BIJLAGEN BIJLAGE I: Agenda en discussies binnen de (Europese) Raad... 2 BIJLAGE II: Ontwikkelingen op het niveau van omzettingen en inbreuken...

Transcriptie

1 BIJLAGEN BIJLAGE I: Agenda en discussies binnen de (Europese) Raad Agenda september Agenda oktober Raad Algemene Zaken Informele Europese Raad Aspecten van het extern beleid van de EU Informele Raad Jeugdzaken Informele Raad Economische en Financiële zaken Informele Raad Energie Informele Raad Landbouw en Visserij Raad Concurrentievermogen Raad Onderzoek BIJLAGE II: Ontwikkelingen op het niveau van omzettingen en inbreuken Voorstellen van richtlijn Aangenomen richtlijnen Stand van zaken omzettingsdossiers Stand van zaken inbreukdossiers

2 BIJLAGE I: AGENDA EN DISCUSSIES BINNEN DE (EUROPESE) RAAD 1. Agenda september 2018 Hieronder vindt u een overzicht van de Europese ministerraden die op de agenda stonden tijdens de maand september Verslaggeving van de relevante raden vindt u verderop in deze bijlage. SEPTEMBER DATUM RAAD WOORDVOERDER ASSESSOR 3 september Informele Raad Jeugdzaken Franse n.v.t. Gemeenschap 7-8 september Informele Raad Economische en Financiële zaken Federaal n.v.t september Informele Raad Gezondheid Federaal Duitstalige Gemeenschap 14 september Informele Raad Buitenlandse zaken (Ontwikkelingssamenwerking) Federaal n.v.t september Informele Raad Energie Federaal Waals Gewest 18 september Raad Algemene Zaken Federaal n.v.t. 18 september Raad Algemene Zaken (Art. 50) Federaal n.v.t september Informele meeting van Staats- Federaal n.v.t. en Regeringsleiders september Informele Raad Landbouw en Visserij Landbouw: federaal Visserij: Vlaams Gewest 27 september Raad Concurrentievermogen Interne markt: Federaal Industrie: Brussels Hoofdstedelijk Gewest 28 september Raad Onderzoek Vlaams Gewest Federaal Landbouw: Vlaams/Waals Gewest (roterend) Interne markt: Brussels Hoofdstedelijk Gewest Industrie: Federaal 2

3 2. Agenda oktober 2018 Hieronder vindt u een overzicht van de Europese ministerraden die op de agenda staan tijdens de maand oktober Verslaggeving van de relevante raden volgt in de maandelijkse Mededeling over ontwikkelingen op het niveau van de Europese Unie oktober OKTOBER DATUM RAAD WOORDVOERDER ASSESSOR 1 oktober Eurogroep Federaal n.v.t. 2 oktober Raad Economische en Financiële zaken 5 oktober Informele Raad Buitenlandse zaken (Handel) Federaal Federaal 9 oktober Raad Leefmilieu Waals Gewest Federaal 11 oktober Raad Werkgelegenheid, Sociaal beleid, Gezondheid en Consumentenbescherming Federaal Werk/sociaal: Brussels Hoofdstedelijk Gewest Gezondheid: Duitstalige Gemeenschap Consumenten: n.v.t oktober Raad Justitie en Binnenlandse zaken Federaal n.v.t. 12 oktober Informele bijeenkomst Gendergelijkheid Federaal n.v.t. n.v.t. 15 oktober Raad Buitenlandse zaken Federaal n.v.t oktober Raad Landbouw en Visserij Landbouw: federaal Visserij: Vlaams Gewest 16 oktober Raad Algemene zaken Federaal n.v.t. 16 oktober Raad Algemene zaken ART. 50 Federaal n.v.t. Brussels Hoofdstedelijk Gewest Landbouw: Vlaams/Waals Gewest (roterend) 16 oktober Tripartite sociale top Federaal Brussels Hoofdstedelijk Gewest 18 oktober Europese Raad Federaal n.v.t. 18 oktober Europese Raad ART. 50 Federaal n.v.t oktober Informele Raad Leefmilieu / Vervoer, Telecommunicatiemiddelen en Energie Leefmilieu: Waals Gewest Vervoer, Telecom, Energie: Federaal Leefmilieu: Federaal Vervoer: Vlaams Gewest Telecom: n.v.t. Energie: Waals Gewest 3

4 3. Raad Algemene Zaken Datum 18 september 2018 Plaats Brussel Woordvoerder voor België Didier Reynders, minister van Buitenlandse Zaken en Europese Zaken Hoofdpunten van de 1. Programma van het voorzitterschap agenda 2. Meerjarig Financieel Kader 3. Intentieverklaring Commissie werkprogramma 4. Europese Raad van oktober 5. Rechtsstaat in Polen 1. Programma van het voorzitterschap Bespreking en implicaties voor Vlaanderen en standpuntbepaling Oostenrijk presenteerde de prioriteiten van het voorzitterschap dat loopt tot en met 31 december Dit is het laatste volledige voorzitterschap voor de Europese verkiezingen van De slogan van het Oostenrijks voorzitterschap is Een unie die beschermt, met nadruk op 3 punten: 1. Veiligheid en de strijd tegen illegale migratie 2. Welvaart en competitiviteit van de EU via digitalisering 3. Stabiliteit van het nabuurschap, specifiek in de Westerse Balkan Het Oostenrijks voorzitterschap benadrukte ook de prioriteit van de dossiers omtrent het MFK en brexit en verklaarde dat ze zoveel mogelijk wetgevende dossiers wil afhandelen voor de Europees Parlementsverkiezingen. 2. Meerjarig Financieel Kader Bespreking en implicaties voor Vlaanderen en standpuntbepaling De Raad hield een oriënterend debat over het meerjarig financieel kader (MFK) voor de periode De ministers formuleerden hun prioriteiten voor de onderhandelingen en hun standpunten over de manier waarop de beleidsprioriteiten van de EU en de Europese meerwaarde tot uitdrukking komen in het MFK-voorstel en de voorgestelde toewijzing van middelen aan de verschillende beleidsterreinen. Over het algemeen was er een herbevestiging van de posities van de lidstaten inzake het MFK. Er was een groot draagvlak voor de nieuwe beleidsprioriteiten zoals onderzoek en innovatie, klimaat, veiligheid en migratie. De lidstaten verschilden echter van mening over de vraag of deze nieuwe prioriteiten moeten leiden tot besparingen op andere beleidsterreinen. Verschillende lidstaten waaronder België verdedigden de blijvende meerwaarde van traditionele beleidsdomeinen zoals het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid en het cohesiebeleid. Lidstaten zoals Nederland, Zweden en Denemarken pleitten voor het neerwaarts bijstellen van de omvang van het totale MFK. België benadrukte de brexit-blindheid van het MFK-voorstel en de nood om een brexit-compensatie mechanisme in te bouwen in het MFK voor de zwaarst getroffen landen/regio s. De Raad Algemene Zaken stond ook stil bij het verdere onderhandelingsproces. Een meerderheid van de lidstaten steunt constructieve voortgang inzake het MFK, waarbij kwaliteit boven snelheid gaat. Het Oostenrijks voorzitterschap zal het MFK vanaf nu maandelijks op de Raad Algemene Zaken agenderen en gaf aan zoveel mogelijk voortgang te willen bereiken. Op technisch niveau is het Oostenrijks voorzitterschap gestart met de voorbereiding van elementen van het 4

5 onderhandelingsdocument dat als basis dient voor de MFK-onderhandelingen in de Raad Algemene Zaken en uiteindelijk de Europese Raad. 3. Intentieverklaring Commissie werkprogramma Bespreking en implicaties voor Vlaanderen en standpuntbepaling De Raad besprak de prioriteiten en plannen van de Commissie voor haar werkprogramma De inbreng van de ministers zal de Commissie helpen haar werkprogramma te voltooien. Het voorzitterschap gaf aan dat het namens de Raad een brief zal opstellen als input voor het Commissie werkprogramma. Over dit werkprogramma zal in de Raad Algemene Zaken van november worden gesproken. Namens de Commissie presenteerde de eerste vicevoorzitter dhr. Timmermans de intentieverklaring voor het Commissie werkprogramma. De Commissie heeft nu alle voorgenomen voorstellen gepubliceerd in lijn met de 10 vooropgestelde prioriteiten. Inmiddels is 50% van de gepresenteerde voorstellen afgerond, 20% is nog in behandeling en bij 30% van de voorstellen liggen blokkades. Timmermans riep op tot politieke wil om alle voorstellen af te ronden voor de Europees Parlementsverkiezingen, om zo aan de burgers te tonen dat de EU tegemoet komt aan hun behoeften. Het gaat hier onder meer over voorstellen op het terrein van de economische en monetaire unie, bankenunie, kapitaalmarktunie, digitale interne markt, migratie, meerjarig financieel kader en het mobiliteitspakket. 4. Europese Raad van oktober Bespreking en implicaties voor Vlaanderen en standpuntbepaling Het Oostenrijks voorzitterschap presenteerde de ontwerpagenda van de Europese Raad van 18 oktober. De EU-leiders zullen naar verwachting terugkomen op het migratievraagstuk, conclusies aannemen over interne veiligheid - naar aanleiding van het thematisch debat van de leiders op de informele bijeenkomst in Salzburg (zie verder) - en zich beraden op specifieke kwesties betreffende het buitenlands beleid. 5. Rechtsstaat in Polen Bespreking en implicaties voor Vlaanderen en standpuntbepaling Tijdens de Raad Algemene Zaken is Polen, in het kader van de Artikel 7-procedure die door de Europese Commissie in december 2017 werd geïnitieerd, voor de tweede maal gehoord over zijn voorgestelde en deels reeds geïmplementeerde justitiële hervormingen. Een totaal van twaalf lidstaten waaronder België heeft vragen gesteld aan Polen over deze hervormingen en de ontwikkelingen die hebben plaatsgevonden sinds de eerste hoorzitting van 26 juni 2018, waaronder het met pensioen sturen van rechters van het Hooggerechtshof en de schorsing van de Poolse Raad voor de Rechtspraak door het Europees Netwerk van Raden voor de Rechtspraak (ENCJ). De Commissie sprak haar toenemende zorg uit over de ontwikkelingen die volgens haar leiden tot een bedreiging van de rechtsorde binnen de EU, en kondigde aan alle instrumenten die haar ter beschikking staan te zullen inzetten opdat Polen zijn verdragsverplichtingen nakomt. Het voorzitterschap concludeerde dat het terug zal komen op deze zaak in het kader van de voorbereidingen op een volgende vergadering van de Raad Algemene Zaken. 5

6 4. Informele Europese Raad Datum september 2018 Plaats Salzburg Woordvoerder voor België Charles Michel, premier van België Hoofdpunten van de 1. Migratie agenda 2. Interne veiligheid 3. Brexit 1. Migratie Bespreking en implicaties voor Vlaanderen en standpuntbepaling Het migratiedebat op deze informele Raad verliep in grote lijnen zoals bij eerdere gelegenheden, met sterke onenigheden omtrent de herziening van het Gemeenschappelijk Europees asielbeleid (GEAS). Binnen deze migratiediscussie pleitte België voor een integrale benadering waarbij de aanpak van grondoorzaken van migratie en opvang in de regio, een duurzame regeling met betrekking tot de ontscheping van migranten aan beide zijden van de Middellandse Zee, versterking van de buitengrenzen van de lidstaten van de EU, en tot slot de totstandkoming van een verbeterde versie van het GEAS aan de orde komen. De voorzitter van de Europese Raad Donald Tusk benadrukte dat het een constructief debat was in een goede sfeer met een focus op wat de lidstaten bindt, eerder dan verdeelt. Het belangrijkste gemeenschappelijk doel is het indammen van de illegale migratie naar Europa. In dit kader werd overeengekomen dat een versterking van de buitengrenzen noodzakelijk is en dat er meer samenwerking moet zijn met derde landen, waaronder Egypte. De staatshoofden en regeringsleiders spraken af om een bijeenkomst te organiseren met de Arabische Liga in februari Interne veiligheid Bespreking en implicaties voor Vlaanderen en standpuntbepaling De top maakte deel uit van de Leidersagenda en interne veiligheid was een van de belangrijkste onderwerpen. Bij de bespreking van dit onderwerp werd gefocust op inspanning in gebieden waar de EU een maximale meerwaarde kan bieden. Waarborging van de weerbaarheid van de democratische stelsels in de EU werd door allen onderstreept, met daarbij de noodzaak van het vinden van het juiste evenwicht tussen een effectieve bestrijding van desinformatie of illegale cyberactiviteiten enerzijds, en de bescherming van grondrechten zoals de vrijheid van meningsuiting anderzijds. Er werd eenheid gevonden over prioriteiten voor onmiddellijke maatregelen, met name het Commissievoorstel voor een versterkte Europese grens- en kustwacht. De leiders besloten verder dat de strijd tegen alle vormen van cybercriminaliteit, manipulatie en desinformatie opgevoerd moet worden. De EU-leiders kwamen ook overeen dat het werk rond het mechanisme voor civiele bescherming, dat een concrete weergave van de Europese solidariteit aantoont, versneld moet worden. Tot slot werd vastgesteld dat het nodig is om bepaalde kwesties met betrekking tot soevereiniteit en de omvang van Frontex verder te bespreken. 3. Brexit Europese Raad in artikel 50 samenstelling Bespreking en implicaties voor Vlaanderen en standpuntbepaling 6

7 Zie verder onder het luik Brexit-onderhandelingen. 5. Aspecten van het extern beleid van de EU 1. Brexit-onderhandelingen Op 19 en 20 september vond de informele Europese Raad in Salzburg plaats. De staatshoofden en regeringsleiders van de EU27 evalueerden de voortgang van de gesprekken met het VK en bespraken de te volgen koers met hoofonderhandelaar Michel Barnier. Deze stelde dat er zeer beperkt vooruitgang geboekt is in de onderhandelingen over de nog openstaande punten van het terugtrekkingsakkoord en over de politieke verklaring. Er was een herbevestiging van de eenheid van de EU27 en de noodzakelijkheid van een noodplan (backstop) voor de Ierse grens. Verder werd ook overeengekomen dat een gezamenlijke politieke verklaring zoveel mogelijk duidelijkheid zal moeten brengen over de toekomstige betrekkingen. Voor aanvang van de Raad gaf de Voorzitter, Donald Tusk, een statement waarin hij het economische luik van de UK White Paper onwerkbaar noemde vermits het dreigt de eengemaakte markt onderuit te halen. De ongewijzigde eenheid van de EU en de verwerping van het VK economisch voorstel leidde PM May er de volgende dag toe een onverwacht statement te maken. Hierin verweet ze de EU niet constructief te zijn en zelf niet met een alternatief voor Chequers te komen. De EU verwacht geen vooruitgang op vlak van de onderhandelingen tot na het Tory Congres. Na Salzburg staan beide onderhandelingspartijen op gespannen voet met elkaar waardoor een no-deal nog steeds aan de horizon dreigt. Voor het verdere verloop van de onderhandelingen doelen de EU27-leiders op een maximale vooruitgang en resultaten tegen de Europese Raad van oktober. Afhankelijk daarvan zal beslist worden of de voorwaarden aanwezig zijn om in november een buitengewone top bijeen te roepen om het akkoord formeel af te ronden. Op technisch vlak werd deze maand veel nadruk gelegd op preparedness. De Commissie ging verder met het publiceren van preparedness notices op hun website om belanghebbenden te informeren over de gevolgen van brexit op tal van zaken. Een deel van deze notices werd ook vertaald in het Nederlands. Daarnaast werd ook een vragenlijst verspreid aan de EU27 waarin gevraagd werd welke maatregelen lidstaten reeds genomen hadden en gaan nemen in de toekomst. Vlaanderen leverde input aan deze vragenlijst, en is voorstander van een sterke rol voor de Commissie in het coördineren van preparedness acties zodat de coherentie binnen de EU27 bewaard blijft. Ook werkte Vlaanderen nauw samen met de FOD Economie binnen een technische werkgroep, en werd er onder meer een portaalwebsite en een Brexit impact scan gelanceerd met als doel de voorbereiding en bewustmaking van bedrijven. De prioriteit van deze preparedness werd nogmaals onderstreept door de aankondiging van Minister-President Bourgeois in de Septemberverklaring dat er 2 miljoen euro extra wordt uitgetrokken binnen de begroting van 2019 voor een brexit-actieplan. De Vlaamse Regering wil Vlaamse bedrijven adviseren en bijstaan in het nemen van hun verantwoordelijkheid in de aanloop naar brexit. 2. Handel Van 10 tot 14 september vond de 35 ste ronde plaats van de handelsonderhandelingen tussen de EU en Mercosur. Helaas werd onvoldoende vooruitgang geboekt om tot een politiek akkoord te komen. De knelpunten blijven al enige tijd ongeveer dezelfde (o.m. gevoelige landbouwproducten, maritieme diensten, en automobielsector). De partijen slagen er tot dusver niet in om voldoende vooruitgang op papier te zetten. De inschatting is dat de onderhandelingen nu opnieuw in kalmer water vertoeven in het licht van de verkiezingen in Brazilië. Op 18 september publiceerde de Europese Commissie haar voorstellen voor de modernisering van de WTO. Het gaat in grote lijnen om het vernieuwen van de multilaterale handelsregels, het 7

8 versterken van het monitoringsysteem van de WTO en een oplossing vinden voor de blokkering van het Beroepsorgaan van de WTO-geschillenbeslechting. Vlaanderen onderstreept het belang van de WTO voor de handel en steunt de Commissie om deze voorstellen te onderhandelen met de andere WTO-leden. De meeste comités opgericht onder CETA (Comprehensive Economic and Trade Agreement) gingen reeds van start. Op 18 september 2018 vond de startvergadering plaats van het comité over diensten en investeringen. De partijen bespraken investeringsbescherming in het kader van de ICS arbitrageregeling alsook een aantal specifieke dienstensectoren. De Commissie publiceerde een verslag op haar website. Op 26 september vond de eerste vergadering van het Gemengd Comité plaats in Montreal. Er werd onder meer gesproken over kmo s, klimaatverandering en gender. Ook het Civil society forum en het comité over handel en duurzame ontwikkeling gingen van start. Op 21 september 2018 werd de eerste verjaardag van CETA gevierd, althans van de voorlopige toepassing ervan. Hoewel het nog vroeg is om goede metingen uit te voeren, zijn de eerste resultaten positief. Ook Vlaanderen ziet opnieuw een stijging van de uitvoer naar Canada. De EU en de VS spraken verder over de contouren van hun handelsrelatie na de ontmoeting Trump- Juncker in juli. Dit zal de komende weken duidelijker moeten worden. Op 30 september kondigden Canada, de VS en Mexico een akkoord aan over een US, Mexico en Canada akkoord (USMCA) dat het Noord-Amerikaans Vrijhandelsakkoord moet gaan vervangen. Een analyse wordt gemaakt, maar gezien de aanpassingen inzake oorsprongsregels in het akkoord, lijkt het nu al duidelijk dat er toch een indirecte impact kan zijn op de Vlaamse economie, in het bijzonder in de toelevering van auto-onderdelen die in Vlaanderen geproduceerd worden. 8

9 6. Informele Raad Jeugdzaken Datum 3 september 2018 Plaats Wenen Woordvoerder voor Frédéric Delcors (secretaris-generaal van het ministerie van de België Franse gemeenschap) verving minister Isabelle Simonis als woordvoerder) Hoofdpunten van de 1. Informele Raad Jeugdzaken een gedachtewisseling rond het agenda toekomstige jeugdhoofdstuk in Erasmus Informele werklunch rond het onderwerp: jongeren en politiek 3. EU Jeugddialoog in een wereldcaféformule Naast de Informele Raad Jeugdzaken vond op 2 en 3 september 2018 ook nog de EU- Jongerenconferentie plaats in Wenen. In de namiddag van 3 september was er een gezamenlijke sessie voorzien met de ministers en de jongerenvertegenwoordigers. De bijeenkomst van de directeuren-generaal voor Jeugdzaken vond eveneens plaats van 3 tot 4 september in Wenen. 1. Informele Raad Jeugdzaken: Tafelronde rond het toekomstig EU Programma Erasmus luik Jeugd in Actie (=Jeugdhoofdstuk) Bespreking en implicaties voor Vlaanderen en standpuntbepaling Het voorzitterschap verspreidde een document met het programma en een aantal vragen die tijdens de Informele Raad werden besproken. Vraagstelling: Based on your experience with the implementation of Erasmus+: Youth in Action, which are the main programme elements we should keep and improve in the new Erasmus Youth chapter? Is the proposed budget share for the Youth chapter appropriate and sufficient? Er werd in onderling akkoord tussen de drie Gemeenschappen een Belgische tussenkomst voorbereid. De tussenkomst benadrukte o.a. het belang van een eigen hoofdstuk (o.a. om naast het formeel onderwijs het belang van jeugdwerk, niet-formeel en informeel leren te blijven erkennen en onderstrepen). Verder wensen wij de architectuur van het programma te behouden en na te denken over een Europees instrument dat kan helpen bij jeugdwerkontwikkeling. Wat de begroting betreft, wenst België een eigen budget voor jongeren te behouden dat perfect aansluit bij de oude programmering. 2. Op de middag was er een werklunch rond het onderwerp Jeugd en politici. Bespreking en implicaties voor Vlaanderen en standpuntbepaling Hieraan nam ook de secretaris-generaal van het Vlaamse departement CJM Luc Delrue deel. Het onderwerp van de werklunch is Jeugd en politici - Hoe een vruchtbare dialoog en participatie binnen Erasmus en de EU-Jeugdstrategie bevorderen?. De lunch was enkel voor de ministers van Erasmus+ programmalanden en de landen actief rond het Gestructureerd Dialoogproces. 3. Wereldcafé EU Jeugddialoog Bespreking en implicaties voor Vlaanderen en standpuntbepaling Tijdens de namiddagsessie konden politici (jeugdministers, de Commissaris voor Jeugdzaken, leden van het Europees Parlement en vertegenwoordigers van de Raad van Europa) 9

10 jongerenvertegenwoordigers ontmoeten die deelnamen aan de EU-jongerenconferentie. Elke politicus hield een tafeldiscussie met een kleine groep jongeren over de toekomst van de 11 EU Jeugddoelen. Samen met de jongerenvertegenwoordigers werd gepleit om de 11 jeugddoelen mee op te nemen in de toekomstige EU Jeugdstrategie Informele Raad Economische en Financiële zaken Datum 7-8 september 2018 Plaats Wenen Woordvoerder voor Steven Costers (hoofd Europa FOD Financiën/Thesaurie) België Hoofdpunten van de EU agenda 2. Steunprogramma voor hervormingen en Europese stabilisatiefunctie voor investeringen 1. InvestEU Bespreking en implicaties voor Vlaanderen en standpuntbepaling De Commissie benadrukte het belang van haar voorstel rond InvestEU als opvolger van EFSI. De Commissie was zich bewust van de kritiek van enkele lidstaten en toonde zich bereid enkele van haar voorstellen aan te passen door bijvoorbeeld het criterium dat een (nationale) investeringsmaatschappij in minstens drie landen actief moet zijn, te laten vallen. De Commissie vermelde ook expliciet dat het zelf geen bank wil zijn en dus geenszins de rol van de Europese Investeringsbank (EIB) wenst over te nemen. De Commissie hoopt dat er vóór het einde van het jaar een akkoord bereikt kan worden zodat de trialogen met het Europees Parlement nog onder Oostenrijks voorzitterschap opgestart kunnen worden. De EIB verwelkomde de voorstellen tot vereenvoudiging van de 14 bestaande instrumenten. Maar kwam vervolgens zeer kritisch tussen op alle andere aspecten van het voorstel: er moet voortgebouwd worden op de expertise die de EIB heeft opgebouwd dankzij EFSI; de geografische balans tussen lidstaten moet gerespecteerd worden; alle nationale investeringsmaatschappijen moeten toegang krijgen tot InvestEU; EIB is beter geplaatst dan de Commissie om de InvestEU garantie te beheren; te groot risico op dubbel werk en inefficiënte beheersstructuren; het eigenaarschap zal verschuiven van de lidstaten naar de Commissie; meer duidelijkheid nodig over het exacte bedrag van de InvestEU garantie. De Europese Centrale Bank gaf aan dat het de InvestEU voorstellen kan ondersteunen. Zowat alle lidstaten spraken hun steun uit voor de vereenvoudiging van de 14 instrumenten onder InvestEU. Nagenoeg alle lidstaten vroegen echter een duidelijkere afbakening van bevoegdheden tussen de Commissie en de EIB. De lidstaten van de kleine en middelgrote lidstaten wezen op de belangrijke rol van nationale (publieke) investeringsmaatschappijen. Ook België kwam kritisch tussen en wees onder meer op de complexiteit van het voorstel en de onduidelijke beheersstructuren. België verwierp expliciet de drie landen regel, en drong aan dat de EIB absoluut de drijvende kracht blijft. Ook Vlaanderen stelt zich vragen bij de beheersstructuren die de Commissie voorstelt, en ziet de drie landen regel graag afgeschaft. Vlaanderen steunt het samenbrengen van 14 bestaande instrumenten onder één dak omdat het duidelijkheid en eenvoud schept. 10

11 Frankrijk sprak als enige lidstaat zijn gehele steun uit voor het InvestEU voorstel. Link met het Europees Parlement De Commissie budget en de Commissie economische en monetaire zaken zijn aangesteld als verantwoordelijke Commissies in het Europees Parlement. Verschillende andere commissies formuleerden een ontwerp advies (Commissie industrie, onderzoek en energie; Commissie vervoer en toerisme; Commissie regionale ontwikkeling; Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid; Commissie cultuur en onderwijs; Commissie industrie, onderzoek en energie). 2. Steunprogramma voor hervormingen en Europese stabilisatiefunctie voor investeringen Bespreking en implicaties voor Vlaanderen en standpuntbepaling De Commissie wees kort op het belang van de voorstellen rond het steunprogramma voor hervormingen en de Europese stabilisatiefunctie voor investeringen (EISF). De Commissie wees er op dat de EISF een noodzakelijke aanvulling vormt om tot een volwaardige Economische en Monetaire Unie te komen omdat lidstaten niet meer over een wisselkoersinstrument beschikken om asymmetrische schokken op te vangen. Ook het budgettair beleid dat nog zuiver nationaal is, is onvoldoende gewapend om via automatische stabilisatoren de impact van asymmetrische schokken te remediëren. De Europese Centrale Bank (ECB) gaf aan de voorstellen te steunen. De ECB gaf mee dat het bedrag beschikbaar voor de stabilisatiefunctie voldoende hoog en flexibel moet zijn. De meeste lidstaten spraken hun steun uit voor het instrument voor technische ondersteuning, maar uitten enige terughoudendheid wat betreft het hervormingsinstrument. De lidstaten hadden vooral bedenkingen wat betreft het effect op het nationaal eigenaarschap van de hervormingen die met behulp van het instrument gerealiseerd zouden moeten worden. Het voorstel van een minister om het gebruik van het instrument te beperken tot lidstaten met een bbp/capita onder een bepaalde drempel kon op veel steun rekenen. Wat de EISF betreft wezen de Noord-Europese lidstaten op de rol van de nationale budgettaire politiek en het respect voor de regels van het Stabiliteits- en Groeipact. De zuidelijke lidstaten steunden de argumentatie van de Commissie. Toch gaf ook Duitsland, in lijn met de verklaring van Meseberg, aan dat met het voorliggende vooruitgang gemaakt moet worden tegen het einde van dit jaar. De meeste steun ging uit naar stabilisatie via een Europese werkloosheidsverzekering als aanvulling op nationale systemen om schommelingen in cyclische werkloosheidsuitgaven op te vangen. De Belgische positie betreffende het steunprogramma voor hervormingen en betreffende de macro-economische stabilisatiefunctie wordt momenteel vormgegeven. 8. Informele Raad Energie Datum 18 september 2018 Plaats Linz, Oostenrijk Woordvoerder voor Bart Tommelein, Vlaams minister voor Energie België Hoofdpunten van de 1. De rol van waterstoftechnologie in de energietransitie agenda 11

12 2. Het wetgevend pakket: Market Design van de elektriciteitsmarkt 1. De rol van waterstoftechnologie in de energietransitie Bespreking en implicaties voor Vlaanderen en standpuntbepaling Een gedachtewisseling vond plaats over het belang van innovatie voor de energietransitie waarbij gefocust werd op de rol van waterstof. De lidstaten vermeldden heel wat toepassingen en goede praktijkvoorbeelden. Naast gebruik voor het aandrijven van voertuigen, kan de productie van waterstof op tijdstippen van een overaanbod van intermittente hernieuwbare energie (energie die niet constant maar intermittent of variabel wordt opgewekt, zoals wind, zon) ook bijdragen tot energieopslag op langere termijn en tot de flexibiliteit van het elektriciteitssysteem. Waterstof kan ook aangewend worden voor elektriciteitsproductie, industriële toepassingen en huishoudelijke verwarming. De ontwikkeling van de waterstoftechnologie wordt ondersteund door Europese fondsen. Om het belang van duurzame waterstoftechnologieën voor de energietransitie te benadrukken vroeg het Oostenrijks voorzitterschap de lidstaten om de verklaring The Hydrogen Initiative te ondertekenen. De meeste lidstaten, waaronder België gaven uitdrukkelijke steun aan het initiatief en ondertekenden, behalve UK, IE, SE, SL en SK. Enkele lidstaten (BE, FI, MT, HU) benadrukten ook het belang van de complementariteit van waterstoftechnologie aan andere technologieën. Volgens PL, DE en FR is ook waterstofopwekking in industriële processen belangrijk. In zijn interventie benadrukte minister Tommelein de mogelijkheden van waterstof, maar wees hij ook op het belang van technologieneutraliteit en een kosten-efficiënte aanpak. 2. Het wetgevend pakket market design van de elektriciteitsmarkt Bespreking en implicaties voor Vlaanderen en standpuntbepaling Als onderdeel van het Clean Energy pakket werd eind 2016 een aantal wetgevende voorstellen in verband met het market design van de elektriciteitsmarkt gepubliceerd. Daarover werd in de Raad Energie reeds een algemene benadering aangenomen en werden in het Europees Parlement amendementen gestemd. Het is de ambitie van het Oostenrijks voorzitterschap om via de trialogen tussen Raad en Europees Parlement tegen eind 2018 tot een akkoord over deze dossiers te komen. Heel wat lidstaten, waaronder België, benadrukten het belang van een herziening van de regelgeving om marktintegratie te bevorderen, de flexibiliteit van het systeem te verhogen om een groter aandeel van intermittente hernieuwbare energie mogelijk te maken en om de consument een centrale en actieve rol toe te kennen (IT, FR, SE, NL, BE, DE, FI, LV, SL). Eén van de discussiepunten tussen Raad en Europees Parlement betreft de regulering van capaciteitsremuneratiemechanismen (CRM s) voor elektriciteitsproductie die door de lidstaten aangewend worden om de bevoorradingszekerheid en generation adequacy (het capaciteitsniveau voor de productie van elektriciteit nodig om aan de vraag te voldoen) te verzekeren. Een aantal lidstaten (NL, DK, SE, FI, CZ) willen een voorkeursbehandeling voor strategische reserves. België en heel wat andere lidstaten (PL, IE, DK, FR, UK, IT, SK HU) vragen dat ook in voldoende mate rekening kan gehouden worden met specifieke nationale omstandigheden. Voor NL en DK moet een analyse op EU niveau het meest doorwegen. Een discussiepunt is ook een maximum-limiet voor CO 2-emissies die zou opgelegd worden aan centrales om in aanmerking te komen voor capaciteitsremuneratiemechanismen. Polen pleit 12

13 voor een geleidelijke overgang naar strengere normen, Frankrijk voor een meer ambitieuze aanpak. Duitsland en België gaven aan flexibel te kunnen zijn maar dat lock-in effecten die de energietransitie kunnen doorkruisen moeten vermeden worden. België, met steun van PL, DK, SE, CZ, SI, vroeg ook om aandacht voor de regulering van bidding zones in de lidstaten die een impact heeft op de elektriciteitsstromen tussen de lidstaten en die de beschikbaarheid van interconnectiecapaciteit voor import van elektriciteit voor nationaal gebruik zou moeten verhogen. 9. Informele Raad Landbouw en Visserij Datum 25 september 2018 Plaats Wenen Schloss Hof Woordvoerder voor Denis Ducarme (Minister van Middenstand, Zelfstandigen, KMO's, België Landbouw en Maatschappelijke integratie) Hoofdpunten van de 1. Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) na 2020 agenda 2. Presentatie kandidate directeur-generaal van de FAO 1. Gemeenschappelijk landbouwbeleid na 2020 Toekomst geven aan vitale plattelandsgebieden en kwalitatieve voedselproductie in de EU Bespreking en implicaties voor Vlaanderen en standpuntbepaling Tegen de achtergrond van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) na 2020 hebben de EU-ministers van Landbouw ideeën uitgewisseld over hoe we vitale plattelandsgebieden kunnen creëren en kwalitatief voedsel kunnen garanderen. Dit gebeurde tijdens de informele Raad in Schloss Hof in Wenen. Europees Commissaris voor Landbouw Hogan omschreef de landbouw als de ruggengraat van wat er gebeurt op het platteland. Landbouwers moeten een redelijk inkomen krijgen. GLB is een marktgericht beleid, maar ondersteunt landbouwers via inkomenssteun. De directe steun zag hij als een onderdeel van het risicobeheer. Hogan wil het model van familiebedrijven behouden waarop de landbouw in de EU is gebaseerd. Beide pijlers zijn belangrijk hiervoor. Het GLB is een succes geweest dat we nu voor lief nemen, maar er is modernisering nodig. Innovatie en digitalisering zijn essentiële elementen voor de strategische plannen van iedere lidstaat. Het Oostenrijks voorzitterschap had twee vragen voorgelegd aan de lidstaten. Enerzijds wou het weten welke instrumenten uit het GLB we moeten behouden om de landbouwproductie over de hele Unie te behouden, ook in gebieden met een natuurlijke handicap. Anderzijds vroeg het aan de Raad hoe we landbouwers kunnen steunen in hun productie van kwalitatief voedsel. De lidstaten namen de eerste vraag te baat om die elementen uit het GLB te lichten die ze belangrijk achten. Vaak werd daarbij elementen uit de eerste pijler vermeld (directe steun, gekoppelde steun). Logischerwijs kwamen ook elementen uit de pijler van de plattelandsontwikkeling aan bod (investeringssteun, risicobeheer, steun voor gebieden met een natuurlijke beperking, kennis en innovatie, advisering). België oordeelde dat een degelijk marktinkomen ervoor kan zorgen dat (jonge) landbouwers de stap zetten naar de sector en dat het GLB hiervoor een ondersteunende rol moet spelen. De focus moet daarbij liggen op familiale bedrijven. Op de vraag naar de productie van kwalitatief voedsel verwezen meerdere ministers naar de nood aan creatie van meerwaarde. Een aantal onder hen zag in de biolandbouw een geschikt model. België had het ook over meerwaardecreatie en stelde dat het GLB landbouwers hierin moet ondersteunen met advies, marktanalyse en innovatie. Daarnaast kunnen we ook 13

14 inzetten op nichemarkten, korte keten en biolandbouw. Tot slot wees minister Ducarme op het belang van het sensibiliseren van de consument op dit vlak. Over de droogte wist Hogan nog te zeggen dat de Commissie maatregelen heeft genomen via uitzonderingen op de vergroeningsregels en voorschotten op betalingen. Alle lidstaten behalve vijf hebben info gegeven over de situatie in hun land. De Commissie analyseert dit nog. Het effect op dierlijke productie is daarbij veel vermeld, maar nog niet helemaal duidelijk. Wel zou de voederproductie in gevaar komen. Hogan was niet van plan marktmaatregelen te nemen al vroeg Letland wel om financiële steun. Wat betreft de Afrikaanse Varkenspest (ASF) was de landbouwcommissaris bezorgd om het importverbod van derde landen die geen rekening houden met regionalisatie. Net als ES/NL/LU/LT/PL/FR gaf Hogan steun aan de degelijke aanpak van de dierziekte door België. Hij vroeg aan andere lidstaten om België te helpen bij de uitroeiing van de ziekte. Hij zei ook dat de Commissie klaar staat om België te ondersteunen. Federaal landbouwminister Ducarme bracht een boodschap om de lidstaten te verzekeren dat België dit bijzonder ernstig neemt en de nodige maatregelen neemt o.a. via samenwerking met de Commissie en de buurlanden. Hij wees er ook op dat de varkenshouderij vrij is van de Afrikaanse Varkenspest en het dus veilig is om Belgisch varkensvlees in te voeren. 2. Presentatie kandidate directeur-generaal van de FAO Bespreking en implicaties voor Vlaanderen en standpuntbepaling Catherine Geslain-Lanéelle stelde zich voor als kandidate voor de functie van directeur-generaal van de FAO (Voedsel- en Landbouworganisatie van de VN). Ze is de kandidate van Frankrijk en de doelstelling van de bespreking was om steun te genereren onder de EU-lidstaten. Mevrouw Geslain-Lanéelle gaf uitleg bij haar 30-jarige ervaring op vlak van landbouw, voedselveiligheid en voedselzekerheid bij onder andere het Franse ministerie van Landbouw, de Europese Voedselautoriteit, de Europese Commissie en binnen de WHO-FAO. Ze zette daarbij ook haar visie uiteen op vlak van de ontwikkeling van landbouw en de voedselproductie wereldwijd. Haar kandidatuur kreeg de steun van 16 andere lidstaten (LU/HR/PT/DE/BG/EL/SI/BE/DK/FI/MT/IE/ES/EE/SK/CY). Verschillende onder hen onderstreepten daarbij het belang van een unieke EU-kandidaat. Ook de Franse minister Travert kwam nog tussen om de kandidatuur warm aan te prijzen. Het Oostenrijk voorzitterschap besloot dat mevrouw Geslain-Lanéelle een geschikte kandidate is die breed wordt gesteund wordt door de EU-lidstaten. 10. Raad Concurrentievermogen Datum 27 september 2018 Plaats Brussel Woordvoerder voor Jan Hoogmartens, Adjunct Permanent Vertegenwoordiger België Hoofdpunten van de 1. Gedachtewisseling over de toetsing van het agenda concurrentievermogen 2. Debat over de Europese industrie, artificiële intelligentie en robotica 1. Gedachtewisseling over de toetsing van het concurrentievermogen Bespreking en implicaties voor Vlaanderen en standpuntbepaling 14

15 Europees Commissaris voor Interne Markt, Industrie, Ondernemerschap en KMO s Bienkowska stelde dat verschillende studies aantonen dat ondanks een ongeëvenaarde Europese convergentie de voorbije 60 jaar, er nog grote ongelijkheden zijn tussen de regio s van de EU-28. Het volgende meerjarig financieel kader zou de productiviteit moeten versterken via territoriaal beleid, innovatie en steun voor kmo s. Nagenoeg alle lidstaten die tussenkwamen, vermeldden het belang van het cohesiebeleid voor regionale convergentie. Slimme specialisatie werd door een groep lidstaten, waaronder België, als een belangrijk aandachtspunt genoemd om het concurrentievermogen van regio's te verbeteren. In zijn tussenkomst benadrukte België opnieuw het belang van de regionale dimensie in het industrie- en innovatiebeleid. België verdedigde het multi-level governance bestuursmodel gebaseerd op slimme specialisatie om innovatie-ecosystemen in Europa te verbinden. België pleitte ook voor een combinatie van financieringsbronnen en -instrumenten ter ondersteuning van een ambitieus Europees industriebeleid. Als besluit onderstreepte Commissaris Bienkowska het belang van het cohesiebeleid als belangrijk instrument voor regionaal concurrentievermogen. Het voorzitterschap stelde dat de diversiteit in Europa een kracht is, maar terzelfdertijd vormt deze een uitdaging die aangepakt kan worden door meer interregionale verbanden, slimme specialisatie en digitalisering. De lidstaten moeten meer samenwerken en de coördinatie tussen de regio s verbeteren. 2. Debat over de Europese industrie, artificiële intelligentie en robotica Bespreking en implicaties voor Vlaanderen en standpuntbepaling In zijn introductie benadrukte het Oostenrijks voorzitterschap drie elementen: 1) innovatie mag niet in de kiem gesmoord worden door bureaucratie en overbodige administratieve lasten voor ondernemingen moeten weggewerkt worden, 2) het uitbouwen van een netwerk van digitale innovatiehubs (DIHs) is belangrijk alsook het tot stand brengen van een ethisch en regelgevend kader inzake artificiële intelligentie (AI), en 3) het belang van vaardigheden, STEM, digitale transformatie, levenslang leren... Commissaris Bienkowska begon met het onderlijnen dat artificiële intelligentie (AI) een realiteit is die de kern van onze industriële strategie moet worden, en had het over het belang van digitalisering en welke stappen moeten gezet worden om via technologie en digitalisering de gehele economie een boost te geven en innovatie te steunen. Digitale innovatiehubs en het AI on demand platform zijn essentiële instrumenten om onderzoekers en bedrijven te helpen toegang te krijgen tot de nieuwste technologieën. Er is een AI-strategie nodig, waarin ook gefocust wordt op sociale, wettelijke en ethische kwesties. Vertrouwen, veiligheid en gegevensbescherming zijn belangrijke aandachtspunten inzake AI. Tegen eind 2018 volgt een gecoördineerd actieplan voor AI. De Commissaris roept de lidstaten op om werk te maken van nationale strategieën voor AI. De voorzitter van de High Level Group voor Concurrentievermogen en Groei ging dieper in op de noodzaak om een gecoördineerde EU-strategie te ontwikkelen die gebaseerd is op nationale en regionale strategieën, die voor al deze uitdagingen een kader en een uiting kan geven. De heer Hirschbrich, expert in AI, stelde dat de initiatieven ten voordele van governance en gegevensbescherming zeer belangrijk zijn, maar dat de focus moet liggen op het concurrentieel maken van de Europese industrie via het gebruik van AI. Er is een positieve gegevenscultuur nodig die ervoor moet zorgen dat er verder gebouwd wordt aan AI-producten ten dienste van onze topsectoren. 15

16 België/Vlaanderen focuste in zijn interventie op maatregelen en initiatieven die het bestaande potentieel aan AI helpen commercialiseren en verspreiden. Bijvoorbeeld het opzetten van DIHs gericht op het identificeren en aanpakken van knelpunten die met AI kunnen worden opgelost. Verschillende lidstaten, waaronder België/Vlaanderen, benadrukten de prioritaire behoefte aan samenwerking en een coherent EU-kader. Ook werd de noodzaak onderstreept van investeringen ten gunste van onderzoek naar disruptieve innovatie, het opzetten van DIHs, het bevorderen van gegevensuitwisseling, standaardisatie, het ontwikkelen van supercomputers en het stimuleren van waardeketens. Ook de noodzaak voor ontwikkeling en verspreiding van digitale vaardigheden en ondersteuning voor startende ondernemingen en kmo s werden meermaals vermeld door alle lidstaten, alsook België/Vlaanderen. Het probleem van de digital skills shortage werd door veel lidstaten, waaronder België/Vlaanderen, aangehaald. Zowel door levenslang leren, STEMopleidingen, betere mobiliteit van experten en academici en versterkte interregionale en intersectorale samenwerking, het aantrekken van jongeren met een alternatief parcours, stages enz. moeten de nodige vaardigheden in de EU ontwikkeld worden om de industriële omwenteling duurzaam te maken en tewerkstelling te creëren. 11. Raad Onderzoek Datum 28 september 2018 Plaats Brussel Woordvoerder voor Jan Hoogmartens, Adjunct Permanent Vertegenwoordiger België Hoofdpunten van de 1. Beleidsdebat over Horizon Europa agenda 2. Beleidsdebat over het Strategisch Planningsproces 1. Beleidsdebat over Horizon Europa Bespreking en implicaties voor Vlaanderen en standpuntbepaling Europees Commissaris voor Onderzoek, Wetenschap en Innovatie Moedas benadrukte vooraf het doel van de onderhandelingen, namelijk het beste Kaderprogramma ooit opstellen. Hij beklemtoonde ook dat er een akkoord nodig is over Horizon Europa vóór de verkiezingen van mei 2019, anders is de kans groot dat het programma in 2021 niet tijdig van start zal kunnen gaan. Drie thema s stonden centraal in het beleidsdebat, nl. 1) de positie van de lidstaten omtrent een eventuele wijziging aan de juridische basis voor het Specifiek Programma (SP), 2) de vereisten waaraan Horizon Europa zou moeten voldoen inzake het verbreden van de participatie of het delen van excellentie, en 3) de structuur van Pijler 2. 1) Juridische basis Alle lidstaten, alsook België, kunnen hun steun uiten aan de opinie van de Juridische Dienst van de Raad, die stelt dat de tweede juridische basis, i.e. art. 173 (3) VWEU gelieerd aan industrie, geschrapt moet worden en dat het voorstel voor het Besluit inzake het Specifiek Programma bijgevolg volgens een bijzondere wetgevingsprocedure in plaats van een gewone wetgevingsprocedure moet worden vastgesteld. De lidstaten geven dus een duidelijk signaal wat de juridische basis betreft. Niettemin adviseert de Commissaris om niet meteen van start te gaan met de gesprekken hierover. Het voorzitterschap zal nu nagaan wat de beste weg vooruit is, rekening houdend met het feit dat de kwestie van de juridische basis geen schaduw mag werpen op de onderhandelingen over Horizon Europa. 16

17 2) Verbreden van participatie / delen van excellentie: Verschillende lidstaten vragen nog andere maatregelen (dan diegene door de Commissie voorgesteld) voor het dichten van de innovatiekloof in Europa. De lidstaten halen een aantal voorstellen aan voor het verbreden van de participatie/het delen van excellentie. In dit kader is er ruime steun, ook van België en Vlaanderen, voor meer en betere synergieën tussen Horizon Europa en de Structuurfondsen. Het voorzitterschap concludeert dat Horizon Europa moet bijdragen tot het dichten van de innovatiekloof, zonder excellentie in het gedrang te brengen. De specifieke voorstellen van de Commissie zijn belangrijk, maar volstaan niet volgens het voorzitterschap. Het voorzitterschap zal hierover verder nadenken. 3) Structuur Pijler 2: De lidstaten, alsook België, doen verschillende voorstellen met betrekking tot de structuur van Pijler 2. Voor Vlaanderen zijn de clusters te ruim. Vlaanderen benadrukt onder meer ook het belang van de integratie van de bijdrage van SSH (Social Sciences and Humanities): onderzoek naar de maatschappelijke acceptatie van nieuwe technologieën, bijvoorbeeld, wordt steeds crucialer. Het voorzitterschap zal alle voorstellen in overweging nemen, al bestaat er het gevaar om de doos van pandora open te trekken. Link met het Europees Parlement Het bevoegde Comité in het Europees Parlement is het Comité voor Industrie, Onderzoek en Energie (ITRE). De ITRE-Commissie duidde reeds rapporteurs en schaduw-rapporteurs aan voor het hele Horizon Europa pakket. Rapporteurs Dan Nica en Christian Ehler legden voor de zomer hun conceptrapporten neer over de verordening en het besluit inzake Horizon Europa. Een finale stemming in ITRE is voorzien op 21 november Wat de kwestie van de dubbele juridische basis betreft, zou de toepassing van art. 173 (3) VWEU betekenen dat het voorstel voor het besluit volgens de gewone wetgevingsprocedure wordt vastgesteld, in plaats van volgens de bijzondere wetgevingsprocedure (indien alleen art. 182 (4) VWEU van toepassing zou zijn, wat het geval is voor het huidige Horizon2020 programma). Dit houdt vanzelfsprekend een andere rol in voor het Europees Parlement. 2. Beleidsdebat over het Strategisch Planningsproces Bespreking en implicaties voor Vlaanderen en standpuntbepaling Het Oostenrijks voorzitterschap nodigde de ministers uit om aan te geven of zij optie 4+2 (i.e. domeinen voor missies en partnerschappen worden opgenomen in het Specifiek Programma; de andere elementen worden opgenomen in een uitvoeringshandeling) als voorkeursoptie of als aanvaardbaar compromis voor het Strategisch Planningsproces (SPP) kunnen steunen. Commissaris Moedas kan begrip opbrengen voor optie 4, waarbij domeinen voor missies en partnerschappen in de wettekst worden opgenomen. De uitvoeringshandeling (optie 2) lijkt voor de Commissaris echter geen goed idee, aangezien op die manier een uitvoeringshandeling voor het werkprogramma vooraf gegaan zou worden door een andere uitvoeringshandeling. Er is ruime steun (ook van België/Vlaanderen) onder de lidstaten voor optie 4+2, zoals voorgesteld door het voorzitterschap als compromis. De lidstaten vragen aandacht voor de betrokkenheid van de lidstaten in het SPP, de vlotheid waarmee het SPP opgesteld kan worden, de transparantie van het proces... De lidstaten vragen ook om het werk op technisch niveau hierover nu zo snel mogelijk voort te zetten. Het voorzitterschap vat samen dat optie 4+2 de voorkeursoptie is van de Raad. 17

18 Het voorzitterschap en de Raad organiseren een informele ministeriële lunch op 15 oktober, waar voorstellen voor domeinen voor missies en partnerschappen besproken zullen worden. Link met het Europees Parlement Het staat buiten kijf dat het Europees Parlement een (voldoende grote) zeg zal willen in het SPP. 18

19 BIJLAGE II: ONTWIKKELINGEN OP HET NIVEAU VAN OMZETTINGEN EN INBREUKEN 1. Voorstellen van richtlijn Tussen 1 en 30 september 2018 zijn twee voorstellen van richtlijn gepubliceerd. Dossier Inhoud Bevoegdheid 1 Voorstel: COM(2018)0639 Naam: het einde van de omschakeling tussen winter- en zomertijd Voorstel: COM(2018)634 Naam: gemeenschappelijke normen en procedures in de lidstaten voor de terugkeer van onderdanen van derde landen die illegaal op hun grondgebied verblijven Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende het einde van de omschakeling tussen winter- en zomertijd en tot intrekking van Richtlijn 2000/84/EG Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over gemeenschappelijke normen en procedures in de lidstaten voor de terugkeer van onderdanen van derde landen die illegaal op hun grondgebied verblijven (herschikking) Een bijdrage van de Europese Commissie aan de bijeenkomst van de leiders in Salzburg op september 2018 Beleidsdomeinen Kanselarij en Bestuur, Mobiliteit en Openbare Werken, Omgeving, Landbouw en Visserij, Welzijn, Volksgezondheid en Gezin,... Federale bevoegdheid 1 In de kolom bevoegdheid wordt aangegeven of de aangenomen richtlijn een federale, een Vlaamse of een gemengde bevoegdheid betreft binnen de Belgische staatsstructuur. Indien het een Vlaamse of gemengde bevoegdheid betreft, wordt ook het beleidsdomein dat bevoegd is voor de omzetting van de richtlijn vermeld. Richtlijnen waar Vlaanderen bij de omzetting een adviesbevoegdheid heeft, worden aangegeven als zijnde federale bevoegdheid. 19

20 2. Aangenomen richtlijnen Tussen 1 en 30 september 2018 zijn geen aangenomen richtlijnen gepubliceerd. 3. Stand van zaken omzettingsdossiers Hieronder volgt een stand van zaken met betrekking tot de omzetting van Europese richtlijnen. Dit overzicht heeft enkel betrekking op richtlijnen die een omzetting in de Vlaamse rechtsorde vereisen. Bij de omzetting van een aantal richtlijnen speelt Vlaanderen een louter adviserende rol. Omdat dergelijke richtlijnen geen omzetting vereisen in Vlaamse regelgeving, worden zij niet opgenomen in dit overzicht. Er wordt in dit overzicht een onderscheid gemaakt tussen de interne markt richtlijnen (Vlaams scorebord interne markt) en de richtlijnen die niet onder de interne markt vallen (overige Vlaamse omzettingsdossiers). 1. Vlaams scorebord interne markt Voor de categorie van interne markt richtlijnen publiceert de Europese Commissie tweemaal per jaar een scorebord. Het scorebord van de Europese Commissie is een overzicht van de omzettingsprestaties van de 28 lidstaten, met inbegrip van België. Op basis van deze gegevens wordt een Vlaams scorebord interne markt samengesteld. A. Vlaams scorebord van december Het Vlaams scorebord van december 2018 omvat 8 interne markt richtlijnen, waarvan de omzetting in de Vlaamse rechtsorde vereist is, en waarvan Vlaanderen er al 3 heeft omgezet. VLAAMSE OMZETTING VOLLEDIG Richtlijn Laatste stand van zaken Termijn RL: (EU) 2018/217 RICHTLIJN (EU) 2018/217 VAN DE COMMISSIE van 31 januari 2018 tot wijziging van Richtlijn 2008/68/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over land Het Vlaams scorebord van december 2018 wordt samengesteld door de Eurocoördinator op basis van het interne markt scorebord van de Europese Commissie van december Dat laatste is een overzicht van de interne markt richtlijnen waarvan de omzettingstermijn verstrijkt op ten laatste 30 november 2018 en waarvoor de integrale omzetting moet worden gemeld aan de Europese Commissie ten laatste op 11 december