CONCEPT RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK PARTICULIERE VO-SCHOOL. Instituut Blankestijn Utrecht Afdelingen mavo, havo en vwo

Transcriptie

1 CONCEPT RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK PARTICULIERE VO-SCHOOL Instituut Blankestijn Utrecht Afdelingen mao, hao en wo Definitiee rapportage Plaats: Utrecht BRIN-nummer: 30DU-0 HB-nummer: Onderzoek uitgeoerd op: 08 noember 2012 Conceptrapport erzonden op: 21 januari 2013 Rapport astgesteld te Tilburg op: 6 mei 2013 Reproductie an het rapport zonder toestemming an de inspectie of de school/instelling indt niet plaats anders dan in zijn olledige orm.

2 Inhoudsopgae INLEIDING BEVINDINGEN Kwaliteits- en naleingsprofiel BEOORDELING TOEZICHTARRANGEMENT H /11 Pagina 2 an 12

3 INLEIDING De Inspectie an het Onderwijs heeft op 8 noember 2012 een onderzoek uitgeoerd op het Instituut Blankestijn Utrecht, particuliere o-school oor mao, hao en wo, om een oordeel te kunnen uitspreken oer de kwaliteit an het onderwijs op deze afdeling en oer de naleing an wet- en regelgeing. Aanleiding De aanleiding oor dit onderzoek is het olgende. De inspectie heeft oor Instituut Blankestijn Utrecht, particuliere scholengemeenschap oor mao, hao en wo een risicoanalyse uitgeoerd. Daarbij bleek dat de analyse an de afzonderlijke afdelingen, aangeleerd ia het centrale informatiesysteem an de oerheid (BRON), niet geheel oereen kwam met de eigen analyse an de instelling. Uit de analyse an de instelling zelf blijkt dat oor de afdelingen mao, hao en wo in het jaar positiee resultaten zijn gerealiseerd. Dit in tegenstelling tot het jaar toen de resultaten op de afdeling wo niet oldeden aan de norm oor het erschil tussen het gemiddelde schoolexamencijfer en het centraal eindexamencijfer. Op 2 oktober 2012 heeft de inspectie op basis an het nieuwe waarderingskader met het beoegd gezag besproken dat in 2012 en 2013 een bestandsopname plaatsindt bij alle estigingen en alle afdelingen. Daarbij zal de inspectie een onderzoek uitoeren op alle kernindicatoren, ongeacht of er wel of geen tekortkomingen in de risicoanalyse zijn geconstateerd. In dit onderzoek wordt teens nagegaan of de instelling aan enkele wettelijke oorschriften oldoet. De inspectie oordeelt in deze bestandsopname met de oordelen oldoende of onoldoende. Bij het oordeel onoldoende heeft de instelling één jaar na aststelling an het definitiee inspectierapport de gelegenheid om de tekortkomingen te herstellen. Aan wettelijke ereisten moet binnen de afgesproken termijn worden oldaan. Bij onoldoende herstel olgt - op basis an nieuw onderzoek - een oordeel oer een afdeling in termen an zwak of zeer zwak. Toezichthistorie Instituut Blankestijn, particuliere scholengemeenschap oor mao, hao en wo is opgericht in In 2009 is een nieuwe licentie afgegeen ex artikel 56 an de Wet oortgezet onderwijs (WVO). Het inspectieonderzoek in december 2010, ooral gericht op opbrengsten en beoegdheden, liet zien dat de afdeling hao oldeed aan de gestelde normen an het waarderingskader particuliere zelfstandige eindexameninstellingen (Staatscourant nr. 7, d.d. 13 januari 2009), maar de afdeling wo niet. De afdeling mao kon niet worden beoordeeld anwege het kleine aantal afgelegde examens. In het schooljaar zijn er 90 leerlingen onder de wo-wetgeing ingeschreen op het Instituut Blankestijn te Utrecht H /11 Pagina 3 an 12

4 Onderzoeksopzet De inspectie heeft de kernindicatoren onderzocht op de aspecten: de opbrengsten, het onderwijsproces, de kwaliteitszorg en de wet- en regelgeing. Het onderzoek bestond uit de olgende actiiteiten: - Onderzoek en analyse an documenten en gegeens oer de school die bij de inspectie aanwezig zijn. - Analyse an documenten die betrekking hebben op zelfealuatie-actiiteiten an de school en an andere documenten die de school oorafgaand aan het schoolbezoek heeft toegestuurd en tijdens het schoolbezoek heeft oerhandigd. - Schoolbezoek, waarbij in een aantal groepen de onderwijspraktijk is geobsereerd door het bijwonen an lessen. Boendien heeft de inspectie oer de kwaliteit an het onderwijs gesprekken geoerd met het management. - Op uw school is erder een gesprek geoerd met leerlingen, docenten en zorgfunctionarissen. Aan het eind an het schoolbezoek heeft de inspectie de beindingen an het onderzoek besproken met de directie. Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader o 2011 (te inden op Dit waarderingskader is in maart 2012 aangepast oor particulier exameninstellingen mao, hao en wo en oerhandigd aan het beoegd gezag. In 2013 zal dit toezichtkader op de site an de inspectie staan. Voor de beoordeling an de opbrengsten is gebruikgemaakt an gegeens uit BRON, het informatiesysteem an de Dienst Uitoering Onderwijs an het Ministerie an Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, oer de schooljaren en In het jaarwerkplan erantwoordt de inspectie welke wettelijke aspecten zij in dat jaar in het bijzonder onderzoekt. Dit document is te inden op Opbouw rapport In hoofdstuk 2 zijn de beindingen uit het onderzoek naar de onderwijskwaliteit en de wettelijke oorschriften weergegeen. Deze worden geolgd door een paragraaf waarin het oordeel an de inspectie wordt toegelicht en - waar mogelijk - de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreen. Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer. In de bijlage is de normering oor de beoordeling an het onderwijsleerproces weergegeen. H /11 Pagina 4 an 12

5 2. BEVINDINGEN 2.1 Kwaliteits- en naleingsprofiel In onderstaande tabel ermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke beindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen erwijst naar het olledige waarderingskader oortgezet onderwijs. De indicatoren met een asterisk zijn de normindicatoren; zij spelen een beslissende rol bij de beoordeling an de kwaliteit an het onderwijs. De beindingen zijn weergegeen in de orm an een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. Legenda: 1. onoldoende 2. oldoende 3. niet te beoordelen De inspectie heeft daarnaast onderzocht of wordt oldaan aan de naleing an enkele wettelijke oorschriften. Of de school wel of niet oldoet aan deze wettelijke ereisten wordt tot uitdrukking gebracht met de score ja of nee. OPBRENGSTEN (per afdeling) Opbrengsten; 1.4 is de norm oor (on) oldoende opbrengsten 1.3 De leerlingen an de opleiding mao behalen oor het centraal examen de cijfers die mogen worden erwacht. 1.3 De leerlingen an de opleiding hao behalen oor het centraal examen de cijfers die mogen worden erwacht. 1.3 De leerlingen an de opleiding wo behalen oor het centraal examen de cijfers die mogen worden erwacht. 1.4 * Bij de opleiding mao zijn de erschillen tussen het cijfer oor het schoolexamen en het cijfer oor het centraal examen an een aanaardbaar nieau. 1.4 * Bij de opleiding hao zijn de erschillen tussen het cijfer oor het schoolexamen en het cijfer oor het centraal examen an een aanaardbaar nieau. 1.4 * Bij de opleiding wo zijn de erschillen tussen het cijfer oor het schoolexamen en het cijfer oor het centraal examen an een aanaardbaar nieau x x H /11 Pagina 5 an 12

6 ONDERWIJSLEERPROCES (in de bijlage is de beoordelingsprocedure weergegeen) Leerstofaanbod * De aangeboden leerinhouden in de onderbouw oldoen aan de wettelijke ereisten. o 2.2 * De aangeboden leerinhouden in de boenbouw zijn dekkend oor de examenprogramma s. 2.3 * De school met een substantieel percentage taalzwakke leerlingen heeft bij alle akken een aanbod aan leerinhouden dat past bij de talige onderwijsbehoeften an deze leerlingen. 2.4 De school heeft een specifiek aanbod om sociale competenties te ontwikkelen. 2.5 De school heeft een aanbod gericht op beordering an actief burgerschap en sociale integratie, met inbegrip an het oerdragen an kennis oer en kennismaking met de diersiteit in de samenleing. Onderwijstijd De uital an geplande onderwijsactiiteiten blijft beperkt. 3.2 Het ongeoorloofd erzuim an leerlingen is beperkt. 3.3 De leerlingen maken efficiënt gebruik an de onderwijstijd. Schoolklimaat De ouders zijn betrokken bij de school door de actiiteiten die de school daartoe onderneemt. 4.2 De leerlingen oelen zich aantoonbaar eilig op school. 4.3 Het personeel oelt zich aantoonbaar eilig op school. 4.4 * De school heeft inzicht in de eiligheidsbeleing an leerlingen en personeel en in de incidenten die zich op het gebied an sociale eiligheid op de school oordoen. 4.5 De school heeft een eiligheidsbeleid gericht op het oorkomen an incidenten in en om de school. 4.6 De school heeft een eiligheidsbeleid gericht op de afhandeling an incidenten in en om de school. 4.7 * Het personeel an de school zorgt eroor dat de leerlingen op een respectolle manier met elkaar en anderen omgaan. 4.8 * Het personeel stimuleert het welbeinden en de motiatie an de leerlingen. Didactisch handelen * De leraren geen duidelijke uitleg an de leerstof. 5.2 * De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. 5.3 * De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiiteiten. Differentiatie De aangeboden leerinhouden maken afstemming mogelijk op de onderwijsbehoeften an de indiiduele leerlingen. 6.2 De leraren stemmen de instructie af op erschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. 6.3 De leraren stemmen de erwerkingsopdrachten af op erschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. 6.4 De leraren stemmen de onderwijstijd af op erschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. H /11 Pagina 6 an 12

7 ZORG EN BEGELEIDING Systematisch olgen an orderingen an leerlingen * De school kan aantonen dat zij de prestaties en de ontwikkeling an de leerlingen systematisch olgt. 7.2 De leraren olgen en analyseren systematisch de oortgang in de ontwikkeling an de leerlingen. Extra zorg oor specifieke onderwijshulpragen Op basis an een analyse an de erzamelde gegeens bepaalt de school tijdig de aard an de zorg oor de zorgleerlingen. 8.2 * De school oert de zorg planmatig uit. 8.3 De school ealueert regelmatig de effecten an de zorg. 8.4 De school zoekt de structurele samenwerking met ketenpartners waar noodzakelijke interenties op leerlingnieau haar eigen kerntaak oerschrijden. KWALITEITSZORG (oor een oldoende oordeel moeten de indicatoren 9.1 t/m 9.7 oldoende zijn) Systematisch behoud en erbetering an onderwijskwaliteit De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften an haar leerlingenpopulatie. 9.2 De school ealueert jaarlijks de resultaten an de leerlingen. 9.3 De school ealueert regelmatig het onderwijsleerproces. 9.4 De school werkt planmatig aan erbeteractiiteiten. 9.5 De school borgt de kwaliteit an het onderwijsproces (80% beoegd gegeen lessen) 9.6 De school waarborgt de kwaliteit an het schoolexamen en an andere toetsinstrumenten. 9.7 De school erantwoordt zich aan belanghebbenden oer de gerealiseerde onderwijskwaliteit. 9.8 De school draagt zorg oor de kwaliteit an het onderwijs gericht op beordering an actief burgerschap en sociale integratie, met inbegrip an het oerdragen an kennis oer en kennismaking met de diersiteit an de samenleing. Wet- en regelgeing N1 N2 N3 N4 N5 N6 Door of namens het bestuur is de astgestelde schoolgids naar de inspectie gestuurd en deze schoolgids beat de erplichte onderdelen (WVO art. 24a en 24c). Door of namens het bestuur is het astgestelde schoolplan naar de inspectie gestuurd en dit schoolplan beat de erplichte onderdelen (WVO art. 24 en 24c). De school erzorgt minimaal 80% beoegd gegeen lessen én heeft een VOG oor al het personeel. (art 33 WVO). Door of namens het bestuur zijn het Examenreglement en het PTA naar de inspectie gestuurd en beide oldoen inhoudelijk aan de wettelijke ereisten (Eindexamenbesluit art. 31). De school meldt erzuim, schorsing en erwijdering aan de leerplichtambtenaar ia het erzuimloket conform wet- en regelgeing. Voor een besluit tot erwijdering oert de school oerleg met de inspecteur. De geplande onderwijsduur oldoet aan de wettelijke ereisten (WVO art. 10, lid 2; 10b, lid 2; 10d, lid 2; 10f, lid 3a; 11c, lid 1b; 12, lid 5). Nee Ja H /11 Pagina 7 an 12

8 2.2 BEOORDELING Algemeen beeld Alle afdelingen an het Instituut Blankestijn, particuliere scholengemeenschap oor mao, hao en wo te Utrecht, kenmerken zich door oldoende kwaliteit alle gebieden. De opbrengsten an de afdeling mao zijn niet beoordeeld anwege een gering aantal afgelegde examens in deze afdeling. Het Instituut Blankestijn, o school te Utrecht, heeft samen met de ao school - de afgelopen jaren een positiee ontwikkeling doorgemaakt. Dat heeft ook geleid tot oldoende opbrengsten op de wo-afdeling. Het merendeel an de leerlingen an Instituut Blankestijn is ingeschreen onder het regime an de Wet oortgezet onderwijs. De onderbouw is gehuisest in een apart gebouw aan de Nieuwe Gracht. Per 1 oktober 2012 stonden er in de onderbouw 20 leerlingen ingeschreen en in de boenbouw 70 leerlingen. Het betreft oor een beperkt deel leerlingen die instromen anuit de eigen basisschool an de instelling. Daarnaast stromen leerlingen in de kiezen oor deze orm an onderwijs of leerlingen die elders problemen onderonden in hun schoolloopbaan. Met uitzondering an het onderwijsaanbod (zie paragraaf onderwijsproces) oldoet de instelling op alle kernindicatoren aan de inspectienorm. De ontwikkeling in de kwaliteitszorg onder andere bereikt door ersterking an de aansturing en de kwaliteit an het docententeam - heeft bijgedragen aan deze positiee ontwikkeling. De instelling hanteert een leerlingolgsysteem en eigen instrumenten om de kwaliteit an het onderwijsproces en de opbrengsten in beeld te brengen en waar nodig te erbeteren. De school leeft de onderzochte wet- en regelgeing na. Toelichting Het boenstaande algemene oordeel an de inspectie wordt hieronder toegelicht. Daarbij komen - oor zoer an toepassing - achtereenolgens de in de inleiding genoemde aspecten aan bod: de opbrengsten, het onderwijsproces, de kwaliteitszorg en de wet- en regelgeing. Opbrengsten De instelling realiseert oor de afdelingen hao en wo oldoende opbrengsten. Vanwege een gering aantal afgelegde examens in de afdeling mao wordt hieroer geen oordeel uitgesproken. Dit zelfde geldt oor de examens an wo-leerlingen (3) in De inspectie beoordeelt gebruikelijk de kwaliteit an de opbrengsten, afgemeten aan de prestaties an de afgelopen drie jaar. Het oordeel oldoende oor het gebied opbrengsten in deze bestandsopname is gebaseerd op de geringe discrepantie tussen de gemiddelde cijfers schoolexamen (SE) en centraal eindexamen (CE) oor de schooljaren en Daarnaast zijn de gemiddelde cijfers an het centraal eindexamen oor alle akken beoordeeld per onderwijssoort. Deze oldoen alle aan de in 2012 gestelde norm an 5,8 gemiddeld. Onderstaande tabel laat de opallende positiee ontwikkeling zien die het Instituut Blankestijn Utrecht (o-scholengemeenschap) heeft doorgemaakt oor het erschil tussen het schoolexamen en het centraal eindexamen. Opbrengsten, examenresultaten en mao hao wo mao hao wo mao hao wo Verschil SE-CE gg* 0,04 0,61 gg* 0,23..** gg* -0,10 0,39 Gemiddeld CE cijfer gg* 6,23 5,74 gg* 5,95..** gg* 6,42 5,88 *) aantal afgelegde examens te klein oor een gewogen oordeel. **) geen eenduidig beeld in gegeens in erschillende bestanden. H /11 Pagina 8 an 12

9 De instelling heeft haar opbrengsten erbeterd ten opzichte an orige jaren. Om de kwaliteit an de schoolexamens enigszins te borgen heeft de schoolleiding de leden an iedere sectie gezamenlijk erantwoordelijk gesteld oor de kwaliteit an de se-toetsen. In toenemende mate wordt met correctiemodellen en scoreformulieren (bij presentaties) gewerkt. Daarnaast worden de uitkomsten door de schoolleiding periodiek gemonitord. De inspectie acht extra aandacht oor de programma s an toetsing en afsluiting (pta s) en het toetsbeleid noodzakelijk, gezien de landelijke aanscherpingen in de exameneisen. Het onderwijsproces De inspectie beoordeelt de kwaliteit an het onderwijsproces als oldoende. Het onderwijsproces kenmerkt zich door een gedegen uitoering an het onderwijsconcept an Instituut Blankestijn. De leerlingen krijgen in de boenbouw frequenter les in de examenakken dan in het bekostigd o en de groepen zijn in onderbouw en boenbouw zeer klein, maximaal 8 leerlingen. In beginsel wordt frontaal lesgegeen, maar met oortdurende interactie tussen docent en leerlingen. Tijdens de lesuren an 45 minuten behandelt de leraar gemaakte opdrachten, geeft klassikale uitleg en indiiduele begeleiding bij de eerste erwerking an de oefenstof. Extra akbegeleiding en -ondersteuning indt plaats in de lessen of in bijlessen, in aanulling op de lessentabel an gemiddeld 30 lesuren (bij een olledig pakket). Uitgebreidere erwerking an de leerstof indt in de boenbouw plaats tijdens de studie-uren in de studiezaal. Daarnaast heeft elk leerling een mentor die minimaal elke twee weken met de leerling een gesprek oert oer diens oortgang. Bij concrete hulpragen wordt gekeken hoe de instelling zelf iets te bieden heeft (bijoorbeeld: faalangstreductietraining, extra bijles) of dat de leerling beter doorerwezen kan worden naar een gespecialiseerd instituut (bijoorbeeld: bij ernstige psychologische problemen). In sommige geallen worden afspraken gemaakt oor diensterlening an externe instellingen in het schoolgebouw an Instituut Blankestijn. Tijdens de schoolloopbaan informeren en adiseren ooral de mentoren en de rector de leerlingen oer keuzes in het akkenpakket en oer de erolgopleiding. Het lesprogramma erloopt in de onderbouw aan de hand an moderne methodes. Het aanbod oor wat betreft de kunstakken wordt binnen en compacte periode in het schooljaar aangeboden. Daarmee oldoet de school dan aan de wettelijke erplichting wat betreft het aanbod in de onderbouw. In de boenbouw erloopt het lesprogramma olgens de richtlijnen in de programma s an toetsing en afsluiting. Elk examenak heeft drie tot zes lesuren per week; de oerige erwerking an de stof indt plaats in de studie-uren. In perioden lak oor de toetsen en wanneer praktische opdrachten moeten worden ingeleerd, is er sprake an enige, oor de leerlingen acceptabele, piekbelasting oor de leerlingen. De beordering an actief burgerschap en sociale integratie wordt meegenomen in projecten, de akken geschiedenis en aardrijkskunde in de onderbouw en het ak maatschappijleer of - wetenschappen. Taalbeleid, een gestructureerde aanpak anuit alle akken in de ontwikkeling an de taalaardigheid in het Nederlands, is niet geformaliseerd. Docenten hebben wel oog oor de problemen in de toegankelijkheid an de schooltaal, met name oor leerlingen met een orm an dyslexie. Leraren en leerlingen maken in de lessen relatief weinig gebruik an ict-hulpmiddelen. Buiten de lessen zijn oldoende oorzieningen op dit gebied aanwezig. Differentiatie in instructie en erwerking indt plaats in de aklessen De leerlingen worden uitgedaagd hun persoonlijke leerragen in te brengen. Daarnaast kunnen zij altijd een beroep doen op de leraren om indiiduele bijlessen te krijgen. Met (tussen) toetsen, dagelijkse obseraties en door tweewekelijkse besprekingen met de mentor geeft de school aan de leerling regelmatig feedback oer diens leeractiiteiten en leerorderingen. De gegeens daaran legt de mentor sinds kort ast in het geautomatiseerde leerlingolgsysteem. H /11 Pagina 9 an 12

10 Voor elke leerling an het Instituut Blankestijn, o-school, wordt bij binnenkomst een traject afgesproken. In de gesprekken met leraren, de mentor en de rector wordt nagegaan in hoeerre het traject haalbaar blijkt of dat het moet worden bijgesteld. Zo komt het oor dat leerlingen an een twee-jaar-in-één naar een twee-jaar-in-twee traject oerstappen. Om tot een goede plaatsing an de leerling te komen in de juiste schoolsoort met de juiste doelstelling indt een intakegesprek plaats door de rector. Vrijwel altijd wordt een proefperiode oereen gekomen, waarin de leerling laat zien op welk nieau hij of zij zich bij de erschillende akken beindt. Ook komt hierbij aan bod hoe er de leerlingen is in zijn of haar ontwikkeling in de taal- en rekenaardigheden. Essentieel is de mate waarin de leerling gemotieerd is om de beoogde opleiding te oltooien; is die motiatie er totaal niet, dan wordt de leerling niet aangenomen. Bij inschrijing wordt de leerling gewezen op welke gedragsregels de instelling hanteert en handhaaft. De leerlingen die wij spraken geen aan zich daarbij prettig te oelen. Zij melden dat er een goed leerklimaat is en dat zij de meeste tijd hard moeten werken in de lessen. Bij het werken in de studiezaal wordt toegezien op de ereiste discipline. De kwaliteitszorg De kwaliteitszorg an het Instituut Blankestijn, o-school, is an oldoende kwaliteit. De inspectie heeft met name waardering oor de effecten an de sturing op erbetering door de schoolleiding. Hiertoe is het schoolconcept meer geëxpliciteerd. Er zijn afspraken met de leraren gemaakt oer de maximale discrepantie in de cijfers an school- en centraal examen en het gemiddeld ce-cijfer en er zijn functionering- en beoordelingsgesprekken geoerd. Instituut Blankestijn beschikt oer de noodzakelijke schoolgids en oer een schoolplan. Daarnaast beschikt de instelling oer een jaarplan, dat spreekt oer extra inestering in de kernakken en nieuwe scholing an docenten. Deze actiiteiten echter nog weinig smart geformuleerd, zodat het beoogde effect moeilijk te ealueren zal zijn. Het jaarerslag an het Instituut Blankestijn is openbaar en start met een paragraaf waarin de behaalde examencijfers per deelschool staan ermeld en waarin erolgens staat beschreen welke de belangrijke actiiteiten en ontwikkelingen zijn geweest. Zelden wordt een eigen ealuatief oordeel oer deze ontwikkelingen in het afgelopen schooljaar expliciet geformuleerd. De kwaliteit an het onderwijsproces, dat aan de hand an uitkomsten an lesobseraties en teredenheidmetingen in beeld zou kunnen worden gebracht, wordt niet aan de orde gesteld. De instelling monitort het onderwijsproces regelmatig door middel an korte gesprekken met leerlingen. Aan het eind an het schooljaar wordt ook een beperkt teredenheidonderzoek onder leerlingen afgenomen. Geconstateerde tekorten worden met de leraren besproken en kunnen consequenties hebben oor de aanstelling. Alleen bij nieuw personeel worden ook lesbezoeken afgelegd. Sinds drie jaar oert de rector jaarlijks met elke docent een functioneringsgesprek. Ook bespreekt de rector met de docent de erwachte resultaten an de leerlingen. De instelling streeft naar honderd procent beoegde docenten. Momenteel beschikt ruim 90% an de leraren oer een beoegdheid oor de lessen, die hij of zij geeft. Er is een centrale scholing geweest oer het gebruik an Magister door mentoren. Ook is er een budget oor conferentiebezoek en eigen scholing. H /11 Pagina 10 an 12

11 Wet- en regelgeing Instituut Blankestijn, o-school te Utrecht, oldoet aan de olgende wettelijke eisen. - meldplicht bij erzuim en oortijdig schoolerlaten en schorsing; - wettelijke documenten zijn aanwezig; Het aantal beoegd gegeen lessen oldoet aan de norm. De inspectie heeft Instituut Blankestijn Utrecht een aanwijzing gegeen wat betreft het aanbod: de school zorgt uiterlijk per 1 februari 2013 oor een passend aanbod oor de kunstakken in de onderbouw. 3. TOEZICHTARRANGEMENT Het onderwijsproces en de kwaliteitszorg an Instituut Blankestijn, o-school te Utrecht hebben oldoende kwaliteit. De inspectie heeft geen tekortkomingen astgesteld in de naleing an de wettelijke oorschriften. De opbrengsten oor de afdelingen hao en wo zijn oldoende; de opbrengsten an de afdeling mao zijn niet te beoordelen anwege het geringe aantal afgelegde examens. Het oordeel leidt niet tot intensiering an het erolgtoezicht bij Instituut Blankestijn te Utrecht. H /11 Pagina 11 an 12

12 Bijlage Het onderwijsproces bestaat uit tien normindicatoren ten behoee an de beslisregel oor een oordeel, ondererdeeld in twee categorieën; het betreft de olgende indicatoren: Categorie 1: aanbod - De aangeboden leerinhouden in de onderbouw oldoen aan de wettelijke ereisten. - De aangeboden leerinhouden in de boenbouw zijn dekkend oor de examenprogramma s. - De school met een substantieel percentage taalzwakke leerlingen heeft bij alle akken een aanbod aan leerinhouden dat past bij de talige onderwijsbehoeften an deze leerlingen. Categorie 2: pedagogisch-didactisch handelen - Het personeel an de school zorgt eroor dat leerlingen op een respectolle manier met elkaar en met anderen omgaan. - De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. - De leraren geen duidelijke uitleg an de leerstof. - De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiiteiten. Categorie 3: klimaat - De school heeft inzicht in de beleing an de sociale eiligheid door leerlingen en personeel en in de incidenten die zich op het gebied an sociale eiligheid op de school oordoen. Categorie 4: zorg en begeleiding - De school gebruikt een samenhangend systeem an genormeerde instrumenten en procedures oor het olgen an de prestaties en de ontwikkeling an de leerlingen. - De school oert de zorg planmatig uit. Het onderwijsproces is an onoldoende kwaliteit als twee of meer normindicatoren uit dezelfde categorie onoldoende zijn, dan wel in meer dan twee categorieën ten minste één onoldoende normindicator zit. H /11 Pagina 12 an 12