OVERZICHT VAN DE BELGISCHE PLUIMVEE- EN KONIJNENHOUDERIJ IN 2008

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "OVERZICHT VAN DE BELGISCHE PLUIMVEE- EN KONIJNENHOUDERIJ IN 2008"

Transcriptie

1 OVERZICHT VAN DE BELGISCHE PLUIMVEE- EN KONIJNENHOUDERIJ IN 2008 Prof. dr. ir. J. VIAENE ing. W. VERHEECKE juni 2009 VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w. Coupure Links GENT 09/ Vepek@UGent.be

2 WOORD VOORAF In onderstaand VEPEK-document wordt een overzicht geschetst van de Belgische pluimvee- en konijnenhouderij in In het eerste deel worden de belangrijkste en recentste ontwikkelingen uit de pluimveesector weergegeven. Statistische gegevens omtrent de productie, structuur en buitenlandse handel in de vermeerderings-, eier-, gevogelte- en konijnensector zijn terug te vinden in het tweede deel. Het Overzicht van de Belgische pluimvee- en konijnenhouderij in 2008 wordt verspreid onder de leden van de leden-verenigingen, pers, overheidsdiensten, financiële instellingen, toeleverende bedrijven en andere geïnteresseerden. We wensen hierbij alle leden van de Raad van Bestuur en de VEPEK-werkgroepen te danken voor hun inzet en samenwerking, alsook de talrijke overheidsdiensten, organisaties en bedrijven voor het deskundige overleg en het vertrouwen dat zij ons schenken. Prof. dr. ir. Jacques Viaene ing. Wouter Verheecke

3 INHOUDSOPGAVE 1. Het beleid in de Belgische pluimvee- en konijnensector in 2008 : overzicht en evaluatie Structuur van VEPEK Beleidsgerichte aanpak in de Belgische Pluimveesector Herpositionering van VEPEK Missie Taken Aandachtspunten en uitgevoerde taken van VEPEK in Opvolging van prestaties van pluimveebedrijven door VEPEK in Sanitair Beleid Dierenwelzijn Commissie Dierlijk Afval MAP VLAM: Promotie- en kwaliteitsbeleid Belplume vzw Participatie in projecten Algemene voorlichting Vermeerderingssector Ontwikkeling in EU-perspectief Productie in de EU-lidstaten Handel in broedeieren door de EU-lidstaten Handel in eendagskuikens door de EU-lidstaten De Belgische vermeerderingssector Productie Moederdieren Broedeieren Structuur van de vermeerderings- en broeierijsector Evolutie van de technische resultaten van moederdieren in België Buitenlandse handel Buitenlandse handel in broedeieren Buitenlandse handel in eendagskuikens Eiersector De bedrijfskolom EI Ontwikkeling in EU-perspectief Productie in de EU-lidstaten Opzet van eendagskuikens in de EU... 32

4 3.2.3 Handel in eieren door de EU-lidstaten Buitenlandse handel in eieren in de schaal Buitenlandse handel in eiproducten De Belgische eiersector Productie Productiestructuur Regionale spreiding Evolutie jaarlijkse opzet van legkuikens in België Marktprijzen Evolutie van de technische resultaten van legkippen in België Buitenlandse handel Structuur eierhandel Buitenlandse handel in eieren in de schaal Buitenlandse handel in eiproducten Distributie en verbruik Bevoorradingsbalans eieren: NIS-cijfers Thuisverbruik van eieren: GfK-cijfers Gevogeltesector De bedrijfskolom KIP Ontwikkeling in EU-perspectief Productie in de EU-lidstaten Handel in kippenvlees door de EU-lidstaten De Belgische braadkippensector Productie Productiestructuur Regionale spreiding Evolutie jaarlijkse opzet van braadkippen Marktprijzen Evolutie van de technische resultaten van braadkippen in België Pluimveeslachterijen Definitie en aantal Ontwikkeling slachtcijfers braadkip Buitenlandse handel Buitenlandse handel in levend gevogelte Buitenlandse handel in kippenvlees Distributie en verbruik Bevoorradingsbalans kippenvlees: NIS-cijfers... 85

5 Thuisverbruik van kip: GfK-cijfers Belgische konijnensector Productie Productiestructuur Regionale spreiding Producentenprijzen Buitenlandse handel Buitenlandse handel in levende konijnen Buitenlandse handel in konijnenvlees Distributie en verbruik Bevoorradingsbalans konijnen en wild: NIS-cijfers Thuisverbruik van konijn: GfK-cijfers Referenties

6 1. HET BELEID IN DE BELGISCHE PLUIMVEE- EN KONIJNENSECTOR IN 2008 : OVERZICHT EN EVALUATIE 1.1 Structuur van VEPEK VEPEK groepeert nagenoeg alle representatieve verenigingen die actief zijn in de diverse schakels van de pluimvee- en konijnensector. VEPEK telt volgende vijf lid-verenigingen: Vereniging van Industriële Pluimveeslachterijen in België ~ VIP-België Beroepsvereniging van de Mengvoederfabrikanten ~ BEMEFA Nationale Beroepsvereniging van Fokkers en Broeiers ~ NBFB Landsbond van Bedrijfspluimvee en Konijnenhouders Bedrijfsgilden van de Belgische Boerenbond, Centrale Vakgroep Bedrijfspluimvee- en konijnenhouders De nadruk ligt op onderling overleg betreffende sectoroverschrijdende problemen en mogelijkheden met het doel tot een gemeenschappelijk standpunt te komen voor de verschillende leden. Het is niet de bedoeling dat VEPEK de belangenbehartiging van de verschillende ledenorganisaties invult. Wel moet VEPEK een overlegplatform vormen om over gemeenschappelijke dossiers informatie uit te wisselen en tot een gemeenschappelijk standpunt te komen. In die optiek is het essentieel dat VEPEK zijn ledenorganisaties bijstaat met economische en wetenschappelijk onderbouwde informatie. De Raad van Bestuur van VEPEK bepaalt het beleid van de organisatie en evalueert de door de werkgroepen genomen initiatieven en de werking van het secretariaat. VEPEK heeft vier werkgroepen, namelijk: Gezondheid; Milieu en Ruimtelijke Ordening; Promotie en Kwaliteit; Konijnen. Elke werkgroep is samengesteld uit specialisten van alle geledingen. De werkgroep bestudeert concrete dossiers en geeft, waar nodig, deskundig commentaar en advies. Het secretariaat van VEPEK is gevestigd te Gent, Coupure Links 653. Prof. dr. ir. Jacques Viaene fungeert als voorzitter en ing. Wouter Verheecke als secretaris van de vereniging. Het beleid in de Belgische pluimvee- en konijnensector in

7 1.2 Beleidsgerichte aanpak in de Belgische Pluimveesector Herpositionering van VEPEK Op 17 juni 2004 werd tijdens het overleg met de leden van de Raad van Bestuur de missie en de taken van VEPEK bijgesteld Missie De statuten van VEPEK dateren van 1990 en omschrijven de missie als volgt: De hoofddoelstelling van het Verbond is het groeperen van de representatieve verenigingen die in alle takken van de sector pluimvee, eieren en konijnen aanwezig zijn en de gemeenschappelijke belangen van hun leden verdedigen, dit met het oog op: a) het onderlinge overleg tussen deze verschillende takken; b) het overleg met de officiële instanties betreffende de sector pluimvee, eieren en konijnen, zowel op gewestelijk, nationaal of internationaal vlak; c) het naar buiten treden als sector tegenover het publiek. Uit het overleg van 17 juni 2004 kwam het volgende tot uiting. De nadruk ligt op onderling overleg betreffende sectoroverschrijdende problemen en mogelijkheden met het doel tot een gemeenschappelijk standpunt te komen voor de verschillende leden. Het is niet de bedoeling dat VEPEK de belangenbehartiging van de verschillende ledenorganisaties invult. Wel moet VEPEK een overlegplatform vormen om over gemeenschappelijke dossiers info uit te wisselen en tot een gemeenschappelijk standpunt te komen. In die optiek is het essentieel dat VEPEK zijn ledenorganisaties bijstaat met economische en wetenschappelijk onderbouwde informatie. Het is de bedoeling dat VEPEK een crisiscel installeert, gericht op duidelijke afspraken onderling, over standpunten tegenover de overheid en communicatie naar buiten toe Taken Rekening houdend met de aangepaste visie wijzigt het takenpakket van VEPEK. De belangenbehartiging op het eerste front is niet voor VEPEK. Voor problemen en mogelijkheden die een deelsector overstijgt, hoeft VEPEK te zorgen voor onderbouwde informatieverschaffing en voor communicatie van het standpunt in verschillende commissies en raden. Het beleid in de Belgische pluimvee- en konijnensector in

8 Het takenpakket van VEPEK spitst zich toe op: Verzamelen en rapporteren van economische en wetenschappelijk onderbouwde gegevens en inzichten over de problemen en mogelijkheden van de Belgische pluimveesector in EU en mondiaal perspectief. Instaan voor overleg tussen de verschillende ledenorganisaties om tot een gemeenschappelijk standpunt te komen en dat standpunt gepast te vertolken in de specifieke commissies en raden. Het overleg situeerde zich meestal binnen een aantal werkgroepen. Deze werkgroepen kunnen structureel zijn, of samengesteld worden volgens de noden van het moment. Het is dan ook evident dat dit werkingsinstrument blijft bestaan, eventueel bijgestuurd aan de hand van het aangepaste takenpakket. Daarnaast dient er meer aandacht besteed te worden aan de vertegenwoordiging van VEPEK in de verschillende commissies (waaronder de Commissie Dierlijk Afval, de Raad van het Fonds, ) en is communicatie met de leden belangrijk. Het organiseren van een crisiscel gericht op een evenwichtige aanpak en doelgerichte communicatie. Hiertoe is de uitwerking van draaiboeken, scenario s en studie van mogelijke gevolgen belangrijk. Wat betreft materie die specifiek is voor een deelsector neemt VEPEK geen initiatieven, maar kan wel een ondersteunende rol spelen. Het verzamelen en opvolgen van boekhoudkundige gegevens van pluimveebedrijven ten behoeve van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Dienst Normering en Controle Dierlijke Productie. Binnen VEPEK wordt nagedacht over de instelling van een communicatiecel. Het kan nuttig zijn dat voor sectoroverschrijdende materies de totale pluimveekolom met één standpunt naar buiten komt. Ook bij calamiteiten is het belangrijk om als een blok te reageren. Vooraleer met een standpunt naar buiten te treden, dienen de verschillende lidorganisaties te worden geraadpleegd. Op deze wijze is men zeker dat de ganse kolom hetzelfde standpunt deelt. Communicatie rond specifieke dossiers die gedragen worden door de lidorganisaties wordt gevoerd door de lidorganisatie zelf. Het beleid in de Belgische pluimvee- en konijnensector in

9 1.2.2 Aandachtspunten en uitgevoerde taken van VEPEK in Opvolging van prestaties van pluimveebedrijven door VEPEK in 2008 In opdracht en overleg met de Vlaamse Overheid, departement Landbouw en Visserij, afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling werden de prestatiegegevens op 15 braadkippenbedrijven, 15 legkippenbedrijven, 3 scharrelbedrijven en 11 vermeerderingsbedrijven verzameld en verwerkt. De resultaten werden samengevat in een afzonderlijk rapport, dat naar de deelnemers wordt toegestuurd Sanitair Beleid De problematiek binnen het Sanitair Fonds Pluimvee van het FOD spitste zich vooral toe op een viertal hoofdaandachtspunten. 1. Waardetabellen In overleg met de verschillende geledingen van de bedrijfskolom werden de waardetabellen voor braadkippen, legkippen, lichte moederdieren, zware moederdieren, grootouderdieren en geruide dieren geactualiseerd voor De bedoeling is in vredestijd over degelijke en afgesproken waardetabellen te beschikken voor de bedrijven die naderhand te maken hebben met een sanitair probleem en in aanmerking komen voor vergoeding door het Sanitair Fonds. Ook de waardetabellen opgesteld voor alternatief gehouden pluimvee, zijnde: (1) de Mechelse Koekoek, (2) de biologische braadkip, (3) de scharrelkip al of niet met buitenloop en (4) de biologische legkip, werden geactualiseerd voor Uiteraard, tegenover een verhoogde uitbetaling bij ruiming, staat ook een hogere bijdrage. Voor de bepaling van de hoogte van deze bijdrage werd een formule uitgewerkt die rekening houdt met de verhoogde waarde van deze dieren, het aantal productieronden en de lengte ervan en de leegstandperiode. In 2008 werden er twee differentiaties toegevoegd bij de braadkippen, zijnde (1) traaggroeiers dagen en (2) traaggroeiers 81 dagen, om zo beide alternatieven uit Wallonië te kunnen opnemen. De bijdrage werd verminderd van 200% naar 150%, goedgekeurd door de Werkgroep Pluimvee en de Raad van het Fonds. Het beleid in de Belgische pluimvee- en konijnensector in

10 Eind 2008 werd de discussie opgestart rond de uitwerking van de modaliteiten voor de vergoeding van pluimvee in alternatieve houderijsystemen en speciale pluimveerassen en de modaliteiten van de melding hiervoor. Het gaat hier om een hogere bijdrage op vrijwillige basis. Het was de bedoeling om begin 2009 te starten met dit nieuwe systeem: gelijktijdig met de facturatie begin 2009 van de verplichte bijdragen voor het referentiejaar 2008, zou een begeleidende brief verstuurd worden naar de pluimveehouders, waarna die de keuze kunnen overmaken om al dan niet in te stappen in dit systeem van vrijwillige meerbijdrage. De implementatie van het systeem gebeurt echter onder voorbehoud van een voorafgaande goedkeuring door de Europese Commissie. De wijziging werd daar aanvankelijk aangemeld via de vereenvoudigde procedure, maar dit moet via de uitgebreide procedure gebeuren, waardoor dit dossier wat vertraging oploopt. 2. Aviaire Influenza Uitgaande van FOD Volksgezondheid loopt een onderzoek over Kosten-batenanalyse van de bestrijding van Hoog Pathogene Aviaire Influenza (HPAI) in België onder leiding van prof. J. Viaene. Met de dataverwerking door VEPEK is het de bedoeling om actuele en specifieke gegevens bij elkaar te brengen over de economische impact van vaccinatie en scenario-onderzoek ter zake. Een eerste deel omvat het verzamelen van gegevens over de verschillende kostenposten die in de onderscheiden scenario s worden meegenomen. Een tweede deel omvat de bepaling van de bijkomende opbrengst of schadereductie evenals financiering in het geval van vaccinatiescenario s. 3. Salmonella Binnen VEPEK werd naar analogie met de vaccinatie van de vermeerderingssector voor Salmonella, opgesteld naar aanleiding van de Europese verordeningen rond bestrijdingsprogramma s voor Salmonella bij vermeerderingskoppels, een systeem opgesteld voor de cofinanciering van de vaccinatie bij legkippen. Dit werd in het Sanitair Fonds en in de daaropvolgende Raad van het Fonds goedgekeurd. Na het succes van de bestrijdingsprogramma s voor Salmonella bij vermeerderingskoppels en legkippen van Gallus gallus, moeten er maatregelen vastgelegd worden om de Europese doelstelling (Verordening Nr. 646/2007) bij braadkippen te halen. VEPEK is aanwezig in de commissie die zich hierover buigt en heeft in het kader daarvan een aanvraag ingediend bij het FAVV voor een Begeleider Salmonella-Preventie. Na goedkeuring hiervoor, werd begin 2009 in een Stuurgroep Salmonella - bestaande uit VEPEK, DGZ, ARSIA, Galluvet DAP, UGent en ILVO - een vacature voor een dierenarts opgesteld, waarna deze begeleider op 1 juni 2009 aan de slag ging. Het beleid in de Belgische pluimvee- en konijnensector in

11 In overleg met het FAVV heeft VEPEK de wijziging van het KB van 27 april 2007 betreffende de bestrijding van Salmonella bij pluimvee besproken en voorstellen tot aanpassing werden geformuleerd. 4. VKI-formulier en CMR-transportdocument In 2008 startte het overleg rond het uitwerken van een VKI-formulier (voedselketeninformatie). Dit formulier dient als begeleidingsdocument voor slachtrijp pluimvee en vervangt het slachtbegeleidingsdocument. VEPEK heeft dit formulier opgesteld in overleg met het FAVV. Daar is het begin maart 2009 ingediend ter goedkeuring. Aansluitend op het VKI-formulier werd ook een CMR-transportdocument opgesteld. Bepaalde velden op dit transportdocument worden voorgedrukt, zodat het document specifiek kan dienen voor het transport van pluimvee, waarbij een minimale manuele invulling vereist wordt. Gezien het complementair karakter van beide documenten, is het de bedoeling dat deze gelijktijdig in werking treden. Dit gebeurt wellicht na de zomer van Dierenwelzijn Naar aanleiding van het EU-voorstel van de Raad voor de richtlijn tot vaststelling van minimumvoorschriften voor de bescherming van vleeskuikens (COM(2005) 221 DEF) werd een memorandum opgesteld dat onderschreven werd door de totale Belgische braadkippenkolom (VEPEK, Boerenbond, FWA, Landsbond, NBFB, VIP, NVP en BEMEFA). Enerzijds werden in dit memorandum de belangrijkste bezorgdheden van de Belgische braadkippenkolom ten aanzien van de ontwerprichtlijn aangegeven. De aandacht ging hierbij vooral uit naar de bezettingsnorm, de lichtsterkte en het sterftepercentage. Anderzijds werden een aantal voorstellen tot aanpassing van de ontwerprichtlijn geformuleerd. Met 2012 in zicht, wordt het uitkijken naar alternatieven voor de kooihuisvesting bij de legkippen. Informatie wordt verzameld betreffende de socio-economische gevolgen van de alternatieve huisvestingen en doorgespeeld aan de leden van VEPEK. Via hen is VEPEK vertegenwoordigd in de commissie dierenwelzijn. Daar wordt gedebatteerd over de alternatieve systemen, in het bijzonder het al dan niet aanvaarden van de verrijkte kooi. In nam VEPEK deel aan het begeleidingscomité van het project "Bepalen van de optimale bezettingsdichtheid van landbouwhuisdieren gehuisvest in groep in relatie tot ruimtelijke behoeften, bedrijfsrendabiliteit en maatschappelijke acceptatie" (UGent ILVO Dier Vlaamse overheid). Het beleid in de Belgische pluimvee- en konijnensector in

12 Commissie Dierlijk Afval Het onderzoek naar de kostenopbouw van de ophaling, verwerking en recyclage van dierlijk afval is een moeilijk onderwerp. Met expertise heeft VEPEK meegewerkt om inzicht te verwerven in de kostensituatie. Verder was VEPEK moderator voor het bereiken van een compromis tussen de zeer uiteenlopende standpunten tijdens het overleg binnen OVAM met Rendac. Belangrijk is dat het abonnement voor 2009 op hetzelfde niveau van 2008 blijft. Dit werd bekomen mits toedoen van minister Crevits, die besliste hiervoor bijkomend euro uit te trekken MAP Overleg met de overheid en communicatie naar de sector toe betreffende de uitwerking van MAP III. Aanwezigheid tijdens de overlegvergadering met de Mestbank. VEPEK nam deel aan de stuurgroep georganiseerd door Mestbank en UGent rond Verhoging van de acceptatiegraad van dierlijke mest VLAM: Promotie- en kwaliteitsbeleid De uitwerking en opvolging van de promotieactiviteiten voor kip, ei en konijn in binnen- en buitenland gebeurt door de Sectorgroep PEK, binnen de VLAM. VEPEK verleent actieve medewerking en probeert met kennis van zaken het promotiebeleid te sturen in de richting van de specifieke behoeften van de sector. In 2008 werd binnen VLAM een handleiding opgesteld betreffende de te volgen stappen op gebied van crisiscommunicatie. In samenwerking met de diverse productmanagers werd voor elke sector een communicatieplan opgesteld met vermelding van alle aanspreekpunten voor sectorgerelateerde crisissen. Er werd meegewerkt aan het inhoud en vorm geven van de promotie voor: Kip: kipspot Goesting in iets goeds. Altijd een goed idee op kip.be Ei: promotiecampagne Formidabel Fastfood Konijn: aandacht voor konijn in het VLAM-voedingsmagazine Lekker van bij ons (Libelle) en in het kookprogramma Lekker van bij ons ( Vitaya); infoborden voor konijnenkwekers Exportpromotie: Gezamenlijke groepsstand voor alle deelnemende exporterende slachterijen en uitsnijderijen op Sial 2008 (Parijs) en Anuga 2009 (Keulen). Ook de uitgebreide GfK-data over het thuisverbruik van kip, ei en konijn worden aangewend voor een meer doelgerichte promotie. Het beleid in de Belgische pluimvee- en konijnensector in

13 Verder stond VEPEK in 2008 in voor de vertegenwoordiging en deelname aan SIAL-Parijs, gericht op buitenlandse promotie voor kip en konijn. De individuele stands van Vlaamse bedrijven gekoppeld aan een gemeenschappelijke ontvangstplaats is een formule die het nog steeds doet Belplume vzw Vanuit VEPEK is Belplume gegroeid. Hierbij werkt VEPEK dan ook verder mee aan de oplossing van de voornaamste uitdagingen van Belplume, zoals daar zijn: de erkenning als autocontrolesysteem door het FAVV; realisatie van het lastenboek voor transport van levend pluimvee; communicatie van het ketensysteem Belplume tussen partijen in de keten en verbetering van imago; naar analogie met Belplume een integraal kwaliteitssysteem voor het tafelei ontwikkelen Participatie in projecten VEPEK heeft informatie verschaft voor de kosten/batenanalyse van interventiestrategieën binnen het project: Beheersing van het contaminatieniveau van kippenkarkassen met thermotolerante Campylobacter. Dergelijke inbreng gebeurt ook voor andere projecten, zoals bijvoorbeeld: Bepalen van de optimale bezettingsdichtheid van landbouwhuisdieren gehuisvest in groep in relatie tot ruimtelijke behoeften, bedrijfsrendabiliteit en maatschappelijke acceptatie; Contaminatie van eieren afkomstig van kippen gehouden bij particulieren; Studie van pathogenese en bestrijding van Clostridium perfringens bij pluimvee Algemene voorlichting Algemene voorlichting door dagelijks een antwoord te geven op de meest diverse vragen over de recente verhoudingen en ontwikkelingen in de pluimvee- en konijnensector. Het onderhavige rapport Overzicht van de Belgische pluimvee- en konijnenhouderij in 2008 werd uitgewerkt. Het is een verzameling van de meest recente data over de sector en kan gebruikt worden om een degelijk inzicht te verwerven en beter onderbouwde beslissingen te nemen. Het beleid in de Belgische pluimvee- en konijnensector in

14 2. VERMEERDERINGSSECTOR 2.1 Ontwikkeling in EU-perspectief De positie van de Belgische vermeerderingssector ten opzichte van de overige EU-lidstaten wordt geschetst aan de hand van de recente evolutie van de zware moederdierenstapel en buitenlandse handel in broedeieren en eendagskuikens. Tot mei 2004 heeft de EU betrekking op 15 lidstaten. In mei 2004 zijn er 10 nieuwe lidstaten toegetreden tot de Europese Unie en sinds januari 2007 zijn ook Bulgarije en Roemenië lid van de EU. Voor 2006 tot 2008 wordt de volledige Europese Unie gerekend (EU), maar tevens wordt het cijfer EU-15 meegedeeld Productie in de EU-lidstaten In Tabel 1 wordt de evolutie van de zware moederdierenstapel in de EU weergegeven voor de periode ; voor 2008 zijn er geen cijfers ter beschikking. De omvang van de vermeerderingsstapel is een maatstaf voor de productie van broedeieren. Van 2000 tot 2002 bleef de EU-moederdierenstapel ongeveer stabiel rond 31 miljoen zware moederdieren. Sinds 2003 daalde de moederdierenstapel, maar deze steeg opnieuw in Er wordt verondersteld dat er in 2007 een status quo was. In 2007 bleven het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk koploper, gevolgd door Spanje. Nederland is de vierde grootste producent. België stond in voor slechts 4% van de Europese moederdierenstapel. Tabel 1. Evolutie van de zware moederdierenstapel in de EU (1.000 stuks) België/Lux Duitsland Frankrijk Nederland Denemarken Ierland Italië Griekenland Spanje Portugal Oostenrijk Zweden Finland Verenigd Koninkrijk EU EU niet opgegeven Bron: EU-commissie; vanaf 2006 = EEPA (2007) Vermeerderingssector 9

15 2.1.2 Handel in broedeieren door de EU-lidstaten In Tabel 2 wordt de import van broedeieren door de EU weergegeven. In 2003 daalde de invoer van broedeieren vanuit de EU-lidstaten sterk. Sinds 2005 is er een sterke stijging van de intracommunautaire en totale import. De invoer van broedeieren uit derde landen is verwaarloosbaar. Tabel 2. Import van broedeieren door de EU-lidstaten (1.000 stuks) NAAR Herkomst: EU-Lidstaten (1) België Denemarken Duitsland Finland Frankrijk Griekenland Ierland Italië Luxemburg Nederland Oostenrijk Portugal Spanje Zweden Verenigd Koninkrijk EU EU Herkomst: Derde landen België Denemarken Duitsland Finland Frankrijk Griekenland Ierland Italië Luxemburg Nederland Oostenrijk Portugal Spanje Zweden Verenigd Koninkrijk EU EU TOTAAL EU Bron: EUROSTAT + bewerkingen VLAM; (1) Tot mei 2004: EU-15, vanaf mei 2004: EU-25 en vanaf jan 2007: EU-27 Vermeerderingssector 10

16 In Tabel 3 wordt de export van broedeieren door de EU-lidstaten weergegeven. De EU is een nettoexporteur van broedeieren. Nederland, Duitsland, Frankrijk en Spanje zijn traditioneel de belangrijkste exporteurs van broedeieren binnen de EU. In 2008 verdubbelde de export van broedeieren vanuit België naar EU-lidstaten ten opzichte van 2007, terwijl de uitvoer uit Nederland en Duitsland daalde. De export naar derde landen is belangrijker dan de import uit deze landen. Nederland verzorgt telkens het grootste deel van de export buiten de EU, gevolgd door Duitsland. Tabel 3. Export van broedeieren door de EU-lidstaten (1.000 stuks) VAN Naar: EU-Lidstaten (1) België Denemarken Duitsland Finland Frankrijk Griekenland Ierland Italië Luxemburg Nederland Oostenrijk Portugal Spanje Zweden Verenigd Koninkrijk EU EU Naar: Derde landen België Denemarken Duitsland Finland Frankrijk Griekenland Ierland Italië Luxemburg Nederland Oostenrijk Portugal Spanje Zweden Verenigd Koninkrijk EU EU TOTAAL EU Bron: EUROSTAT + bewerkingen VLAM; (1) Tot mei 2004: EU-15, vanaf mei 2004: EU-25 en vanaf jan 2007: EU-27 Vermeerderingssector 11

17 2.1.3 Handel in eendagskuikens door de EU-lidstaten In Tabel 4 wordt de import van eendagskuikens door de EU weergegeven. Tussen 2001 en 2002 steeg de intracommunautaire import van eendagskuikens. In 2003 daalde de invoer vanuit de EUlidstaten, maar deze steeg opnieuw tussen 2004 en In 2008 was er een daling van de import van eendagskuikens, maar deze bleef nog 4% hoger dan in In de intracommunautaire handel is Duitsland steevast de grootste importeur. De import van eendagskuikens uit derde landen is beperkt. Tabel 4. Import van eendagskuikens door de EU-lidstaten (1.000 stuks) NAAR Herkomst: EU-Lidstaten (1) België Denemarken Duitsland Finland Frankrijk Griekenland Ierland Italië Luxemburg Nederland Oostenrijk Portugal Spanje Zweden Verenigd Koninkrijk EU EU Herkomst: Derde landen België Denemarken Duitsland Finland Frankrijk Griekenland Ierland Italië Luxemburg Nederland Oostenrijk Portugal Spanje Zweden Verenigd Koninkrijk EU EU TOTAAL EU Bron: EUROSTAT + bewerkingen VLAM; (1) Tot mei 2004: EU-15, vanaf mei 2004: EU-25 en vanaf jan 2007: EU-27 Vermeerderingssector 12

18 In Tabel 5 wordt de export van eendagskuikens door de EU-lidstaten weergegeven. De EU is netto- exporteur van eendagskuikens. In de intracommunautaire export is Nederland de koploper, gevolgd door België. Ondanks de grote export blijft ook de import van eendagskuikens uit de EU-lidstaten belangrijk voor Nederland (cfr. Tabel 4). In tegenstelling tot de extracommunautaire import, is de extracommunautaire export van eendagskuikens wel van belang. Tot 2006 was Frankrijk koploper in de export naar derde landen. Vanaf dan is dit Nederland, gevolgd door Frankrijk en Duitsland. Tabel 5. Export van eendagskuikens door de EU-lidstaten (1.000 stuks) VAN Herkomst: EU-Lidstaten (1) België Denemarken Duitsland Finland Frankrijk Griekenland Ierland Italië Luxemburg Nederland Oostenrijk Portugal Spanje Zweden Verenigd Koninkrijk EU EU Herkomst: Derde landen België Denemarken Duitsland Finland Frankrijk Griekenland Ierland Italië Luxemburg Nederland Oostenrijk Portugal Spanje Zweden Verenigd Koninkrijk EU EU TOTAAL EU Bron: EUROSTAT + bewerkingen VLAM; (1) Tot mei 2004: EU-15, vanaf mei 2004: EU-25 en vanaf jan 2007: EU-27 Vermeerderingssector 13

19 2.2 De Belgische vermeerderingssector Productie Moederdieren De opzetcijfers van het lastenboek afgesloten tussen het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Kwaliteit, Dienst Normering en Controle Dierlijke Productie (NCDP) en de Landsbond, Vlaamse bedrijfspluimvee- en konijnenhouders zijn de meest betrouwbare gegevens omtrent de moederdierenstapel, aangezien deze cijfers door de technisch helper maandelijks, rechtstreeks bij alle erkende broeierijen worden opgetekend. De broeierijen geven volgende gegevens door: de kuikens die geleverd worden bij Belgische pluimveehouders afkomstig uit eigen broeierij, andere broeierij uit loonbroed (loonbroed door derden), import en aankoop bij andere broeierij. De kuikens uit loonbroed, verkocht aan een andere broeierij en geleverd in het buitenland, worden niet opgetekend. In Tabel 6 wordt de opzet van lichte moederdieren weergegeven. Figuur 1 geeft een beeld van het aantal opgezette lichte moederdieren per maand. De evolutie van het aantal opgezette lichte moederdieren, cumulatief over 12 maanden, wordt grafisch weergegeven in Figuur 2. Het aantal opgezette lichte moederdieren per maand vertoont een sterk schommelend verloop. In 2008 werden lichte moederdieren slechts gedurende 2 maanden opgezet, namelijk in januari en in juli. Tussen januari 2007 en januari 2008 werden er in totaal het meest lichte moederdieren van de laatste vijf jaren ( ) opgezet. In Tabel 7 wordt de opzet van zware moederdieren weergegeven. Figuur 3 geeft een beeld van het aantal opgezette zware moederdieren per maand. De evolutie van het aantal opgezette zware moederdieren, cumulatief over 12 maanden, wordt grafisch weergegeven in Figuur 4. Hierbij kan men vaststellen dat dit aantal opgezette zware moederdieren, cumulatief over 12 maanden, over gans 2008 beduidend hoger ligt dan het gemiddelde van de voorafgaande vier jaren ( ). Vermeerderingssector 14

20 Tabel 6. Evolutie opgezette lichte moederdieren cum cum cum cum cum 2008 januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december Bron: NCDP (2008) Tabel 7. Evolutie opgezette zware moederdieren cum cum cum cum cum 2008 januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december Bron: NCDP (2008) Vermeerderingssector 15

21 aantal opgezette dieren jan/04 mrt/04 mei/04 jul/04 sep/04 nov/04 jan/05 mrt/05 mei/05 jul/05 sep/05 nov/05 jan/06 mrt/06 mei/06 jul/06 sep/06 nov/06 jan/07 mrt/07 mei/07 jul/07 sep/07 nov/07 jan/08 mrt/08 mei/08 jul/08 sep/08 nov/08 maand Figuur 1. Evolutie opgezette lichte moederdieren per maand ; Bron: NCDP (2008) Vermeerderingssector 16

22 aantal opgezette dieren jan/04 mrt/04 mei/04 jul/04 sep/04 nov/04 jan/05 mrt/05 mei/05 jul/05 sep/05 nov/05 jan/06 mrt/06 mei/06 jul/06 sep/06 nov/06 jan/07 mrt/07 mei/07 jul/07 sep/07 nov/07 jan/08 mrt/08 mei/08 jul/08 sep/08 nov/08 maand Figuur 2. Evolutie opgezette lichte moederdieren, cumulatief over 12 maanden; Bron: NCDP (2008) Vermeerderingssector 17

23 aantal opgezette dieren jan/04 mrt/04 mei/04 jul/04 sep/04 nov/04 jan/05 mrt/05 mei/05 jul/05 sep/05 nov/05 jan/06 mrt/06 mei/06 jul/06 sep/06 nov/06 jan/07 mrt/07 mei/07 jul/07 sep/07 nov/07 jan/08 mrt/08 mei/08 jul/08 sep/08 nov/08 maand Figuur 3. Evolutie opgezette zware moederdieren per maand ; Bron: NCDP (2008) Vermeerderingssector 18

24 aantal opgezette dieren jan/04 mrt/04 mei/04 jul/04 sep/04 nov/04 jan/05 mrt/05 mei/05 jul/05 sep/05 nov/05 jan/06 mrt/06 mei/06 jul/06 sep/06 nov/06 jan/07 mrt/07 mei/07 jul/07 sep/07 nov/07 jan/08 mrt/08 mei/08 jul/08 sep/08 nov/08 maand Figuur 4. Evolutie opgezette zware moederdieren, cumulatief over 12 maanden; Bron: NCDP (2008) Vermeerderingssector 19

25 Broedeieren Tabel 8 geeft, uitgaande van de NIS-bevoorradingsbalans, de Pluimveestatistieken (NCDP, 2008) en cijfers van EUROSTAT (2009), een overzicht van de evolutie van de Belgische productie van broedeieren. Tussen 2004 en 2006 was er een verminderde totale inlandse productie. Dit leidde in de eerste plaats tot een sterk verminderde export en wat minder ingelegde broedeieren. In 2007 worden iets minder broedeieren geëxporteerd dan in 2006, maar het aantal ingelegde broedeieren kent een sterke stijging, waardoor de totale inlandse productie toeneemt. Dit aantal ingelegde broedeieren neemt af in 2008, waardoor ook de totale inlandse productie lager ligt dan in Tabel 8. Belgische productie van broedeieren (1.000 stuks), Ingelegde (+) Uitvoer (+) Invoer (-) TOTALE INLANDSE PRODUCTIE Bron: CLE tot 2001, NIS ( ), vanaf 2005 = NCDP en EUROSTAT Structuur van de vermeerderings- en broeierijsector De evolutie van het aantal erkende broeierijen voor pluimvee met hun totale broedcapaciteit en benutting wordt voor de periode weergegeven in Tabel 9. Figuur 5 geeft een beeld van de evolutie van de voorbroedcapaciteit van de Belgische broeierijen en Figuur 6 toont de evolutie van het aantal ingelegde broedeieren en hun benutting. In 2008 telde België 20 erkende broeierijen, dat zijn er 7 minder dan in Toen bedroeg de totale capaciteit van de Belgische broeierijen voor pluimvee 23 miljoen stuks. Deze capaciteit hield stand in de periode , maar in 2005 daalde de totale capaciteit tot 22 miljoen stuks. Sindsdien is de capaciteit terug gestegen, in 2008 bedroeg deze terug 23 miljoen stuks. In 2008 werden volgens de gegevens van de dienst Normering en Controle Dierlijke Productie van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 303 miljoen eieren ingelegd, waarvan 92% bestemd voor de braadkippenhouderij en 8% voor de legkippenhouderij. Vermeerderingssector 20

26 Tabel 9. Aantal erkende broeierijen voor pluimvee met hun totale broedcapaciteit en benutting in België AANTAL tot tot tot tot tot tot en meer TOTAAL CAPACITEIT (x 1.000) tot tot tot tot tot tot en meer TOTAAL BENUTTING LEG (x 1.000) tot tot tot tot tot tot en meer TOTAAL BENUTTING VLEES (1.000) tot tot tot tot tot tot en meer TOTAAL Bron: Landsbond (2009) Vermeerderingssector 21

27 capaciteit (x 1.000) jaar voorbroedcapaciteit aantal broeierijen Figuur 5. Evolutie voorbroedcapaciteit Belgische broeierijen, ; Bron: Landsbond (2009) jaar benutting VLEES benutting LEG Figuur 6. Evolutie ingelegde broedeieren en hun benutting, ; Bron: Landsbond (2009) Vermeerderingssector 22

28 2.2.3 Evolutie van de technische resultaten van moederdieren in België In het kader van de Technische ondersteuning landbouw Adviesdiensten, ondersteund door de Vlaamse Overheid, departement Landbouw en Visserij, worden door VEPEK prestatiecontroles uitgevoerd bij pluimveebedrijven met het doel over een aantal technische parameters te beschikken. De berekeningen zijn gebaseerd op de gegevens die door de bedrijfsbegeleiding zijn ingezameld gedurende de periode In Tabel 10, Figuur 7 en Figuur 8, wordt een overzicht gegeven van de evolutie in de tijd van een aantal technische resultaten van moederdieren in België. De legperiode was sterk gedaald in de voorbije jaren, maar in 2008 zat deze terug op het niveau van 1998, terwijl het legpercentage in % hoger ligt dan in Tussen 2005 en 2007 was er een daling in het sterftepercentage, maar in 2008 steeg dit terug tot op het niveau van Over het algemeen stijgt het totaal aantal broedeieren en het totaal aantal eieren per opgezette hen. In 2003 is een daling waargenomen ten gevolge van de kanalisatie van broedeieren tijdens de Aviaire Influenza crisis. Het voederverbruik per broedei steeg aanzienlijk in 2007, maar nam licht af in Tabel 10. Evolutie technische parameters moederdieren ( ) Jaar Leeftijd Legperiode Sterfte Totaal Broedeieren Totaal Eieren bij opzet per opgezette per aanwezige per opgezette per aanwezige hen hen hen hen (dagen) (dagen) (%) (stuks/hen) (stuks/hen) (stuks/hen) (stuks/hen) ,8 156,3 164,4 166,0 174, ,7 151,8 158,7 161,3 168, ,1 149,8 157,1 155,3 162, ,7 151,6 159,4 157,7 165, ,6 146,8 153,5 154,2 161, ,4 128,5 137,1 135,2 144, ,6 150,9 160,6 156,4 166, ,0 147,9 157,5 155,5 165, ,7 146,2 155,4 154,5 164, ,7 145,1 152,0 150,6 157, ,5 143,9 156,1 152,5 165,5 Jaar Legpercentage per aanwezige hen Granen Voederverbruik (%) (%) (gr/dag/dier) (gr/broedei) (gr/ei) , , , , , , , , , , , Vermeerderingssector 23

29 totaal broedeieren per opgezette hen (stuks) jaar Figuur 7. Aantal broedeieren per opgezette hen ( ) voederverbruik per broedei (gram/broedei) jaar Figuur 8. Voederverbruik per broedei ( ) Vermeerderingssector 24

30 2.2.4 Buitenlandse handel De buitenlandse handel in broeierijproducten bestaat uit de handel in broedeieren enerzijds en in eendagskuikens anderzijds Buitenlandse handel in broedeieren De evolutie van de invoer van broedeieren naar België wordt weergegeven voor de periode in Tabel 11 en Figuur 9. In 2001 was deze invoer gedaald, maar deze steeg terug in Tussen 2003 en 2005 daalde de invoer van broedeieren opnieuw, gevolgd door een sterke stijging in In 2007 nam de totale invoer van broedeieren nog licht toe, maar in 2008 daalde deze met 4%. De import van broedeieren vanuit Nederland blijft in 2008 het grootste aandeel innemen, gevolgd door Frankrijk. De invoer van broedeieren uit niet-eu-lidstaten naar België blijft nihil. Tabel 11. Invoer van broedeieren (1.000 stuks) HERKOMST Duitsland Frankrijk Italië Nederland Spanje Verenigd Koninkrijk EU EU U.S.A Andere TOTAAL Bron: EUROSTAT + bewerkingen VLAM Vermeerderingssector 25

31 aantal broedeieren (x stuks) jaar Figuur 9. Invoer van broedeieren (1.000 stuks) ; Bron: EUROSTAT + bewerkingen VLAM In Figuur 10 en Tabel 12 wordt een overzicht gegeven van de uitvoer van broedeieren voor de periode Tussen 2001 en 2006 fluctueerde de Belgische uitvoer van broedeieren enorm. Dit werd gevolgd door een sterke daling in 2007, maar in 2008 werd het niveau van 2006 terug bereikt. De intracommunautaire export in broedeieren heeft hoofdzakelijk Nederland als bestemming. De extracommunautaire uitvoer blijkt sinds 2006 niet verwaarloosbaar, met Libië als hoofdafnemer. In 2008 is de Belgische export van broedeieren naar derde landen evenwel heel sterk verminderd. In 2007 was de invoer groter dan de uitvoer, maar in 2008 was België terug een netto-exporteur van broedeieren. aantal broedeieren (x stuks) jaar Figuur 10. Uitvoer van broedeieren (1.000 stuks) ; Bron: EUROSTAT + bewerkingen VLAM Vermeerderingssector 26

32 Tabel 12. Uitvoer van broedeieren (1.000 stuks) BESTEMMING Denemarken Duitsland Frankrijk Italië Nederland Spanje Verenigd Koninkrijk Griekenland Luxemburg EU EU Algerije Senegal Ivoorkust Libië Malta Andere TOTAAL Bron: EUROSTAT + bewerkingen VLAM Buitenlandse handel in eendagskuikens De evolutie van de invoer van eendagskuikens wordt weergegeven voor de periode in Tabel 13 en Figuur 11. Tijdens de voorbije jaren vertoonde de invoer van eendagskuikens een sterk fluctuerend verloop, maar in 2008 bleef de invoer bijna gelijk als in Frankrijk en Nederland zijn de belangrijkste landen van herkomst, met een aandeel van respectievelijk 84 en 16% van de Belgische intracommunautaire import in De invoer van eendagskuikens uit niet-eu-lidstaten naar België is sinds 2006 nihil. Tabel 13. Invoer van eendagskuikens (1.000 stuks) HERKOMST Duitsland Frankrijk Nederland Verenigd Koninkrijk EU EU Andere TOTAAL Bron: EUROSTAT + bewerkingen VLAM Vermeerderingssector 27

33 aantal eendagskuikens (x stuks) jaar Figuur 11. Invoer van eendagskuikens (1.000 stuks) ; Bron: EUROSTAT + bewerkingen VLAM In Tabel 14 en Figuur 12 wordt een overzicht gegeven van de uitvoer van eendagskuikens vanuit België voor de periode Tussen 2001 en 2005 merken we een schommelend verloop, gevolgd door een sterke stijging in 2006 en 2007 (respectievelijk met 18% en 26%). In 2008 werd het niveau van 2007 behouden. België blijft een netto-exporteur van eendagskuikens. Het aandeel van de intracommunautaire export bedraagt in 2008 bijna 95% van de totale Belgische export. Nederland en Frankrijk zijn sinds 2001 de belangrijkste afnemers van eendagskuikens. De export naar niet-eu-lidstaten gebeurt hoofdzakelijk naar Kameroen, Ghana en Oeganda. aantal eendagskuikens (x stuks) jaar Figuur 12. Uitvoer van eendagskuikens (1.000 stuks) ; Bron: EUROSTAT + bewerkingen VLAM Vermeerderingssector 28

34 Tabel 14. Uitvoer van eendagskuikens (1.000 stuks) BESTEMMING Duitsland Frankrijk Nederland Verenigd Koninkrijk Griekenland Luxemburg EU Kameroen Senegal Ivoorkust Libië Ghana Marokko Kongo DR Congo Togo Oeganda Andere TOTAAL Bron: EUROSTAT + bewerkingen VLAM Vermeerderingssector 29

35 3. EIERSECTOR 3.1 De bedrijfskolom EI In Figuur 13 wordt er een overzicht gegeven van de bedrijfskolom eieren. Hierbij wordt gestart bij de vermeerderingsbedrijven waar de zogenaamde lichte moederdieren instaan voor de productie van broedeieren voor legkippen. De broedeieren worden in de broeierij uitgebroed tot eendagskuikens. De eendagskuikens bestemd voor de productie van eieren gaan in eerste instantie naar opfokbedrijven. Hier verblijven deze kuikens tot op de leeftijd van 18 weken. Vervolgens vertrekken de jonge hennen naar de leghennenbedrijven waar ze gedurende een periode van ongeveer 13 maanden consumptieeieren produceren. De geproduceerde eieren worden ofwel geëxporteerd of komen terecht bij de brekerij of worden verkocht op de versmarkt. VERMEERDERINGSBEDRIJF BROEIERIJ broedeieren legkuikens export import OPFOKBEDRIJF legrijpe poeljen LEGHENNENBEDRIJF consumptie-eieren export import BREKERIJ PAKSTATION Figuur 13. Overzicht van de bedrijfskolom eieren VERSMARKT EXPORT Eiersector 30

36 3.2 Ontwikkeling in EU-perspectief De positie van de Belgische eiersector ten opzichte van de overige EU-lidstaten wordt geschetst aan de hand van de recente evolutie op het vlak van de productie van consumptie-eieren en de opzet van eendagslegkuikens en de buitenlandse handel in eieren in de schaal en eiproducten. Tot mei 2004 heeft de EU betrekking op 15 lidstaten. In mei 2004 zijn er 10 nieuwe lidstaten toegetreden tot de Europese Unie en sinds januari 2007 zijn ook Bulgarije en Roemenië lid van de EU. Voor 2006 tot 2008 wordt de volledige Europese Unie gerekend (EU), maar tevens wordt het cijfer EU-15 meegedeeld Productie in de EU-lidstaten De jaarlijkse eiproductie in de EU wordt weergegeven voor de periode in Tabel 15; voor 2008 zijn er geen cijfers ter beschikking. Algemeen gezien bedraagt de jaarlijkse eiproductie in de EU meer dan miljoen stuks. Enkel tussen 2003 en 2005 zat de eiproductie een stuk lager. In 2003 was dit waarschijnlijk het gevolg van de uitbraak van Aviaire Influenza en de daarop volgende twee jaar moest de productie zich herstellen. Sinds 2006 zit de EU-eiproductie terug op het niveau van In 2007, maar ook gedurende de voorbije jaren, zijn Frankrijk en Duitsland de grootste producenten in de EU. Zij worden op de voet gevolgd door Nederland, Italië en Spanje. Ook het Verenigd Koninkrijk zorgt voor een aanzienlijke eiproductie. Het aandeel van België/Luxemburg was in 2007 beperkt tot 3% van de totale Europese eiproductie. Tabel 15. De jaarlijkse eiproductie in de EU (mio stuks), (1) 2001 (1) 2002 (1) 2003 (2) 2004 (2) 2005 (2) 2006 (2) 2007 (2) België/Lux Duitsland Frankrijk Nederland Denemarken Ierland Italië Griekenland Spanje Portugal Oostenrijk Zweden Finland Verenigd Koninkrijk EU EU Bron: (1) ZMP, (2) EU-commissie, EEPA (2007) Eiersector 31

37 3.2.2 Opzet van eendagskuikens in de EU De jaarlijkse opzet van eendagslegkuikens in de EU wordt weergegeven voor de periode in Tabel 16. Sinds 2003 is de opzet van eendagskuikens in de EU-15 aan het dalen, in 2008 werd volgens de cijfers van CIRCA een minimum bereikt. Frankrijk zorgt voor de hoogste jaarlijkse opzet van eendagslegkuikens in de EU, gevolgd door Duitsland. Daarnaast hebben Italië, Nederland, Spanje en het Verenigd Koninkrijk ook een aanzienlijk aandeel in de jaarlijkse opzet. Het aandeel van België/Luxemburg was in 2008 beperkt tot 2% van de totale opzet van eendagslegkuikens in de EU. Sinds 2003 blijft de jaarlijkse opzet in België dalen. In 2008 bedraagt dit minder dan de helft van Tabel 16. De jaarlijkse opzet van eendagslegkuikens in de EU (1.000 stuks) België/Lux Duitsland Frankrijk Nederland Denemarken Ierland Italië Griekenland Spanje Portugal Oostenrijk Zweden Finland Verenigd Koninkrijk EU EU Bron: EU-commissie, EEPA (2007), CIRCA (2008) Eiersector 32

38 3.2.3 Handel in eieren door de EU-lidstaten Buitenlandse handel in eieren in de schaal In Tabel 17 wordt de import van schaaleieren door de EU-lidstaten weergegeven. Tot 2007 wordt dit uigedrukt in ton, daarna in stuks. In 2008 werd de intracommunautaire import bijna gehalveerd ten opzichte van Duitsland blijft de grootste importeur van eieren in de schaal. In 2008 spelen ook Griekenland en het Verenigd Koninkrijk een belangrijke rol in de intracommunautaire invoer van schaaleieren. In 2003 was de extracommunautaire import van eieren in de schaal bijna verdrievoudigd ten opzichte van Vooral in Oostenrijk, Frankrijk, Duitsland en Nederland nam de import uit niet-eu-lidstaten sterk toe. Vervolgens daalde de extracommunautaire import in 2004 tot onder het niveau van In 2005 werd de invoer van eieren in de schaal uit derde landen verwaarloosbaar. Dit was niet meer het geval in 2006 en nog minder in 2007, maar in 2008 werd het aandeel van de extracommunautaire import in de totale import van schaaleieren terug nihil. In Tabel 18 wordt de export van schaaleieren door de EU-lidstaten weergegeven. In de periode steeg de intracommunautaire export van schaaleieren naar de EU, maar kende daarna enkel nog een dalend verloop. In 2008 was er evenwel een sterke stijging ten opzichte van Nederland was traditioneel de grootste exporteur van schaaleieren naar de EU-lidstaten, maar in 2008 blijkt dit Spanje te zijn, met een aandeel van bijna 95% van de export door de EU-15. De extracommunautaire export was tussen 2001 en 2003 sterk gedaald. In 2004 en 2005 steeg de export buiten de EU met respectievelijk 67 en 17 procent. In 2006 bleven de EU-lidstaten ongeveer evenveel eieren in de schaal exporteren naar de derde landen als in Ook wat betreft de extacommunautaire export was er een sterke stijging in 2008 ten opzichte van 2007 en staat Spanje veruit op kop als belangrijkste exporteur. De uitvoer van schaaleieren vanuit EU-lidstaten naar derde landen is evenwel verwaarloosbaar klein ten opzichte van de intracommunautaire handel. Eiersector 33

39 Tabel 17. Import van eieren in de schaal door de EU-lidstaten ( : ton); ( : stuks) (TON) (1.000 stuks) NAAR Herkomst: EU-Lidstaten (1) België Denemarken Duitsland Finland Frankrijk Griekenland Ierland Italië Luxemburg Nederland Oostenrijk Portugal Spanje Zweden Verenigd Koninkrijk EU EU Herkomst: Derde landen België Denemarken Duitsland Finland Frankrijk Griekenland Ierland Italië Luxemburg Nederland Oostenrijk Portugal Spanje Zweden Verenigd Koninkrijk EU EU TOTAAL EU Bron: EUROSTAT + bewerkingen VLAM; (1) Tot mei 2004: EU-15, vanaf mei 2004: EU-25 en vanaf jan 2007: EU-27 Eiersector 34

40 Tabel 18. Export van eieren in de schaal door de EU-lidstaten ( : ton); ( : stuks) (TON) (1.000 stuks) VAN Naar: EU-Lidstaten (1) België Denemarken Duitsland Finland Frankrijk Griekenland Ierland Italië Luxemburg Nederland Oostenrijk Portugal Spanje Zweden Verenigd Koninkrijk EU EU Naar: Derde landen België Denemarken Duitsland Finland Frankrijk Griekenland Ierland Italië Luxemburg Nederland Oostenrijk Portugal Spanje Zweden Verenigd Koninkrijk EU EU TOTAAL EU Bron: EUROSTAT + bewerkingen VLAM; (1) Tot mei 2004: EU-15, vanaf mei 2004: EU-25 en vanaf jan 2007: EU-27 Eiersector 35

41 Buitenlandse handel in eiproducten In Tabel 19 wordt de import van eiproducten door de EU-lidstaten weergegeven voor de periode De intracommunautaire import kende een sterke stijging tussen 2001 en In 2005 werd er vervolgens ongeveer ton minder geïmporteerd, maar het aantal ton geïmporteerde eiproducten door de EU-15 steeg in 2006 met 11%. Sindsdien neemt de intracommunautaire invoer van eiproducten af. In 2008 blijft Duitsland de grootste importeur, gevolgd door Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Binnen de EU-15 is België in 2008 de vierde grootste handelspartner. De extracommunautaire import van eiproducten door de EU-lidstaten omvat ieder jaar slechts 1 tot 4% van de totale import. In de periode nam deze import steeds toe, maar kende in 2007 en 2008 een sterke daling. Binnen de EU-15 is Denemarken telkens verantwoordelijk voor 55% van de totale hoeveelheid geïmporteerde eiproducten uit derde landen. In Tabel 20 wordt de export van eiproducten door de EU-lidstaten weergegeven voor de periode In steeg de intracommunautaire export van eiproducten, om daarna af te nemen in In 2006 nam deze export toe met 25% en bleef in 2007 en 2008 min of meer op dit niveau. Nederland is traditioneel de grootste exporteur van eiproducten naar de EU-lidstaten. Daarnaast zijn Frankrijk, Spanje en Duitsland belangrijke spelers in de intracommunautaire export van eiproducten. Ook hier staat België in 2008 op de vierde plaats binnen de EU-15. De extracommunautaire export van eiproducten was vrij stabiel tussen In 2007 halveerde deze export om vervolgens terug licht toe te nemen in In 2008 bedraagt de export van eiproducten door de EU naar derde landen 5% van de totale export. Nederland blijkt niet alleen de belangrijkste exporteur te zijn naar de EU-lidstaten, maar dit geldt ook voor de export naar derde landen. Frankrijk en Duitsland zijn de daaropvolgende grootste exporteurs naar niet-eu-lidstaten. Eiersector 36

42 Tabel 19. Import van eiproducten door de EU-lidstaten (ton) NAAR Herkomst: EU-Lidstaten (1) België Denemarken Duitsland Finland Frankrijk Griekenland Ierland Italië Luxemburg Nederland Oostenrijk Portugal Spanje Zweden Verenigd Koninkrijk EU EU Herkomst: Derde landen België Denemarken Duitsland Finland Frankrijk Griekenland Ierland Italië Luxemburg Nederland Oostenrijk Portugal Spanje Zweden Verenigd Koninkrijk EU EU TOTAAL EU Bron: EUROSTAT + bewerkingen VLAM; (1) Tot mei 2004: EU-15, vanaf mei 2004: EU-25 Eiersector 37

43 Tabel 20. Export van eiproducten door de EU-lidstaten (ton) VAN Naar: EU-Lidstaten (1) België Denemarken Duitsland Finland Frankrijk Griekenland Ierland Italië Luxemburg Nederland Oostenrijk Portugal Spanje Zweden Verenigd Koninkrijk EU EU Naar: Derde landen België Denemarken Duitsland Finland Frankrijk Griekenland Ierland Italië Luxemburg Nederland Oostenrijk Portugal Spanje Zweden Verenigd Koninkrijk EU EU TOTAAL EU Bron: EUROSTAT + bewerkingen VLAM; (1) Tot mei 2004: EU-15, vanaf mei 2004: EU-25 Eiersector 38

44 3.3 De Belgische eiersector Productie Productiestructuur De evolutie van de legkippenstapel en het aantal legkippenbedrijven in België wordt weergeven voor de periode in Tabel 21. De gegevens zijn afkomstig van de 15 meitelling van het Nationaal Instituut voor de Statistiek (NIS). In 2002 bleef de totale Belgische legstapel (moederdieren, poeljen en legkippen) op hetzelfde niveau als in In 2003 daalde deze stapel met 8% ten opzichte van 2002, maar in 2004 werd terug een lichte stijging van de legstapel vastgesteld (+ 4% ten opzichte van 2003). Sindsdien kent de legstapel opnieuw een dalend verloop. In 2008 werd het minimum van de voorbije 8 jaren bereikt. Het totaal aantal legbedrijven (bedrijven met moederdieren, poeljen en legkippen) neemt af en is in 2005 met 22% gedaald ten opzichte van In 2006 was er een kleine stijging van ongeveer 100 legkippenbedrijven, maar in 2007 was er alweer een grote terugval. Zowel het aantal bedrijven met moederdieren als met legkippen daalde met ruim 13% in 2007 ten opzichte van 2006; dit in tegenstelling tot het aantal bedrijven met poeljen dat met 2% steeg. In 2008 was er een daling bij zowel de moederdieren-, poeljen- als legkippenbedrijven. Ook wat het aantal legbedrijven betreft was 2008 een minimumjaar. Tabel 21. Evolutie van de legstapel en -bedrijven in België, LEGSTAPEL (1.000 stuks) Moederdieren Poeljen Legkippen TOTAAL LEGBEDRIJVEN (aantal) Moederdieren Poeljen Legkippen (1) TOTAAL Bron: NIS, land- en tuinbouwtelling op 15 mei; (1) telplichtige bedrijven Eiersector 39

45 Het belang van de verschillende houderijsystemen in België (2008) wordt weergegeven in tabel 22 en figuur 14. Tabel 22 geeft het aantal legkippenbedrijven en legkippen in België per houderijsysteem (biologische productie, vrije uitloop, scharrel of kooihuisvesting), terwijl figuur 14 het aandeel van de verschillende houderijsystemen toont in % legkippen en % legkippenbedrijven. Bekijken we vooreerst het aandeel van de verschillende houderijsystemen volgens het aantal bedrijven, dan zien we dat er in 2008 nog 60% van de legkippenbedrijven in België uitgerust zijn met kooihuisvesting. Er zijn ongeveer evenveel bedrijven met scharrelkippen (16%) als bedrijven met vrije uitloop (15%). De overige 9% van de bedrijven staan in voor de biologische productie van legkippen. Indien het aandeel van de verschillende houderijsystemen volgens het aantal legkippen bekeken wordt, blijft de volgorde van belangrijkheid dezelfde, maar de percentages veranderen nog drastischer in het voordeel van de kooihuisvesting (84%). De reden hiervoor is dat bedrijven met kooihuisvesting over het algemeen groter zijn dan bedrijven met alternatieve houderijsystemen en er hier minder oppervlakte per legkip noodzakelijk is. Tabel 22. Aantal legkippenbedrijven en legkippen in België per houderijsysteem in 2008 Aantal legkippenbedrijven* Vlaanderen Wallonië Totaal Biologisch Vrije uitloop Scharrel Kooi TOTAAL Aantal legkippen Biologisch Vrije uitloop Scharrel Kooi TOTAAL * bedrijven met meer dan 200 dieren; Bron: FAVV Eiersector 40

46 100% 80% aandeel in totaal (%) 60% 40% Kooi Scharrel Vrije uitloop Biologisch 20% 0% Vlaanderen Wallonië Totaal Vlaanderen Wallonië Totaal DIEREN BEDRIJVEN Figuur 14. Aandeel van de houderijsystemen in % legkippen en % legkippenbedrijven in 2008; Bron: FAVV Op basis van de cijfers van het Nationaal Instituut voor de Statistiek wordt de structuur van de Belgische legkippenbedrijven weergeven in Tabel 23 en Figuur 15; de cijfers van 2008 waren nog niet ter beschikking bij het ter perse gaan van dit overzicht. Volgens deze cijfers bestaat de legstapel in 2007 uit 7,7 miljoen dieren. Het aantal bedrijven steeg met ongeveer 100 in 2006, maar kende een terugval van 16% in Wanneer de bedrijven met minder dan dieren buiten beschouwing worden gelaten, dan hebben de meeste legbedrijven tot dieren (28% van het totaal aantal bedrijven in 2007). Tabel 23. Bedrijfsstructuur van de Belgische legsector, aantal bedrijven en aantal dieren (x stuks) bedrijven dieren bedrijven dieren bedrijven dieren bedrijven dieren < > TOTAAL Bron: NIS, land- en tuinbouwtelling op 15 mei Eiersector 41

47 70 bedrijven dieren a an tal b ed rijv en a an tal d ie ren (x ) > bedrijfsgrootte 0 Figuur 15. Bedrijfsstructuur van de Belgische legsector in 2007; Bron: NIS, land- en tuinbouwtelling op 15 mei Regionale spreiding In Tabel 24 en Tabel 25 wordt een overzicht gegeven van de regionale structuur van de Belgische legsector in 2007 en In 2008 komen legkippen het meest voor in de provincie West-Vlaanderen (34%), gevolgd door Antwerpen (27%), Oost-Vlaanderen (14%) en Limburg (7%). In vergelijking met 2007 is er enkel in de provincies West-Vlaanderen (+8%), Luik (+12%) en Henegouwen (+14%) een stijging waar te nemen. Het aantal bedrijven met legkippen is in 2008 gedaald met 12% in vergelijking met Ook wat betreft de poeljenopfok is West-Vlaanderen (51%) de belangrijkste provincie. In vergelijking met 2007 kennen Antwerpen (+9%), Namen (+25%) en Henegouwen (+2%) een stijging van de stapel. Het totale aantal bedrijven met poeljen daalde in 2008 met 11% ten opzichte van Uitgaande van de land- en tuinbouwtelling van 2008 worden de meeste moederdieren in Antwerpen (43%) gehouden, gevolgd door West-Vlaanderen (25%) en Oost-Vlaanderen (15%). Hier zijn de grootste stijgingen in West-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant. Het aantal moederdierenbedrijven steeg in 2008 met 1% ten opzichte van De gemiddelde bedrijfsomvang toont aan dat de bedrijven opmerkelijk grootschaliger zijn in Antwerpen dan in de rest van België. Eiersector 42

48 Tabel 24. Regionale structuur van de Belgische legsector in 2007: aantal bedrijven en dieren (1.000 stuks) LEGKIPPEN POELJEN MOEDERDIEREN bedrijven dieren bedrijven dieren bedrijven dieren West-Vlaanderen Oost-Vlaanderen Antwerpen Limburg Luik Vlaams-Brabant < 1 Waals-Brabant Namen Henegouwen Luxemburg < 1 TOTAAL Bron: NIS, land- en tuinbouwtelling op 15 mei Tabel 25. Regionale structuur van de Belgische legsector in 2008: aantal bedrijven en dieren (1.000 stuks) LEGKIPPEN POELJEN MOEDERDIEREN bedrijven dieren bedrijven dieren bedrijven dieren West-Vlaanderen Oost-Vlaanderen Antwerpen Limburg Luik Vlaams-Brabant Waals-Brabant Namen Henegouwen Luxemburg <1 9 < 1 TOTAAL Bron: NIS, land- en tuinbouwtelling op 15 mei Eiersector 43

49 Evolutie jaarlijkse opzet van legkuikens in België De opzetcijfers van het lastenboek afgesloten tussen het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Kwaliteit, Dienst Normering en Controle Dierlijke Productie (NCDP) en de Landsbond, Vlaamse bedrijfspluimvee- en konijnenhouders zijn de meest betrouwbare gegevens aangezien deze cijfers door de technisch helper maandelijks, rechtstreeks bij alle erkende broeierijen worden opgetekend. De broeierijen geven volgende gegevens door: de kuikens die geleverd worden bij Belgische pluimveehouders afkomstig uit eigen broeierij, andere broeierij uit loonbroed (loonbroed door derden), import en aankoop bij andere broeierij. De kuikens uit loonbroed, verkocht aan een andere broeierij en geleverd in het buitenland worden niet opgetekend. In Tabel 26 wordt de jaarlijkse opzet van eendagslegkuikens (EDLK) in België weergegeven. Figuur 16 geeft een beeld van het aantal opgezette EDLK per maand. De evolutie van het aantal opgezette EDLK, cumulatief over 12 maanden, wordt grafisch weergegeven in Figuur 17. Na het lage aantal opgezette EDLK in april 2003, te wijten aan de uitbraak van Aviaire Influenza in maart 2003, trad er een herstel op vanaf juni In 2004 en 2005 daalde het aantal opgezette dieren cumulatief over 12 maanden echter opnieuw. Na de korte herstelperiode tijdens het voorjaar van 2006 bleef het aantal opgezette dieren cumulatief over 12 maanden verder dalen in de jaren 2007 en In september 2008 werden bijna anderhalf miljoen eendagslegkuikens opgezet, dit is het hoogste aantal van de laatste 4 jaren ( ). In oktober 2008 volgde echter meteen het dieptepunt met slechts opgezette dieren. De totale opzet van eendagslegkuikens was in 2008 lager dan de voorbije jaren. Tabel 26. Jaarlijkse opzet van eendagslegkuikens in België (1.000 stuks) 2004 cum cum cum cum cum 2008 januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december Bron: NCDP (2008) Eiersector 44

50 aantal opgezette dieren (x ) jan/04 mrt/04 mei/04 jul/04 sep/04 nov/04 jan/05 mrt/05 mei/05 jul/05 sep/05 nov/05 jan/06 mrt/06 mei/06 jul/06 sep/06 nov/06 jan/07 mrt/07 mei/07 jul/07 sep/07 nov/07 jan/08 mrt/08 mei/08 jul/08 sep/08 nov/08 maand Figuur 16. Aantal opgezette eendagslegkuikens (x 1.000) per maand, ; Bron: NCDP (2008) Eiersector 45

51 aantal opgezette dieren (x 1.000) jan/04 mrt/04 mei/04 jul/04 sep/04 nov/04 jan/05 mrt/05 mei/05 jul/05 sep/05 nov/05 jan/06 mrt/06 mei/06 jul/06 sep/06 nov/06 jan/07 mrt/07 mei/07 jul/07 sep/07 nov/07 jan/08 mrt/08 mei/08 jul/08 sep/08 nov/08 maand Figuur 17. Evolutie opzet eendagslegkuikens cumulatief over 12 maanden; Bron: NCDP (2008) Eiersector 46

52 Marktprijzen De producentenprijzen voor eieren worden wekelijks vastgesteld door de Marktcommissie van Kruishoutem. In Tabel 27 en Figuur 18 wordt een overzicht gegeven van de evolutie van de gemiddelde producentenprijzen per jaar voor bruine eieren gedurende de periode Figuur 19 en Tabel 28 geven een beeld van de variatie van de producentenprijzen tijdens Het prijsverloop van de verschillende gewichtsklassen is ieder jaar vrij gelijkaardig. In 2003 bereikten de gemiddelde producentenprijzen een maximum. Er werd een toename van respectievelijk 27% (cat. 0) tot 47% (cat. 7) genoteerd tegenover In 2004 daalden de gemiddelde prijzen sterk. Dit werd gelukkig hersteld tijdens de daaropvolgende jaren, met een jaargemiddelde producentenprijs in 2007 die de prijs van 2003 sterk benaderde. In 2008 bleef deze prijs op hetzelfde niveau. In de week van 16 december 2008 was er geen notering. Tabel 27. Jaargemiddelde producentenprijzen (euro/100 stuks) voor bruine eieren volgens gewichtsklasse, jaar Cat. 0 Cat. 1 Cat. 2 Cat. 3 Cat. 4 Cat. 5 Cat. 6 Cat * 5,65 4,41 4,26 4,11 3,86 3,52 3,17 1, ,63 4,49 4,29 4,15 3,89 3,51 3,15 2, ,17 5,93 5,75 5,57 5,26 4,67 4,08 2, ,73 3,49 3,28 3,07 2,93 2,54 2,14 1, ,54 3,31 3,19 3,14 2,97 2,68 2,30 1, ,53 4,32 4,12 3,97 3,71 3,28 2,83 1, ,83 5,59 5,31 5,04 4,67 4,19 3,65 2, ,76 5,52 5,25 4,97 4,65 4,15 3,63 2,51 * incl. 20 ct Bron: Marktcommissie Kruishoutem (Deinze, 2009) Cat. 0 Cat. 1 Cat. 2 Cat. 3 Cat. 4 Cat. 5 Cat. 6 Cat. 7 jaargemiddelde producentenprijs (euro/100 stuks) * jaar Figuur 18. Jaargemiddelde producentenprijzen (euro/100 stuks) voor bruine eieren volgens gewichtklasse, ; Bron: Marktcommissie Kruishoutem (Deinze, 2009) Eiersector 47

53 Cat. 0 Cat. 1 Cat. 2 Cat. 3 Cat. 4 Cat. 5 Cat. 6 Cat producentenprijs (euro/100 stuks) week Figuur 19. Producentenprijzen (euro/100 stuks) voor bruine eieren volgens gewichtsklasse in 2008; Bron: Marktcommissie Kruishoutem (Deinze, 2009) Eiersector 48

54 Tabel 28. Producentenprijzen (euro/100 stuks) voor bruine eieren volgens gewichtsklasse in 2008 Datum Cat. 0 Cat. 1 Cat. 2 Cat. 3 Cat. 4 Cat. 5 Cat. 6 Cat. 7 01/01 8,24 7,00 6,62 6,22 5,76 5,13 4,49 3,37 08/01 8,06 6,82 6,50 6,16 5,74 5,12 4,48 3,36 15/01 8,04 6,80 6,50 6,18 5,77 5,14 4,49 3,37 22/01 7,97 6,73 6,48 6,20 5,82 5,17 4,49 3,37 29/01 7,93 6,69 6,45 6,19 5,81 5,14 4,44 3,32 05/02 7,95 6,71 6,47 6,20 5,82 5,14 4,44 3,32 12/02 7,95 6,71 6,47 6,20 5,82 5,14 4,44 3,32 19/02 7,74 6,50 6,32 6,12 5,79 5,13 4,43 3,31 26/02 7,54 6,30 6,18 6,03 5,73 5,09 4,40 3,28 04/03 7,44 6,20 6,08 5,93 5,65 5,05 4,40 3,28 11/03 7,21 5,97 5,88 5,77 5,52 4,93 4,29 3,17 18/03 6,92 5,68 5,61 5,51 5,28 4,74 4,14 3,02 25/03 6,55 5,31 5,19 5,06 4,84 4,40 3,88 2,79 01/04 6,32 5,08 4,88 4,67 4,42 4,07 3,65 2,53 08/04 6,12 4,88 4,67 4,44 4,22 3,96 3,62 2,50 15/04 6,04 4,80 4,56 4,32 4,10 3,88 3,59 2,47 22/04 5,94 4,70 4,46 4,22 4,01 3,84 3,58 2,46 29/04 5,94 4,70 4,45 4,21 3,99 3,83 3,58 2,46 06/05 5,93 4,69 4,45 4,21 4,00 3,85 3,61 2,49 13/05 5,89 4,65 4,40 4,15 3,93 3,78 3,54 2,42 20/05 5,79 4,55 4,31 4,07 3,85 3,65 3,35 2,23 27/05 5,80 4,56 4,32 4,08 3,85 3,65 3,35 2,23 03/06 5,91 4,67 4,41 4,15 3,90 3,66 3,35 2,23 10/06 6,15 4,91 4,60 4,30 4,01 3,77 3,45 2,33 17/06 6,20 4,96 4,63 4,30 4,01 3,77 3,45 2,33 24/06 6,08 4,84 4,52 4,20 3,91 3,67 3,35 2,23 01/07 5,99 4,75 4,44 4,13 3,84 3,58 3,26 2,14 08/07 5,97 4,73 4,39 4,05 3,73 3,47 3,14 2,02 15/07 5,97 4,73 4,39 4,05 3,73 3,47 3,14 2,02 22/07 5,97 4,73 4,39 4,05 4,73 3,47 3,14 2,02 29/07 5,97 4,73 4,39 4,05 3,73 3,47 3,14 2,02 05/08 6,20 4,96 4,65 4,32 3,95 3,51 3,04 1,92 12/08 6,40 5,16 4,85 4,53 4,15 3,65 3,12 2,00 19/08 6,51 5,27 4,95 4,62 4,23 3,65 3,12 2,00 26/08 6,51 5,27 4,95 4,62 4,23 3,65 3,12 2,00 02/09 6,38 5,14 4,80 4,41 4,00 3,48 2,93 1,81 09/09 6,38 5,14 4,80 4,41 4,00 3,48 2,93 1,81 16/09 6,52 5,28 4,97 4,64 4,25 3,69 3,11 1,99 23/09 6,73 5,49 5,19 4,88 4,48 3,86 3,22 2,10 30/09 6,79 5,55 5,25 4,93 4,53 3,89 3,23 2,11 07/10 6,91 5,67 5,37 5,05 4,65 4,02 3,37 2,25 14/10 6,91 5,67 5,37 5,05 4,65 4,02 3,37 2,25 21/10 6,85 5,61 5,32 5,02 4,62 4,00 3,35 2,23 28/10 6,85 5,61 5,32 5,02 4,62 4,00 3,35 2,23 04/11 6,97 5,73 5,42 5,09 4,68 4,04 3,38 2,26 11/11 7,08 5,84 5,52 5,17 4,74 4,07 3,39 2,27 18/11 7,09 5,85 5,55 5,23 4,81 4,12 3,41 2,29 25/11 7,14 5,90 5,63 5,32 4,91 4,20 3,49 2,37 02/12 7,27 6,03 5,81 5,58 5,18 4,41 3,62 2,50 09/12 7,75 6,51 6,33 6,11 5,69 4,78 3,88 2,76 16/12 23/12 8,00 6,76 6,38 5,99 5,52 4,88 4,35 3,23 Bron: Marktcommissie Kruishoutem (Deinze, 2009) Eiersector 49

55 Evolutie van de technische resultaten van legkippen in België In het kader van de Technische ondersteuning landbouw Adviesdiensten ondersteund door de Vlaamse Overheid, departement Landbouw en Visserij, worden door VEPEK prestatiecontroles uitgevoerd bij pluimveebedrijven met het doel over een aantal technische parameters te beschikken. De berekeningen zijn gebaseerd op de gegevens die door de bedrijfsbegeleiding zijn ingezameld gedurende de periode In Tabel 29, Figuur 20 en Figuur 21, wordt een overzicht gegeven van de evolutie in de tijd van een aantal technische resultaten. In de voorbije jaren is de legperiode een weinig verminderd, maar het sterftepercentage is sterk gedaald. Over het algemeen stijgt het totaal aantal eieren per aanvangshen, behalve in 2004 en In 2006 werd het hoogste aantal eieren per aanvangshen genoteerd bij het beschouwen van de periode Het legpercentage ligt in 2008 onder het gemiddelde van de voorbije 10 jaren, het zelfde geldt voor het eigewicht. Het voederverbruik per dag is sinds 2002 stabiel gebleven, maar daalt sterk in Ook per ei en per kilogram eieren wordt er in 2008 minder voeder verbruikt. Tabel 29. Evolutie technische parameters legkippen ( ) Jaar Leeftijd Legperiode Sterfte Totaal aantal eieren per aanwezige Aantal eieren in 1 jaar per aanwezige per aanvangshen hen per aanvangshen hen (dagen) (dagen) (%) (stuks) (kg) (stuks) (kg) (stuks) (kg) (stuks) (kg) , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , Jaar Legpercentage per aanwezige hen Gemiddeld eigewicht Aandeel 2de keus Voederverbruik (%) (gr/stuk) (%) (gr/dag) (gr/ei) (kg/kg eieren) ,9 63,24 2, , ,8 62,89 3, , ,5 63,26 2, , ,0 63,09 2, , ,3 62,81 1, , ,9 63,27 2, , ,5 63,61 2, , ,7 64,03 2, , ,1 63,79 1, , ,9 63,48 2, , ,3 62,63 2, ,17 Eiersector 50

56 aantal eieren in 1 jaar per aanvangshen (stuks) jaar Figuur 20. Aantal eieren in 1 jaar per aanvangshen ( ) 2,35 2,30 2,25 2,20 2,15 Voederverbruik per kg eieren ,10 Figuur 21. Voederverbruik per kg eieren ( ) Eiersector 51

57 3.3.2 Buitenlandse handel Structuur eierhandel In Tabel 30 wordt een overzicht gegeven van het aantal erkende pakstations en eiproducten- fabrikanten in België. Het aantal officieel erkende pakstations is verder teruggelopen van 155 in 2000 tot 102 in Dit is een afname van 34%. Vanuit de VLAM zijn de gegevens voor 2006 en 2007 beschikbaar voor Vlaanderen. In 2006 bleken er in Vlaanderen 99 erkende pakstations te bestaan, terwijl er 87 waren in Ook het aantal eiproductenfabrikanten nam af tussen 2000 en 2004, maar is sindsdien stabiel gebleven. De VLAM geeft aan dat het aantal erkende fabrikanten van eiproducten tussen 2006 en 2007 is gereduceerd in Vlaanderen. In 2006 waren er nog 6, terwijl er maar 2 erkende eiproductenfabrikanten waren in Tabel 30. Officieel erkende pakstations en eiproductenfabrikanten (aantal) Pakstation Eiproductenfabrikant Bron: FAVV (2008) Buitenlandse handel in eieren in de schaal De evolutie van de invoer van schaaleieren wordt weergegeven voor de periode van (ton) en van (x stuks) in Tabel 31 en Figuur 22. De totale Belgische invoer van eieren in de schaal kent een sterk stijgend verloop tussen 2001 en In 2006 was er een sterke daling van 58% ten opzichte van Sindsdien zit deze totale import van schaaleieren naar België terug in een opmars. Nederland is traditioneel de belangrijkste leverancier van de geïmporteerde eieren. Frankrijk volgt op de tweede plaats. De import van schaaleieren uit derde landen naar België is verwaarloosbaar. In 2008 omvatte deze extracommunautaire import slechts 1% van de totale import. Eiersector 52

58 Tabel 31. Invoer van eieren in de schaal ( : ton); ( : x stuks) HERKOMST (TON) (x stuks) Frankrijk Nederland Duitsland Italië Spanje Verenigd Koninkrijk Griekenland Luxemburg Ierland Portugal Oostenrijk Finland Zweden Denemarken EU Derde landen TOTAAL Bron: EUROSTAT + bewerkingen VLAM eieren in de schaal (ton) aantal eieren in de schaal (x stuks) jaar Figuur 22. Invoer van eieren in de schaal (ton); (x stuks); Bron: EUROSTAT + bewerkingen VLAM Eiersector 53

59 In Tabel 32 en Figuur 23 wordt een overzicht gegeven van de uitvoer van schaaleieren voor de periode (ton) en (x stuks). In 2002 steeg de totale Belgische uitvoer van schaaleieren met 14% ten opzichte van Deze uitvoer bleef stabiel in In 2004 en 2005 daalde de uitvoer van eieren met respectievelijk 8 en 1%, maar België blijft een netto-exporteur van eieren in de schaal. Tussen 2005 en 2008 zien we een dalend verloop in het aantal geëxporteerde schaaleieren, maar toch blijft België ook in deze periode een netto-exporteur. Nederland, Duitsland en Frankrijk bleven in 2008 de voornaamste bestemmingen. Niet alleen de extracommunautaire import, maar ook de extracommunautaire export van eieren in de schaal door België is verwaarloosbaar. Deze export naar derde landen is in 2008 slechts goed voor 2% van de totale uitvoer van schaaleieren. Tabel 32. Uitvoer van eieren in de schaal ( : ton); ( : x stuks) BESTEMMING (TON) (x stuks) Frankrijk Nederland Duitsland Italië Spanje Verenigd Koninkrijk Griekenland Luxemburg Ierland Portugal Oostenrijk Finland Zweden Denemarken EU Derde landen TOTAAL Bron: EUROSTAT. + bewerkingen VLAM Eiersector 54

60 eieren in de schaal (ton) jaar aantal eieren in de schaal (x 1.000) Figuur 23. Uitvoer van eieren in de schaal (ton); (x stuks); Bron: EUROSTAT + bewerkingen VLAM Buitenlandse handel in eiproducten De evolutie van de invoer van eiproducten wordt weergegeven voor de periode in Figuur 24 en Tabel 33. In 2002 lag deze invoer 32% hoger dan in Tussen 2002 en 2005 bleef de invoer stabiel. In 2006 was er terug een fikse stijging van 34% ten opzichte van het voorafgaande jaar. Dit niveau werd min of meer behouden in 2007 en In 2008 blijft Nederland de belangrijkste handelspartner. De extracommunautaire invoer van eiproducten door België is verwaarloosbaar: in 2008 bedroeg dit slechts 0,5% van de totale invoer. hoeveelheid eiproducten (ton) jaar Figuur 24. Invoer van eiproducten door België (ton) ; Bron: EUROSTAT. + bewerkingen VLAM Eiersector 55

61 Tabel 33. Invoer van eiproducten door België (ton) HERKOMST Frankrijk Nederland Duitsland Italië Spanje Verenigd Koninkrijk Griekenland Luxemburg Ierland Portugal Oostenrijk Finland Zweden Denemarken EU Derde landen TOTAAL Bron: EUROSTAT. + bewerkingen VLAM In Figuur 25 en Tabel 34 wordt een overzicht gegeven van de uitvoer van eiproducten voor de periode Tussen 2001 en 2003 daalde de invoer (-20% in 2003 ten opzichte van 2001). In 2004 en 2005 bleef de uitvoer ongeveer op hetzelfde niveau als in In de daaropvolgende jaren is de uitvoer sterk gedaald: in 2006 ligt de uitvoer 53% lager dan in Na een stijging van 20% in 2007 werd dit niveau behouden in België is sinds 2005 niet langer netto-exporteur van eiproducten, wat voorheen wel het geval was. De export naar EU-lidstaten omvat het grootste deel, met Frankrijk als belangrijkste handelspartner. Daarnaast exporteert België ook nog een aanzienlijk aandeel eiproducten naar Nederland, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland. De extracommunautaire export was in 2008 goed voor slechts 2,5% van de totale hoeveelheid geëxporteerde eiproducten door België. Eiersector 56

62 Tabel 34. Uitvoer van eiproducten door België (ton) BESTEMMING Frankrijk Nederland Duitsland Italië Spanje Verenigd Koninkrijk Griekenland Luxemburg Ierland Portugal Oostenrijk Finland Zweden Denemarken EU Derde landen TOTAAL Bron: EUROSTAT. + bewerkingen VLAM h o e v e e lh e id e ip ro d u c te n (to n ) jaar Figuur 25. Uitvoer van eiproducten door België (ton) ; Bron: EUROSTAT + bewerkingen VLAM Eiersector 57

63 3.3.3 Distributie en verbruik Bevoorradingsbalans eieren: NIS-cijfers Een samenvatting van de gegevens in verband met productie van en buitenlandse handel in eieren resulteert in de bevoorradingsbalans (Tabel 35). Sinds 24 januari 2005 worden de bevoorradingsbalansen voor dierlijke producten niet meer gemaakt door het NIS. Deze bevoegdheden zijn overgedragen naar EUROSTAT, waar men tot op heden nog geen enkele balans heeft gepubliceerd of opgesteld. Daardoor beslaat de voorgestelde bevoorradingsbalans voor eieren enkel de periode In 2000 was de zelfvoorzieningsgraad 122% en in 2001 klom de zelfvoorzieningsgraad tot 131%. Tussen 2002 en 2003 was dit 120% en nam lichtjes toe tot 124% in In 2004 bedroeg het verbruik van eieren 224 eieren per persoon per jaar, dat is evenveel als in Wel is er in de periode een daling van het thuisverbruik van eieren ten voordele van buitenhuisverbruik en eiproducten. In 2004 werden per persoon zowat 86 eieren in de schaal thuis geconsumeerd. Tabel 35. Bevoorradingsbalans voor eieren in België (1.000 stuks), Inlandse productie België Uitvoer eieren in de schaal eiproducten Invoer eieren in de schaal eiproducten Beschikbaar Menselijke voeding Verbruik/persoon (stuks/pers) thuisverbruik (stuks/pers) 98,2 91,2 89,9 87,5 85,8 buitenhuisverbruik en eiproducten (stuks/pers) 125,8 122,8 127,1 127,5 138,2 ZELFVOORZIENINGSGRAAD (%) Bron: CLE tot 2001, NIS sinds 2002, VLAM: GfK + berekeningen Eiersector 58

64 Thuisverbruik van eieren: GfK-cijfers In Figuur 26 en Figuur 27 wordt een overzicht gegeven van de GfK-cijfers van thuisverbruik voor eieren. In de periode kende het thuisverbruik van eieren, uitgedrukt in stuks per capita, een dalend verloop. In 2005 tot 2007 is er opnieuw een stijging tot 92,1 stuks per capita. Het thuisverbruik is in 2008 wat gedaald in vergelijking met 2007, maar blijft hoger dan in de periode stuks per capita ,2 91,2 89,9 88,1 86,7 88,6 90,8 92,1 91, jaar Figuur 26. Thuisverbruik eieren , stuks per capita; Bron: GfK Panelservices Benelux De bestedingen zijn in 2001 met 2% gedaald ten opzichte van In de periode stegen de bestedingen (+8% in 2003 ten opzichte van 2001), terwijl ze in 2004 en 2005 terug daalden met respectievelijk 8 en 6%. Hoewel het aantal stuks per capita daalde in 2008, zorgde de prijsverhoging voor een positieve evolutie bij de bestedingen. euro per capita ,9 16,3 14,8 12,6 12,7 13,6 12,5 13,5 11, jaar Figuur 27. Thuisverbruik eieren , euro per capita; Bron: GfK Panelservices Benelux Figuur 28 geeft een beeld van de evolutie van kooi-, bio- en vrije uitloop en scharreleieren uitgedrukt in percentage van volume. Sinds 2002 daalt het aandeel bio-eieren, maar dit percentage blijft stabiel tussen 2006 en Bio-eieren zijn beduidend duurder (bijna 2x) in vergelijking met andere eieren. Eiersector 59

65 De consumptie van vrije uitloop en scharreleieren is de voorbije jaren sterk gestegen. Dit is te wijten aan het niet meer beschikbaar zijn van kooi-eieren in de supermarkten. Na Makro in januari 2006 weerden Delhaize, Lidl en Aldi kooi-eieren uit hun assortiment (Desmet & Viaene, 2007). Uiteindelijk koopt de consument wat er in de winkel te vinden is. 100% kooi-eieren (incl overige) bio-eieren vrije uitloop & scharreleieren 80% 34,90% 36,90% 35,70% 35,80% 50,40% % van volume 60% 40% 20% 0% 5,1% 4,5% 4,2% 3,9% 60,0% 58,6% 60,2% 60,3% 45,9% 3,7% 71,40% 25,0% 3,6% 82,50% 13,9% jaar 3,7% Figuur 28. Evolutie van alternatieve en kooi-eieren in percentage van volume; Bron: GfK Panelservices Benelux Figuur 29 omvat de GfK-cijfers met betrekking tot de evolutie marktaandelen van de retailers voor eieren. Sinds 2001 is er een duidelijke groei in het aandeel van DIS 2 ten nadele van de overige distributiekanalen. Bij het uitsplitsen van DIS 2 in Hard Discount en Buurtsupermarkten valt op te merken dat de buursupermarkten in de periode belangrijker worden voor eieren, maar in 2008 daalt dit aandeel. Zoals in de meeste markten, wint de Hard Discount ook in de eiermarkt aan belang. 100% 80% 22,70% DIS 1 DIS 2 DIS 2 - Hard Discount DIS 2 - Buurtsupermarkten hoeve/overig 14,80% 12,30% 11,40% 10,80% 11,50% 16,00% 12,50% 13,50% 21,10% 19,20% 12,40% 11,30% % van volume 60% 40% 30,90% 30,40% 30,70% 35,10% 36,00% 26,40% 28,40% 29,60% 31,30% 20% 46,40% 48,50% 50,10% 48,90% 49,20% 48,80% 47,80% 46,10% 45,90% 0% jaar Figuur 29. Evolutie van de marktaandelen van de retailers; Bron: GfK Panelservices Benelux Eiersector 60

66 Uit de analyse van de aankoopfrequentie (Figuur 30) kan tenslotte besloten worden dat de aandelen van de Belgen die niet vaak (1-10x) of net wel vaak eieren kopen de voorbije jaren gedaald is, terwijl de gemiddelde aankoopfrequentie belangrijker wordt. In 2008 wordt het niveau van 2007 behouden wat betreft de kopers met een lage aankoopfrequentie. We merken een lichte toename bij de gemiddelde aankoopfrequentie, ten koste van de hoge aankoopfrequentie. Vooral welgestelde gezinnen met kinderen zijn frequente eikopers en worden ook belangrijker. Het aandeel van tweeverdieners en alleenstaanden daalt. Zij zijn vooral terug te vinden bij de groep met een lage aankoopfrequentie. 100% 80% Lage aankoopfrequentie Gemiddelde aankoopfrequentie Hoge aankoopfrequentie 18,8% 17,5% 17,7% 17,2% 38,2% 35,3% 37,0% 34,7% 60% 27,7% 29,3% 30,3% 30,7% % 40% 31,3% 34,8% 34,6% 35,1% 20% 53,5% 53,3% 52,0% 52,1% 30,4% 29,8% 28,4% 30,1% 0% Kopers Stuks jaar Figuur 30. Evolutie van de aankoopfrequentie; Bron: GfK Panelservices Benelux Eiersector 61

67 4. GEVOGELTESECTOR 4.1 De bedrijfskolom KIP In Figuur 31 wordt er een overzicht gegeven van de bedrijfskolom kip. Hierbij wordt gestart bij de vermeerderingsbedrijven waar de zogenaamde zware moederdieren instaan voor de productie van broedeieren voor de vleeskippen. De broedeieren worden in de broeierij uitgebroed tot eendagskuikens. De eendagskuikens bestemd voor de productie van vleeskippen gaan onmiddellijk naar vleeskippenbedrijven. De periode om van een eendagskuiken een vleeskip te produceren neemt ongeveer zes weken in beslag. Vervolgens worden de vleeskippen per toom 1 naar de pluimveeslachterij gebracht. De karkassen worden versneden in de versnijderij en de kippendelen komen bij de detailhandel en de horeca terecht. Uiteindelijk bereikt het kippenvlees de consument via beide kanalen. VERMEERDERINGSBEDRIJF VEEVOEDERBEDRIJF export import broedeieren BROEIERIJ eendagskuikens VLEESKIPPENBEDRIJF toom 1 PLUIMVEESLACHTERIJ karkassen export import VEEVOEDERBEDRIJF karkassen VERSNIJDERIJ & VERWERKING delen HORECA delen DETAILHANDEL CONSUMENT Figuur 31. Overzicht van de bedrijfskolom kip 1 Alle pluimvee met dezelfde gezondheidsstatus, dat in dezelfde stal of binnen dezelfde uitloopruimte wordt gehouden en dat een epidemiologische eenheid vormt. Ongeveer dieren/toom en 6 tot 6,5 tomen/jaar Gevogeltesector 62

68 4.2 Ontwikkeling in EU-perspectief De positie van de Belgische braadkippensector ten opzichte van de overige EU-lidstaten wordt geschetst aan de hand van twee parameters: de productie van en de buitenlandse handel in braadkippenvlees. Tot mei 2004 heeft de EU betrekking op 15 lidstaten. In mei 2004 zijn er 10 nieuwe lidstaten toegetreden tot de Europese Unie en sinds januari 2007 zijn ook Bulgarije en Roemenië lid van de EU. Voor 2006 tot 2008 wordt de volledige Europese Unie gerekend (EU), maar tevens wordt het cijfer EU-15 meegedeeld Productie in de EU-lidstaten De jaarlijkse braadkippenproductie in de EU wordt weergegeven voor de periode in Tabel 38; voor 2008 zijn er geen cijfers ter beschikking. In 2001 steeg de productie met 3% ten opzichte van Deze stijging is toe te schrijven aan een toename in nagenoeg alle lidstaten. In 2002 bleef de tonnage op hetzelfde niveau als in In 2003 en 2004 daalde de EU-productie, maar stabiliseerde zich in het daaropvolgende jaar. In 2007 werd er ongeveer 2% meer braadkippenvlees geproduceerd als in Het Verenigd Koninkrijk blijft de voornaamste producent van braadkippenvlees binnen de EU. Daarnaast zorgen ook Spanje en Frankrijk voor een aanzienlijk aandeel in de jaarlijkse productie. De Belgische productie blijft dalen en is in 2007 slechts verantwoordelijk voor 2,8% van de EU-15- produtie. Tabel 36. Jaarlijkse productie van braadkippenvlees door de EU-lidstaten (1.000 ton) België/Lux Duitsland Frankrijk Nederland Denemarken Ierland Italië Griekenland Spanje Portugal Oostenrijk Zweden Finland Verenigd Koninkrijk EU EU Bron: EU-Commissie, EEPA (2007) Gevogeltesector 63

69 4.2.2 Handel in kippenvlees door de EU-lidstaten In Tabel 37 wordt de import van kippenvlees door de EU-lidstaten weergegeven. In de periode bleef de import vanuit de EU quasi constant op hetzelfde niveau. In 2004 daalde de intracommunautaire import met 6% ten opzichte van 2003, maar zit sindsdien in een stijgende trend. In 2008 werd een maximum bereikt in de intracommunautaire import van kippenvlees. Het Verenigd Koninkrijk, Nederland, Duitsland en Frankrijk blijven de grootste importeurs van kippenvlees uit de EU-lidstaten. België volgt in 2008 op de vijfde plaats, met een aandeel van 6% van de totale intracommunautaire invoer. In de periode is de extracommunautaire import van kippenvlees jaarlijks toegenomen. In 2004 daalde de import uit derde landen met 15% ten opzichte van 2003, maar herstelde zich goed in In 2006 importeerde de EU-15 terug veel minder kippenvlees uit niet-eu-lidstaten, namelijk 35% minder dan in In 2007 werd het niveau van 2006 behouden, in 2008 was er terug een daling in de extracommunautaire import. In 2008 waren Nederland, Spanje, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland de belangrijkste importeurs van kippenvlees uit de derde landen. In Tabel 38 wordt de export van kippenvlees door de EU-lidstaten weergegeven. De EU is traditioneel een netto-exporteur van kippenvlees en dit bleef ook zo in De intracommunautaire export van kippenvlees kende de voorbije jaren een zeer schommelend verloop. In 2008 was er een daling van 8% ten opzichte van Nederland, België en het Verenigd Koninkrijk zijn de grootste exporteurs binnen de EU. De extracommunautaire export is in de voorbije jaren sterk gedaald, maar nam toe in 2008: een stijging van 15% ten opzichte van In 2008 bleven Frankrijk en Nederland de voornaamste exporteurs van kippenvlees naar niet-eu-lidstaten. Duitsland en België volgen op de derde en vierde plaats. In 2008 bedroeg het aandeel van de extracommunautaire uitvoer van kippenvlees bijna 30% van de totale export. Gevogeltesector 64

70 Tabel 37. Import van kippenvlees door de EU-lidstaten (ton geslacht gewicht) NAAR Herkomst: EU-Lidstaten (1) België Denemarken Duitsland Finland Frankrijk Griekenland Ierland Italië Luxemburg Nederland Oostenrijk Portugal Spanje Zweden Verenigd Koninkrijk EU EU Herkomst: Derde landen België Denemarken Duitsland Finland Frankrijk Griekenland Ierland Italië Luxemburg Nederland Oostenrijk Portugal Spanje Zweden Verenigd Koninkrijk EU EU TOTAAL EU EU Bron: EUROSTAT + bewerkingen VLAM; (1) Tot mei 2004: EU-15, vanaf mei 2004: EU-25 Gevogeltesector 65

71 Tabel 38. Export van kippenvlees door de EU-lidstaten (ton geslacht gewicht) VAN Naar: EU-Lidstaten (1) België Denemarken Duitsland Finland Frankrijk Griekenland Ierland Italië Luxemburg Nederland Oostenrijk Portugal Spanje Zweden Verenigd Koninkrijk EU EU Naar: Derde landen België Denemarken Duitsland Finland Frankrijk Griekenland Ierland Italië Luxemburg Nederland Oostenrijk Portugal Spanje Zweden Verenigd Koninkrijk EU EU TOTAAL EU EU Bron: EUROSTAT; (1) Tot mei 2004: EU-15, vanaf mei 2004: EU-25 Gevogeltesector 66

72 4.3 De Belgische braadkippensector Productie Productiestructuur De evolutie van de braadkippenstapel en het aantal braadkippenbedrijven in België wordt weergegeven voor de periode in Tabel 39 en Figuur 32. De gegevens zijn afkomstig van de 15 meitelling van het Nationaal Instituut voor de Statistiek (NIS). In de periode is de Belgische braadkippenstapel nagenoeg stabiel gebleven. In 2003 is de braadkippenstapel afgenomen met ongeveer 23% ten opzichte van Ook het aantal braadkippenbedrijven is in 2003 sterk gedaald. In 2004 werd een deel hersteld, maar sindsdien is er een afname in de braadkippenstapel en het aantal bedrijven. In 2007 en 2008 bleef de productie quasi gelijk als het niveau van Tabel 39. Evolutie van de braadkippenstapel en -bedrijven in België jaar Braadkippenstapel Bedrijven (1.000 stuks) (aantal) Bron: NIS, land- en tuinbouwtelling op 15 mei Braadkippenstapel Bedrijven aantal dieren (x stuks) jaar aantal bedrijven Figuur 32. Evolutie van de braadkippenstapel en -bedrijven in België, ; Bron: NIS, land- en tuinbouwtelling op 15 mei Gevogeltesector 67

73 Op basis van de cijfers van het Nationaal Instituut voor de Statistiek wordt de structuur van de Belgische braadkippenbedrijven weergegeven in Tabel 40 en Figuur 33; de cijfers voor 2008 waren nog niet ter beschikking bij het ter perse gaan van dit overzicht. Volgens deze cijfers worden in België ongeveer 20 miljoen braadkippen gehouden in De verschuiving naar grotere bedrijven zet zich verder door. In 2007 bedroeg de gemiddelde bedrijfsgrootte voor de bedrijven met meer dan braadkippen braadkippen per bedrijf. Wanneer de bedrijven met minder dan braadkippen buiten beschouwing worden gelaten, dan hebben de meeste braadkippenbedrijven tot braadkippen (34% van het totaal aantal bedrijven in 2007). De bedrijven met tot braadkippen vormen de tweede grootste klasse met 26% van het totaal aantal bedrijven in Tabel 40. Bedrijfsstructuur van de Belgische braadkippensector, aantal bedrijven en aantal dieren (x stuks) bedrijven dieren bedrijven dieren bedrijven dieren bedrijven dieren < > TOTAAL Bron: NIS, land- en tuinbouwtelling op 15 mei a a n ta l b e d rijv e n bedrijven dieren > bedrijfsgrootte a a n ta l d ie re n (x ) Figuur 33. Structuur van de Belgische braadkippensector in 2007; Bron: NIS, land- en tuinbouwtelling op 15 mei Gevogeltesector 68

74 Regionale spreiding In Tabel 41 wordt een overzicht gegeven van de regionale structuur van de Belgische braadkippensector. We kunnen hierbij vaststellen dat het aantal bedrijven daalt, maar het aantal dieren blijft wel in stand gehouden. Het Vlaamse Gewest vertegenwoordigt steeds minstens 80% van de totale braadkippenproductie, met West-Vlaanderen en Antwerpen als koptrekkers. In Antwerpen zijn de braadkippen verdeeld over minder bedrijven dan in West-Vlaanderen. Tabel 41. Regionale structuur van de Belgische braadkippensector, aantal bedrijven en aantal dieren (x stuks), bedrijven dieren bedrijven dieren bedrijven dieren bedrijven dieren Antwerpen Vlaams-Brabant West-Vlaanderen Oost-Vlaanderen Limburg Waals-Brabant Henegouwen Luik Luxemburg Namen TOTAAL Bron: NIS, land- en tuinbouwtelling op 15 mei Gevogeltesector 69

75 Evolutie jaarlijkse opzet van braadkippen De opzetcijfers van het lastenboek afgesloten tussen het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Kwaliteit, Dienst Normering en Controle Dierlijke Productie (NCDP) en de Landsbond, Vlaamse bedrijfspluimvee- en konijnenhouders zijn de meest betrouwbare gegevens aangezien deze cijfers door de technische helper maandelijks, rechtstreeks bij alle erkende broeierijen worden opgetekend. De broeierijen geven volgende gegevens door: de kuikens die geleverd worden bij Belgische pluimveehouders afkomstig uit eigen broeierij, andere broeierij uit loonbroed (loonbroed door derden), import en aankoop bij andere broeierij. De kuikens uit loonbroed, verkocht aan een andere broeierij en geleverd in het buitenland, worden niet opgetekend. In Tabel 42 wordt de opzet van vleeskippen in de periode weergegeven. Figuur 34 geeft een beeld van het aantal opgezette vleeskippen per maand. De evolutie van het aantal opgezette vleeskippen, cumulatief over 12 maanden, wordt grafisch weergegeven in Figuur 35. Na de uitbraak van Aviaire Influenza trad er een herstel op vanaf juni 2003, maar sinds oktober 2005 bereikte het aantal opgezette vleeskippen cumulatief over 12 maanden nooit meer de kaap van 180 miljoen opgezette vleeskippen. Tabel 42. Evolutie opgezette vleeskippen (1.000 stuks) cum cum cum cum cum 2008 januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december Bron: NCDP (2008) Gevogeltesector 70

76 aantal opgezette dieren (x ) jan/04 mrt/04 mei/04 jul/04 sep/04 nov/04 jan/05 mrt/05 mei/05 jul/05 sep/05 nov/05 jan/06 mrt/06 mei/06 jul/06 sep/06 nov/06 jan/07 mrt/07 mei/07 jul/07 sep/07 nov/07 jan/08 mrt/08 mei/08 jul/08 sep/08 nov/08 maand Figuur 34. Aantal opgezette vleeskippen (x 1.000) per maand, ; Bron: NCDP (2008) Gevogeltesector 71

77 aantal opgezette dieren (x 1.000) jan/04 mrt/04 mei/04 jul/04 sep/04 nov/04 jan/05 mrt/05 mei/05 jul/05 sep/05 nov/05 jan/06 mrt/06 mei/06 jul/06 sep/06 nov/06 jan/07 mrt/07 mei/07 jul/07 sep/07 nov/07 jan/08 mrt/08 mei/08 jul/08 sep/08 nov/08 maand Figuur 35. Evolutie opzet vleeskippen cumulatief over 12 maanden; Bron: NCDP (2008) Gevogeltesector 72

78 Marktprijzen De prijsvorming van levende kippen gebeurt binnen de Nationale Prijzencommissie van Deinze. In deze commissie overleggen wekelijks vertegenwoordigers van producenten enerzijds en van groothandelaars anderzijds om tot een representatieve prijs te komen. In Tabel 43 en Figuur 36 wordt een overzicht gegeven van de evolutie van de gemiddelde producentenprijzen per jaar voor braad- en soepkippen gedurende de periode Tabel 44 en Figuur 37 geven een beeld van de variatie van de producentenprijzen tijdens Tabel 43. Jaargemiddelden producentenprijzen (euro/kg op voet) voor braad- en soepkippen, jaar soepkip braadkip extra-zware halfzware lichte ,50 0,26 0,22 0, ,29 0,15 0,11 0, ,29 0,16 0,12 0, ,32 0,09 0,06 0, ,39 0,07 0,04 0, ,25 0,05 0,03 0, ,42 0,15 0,11 0, ,49 0,19 0,15 0,87 Bron: Handelsnoteringen Deinze extra-zware soepkip halfzware soepkip lichte soepkip braadkip jaargem iddelde p rodu centen prijs (euro/kg o p vo et) 1,0 0,9 0,8 0,7 0,6 0,5 0,4 0,3 0,2 0,1 0, jaar Figuur 36. Jaargemiddelden producentenprijzen (euro/kg op voet) voor braad- en soepkippen, ; Bron: Handelsnoteringen Deinze Gevogeltesector 73

79 Tabel 44. Producentenprijzen (euro/kg op voet) voor braad- en soepkippen in 2008 datum soepkip braadkip extra-zware halfzware lichte 01/01 0,59 0,23 0,19 0,86 08/01 0,59 0,23 0,19 0,86 15/01 0,59 0,27 0,23 0,86 22/01 0,61 0,27 0,23 0,86 29/01 0,62 0,28 0,24 0,85 05/02 0,66 0,30 0,26 0,83 12/02 0,63 0,30 0,26 0,87 19/02 0,63 0,30 0,26 0,92 26/02 0,61 0,27 0,23 0,92 04/03 0,59 0,25 0,21 0,91 11/03 0,59 0,23 0,19 0,91 18/03 0,59 0,22 0,18 0,91 25/03 0,58 0,20 0,16 0,89 01/04 0,58 0,19 0,15 0,88 08/04 0,55 0,18 0,14 0,87 15/04 0,53 0,17 0,13 0,87 22/04 0,53 0,16 0,12 0,85 29/04 0,53 0,15 0,11 0,85 06/05 0,51 0,14 0,10 0,85 13/05 0,51 0,13 0,09 0,87 20/05 0,49 0,12 0,08 0,90 27/05 0,47 0,11 0,07 0,92 03/06 0,46 0,11 0,07 0,92 10/06 0,44 0,11 0,07 0,95 17/06 0,42 0,11 0,07 0,96 24/06 0,40 0,11 0,07 0,96 01/07 0,39 0,11 0,07 0,96 08/07 0,37 0,11 0,07 0,93 15/07 0,37 0,11 0,07 0,90 22/07 0,37 0,11 0,07 0,86 29/07 0,35 0,11 0,07 0,80 05/08 0,34 0,11 0,07 0,80 12/08 0,34 0,11 0,07 0,84 19/08 0,35 0,12 0,08 0,88 26/08 0,36 0,12 0,08 0,88 02/09 0,39 0,15 0,11 0,90 09/09 0,42 0,16 0,12 0,91 16/09 0,44 0,18 0,14 0,91 23/09 0,44 0,19 0,15 0,91 30/09 0,47 0,20 0,16 0,90 07/10 0,49 0,21 0,17 0,90 14/10 0,47 0,21 0,17 0,90 21/10 0,47 0,22 0,18 0,88 28/10 0,48 0,24 0,20 0,84 04/11 0,48 0,25 0,21 0,80 11/11 0,48 0,25 0,21 0,76 18/11 0,48 0,24 0,20 0,74 25/11 0,52 0,24 0,20 0,76 02/12 0,52 0,24 0,20 0,78 09/12 0,52 0,24 0,20 0,80 16/12 0,52 0,24 0,20 0,80 23/12 0,52 0,24 0,20 0,81 Bron: Handelsnoteringen Deinze Gevogeltesector 74

80 extra-zware soepkip halfzware soepkip lichte soepkip braadkip 1,2 1,0 producentenprijs (euro/100 stuks) 0,8 0,6 0,4 0,2 0, week Figuur 37. Producentenprijzen (euro/kg op voet) voor braad- en soepkippen 2008; Bron: Handelsnoteringen Deinze Gevogeltesector 75

81 Evolutie van de technische resultaten van braadkippen in België In het kader van de Technische ondersteuning landbouw Adviesdiensten ondersteund door de Vlaamse Overheid, departement Landbouw en Visserij, worden door VEPEK prestatiecontroles uitgevoerd bij pluimveebedrijven met het doel over een aantal technische parameters te beschikken. De berekeningen zijn gebaseerd op de gegevens die door de bedrijfsbegeleiding zijn ingezameld gedurende de periode In Tabel 45, Figuur 38, 39 en 40 wordt een overzicht gegeven van de evolutie in de tijd van een aantal technische resultaten. Over de jaren heen bleef de gewogen duur ongeveer constant en schommelde rond de 41 dagen, met een minimum van 40,1 dagen in In 1998 en 1999 bedroeg het gemiddelde nettogewicht 2,1 kg per braadkip. De daaropvolgende jaren is een stijging te zien en in 2008 werd een nettogewicht genoteerd van 2,4 kg per braadkip, net zoals in 2005 en Over de jaren heen is het sterftepercentage gedaald. De gemiddelde groei steeg ieder jaar met 1 à 2 gram per dier per dag, maar bleef sinds 2003 stabiel op 56 gram/dier/dag. In 2008 werd een maximum bereikt met 62 gr/dier/dag. Het voederverbruik per dier per dag en het voederverbruik per dier is ongeveer constant gebleven sinds Na het hoge percentage tarwe in het krachtvoeder in 2005 en 2006, is dit in 2007 minder dan 3%. In 2008 is er opnieuw een stijging tot 13,5%. Tabel 45. Evolutie technische parameters braadkippen ( ) Jaar Gewogen Gemiddeld Uitval Gemiddelde Voederverbruik duur nettogewicht groei per kg braadkip (dagen) (kg/stuk) (%) (gr/dier/dag) (kg/kg) ,1 2,4 3,9 62 1, ,6 2,4 4,9 56 1, ,3 2,3 3,3 56 1, ,1 2,4 3,6 56 1, ,1 2,3 4,3 56 1, ,2 2,3 3,7 56 1, ,2 2,3 4,3 55 1, ,0 2,2 4,3 54 1, ,4 2,2 4,4 52 1, ,0 2,1 4,6 50 1, ,3 2,1 5,8 49 1,8 Jaar Voeder/dier/dag Voeder per dier kg tarwe per 100kg krachtvoeder Productiegetal (gr/st/dag) (kg/stuk) (%) ,1 13,5 331, ,2 2,8 313, ,1 22,7 315, ,1 20,5 315, ,0 6,4 307, ,0 8,2 311, ,0 4,9 301, ,0 14,5 297, , , ,9 15,3 267, ,7 9,7 264,5 Gevogeltesector 76

82 gemiddelde groei (gr/dier/dag) jaar Figuur 38. Gemiddelde groei ( ) voeder/dier/dag (gr/dier/dag) jaar Figuur 39. Voeder per dier per dag ( ) productiegetal jaar Figuur 40. Productiegetal ( ) Gevogeltesector 77

83 4.3.2 Pluimveeslachterijen Definitie en aantal In toepassing van de betrokken regelgeving moeten slachthuizen en uitsnijderijen beschikken over een erkenning. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen de slachterijen erkend voor het intracommunautaire handelsverkeer (EG-erkenning) en de slachterijen erkend voor de nationale markt (erkenning geringe capaciteit). Om een EG-erkenning te bekomen moeten de inrichtingen voldoen aan de inrichtingsvoorwaarden gesteld in bijlage I van het K.B. van 30 december 1992 betreffende de erkenning en de inrichtingsvoorwaarden van slachthuizen en andere inrichtingen. De exploitanten van inrichtingen die niet voldoen aan deze voorwaarden kunnen een erkenning bekomen als inrichting met geringe capaciteit wanneer ze voldoen aan de voorwaarden in bijlage II van ditzelfde K.B. In Tabel 46 wordt een overzicht gegeven van het aantal erkende pluimveeslachterijen en versnijderijen in België. Tabel 46. Erkende pluimveeslachterijen en -versnijderijen in België EG-erkenning Erkenning geringe capaciteit EG-erkenning Erkenning geringe capaciteit Slachthuis gevogelte Uitsnijderij voor vlees van gevogelte Bron: FAVV Ontwikkeling slachtcijfers braadkip In Tabel 47 en Figuur 41 wordt een overzicht gegeven van de ontwikkeling van de slachtcijfers. In 1997 werd 52% meer gevogelte geslacht dan in In 2000 daalde het aantal slachtingen met 8% ten opzichte van 1997, terwijl in 2003 opnieuw een stijging werd vastgesteld (+28% in 2003 ten opzichte van 2000). In 2004 steeg het aantal slachtingen met 13% ten opzichte van Ondanks het feit dat het aantal slachtingen iets lichtjes is gedaald in 2005, blijft dit hoger dan in de periode voorafgaand aan In 2008 wordt het niveau van 2004 geëvenaard. Braadkippen maken bijna 90% uit van het totaal aantal slachtingen. Tabel 47. Ontwikkeling van de slachtcijfers: aantal slachtingen (x 1.000) 1991 (1) 1994 (1) 1997 (1) 2000 (1) 2003 (2) 2004 (2) 2005 (2) 2008 (2) Braadkippen Soepkippen TOTAAL Bron: (1) NIS, CLE; (2) FAVV, activiteitenverslag Gevogeltesector 78

84 aantal slachtingen (x 1.000) Braadkippen Soepkippen (1) 1994 (1) 1997 (1) 2000 (1) 2003 (2) 2004 (2) 2005 (2) 2008 (2) jaar Figuur 41. Ontwikkeling van de slachtcijfers: aantal slachtingen (x 1.000); Bron: (1) NIS, CLE; (2) FAVV, activiteitenverslag Buitenlandse handel Buitenlandse handel in levend gevogelte De evolutie van de invoer van levend pluimvee naar België wordt weergegeven voor de periode (ton) en (x 1000 stuks) in Tabel 48 en Figuur 42. Tussen 2001 en 2002 is de Belgische invoer van levend pluimvee gestegen. In 2003 daalde de invoer met 14% ten opzichte van 2002, maar steeg opnieuw in de daaropvolgende twee jaren. Ook in 2006 steeg het aantal stuks ingevoerd levend pluimvee en na de lichte daling in 2007 werd het niveau van 2006 terug behaald in De invoer van levend pluimvee naar België gebeurt enkel vanuit een viertal EU-lidstaten. Nederland blijft de belangrijkste handelspartner, gevolgd door Frankrijk en Duitsland. In 2008 bedroeg de import vanuit Nederland 67% van de totale invoer en vanuit Frankrijk was dit 32%. Tabel 48. Invoer van levend pluimvee ( : ton); ( : x stuks) HERKOMST (TON) (x stuks) Frankrijk Nederland Duitsland Italië Luxemburg EU Derde landen TOTAAL Bron: EUROSTAT + bewerkingen VLAM Gevogeltesector 79

85 levend pluimvee (ton) jaar levend pluimvee (x stuks) Figuur 42. Invoer van levend pluimvee; (ton), (x stuks); Bron: EUROSTAT + bewerkingen VLAM In Tabel 49 en Figuur 43 wordt een overzicht gegeven van de uitvoer van levend pluimvee voor de periode (ton) en (x stuks). In 2002 nam de export toe met 40% ten opzichte van In 2003 is de uitvoer van levend pluimvee met 65% gedaald, maar steeg opnieuw in het jaar daarop. In 2005 werd de uitvoer van levend pluimvee zelfs verdubbeld ten opzichte van Sinds 2005 wordt er steeds minder levend pluimvee geëxporteerd vanuit België. Net zoals de import is ook de export van levend pluimvee bijna uitsluitend van intracommunautaire aard. Nederland blijft de grootste afnemer van levend pluimvee, in 2008 goed voor meer dan 90% van de totale export vanuit België. Tabel 49. Uitvoer van levend pluimvee ( : ton); ( : stuks) BESTEMMING (TON) (x stuks) Frankrijk Nederland Duitsland Luxemburg EU Derde landen TOTAAL Bron: EUROSTAT. + bewerkingen VLAM Gevogeltesector 80

86 levend pluim vee (ton) jaar levend pluim vee (x stuks) Figuur 43. Uitvoer van levend pluimvee; (ton), (1.000 stuks); Bron: EUROSTAT. + bewerkingen VLAM Buitenlandse handel in kippenvlees De evolutie van de invoer van vers en bevroren kippenvlees in de periode wordt weergegeven in Tabel 50 en Figuur 44. Deze evolutie kent een schommelend verloop. Tussen 2001 en 2002 is de invoer sterk gestegen en bleef in 2003 op ongeveer hetzelfde niveau als in In 2004 daalde de invoer met 16%, terwijl er in 2005 terug meer vers en bevroren kippenvlees werd ingevoerd. Na een licht verminderde import in 2006, steeg de invoer in 2007 met 16%, tot op het niveau van In 2008 steeg de invoer verder met 10%, tot het maximum van de voorbije 8 jaren ( ). België importeert vooral kippenvlees uit de EU-lidstaten, met Nederland en Frankrijk als de belangrijkste leveranciers. Tussen 2001 en 2004 was de extracommunautaire import eerder beperkt, maar was in 2005 en 2006 goed voor 5% van de totale Belgische invoer van vers en bevroren kippenvlees. In 2007 en 2008 zakte dit aandeel evenwel tot slechts 1,5% van de totale invoer. Gevogeltesector 81

87 Tabel 50. Invoer van vers en bevroren kippenvlees (ton), HERKOMST Frankrijk Nederland Duitsland Italië Luxemburg Verenigd Koninkrijk Ierland Denemarken Griekenland Spanje Portugal Oostenrijk Finland Zweden EU Derde landen TOTAAL Bron: EUROSTAT. + bewerkingen VLAM vers en bevroren kippenvlees (ton) jaar Figuur 44. Invoer van vers en bevroren kippenvlees (ton), ; Bron: EUROSTAT + bewerkingen VLAM Gevogeltesector 82

88 In Tabel 51 en Figuur 45 wordt een overzicht gegeven van de uitvoer van vers en bevroren kippenvlees voor de periode Ook hier wordt een sterk schommelend verloop vastgesteld. In de periode werd een stijging in de uitvoer van vers en bevroren kippenvlees telkens gevolgd door een quasi even grote daling. In 2008 bleef de totale uitvoer nagenoeg gelijk als in In de periode steeg de intracommunautaire export jaarlijks. Na de lichte daling in 2005 volgde een sterke stijging in 2006 en dit niveau blijft sindsdien min of meer behouden. Nederland en Frankrijk blijven de belangrijkste EU-handelspartners in de intracommunautaire import van vers en bevroren kippenvlees. In de extracommunautaire export waren Rusland en Kongo de belangrijkste afnemers in België is traditioneel een netto-exporteur van vers en bevroren kippenvlees. Tabel 51. Uitvoer van vers en bevroren kippenvlees (ton), BESTEMMING Frankrijk Nederland Duitsland Italië Luxemburg Verenigd Koninkrijk Ierland Denemarken Griekenland Spanje Portugal Oostenrijk Finland Zweden EU Derde landen waaronder: Zaïre Kongo Hong-Kong Rusland China TOTAAL Bron: EUROSTAT + bewerkingen VLAM Gevogeltesector 83

89 vers en bevroren kippenvlees (ton) jaar Figuur 45. Uitvoer van vers en bevroren kippenvlees (ton); Bron: EUROSTAT + bewerkingen VLAM Gevogeltesector 84

90 4.3.4 Distributie en verbruik Bevoorradingsbalans kippenvlees: NIS-cijfers De bevoorradingsbalans (Tabel 52) vertrekt van de slachtingen die in feite de netto productie is. Door in- en uitvoer van levende kippen te verrekenen wordt de bruto productie bepaald. De netto productie plus invoer en min uitvoer resulteert in de hoeveelheid beschikbaar voor menselijke consumptie. Alles wordt uitgedrukt in ton karkasgewicht. De bruto productie kent een fluctuerend verloop: dalend in 2001, 2003 en Sinds 2000 is de bruto productie het laagst in Er was wel veel uitvoer van levende dieren, en ook de invoer was nog nooit zo hoog geweest (+ 47% in vergelijking met 2000). Dit resulteert in een netto productie van ton karkasgewicht in Wat betreft het verbruik van kippenvlees per inwoner is duidelijk dat in 2005 veel kippenvlees werd geconsumeerd in vergelijking met de voorbije jaren. Enkel in 2002 was het verbruik iets hoger. De zelfvoorzieningsgraad van een land voor een bepaald product geeft aan in welke mate de binnenlandse productie volstaat om de consumptie te dekken. Bij een zelfvoorzieningsgraad die hoger is dan 100% is export noodzakelijk en moet een deel van de productie afzet vinden in andere landen. Tussen 2000 en 2005 was de zelfvoorzieningsgraad steeds hoger dan 100%, dus België moest exporteren. De lagere bruto productie en het hogere verbruik per inwoner in 2005 zorgt voor een zelfvoorzieningsgraad die lager is dan in de voorgaande jaren. Tabel 52. Bevoorradingsbalans kippenvlees in België (ton karkasgewicht), Bruto Productie uitvoer levende dieren invoer levende dieren Netto Productie uitvoer (+ bereidingen) invoer (+ bereidingen) Menselijke voeding idem kg/inwoner 18,01 17,08 20,71 18,55 16,61 19,61 ZELFVOORZIENINGSGRAAD (%) Bron: CLE tot 2001, NIS sinds 2002 Gevogeltesector 85

91 Thuisverbruik van kip: GfK-cijfers In Figuur 46 wordt een overzicht gegeven van de GfK-cijfers van thuisverbruik voor kip. In 2000 bereikte het thuisverbruik van verse kip, uitgedrukt in volume per capita, een maximum van bijna 10 kg/capita. In 2003 daalde het volume sterk, alsook in Dit is waarschijnlijk te wijten aan de uitbraak van Aviaire Influenza tijdens beide periodes. Het thuisverbruik weet zich in 2007 te herstellen en neemt verder toe in Het aantal kopers bleef quasi gelijk, maar zij kochten vaker en meer. De prijsverhoging (6,88 euro/kg in 2008 ten opzichte van 4,75 euro/kg in 2000) zorgt ervoor dat de bestedingen sterker groeien en een maximum bereiken van 65,45 euro/capita. In vergelijking met 2000 besteedde de consument in 2008 maar liefst 38% meer aan verse kip kg per capita ,99 9,46 9,77 9,24 9,38 9,06 8,35 9,06 9, jaar euro per capita ,45 50,43 54,98 54,56 56,76 56,09 52,03 60,03 65, jaar Figuur 46. Thuisverbruik verse kip , volume (kg) en euro per capita; Bron: GfK Panelservices Benelux Gevogeltesector 86

92 Figuur 47 geeft een beeld van de marktevolutie per categorie binnen totaal verse kip uitgedrukt in percentage van volume ( ). Ieder jaar is er een vooruitgang van het aandeel kippendelen en bereidingen ten nadele van braadkip. Het aandeel soepkip is sinds 2003 stabiel gebleven. braadkip kip in stukken soepkip (geheel) 100% 1,8% 1,6% 1,8% 1,2% 1,3% 1,3% 1,2% 1,2% 1,2% 80% % van volume 60% 40% 64,4% 65,5% 66,9% 69,3% 69,9% 71,0% 72,5% 72,9% 73,5% 20% 33,8% 32,9% 31,3% 29,6% 28,8% 27,8% 26,3% 25,9% 25,3% 0% Figuur 47. Evolutie kip in stukken, soep- en braadkip binnen verse kip, ; Bron: GfK Panelservices Benelux In Figuur 48 wordt een overzicht gegeven van de GfK-cijfers van thuisverbruik voor totaal vlees (vers vlees + gevogelte, kleinvee & wild). In 2001 daalde het thuisverbruik van vlees, uitgedrukt in volume per capita, met 11% ten opzichte van 2000, om zich daarna te herstellen in Toch is er van dan af, tot en met 2006, ieder jaar een daling waar te nemen. In 2007 wordt het niveau van 2005 opnieuw gehaald en in 2008 is er nog een lichte stijging dankzij een gestegen aankoopfrequentie. De groei in bestedingen is iets sterker gezien de gemiddelde prijsstijging: de gemiddelde prijs kent tussen 2000 en 2008 enkel een stijgend verloop. In 2000 bedroeg de gemiddelde prijs per kg 6,6 euro, terwijl in 2008 de gemiddelde prijs per kg bijna 2 euro duurder is: 8,4 euro/kg. Gevogeltesector 87

93 60 50 kg per capita ,0 46,4 48,7 46,1 45,3 43,8 41,9 43,5 44, jaar euro per capita ,2 328,0 355,5 351,3 353,7 346,8 340,9 361,0 372, jaar Figuur 48. Thuisverbruik totaal vlees (vers vlees + gevogelte, kleinvee & wild), volume (kg) en euro per capita, ; Bron: GfK Panelservices Benelux Figuur 49 geeft een beeld van de evolutie van de marktaandelen van de verschillende segmenten binnen totaal vlees (vers vlees + vers gevogelte, wild en konijn). Sinds 2002 kende rundvlees enkel een dalend verloop, maar dit aandeel nam sterk toe in 2007 en bleef op dit niveau in Ook het aandeel van varkensvlees is de laatste jaren licht toegenomen. Bij vleesmengelingen is er een blijvende stijging tussen 2002 en 2006, met een kleine daling van het marktaandeel in 2007 en Het marktaandeel van gevogelte, kleinvee & wild kent een fluctuerend verloop rond de 26%. Gevogeltesector 88

94 100% aandeel (%) 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 26,30% 25,90% 26,60% 26,40% 27,20% 25,90% 26,30% 1,10% 1,00% 0,90% 0,90% 0,95% 0,90% 25,00% 25,50% 25,60% 26,20% 26,50% 3,40% 3,40% 3,50% 3,40% 3,40% 24,40% 24,50% 0,80% 1,00% 0,80% 1,20% 1,10% 1,00% 0,90% schaap-en 2,10% 2,30% 2,30% 2,30% 2,50% 2,20% 2,35% lamsvlees 21,70% 22,10% 21,50% 22,00% 21,70% 22,20% varkensvlees 21,40% 3,40% 19,20% 18,70% 18,60% 18,10% 17,30% 20,10% 20,10% jaar gevogelte, kleinvee & wild orgaanvlees+afval 0,90% vleesmengelingen paardenvlees 3,00% kalfsvlees rundvlees Figuur 49. Marktaandelen van de verschillende segmenten binnen (% van het volume); Bron: GfK Panelservices Benelux In Figuur 50 wordt de marktevolutie voor verschillende vleessoorten op maandbasis weergegeven voor de periode Rundvlees kende in 2007 en 2008 quasi geen daling in de zomerperiode, wat wel gebeurde in 2005 en Het volume per capita van kip lag in 2006 systematisch lager, enkel in november lag het hoger door de vogelgriep in In 2007 wist kip zich duidelijk te herstellen en het volume per capita nam in 2008 verder toe, tot boven het oude niveau. Figuur 50. Marktevolutie voor verschillende vleessoorten op maandbasis ( ); Bron: GfK Panelservices Benelux Gevogeltesector 89

OVERZICHT VAN DE BELGISCHE PLUIMVEE- EN KONIJNENHOUDERIJ IN 2010-2011

OVERZICHT VAN DE BELGISCHE PLUIMVEE- EN KONIJNENHOUDERIJ IN 2010-2011 OVERZICHT VAN DE BELGISCHE PLUIMVEE- EN KONIJNENHOUDERIJ IN 2010-2011 Prof. dr. ir. J. VIAENE maart 2012 VERBOND VOOR PLUIMVEE, EIEREN EN KONIJNEN v.z.w. Coupure Links 653 9000 GENT 09/264.59.46 09/264.62.46

Nadere informatie

MAANDELIJKS OVERZICHT VAN DE PRODUCTIE VAN EN DE HANDEL IN BROEDEIEREN EN KUIKENS (Verordening (EEG) Nr. 1868/77) Deel I

MAANDELIJKS OVERZICHT VAN DE PRODUCTIE VAN EN DE HANDEL IN BROEDEIEREN EN KUIKENS (Verordening (EEG) Nr. 1868/77) Deel I MAANDELIJKS OVERZICHT VAN DE PRODUCTIE VAN EN DE HANDEL IN BROEDEIEREN EN KUIKENS (Verordening (EEG) Nr. 1868/77) Departement Landbouw en Visserij Deel I Land: België Maand: Jaar: 214 1 stuks A. Ingelegde

Nadere informatie

Omzendbrief ABKL/NCDP/ F 4

Omzendbrief ABKL/NCDP/ F 4 Omzendbrief ABKL/NCDP/ F 4 Omzendbrief NCDP/16/2511 Aan de vzw Vlaamse Bedrijfspluimveeen Konijnenhouders Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Administratie Beheer en Kwaliteit Landbouwproductie Afdeling

Nadere informatie

MAANDELIJKS OVERZICHT VAN DE PRODUCTIE VAN EN DE HANDEL IN BROEDEIEREN EN KUIKENS (Verordening (EEG) Nr. 1868/77) Deel I

MAANDELIJKS OVERZICHT VAN DE PRODUCTIE VAN EN DE HANDEL IN BROEDEIEREN EN KUIKENS (Verordening (EEG) Nr. 1868/77) Deel I MAANDELIJKS OVERZICHT VAN DE PRODUCTIE VAN EN DE HANDEL IN BROEDEIEREN EN KUIKENS (Verordening (EEG) Nr. 1868/77) Deel I Land: België Maand: Jaar: 1 stuks A. Ingelegde broedeieren Selectie / vermeerdering

Nadere informatie

MAANDELIJKS OVERZICHT VAN DE PRODUCTIE VAN EN DE HANDEL IN BROEDEIEREN EN KUIKENS (Verordening (EEG) Nr. 1868/77) Deel I

MAANDELIJKS OVERZICHT VAN DE PRODUCTIE VAN EN DE HANDEL IN BROEDEIEREN EN KUIKENS (Verordening (EEG) Nr. 1868/77) Deel I MAANDELIJKS OVERZICHT VAN DE PRODUCTIE VAN EN DE HANDEL IN BROEDEIEREN EN KUIKENS (Verordening (EEG) Nr. 1868/77) Departement Landbouw en Visserij Deel I Land: België Maand: Jaar: 212 1 stuks A. Ingelegde

Nadere informatie

MAANDELIJKS OVERZICHT VAN DE PRODUCTIE VAN EN DE HANDEL IN BROEDEIEREN EN KUIKENS. Deel I

MAANDELIJKS OVERZICHT VAN DE PRODUCTIE VAN EN DE HANDEL IN BROEDEIEREN EN KUIKENS. Deel I MAANDELIJKS OVERZICHT VAN DE PRODUCTIE VAN EN DE HANDEL IN BROEDEIEREN EN KUIKENS (Verordening (EEG) Nr. 617/28) Deel I Land: België Maand: Jaar: 1 stuks A. Ingelegde broedeieren Selectie / vermeerdering

Nadere informatie

2.2. EUROPESE UNIE Droogte remt groei melkaanvoer af. Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) % 18/17

2.2. EUROPESE UNIE Droogte remt groei melkaanvoer af. Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) % 18/17 2.2. EUROPESE UNIE 2.2.1. Droogte remt groei melkaanvoer af Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) 2005 2015 2017 2018 % 18/17 België 3 022 3 988 4 025 4 190 4,1 Denemarken 4 451 5 278 5

Nadere informatie

NEIEREN PRIJS CONSUMPT BEDRIJF PRODUCTCATEGORIE LEGHENNEN UITVOER EINDPRODUCTIEWAARDE BEDRIJFSRESULTATEN H3 SCHARRELEIEREN PRODUCTIE

NEIEREN PRIJS CONSUMPT BEDRIJF PRODUCTCATEGORIE LEGHENNEN UITVOER EINDPRODUCTIEWAARDE BEDRIJFSRESULTATEN H3 SCHARRELEIEREN PRODUCTIE Els Bernaerts, Els Demuynck NEIEREN UKSPLUIMVEE EURO EI BEDRIJVEN UITVOER ARBEIDSINKOMEN PRIJS CONSUMPT EINDPRODUCTIEWAARDE BEDRIJFSRESULTATEN ZELFVOORZI SCHARRELEIEREN KIPPENVLEES LEGKIPPEN PRODUCTIE

Nadere informatie

Handelsstromen Rozenstruiken 2009 / 14. Zoetermeer, Maart 2009 Peter van der Salm Productschap Tuinbouw, Afdeling Markt en Innovatie

Handelsstromen Rozenstruiken 2009 / 14. Zoetermeer, Maart 2009 Peter van der Salm Productschap Tuinbouw, Afdeling Markt en Innovatie Handelsstromen Rozenstruiken 2009 / 14 Zoetermeer, Maart 2009 Peter van der Salm Productschap Tuinbouw, Afdeling Markt en Innovatie Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd

Nadere informatie

Omzendbrief betreffende het toekennen van een unieke stempelcode aan pluimveebedrijven voor het stempelen van eieren

Omzendbrief betreffende het toekennen van een unieke stempelcode aan pluimveebedrijven voor het stempelen van eieren Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Omzendbrief betreffende het toekennen van een unieke stempelcode aan pluimveebedrijven voor het stempelen van eieren Referentie PCCB/S2/1583899

Nadere informatie

MAANDELIJKS OVERZICHT VAN DE PRODUCTIE VAN EN DE HANDEL IN BROEDEIEREN EN KUIKENS (Verordening (EEG) Nr. 1868/77) Deel I

MAANDELIJKS OVERZICHT VAN DE PRODUCTIE VAN EN DE HANDEL IN BROEDEIEREN EN KUIKENS (Verordening (EEG) Nr. 1868/77) Deel I MAANDELIJKS OVERZICHT VAN DE PRODUCTIE VAN EN DE HANDEL IN BROEDEIEREN EN KUIKENS (Verordening (EEG) Nr. 1868/77) Deel I Land: België Maand: Jaar: 1 stuks A. Ingelegde broedeieren Selectie / vermeerdering

Nadere informatie

PPE Statistisch Jaarrapport pluimveevlees en eieren 2012 voorlopig

PPE Statistisch Jaarrapport pluimveevlees en eieren 2012 voorlopig PPE Statistisch Jaarrapport pluimveevlees en eieren 2012 voorlopig februari 2013 Productschap, Pluimvee en Eieren Louis Braillelaan 80 Postbus 460 2700 AL ZOETERMEER www.pve.nl -1- VOORWOORD Het Productschap

Nadere informatie

SCHAPEN EN GEITEN. Bijkomende informatie:

SCHAPEN EN GEITEN. Bijkomende informatie: Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus 40 1030 BRUSSEL T 02 552 77 05 F 02 552 77 01 www.vlaanderen.be Beheerscomité dierlijke producten 21 juni 2018 //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

MAANDELIJKS OVERZICHT VAN DE PRODUCTIE VAN EN DE HANDEL IN BROEDEIEREN EN KUIKENS. Deel I

MAANDELIJKS OVERZICHT VAN DE PRODUCTIE VAN EN DE HANDEL IN BROEDEIEREN EN KUIKENS. Deel I MAANDELIJKS OVERZICHT VAN DE PRODUCTIE VAN EN DE HANDEL IN BROEDEIEREN EN KUIKENS (Verordening (EEG) Nr. 617/28) Deel I Land: België Maand: Jaar: 218 1 stuks A. Ingelegde broedeieren Selectie / vermeerdering

Nadere informatie

MAANDELIJKS OVERZICHT VAN DE PRODUCTIE VAN EN DE HANDEL IN BROEDEIEREN EN KUIKENS. Deel I

MAANDELIJKS OVERZICHT VAN DE PRODUCTIE VAN EN DE HANDEL IN BROEDEIEREN EN KUIKENS. Deel I MAANDELIJKS OVERZICHT VAN DE PRODUCTIE VAN EN DE HANDEL IN BROEDEIEREN EN KUIKENS (Verordening (EEG) Nr. 617/28) Deel I Land: België Maand: Jaar: 218 1 stuks A. Ingelegde broedeieren Selectie / vermeerdering

Nadere informatie

MAANDELIJKS OVERZICHT VAN DE PRODUCTIE VAN EN DE HANDEL IN BROEDEIEREN EN KUIKENS. Deel I

MAANDELIJKS OVERZICHT VAN DE PRODUCTIE VAN EN DE HANDEL IN BROEDEIEREN EN KUIKENS. Deel I MAANDELIJKS OVERZICHT VAN DE PRODUCTIE VAN EN DE HANDEL IN BROEDEIEREN EN KUIKENS (Verordening (EEG) Nr. 617/28) Deel I Land: België Maand: Jaar: 217 1 stuks A. Ingelegde broedeieren Selectie / vermeerdering

Nadere informatie

MAANDELIJKS OVERZICHT VAN DE PRODUCTIE VAN EN DE HANDEL IN BROEDEIEREN EN KUIKENS. Deel I

MAANDELIJKS OVERZICHT VAN DE PRODUCTIE VAN EN DE HANDEL IN BROEDEIEREN EN KUIKENS. Deel I MAANDELIJKS OVERZICHT VAN DE PRODUCTIE VAN EN DE HANDEL IN BROEDEIEREN EN KUIKENS (Verordening (EEG) Nr. 617/28) Deel I Land: België Maand: Jaar: 217 1 stuks A. Ingelegde broedeieren Selectie / vermeerdering

Nadere informatie

MAANDELIJKS OVERZICHT VAN DE PRODUCTIE VAN EN DE HANDEL IN BROEDEIEREN EN KUIKENS. Deel I

MAANDELIJKS OVERZICHT VAN DE PRODUCTIE VAN EN DE HANDEL IN BROEDEIEREN EN KUIKENS. Deel I MAANDELIJKS OVERZICHT VAN DE PRODUCTIE VAN EN DE HANDEL IN BROEDEIEREN EN KUIKENS (Verordening (EEG) Nr. 617/28) Deel I Land: België Maand: Jaar: 217 1 stuks A. Ingelegde broedeieren Selectie / vermeerdering

Nadere informatie

MAANDELIJKS OVERZICHT VAN DE PRODUCTIE VAN EN DE HANDEL IN BROEDEIEREN EN KUIKENS. Deel I

MAANDELIJKS OVERZICHT VAN DE PRODUCTIE VAN EN DE HANDEL IN BROEDEIEREN EN KUIKENS. Deel I MAANDELIJKS OVERZICHT VAN DE PRODUCTIE VAN EN DE HANDEL IN BROEDEIEREN EN KUIKENS (Verordening (EEG) Nr. 617/28) Deel I Land: België Maand: Jaar: 218 1 stuks A. Ingelegde broedeieren Selectie / vermeerdering

Nadere informatie

MAANDELIJKS OVERZICHT VAN DE PRODUCTIE VAN EN DE HANDEL IN BROEDEIEREN EN KUIKENS. Deel I

MAANDELIJKS OVERZICHT VAN DE PRODUCTIE VAN EN DE HANDEL IN BROEDEIEREN EN KUIKENS. Deel I MAANDELIJKS OVERZICHT VAN DE PRODUCTIE VAN EN DE HANDEL IN BROEDEIEREN EN KUIKENS (Verordening (EEG) Nr. 617/28) Deel I Land: België Maand: Jaar: 217 1 stuks A. Ingelegde broedeieren Selectie / vermeerdering

Nadere informatie

MAANDELIJKS OVERZICHT VAN DE PRODUCTIE VAN EN DE HANDEL IN BROEDEIEREN EN KUIKENS. Deel I

MAANDELIJKS OVERZICHT VAN DE PRODUCTIE VAN EN DE HANDEL IN BROEDEIEREN EN KUIKENS. Deel I MAANDELIJKS OVERZICHT VAN DE PRODUCTIE VAN EN DE HANDEL IN BROEDEIEREN EN KUIKENS (Verordening (EEG) Nr. 617/28) Deel I Land: België Maand: Jaar: 1 stuks A. Ingelegde broedeieren Selectie / vermeerdering

Nadere informatie

MAANDELIJKS OVERZICHT VAN DE PRODUCTIE VAN EN DE HANDEL IN BROEDEIEREN EN KUIKENS. Deel I

MAANDELIJKS OVERZICHT VAN DE PRODUCTIE VAN EN DE HANDEL IN BROEDEIEREN EN KUIKENS. Deel I MAANDELIJKS OVERZICHT VAN DE PRODUCTIE VAN EN DE HANDEL IN BROEDEIEREN EN KUIKENS (Verordening (EEG) Nr. 617/28) Deel I Land: België Maand: Jaar: 1 stuks A. Ingelegde broedeieren Selectie / vermeerdering

Nadere informatie

MAANDELIJKS OVERZICHT VAN DE PRODUCTIE VAN EN DE HANDEL IN BROEDEIEREN EN KUIKENS. Deel I

MAANDELIJKS OVERZICHT VAN DE PRODUCTIE VAN EN DE HANDEL IN BROEDEIEREN EN KUIKENS. Deel I MAANDELIJKS OVERZICHT VAN DE PRODUCTIE VAN EN DE HANDEL IN BROEDEIEREN EN KUIKENS (Verordening (EEG) Nr. 617/28) Deel I Land: België Maand: Jaar: 1 stuks A. Ingelegde broedeieren Selectie / vermeerdering

Nadere informatie

MAANDELIJKS OVERZICHT VAN DE PRODUCTIE VAN EN DE HANDEL IN BROEDEIEREN EN KUIKENS. Deel I

MAANDELIJKS OVERZICHT VAN DE PRODUCTIE VAN EN DE HANDEL IN BROEDEIEREN EN KUIKENS. Deel I MAANDELIJKS OVERZICHT VAN DE PRODUCTIE VAN EN DE HANDEL IN BROEDEIEREN EN KUIKENS (Verordening (EEG) Nr. 617/28) Deel I Land: België Maand: Jaar: 1 stuks A. Ingelegde broedeieren Selectie / vermeerdering

Nadere informatie

MAANDELIJKS OVERZICHT VAN DE PRODUCTIE VAN EN DE HANDEL IN BROEDEIEREN EN KUIKENS. Deel I

MAANDELIJKS OVERZICHT VAN DE PRODUCTIE VAN EN DE HANDEL IN BROEDEIEREN EN KUIKENS. Deel I MAANDELIJKS OVERZICHT VAN DE PRODUCTIE VAN EN DE HANDEL IN BROEDEIEREN EN KUIKENS (Verordening (EEG) Nr. 617/28) Deel I Land: België Maand: Jaar: 1 stuks A. Ingelegde broedeieren Selectie / vermeerdering

Nadere informatie

MAANDELIJKS OVERZICHT VAN DE PRODUCTIE VAN EN DE HANDEL IN BROEDEIEREN EN KUIKENS. Deel I

MAANDELIJKS OVERZICHT VAN DE PRODUCTIE VAN EN DE HANDEL IN BROEDEIEREN EN KUIKENS. Deel I MAANDELIJKS OVERZICHT VAN DE PRODUCTIE VAN EN DE HANDEL IN BROEDEIEREN EN KUIKENS (Verordening (EEG) Nr. 617/28) Deel I Land: België Maand: Jaar: 1 stuks A. Ingelegde broedeieren Selectie / vermeerdering

Nadere informatie

MAANDELIJKS OVERZICHT VAN DE PRODUCTIE VAN EN DE HANDEL IN BROEDEIEREN EN KUIKENS. Deel I

MAANDELIJKS OVERZICHT VAN DE PRODUCTIE VAN EN DE HANDEL IN BROEDEIEREN EN KUIKENS. Deel I MAANDELIJKS OVERZICHT VAN DE PRODUCTIE VAN EN DE HANDEL IN BROEDEIEREN EN KUIKENS (Verordening (EEG) Nr. 617/28) Deel I Land: België Maand: Jaar: 1 stuks A. Ingelegde broedeieren Selectie / vermeerdering

Nadere informatie

MAANDELIJKS OVERZICHT VAN DE PRODUCTIE VAN EN DE HANDEL IN BROEDEIEREN EN KUIKENS. Deel I

MAANDELIJKS OVERZICHT VAN DE PRODUCTIE VAN EN DE HANDEL IN BROEDEIEREN EN KUIKENS. Deel I MAANDELIJKS OVERZICHT VAN DE PRODUCTIE VAN EN DE HANDEL IN BROEDEIEREN EN KUIKENS (Verordening (EEG) Nr. 617/28) Deel I Land: België Maand: Jaar: 1 stuks A. Ingelegde broedeieren Selectie / vermeerdering

Nadere informatie

MAANDELIJKS OVERZICHT VAN DE PRODUCTIE VAN EN DE HANDEL IN BROEDEIEREN EN KUIKENS. Deel I

MAANDELIJKS OVERZICHT VAN DE PRODUCTIE VAN EN DE HANDEL IN BROEDEIEREN EN KUIKENS. Deel I MAANDELIJKS OVERZICHT VAN DE PRODUCTIE VAN EN DE HANDEL IN BROEDEIEREN EN KUIKENS (Verordening (EEG) Nr. 617/28) Deel I Land: België Maand: Jaar: 1 stuks A. Ingelegde broedeieren Selectie / vermeerdering

Nadere informatie

Internationale handel visproducten

Internationale handel visproducten Internationale handel visproducten Marktmonitor ontwikkelingen 27-211 en prognose voor 212 Januari 213 Belangrijkste trends 27-211 Ontwikkelingen export De Nederlandse visverwerkende industrie speelt een

Nadere informatie

Bijlage Indicatieve streefcijfers voor de lidstaten

Bijlage Indicatieve streefcijfers voor de lidstaten bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 311 E van 31/10/2000 Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bevordering van elektriciteit uit hernieuwbare

Nadere informatie

Bijkomende informatie:

Bijkomende informatie: Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus 40 1030 BRUSSEL T 02 552 77 05 F 02 552 77 01 www.vlaanderen.be Beheerscomité dierlijke producten 17 mei 2018 //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

VERSLAG. Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus BRUSSEL T F

VERSLAG. Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus BRUSSEL T F Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus 40 1030 BRUSSEL T 02 552 77 05 F 02 552 77 01 www.vlaanderen.be VERSLAG //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

De agrarische handel van Nederland in 2010

De agrarische handel van Nederland in 2010 De agrarische handel van Nederland in 1. Opvallende ontwikkelingen Wereldhandel in agrarische producten daalde in met ruim 10%, maar vertoont in weer herstel Nederlandse agrarische export groeit in naar

Nadere informatie

De agrarische handel van Nederland in 2013

De agrarische handel van Nederland in 2013 De agrarische handel van Nederland in 1. Opvallende ontwikkelingen Totale handelsoverschot groeit met 4,5 miljard; aandeel agrarische producten 2 miljard Nederlandse agrarische export neemt in opnieuw

Nadere informatie

Bijkomende informatie:

Bijkomende informatie: Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus 40 1030 BRUSSEL T 02 552 77 05 F 02 552 77 01 www.vlaanderen.be beheerscomité dierlijke producten 18 juni 2015 //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

IB.ZA.03.01 juli 2014. Productomschrijving GN-code Land Vers vlees van gevogelte 02 07 Zuid-Afrika Separatorvlees van gevogelte.

IB.ZA.03.01 juli 2014. Productomschrijving GN-code Land Vers vlees van gevogelte 02 07 Zuid-Afrika Separatorvlees van gevogelte. I. Toepassingsgebied Productomschrijving GN-code Land Vers vlees van gevogelte 02 07 Separatorvlees van gevogelte 02 07 II. Bilateraal certificaat Code FAVV EX.VTL.ZA.03.01 Titel van het certificaat Veterinair

Nadere informatie

Marktontwikkelingen varkenssector

Marktontwikkelingen varkenssector Marktontwikkelingen varkenssector 1. Inleiding In de deze nota wordt ingegaan op de marktontwikkelingen in de varkenssector in Nederland en de Europese Unie. Waar mogelijk wordt vooruitgeblikt op de te

Nadere informatie

Tabel 6.1: Verdeling van de pluimveestapel, stuks, 2007

Tabel 6.1: Verdeling van de pluimveestapel, stuks, 2007 Pluimvee De pluimveesector kan ingedeeld worden in drie activiteiten: vermeerdering, productie van consumptie-eieren en vleesproductie. In de vermeerdering produceren lichte moederdieren (voor leghennen)

Nadere informatie

Bijkomende informatie:

Bijkomende informatie: Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus 40 1030 BRUSSEL T 02 552 77 05 F 02 552 77 01 www.vlaanderen.be beheerscomité dierlijke producten 20 oktober 2016 //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

Arbeidsmarkt allochtonen

Arbeidsmarkt allochtonen Streekpact 2013-2018 Cijferanalyse Publicatiedatum: 30 september 2013 Contactpersoon: Kim Nevelsteen Arbeidsmarkt allochtonen Samenvatting 1.176 werkzoekende allochtone Kempenaren (2012) vaak man meestal

Nadere informatie

Exportstatistiek Bloemkwekerijprodukten FEBRUARI 2012

Exportstatistiek Bloemkwekerijprodukten FEBRUARI 2012 Exportstatistiek Bloemkwekerijprodukten FEBRUARI 212 NA KRIMP IN FEBRUARI STOKT EXPORT BLOEMEN EN PLANTEN OP KRAPPE PLUS VAN 1% TOT 915 MILJOEN In februari is de exportwaarde van bloemen en planten vanuit

Nadere informatie

Bijkomende informatie:

Bijkomende informatie: Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus 40 1030 BRUSSEL T 02 552 77 05 F 02 552 77 01 www.vlaanderen.be beheerscomité dierlijke producten 24 augustus 2017 //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

Bijkomende informatie:

Bijkomende informatie: Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus 40 1030 BRUSSEL T 02 552 77 05 F 02 552 77 01 www.vlaanderen.be Beheerscomité dierlijke producten 21 juni 2018 //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

Gezondheidscertificaat voor de export van pluimvee- en kalkoenvlees en separatorvlees naar de Republiek Cuba

Gezondheidscertificaat voor de export van pluimvee- en kalkoenvlees en separatorvlees naar de Republiek Cuba I. Toepassingsgebied Productomschrijving GN-Code Land Pluimveevlees 0207 020890 II. Europees certificaat Type certificaat EX.VTP.CU.01.02 Titel van het certificaat Gezondheidscertificaat voor de export

Nadere informatie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD. Financiële informatie over het Europees Ontwikkelingsfonds

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD. Financiële informatie over het Europees Ontwikkelingsfonds EUROPESE COMMISSIE Brussel, 15.6.2015 COM(2015) 295 final MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD Financiële informatie over het Europees Ontwikkelingsfonds NL NL 1. VOORWOORD Het elfde Europees Ontwikkelingsfonds

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT PE-CONS 3659/1/01 REV 1

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT PE-CONS 3659/1/01 REV 1 EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 27 mei 2002 2001/0138 (COD) LEX 311 PE-CONS 3659/1/01 REV 1 TRANS 181 PECOS 199 CODEC 1126 VERORDENING (EG) Nr. /2002 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN

Nadere informatie

Werkloosheid in de Europese Unie

Werkloosheid in de Europese Unie in de Europese Unie Diana Janjetovic en Bart Nauta De werkloosheid in de Europese Unie vertoont sinds 2 als gevolg van de conjunctuur een wisselend verloop. Door de economische malaise in de jaren 21 23

Nadere informatie

Bijkomende informatie:

Bijkomende informatie: Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus 40 1030 BRUSSEL T 02 552 77 05 F 02 552 77 01 www.vlaanderen.be Beheerscomité dierlijke producten 19 april 2018 //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

De buitenlandse handel van België - 2009 -

De buitenlandse handel van België - 2009 - De buitenlandse handel van België - 2009 - De buitenlandse handel van België in 2009 (Bron: NBB communautair concept*) Analyse van de cijfers van 2009 Zoals lang gevreesd, werden in 2009 de gevolgen van

Nadere informatie

nr. 591 van FRANCESCO VANDERJEUGD datum: 13 april 2016 aan JOKE SCHAUVLIEGE Export pluimveevlees naar Zuid-Afrika - Importheffing

nr. 591 van FRANCESCO VANDERJEUGD datum: 13 april 2016 aan JOKE SCHAUVLIEGE Export pluimveevlees naar Zuid-Afrika - Importheffing SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 591 van FRANCESCO VANDERJEUGD datum: 13 april 2016 aan JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW Export pluimveevlees naar Zuid-Afrika - Importheffing Een

Nadere informatie

Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken

Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken De Nederlandse bancaire vorderingen 1 op het buitenland zijn onder invloed van de economische crisis en het uiteenvallen van ABN AMRO tussen

Nadere informatie

Onderzoek gunstige prijsligging.

Onderzoek gunstige prijsligging. Onderzoek gunstige prijsligging. BMW 3 Serie Model 320D. 22 Eu-Lidstaten. Jordy Reijers Marketing/Onderzoek P van. Prijs 1 Inhoud Opgave Onderzoek informatie over Eu landen Welke landen hanteren de euro?

Nadere informatie

PGI 2. Europese Raad Brussel, 19 juni 2018 (OR. en) EUCO 7/1/18 REV 1

PGI 2. Europese Raad Brussel, 19 juni 2018 (OR. en) EUCO 7/1/18 REV 1 Europese Raad Brussel, 19 juni 2018 (OR. en) Interinstitutionele dossiers: 2017/0900 (E) 2013/0900 (E) EUCO 7/1/18 REV 1 INST 92 POLGEN 23 CO EUR 8 RECHTSHANDELINGEN Betreft: BESLUIT VAN DE EUROPESE RAAD

Nadere informatie

1. 31958 Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van 6.12.1958, blz. 534), gewijzigd bij:

1. 31958 Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van 6.12.1958, blz. 534), gewijzigd bij: 9. ENERGIE 1. 31958 Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van 6.12.1958, blz. 534), gewijzigd bij: 31973 D 0045: Besluit 73/45/Euratom van de Raad van 8 maart

Nadere informatie

SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË ESSOBS DATA 2O15

SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË ESSOBS DATA 2O15 SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË DATA 2O15 Ook dit jaar is de FOD Sociale zekerheid verheugd om u de nieuwe editie van de -brochure voor te stellen. Deze geeft u een overzicht van de bijgewerkte cijfers

Nadere informatie

De buitenlandse handel van België

De buitenlandse handel van België De buitenlandse handel van België 1 ste kwartaal 2010 1 De buitenlandse handel van België na het eerste kwartaal van 2010 (Bron: NBB communautair concept*) Analyse van de cijfers van het eerste kwartaal

Nadere informatie

VERORDENING TOT WIJZIGING VAN DE VERORDENING HUISHOUDELIJKE HEFFINGEN PLUIMVEESECTOR (PPE) 2014 (2014-I)

VERORDENING TOT WIJZIGING VAN DE VERORDENING HUISHOUDELIJKE HEFFINGEN PLUIMVEESECTOR (PPE) 2014 (2014-I) VERORDENING TOT WIJZIGING VAN DE VERORDENING HUISHOUDELIJKE HEFFINGEN PLUIMVEESECTOR (PPE) 2014 (2014-I) Verordening van het Productschap Pluimvee en Eieren van 10 april 2014 tot wijziging van de Verordening

Nadere informatie

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-september

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-september Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-september 2016-2017 Bron: Cijfers FOD Economie-Algemene Directie Statistiek 2016: definitieve cijfers 2017: voorlopige cijfers Studiecel Toerisme Oost-Vlaanderen,

Nadere informatie

nr. 571 van LYDIA PEETERS datum: 18 april 2017 aan JOKE SCHAUVLIEGE Appel- en perenteelt - Interventievergoedingen

nr. 571 van LYDIA PEETERS datum: 18 april 2017 aan JOKE SCHAUVLIEGE Appel- en perenteelt - Interventievergoedingen SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 571 van LYDIA PEETERS datum: 18 april 2017 aan JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW Appel- en perenteelt - Interventievergoedingen Ten gevolge van de

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET 23 (2008) Nr. 2 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2013 Nr. 147 A. TITEL Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds en

Nadere informatie

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-augustus

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-augustus Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-augustus 2016-2017 Bron: Cijfers FOD Economie-Algemene Directie Statistiek 2016: definitieve cijfers 2017: voorlopige cijfers Studiecel Toerisme Oost-Vlaanderen,

Nadere informatie

Zuivelproductie per land 2015 Dairy production by country

Zuivelproductie per land 2015 Dairy production by country Zuivelproductie per land 2015 Melkaanvoer en productie EU-28 2015 Milk deliveries and production EU-28 index: 2014=100 EU-28 jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec cumulatief index Melkaanvoer

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/13/165 ADVIES NR. 13/71 VAN 2 JULI 2013 INZAKE DE MEDEDELING VAN ANONIEME GEGEVENS DOOR DE KRUISPUNTBANK

Nadere informatie

Persbericht. Inflatie loopt in april licht op. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Inflatie loopt in april licht op. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB00-107 12 mei 2000 10.30 uur Inflatie loopt in april licht op De inflatie is in april 2000 iets hoger uitgekomen dan in het eerste kwartaal dit jaar. Ten

Nadere informatie

Verkeersveiligheid: aantal verkeersdoden in de EU nog nooit zo laag - Europa maakt nu ook werk van een strategie voor gewonden in het verkeer

Verkeersveiligheid: aantal verkeersdoden in de EU nog nooit zo laag - Europa maakt nu ook werk van een strategie voor gewonden in het verkeer EUROPESE COMMISSIE PERSBERICHT Brussel, 19 maart 2013 Verkeersveiligheid: aantal verkeersdoden in de EU nog nooit zo laag - Europa maakt nu ook werk van een strategie voor gewonden in het verkeer Het aantal

Nadere informatie

Titel 1 (eigen middelen): miljoen EUR. Titel 3 (overschotten, saldi en aanpassingen): miljoen EUR

Titel 1 (eigen middelen): miljoen EUR. Titel 3 (overschotten, saldi en aanpassingen): miljoen EUR Raad van de Europese Unie Brussel, 17 juni 2016 (OR. en) 9586/16 BUDGET 15 TOELICHTING Betreft: Ontwerp van gewijzigde begroting nr. 2 bij de algemene begroting 2016: Boeking van het overschot van het

Nadere informatie

ANNEX BIJLAGE. bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

ANNEX BIJLAGE. bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.9.2018 COM(2018) 651 final ANNEX BIJLAGE bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de werking van Richtlijn 2011/24/EU betreffende de toepassing

Nadere informatie

SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË ESSOBS DATA 2O14

SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË ESSOBS DATA 2O14 SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË DATA 2O14 Ook dit jaar is de FOD Sociale zekerheid verheugd om u de nieuwe editie van de -brochure voor te stellen. Deze geeft u een overzicht van de bijgewerkte cijfers

Nadere informatie

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-april

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-april Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-april 2016-2017 Bron: Cijfers FOD Economie-Algemene Directie Statistiek 2016: definitieve cijfers 2017: voorlopige cijfers Studiecel Toerisme Oost-Vlaanderen,

Nadere informatie

Verhoging fiscale inkomsten op tabak kan staatskas 200 à 300 miljoen opbrengen.

Verhoging fiscale inkomsten op tabak kan staatskas 200 à 300 miljoen opbrengen. Verhoging tabaksaccijnzen : meer inkomsten en minder rokers PERSBERICHT Verhoging fiscale inkomsten op tabak kan staatskas 200 à 300 miljoen opbrengen. In België werden er in 2009 11.617 miljoen sigaretten

Nadere informatie

De agrarische handel van Nederland in 2012

De agrarische handel van Nederland in 2012 De agrarische handel van Nederland in 2012 1. Opvallende ontwikkelingen Totale wereldhandel in agrarische producten groeit voor tweede opeenvolgende jaar met ruim 10% Nederlandse agrarische export groeit

Nadere informatie

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-juli

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-juli Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-juli 2016-2017 Bron: Cijfers FOD Economie-Algemene Directie Statistiek 2016: definitieve cijfers 2017: voorlopige cijfers Studiecel Toerisme Oost-Vlaanderen,

Nadere informatie

Infosessie KB I&R Pluimvee en konijnen

Infosessie KB I&R Pluimvee en konijnen Dierengezondheidszorg Vlaanderen Infosessie KB I&R Pluimvee en konijnen September 2018, An Van Damme, Philippe Gelaude Doel? Wat verandert er voor mij als pluimveehouder met het KB Identificatie en Registratie

Nadere informatie

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010 ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010 Meer personen op de arbeidsmarkt in de eerste helft van 2010. - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, 2 de

Nadere informatie

nr. 856 van FRANCESCO VANDERJEUGD datum: 30 augustus 2016 aan JOKE SCHAUVLIEGE Witloof - Evolutie - Export

nr. 856 van FRANCESCO VANDERJEUGD datum: 30 augustus 2016 aan JOKE SCHAUVLIEGE Witloof - Evolutie - Export SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 856 van FRANCESCO VANDERJEUGD datum: 3 augustus 216 aan JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW Witloof - Evolutie - Export Witloof, althans grondwitloof,

Nadere informatie

De agrarische handel van Nederland in 2014

De agrarische handel van Nederland in 2014 De agrarische handel van Nederland in 1. Opvallende ontwikkelingen Totale Nederlandse handelsoverschot is in gelijk gebleven aan het niveau van ( 47,6 mld.); handelsoverschot agrarische producten komt

Nadere informatie

Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw

Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw Handleiding registratie losbeweging bij invoer of laadbeweging bij uitvoer pluimvee en konijnen Het is de pluimvee- of konijnenhouder van het beslag van aankomst, respectievelijk vertrek, die verantwoordelijk

Nadere informatie

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-juni

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-juni Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-juni 2016-2017 Bron: Cijfers FOD Economie-Algemene Directie Statistiek 2016: definitieve cijfers 2017: voorlopige cijfers Studiecel Toerisme Oost-Vlaanderen,

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 165 I. Wetgeving. Niet-wetgevingshandelingen. 61e jaargang. Uitgave in de Nederlandse taal. 2 juli 2018.

Publicatieblad van de Europese Unie L 165 I. Wetgeving. Niet-wetgevingshandelingen. 61e jaargang. Uitgave in de Nederlandse taal. 2 juli 2018. Publicatieblad van de Europese Unie L 165 I Uitgave in de Nederlandse taal Wetgeving 61e jaargang 2 juli 2018 Inhoud II Niet-wetgevingshandelingen BESLUITEN Besluit (EU) 2018/937 van de Europese Raad van

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE COMMISSIE

VERSLAG VAN DE COMMISSIE EUROPESE COMMISSIE Brussel, 23.9.2016 COM(2016) 618 final VERSLAG VAN DE COMMISSIE Verslag met het oog op de berekening van de toegewezen hoeveelheid van de Unie, alsook het verslag met het oog op de berekening

Nadere informatie

Technische toelichting

Technische toelichting Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB00-080 7 april 2000 10.30 uur Inflatie ook in maart stabiel De inflatie is in maart 2000 uitgekomen op 1,9 procent. Dat is ongeveer even hoog als in de

Nadere informatie

Stichting AVINED Postbus 750, 3700 AT Zeist, 030-755 50 10, kiprelatie@avined.nl

Stichting AVINED Postbus 750, 3700 AT Zeist, 030-755 50 10, kiprelatie@avined.nl Stichting AVINED Postbus 750, 3700 AT Zeist, 030-755 50 10, kiprelatie@avined.nl Aanvraag, wijziging of beëindiging registratie De ondernemer(s) verzoekt (verzoeken) grond van de Regeling Identificatie

Nadere informatie

Bijkomende informatie:

Bijkomende informatie: Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus 40 1030 BRUSSEL T 02 552 77 05 F 02 552 77 01 www.vlaanderen.be Beheerscomité dierlijke producten 22 februari 2018 //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

Scorebord van de interne markt

Scorebord van de interne markt Scorebord van de interne markt Prestaties per lidstaat Nederland (Verslagperiode: 2016) Omzetting van wetgeving Verleden jaar moesten de lidstaten 66 nieuwe richtlijnen omzetten, een sterke toename dus

Nadere informatie

De agrarische handel van Nederland in 2013

De agrarische handel van Nederland in 2013 De agrarische handel van Nederland in 2013 1. Opvallende ontwikkelingen Totale handelsoverschot groeit met 4,5 miljard; aandeel agrarische producten 2 miljard Nederlandse agrarische export neemt in 2013

Nadere informatie

Handel in garanties van oorsprong betreffende elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen

Handel in garanties van oorsprong betreffende elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen Statistieken Laatste aanpassing Handel in garanties van oorsprong betreffende elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen Dit document bevat informatie over de handel in garanties van oorsprong uitgereikt

Nadere informatie

#BeActive Reglement ondersteuning clubs in het kader van Europese uitwisseling

#BeActive Reglement ondersteuning clubs in het kader van Europese uitwisseling #BeActive Reglement ondersteuning clubs in het kader van Europese uitwisseling Artikel 1: Situering De Europese Week van de Sport is een initiatief van de Europese Commissie om sport en lichaamsbeweging

Nadere informatie

Februari ,

Februari , I. Toepassingsgebied Productomschrijving GN-Code Land Rundvlees Varkensvlees Schapenvlees Slachtafval van runderen, varkens of schapen Varkensvet en -spek, niet gesmolten Darmen, blazen en magen van runderen,

Nadere informatie

Wijnimport Nederland naar regio

Wijnimport Nederland naar regio DO RESEARCH Wijnimport Nederland naar regio Sterke opmars wijn uit Chili Jeroen den Ouden 1-10-2011 Inleiding en inhoudsopgave Pagina I De invoer van wijn in Nederland 1 II De invoer van wijn naar herkomst

Nadere informatie

1 VARKENSSECTOR. voorzitter: Luis Carazo verslaggever: Lieve De Smit

1 VARKENSSECTOR. voorzitter: Luis Carazo verslaggever: Lieve De Smit Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus 40 1030 BRUSSEL T 02 552 77 05 F 02 552 77 01 www.vlaanderen.be beheerscomité dierlijke producten 21 april 2016 //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD NL NL NL EUROPESE COMMISSIE Brussel, 4.8.2010 COM(2010) 421 definitief VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de toepassing van Verordening (EG) nr. 453/2008 van het Europees

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het voorstel van het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing vzw, gedaan op 23 juni 2017;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het voorstel van het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing vzw, gedaan op 23 juni 2017; Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van bijlage I, IV, V, VI, VIII en X bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 1997 betreffende de verplichte bijdragen bestemd voor de promotie

Nadere informatie

Bijkomende informatie:

Bijkomende informatie: Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus 40 1030 BRUSSEL T 02 552 77 05 F 02 552 77 01 www.vlaanderen.be beheerscomité dierlijke producten 17 maart 2016 //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

Scorebord van de interne markt

Scorebord van de interne markt Scorebord van de interne markt Prestaties per lidstaat België (Verslagperiode: 2015) Omzetting van wetgeving Omzettingsachterstand: 1,1% (laatste verslag: 0,8%) voor het eerst sinds mei 2014 weer in de

Nadere informatie

b) Werd er meer bepaald een definitieve heffing ingevoerd na 3 juli 2017?

b) Werd er meer bepaald een definitieve heffing ingevoerd na 3 juli 2017? SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 241 van FRANCESCO VANDERJEUGD datum: 2 mei 2018 aan GEERT BOURGEOIS MINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED Export

Nadere informatie

Deel 8 INTERNATIONALE VERGELIJKING

Deel 8 INTERNATIONALE VERGELIJKING Deel INTERNATIONALE VERGELIJKING INTERNATIONALE VERGELIJKING Internationale onderwijsstatistieken zijn gebaseerd op een standaardterminologie, standaardconcepten, -definities en -classificaties, en dit

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2004 Nr. 180

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2004 Nr. 180 47 (1997) Nr. 4 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2004 Nr. 180 A. TITEL Overeenkomst inzake economisch partnerschap, politieke coördinatie en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap

Nadere informatie

Deel 8. internationale vergelijking

Deel 8. internationale vergelijking Deel internationale vergelijking INTERNATIONALE VERGELIJKING Internationale onderwijsstatistieken zijn gebaseerd op een standaardterminologie, standaardconcepten, -definities en -classificaties, en dit

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 7.7.2016 C(2016) 4164 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 7.7.2016 betreffende de herziening van de vergoedingstabellen van dienstreizen voor ambtenaren

Nadere informatie