OFFSHORING IN DE EUROPESE UNIE: ANALYSE AAN DE HAND VAN INPUT- OUTPUTTABELLEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "OFFSHORING IN DE EUROPESE UNIE: ANALYSE AAN DE HAND VAN INPUT- OUTPUTTABELLEN"

Transcriptie

1 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR OFFSHORING IN DE EUROPESE UNIE: ANALYSE AAN DE HAND VAN INPUT- OUTPUTTABELLEN Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de Bedrijfseconomie Ellis De Meester onder leiding van Prof. Dr. Bruno Merlevede

2

3 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR OFFSHORING IN DE EUROPESE UNIE: ANALYSE AAN DE HAND VAN INPUT- OUTPUTTABELLEN Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de Bedrijfseconomie Ellis De Meester onder leiding van Prof. Dr. Bruno Merlevede

4 PERMISSION Ondergetekende verklaart dat de inhoud van deze masterproef mag geraadpleegd en/of gereproduceerd worden, mits bronvermelding. Ellis De Meester

5 WOORD VOORAF Het hoeft geen groot betoog dat een masterproef niet van de ene dag op de andere tot stand komt. Vele maanden, lange dagen en de nodige frustraties zijn gepasseerd. Voor ik de resultaten van deze inspanning aan jullie voorstel, wil ik de tijd nemen om enkele mensen te bedanken. Mijn promotor, Prof. dr. Bruno Merlevede, voor de professionele begeleiding. Mijn ouders, voor de financiële en mentale steun. Mijn vriend, Ben, die er altijd voor mij was. Christophe, voor de computerlogisitiek. Al mijn vrienden die altijd in mij geloven en mij onvoorwaardelijk blijven aanmoedigen. Bedankt iedereen! i

6 INHOUDSOPGAVE WOORD VOORAF... I INHOUDSOPGAVE... II LIJST VAN TABELLEN EN GRAFIEKEN... III I. INLEIDING... 1 II. THEORETISCHE LITERATUUR... 1 III. METHODOLOGIE... 5 DATABANK... 5 OFFSHORING INDICATOREN IV. RESULTATEN V. EFFECTEN VAN OFFSHORING METHODOLOGIE RESULTATEN VI. CONCLUSIE BIJLAGEN ii

7 LIJST VAN TABELLEN EN GRAFIEKEN Tabel I : Tabel II: Tabel III: Tabel IV: Tabel V: Tabel VI: Tabel VII: Beschikbaarheid input-outputtabellen in lopende prijzen Top-3 van industriesectoren per land met het meest en minst offshoring Service offshoring: top-3 verwerkende industrieën en dienstensectoren Effect van offshoring op de productiviteit: regressieresultaten (parameter: TFP) Effect van offshoring op de productiviteit: regressieresultaten (parameter: LP) Effect van offshoring op tewerkstelling: regressieresultaten (parameter: EMPE) Effect van offshoring op lonen: regressieresultaten (parameter: COMP) Grafiek I: Offshoring intensiteit in de Europese landen: 1995 en 2005 Grafiek II: Totale invoer van intermediaire inputs in de EU-landen: 1995 en 2005 Grafiek III: Relatieve invoer van intermediaire inputs ten opzichte van BBP in EU-landen: 1995 en 2005 Grafiek IV: Offshoring intensiteit in de verwerkende nijverheid en de dienstensector in de EU-landen Grafiek V: Invoer van goederen en diensten in de verwerkende nijverheid Grafiek VI: Invoer van goederen en diensten in de dienstensector Grafiek VII: Material en service offshoring in de Europese landen Grafiek VIII: Service offshoring in de EU-landen: 1995 en 2005 Grafiek IX: Relatieve invoer van goederen en diensten in de EU-landen Grafiek X: Material offshoring in de verwerkende nijverheid en de dienstensector Grafiek XI: Service offshoring in de verwerkende nijverheid en de dienstensector iii

8 I. INLEIDING Offshoring is allesbehalve een nieuw fenomeen. Toch krijgt offshoring de laatste jaren meer en meer aandacht. De stijgende aandacht is voornamelijk te verklaren door de vrees voor jobverlies ten gevolge van uitbesteding en offshoring. Er zijn reeds verschillende empirische studies die dit onderwerp bestuderen. Echter zijn er weinig analyses met betrekking tot de Europese Unie. Bovendien moeten vooraleer de effecten op onder andere werkgelegenheid kunnen worden onderzocht, de offshoring intensiteit in kaart worden gebracht. Deze paper zal de bestaande lacune in de literatuur proberen op te vullen door op verschillende vragen antwoord te geven. In welke mate doen EU-landen aan offshoring? Merken we een stijging/daling? Kunnen we belangrijke verschillen noteren tussen de verwerkende nijverheid en dienstensector? Verder bestuderen we tevens het onderscheid tussen material offshoring en service offshoring met als centrale vraagstelling of er een opmerkelijke toename is van service offshoring. Tevens zal bij de bespreking van de resultaten onderzocht worden of er frappante verschillen zijn tussen de EU-15 en de meest recent toegetreden Centraal- en Oost-Europese lidstaten 1. Tot slot worden via een extra analyse de effecten van offshoring op de productiviteit, lonen en tewerkstelling onderzocht. Vooreerst volgt een theoretische toelichting over het concept offshoring. Vervolgens komt de gehanteerde methode aan bod om nadien in hoofdstuk IV de onderzoeksresultaten te bespreken. In hoofdstuk V wordt aandacht besteed aan de effecten van offshoring op de productiviteit, werkgelegenheid en lonen. In het laatste hoofdstuk wordt een conclusie geformuleerd. II. THEORETISCHE LITERATUUR Offshoring is een vorm van bedrijfsherstructurering. Door globalisering en de opkomst van zich snel ontwikkelende landen zoals China en India, kampt Europa met structurele problemen zoals een lage productiviteitsgroei en hoge werkloosheid (Kirkegaard, 2005). Om hieraan tegemoet te komen zijn Europese bedrijven verplicht herstructureringen door te voeren. De Europese Herstructureringsmonitor (ERM) werd in 2003 opgericht door Eurofound en heeft tot doel om de aard en de omvang van bedrijfsherstructureringen en de effecten op werkgelegenheid in kaart te 1 In wat volgt worden deze landen ook aangeduid met de term CEEC (Central and East European Countries) 1

9 brengen. De ERM database onderscheidt 8 verschillende types van herstructurering: interne herstructurering, relocatie, offshoring of productieverplaatsing, outsourcing of uitbesteding, faillissement of sluiting, fusie of overname en bedrijfsexpansie. Elke van deze vormen nader toelichten zou het bestek van deze masterproef te buiten gaan. 2 Daarom zal enkel het onderscheid tussen offshoring en outsourcing worden uitgelegd. In de literatuur worden deze twee termen vaak als synoniem gebruikt. Nochtans dekken deze niet geheel dezelfde lading. Olsen geeft volgende definiëring: Whereas outsourcing refers to the relocation of jobs and processes to external providers regardless of the provider s location, offshoring refers to the relocation of jobs and processes to any foreign country without distinguishing whether the provider is external or affiliated with the firm. Outsourcing may therefore include job relocations both within and between countries, whereas offshoring refers only to international relocations. The term offshore outsourcing therefore only covers the relocation of jobs or processes to an external and internationally located provider. (Olsen, 2006: 6) Bij andere auteurs lezen we iets gelijkaardig, zoals Kirkegaard: Outsourcing refers to the purchasing of intermediate inputs by companies (or governments) at arm s length. Offshoring refers to the acquisition of intermediate inputs by companies (or governments) from locations outside the consuming country. It is the crossing of international borders that distinguishes it from outsourcing in general. (Kirkegaard, 2004: 3) 2 Voor definities zie: 2

10 De volgende matrix stelt dit schematisch voor: Bron: Olsen, 2006 Hierbij wordt duidelijk dat het essentiële verschil gelegen is in het overdragen van economische activiteiten over de nationale grenzen heen. Volgens Oxford English Dictionary betekent offshore letterlijk moving away from the shore of foreign. Offshoring includes both international outsourcing (where activities are contracted out to independent third parties abroad) and international insourcing (to foreign affiliates). The cross-border aspect is the distinguishing feature in defining offshoring, i.e. whether goods and services are sourced from within the domestic economy or abroad, not whether they are sourced from within the same firm or external suppliers. (OECD, 2007: 17) Een ander belangrijk onderscheid moet worden gemaakt tussen offshoring en foreign direct investment (FDI). Alle buitenlandse investeringen vallen onder de noemer offshoring, maar enkel en alleen wanneer de productieactiviteit wordt overgedragen naar het buitenland en onder eigen beheer blijft is er sprake van een foreign direct investment. Indien de activiteit wordt overgedragen naar een externe partner is dit niet het geval, wanneer die partner ook in het buitenland gevestigd is, spreekt men van international outsourcing. Uit de verschillende definities blijkt dat sommige auteurs enkel verwijzen naar diensten en anderen naar zowel goederen als diensten. In deze paper omvat offshoring zowel goederen als diensten tenzij expliciet het onderscheid tussen material en service offshoring wordt aangegeven. Aanvankelijk werd enkel aandacht besteed aan material offshoring waarbij goederen uit het buitenland worden geïmporteerd. Recenter is ook meer en meer sprake van service offshoring. Dankzij de 3

11 hedendaagse technologie krijgen zakelijke diensten een meer mobiel karakter. In deel 3 bij de bespreking van de resultaten wordt aandacht besteed aan het onderscheid material en service offshoring en verifiëren we aan de hand van cijfergegevens of er een gevoelige toename is van service offshoring. Bovendien zal worden bekeken in welke industriesectoren service offshoring het meest prominent is. De redenen waarom bedrijven hun toevlucht zoeken tot offshoring zijn divers. Een eerste motief werd reeds eerder aangehaald. Door globalisering zijn bedrijven enerzijds genoodzaakt om herstructureringen, zoals productieverplaatsing, door te voeren willen zij competitief blijven ten opzichte van de zich sterk economisch ontwikkelende landen. Anderzijds wordt het proces van offshoring in de hand gewerkt door de uitbreiding van de Europese Unie (EU) en het bestaan van andere vrijhandelszones zoals North American Free Trade Agreement (NAFTA) en Central America Free Trade Agreement (CAFTA). De belangrijkste verklaring voor de stijgende trend in offshoring zijn weliswaar de kostenvoordelen als gevolg van het verplaatsen van bedrijfsprocessen naar het buitenland. Andere landen kunnen aantrekkelijk zijn vanwege de aanwezigheid van goedkopere productiefactoren of een gunstig wettelijk regime. Ook de nabijheid van afzetmarkten kan kostenreducerend werken. In de meeste gevallen gaat het om arbeidsintensieve activiteiten die worden verplaatst omwille van lagere loonkosten. Tot slot creëren technologische vooruitgang en dalende transportkosten opportuniteiten voor productieverplaatsing. De effecten van offshoring laten zich vooral voelen op de arbeidsmarkt en in de productiviteitscijfers. Of offshoring al dan niet een positieve invloed heeft is, hangt ervan af of de focus op korte of lange termijn ligt. Offshoring heeft naast het grote voordeel van kostenreductie ook nadelen. De tegenstanders focussen voornamelijk op het verlies aan jobs tengevolge van offshoring. Rond de impact van offshoring op werkgelegenheid bestaat het meeste onderzoek onder andere Knell en Rojec (2009), OECD (2007) en Amiti en Ekholm (2004). Samenvattend kunnen we stellen dat in de literatuur men het erover eens dat er zich op korte termijn een negatieve impact op de arbeidsmarkt manifesteert. Falk & Wolfmayr (2007) maken het onderscheid tussen enerzijds de verwerkende nijverheid en niet-verwerkende nijverheid en anderzijds services en material offshoring. Hieruit blijkt dat enkel de invoer van goederen uit lageloonlanden een negatieve impact heeft op de werkgelegenheid in de verwerkende nijverheid. Voor de niet-verwerkende nijverheid sector merkt men tevens een negatief verband teweeggebracht door services offshoring. Dit resultaat is consistent met eerdere bevindingen. Hieraan voegen ze nog toe dat 4

12 de impact uitgaande van material offshoring groter is dan dat van services offshoring. Door de negatieve impact van offshoring gaan er jobs verloren waardoor hogeloonlanden een neerwaartse druk op de lonen ervaren. Anderzijds stijgt de efficiëntie dankzij goedkopere inputs en/of een betere kwaliteit waardoor een productiviteitsstijging wordt verwezenlijkt. Met andere woorden, het verlies aan jobs wordt gecompenseerd door stijgende productiviteit waardoor de algemene welvaart er op vooruit gaat (Michel, 2009). Eventueel resulteren de productiviteitsvoordelen in een dalende prijs waardoor de vraag toeneemt en op die manier jobs worden gecreëerd (Amiti en Wei, 2005). De critici zullen in het debat voornamelijk de dalende werkgelegenheid als argument gebruiken terwijl zij de positieve productiviteitsimpact op lange termijn uit het oog verliezen. Bovendien tonen cijfers van ERM aan dat offshoring maar voor een marginaal percentage verantwoordelijk is voor het verloren gaan van jobs in de Europese Unie. Volgens ERM is slechts 8% van het jobverlies in de periode van 2003 tot 2006 te wijten aan offshoring (Eurofound, 2010). Daarenboven werd sinds 2001 de helft van de verloren jobs in de Europese landen geherlokaliseerd in een andere lidstaat van de Europese Unie. Niettemin leidt het verlies aan jobs tot het creëren van protectionistische maatregelen door de individuele lidstaten die nefast kunnen zijn voor de goede werking van de economie en de welvaart in de Europese Unie (Knell, 2009). III. METHODOLOGIE In dit hoofdstuk worden achtereenvolgens toegelicht welke gegevens werden gebruikt en op welke manier de resultaten werden bekomen. In het eerste onderdeel wordt de Eurostat databank besproken. Vervolgens worden de verschillende indicatoren voor offshoring uiteengezet. DATABANK Bereik In de Eurostat databank vinden we gegevens terug voor alle landen die lid zijn van de Europese Unie. De Europese lidstaten zijn sinds 2002 verplicht om jaarlijks aanbod- en gebruikstabellen te publiceren en om de 5 jaar symmetrische input-outputtabellen. De gebruikstabel geeft een overzicht van de aankopen van goederen en diensten door de verschillende bedrijfstakken en per categorie van de finale vraag (consumptieve bestedingen, bruto-investeringen in vaste activa en uitvoer). De aanbodtabel splitst de economische middelen uit per product, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen de output van de verschillende bedrijfstakken en de invoer (Federaal Planbureau, 2003). De inputoutputtabellen vormen samen met de aanbod- en gebruikstabellen een onderdeel van de European 5

13 System of Accounts (ESA 1995). De aanbod- en gebruikstabellen vormen de basis voor de inputoutputtabellen. Vooraleer de aanbod- en gebruikstabellen kunnen worden samengevoegd tot één symmetrische input-outputtabel moeten enkele aanpassingen plaatsvinden, zoals de omzetting van twee asymmetrische tabellen tot één symmetrische die symmetrisch genoemd wordt omdat ze classificaties van producten of bedrijfstakken kruist. Dat is niet het geval voor de aanbod- en gebruikstabellen die classificaties van bedrijfstakken en producten kruisen. De wettelijke verplichting geldt vanaf 2002, maar voor 14 lidstaten zijn reeds gegevens beschikbaar vanaf Vanaf 2000 is dat voor 21 landen en in 2005 zijn voor 22 van de 27 EU-landen inputoutputtabellen beschikbaar. De symmetrische input-outputtabel wordt begeleid door een symmetrische tabel voor binnenlandse productie en voor invoer. Voor de analyses werd gebruik gemaakt van de totale symmetrische input-outputtabellen en de tabel van de invoer. Een overzicht van de beschikbaarheid van deze tabellen voor de landen van de Europese Unie wordt gegeven in onderstaande tabel I. In deze paper zal gebruik worden gemaakt van de gegevens, in zoverre deze beschikbaar zijn, voor 1995 of 2000 en Een paar landen maken hierop een uitzondering. Bij de bespreking van de resultaten zal dit duidelijk worden aangegeven. 6

14 Tabel I : Beschikbaarheid input-outputtabellen in lopende prijzen Code Structure Siot 1900 Imports BE pp x x x x x x BG CZ pp x x x x DK ii x x x x x x x x x x x x x x x x DE pp x x x x x x x x x x x x x x x x x x EE pp x x x x x x IE pp x x x x x x GR pp x x x x ES pp x x x x x x FR pp x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x IT pp + ii x x x x x x CY LV pp x x x x LT pp x x x x LU pp x x x x x x x x x x x x x HU pp + ii x x x x x x MT NL ii x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x AT pp x x x x x x PL pp x x x x PT pp x x x x x x RO pp x x x x x x x x x x SI pp x x x x x x x x SK pp x x x x FI ii x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x SE pp x x x x x x UK pp + ii x x 7

15 Classificatie Zoals hierboven reeds aangehaald zijn de symmetrische input-outputtabellen product x product of industrie x industrie matrices waarbij aanbod en gebruik worden geïntegreerd. De nomenclatuur die voor de bedrijfstakken gebruikt wordt, is de Nomenclature générale des Activités économiques dans les Communautés Européennes of General Industrial Classification of Economic Activities within the European Communities (NACE). De producten worden ingedeeld op basis van de statistische classificatie van Classification of Products by Activity (CPA). Zowel de CPA als NACE volgen een hiërarchische structuur. De eerste vier niveaus zijn gelijk voor beide classificaties. De CPA omvat nog twee extra niveaus. Hoe hoger een niveau, hoe meer gedetailleerd. Een overzicht van de verschillende niveaus: (a) a first level comprising headings identified by an alphabetical code (sections) (b) a second level comprising headings identified by a two-digit numerical code (divisions) (c) a third level comprising headings identified by a three-digit numerical code (groups) (d) a fourth level comprising headings identified by a four-digit numerical code (classes) (e) a fifth level comprising headings identified by a five-digit numerical code (categories) (f) a sixth level comprising headings identified by a six-digit numerical code (subcategories). De Eurostat input-outputtabellen zijn opgemaakt volgens niveau 2. De NACE en CPA zijn afgeleid van de Verenigde Naties International Standard Industrial Classification of all Economic Activities (ISIC) en Central Product Classification (CPC). Op het hoogste niveau zijn de classificaties identiek op een lager niveau is de Europese NACE meer gedetailleerd. ESA 1995 vereist product x product inputoutputtabellen, maar industrie x industrie input outputtabellen worden eveneens aanvaard. In bovenstaande tabel zien we dat de meeste Europese landen zich conformeren met de voorgeschreven product x product input-outputtabel vereiste. Bovendien zijn de NACE two-digit input outputtabellen zodanig geaggregeerd dat de verschillen tussen NACE en CPA classificaties minimaal zijn. Voor dit onderzoek werden bepaalde minder relevante bedrijfscategorieën buiten beschouwing gelaten. In bijlage I wordt een overzicht weergegeven van de verschillende industriesectoren die werden opgenomen in de analyses en welke werden weerhouden, onderverdeeld volgens verwerkende nijverheid en dienstensector. Prijsbasis De aanbod- en gebruikstabellen en input-outputtabellen zijn opgesteld in de nationale munteenheid (NAC). Daarnaast zijn voor de lidstaten die geen lid zijn van de monetaire unie ook tabellen beschikbaar 8

16 in euro (ECU). De gebruikte eenheid is miljoen euro. Om de gegevens met elkaar te kunnen vergelijken werden voor dit onderzoek de tabellen met als munteenheid de euro gebruikt. De waardering van de symmetrische input-outputtabellen is tegen basisprijzen (De Backer & Yamano, 2008). De basisprijs stemt overeen met het bedrag dat de producent ontvangt van de koper, eventueel verminderd met de productgebonden belastingen en vermeerderd met de subsidies (Federaal Planbureau, 2003). Naar analogie van de nationale productie, worden de ingevoerde goederen verrekend in CIF-prijs (Cost, Insurance, Freight). Ze omvatten dus de kosten, verzekering en vracht tot aan de grens van het importland voor vereffening van alle belastingen en marges in het land. De input-outputtabellen zijn opgemaakt in lopende prijzen. Dit zorgt ervoor dat wegens een verschillende prijsevolutie er een vertekening van de waarden kan optreden. Ook Amiti en wei (2005) wijzen op dit probleem inzake offshoring indicatoren: they are likely to underestimate the value of offshoring because the cost of importing services is likely to be lower than the cost of purchasing them domestically. While it would be preferable to have quantity data rather than current values. Bij Michel en Rycx (2009) lezen we iets gelijkaardig: The main problem with a measure based on imported intermediate inputs in current prices is that it tends to understate the magnitude of offshoring due to an endogenous price effect. Since activities are offshored because imported intermediate inputs are cheaper than domestically produced intermediate inputs, the offshoring intensity in value terms will be biased downwards. De input-outputtabellen opgemaakt in vaste prijzen zou hier enigszins aan tegemoet komen, maar deze gegevens zijn niet beschikbaar. Formaat Een input-outputtabel bestaat uit drie subtabellen: de tabel van de intermediaire leveringen, de tabel van de finale bestedingen en de tabel van de primaire input. De tabel van de intermediaire leveringen omvat de goederen en diensten die gebruikt worden in het productieproces van de overige goederen en diensten. Ze heeft de vorm van een vierkante tabel waarin elke lijn of kolom een product of industriesector vertegenwoordigt. Naargelang de classificatie, NACE Rev. 1.1 of NACE Rev. 2, is deze tabel respectievelijk 60x60 of 64x64. In deze paper werd gebruikt gemaakt van de tabellen voor 1995 en 2005 nog ingedeeld volgens NACE Rev. 1.1 (60 industrieën). Vanaf 2008 worden de producten en bedrijfstakken geclassificeerd volgens NACE Rev. 2, uitgebreid met vier industrieën. Voor de economische analyse wordt de input-outputtabel aangevuld met twee bijkomende tabellen: een input-outputtabel voor de invoer en een input-outputtabel voor de binnenlandse productie. De inputoutputtabel voor de invoer geeft per product het intermediaire en finale gebruik van de invoer. Ze bestaat uit de subtabellen van de intermediaire leveringen en de finale bestedingen. De input- 9

17 outputtabel voor de binnenlandse productie geeft de bestedingen van de nationale producten. Ze heeft dezelfde vorm als de totale input-outputtabel (Federaal Planbureau, 2003). Voor de analyse in dit onderzoek werd enkel gebruikt gemaakt van de tabel van de intermediaire leveringen van de totale input-outputtabel en de bijkomende input-outputtabel voor de invoer. OFFSHORING INDICATOREN Het is niet eenvoudig om één enkele indicator te ontwikkelen voor een concept waarover geen eensgezindheid bestaat omtrent de definitie (OESO, 2007). Daarom werden voor dit onderzoek meerdere indicatoren weerhouden. Alle indicatoren maken gebruik van de gegevens uit de inputouputtabellen van Eurostat. In het algemeen is men het er over eens dat we rekening houden met de intermediaire inputs. De invoer van intermediaire inputs geeft ons een eerste zicht op de offshoring intensiteit. Hiervoor werd gebruik gemaakt van de tabel van intermediaire leveringen van de input-outputtabel voor de invoer. In deze tabel werden naast de kolom- en rijtotalen een bijkomend totaal toegevoegd voor de geïmporteerde goederen en diensten, evenals voor de verwerkende industrieën en diensten. Dit stelt ons in staat om adequaat antwoord te geven op de onderzoeksvragen: Kunnen we belangrijke verschillen noteren tussen de verwerkende nijverheid en dienstensector? Merken we een onderscheid tussen material offshoring en service offshoring. Verder zal ook een vergelijking worden gemaakt tussen de gegevens van 1995 en Voor de andere offshoring indicatoren baseren we ons op B. Michel (2009): The share of imported intermediate inputs in total intermediate inputs or output has by now become the standard measure for the intensity of offshoring. Dit geeft ons volgende maatstaven: 1 a. Imported intermediate manufacturing inputs by industry X Total input use by industry X b. Imported intermediate service inputs by industry X Total input use by industry X c. Imported intermediate manufacturing and service inputs by industry X Total input use by industry X 10

18 Maatstaven 1 a en b laten ons reeds toe om uitspraken te doen over de mate van material/service offshoring. We voegen hieraan nog een extra indicator toe: 2 a. Imported intermediate manufacturing inputs by industry X Total manufacturing input use by industry X b. Imported intermediate service inputs by industry X Total service input use by industry X De cijfers in de tellers en noemers van de breuk halen we uit de tabel van intermediaire leveringen van respectievelijk de input-outputtabel voor de invoer en de totale input-outputtabel. Door te kijken naar de invoer van intermediaire goederen en diensten afzonderlijk kunnen we uitspraken doen over material/service offshoring. Verder zal in grafiek IV in deel 2 een vergelijking worden gemaakt tussen de verwerkende nijverheid en dienstensector. Deel 3 geeft meer informatie over material en service offshoring. Een overzicht van de offshoring intensiteit in de Europese landen in 1995 en 2005 krijgen we in grafiek I. In het volgende hoofdstuk worden deze grafieken meer toegelicht. Eerder werden reeds de mogelijke problemen met betrekking tot de offshoring indicatoren aangehaald wegens verschillen in prijsevolutie (supra, p.9). Niettemin blijven deze indicatoren de best mogelijke proxy voor offshoring. IV. RESULTATEN In wat hierna volgt worden de samenvattende tabellen en grafieken gepresenteerd en besproken. Dit hoofdstuk is zo opgebouwd zodat we per onderdeel antwoord krijgen op de onderzoeksvragen die vooraf werden geformuleerd. In deel 1 komt de offshoring intensiteit in de EU-landen aan bod en of we al dan niet te maken hebben met een stijging. Deel 2 bestudeert de verschillen tussen de verwerkende nijverheid en dienstensector. Het onderscheid tussen material offshoring en service offshoring wordt in deel 3 toegelicht. Hier staat de vraag centraal of er de laatste jaren al dan niet een gevoelige toename is van service offshoring. 11

19 Tijdens de bespreking wordt in de verschillende onderdelen aandacht besteed aan de mogelijke discrepanties tussen EU-15 en de Centaal- Oost-Europese lidstaten. In het laatste deel wordt de focus gelegd op de verschillende bedrijfstakken. DEEL 1: OFFSHORING IN DE EU: TOENAME OF AFNAME? In een eerdere studie kwamen Knell en Rojec (2009) tot het besluit European offshoring is moving mainly to Eastern Europe... Aangezien vanaf 2004 heel wat nieuwe Centraal- en Oost-Europese hun toetreding tot de Europese Unie hebben gemaakt, kunnen we op basis hiervan hypothetisch gezien verwachten dat de offshoring intensiteit in 2005 ten opzichte van 1995 zal zijn gestegen. Grafieken I tot en met III geven nadere toelichting. Het Verenigd Koninkrijk en Tsjechië werden in deze grafieken buiten beschouwing gelaten aangezien voor deze landen enkel gegevens beschikbaar waren voor respectievelijk 1995 en Voor Letland zijn enkel data beschikbaar van 1996 en 1998, deze tijdspanne is te klein om een adequate vergelijking over de tijd te maken. Omwille van niet beschikbaarheid zijn voor Ierland, Griekenland, Hongarije, Litouwen, Polen, Slovenië, Slowakije en Roemenië gegevens van 2000 in plaats van 1995 gebruikt en voor Estland van Zowel in deel 1 als deel 2 is offshoring indicator 1 van toepassing. Grafiek I: Offshoring intensiteit in de Europese landen: 1995 en 2005 Bron: eigen berekeningen op basis van Eurostat input-outputtabellen 12

20 Uit deze grafiek kunnen we verschillende vaststellingen maken. Ten eerste merken we grote verschillen tussen de Europese landen in de intensiteit van offshoring. In 1995 variëren de percentages van 16,56% tot 60,43%. In 2005 bedraagt het minimum 18,83% en het maximum 53,18%. Opmerkelijk is dat zowel voor 1995 als 2005 Frankrijk het minst aan offshoring doet en Ierland het meest. De landen zijn gerangschikt in chronologische volgorde volgens toetreding tot de Europese Unie. Op die manier kunnen we nagaan of er opmerkelijke verschillen zijn tussen de EU-15 en de meest recent toegetreden Centraal- en Oost-Europese staten. Als we de gegevenstabel bekijken merken we dat de percentages voor de nieuwe lidstaten toch iets hoger liggen dan voor de EU-15, op de uitschieter van Ierland na. Een vergelijking tussen 1995 en 2005 leert ons dat de offshoring intensiteit voor het merendeel van de landen in die periode is toegenomen. Enkel voor Nederland, Ierland, Griekenland, Hongarije en Litouwen is er een daling. De sterkste daler is Ierland met -11,98%. De sterkste stijger is België met maar liefst 74,51%. Grafiek II: Totale invoer van intermediaire inputs in de EU-landen: 1995 en 2005 Bron: eigen berekeningen op basis van Eurostat input-outputtabellen De invoer van intermediaire inputs ligt in absolute cijfers opmerkelijk hoger voor de EU-15. Duitsland is in zowel 1995 als 2005 de grootste invoerder, Estland de kleinste. 13

21 Uit deze grafiek blijkt tevens dat de absolute invoer voor 2005 voor alle Europese landen hoger is dan in De procentuele stijging ten opzichte van 1995 varieert van minimum 33,66% voor Griekenland tot maximaal 178,01% voor Spanje. De invoer van een land hangt logischerwijze samen met de grootte van dat land en zijn economie. De maatstaf die hier doorgaans wordt voor gebruikt is het bruto binnenlands product. Duitsland heeft met miljoen euro het hoogste BBP van alle EU-landen. Het is dan ook niet opmerkelijk dat Duitsland resulteert in de grootste invoerder. Estland heeft het kleinste BBP. Om rekening te houden met de grootte van de economiee van een land werd de invoer relatief uitgedrukt ten opzichte van het BBP. De BBP-cijfers die werden gebruikt bij de berekeningen zijn van 2009 met als eenheid miljoen euro. Grafiek III: Relatieve invoer van intermediaire inputs ten opzichte van BBP in EU-landen: 1995 en 2005 Bron: eigen berekeningen op basis van Eurostat input-outputtabellen In verhouding tot het bruto binnenlands product is niet langer Duitsland de grootste invoerder, maar wel Ierland. In 1995 is Spanje ten opzichte van het BBP de kleinste invoerder van intermediaire inputs en in 2005 is dit Griekenland. 14

22 Een vergelijking tussen de EU-15 landen en Centraal- Oost-Europese landen toont ons dat de Centraal en Oost-Europese landen relatief gezien een hoger invoerpercentage ten opzichte van het BBP vertonen. Het gemiddelde voor deze landen bedraagt 30,06% voor De EU-15 scoort 22,19%. DEEL 2: OFFSHORING IN DE VERWERKENDE NIJVERHEID EN DE DIENSTENSECTOR In deel 2 wordt nagegaan of er opmerkelijke verschillen zijn tussen de verwerkende industrie en de dienstensector. Grafiek IV geeft een overzicht van de offshoring intensiteit voor de verwerkende nijverheid en de dienstensector. Grafiek V en VI kijken naar de absolute invoer van goederen en diensten in beide sectoren. Voor alle landen zijn gegevens van 2005 van toepassing, behalve voor de UK en Letland werden de beschikbare gegevens van respectievelijk 1995 en 1998 gebruikt. Grafiek IV: Offshoring intensiteit in de verwerkende nijverheid en de dienstensector in de EU-landen Bron: eigen berekeningen op basis van Eurostat input-outputtabellen Uit deze grafiek kunnen we opmaken dat de offshoring intensiteit in de verwerkende nijverheid opvallend hoger ligt dan in de dienstensector. Voor alle Europese landen, behalve Denemarken is dit het geval. Voor de verwerkende nijverheid berekenen we een gemiddelde offshoring intensiteit van 38,44% in vergelijking met 19,31% voor de dienstensector. Als we kijken naar de verwerkende nijverheid merken we dat drie van de vier landen met waarden hoger dan 50% behoren tot de Centraalen Oost-Europese landen. Ook de dienstensector scoort niet slecht in deze landen met een gemiddelde 15

23 van 19,92%. Ierland heeft zowel voor de verwerkende nijverheid als de dienstensector het hoogste percentage. Grafiek V: Invoer van goederen en diensten in de verwerkende nijverheid 16

24 Grafiek VI: Invoer van goederen en diensten in de dienstensector Bron: eigen berekeningen op basis van Eurostat input-outputtabellen Grafieken V en VI tonen aan dat de verwerkende nijverheid overwegend goederen invoert en vice versa voor de dienstensector. Een vergelijking tussen beide grafieken toont aan dat de verwerkende nijverheid absoluut meer invoert dan de dienstensector. Dit blijkt duidelijk uit de verticale as waarden. De maximumwaarde bedraagt voor de verwerkende nijverheid miljoen euro in vergelijking met miljoen euro in de dienstensector. Aangezien deze grafieken gebruik maken van absolute gegevens, merken we ook hier opnieuw de lagere invoer van goederen en diensten in de Centraal- en Oost-Europese landen ten opzichte van de EU-15. DEEL 3: MATERIAL EN SERVICE OFFSHORING: TOENAME VAN SERVICE OFFSHORING? In Amiti en Wei (2005) lezen we: What is new about outsourcing today is that it is increasingly in services. Although international outsourcing of material inputs is still far more quantitatively important than services. Deze vaststelling zal worden geverifieerd in deel 3 waarbij antwoord wordt gegeven op volgende vragen: Is service offshoring de laatste jaren geëxplodeerd? Hoe doet service offshoring het in verhouding tot het niveau van material offshoring? Welke Europese landen doen het meest aan service 17

25 offshoring? Tevens worden in grafieken X en XI een vergelijking gemaakt tussen de verwerkende nijverheid en de dienstensector. Met betrekking tot de gebruikte gegevens gelden dezelfde bemerkingen die eerder in deel 1 en 2 werden geformuleerd. Echter in deel 3 is offshoring indicator 2 van toepassing. Grafiek VII: Material en service offshoring in de Europese landen Bron: eigen berekeningen op basis van Eurostat input-outputtabellen Grafiek VII toont aan dat anno 2005 material offshoring in de Europese Unie nog steeds belangrijker is dan service offshoring. Het gemiddelde van alle Europese landen bedraagt 44,56% voor material offshoring tegenover 13,75% service offshoring. Enkel in Ierland is service offshoring meer populair dan material offshoring. Opvallend is dat material offshoring in de Centraal- en Oost-Europese staten nog meer in trek is in verhouding tot de EU-15. De percentages variëren van 34,74% tot 65,78%. Voor de EU-15 liggen zowel minimum als maximum lager. Wat betreft service offshoring is er geen opmerkelijk verschil tussen de EU-15 en CEEC. Hierbij is vooral de uitschieter van Ierland frappant. 18

26 Grafiek VIII: Service offshoring in de EU-landen: 1995 en 2005 Bron: eigen berekeningen op basis van Eurostat input-outputtabellen De laatste jaren zou service offshoring aan zijn opmars zijn begonnen. Om dit te kunnen verifiëren werd een vergelijking gemaakt tussen 1995 en Hieruit blijkt dat voor het merendeel van de Europese landen we kunnen concluderen dat service offshoring inderdaad is gestegen. Behalve voor Frankrijk, Ierland, Portugal, Estland, Hongarije, Polen, Slovenië en Roemenië merken we een daling. Opvallend is dat bij deze dalers hoofdzakelijk Centraal- en Oost-Europese lidstaten voorkomen. Enkel Slowakije toont een bescheiden stijging van 14,52% ten opzichte van Voor de EU-15 lopen de procentuele wijzigingen uiteen van minimum -33,76% voor Portugal en een uitschieter voor Denemarken met een stijging van maar liefst 143,93%. 19

27 Grafiek IX: Relatieve invoer van goederen en diensten in de EU-landen Bron: eigen berekeningen op basis van Eurostat input-outputtabellen Om een betere vergelijking te kunnen maken werd opnieuw gekozen voor de relatieve invoer ten opzichte van het bruto binnenlands product in plaats van de absolute cijfers. De absolute cijfers tonen een gelijkaardig patroon als in grafiek II voor de totale invoer van intermediaire inputs, namelijk dat de invoer van goederen en diensten in absolute cijfers opmerkelijk hoger is voor de EU-15 dan de CEEC. Het meest opmerkelijke aan deze grafiek is dat enkel in Ierland de relatieve invoer van diensten hoger is dan de invoer van goederen. Ook uit deze grafiek blijkt dat material offshoring nog steeds dominant is in verhouding tot service offshoring. 20

28 Grafiek X: Material offshoring in de verwerkende nijverheid en de dienstensector Grafiek XI: Service offshoring in de verwerkende nijverheid en de dienstensector Bron: eigen berekeningen op basis van Eurostat input-outputtabellen 21

29 Gemakkelijkheidshalve zullen grafiek X en XI samen worden besproken. Zoals te verwachten liggen de percentages voor material offshoring in de verwerkende nijverheid hoger dan voor de dienstensector. Opnieuw Ierland is hierop de uitzondering. Aangaande service offshoring is dit iets minder uitgesproken. Naast Ierland vertonen ook Italië, Finland, Zweden en Hongarije een afwijkend patroon, meer bepaald is service offshoring in deze landen aanzienlijker in de verwerkende nijverheid dan de dienstensector. Weliswaar is het verschil tussen beide sectoren minimaal. In een oogopslag valt op dat de percentages voor material offshoring veel hoger liggen dan die voor service offshoring. Enkel Ierland vertoont hoge service offshoring percentages in vergelijking met de andere EU-landen. Wat betreft de EU-15 en Centraal- en Oost-Europese landen zijn er geen opmerkelijke verschillen. We kunnen dus tot een gelijkaardig besluit komen als eerder in grafiek VII en IX, namelijk material offshoring blijft wat betreft de Europese landen prominenter dan service offshoring. Dit blijkt tevens uit de gemiddeldewaarden. Voor material offshoring bedraagt dit voor de verwerkende nijverheid 46,67% en voor de dienstensector 33,38% tegenover gemiddeldes van 11,74% en 14,36% voor service offshoring. DEEL 4: DE INDUSTRIESECTOREN ONDER DE LOEP GENOMEN De voorgaande resultaten laten ons toe uitspraken te doen op landenniveau en over de offshoring intensiteit in de verwerkende nijverheid en dienstensector. Wat deze resultaten echter verbergen is dat sommige industriesectoren een veel grotere neiging hebben tot offshoring. In tabel II wordt per land een top drie weergegeven van de industriesectoren die het meest en het minst offshoren telkens met het bijhorende percentage. De percentages zijn berekend volgens offshoring parameter 1c en hanteren gegevens van De sectoren aangestipt met een asterix behoren tot de dienstensector. Het wordt onmiddellijk duidelijk dat dienstensectoren meer voorkomen in de kolom met het minst offshoring en de eerste kolom hoofdzakelijk bestaat uit verwerkende industrieën. De enigste dienstensectoren die voorkomen in de eerste kolom zijn: air transport services, water transport services en research and development services. Om te weten te komen in welke industriesectoren zich nu het meest en het minst offshoring manifesteert, werd elke kolom gesorteerd op unieke waarden en de frequentie van elke waarde berekend. De volgende industrieën met het meeste offshoring kwamen vijf keer of meer voor: Coke, refined petroleum products and nuclear fuels (14), Motor vehicles, trailers and semi-trailers (8), Radio, television and communication equipment and apparatus (10), Wearing apparel; furs (5), Office machinery and computers (8). Van deze industrieën staat Coke, refined petroleum products and nuclear fuels het vaakst op de eerste plaats. Vervolgens Radio, television and communication 22

30 equipment and apparatus en Office machinery and computers. De industrieën met een frequentie gelijk aan of groter dan vijf in de kolom van sectoren met het minst offshoring zijn: Insurance and pension funding services, except compulsory social security services (10), Collected and purified water, distribution services of water (5), Real estate services (15), Services auxiliary to financial inter-mediation (7), Financial intermediation services, except insurance and pension funding services (7) en Retail trade services, except of motor vehicles and motorcycles; repair services of personal and household goods (5). Vervolgens werd ook aandacht besteed aan service offshoring in de verschillende industriesectoren. Tabel III geeft een top-3 van de verwerkende industrieën en dienstensectoren met het meeste service offshoring. De berekeningen zijn gebaseerd op offshoring indicator 2b en gebruiken gegevens van Doorgaans liggen de percentages hoger bij de dienstensectoren. Ierland vormt hier terug de uitzondering op de regel. Om te weten te komen welke sectoren het meest voorkomen werd dezelfde methode toegepast als in tabel II. De verwerkende industrieën met de hoogste frequentie (minstens vijf keer) zijn: Chemicals, chemical products and man-made fibres (9), Office machinery and computers (8), Radio, television and communication equipment and apparatus (7), Printed matter and recorded media (7). Voor de dienstensectoren zijn dit: Air transport services (19), Water transport services (19), Supporting and auxiliary transport services; travel agency services (10) en Financial intermediation services, except insurance and pension funding services (5). 23

31 Tabel II: Top-3 van industriesectoren per land met het meest en minst offshoring FI ES PT EL UK IE IT DE FR NL BE Industriesectoren met MEEST offshoring % Industriesectoren met MINST offshoring % Coke, refined petroleum products and nuclear fuels 75,01 Insurance and pension funding services, except compulsory social security services* 5,90 Motor vehicles, trailers and semi-trailers 72,07 Collected and purified water, distribution services of water 7,07 Radio, television and communication equipment and apparatus 60,01 Real estate services* 10,73 Coke, refined petroleum products and nuclear fuels 84,18 Real estate services* 3,21 Research and development services* 63,40 Services auxiliary to financial inter-mediation* 8,67 Wearing apparel; furs 61,14 Computer and related services* 9,83 Coke, refined petroleum products and nuclear fuels 72,72 Insurance and pension funding services, except compulsory social security services* 3,42 Office machinery and computers 42,52 Real estate services* 4,23 Rubber and plastic products 38,37 Financial intermediat. services, except insurance and pension funding services* 4,52 Coke, refined petroleum products and nuclear fuels 80,88 Renting services of machinery and equipment without operator and of personal and household goods* 1,09 Water transport services* 52,18 Insurance and pension funding services, except compulsory social security services* 2,70 Radio, television and communication equipment and apparatus 51,52 Secondary raw materials 5,13 Coke, refined petroleum products and nuclear fuels 79,42 Insurance and pension funding services, except compulsory social security services* 2,13 Chemicals, chemical products and man-made fibres 50,39 Construction work 3,52 Tobacco products 49,73 Collected and purified water, distribution services of water 3,96 Office machinery and computers 91,11 Real estate services* 5,02 Printed matter and recorded media 88,49 Research and development services* 7,82 Chemicals, chemical products and man-made fibres 87,71 Retail trade services, except of motor vehicles and motorcycles; repair services of personal and household goods* 13,82 Office machinery and computers 50,09 Insurance and pension funding services, except compulsory social security services* 2,65 Wearing apparel; furs 43,09 Supporting and auxiliary transport services; travel agency services* 3,60 Radio, television and communication equipment and apparatus 39,87 Real estate services* 4,50 Coke, refined petroleum products and nuclear fuels 77,63 Financial intermediat. services, except insurance and pension funding services* 7,40 Water transport services* 49,29 Real estate services* 7,62 Motor vehicles, trailers and semi-trailers 47,93 Insurance and pension funding services, except compulsory social security services* 8,02 Coke, refined petroleum products and nuclear fuels 92,90 Real estate services* 5,63 Radio, television and communication equipment and apparatus 77,46 Financial intermediat. services, except insurance and pension funding services* 6,44 Motor vehicles, trailers and semi-trailers 68,47 Insurance and pension funding services, except compulsory social security services* 6,48 Coke, refined petroleum products and nuclear fuels 77,47 Real estate services* 2,27 Radio, television and communication equipment and apparatus 62,62 Retail trade services, except of motor vehicles and motorcycles; repair services of personal and household goods* 3,62 Office machinery and computers 53,88 Construction work 4,14 Office machinery and computers 90,33 Real estate services* 6,96 Coke, refined petroleum products and nuclear fuels 80,02 Collected and purified water, distribution services of water 9,59 Motor vehicles, trailers and semi-trailers 64,19 Land transport; transport via pipeline services* 11,80 24

32 RO CZ SK SI PL LT LV HU EE SE AT Coke, refined petroleum products and nuclear fuels 85,78 Real estate services* 3,89 Motor vehicles, trailers and semi-trailers 65,09 Services auxiliary to financial inter-mediation* 4,60 Wearing apparel; furs 60,39 Retail trade services, except of motor vehicles and motorcycles; repair services of personal and household goods* 9,67 Coke, refined petroleum products and nuclear fuels 94,46 Real estate services* 6,96 Rubber and plastic products 54,11 Services auxiliary to financial inter-mediation* 8,06 Air transport services* 52,64 Financial intermediat. services, except insurance and pension funding services* 10,63 Radio, television and communication equipment and apparatus 97,21 Insurance and pension funding services, except compulsory social security services* 2,17 Office machinery and computers 91,00 Retail trade services, except of motor vehicles and motorcycles; repair services of personal and household goods* 12,01 Leather and leather products 89,14 Real estate services* 13,81 Radio, television and communication equipment and apparatus 93,61 Services auxiliary to financial inter-mediation* 3,41 Office machinery and computers 92,96 Collected and purified water, distribution services of water 5,53 Motor vehicles, trailers and semi-trailers 83,65 Financial intermediat. services, except insurance and pension funding services* 9,97 Wearing apparel; furs 86,00 Activities auxiliary to financial intermediat.* 8,13 Tobacco products 82,13 Real estate services* 9,39 Coke, refined petroleum products and nuclear fuels 78,98 Wholesale trade and commission trade services, except of motor vehicles and motorcycles* 14,08 Chemicals, chemical products and man-made fibres 77,51 Research and development services* 9,85 Fabricated metal products, except machinery and equipment 63,63 Renting services of machinery and equipment without operator and of personal and household goods* 9,93 Machinery and equipment n.e.c. 47,82 Financial intermediat. services, except insurance and pension funding services* 10,88 Coke, refined petroleum products and nuclear fuels 74,80 Real estate services* 1,45 Radio, television and communication equipment and apparatus 72,49 Insurance and pension funding services, except compulsory social security services* 1,82 Motor vehicles, trailers and semi-trailers 52,53 Services auxiliary to financial inter-mediation* 2,35 Rubber and plastic products 74,31 Insurance and pension funding services, except compulsory social security services* 7,04 Medical, precision and optical instruments, watches and clocks 67,67 Services auxiliary to financial inter-mediation* 10,67 Pulp, paper and paper products 67,08 Post and telecommunication services* 10,80 Coke, refined petroleum products and nuclear fuels 86,84 Collected and purified water, distribution services of water 2,15 Radio, television and communication equipment and apparatus 83,18 Real estate services* 5,77 Motor vehicles, trailers and semi-trailers 79,71 Trade, maintenance and repair services of motor vehicles and motorcycles; retail sale of automotive fuel* 6,72 Radio, television and communication equipment and apparatus 82,50 Services auxiliary to financial inter-mediation* 6,14 Office machinery and computers 81,56 Secondary raw materials 9,44 Leather and leather products 80,54 Retail trade services, except of motor vehicles and motorcycles; repair services of personal and household goods* 9,85 Wearing apparel; furs 57,33 Supporting and auxiliary transport services; travel agency services* 6,73 Electrical machinery and apparatus n.e.c. 56,49 Food products and beverages 13,45 Textiles 50,37 Financial intermediat. services, except insurance and pension funding services* 14,85 25

33 Tabel III: Service offshoring: top-3 verwerkende industrieën en dienstensectoren ES PT EL UK IE DK IT DE FR NL BE MANUFACTURING INDUSTRIES % SERVICE INDUSTRIES % Office machinery and computers 22,17 Air transport services 38,22 Chemicals, chemical products and man-made fibres 18,55 Supporting and auxiliary transport services; travel agency services 32,74 Electrical machinery and apparatus n.e.c. 17,66 Water transport services 32,45 Radio, television and communication equipment and apparatus 53,97 Research and development services 67,38 Tobacco products 43,57 Water transport services 58,48 Secondary raw materials 20,73 Financial intermediat. services, except insurance and pension funding services 47,87 Coke, refined petroleum products and nuclear fuels 6,08 Air transport services 16,63 Electrical energy, gas, steam and hot water 5,96 Supporting and auxiliary transport services; travel agency services 8,56 Other transport equipment 5,92 Water transport services 8,19 Chemicals, chemical products and man-made fibres 13,55 Water transport services 55,10 Office machinery and computers 9,51 Services auxiliary to financial inter-mediation 37,76 Rubber and plastic products 7,12 Air transport services 22,63 Medical, precision and optical instruments, watches and clocks 23,41 Air transport services 23,44 Office machinery and computers 19,50 Post and telecommunication services 18,05 Collected and purified water, distribution services of water 15,35 Water transport services 16,62 Chemicals, chemical products and man-made fibres 23,88 Water transport services 95,68 Furniture; other manufact. goods n.e.c. 19,57 Air transport services 57,53 Leather and leather products 19,48 Supporting and auxiliary transport services; travel agency services 45,10 Printed matter and recorded media 93,33 Insurance and pension funding services, except compulsory social security services 75,30 Chemicals, chemical products and man-made fibres 88,78 Financial intermediat. services, except insurance and pension funding services 61,16 Office machinery and computers 88,29 Renting services of machinery and equipment without operator and of personal and household goods 56,92 Other transport equipment 11,63 Water transport services 30,10 Secondary raw materials 10,39 Air transport services 19,90 Printed matter and recorded media 7,19 Research and development services 19,04 Other transport equipment 11,87 Water transport services 53,27 Construction work 9,54 Supporting and auxiliary transport services; travel agency services 28,13 Collected and purified water, distribution services of water 5,65 Land transport; transport via pipeline services 27,09 Electrical energy, gas, steam and hot water 6,33 Air transport services 31,92 Office machinery and computers 5,82 Water transport services 16,82 Radio, television and communication equipment and apparatus 5,81 Supporting and auxiliary transport services; travel agency services 7,91 Radio, television and communication equipment and apparatus 19,58 Water transport services 46,59 Chemicals, chemical products and man-made fibres 19,42 Air transport services 45,73 Electrical machinery and apparatus n.e.c. 19,06 Financial intermediat. services, except insurance and pension funding services 19,01 26

Europese feestdagen 2019

Europese feestdagen 2019 Januari - Februari - Maart Bestemming Januari Februari Maart Nederland (NL) 01-01 Bestemming Januari Februari Maart België (BE) 01-01 Bosnie en Herzegovina (BA) 01-01 02-01 01-03 Bulgarije (BG) 01-01 01-02

Nadere informatie

Europese feestdagen 2018

Europese feestdagen 2018 Januari - Februari - Maart Bestemming Januari Februari Maart Nederland (NL) 01-01 Bestemming Januari Februari Maart België (BE) 01-01 Bosnie en Herzegovina (BA) 01-01 02-01 01-03 Bulgarije (BG) 01-01 03-03

Nadere informatie

Europese feestdagen 2017

Europese feestdagen 2017 Januari - Februari - Maart Bestemming Januari Februari Maart Nederland (NL) 01-01 Bestemming Januari Februari Maart België (BE) 01-01 Bosnie en Herzegovina (BA) 01-03 Bulgarije (BG) 01-01 03-03 Denemarken

Nadere informatie

Sociale bescherming in belgië

Sociale bescherming in belgië Sociale bescherming in belgië data 2O13 Ook dit jaar is de FOD Sociale zekerheid verheugd om u de nieuwe editie van de -brochure voor te stellen. Deze geeft u een overzicht van de bijgewerkte cijfers

Nadere informatie

SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË ESSOBS DATA 2O14

SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË ESSOBS DATA 2O14 SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË DATA 2O14 Ook dit jaar is de FOD Sociale zekerheid verheugd om u de nieuwe editie van de -brochure voor te stellen. Deze geeft u een overzicht van de bijgewerkte cijfers

Nadere informatie

SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË ESSOBS DATA 2O15

SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË ESSOBS DATA 2O15 SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË DATA 2O15 Ook dit jaar is de FOD Sociale zekerheid verheugd om u de nieuwe editie van de -brochure voor te stellen. Deze geeft u een overzicht van de bijgewerkte cijfers

Nadere informatie

Gedetailleerde vergelijking van de stijging van de loonkosten per branche in België en de drie buurlanden

Gedetailleerde vergelijking van de stijging van de loonkosten per branche in België en de drie buurlanden Bijlage/Annexe 1 DEPARTEMENT STUDIËN Gedetailleerde vergelijking van de stijging van de loonkosten per branche in België en de drie buurlanden In deze nota wordt beoogd een vergelijking te maken tussen

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 12 mei 2017 (OR. en) 9046/17 ADD 1 EF 97 ECOFIN 351 AGRIFIN 50 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 8 mei 2017 aan: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal

Nadere informatie

Grensoverschrijdende aftrek van fiscale verliezen

Grensoverschrijdende aftrek van fiscale verliezen Grensoverschrijdende aftrek van fiscale verliezen 20.01.2006-20.02.2006 220 antwoorden. Geef aan op welk gebied uw hoofdactiviteit ligt D - Industrie 58 26,4% G - Groothandel en kleinhandel; reparatie

Nadere informatie

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE 13.12.2013 Publicatieblad van de Europese Unie L 334/37 UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE van 11 december 2013 tot wijziging van Besluit 2012/226/EU betreffende de tweede reeks gemeenschappelijke veiligheidsdoelen

Nadere informatie

SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË ESSOBS DATA 2O16

SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË ESSOBS DATA 2O16 SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË DATA 2O16 Ook dit jaar is de FOD Sociale zekerheid verheugd om u de nieuwe editie van de -brochure voor te stellen. Deze geeft u een overzicht van de bijgewerkte cijfers

Nadere informatie

DE EUROPESE VISSERIJ IN CIJFERS

DE EUROPESE VISSERIJ IN CIJFERS DE EUROPESE VISSERIJ IN CIJFERS De tabellen hieronder tonen basisstatistieken met betrekking tot verschillende gebieden van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB), namelijk: de vissersvloten van de

Nadere informatie

DESKRESEARCH EUROPESE VERKIEZINGEN 2009 Onthouding en stemgedrag bij de Europese verkiezingen van 2009

DESKRESEARCH EUROPESE VERKIEZINGEN 2009 Onthouding en stemgedrag bij de Europese verkiezingen van 2009 Directoraat-generaal voorlichting Afdeling Analyse van de publieke opinie Brussel, 13 november 2012 DESKRESEARCH EUROPESE VERKIEZINGEN 2009 Onthouding en stemgedrag bij de Europese verkiezingen van 2009

Nadere informatie

Betalingsachterstand bij handelstransacties

Betalingsachterstand bij handelstransacties Betalingsachterstand bij handelstransacties 13/05/2008-20/06/2008 408 antwoorden 0. Uw gegevens Land DE - Duitsland 48 (11,8%) PL - Polen 44 (10,8%) NL - Nederland 33 (8,1%) UK - Verenigd Koninkrijk 29

Nadere informatie

HOE BETAALT U? HOE ZOU U WILLEN BETALEN?

HOE BETAALT U? HOE ZOU U WILLEN BETALEN? HOE BETAALT U? HOE ZOU U WILLEN BETALEN? 2/09/2008-22/10/2008 Er zijn 329 antwoorden op 329 die voldoen aan uw criteria DEELNAME Land DE - Duitsland 55 (16.7%) PL - Polen 41 (12.5%) DK - Denemarken 20

Nadere informatie

BESLUIT VAN DE COMMISSIE

BESLUIT VAN DE COMMISSIE 27.4.2012 Publicatieblad van de Europese Unie L 115/27 BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 23 april 2012 betreffende de tweede reeks gemeenschappelijke veiligheidsdoelen voor het spoorwegsysteem (Kennisgeving

Nadere informatie

Multiplicatoren: handleiding

Multiplicatoren: handleiding Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten Multiplicatoren: handleiding De multiplicatoren van het finaal gebruik behelzen een klassieke toepassing van het traditionele inputoutputmodel

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 2012D0226 NL 13.12.2013 001.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 23 april 2012 betreffende

Nadere informatie

Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw

Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw Handleiding registratie losbeweging bij invoer of laadbeweging bij uitvoer pluimvee en konijnen Het is de pluimvee- of konijnenhouder van het beslag van aankomst, respectievelijk vertrek, die verantwoordelijk

Nadere informatie

BESLUIT VAN DE COMMISSIE

BESLUIT VAN DE COMMISSIE 22.7.2010 Publicatieblad van de Europese Unie L 189/19 BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 19 juli 2010 inzake gemeenschappelijke veiligheidsdoelen, zoals vermeld in artikel 7 van Richtlijn 2004/49/EG van het

Nadere informatie

Notatie Toelichting Opmerkingen L 8 cijfers en 1 letter Het eerste cijfer is altijd een 0 (nul) voor personen.

Notatie Toelichting Opmerkingen L 8 cijfers en 1 letter Het eerste cijfer is altijd een 0 (nul) voor personen. FISCALE IDENTIFICATIENUMMERS (FIN's) FIN's per thema: Structuur 1. AT - Oostenrijk 99-999/9999 9 cijfers Het liggend streepje en de schuine streep zijn niet in alle gevallen verplicht (met het oog op de

Nadere informatie

AANVULLEND AANVRAAGFORMULIER VERIFICATIE volgens de EMAS-VERORDENING. RvA-F006-4-NL

AANVULLEND AANVRAAGFORMULIER VERIFICATIE volgens de EMAS-VERORDENING. RvA-F006-4-NL AANVULLEND AANVRAAGFORMULIER VERIFICATIE volgens de EMAS-VERORDENING RvA-F006-4-NL Naam aanvragende organisatie : Registratienummer (indien aanwezig) : Gevestigd te : Datum aanvraag : Naam aanvrager :

Nadere informatie

2.2. EUROPESE UNIE Droogte remt groei melkaanvoer af. Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) % 18/17

2.2. EUROPESE UNIE Droogte remt groei melkaanvoer af. Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) % 18/17 2.2. EUROPESE UNIE 2.2.1. Droogte remt groei melkaanvoer af Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) 2005 2015 2017 2018 % 18/17 België 3 022 3 988 4 025 4 190 4,1 Denemarken 4 451 5 278 5

Nadere informatie

Pan-Europese opiniepeiling over beroepsveiligheid en - gezondheid

Pan-Europese opiniepeiling over beroepsveiligheid en - gezondheid Pan-Europese opiniepeiling over beroepsveiligheid en - gezondheid Representatieve resultaten in de 2 lidstaten van de Europese Unie Pakket bevat de resultaten van de EU2 én van België Ontwerp Opiniepeiling

Nadere informatie

EDITIE De infranationale overheid in de EU : sleutelcijfers

EDITIE De infranationale overheid in de EU : sleutelcijfers EDITIE 2007 [ ] De infranationale overheid in de EU : sleutelcijfers OK 2 Final DOS FICHES.qxd 19/12/07 17:34 Page 1 Territoriale besturen % 8 25 0,0 0,04 1 ste niveau 2 de niveau 3 de niveau Federale

Nadere informatie

Handelsmerken 0 - DEELNAME

Handelsmerken 0 - DEELNAME Handelsmerken 29/10/2008-31/12/2008 391 antwoorden 0 - DEELNAME Land DE - Duitsland 72 (18.4%) PL - Polen 48 (12.3%) NL - Nederland 31 (7.9%) UK - Verenigd Koninkrijk 23 (5.9%) DA - Denemarken 22 (5.6%)

Nadere informatie

Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw

Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw Handleiding registratie losbeweging bij invoer of laadbeweging bij uitvoer pluimvee en konijnen Het is de pluimvee- of konijnenhouder van het beslag van aankomst, respectievelijk vertrek, die verantwoordelijk

Nadere informatie

2 Leveringen van goederen naar

2 Leveringen van goederen naar 2 Leveringen van goederen naar landen binnen de EU 2.1 Levering van goederen binnen de EU aan een buitenlandse ondernemer 2.1.1 intracommunautaire leveringen Hoofdregel bij grensoverschrijdende leveringen

Nadere informatie

STAND VAN ZAKEN EURO PLUS-PACT

STAND VAN ZAKEN EURO PLUS-PACT STAND VAN ZAKEN EURO PLUS-PACT Presentatie door J.M. Barroso, Voorzitter van de Europese Commissie, voor de Europese Raad van 9 December 2011 De context van het Euro Plus-pact 1 Europa 2020 Procedure macro-onevenwichtigheden

Nadere informatie

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Financieel Forum Gent - 26 februari 2015 Jan Smets A. De stand van zaken 1. De (lange)

Nadere informatie

Een Algemeen Evenwichtsmodel voor Vlaanderen: Eerste Resultaten

Een Algemeen Evenwichtsmodel voor Vlaanderen: Eerste Resultaten Een Algemeen Evenwichtsmodel voor Vlaanderen: Eerste Resultaten Toon Vandyck Denise Van Regemorter CES - KULeuven wordt gefinancierd door Inhoud Wat is een algemeen evenwichtsmodel? Waarom een regionaal

Nadere informatie

De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken

De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken Bron: K. Caminada & K. Goudswaard (2017), De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken, Geron Tijdschrift over ouder worden & maatschappij jaargang 19, nummer 3: 10-13. De inkomensverdeling

Nadere informatie

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Financieel Forum West-Vlaanderen Kortrijk - 24 februari 2015 Jan Smets A. De stand van

Nadere informatie

Open Data laten stromen Nederland in Europees perspectief

Open Data laten stromen Nederland in Europees perspectief Open Data laten stromen Nederland in Europees perspectief Sem Enzerink (Capgemini Consulting) Gebruikersbijeenkomst data.overheid.nl, 16 maart 2018, Den Haag Wij zijn de open data vindplaats van publieke

Nadere informatie

Werkloosheid in de Europese Unie

Werkloosheid in de Europese Unie in de Europese Unie Diana Janjetovic en Bart Nauta De werkloosheid in de Europese Unie vertoont sinds 2 als gevolg van de conjunctuur een wisselend verloop. Door de economische malaise in de jaren 21 23

Nadere informatie

Productie en toegevoegde waarde

Productie en toegevoegde waarde Productie en toegevoegde waarde De totale productiewaarde van de farmaceutische sector bedraagt 6,70 Mia EUR in 2012 (e), wat neerkomt op 4,5 % van de totale industriële productie, en groeit op lange termijn

Nadere informatie

Pan-Europese. opiniepeiling over beroepsveiligheid en - gezondheid. Representatieve resultaten in de 27 lidstaten van de Europese Unie

Pan-Europese. opiniepeiling over beroepsveiligheid en - gezondheid. Representatieve resultaten in de 27 lidstaten van de Europese Unie Pan-Europese opiniepeiling over beroepsveiligheid en - gezondheid Representatieve resultaten in de 2 lidstaten van de Europese Unie Pakket bevat de resultaten van de EU2 én van Nederland Ontwerp Opiniepeiling

Nadere informatie

Structurele groei in areaal biologische landbouw in Europa mooie uitdaging voor Nederlandse kweek- en handelsbedrijven

Structurele groei in areaal biologische landbouw in Europa mooie uitdaging voor Nederlandse kweek- en handelsbedrijven Persbericht Auteur: Bertus Buizer, Buizer Advies Structurele groei in areaal biologische landbouw in Europa mooie uitdaging voor Nederlandse kweek- en handelsbedrijven Veredeling en kweek van granen en

Nadere informatie

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010 ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010 Meer personen op de arbeidsmarkt in de eerste helft van 2010. - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, 2 de

Nadere informatie

Press release Statistics Netherlands

Press release Statistics Netherlands Press release PR00-277 8-12-2000 9:30 AM Inflation rate in November levelling out Consumer prices in November were up 3.0% on November last year. The inflation rate is therefore 0.1% lower than last month,

Nadere informatie

Boordtabel van het Concurrentievermogen van de Belgische economie. 25 november 2015

Boordtabel van het Concurrentievermogen van de Belgische economie. 25 november 2015 Boordtabel van het Concurrentievermogen van de Belgische economie 25 november 2015 1 Sprekers M. Kris Peeters Vice-Eerste Minister en federaal Minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met Buitenlandse

Nadere informatie

BEHEERSCOMITÉ DIERLIJKE PRODUCTEN 19 OKTOBER 2017

BEHEERSCOMITÉ DIERLIJKE PRODUCTEN 19 OKTOBER 2017 BEHEERSCOMITÉ DIERLIJKE PRODUCTEN 19 OKTOBER 217 ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// Voorzitter: Luis Carazo Jimenez Verslaggever: Glenn Van Herrewege

Nadere informatie

Voor wie verstandig handelt! Gematigde groei

Voor wie verstandig handelt! Gematigde groei Gematigde groei Trendsamenvatting Naam Definitie Scope Conclusie Invloed: Gematigde groei De ontwikkeling in het afzetpotentieel van de belangrijkste afzetmarkten en potentiële groeimarkten. Focus op Europa,

Nadere informatie

Code Geboorteland Straatnaam

Code Geboorteland Straatnaam Uitwisseling van informatie op grond van artikel 10, eerste lid van de Landsverordening spaarvermogensheffing Info Beneficial owner (1) Data Beneficial owner (2) Naamgegevens(3) Geboortegegevens (4) Adresgegevens

Nadere informatie

Productie en toegevoegde waarde

Productie en toegevoegde waarde Productie en toegevoegde waarde De totale productiewaarde van de farmaceutische sector bedraagt 7,71 Mia EUR in 2011 (e), wat neerkomt op 5 % van de totale industriële productie, en groeit op lange termijn

Nadere informatie

the state of renewable energies in europe

the state of renewable energies in europe HERNIEUWBARE ENERGIE IN EUROPA 12 th EurObserv ER Report the state of renewable energies in europe 2012 12 th EurObserv ER Report Werkgelegenheid en omzet Voor de periode 2005-2010 is de energieproductie

Nadere informatie

Barometer van de informatiemaatschappij (2017) Juli Barometer van de informatiemaatschappij

Barometer van de informatiemaatschappij (2017) Juli Barometer van de informatiemaatschappij Barometer van de informatiemaatschappij INHOUD 1. Pijlers van het plan Digital Belgium 2. Hoofdstukken van de barometer 3. Indicatoren (5 pijlers) 4. Sterk stijgende indicatoren 5. Besluit FOD Economie,

Nadere informatie

EUROPESE VERKIEZINGEN Standaard Eurobarometer (EB 69) Voorjaar 2008 Eerste grove resultaten: Europees gemiddelde en grote nationale tendensen

EUROPESE VERKIEZINGEN Standaard Eurobarometer (EB 69) Voorjaar 2008 Eerste grove resultaten: Europees gemiddelde en grote nationale tendensen Algemene directie Communicatie UNIT FOLLOW-UP PUBLIEKE OPINIE 15/09/2008 EUROPESE VERKIEZINGEN 2009 Standaard Eurobarometer (EB 69) Voorjaar 2008 Eerste grove resultaten: Europees gemiddelde en grote nationale

Nadere informatie

I. VERZOEK OM INFORMATIE betreffende de transnationale terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten

I. VERZOEK OM INFORMATIE betreffende de transnationale terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten FORMULIER VOOR (FACULTATIEF) GEBRUIK DOOR DE OVERHEIDSINSTANTIE DIE OM INFORMATIE VERZOEKT I. VERZOEK OM INFORMATIE betreffende de transnationale terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het

Nadere informatie

Hoeveel dragen onze bedrijven bij aan de schatkist en de sociale zekerheid?

Hoeveel dragen onze bedrijven bij aan de schatkist en de sociale zekerheid? vbo-analyse Hoeveel dragen onze bedrijven bij aan de schatkist en de sociale zekerheid? September 2014 I Raf Van Bulck 39,2% II Aandeel van de netto toegevoegde waarde gegenereerd door bedrijven dat naar

Nadere informatie

8 maart 2012: Internationale Vrouwendag Ongelijke kansen tussen vrouwen en mannen in de Europese Unie

8 maart 2012: Internationale Vrouwendag Ongelijke kansen tussen vrouwen en mannen in de Europese Unie Directoraat-generaal Communicatie Directoraat Betrekkingen met de burgers Afdeling Analyse van de publieke opinie Brussel, 7 maart 2012 8 maart 2012: Internationale Vrouwendag Ongelijke kansen tussen vrouwen

Nadere informatie

FostPack Importeren verpakkingsfiches via XML

FostPack Importeren verpakkingsfiches via XML FostPack Importeren verpakkingsfiches via XML 1 Algemeen Dit document beschrijft de manier waarop men door middel van een XML file- verpakkingsfiches kan importeren in FostPack. U vindt het schema en een

Nadere informatie

Onderzoek naar e-gezondheidszorg in Europa: artsen moeten meer gebruik maken van ICT

Onderzoek naar e-gezondheidszorg in Europa: artsen moeten meer gebruik maken van ICT IP/08/641 Brussel, 25 april 2008 Onderzoek naar e-gezondheidszorg in Europa: artsen moeten meer gebruik maken van ICT De Europese Commissie heeft vandaag de resultaten bekendgemaakt van een pan-europees

Nadere informatie

NAM-multiplicatoren: handleiding

NAM-multiplicatoren: handleiding Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten NAM-multiplicatoren: handleiding De multiplicatoren die hier voorgesteld worden, zijn afgeleid van een model gebaseerd op een National Accounting

Nadere informatie

Annex G Datasource Research and Development expenditures

Annex G Datasource Research and Development expenditures Annex G Datasource Research and Development expenditures To Manufacturing in the Netherlands: Annual Reports since 1950 This memorandum presents the datasource of the expenditures on R&D by manufacturing

Nadere informatie

BIJLAGE I LIJST MET NAMEN, FARMACEUTISCHE VORM, STERKTE VAN HET GENEESMIDDEL, TOEDIENINGSWEG, AANVRAGERS IN DE LIDSTATEN

BIJLAGE I LIJST MET NAMEN, FARMACEUTISCHE VORM, STERKTE VAN HET GENEESMIDDEL, TOEDIENINGSWEG, AANVRAGERS IN DE LIDSTATEN BIJLAGE I LIJST MET NAMEN, FARMACEUTISCHE VORM, STERKTE VAN HET GENEESMIDDEL, TOEDIENINGSWEG, AANVRAGERS IN DE LIDSTATEN 1 AT - Oostenrijk Flutiform 50 Mikrogramm/5 Mikrogramm pro Sprühstoß Druckgasinhalation

Nadere informatie

Brexit: gevolgen voor de concurrentiepositie van bedrijfstakken in Nederlandse regio s

Brexit: gevolgen voor de concurrentiepositie van bedrijfstakken in Nederlandse regio s Brexit: gevolgen voor de concurrentiepositie van bedrijfstakken in Nederlandse regio s Mark Thissen, Anet Weterings (PBL) http://themasites.pbl.nl/winnaarsverliezers-regionale-concurrentie/ http://www.torre.nl/eugrowth/bilingual4/

Nadere informatie

This annex is valid from: to Replaces annex dated: Location(s) where activities are performed under accreditation

This annex is valid from: to Replaces annex dated: Location(s) where activities are performed under accreditation : EN ISO/IEC 17021-1:2015 This annex is valid from: 02-08-2017 to 01-11-2020 Replaces annex dated: 17-05-2017 De Waal 21C 5684 PH Best Nederland Location(s) where activities are performed under accreditation

Nadere informatie

67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk

67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 28 oktober 67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk Tegen 2020 moet 75% van de Europeanen van 20 tot en met 64 jaar aan het werk zijn.

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 7.7.2016 C(2016) 4164 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 7.7.2016 betreffende de herziening van de vergoedingstabellen van dienstreizen voor ambtenaren

Nadere informatie

Prioriteiten op energiegebied voor Europa Presentatie door de heer J.M. Barroso,

Prioriteiten op energiegebied voor Europa Presentatie door de heer J.M. Barroso, Prioriteiten op energiegebied voor Europa Presentatie door de heer J.M. Barroso, Voorzitter van de Europese Commissie, voor de Europese Raad van 22 mei 2013 Nieuwe omstandigheden op de wereldwijde energiemarkt

Nadere informatie

EB71.3 Europese verkiezingen Postelectoraal onderzoek Eerste resultaten: Aandachtpunt: verdeling mannen/vrouwen

EB71.3 Europese verkiezingen Postelectoraal onderzoek Eerste resultaten: Aandachtpunt: verdeling mannen/vrouwen Directoraat-generaal Communicatie Directoraat C Betrekkingen met de burgers EENHEID MONITORING PUBLIEKE OPINIE 27/10/2009 EB71.3 Europese verkiezingen 2009 Postelectoraal onderzoek Eerste resultaten: Aandachtpunt:

Nadere informatie

Barometer van de informatiemaatchappij (2018) Oktober Barometer van de informatiemaatschappij

Barometer van de informatiemaatchappij (2018) Oktober Barometer van de informatiemaatschappij Barometer van de informatiemaatschappij INHOUD 1. Pijlers van het plan Digital Belgium 2. Hoofdstukken van de barometer 3. Indicatoren (5 pijlers) 4. Sterk stijgende indicatoren 5. Besluit FOD Economie,

Nadere informatie

This annex is valid from: to Replaces annex dated: Location(s) where activities are performed under accreditation

This annex is valid from: to Replaces annex dated: Location(s) where activities are performed under accreditation : EN ISO/IEC 17021-1:2015 This annex is valid from: 17-05-2017 to 01-11-2020 Replaces annex dated: 12-04-2017 De Waal 21C 5684 PH Best Nederland Location(s) where activities are performed under accreditation

Nadere informatie

Lokaal en regionaal Europa Kerncijfers 2009

Lokaal en regionaal Europa Kerncijfers 2009 Lokaal en regionaal Europa Kerncijfers 2009 Editie 2010 / 2011 Sociaaleconomische gegevens Oppervlakte (km 2 ) Inwoners (duizend) (miljard ) /inw. () 2009/2008 ( in volume) België 30 528 10 790 339,2 31

Nadere informatie

Raadpleging van betrokken partijen bij het ontwikkelen van beleid voor kleine ondernemingen op nationaal en regionaal niveau

Raadpleging van betrokken partijen bij het ontwikkelen van beleid voor kleine ondernemingen op nationaal en regionaal niveau Raadpleging van betrokken partijen bij het ontwikkelen van beleid voor kleine ondernemingen op nationaal en regionaal niveau 01.06.2004-30.09.2004 Deel I Achtergrondinformatie Land AT - Oostenrijk 1 (1.4)

Nadere informatie

Analytische samenvatting

Analytische samenvatting Directoraat-generaal communicatie Directoraat C - Betrekkingen met de burgers AFDELING ANALYSE VAN DE PUBLIEKE OPINIE 24 maart 2009 EUROPEANEN EN DE ECONOMISCHE CRISIS Standard Eurobarometer (EB 71) Bevolking:

Nadere informatie

.bedomeinnamen. onder de loep 2011

.bedomeinnamen. onder de loep 2011 1.bedomeinnamen onder de loep 2011 2 Aantal nieuwe.be-registraties Evolutie van de.be-domeinnamen 471.453 602.607 736.498 859.474 977.998 1.101.668 1.219.935 131.588 147.022 193.659 222.919 232.746 257.637

Nadere informatie

Basis gegevens tender

Basis gegevens tender Geachte heer / mevrouw, Graag maken wij gebruik van de mogelijkheid om u te bedanken voor het verkregen vertrouwen. In dit rapport worden de resultaten weergegeven van de hierboven genoemde tender. Uw

Nadere informatie

Examen economie thema 2 deel 1 Theorie thema 2: Produceren voor de wereldmarkt

Examen economie thema 2 deel 1 Theorie thema 2: Produceren voor de wereldmarkt Examen economie thema 2 deel 1 Theorie thema 2: Produceren voor de wereldmarkt Door: F. De Smyter en P. Holvoet 1. Geef een correcte omschrijving van de volgende economische begrippen: a) Globalisering:.

Nadere informatie

EU fiscale controle en investeringen. Thomas BERNHEIM

EU fiscale controle en investeringen. Thomas BERNHEIM EU fiscale controle en investeringen Thomas BERNHEIM Overzicht Het EU kader voor economische hervormingen De investeringsuitdagingen voor België Flexibiliteit in de fiscale regels van het SGP Bemerkingen

Nadere informatie

Diagnose van de Vlaamse arbeidsmarkt. Luc Sels

Diagnose van de Vlaamse arbeidsmarkt. Luc Sels Diagnose van de Vlaamse arbeidsmarkt Luc Sels Luc.Sels@econ.kuleuven.be WSE Conferentie 2008 17 december 2008 1. De evolutie vervat in conjunctuurindicatoren 2. (Prognose van de) werkzaamheid 3. Evolutie

Nadere informatie

Breedbandinternet voor alle Europeanen: de Commissie geeft het startsein voor een debat over de toekomst van universele diensten

Breedbandinternet voor alle Europeanen: de Commissie geeft het startsein voor een debat over de toekomst van universele diensten IP/08/1397 Brussel, 25 september 2008 Breedbandinternet voor alle Europeanen: de Commissie geeft het startsein voor een debat over de toekomst van universele diensten Hoe kan de EU bereiken dat alle Europeanen

Nadere informatie

.bedomeinnamen. & registrars

.bedomeinnamen. & registrars .bedomeinnamen & registrars 2014 2 Aantal nieuwe.be-registraties 193.659 222.919 232.746 257.637 267.780 306.341 299.846 264.930 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 Evolutie van de.be-domeinnamen 736.498

Nadere informatie

Bijstandsuitkeringen in veel OESO-landen gedaald

Bijstandsuitkeringen in veel OESO-landen gedaald Bron: O. van Vliet (2017) Bijstandsuitkeringen in veel OESO-landen gedaald, Sociaal Bestek, nr. 6, pp. 58-59. Bijstandsuitkeringen in veel OESO-landen gedaald Olaf van Vliet Universiteit Leiden Voor veel

Nadere informatie

Europa: Uitdagingen? Prof. Hylke Vandenbussche Departement Economie- International Trade 26 April 2018 Leuven

Europa: Uitdagingen? Prof. Hylke Vandenbussche Departement Economie- International Trade 26 April 2018 Leuven Europa: Uitdagingen? Prof. Hylke Vandenbussche Departement Economie- International Trade 26 April 2018 Leuven America First! Wat is het potentiële banenverlies voor België en Europa? VIVES discussion paper

Nadere informatie

De Belgische farmaceutische industrie in een internationale context

De Belgische farmaceutische industrie in een internationale context As % of total European pharmaceutical industry De Belgische farmaceutische industrie in een internationale context Terwijl België slechts 2,6 % vertegenwoordigt van het Europees BBP, heeft de farmaceutische

Nadere informatie

Op weg naar herstel: het cohesiepakket. Vragen en antwoorden over de bijdrage van het cohesiebeleid aan het Europese economische herstelplan

Op weg naar herstel: het cohesiepakket. Vragen en antwoorden over de bijdrage van het cohesiebeleid aan het Europese economische herstelplan MEMO/08/740 Brussel, 26 november 2008 Op weg naar herstel: het cohesiepakket. Vragen en antwoorden over de bijdrage van het cohesiebeleid aan het Europese economische herstelplan Wat is de rol van het

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET. Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte; (met Protocollen, Bijlagen en Slotakte) Oporto, 2 mei 1992

TRACTATENBLAD VAN HET. Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte; (met Protocollen, Bijlagen en Slotakte) Oporto, 2 mei 1992 19 (1992) Nr. 8 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2012 Nr. 46 A. TITEL Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte; (met Protocollen, Bijlagen en Slotakte) Oporto, 2

Nadere informatie

Globalisering, technologische verandering en de polarisatie van de arbeidsmarkt

Globalisering, technologische verandering en de polarisatie van de arbeidsmarkt VIVES BRIEFING 207/04 Globalisering, technologische verandering en de polarisatie van de arbeidsmarkt Koen Breemersch KU Leuven, Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen, VIVES Met dank aan Cathy Lecocq

Nadere informatie

1.4 Factoren die bepalend zijn voor reële convergentie

1.4 Factoren die bepalend zijn voor reële convergentie Productiviteit, concurrentiekracht en economische ontwikkeling Concurrentiekracht wordt vaak beschouwd als een indicatie voor succes of mislukking van economisch beleid. Letterlijk verwijst het begrip

Nadere informatie

WELKOM IN HET EUROPEES PARLEMENT! DG Comm, Visits and Seminars Unit

WELKOM IN HET EUROPEES PARLEMENT! DG Comm, Visits and Seminars Unit WELKOM IN HET EUROPEES PARLEMENT! DG Comm, Visits and Seminars Unit EEN PARLEMENT, DRIE PLAATSEN 2 BELANGRIJKE EU VERDRAGEN 3 1952* Verdrag van Parijs (Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal) 1958 Verdrag

Nadere informatie

.bedomeinnamen. & registrars

.bedomeinnamen. & registrars .bedomeinnamen & registrars 2013 2 Aantal nieuwe.be-registraties 147.022 193.659 222.919 232.746 257.637 267.780 306.341 299.846 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Evolutie van de.be-domeinnamen 602.607

Nadere informatie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE EUROPESE COMMISSIE Brussel, XXX [ ](2013) XXX draft MEDEDELING VAN DE COMMISSIE Uitvoering van artikel 260 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie Aanpassing van de gegevens die worden

Nadere informatie

Barometer van de informatiemaatschappij (2016) Barometer van de informatiemaatschappij

Barometer van de informatiemaatschappij (2016) Barometer van de informatiemaatschappij Barometer van de informatiemaatschappij INHOUD 1. Pijlers van het plan Digital Belgium 2. Structuur van de barometer 3. Indicatoren (5 pijlers) 4. Sterk stijgende indicatoren 5. Besluit FOD Economie, KMO,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 850 Besluit van 23 december 2010 tot vaststelling van het Uitvoeringsbesluit Belastingwet BES (Uitvoeringsbesluit Belastingwet BES) 0 Wij Beatrix,

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Ierland-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Ierland-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Ierland-Nederland 1 1. Goederenexport van Ierland naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Ierse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Spanje-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Spanje-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Spanje-Nederland 1 1. Goederenexport van Spanje naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Spaanse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Verenigd Koninkrijk-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Verenigd Koninkrijk-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Verenigd Koninkrijk-Nederland 1 1. Goederenexport van het Verenigd Koninkrijk naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Britse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Zwitserland-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Zwitserland-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Zwitserland-Nederland 1 1. Goederenexport van Zwitserland naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Zwitserse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE

Nadere informatie

DETERMINANTEN VAN LAGE WERKINTENSITEIT IN HUISHOUDENS MET ARBEIDSONGESCHIKTE GEZINSLEDEN Empirische analyses voor de EU-15

DETERMINANTEN VAN LAGE WERKINTENSITEIT IN HUISHOUDENS MET ARBEIDSONGESCHIKTE GEZINSLEDEN Empirische analyses voor de EU-15 DETERMINANTEN VAN LAGE WERKINTENSITEIT IN HUISHOUDENS MET ARBEIDSONGESCHIKTE GEZINSLEDEN Empirische analyses voor de EU-15 Leen Meeusen, Annemie Nys en Vincent Corluy 17 juni 2014 Opbouw presentatie Inleiding

Nadere informatie

FOD Mobiliteit en Vervoer. Gebruikershandleiding Webclient Preregistratie

FOD Mobiliteit en Vervoer. Gebruikershandleiding Webclient Preregistratie FOD Mobiliteit en Vervoer Gebruikershandleiding Webclient Preregistratie Johan Staes 20-3-2019 Webclient Preregistratie Inhoud 1 Inleiding... 2 2 Aanmelden... 2 2.1 Aanmeldscherm... 2 2.2 Toegangsbeheer

Nadere informatie

Structurele ondernemingsstatistieken

Structurele ondernemingsstatistieken 1 Structurele ondernemingsstatistieken - Analyse Structurele ondernemingsstatistieken Een beeld van de structuur van de Belgische economie in 2012 en de mogelijkheden van deze databron De jaarlijkse structurele

Nadere informatie

Tarieven Europa: staffel 1

Tarieven Europa: staffel 1 Tarieven Europa: staffel 1 Wanneer u op basis van uw daadwerkelijkaantal zendingen boven de 49 zendingen per jaar uitkomt, dan kunt u ons contacteren voor verbeterde tarieven. Wij passen uw prijzen dan

Nadere informatie

Volume: 0-49 zendingen per jaar Europa 0 2 kg 2-10 kg kg kg

Volume: 0-49 zendingen per jaar Europa 0 2 kg 2-10 kg kg kg Wanneer u op basis van uw daadwerkelijkaantal zendingen boven de 49 zendingen per jaar uitkomt, dan kunt u ons contacteren voor verbeterde tarieven. Wij passen uw prijzen dan direct aan. Volume: 0-49 zendingen

Nadere informatie

Scorebord van de interne markt

Scorebord van de interne markt Scorebord van de interne markt Prestaties per lidstaat Nederland (Verslagperiode: 2016) Omzetting van wetgeving Verleden jaar moesten de lidstaten 66 nieuwe richtlijnen omzetten, een sterke toename dus

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Canada-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Canada-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Canada-Nederland 1 1. Goederenexport van Canada naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Canadese exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT

Nadere informatie

Handelsstromen Rozenstruiken 2009 / 14. Zoetermeer, Maart 2009 Peter van der Salm Productschap Tuinbouw, Afdeling Markt en Innovatie

Handelsstromen Rozenstruiken 2009 / 14. Zoetermeer, Maart 2009 Peter van der Salm Productschap Tuinbouw, Afdeling Markt en Innovatie Handelsstromen Rozenstruiken 2009 / 14 Zoetermeer, Maart 2009 Peter van der Salm Productschap Tuinbouw, Afdeling Markt en Innovatie Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd

Nadere informatie

Maart 2015. Gezondheidscertificaat voor de uitvoer van voedingsmiddelen en andere producten

Maart 2015. Gezondheidscertificaat voor de uitvoer van voedingsmiddelen en andere producten I. Toepassingsgebied Beschrijving van het product NC-code Voedingsmiddelen Land II. Algemeen certificaat FAVV-code EX.DAL.AA.01.xx Titel van het certificaat Gezondheidscertificaat voor de uitvoer van voedingsmiddelen

Nadere informatie