder van Vincent had het plan Nuenen tussen maart en mei 1886 te gaan verlaten. Van te voren wil moeder op reis naar haar dochter Anna en zoon Cornelis. Zij zal dan zo rond februari 1886 terugkeren om daarna haar verhuizing te regelen. Vincent spreekt er zijn bezorgdheid over uit dat zijn moeder zo oud en suf wordt. Hij zal er eens contact over opnemen met dokter van de Loo in Eindhoven. Na dat contact blijkt volgens deze dokter dat moeder niets mankeert, nog wel een jaar of 10 te leven zal hebben (ze 161

163 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer overleed pas in 1907), en als ze eerder komt te overlijden een ziekte zal moeten hebben opgelopen. Dit stelt Vincent gerust en ook hij kan nu plannen gaan maken om Nuenen te verlaten. Bij het betalen van zijn huur zegt hij tegelijk zijn huur met ingang van mei 1886 op. Hij heeft het plan naar Antwerpen te gaan. Gelijk met de reis van moeder wil hij weggaan om, als moeder ook weer terug is in Nuenen, er weer terug te keren. Dat hij naar Antwerpen wil is niet zo verwonderlijk. Een jaar eerder had hij deze plaats al genoemd en ook in het contact met Van Rappard is de naam van deze stad meerdere keren gevallen. Bovendien wil hij proberen er op de academie te komen en er hetgeen hem in het Brabantse Nuenen helemaal niet lukte of lukken zou naaktmodellen te schilderen. Hij wil wat schilderijen meenemen naar een zestal kunsthandelaren daar en er de stad gaan schilderen. Toch wil hij niet het risico lopen geheel aan Antwerpen gebonden te zijn zonder eventueel op een rustiger oord te kunnen terugvallen en denkt daarbij aan Nuenen. Nu wat hier betreft, ik ken de streek en de luidjes te goed en ik houd er te veel van dan dat ik zeker weet, t geheel uit ware. Ik zal een vertrek zien te huren waar ik mijn boel berg, en ben dan gedekt tevens, in geval ik in Antwerpen me voor een tijd terug wil trekken, of t heimwee naar buiten mocht krijgen. (br. 541). Zijn schilderijen en tekeningen zullen worden opgeslagen boven het weefhuis van Louis Begemann aan de huidige Berg nummer 65. Zijn voornemen om naar Antwerpen te gaan staat in ieder geval vast. Hij ziet niet op tegen de komende winter omdat het gewoon een kwestie is van hard werken. Hij zal in ieder geval zorgen voldoende tekenmateriaal, verf e.d. bij zich te hebben. Hij wil wel bijleren van anderen maar verwacht, omdat hij zoveel jaren gewend is geweest alleen te werken, toch steeds wel alles door zijn eigen ogen te zullen zien en oorspronkelijk aan te pakken. Hij zal Nuenen verlaten 162

164 De laatste maanden in Nuenen zodra hij weer het gebruikelijke maandgeld van eo heeft ontvangen. Hij verlangt ernaar om er weer eens op uit te trekken. eo mag zelfs gerust zijn gebruikelijke financiële steun een week eerder zenden. Hij wil het schilderij van de Populierenlaan in Nuenen, waarvan hij een hele beschrijving geeft in zijn brief en er een schets van voor eo bijvoegt, meenemen naar Antwerpen. Hij vertrekt op dinsdag 24 november 1885 nadat hij zich op 23 november 1885 uit het bevolkingsregister van Nuenen heeft laten uitschrijven. Hij vertrekt, zoals hij zegt, op de eerste plaats, omdat hij er zeer naar verlangt en ten tweede, omdat hij bang is in Nuenen met zijn werk vast te raken door gebrek aan modellen en omdat het te koud is om altijd buiten te werken. Had hij geen problemen gehad met het kunnen krijgen van modellen dan zou hij de winter nog wel in Nuenen hebben doorgebracht. Nog eens, wat mijn betrekkelijk plotseling vertrek van hier aangaat, ik zou indien ik geen stoornis met de modellen gehad had, nog den winter hier hebben doorgebracht. Maar het doorzetten van hier met model te werken, stuit in de bevinding niet zoozeer op de tegenwerking van den pastoor, die door direct absoluut negeeren van mijn kant geneutraliseerd was als die op zichzelf stond, maar het miserabele is dat al durf ik er tegen in, de menschen aarzelen en meer schrik hebben dan ik verwacht had. En ik onderneem het niet of ik moet er op kunnen rekenen dat zij durven. Ga ik nu een paar maanden weg, dat kan helpen, en helpt het niet dan verdient er ook geen een van degenen, die ik verleden winter alle weken wat er voor gaf, dezen winter iets er aan. (br. 543)

165 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer 95 & 96. Uit het kasboek van aannemer De Vries blijkt, dat deze pakkisten maakte voor de schilderijen die Vincent mee naar Antwerpen nam. 164

166 De laatste maanden in Nuenen 165

167 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer 97. Vincents uitschrijving uit de gemeente Nuenen. 98. Bewijs van verandering van werkelijke woonplaats. 23 November

168 De laatste maanden in Nuenen 99. Spitter. F

169 100. Windmolen De Roosdonck te Nuenen. F 1321 recto Windmolen De Vogelenzang in Lieshout. F 1319 verso. 168

170 VAN GOGH EN DE NUENENSE MOLENS EN KERKEN Het jaarverslag van 1883 van de gemeente Nuenen c.a. vermeldt dat op 17 oktober 1883 des namiddags, iets voor 12 uur de op dat moment sinds twee maanden in aanbouw zijnde windmolen instortte. Een 17-jarige jongen werd daarbij gedood. Deze windmolen was in aanbouw genomen door molenaar Van den Eijnden. Hij zou worden opgericht langs de weg naar Gerwen op dezelfde plaats waar ook nu nog een windmolen staat. In eerste instantie zou het een stellingmolen moeten worden maar de oorzaak van de instorting kwam onder andere door het gebruik van een te zachte steensoort. Door de instorting liepen de kosten zo hoog op dat het opnieuw aanbrengen van een stelling te kostbaar werd. Besloten werd om de molen te bouwen op een berg. In 1898 werd de molen eigendom van Hendricus Merks. Na zijn dood werd het molenaarschap overgenomen door diens zoon Arnoldus. Op 16 februari 1971 heeft de gemeente de inmiddels in verval geraakte molen gekocht. De gemeente restaureerde de molen en op 25 augustus 1973 kon hij weer in gebruik worden genomen. Deze molen De Roosdonck werd door Vincent tijdens zijn verblijf in Nuenen ook getekend en ge-schilderd. een maaier, een vrouw die opbindt, schooven en den molen, zoals gij de teekeningen zaagt. (br. 529). Vincent spreekt uitdrukkelijk van den molen hetgeen erop duidt, dat eo wist welke molen hij bedoelde: de Nuenense. Op een van de schilderijen van een weversinterieur (F 27) kan men door het raam een windmolen zien Dat moet de molen De Roosdonck, zijn omdat het hier de wever Pieter Dekkers ( ) in zijn weefgetouw in zijn huisje betreft. Het huisje lag tegenover de windmolen. 169

171 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer Vermoedens dat het bij enkele tekeningen ook om De Roosdonck gaat, kunnen worden uitgesproken over een negental tekeningen. Vermoedens, omdat het bekend is uit mededelingen van Anton Kerssemakers, dat Vincent samen met hem ook de molen van het nabijgelegen dorp Lieshout heeft geschilderd en getekend. Het betreft de windmolen De Vogelenzang. Vincent maakte er een schilderij van met onder aan de molen een kudde schapen. Het schilderij is niet bewaard gebleven. Het laatste wat ik gemaakt heb is een nog al groot ding van een ouden molen op de kale hei, een donker silhouet tegen een avondlucht. (br. 540). Dit moet de molen van Lieshout betreffen omdat die al bestond vanaf 1814 en daarom ten opzichte van Nuenen al een oude molen was. Of het bij de tekeningen die Vincent maakte waarop een molen voorkomt gaat om de Nuenense of de Lieshoutse molen, zou kunnen worden afgeleid uit de vorm van de romp van de molens. De Nuenense molenromp is smaller dan de Lieshoutse, zodat de tekening F 1319 verso en F 1341 de Lieshoutse molen zou kunnen betreffen, terwijl het bij de tekeningen F 1256, F 1321 recto, F 1273, F 1340, F 1342, F 1345 en F 1346 om de windmolen van Nuenen kan gaan. DE OPWETTENSE WATERMOLEN Aan de Kleine Dommel, die de grens vormt tussen de gemeente Nuenen c.a. en Eindhoven, ligt aan de Opwettenseweg een watermolen. Deze watermolen heeft vermoedelijk in de 11e eeuw tot de bezittingen van de Benedictijner abdij van St. Truiden in België behoord en is volgens oude protocollen na 1300 eigendom van de Heeren van Dieteren. De molen veranderde diverse malen van eigenaar en werd na een brand in 1743 herbouwd. Vanaf 1917 is de watermolen in het bezit van het molenaarsgeslacht Van Hoorn. Tot op de dag 170

172 Van Gogh en de Nuenense molens en kerken van vandaag is dat nog zo. De watermolen werd gebruikt als graanmolen en zou ook nu nog te gebruiken zijn als houtzaagmolen. Het is een dubbele onderslag watermolen die ook de aandacht heeft getrokken van Vincent. Op zijn gang naar Eindhoven passeerde Vincent deze molen. Er is een schilderij van Van Gogh bekend waarop deze molen voorkomt. Het dateert vermoedelijk uit het voorjaar van Op de vraag of Vincent de molen ooit geschilderd heeft kon Piet van Hoorn, die altijd bij deze watermolen als molenaar heeft gewoond, in 1965 op 92-jarige leeftijd antwoorden: Dat heb ik gezien. Toen hij daar aan het schilderen was, als ik er tien, vijftien gulden voor geboden had dan had hij gezegd, daar, want hij had er geen ene De Opwettense watermolen. F

173 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer DE COLLSE WATERMOLEN Aan dezelfde Kleine Dommel ligt een eind stroomopwaarts nog een watermolen, namelijk die van Coll. In de 14e eeuw komt deze molen in handen van de Heer Otto van Cuyk en Mierlo. Het voert in het kader van dit boek te ver om daar op in te gaan, maar ook deze molen kent door de geschiedenis heen verschillende eigenaren met als laatste, sinds 1960, de gemeente Eindhoven. Deze gemeente heeft in 1966 een kans voorbij laten gaan om een schilderij dat Vincent van deze watermolen maakte in eigendom te krijgen. Het schilderij werd in Amsterdam geveild en veranderde voor een bedrag van f ,- van eigenaar. Over deze molen schrijft Vincent eind met 1884 aan de schilder Van Rappard: Sedert Uw vertrek heb ik gewerkt aan een watermolen die waar ik naar vroeg in dat herbergje aan t station, waar we zaten te praten met dien man van wien ik U vertelde dat hij scheen te laboreeren aan een chronisch gebrek aan kleingeld in zijn zak. t Is een dito geval als de twee andere watermolens die we zamen bezochten doch met twee roode daken en dat men vlak van voren ziet met populieren er omheen. Zal in den herfst superbe zijn. (br. 448). Het moet hier de Collse watermolen betreffen omdat inderdaad in de directe nabijheid toentertijd het station Eeneind was gelegen en deze watermolen twee rode daken had. Bij de opmerking over de twee andere molens die hij samen met Van Rappard had bezocht, kan gedacht worden aan de reeds genoemde Opwettense watermolen en de derde watermolen rond het grondgebied van Nuenen, namelijk de Hooijdonkse watermolen in Nederwetten. Het is niet bekend of Vincent deze laatste molen ook ooit heeft getekend of geschilderd. Er is tenminste geen schilderij of tekening bewaard gebleven. Het moeten dus deze twee watermolens wel zijn, omdat Vincent in november 1884 voor het eerst spreekt van de ook eerder genoemde Genneper watermolen in Eindhoven. 172

174 Van Gogh en de Nuenense molens en kerken 103. De Collse watermolen. F 48a. Dit schilderij is in november 2017 gekocht door het Noordbrabants Museum te s-hertogenbosch. 173

175 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer 104. De H. Clemenskerk van Nuenen op de tekening Het ijsvogeltje. F

176 Van Gogh en de Nuenense molens en kerken DE H. CLEMENSKERK NUENEN-DORP Nadat architect C. Weber uit Roermond in 1869 de opdracht had gekregen om een schets te maken voor een nieuwe kerk, verleende de Bisschop van s-hertogenbosch in mei 1870 toestemming aan het Kerkbestuur tot het aangaan van een lening voor een bedrag van f ,- waarna de voorbereidingen daadwerkelijk konden beginnen om een nieuwe kerk te bouwen in het centrum van Nuenen. Op 28 maart 1871 legde Pastoor P. van Lent de eerste steen. Op 23 november 1872 werd de kerk ingezegend. Het was deze kerk waar J. Schafrat koster was en waar diens woning direct naast lag. Daar had Vincent van mei 1884 tot november 1885 zijn atelier. De kerk komt ook op een schilderij van Vincent voor, nl. op F 45: de Populierenlaan met een gezicht op het centrum van het toenmalige Nuenen. Verder komt de kerk voor op tekening F 1135, die Vincent maakte van de vijver in de pastorietuin

177 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer 105. De St.Clemenskerk te Gerwen. F

178 Van Gogh en de Nuenense molens en kerken DE ST. CLEMENSKERK IN GERWEN Een andere kerk in de gemeente Nuenen, Gerwen en Nederwetten die voorkomt op een tekening van Vincent is die in Gerwen. Deze kerk was, in tegenstelling tot die in Nuenen-dorp tijdens Vincents verblijf, reeds enkele eeuwen oud. De kerk dateert van omstreeks Het benedendeel van het noorder-dwarsschip en de onderbouw van de toren zijn van een ouder gebouw afkomstig. Zonder hier nader in te gaan op de historie van dit kerkgebouw mag wel vermeld worden dat zich in de toren een klok bevindt die gegoten is in In 1648 werd de kerk door de Protestanten in gebruik genomen en in 1798 ging de kerk weer terug naar de r.-k. parochie. In 1967 werd de kerk voor het bedrag van f 1, overgenomen door de gemeente Nuenen c.a. en werd een aanvang gemaakt met de restauratie. Deze restauratie werd in 1983 voltooid. Inmiddels is de kerk weer door de gemeente verkocht. Vincent maakte ook van deze kerk een tekening, nl. F Vele jaren is verondersteld dat de tekening een kerk in het Eindhovense stadsdeel Tongelre betrof. De tekening is gedateerd december De kerk van Tongelre werd in 1891 afgebroken. Vincent heeft deze kerk naar alle waarschijnlijkheid wel gezien op zijn gang van Nuenen naar Eindhoven. Hij moet hem dikwijls zijn gepasseerd. Bij het vergelijken van foto s van beide kerken vallen enkele zaken direct op die aanleiding geven te veronderstellen dat het inderdaad de kerk van Gerwen moet zijn. Vergelijking van de zadeldaken en hun hoogte, het traptorentje dat Tongelre wel bezat en Gerwen niet en het uitspringen van de zijbeuken bewijzen de indruk dat het de Clemenskerk van Gerwen moet zijn. Bovendien bevindt zich aan de achterzijde van het priesterkoor inderdaad een aanbouw. Vincent heeft wel een tekening van de kerk van Tongelre in zijn schetsboek gemaakt

179 106. Driek Dekkers 109. Jan de Rooij 107. Johannes de Looijer 110. Janus van Nuenen 108. Karel van Engeland 111. Hannes van Lieshout 178

180 VINCENT EN ZIJN ONTMOETINGEN MET NUENENAREN Buiten de al eerder genoemde personen waarmee Vincent in Nuenen in aanraking kwam, zijn er nog een aantal mensen die herinneringen konden ophalen over Vincents verblijf in Nuenen. Zo heeft Driek Dekkers ( ), de zoon van de wever Pieter Dekkers en de jongen die met Vincent een heidebrand bestreed in juni 1885, in 1949 tegenover Ir. Dr. VW. van Gogh verklaard dat hij Vincent goed gekend heeft. Hij heeft bevestigd dat enkele opmerkingen uit de brieven van Vincent op hem betrekking hadden. Hij wist ook te melden dat hij voor Vincent veel nesten uithaalde. Vincent droeg volgens Dekkers altijd een blauwe kiel en blauw linnen broek met een zwarte hoed met brede rand. Hij had een rood sikje en was een lelijke mens. Driek trok als jongen van een jaar of 10 veel met hem op om vogelnestjes te zoeken die Vincent dan later schilderde. Voor elk nestje kreeg Driek 5 cent. Niet alleen een gedeelte in brief 508 over de heidebrand maar ook een gedeelte in brief 507 heeft betrekking op Driek Dekkers: op een grooten tocht, die ik in gezelschap van een boeren jongen deed, om een nest van een winterkoninkje machtig te worden. Vincent zei volgens Dekkers nooit iets dat voor een kind niet paste. Eens moest hij zijn hand een tijdje in een nest blijven houden en zo heeft Vincent hem toen getekend. Ook de vader van Driek Dekkers is dikwijls als wever in zijn weefgetouw door Vincent van Gogh geschilderd. Een andere Nuenenaar, Hannes van der Velden ( ), heeft weten te vertellen dat ook hij vogelnestjes zocht voor Vincent. Hij kon zich nog herinneren dat hij een nestje van een gele wielewaal bij Vincent heeft 179

181 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer gebracht toen hij nog bij Schafrat zijn atelier had. Hij merkte op dat geen mens zo mager was als Vincent. Hij had gezien dat Vincent Peter Smulders op zijn weefgetouw schilderde en hoe Vincent heel dikwijls zat te schilderen bij het oude kerkhof met de toren en de schans die erom heen stonden. En hoe in de zomer een boer, bij het rogge inhalen, stilstond met zijn hooivork in de hand bij de kar terwijl Vincent hem uittekende. Ook had hij een tafereel gezien dat Vincent schilderde waarbij een boer met zijn ene hand aan de teugels van de os en met de andere hand aan de ploeg 112. Hannes van der Velden liep. De broer van die boer zou op datzelfde schilderij boonstaken aan het hakken zijn, terwijl zijn zuster water putte uit de put. Dit schilderij is echter onbekend. Dan is er ook nog Toon Swinkels ( ), bijgenaamd Toon Lap. Tijdens Vincents verblijf in Nuenen was hij een jongeman van 18 jaar. Vanaf zijn twaalfde jaar was hij handwever. Ook hij kon later nog verhalen over Vincent vertellen. Hij bewoonde een kleine bouwvallige woning aan de huidige Berg. Volgens Toon was Vincent een flinke vent met een rode knevel en met rood haar. Hij wist zich te herin-neren dat Vincent hem dikwijls als wever had geschilderd. Van het poseren herinnerde hij zich dat hij steeds moest doorwerken. Vincent kwam dan om negen uur s morgens en ging om twaalf uur naar huis. Om half 2 kwam hij terug en werkte dan aan een stuk door tot het donker was. Vincent heeft drie maanden achtereen geschilderd in de weverij van Toon s vader. Ook heeft Toon eens een schilderij voor Vincent naar Eindhoven moeten brengen. 180

182 Vincent en zijn ontmoetingen met Nuenenaren Omstreeks half november 1885, kort voor zijn vertrek uit Nuenen, schrijft Vincent als hij het heeft over de gelijkenis van zijn portretten: De boeren nu en de lui uit t dorp vergissen zich niet en zeggen grifweg, zelfs tegen me in, als ik zeg dat ze t mis hebben, dat is Reinier de Greef, dat is Toon de Groot, en dat is Dien van de Beek, etc. En herkennen zelfs een figuur van achteren gezien somtijds. (br. 541). In de jaren tachtig van de vorige eeuw was Reinier de Greef ( ) koetsier in Nuenen. Als Vincent in zijn brief aan Van Rappard vertelt dat Vincents vader voor zijn moeder steeds dokter Van der Loo uit Eindhoven laat komen, is het waarschijnlijk deze Reinier geweest die de koetsier was van het rijtuig dat de dokter moest halen. Ook in 1949 vertelden Johannes de Looyer en Karel van Engeland tegenover Ir. Dr. V.W. van Gogh dat zij vogelnestjes voor Van Gogh hadden uitgehaald. Het zelfde verhaal vertelden ook andere oude Nuenenaren zoals Hannes van Lieshout, Janus van Nuenen en Jan de Rooij. Leonardus Kuyten ( ), die op het 200 ha grote landgoed Vaarle geboren was, wist in 1965 op 93-jarige leeftijd nog een verhaal te vertellen over Vincent. Op de vraag of hij zich Vincent van Gogh nog voor ogen kon halen vertelde hij: Nog heel goed. Er komen veel dingen voor op de leeftijd van twaalf, dertien jaar die ge je niet meer herinneren kunt, maar iets bijzonders wel. Vincent van Gogh was nogal een zonderling mens, die kwam veel op Vaarle. Kijk, Vaarle was een afgesloten plaats. Daar hing een tolboom en daar moest je permissie krijgen en Vincent had permissie van vader. Zo kwam hij veel bij vader en Vincent was 113. Leonardus Kuijten 181

183 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer 114. Toon Swinkels 115. Het inmiddels afgebroken wevershuisje van Toon Swinkels aan de Berg. 182

184 Vincent en zijn ontmoetingen met Nuenenaren een kindervriend. Hij was al gauw met mij bezig en of ik vogelnestjes zou zoeken. En zo heb ik met Vincent van Gogh nogal eens veel op en af gelopen. Ik weet haast zeker te weten er is een schilderij daar staat een nest op in het riet en die heb ik hem eens gewezen en ik vermoed dat het die nest is. Hij zocht allerlei nestjes. Ik heb er een gele wielewaal mee uitgehaald. Die wonen boven in de bomen in de takken. Die moet je er met een lange stok uitsnijden. Een heel bijzonder vogeltje is een langstaartje. Dat is een heel apart vogeltje. Het is maar zo groot als een winterkoninkje en heeft een lang staartje. Hij bouwt zijn nest op een eikenboom. Op de stam. Dat doen ze hoofdzakelijk van de schel es van die boom. Dat is niet anders of dat is de boom. Dat wist ik een te wonen. Ik zeg, Van Gogh ik weet een langstaartje wonen. Ja, zei hij. Wij naar die boom en al maar in die boom gekeken. Ik zie niets, zei Van Gogh. Ik zei, daar, daar. Dat is een knoest, zei hij. Ik zei nee en klopte tegen de boom en toen vloog het vogeltje erafen oh, dat was iets. Toen heeft hij bij ons een ladder gehaald en het nestje mooi uitgesneden. Zodoende heb ik nogal eens met Van Gogh gelopen. Zelfs lijsters mee gevangen, van die treklijsters. Dat zijn lijsters zo groot als een tortelduif. Dat is nog fijn wild en die zaten in de weien in de hagen. Daar stonden veel lijsterbessen en daar hadden die vogels het op. Dat was een dubbele heg. Daar vlogen ze dan in het midden doorheen. Vincent hing een netje in die hagen en dan moest ik achterom en hij pakte ze. Zo heb ik nog al eens lijsters met hem gevangen. Ik heb hem bij ons zien schilderen. Er stond een oud schuurtje bij ons. Dat was heel vervallen en was al ondersteund. En daar heeft hij nogal dikwijls verschillende dagen op zitten schilderen. Dat heb ik gezien. Hij had een goed karakter. Zo zei hij op een keer, je krijgt iets van me. Ik was 116. Reinier de Greef en gezin. benieuwd wat ik krijgen zou. En daar kwam 183

185 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer hij aan. Hij had een katapult. Die nam ik mee naar school en ik kon er toch zo ver mee schieten. Die had hij zelf gemaakt en er waren jongens, die hadden dat goed bekeken en maakten er zelf ook een. We namen ze mee naar school en schoten door de ruiten en moesten die toen aan de meester afgeven. Hij was niet vriendelijk. Hij was raar. Je kon toch goed zien dat hij het goed meende. Hij had ook wel tijden als hij op Vaarle kwam en alles kwam bekijken. Dan riep hij uit de verte al ah, jongen ben je daar. Er waren ook tijden dat hij me niet aankeek. Als hij zat te schilderen, dan mocht je niet in zijn nabijheid komen, dat wou hij niet hebben. Dan moest hij niet gestoord worden. Want dan kon je zien dat hij kwaad werd. Hij kon ook lelijk kijken. De aardappeleters, dat is een goede weergave. Dat was zo, dat de mensen rond de tafel zaten en uit een schotel aten. Het interessante is, dat ik die lui goed gekend heb. Een van de jongens die er op staan heeft voor mij in de bossen nog wat gewerkt. Ik heb ze goed gekend. Een andere Nuenenaar die Vincent heeft gekend, Piet van Hoorn ( ), vertelde op 92-jarige leeftijd nog het volgende verhaal over Vincent: 117. Piet van Hoorn Hij had net zo n goed verstand als gij of ik, maar veel mensen in heel Nuenen zeiden, daar heb je die gek weer. En dat kwam daarmee te pas, als hij geen idee, geen schilderplan meer had, ging hij een plan zoeken en tenslotte, ik zal maar zeggen hij stond hier om een plan te maken en tenslotte had hij een plan gevonden, hij had dan hier en dan daar gestaan en ginder en dan weer terug en dan weer vooruit en 184

186 Vincent en zijn ontmoetingen met Nuenenaren dan zeiden de mensen daar is die gek weer aan de gang. Dat was duidelijk, iedereen zou zeggen daar is een gek aan de gang, al maar op en neer, tenslotte stond hij pal en als hij effe gestaan had dan tekende hij iets aan met zijn voet en daar zat hij s anderendaags te schilderen op dat punt, dat had hij goed gevonden. Ik heb ook nog verschillende vogelnestjes voor hem uitgehaald. Ik kreeg in de regel iets meer dan een ander. Ik had die mens volkomen begrepen. Als jij een nestje bracht met de ruwigheid eraf getrokken gooide hij het weg. Ik bracht het zoals de natuur het voortbracht. Dan lachte hij. Dan kreeg ik twee dubbeltjes als een ander maar een dubbeltje kreeg. Alleen op mijn wandelingen ontmoette ik hem en s zondags ging ie altijd op verkenning uit, kijken waar ie zou gaan zitten. Hij was een kalme mens. Hij was niet vrolijk. Hij leefde alleen voor zichzelf en om te schilderen. Hij was aards lelijk. Een rode rossige baard. De ene pin stak die weg en de andere pin die weg. Een aards lelijk uiterlijk had hij. Ik vind zijn schilderijen veel te donker. Ik heb nog wel eens mijn eigen vogelnestjes gezien op zijn schilderijen. De wever op zijn getouw, dat vind ik het mooiste. Ja, ik heb hem net zo goed gekend als mijn eigen broer. Je kwam er niet gemakkelijk mee in contact. Moeilijk. Je kon hem niet aan het praten krijgen. Als je hem goedendag zei was het niet zeker dat ge er een woord uit kreegt. Zo was hij verdiept als hij aan het werk was. Dan had hij geen tijd

187 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer 118. Tekening in een brief van oktober Drie vogelnesten. F

188 Vincent en zijn ontmoetingen met Nuenenaren 120. Stilleven met baardman, koffiemolen, tabakspot en pijpenhoes. F Mand met aardappels. F

189 122. Eindhoven

190 ENKELE EINDHOVENAREN EN VINCENT Tijdens zijn verlijf in Nuenen had Vincent ook contact met inwonens van Eindhoven. Een aantal zijn al eerder beschreven maar twee personen moeten nog genoemd worden omdat zij over deze ontmoetingen verteld hebben. WILLEM VAN DE WAKKER In 1927 vertelde Willem van de Wakker, als gepensioneerd ambtenaar van de posterijen, aan Mr. Benno Stokvis het navolgende verhaal: Als amateur schilderde en teekende hij in die jaren veel. Hij placht een deel van dezen arbeid te laten inlijsten bij den verfhandelaar Baaiens te Eindhoven. Het toeval wilde dat Vincent daar zijn verf placht te koopen. Toen hij zich eens in Baaiens zaak bevond, zag Vincent eenige 123. Willem van de Wakker stukken, die Van de Wakker daar ter inlijsting had gebracht. Vincent bekeek het werk, vroeg Baaiens, wie de maker was en zeide daarop: Stuur dien man eens bij mij. Baaiens bracht de boodschap over; Van de Wakker bezocht Vincent en tusschen beiden ontstond een vriendschappelijke verhouding, die tot een bijna dagelijkschen omgang leidde. Een gemakkelijk leermeester was Vincent geenszins; hij was sarkastisch en geneerde zich niet eens duchtig te vloeken, als er een fout gemaakt werd, of als de leerling niet genoeg materiaal bij zich had. 189

191 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer Van overbodig redeneeren hield hij niet. Was hij eenmaal aan het werk, dan hield hij niet op, voor hij had afgemaakt wat hij zich had voorgenomen. Hij arbeidde trouwens zeer snel met forsche breede streeken. Nooit verbeterde hij en nooit kwam hij op iets terug. Zijn gehele leven was op den arbeid ingesteld: eten, drinken, rusten deed hij zeer matig en alleen voor zoover het strikt noodzakelijk was. Zoo werd Vincent eenmaal door Van de Wakkers moeder uitgenoodigd om te komen eten. Er waren allerlei lekkernijen klaar gemaakt, en het leek een copieuze maaltijd te zullen worden. Vincent kwam binnen, zag de gedekte tafel en vroeg gepikeerd aan zijn gastheer: Wat is nou eigenlijk de bedoeling? Is dat eten voor mij klaar gezet? Ik eet altijd alleen een korst brood. Ik eet dat brave eten niet. En hij was eerst tevreden, toen men hem eenige stukken droog brood voorzette. uis bij zijn ouders vertoefde Vincent weinig. Als hij niet buiten schilderde, werkte hij in zijn atelier. Hij had daar een merkwaardige verzameling vogelnesten. Met zijn vader had Vincent bijna doorloopend ernstige meeningsverschillen. Gelijk hij in t algemeen over zich zelf weinig met anderen praatte, sprak hij ook hieromtrent nooit veel en hij placht zich te vergenoegen met het uiten der veelzeggende woorden: M n vader is een brave dominee. Vincent las veel. Hij was een kolossale literator, zooals de Heer Van de Wakker het uitdrukt. Vooral de boeken van jonge Fransche auteurs, waar niemand in die dagen aan dacht, kocht en bewonderde hij; speciaal van de naturalisten was hij een groot voorstander. Ook over schilderkunst las hij wel. Zoo heeft de Heer Van de Wakker op Vincent s advies onder meer de volgende boeken aangeschaft: Karl Robert, Traité pratique de peinture a l huile en van denzelfden auteur Le Pastel. Vincent sprak vlot Fransch en Engelsch. De kleuren placht hij in het Fransch aan te duiden. Aan al wat Duitsch was, had hij echter het land. Die Moffen kunnen tenslotte niets, was een zijner geliefkoosde stellingen. 190

192 Enkele Eindhovenaren en Vincent Onder de boeren schilderde Vincent veel. Bij voorkeur koos hij dan de leelijkste exemplaren tot model uit. Hij betaalde gewoonlijk niet met geld, doch met pakken koffie, die hij in Eindhoven kocht. Omtrent het ontstaan van het schilderij De Aardappeleters heeft Vincent den Heer Van de Wakker het volgende verteld: Hij kwam op een avond, na den geheelen dag buiten geschilderd te hebben, langs het huisje van de familie De Groot, waar hij dikwijls werkte, en stapte daar binnen om even uit te rusten. Het gezin zat juist onder de lamp bijeen en begon te eten. Spontaan greep Vincent doek, penseel en palet en ving aan de groep te schilderen. De kunstenaar had een eigenaardigen manier om met de menschen om te gaan. Er ging iets vreemds van hem uit, dat de menschen suggereerde en onder zijn invloed bracht. De Heer Van de Wakker had te Nuenen een lastigen chef, die niet al te vrijgevig was met het schenken van verlof. Nu nam Vincent er gedurig aanstoot aan, dat zijn leerling niet genoeg tijd aan het schilderen kon besteden. Op een goeden dag, toen zij beiden buiten werkzaam waren, zeide Vincent: Je chef moest je morgen maar eens van twee tot vijf uur vrij geven. Van de Wakker maakte de tegenwerping, dat daar niet veel kans toe bestond, waarop Vincent kortaf antwoordde: Het moet maar. Ik kom zelf morgen wel eens aan. Werkelijk verscheen Vincent den volgenden dag ten postkantore, vraagde den chef te spreken en zeide hem, naar Van de Wakker wijzend: Ik heb dien man vanmiddag noodig. De chef repliceerde koeltjes: Ik nog veel meer. Vincent zag hem daarop een oogenblik strak aan en sprak toen: U hebt mij verstaan: ik heb hem noodig en U zorgt daar dus wel voor. Daarop keerde hij zich om en verliet zonder groet het vertrek. En werkelijk kwam na eenigen tijd de chef bij den Heer Van de Wakker en gaf hem vrijaf: Die man schijnt je werkelijk noodig te hebben; ik zal vanmiddag jouw werk wel doen. 191

193 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer De Heer Van de Wakker woonde te Eindhoven bij een kleermaker. Deze toonde hem eens een zonderlinge lila stof met oranje en gele noppen, die hij had gekocht en die onverkoopbaar was gebleken. Weet je wat je doet, sprak Van de Wakker, morgen komt Van Gogh bij mij. Etaleer jij die stof; ik durf te wedden, dat hij het koopt. Inderdaad bleef Vincent geboeid voor de winkelruit staan en kocht hij er een pak van tegen f 35,00. Maar hij liep er mee te schande! In Eindhoven werd hij algemeen bijgenoemd: Het gekke menneke van Nuenen. In die dagen ging Vincent ook veel om met Dimmen Gestel, die te Eindhoven een sigaren-etikettenfabriek bezat en nog bezit. Van hem ontving Vincent een steen, waarop hij De Aardappeleters wilde lithografeeren. In de brieven aan eo (brief No. 400) spreekt Vincent van een klein steentje. In werke-lijkheid moet de steen echter vrij omvangrijk zijn geweest, en zoo zwaar, dat de Heer Gestel met Vincent wedde: Je kunt hem niet tot het station Eindhoven dragen. Vincent sprak dit tegen, maar was ten slotte toch genoodzaakt iemand te nemen om hem te helpen. De Heer Van de Wakker heeft van Vincent een afdruk van de lithografie ten geschenke ontvangen, doch schonk die later aan iemand van zijn kennis weg. Ook met den amateur-schilder, eigenlijk leerlooier Anton Kerssemakers ging Vincent om, en ook hem gaf hij les. Kerssemakers nu was eens voor zaken naar Parijs geweest en had daar werk van de impressionisten gezien. Teruggekeerd probeerde hij onder hun invloed een en ander en toonde dit Vincent, terwijl hij vroeg: Hoe vindt ge dat, zit daar geen toon in? Droog en ad rem antwoordde Van Gogh: Er zit wel toon in, maar dat is Toon Kerssemakers en die moet er uit. Veel kwam Vincent overhuis bij den rijk geworden goud- en zilversmid Hermans. Deze bezat een groote verzameling antiquiteiten, die voor Vincent rijke stof tot stillevens opleverde. Ook Hermans was amateur, doch hij had het in de schilderkunst niet zoo heel ver kunnen brengen. Als hij niet voort kon riep hij Vincent, en die moest dan zijn vuile boel opknappen. Hermans zei bijvoorbeeld tegen Vincent: Ik kan er geen lucht in krijgen. 192

194 Enkele Eindhovenaren en Vincent Vincent antwoordde: Ik ook niet, en ook geen licht. Maar geef maar eens hier, ik zal het wel eens voor je over maken. Maakten zijn leerlingen Vincent er opmerkzaam op, dat hij afweek van de schoolse techniek, dan werd hij driftig: Ik veeg m n hakken af aan die techniek van jullie, riep hij dan uit. Hoofdzaak was hem toongehalte en verhoudingen. Hij teekende bij zijn schilde-rijen nooit vooraf, doch greep terstond de kwast, liefst een breede en zette op het doek wat hij weergeven wilde. Ook werkte hij veel met de nagels en vingers. Maar hij was gewoon alles te voren nauwkeurig uit te meten, en beschouwde dit als een eerste vereischte. Dikwijls zeide hij: Ik heb mijn heele elementaire kennis van mijn zakmes. Dat heb ik op alle mogelijke manieren neergezet, en daar leer je van. Meer dan eens onderrichtte Vincent zijn leerling met de woorden: Van de Wakker, je vergeet één ding: je vergeet, dat je geen licht op je palet hebt. Je moet alles veel donkerder schilderen, dan het in werkelijkheid is, om het natuurlijker te maken. Vincent wedde eens een schilderij te zullen maken zonder wit. Hij deed dit ook: in dit stuk was zijn hoogste kleur Napelsch geel. Bijwijlen vermaande Vincent Van de Wakker ook als volgt: Jij hebt een chickie over je, iets Fransch; hoe je er aan komt, weet ik niet; je maakt een chickie. Maar je moet meer naar de natuur schilderen; je bent niet streng genoeg. De Heer Van de Wakker herinnert zich nog de volgende anecdoten. Op een dag was hij met Vincent bezig buiten te teekenen, toen hij opmerkte dat Vincent, onder het werken door, de eene vlieg na de andere dooddrukte op het papier. Hij vroeg Vincent: Waarom maak je toch dat papier smerig? Vincent antwoordde: Dan kunnen ze tenminste zien, dat t buiten gemaakt is. Vincent schilderde eens een groep boomen. Om het gebladerte goed groen te krijgen, wilde hij rood aanwenden. Doch dit bleek reeds opgebruikt. Van de Wakker had toevallig wat lak bij zich, dat Vincent gaarne aanvaardde en waarvan hij kleine stukjes tus-schen het groen op het doek plakte. 193

195 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer Van de Wakker en Vincent bezochten eens De Blanken Opkamer, een boerenkroeg te Nuenen. Bij het weggaan vroeg de baas den schilder, wijzend op zijn ouden vader: Ken je van m n Vader geen landschapje maken? Lachend ontkende Vincent die vraag met een: Nee, geen landschapje. Een groot aantal teekeningen en schilderstukken gaf Vincent den Heer Van de Wakker ten geschenke; deze bezit er heden niet een meer van. Aan een dame van zijn kennis had Vincent een aquarel geschonken van den Gennepschen molen. De dame plakte het boven haar kachel op den schoorsteenmantel, waar het totaal bedorven is. Na den dood van zijn vader heeft Vincent een teeke-ning gemaakt dezen voorstellende liggend in de kist. Vincent dweepte met Millet, Daubigny, Corot. Van De Bock had hij een afkeer; diens werk noemde hij het aftreksel van Mauve. Op een dag vroeg Van de Wakker Vincent met het oog op diens financiële beslommeringen: Hoe staat het er eigenlijk mee, betaal je dien Baaiens zijn verf wel altijd? Vincent antwoordde: Nu nog wel; maar als ik het niet meer kan, zal ik er geen been in zien het te laten; die vent heeft genoeg aan me verdiend. s Heeren Van de Wakkers eigen schilderwerk draagt sterk den invloed van Vincent, zoo zelfs, dat men meer dan eens zijn producten voor die van Vincent heeft aangezien. Een van Vincents meest geliefde stellingen is den Heer Van de Wakker steeds bijgebleven: Stillevens schilderen is het begin van alles. Als je een stilleven kan schilderen, kan je ook een bosch schilderen. Aldus Van de Wakker in Deze Willem van de Wakker was, ten tijde dat Vincent in Nuenen verbleef, als ambtenaar der posterijen, telegrafist op het kantoor in Nuenen. De kleermaker waarbij hij in de kost was en die voor Vincent een pak maakte was J. Stultiens. Hij woonde in de toenmalige Rozemarijnstraat (nu Jan van Lieshoutstraat) nr B

196 Enkele Eindhovenaren en Vincent DIMMEN GESTEL Verteld is dat Vincent voor een litho in Eindhoven een lithografische steen had gehaald bij een drukker. Deze drukker was Dimmen Gestel. Hij wist in 1930 nog het onderstaande te vertellen als herinnering aan zijn ontmoeting met Vincent. Behalve bij de genoemde amateurs en bij Jan Ba-yens in de Rechtestraat bij wien hij zijn verf betrok, kwam Vincent ook nog wel bij andere Eindhovense ingezetenen, o.a. ook bij de goudsmid Driek van Gardinghe en bij Van der Sanden, organist van de St. Catharinakerk. Toon Kers en Van de Wakker hadden mij al eens verteld, hoe nauwgezet Vincent de kleurenleer bestudeerde uit boeken van Delacroix en anderen, die de kleuren ook in verband brachten met de mu-ziek. Er werd mij verteld, dat Vincent hieraan zeer veel gewicht hechtte en daadwerkelijk zich wilde overtuigen, in hoever kleuren en tonen met elkaar in verband staan, en daarom bij Van der Sande pianoles ging nemen. Eens liep Vincent ook onze drukkerij binnen en vroeg naar drukinkt. Later kwam hij er meermalen om en vroeg bij zulk een gelegenheid naar een lithografisch steentje. Na enigen tijd kwam hij daarmee terug, nadat hij het met lithografisch krijt getekend had met de voorstelling van de aardappeleters. Bij gelegenheid van dit bezoek aan onze drukkerij zag Vincent eenig schilderwerk 124. Dimmen Gestel 195

197 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer 125. Dimmen Gestel aquarel van een Nuenense boerderij. (Coll. Ton de Brouwer) van mij. Ik was toen nog te Amsterdam om mij voor de akte Middelbaar Teekenen te bekwamen. Al mijn akademisch werk, waaronder Grieksche beelden en Romeinsche Cesars, ging hij voorbij, maar een schilderstudie van een stil-leven, op mijn zestiende jaar gemaakt, trof hem. Hij vond er een belofte in en raadde mijn ouders aan mij van de akademie weg te nemen en geen examens te laten doen. In elk geval moesten ze mij naar Nuenen sturen, zoo gauw ik weer thuis kwam. Aan dit verzoek heb ik den zomer van 1884 voldaan en zoo ging ik op een Zondagachtermiddag met mijn broeder en onzen lithograaf op stap naar Nuenen. Wij werden door Vincent ontvangen in het atelier, dat hij toen had bij den koster van de R.K. kerk te Nuenen Hij stond daar voor ons, het korte vierkante 196

198 Enkele Eindhovenaren en Vincent kereltje, door de boeren het schildermenneke genoemd. Zijn verweerd en gebruind gezicht was omlijnd door een iet of wat rood en stoppelig baardje. Waarschijnlijk door het schilderen in de zon waren zijn oogen lichtelijk ontstoken. Was het geen Zondag geweest, dan had hij zeker zijn blauwe kiel aangehad. Nu was hij in een korte dikke pijjekker gestoken, zooals schippers die wel dragen. Terwijl hij over zijn werk sprak, hield hij meestal zijn armen over de borst gekruist Deze interessante zomerachtermiddag in Nuenen was opmerkbaar snel omgevlogen. Tegen het vallen van den avond leidde Vincent ons nog rond in het dorp. Wij sloegen het smalle pad in achter het dominees-huis en kwamen al gauw bij den ouden dikken toren met het kleine kerkhof Nadat wij nog enkele mooie teekenachtige boerenhoeven hadden gezien, werd het tijd de voetreis naar Eindhoven weer te aanvaarden. Het was een prachtige zomeravond en Vincent wandelde met ons op tot aan de watermolen van Opwetten. Bij het afscheid stelde Vincent mij voor spoedig terug te komen en, voortvarend als hij was, moest er maar dadelijk een afspraak gemaakt worden, dat ik den anderen morgen met den eersten trein naar Nuenen zou komen. Ik moest mijn gereedschap meebrengen. Vincent zou mij van het stationnetje afhalen en daarna zouden we samen naar de hei gaan om een studie te schilderen. Voor dag en dauw was ik den anderen morgen op het Eeneind, zoogenaamd waar de trein mij had gebracht en keek uit over de landerijen, nog maar schaarsch belicht, of ik mijn nieuwen meester niet zag aankomen Hendrik Siegers beeld van Van Gogh. Bronze 33 cm. (Coll. Ton de Brouwer) 197

199 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer Er zijn nog enkele Eindhovenaren waarvan wij weten dat zij in contact zijn gekomen met Vincent. Hij zag hen niet zo vaak als de eerder uitgebreid beschreven personen Dimmen Gestel, Antoon Hermans, Willem van de Wakker, Antoon Kerssemakers en Jan Baijens. Deze andere Eindhovenaren zoals dokter Karel van de Loo moeten wel worden genoemd. Zo deed zijn vader bij het ongeluk dat moeder Van Gogh op het station van Helmond was overkomen een beroep op deze Eindhovense arts. Vincent schrijft dat ds. Van Gogh geen vertrouwen had in de dokter die Nuenen bediende. Dit was de in Lieshout wonende dokter Henricus de Mol ( ). Ook Vincent zelf heeft Van de Loo enkele keren bezocht zoals hij in zijn brieven schrijft. Voordat hij naar Antwerpen vertrok ging hij voor een uitgebreid medisch advies naar deze dokter. Hij kwam in contact met Petrus van Bemmel die een fotozaak had in de Nieuwstraat. Vincent liet bij hem enkele van zijn werken fotograferen ten behoeve van zogenaamde cartes de visite. De Vincent van Gogh Stichting heeft er nog enkele in haar collectie. Achter op een van de kaartjes heeft Vincent zijn naam geschreven. Hij kende bierbrouwer Joseph van der Harten ( ) die een verzameling opgezette vogels bezat. Dit waren mooie tekenvoorbeelden voor Vincent. Uit latere correspondentie van Van der Harten blijkt dat hij Vincent heeft ontmoet. Ook kwam hij bij familie Van den Broek in het Korenstraatje. Hij heeft er eens waarschijnlijk in ruil voor tabak een aquarel weggeven van de Genneper watermolen. Over Hendrikus van Gardingen ( ), verbonden aan de tekenschool aan de markt in Eindhoven, vertellen anderen in hun verhalen dat deze met Vincent contact heeft gehad. Mogelijk heeft de toen dertienjarige leerling van de tekenschool de latere Eindhovense beeldhouwer Hendrikus Siegers ( ) Vincent daar ook ontmoet. Hij werd later een groot bewonderaar van Vincent. 198

200 Enkele Eindhovenaren en Vincent Vincent beschrijft in een brief aan eo hoe hij bij de firma Gestel aan een steen kwam waarop hij zijn litho van de aardappeleters maakte. Bij deze firma werkte de lithograaf Klaas Verlaan ( ). Vincent schrijft dat een lithograaf van de firma hem heeft geholpen bij het maken van de litho. Tijdens het vakantieverblijf van de schilder Anton van Rappard in Nuenen bezochten zij samen de apotheker Hendrikus Vrijman ( ) op de hoek Vrijstraat met de Rechtestraat. Zij legden de apotheker de vraag voor of men Copahu Balsem kan aanlengen met terpentine. In een brief aan zijn broer eo heeft hij het ook over enkele pianolessen in Eindhoven. Die lessen kreeg hij van organist en dirigent Hein van der Zande ( ). En tot slot kan Eef Stoot ( ) nog worden vermeld. Als de kunstcriticus Albert Plasschaert in 1912 bij Van der Harten informeert of die nog informatie heeft over Vincent, verwijst Van der Harten hem voor meer informatie door naar Eef Stoot. Stoot had een tekenopleiding en was een bekende in culturele kringen in Eindhoven. Na het vertrek van Vincent uit Nuenen had hij een horecagelegenheid tegenover het station in Eindhoven waar hij kunstenaars, zoals Antoon Kerssemakers, de gelegenheid gaf te exposeren. Ook hij zou dus volgens Van der Harten contact kunnen hebben gehad met Vincent. Hij was het waarschijnlijk die, als eerste boekhouder van de Fa. Philips, al vroeg bij Anton Philips bewondering opwekte voor Vincent. Vandaar dat Philips al heel vroeg in het bezit kwam van de schilderijen De Vleermuis (F 177) en Stilleven met akkerbloemen en rozen (F 278)

201 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer ZIJ ONTMOETTEN VINCENT IN EINDHOVEN 127. Hein van de Zande 128. Joseph van der Harten 129. Eef Stoot 130. Klaas Verlaan 200

202 Enkele Eindhovenaren en Vincent 131. Voormalige kerk van Tongelre Markt Eindhoven met telegraafkantoor. 201

203 133. Uit het Nuenense schetsboekje, de voormalige kerk van Tongelre (Eindhoven) 134. Uit het Nuenense schetsboekje het oude Telegraafkantoor van Eindhoven aan de Markt. 202

204 EINDHOVENSE ONDERWERPEN IN EEN SCHETSBOEKJE Op zijn tochten door Nuenen en ook daarbuiten heeft Vincent een klein schetsboekje (12 x 7 cm) op zak gehad. Dit schetsboekje bevindt zich in het Rijksmuseum Vincent van Gogh te Amsterdam. Het dateert uit zijn Nuenense periode en bevat behalve schetsen van boerenkoppen, ook enkele schetsjes die Vincent gemaakt moet hebben op zijn tochten naar en door Eindhoven. Bij het verhaal over Antoon Hermans heb ik reeds verwezen naar Vincents schets van de Catharinakerk te Eindhoven. Verder maakte hij een schets van de kerk in Tongelre, de St. Martinuskerk. Dit schetsje, vergeleken met een oude foto uit die tijd, is met zekerheid deze Tongelrese kerk. Zelfs de muur voor de kerk is herkenbaar. Er staat nog een Eindhovens gebouw in het boekje. Het is het uit het begin van de 19e eeuw daterende en in 1911 gesloopte waaggebouw aan de Markt. Dit gebouw is afgebeeld bij brief nr. 380 in de uitgave van Vincents brieven in Op het eind van de 19e eeuw was dit gebouw ook het telegraafkantoor. Op de schets van Vincent komt het rijkswapen voor en zelfs de telegraafantenne op het dak. Vincent heeft dus nogal wat Eindhovense onderwerpen vastgelegd. Resumerend zijn dat: De Genneperwatermolen, een gedeelte van het oude station, de Catharinakerk, de afgebroken St. Martinuskerk in Tongelre en het oude waaggebouw. 203

205 204

206 135. In 1887 vroeg Vincent aan de burgemeester van Nuenen om een binnenlandsch paspoort. 205

207 136. Gedenksteen op het atelier. Juist zou zijn: dec tot mei

208 HERINNERINGEN AAN VINCENT NA ZIJN VERTREK UIT NUENEN 1930 Alhoewel er enige onmin was ontstaan tussen de Eindhovense Kunstkring en een reeds bestaand Landelijk Comité dat zich bezighield met de oprich-ting van een Van Gogh-monument in Nuenen, werd in 1930 een eerste uiterlijke herinnering geschapen aan het verblijf van Vincent in Nuenen. Op 29 juli 1930 kwamen bij gelegenheid van de 40e sterfdag van Vincent van Gogh, leden van de Eindhovense Kunstkring, genodigden en Nuenense inwoners bijeen in de tuin van de Hervormde pastorie. Onder hen ook de zus van Vincent, Elisabeth Du Quesne-van Gogh ( ) met haar dochter en nicht. Bij deze huldiging hield de voorzitter van de Kunstkring, Jan de Louw, om half drie in de middag in de stromende regen een openingsrede waarbij hij de nadruk legde op het doel van de op dat moment hal aar oude Eindhovense Kunstkring. Dit doel was om de grote voorgangers in de kunst te eren en hun naam hoog te houden, en in het bijzonder van hen die in de streek rond Eindhoven geboren waren, geleefd en gewerkt hadden. Daarom werd op de buitenmuur van het voormalige atelier van Vincent een gedenksteen aangebracht. De steen waarop de tekst stond: Hier woonde en werkte Vincent van Gogh van 1883 tot 1885 Eindhovense Kunstkring 29 juli 1930, was ontworpen door de Waalrese architect Albert Croes en uitgevoerd door de beeldhouwer H. Siegers. Bij deze steen hoorde een door H. Hoppenbrouwers vervaardigde oorkonde. 207

209 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer Na de inleiding werd de oud-brabantse schouderdoek door Elisabeth van Gogh van de gedenksteen genomen en hield zij de navolgende rede: Op deze merkwaardige plek, vanwaar ons het beste van de Brabantse arbeid van de kunstenaar Vincent van Gogh is nagebleven, zijn wij volgens uitnodiging van de Eindhovense Kunstkring bijeen, ik, zijn zuster, om met U allen een van zin en gevoelen, indachtig met hem, die heden voor 40 jaar te Auvers sur Oise den geest gaf, maar wiens liefde voor zijn geboortegrond Brabant hem tot zijn dood is trouw gebleven. Deze liefde voor Brabant en zijn boerenbevolking heeft hij weten uit te spreken in de harmonie der kleuren van zijn schilderingen. Even als de weemoed dien hij gevoelde het land zijner gehecht-heid te zullen verlaten en is het niet een geluk een zaligheid dergelijke diep gaande gevoelens te mogen uiten in de kunst? Al wat leefde trok Vincent zijn aandacht, aan alles voelde hij zich verwant, aan planten, vogels, vlinders, dieren en reptielen, maar voornamelijk aan de arbeiders, bezig op hun land. Ik ploeg op mijn doeken zoals zij op hun akkers, zijn woorden van hem. Niettegenstaande trokken de gloeiende kleuren van het Zuiden hem onweerstaanbaar aan, maar toen hij zich schier zat had gedronken aan dien kleurenbeker, zonder dat daarmede zijn dorst was gelest, nam zijn onrust hand over hand toe en werd het leven zijn ge-schokt lichaam te machtig. Toen zijn geliefde broeder eodoor uit Parijs naar zijn sterfbed was geroepen en deze tot hem zeide dat men zou trachten hem nog voor het leven te bewaren, zeide hij La tristesse durera toujours. De smart zal altijd voortduren, en zoo zou het geweest zijn voor hem die zich tot een martelaar had gemaakt. Heb dank, geachte vrienden van de deze dag, voor 40 jaren verscheiden kunstenaar uit naam der levenden en van de doden voor deze door U zo schoon voorbereide herdenkingsplechtigheid en laat het woord van de grote Carlyle uw hoogste loon zijn dat aldus luidt: Men kan niet op een grote man staren, zonder er bij te winnen; 208

210 Herinneringen aan Vincent na zijn vertrek uit Nuenen hij blijft de levende lichtbron in welker nabijheid men zich goed en gelukkig gevoelt. Andermaal mijn diepgevoelde dank van mij, zijn zuster en van de mijnen. Ik heb gezegd. Na deze toespraak van Vincents zus maakten allen van de gelegenheid gebruik om een aantal in het voormalige atelier opgehangen reproducties te bezichtigen. Een grote pot zonnebloemen Vincents lievelingsbloemen fleurde de bescheiden expositie op. De heer H. van Reuth gaf daarna nog een uiteenzet-ting over het leven van Vincent in Nuenen Elisabeth bij onthulling van de gedenksteen: juli

211 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer 1932 HET EERSTE LANDELIJK GEDENKTEKEN VOOR VINCENT VAN GOGH VINCENT VAN GOGH KOMT IN DE BELANGSTELLING Begin vorige eeuw en vooral vanaf 1920 komt Vincent van Gogh zichtbaar onder de aandacht en daarmee ook wereldwijd - in de openbare belangstelling. Er worden veel exposities van zijn werk gehouden en ook zijn levenswijze komt meer onder de aandacht. In 1914 heeft zijn schoonzus, Johanna Van Gogh-Bonger, de weduwe van zijn broer Theo, de eerste uitgave van zijn brieven doen verschijnen. Haar doelstelling met de openbaarmaking van zijn brieven is, zoals zij zelf in het voorwoord schrijft: Vele jaren zijn verloopen eer Vincent als schilder erkend is; thans kan men hem als mensch leeren kennen en begrijpen. De kunst van Vincent raakt bekend bij een breder publiek. De uitgave van zijn brieven brengt de persoon Vincent dichterbij en maakt zijn werk toegankelijker. Er verschijnen boeken die meer de samenhang tussen zijn werk en zijn leven benadrukken en ook toelichten. De interesse in Vincent is groot. Zo gaat mevr. Helene Kröller-Müller, geadviseerd door de kunstcriticus H.P. Bremmer, zich bijzonder interesseren in het werk van Van Gogh en zij bouwt een collectie op die later van internationale betekenis zou worden. Ook wordt door Jo van Gogh-Bonger en opvolgend door ir. dr. V.W. van Gogh, als directe erfgenamen van Vincents 210

212 Herinneringen aan Vincent na zijn vertrek uit Nuenen werk, diens schilderijen en tekeningen in ruime mate beschikbaar gesteld voor exposities. Deze belangstelling voor Van Gogh gaat ook gelden voor de interesse van plaatselijke kunstkringen en er worden overal lezingen over hem gehouden, zoals door H. P. Bremmer. Mr. J.B. Baard de La Faille is een oeuvre catalogus aan het samenstellen van Vincents nalatenschap. Van Gogh wordt zelfs zoals uit het Duitse zogenaamde Wacker proces in 1928 blijkt al vervalst. Van Gogh is een geboren Brabander en het is daarom begrijpelijk, dat er ook in Noord-Brabant aandacht ontstaat voor Vincent van Gogh. Het eerste boekje dat speciale Brabantse aandacht geeft aan Van Gogh verschijnt in 1929 onder de titel Van Gogh en Brabant en is geschreven door Vincent Cleerdin, griffier van de Provincie Noord-Brabant, voorzitter van het Provinciaal Genootschap voor kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant en schrijver over de Brabantse cultuur. DE AANZET VOOR HET MONUMENT In de Brabantse gemeente Waalwijk floreert de culturele kring De Dolfijnen. Van deze culturele kring zijn o.a. een aantal kunstenaars waar onder de kunstschilder eo van Delft en de architect Alexander Kropholler lid. Maar de grote animator van de kring is, de in alle facetten van kunst en litteratuur geïnteresseerde, Jos Verwiel. Jos Verwiel, geboren op 19 januari 1896 in Waalwijk, is groothandelaar in leer en andere benodigdheden voor de leerindustrie. De crisisjaren maken een eind aan veel schoenfabrieken waardoor ook hij zijn handel moet liquideren. Dit geeft hem wel de mogelijkheid nog meer tijd aan zijn hobby te besteden samen met zijn vele kunstvrienden. Tot die vrienden behoren de schrijvers Felix Timmermans, Herman de Man en Stijn Streuvels. Hij verzamelt feitenmateriaal voor hun romans zoals voor de Familie Hernat van Felix Timmermans. Over en voor verschillende Brabantse kunstenaars organiseert 211

213 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer 138. Pieter Breugel monument in Son. 212

214 Herinneringen aan Vincent na zijn vertrek uit Nuenen 139. Jos Verwiel door eo van Delft, Van Gogh aantekeningen van Jos Verwiel uit Onthulling Jeroen Bosch monument in Den Bosch,

215 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer hij tentoonstellingen zoals met het werk van Nico Eekman. Hij start zelfs een kunsthandel. Ook heeft hij los van zijn uitzonderlijke voorliefde voor Van Gogh samen met eo van Delft een bijzondere passie voor Pieter Bruegel de Oude. Deze passie voor Bruegel is op een bijzondere manier aangewakkerd. Na de Eerste Wereldoorlog in de begin jaren 20 begeleidt hij, vice versa, treinen van het Rode Kruis met oorlogskinderen uit Oostenrijk naar Nederland. Daaruit ontstaat een meer dan vriendschappelijk contact met de koster van de Weense Stephansdom. Twee van diens kinderen worden zelfs een lange periode in zijn huis in Waalwijk ondergebracht. Hij verblijft veel in Wenen en bezoekt dan dikwijls samen met de koster het Kunst Historisch Museum in Wenen dat een rijke verzameling werken van Bruegel bezit. Hij is bijzonder onder de indruk van het werk van Bruegel. Dat enthousiasme brengt hij over op zijn kunstvrienden van de kring en dat leidt er weer toe, dat de Waalwijkse kunstkring zich hard gaat maken voor het oprichten van een Bruegel monument in Breugel dat toen nog als zijn vermeende geboortedorp wordt gezien. Als secretaris van een speciaal comité spant Jos Verwiel zich bijzonder in voor de realisering ervan en op 9 oktober 1926 kan in Breugel (gemeente Son) een monument in de vorm van een gedenksteen voor deze schilder worden onthuld. De eenvoudige gedenksteen wordt ontworpen door Alex Kropholler. Tijdens de Bruegeliaanse maaltijd na de onthulling belooft de burgemeester van Den Bosch, Mr. F.J. van Lanschot zijn gemeente ook een monument voor Jeroen Bosch te bezorgen. Hij spreek daarover Jos Verwiel aan die er op deze manier direct bij betrokken raakt en in juni 1930 wordt het standbeeld voor Jeroen Bosch, vervaardigd door de Wageningse beeldhouwer August Falise ( ), op de markt in Den Bosch onthuld. Hiermee heeft Jos Verwiel inmiddels aan de wieg gestaan van twee monumenten ter nagedachtenis aan twee Brabantse kunstenaars in twee Brabantse gemeenten. 214

216 Herinneringen aan Vincent na zijn vertrek uit Nuenen Er blijft echter voor Jos nog één grote wens over. Het realiseren van een gedenkteken voor die andere grote Brabantse kunstenaar voor wie hij ook zo veel bewondering heeft en van wiens leven en werk hij een uitgebreide studie heeft gemaakt: Vincent van Gogh. Binnen de kunstkring is er door de jaren heen wel eens voorzichtig gesproken over een monument. Ook zijn vriend de arts-kunstenaar Hendrik Wiegersma uit Deurne vindt hij aan zijn zijde om pogingen te gaan ondernemen om dit plan gerealiseerd te krijgen. Zij vinden beiden dat er iets moet komen. Zou het mogelijk zijn in Nederland een blijvende herinnering aan die grote Brabander - Vincent van Gogh - gerealiseerd te kunnen hebben op zijn veertigste sterfdag 29 juli 1930? Een wens voor Jos Verwiel en de zijnen, die veel voeten in aarde heeft voordat deze uiteindelijk in 1932 gerealiseerd zou worden. DE START VAN EEN LANGE WEG In de Provinciale Noord Brabantse en s-hertogenbossche Courant van 1 februari 1930 lezen we Een paar jaar geleden, toen in het dorpske Breugel een gedenkteeken ter eere van den schilder Pieter Bruegel gesticht werd, hebben sommige feestgenooten gezegd: wij zullen hier in de buurt terugkeeren, want ook in Nuenen ontbreekt nog iets. Een van die feestgenoten is natuurlijk Jos Verwiel. Wat hier ook door anderen gezegd wordt past in zijn straatje. Hij maakt in 1927 zijn gedachten schriftelijk kenbaar aan de zus van degene naar wie al die bewondering uitgaat, Elisabeth Hubertina du Quesne - van Gogh. Hij moet gedacht hebben misschien liggen daar de eerste aanknopingspunten en levert het iets op om mijn doel te bereiken. Op 22 oktober 1927 gaat er een eerste brief naar deze zeer geachte mevrouw en hij neemt als binnenkomer de vraag waar haar in 1910 geschreven 215

217 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer boekje Persoonlijke herinneringen aan mijn broeder is uitgegeven. Na een korte ode aan Brueghel, Brabant en aan haar broer Vincent schrijft Jos t wordt toch eindelijk eens tijd, dat wij ons groot verzuim gaan herstellen in het nemen van notitie van onze groote zonen en dat dit mede ook zijn drijfveer is geweest om mee de start te geven aan het oprichten van het Breughel monument een jaar eerder. Slim maakt hij tegelijk van de gelegenheid gebruik om haar te vragen iets te schrijven in het boek dat hij zelf heeft met de uitgave van Vincents brieven uit Het had succes want op 26 oktober ontvangt Jos Verwiel een antwoordbrief van vier kantjes van deze geachte mevrouw, de zus van Vincent die vanaf nu zal worden vernoemd met haar gebruikelijke voornaam Lies. BORINAGE Zij schrijft dat zij een tijd geleden in Wasmes is geweest, een van Vincents woonplaatsen in de Borinage, waar bij een huldiging een gedenkplaat werd aangebracht op zijn woning. Ook zendt zij Jos kosteloos haar boekje met persoonlijke herinneringen en vertelt iets over haar beweegredenen om het te schrijven, namelijk de ontzaglijke onjuistheden over Vincent zijn persoon. Een boekje uit 1910 dat, gelet op de inhoud, overigens nogal wat kritiek opleverde. Zoals in een boekbespreking in aflevering 1 van Elseviers Maandblad in Zij verwijst in deze brief ook naar de uitgave van de brieven van Vincent door haar schoonzuster Jo van Gogh-Bonger en zegt daarover: dit is een geld questie geweest, daar ze aan de meest biedenden zijn verhandeld. Ik heb er mijn sanctie aan ontzegd, daar geen mijner beide broeders, bescheiden en in zich zelf gekeerd naar hun kunstenaarsnatuur toestemming bij leven zouden hebben gegeven tot het openbaar maken dezer uitingen van hart tot hart. 216

218 Herinneringen aan Vincent na zijn vertrek uit Nuenen Of Elisabeth hier op het juiste spoor zit bij de reden van deze uitgave van Vincents brieven is de vraag. Ze geeft hier een heel eigen interpretatie en een andere draai aan de positieve intentie die Jo heeft gehad bij het uitgeven van de brieven. Jo geeft een duidelijke verklaring van haar zuivere intentie om in 1914 tot de uitgave van de brieven te komen. In haar voorwoord bij de eerste uitgave geeft zij een duidelijke verklaring van haar intentie:.maar er was een ander reden, die mij weerhield ze eerder bekend te maken. Het zou een onbillijkheid zijn geweest jegens de doode, belangstelling te wekken voor zijn persoon, eer het werk waaraan hij zijn leven gaf, erkend werd en gewaardeerd zooals het verdiende. Vele jaren zijn verloopen eer Vincent als schilder erkend is; thans kan men hem als mensch leeren kennen en begrijpen. Mogen de brieven met piëteit gelezen worden. Op het geopperde plan om in Brabant te komen tot het oprichten van een monument gaat zij in haar lange brief niet in. In zijn bedankbrief komt Verwiel er concreet op terug en uit zijn idee daarover. Dikwijls is er al in mij opgekomen te trachten een comité in het leven te roepen ter huldiging die het schoonst zou kunnen bestaan door het aanbrengen van een eenvoudige gedenkplaat aan het geboortehuis van Vincent en eo de vroegere pastorie te Zundert. Hij vindt gehoor bij Lies want op 10 november 1927 schrijft zij hem dat de pastorie te Zundert niet meer bestaat en is vervangen door een gebouw dat voor haar alle aantrekkelijkheid verloor. Zij denkt, dat hij bij zijn laatste bezoek aan Nuenen wel langs of in de oude pastorie is geweest en ze vraagt zich af wat er te huldigen valt nu zijn werk in tal van musea prijkt. 217

219 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer Zal men er geld voor overhebben en zal de gedachte dat hij ten slotte protestant was, de animo in Brabant niet minder doen zijn dan het geval was voor Breughel den Ouderen waar een Kerkelijke plechtigheid aan het feest luister bij zette? Gij wilt de zaak rijpelijk overdenken, maar hoe het zij, ik voor mij beschouw Nuenen als het uitgangspunt van zijn Brabantsche kunst. Een opvallende opmerking, haar veronderstelling dat de animo voor Vincent minder zal zijn omdat hij protestant is en er voorafgaande aan de onthulling van het monument in Breugel een kerkdienst werd gehouden waarin het Te Deum werd gezongen. Zij denkt wel positief mee door een gedenkplaat voor Vincent op de Nuenense pastorie te suggereren door te veronderstellen dat de pastorie vrij hecht is en voorts op te merken is zeker de veiligste en blijvendste wijze dat de namen der Grooten onder ons in de harten der menschen gegrift zijn, bij naast de bezieling die hunne werke op anderen overslaat. Op 5 januari 1928 zendt ze aan Jos Verwiel schriftelijk haar nieuwjaarswensen en nodigt hem uit haar te Baarn eens te komen bezoeken. Jos is daarmee in zijn nopjes en laat haar weten haar graag te bezoeken en kennis te mogen maken en met U over het leven en werk van Uw Grooten Broer te spreken. Verwiel bezoekt haar op 9 maart en op 22 maart 1928 stuurt Lies hem een bedankkaartje voor zijn bezoek. Correspondentie blijft daarna een hele lange tijd uit totdat Lies een half jaar later bedankt voor het bezoek in maart. Zij herinnert Jos er aan, dat zij hem bij zijn bezoek documentatie heeft meegegeven die zij nog niet heeft terugontvangen. In mei 1929 stuurt ze Jos,waarbij zij vermeldt te weten dat hij van de schrijfkunst houdt, een kort briefje met een zelf geschreven gedicht. Jos Verwiel heeft haar een schriftelijke felicitatie gestuurd met haar 70e verjaardag en daarbij ook een bloemstuk meegezonden want in een brief van 30 mei 1929 bedankt ze hem hartelijk voor zijn schrijven en zijn bloemstuk en vertelt hoe haar verjaardag is gevierd. 218

220 Herinneringen aan Vincent na zijn vertrek uit Nuenen Op 9 oktober van dat jaar bevestigt zij de ontvangst van een brief van Verwiel en nodigt hem nog eens uit naar haar toe te komen. Het gaat allemaal niet zo snel als Jos Verwiel zich wenst maar hij zit niet stil. Alhoewel hij haar waarschijnlijk bij een bezoek op 13 oktober 1929 nogmaals heeft trachten te enthousiasmeren voor zijn plannen schrijft Lies op 21 oktober 1929 een brief waarin zij uit, dat zij bezorgd is, dat een huldedag nog zolang uitgesteld zal worden en zij die misschien niet meer zal meemaken. Daarom geeft ze Jos de adressen van twee van haar kinderen zodat de familie Van Gogh zeker vertegenwoordigd zal zijn op een huldedag. Trots meldt zij dat haar oudste dochter haar zoontje Vincent heeft genoemd. Naar zijn oudoom dus. Jos zet door en er komt een groep belangstellenden bijeen. Het initiatief om te komen tot een gedenkteken voor Vincent vindt veel weerklank. EEN COMITÉ VOOR EEN MONUMENT IN NUENEN Er wordt door de belangstellenden tot slot een comité opgericht met als voorzitter Mr. J Baart de la Faille, Jos Verwiel zelf als secretaris en Mr. Dr. G v.d. Bergh als penningmeester. Verder hebben zitting dr. C.H.W. Baard directeur Van het Stedelijk Museum Amsterdam, dr. H.P. Berlage, Vincent Cleerdin, dr. Casparie, H. Cleynderd Azn, Just Havelaar, D. Hannema directeur van het Museum Boymans te Rotterdam, mr. H.F.W. Jeltes, A.J. Kropholler, Hildo Krop, Herman de Man, Johan de Meester sr., Piet Mondriaan, Hidde Nijland, Albert Plasschaert, Is. Querido, Joh. Radecker, F. Smidt Degener hoofddirecteur van het Rijksmuseum, Jan Sluyters, jhr. mr. Smits van Oyen burgemeester van Nuenen c.a., J.F. Staal, W. Steenhoff, mr. Dr. Benno Stokvis, K.J.L. Alberdingk ijm, M van de Waerden, dr. H. Wiegersma, Math. Wiegman en mr. P.J. van Wijngaarden. Er wordt tijdens hun tweede bijeenkomst in hotel Americain in Amsterdam op 7 december 1929 levendig van gedachten gewisseld over de 219

221 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer vraag in welke vorm in 1930 dat feit Vincent zal in dat jaar 40 jaar terug overleden zijn bijzonder te herdenken is. Het lid Herman de Man brengt nog het idee in om een Vincent van Goghfonds te stichten voor behoeftige kunstenaars en daarom het comité permanent te verklaren en tevens ook een plan voor een monument uit te voeren. Met de kleinst mogelijke meerderheid wordt het voorstel van De Man verworpen. Alleen het plan voor een monument blijft over. De slotconclusie is wel, dat het moet geschieden door het realiseren van een groots monument. Maar waar moet een monument voor Vincent van Gogh worden opgericht is de volgende vraag. Men loopt Vincent zijn levensweg in Nederland na en bespreekt de relatie die hij met die plaatsen heeft gehad. De uiteindelijke keuze valt op Nuenen. De reden om het in Nuenen te plaatsen wordt als volgt omschreven Hier toch heeft Van Gogh zijn pijnlijken, Brabantschen tijd doorgemaakt, zijn ontroerendste en tevens schrijnendste doek uit zijn Hollandsche periode = De Aardappeleters = gemaakt. t Is daarom dan ook dat Nuenen de plaats zal zijn, waar hij uit naam van het geheele Nederlandsche volk, herdacht zal worden. IR. V.W. VAN GOGH. Jos Verwiel is zeer verheugd en zendt Lies op 20 december 1929 een vriendelijk brie e met het verslag van de tweede bijeenkomst. Hij meldt haar: ongekend veel belangstelling voor hun plannen. In de loop der komende maand gaan de circulaires in zee voor de bijdrage. Op 23 december 1929 reageert Lies door een brief te zenden aan Jos Verwiel. Ze schrijft dat het bericht haar zeer verheugt en dat er sprake is van 220

222 Herinneringen aan Vincent na zijn vertrek uit Nuenen een schoone lijst van beteekende namen. Ze denkt dat er veel geld voor nodig zal zijn en een sterk hekwerk er omheen dat toch in een plaats als Nuenen noodzakelijk is. Ze memoreert ook het door Vincent Cleerdin geschreven boekske Van Gogh in Brabant. Met haar gezondheid is het niet zo best gesteld. Ze lijdt de laatste veertien dagen aan een hevige bronchitis. In een briefkaart van 24 januari 1930 komt Lies nog even terug op de plannen voor een monument. Ze vraagt zich af, zonder dat ik er in het minst bij genoemd wensch te worden zou ik U willen vragen of het oogenblik niet is gekomen waarop Ir. V. van Gogh uit Laren geldelijk door een groote gift zijn dankbaarheid mocht betuigen dat mijn zuster de verpleegde te Ermelo Veldwijk en ik de ons vermaakte nalatenschap van schilderijen te zijnen behoeve vermaakten per gezegeld stuk aan zijn moeder. Met die menschen, moeder en zoon heb ik later gebroken om de uitgaven der brieven maar de généreuze gift onzerzijds is geschied. Er zou bij hem op gezinspeeld kunnen worden alleen reeds omdat de schilderijen zijn eigendom zijn geworden. Enfin ik laat het aan U. Het comité heeft aan deze suggestie al beantwoordt want op 4 februari 1930 schrijft Verwiel in een brief aan Lies Wij zonden ir. V. v. Gogh een gewoone circulaire en vertrouwen, dat hij hierop ook zeker onze plannen, stoffelijk mede zal steunen. In de loop van enkele weken zal ik van onze penningmeester wel iets vernemen over de bijdragen en laat ik U dan wel iets hierover weten. (Dit in vertrouwen natuurlijk). In deze brief meldt hij ook nog dat de Bossche Courant die week een flink artikel wijdt aan hun plannen. Er komt veel belangstelling, het kon ook niet anders, schrijft hij. HET GEDROOMDE BRABANT VAN VINCENT Terwijl Jos Verwiel en zijn comitéleden zich inderdaad buigen over de inhoud van de te verzenden circulaire, zich bezighouden met de plannen voor een monument en de keuze van een kunstenaar die de opdracht zal worden 221

223 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer gegund om een ontwerp te maken, verschijnt er inderdaad in de Provinciale Noord-Brabantsche en s-hertogenbosche Courant van 1 februari 1930 onder de titel Op den Uitkijk een lang artikel over Vincent van Gogh. Hierin wordt nader op de ontstane plannen ingegaan en gereflecteerd. Waarom een monument, en waarom in Nuenen? Omdat dit artikel het comité een grote steun wil zijn en ook het belang benadrukt van meer aandacht voor Vincent in zijn algemeenheid en voor zijn Brabantse periode in het bijzonder, hierna enkele aansprekende alinea s uit artikel dat vooral benadrukt. In Nederland is niet één gedenkteken te vinden dat ons aller dankbaarheid jegens den schilder Vincent van Gogh ( ) verzinnebeeldt. Dertig Nederlanders hebben zich nu vereenigd, om in dat gemis te voorzien. Zij grepen hiertoe een geschikte gelegenheid aan: op den 29sten Juli 1930 als het veertig jaar geleden is, dat de schilder in Frankrijk te Auvers sur Oise gestorven is. Het gedenkteeken zal worden aangebracht te Nuenen, het Brabantsche dorp,waar Van Gogh in de jaren 1883 tot 1885 de belangrijksten werken uit zijn Nederlandschen tijd ontworpen en voltooid heeft. Twintig, dertig jaar geleden waren t enkel Van Gogh s familieleden en vrienden met misschien nog geen honderd vereerders van zijn kunst, die het onverbrekelijk verband tusschen de werken van den schilder en zijn gehechtheid aan Brabant erkenden. Franschen en Duitschers zagen eerder dan zijn landgenooten, dat Van Gogh een vertegenwoordiger bij uitstek was van dit gewest. Aan den auteur van het werkje Vincent van Gogh en Brabant schreef Felix Timmermans onlangs: Gij hebt ons daar goed laten in voelen hoe deze zoeker altijd en overal den roep van zijn streek door zijn bloed hoorde galmen. Met eenig recht schreef Willem Nieuwenhuis bij gelegenheid van de merkwaardige tentoonstelling van teekeningen en aquarellenvan Vincent van Gogh in het stedelijk museum te Amsterdam: Brabants s groei,brabants s bewustwording is misschien nog niet zoo ver gevorderd, dat daar algemeen wordt begrepen, wat de beteekenis is van Vincent van Gogh in zijn Nuenenschen 222

224 Herinneringen aan Vincent na zijn vertrek uit Nuenen tijd voor Brabant en Brabant s ontwikkelingsgang. Doch hij is een der weinigen, zéér weinigen, die de grootheid dezer menschen, ondanks de armzaligheid der verdrukking, die nog aan hen kleefde, heeft doorschouwd, en die zoowel den Brabantschen mensch als het Brabantsche landschap heeft verheerlijkt, om de wevers en de boeren van Brabant een glimp legde van die gouden heerlijkheid, die de eenvoudige Latijnsche mensch bij Millet verkrijgt. Al dit schoone werk zou eigenlijk bezit van Brabant moeten worden; het is een groote bladzijde in Brabant s nieuwere geschiedenis, - en de tijd is niet verre meer dat dit algemeen zal worden aanvaard. Voor de Duitser Julius Meir-Graefe bleef Vincent s liefde voor Brabant een gesloten boek. En nu zeggen opeens dertig Nederlanders onder wie bouwmeester Berlage, letterkundige. Just Havelaar, bouwmeester Kropholler, schrijver Is. Querido,schilders Mondriaan en Jan Sluyters, dichter en prozaist van Deyssel, met verscheidenen kunstkenners nu zeggen zij allen : daar in Brabant, daar in Nuenen, zijn de belangrijkste werken van Van Gogh s Nederlandschen tijd ontstaan. Van Gogh s vader is tientallen jaren in Brabant werkzaam geweest als predikant, namelijk te Zundert, te Helvoirt, te Etten en te Nuenen. In die dorpen heeft de familie Van Gogh steeds een goeden naam gehad. De kinderen Van Gogh waren innig gehecht aan dit gewest, zoals mevrouw Van Gogh-Bonger verklaarde in de uitgaaf van Vincent s brieven aan zijn broer eo: Hun jeugd was vol van poëzie van het Brabantsche buitenleven; zij groeiden op tusschen de korenakkers, de hei en de mastbosschen, in die eigenaardige gevoelsvolle sfeer van een dorpspastorie. Met hoeveel weemoed, met welke onuitsprekelijk heimwee bleven zij nog jaren lang verlangen naar t ouderlijk huis in t Brabantsche dorpje op de hei. Ook eo die geheel en al de fijne Parijzenaar geworden was, bleef in zijn hart iets houden van den Brabantschen jongen zooals hij zich graag lachend noemde. 223

225 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer Terecht schrijft Vincent eens: er zal altijd iets van de Brabantsche akkers en hei in ons blijven. Den eenvoud en de goedhartigheid der boeren waardeerde hij als hooge deugden. De boeren en boerinnen hadden er geen flauw vermoeden van, dat de zonderlinge teekenaar den naam van hun streek en de faam van hun goede eigenschappen over de gansche beschaafde wereld dragen zou. Heel het boerenleven nam Van Gogh met genegenheid in zich op. Na allerlei omzwervingen getuigde hij: Het Brabant dat men gedroomd heeft, daar komt de werkelijkheid soms al heel dicht bij. En in Nuenen wonende verklaarde hij in 1885: Ik denk er zoo dikwijls aan, dat de boeren een wereld op zichzelf zijn, in veel opzichten zooveel beter dan de beschaafde wereld. Van Vincent s arbeid is niet veel in Brabant gebleven. Zoodra de roem begon te gloren boven zijn graf in Frankrijk, heeft de handel zich meester gemaakt van zijn teekeningen, schilderijen en krabbels. De kooplieden hebben véél aan dezen arme verdiend. Zij zullen niet de eersten zijn om te offeren, nu een gave gevraagd wordt ter nagedachtenis aan een groot schilder. De bewonderaar, die Van Gogh s werken kennen uit musea en uit prenten, zullen gaarne hun penninkske storten. Degenen die iets voelen voor den geest van Brabant, voor den goeden geest van het ouderwetsche landvolk, en voor de vertolkers van dien geest en de lofzangers van Brabant s eigenaardige schoonheid zij zullen zich toch ook niet onbetuigd willen laten. Wie zou zich niet erover verheugen, dat geleidelijk in Brabant door een gedenkteekenen de mijlpalen worden gezet van ons aandeel in de Nederlandsche, ja, meer nog in de Europeesche cultuur? De betekenis van Van Gogh voor Brabant, het iets goed te maken te hebben tegenover hem en de aanmoediging tot een financiële bijdrage ter 224

226 Herinneringen aan Vincent na zijn vertrek uit Nuenen realisering van het geopperde gedenkteken komen duidelijk in dit krantenartikel naar voren. Het moet het comité, dat wel wat hulp kan gebruiken ondersteunen want het is natuurlijk een prachtig plan maar verkijkt het comité zich niet enigszins op de korte tijd die men heeft om de benodigde gelden bijeen te brengen? Het zal snel de 29e juli 1930 zijn. Een half jaar is kort om een gedenkteken in enigerlei vorm op of nabij de pastorie te realiseren zoals door Jos Verwiel ter sprake is gebracht in de eerste briefcontacten met Lies van Gogh. DE FINANCIËN Het comité zal ondanks de oproep in het voorgaande krantenartikel om zeker vanuit Brabant geld bij te dragen voor een gedenkteken - alle zeilen moeten bijzetten om het benodigde geld bijeen te krijgen. Er dienen zich plotseling financiële problemen aan bij het comité. Het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant. Er verschijnt een twee kolommen lang artikel in de Noordbrabantse Courant Het Huisgezin van 26 februari 1930, onder de veelzeggende titel: De Van Gogh-herdenking en een betreurenswaardige ommissie. Het Provinciaal Genootschap van kunsten en wetenschappen in Noord-Brabant voelt zich gepasseerd. Men betoogt in een lange inleiding wat eigenlijk het werk van het Provinciaal Genootschap inhoudt door bijvoorbeeld te stellen: Daarom mogen wij wel onze volle aandacht schenken aan een Genootschap van kunsten en Wetenschappen, dat zich beijvert waardeering en belangstelling te wekken voor de kunst in het algemeen en van kunst met een uitgesproken Brabantsch karakter in het bijzonder. Dit laatste, omdat het volkomen in de werklijn van een provinciaal genootschap ligt. Want kunst is schoonheid en schoonheid is, 225

227 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer per definitie: uitstraling van het goddelijke op aarde. En na nog wat dieper te zijn ingegaan op de functie van kunst en Brabantse kunstenaars volgt de vetgedrukte kop: Waarom het provinciaal Genootschap niet gekend in het Vincent van Goghcomité? Omdat onder deze kop het genootschap haar gal spuwt over het niet gekend zijn, hier de letterlijke tekst van hetgeen men onder deze kop verwoort. Uit ons vorig betoog ziet men van welk een verstrekkende beteekenis t werk van ons Provinciaal Genootschap is. Daarom heeft het uitermate onze verbazing en teleurstelling gewekt, toen we zagen dat genoemd Genootschap niet gekend is in de plannen om een grootsche hulde te brengen aan de nagedachtenis van een schilder van onzen bodem: Vincent van Gogh. Niet dat we iets op de samenstelling van het Comité hebben aan te merken (de versierde gevel zal wel goede diensten bewijzen) maar een officieel lichaam als het Prov. Genootschap had men in deze moeten erkennen. Dat men dit niet heeft gedaan, doet hoogs onsymapthiek aan en legt een bewijs van publieke min-waardeering af voor het werk van het genootschap. Dit is oorzaak, dat zich thans vooraanstaande en op t gebied van kunst zeer verdienstelijke personen bij de huldiging afzijdig houden. In het Van Gogh-Comité heeft men schijnbaar zelf wel gevoeld, dat Brabant maar slap vertegenwoordigd is,want later is Vincent Cleerdin nog aangezocht om deel uit te maken van het huldigings-comité. Verder treffen we, als we het ons juist herinneren, nog drie Brabanders aan, waaronder een arts, en den archivaris van Eindhoven. Hier is de vraag gewettigd waarom de Rijksarchivaris niet? Afgezien van alle persoonlijke appreciatie s had de initiatiefnemer (dit klinkt voor den secretaris van het comité wel wat al te groot) in elk geval het Bestuur van het Prov. Genootschap moeten erkennen. Te meer waar het zich zo buitengewoon verdienstelijk heeft gemaakt voor de verspreiding van meerdere kennis omtrent van Gogh s leven en werken; met als gevolg een grootere 226

228 Herinneringen aan Vincent na zijn vertrek uit Nuenen 142. De algemene circulaire 227

229 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer waardeering voor dezen schilder. Zoo herinneren we ons nog de hoogstaande en stevig gedocumenteerde lezing over Vincent van den heer Bremmer. En de penningmeester van het Prov. Genootschap den heer Karel Azijnman, beijverde zich daarop voor een van Gogh tentoonstelling. Daarvoor heeft mej. Ingen Housz onafgebroken, 8 maanden gewerkt, met als zeer dankbaar resultaat, dat men nu over een volledige bibliografie van v. Gogh beschikt. Of er bij het Genootschap ook belangstelling bestaat voor Vincent van Gogh! En heeft t zich voor eenige jaren ook niet verdienstelijk gemaakt bij de Brueghelfeesten! Als nu verschillende aanvragen van het v. Gogh-comité om een bijdrage, zonder meer ter zijde worden gelegd, weet men waar de oorzaak gelegen is. Enkele stevige stoten onder de gordel door in het openbaar de samenstelling van het comité weg te zetten als een versierde gevel die wel goede diensten zal bewijzen en op te merken, dat initiatiefnemer wel wat al te groot klinkt voor de secretaris van het comité, i.c. voor Jos Verwiel. Het Provinciaal Genootschap laat merken zich erg gepasseerd te voelen. Dat wringt. In de Provinciale Bossche Courant van 28 februari 1929 heeft ijs van der Griendt, later directeur van het Provinciaal Genootschap, zich met een ingezonden stuk scherp afgezet tegen de persoon van dr. mr. Benno Stokvis die op 27 februari daaraan voorafgaand in restaurant Lohengrin in s- Hertogenbosch een lezing heeft gegeven over de Brabantse tijd van Van Gogh. Hij vindt dat het gehoor bitter is verrast door de prullezing en hij breekt de inhoud van de lezing in zijn ingezonden stuk tot de grond toe af. Mr. dr. Benno Stokvis, in 1926 schrijver van het boek Nasporingen omtrent Vincent van Gogh in Brabant, is en dat is zeer opmerkelijk - lid van het landelijk Van Goghcomité. Een niet welkom verhaal dus voor het ijverige comité en een verhaal dat er zeker niet aan zal gaan bijdragen dat er voldoende geld gaat binnenkomen. Maar het probleem ligt blijkbaar niet alleen bij het Provinciaal Genootschap dat zich niet serieus genomen voelt. 228

230 Herinneringen aan Vincent na zijn vertrek uit Nuenen In een later stadium zal blijken, dat ook de Eindhovensche Kunstkring zich gepasseerd voelt. Was er contact over de plannen van het landelijk comité tussen de Eindhovensche Kunstkring en het Provinciaal Genootschap? Bestuursleden van deze beide laatste in Brabant opererende organisaties kenden elkaar allen persoonlijk erg goed. In elk geval was er een beter onderling contact tussen de in de Noord-Brabant wonende leden van deze organisaties, dan er contacten waren tussen deze Brabanders en de meer landelijk verspreid wonende leden van het met een specifiek doel opgerichte Van Gogh-comité. Dat kan wel degelijk de oorzaak zijn geweest, dat de plannen nu sterk doorkruist gaan worden. Met afgunst en met argusogen zullen de plannen voor Nuenen gevolgd gaan worden. Uit Baarn komt bij Jos Verwiel op 26 maart 1930 nog ondersteunend briefkaartje van Lies van Gogh binnen Geachte heer Verwiel naar mate de tijd vordert stel ik mij voor hoeveel bezigheid U als secretaris de voorbereiding van een V v G gedenkteeken zal geven. Zoo afkeerig als ik er eerste van was zoo verlangend hou ik thans er bij tegenwoordig te kunnen zijn tegen Augustus. Zeer benieuwd ben ik intusschen of de zaken naar Uw genoegen vorderen en verwijst naar een tentoonstelling ter eere van V.s nagedachtenis in Amsterdam. Lies van Gogh blijft als zij al van de kritiek op de hoogte is geloven in de realisering want in een korte briefkaartje aan Jos Verwiel schrijft zij op 1 mei 1930: Geachte heer Verwiel. Verlangend zie ik uit naar bericht omtrent plan uitvoering dag en tijdstip der V. v. G plechtigheid zal U daarvoor zeer erkentelijk zijn. Inderdaad geeft een en ander aan Jos Verwiel als secretaris van het comité volop werk. Men zal kennis hebben van de kritiek die is geuit vanuit Brabant maar men wil verder. 229

231 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer Er moet een algemene circulaire verzonden worden en ook zullen enkele persoonlijke brieven geschreven moeten worden. Een algemene circulaire is er en deze wordt onder - datum poststempel - verzonden. Onder deze circulaire staan alle dertig namen van de initiatiefnemers vermeld. Zij hopen, dat iedereen die het denkbeeld ondersteunt ten einde de nagedachtenis van dezen grooten Nederlander te eeren, een gedenkteeken in eenigerlei vorm te doen ontwerpen, dat de groote dankbaarheid, die het Nederlandsche Volk den schilder Vincent van Gogh verschuldigd is, zal verzinnebeelden, een bijdrage zal overmaken. Tot degenen waartoe men zich speciaal richt is ook mede op suggestie van Lies tot de oomzegger van Vincent, ir. V.W. van Gogh in Laren. Hij wordt zelfs persoonlijk benaderd door W. Steenhoff, directeur van de schilderijenafdeling van het Rijksmuseum, lid van het comité en dus mede ondertekenaar van de circulaire. Helaas voor het comité is zijn antwoord niet positief. Hij meent, dat een financiële bijdrage zijnerzijds te veel de schijn zou wekken alsof hij dat zou doen ter bevordering van de verkoop van Vincents schilderijen. Een begrijpelijk en te respecteren standpunt. DE NUENENSE GEMEENTERAAD Aan de Gemeenteraad van Nuenen wordt op 4 juni 1930 ook een speciaal schrijven gericht waarbij als uitgangspunt wordt genomen het oprichten van een gedenkteken waarvoor een viertal beroemde beeldhouwers zijn uitgenodigd een ontwerp te maken. De secretaris, Jos Verwiel eindigt de brief met de veronderstelling : U zult er natuurlijk prijs op stellen aan een en ander Uwe hooggeachte medewerking te verleenen en het zal mij eene groote eer zijn het comité te 230

232 Herinneringen aan Vincent na zijn vertrek uit Nuenen kunnen berichten, in welken vorm U dit wenscht te doen en op welk bedrag het Comité eventueel van U mag rekenen. De gemeente onderkent blijkbaar de haast die is geboden want in de raadsvergadering van 30 juni 1930 wordt het verzoek al aan de orde gesteld. De notulen van die raadsvergadering vermelden dat na voorlezing van het verzoek door de raadsvoorzitter, het lid Van Wijk een concept raadsbesluit voorleest en dat na ampele onderlinge bespreking besloten wordt overeenkomstig het door het College van Burgemeester en Wethouders aan de gemeenteraad voorgelegde conceptbesluit. Vanwege enkele voor onze tijd en de huidige gedachtegang opvallende zinsneden in het Raadsbesluit wordt het hieronder in het geheel weergegeven. De Raad der gemeente Nuenen c.a.; Gezien het verzoek van het Vincent van Goghcomité om medewerking te verleenen tot oprichting van een monument te dezer plaatse ter nagedachtenis van den kunstschilder van Gogh; Overwegende, dat de verzoekers zich ten doel stellen door oprichting van dit monument hulde te brengen aan de kunst, die door Vincent van Gogh in zijn schilderstukken is gediend geworden; Overwegende, dat het huldigen van den kunstenaar uiteindelijk in zich sluit het huldigen van den Maker van al het geschapene, Die ook aan de kunstenaars hun gaven schonk; 231

233 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer BESLUIT: Ofschoon hij met de levens- en wereldbeschouwing, die door van Gogh als mensch is gehuldigd, niet kan sympathiseren, op grond van bovenvermelde overwegingen zijn medewerking aan de oprichting van een monument, onder nader te stellen voorwaarden omtrent aard en plaats daarvan, te verleenen en daarvoor een subsidie van f. 50,-- toe te kennen. Aldus vastgesteld enz. Burgemeester en Wethouders van Nuenen c.a. De Burgmeester, Jhr. Mr. J.. Smits van Oyen. De Secretaris.. de Rooy Gezien de wijze waarop in bepaalde bewoordingen met dit raadsbesluit positief wordt gereageerd op het verzoek, dient wel te worden opgemerkt dat het besluit in het juiste perspectief van de tijd waarin het wordt genomen moet worden gelezen. We zien nog duidelijk de grote rooms katholieke invloed in het Brabant van die jaren waarin als algemene mening geldt en daarmee stelt de gemeenteraad met dit besluit zichzelf gerust dat men door de kunstenaar te huldigen, God huldigt omdat ook kunstenaars hun gave van God hebben gekregen. Voorts merkt de Gemeenteraad op dat men niet sympathiseert met de levenshouding die Vincent als mens gehuldigd heeft. Ook een geruststelling over het genomen besluit en ook begrijpelijk in het licht van de mening die over Vincent in die jaren nog de ronde doet onder de Nuenense bevolking. 232

234 Herinneringen aan Vincent na zijn vertrek uit Nuenen Denk aan de geschiedenis met het buurmeisje Margot Begemann en zijn verhouding met de pastoor. Vincent schrijft eo vanuit Nuenen: Er moest een meid in de kraam die ik dikwijls geschilderd had, en man zag er mij op aan, hoewel ik het niet was. Echter wetende hoe het geval in elkaar zat van de meid zelve en de pastoor ging zoover dat hij menschen geld beloofde, als zij zich niet lieten schilderen. Het verklaart veel over het overwegend katholieke dorp Nuenen en hoe men in zijn algemeenheid Van Gogh herinnert in die dagen. Er wordt in het Nuenen anno 1930 wel twee keer nagedacht voordat er geld wordt gegeven voor een monument voor deze, in de ogen van Nuenenaren, nog vreemde figuur. Ondanks die terugblik op Van Gogh en gestoeld op duidelijke, verdedigende overwegingen is men dus bereid f. 50,-- bij te dragen aan een monument voor Van Gogh in Nuenen en zoals vermeld - daarvoor de Gemeentebegroting 1929 te wijzigen. Is het jaartal 1929 wel juist? Moet dat niet 1930 zijn? Was men zo van slag? Het lijkt een minimale geste van de Gemeenteraad maar het moet wel geplaatst worden in het licht van de genoemde overwegingen. Naar 2016 omgerekend gaat het om een bijdrage van f. 877,00 of 398,00. Opvallend in de raadsnotulen is ook de slordige wijze waarop de notulist Vincents achternaam schrijft. Enkele keren schrijft hij: Van Goch. Het gemeentebestuur stelt Jos Verwiel bij brief van 4 juli 1930 in kennis van het genomen raadsbesluit. Dankbaar voor deze gift bedankt Jos Verwiel de Edelachtbare Heeren van de Gemeenteraad bij brief van 14 juli Het comité vergadert op 31 mei 1930 over haar verdere plannen en besluit, aldus de krant De Tribune, een sociaal democratisch weekblad, van 4 juni 1930 : Het comité (waarvan Mr. Dr. G. van den Bergh, Euterpestraat 40, Amsterdam, Postgiro penningmeester is) heeft op hare vergadering van 31 Mei j.l. besloten, voor het door hun op te richten monument, ontwerpen te 233

235 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer vragen van de beeldhouwers Mendes da Costa, Hildo Krop, Joh. Rädecker en Polet. Lies van Gogh blijft uitkijken naar een herdenking want zij informeert nog een keer bij Jos Verwiel met een briefkaart van 16 juni 1930; Zeker is er nog geen nieuws betreffende de herdenking. Men noemt mij niet nieuwsgierig maar in dezen ben ik van dat standpunt afgevallen. In een lange brief van 23 juni, waaruit niet is op te maken of zij op de hoogte is van de magere financiële inkomsten voor het monument, schrijft zij: Ontvangt U veel dank voor uw interessanten brief. Heel toevallig kwam den dag na ontvangst de Heer de Jonge v Zwijnsbergen intendant, uit naam der koningin Moeder zich informeeren namens H.M. omtrent de aanstaande plechtigheid. Hij en zijn vrouw oude kennissen van mij dronken thee bij mij. Ik wist niet beter dan hem uw brief te laten lezen. Hij prees uw handschrift, prees den brief en ik prees u. De dag daarop zou hij de koningin-moeder verslag uit gaan brengen. Wat het kunstwerk betreft zal alles mijns inziens van den opvatting afhangen, zoo is het statuet in hout van den beeldhouwer Mendes da Costa in zeker opzicht onwaar. Zelfs tot op Koninklijk niveau was men dus op de hoogte van de plannen in Nuenen. Waarschijnlijk heeft het comité de ontwerpen voor het monument al ontvangen en heeft Jos Verwiel, Lies daarvan in kennis gesteld want zij vervolgt: Buitengewoon karig in zijn gebaren is het elan van het statuet hoe mooi en kunstig ook onwezenlijk voor wie V. gekend hebben. t Eenig goed gelijkende vind ik de gestalten. Reeds eerder sprak ik u over het borstbeeld te Auvers-sur- Oise van den schilder Daubigny dat zoowel eenvoudig als indrukwekkend is t geen ook wenschelijk zoude zijn dunkt u niet voor een gedenkteeken van Vincent. Zeker zal het nog lang duren oor het monument vervaardigd is hoe lang werkte niet de beeldhouwer Ingenhousz aan het standbeeld van Juliana v. St. dat echter vijfdeelig is. 234

236 Herinneringen aan Vincent na zijn vertrek uit Nuenen EEN GEDENKSTEEN OP VINCENTS ATELIER De Eindhovensche Kunstkring heeft waarschijnlijk - denk aan de eerder geschetste problematiek tussen het landelijk Van Gogh comité en andere culturele organisaties in Noord-Brabant - het landelijk comité de loef af willen steken door een opdracht te geven aan architect Alb. Croes uit Waalre om een ontwerp te maken voor een gedenksteen. De steen wordt vervaardigd door de Eindhovense beeldhouwer Hendrik Siegers. Allebei lid van de Eindhovensche Kunstkring. De gedenksteen moet worden ingemetseld in de muur van het voormalige atelier van Vincent achter de pastorie. En wel op 29 juni Op de 40e sterfdag van Vincent. In de aanloop naar die dag heeft de kunstkring op zaterdag 26 juli daaraan voorafgaand in zaal Verheugen in Eindhoven voor haar leden ook nog een lezing gehouden over Vincent van Gogh. Daar doet men ook een oproep om dinsdag 29 juli naar Nuenen te gaan om er een waardige hulde te brengen ter nagedachtenis aan onzen grooten van Gogh. Men pakt het groot aan want in het Eindhovensch Dagblad van 28 juli 1930 wordt meegedeeld, dat er die middag vanaf de Vestdijk om uur met een autobus v.v. naar Nuenen gereden kan worden. Heeft men geen uitnodiging ontvangen dan is men toch zeer welkom. Begrijpelijk is deze snelle actie om een gedenksteen te gaan aanbrengen op Vincents voormalige atelier een grote streep door de rekening van het landelijk comité en met name ook door het enthousiasme van Jos Verwiel. Het landelijk comité had immers ook een voornemen voor een grootse huldiging op Vincents 40e sterfdag met als sluitstuk het oprichten van een groots monument. Het realiseren daarvan gaat, gelet op tegenwerking en het daardoor ontstane financiële debacle, niet lukken. Een erg grote tegenvaller en de leden van het landelijk comité besluiten als reactie als reactie op dit - vliegen afvangen - zoals Lies later zou schrijven, niet aanwezig te zullen zijn bij de onthulling van de gedenksteen op het voormalige atelier van Vincent. 235

237 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer Vincents zus Lies en haar dochter Jeanette gaan wel in op een uitnodiging en Lies laat dat daags van te voren per briefkaart aan Verwiel weten.: Waarde Heer Verwiel even wil ik U melden dat ik dinsdag a. st. met mijn dochter Mevr. Kooiman hoop af te reizen naar Eindhoven om te Nuenen de herdenking vanwege den kunstkring bij te wonen. Ik ben dienaangaande vol spanning. Zullen wij u daar ook ontmoeten? Eigenaardig dat men zich houdt aan den datum 29- om vier uur. Waarschijnlijk heeft zij wel weet van het feit dat de Eindhovensche Kunstkring de plannen van het landelijk comité heeft doorkruist. Heeft Jos Verwiel haar daar mededeling over gedaan in zijn interessante, niet bewaard gebleven brief van halverwege juni 1930? Ze vraagt zich af of ze hem in Nuenen zal ontmoeten. Heeft Verwiel haar ook al laten doorschemeren dat hij en het comité gepikeerd zijn en daarom niet bij de onthulling aanwezig zullen zijn? Zelfs burgemeester jhr. mr. J. Smits van Oyen lid van het landelijk comité - stuurt met enkele andere comitéleden een bericht van verhindering. Dat is veel zeggend voor een burgemeester die toch gastheer dient te zijn bij zulk een bijzondere gebeurtenis in zijn gemeente. MEN VOELT ZICH BLIJKBAAR STERK GEKRENKT DOOR DEZE ACTIE Dan schrijft Lies een ook in mijn bezit zijnde brief aan Verwiel waarbij juist door het beschadigd zijn van een klein stukje, de datum van de dag ontbreekt maar nog wel te zien is, dat hij in juli 1930 is geschreven. Uit deze brief blijkt, dat Jos Verwiel haar heeft uitgenodigd om op haar tocht naar Eindhoven ook Waalwijk aan te doen om hem en zijn vrouw even te bezoeken. Zij verzoekt hem in haar brief ook over de wrevel heen te stappen die het aanbrengen van de gedenksteen tussen de twee comités heeft teweeg gebracht. 236

238 Herinneringen aan Vincent na zijn vertrek uit Nuenen Waarde Heer Verwiel; eerstens harte dank gezegd ook mevr. Uw Echtg.te voor uw invitatie. Hoe gaarne ik u had willen opzoeken was dit onmogelijk de (onleesbaar woord) gelaste aansluiting hebben wij moeten volgen daar de reis U weet het, tot Nuenen vrij ver is en de plechtigheid om vier uur plaats had, dus moesten de krachten gespaard blijven. Ik kan u beiden wel zeggen dat God mij gesterkt heeft bij deze reis, waartegen ik wel en met recht had opgezien. De leden v/de kunstkring hebben alle eer van hun werk, gij moet dat idee van een vlieg afvangen laten varen. Al de aanwezigen hielden zeer sterk vast aan den datum en ik ga in dat opzicht geheel met hen mee. Ik betreur het dat de terughouding van het groot Comité (onleesbaar woord) ook anderzijds terughouding zal in wezen roepen erg jammer van deze scheuring. Krantenberichten ook van katholieke zijde geven u genoegzaam details van de plechtigheid die zeer sympathiek was, ondanks den stortregen. Heel eigenaardige ontmoetingen hebben wij gehad met oud en nieuw bekenden, en hebben ook op het eenig schoone plekje het graf mijns vaders bezocht waar op het verlaten kerkhof zulk een groote rust heerscht rondom de bedrijvigheid van den oogst. De vermelding in deze brief, dat al de aanwezigen zeer sterk vast hebben gehouden aan de datum kan er op duiden, dat het landelijk comité nog heeft verzocht hun voorgenomen hulde op 29 juli 1930 uit te stellen naar een latere datum als het grootse monument van het landelijk comité zou kunnen worden onthuld. Op een eerdere briefkaart schrijft ze al Eigenaardig dat men zich houdt aan den datum 29- om vier uur. WAT HEEFT JOS VERWIEL HAAR ALLEMAAL VERTELD? Zij betreurt de ontstane situatie en vreest dat door het zich distantiëren van deze huldiging in navolging ook de Eindhovensche Kunstkring zich zal distantiëren van de activiteiten van het landelijk comité. 237

239 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer De situatie is nu eenmaal zo maar het landelijk comité en Jos Verwiel laten zich niet uit het veld slaan en zij zullen hun plannen voor een groots Van Gogh monument in Nuenen niet overboord zetten. Dan maar niet op zijn 40e sterfdag in 1930 maar op een latere datum. Alhoewel, nu een gedenksteen in Nuenen is geplaatst wordt door verschillende personen de wens geuit, het Vincent van Gogh monument in Amsterdam op te richten. Er komt zelfs op een vergadering van het landelijk comité een officieel voorstel om het monument in Amsterdam te plaatsen. De meerderheid van de in de vergadering aanwezige leden kan zich echter niet met dit voorstel verenigen. De reden is, Vincent in Brabant geboren is en heeft er zijn belangrijkste werken uit zijn Nederlandse periode geschapen. Dankzij deze argumenten, die door de meerderheid worden onderschreven, blijft het streven bestaan om een Van Gogh monument in Nuenen te realiseren. DOORZETTEN Dat men doorzet blijkt aan het einde van een groot artikel in de Provinciale Noordbrabantse en s Hertogenbossche Courant van 2 oktober In de rubriek Op den uitkijk verschijnt een groot artikel over de lopende bijzondere Van Gogh tentoonstelling in het Stedelijk Museum in Amsterdam, gewijd aan van Gogh en zijn tijdgenoten. Het artikel eindigt als volgt: Zijn teekeningen en schilderijen spreken een duidelijke taal. Zij zeggen aan iedereen, dat Van Gogh ons landschap, ons gewest met genegenheid en liefde vereerd heeft. 238

240 Herinneringen aan Vincent na zijn vertrek uit Nuenen Daarom verheugt het ons, dat ter herinnering aan van Gogh s arbeid in Brabant een monument zal worden gesticht te Nuenen. Reeds een bedrag is bijeen dat als grondslag dienen kan. Zullen kunstlievende en bemiddelde Brabanders zich onbetuigd laten, nu alweer een beroep op hen zal worden gedaan? De plaatsing van het monument in het schilderachtige dorp nabij de nijverheidsstad Eindhoven zal géén puur toeval zijn, maar een wel-beredeneerde uiting van eerbied voor den genialen arbeid van een kunstenaar, die altoos dankbaar bleef jegens Brabant en zijn volk. Het comité gaat verder maar met de ervaring dat het met de financiële bijdragen aan het monument nog steeds niet zo wil lukken. De plannen moeten worden bijgesteld. Weliswaar heeft men in juni 1930 openbaar kunnen maken dat men een viertal kunstenaars een opdracht heeft gegeven een ontwerp te maken, maar men heeft intussen gelet op de ingekomen bijdragen - een stapje terug moeten doen. Van het comité maken ook de beeldhouwers Alexander Kropholler en Hildo Krop deel uit. Men heeft Hildo Krop, die als comitélid weet wat financieel mogelijk is, bereid gevonden een ontwerp te maken De plannen kunnen in elk geval rekenen op brede ondersteuning door de Brabantse maar ook landelijke pers. Ook van bekende kunstcritici zoals van Albert Plasschaert die op 11 oktober 1931 een artikel in de Groene Amsterdammer schrijft onder de kop: EEN OPWEKKING. Bij meerderheid van stemmen en doordat een Brabander Brabant verdedigde tegenover sommiger skepticisme in deze, werd besloten Nuenen, als plaats van het Van Gogh-gedenkteeken te handhaven. Maar nu begint pas de zaak voor de Brabanders. Het is Brabantse plicht den verdediger gelijk te geven, en dat kan alleen door bijdragen. 239

241 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer En die bijdragen kunnen in Brabant gevonden worden al komen zij voornamentlijk (vermoedelijk) van de in Brabant wonenden, maar niet van geboren Brabanders. De fabriekssteden met hun getal van belangrijke fabrikanten konden alleen een voldoend bedrag bijeen brengen, zoo zij tenminste iets om Vincent geven. Philips kan dat zeker twee keer, één keer door Philips zelf, en één keer door bijdragen van den staf der fabrieken en van enkele arbeiders. En zoo zijn er in deze industrieprovincie meer bedrijven in staat te doen wat ik schreef dat Philips alleen al kon. Een bedrag van tenminste achtduidend gulden is noodig dat is toch niet wonderlijk veel, als ge ziet wat laatst nog een Rotterdammer alleen voor Rotterdam al deed. De verwachting der commissie na het optimistisch betoog van den Brabander moet dus vervuld worden voor de eer van het gewest. Maar is die vervulling er eenmaal, op Amsterdam, de Stad, rust eveneens de verplichting Vincent te eeren. Het is een wekkende opgaaf, dat is zeker, voor zijn Beeldhouwers. A.P. Dit artikel vermeldt ook het bedrag dat nodig is voor het realiseren van het monument. Dat is 8000,00 gulden. Omgerekend naar nu is het bedrag van 1930 te vergelijken met een waarde van f ,-- in guldens toen of ,-- euro. En daarbij is de bijdrage van de gemeente Nuenen c.a. van 50 gulden maar een schijntje. De Provinciale Noordbrabantsche en s Hertogenbossche Courant vindt dit een zulk opwekkend verhaal dat zij in haar editie van14 oktober 1930 het hele artikel graag zegt over te nemen om het onder de aandacht te brengen van de Brabantse lezers. De landelijke krant Het Vaderland helpt te ondersteunen met een artikel op 27 februari 1931 en vermeldt daarbij zelfs het gironummer. 240

242 Herinneringen aan Vincent na zijn vertrek uit Nuenen Indertijd heeft een comité een circulaire verspreid waarin het constateerde, dat nu, veertig jaren na den dood van Vincent van Gogh, in geen der plaatsen, waar hij in Nederland geleefd en gewerkt heeft, de herinnering aan hem levendig wordt gehouden door een blijvend teeken. De onderteekenaars waren van oordeel, dat voor het plaatsen van zulk een gedenkteeken het dorp Nuenen, waar van Gogh in de jaren de belangrijkste werken uit zijn Nederlandse periode geschapen heeft, de aangewezenplek is. De oproep, om gelden hiervoor beschikbaar te stellen, heeft, blijkens een thans verzonden nieuwe circulaire, een teleurstellend resultaat opgeleverd. Het ingekomen bedrag is veel te gering om het doel te verwezenlijken. Het comité veronderstelt, dat aan velen het streven alsnog onbekend gebleven is. In verband daarmede doet het opnieuw een dringend beroep op het Nederlandsche volk,overtuigd, dat daar belangstelling moet bestaan voor het voornemen van gogh op hem passende wijze te eeren. Het geweldig succes der van Goghtentoonstelling, gehouden in het Stedelijk Museum te Amsterdam (Sept.- Nov. 1930), is het bewijs, dat men de kunst van dezen grooten Nederlander naar waarde heeft leeren schatten. Derhalve verspreidt het comité in vol vertrouwen nogmaals een oproep, ten einde aan zijn plannen algemeene bekendheid te geven. Penningmeester is mr. dr. G van den Bergh, Euterpestraat 40, Amsterdam-Z, gemeentegiro B 1559, postgiro 10133, mr. J.B. de La faille, voorzitter, de heer Jos verwiel, secretaris (Waalwijk, Grootestraat 395). 241

243 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer DE GEMEENTE DEURNE De beeldhouwer Hildo Krop werkt aan zijn ontwerp. Zoals al aangegeven, de financiën zijn zeer beperkt. Krop zal dat met de andere comitéleden wel hebben besproken. Waarschijnlijk heeft de Deurnese arts-kunstenaar Hendrik Wiegersma lid van het landelijk comité zijn hulp willen aanbieden. Hij wil als het kan letterlijk een steentje bijdragen. Als inwoner van Deurne gaat hij naar de burgemeester omdat hij weet dat er op de Markt in Deurne nog een heel grote oude steen ligt. De zogenaamde Jaap van de Leijsing steen. Die ligt daar toch maar voor de sier en die steen zou goed gebruikt kunnen worden als onderdeel van het monument dat Hildo Krop heeft ontworpen. Wat is het nut van die steen voor de gemeente en Wiersma kan het comité met het inbrengen van deze steen geld besparen. In de raadsnotulen van de Gemeenteraad van Deurne van 7 augustus 1931 vind ik een agendapunt dat hier over handelt. = Verzoek van het Comité ter huldiging van den Brabander Vincent van Gogh om den zwerfsteen staande op de markt, alhier, af te staan voor een in de gemeente Nuenen c.a. te plaatsen gedenkteeken. = De beraadslaging over dit raadsagendapunt is als volgt: Na voorlezing van het adres, licht de voorzitter toe, dat de heer Wiegersma bij hem is geweest om naar dien steen te vragen, ten einde dien steen te bestemmen tot monument ter vereeuwiging van de bekenden schilder Vincent van Gogh. De steen zal dan als voetstuk dienen. Spreker heeft toen medegedeeld, dat hij daar alleen niet over kon beslissen en de heer Wiegersma zich tot den raad diende te wenden. Burgemeester en wethouders hebben echter in meerderheid gemeend niet op het verzoek te kunnen ingaan en stellen daarom voor afwijzend te beschikken. 242

244 Herinneringen aan Vincent na zijn vertrek uit Nuenen Het lid Wijnen zegt, wel mee te kunnen gaan met het verzoek. Spreker meent, dat de steen voor Deurne waardeloos is en waar het hier geldt de huldiging van een Brabander kan hij ermee accoord gaan, dien steen voor dat doel af te staan. Het lid Fransen is van hetzelfde gevoelen als het lid Wijnen. De groote steen zonder meer is weinig van beteekenis. De voorzitter zegt, dat indertijd de steen op de Markt is geplaatst met het doel, uit te laten komen, dat deze zwerfsteen uit de Ardennen afkomstig is. In den ijstijd zijn verschillende steenen uit de Ardennen K.G. zwaar meegevoerd. De bedoeling heeft voorgezeten om hiermede de wetenschap te dienen, men hier te doen heeft met een steen uit de Ardennen, terwijl de zwerfblokken elders in het Noorden van ons land gevonden, bestaan uit Noorsche steenen. Het lid van Hugten merkt op, dat deze steen door particulieren voor de gemeente is afgestaan en nu vraagt hij of het zoo maar gaat dezen zoo maar weer weg te doen? Wethouder van Deursen zegt, dat de steen weinig waarde heeft maar ook in de toekomst niets meer zal kosten, waarom hij voorstelt hem maar te laten staan. Hij staat er en is in alle gevallen een bezienswaardigheid in deze gemeente. Meerdere gevonden merkwaardigheden uit deze gemeente zijn jammer genoeg naar elders verhuisd. Wij hebben toch al zoo weinig voorwerpen uit de geschiedenis, waarom spreker er voor is dezen steen hier te houden. Het hier aangehaalde argument, dat hij moet worden bestemd voor de huldiging van een groot schilder als Brabander, gaat niet op. Het is geen Brabantschen steen; hij is van veel verder gekomen: er is niets Brabants aan, want hij is uit de Ardennen hierheen gevoerd. Spreker kan daarom ook meegaan met de meerderheid van het College van burgemeester en wethouders om niet op het verzoek in te gaan en den steen voor Deurne te behouden. Het lid. Aarts voert aan, dat het spreekwoord zegt: het is een groot volk, dat zijn groote mannen eert. Spreker zou daarom den steen afstaan voor de huldiging van den Brabantschen schilder Vincent van Gogh. 243

245 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer 143. De Jaap Leijsing in Liessel 144. De steen Jaap Leijsing op de Markt te Deurne 244

246 Herinneringen aan Vincent na zijn vertrek uit Nuenen Het lid de Martines verklaart ook dit gevoelen te zijn toegedaan. Voor Deurne heeft de steen weinig waarde. Het lid van Dinter meent, dat de steen hier doelloos staat; wanneer hij voor het gevraagde doel wordt bestemd, heeft hij nog eenige waarde. De bevolking hier hecht ook weinig waarde er aan; spreker zou hem daarom maar afstaan. Wethouder Goosens zegt, dat hier is aangehaald eigen groote menschen te eeren. Wij hebben hier de Martinet gehad en hebben ook Mevrouw Noordewier-Reddingius geërd. Spreker is er niet voor, den steen zoo maar af te geven, maar hem te bewaren, mogelijk kunnen wij ook nog voorname ingezetenen van Deurne daarmee eeren en huldigen. Het lid van den Berkmortel zegt, hier te hebben gehoord, dat particulieren dien steen aan de gemeente hebben overgedragen. Spreker meent, dat het dan niet past hem weer af te geven. Wij hebben hem als een erfdeel gekregen en moeten hem daarom bewaren. De voorzitter meent, dat over deze zaak voldoende is beraadslaagd. Waar de meningen zijn verdeeld, zal hij het voorstel van burgemeester en wethouders in stemming brengen. Naar spreker verneemt is nog een soortgelijke steen te vinden bij van Kessel te Liessel. Hij zal hiernaar een onderzoek doen instellen en den uitslag daarvan aan den heer Wiegersma mededeelen. Het lid Swinkels doelt wellicht op den vondst van den Romeinschen helm. Jammer genoeg is deze alhoewel dan niet weggegeven toch verkocht. Die helm heeft echter een goede plaats gekregen in het Rijksmuseum te Leiden. Hierna komt het voorstel van burgemeester en wethouders om niet op het verzoek van het comité in te gaan, in stemming. Voor dit voorstel stemmen de leden Maas, van den Berkmortel, Swinkels, Cleutjens, Koppens, van Hugten, van den Eijnden, P.J. Aarts, van Deursen en Goossens; tegen de leden Th. Aarts, de Martines, van Dinter, Wijnen en Fransen, zoodat het voorstel met 10 tegen 5 stemmen is aangenomen en besloten is op het adres van het comité ter huldiging van den schilder Vincent van Gogh afwijzend te beschikken. 245

247 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer Burgemeester J. C. van Beek en gemeentesecretaris P. L. Gijsbers tekenen een eensluidend raadsbesluit en brengen dit aan het Van Gogh comité ter kennis. Een besluit dat niet bijdraagt om uit de financiële perikelen te komen. Hildo Krop werkt wel door om te zorgen, dat het besluit van het Comité om op zaterdag 30 juli 1932 in Nuenen een Van Gogh gedenkteken te kunnen onthullen, gerealiseerd kan worden. EEN DATUM VOOR EEN HERDENKING KOMT TOCH IN INZICHT Jos Verwiel ziet dat de plannen eindelijk toch gerealiseerd kunnen gaan worden en laat Lies van Gogh weten dat de onthulling op 30 juli 1932 zal gaan plaatsvinden. Zij reageert daarop. Op 12 juni 1932 antwoordt zij hem: Waarde Heer Jos Verwiel. Ik breng U mijn gelukwenschen toe nu het U is mogen gelukken met veel moeite en tegenwerking door tijds omstandigheden nochtans te bereiken t geen Gij en het Comité zich hadden voorgesteld ten opzichte van een monumentaale herdenking aan den kunstenaar Vincent van Gogh. Alleen zou ik vreezen dat aan de plechtigheid van 30 juli a.st. het intens warme Brabantsche gevoel mocht ontbreken gelijk uitbranden van een gewijdde kaars - Gaarne zal ik tijdig het juiste uur der plechtigheid vernemen. Met genoegen hoorde ik dat het de uwen goed gaat Ook uw eerbiedwaardigen vader? U verder succes bij de uitvoering van uw plan toewenschende teeken ik mij Hoogachtend U dw. Mevr. E.H. du Quesne- Van Gogh te Baarn. Zij laat met deze briekaart toch nog even een bij haar levende vrees 246

248 Herinneringen aan Vincent na zijn vertrek uit Nuenen doorschemeren dat de destijds rond het aanbrengen van de gedenksteen op Vincents atelier in 1930 gerezen problemen tussen de comités nog voelbaar zullen zijn tijdens deze herdenking en onthulling. Men kan naar buiten treden. De beoogde datum nadert immers met rasse schreden. Dit wordt in een artikel in de Bossche Courant van 18 juni 1932 bekend gemaakt door het comitélid Vincent Cleerdin die schrijft: Een paar jaar geleden hebben dertig bewonderaars van den arbeid van Van Gogh het plan gevormd om Vincents nagedachtenis in Brabant te eeren door een monument. Het was hun bedoeling op 29 juli 1930 gereed te zijn. Er werd een inschrijving geopend, doch de crisis was oorzaak dat de hoeveelheid der geofferde penningen beneden de verwachting bleef. Het Comité hoopte op een gedenkteeken dat de groote dankbaarheid, die het Nederlandsche volk den schilder Vincent van Gogh verschuldigd is, zal verzinnebeelden. Dat had iets kunnen worden! Maar de hoeveelheid penningen bleef aanmerkelijk beneden de verschuldigde dankbaarheid en zoo zullen we het moeten stellen met een eenvoudig monument. Dit gedenkteeken zal dus worden opgetrokken in den stijl van het gewest, waar Vincent van Gogh het levenslicht zag in letterlijken en figuurlijken zin in den stijl van het landsvolk, waaraan hij zijn hart verpandde. De beeldhouwer Hildo Krop heeft het ontworpen. Het wordt vervaardigd uit Beiersche zwerfsteen, hard en van donkergroene kleur, en het zal dit opschrift dragen: In dit dorp werkte VINCENT VAN GOGH December November

249 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer Dit dorp is Nuenen, waar Van Gogh den belangrijksten arbeid van zijn Nederlandsche periode geschapen heeft. De onthulling zal plaats hebben op Zaterdag 30 juli. VOORZORGSMAATREGELEN Een hekwerk er sterk omheen kost reeds enorm veel en is toch in een plaats als Nuenen noodzakelijk schrijft van Lies van Gogh al in december 1929 aan Jos Verwiel. Ook de burgemeester vindt nu de plannen gerealiseerd gaan worden - dat een monument als dit, in 1930, voor een dorp als Nuenen nog heel uitzonderlijk is. Uit bezorgdheid schrijft de burgemeester enkele dagen voor de onthulling, op 27 juli 1930, een brief aan de hoofden van de bijzondere jongens- en meisjesschool en aan de openbare school. No. 477 Onderwerp: Vincent van Gogh monument Zooals U wellicht bekend is zijn thans de noodige maatregelen genomen tot het plaatsen van het Vincent van Gogh monument in deze gemeente, waarvan de onthulling zal plaats hebben op zaterdag 30 juli a.s. Om te bevorderen dat bedoeld monument zoo goed mogelijk in stand wordt gehouden meen ik een beroep op uwe welwillende medewerking te mogen doen. Ik heb daarom de eer U beleefd te verzoeken de kinderen uwer school met nadruk te willen waarschuwen voor beschadiging of vernieling van het monument. De Burgemeester van Nuenen c.a. get. Jhr. Mr.C.T.J. van Rijckevorsel. 248

250 Herinneringen aan Vincent na zijn vertrek uit Nuenen De dag van de herdenking en de onthulling. Hildo Krop kan het nieuwe monument dat hij in onderdelen op zijn atelier heeft vervaardigd overbrengen naar Nuenen om het op de met de gemeente overeengekomen plaats - onder de oude lindeboom te gaan plaatsen. Het comité kan de festiviteiten rondom de onthulling gaan regelen. Er gaan officiële uitnodigingskaarten de deur uit om op zaterdag 30 juli 1932 des namiddags om uur te Nuenen de onthulling bij te wonen. En zo geschiedt op die zaterdag. Als alle genodigden en verdere belangstellenden zich hebben verzameld zijn er vier sprekers die het woord voeren bij de onthulling. Dat zijn, de voorzitter van het comité dr. Baard de la Faille, de burgemeester van Nuenen c.a. de heer jhr. mr. Van Rijckevorsel, Elisabeth du Quesne-van Gogh en de Deurnese arts-kunstenaar Hendrik Wiegersma. Zij spreken als volgt. DR. J. BAARD DE LA FAILLE, VOORZITTER VAN HET COMITÉ Gister was het 42 jaar geleden dat Vincent van Gogh te Auvers overleden is. Aanvankelijk lag het in de bedoeling van het comité de herdenking reeds voor twee jaar op zijn 40ste sterfdag te doen plaatshebben. Maar dooromstandigheden en om de gelegenheid de bevolking van Nuenen aan deze plechtigheid te doen deelnemen, werd deze herdenking op heden bepaald. Te Nuenen toch heeft Vincent twee jaar van zijn leven geleefd en gewerkt, van december 1883 to november 1885 in het ouderlijk huis van de Van Gogh s, de domineespastorie in deze kom. Daarna vestigde hij zich te Frankrijk waar zijn roem begon te verspreiden. Men kan niet eerst spreken over zijn werk dan over zijn leven, de mens die deze meesterwerken schiep, want beide zijn één. 249

251 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer 145. Mr. J Baard de La Faille houdt zijn toespraak. Burgers van Nuenen, geeft gij u er wel rekenschap van dat deze grote zoon van Brabant onder u, te midden van u werkte en leefde. Uit zijn tekeningen hebben wij uw leven leren kennen, want zijn modellen waren wevers in hun leemen hutten, de boeren of boerinnen op t land of thuis. Vincent werkte te midden van uwer ouders en de oudsten onder u zullen het schildermenneke van die dagen nog wel gekend hebben. Enkele zijner grootste werken uit zijn Hollandse tijd, zijn te Nuenen ontstaan, o.a. de aardappeleters. Hij kende Uw leven en de strijd met de weerbarstige bodem om het dagelijks brood, in ruil daarvoor gaf hij u zijn medeleven en sympathie om de vrede, die gij hem door uw levensmogelijkheden bereid heeft. Niet de schone illusie offerde hij aan de pijnlijke werkelijkheid. Vincents kunst was waar, genadeloos waar, hij zocht zelfs de waarheid, die een aanklacht is, het beeld van de arme boer te geen uit zijn tijd. Uit zijn brieven blijkt hoezeer hij deze streek, zijn Brabant heeft lief gehad. Daarin schrijft hij: Ik wens niets anders dan goed diep in het boerenland te zitten en te schilderen. 250

252 Herinneringen aan Vincent na zijn vertrek uit Nuenen Hoe bewijzen die schilderingen als de aardappeleters hoezeer hij hier geworsteld heeft om zijn kunst. Later in het hospitaal te Frankrijk dringen nog de herinneringen aan Brabant op. Bewoners van Nuenen, in uw midden heeft een man geleefd, zie zijn kunst en land boven alles lief had, die op het altaar der kunst zichzelf heeft opgeofferd. Niemand vermoedde toen dat hij eens tot de allergrootste kunstenaars zou gerekend worden. Dat in dit dorp zo n man gewerkt en geleefd heeft, moet het nageslacht herinnerd worden. En wij hebben de beeldhouwer Hildo Krop bereid gevonden een monument te zijner nagedachtenis te ontwerpen. Het basement is een rond voetstuk van groen Beierse zwerfsteen waar op de rand gebeiteld staat: In dit dorp werkte van december 1883 tot november 1885 Vincent van Gogh. De zuil is een ruwe granieten steenblok, waarop een gouden zon geschilderd staat. De gouden zon, die Van Gogh zozeer bemind heeft, wiens hoogste streven het was het licht in hoogste intensiviteit in doeken van zonnebrand vast te leggen. Vincent wilde het licht op zijn doeken vangen, de zonnevreugde, zijn vurigste vergoding. Welk een gelukkig toeval, dat na vijf dagen van grijze regen, de zon van Van Gogh deze dag met gulle stralen beschijnt. Het is geen groots monument wat wij U bieden, slechts een gedenkteken in overeenstemming met de mens Van Gogh, wiens arbeid bescheidenheid en zelfverloochening evenzeer bekend zijn. De nederige burgers van Nuenen mogen dit monument in bescherming nemen als een herinnering aan een edel kunstenaar. Ik heb gezegd. Hierna draagt de voorzitter van het comité de gedenksteen over aan de Burgemeester van Nuenen c.a. en nodigt de echtgenote van de Commissaris van de Koningin uit het monument te onthullen. Zij trekt daarop, onder tromgeroffel door de aanwezige gilden, met een koord het witte doek van het monument. 251

253 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer 146. Het moment van de onthulling.

254 Herinneringen aan Vincent na zijn vertrek uit Nuenen DE BURGEMEESTER VAN NUENEN C.A. AANVAART DAARNA HET MONUMENT MET DE VOLGENDE TOESPRAAK Als Burgemeester der gemeente, heet ik U allen hartelijk welkom, die van buiten Nuenen gekomen zijn om de plechtige onthulling van dit monument bij te wonen. Met name wil ik begroeten de Commissaris der Koningin in Noord-Brabant en mevrouw van Rijckevorsel, die de onthulling heeft willen verrichten en waarvoor ik haar dank zeg, met name ook de heren leden van het College van Gedeputeerde staten in Noord-Brabant, de voorzitter en leden van het comité,mevrouw du Quesne-Van Gogh en de beeldhouwer, de heer Hildo Krop. Namens de gemeente Nuenen dank ik het comité voor de overdracht van dit gedenkteken, opgericht ter ere van Vincent van Gogh die twee jaren in Nuenen heeft doorgebracht. De gemeente aanvaardt dit monument met gevoelens van dankbaarheid. Niet ligt het op mijn weg een beschrijving te geven van Vincents werk. Niet zal ik spreken over zijn kwaliteiten als kunstenaar, niet over zijn omgang met wevers en boeren die hij begreep. Maar het zij mij vergund enkele zinnen uit zijn brieven te citeren, die als bewijs dienen, hoezeer Van Gogh, de geboren Brabander zijn gewest heeft geacht en gewaardeerd. Zo schrijft hij uit Nuenen het is niet onmogelijk dat ik de rest van min leven in Brabant zal blijven. Ik wens niets liever dan goed diep in het boerenland te zitten en te schilderen. Zozeer was hij gehecht aan deze streek dat hij zijn broer eo schreef: Het Brabant dat men gedoomd heeft, daar komt de werkelijkheid al zeer dicht bij, en elders spreekt hij steeds weer over ons Brabant. Er zal altijd iets van Brabants bos en hei in ons blijven. Hoezeer heeft Van Gogh zijn provincie bemind. Moge ieder die dit monument aanschouwt zich daarbij herinneren hoezeer deze grote kunstenaar zijn land en zijn volk heeft lief gehad en nooit vergeten. Aanvaard onze gevoelens van dankbaarheid jegens comité en beeldhouwer en onze piëteit voor een kunstenaar, die zijn leven heeft geofferd aan zijn ideaal. Dank U. 253

255 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer Na deze woorden van de burgemeester krijgt de zus van Vincent, die twee jaar eerder de onthulling van de gedenksteen op het atelier heeft verricht, het woord. ELISABETH HUBERTINA DU QUESNE VAN GOGH Andermaal zijn wij te Nuenen te samen om ons op bijzondere wijze den kunstenaar te herinneren, zoals hij bijna een halve eeuw geleden de wegen in de omtrek betrad, de ogen diep overschaduwd door de hoed, enigszins gebogen gaande, oerbelast als hij altoos was, door zijn schildersmateriaal. Zwaar gingen zijn gedachten over natuur en mensheid, in hoofdzaak over het leven van de Brabantse dagloner, wever of boer. Wat hij ontvangen heeft in zijn boven alles geliefde Brabant, zegt van hem de schrijver Cleerdin heeft hij 147. Elisabeth du Quesne - Van Gogh teruggegeven in een liefde, aangegroeid tot verheerlijking, maar aan verheerlijking zonder vreugde. Elke vreugde ontzegde hij zich, hij bezat niets, heeft nooit iets willen bezitten, gaf alleen zijn werk met onbegrensde mildheid der mensheid, ter vertroosting in hun nood. Op zijn beurt is thans een kunstwerk aan hem gewijd, geplaatst op de grond waar hij voor lang zijn voetstap heeft gedrukt, hij en de zijnen, die het tijdelijke met het eeuwige hebben verwisseld, uit wier naam ik u nu allen dank toebreng. Het kunstwerk beschouwende van den beeldhouwer Hildo Krop, herinner ik mij het woord uit de zanggave van de Oosterse zanger Rabindranath Tagore als hij zegt: Wij duiken in de diepte van de oceaan der vormen, hopende dat de voortreffelijke parel in de vormeloosheid te ontdekken is. 254

256 Herinneringen aan Vincent na zijn vertrek uit Nuenen Zijn er onder hen, die zich de moeite en opoffering getroosten, die zich hadden voorgesteld dit plan mede verwezenlijkt te mogen zien, door de dood gevallen, zoals zo vele der grootste strijders voor de kunst, die wij met weenmoed herdenken, moge deze bede dan vervuld worden dat allengs onze kinderen en kindkinderen, onze beminde jeugd naar hun voorbeeld, allengs de ledig geworden plaatsen gaan vervullen tere ere Gods en van Nederland, ons vaderland. Tot slot spreekt, ook lid van het comité, de Deurnese arts-kunstenaar Hendrik Wiegersma. Hij betreedt het spreekgestoelte met de opmerking dat hij voor niemand anders spreekt dan voor God, de steen en zichzelf. DOKTER HENDRIK WIEGERSMA Het is ongeveer 50 jaar geleden, dat in Nuenen een man opstond en zijn eenzame weg te lopen begon. Deze man had reeds een jeugd gehad die hem vele moeiten had gegeven, moeiten die voortkwamen uit hem zelve, omdat hij iemand was, die tot op heden zijn capaciteiten, zijn mogelijkheden niet had gevonden. Hij, Vincent van Gogh, was een mens die, zoals in meeste groten niet begrepen werd en in deze periode van zijn leven zichzelf niet begreep. Hij zocht nog naar zijn gaven en zocht daarnaar met een nerveusen ernst. Was hij zelfs niet zendeling, leraar, genezer der zieken? Tot hij op een uur wordt aangeraakt, door de onzichtbare hand die hem de macht gaf over de stof. Hij ziet in zich ontwaken een gevoel voor het rythme, voor de kleur, voor de schoonheid. Hij grijpt die schenkende hand, die hem de gaven overreikt, die slechts de geniale gegeven wordt. En nu begint hij zijn eenzame weg, die hem grote moeite zal bereiden en grote zorgen. Hij ontplooit zich tot een nieuwe profeet in de schilderkunst, vindt nieuwe 255

257 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer nooit gekende problemen en lost ze op. Hij wordt een der grote moderenen. Zijn kunnen wordt een passie. Zijn passie groet evenredig aan dat kunnen en omgekeerd. Zijn coloriet wint aan kracht, hij wordt een maker van meesterwerken. Zijn arme lichaam, afgetobd door de rusteloze arbeid, wordt ziek. Zijn geest wordt ziek en deze opgejaagde arme die groot was scheidt uit het leven. Zijn leven en dood waren een drama, beiden. Vincent van Gogh is als alle grote mannen door velen belasterd en met vuil besmeurd. Er zijn domme mensen geweest, die zijn levensbeschouwing becritiseerden en weinigen hier kunnen iets van zijn leven en psyche begrijpen. Van Gogh, die behalve een groot kunstenaar de ware vriend der armen was, en zijn weinige brood deelde met de behoeftigen. Die volslagen arm en onthecht aan het geld, in bittere armoe door het leven ging, de charitas niet predikte maar ze echt van toepassing bracht. Die zelf leefde van droog brood en zijn roeping, en eindelijk vermoeid en lam geslagen, arm, zeer arm, ten grave ging. Nu sta ik hier en breng een eerbiedige groet aan de nagedachtenis van deze Nederlander, van deze Brabander. Inwoners van Nuenen, weest toch fier op Vincent, op Uw Vincent. Weet dat hij een nobel mens, een onsterfelijk kunstenaar is. Een man, der wereld over geëerd. Houdt hem hoog en doe als ik, die mijn hoofd ontbloot als zijn naam wordt genoemd Dokter Hendrik Wiegersma aan het woord. 256

258 Herinneringen aan Vincent na zijn vertrek uit Nuenen Wil dokter Wiegersma met het laatste deel van zijn toespraak de Nuenenaren nog even kapitelen voor de overwegingen waarmee men twee jaar eerder slechts f. 50,00 beschikbaar heeft gesteld voor dit monument? Als geste biedt dokter Wiegersma, bekend als een excentriek figuur, voor f. 100,00 voor de armen, zijn rede te koop aan. Bij gebrek aan belangstelling verkoopt hij hem per Amerikaanse opbod voor f. 12,50 aan de Eindhovense kunstenaar Harry Hasenbos van wiens werk, bij gelegenheid van deze onthulling, in zaal Verheugen op de Demer in Eindhoven een tentoonstelling is ingericht. Nadat een groepsfoto is gemaakt, biedt het gemeentebestuur daarna de genodigden op het schuin tegenover gelegen gemeentehuis thee met sandwiches aan. Drie Nuenense gilden en Fanfare De Vooruitgang maken nog een rondgang door Nuenen. ELISABETH EN HAAR OPINIE OVER HET MONUMENT Ondanks dat er door Elisabeth gevoelige woorden zijn gesproken mag worden betwijfeld of zij wel zo enthousiast is geweest over dit monument. We hebben wedijver gezien tussen de Eindhovensche Kunstkring en het Landelijk Van Gogh comité. Elisabeth heeft in deze kwestie nooit een duidelijk standpunt geuit maar tussen de regels door laat ze er wel iets over doorschemeren. In een brief van 4 juli 1932 aan de familie Hofkes, de toenmalige bewoners van de nabij gelegen Hervormde Pastorie, waarmee zij goede contacten heeft onderhouden na de onthulling van de plaquette op Vincents voormalige atelier in 1930, laat zij toch wel iets blijken van haar opinie over het plaatsen van dit monument. Zij schrijft deze familie op 4 juli 1932 het volgende: 257

259 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer Mij werd vanwege het comité meegedeeld dat men zich te langen leste voorneemt 30, dertig juli een gedenkteeken te onthullen, het 2e in één plaats. Mijns inziens ware Zundert aantrekkelijker geweest, ook was ik eerst van menens er niet heen te gaan. Als je er later maar geen spijt van hebt, zeide iemand en het nog eens overwegend meende ik het mogelijk aan mijn broeder verplicht te zijn, zijn overleden familie als alleen overgeblevene, te vertegenwoordigen, ook hierbij. Indien het u bekend mocht zijn, waarde Heer, op welk uur de plechtigheid zal plaats hebben, vernam ik het gaarne van U en hoop U allen in ieder geval te komen zien Elisabeth houdt haar toespraak. Hoe of de Eindhovensche kring tegenover dit plan van uitvoering staat, heb ik niet onderzocht, daar deze opinie van mij geheel op zich zelve staat, komt mij voor Terugkijkend treffen we dus enthousiasme, complimenten maar ook een opmerkelijke kritische noot aan bij Elisabeth van Gogh als het gaat om het realiseren van een Van Gogh Monument in Nuenen voor haar broer. Ook haar bewoording, als alleen overgeblevene, is strikt genomen niet juist. Haar zus Willemien leeft immers ook nog. Zij was weliswaar niet in staat een degelijke onthulling bij te wonen maar Elisabeth is op dat moment nog niet de alleen overgeblevene. Willemien overlijdt na haar in DE PERS Veel landelijke kranten doen in ruime mate verslag van de herdenking en de onthulling. In veel kranten ondersteunt men de verslaglegging ook met een foto. 258

260 Herinneringen aan Vincent na zijn vertrek uit Nuenen Omdat de meeste verhalen van de verslaglegging in de kranten met elkaar overeenstemmen wordt hierna integraal één verhaal weergegeven uit een krant die zeer uitgebreid verslag doet. De Sumatra Post komt onder het hoofdthema PLECHTIGHEID TE NUENEN met als onder titel ONTHULLING MONUMENT VINCENT VAN GOGH tot de volgende verslaglegging. Uiteraard in bewoordingen uit de jaren dertig van de vorige eeuw. Het eenvoudige dorpje Nuenen, niet ver van de industrieplaats Eindhoven, is getuige geweest van een historische plechtigheid. Heel het dorp leefde mede en toonde zijn belangstelling en hoogachting voor den grooten schilder en dorpsgenoot door het uitsteken der vlaggen, terwijl de dorpsgilden in schilderachtig ornaat tevoorschijn kwamen en optochten hielden, Van Gogh ter eere. De vendelzwaaiers toonden hun kunst, kortom, het was feest en er heerschte een levendige drukte in de anders zoostille, landelijke gemeenten. Omstreeks drie uur verzamelden zich velen, aldus lezen wij in de N.R.Ct., rondom het monument, dat in de schaduw van een eeuwenouden lindeboom op het markplein tegenover het raadhuis en in de omgeving van de woning van den Brabantschen schilder is opgericht. Het eenvoudige monument is opgetrokken in de stijl van het gewest en van de Brabantsche provincie, waarin hij het levenslicht zag en waaraan hij zijn hart had verpand. De Amsterdamsche beeldhouwer Hildo Krop ontwierp het gedenkteeken, bestaande uit een ronde, op steenstukken rustende zerk, vervaardigd uit Beierschen zwerfsteen, hard en van donkergroene kleur, terwijl in den rand het opschrift is gebeiteld: IN DIT DORP WERKTE VINCENT VAN GOGH DECEMBER 1883 NOVEMBER

261 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer 150. Het monument gaat op transport 151. Onderweg naar Nuenen 152. Het monument wordt waterpas gelegd 260

262 Herinneringen aan Vincent na zijn vertrek uit Nuenen 153. Onthulling van het Van Goghmonument in Alle genodigden op de foto in

263 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer Op de zerk verheft zich een ruwe steen, welke geen andere versiering draagt dan een zon. Het geheele gedenkteeken is ongeveer twee meter hoog. Naast den gedenksteen, aan het vroegere atelier van Van Gogh door den Eindhovenschen Kunstkring in het jaar 1930 aangebracht, zal dit monument de bezoekers te Nuenen erop attent maken, dat hier Vincent van Gogh leefde en werkte in zijn Brabantschen tijd. De plannen om dit gedenkteeken in Nederland op te richten zijn gemaakt op een vergadering van het Vincent van Goghcomité, dat in December 1929 te Amsterdam bijeenkwam. Ter gelegenheid van den veertigsten sterfdag van den schilder op 29 juli 1930 werd toen besloten te Nuenen een monument op te richten, daar in geen der plaatsen, waar Van Gogh in Nederland geleefd en gewerkt heeft, de herinnering aan hem levendig werd gehouden dooreen blijvend gedenkteeken. Te Nuenen heeft Van Gogh zijn pijnlijken Brabantschen tijd doorgemaakt en ook het ontroerendste en tevens schrijnendste doek uit zijn Nederlandsche periode De Aardappeleters vervaardigd. In het comité, hetwelk zich tot uitvoering van dit plan onder voorzitterschap van mr. Baart de la Faille vormde, namen indertijd o.m. zitting: C.H.W. Baard, directeur van het Stedelijk Museum te Amsterdam; dr. H.P.Berlage, Just Havelaar, D. Hannema directeur van het museum, Rotterdam; A. J. Kropenholler, Hildo Krop, Herman de Man, Johan de Meester Sr.,Piet Mondriaan, Hidde Nijland, Alb. Plasschaert, Joh. Rädecker, F. Shmidt Degener, hoofd directeur van het Rijksmuseum te Amsterdam; Jan Sluijters, J.F. Staal, W. Steenhof, mr. dr. Benno Stokvis, K. J. L. Alberdingk ijm, M v.d. Waerden, dr. H.Wiegersman, Math. Wiegman en mr. P.J. van Wijngaarden. Velen van genoemde heeren woonden de plechtigheid bij, alsmede o.m. nog de commissaris der koningin in de provincie Noord-Brabant, mr. dr. v. Rijckevorsel; de burgemeester van Nuenen, Jhr. C. v. Rijckevorsel; Vincent Cleerdin, griffier der provincie, en de burgemeesters van Den Bosch, mr. F van Lanschot en die van Helmond, M van Hout. 262

264 Herinneringen aan Vincent na zijn vertrek uit Nuenen Nadat de echtgenoote van den commissaris der Koningin het gedenkteeken had onthuld, voerde mr. J. Baart de la Faille, voorzitter van het comité, het eerst het woord. 29 Juli was het 42 jaren geleden, aldus spr., dat Vincent van Gogh te Auvers sur Oise in Frankrijk overleed. Aanvankelijk lag het in de bedoeling van het onthullingscomité om deze plechtigheid op den 40sten sterfdag te doen plaats vinden, doch van dit voornemen moest om verschillende redenen worden afgezien. Vincent van Gogh heeft twee jaren te Nuenen doorgebracht en gewerkt; hij vestigde er zich begin December Zijn ouderlijk huis was de pastorie, het grijze huis tegenover het raadhuis. In November 1885 verliet hij Nuenen om over de wereld rond te zwerven en tenslotte in Frankrijk te vertoeven. Daar is hij gestorven. Zijn roem verbreidde zich over de wereld. Spreker prees den Brabantschen schilder omzijn armoede, zijn bescheidenheid, zijn zelfverloochening en eenzaamheid, welke eigenschappen al zijn schilderstukken kenmerken. Hij schilderde te Nuenen de wevers, die over hun weefgetouw gebogen waren. Spreker schetste met enkele woorden den moeilijken strijd, welke Vincent van Gogh om zijn bestaan had te voeren. Hij zocht slechts de waarheid,die vaak een aanklacht is. Zijn belangrijkste werk is het doek der Aardappeleters. In Frankrijk schreef hij brieven aan zijn familie en getuigde daarin van zijn groote liefde voor het Noorden, waarmede hij Brabant bedoelde. Wellicht zullen er nog velen te Nuenen leven die den schilder kenden, maar niemand heeft vermoed, dat de schilder tot de allergrootste kunstenaars van de 20ste eeuw zou gerekend worden. Daarna gaf spreker een beschrijving van het monument. In de schaduw van dezen eeuwenouden lindeboom en in de omgeving van eenvoudige huisjes, waarvan de schilder er vele heeft aanschouwd, zal dit gedenkteeken getuigen van den armen maar grooten schilder. De gemeentenaren van Nuenen mogen er trotsch opzijn en preker twijfelde er dan ook niet aan, of de burgemeester dezer gemeente zal het monument, dat Nuenen werd overgedragen,welwillend aanvaarden. 263

265 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer Daarna voerde jhr. C v. Rijckevorsel, burgemeester van Nuenen, het woord, die het monument met gevoelens van dankbaarheid aanvaardde. Spreker herinnerde aan de liefde van den schilder voor deze streek, hetgeen blijkt uit de brieven waarin hij o.a. verklaarde: Ik begeer niet anders dan goed diep in t boerenland te zitten. Vincent van Gogh voelde zich hier gelukkiger dan elders ter wereld. Vervolgens sprak dr. Wiegersma, die in even enthousiaste als gedurfde taal den grooten schilder bezong. Hij beschouwde Vincent van Gogh als een zendeling, die plotseling door een onzichtbare hand werd getroffen en toen de grootste wonderen wrochtte. Spreker wees erop, hoe de schilder belasterd is, met vuil en drek besmeurd. Van Gogh was eenvoudig en besteedde het weinige geld, dat hij bezet, nog aan de armen. Hij verdiende de smaad niet dien hij had te verduren. Spreker bracht daarna in warme woorden hulde aan den grooten schilder, op wien Nederland trotsch mag zijn. Mevrouw Duquesne-Van Gogh en zuster van den overleden schilder, sprak gevoelige woorden van dank en zij wees erop, hoe het werk van haar broer een verheerlijking zonder vreugde is. In haar dankwoord bracht zij de woorden van den Oosterschen dichter Tagore in herinnering: wij duiken in de diepte van den oceaan der vormen, hopende daar de voortreffelijkste parel van de vormeloosheid te ontdekken. Na afloop van de plechtigheid gaf de dorpsharmonie een concert ter eere van den onvergetelijken en vooral aan Brabant zoozeer gehechten schilder, wiens monument thans niet ver van Pieter Breughel s geboortedorp zijn plaats heeft. In het Brabantse Nuenen staat, dankzij een dertigtal bewonderaars van Van Gogh, in Nederland het allereerste monument dat herinnert aan de kunstenaar Vincent van Gogh. Een monument dat in latere jaren, nadat het eerst met de zon als front gericht is naar de lindeboom, in het geheel wordt gekeerd en daarna met de zon richting de Papenvoort staat. 264

266 Herinneringen aan Vincent na zijn vertrek uit Nuenen De reden daarvoor en de datum van het omkeren is niet achterhaald kunnen worden. Het is ook landelijk blijkbaar niet onopgemerkt gebleven, dat het comité erg veel moeite heeft moeten doen om een monument voor Van Gogh gerealiseerd te krijgen. Met name heeft het erg veel moeite gekost om het benodigde geld bij elkaar te krijgen. De beeldhouwer Hildo Krop heeft als gevolg daarvan op eenvoudige wijze, zonder veel mogelijkheden en voor weinig kosten, een sober monument gerealiseerd. De Groene Amsterdammer van 6 augustus 1932 komt met een verwijzing daarnaar door een persiflage op dit door Hildo Krop in Nuenen gerealiseerde Van Gogh monument af te drukken. De krant steekt er de draak mee: Voor eerecomitees zonder centen beeldhouwt Hildo Krop vereenvoudigde monimenten meldt de krant en onder de titel: Uit het kladschrift van Jantje drukt men er in de krant een cartoon, gesigneerd door Jantje, bij af. De cartoon beeldt uit, dat Hildo Krop bij machte is om voor elke beroemde Nederlander, tegen geringe kosten, uit een gewone brok steen een eenvoudig monument te ontwerpen. Er worden twaalf voorbeelden gegeven voor evenzoveel eenvoudige monumenten voor beroemde Nederlanders. EEN LUDIEKE ACTIE EN BIJZONDERE VAN GOGH MOMENTEN In 1974 zal het monument onderwerp zijn van een ludieke actie. Enkele Nuenense Van Gogh vereerders hebben op 30 maart 1974 het monument onwetend vooruitlopend op de latere inpakkunst van de kunstenaar Chirsto - verpakt onder een groot stuk plastic. 265

267 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer 155 Een cartoon in de Groene Amsterdammer 156. Het monument ingepakt in 1974.

268 Herinneringen aan Vincent na zijn vertrek uit Nuenen Niet om een zelfstandig kunstwerk te creëren maar uit protest tegen de zeer geringe aandacht - tot op dat moment die Nuenen besteedt aan een beroemde inwoner: Vincent van Gogh. Bijzondere evenementen in Nuenen, waarbij Vincent van Gogh betrokken wordt, geven dikwijls aanleiding tot een bloemenhulde bij het monument. Zo brengt de zoon van Vincents broer eo en bewaarder van Vincents oeuvre, ir. dr. V. W. van Gogh, bij gelegenheid van de opening van het Van Gogh Documentatiecentrum op 10 april 1976 samen met de toenmalige burgemeester jhr. mr. J.J. Smits van Oyen, een bloemhulde bij het monument. Ook wordt er een bloemenhulde gebracht op Vincents geboortedag, 30 maart 157. Ir Dr V van Gogh en burgemeester Jhr J Smits van Oyen leggen bloemen in

269 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer Toen was dat bij gelegenheid van de start van de plannen voor het restaureren en verbouwen van het oude gemeentehuis tot het huidige Vincentre. DOKTER HENDRIK WIEGERSMA EN VAN GOGH De Deurnese arts-kunstenaar Hendrik Wiegersma speelt in de Van Gogh geschiedenis met een drietal verhalen nog een rol. En bij één van die verhalen is ook Jos Verwiel betrokken. Het is daarom goed, aanvullend op de geschiedenis rond het Nuenense monument en de personen Wiegersma en Verwiel die wij daarin zijn tegengekomen, die verhalen hier vast te leggen Dokter kunstenaar Hendrik Wiegersma rond

270 Herinneringen aan Vincent na zijn vertrek uit Nuenen 1926 : De Nuenense stoel van Van Gogh en een tekenmap in het bezit van Wiegersma. Op 3 oktober 1926 bezoekt Hendrik Wiegersma samen met de dichter Jan Engelman Nuenen. Zij bezoeken ook de 73 jarige weduwe Schafrat. Wiegersma koopt de stoel waarop Vincent pleegde te zitten als hij schildert. In maart 1927 wordt bij notaris A. Mertens te Geldrop een akte opgemaakt. De akte bevat een foto van de stoel, de maten en een beschrijving. Ondertekenaars van de akte zijn de weduwe Schafrat, haar dochter Maria, zoon Harrie, de klerk van de notaris A van Dam, veldwachter A. Pijs en de notaris. De stoel heeft van 1926 tot 1969 in Deurne in huize De Wieger gestaan. Bij de bouw van het Van Gogh Museum is de stoel in december 1972 aangeboden aan ir. V van Gogh samen met een tekenmap die Elisabeth van Gogh aan Wiegersma zou hebben gegeven als dank voor het monument te Nuenen. Ingenieur Van Gogh bezoekt zoon Pieter Wiegersma maar ziet het nut van het plaatsen van de stoel als relikwie in het te openen museum niet zitten. Bovendien is het de vraag of Vincent wel op die stoel heeft gezeten en heeft de ingenieur zelf thuis de stoelen staan van Vincents vader. En daar heeft Vincent zeker op gezeten. In 1990 wordt de stoel ook nog eens aangeboden voor een expositie in het Noord-Brabants Museum en wordt de stoel ook openbaar te koop aangeboden. Ook in Nuenen gaan stemmen op om de stoel door de gemeente te laten aankopen. De stoel blijft bij Pieter Wiegersma en wordt gelukkig geen onderwerp tot verdere verafgoding van Vincent van Gogh. Na een veiling van de stoel eerst op 11 december 1990 voor f ,-- in Geneve zal hij in 1996 in New York worden doorverkocht voor $ ,

271 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer 1938: Een tweetal, vermeende werken van Van Gogh, komt in het bezit van Wiegersma. In 1938 verschijnen er berichten in de media dat er op een oude zolder in Breda een tweetal Van Goghs zijn gevonden. Getiteld: Brabantse maannacht en Stadsgezicht bij avond. De geschiedenis van deze twee schilderijen, die ook de expert dr. Baart de la Faille eerst voor echt verklaart maar die dat later weer intrekt, is gedetailleerd beschreven in het boek Verloren vondsten uit Ik ga de inhoud daarvan hier maar niet overnemen. Zeer grote vraagtekens kunnen worden gezet bij de uitspraak in 1938 van Wiegersma: Ja, ik ben er nerveus van, dat voelt u toch wel. Twee Van Goghs te ontdekken. Ook hier is de wens bij Hendrik Wiegersma - de vader van de gedachten. Beide schilderijen zijn nog steeds in particulier bezit. 1939: De schets Portret van een vrouw met hoed in het bezit van Hendrik Wiegersma. Wiegersma bezit een tekening van Vincent. Hij zou die tekening (F 1357a) volgens overlevering hebben gekregen van Elisabeth van Gogh. Over deze tekening schrijft Jos Verwiel in een brief van 14 november 1939 aan dokter Wiegersma : In 1927 nam ik met Benno Stokvis uit Amsterdam het initiatief voor Van Gogh in Nuenen een gedenkteeken op te richten. Ook kwam ik in dat jaar voor t eerst bij Mevr. du Quesne v. Gogh in Baarn. In het begin stond zij niet zoo sympathiek tegenover ons plan doch allengskens ging zij met ons pogen meeleven en verzocht me haar regelmatig van onze vorderingen op de hoogte te houden. Zoals je weet - was ik secretaris van het comité van tijd tot tijd ging ik in Baarn met haar praten. Op 13 oct ontving ik, gelijk met de Gedichten van Albrecht Rodenbach, waarin zij een opdracht schreef, van haar de bedoelde schets in inkt 270

272 Herinneringen aan Vincent na zijn vertrek uit Nuenen 159 Schilderij Brabantse maannacht Schilderij Stadsgezicht bij avond. 271

273 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer 161. Tekening. F 1357a Tekening. F

274 Herinneringen aan Vincent na zijn vertrek uit Nuenen en potlood van den vrouwenkop. Enkele weken later heeft de wed. du Quesne mij nog persoonlijk verteld dat deze schets uit Vincent zijn Haagschen tijd is. Dit blad uit een schetsboekje bleef in een map in de oude pastorie van Nuenen achter, toen Vincent naar Antwerpen trok. Meer is er van en over de schets niet te zeggen. Het verhaal dat Wiegersma de tekening zou hebben gekregen van Lies is dus onjuist. Zelfs wordt wel eens verkondigd, dat hij de tekening zou hebben gekregen als dank voor zijn medewerking aan het oprichten van het gedenkteken te Nuenen. Naar mijn mening berust dat op fantasie. De tekening is wel van Wiegersma geweest. Maar rechtstreeks van Lies gekregen? Ik denk het niet. Naar mijn mening zijn er andere mogelijkheden waardoor Wiegersma in het bezit is gekomen van deze tekening. Ten eerste kan hij hem natuurlijk rond 1939 hebben willen kopen van Jos Verwiel die hem wel persoonlijk heeft gekregen van Lies. Wiegersma wil graag achtergrond-informatie over de tekening. Jos Verwiel begint namelijk zijn brief met te zeggen dat hij graag op een vraag in de van Wiegersma ontvangen brief van 13 oktober 1939 wil vertellen wanneer en waarom hij de schets kreeg. In 1939 kan deze informatie dus hebben moeten dienen alvorens de tekening van Verwiel te willen kopen. Omdat niet bekend is op welk moment dokter Wiegersma in het bezit is gekomen van de tekening zou het ook kunnen zijn dat Jos Verwiel de tekening op 13 oktober 1929 van Lies heeft ontvangen om te kunnen dienen als haar mogelijke financiële bijdrage aan het gedenkteken door het verkopen van de tekening. Wiegersma kan de tekening dus destijds al hebben gekocht en er nu alsnog wat informatie over wil hebben. Als provenance in de la Faille (1970) wordt vermeld: Lies, Jos Verwiel, H. Wiegersma en verkoop te Londen op 25 november1959 door de erfgenamen J. Wiegersma. De tekening heb ik op één expositie, in Essen in 1957,teruggevonden met vermelding als eigenaar H. Wiegersma. De zoon van Jos Verwiel heeft mij overigens verteld nooit gehoord te hebben dat zijn vader ooit een Van Gogh in eigendom zou hebben gehad. 273

275 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer In november 1959 is de tekening bij Sotheby in Londen door de erfgenamen van Jaap Wiegersma aan een niet bekendgemaakte eigenaar verkocht. De oudste zoon van dokter Wiegersma. In 1962 krijgt het Brooklyn museum de tekening geschonken. De juiste gang van zaken rond deze tekening blijft met enkele vraagtekens omgeven. In tegenstelling tot wat altijd is vermeld stamt de tekening niet uit zijn Antwerpse maar Haagse periode als we afgaan op wat Lies meedeelt. Hendrik Wiegersma koopt in 1933 bij kunsthandel J. H. de Bois in Haarlem een Van Gogh uit diens periode in Arles.(F. 1517). Dit schilderij wordt ook in november 1959 bij Sotheby in Londen doorverkocht door H. Wiegersma In september 1955 zou Nuenen letterlijk en figuurlijk op zijn kop staan. In die maand werden er de opnamen gemaakt voor een film over het leven van Vincent van Gogh. Een filmploeg met topfiguren van de Amerikaanse maatschappij Metro Goldwyn Mayer arriveerde in Amsterdam vanuit Arles, de plaats waar Vincent verbleef in 1888 en 1889 en waar filmopnamen waren gemaakt. Ongeveer honderd medewerkers waren erbij betrokken. Het uitgangspunt voor de film was het geromantiseerde boek van Irving Stone over het leven van Vincent van Gogh, getiteld: Lust for Life. Er zijn namen bij betrokken als die van John Houseman die als producent al enkele indrukwekkende films op zijn naam had staan. Vincent van Gogh wordt gespeeld door de beroemde acteur Kirk Douglas, terwijl de regisseur Vincente Minnelli is. Alhoewel deskundigen in verband met de inhoud van het boek niet zo veel voelde voor de verfilming ervan en op sommige punten zelfs medewerking weigerden, werd toch door gezet. Het zou een kleurenfilm moeten worden. Terwijl de filmploeg op 8 september 1955 in Amsterdam arriveert om alles in gereedheid te brengen om in de studio s van Cinetone een dag of drie 274

276 Herinneringen aan Vincent na zijn vertrek uit Nuenen binnenopnamen te maken, maakt Nuenen zich op voor de komst van de filmers naar het dorp. Het hoogtepunt van de film, wat de Nederlandse periode betreft, zal zich in de contreien van Nuenen afspelen. Men verwacht zeker vijf dagen bezig te zijn in Nuenen. De Nederlandse filmer Gerard Rutten zou als contactpersoon tussen de Amerikanen en Nederlanders optreden. De Nuenense contactpersoon voor Gerard Rutten was op zijn beurt de toenmalige onderwijzer aan de jongensschool Gerard Peeters. Hij zorgde voor foto s die iets moesten aangeven van de situatie van het Nuenen van Van Gogh in1884. Gerard Peeters wist in Nuenen ook de juiste figuranten en oude voorwerpen te vinden. Ook bij de binnenopnamen in Amsterdam zouden Nuenenaren betrokken zijn. Meester Peeters zocht een dertigtal kandidaten uit voor een auditie in Amsterdam. Het was best aantrekkelijk om gekozen te worden; een basisvergoeding van f 15,00 per dag voor het louter aanwezig zijn in Amsterdam; daarbij f 25,00 per dag als het tot een optreden zou komen; volledige vergoeding van werkverlet en gratis reis, verblijf, kost en inwoning. En dan te weten dat de meesten van de gekozenen nog nooit in de grote stad Amsterdam waren geweest. Dertig Nuenenaren reisden af naar Amsterdam, de mannen met een baard van enkele dagen want dat was voor de wevers een voorwaarde, op weg naar hotel Holland in De Lai-ressestraat. Zij die niet door de auditie kwamen, waren s avonds weer in Nuenen, maar de gelukkigen bleven een dag of vier in Amsterdam en keerden pas op zondagmorgen 11 september terug naar Nuenen. De gelukkigen waren vijf aardappeleters en acht wevers. De aardappeleters bestonden uit: Mevrouw Hekker, mevrouw Kooymans, Toosje van der Linden, Fried Raaymakers en Jacques Roijakkers. Van de 8 wevers bleven er uiteindelijk 4 over: Jan Smits uit Helmond en de Nuenenaren Jan van den Nieuwenhof, Piet van Wijk en Evert Huizing. Nel Geven werd een oud boerinneke dat in alle scènes en standen is vereeuwigd. Vincente Minnelli was tevreden. De Nuenense spelers bleken echte filmsterren, alhoewel Toosje van der Linden vertelde: 275

277 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer 163. Opnamen voor de film Lust for Life in Nuenen met Kirk Douglas in

278 Herinneringen aan Vincent na zijn vertrek uit Nuenen 277

279 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer Ik nooit geen filmster meer. Het is een geduldwerk. Van s morgens vroeg tot s avonds laat, in benauwde studio s onder hete lampen zodat je verkouden wordt als je buiten hun straling komt geschminkt en gecostumeerd, zit je daar maar te wachten en te wachten, uren en uren achtereen, totdat ze je eindelijk ns nodig hebben. Een voormiddagje hebben we even in de stad mogen wandelen; we zijn in een restaurant geweest, in het Vondelpark en het Leidscheplein, maar we mochten nooit te ver van ons hotel af, omdat ze ons elk moment nodig konden hebben. En dat gebeurt op de gekste momenten, dat ze het plotseling in hun hoofd krijgen, om de scene van de aardappeleters maar weer eens te gaan repeteren, of op te nemen. Ik moest uit een wit kumke koffie-drinken terwijl de anderen aardappelen zaten te prikken uit een grote schaal op tafel. Dit moesten we eerst verschillende keren oefenen; Vincent kwam binnen; die moest ons aan het lachen maken en wij moesten tegen hem praten. Na de opnamen in de studio waren de opnamen buiten in Nuenen aan de beurt. s Maandagsmorgens in alle vroegte was de huidige Berg versperd met tientallen vrachtwagens zand om de bestrating weg te werken. Grote generatoren stonden gereed om stroom op te wekken. Caravans en bussen deden dienst als kleed en schminklokalen. Dinsdags werd de scène, die s maandags gerepeteerd was, in de pastorietuin opgenomen. Na veel passen en meten konden de opnamen beginnen terwijl Dina Roijakkers op de achtergrond boter stond te karnen. Ook de kerkgangers bij de Hervormde Kerk kwamen aan bod. Het opstellen en heropstellen kostte uren. Tinus van de Reek en zijn vrouw liepen voorop. Daarachter een hele rij burgers met hoge hoeden en omslagdoeken. Het was al rond half zes s avonds dat men aan echte opnamen toe was en toen moest nog even de auto van dokter Andregg uit het zicht gewerkt worden, want auto s waren er in de tijd van Vincent nog niet. 278

280 Herinneringen aan Vincent na zijn vertrek uit Nuenen Op 14 september waren opnamen gepland bij een oud boerderijtje in Nederwetten. Dagen achtereen werden opnamen gemaakt. Nuenen was in beweging. Het was gezellig in hotel de Zwaan. Men hoorde Engels, Frans en Nederlands door elkaar heen praten. Jeugd verdrong zich voor de ramen om een glimp op te vangen van de filmster Kirk Douglas met zijn expressieve gezicht, zijn rode baard en haren. Een hele week was men bezig geweest toen de ge-plande opname van een picknick in Nederwetten op vrijdag 16 september moest worden afgelast vanwege te slechte weersomstandigheden en naar zaterdag werd verschoven. Op zaterdag 17 september werd door de filmploeg aan enkele genodigden een afscheidslunch aangeboden in hotel de Zwaan. Om kwart over twaalf kreeg re-gisseur Minnelli het in zijn hoofd om toch nog enkele opnamen te maken bij een boerderijtje aan de Boordseweg. Het gezelschap in De Zwaan zou wel wachten. Ruim een uur later dan afgesproken arriveerde de filmploeg in De Zwaan waar loco-burgemeester A. van Wijk, het raadslid J. Nolte en dokter B. Wolters met hun echtgenoten zaten te wachten. Voldaan over de medewerking en het filmtalent van de Nuenenaren, vertrok de filmploeg naar Amerika. De opname van de picknick zou men in Hollywood wel filmen. Daar konden de Nuenenaren helaas niet mee naar toe Nadat buitenstaanders in 1930 en 1932 een herinnering aan Vincent van Goghs verblijf in Nuenen hadden bewerkstelligd, deed eindelijk ook de gemeente Nuenen c.a. iets aan Van Gogh. Tachtig jaar nadat Vincent in 1885, na het intensief oefenen op boerenkoppen, de aardappeleters had geschilderd, zou een herinnering aan dat feit plaatsvinden. 279

281 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer Er zou in de maand mei een tentoonstelling georganiseerd worden met de aardappeleters als middelpunt. De schilderijen behoorden toen nog onder het directe beheer en bezit van Ir. Dr. VW. van Gogh en met een spontane medewerking van hem en de hulp van de oud-directeur van het Van Abbemuseum, Mr. E. de Wilde, toen directeur van het Stedelijk Museum in Amsterdam, werd de tentoonstelling opgezet. De tentoonstelling omvatte 26 tekeningen en 15 schilderijen. Het werd als uniek ervaren dat zich daaronder ook de aardappeleters bevond maar ook o.a. de pastorie, de Hervormde Kerk, vogelnesten e.d. Het was een tentoonstelling die ontstond uit een eerste idee om in Nuenen een permanente expositie in te richten van reproducties. Stappen daartoe leidden tot het opzetten van een tentoonstelling van een week met echte schilderijen. Mr. de Wilde had het over veertien dagen. Ir. Dr. V.W. van Gogh maakte er drie weken van. Van 8 tot 31 mei 1965 kwamen de schilderijen terug in het dorp waar ze werden gemaakt. Op vrijdagmiddag 8 mei 1965 werd de tentoonstelling om uur door de toenmalige Commissaris der Koningin in Noord-Brabant, Mr. Dr. C. Kortmann, geopend. De opening werd, nadat men door de Burgemeester van Nuenen, Jhr. Mr. J. Smits van Oyen was welkom geheten, ingeleid door Dr. Louis Gans, oud-conservator van het Stedelijk Museum van Amsterdam. Uit veiligheidsoverwegingen werd het gemeentehuis s nachts geheel verlicht om ongewenste bezoekers te weren. Dag en nacht was een lid van de rijkspolitie aanwezig. Er was een wachtwoord nodig om het gemeentehuis binnen te komen buiten de openings-tijden van de tentoonstelling. Zo kon zich de situatie voordoen dat de Burgemeester door het kleine luikje in de voordeur tegen een van de aanwezige agenten eerst diende te zeggen Rode radijs, opper voordat hij zijn eigen gemeentehuis binnen mocht komen. De ambtenaren hadden hun sleutels moeten inleveren. In het eerste weekend werd de tentoonstelling al door mensen bezocht. Aan het eind van deze periode hadden bijna personen de weg 280

282 Herinneringen aan Vincent na zijn vertrek uit Nuenen naar Nuenen gemaakt om een bezoek te brengen aan de tentoonstelling. Er werd een kleine catalogus uitgegeven. Rondom deze tentoonstelling werden diverse acti-viteiten georganiseerd. In het oude koetshuis bij het gemeentehuis (het voormalige Van Goghdocumentatiecentrum) kon men een expositie van oude Brabant-se voorwerpen bekijken en werd er een weefgetouw geplaatst waarin het oude ambacht werd beoefend. Op 9 mei werd een groot gildefeest georganiseerd door de studenten schuttersgilde St. Achilleus van de studentenvereniging Demos. 43 Gilden namen aan deze gildedag deel. Cia van Boort voerde een poppenspel voor volwassenen op over het leven van Van Gogh. Een prachtig fotoboek over het oude Nuenen, voor-zien van een speciale poststempel, begeleidde het hele gebeuren Op 18 september 1975 stelde de Raad van de Gemeente Nuenen, Gerwen en Nederwetten een krediet beschikbaar ten behoeve van de restauratie van een oud, voor het Gemeentehuis van Nuenen c.a. gelegen, koetshuis. De aanleiding tot dit besluit was het idee, door de schrijver van dit boek ontvouwd, om een informatiecentrum over Vincent van Gogh in te richten voor de bezoekers van de gemeente Nuenen c.a. Begin 1976 was de restauratie van het gebouwtje ge-reed en kon met de inrichting worden gestart. Een groot deel van het archief van de schrijver werd in het twee verdiepingen tellende Van Gogh-documentatiecentrum ondergebracht. Een grote collectie reproducties, foto s, kopieën van Vincents brieven uit Nuenen en verdere documentatie zou in de toekomst ter beschikking staan van hen die meer wilden weten over Vincents verblijf in Nuenen. 281

283 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer 164. In een eenvoudig busje kwamen de schilderijen naar Nuenen, Ir. dr. V.W. van Gogh en Ton de Brouwer,

284 Herinneringen aan Vincent na zijn vertrek uit Nuenen 166. Interieur van het Van Gogh Documentatiecentrum, circa Op 10 april 1976 kon in het bijzijn van de neef van Vincent, eo s zoon Ir. Dr. Vincent Willem van Gogh, de officiële opening plaatsvinden. Dr. Ellen Joosten van het Rijksmuseum Kröller- Müller hield een lezing in het Hervormde Kerkje over Vincent van Gogh en het Brabants landschap. Dat Ir. Dr. V.W. van Gogh zeer te spreken was over wat er gerealiseerd was sprak hij als volgt uit: Deze hele expositie en documentatie zou ik graag willen overplaatsen naar het Van Gogh Museum in Amsterdam, want daar komen we zoiets tekort. In zijn dagboek schreef hij In Nuenen opening van het Van Gogh Documentatiecentrum in het koetshuis bij het gemeentehuis dankzij het enthousiasme van De Brouwer, ambtenaar op het gemeentehuis. De inrichting erg verzorgd en ik leerde wat! Een paneel met kaarten per onderwerp. Het is gemakkelijker te bevatten dan een boek met verschillende bladzijde. 283

285 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer Bij het monument op de Berg werd een bloemenhulde gebracht en de Nuenense gilden brachten een vendelgroet voor de aanwezigen. Een week met diverse activiteiten volgde. In het Van Gogh-documentatiecentrum (in 2010 vervangen door het Vincentre) werd vanaf 1976 aan de hand van reproducties, foto s en archiefstukken een beeld gegeven van het verblijf van Vincent van Gogh gedurende zijn twee jaren in Nuenen. Men kreeg bij een bezoek een plattegrond waarop de vele herinneringen aan zijn verblijf in Nuenen waren aangegeven en een geïllustreerd verhaal over zijn wonen en werken in Nuenen. Sinds 1976 begon de belangstelling voor het verblijf van Vincent in Nuenen te groeien. Het documentatiecentrum mocht worden beschouwd zoals H. Verwiel het in 1981 in Brabantia, het tijdschrift van Het Noordbrabants Genootschap, verwoordde als iets van een voortreffelijke aanpak dat effect sorteert en een vorm is van een alternatief museum. Velen, uit alle landen van de wereld bezochten het centrum en moeten dat, gezien hun opmerkingen in het gastenboek, als leerzaam hebben ervaren. Opmerkingen als beautiful, Dessins et preparations tres interessants en t is de moeite waard gaven voldoening voor het werk dat er voor gedaan werd Op 17 november 1982 installeerde burgemeester drs. H. Terwisse de Stichting Nuenen 100 Jaar van Gogh. De stichting stelde zich ten doel het initiëren, coördineren en organiseren van activiteiten en festiviteiten ter herdenking van het feit dat Vincent van Gogh in 1984 precies honderd jaar geleden in Nuenen had gewoond en geschilderd. De stichting zorgde ervoor dat er het hele kalenderjaar 1984 Van Gogh-activiteiten werden gehouden. 284

286 Herinneringen aan Vincent na zijn vertrek uit Nuenen Als eerste werd op 28 april 1983 de Van Gogh-speld gepresenteerd. Dit was een gelimiteerde oplage van een 24 karaats vergulde speld met een geëmailleerde Van Gogh-zon. Voor de eerste keer werd bij de Rijksmunt in Utrecht een alternatief betaalmiddel geslagen, de zogenaamde Van Gogh-florijn. Ruim gingen er van de hand in cupronikkel, zilver en een kleinere oplage in goud. Tijdens een openbare raadsvergadering waarmee het Nuenense Van Gogh-jaar op 2 december 1983 werd geopend werd aan Vincent, postuum het ereburgerschap van Nuenen c.a. verleend. In het voorjaar van 1984, op Vincents geboortedag 30 maart, onthulde de toenmalige Commissaris van de Koningin in Noord-Brabant, Mr. J. van Agt, in het Park een Van Gogh-standbeeld dat was gemaakt door Klaas van Rosmalen. In Nuenen vond bij die gelegen-heid ook de eerste plaatselijke televisie-uitzending plaats. Er was een expositie onder de titel Van Gogh als inspiratiebron waarin amateurschilders en scho-lieren zich lieten inspireren door Van Gogh en waarin diverse aspecten van de Van Gogh-verering aan de orde kwamen. Uiteraard liet de zakenwereld niet na om ook in te haken op de Nuenense Van Gogh-activi-teiten. Zo kwamen er de Van Gogh-aardappel, de Van Gogh-tulp, de Van Gogh-fuchsia en de Van Gogh-handelsbeurs. In mei 1984 werd er met medewerking van alle culturele verenigingen in Nuenen een spek-takelstuk opgevoerd onder de titel Een monument voor Vincent. Vormingscentrum de Boerderij en diverse scholen voerden toneelstukken op die aspecten van Vincents kunst op de planken brachten. Er kwam een lesideeënboek voor de basisscholen. Er waren de agrarische dagen waarin oud-agrariërs nog eens de boerenlandarbeid zoals die in de Van Gogh-jaren beoefend werd, lieten herleven. Er kwam een speciale Van Gogh-stempel en een Van Goghfrankeerstempel. Hoogtepunt van het Van Gogh-jaar was zeker de expositie Een Brabantse Van Gogh-ervaring die van 5 t/m 21 oktober 1994 gehouden werd in de nieuwbouw van het gemeentehuis met 24 echte schilderijen en 285

287 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer 167. H.K.H. Prinses Juliana ontvangt van Ton de Brouwer en echtgenote Miek het 1 e exemplaar van Van Gogh en Nuenen Een lange rij voor de Van Gogh Florijn. December

288 Herinneringen aan Vincent na zijn vertrek uit Nuenen 169. Annkondiging voor de expsoitie Een Brabantse Van Gogh ervaring. tekeningen van Vincent uit musea en particulier bezit. Het was de tweede grote Van Gogh-tentoonstelling in Nuenen. Een prachtige catalogus begeleidde de expositie. Ruim bezoekers kwamen de Van Goghs, maar ook de in de tentoonstelling ingebrachte expositie over het Nuenen van 1884 bewonderen. Het oude weversambacht, de kleding, de landbouw en het verenigingsleven uit die tijd waren te zien. Een ander hoogtepunt was dat aan H.K.H. Prinses Juliana, die de Van Gogh-tentoonstelling op 5 oktober had geopend, ook het eerste exemplaar van het boek Van Gogh en Nuenen kon worden aangeboden. Het Van Gogh-jaar 1984 was voor Nuenen c.a. een bijzonder jaar voor het samenkomen van de hele Nuenense bevolking. De andere positieve kant van het Van Gogh-jaar was dat Nuenen regionaal en nationaal door de media maar vooral door van Gogh een enorm stuk bekendheid kreeg. 287

289 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer 1990 In 1990 kon je de televisie niet aanzetten of de krant openslaan of de aandacht werd gevraagd voor het feit dat Vincent honderd jaar geleden in Auvers-sur-Oise overleden was. In Nuenen werd op een bescheiden wijze ingehaakt op die viering. Daarvoor was er een speciale VVV-post ingericht in een gebouwtje in het Park en het Van Gogh-documentatiecentrum werd in enkele maanden door ruim mensen bezocht. Ook de familie Van Gogh bracht in april met vertegenwoordigers uit Mons, Arles en St. Remy een speciaal bezoek aan Nuenen. Er kwamen Van Gogh-herdenkingszegels, extra concerten, een expositie van regionale kunstenaars en er verschenen grote Van Gogh-reproducties op locaties waar van Gogh ze meer dan een eeuw geleden had geschilderd. Er was een bijzondere, op Van Gogh geïnspireerde, foto-expositie van de fotograaf Paul Huf. De expositie Autour de Vincent trok veel belangstelling. Nog een hoogtepunt in dit herdenkingsjaar was het bezoek van Hare Majesteit Koningin Beatrix aan Nuenen en het van Gogh-documentatiecentrum. Ook in het Van Gogh-jaar 1990, dat zich in hoofdzaak afspeelde in en rond het Van Gogh Museum in Amsterdam, kwam Nuenen in relatie tot haar beroemde inwoner positief in het nieuws In 1991 werd herdacht dat het Van Gogh Documentatiecentrum vijftien jaar bestond. In het Hervormd kerkje vond een bijeenkomst plaats waarbij drs. Johan van Gogh het woord voerde en inhaakte op wat Nuenen en Van Gogh bindt en hoe hiermee wordt omgegaan. Daarna werd door hem een 288

290 Herinneringen aan Vincent na zijn vertrek uit Nuenen 170. In juni 1990 bezocht H.M. Koningin Beatrix het Van Gogh Documentatiecentrum Voor de vele toeristen was er in 1990 een speciaal informatiecentrum. 289

291 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer door de Eindhovense kunstenaar Louis Derijks gegeven kunstzinnige facelift aan de buitenzijde van het Van Gogh Documentatiecentrum onthuld. Met een kleine handeling kwam een nieuwe aanduiding Van Gogh Documentatiecentrum en een symbolische Van Gogh-cirkel te voorschijn In het jaar 2001 kwam het voortbestaan van het inmiddels wereldwijd bekende Van Gogh-documentatiecentrum in gevaar. Ton de Brouwer, die vanaf 1976 het centrum had beheerd, ging met pensioen. De vraag was hoe het nu verder moest met het centrum. De gemeente toonde weinig interesse in het voort-zetten van het centrum en het was zelfs een half jaar gesloten. Om het voortbestaan te verzekeren richtte Ton de Brouwer een stichting op onder de naam Stichting Van Gogh Documentatiemuseum, die met vrijwilligers het centrum zou gaan bemannen. Het centrum voldeed echter functioneel niet meer aan de moderne eisen. De stichting ging op zoek naar een andere, grotere behuizing en al snel werd duidelijk dat het oude gemeentehuis uit 1874 aan de Berg 29 eigendom van Bouwvereniging Helpt Elkander alle potentie in zich had om na een restauratie en uitbreiding te gaan dienen als het nieuwe Van Gogh-centrum. Op 30 maart 2003 werd onder grote belangstelling op het pand aangekondigd dat hier een nieuw Van Gogh-centrum zou komen In dat jaar werd de 150e geboortedag van Van Gogh herdacht. Vanzelfsprekend haakte ook Nuenen daarop in. Het was dat jaar overigens ook 120 jaar geleden dat Vincent in Nuenen kwam wonen. Voor het eerst schaarde de Brabantse van Gogh gemeenten zich onder één noemer 290

292 Herinneringen aan Vincent na zijn vertrek uit Nuenen 172. Het onthullen van de banner 30 maart 2003 door Burgemeester Willem Ligtvoet en Ton de Brouwer 173. Het toekomstigevincentre vóór de restauratie in

293 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer Van Gogh in Brabant. Zo ontstonden in 2003 enkele specifiek Brabantse Van Gogh-activiteiten. Nuenen nam aan dat Brabantse programma deel door exposities over Van Gogh in de exlibriskunst, Van Gogh geportretteerd op penningen en medailles, Van Gogh in de filatelie en erinnofilie en een Hommage aan Van Gogh 2003 door hedendaagse kunstenaars. Er waren lezingen over Van Gogh in de literatuur, Van Gogh in beelden en gedichten, Van Gogh als tekenaar, en Invloeden van Van Gogh op de moderne schilderkunst. Het Nuenense Van Gogh-jaar 2003 ging van start op zondag 30 maart met een bijzondere Van Gogh herdenking in het cultureel centrum Het Klooster waarbij Brassband De Vooruitgang de wereldpremière gaf van door de Amerikaanse componist Aldo Forte speciaal voor deze Brassband gearrangeerde Van Gogh muziek over werken van Vincent, zoals de aardappeleters. In het jaar 2003 hoopte de eerder opgerichte stichting daadwerkelijk van start te kunnen gaan met het realiseren van het Van Gogh Village, het nieuwe Van Gogh-centrum. Op de geboortedag van Vincent, 30 maart, werd een banner onthuld die aangaf dat op Berg 29 in dat jaar het nieuwe Van Gogh Village zou verrijzen. Financiële, politieke en bestemmingsplanmatige perikelen stelden de realisering echter nog enige jaren uit. In 2003 startte de stichting wel met het beheer en toezicht door een aantal vrijwilligers van het nog bestaande Van Gogh-documentatiecentrum Zoals we al zagen vond in 1965 in het gemeentehuis van Nuenen een grote van Gogh-tentoonstelling plaats. Hiervan werd in mei een reprise gegeven door een expositie van op ware grootte en op linnen gereproduceerde 292

294 Herinneringen aan Vincent na zijn vertrek uit Nuenen werken die 40 jaar geleden in het echt waren geëxposeerd. De expositie werd verlevendigd met veel archiefstukken, herinneringsfoto s en krantenknipsels uit het jaar Het realiseren van het nieuwe centrum kostte, vooral vanuit financieel oogpunt, veel tijd. Uiteindelijk kon op 13 november 2008 door drs. Johan van Gogh samen met zijn dochter Josien en Ton de Brouwer een banner worden onthuld waarop kenbaar werd gemaakt dat het oude gemeentehuis het onderkomen zou worden van een nieuw centrum onder de naam Van Gogh Village. Begin 2009 startte de restauratie en de uitbreiding van het oude gemeentehuis. De definitieve opening stond gepland voor voorjaar Tevens werd de eerste van 18 Van Gogh zuilen onthuld. Bij deze zuilen is in het Nederlands en Engels informatie te horen over het object waar men voor staat en dat eens door Vincent werd geschilderd of getekend. Teksten uit zijn brieven laten horen waarom Vincent er een kunstwerk van maakte Veel gespecialiseerde bedrijven werkten mee om het verhaal van Ton over Van Gogh en Nuenen vorm te geven met allerlei nieuwe mediatechnieken. Op 17 september 2010 was het zover. Onder de inmiddels gewijzigde naam Vincentre kon het monumentale onderkomen worden geopend door de commissaris van de Koning in de Provincie Noord-Brabant dr. W. van den Donk, in het bijzijn van veel leden van de familie Van Gogh. Een bijzondere taak was bij de opening weggelegd voor de opvolgende generatie van Vincent van Gogh. Josien van Gogh kwam vanuit de tegen- 293

295 Van Gogh en Nuenen ~ Ton de Brouwer overgelegen Hervormde Pastorie dat eens het woonadres van Vincent was geweest de sleutel van het nieuwe centrum brengen. De sleutel lag, zoals ook bij de opening van het Van Gogh-documentatiecentrum in 1976, in een vogelnestje, waarmee werd verwezen naar de tijd dat Nuenense kinderen voor Vincent vogelnestjes verzamelden. In het zelfde jaar werd de naast de Hervormde pastorie gelegen voormalige woning van Margot Begemann, huize Nune Ville in eigendom bij de familie Van Gogh verkocht aan de Nuenense woningbouwvereniging met als doel het bewaren van de relatie die dit huis heeft met het culturele Nuenense erfgoed van Van Gogh. Dit onder de voorwaarde dat er een functie aan zou worden gegeven die in het verlengde zou liggen van de doelstelling van de Stichting Van Gogh Village Nuenen. Om de speciale band tussen de familie Van Gogh en Nuenen nog eens te bevestigen brachten op 29 september 2013 alle leden van de familie Van Gogh een bezoek aan het Nuenen van hun inmiddels beroemd geworden familielid Vincent van Gogh. Meer informatie over de periode dat Vincent in de gemeente Nuenen verbleef kan men ook krijgen via de website 294

296 Herinneringen aan Vincent na zijn vertrek uit Nuenen 174. Ton de Brouwer sluit na 34 jaar zijn Van Gogh Documentatiecentrum Commissaris van de Koning Dr. W. v.d. Donk bij de opening van het Vincentre met Ton de Brouwer en echtgenote Jacqueline. 295

297 176. Het nieuwe Vincentre De familie Van Gogh bezoekt Nuenen in september

298 FURTHER READING ON THE LIFE OF VINCENT VAN GOGH Van Gogh and Nuenen (English Version) Ton de Brouwer Softcover with French Flaps 304 Pages in full color Available from JOHANNA: e Other Van Gogh David A. Glen & William J. Havlicek, Ph.D. Softcover with French Flaps 432 Pages in full color Available from Van Gogh s Untold Journey William J. Havlicek, Ph.D. Softcover with French Flaps 288 Pages in full color Available from e above books are also available as a boxed set. Our net proceeds go to our foundation for homeless and otherwise edndangered children.

Vincent van Gogh. Hier zie je er een afbeelding van.

Vincent van Gogh. Hier zie je er een afbeelding van. Vincent van Gogh Een van de beroemdste schilders die Nederland heeft gehad was Vincent van Gogh. Deze kunstenaar heeft zelfs zijn eigen museum gekregen in Amsterdam. Toch wel heel bijzonder, zeker als

Nadere informatie

Over Nuenense kisten die de Bredase kisten werden

Over Nuenense kisten die de Bredase kisten werden een beroemde verzameling Over Nuenense kisten die de Bredase kisten werden Op momenten dat een Nederlands museum een werk van Vincent van Gogh aanschaft of als er een nieuw werk van de schilder wordt ontdekt,

Nadere informatie

Over cijfers en getallen gesproken

Over cijfers en getallen gesproken Over cijfers en getallen gesproken Voor veel mensen is het tijdens een Van Gogh-rondleiding in Nuenen een eye opener als zij horen dat Vincent in zijn leven zoveel kunstwerken heeft gemaak. Dat zijn er

Nadere informatie

inhoud 1. Een leven in beeld 2. Vincents jeugd 3. Aan het werk 4. Brieven 5. Boeren 6. Naar Parijs 7. Naar het zuiden 8. De ruziemaker 9.

inhoud 1. Een leven in beeld 2. Vincents jeugd 3. Aan het werk 4. Brieven 5. Boeren 6. Naar Parijs 7. Naar het zuiden 8. De ruziemaker 9. Vincent van Gogh inhoud 1. Een leven in beeld 3 2. Vincents jeugd 4 3. Aan het werk 5 4. Brieven 6 5. Boeren 7 6. Naar Parijs 9 7. Naar het zuiden 10 8. De ruziemaker 11 9. Ziek 12 10. Het einde 13 11.

Nadere informatie

Locatie van Vincents Laan met populieren bij Nuenen

Locatie van Vincents Laan met populieren bij Nuenen Locatie van Vincents Laan met populieren bij Nuenen In het decembernummer van het Nuenense heemkundetijdschrift De Drijehornickels heeft Louis Bressers uitgebreid aandacht besteed aan de locatie van Van

Nadere informatie

Wie was Schafrat(h)? En wat was de relatie met Van Gogh?

Wie was Schafrat(h)? En wat was de relatie met Van Gogh? Wie was Schafrat(h)? En wat was de relatie met Van Gogh? Soms weten bezoekers ons tijdens rondleidingen te vermelden dat Vincent van Gogh ooit een kamertje bewoonde in hotel Schafrath aan het Park in Nuenen.

Nadere informatie

Geschiedenis Gereformeerde kerk Ruinerwold Koekange

Geschiedenis Gereformeerde kerk Ruinerwold Koekange Geschiedenis Gereformeerde kerk Ruinerwold Koekange Ds. Hendrik de Cock Het zegel van de kerk Voor kant kerk Berghuizen 2018 Foto van het kerkgebouw van voor 1912 Het ontstaan van de afscheiding. De Afscheiding

Nadere informatie

Had de pastorie in Van Goghs tijd een pleisterlaag?

Had de pastorie in Van Goghs tijd een pleisterlaag? Had de pastorie in Van Goghs tijd een pleisterlaag? Een heel speciale vraag die vaak gesteld wordt over de pastorie aan Berg 26 vindt zijn oorsprong in een schilderij en een tekening van Vincent, waarop

Nadere informatie

De brieven van Van Gogh

De brieven van Van Gogh De brieven van Van Gogh Tijdens een rondwandeling door het dorp, vertelt ieder gids wel iets over de vele brieven die Vincent schreef in zijn leven. Hoe belangrijk waren de brieven voor Vincent, aan wie

Nadere informatie

Vincent van Gogh en de Nuenense wevers

Vincent van Gogh en de Nuenense wevers spookachtige kleuren Vincent van Gogh en de Nuenense wevers Veel bezoekers van Museum Vincentre komen speciaal naar Nuenen om hier het verhaal van Vincent te beleven. De meesten kennen Van Gogh wel van

Nadere informatie

Vincent van gogh. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Vincent van gogh. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres DigilessenPO 06 december 2012 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/41036 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet.

Nadere informatie

125 jaar. Geïnspireerd door de beroemde werken van Nederlands schilder. Vincent van Gogh (1853-1890)

125 jaar. Geïnspireerd door de beroemde werken van Nederlands schilder. Vincent van Gogh (1853-1890) 125 jaar Geïnspireerd door de beroemde werken van Nederlands schilder Vincent van Gogh (1853-1890) WWW.BNWALLCOVERINGS.COM 125 JAAR GEÏNSPIREERD DOOR DE WERKEN VAN KUNSTSCHILDER VINCENT VAN GOGH De collectie

Nadere informatie

Vincent van Gogh. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/41036

Vincent van Gogh. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/41036 Auteur DigilessenPO Laatst gewijzigd 06 december 2012 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres https://maken.wikiwijs.nl/41036 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

Op hun knieën blijven ze wachten op het antwoord van Maria. Maar het beeld zegt niets terug.

Op hun knieën blijven ze wachten op het antwoord van Maria. Maar het beeld zegt niets terug. 1950 Het huilende beeld De zon schijnt met hete stralen op het kleine dorpje. Niets beweegt in de hitte van de middag. De geiten en koeien slapen in de schaduw. De blaadjes hangen stil aan de bomen. Geen

Nadere informatie

Rondje Vledder. een (virtuele) wandeling langs enkele gebouwen van historische betekenis

Rondje Vledder. een (virtuele) wandeling langs enkele gebouwen van historische betekenis Rondje Vledder een (virtuele) wandeling langs enkele gebouwen van historische betekenis 10 11 1 8 9 2 4 5 6 7 3 Het plattegrondje geeft een beeld van Vledder tussen ca. 1930 en 1940. De nummers langs de

Nadere informatie

Kijkwijzer HAVO / VWO. Joep Nicolas. 11 juni 2014 t/m 11 januari 2015. Pierre Cuypersstraat 1, 6041 XG Roermond, 0475 359102, www.cuypershuis.

Kijkwijzer HAVO / VWO. Joep Nicolas. 11 juni 2014 t/m 11 januari 2015. Pierre Cuypersstraat 1, 6041 XG Roermond, 0475 359102, www.cuypershuis. Kijkwijzer HAVO / VWO Joep Nicolas 11 juni 2014 t/m 11 januari 2015 Pierre Cuypersstraat 1, 6041 XG Roermond, 0475 359102, www.cuypershuis.nl Welkom in het Cuypershuis Het museumgebouw is een uniek complex

Nadere informatie

Met Vincent aan het werk

Met Vincent aan het werk Met Vincent aan het werk Ceciel de Bie Met illustraties van Georgien Overwater Van Gogh Museum Publicaties 4 Inhoud 1 Ontdekken door te doen 9 2 Heb je tekenspullen in huis? 10 3 Tekenen, tekenen en nog

Nadere informatie

STAD EN TAAL ONTMOET KUNST

STAD EN TAAL ONTMOET KUNST STAD EN TAAL ONTMOET KUNST OPTIONELE OPDRACHTEN EN HUISWERKOPDRACHTEN 1 WAT WILT U? (voorbereiding op het bezoek) A. Wat wilt u graag in het Stedelijk Museum zien? (welke soort kunst, welke kunstenaar,

Nadere informatie

Boven in het pand bevinden zich twee platte gevelstenen. In een van de gevelstenen (boven de voordeur) is de tekst 'HUIZE LOUISE' gebeiteld.

Boven in het pand bevinden zich twee platte gevelstenen. In een van de gevelstenen (boven de voordeur) is de tekst 'HUIZE LOUISE' gebeiteld. Huize Louise. Inleiding. Vanuit het zuiden, even voorbij de Markt en de Protestante kerk in de Grotestraat, staat op de nummers 92 tot 94 een pand dat de naam draagt 'Huize Louise'. In dit pand waren eerder

Nadere informatie

In het spoor van Van Gogh

In het spoor van Van Gogh 108 Nuenen In het spoor van Van Gogh Standbeeld Vincent van Gogh Vincent van Gogh werd vooral beroemd door zijn kleurrijke schilderijen van zonnebloemen en irissen. Maar Van Gogh kende ook een donkere

Nadere informatie

VAN GOGH KRIJGT SCHILDERLES NIVEAU ++

VAN GOGH KRIJGT SCHILDERLES NIVEAU ++ NIVEAU ++ 1/5 Vincent van Gogh heeft nooit een kunstenaarsopleiding afgemaakt. Met deze leskaart leer je meer over de jonge Vincent én hoe je met wat hulp en (vooral) heel veel doorzettingsvermogen toch

Nadere informatie

18. Evangelist in eigen land 19. Onder Jezus zegen Een bereide plaats 20. Water 21. Een gebed om de Heilige Geest Doorwaai mijn hof 22.

18. Evangelist in eigen land 19. Onder Jezus zegen Een bereide plaats 20. Water 21. Een gebed om de Heilige Geest Doorwaai mijn hof 22. Inhoudsopgave Voorwoord 1. Een gebed bij het begin van het nieuwe jaar Ik ben met u 2. Gods hand 3. Zegen Vrede met God 4. In de kerk 5. Is Deze niet de Christus? Deze ontvangt zondaars 6. Echte vrienden

Nadere informatie

Blad 1. Kwartierstaat van Betje Hendriks ( ) De ouders van Betje

Blad 1. Kwartierstaat van Betje Hendriks ( ) De ouders van Betje Blad 1 Kwartierstaat van Betje Hendriks (1880-1955) De ouders van Betje Website: Stamboom familie Van den Berg > Generatie II De ouders van 01. Betje Hendriks (1880-1955) 02. * Gemert 04-03-1850 + Helmond

Nadere informatie

Reisverslag Boedapest 2015 Deel 2 [1]

Reisverslag Boedapest 2015 Deel 2 [1] Gepubliceerd op Willem-Jan van der Zanden (http://www.wjvanderzanden.nl) Home > Reisverslag Boedapest 2015 Deel 2 Reisverslag Boedapest 2015 Deel 2 [1] Door wjvanderzanden[2]op vr, 07/24/2015-13:29 Tags:reizen

Nadere informatie

VAN GOGH KRIJGT SCHILDERLES NIVEAU ++

VAN GOGH KRIJGT SCHILDERLES NIVEAU ++ NIVEAU ++ 1/5 Vincent van Gogh heeft nooit een kunstenaarsopleiding afgemaakt. Met deze leskaart leer je meer over de jonge Vincent én hoe je met wat hulp en (vooral) heel veel doorzettingsvermogen toch

Nadere informatie

ALS ER EEN GOD IS WAAROM IS ER DAN ZOVEEL ELLENDE IN DE WERELD?

ALS ER EEN GOD IS WAAROM IS ER DAN ZOVEEL ELLENDE IN DE WERELD? ALS ER EEN GOD IS WAAROM IS ER DAN ZOVEEL ELLENDE IN DE WERELD? Nieuwe Kerkviering 28 oktober 2018 Met medewerking van gospelkoor Laetare onder leiding van Willemdirk van den Berg Muzikale begeleiding

Nadere informatie

Werkstuk Geschiedenis Frankrijk in de tijd van het absolutisme

Werkstuk Geschiedenis Frankrijk in de tijd van het absolutisme Werkstuk Geschiedenis Frankrijk in de tijd van het absolutisme Werkstuk door een scholier 1970 woorden 12 oktober 2005 6,7 72 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Hoofdvraag: Hoe beschrijven en verklaren we

Nadere informatie

Stichting De Vrienden van Vincent Van Gogh & Nuenen

Stichting De Vrienden van Vincent Van Gogh & Nuenen Nieuwsbrief nummer 9, nov. 2011 Stichting De Vrienden van Vincent Van Gogh & Nuenen Uniek moment voor De Vrienden van Vincent van Gogh & Nuenen Donderdag 10 november was een unieke avond voor onze stichting.

Nadere informatie

Wat gebeurde er met de beek Krith?

Wat gebeurde er met de beek Krith? Elia bij de weduwe in Zarfath. Wat gebeurde er met de beek Krith? 1 Koningen 17:7 7 En het gebeurde na verloop van vele dagen dat de beek uitdroogde, want er was geen regen in het land gevallen Welke opdracht

Nadere informatie

De steen die verhalen vertelt.

De steen die verhalen vertelt. De steen die verhalen vertelt. Heel lang geleden kenden de mensen geen verhalen, er waren geen verhalenvertellers. Het leven zonder verhalen was heel moeilijk, vooral gedurende de lange winteravonden,

Nadere informatie

VAN SYNAGOGE VIA PAKHUIS NAAR SJOELBRIELLE Riet de Leeuw van Weenen-van der Hoek

VAN SYNAGOGE VIA PAKHUIS NAAR SJOELBRIELLE Riet de Leeuw van Weenen-van der Hoek VAN SYNAGOGE VIA PAKHUIS NAAR SJOELBRIELLE Riet de Leeuw van Weenen-van der Hoek 15 JAAR STICHTING BEHOUD SYNAGOGE BRIELLE 10 JAAR SJOEL BRIELLE Het jaar 5775/5776 (2015/2016) is een bijzonder jaar. Honderdvierenveertig

Nadere informatie

Opstandingskerk, 26 november 2017

Opstandingskerk, 26 november 2017 Opstandingskerk, 26 november 2017 Laatste zondag kerkelijk jaar, Symbolische bloemschikking laatste zondag kerkelijk jaar In de bijbel, het boek van verwachting, maar ook van verdriet lezen we in Openbaring

Nadere informatie

Liturgie zondagmorgen 8 januari 2017 Jeugddienst 12-

Liturgie zondagmorgen 8 januari 2017 Jeugddienst 12- Liturgie zondagmorgen 8 januari 2017 Jeugddienst 12- Voorganger: ds W.G. Teeuwissen Samen in de naam van Jezus 1 Samen in de naam van Jezus heffen wij een loflied aan, want de Geest spreekt alle talen

Nadere informatie

voorspellen (laatste keer in week 12: de zonsverduistering)

voorspellen (laatste keer in week 12: de zonsverduistering) Handleiding niveau B De Nieuwsbegripbieb Achteraan deze handleiding vindt u een lijstje met titels van informatieve en fictieboeken, die aansluiten bij het onderwerp van de Nieuwsbegriples. Op de website

Nadere informatie

Zes generaties warme toewijding

Zes generaties warme toewijding Zes generaties warme toewijding De geschiedenis van familiebedrijf Bakker van de Ven Bij gelegenheid van het 75-jarig bestaan in Venhorst Venhorst, juni 2010 PAG 1 INHOUD Voorwoord Inleiding 1 Martinus

Nadere informatie

1 e Paasdag 2019 Een nieuw begin. Lezing Paasevangelie : Johannes 20 : 1-18

1 e Paasdag 2019 Een nieuw begin. Lezing Paasevangelie : Johannes 20 : 1-18 1 e Paasdag 2019 Een nieuw begin Lezing Paasevangelie : Johannes 20 : 1-18 Afgelopen vrijdag, Goede Vrijdag, hebben we stilgestaan bij de weg die Jezus is gegaan, zijn kruisweg, in 14 afbeeldingen. De

Nadere informatie

Toon Uw heerlijkheid Opwekking 505

Toon Uw heerlijkheid Opwekking 505 Hartelijk welkom Toon Uw heerlijkheid Opwekking 505 Vader van de schepping, volvoer uw eeuwige plan. Maak ons een generatie die overwinnen kan. Heer, laat uw koninkrijk komen, waar heel de schepping

Nadere informatie

De Kerk - Geschiedenis (Van deze kerk heb ik de DTB boeken ingezien)

De Kerk - Geschiedenis (Van deze kerk heb ik de DTB boeken ingezien) De Kerk - Geschiedenis (Van deze kerk heb ik de DTB boeken ingezien) Kerkgeschiedenis Hervormde Gemeente Oldemarkt - Paasloo c.a. De Hervormde Gemeente omvat vier kerkdorpen. Allen met een eigen kerk en

Nadere informatie

Liturgie zondag 18 juni 2017 Doopdienst Thema verbonden

Liturgie zondag 18 juni 2017 Doopdienst Thema verbonden Liturgie zondag 18 juni 2017 Doopdienst Thema verbonden Voorganger: Ds. Margriet van de Bunt Organist: Marinus den Harder Jennifer Jonker en Lianne Loekie Jochemsen worden gedoopt. Welkom en mededelingen-

Nadere informatie

Ook maar een gewoon mens

Ook maar een gewoon mens 1 Ook maar een gewoon mens Geroepen te zijn tot het predikambt heeft twee kanten: het enerzijds mogen doen en het anderzijds moeten dienen. Van Godswege. Bij de ene dienaar zal de opdracht sterker leven:

Nadere informatie

SPELREGELS START. Loop vanaf het Tongerloplein richting Molenstraat en sla rechtsaf de hoek om.

SPELREGELS START. Loop vanaf het Tongerloplein richting Molenstraat en sla rechtsaf de hoek om. SPELREGELS De speurtocht start en eindigt op het Tongerloplein te Roosendaal. Blijf bij je groepje en let op het verkeer! START Loop vanaf het Tongerloplein richting Molenstraat en sla rechtsaf de hoek

Nadere informatie

Thema: de K van. Moeilijkheid : *** Samenleving Tijdsduur : ***

Thema: de K van. Moeilijkheid : *** Samenleving Tijdsduur : *** Thema: de K van. Moeilijkheid : *** Samenleving Tijdsduur : *** Nederland juf Yvonne Het land Doel: Na deze opdracht weet je heel wat over bekende en beroemde kunstschilders van vroeger en nu. Uitleg opdracht:

Nadere informatie

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 MEMORY WOORDEN 1.1 TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 ik jij hij zij wij jullie zij de baby het kind ja nee de naam TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 2 MEMORY WOORDEN 1.2 TaalCompleet A1 Memory Woorden

Nadere informatie

H. P. Schim van Loeff.

H. P. Schim van Loeff. IN MEMORIAM, H. P. Schim van Loeff. Den December 1906 eindigde het leven van een man, die het aan de stad zijner inwoning wel verdiend heeft, dat hem in ons jaarboekje een woord van nagedachtenis. Schim

Nadere informatie

DIJKHUIS ZWAAGDIJK-OOST 85 2015-1

DIJKHUIS ZWAAGDIJK-OOST 85 2015-1 DIJKHUIS ZWAAGDIJK-OOST 85 2015-1 1 Het laatste dijkhuis van Zwaagdijk In Zwaagdijk Oost, geklemd tussen dijk en dijksloot, ligt het huis van Joop Grent. Ooit stonden hier zes of zeven van dergelijke dijkhuisjes,

Nadere informatie

DePetrus in een notendop

DePetrus in een notendop DePetrus in een notendop April 2018 Bronnen A. Looyenga: De St. Petruskerk te Vught: sleutelwerk van Karel Weber, 2005. H. Smeets: Een uiterst belangrijk experiment. De geschiedenis van de Petrus, 6-4-2018.

Nadere informatie

VAN GOGH KRIJGT SCHILDERLES NIVEAU ++

VAN GOGH KRIJGT SCHILDERLES NIVEAU ++ NIVEAU ++ 1/5 Vincent van Gogh heeft nooit een kunstenaarsopleiding afgemaakt. Met deze leskaart leer je meer over de jonge Vincent én hoe je met wat hulp en (vooral) heel veel doorzettingsvermogen toch

Nadere informatie

De magische deur van KASTEEL013

De magische deur van KASTEEL013 De magische deur van KASTEEL013 Auteurs: Thomas, Liana, Elyas, Brit en Tijn van BS Cleijn Hasselt, begeleiding: Saskia Dellevoet Op een regenachtige dag verveelde ik me. Ik appte Lisa. Zullen we naar de

Nadere informatie

A-tekst. De aquarel. Mesdag Israëls Mauve Breitner Mondriaan

A-tekst. De aquarel. Mesdag Israëls Mauve Breitner Mondriaan A-tekst De aquarel Mesdag Israëls Mauve Breitner Mondriaan In de 19de eeuw maakte de Nederlandse aquarel een ongekende bloeiperiode door. De artistieke idealen van die tijd vonden in dit medium een perfecte

Nadere informatie

LES 4. Handelingen 12:1-19; Van Jeruzalem tot Rome: Verlost uit de gevangenis blz.109-116

LES 4. Handelingen 12:1-19; Van Jeruzalem tot Rome: Verlost uit de gevangenis blz.109-116 LES 4 Handelingen 12:1-19; Van Jeruzalem tot Rome: Verlost uit de gevangenis blz.109-116 De boodschap God hoort en verhoort onze gebeden voor elkaar. Leertekst: Terwijl Petrus onder zware bewaking zat

Nadere informatie

Gebedsboek. voor dagelijks gebruik. Dinsdag

Gebedsboek. voor dagelijks gebruik. Dinsdag Gebedsboek voor dagelijks gebruik Gemaakt door club 12-14 Marije Hoekstra Indra de Vries Delia Postma Ekyoci Amisi Shabani Jentje Hansma Johan Gjaltema Mendé Bosma Femke Veenhuizen Elzerd Elzinga Gert

Nadere informatie

Van boodschap tot schilderij

Van boodschap tot schilderij Van boodschap tot schilderij Een onderzoek naar de herkomst van een briefkaart Hans Hendriks 2017 Aanleiding 1 Briefkaart uit 1915 gekregen van mijn vader in 1978, verstuurd vanuit Antwerpen naar Middelburg

Nadere informatie

Toespraak bij de jaarlijkse 4 mei herdenking bij de Erelijst voor Gevallenen Door de Voorzitter van de Tweede Kamer, Khadija Arib

Toespraak bij de jaarlijkse 4 mei herdenking bij de Erelijst voor Gevallenen Door de Voorzitter van de Tweede Kamer, Khadija Arib Toespraak bij de jaarlijkse 4 mei herdenking bij de Erelijst voor Gevallenen Door de Voorzitter van de Tweede Kamer, Khadija Arib Het is Kerstmis, 1938. De 28-jarige Brits-Joodse effectenhandelaar, Sir

Nadere informatie

Programma Open Monumentendag Giessenlanden zaterdag 9 september 2017 van uur Thema: Boeren, burgers en buitenlui

Programma Open Monumentendag Giessenlanden zaterdag 9 september 2017 van uur Thema: Boeren, burgers en buitenlui Programma Open Monumentendag Giessenlanden zaterdag 9 september 2017 van 10.00-16.00 uur Thema: Boeren, burgers en buitenlui De BankGiro Loterij Open Monumentendag wordt jaarlijks georganiseerd door Comité

Nadere informatie

De toren van de Oude Kerk weer in de steigers.

De toren van de Oude Kerk weer in de steigers. RESTAURATIE VAN DE TOREN VAN DE OUDE KERK door J.E.J. Hilhorst De toren van de Oude Kerk zal voor het verrichten van restauratiewerkzaamheden, na een periode van ca. 85 jaar, weer in de steigers worden

Nadere informatie

Boekverslag Nederlands Van de koele meren des doods door Frederik van Eeden

Boekverslag Nederlands Van de koele meren des doods door Frederik van Eeden Boekverslag Nederlands Van de koele meren des doods door Frederik van Eeden Boekverslag door een scholier 1675 woorden 5,8 42 keer beoordeeld 2 november 2001 Auteur Frederik van Eeden Genre Psychologische

Nadere informatie

Ted van Lieshout Floor van de Ven, H3G, Uitgeveri Plaats Jaar uitgave en druk Aantal bladzijdes Genre Inhoudsopgave Samenvatting

Ted van Lieshout Floor van de Ven, H3G, Uitgeveri Plaats Jaar uitgave en druk Aantal bladzijdes Genre Inhoudsopgave Samenvatting Boekverslag door F. 1662 woorden 8 juni 2016 7 7 keer beoordeeld Auteur Ted van Lieshout Genre Psychologische roman, Jeugdboek Eerste uitgave 1996 Vak Nederlands Gebr. Ted van Lieshout Floor van de Ven,

Nadere informatie

Blad 1. Kwartierstaat van Antoon van den Berg (1877-1961) Zus Mina van den Berg

Blad 1. Kwartierstaat van Antoon van den Berg (1877-1961) Zus Mina van den Berg Blad 1 Kwartierstaat van Antoon van den Berg (1877-1961) Zus Mina van den Berg Website: Stamboom familie Van den Berg > Mina van den Berg, zus van 01. Antoon van den Berg (1877-1961) De ouders van Mina

Nadere informatie

Drie schilderijen in de consistorie te Oudelande

Drie schilderijen in de consistorie te Oudelande Drie schilderijen in de consistorie te Oudelande Sinds jaar en dag hangen er in de consistorie van de kerk te Oudelande drie schilderijen, twee panelen en een doek. De panelen stellen een gezicht op Oudelande

Nadere informatie

Orde van Dienst. voor zondag 6 april Vijfde zondag in de Veertigdagentijd 'Wonen overal even thuis' Thema: Bij het graf van een vriend

Orde van Dienst. voor zondag 6 april Vijfde zondag in de Veertigdagentijd 'Wonen overal even thuis' Thema: Bij het graf van een vriend aan barmhartigheid Protestantse Gemeente Nuenen werken Orde van Dienst voor zondag 6 april 2014 Vijfde zondag in de Veertigdagentijd 'Wonen overal even thuis' Thema: Bij het graf van een vriend Voorganger:

Nadere informatie

Het drama van twee geliefden, die niet met elkaar mochten trouwen, terwijl zij 7 maanden zwanger was

Het drama van twee geliefden, die niet met elkaar mochten trouwen, terwijl zij 7 maanden zwanger was Het drama van twee geliefden, die niet met elkaar mochten trouwen, terwijl zij 7 maanden zwanger was Breda, 16 april 1843 Het vinden van eene vrouwen-muts en klomp in de haven te Leur had reeds op den

Nadere informatie

Inleiding. Monumenten, symbolen en iconen Kindermonumentendag in Midden-Delfland Symbolen in deze tijd

Inleiding. Monumenten, symbolen en iconen Kindermonumentendag in Midden-Delfland Symbolen in deze tijd Monumenten, symbolen en iconen Kindermonumentendag in Midden-Delfland 2016 Lesbrief voor de groepen 7 van de basisscholen in Midden-Delfland Deze les is de voorbereiding voor de Kindermonumentendag op

Nadere informatie

Beste Lezer. Voor u ligt de bundel met als thema afscheid, de dood, rouwverwerking. Het heeft mij jaren gekost om deze bundel vorm te geven.

Beste Lezer. Voor u ligt de bundel met als thema afscheid, de dood, rouwverwerking. Het heeft mij jaren gekost om deze bundel vorm te geven. Beste Lezer Voor u ligt de bundel met als thema afscheid, de dood, rouwverwerking Het heeft mij jaren gekost om deze bundel vorm te geven. De flarden waren er al heel lang, maar ik kreeg het niet voor

Nadere informatie

Bijbelrooster 19 februari 25 februari. Thema: Jij en de gemeente. Dinsdag 19 februari - Dichtbij

Bijbelrooster 19 februari 25 februari. Thema: Jij en de gemeente. Dinsdag 19 februari - Dichtbij Bijbelrooster 19 februari 25 februari Thema: Jij en de gemeente Dinsdag 19 februari - Dichtbij En in het midden van de zeven kandelaren Een, de Zoon des mensen gelijk zijnde, bekleed met een lang kleed

Nadere informatie

OPEN MONUMENTENDAG 2019

OPEN MONUMENTENDAG 2019 OPEN MONUMENTENDAG 2019 Plekken van Plezier Zaterdag 14 september van 10.00 uur tot 17.00 uur Opening om 10.00 uur in de Wintertuin in het Cantonspark Voorwoord Tijdens Open Monumentendag staan de deuren

Nadere informatie

Preek op Oudjaarsavond Alles heeft zijn tijd

Preek op Oudjaarsavond Alles heeft zijn tijd Preek op Oudjaarsavond 2018 - Alles heeft zijn tijd Lezing: Prediker 3 Dat we hier vanavond bij elkaar zijn wordt vooral bepaald door de wereldse kalender. En niet de kalender van de christelijke feesten.

Nadere informatie

Ik heb dit boek gekozen, omdat ik hem kreeg bij de Grote Lijsters vorig jaar. Toen ik de achterkant had gelezen, wilde ik weten hoe het zou aflopen.

Ik heb dit boek gekozen, omdat ik hem kreeg bij de Grote Lijsters vorig jaar. Toen ik de achterkant had gelezen, wilde ik weten hoe het zou aflopen. Boekverslag door een scholier 1942 woorden 16 juni 2007 7 13 keer beoordeeld Auteur Genre Tim Krabbé Psychologische roman Eerste uitgave 2002 Vak Nederlands I Beschrijvingsopdracht. 1. Motivatie van mijn

Nadere informatie

30/9 1936 Op 2 october 1860 werd vader geboren als zoon van Arnoldus Cools en Johanna Mallens; over twee dagen herdenken wij dus zijn geboortedag. Morgen en overmorgen zal respectievelijk in den Besterd

Nadere informatie

Hotel De Valk Locatie: Zuidstraat 97

Hotel De Valk Locatie: Zuidstraat 97 Hotel De Valk Locatie: Zuidstraat 97 Charley en Westkapelle Charley Toorop werd in 1891 in Katwijk geboren. Zij was de dochter van de beroemde schilder Jan Toorop (1858'1928). Hij was een zeer veelzijdig

Nadere informatie

Met je klas naar singer laren

Met je klas naar singer laren Met je klas naar singer laren Wat is Singer laren? Museum Villa De wilde zwanen Theater Beeldentuin Waarom heet het singer laren? Vroeger woonde het echtpaar Anna en William Singer hier. Zij kwamen meer

Nadere informatie

1. Wat is geloof? Zekerheid

1. Wat is geloof? Zekerheid 1. Wat is geloof? Zekerheid Het gaat dus over geloof en zekerheid. Ieder zoekt naar zekerheid. In onze tijd probeert men heel het leven te omringen met zekerheden, verzekeringen. Veel mensen zijn verzekerd

Nadere informatie

DE STIJL OF TOCH JE EIGEN STIJL? NIVEAU ++

DE STIJL OF TOCH JE EIGEN STIJL? NIVEAU ++ NIVEAU ++ 1/5 Deze leskaart gaat over (misschien wel) Nederlands beroemdste kunststroming: De Stijl. Initiatiefnemer was kunstenaar Theo van Doesburg. Samen met o.a. Bart van der Leck en Piet Mondriaan

Nadere informatie

Informatieblad Doop-, Trouw- en Begraafboeken

Informatieblad Doop-, Trouw- en Begraafboeken Informatieblad Doop-, Trouw- en Begraafboeken In 1811 werd in de meeste delen van Nederland de Burgerlijke Stand ingevoerd. De overheid had op dat moment nauwelijks gegevens over de inwoners. Er werden

Nadere informatie

24 Januari 1948, beide uit Paramaribo, hoofdstad van Suriname. Hij verzocht me jou te schrijven

24 Januari 1948, beide uit Paramaribo, hoofdstad van Suriname. Hij verzocht me jou te schrijven Mr. A. J. H. L. ADAM WARNSVELD, 2 Februari 1948 Boschlaan 7 Beste Renzo, Reeds twee brieven kreeg ik van je va.der, de eene gedateerd 19 Januari en de andere 24 Januari 1948, beide uit Paramaribo, hoofdstad

Nadere informatie

6Plekjes met voelbare historie

6Plekjes met voelbare historie 6Plekjes met voelbare historie Waterwegen hebben in heel veel belangrijke gebeurtenissen in de geschiedenis een rol gespeeld. Voor aanval en verdediging tijdens oorlogen, voor het vervoer van goederen

Nadere informatie

De Westpoort of Utrechtse Poort door G.Baars 1833

De Westpoort of Utrechtse Poort door G.Baars 1833 De Westpoort of Utrechtse Poort door G.Baars 1833 De Bergpoort door G,Baars 1833 De Rijnpoort door G.Baars 1833 Verloren gewaande tekeningen weer terug in Rhenen In mijn boek "Achter Berg en Rijn" komen

Nadere informatie

1. Voorwoord. 2. Terugblik

1. Voorwoord. 2. Terugblik v 2012 Inhoudsopgave 1. Voorwoord 2. Terugblik 3. Bijdrage aan het museum 4. Financiële verslaglegging 5. Doelstelling vrienden van museum Jan van der Togt Voorwoord 1. Voorwoord Het afgelopen jaar trok

Nadere informatie

Hoe signeerde Vincent zijn schilderijen?

Hoe signeerde Vincent zijn schilderijen? Hoe signeerde Vincent zijn schilderijen? In de Nieuwsbrief van dec/jan 2013/4 stond mijn verslag van een werkbezoek van de Stuurgroep Gidsen op 21 november 2013: Nuenense gidsen gaan op zoek naar Vincent

Nadere informatie

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. P. Molenaar

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. P. Molenaar Welkom in deze dienst Voorganger is ds. P. Molenaar Schriftlezing: Psalm 34 vers 12 t/m 17 1 Petrus 3 vers 8 t/m 12 Lied 204 () Psalm 25 vers 7 (Schoolpsalm) Lied 172 vers 1, 2 en 3 () Psalm 34 vers 5

Nadere informatie

Zoektocht naar een nieuwe Van Gogh-locatie in Nederwetten

Zoektocht naar een nieuwe Van Gogh-locatie in Nederwetten Zoektocht naar een nieuwe Van Gogh-locatie in Nederwetten Samen met een Vincentre-collega werk ik al enige jaren aan een internetsite 1 die locaties in Europa op de kaart zet waar Vincent van Gogh gewerkt,

Nadere informatie

Heemkundekring Willem Snickerieme en Museum Zwaluws Erfgoed

Heemkundekring Willem Snickerieme en Museum Zwaluws Erfgoed Heemkundekring Willem Snickerieme en Museum Zwaluws Erfgoed Vastgesteld door het bestuur van de heemkundekring op 9 maart 2015. Wat is het Museum Zwaluws Erfgoed? Het museum Zwaluws Erfgoed is een etnografisch

Nadere informatie

(de armen en het geld) Kunstgeschiedenis Danique Voorthuijzen Jaar 1

(de armen en het geld) Kunstgeschiedenis Danique Voorthuijzen Jaar 1 (de armen en het geld) Kunstgeschiedenis Danique Voorthuijzen Jaar 1 Inleiding Op donderdag 10 december zijn we met het vak kunstgeschiedenis een dag naar Amsterdam gegaan. We gingen in Amsterdam het van

Nadere informatie

Rapport. Verslag van Rapport over een klacht over de SVB te Amstelveen. Datum: 22 januari 2013. Rapportnummer: 2013/007

Rapport. Verslag van Rapport over een klacht over de SVB te Amstelveen. Datum: 22 januari 2013. Rapportnummer: 2013/007 Rapport Verslag van Rapport over een klacht over de SVB te Amstelveen Datum: 22 januari 2013 Rapportnummer: 2013/007 2 De klacht en de achtergronden De Nationale ombudsman ontving in het voorjaar van 2012

Nadere informatie

Protestantse Gemeente Boxmeer

Protestantse Gemeente Boxmeer Protestantse Gemeente Boxmeer Nr 17 Praatjes van uw predikant Beste mensen, dit zijn de laatste Praatjes, die ik als waarnemend predikant maak. Mijn opvolgster, ds Marise Boon, zal op 3 november 2013 s

Nadere informatie

Kerk St-Mattheüs, Meensel

Kerk St-Mattheüs, Meensel Kerk St-Mattheüs, Meensel Deel 4 : Het gebouw : verbouwingsplannen Op het eind van de 19 de eeuw waren er plannen om de kerk af te breken en een groter gebouw neer te zetten. Pastoor Sloots (pastoor van

Nadere informatie

weer af het dal in en zoeken we naar waar wij liefde kunnen brengen en nieuw leven Uit eigen ervaring weet ik iets van de situatie van

weer af het dal in en zoeken we naar waar wij liefde kunnen brengen en nieuw leven Uit eigen ervaring weet ik iets van de situatie van Het verhaal van de verheerlijking op de berg Elk jaar in de veertig dagentijd komt het terug op de tweede zondag Een vreemd, maar prachtig verhaal Het raakt me altijd weer En tegelijkertijd is het lastig

Nadere informatie

Over de Maas. Het oorlogsverhaal van de 15-jarige Harrie Bloemen. Harrie Bloemen

Over de Maas. Het oorlogsverhaal van de 15-jarige Harrie Bloemen. Harrie Bloemen Voor Fritz - 1 - - 2 - Over de Maas Het oorlogsverhaal van de 15-jarige Harrie Bloemen Harrie Bloemen - 3 - - 4 - Harrie bij de resten van een ontplofte nevelwerper raket, lente 1946 in de achtertuin -

Nadere informatie

Jonggezinnedienst 24 sept uur Thema : de Koninklijke trein Kind vermist/gemist opening winterwerk met ds Hoekman

Jonggezinnedienst 24 sept uur Thema : de Koninklijke trein Kind vermist/gemist opening winterwerk met ds Hoekman Jonggezinnedienst 24 sept 2017 10.00 uur Thema : de Koninklijke trein Kind vermist/gemist opening winterwerk met ds Hoekman Welkom en afkondigingen: Zingen: Heb je al een kaartje voor de koninklijk trein

Nadere informatie

Toespraak Staatssecretaris de Vries t.b.v. Nationale Herdenkink bij Nationaal Indië-monument , zaterdag 6 september 2008

Toespraak Staatssecretaris de Vries t.b.v. Nationale Herdenkink bij Nationaal Indië-monument , zaterdag 6 september 2008 Toespraak Staatssecretaris de Vries t.b.v. Nationale Herdenkink bij Nationaal Indië-monument 1945 1962, zaterdag 6 september 2008 Geachte veteranen, excellenties, dames en heren, Elke dag schreef ik een

Nadere informatie

2. Beschrijving van jullie stad ( hoeveel inwoners, wat voor soort bevolking etc.)

2. Beschrijving van jullie stad ( hoeveel inwoners, wat voor soort bevolking etc.) V7: Gilde College, Vraag: Wij zijn erg benieuwd hoe het is om in jullie stad te leven. Geef een beschrijving van jullie stad. Wat is er leuk aan jullie stad? Gebruik ook foto's die jullie zelf hebben gemaakt.

Nadere informatie

Nieuwsbrief januari 2013

Nieuwsbrief januari 2013 Nieuwsbrief januari 2013 Algemene Ledenvergadering Het bestuur van de Historische Vereniging Den Dolder nodigt alle leden van onze vereniging uit voor de jaarlijkse Algemene Leden Vergadering die wij zullen

Nadere informatie

Reisverslag Liechtenstein 2016 Deel 5 (31 juli 2016) [1]

Reisverslag Liechtenstein 2016 Deel 5 (31 juli 2016) [1] Gepubliceerd op Willem-Jan van der Zanden (http://www.wjvanderzanden.nl) Home > Reisverslag Liechtenstein 2016 Deel 5 (31 juli 2016) Reisverslag Liechtenstein 2016 Deel 5 (31 juli 2016) [1] Door wjvanderzanden[2]op

Nadere informatie

zondag 1 mei 2016 in het Kruispunt

zondag 1 mei 2016 in het Kruispunt zondag 1 mei 2016 in het Kruispunt lezing oude testament (lector) Joël 2, 21-27 lied Liedboek 678, 1. 2. 3. 4. Vrees niet, gij land... lezing nieuwe testament (lector) Johannes 14, 23-29 lied Liedboek

Nadere informatie

het laatste station van de wereld

het laatste station van de wereld het laatste station van de wereld 1 het tekeningen van ingrid godon laatste station van de wereld een verhaal van paul verrept 2 3 4 5 6 7 8 9 1 De schilder Emile stond om vier uur op. Hij droeg een lang,

Nadere informatie

Preekje - Gezinsdienst. Ik ben de goede herder. Jubilate - 22 april uur. Voorganger: ds. Bert de Wit

Preekje - Gezinsdienst. Ik ben de goede herder. Jubilate - 22 april uur. Voorganger: ds. Bert de Wit Preekje - Gezinsdienst Jubilate - 22 april 2018-10.00 uur Ik ben de goede herder Voorganger: ds. Bert de Wit Schriftlezing: Johannes 10:11-16 (Bijbel in Gewone Taal) Gemeente van onze Heer, Jezus Christus,

Nadere informatie

Waarom stuurde koning Hiram zijn dienaren naar koning Salomo?

Waarom stuurde koning Hiram zijn dienaren naar koning Salomo? De tempelbouw en de inrichting er van. Waarom stuurde koning Hiram zijn dienaren naar koning Salomo? 1 Koningen 5:1 1 Hiram, de koning van Tyrus, stuurde zijn dienaren naar Salomo, want hij had gehoord

Nadere informatie

waarheid is. De genade vergeeft maar maakt ook vrij van de zonde zoals in Romeinen 6:14 staat: Een eeuwig gewicht van heerlijkheid 2 Cor.

waarheid is. De genade vergeeft maar maakt ook vrij van de zonde zoals in Romeinen 6:14 staat: Een eeuwig gewicht van heerlijkheid 2 Cor. - 1 - Een eeuwig gewicht van heerlijkheid 2 Cor. 4:6/18 6 Want de God, die gesproken heeft: Licht schijne uit het duister, heeft het doen schijnen in onze harten, om ons te verlichten met de kennis der

Nadere informatie

Street-art in de. Kijkwijzer 1ste, 2de en 3de leerjaar

Street-art in de. Kijkwijzer 1ste, 2de en 3de leerjaar Street-art in de Paterskerk Kijkwijzer 1ste, 2de en 3de leerjaar Naam: Kom en ontdek het verhaal achter de kunstwerken! Welkom in de Paterskerk van Halle. De kerk is vandaag helemaal omgebouwd tot een

Nadere informatie

Verhaal 23 juni :49 Door: Joep Maigret

Verhaal 23 juni :49 Door: Joep Maigret Nieuws Vallei Verhaal 23 juni 2016-14:49 Door: Joep Maigret Een splitsing maak je eerder dan dat je die herstelt In het kleine dorpje Scherpenzeel staan zes kerken. Dit op een bevolking van nog geen 10.000

Nadere informatie

Ernst Knijff Tineke van der Meer De ware koning

Ernst Knijff Tineke van der Meer De ware koning Ernst Knijff Tineke van der Meer De ware koning Ernst Knijff Tineke van der Meer De Ware Koning en andere verhalen van meester Karel tekeningen: Anne van Buul NARRATIO CIP-gegevens Koninklijke Bibliotheek,

Nadere informatie