Nijn tegen. Adviescommissie JMG/Seniorenraad T.a.v. Frank Eliëns, secretaris M010 Postbus HG Nijmegen

Transcriptie

1 Nijn tegen Korte Nieuwstraat PP Nijmegen Telefoon Telefax (024) Adviescommissie JMG/Seniorenraad gemeente@nijmegen.nl T.a.v. Frank Eliëns, secretaris M010 Postbus HG Nijmegen Postbus HG Nijmegen Datum Ons kenmerk Contactpersoon JZ10/ Stijn van Cleef 1 NOV Onderwerp Datum uw brief Doorkiesnummer Advies Verordening Wmo en Jeugdhulp (024) Geachte leden, Op 2 november jl. heeft u een gevraagd advies uitgebracht over het voorstel voor de nieuwe Verordening Wmo 2015 en Jeugd, waarvoor dank. In deze brief reageren wij op uw advies. Wij volgen in de beantwoording de volgorde van uw advies. Dat betekent dat wij eerst zullen ingaan op uw opmerkingen over het persoonsgebonden budget. Daarna komen uw puntsgewijze opmerkingen aan de orde. Persoonsgebonden budget Het persoonsgebonden budget (pgb) kan aan cliënten worden toegekend als zij in staat zijn om hun belangen te behartigen die bij een pgb komen kijken. Recente ha ndhavingszaken hebben uitgewezen dat cliënten hier lang niet altijd toe in staat zijn. Dit is aanleiding voor het college om de bekwaamheid van pgb-houders indringender te toetsen en te beoordelen. Hetzelfde geldt voor de toetsing op de kwaliteit van pgb-ondersteuning. U stelt dat in de Wmo 2015 het pgb een gelijkwaardige vorm van zorgverstrekking is, in tegenstelling tot de Jeugdwet. Naar de letter van de wet klopt deze constatering, al brengt de rechter de nodige nuancering aan' en wordt het pgb in beide gevallen gezien als een gelijkwaardig alternatief voor een naturaverstrekking.2 Het college hecht meer aan de bekwaamheid en die speelt een rol in de pgb's op grond van beide wetten. Het college heeft kennisgenomen van de experimenten met betrekking tot pgb's, maar heeft op dit moment geen intentie om een soortgelijk experiment in Nijmegen uit te voeren. 1 Zie bijv. Rb Overijssel 29 september 2017, ECLI:NL:RBOVE: Zie bijv. Kamerbrief 17 maart 2016, kenmerk J.

2 1 Puntsgewijs Advies 1 Seniorenraad toevoegen als advies verlenend orgaan. Overgenomen. Advies 2 Omschrijven wat een algemene voorziening is en baken het goed af In de tekst vóór het advies lijken de begrippen 'algemene voorziening' en 'algemene gebruikelijke voorziening' door elkaar te worden gebruikt. Een algemene voorziening is een aanbod van diensten of activiteiten dat, zonder voorafgaand onderzoek naar de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van de gebruikers, vrij toegankelijk is en dat is gericht op maatschappelijke ondersteuning of jeugdhulp. In de Jeugdwet wordt dit aangeduid als een overige voorziening. Deze omschrijving is opgenomen in de verordening. Een Algemeen gebruikelijke voorziening is een voorziening waarvan, gelet op de omstandigheden, aannemelijk is dat de cliënt daarover, ook als hij geen beperkingen had, zou (hebben kunnen) beschikken. Deze omschrijving is opgenomen in de verordening. Dit begrip laat zich niet verder afbakenen, omdat dit een op de persoon toegespitste toets moet zijn. Voorzieningen laten zich niet in algemeenheid bestempelen als algemeen gebruikelijk. Advies 3 Inkomen noemen als criterium en dat meenemen bij het bepalen wat algemeen gebruikelijk is. Het is niet aan het college om te bepalen welke factoren betrokken worden bij de beoordeling of een voorziening voor de persoon van de aanvrager algemeen gebruikelijk is. Rechtspraak schrijft voor dat een voorziening voor een persoon van de aanvrager algemeen gebruikelijk is als is voldaan aan de volgende voorwaarden:3 - De aanvrager zou ook over de voorziening hebben kunnen beschikken als hij geen beperkingen zou hebben; - De voorziening is in de regulier handel verkrijgbaar; - De voorziening behoort, gelet op maatschappelijke normen, tot het gangbare bestedingspatroon van de aanvrager. 3 O.a. CRvB 24 februari 2016, ECLI:NL:CRVB:2016:614.

3 2 In het laatste criterium is gegeven dat het inkomen van de aanvrager een rol moet spelen in de beoordeling, zij het niet op detailniveau (maar op het niveau van het bestedingspatroon). Een verdergaande rol voor de financiële situatie van de aanvrager, is in het stelsel van de Wmo 2015 alleen weggelegd als de aanvrager betwist dat hij de voorziening kan betalen.' Advies 4 Omschrijf duidelijk het onderscheid tussen de verschillende voorzieningen die onder het begrip 'voorliggende voorziening' zouden kunnen vallen en stel er regels voor op. Het begrip voorliggende voorziening moet naar de mening van het college gebruikt worden naar zijn doel, namelijk aangeven dat de bewuste voorziening een probleem oplost en daarmee voorafgaat aan de toekenning van een nnaatwerkvoorziening. Daarmee is ook gegeven dat niet vooraf is aan te geven wat een voorliggende voorziening is, dit moet per zaak worden bekeken. Advies 5 Wijzig lid p conform bovengenoemde opmerking Dit advies wordt om bovengenoemde redenen niet opgevolgd. Procedureel is van belang om tot uitdrukking te brengen dat de oplossing voorafgaat aan een maatwerkvoorziening. Dat is de essentie. Of dit een andere wettelijke regeling of een algemene voorziening is, is daarbij van ondergeschikt belang. Advies 6 Begrip cliënt conform beschrijving in verordening gebruiken of de begripsomschrijving wijzigen. Het begrip 'cliënt' is een samenvoeging van de wettelijke definities en is niet ter vrije invulling voor de gemeenteraad. Advies 7 Formulering van 'ingezetene' herzien. In de Jeugdwet wordt namelijk het woonplaatsbeginsel gehanteerd. De definitie van ingezetene heeft om die reden ook alleen betrekking op maatschappelijke ondersteuning. De passage over de Jeugdwet en de individuele voorziening betreft een verschrijving en dient te worden geplaatst achter het begrip `maatwerkvoorziening'. Dit zal worden aangepast. Advies 8 In dit artikel de begripsomschrijving waarnaar verwezen wordt opnemen. Daarnaast een begripsomschrijving van een familiegroepsplan (Jeugdwet) opnemen. 4 Rb Gelderland 1 november 2016, ECLI:NL:RBGEL:2016:

4 3 Besloten is om niet zozeer het begrip, maar de ratio leidend te maken. Beide wetten kennen namelijk een plan dat als doel heeft om cliënten grip te geven op hun eigen procedure. Het is belangrijk om dat een plaats te geven in de procedure, de naam is daarbij van ondergeschikt belang. Om die reden wordt er in de procedure gesproken van de mogelijkheid om de hulpvraag te beschrijven. Ter verduidelijking is in de definitieve versie de parallel getrokken met het persoonlijk plan op grond van de Wmo Advies 9 De begrippen zelfredzaamheid, samenredzaamheid, zelfregie, participatie, gebruikelijke hulp en medezeggenschap ook opnemen in de begripsbepalingen en definiëren. In artikel 17 zijn deze begrippen bij de kwaliteitseisen opgenomen. Artikel 2 Kan een hulpvraag door de partner gemeld worden? Nee, juridisch kan een melding alleen worden gedaan door of namens de cliënt. I n het tweede geval moet de vertegenwoordiger kunnen aantonen dat hij inderdaad namens de cliënt mag optreden. Dat betekent uiteraard niet dat met een dergelijke melding in de praktijk niets gebeurt. Het kan aanleiding zijn voor het wijkteam om met de cliënt in contact te treden, maar zij mag hulp of contact vervolgens afhouden. Is elke jeugdhulpaanbieder op de hoogte van de gemeentelijke pgb-regeling en kan de jeugdhulpaanbieder de burger met een ondersteuningsvraag ook de maatwerkvoorziening als pgb verstrekken, indien gewenst? Voor gecontracteerde jeugdhulpaanbieders is het geen verplichting om ook als pgb-aanbieder beschikbaar te zijn. Die vraag kan in zijn algemeenheid niet worden beantwoord. Artikel 3 Advies 10 'Voor het onderzoek' vervangen door 'binnen zeven dagen voorafgaande aan het onderzoek mondeling of schriftelijk'.

5 4 Het is onwenselijk om dergelijke termijnen in het algemeen dicht te timmeren in de verordening. Soms beginnen onderzoeken vrij snel, gelet op de urgentie. Dan zou hier al niet meer aan voldaan kunnen worden. Als mensen zich hebben aangemeld voor een keukentafelgesprek via de Stip ontvangen ze een ontvangstbevestiging met een folder over het keukentafelgesprek en hoe ze zich hierop kunnen voorbereiden, zie SWT-Nijmegen.pdf. In deze folder, en ook op de website van de Stips/Sociaal Wijkteams wordt onder meer gewezen op dat we graag zien dat vertrouwde mensen uit de omgeving aanwezig zijn bij het gesprek. Ook wordt in de folder en op de website gewezen op de mogelijkheid van onafhankelijke cliëntondersteuning. Artikel 4 Advies 11 Beter omschrijven wat wordt verstaan onder persoonlijk plan en familiegroepsplan. Hierbij is aangesloten bij de wettelijke rol die deze plannen hebben in de procedure. Artikel 5 Advies 12 Toevoegen: gesprekspartner is ook degene door of namens wie de melding is gedaan dan wel diens vertegenwoordiger. Binnen 7 dagen voorafgaande aan het gesprek brengt het college of de andere organisatie de burger schriftelijk en mondeling op de hoogte van: de mogelijkheid voor gratis onafhankelijke ondersteuning door welke persoon en instantie; de mogelijkheid om iemand mee naar het gesprek te nemen; wat het doel is van het gesprek met de gespreksagenda zoals vermeld in artikel 5.2; hoe de burger zich het beste kan voorbereiden op het gesprek; dat er een verslag gemaakt wordt van het gesprek; dat de burger zijn opmerkingen aan het verslag kan toevoegen en wat de status is van dit verslag. Tijdens het gesprek wordt de hulpvrager geïnformeerd over de eigen bijdrage en deze wordt ook in het verslag opgenomen. Zie antwoord op advies 10. Als de uitkomst van het keukentafelgesprek leidt tot toekenning van een Wmo-maatwerkvoorziening worden cliënten gewezen op de eigen bijdrage. De gesprekspartner is altijd de cliënt, dit staat nu al in artikel 5. De eerste fase van de procedure moet echter naar de concrete situatie kunnen worden ingericht met vertrouwen voor de professional. Het past niet in deze flexibiliteit om de gestelde passage op te nemen. Artikel 6 Advies 13 Tekst aanvullen met: en maken onderdeel uit van het verslag.

6 5 Deze suggestie wordt overgenomen. Artikel 7 Waarom zijn artikel 7 lid 1 tot en met 4 niet van toepassing op een aanvraag van gesloten jeugdhulp? Deze procedure loopt in het begin niet via het college. Artikel 8 Bij artikel 8 lid 3 sub b, wat moet worden verstaan onder 'langdurig'? Dit begrip is afkomstig uit de Wnno 2007 en is bedoeld ter afbakening met de hulpmiddelen-uitleen van de zorgverzekeraar. Artikel 9 Advies 14 Toevoegen: 'voldoende' verminderd Deze opsomming is overgenomen uit de wet. Het past niet om deze in de verordening op te rekken. Waarom valt tijdelijk verblijf LVB niet onder beschermd wonen? Tijdelijk verblijf van LVB kan soms wel vijf jaar duren. Waarom hebben zij niet, net als mensen met GGZ-problematiek, het recht om zich te vestigen waar zij dat willen? Tijdelijk verblijf LVB kopen we sinds medio 2017 in en is bedoeld voor mensen die via training zelfstandig kunnen gaan wonen (en dus niet in aanmerking komen voor de Wet langdurige zorg), maar voorlopig nog een beschermde woonomgeving nodig hebben. Deze taak is toegevoegd aan de Wmo, omdat de betreffende doelgroep tussen wal en schip dreigde te vallen. In de Verordening is opgenomen dat deze voorziening alleen beschikbaar is voor inwoners van Nijmegen, aangezien deze taak inclusief budget is toebedeeld aan individuele gemeenten. Bovendien gaat het om een tijdelijke voorziening, en dus niet om een definitieve woonplek waarvoor in beginsel vrijheid van vestiging geldt. Hierin onderscheidt Tijdelijk verblijf LVB zich van beschermd wonen GGZ, waarin mensen vaak langdurig(er) verblijven. Beschermd wonen is in beginsel niet-woonplaatsgebonden, hoewel hierover wel landelijk is afgesproken dat gemeenten bij toelating kijken naar lokale binding.

7 6 Bovendien blijkt dat (nog) niet alle gemeenten tijdelijk verblijf LVB hebben georganiseerd en we willen voorkomen dat cliënten uit het hele land zich kunnen wenden tot Nijmegen voor deze voorziening. Op deze manier voorkomen we een aanzuigende werking en kunnen we er voor zorgen dat de voorziening beschikbaar blijft voor inwoners van Nijmegen. Advies 15 Burgers met een LVB-beperking, die niet in Nijmegen wonen kunnen een beroep doen op tijdelijk verblijf in Nijmegen. Als de betrokkene ingezetene is van een andere gemeente zouden de kosten verhaald kunnen worden op de andere gemeente. Voor de achtergrond van deze beleidskeuze wordt verwezen naar de bovenstaande reactie. Het college ziet geen rechtsgrond waarop de kosten op een andere gemeente verhaald kunnen worden. Overnemen van dit advies zou afbreuk doen aan bovenstaande motivering. Lid 2 b: waarom worden ADL-clusterwoningen hierbij genoemd? Zijn Fokuswoningen geen ADLclusterwoningen? Voor Fokuswoningen worden gewoon woonvoorzieningen verstrekt. Voor Fokus-woningen worden inderdaad roerende, niet-nagelvaste voorzieningen verstrekt. ADL- clusterwoningen zullen uit deze passage worden verwijderd. Advies 16 Hieraan toevoegen: 'ziekte' Overgenomen. Artikel 11 Advies 17 Actuele verklaring omtrent gedrag zou voor alle zorgaanbieders en zorgverleners moeten gelden. Ook voor zorg in natura. Dit opnemen in artikel 17.6 waar nu staat dat een verklaring omtrent gedrag geëist kan worden. Door dit als algemene eis op te nemen zou dit voor iedereen gelden. Ook de ouder die zorg levert aan zijn of haar kind. Het is niet wenselijk om dit zo algemeen op te leggen. Juist bij natura-zorg wordt deze eis daarom in de inkoopvoorwaarden opgenomen.

8 7 Wat voegt lid 4j toe ten opzichte van a en b? J. betreft de daadwerkelijke zorg en niet de beheer- of bemiddelingskosten. Geeft lid 7 het college de mogelijkheid tarieven aan te passen zonder overleg met de raad? Alleen voor wat betreft indexering. Anders zou de verordening ieder jaar moeten worden aangepast. Artikel 12 Waarom worden in de verordening niet dezelfde eisen gesteld aan natura-professionals zoals die voor pgb-professionals gelden? Deze verordening heeft nu juist als doel om de eisen aan pgb- en natura-professionals meer op één lijn te krijgen. Enkele aanvullende eisen voor pgb-aanbieders zijn echter onoverkomelijk omdat het systeem afwijkt van natura. Advies 18 Lid 5 eindigen met: en in het uiterste geval de aanbieder uitsluiten in het kader van een pgb. Vermoedelijk wordt gedoeld op wat inmiddels lid 6 is geworden. Hier is de uitsluiting in opgenomen. Artikel 13 Het eerder gegeven antwoord van het college op de adviezen d.d. 12 januari 2016 geldt nog steeds. Artikel 14 Hoe verhouden deze teksten zich tot elkaar? Het staat de cliënt vrij om zijn pgb te laten beheren door een professional. Deze dienst mag alleen niet betaald worden uit het pgb, nu dit geld uitsluitend bedoeld is voor zorg. Dit impliceert dat als cliënten een professional inhuren voor het beheren van een pgb dit zelf of anderszins moeten financieren. Advies 19

9 8 Wekelijks vervangen door 1 keer per maand. Dit zal worden aangepast. Artikel 17 Advies 20 Lid 3: bij te dragen in plaats van invulling geven. Dit advies wordt opgevolgd. Advies 21 Of moet hier staan: De zorgaanbieder dient invulling te geven aan toegankelijkheid van de zorg voor zijn doelgroepen (in plaats van alle). Bedoeld is dat de zorg toegankelijk is voor doelgroepen ongeacht de achtergrond (etniciteit, seksuele geaardheid, etc.). We wijzigen deze passage in: zorgaanbieders dienen invulling te geven aan diversiteitsbeleid en cultuursensitief werken. Artikel 18 Waarom wordt in lid 1 en lid 3 alleen gesproken over preventieve ondersteuning van jeugdigen en niet over de hele jeugdhulp? Overige jeugdhulp is onderworpen aan rijkstoezicht. Artikel 19 Advies 22 Lid 2 toevoegen 'opzettelijk of verwijtbaar'. Als een voorziening of recht ten onrechte is verstrekt, is het zaak om de situatie in overeenstemming te brengen met hoe het behoort te zijn. Daarbij speelt verwijtbaarheid geen rol. Dit wordt beoordeeld bij de beslissing of wel of niet wordt teruggevorderd wat ten onrechte is verstrekt. Advies 23 Toevoegen: het bestaansminimum van betrokkene dient te allen tijde gegarandeerd te worden.

10 9 Om het bestaansminimum van mensen te garanderen hebben we een algemene regeling over de beslagvrije voet. Deze regeling dient ook bij verrekening gerespecteerd te worden. Het is niet wenselijk om dat per regeling te herhalen. Artikel 20 Opmerking Voorheen kregen personen die eerder een mantelzorgcompliment hadden ontvangen een brief met een oproep om je aan te melden voor het compliment als je aan de criteria voldeed. Die brief is afgelopen jaar niet verstuurd. Voor kregen mensen die vanuit de AWBZ zorg en/of ondersteuning kregen, met name in de vorm van Verzorging & Verpleging, een brief van de SVB. De SVB kon dit doen omdat zij over informatie beschikten van de klantgroep die dergelijke ondersteuning voor een minimum aantal uren per week ontvingen en daarmee ook voldeden aan de criteria van het imantelzorgcompliment. De gemeenten zijn vanaf wel verantwoordelijk voor de waardering van haar mantelzorgers, maar beschikken niet over (achtergrond) informatie waaruit blijkt dat iemand voldoet aan de criteria. De functies Verpleging & Verzorging worden immers vanuit de Zorgverzekeringswet geleverd. De (vele) zorgverzekeraars zijn niet in de gelegenheid om deze privacy gevoelige bestanden met anderen te delen. Om die reden is het niet mogelijk om mensen vooraf gericht te informeren over de mogelijkheid van het Mantelzorgcompliment. Artikel 23 Advies 24 In beide artikelen ook aanbieders van jeugdhulpvoorzieningen toevoegen. Dit advies wordt niet overgenomen. De Jeugdwet geeft ons geen bevoegdheid om hier iets van te mogen vinden. Artikel 25 Advies 25 Toevoegen: ook ingezetenen vroegtijdig in de gelegenheid te stellen om voorstellen voor het beleid betreffende jeugdhulp te doen. Dit advies wordt overgenomen. Artikel 26

11 10 Advies 26 Lid 3, een overgangsperiode/gewenningsperiode is wenselijk, met name voor mensen die hun aanvraag onder de oude verordening hebben ingediend. Het is niet gezegd dat de oude verordening voor iedereen gunstiger is. Daar waar toepassing van deze verordening tot onbillijke gevolgen leidt, kan het college altijd afwijken van deze bepaling. Bijlage 2 Wordt er een onderscheid gemaakt tussen bijdrage en eigen bijdrage? In deze paragraaf wordt de suggestie gewekt dat je geen (eigen) bijdrage voor een individuele vervoersvoorziening zoals een scootmobiel hoeft te betalen. In artikel 8 wordt de maximale eigen bijdrage voor een scootmobiel en andere individuele vervoersvoorzieningen benoemd. Hoe zit dit? Hiermee werd gedoeld op het persoonsgebonden budget dat in plaats van collectief vervoer wordt verstrekt. De formulering is onduidelijk op dit punt, het is aangepast. Opmerking Gemist wordt dat de eigen bijdrage niet hoger kan zijn dan de totale kosten van de voorziening. Dit is opgenomen in artikel 16 lid 3 van de verordening. Opmerking Gemist wordt dat de hulp in het huishouden wel door kan lopen als de partner zelf ook een Wnno- indicatie heeft. De partner is daarmee zelf rechthebbende, dit spreekt voor zich. Bijlage 3 Opmerking Lid 4 b: hier staat dat het plan perspectiefgericht moet zijn. Dit is te beperkt. Doelen kunnen ook zijn stabilisatie en continuering van de huidige situatie of voorkomen dat een situatie verslechtert. Deze bepaling brengt tot uitdrukking dat er een concreet plan moet zijn met de cliënt centraal. Als stabilisatie of voorkoming van erger de reële doelen zijn in het geval van een cliënt, verzet deze bepaling zich daar niet tegen.

12 11 Opmerking In deze bijlage staat dat de zorgaanbieders dienen te werken met deskundig personeel en kwalitatieve goede zorg moeten bieden, waarin de cliënten zijn netwerk centraal staan. Sommige mensen echter betrekken hun ondersteuning via een pgb niet via een zorgaanbieder, maar via een particulier persoon. Wat is de impact van deze bijlage op het inhuren van particuliere personen? Kwalitatief goede zorg staat centraal in de relatie tot de cliënt. Ook als de cliënt zijn ondersteuning uit het sociaal netwerk betrekt, zal het college er op toezien dat er sprake is van een adequate oplossing en goede kwaliteit. Advies 27 Inhoudelijke huiswerkbegeleiding zou in het kader van bijzondere kosten wel vergoed moeten kunnen worden in het kader van pleegkinderen met een OTS of ondervoogdij. Dit advies vraagt enig uitzoekwerk. We komen hier zo snel mogelijk per mail op terug. Waarom wordt HHT voor mantelzorgers gemaximeerd tot 6 uur en wordt een eigen bijdrage gevraagd van 8 euro per uur? En als deze voorziening noodzakelijk is voor mantelzorgers waarom wordt hij dan niet meer verstrekt als het geld wat hiervoor bestemd is op is? De HHT is een regeling met een plafond. We werken in een domein met veel open einde regelingen met bijkomende financiële risico's. Daarom is er bewust gekozen om deze regeling een regeling met een plafond te laten. De afgelopen jaren is er zeer beperkt gebruik gemaakt van deze regeling. Met het huidige beschikbare budget is er voldoende ruimte om het bestaande gebruik in stand te houden en deze uit te breiden door actieve aanbieding bij (overbelaste) ma ntelzorgers. De maximering op 6 uur per 4 weken blijft zoals het was. Argumenten hiervoor zijn: de huishoudelijke hulp is ter ontlasting en hoeft niet de volledige huishouding over te nemen; verhoging van het maximaal te verzilveren vouchers maakt dat er potentieel minder mantelzorgers kunnen worden bereikt. Het tarief van de HHT vouchers is verhoogd van 6 naar 8. Argumenten hiervoor zijn: een tarief van 8 per uur is nog steeds fors lager dan marktconfornn; het tarief is de afgelopen twee jaar niet geïndexeerd, de hervorming van de HHT is daarvoor een mooie gelegenheid; een lager tarief zou betekenen dat er minder vouchers beschikbaar zijn en minder mensen kunnen worden bereikt.

13 12 Advies 28 Cliënten zijn vaak kwetsbare burgers, die niet zelf in de gaten houden wanneer hun voorziening afloopt en niet zonder die voorziening kunnen functioneren. Advies is dat het SWT hen 8 weken voor afloop van de voorziening hen een brief stuurt. Drie maanden voorafgaand aan de afloop van een Wmo- of Jeugdhulpvoorziening versturen wij een herinneringsbrief naar cliënten. Advies 29 Specialistische begeleiding niet maximeren tot 1 jaar, maar laten doorlopen zolang het nodig is (om erger te voorkomen). Ook bij deze richtlijn is altijd maatwerk mogelijk. Maximering tot één jaar specialistische begeleiding is het uitgangspunt waar in het begeleidingsplan naar toegewerkt moet worden. Goed gemotiveeerd kan na één jaar altijd afgeweken worden van deze richtlijn. Advies 30 In de landelijke beleidsregel levensduur woonvoorzieningen staat een afschrijving voor badkamers van 25 jaar, terwijl in de beleidsregels van de gemeente Nijmegen een kortere termijn staat. Advies om de richtlijn in de landelijke beleidsregels aan te houden. De termijn uit de beleidsregel is overgenomen uit het "Beleid huurverhoging na woningverbetering", vastgesteld door het Overleg Voorzitters Huurcommissies van 7 juli In de rechtspraak is inmiddels ook gehonoreerd dat aansluiting wordt gezocht bij dit beleid. Advies 31 In natura kan een indicatie voor beschermd wonen afgegeven worden voor 3 jaar, als het een pgb betreft voor 2 jaar. Advies is om de duur van de indicatie voor natura en pgb gelijk te trekken naar 3 jaar. Dit advies nemen wij niet over gezien de kwetsbaarheid van de doelgroep. Advies 32 Op blz 52 van de beleidsregels houdt de gemeente Nijmegen zich niet aan jurisprudentie over dit onderwerp. Het advies is om de jurisprudentie op dit terrein te volgen.

14 13 Over dit punt zijn uitgebreidere vragen gesteld door uw commissie. Deze zullen separaat beantwoord worden. Het staat u vrij om in een later stadium met een uitgebreider advies ten aanzien van de beleidsregels te komen. Hoogachtend, college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, drs. H.M.F. Bruis Burgemeester Gemeentesecretaris