NOTA VAN BEANTWOORDING - ZIENSWIJZEN bestemmingsplan De Brinkhorst

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "NOTA VAN BEANTWOORDING - ZIENSWIJZEN bestemmingsplan De Brinkhorst"

Transcriptie

1 NOTA VAN BEANTWOORDING - ZIENSWIJZEN bestemmingsplan De Brinkhorst ZIENSWIJZEN OP HET ONTWERPBESTEMMINGSPLAN De Brinkhorst GEMEENTE ZUIDPLAS Zuidplas, 1

2 1. INLEIDING In deze Nota van beantwoording en wijziging zijn de samenvattingen van de op het ontwerpbestemmingsplan De Brinkhorst ingediende zienswijzen opgenomen. Het ontwerpbestemmingsplan De Brinkhorst heeft vanaf 19 september 2013 tot en met 30 oktober 2013 ter inzage gelegen. Gedurende deze periode is een ieder de gelegenheid geboden om mondeling danwel schriftelijk zienswijzen in te dienen. Het plan is in genoemde termijn zowel digitaal als in papieren versie te raadplegen geweest. In totaal zijn er 56 zienswijzen binnengekomen, waarvan één zienswijze buiten de termijn is binnengekomen. Deze zienswijze is daarmee niet ontvankelijk. Van de 55 zienswijzen die wel binnen de termijn zijn binnengekomen, zijn er 41 identiek. Deze zienswijzen zijn gezamenlijk, als eerste samengevat en van een beantwoording voorzien. In het kader van het vooroverleg ex artikel Besluit ruimtelijke ordening is het ontwerpbestemmingsplan tevens digitaal aan diverse instanties ter kennis gesteld met het verzoek om binnen voornoemde termijn op de inhoud van het ontwerpbestemmingsplan te reageren. De overlegpartners hebben kennis genomen van het plan, maar zagen geen reden om een zienswijze in te dienen. In de Nota van Beantwoording zijn de ingekomen zienswijzen opgenomen. Iedere reclamant heeft een nummer gekregen om de zienswijzen te kunnen onderscheiden. Per zienswijze wordt verwezen naar het toegekende nummer. In het overzicht is de inhoud van de zienswijze en de reactie van gemeentewege hierop opgenomen. Bij deze nota behoren twee bijlagen. In de beantwoording wordt hiernaar verwezen. Per reclamant zijn opgenomen nummer zienswijze van de reclamant datum van indiening en datum van ontvangst een samenvatting van de zienswijze (om de zienswijze te kunnen onderscheiden heeft elke (deel)reactie een cijfer gekregen) per zienswijze is de reactie van gemeentewege hierop opgenomen in de conclusie is per zienswijze aangegeven of de reactie leidt tot wijziging van het bestemmingsplan. 2

3 Ten aanzien van de ingediende zienswijzen wordt in artikel 3:16 lid 3 Algemene wet bestuursrecht (Awb) bepaald welke zienswijzen tijdig zijn ingediend. Hieruit kan opgemaakt worden dat de ingediende zienswijzen op één na ontvankelijk zijn. Voor de volledigheid is deze zienswijze wél meegenomen in de beantwoording. Met betrekking tot de ingediende zienswijzen wordt de opmerking gemaakt dat die onderdelen van de ingediende zienswijzen, die niet expliciet worden genoemd, wel bij de beoordeling zijn betrokken. De zienswijzen zijn dus in hun geheel beoordeeld. Daar waar de zienswijzen hebben geleid tot wijzigingen zijn deze ook opgenomen in het laatste deel van deze nota: de Nota van wijziging. Dit laatste deel is gesplitst in de onderdelen: plantoelichting, regels en verbeelding. 1.1 Omgevingsvergunning t.b.v. Brede School 2009 De ontwikkeling van de Brede School is reeds in 2009 middels een vrijstellingsprocedure ex artikel 19 lid 2 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening mogelijk gemaakt. De integrale afweging hiervoor, waaronder het aspect verkeer, heeft plaatsgevonden in de ruimtelijke onderbouwing die speciaal voor de ontwikkeling is opgesteld. In het kader van die procedure is een ieder in de gelegenheid geweest om een zienswijze in te dienen. De zienswijzen zijn beantwoord in een nota van zienswijzen. Het college van burgemeester en wethouders van de voormalige gemeente Moordrecht heeft, met inachtneming van de ingediende zienswijzen, op 9 maart 2009 het besluit genomen om vrijstelling te verlenen van het bestemmingsplan Landelijk gebied West, voor het realiseren van een schoolgebouw, met inbegrip van ruimten voor buitenschoolse opvang en tevens een bouwvergunning te verlenen voor de eerste fase. Omdat er sprake is van een aparte procedure, immers was er een volledige rechtsgang inclusief zienswijzen en beroep mogelijk, worden zienswijzen die betrekking hebben op dit deel van het ontwerpplan, conform artikel 3.10 Wro niet opnieuw behandeld. 3

4 1. Overzicht indieners zienswijzen NUMMER BLZ. NUMMER BLZ. NUMMER BLZ. R1 particulier R20 particulier R39 particulier R2 particulier R21 particulier R40 particulier R3 particulier R22 particulier R41 particulier R4 particulier R23 particulier R42 vereniging R5 particulier R24 particulier R43 particulier R6 particulier R25 particulier R44 particulier R7 particulier R26 particulier R45 particulier R8 particulier R27 particulier R46 particulier R9 particulier R28 particulier R47 particulier R10 particulier R29 particulier R48 particulier R11 particulier R30 particulier R49 particulier R12 particulier R31 particulier R50 stichting R13 particulier R32 particulier R51 stichting R14 particulier R33 particulier R52 particulier R15 particulier R34 particulier R53 particulier R16 particulier R35 particulier R54 particulier R17 - particulier R36 particulier R55 particulier R18 particulier R37 particulier R56 particulier, niet R19 particulier R38 particulier ontvankelijk Voor beantwoording van de zienswijzen R2 t/m R41 wordt verwezen naar de beantwoording van zienswijze R1. Deze zienswijzen zijn namelijk allemaal gelijkluidend. Bij de beantwoording van de overige zienswijzen wordt in sommige gevallen terugverwezen naar onderdelen van de beantwoording van zienswijze R1. 4

5 2. NOTA VAN BEANTWOORDING 2.1 Reacties ingediende zienswijzen Nummer Nummer gemeente Datum indiening Datum binnenkomst gemeente R1 I VERKORTE WEERGAVE REACTIE REACTIE VAN GEMEENTE 1 In de toelichting op het nieuwe bestemmingsplan wordt volgens reclamanten niet ingegaan op de vraag of De Brinkhorst nodig is om in de woonvraag te voldoen, de beoogde woningtypen passen bij die vraag of, indien sprake is van een woonvraag, niet elders binnen de gemeente daaraan kan worden voldaan. Volgens reclamanten bestaat geen behoefte aan nieuwe woningen. Zij wijzen op de Woonvisie 2011 waarin is opgenomen dat de gemeentelijke woningbehoefte 110 per jaar bedraagt. Niet duidelijk is echter hoeveel van die behoefte aan Moordrecht dient te worden toegekend. Gezien de reeds in uitvoering zijnde plannen binnen de gemeente, wordt de genoemde woningbehoefte volgens reclamanten aanzienlijk overschreden. Daarnaast geven zij aan dat in de Woonvisie en de Structuurvisie Zuidplas 2030 staat beschreven dat uitbreidingslocaties alleen benut mogen worden indien binnen de bestaande bebouwing onvoldoende initiatieven zijn. Ook de Provinciale Verordening Ruimte schrijft dit voor. Niet is gebleken dat onderzoek is gedaan naar die mogelijkheden. Op 30 november 2011 heeft de gemeenteraad de gemeentelijke visie op wonen vastgesteld, namelijk de visie op hoofdlijnen: Wonen in de dorpen van de gemeente Zuidplas. Deze visie kent als vertrekpunt het behoud en versterken van de dorpen. Dit betekent dat de bouwproductie plaats dient te vinden in en aan de dorpen. Leidraad in de woonvisie is de variant autonoom +, waarbij autonome groei van de dorpen als ondergrens wordt gehanteerd. De woningmarktrapportage die ten grondslag heeft gelegen aan de gemeentelijke woonvisie toont met betrekking tot Moordrecht aan dat er een tekort aan woningen is op de korte en lange termijn. Woningbouw om te voorzien in de eigen behoefte van de inwoners van Moordrecht is dus nu en voor de langere termijn gewenst. Het plangebied ligt binnen de rode contour van de Verordening Ruimte (provinciaal beleid) van de provincie Zuid- Holland. Binnen de rode contour is uitbreiding van stedelijk gebied toegestaan. Binnen de rode contour van Moordrecht is alleen op de huidige locatie de realisatie van het woningbouwprogramma in de gewenste vorm en omvang mogelijk. Naar overige potentiële woningbouwlocaties binnen de kern Moordrecht is onderzoek gedaan. Gebleken is dat deze locaties niet geschikt dan wel te klein zijn voor het realiseren van nieuwe woningen in de vorm en met een programma zoals in De Brinkhorst is voorzien. Derhalve is er voor de huidige locatie gekozen. Daarbij moet worden opgemerkt dat het bestemmingsplan de bouw van 350 woningen mogelijk maakt, maar deze woningen in fasen van ca. 50 woningen, afhankelijk van de vraag vanuit de markt, zullen worden gebouwd. In het kader van vooroverleg is het plan aan de provincie Zuid-Holland voorgelegd. Zij hebben geen noodzaak gezien om een zienswijze in te dienen. De structuurvisie van de gemeente Zuidplas is door de gemeenteraad vastgesteld op 27 november Met betrekking tot woningbouw is ingegaan op bouwen tot Ingespeeld wordt op bouwen in en aan de dorpen. Voorgenomen ontwikkeling speelt hier op in, omdat aan het dorp wordt gebouwd. Daarnaast is het plangebied specifiek beschreven in de structuurvisie. Het volgende is vermeld over De Brinkhorst / Vijfakkers-Noord die uitgaat van een uitvoeringsperiode van 2012 tot 2020 : 'Om te voldoen aan de woonvraag van eigen inwoners, wordt in Moordrecht een nieuwe woonwijk ontwikkeld. Deze nieuwe woonwijk van circa 350 woningen draagt bij aan het op peil houden van het voorzieningenniveau in het dorpscentrum van Moordrecht. In Vijfakkers-Noord worden geen specifieke wijkvoorzieningen gerealiseerd, met uitzondering van een brede school in combinatie met een dorpshuis en een bibliotheek.' Dit bestemmingsplan betekent een uitvoering van het vermelde in de structuurvisie. 5

6 2 Reclamanten geven aan dat de binnen het plangebied toegestane bouwhoogtes niet passen binnen het dorpse karakter en dit dorpse karakter zelfs teniet doen. Reclamanten wijzen op het bestemmingsplan Dorp Noord III dat ook aan de rand van het dorp ligt en waar de toegestane bouwhoogte van bebouwing 10 meter bedraagt. Reclamanten zijn van mening dat deze bouwhoogte ook binnen het plangebied van De Brinkhorst moet worden opgenomen. Ook uit de Structuurvisie Zuidplas 2030 blijkt hoogbouw niet passend is op de desbetreffende locatie. De maximale goothoogte van de te realiseren nieuwe woningen bedraagt 6 meter en de maximale bouwhoogte van deze woningen bedraagt 12,5 meter. Deze hoogte betreft een maximum, dat niet als uitgangspunt voor alle woningen geldt, maar bedoeld is om stedenbouwkundige accenten en kappen te kunnen realiseren. In het stedenbouwkundigplan en beeldkwaliteitskader, dat deel uit maakt van het bestemmingsplan en de anterieure overeenkomst tussen de gemeente Zuidplas en de ontwikkelaar, staat omschreven dat De Brinkhorst een dorps karakter krijgt. Uitgangspunt is daarbij woningen in één of twee bouwlagen met kap en op bijzondere plekken accenten (drie bouwlagen) worden gebouwd. Op enkele locaties binnen het plangebied zijn appartementengebouwen toegestaan met een hogere bouwhoogte. Het betreft gestapelde bouw. Op grond van de Structuurvisie is dergelijke gestapelde bouw toegestaan. De gestapelde bouw is afgestemd op de ruimtelijke opzet van het plan. Bij het verantwoord bouwen aan of bij een bestaand dorp worden ruimtelijke- en sociale overwegingen op elkaar afgestemd en met elkaar geïntegreerd in een stedenbouwkundige meest gewenste structuur. In de Brinkhorst betekent dit dat het karakter van dorps wonen en het woningbouwprogramma met gestapelde woningen leidt tot een plan waarbij verschillende ruimten en plekken worden versterkt door stedenbouwkundige accenten. Daarom zijn in de Brinkhorst, waarbij het overgrote deel bestaat uit grondgebonden woningen, drie plekken aangewezen waar vanuit stedenbouwkundig oogpunt (oriëntatie en ruimtebeleving) een hoger bouwvolume als accent gewenst is. Voor elk van deze locaties is een maximale bouwhoogte opgenomen, welke is afgestemd op de locatie: 1. Nabij de brede school (17m) 2. Op de hoeken van de ontsluitingsroute en het centrale groenplein (14m) 3. Op de hoek van de tweede singel en het polder landschap (20m). De stedenbouwkundige accenten zijn juridisch-planologisch verankerd in de bestemmingsplanregels. In aanvulling daarop is een beeldkwaliteitskader opgesteld, waarin aanvullende beeldkwaliteitseisen zijn opgenomen. Zo wordt voorgesteld dat het bouwvolume van gestapelde woningen een klassieke opbouw kent, met een heldere plint, een middenvolume en een afronding in een kapvorm (geheel of gedeeltelijk). Daarnaast worden de gestapelde woningen uit meerdere volumes opgebouwd, waarbij hogere en lagere bouwvolumes gecombineerd worden. De in het bestemmingsplan opgenomen maximale bouwhoogte zal hierdoor niet het volledige bouwvlak beslaan. 3 Reclamanten wijzen erop dat met de bouw van de nieuwe woningen een verlaging van het waterpeil is voorzien in de sloot langs de Weidezoom van 40 cm. Nu sprake is van een veengebied, voorzien reclamanten een daling van het grondwaterpeil en daarmee van hun woningen en tuinen alsmede wegen en funderingen. Reclamant is van mening dat eerst grondig onderzoek gedaan moet worden naar de invloed op het waterpeil. Tevens dient duidelijk te zijn wie verantwoordelijk is voor eventuele verzakkingen en wie kosten voor schade gaat dragen. Naast het versterken van de stedenbouwkundige structuur bieden de locaties met gestapeld wonen ook de ruimte om invulling te geven aan de sociale dimensie van het begrip dorps wonen. Het creëren van een diversiteit aan woningtypen is belangrijk om een brede afspiegeling van de sociaal-maatschappelijke doorsnede van de huidige kern, ook in de toekomst te kunnen huisvesten. Uit nader onderzoek door Royal HaskoningDHV blijkt dat verlaging van het waterpeil niet problematisch is voor de funderingen van de nabij gelegen woningen en sportvelden. De zorg vanuit omwonenden is voor de ontwikkelaar echter aanleiding geweest om te kijken naar een alternatieve oplossing voor de waterhuishouding in het plangebied. Dit heeft geleid tot een ambtshalve wijziging van de waterhuishuiding. Het waterpeil wordt niet verlaagd, maar er is voor een alternatieve oplossing gekozen. Voor een nadere toelichting wordt verwezen wordt naar bijlage 2 bij deze nota 6

7 4 Het plangebied zal worden opgehoogd. Reclamanten zijn van mening dat de (nadelige) gevolgen van die ophoging niet zijn onderzocht. Zij geven aan dat ophoging volgens het provinciaal hotspotonderzoek en het Handboek Kwaliteit verboden zijn. 5 Reclamanten zijn van mening dat als gevolg van de nieuw te realiseren woningen en de school die reeds binnen het plangebied ligt, sprake zal zijn van een toename van verkeer in de omgeving. De ontsluiting van het plangebied zal immers plaatsvinden via de Middelweg en de Weidezoom. Volgens reclamanten is onvoldoende rekening gehouden met: - de beperkte capaciteit van de Weidezoom, - de verkeersbelasting op piektijden; - fietsers (terwijl ongeveer 800 leerlingen van de fiets gebruik zullen maken); - verkeersveiligheid voor scholieren. Reclamanten verwachten door de toename van verkeer extra verkeersoverlast alsmede onveilige verkeerssituaties. 6 Nabij de Coenecoopbrug bevindt zich een beschermd meervleermuizencentrum. Volgens reclamanten had dat vleermuizencentrum betrokken moeten worden bij het Ophoging heeft geen nadelige effecten op het gebied of de directe omgeving daarvan. Ophoging is noodzakelijk om te zorgen voor een drooglegging van minimaal 1,20 meter. Dit betekent dat het vloerpeil van de toekomstige woningen minimaal 1,20 meter boven het hoogste waterpeil moet worden gerealiseerd. Het ophogen van het gebied volgt uit het Inrichtingsadvies Zuidplaspolder, Rotterdam, november 2010, van het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard, op basis van een studie van provincie voor de ontwikkeling Westergouwe. Het is bedoeld om de waterveiligheid - daaronder wordt het beperken van het overstromingsrisico verstaan - te waarborgen. Tijdens overleggen in het kader van de watertoets, heeft het waterschap het ophogen als uitgangspunt ingebracht. Daarbij is aangegeven dat in overleg met de provincie afgeweken kan worden. Bij afwijkingen zal de waterveiligheid op een alternatieve wijze moeten worden geborgd. Het Handboek Kwaliteit Zuidplaspolder stelt: Het zuidelijke deel van de Zuidplaspolder is aangemerkt als risicogebied overstroming bij doorbraak van de waterkering langs de Hollandse IJssel en/of de Gouwe. Het Hoogheemraadschap stelt daarom dat in dit deel van de polder de vloer van woonruimtes wordt aangelegd op een hoogte van ten minste NAP-4,70 m.. De realisatie van de school is mogelijk gemaakt met een aparte ruimtelijke (vrijstellings)procedure. In die procedure is al een afweging gemaakt over de (ruimtelijke) gevolgen van de school, waaronder het aspect verkeer. Eventuele bezwaren met betrekking tot de school zijn in die procedure al behandeld en kunnen in de onderhavige procedure niet opnieuw naar voren worden gebracht. Daarbij wordt opgemerkt dat in het nieuwe bestemmingsplan bij de school een zogenaamde kiss and ride mogelijk wordt gemaakt, waardoor het halen en brengen van leerlingen bij de school gemakkelijker en veiliger wordt gemaakt. Dit is een verbetering ten opzichte van de bestaande situatie omdat het verkeer dat gebruik maakt van de kiss and ride zone niet over (het oostelijke deel van) de Weidezoom rijdt. Het halen en brengen van leerlingen zal in de nieuwe situatie meer plaats vinden in de zone voor de school, kortom in de wijk de Brinkhorst zelf. De ontsluiting op de Weidezoom is er juist gekomen omdat daardoor het gebruik van de kiss and ride zone maximaal wordt gefaciliteerd en daarmee de Weidezoom wordt ontlast. Over de verkeersontsluiting en de inrichting van de kiss and ride zone is overleg gevoerd met Veilig Verkeer Nederland (VVN). Dit aanleiding geweest om de inrichting van de kiss and ride zone aan te passen ter verbetering van de doorstroming. In het vervolgtraject wordt VVN betrokken bij de nadere inrichting van het openbaar gebied. In het kader van het nieuwe bestemmingsplan is een onderzoek uitgevoerd naar de verkeersaspecten. De resultaten zijn in de toelichting en als bijlage bij het bestemmingsplan opgenomen. In het onderzoek zijn vier ontsluitingsvarianten van het plangebied beoordeeld. Op basis van die beoordeling is een keuze gemaakt voor de huidige ontsluitingen van het plangebied. Bij de beoordeling is ook het aspect verkeersveiligheid betrokken. Voorts wordt nog opgemerkt dat de Weidezoom een weg betreft waarbij de snelheid is gemaximaliseerd tot 30 km/per uur en als zodanig is ingericht. In het onderzoek naar de ontsluiting voor de Brinkhorst heeft ook De Weidezoom een prominente plaats. Het adviesbureau en de gemeente Zuidplas constateren dat deze weg voldoende geschikt is voor het te verwachten verkeersaanbod. Het huidige straatbeeld zal door de realisatie van de Brinkhorst niet negatief worden aangetast doordat de wijk 2 ontsluitingen krijgt en in de wijk voor de school een kiss en ride zone voorzien is. In het kader van het bestemmingsplan is onderzoek gedaan naar flora en fauna, waaronder de aanwezigheid van vleermuizen en uilen. Naar aanleiding van de ingekomen zienswijzen is door het ecologisch adviesbureau en de 7

8 flora en fauna onderzoek. 7 Reclamanten zijn van mening dat de globale opzet van het bestemmingsplan rechtsonzekerheid met zich meebrengt. De projectontwikkelaar heeft als gevolg daarvan alle ruimte om het plangebied naar eigen inzicht in te richten. De gemeente heeft geen sturingsmogelijkheden meer. Deze reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. Omgevingsdienst Midden-Holland gekeken naar de eerder opgestelde rapportages. In een reactie hierop zijn enkele aspecten nader verduidelijkt. Met deze aanscherping van de rapportages is geen nadere aanpassing noodzakelijk. Voor meer informatie wordt verwezen naar bijlage 1 bij deze nota. Er is bewust gekozen voor een globaal bestemmingsplan om binnen de kaders die door de gemeente zijn vastgelegd (zoals het stedenbouwkundig + beeldkwaliteitskader) flexibiliteit te waarborgen bij de inrichting van het plangebied. Mede gezien de huidige economische omstandigheden is die flexibiliteit gewenst. CONCLUSIE Nummer Nummer gemeente Datum indiening Datum binnenkomst gemeente R2 I R3 I R4 I R5 I afgegeven R6 I R7 I / E R8 I R9 I R10 I R11 I R12 I R13 I R14 I R15 I R16 I R17 I R18 I R19 I R20 I R21 I R22 I R23 I R24 I R25 I

9 R26 I R27 I R28 I R29 I R30 I R31 I R32 I R33 I R34 I R35 I / I / uur / R36 I R37 I / I / / R38 I R39 I R40 E / E / A R41 I uur Deze zienswijzen zijn identiek aan R1 VERKORTE WEERGAVE REACTIE Zie beantwoording onder R1 REACTIE VAN GEMEENTE Nummer Nummer gemeente Datum indiening Datum binnenkomst gemeente R42 I VERKORTE WEERGAVE REACTIE REACTIE VAN GEMEENTE 1 Reclamant verzoekt de gemeente om de aanduiding voor een milieuzone ten noorden van de sportvelden te wijzigen in een groenbestemming. Op grond van de aanduiding milieuzone is het in beginsel verboden om woningen te bouwen. Van dit verbod kan echter worden afgeweken als er onderzoek plaatsgevonden heeft naar licht- en geluidhinder. Reclamant is het hier niet meer eens. Reclamant geeft aan dat er geen onderzoek is gedaan naar de haalbaarheid van realisering van woningen in de milieuzone. In de afwijkingsbevoegdheid worden slechts vage randvoorwaarden gesteld. Die geven echter geen duidelijkheid over de haalbaarheid. Voorts is niet duidelijk aan welke normen getoetst dient te worden en wat de gevolgen zijn voor de sportverenigingen. Reclamant merkt op dat vanaf 2002 omwonenden overlast van de tennisvereniging ervaren en dat pas na het treffen van veel maatregelen de situatie tussen de vereniging en omwonenden beheersbaar is. Reclamant wijst er echter op dat de bestaande woningen allemaal op een grotere afstand dan 50 meter van de vereniging liggen en daartussen nog een groenstrook ligt. Op 50 meter uit de grens van de sportvelden is op de verbeelding de aanduiding milieuzone sportveld opgenomen. Binnen de desbetreffende zone mag in beginsel niet worden gebouwd. Deze mogelijkheid is via een afwijkingsbevoegdheid in de regels van het bestemmingsplan opgenomen. Dit betekent dat binnen de zone niet zonder meer een omgevingsvergunning verleend kan worden voor het bouwen van woningen, maar eerst de effecten voor de nieuw te realiseren woningen en voor de sportverenigingen in beeld gebracht moeten worden. Pas als wordt aangetoond dat voor nieuw te realiseren woningen een acceptabele milieuhygiënische situatie kan worden gegarandeerd en het gebruik van de sportvelden niet wordt beperkt, kunnen woningen worden gebouwd De gemeenteraad is conform de Wro het bevoegd orgaan die over de vaststelling van het bestemmingsplan (waar de afwijkingsbevoegdheid in opgenomen is) gaat. De omgevingsvergunning voor het afwijken kan verleend worden door het college. De haalbaarheid van het bestemmingsplanplan is voorts niet afhankelijk van realisering van woningen binnen de milieuzone. Binnen de bestemming zijn namelijk ook andere functies toegestaan, zoals groen, verkeer, en water. Ook indien niet binnen de milieuzone wordt gebouwd, is het plan financieel uitvoerbaar. 9

10 De nieuwe woningen zullen binnen 50 meter gerealiseerd worden. Dit zal tot klachten van de bewoners van die woningen gaan leiden. Reclamant geeft verder aan dat, gezien de aard van de kwestie, niet het college maar de gemeenteraad een besluit moet nemen over de realisering van woningen binnen de genoemde milieuzone. Ten slotte vraagt reclamant zich af of de woningen die in de milieuzone zijn gepland, meegewogen zijn in gemaakte afspraken en of de realisering van die woningen en de inrichting van een groenstrook van belang is voor de financiële haalbaarheid van het bestemmingsplan. Deze reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. CONCLUSIE 10

11 Nummer Nummer gemeente Datum indiening Datum binnenkomst gemeente R43 I VERKORTE WEERGAVE REACTIE REACTIE VAN GEMEENTE 1 Reclamant is van mening dat er geen noodzaak bestaat om buiten de contour van Moordrecht te bouwen, omdat de tendens bestaat om in steden te gaan wonen. Daarnaast bestaat er binnen de bestaande bebouwing nog voldoende ruimte om te bouwen en is na het concentreren van de scholen in de Brede School, ter plaatse van de oude schoolgebouwen ruimte vrijgekomen. Op 30 november 2011 heeft de gemeenteraad de gemeentelijke visie op wonen vastgesteld, namelijk de visie op hoofdlijnen: Wonen in de dorpen van de gemeente Zuidplas. Deze visie kent als vertrekpunt het behoud en versterken van de dorpen. Dit betekent dat de bouwproductie plaats dient te vinden in en aan de dorpen. Leidraad in de woonvisie is de variant autonoom +, waarbij autonome groei van de dorpen als ondergrens wordt gehanteerd. De woningmarktrapportage die ten grondslag heeft gelegen aan de gemeentelijke woonvisie toont met betrekking tot Moordrecht aan dat er een tekort aan woningen is op de korte en lange termijn. Woningbouw om te voorzien in de eigen behoefte van de inwoners van Moordrecht is dus nu en voor de langere termijn gewenst. Het plangebied ligt binnen de rode contour van de Verordening Ruimte (provinciaal beleid) van de provincie Zuid- Holland. Binnen de rode contour is uitbreiding van stedelijk gebied toegestaan. Binnen de rode contour van Moordrecht is alleen op de huidige locatie de realisatie van het woningbouwprogramma in de gewenste vorm en omvang mogelijk. Naar overige potentiële woningbouwlocaties binnen de kern Moordrecht is onderzoek gedaan. Gebleken is dat deze locaties niet geschikt dan wel te klein zijn voor het realiseren van nieuwe woningen in de vorm en met een programma zoals in De Brinkhorst is voorzien. Derhalve is er voor de huidige locatie gekozen. Daarbij moet worden opgemerkt dat het bestemmingsplan de bouw van 350 woningen mogelijk maakt, maar deze woningen in fasen van ca. 50 woningen, afhankelijk van de vraag vanuit de markt, zullen worden gebouwd. In het kader van vooroverleg is het plan een de provincie Zuid-Holland voorgelegd. Zij hebben geen noodzaak gezien om een zienswijze in te dienen. 2 Door de ontwikkeling ontstaat er schade voor woningen in de omgeving. Deze schade betreft immateriële schade in de zin van een vermindering van woongenot en materiele schade in de zin van een verminderde verkoopbaarheid. 3 Er is altijd voor gewaakt om het dorpse karakter van Moordrecht te behouden. De nieuwe woningen passen niet in dit dorpse karakter, aangezien de woningen aanzienlijk hoger zijn dan de bebouwing in de omgeving. Bij schade door maatregelen op het gebied van de ruimtelijke ordening ( artikel 6.1 Wro ) kan het zijn dat reclamant in aanmerking komt voor een tegemoetkoming van zogenaamde planschade. Een verzoek tot planschade dient separaat van deze bestemmingsplanprocedure te worden ingediend. De indieningstermijn voor een planschadeverzoek betreft vijf jaar, gerekend vanaf het moment dat de oorzaak van de schade onherroepelijk is geworden. Het planschadeverzoek bevat een motivering van het verzoek, de hoogte van de tegemoetkoming die gevraagd wordt, en een uitleg hoe reclamant tot genoemd bedrag is gekomen. Voor het in behandeling nemen van dit verzoek is een bedrag van 300,- verschuldigd. Voor nadere informatie omtrent de planschaderegeling zoals deze bij de gemeente wordt gehanteerd wordt reclamant verwezen naar de gemeentelijke website. De maximale goothoogte van de te realiseren nieuwe woningen bedraagt 6 meter en de maximale bouwhoogte van deze woningen bedraagt 12,5 meter. Deze hoogte betreft een maximum, dat niet als uitgangspunt voor alle woningen geldt, maar bedoeld is om stedenbouwkundige accenten en kappen te kunnen realiseren. In het stedenbouwkundigplan en beeldkwaliteitkader, dat deel uit maakt van het bestemmingsplan en de anterieure overeenkomst tussen de gemeente Zuidplas en de ontwikkelaar, staat omschreven dat De Brinkhorst een dorps karakter krijgt. Uitgangspunt is daarbij woningen in één of twee bouwlagen met kap en op bijzondere plekken accenten (drie bouwlagen) worden gebouwd. Op enkele locaties binnen het plangebied zijn appartementengebouwen toegestaan met een hogere bouwhoogte. Het betreft gestapelde bouw. Op grond van de Structuurvisie is dergelijke gestapelde bouw toegestaan. De gestapelde bouw is afgestemd op de ruimtelijke 11

12 opzet van het plan. Bij het verantwoord bouwen aan of bij een bestaand dorp worden ruimtelijke- en sociale overwegingen op elkaar afgestemd en met elkaar geïntegreerd in een stedenbouwkundige meest gewenste structuur. In de Brinkhorst betekent dit dat het karakter van dorps wonen en het woningbouwprogramma met gestapelde woningen leidt tot een plan waarbij verschillende ruimten en plekken worden versterkt door stedenbouwkundige accenten. Daarom zijn in de Brinkhorst, waarbij het overgrote deel bestaat uit grondgebonden woningen, drie plekken aangewezen waar vanuit stedenbouwkundig oogpunt (oriëntatie en ruimtebeleving) een hoger bouwvolume als accent gewenst is. Voor elk van deze locaties is een maximale bouwhoogte opgenomen, welke is afgestemd op de locatie: 1. Nabij de brede school (17m) 2. Op de hoeken van de ontsluitingsroute en het centrale groenplein (14m) 3. Op de hoek van de tweede singel en het polder landschap (20m). De stedenbouwkundige accenten zijn juridisch-planologisch verankerd in de bestemmingsplanregels. In aanvulling daarop is een beeldkwaliteitskader opgesteld, waarin aanvullende beeldkwaliteitseisen zijn opgenomen. Zo wordt voorgesteld dat het bouwvolume van gestapelde woningen een klassieke opbouw kent, met een heldere plint, een middenvolume en een afronding in een kapvorm (geheel of gedeeltelijk). Daarnaast worden de gestapelde woningen uit meerdere volumes opgebouwd, waarbij hogere en lagere bouwvolumes gecombineerd worden. De in het bestemmingsplan opgenomen maximale bouwhoogte zal hierdoor niet het volledige bouwvlak beslaan. 4 Als gevolg van de nieuwbouw zal het waterpeil dalen langs de Weidezoom. Dit zal leiden tot ernstige schade aan funderingen van bestaande woningen en verzakking van gronden. De schade aan funderingen zal ontstaan, aangezien de woningen met houten palen zijn onderheid. 5 Reclamant geeft aan dat het uitzicht vanuit de woningen aan de Weidezoom wordt aangetast, waardoor de woningen in waarde dalen. Het verminderde uitzicht heeft mede te maken met de ophoging van het plangebied. Naast het versterken van de stedenbouwkundige structuur bieden de locaties met gestapeld wonen ook de ruimte om invulling te geven aan de sociale dimensie van het begrip dorps wonen. Het creëren van een diversiteit aan woningtypen is belangrijk om een brede afspiegeling van de sociaal-maatschappelijke doorsnede van de huidige kern, ook in de toekomst te kunnen huisvesten. Uit nader onderzoek door Royal HaskoningDHV blijkt dat verlaging van het waterpeil niet problematisch is voor de funderingen van de nabij gelegen woningen en sportvelden. De zorg vanuit omwonenden is voor de ontwikkelaar echter aanleiding geweest om te kijken naar een alternatieve oplossing voor de waterhuishouding in het plangebied. Dit heeft geleid tot een ambtshalve wijziging van de waterhuishuiding. Voor een nadere toelichting wordt verwezen wordt naar bijlage 2 bij deze nota Ophoging heeft geen nadelige effecten op het gebied of de directe omgeving daarvan. Ophoging is noodzakelijk om te zorgen voor een drooglegging van minimaal 1,20 meter. Dit betekent dat het vloerpeil van de toekomstige woningen minimaal 1,20 meter boven het hoogste waterpeil moet worden gerealiseerd. Het ophogen van het gebied volgt uit het Inrichtingsadvies Zuidplaspolder, Rotterdam, november 2010, van het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard, op basis van een studie van provincie voor de ontwikkeling Westergouwe. Het is bedoeld om de waterveiligheid - daaronder wordt het beperken van het overstromingsrisico verstaan - te waarborgen. Tijdens overleggen in het kader van de watertoets, heeft het waterschap het ophogen als uitgangspunt ingebracht. Daarbij is aangegeven dat in overleg met de provincie afgeweken kan worden. Bij afwijkingen zal de waterveiligheid op een alternatieve wijze moeten worden geborgd. Het Handboek Kwaliteit Zuidplaspolder stelt: Het zuidelijke deel van de Zuidplaspolder is aangemerkt als risicogebied overstroming bij doorbraak van de waterkering langs de Hollandse IJssel en/of de Gouwe. Het Hoogheemraadschap stelt daarom dat in dit deel van de polder de vloer van woonruimtes wordt aangelegd op een 12

13 hoogte van ten minste NAP-4,70 m.. Bij schade door maatregelen op het gebied van de ruimtelijke ordening ( artikel 6.1 Wro ) kan het zijn dat reclamant in aanmerking komt voor een tegemoetkoming van zogenaamde planschade. Een verzoek tot planschade dient separaat van deze bestemmingsplanprocedure te worden ingediend. De indieningstermijn voor een planschadeverzoek betreft vijf jaar, gerekend vanaf het moment dat de oorzaak van de schade onherroepelijk is geworden. Het planschadeverzoek bevat een motivering van het verzoek, de hoogte van de tegemoetkoming die gevraagd wordt, en een uitleg hoe reclamant tot genoemd bedrag is gekomen. Voor het in behandeling nemen van dit verzoek is een bedrag van 300,- verschuldigd. Voor nadere informatie omtrent de planschaderegeling zoals deze bij de gemeente wordt gehanteerd wordt reclamant verwezen naar de gemeentelijke website. 6 Reclamant is van mening dat de watergang achter de Weidezoom overal in gelijke mate verbreed moet worden. Doordat de watergang niet op alle locaties in gelijke mate verbreed wordt, is sprake van een ongelijke last voor omwonenden. Daarnaast biedt een bredere watergang de mogelijkheid voor een betere waterberging. Deze reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. De watergang langs de Weidezoom heeft in het bestemmingsplan overal een gelijke breedte. In de stedenbouwkundige verkaveling is een invulling gegeven waarbij de watergang op sommige punten wordt verbreedt. Deze opzet draagt bij aan een divers straatbeeld en versterkt de dorpse karakteristiek. Onduidelijk is waarom dit voor ongelijke last voor omwonenden zou zorgen. De minimale breedte van de watergang en de aangrenzende groenzone zorgen voor voldoende afstand tussen de nieuwbouw en bestaande (tuinen van) woningen. In het kader van het vooroverleg ex. Artikel Besluit ruimtelijke ordening is het ontwerpplan voorgelegd aan het waterschap. Deze is akkoord met het voorliggende plan en de daarbij behorende waterberging. CONCLUSIE Nummer Nummer gemeente Datum indiening Datum binnenkomst gemeente R44 I VERKORTE WEERGAVE REACTIE REACTIE VAN GEMEENTE 1 Volgens reclamant bestaat geen behoefte aan nieuwe woningen. Hij wijst op de Woonvisie 2011 waarin is opgenomen dat de gemeentelijke woningbehoefte 110 per jaar bedraagt. Niet duidelijk is echter hoeveel van die behoefte aan Moordrecht dient te worden toegekend. Gezien de reeds in uitvoering zijnde plannen binnen de gemeente, wordt de genoemde woningbehoefte door het plan De Brinkhorst aanzienlijk overschreden, aldus reclamant. Daarnaast geeft hij aan dat in de Woonvisie en de Structuurvisie Zuidplas 2030 staat beschreven dat bouwen voor eigen bewoners primair binnen de bestaande bebouwde grenzen moet worden gerealiseerd. Op 30 november 2011 heeft de gemeenteraad de gemeentelijke visie op wonen vastgesteld, namelijk de visie op hoofdlijnen: Wonen in de dorpen van de gemeente Zuidplas. Deze visie kent als vertrekpunt het behoud en versterken van de dorpen. Dit betekent dat de bouwproductie plaats dient te vinden in en aan de dorpen. Leidraad in de woonvisie is de variant autonoom +, waarbij autonome groei van de dorpen als ondergrens wordt gehanteerd. De woningmarktrapportage die ten grondslag heeft gelegen aan de gemeentelijke woonvisie toont met betrekking tot Moordrecht aan dat er een tekort aan woningen is op de korte en lange termijn. Woningbouw om te voorzien in de eigen behoefte van de inwoners van Moordrecht is dus nu en voor de langere termijn gewenst. Het plangebied ligt binnen de rode contour van de Verordening Ruimte (provinciaal beleid) van de provincie Zuid- Holland. Binnen de rode contour is uitbreiding van stedelijk gebied toegestaan. Binnen de rode contour van Moordrecht is alleen op de huidige locatie de realisatie van het woningbouwprogramma in de gewenste vorm en 13

14 omvang mogelijk. Naar overige potentiële woningbouwlocaties binnen de kern Moordrecht is onderzoek gedaan. Gebleken is dat deze locaties niet geschikt dan wel te klein zijn voor het realiseren van nieuwe woningen in de vorm en met een programma zoals in De Brinkhorst is voorzien. Derhalve is er voor de huidige locatie gekozen. Daarbij moet worden opgemerkt dat het bestemmingsplan de bouw van 350 woningen mogelijk maakt, maar deze woningen in fasen van ca. 50 woningen, afhankelijk van de vraag vanuit de markt, zullen worden gebouwd. In het kader van vooroverleg is het plan een de provincie Zuid-Holland voorgelegd. Zij hebben geen noodzaak gezien om een zienswijze in te dienen. 2 Reclamant geeft aan dat de binnen het plangebied toegestane bouwhoogtes niet passen binnen het dorpse karakter en dit dorpse karakter zelfs teniet doen. Reclamant wijst op het bestemmingsplan Dorp Noord III dat ook aan de rand van het dorp ligt en waar de toegestane bouwhoogte van bebouwing 10 meter bedraagt. Reclamant is van mening dat deze bouwhoogte ook binnen het plangebied van De Brinkhorst moet worden opgenomen. Ook uit de Structuurvisie Zuidplas 2030 blijkt hoogbouw niet passend is op de desbetreffende locatie. De structuurvisie van de gemeente Zuidplas is door de gemeenteraad vastgesteld op 27 november Met betrekking tot woningbouw is ingegaan op bouwen tot Ingespeeld wordt op bouwen in en aan de dorpen. Voorgenomen ontwikkeling speelt hier op in, omdat aan het dorp wordt gebouwd. Daarnaast is het plangebied specifiek beschreven in de structuurvisie. Het volgende is vermeld over De Brinkhorst / Vijfakkers-Noord die uitgaat van een uitvoeringsperiode van 2012 tot 2020 : 'Om te voldoen aan de woonvraag van eigen inwoners, wordt in Moordrecht een nieuwe woonwijk ontwikkeld. Deze nieuwe woonwijk van circa 350 woningen draagt bij aan het op peil houden van het voorzieningenniveau in het dorpscentrum van Moordrecht. In Vijfakkers-Noord worden geen specifieke wijkvoorzieningen gerealiseerd, met uitzondering van een brede school in combinatie met een dorpshuis en een bibliotheek.' Dit bestemmingsplan betekent een uitvoering van het vermelde in de structuurvisie. De maximale goothoogte van de te realiseren nieuwe woningen bedraagt 6 meter en de maximale bouwhoogte van deze woningen bedraagt 12,5 meter. Deze hoogte betreft een maximum, dat niet als uitgangspunt voor alle woningen geldt, maar bedoeld is om stedenbouwkundige accenten en kappen te kunnen realiseren. In het stedenbouwkundigplan en beeldkwaliteitkader, dat deel uit maakt van het bestemmingsplan en de anterieure overeenkomst tussen de gemeente Zuidplas en de ontwikkelaar, staat omschreven dat De Brinkhorst een dorps karakter krijgt. Uitgangspunt is daarbij woningen in één of twee bouwlagen met kap en op bijzondere plekken accenten (drie bouwlagen) worden gebouwd. Op enkele locaties binnen het plangebied zijn appartementengebouwen toegestaan met een hogere bouwhoogte. Het betreft gestapelde bouw. Op grond van de Structuurvisie is dergelijke gestapelde bouw toegestaan. De gestapelde bouw is afgestemd op de ruimtelijke opzet van het plan. Bij het verantwoord bouwen aan of bij een bestaand dorp worden ruimtelijke- en sociale overwegingen op elkaar afgestemd en met elkaar geïntegreerd in een stedenbouwkundige meest gewenste structuur. In de Brinkhorst betekent dit dat het karakter van dorps wonen en het woningbouwprogramma met gestapelde woningen leidt tot een plan waarbij verschillende ruimten en plekken worden versterkt door stedenbouwkundige accenten. Daarom zijn in de Brinkhorst, waarbij het overgrote deel bestaat uit grondgebonden woningen, drie plekken aangewezen waar vanuit stedenbouwkundig oogpunt (oriëntatie en ruimtebeleving) een hoger bouwvolume als accent gewenst is. Voor elk van deze locaties is een maximale bouwhoogte opgenomen, welke is afgestemd op de locatie: 1. Nabij de brede school (17m) 2. Op de hoeken van de ontsluitingsroute en het centrale groenplein (14m) 3. Op de hoek van de tweede singel en het polder landschap (20m). De stedenbouwkundige accenten zijn juridisch-planologisch verankerd in de bestemmingsplanregels. In aanvulling 14

15 daarop is een beeldkwaliteitskader opgesteld, waarin aanvullende beeldkwaliteitseisen zijn opgenomen. Zo wordt voorgesteld dat het bouwvolume van gestapelde woningen een klassieke opbouw kent, met een heldere plint, een middenvolume en een afronding in een kapvorm (geheel of gedeeltelijk). Daarnaast worden de gestapelde woningen uit meerdere volumes opgebouwd, waarbij hogere en lagere bouwvolumes gecombineerd worden. De in het bestemmingsplan opgenomen maximale bouwhoogte zal hierdoor niet het volledige bouwvlak beslaan. Naast het versterken van de stedenbouwkundige structuur bieden de locaties met gestapeld wonen ook de ruimte om invulling te geven aan de sociale dimensie van het begrip dorps wonen. Het creëren van een diversiteit aan woningtypen is belangrijk om een brede afspiegeling van de sociaal-maatschappelijke doorsnede van de huidige kern, ook in de toekomst te kunnen huisvesten. 3 Reclamant wijst erop dat met de bouw van de nieuwe woningen leidt tot een verlaging van het waterpeil. Er is niet inzichtelijk gemaakt wat de verlaging van het waterpeil betekent voor omliggende woningen. Gezien de houten palen waarop deze zijn gebouwd, is het aannemelijk dat de woningen zullen verzakken. Reclamant is van mening dat eerst grondig onderzoek gedaan moet worden naar de invloed op het waterpeil. Tevens dient duidelijk te zijn wie verantwoordelijk is voor eventuele verzakkingen en wie kosten voor schade gaat dragen. 4 Het is niet duidelijk wat de gevolgen voor de omgeving zullen zijn door het ophogen van het plangebied. 5 Reclamant is van mening dat als gevolg van de nieuw te realiseren woningen en de school die reeds binnen het plangebied ligt, sprake zal zijn van een toename van verkeer in de omgeving. De ontsluiting van het plangebied zal immers plaatsvinden via de Middelweg en de Weidezoom. Volgens reclamant is onvoldoende rekening gehouden met: - de beperkte capaciteit van de Weidezoom, - de verkeersbelasting op piektijden; - fietsers (terwijl ongeveer 800 leerlingen van de fiets gebruik zullen maken); - verkeersveiligheid voor scholieren. Uit nader onderzoek door Royal HaskoningDHV blijkt dat verlaging van het waterpeil niet problematisch is voor de funderingen van de nabij gelegen woningen en sportvelden. De zorg vanuit omwonenden is voor de ontwikkelaar echter aanleiding geweest om te kijken naar een alternatieve oplossing voor de waterhuishouding in het plangebied. Dit heeft geleid tot een ambtshalve wijziging van de waterhuishuiding. Voor een nadere toelichting wordt verwezen wordt naar bijlage 2 bij deze nota Ophoging heeft geen nadelige effecten op het gebied of de directe omgeving daarvan. Ophoging is noodzakelijk om te zorgen voor een drooglegging van minimaal 1,20 meter. Dit betekent dat het vloerpeil van de toekomstige woningen minimaal 1,20 meter boven het hoogste waterpeil moet worden gerealiseerd. Het ophogen van het gebied volgt uit het Inrichtingsadvies Zuidplaspolder, Rotterdam, november 2010, van het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard, op basis van een studie van provincie voor de ontwikkeling Westergouwe. Het is bedoeld om de waterveiligheid - daaronder wordt het beperken van het overstromingsrisico verstaan - te waarborgen. Tijdens overleggen in het kader van de watertoets, heeft het waterschap het ophogen als uitgangspunt ingebracht. Daarbij is aangegeven dat in overleg met de provincie afgeweken kan worden. Bij afwijkingen zal de waterveiligheid op een alternatieve wijze moeten worden geborgd. Het Handboek Kwaliteit Zuidplaspolder stelt: Het zuidelijke deel van de Zuidplaspolder is aangemerkt als risicogebied overstroming bij doorbraak van de waterkering langs de Hollandse IJssel en/of de Gouwe. Het Hoogheemraadschap stelt daarom dat in dit deel van de polder de vloer van woonruimtes wordt aangelegd op een hoogte van ten minste NAP-4,70 m.. De realisatie van de school is mogelijk gemaakt met een aparte ruimtelijke (vrijstellings)procedure. In die procedure is al een afweging gemaakt over de (ruimtelijke) gevolgen van de school, waaronder het aspect verkeer. Eventuele bezwaren met betrekking tot de school zijn in die procedure al behandeld en kunnen in de onderhavige procedure niet opnieuw naar voren worden gebracht. Daarbij wordt opgemerkt dat in het nieuwe bestemmingsplan bij de school een zogenaamde kiss and ride mogelijk wordt gemaakt, waardoor het halen en brengen van leerlingen bij de school gemakkelijker en veiliger wordt gemaakt. Dit is een verbetering ten opzichte van de bestaande situatie omdat het verkeer dat gebruik maakt van de kiss and ride zone niet over (het oostelijke deel van) de Weidezoom rijdt. Het halen en brengen van leerlingen zal in de nieuwe situatie meer plaats vinden in de zone voor de school, kortom in de wijk de Brinkhorst zelf. De ontsluiting op de Weidezoom is er juist gekomen 15

16 Reclamant verwacht door de toename van verkeer extra verkeersoverlast alsmede onveilige verkeerssituaties. Deze reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. omdat daardoor het gebruik van de kiss and ride zone maximaal wordt gefaciliteerd en daarmee de Weidezoom wordt ontlast. In het kader van het nieuwe bestemmingsplan is een onderzoek uitgevoerd naar de verkeersaspecten. De resultaten zijn in de toelichting en als bijlage bij het bestemmingsplan opgenomen. In het onderzoek zijn vier ontsluitingsvarianten van het plangebied beoordeeld. Op basis van die beoordeling is een keuze gemaakt voor de huidige ontsluitingen van het plangebied. Bij de beoordeling is ook het aspect verkeersveiligheid betrokken. Voorts wordt nog opgemerkt dat de Weidezoom een weg betreft waarbij de snelheid is gemaximaliseerd tot 30 km/per uur en als zodanig is ingericht. In het onderzoek naar de ontsluiting voor de Brinkhorst heeft ook De Weidezoom een prominente plaats. Het adviesbureau en de gemeente Zuidplas constateren dat deze weg voldoende geschikt is voor het te verwachten verkeersaanbod. Het huidige straatbeeld zal door de realisatie van de Brinkhorst niet negatief worden aangetast doordat de wijk 2 ontsluitingen krijgt en in de wijk voor de school een kiss en ride zone voorzien is. CONCLUSIE Nummer Nummer gemeente Datum indiening Datum binnenkomst gemeente R45 I Deze zienswijzen zijn identiek aan R43 VERKORTE WEERGAVE REACTIE Zie beantwoording onder R43 REACTIE VAN GEMEENTE Nummer Nummer gemeente Datum indiening Datum binnenkomst gemeente R46! VERKORTE WEERGAVE REACTIE REACTIE VAN GEMEENTE 1 Reclamant is van mening dat er geen sprake is van behoefte aan nieuwe woningen. Hij wijst erop dat de opdracht van het rijk om in de periode tot 2020 in de Zuidplaspolder 7000 woningen te bouwen, naar beneden is bijgesteld tot 1340 woningen. Daarnaast wijst hij op grote woningbouwprojecten in de directe nabijheid van Moordrecht Op 30 november 2011 heeft de gemeenteraad de gemeentelijke visie op wonen vastgesteld, namelijk de visie op hoofdlijnen: Wonen in de dorpen van de gemeente Zuidplas. Deze visie kent als vertrekpunt het behoud en versterken van de dorpen. Dit betekent dat de bouwproductie plaats dient te vinden in en aan de dorpen. Leidraad in de woonvisie is de variant autonoom +, waarbij autonome groei van de dorpen als ondergrens wordt gehanteerd. De woningmarktrapportage die ten grondslag heeft gelegen aan de gemeentelijke woonvisie toont met betrekking tot Moordrecht aan dat er een tekort aan woningen is op de korte en lange termijn. Woningbouw om te voorzien in de eigen behoefte van de inwoners van Moordrecht is dus nu en voor de langere termijn gewenst. Het plangebied ligt binnen de rode contour van de Verordening Ruimte (provinciaal beleid) van de provincie Zuid- Holland. Binnen de rode contour is uitbreiding van stedelijk gebied toegestaan. Binnen de rode contour van Moordrecht is alleen op de huidige locatie de realisatie van het woningbouwprogramma in de gewenste vorm en 16

17 omvang mogelijk. Naar overige potentiële woningbouwlocaties binnen de kern Moordrecht is onderzoek gedaan. Gebleken is dat deze locaties niet geschikt dan wel te klein zijn voor het realiseren van nieuwe woningen in de vorm en met een programma zoals in De Brinkhorst is voorzien. Derhalve is er voor de huidige locatie gekozen. Daarbij moet worden opgemerkt dat het bestemmingsplan de bouw van 350 woningen mogelijk maakt, maar deze woningen in fasen van ca. 50 woningen, afhankelijk van de vraag vanuit de markt, zullen worden gebouwd. In het kader van vooroverleg is het plan een de provincie Zuid-Holland voorgelegd. Zij hebben geen noodzaak gezien om een zienswijze in te dienen. De structuurvisie van de gemeente Zuidplas is door de gemeenteraad vastgesteld op 27 november Met betrekking tot woningbouw is ingegaan op bouwen tot Ingespeeld wordt op bouwen in en aan de dorpen. Voorgenomen ontwikkeling speelt hier op in, omdat aan het dorp wordt gebouwd. Daarnaast is het plangebied specifiek beschreven in de structuurvisie. Het volgende is vermeld over De Brinkhorst / Vijfakkers-Noord die uitgaat van een uitvoeringsperiode van 2012 tot 2020 : 'Om te voldoen aan de woonvraag van eigen inwoners, wordt in Moordrecht een nieuwe woonwijk ontwikkeld. Deze nieuwe woonwijk van circa 350 woningen draagt bij aan het op peil houden van het voorzieningenniveau in het dorpscentrum van Moordrecht. In Vijfakkers-Noord worden geen specifieke wijkvoorzieningen gerealiseerd, met uitzondering van een brede school in combinatie met een dorpshuis en een bibliotheek.' Dit bestemmingsplan betekent een uitvoering van het vermelde in de structuurvisie. Door het algemeen bestuur van het Regionaal Ontwikkelorganisatie Zuidplaspolder (ROZ) is de planning van de woningbouwproductie voor de Zuidplaspolder bijgesteld. De oude planning ging nog uit van de bouw van woningen in fase 1 en woningen in fase 2. Fase 1 betreft de periode tot In de huidige planning wordt de woningbouw over een lagere periode uitgesmeerd (tot ca. 2040). In de periode tot 2020 wordt de bouw van 1340 woningen voorzien in de Zuidplaspolder, hiertoe behoren ook de woningen die gebouwd gaan worden in Moerkapelle-Oost en Zevenhuizen-Zuid. De woningen in De Brinkhorst en andere locaties zoals Esse Zoom Laag in Nieuwerkerk aan den IJssel maken hier geen onderdeel van uit. De bouw van deze woningen was al veel eerder mogelijk vanwege de ligging binnen de rode contour. Daarnaast is juist gekozen voor een flexibel bestemmingsplan om de ontwikkelaar de mogelijkheid te geven te kunnen reageren op de vraag uit de woningmarkt en dus vraaggericht te bouwen. De ontwikkeling van De Brinkhorst zal bovendien gefaseerd plaatsvinden, waardoor slechts een deel van de 350 woningen in de periode tot 2020 gebouwd zullen worden. 2 Reclamanten wijzen erop dat met de bouw van de nieuwe woningen een verlaging van het waterpeil is voorzien in de sloot langs de Weidezoom van 40 cm. Nu sprake is van een veengebied, voorzien reclamanten een daling van het grondwaterpeil en daarmee van hun woningen en tuinen alsmede wegen en funderingen. Reclamant is van mening dat eerst grondig onderzoek gedaan moet worden naar de invloed op het waterpeil. Tevens dient duidelijk te zijn wie verantwoordelijk is voor eventuele verzakkingen en wie kosten voor schade gaat dragen. Uit nader onderzoek door Royal HaskoningDHV blijkt dat verlaging van het waterpeil niet problematisch is voor de funderingen van de nabij gelegen woningen en sportvelden. De zorg vanuit omwonenden is voor de ontwikkelaar echter aanleiding geweest om te kijken naar een alternatieve oplossing voor de waterhuishouding in het plangebied. Dit heeft geleid tot een ambtshalve wijziging van de waterhuishuiding. Voor een nadere toelichting wordt verwezen wordt naar bijlage 2 bij deze nota 17

18 3 Het is niet duidelijk wat de gevolgen voor de omgeving zullen zijn door het ophogen van het plangebied. 4 Reclamant is van mening dat als gevolg van de nieuw te realiseren woningen en de school die reeds binnen het plangebied ligt, sprake zal zijn van een toename van verkeer in de omgeving. De ontsluiting van het plangebied zal immers plaatsvinden via de Middelweg en de Weidezoom. Volgens reclamant is onvoldoende rekening gehouden met: - de beperkte capaciteit van de Weidezoom, - de verkeersbelasting op piektijden; - fietsers (terwijl ongeveer 800 leerlingen van de fiets gebruik zullen maken); - verkeersveiligheid voor scholieren. Reclamant verwacht door de toename van verkeer extra verkeersoverlast alsmede onveilige verkeerssituaties. 5 Er is geen ontheffing van de Flora- en faunawet aangevraagd voor vleermuizen. Dit is niet juist. Er had veldonderzoek verricht moeten worden naar meervleermuizen. Ophoging heeft geen nadelige effecten op het gebied of de directe omgeving daarvan. Ophoging is noodzakelijk om te zorgen voor een drooglegging van minimaal 1,20 meter. Dit betekent dat het vloerpeil van de toekomstige woningen minimaal 1,20 meter boven het hoogste waterpeil moet worden gerealiseerd. Het maaiveld van De Brinkhorst komt hierdoor 0,5 meter hoger te liggen dan de omgeving. Het ophogen van het gebied volgt uit het Inrichtingsadvies Zuidplaspolder, Rotterdam, november 2010, van het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard, op basis van een studie van provincie voor de ontwikkeling Westergouwe. Het is bedoeld om de waterveiligheid - daaronder wordt het beperken van het overstromingsrisico verstaan - te waarborgen. Tijdens overleggen in het kader van de watertoets, heeft het waterschap het ophogen als uitgangspunt ingebracht. Daarbij is aangegeven dat in overleg met de provincie afgeweken kan worden. Bij afwijkingen zal de waterveiligheid op een alternatieve wijze moeten worden geborgd. Het Handboek Kwaliteit Zuidplaspolder stelt: Het zuidelijke deel van de Zuidplaspolder is aangemerkt als risicogebied overstroming bij doorbraak van de waterkering langs de Hollandse IJssel en/of de Gouwe. Het Hoogheemraadschap stelt daarom dat in dit deel van de polder de vloer van woonruimtes wordt aangelegd op een hoogte van ten minste NAP-4,70 m.. De realisatie van de school is mogelijk gemaakt met een aparte ruimtelijke (vrijstellings)procedure. In die procedure is al een afweging gemaakt over de (ruimtelijke) gevolgen van de school, waaronder het aspect verkeer. Eventuele bezwaren met betrekking tot de school zijn in die procedure al behandeld en kunnen in de onderhavige procedure niet opnieuw naar voren worden gebracht. Daarbij wordt opgemerkt dat in het nieuwe bestemmingsplan bij de school een zogenaamde kiss and ride mogelijk wordt gemaakt, waardoor het halen en brengen van leerlingen bij de school gemakkelijker en veiliger wordt gemaakt. Dit is een verbetering ten opzichte van de bestaande situatie omdat het verkeer dat gebruik maakt van de kiss and ride zone niet over (het oostelijke deel van) de Weidezoom rijdt. Het halen en brengen van leerlingen zal in de nieuwe situatie meer plaats vinden in de zone voor de school, kortom in de wijk de Brinkhorst zelf. De ontsluiting op de Weidezoom is er juist gekomen omdat daardoor het gebruik van de kiss and ride zone maximaal wordt gefaciliteerd en daarmee de Weidezoom wordt ontlast. In het kader van het nieuwe bestemmingsplan is een onderzoek uitgevoerd naar de verkeersaspecten. De resultaten zijn in de toelichting en als bijlage bij het bestemmingsplan opgenomen. In het onderzoek zijn vier ontsluitingsvarianten van het plangebied beoordeeld. Op basis van die beoordeling is een keuze gemaakt voor de huidige ontsluitingen van het plangebied. Bij de beoordeling is ook het aspect verkeersveiligheid betrokken. Voorts wordt nog opgemerkt dat de Weidezoom een weg betreft waarbij de snelheid is gemaximaliseerd tot 30 km/per uur en als zodanig is ingericht. In het onderzoek naar de ontsluiting voor de Brinkhorst heeft ook De Weidezoom een prominente plaats. Het adviesbureau en de gemeente Zuidplas constateren dat deze weg voldoende geschikt is voor het te verwachten verkeersaanbod. Het huidige straatbeeld zal door de realisatie van de Brinkhorst niet negatief worden aangetast doordat de wijk 2 ontsluitingen krijgt en in de wijk voor de school een kiss en ride zone voorzien is. In het kader van het bestemmingsplan is onderzoek gedaan naar flora en fauna, waaronder de aanwezigheid van vleermuizen en uilen. Naar aanleiding van de ingekomen zienswijzen is door het ecologisch adviesbureau en de Omgevingsdienst Midden-Holland gekeken naar de eerder opgestelde rapportages. In een reactie hierop zijn enkele aspecten nader verduidelijkt. Met deze aanscherping van de rapportages is geen nadere aanpassing noodzakelijk. Voor meer informatie wordt verwezen naar bijlage 1 bij deze nota. 18

19 Deze reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. CONCLUSIE Nummer Nummer gemeente Datum indiening Datum binnenkomst gemeente R47 I VERKORTE WEERGAVE REACTIE REACTIE VAN GEMEENTE 1 In de toelichting op het nieuwe bestemmingsplan wordt volgens reclamant niet ingegaan op de vraag of De Brinkhorst nodig is om in de woonvraag te voldoen, de beoogde woningtypen passen bij die vraag of, indien sprake is van een woonvraag, niet elders binnen de gemeente daaraan kan worden voldaan. Volgens reclamant bestaat geen behoefte aan nieuwe woningen. Zij wijst op de Woonvisie 2011 waarin is opgenomen dat de gemeentelijke woningbehoefte 110 per jaar bedraagt. Niet duidelijk is echter hoeveel van die behoefte aan Moordrecht dient te worden toegekend. Gezien de reeds in uitvoering zijnde plannen binnen de gemeente, wordt de genoemde woningbehoefte volgens reclamanten aanzienlijk overschreden. Daarnaast geven zij aan dat in de Woonvisie en de Structuurvisie Zuidplas 2030 staat beschreven dat uitbreidingslocaties alleen benut mogen worden indien binnen de bestaande bebouwing onvoldoende initiatieven zijn. Ook de Provinciale Verordening Ruimte schrijft dit voor. Niet is gebleken dat onderzoek is gedaan naar die mogelijkheden. Op 30 november 2011 heeft de gemeenteraad de gemeentelijke visie op wonen vastgesteld, namelijk de visie op hoofdlijnen: Wonen in de dorpen van de gemeente Zuidplas. Deze visie kent als vertrekpunt het behoud en versterken van de dorpen. Dit betekent dat de bouwproductie plaats dient te vinden in en aan de dorpen. Leidraad in de woonvisie is de variant autonoom +, waarbij autonome groei van de dorpen als ondergrens wordt gehanteerd. De woningmarktrapportage die ten grondslag heeft gelegen aan de gemeentelijke woonvisie toont met betrekking tot Moordrecht aan dat er een tekort aan woningen is op de korte en lange termijn. Woningbouw om te voorzien in de eigen behoefte van de inwoners van Moordrecht is dus nu en voor de langere termijn gewenst. Het plangebied ligt binnen de rode contour van de Verordening Ruimte (provinciaal beleid) van de provincie Zuid- Holland. Binnen de rode contour is uitbreiding van stedelijk gebied toegestaan. Binnen de rode contour van Moordrecht is alleen op de huidige locatie de realisatie van het woningbouwprogramma in de gewenste vorm en omvang mogelijk. Naar overige potentiële woningbouwlocaties binnen de kern Moordrecht is onderzoek gedaan. Gebleken is dat deze locaties niet geschikt dan wel te klein zijn voor het realiseren van nieuwe woningen in de vorm en met een programma zoals in De Brinkhorst is voorzien. Derhalve is er voor de huidige locatie gekozen. Daarbij moet worden opgemerkt dat het bestemmingsplan de bouw van 350 woningen mogelijk maakt, maar deze woningen in fasen van ca. 50 woningen, afhankelijk van de vraag vanuit de markt, zullen worden gebouwd. In het kader van vooroverleg is het plan een de provincie Zuid-Holland voorgelegd. Zij hebben geen noodzaak gezien om een zienswijze in te dienen. De structuurvisie van de gemeente Zuidplas is door de gemeenteraad vastgesteld op 27 november Met betrekking tot woningbouw is ingegaan op bouwen tot Ingespeeld wordt op bouwen in en aan de dorpen. Voorgenomen ontwikkeling speelt hier op in, omdat aan het dorp wordt gebouwd. Daarnaast is het plangebied specifiek beschreven in de structuurvisie. Het volgende is vermeld over De Brinkhorst / Vijfakkers-Noord die uitgaat van een uitvoeringsperiode van 2012 tot 2020 : 'Om te voldoen aan de woonvraag van eigen inwoners, wordt in Moordrecht een nieuwe woonwijk ontwikkeld. Deze nieuwe woonwijk van circa 350 woningen draagt bij aan het op peil houden van het voorzieningenniveau in het dorpscentrum van Moordrecht. In Vijfakkers-Noord worden geen specifieke wijkvoorzieningen gerealiseerd, met uitzondering van een brede school in combinatie met een dorpshuis en een bibliotheek.' Dit bestemmingsplan betekent een uitvoering van het vermelde in de structuurvisie. 19

20 2 Reclamant geeft aan dat de binnen het plangebied toegestane bouwhoogtes niet passen binnen het dorpse karakter en dit dorpse karakter zelfs teniet doen. Reclamant wijst op het bestemmingsplan Dorp Noord III dat ook aan de rand van het dorp ligt en waar de toegestane bouwhoogte van bebouwing 10 meter bedraagt. Reclamant is van mening dat deze bouwhoogte ook binnen het plangebied van De Brinkhorst moet worden opgenomen. Ook uit de Structuurvisie Zuidplas 2030 blijkt hoogbouw niet passend is op de desbetreffende locatie. De maximale goothoogte van de te realiseren nieuwe woningen bedraagt 6 meter en de maximale bouwhoogte van deze woningen bedraagt 12,5 meter. Deze hoogte betreft een maximum, dat niet als uitgangspunt voor alle woningen geldt, maar bedoeld is om stedenbouwkundige accenten en kappen te kunnen realiseren. In het stedenbouwkundigplan en beeldkwaliteitkader, dat deel uit maakt van het bestemmingsplan en de anterieure overeenkomst tussen de gemeente Zuidplas en de ontwikkelaar, staat omschreven dat De Brinkhorst een dorps karakter krijgt. Uitgangspunt is daarbij woningen in één of twee bouwlagen met kap en op bijzondere plekken accenten (drie bouwlagen) worden gebouwd. Op enkele locaties binnen het plangebied zijn appartementengebouwen toegestaan met een hogere bouwhoogte. Het betreft gestapelde bouw. Op grond van de Structuurvisie is dergelijke gestapelde bouw toegestaan. De gestapelde bouw is afgestemd op de ruimtelijke opzet van het plan. Bij het verantwoord bouwen aan of bij een bestaand dorp worden ruimtelijke- en sociale overwegingen op elkaar afgestemd en met elkaar geïntegreerd in een stedenbouwkundige meest gewenste structuur. In de Brinkhorst betekent dit dat het karakter van dorps wonen en het woningbouwprogramma met gestapelde woningen leidt tot een plan waarbij verschillende ruimten en plekken worden versterkt door stedenbouwkundige accenten. Daarom zijn in de Brinkhorst, waarbij het overgrote deel bestaat uit grondgebonden woningen, drie plekken aangewezen waar vanuit stedenbouwkundig oogpunt (oriëntatie en ruimtebeleving) een hoger bouwvolume als accent gewenst is. Voor elk van deze locaties is een maximale bouwhoogte opgenomen, welke is afgestemd op de locatie: 1. Nabij de brede school (17m) 2. Op de hoeken van de ontsluitingsroute en het centrale groenplein (14m) 3. Op de hoek van de tweede singel en het polder landschap (20m). 3 Reclamant wijst erop dat met de bouw van de nieuwe woningen een verlaging van het waterpeil is voorzien in de sloot langs de Weidezoom van 40 cm. Nu sprake is van een veengebied, voorziet reclamant een daling van het grondwaterpeil en daarmee van woningen en tuinen alsmede wegen en funderingen. Reclamant is van mening dat eerst grondig onderzoek gedaan moet worden naar de invloed op het waterpeil. Tevens dient duidelijk te zijn wie verantwoordelijk is voor eventuele verzakkingen en wie kosten voor schade gaat dragen. De stedenbouwkundige accenten zijn juridisch-planologisch verankerd in de bestemmingsplanregels. In aanvulling daarop is een beeldkwaliteitskader opgesteld, waarin aanvullende beeldkwaliteitseisen zijn opgenomen. Zo wordt voorgesteld dat het bouwvolume van gestapelde woningen een klassieke opbouw kent, met een heldere plint, een middenvolume en een afronding in een kapvorm (geheel of gedeeltelijk). Daarnaast worden de gestapelde woningen uit meerdere volumes opgebouwd, waarbij hogere en lagere bouwvolumes gecombineerd worden. De in het bestemmingsplan opgenomen maximale bouwhoogte zal hierdoor niet het volledige bouwvlak beslaan. Naast het versterken van de stedenbouwkundige structuur bieden de locaties met gestapeld wonen ook de ruimte om invulling te geven aan de sociale dimensie van het begrip dorps wonen. Het creëren van een diversiteit aan woningtypen is belangrijk om een brede afspiegeling van de sociaal-maatschappelijke doorsnede van de huidige kern, ook in de toekomst te kunnen huisvesten. Uit nader onderzoek door Royal HaskoningDHV blijkt dat verlaging van het waterpeil niet problematisch is voor de funderingen van de nabij gelegen woningen en sportvelden. De zorg vanuit omwonenden is voor de ontwikkelaar echter aanleiding geweest om te kijken naar een alternatieve oplossing voor de waterhuishouding in het plangebied. Dit heeft geleid tot een ambtshalve wijziging van de waterhuishuiding. Voor een nadere toelichting wordt verwezen wordt naar bijlage 2 bij deze nota 4 Het plangebied zal worden opgehoogd. Reclamant is van mening dat de (nadelige) Ophoging heeft geen nadelige effecten op het gebied of de directe omgeving daarvan. Ophoging is noodzakelijk 20

21 gevolgen van die ophoging niet zijn onderzocht. Zij geven aan dat ophoging volgens het provinciaal hotspotonderzoek en het Handboek Kwaliteit verboden zijn. 5 Reclamant is van mening dat als gevolg van de nieuw te realiseren woningen en de school die reeds binnen het plangebied ligt, sprake zal zijn van een toename van verkeer in de omgeving. De ontsluiting van het plangebied zal immers plaatsvinden via de Middelweg en de Weidezoom. Volgens reclamant is onvoldoende rekening gehouden met: - de beperkte capaciteit van de Weidezoom, - de verkeersbelasting op piektijden; - fietsers (terwijl ongeveer 800 leerlingen van de fiets gebruik zullen maken); - verkeersveiligheid voor scholieren. Reclamant verwacht door de toename van verkeer extra verkeersoverlast alsmede onveilige verkeerssituaties. Hij geeft tevens aan dat er een fiets/voetgangers plan gemaakt moet worden in overleg met de directeuren van de Achtbaan en Brede school. 6 Nabij de Coenecoopbrug bevindt zich een beschermd meervleermuizencentrum. Volgens reclamant had dat vleermuizencentrum betrokken moeten worden bij het flora en fauna onderzoek. om te zorgen voor een drooglegging van minimaal 1,20 meter. Dit betekent dat het vloerpeil van de toekomstige woningen minimaal 1,20 meter boven het hoogste waterpeil moet worden gerealiseerd. Het ophogen van het gebied volgt uit het Inrichtingsadvies Zuidplaspolder, Rotterdam, november 2010, van het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard, op basis van een studie van provincie voor de ontwikkeling Westergouwe. Het is bedoeld om de waterveiligheid - daaronder wordt het beperken van het overstromingsrisico verstaan - te waarborgen. Tijdens overleggen in het kader van de watertoets, heeft het waterschap het ophogen als uitgangspunt ingebracht. Daarbij is aangegeven dat in overleg met de provincie afgeweken kan worden. Bij afwijkingen zal de waterveiligheid op een alternatieve wijze moeten worden geborgd. Het Handboek Kwaliteit Zuidplaspolder stelt: Het zuidelijke deel van de Zuidplaspolder is aangemerkt als risicogebied overstroming bij doorbraak van de waterkering langs de Hollandse IJssel en/of de Gouwe. Het Hoogheemraadschap stelt daarom dat in dit deel van de polder de vloer van woonruimtes wordt aangelegd op een hoogte van ten minste NAP-4,70 m.. De realisatie van de school is mogelijk gemaakt met een aparte ruimtelijke (vrijstellings)procedure. In die procedure is al een afweging gemaakt over de (ruimtelijke) gevolgen van de school, waaronder het aspect verkeer. Eventuele bezwaren met betrekking tot de school zijn in die procedure al behandeld en kunnen in de onderhavige procedure niet opnieuw naar voren worden gebracht. Daarbij wordt opgemerkt dat in het nieuwe bestemmingsplan bij de school een zogenaamde kiss and ride mogelijk wordt gemaakt, waardoor het halen en brengen van leerlingen bij de school gemakkelijker en veiliger wordt gemaakt. Dit is een verbetering ten opzichte van de bestaande situatie omdat het verkeer dat gebruik maakt van de kiss and ride zone niet over (het oostelijke deel van) de Weidezoom rijdt. Het halen en brengen van leerlingen zal in de nieuwe situatie meer plaats vinden in de zone voor de school, kortom in de wijk de Brinkhorst zelf. Overigens wordt de suggestie gewekt dat zowel sprake is van toename van het autoverkeer door het halen en brengen van schoolgaande kinderen, als de toename van fietsverkeer door ongeveer 800 leerlingen. Er zal een mix van deze twee verkeersstromen ontstaan. Van een en-en situatie is geen sprake. De ontsluiting op de Weidezoom is er juist gekomen omdat daardoor het gebruik van de kiss and ride zone maximaal wordt gefaciliteerd en daarmee de Weidezoom wordt ontlast, waardoor het fietsverkeer op de Weidezoom minder hinder ondervindt van autoverkeer. In het kader van het nieuwe bestemmingsplan is een onderzoek uitgevoerd naar de verkeersaspecten. De resultaten zijn in de toelichting en als bijlage bij het bestemmingsplan opgenomen. In het onderzoek zijn vier ontsluitingsvarianten van het plangebied beoordeeld. Op basis van die beoordeling is een keuze gemaakt voor de huidige ontsluitingen van het plangebied. Bij de beoordeling is ook het aspect verkeersveiligheid betrokken. Voorts wordt nog opgemerkt dat de Weidezoom een weg betreft waarbij de snelheid is gemaximaliseerd tot 30 km/per uur en als zodanig is ingericht. In het onderzoek naar de ontsluiting voor de Brinkhorst heeft ook De Weidezoom een prominente plaats. Het adviesbureau en de gemeente Zuidplas constateren dat deze weg voldoende geschikt is voor het te verwachten verkeersaanbod. Het huidige straatbeeld zal door de realisatie van de Brinkhorst niet negatief worden aangetast doordat de wijk 2 ontsluitingen krijgt en in de wijk voor de school een kiss en ride zone voorzien is. In het kader van het bestemmingsplan is onderzoek gedaan naar flora en fauna, waaronder de aanwezigheid van vleermuizen en uilen. Naar aanleiding van de ingekomen zienswijzen is door het ecologisch adviesbureau en de Omgevingsdienst Midden-Holland gekeken naar de eerder opgestelde rapportages. In een reactie hierop zijn 21

22 enkele aspecten nader verduidelijkt. Met deze aanscherping van de rapportages is geen nadere aanpassing noodzakelijk. Voor meer informatie wordt verwezen naar bijlage 1 bij deze nota. 7 Reclamant is van mening dat de globale opzet van het bestemmingsplan rechtsonzekerheid met zich meebrengt. De projectontwikkelaar heeft als gevolg daarvan alle ruimte om het plangebied naar eigen inzicht in te richten. De gemeente heeft geen sturingsmogelijkheden meer. 8 Reclamant vraagt zich af waarom er geen afspraken gemaakt zijn met Bouwfonds over grondruil met de bestaande scholen. Reclamant beveelt aan om een apart bestemmingsplan te maken voor de Brede School en Bouwfonds te compenseren met de bestaande schoollocatie die nu is vrijgekomen Deze reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. Er is bewust gekozen voor een globaal bestemmingsplan om binnen de kaders die door de gemeente zijn vastgelegd (zoals het stedenbouwkundig + beeldkwaliteitskader) flexibiliteit te waarborgen bij de inrichting van het plangebied. Mede gezien de huidige economische omstandigheden is die flexibiliteit gewenst. In opdracht van de voormalige gemeente Moordrecht is eerder al een locatiestudie uitgevoerd, waaruit de locatie De Brinkhorst (voorheen Vijfakkers-Noord) als voorkeurslocatie naar voren kwam. In haar vergadering van 3 juli 2007 heeft de raad van de gemeente Moordrecht ingestemd met de eerste locatiekeus zijnde de locatie Vijfakkers- Noord. De locatie ligt ook al meer dan 10 jaar binnen de door de Provincie Zuid-Holland vastgestelde rode contour voor Moordrecht, waarbinnen woningbouw is toegestaan, zie o.a. de plankaart van het Streekplan Zuid-Holland Oost Ook in de structuurvisie Moordrecht die door de gemeenteraad van de toenmalige gemeente Moordrecht op 14 december 1993 is vastgesteld is de ontwikkeling van Vijfakkers-noord al opgenomen. Woningbouw op de locatie De Brinkhorst is dus al geruime tijd voorzien. De overeenkomst van de gemeente en de ontwikkelaar maakt de realisatie van deze al geruime tijd vastgestelde beleidsvoornemens mogelijk en geeft zodoende uitwerking aan vastgesteld beleid. Naar overige potentiële woningbouwlocaties waaronder de locaties van de bestaande scholen binnen de kern Moordrecht is onderzoek gedaan. Gebleken is dat deze locaties niet geschikt dan wel te klein zijn voor het realiseren van nieuwe woningen zoals in De Brinkhorst zijn voorzien. Het woningbouwprogramma is in de gewenste vorm en omvang binnen de kern Moordrecht alleen op de huidige locatie mogelijk. Derhalve is er voor de huidige locatie gekozen. CONCLUSIE Nummer Nummer gemeente Datum indiening Datum binnenkomst gemeente R48 E VERKORTE WEERGAVE REACTIE REACTIE VAN GEMEENTE 1 Volgens reclamant is sprake van een daling van de woningbehoefte. Toekomstige woningbehoefte kan volgens reclamant ingevuld worden door bestaande woningvoorraad. Reclamant geeft aan dat met name voor kernen als Moordrecht de woningbehoefte minimaal is, omdat er voldoende woningbehoefte is. Een en ander wordt door landelijke en lokale onderzoeken aangetoond. Reclamant wijst er voorts op dat er voldoende nieuwbouwlocaties in de nabije omgeving beschikbaar zijn en dat het op die locaties al moeilijk is om de woningen te verkopen. Er is op geen enkele wijze onderbouwd dat er noodzaak voor woningbouw bestaat. Indien er wel sprake is van De toelichting op het bestemmingsplan geeft een onderbouwing van de woningbouwbehoefte in de regio Midden- Holland, de gemeente Zuidplas en de kern Moordrecht. In aanvulling daarop kan worden gemeld dat de gemeenteraad op 30 november 2011 de gemeentelijke visie op wonen heeft vastgesteld. Dit is een visie op hoofdlijnen: Wonen in de dorpen van de gemeente Zuidplas. Deze visie kent als vertrekpunt het behoud en versterken van de dorpen. Dit betekent dat de bouwproductie plaats dient te vinden in en aan de dorpen. Leidraad in de woonvisie is de variant autonoom +, waarbij autonome groei van de dorpen als ondergrens wordt gehanteerd. De woningmarktrapportage die ten grondslag heeft gelegen aan de gemeentelijke woonvisie toont met betrekking tot Moordrecht aan dat er een tekort aan woningen is op de korte en lange termijn. Woningbouw 22

23 woningbehoefte, dan zijn er volgens reclamant voldoende kleinschalige bestaande locaties beschikbaar. Reclamant verwijst onder meer naar de vrijgekomen scholen. De gemeente had deze locaties eerst moeten benutten. Reclamant vindt het dan ook merkwaardig en onwenselijk dat de locatie De Brinkhorst wordt benut voor nieuwe woningen. om te voorzien in de eigen behoefte van de inwoners van Moordrecht is dus nu en voor de langere termijn gewenst. Het plangebied ligt binnen de rode contour van de Verordening Ruimte (provinciaal beleid) van de provincie Zuid- Holland. Binnen de rode contour is uitbreiding van stedelijk gebied toegestaan. Binnen de rode contour van Moordrecht is alleen op de huidige locatie de realisatie van het woningbouwprogramma in de gewenste vorm en omvang mogelijk. Naar overige potentiële woningbouwlocaties binnen de kern Moordrecht is onderzoek gedaan. Gebleken is dat deze locaties niet geschikt dan wel te klein zijn voor het realiseren van nieuwe woningen in de vorm en met een programma zoals in De Brinkhorst is voorzien. Derhalve is er voor de huidige locatie gekozen. Daarbij moet worden opgemerkt dat het bestemmingsplan de bouw van 350 woningen mogelijk maakt, maar deze woningen in fasen van ca. 50 woningen, afhankelijk van de vraag vanuit de markt, zullen worden gebouwd. In het kader van vooroverleg is het plan een de provincie Zuid-Holland voorgelegd. Zij hebben geen noodzaak gezien om een zienswijze in te dienen. De structuurvisie van de gemeente Zuidplas is door de gemeenteraad vastgesteld op 27 november Met betrekking tot woningbouw is ingegaan op bouwen tot Ingespeeld wordt op bouwen in en aan de dorpen. Voorgenomen ontwikkeling speelt hier op in, omdat aan het dorp wordt gebouwd. Daarnaast is het plangebied specifiek beschreven in de structuurvisie. Het volgende is vermeld over De Brinkhorst / Vijfakkers-Noord die uitgaat van een uitvoeringsperiode van 2012 tot 2020 : 'Om te voldoen aan de woonvraag van eigen inwoners, wordt in Moordrecht een nieuwe woonwijk ontwikkeld. Deze nieuwe woonwijk van circa 350 woningen draagt bij aan het op peil houden van het voorzieningenniveau in het dorpscentrum van Moordrecht. In Vijfakkers-Noord worden geen specifieke wijkvoorzieningen gerealiseerd, met uitzondering van een brede school in combinatie met een dorpshuis en een bibliotheek.' Dit bestemmingsplan betekent een uitvoering van het vermelde in de structuurvisie. 2 Reclamant geeft aan dat de Brede School gerealiseerd is, omdat de gemeente met de ontwikkelaar hierover een overeenkomst heeft gesloten. Deze overeenkomst hield in dat in ruil voor het realiseren van de Brede School, de ontwikkelaar nieuwe woningen op De Brinkhorst kan bouwen. Gelet hierop, heeft alleen het commerciële belang voorop gestaan. Voor de inwoners van de gemeente Zuidplas betekent dit extra onnodige kosten. 3 De gemeente geeft aan dat de nieuwbouwplannen een landelijk plan betreffen. Volgens reclamant is daar geen sprake van, want dan zou het plangebied alleen moeten bestaan uit laagbouw. Dit is niet het geval. In opdracht van de voormalige gemeente Moordrecht is eerder al een locatiestudie uitgevoerd, waaruit de locatie De Brinkhorst (voorheen Vijfakkers-Noord) als voorkeurslocatie naar voren kwam. In haar vergadering van 3 juli 2007 heeft de raad van de gemeente Moordrecht ingestemd met de eerste locatiekeus zijnde de locatie Vijfakkers- Noord. De locatie ligt ook al meer dan 10 jaar binnen de door de Provincie Zuid-Holland vastgestelde rode contour voor Moordrecht, waarbinnen woningbouw is toegestaan, zie o.a. de plankaart van het Streekplan Zuid-Holland Oost Ook in de structuurvisie Moordrecht die door de gemeenteraad van de toenmalige gemeente Moordrecht op 14 december 1993 is vastgesteld is de ontwikkeling van Vijfakkers-noord al opgenomen. Woningbouw op de locatie De Brinkhorst is dus al geruime tijd voorzien. De overeenkomst van de gemeente en de ontwikkelaar maakt de realisatie van deze al geruime tijd vastgestelde beleidsvoornemens mogelijk en geeft zodoende uitwerking aan vastgesteld beleid. Onduidelijk is waar de term landelijk vandaan komt. De gemeente beoogd een woonwijk met een dorps karakter te (laten) realiseren. De maximale goothoogte van de te realiseren nieuwe woningen bedraagt 6 meter en de maximale bouwhoogte van deze woningen bedraagt 12,5 meter. Deze hoogte betreft een maximum, dat niet als uitgangspunt voor alle woningen geldt, maar bedoeld is om stedenbouwkundige accenten en kappen te kunnen realiseren. In het stedenbouwkundigplan en beeldkwaliteitkader, dat deel uit maakt van het bestemmingsplan en de anterieure 23

24 overeenkomst tussen de gemeente Zuidplas en de ontwikkelaar, staat omschreven dat De Brinkhorst een dorps karakter krijgt. Uitgangspunt is daarbij woningen in één of twee bouwlagen met kap en op bijzondere plekken accenten (drie bouwlagen) worden gebouwd. Op enkele locaties binnen het plangebied zijn appartementengebouwen toegestaan met een hogere bouwhoogte. Het betreft gestapelde bouw. Op grond van de Structuurvisie is dergelijke gestapelde bouw en niet hoogbouw, zoals reclamanten stellen toegestaan. De gestapelde bouw is afgestemd op de ruimtelijke opzet van het plan. Bij het verantwoord bouwen aan of bij een bestaand dorp worden ruimtelijke- en sociale overwegingen op elkaar afgestemd en met elkaar geïntegreerd in een stedenbouwkundige meest gewenste structuur. In de Brinkhorst betekent dit dat karakter van dorps wonen en het woningbouwprogramma met gestapelde woningen leidt tot een plan waarbij verschillende ruimten en plekken wordt versterkt door stedenbouwkundige accenten. Daarom zijn in de Brinkhorst, waarbij het overgrote deel bestaat uit grondgebonden woningen, drie plekken aangewezen waar vanuit stedenbouwkundig oogpunt (oriëntatie en ruimtebeleving) een hoger bouwvolume als accent gewenst is. Voor elk van deze locaties is een maximale bouwhoogte opgenomen, welke is afgestemd op de locatie: 1. Nabij de brede school (17m) 2. Op de hoeken van de ontsluitingsroute en het centrale groenplein (14m) 3. Op de hoek van de tweede singel en het polder landschap (20m). De stedenbouwkundige accenten zijn juridisch-planologisch verankerd in de bestemmingsplanregels. In aanvulling daarop is een beeldkwaliteitskader opgesteld, waarin aanvullende beeldkwaliteitseisen zijn opgenomen. Zo wordt voorgesteld dat het bouwvolume van gestapelde woningen een klassieke opbouw kent, met een heldere plint, een middenvolume en een afronding in een kapvorm (geheel of gedeeltelijk). Daarnaast worden de gestapelde woningen uit meerdere volumes opgebouwd, waarbij hogere en lagere bouwvolumes gecombineerd worden. De in het bestemmingsplan opgenomen maximale bouwhoogte zal hierdoor niet het volledige bouwvlak beslaan. 4 Reclamant is van mening dat de globale opzet van het bestemmingsplan rechtsonzekerheid met zich meebrengt. De projectontwikkelaar heeft als gevolg daarvan alle ruimte om het plangebied naar eigen inzicht in te richten. De gemeente heeft geen sturingsmogelijkheden meer. 5 Het gebied waar de nieuwe woningen zijn gepland, betreft een natuurgebied. In dit natuurgebied nestelt de grutto. Door de nieuwe woningen wordt het leefgebied van de grutto steeds kleiner en zal deze uit het gebied verdwijnen 6 De ontsluiting van de nieuwe woonwijk op de Weidezoom leidt tot extra verkeersbelasting van die weg. Hierdoor zullen verkeersonveilige situaties ontstaan. Bovendien wordt een sluiproute gecreëerd. De ontsluiting op de Weidezoom is bovendien overbodig, nu er ook een ontsluiting via de Middelweg zal plaatsvinden. Naast het versterken van de stedenbouwkundige structuur bieden de locaties met gestapeld wonen ook de ruimte om invulling te geven aan de sociale dimensie van het begrip dorps wonen. Het creëren van een diversiteit aan woningtypen is belangrijk om een brede afspiegeling van de sociaal-maatschappelijke doorsnede van de huidige kern, ook in de toekomst te kunnen huisvesten. Er is bewust gekozen voor een globaal bestemmingsplan om binnen de kaders die door de gemeente zijn vastgelegd (zoals het stedenbouwkundig + beeldkwaliteitskader) flexibiliteit te waarborgen bij de inrichting van het plangebied. Mede gezien de huidige economische omstandigheden is die flexibiliteit gewenst. Het gebied heeft geen wettelijk beschermde natuurgebiedsstatus. Niet onder de Natuurbeschermingswet1998 en ook niet onder de Provinciale structuurvisie (EHS/beschermd weidevogelgebied). Het feit dat natuurwaarden in een gebied voorkomen, maakt het niet direct tot natuurgebied. De provincie heeft voor het behoud van weidevogels in de provincie speciale beschermingsgebieden aan gewezen. In het kader van het nieuwe bestemmingsplan is een onderzoek uitgevoerd naar de verkeersaspecten. De resultaten zijn in de toelichting en als bijlage bij het bestemmingsplan opgenomen. In het onderzoek zijn vier ontsluitingsvarianten van het plangebied beoordeeld. Op basis van die beoordeling is een keuze gemaakt voor de huidige ontsluitingen van het plangebied. Bij de beoordeling is ook het aspect verkeersveiligheid betrokken. Voorts 24

25 Daarnaast heeft de gemeente eerder aangegeven de ontsluiting niet via de Weidezoom te laten verlopen. Deze toezegging wordt nu geschonden. Reclamant stelt voor om de geplande buitenste weg ter plaatse van de school door te trekken tot het sportcomplex inclusief parkeren. Deze reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. wordt nog opgemerkt dat de Weidezoom een weg betreft waarbij de snelheid is gemaximaliseerd tot 30 km/per uur en als zodanig is ingericht. In het onderzoek naar de ontsluiting voor de Brinkhorst heeft ook De Weidezoom een prominente plaats. Het adviesbureau en de gemeente Zuidplas constateren dat deze weg voldoende geschikt is voor het te verwachten verkeersaanbod. Het huidige straatbeeld zal door de realisatie van de Brinkhorst niet negatief worden aangetast doordat de wijk 2 ontsluitingen krijgt en in de wijk voor de school een kiss en ride zone voorzien is. Een alternatieve route waarbij de weg wordt doorgetrokken naar het sportcomplex is niet gewenst. Door verkeer uit de woonwijk hoofdontsluiting de meest logische route naar de Middelweg. Sluitverkeer richting de Weidezoom wordt niet verwacht. Omgekeerd geld dat de ontsluiting op de Weidezoom er juist is gekomen omdat daardoor het gebruik van de kiss and ride zone maximaal wordt gefaciliteerd en daarmee het oostelijke deel van de Weidezoom wordt ontlast. CONCLUSIE 25

26 Nummer Nummer gemeente Datum indiening Datum binnenkomst gemeente R49 I VERKORTE WEERGAVE REACTIE REACTIE VAN GEMEENTE 1 Reclamant is van mening dat er geen behoefte bestaat aan nieuwe woningen. Hij wijst erop dat de bevolking in Nederland afneemt en de gezinssamenstelling zal veranderen. Op 30 november 2011 heeft de gemeenteraad de gemeentelijke visie op wonen vastgesteld, namelijk de visie op hoofdlijnen: Wonen in de dorpen van de gemeente Zuidplas. Deze visie kent als vertrekpunt het behoud en versterken van de dorpen. Dit betekent dat de bouwproductie plaats dient te vinden in en aan de dorpen. Leidraad in de woonvisie is de variant autonoom +, waarbij autonome groei van de dorpen als ondergrens wordt gehanteerd. De woningmarktrapportage die ten grondslag heeft gelegen aan de gemeentelijke woonvisie toont met betrekking tot Moordrecht aan dat er een tekort aan woningen is op de korte en lange termijn. Woningbouw om te voorzien in de eigen behoefte van de inwoners van Moordrecht is dus nu en voor de langere termijn gewenst. Het plangebied ligt binnen de rode contour van de Verordening Ruimte (provinciaal beleid) van de provincie Zuid- Holland. Binnen de rode contour is uitbreiding van stedelijk gebied toegestaan. Binnen de rode contour van Moordrecht is alleen op de huidige locatie de realisatie van het woningbouwprogramma in de gewenste vorm en omvang mogelijk. Naar overige potentiële woningbouwlocaties binnen de kern Moordrecht is onderzoek gedaan. Gebleken is dat deze locaties niet geschikt dan wel te klein zijn voor het realiseren van nieuwe woningen in de vorm en met een programma zoals in De Brinkhorst is voorzien. Derhalve is er voor de huidige locatie gekozen. Daarbij moet worden opgemerkt dat het bestemmingsplan de bouw van 350 woningen mogelijk maakt, maar deze woningen in fasen van ca. 50 woningen, afhankelijk van de vraag vanuit de markt, zullen worden gebouwd. In het kader van vooroverleg is het plan een de provincie Zuid-Holland voorgelegd. Zij hebben geen noodzaak gezien om een zienswijze in te dienen. 2 Volgens reclamant is er bij de verkeerstellingen uitgegaan van een verkeerd aantal te realiseren woningen. Blijkens bladzijde 18 van hoofdstuk 4 uit het bijlagenboek zullen er maximaal 270 woningen gerealiseerd worden. In de bijbehorende noot wordt gesproken over maximaal 350. Er is echter sprake van de realisering van maximaal 385 woningen De structuurvisie van de gemeente Zuidplas is door de gemeenteraad vastgesteld op 27 november Met betrekking tot woningbouw is ingegaan op bouwen tot Ingespeeld wordt op bouwen in en aan de dorpen. Voorgenomen ontwikkeling speelt hier op in, omdat aan het dorp wordt gebouwd. Daarnaast is het plangebied specifiek beschreven in de structuurvisie. Het volgende is vermeld over De Brinkhorst / Vijfakkers-Noord die uitgaat van een uitvoeringsperiode van 2012 tot 2020 : 'Om te voldoen aan de woonvraag van eigen inwoners, wordt in Moordrecht een nieuwe woonwijk ontwikkeld. Deze nieuwe woonwijk van circa 350 woningen draagt bij aan het op peil houden van het voorzieningenniveau in het dorpscentrum van Moordrecht. In Vijfakkers-Noord worden geen specifieke wijkvoorzieningen gerealiseerd, met uitzondering van een brede school in combinatie met een dorpshuis en een bibliotheek.' Dit bestemmingsplan betekent een uitvoering van het vermelde in de structuurvisie. Binnen de bestemming Woongebied is het mogelijk om 350 woningen te realiseren. Het verkeersonderzoek is op dat woningaantal gebaseerd. Na algemene afwijking (artikel 13) bestaat de mogelijkheid om maximaal 385 woningen te realiseren. Bij de verlening van de omgevingsvergunning voor het afwijken mag echter geen onevenredige afbreuk worden gedaan aan de verkeersveiligheid. Indien gebruik wordt gemaakt van de afwijkingsbevoegdheid, dan zal ten aanzien van het aspect verkeer dus opnieuw een onderzoek worden gedaan. Het aantal van 270 woningen staat genoemd in de bijlage bij het akoestisch onderzoek en betreft een getal in een ouder document. Het akoestisch onderzoek zelf gaat uit van maximaal 385 woningen. 26

27 3 In de toelichting en regels wordt op bladzijde 13 verwezen naar de ontsluiting op de Vierde Tocht. Dat wordt niet meer uitgewerkt. 4 Reclamant wijst op bijlage 3 van het bijlagenboek waarin de waterparagraaf is opgenomen. In deze waterparagraaf wordt aangegeven dat sprake zal zijn van een aanpassing van het slootniveau van de Weidezoom en een verlaging van het peil van de bodem. Hierdoor wordt de afstand tot de bovenzijde van bestaande beschoeiingen groter en is deze esthetisch niet meer verantwoord. Daarnaast zal sprake zijn van verzakkingen en zullen beschoeiingen weglopen. Verder wijst reclamant erop dat er afstemming had moeten plaatsvinden van de eigenaren van de aangrenzende percelen, zoals ook in onderzoeksrapport is aangegeven. 5 Er wordt nergens in het bestemmingsplan verwezen naar het multifunctionele gebouw Zuidplas, hetgeen wel van belang is voor verkeersstromen en geluidhinder 6 Reclamant vindt de verbeelding niet duidelijk en verzoekt een duidelijkere tekening toe te voegen 7 Er had een gedetailleerd bestemmingsplan gemaakt moeten worden. Nu bestaat er onvoldoende duidelijkheid voor omwonenden. 8 Binnen de bestemming Groen bestaan veel mogelijkheden. Reclamant is van mening dat de mogelijkheden beperkt moeten worden tot openbaar groen en water. 9 Door de verhoging van de gronden komen de nieuwe woningen hoger te liggen, waardoor de bebouwing vanaf de Weidezoom 0,5 meter hoger is. Het is niet duidelijk naar welke passage reclamant verwijst. In het bestemmingsplan wordt, op andere plekken, wel gesproken over de Vierde Tochtweg. De ontsluiting op de Vierde Tochtweg is nog niet zeker, van een wijkontsluitingsweg is in ieder geval geen sprake. De weg ontsluit momenteel de aanliggende (agrarische) percelen. In de toekomst kunnen ook perceelsontsluitingen worden gerealiseerd voor woonkavels aan de westelijke rand van De Brinkhorst. Wél zal sprake zijn van de aansluiting van langzaam verkeersroutes op de Vierde Tochtweg op twee plaatsen. Hierdoor is een rondje met de hond mogelijk. Uit nader onderzoek door Royal HaskoningDHV blijkt dat verlaging van het waterpeil niet problematisch is voor de funderingen van de nabij gelegen woningen en sportvelden. De zorg vanuit omwonenden is voor de ontwikkelaar echter aanleiding geweest om te kijken naar een alternatieve oplossing voor de waterhuishouding in het plangebied. Dit heeft geleid tot een ambtshalve wijziging van de waterhuishuiding. Voor een nadere toelichting wordt verwezen wordt naar bijlage 2 bij deze nota Bij het verkeersonderzoek is met alle verkeer uit de omgeving rekening gehouden. Daaronder valt ook het sportcomplex Zuidplas. Ten behoeve van mogelijk geluidhinder als gevolg van het sportcomplex is op de verbeelding een milieuzone opgenomen. Binnen deze zone mogen geen woningen worden gebouwd, tenzij wordt aangetoond dat voor omwonenden geen sprake is van licht- en geluidhinder. De verbeelding moet volgens vastgestelde landelijke Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen 2012 worden opgemaakt. Daar kunnen geen wijzigingen in gebracht worden. Er is bewust gekozen voor een globaal bestemmingsplan om binnen de kaders die door de gemeente zijn vastgelegd (zoals het stedenbouwkundig + beeldkwaliteitskader) flexibiliteit te waarborgen bij de inrichting van het plangebied. Mede gezien de huidige economische omstandigheden is die flexibiliteit gewenst. Teneinde flexibiliteit te behouden is er binnen de groenbestemming meer mogelijk dan alleen groenvoorzieningen en water. In de praktijk blijkt deze flexibiliteit ook noodzakelijk is. Zo kunnen bijvoorbeeld paden en wegen, alsmede objecten voor kunst binnen de groenbestemming opgericht worden zonder dat er direct een uitgebreide procedure gevoerd moet worden. De constatering is juist. Ophoging is noodzakelijk om te zorgen voor een drooglegging van minimaal 1,20 meter. Dit betekent dat het vloerpeil van de toekomstige woningen minimaal 1,20 meter boven het hoogste waterpeil moet worden gerealiseerd. Het ophogen van het gebied volgt uit het Inrichtingsadvies Zuidplaspolder, Rotterdam, november 2010, van het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard, op basis van een studie van provincie voor de ontwikkeling Westergouwe. Het is bedoeld om de waterveiligheid - daaronder wordt het beperken van het overstromingsrisico verstaan - te waarborgen. Tijdens overleggen in het kader van de watertoets, heeft het waterschap het ophogen als uitgangspunt ingebracht. Daarbij is aangegeven dat in overleg met de provincie afgeweken kan worden. Bij afwijkingen zal de waterveiligheid op een alternatieve wijze moeten worden geborgd. Het Handboek Kwaliteit Zuidplaspolder stelt: Het zuidelijke deel van de Zuidplaspolder is aangemerkt als risicogebied overstroming bij doorbraak van de waterkering langs de Hollandse IJssel en/of de Gouwe. Het 27

28 Hoogheemraadschap stelt daarom dat in dit deel van de polder de vloer van woonruimtes wordt aangelegd op een hoogte van ten minste NAP-4,70 m.. 10 Aangezien hoge bebouwing wordt toegestaan binnen het plangebied, is geen sprake meer van een dorpse uitbreiding die aansluit bij de bebouwingskarakteristiek van de kern van Moordrecht, zoals in de toelichting staat beschreven. De hoogte van de bebouwing dient dan ook verlaagd te worden. De maximale goothoogte van de te realiseren nieuwe woningen bedraagt 6 meter en de maximale bouwhoogte van deze woningen bedraagt 12,5 meter. Deze hoogte betreft een maximum, dat niet als uitgangspunt voor alle woningen geldt, maar bedoeld is om stedenbouwkundige accenten en kappen te kunnen realiseren. In het stedenbouwkundigplan en beeldkwaliteitkader, dat deel uit maakt van het bestemmingsplan en de anterieure overeenkomst tussen de gemeente Zuidplas en de ontwikkelaar, staat omschreven dat De Brinkhorst een dorps karakter krijgt. Uitgangspunt is daarbij woningen in één of twee bouwlagen met kap en op bijzondere plekken accenten (drie bouwlagen) worden gebouwd. Op enkele locaties binnen het plangebied zijn appartementengebouwen toegestaan met een hogere bouwhoogte. Het betreft gestapelde bouw. Op grond van de Structuurvisie is dergelijke gestapelde bouw toegestaan. De gestapelde bouw is afgestemd op de ruimtelijke opzet van het plan. Bij het verantwoord bouwen aan of bij een bestaand dorp worden ruimtelijke- en sociale overwegingen op elkaar afgestemd en met elkaar geïntegreerd in een stedenbouwkundige meest gewenste structuur. In de Brinkhorst betekent dit dat het karakter van dorps wonen en het woningbouwprogramma met gestapelde woningen leidt tot een plan waarbij verschillende ruimten en plekken worden versterkt door stedenbouwkundige accenten. Daarom zijn in de Brinkhorst, waarbij het overgrote deel bestaat uit grondgebonden woningen, drie plekken aangewezen waar vanuit stedenbouwkundig oogpunt (oriëntatie en ruimtebeleving) een hoger bouwvolume als accent gewenst is. Voor elk van deze locaties is een maximale bouwhoogte opgenomen, welke is afgestemd op de locatie: 1. Nabij de brede school (17m) 2. Op de hoeken van de ontsluitingsroute en het centrale groenplein (14m) 3. Op de hoek van de tweede singel en het polder landschap (20m). De stedenbouwkundige accenten zijn juridisch-planologisch verankerd in de bestemmingsplanregels. In aanvulling daarop is een beeldkwaliteitskader opgesteld, waarin aanvullende beeldkwaliteitseisen zijn opgenomen. Zo wordt voorgesteld dat het bouwvolume van gestapelde woningen een klassieke opbouw kent, met een heldere plint, een middenvolume en een afronding in een kapvorm (geheel of gedeeltelijk). Daarnaast worden de gestapelde woningen uit meerdere volumes opgebouwd, waarbij hogere en lagere bouwvolumes gecombineerd worden. De in het bestemmingsplan opgenomen maximale bouwhoogte zal hierdoor niet het volledige bouwvlak beslaan. Deze reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. Naast het versterken van de stedenbouwkundige structuur bieden de locaties met gestapeld wonen ook de ruimte om invulling te geven aan de sociale dimensie van het begrip dorps wonen. Het creëren van een diversiteit aan woningtypen is belangrijk om een brede afspiegeling van de sociaal-maatschappelijke doorsnede van de huidige kern, ook in de toekomst te kunnen huisvesten. CONCLUSIE 28

29 Nummer Nummer gemeente Datum indiening Datum binnenkomst gemeente R50 I VERKORTE WEERGAVE REACTIE REACTIE VAN GEMEENTE 1 Reclamant pleit voor terugkeer van de Zuidplaspolder in het Nationaal Landschap Groene Hart. Gezien de daling van de regionale woningbouwbehoefte is die terugkeer meer dan wenselijk. Volgens reclamant is ook de locale woningbehoefte gering en is er voldoende bouwruimte binnen bestaand stads- en dorpsgebied. Provinciale stukken geven ook aan dat eerst binnenstedelijk gebouwd moet worden. Op 30 november 2011 heeft de gemeenteraad de gemeentelijke visie op wonen vastgesteld, namelijk de visie op hoofdlijnen: Wonen in de dorpen van de gemeente Zuidplas. Deze visie kent als vertrekpunt het behoud en versterken van de dorpen. Dit betekent dat de bouwproductie plaats dient te vinden in en aan de dorpen. Leidraad in de woonvisie is de variant autonoom +, waarbij autonome groei van de dorpen als ondergrens wordt gehanteerd. De woningmarktrapportage die ten grondslag heeft gelegen aan de gemeentelijke woonvisie toont met betrekking tot Moordrecht aan dat er een tekort aan woningen is op de korte en lange termijn. Woningbouw om te voorzien in de eigen behoefte van de inwoners van Moordrecht is dus nu en voor de langere termijn gewenst. Het plangebied ligt binnen de rode contour van de Verordening Ruimte (provinciaal beleid) van de provincie Zuid- Holland. Binnen de rode contour is uitbreiding van stedelijk gebied toegestaan. Binnen de rode contour van Moordrecht is alleen op de huidige locatie de realisatie van het woningbouwprogramma in de gewenste vorm en omvang mogelijk. Naar overige potentiële woningbouwlocaties binnen de kern Moordrecht is onderzoek gedaan. Gebleken is dat deze locaties niet geschikt dan wel te klein zijn voor het realiseren van nieuwe woningen in de vorm en met een programma zoals in De Brinkhorst is voorzien. Derhalve is er voor de huidige locatie gekozen. Daarbij moet worden opgemerkt dat het bestemmingsplan de bouw van 350 woningen mogelijk maakt, maar deze woningen in fasen van ca. 50 woningen, afhankelijk van de vraag vanuit de markt, zullen worden gebouwd. In het kader van vooroverleg is het plan een de provincie Zuid-Holland voorgelegd. Zij hebben geen noodzaak gezien om een zienswijze in te dienen. 2 Reclamanten wijzen erop dat er bezwaren kleven aan het afwentelen van de wateropvang op omliggende gebieden en grote problemen kunnen ontstaan als gevolg van de daling van het grondwaterpeil. Hierdoor ontstaan verzakkingen in de naastgelegen woonwijk. De voorgenomen ophoging van het plangebied leidt voorts tot verminderde waterberging, terwijl de weilanden een functie hebben voor waterberging. De structuurvisie van de gemeente Zuidplas is door de gemeenteraad vastgesteld op 27 november Met betrekking tot woningbouw is ingegaan op bouwen tot Ingespeeld wordt op bouwen in en aan de dorpen. Voorgenomen ontwikkeling speelt hier op in, omdat aan het dorp wordt gebouwd. Daarnaast is het plangebied specifiek beschreven in de structuurvisie. Het volgende is vermeld over De Brinkhorst / Vijfakkers-Noord die uitgaat van een uitvoeringsperiode van 2012 tot 2020 : 'Om te voldoen aan de woonvraag van eigen inwoners, wordt in Moordrecht een nieuwe woonwijk ontwikkeld. Deze nieuwe woonwijk van circa 350 woningen draagt bij aan het op peil houden van het voorzieningenniveau in het dorpscentrum van Moordrecht. In Vijfakkers-Noord worden geen specifieke wijkvoorzieningen gerealiseerd, met uitzondering van een brede school in combinatie met een dorpshuis en een bibliotheek.' Dit bestemmingsplan betekent een uitvoering van het vermelde in de structuurvisie. Uit nader onderzoek door Royal HaskoningDHV blijkt dat verlaging van het waterpeil niet problematisch is voor de funderingen van de nabij gelegen woningen en sportvelden. De zorg vanuit omwonenden is voor de ontwikkelaar echter aanleiding geweest om te kijken naar een alternatieve oplossing voor de waterhuishouding in het plangebied. Dit heeft geleid tot een ambtshalve wijziging van de waterhuishuiding. Voor een nadere toelichting wordt verwezen wordt naar bijlage 2 bij deze nota 29

30 3 In het gebied komen belangrijke natuurwaarden voor. Reclamant wijst op de aanwezigheid van weidevogels, vleermuizen en uilen. Door de realisering van de nieuwe woningen wordt het leefgebied daarvan aangetast. Het gebied heeft geen wettelijk beschermde natuurgebiedsstatus. Niet onder de Natuurbeschermingswet1998 en ook niet onder de Provinciale structuurvisie (EHS/beschermd weidevogelgebied). Het feit dat natuurwaarden in een gebied voorkomen, maakt het niet direct tot natuurgebied. De provincie heeft voor het behoud van weidevogels in de provincie speciale beschermingsgebieden aan gewezen. In het kader van het bestemmingsplan is onderzoek gedaan naar flora en fauna, waaronder de aanwezigheid van vleermuizen en uilen. Naar aanleiding van de ingekomen zienswijzen is door het ecologisch adviesbureau en de Omgevingsdienst Midden-Holland gekeken naar de eerder opgestelde rapportages. In een reactie hierop zijn enkele aspecten nader verduidelijkt. Met deze aanscherping van de rapportages is geen nadere aanpassing noodzakelijk. Voor meer informatie wordt verwezen naar bijlage 1 bij deze nota. 4 Reclamant verzoekt het plangebied te beperken tot de schoollocatie en nieuwbouw binnen bestaand dorpsgebied te bouwen. Deze reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. Het plangebied ligt binnen de rode contour van de Verordening Ruimte (provinciaal beleid) van de provincie Zuid- Holland. Binnen de rode contour is uitbreiding van stedelijk gebied toegestaan. Binnen de rode contour van Moordrecht is alleen op de huidige locatie de realisatie van het woningbouwprogramma in de gewenste vorm en omvang mogelijk. Ook in de structuurvisie Moordrecht die door de gemeenteraad van de toenmalige gemeente Moordrecht op 14 december 1993 is vastgesteld is de ontwikkeling van Vijfakkers-noord al opgenomen. Woningbouw op de locatie De Brinkhorst is dus al geruime tijd voorzien. Naar overige potentiële woningbouwlocaties binnen de kern Moordrecht is onderzoek gedaan. Gebleken is dat deze locaties niet geschikt dan wel te klein zijn voor het realiseren van nieuwe woningen in de vorm en met een programma zoals in De Brinkhorst is voorzien. Derhalve is er voor de huidige locatie gekozen. Daarbij moet worden opgemerkt dat het bestemmingsplan de bouw van 350 woningen mogelijk maakt, maar deze woningen in fasen van ca. 50 woningen, afhankelijk van de vraag vanuit de markt, zullen worden gebouwd. CONCLUSIE 30

31 Nummer Nummer gemeente Datum indiening Datum binnenkomst gemeente R51 I VERKORTE WEERGAVE REACTIE REACTIE VAN GEMEENTE 1 Reclamant is van mening dat het ontwerpbestemmingsplan in strijd is met het provinciale beleid, zoals verwoord in de Verordening Ruimte van de provincie Zuid- Holland. Volgens reclamant valt de voorziene woonwijk niet binnen bestaand stedelijk gebied, zoals opgenomen in de Verordening Ruimte op kaart 4a. Conform de ladder voor duurzame verstedelijking moeten locaties binnen het stedelijk gebied eerst worden benut, alvorens buiten bestaand stedelijk gebied wordt gebouwd. Reclamant is van mening dat binnen het bestaand stedelijk gebied van Moordrecht voldoende ruimte aanwezig is. In de toelichting ontbreekt op dit moment een verantwoording over waarom niet eerst binnen bestaand stedelijk gebied is gebouwd. Bouwen in een open landschap is voor reclamant dan ook onacceptabel. Reclamant merkt op dat enkele passages in de Structuurvisie Zuidplas 2030 melden dat De Brinkhorst niet dient om te voldoen aan de regionale woningbehoefte, maar om aan de eigen woningbehoefte te voldoen. Reclamant is van mening dat de bouw van 385 woningen de eigen woningbehoefte overstijgt en daarmee tegen het eigen geformuleerde gemeentelijke beleid ingaat. 2 Het bestemmingsplan staat volgens reclamant hoogbouw met een stedelijk karakter toe tot 20 meter hoog, verdeeld over zes bouwlagen. Daarentegen meldt de gemeentelijke structuurvisie (Structuurvisie Zuidplas 2030) dat de dorpse identiteit behouden moet blijven. Reclamant stelt dat de structuurvisie hoogbouw geen dorpse identiteit vindt. Omdat het bestemmingsplan volgens reclamant hoogbouw toestaat is dat op de nu beoogde locatie ook niet wenselijk. Daarnaast is de locatie geen stationslocatie en is het geen gebied waar zich al hoogbouw bevindt. Op 30 november 2011 heeft de gemeenteraad de gemeentelijke visie op wonen vastgesteld, namelijk de visie op hoofdlijnen: Wonen in de dorpen van de gemeente Zuidplas. Deze visie kent als vertrekpunt het behoud en versterken van de dorpen. Dit betekent dat de bouwproductie plaats dient te vinden in en aan de dorpen. Leidraad in de woonvisie is de variant autonoom +, waarbij autonome groei van de dorpen als ondergrens wordt gehanteerd. De woningmarktrapportage die ten grondslag heeft gelegen aan de gemeentelijke woonvisie toont met betrekking tot Moordrecht aan dat er een tekort aan woningen is op de korte en lange termijn. Woningbouw om te voorzien in de eigen behoefte van de inwoners van Moordrecht is dus nu en voor de langere termijn gewenst. Het plangebied ligt binnen de rode contour van de Verordening Ruimte (provinciaal beleid) van de provincie Zuid- Holland. Binnen de rode contour is uitbreiding van stedelijk gebied toegestaan. Binnen de rode contour van Moordrecht is alleen op de huidige locatie de realisatie van het woningbouwprogramma in de gewenste vorm en omvang mogelijk. Naar overige potentiële woningbouwlocaties binnen de kern Moordrecht is onderzoek gedaan. Gebleken is dat deze locaties niet geschikt dan wel te klein zijn voor het realiseren van nieuwe woningen in de vorm en met een programma zoals in De Brinkhorst is voorzien. Derhalve is er voor de huidige locatie gekozen. Daarbij moet worden opgemerkt dat het bestemmingsplan de bouw van 350 woningen mogelijk maakt, maar deze woningen in fasen van ca. 50 woningen, afhankelijk van de vraag vanuit de markt, zullen worden gebouwd. In het kader van vooroverleg is het plan een de provincie Zuid-Holland voorgelegd. Zij hebben geen noodzaak gezien om een zienswijze in te dienen. De structuurvisie van de gemeente Zuidplas is door de gemeenteraad vastgesteld op 27 november Met betrekking tot woningbouw is ingegaan op bouwen tot Ingespeeld wordt op bouwen in en aan de dorpen. Voorgenomen ontwikkeling speelt hier op in, omdat aan het dorp wordt gebouwd. Daarnaast is het plangebied specifiek beschreven in de structuurvisie. Het volgende is vermeld over De Brinkhorst / Vijfakkers-Noord die uitgaat van een uitvoeringsperiode van 2012 tot 2020 : 'Om te voldoen aan de woonvraag van eigen inwoners, wordt in Moordrecht een nieuwe woonwijk ontwikkeld. Deze nieuwe woonwijk van circa 350 woningen draagt bij aan het op peil houden van het voorzieningenniveau in het dorpscentrum van Moordrecht. In Vijfakkers-Noord worden geen specifieke wijkvoorzieningen gerealiseerd, met uitzondering van een brede school in combinatie met een dorpshuis en een bibliotheek.' Dit bestemmingsplan betekent een uitvoering van het vermelde in de structuurvisie. De maximale goothoogte van de te realiseren nieuwe woningen bedraagt 6 meter en de maximale bouwhoogte van deze woningen bedraagt 12,5 meter. Deze hoogte betreft een maximum, dat niet als uitgangspunt voor alle woningen geldt, maar bedoeld is om stedenbouwkundige accenten en kappen te kunnen realiseren. In het stedenbouwkundigplan en beeldkwaliteitkader, dat deel uit maakt van het bestemmingsplan en de anterieure overeenkomst tussen de gemeente Zuidplas en de ontwikkelaar, staat omschreven dat De Brinkhorst een dorps karakter krijgt. Uitgangspunt is daarbij woningen in één of twee bouwlagen met kap en op bijzondere plekken accenten (drie bouwlagen) worden gebouwd. Op enkele locaties binnen het plangebied zijn 31

32 appartementengebouwen toegestaan met een hogere bouwhoogte. Het betreft gestapelde bouw. Op grond van de Structuurvisie is dergelijke gestapelde bouw toegestaan. De gestapelde bouw is afgestemd op de ruimtelijke opzet van het plan. Bij het verantwoord bouwen aan of bij een bestaand dorp worden ruimtelijke- en sociale overwegingen op elkaar afgestemd en met elkaar geïntegreerd in een stedenbouwkundige meest gewenste structuur. In de Brinkhorst betekent dit dat het karakter van dorps wonen en het woningbouwprogramma met gestapelde woningen leidt tot een plan waarbij verschillende ruimten en plekken worden versterkt door stedenbouwkundige accenten. Daarom zijn in de Brinkhorst, waarbij het overgrote deel bestaat uit grondgebonden woningen, drie plekken aangewezen waar vanuit stedenbouwkundig oogpunt (oriëntatie en ruimtebeleving) een hoger bouwvolume als accent gewenst is. Voor elk van deze locaties is een maximale bouwhoogte opgenomen, welke is afgestemd op de locatie: 1. Nabij de brede school (17m) 2. Op de hoeken van de ontsluitingsroute en het centrale groenplein (14m) 3. Op de hoek van de tweede singel en het polder landschap (20m). De stedenbouwkundige accenten zijn juridisch-planologisch verankerd in de bestemmingsplanregels. In aanvulling daarop is een beeldkwaliteitskader opgesteld, waarin aanvullende beeldkwaliteitseisen zijn opgenomen. Zo wordt voorgesteld dat het bouwvolume van gestapelde woningen een klassieke opbouw kent, met een heldere plint, een middenvolume en een afronding in een kapvorm (geheel of gedeeltelijk). Daarnaast worden de gestapelde woningen uit meerdere volumes opgebouwd, waarbij hogere en lagere bouwvolumes gecombineerd worden. De in het bestemmingsplan opgenomen maximale bouwhoogte zal hierdoor niet het volledige bouwvlak beslaan. 3 Reclamant uit de zorgen dat het bestemmingsplan teveel flexibiliteit biedt. Op deze wijze geeft de raad de regie uit handen en is het behoud van dorpse karakter niet verzekerd. Reclamant is van mening dat een zekere ruimtelijke kwaliteit niet kan worden gewaarborgd. De in de bijlage opgenomen stedenbouwkundige plan en het beeldkwaliteitskader zijn niet gekoppeld aan de regels, waardoor deze niet als voorwaarde gelden bij de uitwerking, aldus reclamant. 4 Reclamant meldt dat de Rijksoverheid het benodigd aantal woningen inde Zuidplaspolder in 2012 heeft bijgesteld naar Dit aantal is via andere ruimtelijke procedures inmiddels al verleend en zelfs overschreden. Daarnaast wijst reclamant op het feit dat in gebieden buiten de gemeente Zuidplas ook al grootschalige bouwplannen zijn voorzien die in dezelfde regionale of bovenregionale behoefte. Als laatste wijst reclamant op de cijfers van het Centraal Bureau voor statistieken (CBS). Uit deze cijfers blijkt dat het aantal te koop staande woningen in Zuidplas aanzienlijk hoger ligt dan Naast het versterken van de stedenbouwkundige structuur bieden de locaties met gestapeld wonen ook de ruimte om invulling te geven aan de sociale dimensie van het begrip dorps wonen. Het creëren van een diversiteit aan woningtypen is belangrijk om een brede afspiegeling van de sociaal-maatschappelijke doorsnede van de huidige kern, ook in de toekomst te kunnen huisvesten. Er is bewust gekozen voor een globaal bestemmingsplan om binnen de kaders die door de gemeente zijn vastgelegd (zoals het stedenbouwkundig + beeldkwaliteitskader) flexibiliteit te waarborgen bij de inrichting van het plangebied. Mede gezien de huidige economische omstandigheden is die flexibiliteit gewenst. Het stedenbouwkundig kader + beeldkwaliteitskader is opgenomen als bijlage bij de regels en dient teven als toetsingskader voor de in het plan opgenomen afwijking om extra woningen te bouwen. Het document maakt daarnaast deel uit van de anterieure overeenkomst die de gemeente Zuidplas en de ontwikkelaar met elkaar hebben gesloten. Wij verwijzen u naar de reactie onder 1. 32

33 gebruikelijk in Nederland, er een hogere prijsdaling van de te koop staande woningen is en dat in de toekomst een bevolkingskrimp of hoogstens een marginale groei gaat plaatsvinden binnen de gemeente Zuidplas. Reclamant wijst de raad op de overstijging van het benodigd aantal woningen in de gemeente, vindt dat geen voldoende onderzoek is gedaan naar het benodigde aantal woningen en acht het plan niet uitvoerbaar binnen tien jaar. Reclamant raadt gezien het voorgaande de raad aan af te zien van vaststelling van het bestemmingsplan De Brinkhorst. 5 Reclamant is van mening dat sprake is van afwenteling van water op omliggende gebieden. Ook kan niet worden gesteld dat de waterhuishouding niet verslechtert. PM nieuw waterverhaal geen peilverlaging 6 Reclamant meldt dat als gevolg van de voorgenomen waterpeildaling de gehele wijk Vijfakkers en de Sportwijk het grondwaterspiegel zal zakken. Hierdoor zullen tuinen, fundering, wegen, riolering, etc. ook gaan zakken, aldus reclamant. In het bestemmingsplan is volgens reclamant dan ook geen onderzoek gedaan naar eventuele schade als gevolg van de waterpeildaling. 7 De weilanden rondom Moordrecht, inclusief het plangebied, dienen op dit moment als waterberging. Met de komst van de nieuwe woonwijk verliest in ieder geval één polder zijn waterbergende functie volgens reclamant. Uit een door de provincie Zuid-Holland uitgevoerd onderzoek (Hotspotonderzoek) blijkt dat bouwen ten zuiden van de A20 niet wenselijk is. Wanneer dan toch wordt gebouwd zou moeten worden afgezien van de ophoging, aldus reclamant. Reclamant is van mening dat het de waterbergingscapaciteit afneemt en het omliggende gebied zal met meer overlast en grotere risico s te maken krijgen. 8 Volgens reclamant wordt niet voldaan aan het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW). De waterberging in De Brinkhorst is alleen voldoende voor een opvangtijd van tien jaar en niet voor de voorgeschreven herhalingstijd 100 jaar. De waterparagraaf, zoals opgenomen in de toelichting, gaat niet uit van bergingen die zijn gebaseerd op de voorgeschreven herhalingstijd van 100 jaar. Omdat geen stuwen zijn voorzien, stroomt het water automatisch naar de omgeving en wordt het water dus niet in de eigen wijk vastgehouden. Reclamant meldt dat hevige regenval niet mag worden afgewenteld op PM nieuw waterverhaal geen peilverlaging Ophoging heeft geen nadelige effecten op het gebied of de directe omgeving daarvan. Het plangebied dat wordt opgehoogd wordt al geruime tijd door provincie Zuid-Holland bestempeld als te bebouwen gebied. Het plangebied lag al voor het opstellen van het Hotspotonderzoek binnen de rode contour. In de onderzoeken van de provincie die de laatste jaren zijn uitgevoerd is daarom altijd al rekening gehouden met het bebouwen van het plangebied. Ophoging is noodzakelijk om te zorgen voor een drooglegging van minimaal 1,20 meter. Dit betekent dat het vloerpeil van de toekomstige woningen minimaal 1,20 meter boven het hoogste waterpeil moet worden gerealiseerd. Het ophogen van het gebied volgt uit het Inrichtingsadvies Zuidplaspolder, Rotterdam, november 2010, van het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard, op basis van een studie van provincie voor de ontwikkeling Westergouwe. Het is bedoeld om de waterveiligheid - daaronder wordt het beperken van het overstromingsrisico verstaan - te waarborgen. Tijdens overleggen in het kader van de watertoets, heeft het waterschap het ophogen als uitgangspunt ingebracht. Daarbij is aangegeven dat in overleg met de provincie afgeweken kan worden. Bij afwijkingen zal de waterveiligheid op een alternatieve wijze moeten worden geborgd. Het Handboek Kwaliteit Zuidplaspolder stelt: Het zuidelijke deel van de Zuidplaspolder is aangemerkt als risicogebied overstroming bij doorbraak van de waterkering langs de Hollandse IJssel en/of de Gouwe. Het Hoogheemraadschap stelt daarom dat in dit deel van de polder de vloer van woonruimtes wordt aangelegd op een hoogte van ten minste NAP-4,70 m.. De waterparagraaf is gebaseerd op het waterhuishoudkundig plan. Het plan voldoet aan het beleid van het waterschap en het waterschap heeft hiermee ingestemd. 33

34 omliggende gebieden omdat dit volgens het NBW niet is toegestaan. 9 De bestaande wijken in Moordrecht krijgen te maken met (nog) grotere waterhoogte indien de waterkering langs de Hollandse IJssel en/of de Gouwe doorbreekt. Het water komt in dat geval 0,3 tot 3 meter hoog te staan. Afwenteling van De Brinkhorst naar omliggende gebieden is dus niet wenselijk, ook gelet op het NBW. Daarnaast zijn meerdere omvangrijke nieuwbouwplannen gepland waarvan de gezamenlijke cumulatieve effecten hebben op de overstromingsdiepte van het plangebied, alsmede de omliggende gebieden. Onderzoek ontbreekt op dit punt, aldus reclamant. 10 Reclamant meldt dat in het kader van de bouw van de school was afgesproken dat waterberging zou plaatsvinden. Deze waterberging komt niet terug in het ontwerpbestemmingsplan De Brinkhorst en is zelfs verdwenen. Voldoende waterberging is op dit moment niet voldoende gewaarborgd. 11 Reclamant acht een ontsluiting van de van de nieuwe woonwijk naar de Weidezoom onwenselijk. Reclamant verwijst hierbij naar een eerdere reactie op een ingediende zienswijze in het kader van de realisering van de Brede School. In deze reactie was gesteld dat het verkeer niet meer via de Weidezoom zou plaatsvinden waardoor de verkeersdruk aldaar zou afnemen. Ook schiet het nu toegevoegde verkeersonderzoek tekort, aldus reclamant. De Weidezoom heeft niet voldoende capaciteit, geen rekening is gehouden met de verkeersbelasting tijdens piektijden, geen rekening is gehouden met fietsers (800 naar verwachting) en geen aandacht is besteed aan de verkeersveiligheid voor de vele scholieren. Reclamant verwijst als laatste naar de analyse van Oranjewoud (22 februari 2013), waaruit blijkt dat enkel een ontsluiting via de Middelweg niet tot doorstromingsproblemen leidt en geen parkeerprobleem tot gevolg heeft. 12 Reclamant voert aan dat weidevogels als de grutto sterk onder druk staan, mede vanwege de toenemende verstedelijking. Reclamant is van mening dat het leefgebied van de grutto dan ook beschermd moet worden. In het plangebied zijn volgens Wij verwijzen u naar de reactie onder 8. De ontwikkeling van de brede school is overgenomen in dit bestemmingsplan. De watertoets betreft het gehele bestemmingsplangebied. Zowel waterberging voor de school, alsmede de benodigde waterberging voor de woonwijk is meegenomen in de berekening. Het bestemmingsplan voorziet in voldoende waterberging De realisatie van de school is mogelijk gemaakt met een aparte ruimtelijke (vrijstellings)procedure. In die procedure is al een afweging gemaakt over de (ruimtelijke) gevolgen van de school, waaronder het aspect verkeer. Eventuele bezwaren met betrekking tot de school zijn in die procedure al behandeld en kunnen in de onderhavige procedure niet opnieuw naar voren worden gebracht. Daarbij wordt opgemerkt dat in het nieuwe bestemmingsplan bij de school een zogenaamde kiss and ride mogelijk wordt gemaakt, waardoor het halen en brengen van leerlingen bij de school gemakkelijker en veiliger wordt gemaakt. Dit is een verbetering ten opzichte van de bestaande situatie omdat het verkeer dat gebruik maakt van de kiss and ride zone niet over (het oostelijke deel van) de Weidezoom rijdt. Het halen en brengen van leerlingen zal in de nieuwe situatie meer plaats vinden in de zone voor de school, kortom in de wijk de Brinkhorst zelf. Overigens wordt de suggestie gewekt dat zowel sprake is van toename van het autoverkeer door het halen en brengen van schoolgaande kinderen, als de toename van fietsverkeer door ongeveer 800 leerlingen. Er zal een mix van deze twee verkeersstromen ontstaan. Van een en-en situatie is geen sprake. De ontsluiting op de Weidezoom is er juist gekomen omdat daardoor het gebruik van de kiss and ride zone maximaal wordt gefaciliteerd en daarmee de Weidezoom wordt ontlast. In het kader van het nieuwe bestemmingsplan is een onderzoek uitgevoerd naar de verkeersaspecten. De resultaten zijn in de toelichting en als bijlage bij het bestemmingsplan opgenomen. In het onderzoek zijn vier ontsluitingsvarianten van het plangebied beoordeeld. Op basis van die beoordeling is een keuze gemaakt voor de huidige ontsluitingen van het plangebied. Bij de beoordeling is ook het aspect verkeersveiligheid betrokken. Voorts wordt nog opgemerkt dat de Weidezoom een weg betreft waarbij de snelheid is gemaximaliseerd tot 30 km/per uur en als zodanig is ingericht. In het onderzoek naar de ontsluiting voor de Brinkhorst heeft ook De Weidezoom een prominente plaats. Het adviesbureau en de gemeente Zuidplas constateren dat deze weg voldoende geschikt is voor het te verwachten verkeersaanbod. Het huidige straatbeeld zal door de realisatie van de Brinkhorst niet negatief worden aangetast doordat de wijk 2 ontsluitingen krijgt en in de wijk voor de school een kiss en ride zone voorzien is. Het is bekend dat weidevogels in het gebied broeden. Het uitgevoerde onderzoek concludeert in verband hiermee dat er niet binnen broedtijd gewerkt kan worden Weidevogels staan in Nederland inderdaad onder druk. Niet alle weidegebieden zijn echter beschermd en daarmee zijn veel weidevogels alleen tijdens het broeden beschermd. 34

35 reclamant recentelijk vijftien nesten van de grutto gevonden. Reclamant is van mening dat wanneer een waardevol veenweidegebied wordt vernietigd, zonder de natuurwaarden te compenseren, het college geen deugdelijke afweging van belangen maakt. 13 Uit onderzoek is gebleken dat op een afstand van 100 meter van het plangebied een van de hoofdverblijven van vleermuizen gevestigd is. Ook blijkt uit onderzoek dat de Zuidplaspolder uitermate geschikt is voor meervleermuizen. Het plangebied en zijn omgeving is van groot belang voor de meervleermuis, aldus reclamant. Ook blijkt uit het toegevoegde onderzoek van IDDS niet dat voldoende onderzoek is gedaan naar de betekenis van het plangebied voor vleermuizen. Reclamant is dan ook van mening dat niet is getoetst aan de Flora- en faunawet en daardoor het bestemmingsplan niet kan worden uitgevoerd. Het feit dat natuurwaarden in een gebied voorkomen, maakt het niet direct tot natuurgebied. De provincie heeft voor het behoud van weidevogels in de provincie speciale beschermingsgebieden aan gewezen. Vleermuizen maken waarschijnlijk gebruik van het gebied om te foerageren. Het gebied is echter ongeschikt voor een verblijfplaats door het ontbreken van boomholtes en bebouwing. Het verlies aan foerageerruimte kan in de omgeving worden opgevangen. Daarnaast biedt de nieuwe inrichting van het gebied ook ruimte aan vleermuizen om te blijven foerageren. De meervleermuiskolonie bij Coenecoop wordt door de ontwikkeling niet gehinderd, door de flinke afstand en de aanwezigheid van alternatieve foerageergebieden in de omgeving. De enige hinder die wordt voorzien is het schijnen van (bouw)lampen op het water aan de noordelijke plangrens. Deze hinder kan met het toepassen van maatregelen (ecologisch advies bij het opstellen van het verlichtingsplan) worden weggenomen. 14 In de omgeving van het plangebied bevindt zich ook een nestlocatie voor de steenuil. Reclamant vraagt zich of in hoeverre deze locatie wordt aangetast door de komst van de nieuwe woonwijk. Ook hier geldt dat een onderzoek ontbreekt en het bestemmingsplan dus niet kan worden vastgesteld, aldus reclamant. Deze reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. Wij verwijzen u naar de reactie onder 13. CONCLUSIE 35

36 Nummer Nummer gemeente Datum indiening Datum binnenkomst gemeente R52 I VERKORTE WEERGAVE REACTIE REACTIE VAN GEMEENTE 1 Reclamant is van mening dat de in het ontwerpbestemmingsplan mogelijk gemaakte bouwhoogtes niet passen bij het karakter van het dorp. Tevens zijn deze hoogtes in strijd met de gemeentelijke Structuurvisie Zuidplas De maximale goothoogte van de te realiseren nieuwe woningen bedraagt 6 meter en de maximale bouwhoogte van deze woningen bedraagt 12,5 meter. Deze hoogte betreft een maximum, dat niet als uitgangspunt voor alle woningen geldt, maar bedoeld is om stedenbouwkundige accenten en kappen te kunnen realiseren. In het stedenbouwkundigplan en beeldkwaliteitkader, dat deel uit maakt van het bestemmingsplan en de anterieure overeenkomst tussen de gemeente Zuidplas en de ontwikkelaar, staat omschreven dat De Brinkhorst een dorps karakter krijgt. Uitgangspunt is daarbij woningen in één of twee bouwlagen met kap en op bijzondere plekken accenten (drie bouwlagen) worden gebouwd. Op enkele locaties binnen het plangebied zijn appartementengebouwen toegestaan met een hogere bouwhoogte. Het betreft gestapelde bouw. Op grond van de Structuurvisie is dergelijke gestapelde bouw toegestaan. De gestapelde bouw is afgestemd op de ruimtelijke opzet van het plan. Bij het verantwoord bouwen aan of bij een bestaand dorp worden ruimtelijke- en sociale overwegingen op elkaar afgestemd en met elkaar geïntegreerd in een stedenbouwkundige meest gewenste structuur. In de Brinkhorst betekent dit dat het karakter van dorps wonen en het woningbouwprogramma met gestapelde woningen leidt tot een plan waarbij verschillende ruimten en plekken worden versterkt door stedenbouwkundige accenten. Daarom zijn in de Brinkhorst, waarbij het overgrote deel bestaat uit grondgebonden woningen, drie plekken aangewezen waar vanuit stedenbouwkundig oogpunt (oriëntatie en ruimtebeleving) een hoger bouwvolume als accent gewenst is. Voor elk van deze locaties is een maximale bouwhoogte opgenomen, welke is afgestemd op de locatie: 1. Nabij de brede school (17m) 2. Op de hoeken van de ontsluitingsroute en het centrale groenplein (14m) 3. Op de hoek van de tweede singel en het polder landschap (20m). De stedenbouwkundige accenten zijn juridisch-planologisch verankerd in de bestemmingsplanregels. In aanvulling daarop is een beeldkwaliteitskader opgesteld, waarin aanvullende beeldkwaliteitseisen zijn opgenomen. Zo wordt voorgesteld dat het bouwvolume van gestapelde woningen een klassieke opbouw kent, met een heldere plint, een middenvolume en een afronding in een kapvorm (geheel of gedeeltelijk). Daarnaast worden de gestapelde woningen uit meerdere volumes opgebouwd, waarbij hogere en lagere bouwvolumes gecombineerd worden. De in het bestemmingsplan opgenomen maximale bouwhoogte zal hierdoor niet het volledige bouwvlak beslaan. 2 De bouw van De Brinkhorst zorgt voor een verlaging van het waterpeil met 40 centimeter in de sloot langs de Weidezoom. Het grondwaterpeil in de wijk Vijfakkers zal daardoor zakken. De gevolgen van deze daling van het grondwaterpeil zijn volgens Naast het versterken van de stedenbouwkundige structuur bieden de locaties met gestapeld wonen ook de ruimte om invulling te geven aan de sociale dimensie van het begrip dorps wonen. Het creëren van een diversiteit aan woningtypen is belangrijk om een brede afspiegeling van de sociaal-maatschappelijke doorsnede van de huidige kern, ook in de toekomst te kunnen huisvesten. Uit nader onderzoek door Royal HaskoningDHV blijkt dat verlaging van het waterpeil niet problematisch is voor de funderingen van de nabij gelegen woningen en sportvelden. De zorg vanuit omwonenden is voor de ontwikkelaar echter aanleiding geweest om te kijken naar een alternatieve oplossing voor de waterhuishouding in het 36

37 reclamant in het ontwerpbestemmingsplan niet inzichtelijk gemaakt. Reclamant is dan ook van mening dat een nog uit te onderzoek moet aantonen wat de gevolgen van het verlagen van het waterpeil zijn. Daarnaast dient van te voren worden bepaald wie opdraait voor eventuele schade aan tuinen en huizen, als gevolgd van de daling van het grondwaterpeil. 3 Reclamant acht een ontsluiting van de van de nieuwe woonwijk naar de Weidezoom onwenselijk. Reclamant verwijst hierbij naar een eerdere reactie op een ingediende zienswijze in het kader van de realisering van de Brede School. In deze reactie was gesteld dat het verkeer niet meer via de Weidezoom zou plaatsvinden waardoor de verkeersdruk aldaar zou afnemen. Reclamant is van mening dat het ontwerpbestemmingsplan dient te worden afgewezen. 4 Reclamant is van mening dat onderzoek nodig is om uit te wijzen wat de effecten van de realisatie van De Brinkhorst op de vleermuispopulatie aan de Coenecoopbrug zijn. Indien het onderzoek uitwijst dat een negatief effect optreedt, dient een ontheffing volgens de Flora- en faunawet te worden aangevraagd bij het ministerie. 5 Reclamant is van mening dat een globaal bestemmingsplan niet meer van deze tijd is. In dit geval wordt teveel flexibiliteit geboden waardoor de toekomstige ontwikkelaar de uiteindelijke inrichting bepaalt. De daar uit voortvloeiende planschade zal volgens reclamant dan ook bepaald worden op het meest negatieve scenario. Reclamant stelt voor dat de gemeente de definitieve inrichting vooraf invult, waardoor de ontwikkelaar zich aan deze inrichting moet houden. plangebied. Dit heeft geleid tot een ambtshalve wijziging van de waterhuishuiding. Voor een nadere toelichting wordt verwezen wordt naar bijlage 2 bij deze nota De realisatie van de school is mogelijk gemaakt met een aparte ruimtelijke (vrijstellings)procedure. In die procedure is al een afweging gemaakt over de (ruimtelijke) gevolgen van de school, waaronder het aspect verkeer. Eventuele bezwaren met betrekking tot de school zijn in die procedure al behandeld en kunnen in de onderhavige procedure niet opnieuw naar voren worden gebracht. Daarbij wordt opgemerkt dat in het nieuwe bestemmingsplan bij de school een zogenaamde kiss and ride mogelijk wordt gemaakt, waardoor het halen en brengen van leerlingen bij de school gemakkelijker en veiliger wordt gemaakt. Dit is een verbetering ten opzichte van de bestaande situatie omdat het verkeer dat gebruik maakt van de kiss and ride zone niet over (het oostelijke deel van) de Weidezoom rijdt. Het halen en brengen van leerlingen zal in de nieuwe situatie meer plaats vinden in de zone voor de school, kortom in de wijk de Brinkhorst zelf. De ontsluiting op de Weidezoom is er juist gekomen omdat daardoor het gebruik van de kiss and ride zone maximaal wordt gefaciliteerd en daarmee de Weidezoom wordt ontlast. In het kader van het nieuwe bestemmingsplan is een onderzoek uitgevoerd naar de verkeersaspecten. De resultaten zijn in de toelichting en als bijlage bij het bestemmingsplan opgenomen. In het onderzoek zijn vier ontsluitingsvarianten van het plangebied beoordeeld. Op basis van die beoordeling is een keuze gemaakt voor de huidige ontsluitingen van het plangebied. Bij de beoordeling is ook het aspect verkeersveiligheid betrokken. Voorts wordt nog opgemerkt dat de Weidezoom een weg betreft waarbij de snelheid is gemaximaliseerd tot 30 km/per uur en als zodanig is ingericht. In het onderzoek naar de ontsluiting voor de Brinkhorst heeft ook De Weidezoom een prominente plaats. Het adviesbureau en de gemeente Zuidplas constateren dat deze weg voldoende geschikt is voor het te verwachten verkeersaanbod. Het huidige straatbeeld zal door de realisatie van de Brinkhorst niet negatief worden aangetast doordat de wijk 2 ontsluitingen krijgt en in de wijk voor de school een kiss en ride zone voorzien is. In het kader van het bestemmingsplan is onderzoek gedaan naar flora en fauna, waaronder de aanwezigheid van vleermuizen en uilen. Naar aanleiding van de ingekomen zienswijzen is door het ecologisch adviesbureau en de Omgevingsdienst Midden-Holland gekeken naar de eerder opgestelde rapportages. In een reactie hierop zijn enkele aspecten nader verduidelijkt. Met deze aanscherping van de rapportages is geen nadere aanpassing noodzakelijk. Voor meer informatie wordt verwezen naar bijlage 1 bij deze nota. Er is bewust gekozen voor een globaal bestemmingsplan om binnen de kaders die door de gemeente zijn vastgelegd (zoals het stedenbouwkundig + beeldkwaliteitskader) flexibiliteit te waarborgen bij de inrichting van het plangebied. Mede gezien de huidige economische omstandigheden is die flexibiliteit gewenst. Bij schade door maatregelen op het gebied van de ruimtelijke ordening ( artikel 6.1 Wro ) kan het zijn dat reclamant in aanmerking komt voor een tegemoetkoming van zogenaamde planschade. Een verzoek tot planschade dient separaat van deze bestemmingsplanprocedure te worden ingediend. De indieningstermijn voor een planschadeverzoek betreft vijf jaar, gerekend vanaf het moment dat de oorzaak van de schade onherroepelijk 37

38 is geworden. Het planschadeverzoek bevat een motivering van het verzoek, de hoogte van de tegemoetkoming die gevraagd wordt, en een uitleg hoe reclamant tot genoemd bedrag is gekomen. Voor het in behandeling nemen van dit verzoek is een bedrag van 300,- verschuldigd. Voor nadere informatie omtrent de planschaderegeling zoals deze bij de gemeente wordt gehanteerd wordt reclamant verwezen naar de gemeentelijke website. Deze reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. CONCLUSIE 38

39 Nummer Nummer gemeente Datum indiening Datum binnenkomst gemeente R53 I VERKORTE WEERGAVE REACTIE REACTIE VAN GEMEENTE 1 Reclamant meldt dat in de Woonvisie uit 2011 wordt gesteld dat de woningbehoefte voor de eigen inwoners 110 per jaar bedraagt. Reclamant vindt het onduidelijk hoeveel van deze 110 woningen voor de kern Moordrecht zijn bedoeld. Ook staan in Moordrecht de afgelopen jaren gemiddeld 130 woningen te koop en staan 12 huurwoningen leeg. Ook andere locaties als de Sjaloomschool, St. Jozefschool en de Mr. Lallemanschool kunnen worden benut voor het toevoegen van nieuwe woningen in plaats van het opofferen van de natuurgronden waar De Brinkhorst is voorzien. Op 30 november 2011 heeft de gemeenteraad de gemeentelijke visie op wonen vastgesteld, namelijk de visie op hoofdlijnen: Wonen in de dorpen van de gemeente Zuidplas. Deze visie kent als vertrekpunt het behoud en versterken van de dorpen. Dit betekent dat de bouwproductie plaats dient te vinden in en aan de dorpen. Leidraad in de woonvisie is de variant autonoom +, waarbij autonome groei van de dorpen als ondergrens wordt gehanteerd. De woningmarktrapportage die ten grondslag heeft gelegen aan de gemeentelijke woonvisie toont met betrekking tot Moordrecht aan dat er een tekort aan woningen is op de korte en lange termijn. Woningbouw om te voorzien in de eigen behoefte van de inwoners van Moordrecht is dus nu en voor de langere termijn gewenst. Het plangebied ligt binnen de rode contour van de Verordening Ruimte (provinciaal beleid) van de provincie Zuid- Holland. Binnen de rode contour is uitbreiding van stedelijk gebied toegestaan. Binnen de rode contour van Moordrecht is alleen op de huidige locatie de realisatie van het woningbouwprogramma in de gewenste vorm en omvang mogelijk. Naar overige potentiële woningbouwlocaties binnen de kern Moordrecht is onderzoek gedaan. Gebleken is dat deze locaties niet geschikt dan wel te klein zijn voor het realiseren van nieuwe woningen in de vorm en met een programma zoals in De Brinkhorst is voorzien. Derhalve is er voor de huidige locatie gekozen. Daarbij moet worden opgemerkt dat het bestemmingsplan de bouw van 350 woningen mogelijk maakt, maar deze woningen in fasen van ca. 50 woningen, afhankelijk van de vraag vanuit de markt, zullen worden gebouwd. In het kader van vooroverleg is het plan een de provincie Zuid-Holland voorgelegd. Zij hebben geen noodzaak gezien om een zienswijze in te dienen. De woningbouwbehoefte betreft de noodzakelijk nieuw te bouwen woningen als aanvulling op de bestaande woningvoorraad. Het feit dat bestaande woningen te koop staan en huurwoningen heeft geen invloed op de woningbehoefte zoals die is geraamd in gemeentelijke en provinciale stukken. 2 Reclamant meldt dat de gemeente in het verleden de gronden tegen een te hoge prijs heeft aangekocht. Gezien de huidige crisis zijn deze gronden minder waard geworden. De hoge rentelast zal op de burgers worden afgewenteld. Reclamant is daarom van mening dat eerst op eigen grond moet worden gebouwd voordat mee wordt betaald aan de winst van de ontwikkelaar. 3 Volgens reclamant is het aanzien van de rand van Moordrecht altijd beschermd geweest tegen hoogbouw. Met de volgens reclamant geplande hoogbouw van De Brinkhorst gaat het dorpskarakter verloren. Het gebied heeft overigens geen wettelijk beschermde natuurgebiedsstatus. De enige gronden die door de gemeente in het plangebied zijn aangekocht zijn de gronden ten behoeve van de brede school. Zoals voor alle grondtransacties van de gemeente geld zijn deze gronden tegen een marktconforme prijs aangekocht. De woonwijk De Brinkhorst wordt voor rekening en risico van de ontwikkelaar gerealiseerd binnen de kaders die planologisch in het voorliggende bestemmingsplan worden vastgelegd. De maximale goothoogte van de te realiseren nieuwe woningen bedraagt 6 meter en de maximale bouwhoogte van deze woningen bedraagt 12,5 meter. Deze hoogte betreft een maximum, dat niet als uitgangspunt voor alle woningen geldt, maar bedoeld is om stedenbouwkundige accenten en kappen te kunnen realiseren. In het stedenbouwkundigplan en beeldkwaliteitkader, dat deel uit maakt van het bestemmingsplan en de anterieure overeenkomst tussen de gemeente Zuidplas en de ontwikkelaar, staat omschreven dat De Brinkhorst een dorps karakter krijgt. Uitgangspunt is daarbij woningen in één of twee bouwlagen met kap en op bijzondere plekken accenten (drie bouwlagen) worden gebouwd. Op enkele locaties binnen het plangebied zijn 39

40 4 In de toelichting van het ontwerpbestemmingsplan wordt gesproken over twee locaties voor appartementen. Eén locatie is voorzien tegenover de brede school en kent een hoogte van 17 meter. De andere locatie bevindt zich halverwege het plangebied aan de noordzijde en zal voor een gedeelte 14 meter hoog en voor een gedeelte 20 meter hoog zijn. Kijkend naar de verbeelding merkt reclamant op dat vier locaties zijn aangewezen voor hoogbouw. Daarnaast staat de locatie niet exact vast. Reclamant is van mening dat een globaal bestemmingsplan niet meer van deze tijd is. In dit geval wordt teveel flexibiliteit geboden waardoor de toekomstige ontwikkelaar de uiteindelijke inrichting bepaalt. De daar uit voortvloeiende planschade zal volgens reclamant dan ook bepaald worden op het meest negatieve scenario. Reclamant stelt voor dat de gemeente de definitieve inrichting vooraf invult, waardoor de ontwikkelaar zich aan deze inrichting moet houden. appartementengebouwen toegestaan met een hogere bouwhoogte. Het betreft gestapelde bouw. Op grond van de Structuurvisie is dergelijke gestapelde bouw toegestaan. De gestapelde bouw is afgestemd op de ruimtelijke opzet van het plan. Bij het verantwoord bouwen aan of bij een bestaand dorp worden ruimtelijke- en sociale overwegingen op elkaar afgestemd en met elkaar geïntegreerd in een stedenbouwkundige meest gewenste structuur. In de Brinkhorst betekent dit dat het karakter van dorps wonen en het woningbouwprogramma met gestapelde woningen leidt tot een plan waarbij verschillende ruimten en plekken worden versterkt door stedenbouwkundige accenten. Daarom zijn in de Brinkhorst, waarbij het overgrote deel bestaat uit grondgebonden woningen, drie plekken aangewezen waar vanuit stedenbouwkundig oogpunt (oriëntatie en ruimtebeleving) een hoger bouwvolume als accent gewenst is. Voor elk van deze locaties is een maximale bouwhoogte opgenomen, welke is afgestemd op de locatie: 1. Nabij de brede school (17m) 2. Op de hoeken van de ontsluitingsroute en het centrale groenplein (14m) 3. Op de hoek van de tweede singel en het polder landschap (20m). De stedenbouwkundige accenten zijn juridisch-planologisch verankerd in de bestemmingsplanregels. In aanvulling daarop is een beeldkwaliteitskader opgesteld, waarin aanvullende beeldkwaliteitseisen zijn opgenomen. Zo wordt voorgesteld dat het bouwvolume van gestapelde woningen een klassieke opbouw kent, met een heldere plint, een middenvolume en een afronding in een kapvorm (geheel of gedeeltelijk). Daarnaast worden de gestapelde woningen uit meerdere volumes opgebouwd, waarbij hogere en lagere bouwvolumes gecombineerd worden. De in het bestemmingsplan opgenomen maximale bouwhoogte zal hierdoor niet het volledige bouwvlak beslaan. Naast het versterken van de stedenbouwkundige structuur bieden de locaties met gestapeld wonen ook de ruimte om invulling te geven aan de sociale dimensie van het begrip dorps wonen. Het creëren van een diversiteit aan woningtypen is belangrijk om een brede afspiegeling van de sociaal-maatschappelijke doorsnede van de huidige kern, ook in de toekomst te kunnen huisvesten. De locaties waar gestapelde bouw gaat plaatsvinden, zijn op de verbeelding aangeduid met de aanduiding (sba-1, sba-2 en sba-3). Ter plaatse van deze aanduidingen zijn ook de maximale bouwhoogten bepaald. Tegenover de school is gestapelde bouw tot 17 meter mogelijk gemaakt. Zoals reclamant aangeeft bevindt zich halverwege het plangebied aan de noordzijde een mogelijkheid voor gestapeld bouwen tot 20 meter. Als laatste zijn centraal in het gebied twee locaties aangewezen voor gestapeld bouwen tot een maximale bouwhoogte van 14 meter. er is bewust gekozen voor een globaal bestemmingsplan. Hierdoor bestaat er flexibiliteit bij de inrichting van het plangebied. Mede gezien de huidige economische omstandigheden is die flexibiliteit gewenst. De gemeente heeft nog steeds invloed op de kwaliteit van de invulling van het plangebied. Met de ontwikkelaar is namelijk een overeenkomst afgesloten waarin randvoorwaarden over de kwaliteit van het bouwen zijn opgenomen. Bij schade door maatregelen op het gebied van de ruimtelijke ordening ( artikel 6.1 Wro ) kan het zijn dat reclamant in aanmerking komt voor een tegemoetkoming van zogenaamde planschade. Een verzoek tot planschade dient separaat van deze bestemmingsplanprocedure te worden ingediend. De indieningstermijn voor een planschadeverzoek betreft vijf jaar, gerekend vanaf het moment dat de oorzaak van de schade onherroepelijk 40

41 5 Daarnaast hebben reclamanten bezwaar tegen de privacy ten aanzien van hoogbouw, tegen de infrastructuur/verkeersdrukte en de verlaging van het waterpeil. Deze reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. is geworden. Het planschadeverzoek bevat een motivering van het verzoek, de hoogte van de tegemoetkoming die gevraagd wordt, en een uitleg hoe reclamant tot genoemd bedrag is gekomen. Voor het in behandeling nemen van dit verzoek is een bedrag van 300,- verschuldigd. Voor nadere informatie omtrent de planschaderegeling zoals deze bij de gemeente wordt gehanteerd wordt reclamant verwezen naar de gemeentelijke website Hoewel reclamanten bezwaar maken tegen de privacy ten aanzien van hoogbouw, de infrastructuur/verkeersdrukte en de verlaging van het waterpeil, is het de gemeente onduidelijk welke bezwaren daar tegen zijn. We verwijzen naar de beantwoording van deze onderwerpen in de overige zienswijzen. Bij schade door maatregelen op het gebied van de ruimtelijke ordening ( artikel 6.1 Wro ) kan het zijn dat reclamant in aanmerking komt voor een tegemoetkoming van zogenaamde planschade. Een verzoek tot planschade dient separaat van deze bestemmingsplanprocedure te worden ingediend. De indieningstermijn voor een planschadeverzoek betreft vijf jaar, gerekend vanaf het moment dat de oorzaak van de schade onherroepelijk is geworden. Het planschadeverzoek bevat een motivering van het verzoek, de hoogte van de tegemoetkoming die gevraagd wordt, en een uitleg hoe reclamant tot genoemd bedrag is gekomen. Voor het in behandeling nemen van dit verzoek is een bedrag van 300,- verschuldigd. Voor nadere informatie omtrent de planschaderegeling zoals deze bij de gemeente wordt gehanteerd wordt reclamant verwezen naar de gemeentelijke website. CONCLUSIE 41

42 Nummer Nummer gemeente Datum indiening Datum binnenkomst gemeente R54 I VERKORTE WEERGAVE REACTIE REACTIE VAN GEMEENTE 1 Reclamant is van mening dat de in het ontwerpbestemmingsplan mogelijk gemaakte bouwhoogtes niet passen bij het karakter van het dorp. Tevens zijn deze hoogtes in strijd met de gemeentelijke Structuurvisie Zuidplas Daarnaast geeft de structuurvisie aan dat ruimte moet worden geboden aan dorpse en centrum-dorpse woningen te realiseren, iets wat De Brinkhorst met zijn hoogbouw niet is volgens reclamant. De maximale goothoogte van de te realiseren nieuwe woningen bedraagt 6 meter en de maximale bouwhoogte van deze woningen bedraagt 12,5 meter. Deze hoogte betreft een maximum, dat niet als uitgangspunt voor alle woningen geldt, maar bedoeld is om stedenbouwkundige accenten en kappen te kunnen realiseren. In het stedenbouwkundigplan en beeldkwaliteitkader, dat deel uit maakt van het bestemmingsplan en de anterieure overeenkomst tussen de gemeente Zuidplas en de ontwikkelaar, staat omschreven dat De Brinkhorst een dorps karakter krijgt. Uitgangspunt is daarbij woningen in één of twee bouwlagen met kap en op bijzondere plekken accenten (drie bouwlagen) worden gebouwd. Op enkele locaties binnen het plangebied zijn appartementengebouwen toegestaan met een hogere bouwhoogte. Het betreft gestapelde bouw. Op grond van de Structuurvisie is dergelijke gestapelde bouw toegestaan. De gestapelde bouw is afgestemd op de ruimtelijke opzet van het plan. Bij het verantwoord bouwen aan of bij een bestaand dorp worden ruimtelijke- en sociale overwegingen op elkaar afgestemd en met elkaar geïntegreerd in een stedenbouwkundige meest gewenste structuur. In de Brinkhorst betekent dit dat het karakter van dorps wonen en het woningbouwprogramma met gestapelde woningen leidt tot een plan waarbij verschillende ruimten en plekken worden versterkt door stedenbouwkundige accenten. Daarom zijn in de Brinkhorst, waarbij het overgrote deel bestaat uit grondgebonden woningen, drie plekken aangewezen waar vanuit stedenbouwkundig oogpunt (oriëntatie en ruimtebeleving) een hoger bouwvolume als accent gewenst is. Voor elk van deze locaties is een maximale bouwhoogte opgenomen, welke is afgestemd op de locatie: 1. Nabij de brede school (17m) 2. Op de hoeken van de ontsluitingsroute en het centrale groenplein (14m) 3. Op de hoek van de tweede singel en het polder landschap (20m). 2 Reclamant is van mening dat het bestemmingsplan geen inzage biedt in de financiële gevolgen voor de gemeente Zuidplas en de daaruit voortkomende gevolgen voor de gemeentelijke belastingen. 3 Reclamant meldt dat in de Woonvisie uit 2011 wordt gesteld dat de woningbehoefte voor de eigen inwoners 110 per jaar bedraagt. Wanneer dit wordt door vertaald naar de De stedenbouwkundige accenten zijn juridisch-planologisch verankerd in de bestemmingsplanregels. In aanvulling daarop is een beeldkwaliteitskader opgesteld, waarin aanvullende beeldkwaliteitseisen zijn opgenomen. Zo wordt voorgesteld dat het bouwvolume van gestapelde woningen een klassieke opbouw kent, met een heldere plint, een middenvolume en een afronding in een kapvorm (geheel of gedeeltelijk). Daarnaast worden de gestapelde woningen uit meerdere volumes opgebouwd, waarbij hogere en lagere bouwvolumes gecombineerd worden. De in het bestemmingsplan opgenomen maximale bouwhoogte zal hierdoor niet het volledige bouwvlak beslaan. Naast het versterken van de stedenbouwkundige structuur bieden de locaties met gestapeld wonen ook de ruimte om invulling te geven aan de sociale dimensie van het begrip dorps wonen. Het creëren van een diversiteit aan woningtypen is belangrijk om een brede afspiegeling van de sociaal-maatschappelijke doorsnede van de huidige kern, ook in de toekomst te kunnen huisvesten. In de toelichting op het bestemmingsplan is in hoofdstuk 7.1 Economische uitvoerbaarheid ingegaan op de financiële haalbaarheid van het plan. Op 30 november 2011 heeft de gemeenteraad de gemeentelijke visie op wonen vastgesteld, namelijk de visie op hoofdlijnen: Wonen in de dorpen van de gemeente Zuidplas. Deze visie kent als vertrekpunt het behoud en 42

43 kern Moordrecht zijn volgens reclamant maar 22 woningen per jaar mogelijk. Reclamant vraagt zich dan ook af waarom de gemeente 350 woningen wil realiseren, mede gezien de vele onbebouwde gronden binnen de gemeente. Deze reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. versterken van de dorpen. Dit betekent dat de bouwproductie plaats dient te vinden in en aan de dorpen. Leidraad in de woonvisie is de variant autonoom +, waarbij autonome groei van de dorpen als ondergrens wordt gehanteerd. De woningmarktrapportage die ten grondslag heeft gelegen aan de gemeentelijke woonvisie toont met betrekking tot Moordrecht aan dat er een tekort aan woningen is op de korte en lange termijn. Woningbouw om te voorzien in de eigen behoefte van de inwoners van Moordrecht is dus nu en voor de langere termijn gewenst. Het plangebied ligt binnen de rode contour van de Verordening Ruimte (provinciaal beleid) van de provincie Zuid- Holland. Binnen de rode contour is uitbreiding van stedelijk gebied toegestaan. Binnen de rode contour van Moordrecht is alleen op de huidige locatie de realisatie van het woningbouwprogramma in de gewenste vorm en omvang mogelijk. Naar overige potentiële woningbouwlocaties binnen de kern Moordrecht is onderzoek gedaan. Gebleken is dat deze locaties niet geschikt dan wel te klein zijn voor het realiseren van nieuwe woningen in de vorm en met een programma zoals in De Brinkhorst is voorzien. Derhalve is er voor de huidige locatie gekozen. Daarbij moet worden opgemerkt dat het bestemmingsplan de bouw van 350 woningen mogelijk maakt, maar deze woningen in fasen van ca. 50 woningen, afhankelijk van de vraag vanuit de markt, zullen worden gebouwd. In het kader van vooroverleg is het plan een de provincie Zuid-Holland voorgelegd. Zij hebben geen noodzaak gezien om een zienswijze in te dienen. De structuurvisie van de gemeente Zuidplas is door de gemeenteraad vastgesteld op 27 november Met betrekking tot woningbouw is ingegaan op bouwen tot Ingespeeld wordt op bouwen in en aan de dorpen. Voorgenomen ontwikkeling speelt hier op in, omdat aan het dorp wordt gebouwd. Daarnaast is het plangebied specifiek beschreven in de structuurvisie. Het volgende is vermeld over De Brinkhorst / Vijfakkers-Noord die uitgaat van een uitvoeringsperiode van 2012 tot 2020 : 'Om te voldoen aan de woonvraag van eigen inwoners, wordt in Moordrecht een nieuwe woonwijk ontwikkeld. Deze nieuwe woonwijk van circa 350 woningen draagt bij aan het op peil houden van het voorzieningenniveau in het dorpscentrum van Moordrecht. In Vijfakkers-Noord worden geen specifieke wijkvoorzieningen gerealiseerd, met uitzondering van een brede school in combinatie met een dorpshuis en een bibliotheek.' Dit bestemmingsplan betekent een uitvoering van het vermelde in de structuurvisie. CONCLUSIE 43

44 Nummer Nummer gemeente Datum indiening Datum binnenkomst gemeente R55 VERKORTE WEERGAVE REACTIE REACTIE VAN GEMEENTE 1 Reclamant merkt op dat het niet verstandig is het voorontwerp over te slaan. Burgers komen op deze wijze steeds meer buitengesloten. Daarnaast merkt reclamant op de informatieavond in september nog niet de juiste vragen kon stellen omdat de documenten van het ontwerpbestemmingsplan toen nog niet openbaar waren. Het stedenbouwkundigplan dat de basis biedt voor het voorliggende bestemmingsplan is middels twee informatieavonden in september aan de omgeving gepresenteerd. Aan de hand van deze avonden is er een klankbordgroep opgesteld. Deze zijn meerdere keren bijeengekomen om bij te dragen aan de invulling van het plan. Tevens is begin september een informatieavond gehouden waarbij het eerste concept ontwerpplan aan de omgeving is gepresenteerd. Op alle avonden is zowel mondeling als schriftelijk de mogelijkheid geboden tot het stellen van vragen en het maken van opmerking op het plan. Op basis hiervan is geconcludeerd dat er voldoende is gecommuniceerd om een voorontwerpfase, die niet tot de wettelijke procedure, behoort over te slaan en direct met een ontwerpplan de procedure op te starten. Er bestaat alsnog nog voldoende gelegenheid om reacties op het plan kenbaar te maken door middel van het indienen van een zienswijze en het eventueel indienen van beroep. 2 Reclamant merkt op dat de bevolking in de regio Zuidplas-Gouda-Waddinxveen sinds 2002 is afgenomen met 0,12%. Daarnaast is de verwachting dat dat het aantal personen per huishouden gaat afnemen. Volgens CBS gegevens is de woningbehoefte 500 woningen, aldus reclamant. De berekening van de gemeente, zoals deze zijn opgenomen in de gemeentelijke structuurvisie, zijn oud en inmiddels achterhaald. Reclamant houdt een betoog dat er binnen de gemeente Zuidplas niet meer dan 800 woningen kunnen worden gebouwd tot Omdat een hoop gronden nog niet bebouwd zijn (waaronder Moerkapelle-Oost) is de gemeente Zuidplas volgens reclamant afhankelijk van het Rijk om de verliezen goede te maken. Op 30 november 2011 heeft de gemeenteraad de gemeentelijke visie op wonen vastgesteld, namelijk de visie op hoofdlijnen: Wonen in de dorpen van de gemeente Zuidplas. Deze visie kent als vertrekpunt het behoud en versterken van de dorpen. Dit betekent dat de bouwproductie plaats dient te vinden in en aan de dorpen. Leidraad in de woonvisie is de variant autonoom +, waarbij autonome groei van de dorpen als ondergrens wordt gehanteerd. De woningmarktrapportage die ten grondslag heeft gelegen aan de gemeentelijke woonvisie toont met betrekking tot Moordrecht aan dat er een tekort aan woningen is op de korte en lange termijn. Woningbouw om te voorzien in de eigen behoefte van de inwoners van Moordrecht is dus nu en voor de langere termijn gewenst. Het plangebied ligt binnen de rode contour van de Verordening Ruimte (provinciaal beleid) van de provincie Zuid- Holland. Binnen de rode contour is uitbreiding van stedelijk gebied toegestaan. Binnen de rode contour van Moordrecht is alleen op de huidige locatie de realisatie van het woningbouwprogramma in de gewenste vorm en omvang mogelijk. Naar overige potentiële woningbouwlocaties binnen de kern Moordrecht is onderzoek gedaan. Gebleken is dat deze locaties niet geschikt dan wel te klein zijn voor het realiseren van nieuwe woningen in de vorm en met een programma zoals in De Brinkhorst is voorzien. Derhalve is er voor de huidige locatie gekozen. Daarbij moet worden opgemerkt dat het bestemmingsplan de bouw van 350 woningen mogelijk maakt, maar deze woningen in fasen van ca. 50 woningen, afhankelijk van de vraag vanuit de markt, zullen worden gebouwd. In het kader van vooroverleg is het plan een de provincie Zuid-Holland voorgelegd. Zij hebben geen noodzaak gezien om een zienswijze in te dienen. Door het algemeen bestuur van het Regionaal Ontwikkelorganisatie Zuidplaspolder (ROZ) is de planning van de woningbouwproductie voor de Zuidplaspolder bijgesteld. De oude planning ging nog uit van de bouw van woningen in fase 1 en woningen in fase 2. Fase 1 betreft de periode tot In de huidige planning wordt de woningbouw over een lagere periode uitgesmeerd (tot ca. 2040). In de periode tot 2020 wordt de bouw van 1340 woningen voorzien in de Zuidplaspolder, hiertoe behoren ook de woningen die gebouwd gaan worden in Moerkapelle-Oost en Zevenhuizen-Zuid. De woningen in De Brinkhorst en andere locaties zoals Esse Zoom Laag in Nieuwerkerk aan den IJssel maken hier geen onderdeel van uit. De bouw van deze woningen was al veel eerder 44

45 mogelijk vanwege de ligging binnen de rode contour. 3 Reclamant meldt dat de gemeente zo min mogelijk medewerking moet verlenen aan het bouwen op private gronden. Op deze wijze worden eigen gronden niet benut en is sprake van een afwaardering van de grond. Het resultaat is dat de gemeente nutteloos rente betaald over deze gronden, aldus reclamant. Reclamant is van mening dat het bestemmingsplan De Brinkhorst geen doorgang kan vinden omdat de bestuurders en raadsleden verantwoordelijk zijn voor de huidige financiële misère in de gemeente Zuidplas. 4 Reclamant zie het bestemmingsplan graag aangepast omdat de voorgenomen ontwikkeling het dorpse karakter aantast. De voorziene bouwhoogtes van 12 tot 20 meter zal de identiteit van Moordrecht aantasten, aldus reclamant. Reclamant voorziet een verhuizing van de inwoners naar Westergouw. Daarnaast waren sportactiviteiten gepland op de locatie waar nu alleen maar woningen zijn voorzien. Reclamant is De structuurvisie van de gemeente Zuidplas is door de gemeenteraad vastgesteld op 27 november Met betrekking tot woningbouw is ingegaan op bouwen tot Ingespeeld wordt op bouwen in en aan de dorpen. Voorgenomen ontwikkeling speelt hier op in, omdat aan het dorp wordt gebouwd. Daarnaast is het plangebied specifiek beschreven in de structuurvisie. Het volgende is vermeld over De Brinkhorst / Vijfakkers-Noord die uitgaat van een uitvoeringsperiode van 2012 tot 2020 : 'Om te voldoen aan de woonvraag van eigen inwoners, wordt in Moordrecht een nieuwe woonwijk ontwikkeld. Deze nieuwe woonwijk van circa 350 woningen draagt bij aan het op peil houden van het voorzieningenniveau in het dorpscentrum van Moordrecht. In Vijfakkers-Noord worden geen specifieke wijkvoorzieningen gerealiseerd, met uitzondering van een brede school in combinatie met een dorpshuis en een bibliotheek.' Dit bestemmingsplan betekent een uitvoering van het vermelde in de structuurvisie. In opdracht van de voormalige gemeente Moordrecht is eerder al een locatiestudie uitgevoerd, waaruit de locatie De Brinkhorst (voorheen Vijfakkers-Noord) als voorkeurslocatie naar voren kwam. In haar vergadering van 3 juli 2007 heeft de raad van de gemeente Moordrecht ingestemd met de eerste locatiekeus zijnde de locatie Vijfakkers- Noord. De locatie ligt ook al meer dan 10 jaar binnen de door de Provincie Zuid-Holland vastgestelde rode contour voor Moordrecht, waarbinnen woningbouw is toegestaan, zie o.a. de plankaart van het Streekplan Zuid-Holland Oost Ook in de structuurvisie Moordrecht die door de gemeenteraad van de toenmalige gemeente Moordrecht op 14 december 1993 is vastgesteld is de ontwikkeling van Vijfakkers-noord al opgenomen. Woningbouw op de locatie De Brinkhorst is dus al geruime tijd voorzien. De overeenkomst van de gemeente en de ontwikkelaar maakt de realisatie van deze al geruime tijd vastgestelde beleidsvoornemens mogelijk en geeft zodoende uitwerking aan vastgesteld beleid. Het plangebied ligt binnen de rode contour van de Verordening Ruimte (provinciaal beleid) van de provincie Zuid- Holland. Binnen de rode contour is uitbreiding van stedelijk gebied toegestaan. Binnen de rode contour van Moordrecht is alleen op de huidige locatie de realisatie van het woningbouwprogramma in de gewenste vorm en omvang mogelijk. Naar overige potentiële woningbouwlocaties binnen de kern Moordrecht is onderzoek gedaan. Gebleken is dat deze locaties niet geschikt dan wel te klein zijn voor het realiseren van nieuwe woningen in de vorm en met een programma zoals in De Brinkhorst is voorzien. Derhalve is er voor de huidige locatie gekozen. De maximale goothoogte van de te realiseren nieuwe woningen bedraagt 6 meter en de maximale bouwhoogte van deze woningen bedraagt 12,5 meter. Deze hoogte betreft een maximum, dat niet als uitgangspunt voor alle woningen geldt, maar bedoeld is om stedenbouwkundige accenten en kappen te kunnen realiseren. In het stedenbouwkundigplan en beeldkwaliteitkader, dat deel uit maakt van het bestemmingsplan en de anterieure overeenkomst tussen de gemeente Zuidplas en de ontwikkelaar, staat omschreven dat De Brinkhorst een dorps karakter krijgt. Uitgangspunt is daarbij woningen in één of twee bouwlagen met kap en op bijzondere plekken accenten (drie bouwlagen) worden gebouwd. Op enkele locaties binnen het plangebied zijn appartementengebouwen toegestaan met een hogere bouwhoogte. Het betreft gestapelde bouw. Op grond van de Structuurvisie is dergelijke gestapelde bouw toegestaan. De gestapelde bouw is afgestemd op de ruimtelijke opzet van het plan. Bij het verantwoord bouwen aan of bij een bestaand dorp worden ruimtelijke- en sociale overwegingen op elkaar 45

46 afgestemd en met elkaar geïntegreerd in een stedenbouwkundige meest gewenste structuur. In de Brinkhorst betekent dit dat het karakter van dorps wonen en het woningbouwprogramma met gestapelde woningen leidt tot een plan waarbij verschillende ruimten en plekken worden versterkt door stedenbouwkundige accenten. Daarom zijn in de Brinkhorst, waarbij het overgrote deel bestaat uit grondgebonden woningen, drie plekken aangewezen waar vanuit stedenbouwkundig oogpunt (oriëntatie en ruimtebeleving) een hoger bouwvolume als accent gewenst is. Voor elk van deze locaties is een maximale bouwhoogte opgenomen, welke is afgestemd op de locatie: 1. Nabij de brede school (17m) 2. Op de hoeken van de ontsluitingsroute en het centrale groenplein (14m) 3. Op de hoek van de tweede singel en het polder landschap (20m). De stedenbouwkundige accenten zijn juridisch-planologisch verankerd in de bestemmingsplanregels. In aanvulling daarop is een beeldkwaliteitskader opgesteld, waarin aanvullende beeldkwaliteitseisen zijn opgenomen. Zo wordt voorgesteld dat het bouwvolume van gestapelde woningen een klassieke opbouw kent, met een heldere plint, een middenvolume en een afronding in een kapvorm (geheel of gedeeltelijk). Daarnaast worden de gestapelde woningen uit meerdere volumes opgebouwd, waarbij hogere en lagere bouwvolumes gecombineerd worden. De in het bestemmingsplan opgenomen maximale bouwhoogte zal hierdoor niet het volledige bouwvlak beslaan. 5 Reclamant meldt dat het nu aanwezige globale bestemmingsplan tot vele planschadegevallen gaat leiden in verband met de voorzien hoogbouw. Reclamant stelt voor het bestemmingsplan niet vast te stellen en daarmee hoge planschadekosten voor de ontwikkelaar te voorkomen. 7 Reclamant meldt dat als gevolg van de voorgenomen waterpeildaling de gehele wijk Vijfakkers en de Sportwijk het grondwaterspiegel zal zakken. Hierdoor zullen tuinen, fundering, wegen, riolering, etc. ook gaan zakken, aldus reclamant. In het bestemmingsplan is volgens reclamant dan ook geen onderzoek gedaan naar eventuele schade als gevolg van de waterpeildaling. Reclamant stelt de gemeente aansprakelijk verantwoordelijk voor eventuele schade. 8 De weilanden rondom Moordrecht, inclusief het plangebied, dienen op dit moment als waterberging. Met de komst van de nieuwe woonwijk verliest in ieder geval één polder zijn waterbergende functie volgens reclamant. Wanneer dan toch wordt gebouwd zou moeten worden afgezien van de ophoging, aldus reclamant. Reclamant is van mening dat het de waterbergingscapaciteit afneemt en het omliggende gebied zal met meer Naast het versterken van de stedenbouwkundige structuur bieden de locaties met gestapeld wonen ook de ruimte om invulling te geven aan de sociale dimensie van het begrip dorps wonen. Het creëren van een diversiteit aan woningtypen is belangrijk om een brede afspiegeling van de sociaal-maatschappelijke doorsnede van de huidige kern, ook in de toekomst te kunnen huisvesten. Bij schade door maatregelen op het gebied van de ruimtelijke ordening ( artikel 6.1 Wro ) kan het zijn dat reclamant in aanmerking komt voor een tegemoetkoming van zogenaamde planschade. Een verzoek tot planschade dient separaat van deze bestemmingsplanprocedure te worden ingediend. De indieningstermijn voor een planschadeverzoek betreft vijf jaar, gerekend vanaf het moment dat de oorzaak van de schade onherroepelijk is geworden. Het planschadeverzoek bevat een motivering van het verzoek, de hoogte van de tegemoetkoming die gevraagd wordt, en een uitleg hoe reclamant tot genoemd bedrag is gekomen. Voor het in behandeling nemen van dit verzoek is een bedrag van 300,- verschuldigd. Voor nadere informatie omtrent de planschaderegeling zoals deze bij de gemeente wordt gehanteerd wordt reclamant verwezen naar de gemeentelijke website. Uit nader onderzoek door Royal HaskoningDHV blijkt dat verlaging van het waterpeil niet problematisch is voor de funderingen van de nabij gelegen woningen en sportvelden. De zorg vanuit omwonenden is voor de ontwikkelaar echter aanleiding geweest om te kijken naar een alternatieve oplossing voor de waterhuishouding in het plangebied. Dit heeft geleid tot een ambtshalve wijziging van de waterhuishuiding. Voor een nadere toelichting wordt verwezen wordt naar bijlage 2 bij deze nota Ophoging heeft geen nadelige effecten op het gebied of de directe omgeving daarvan. Ophoging is noodzakelijk om te zorgen voor een drooglegging van minimaal 1,20 meter. Dit betekent dat het vloerpeil van de toekomstige woningen minimaal 1,20 meter boven het hoogste waterpeil moet worden gerealiseerd. Het ophogen van het gebied volgt uit het Inrichtingsadvies Zuidplaspolder, Rotterdam, november 2010, van het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard, op basis van een studie van provincie voor de ontwikkeling Westergouwe. 46

47 overlast en grotere risico s te maken krijgen. Afwenteling van water is volgens het NBW niet mogelijk, aldus reclamant. 9 Overeenkomstig de wensen van boeren in het buitengebied kan het waterpeil de komen decennia verder zakken. Het waterpeil in De Brinkhorst kan in totaal met 25 centimeter zakken volgens reclamant. Afwenteling van water zal dus ook optreden in De Brinkhorst waardoor schade ontstaat aan wegen, rioleringen en tuinen. Afwenteling van water is volgens het NBW niet mogelijk, aldus reclamant. 10 De waterberging in De Brinkhorst is alleen voldoende voor een opvangtijd van tien jaar en niet voor de voorgeschreven herhalingstijd 100 jaar. De waterparagraaf, zoals opgenomen in de toelichting, gaat niet uit van bergingen die zijn gebaseerd op de voorgeschreven herhalingstijd van 100 jaar. Omdat geen stuwen zijn voorzien, stroomt het water automatisch naar de omgeving en wordt het water dus niet in de eigen wijk vastgehouden. Reclamant meldt dat hevige regenval niet mag worden afgewenteld op omliggende gebieden omdat dit volgens het NBW niet is toegestaan. 11 De bestaande wijken in Moordrecht krijgen te maken met (nog) grotere waterhoogte indien de waterkering langs de Hollandse IJssel en/of de Gouwe doorbreekt. Het water komt in dat geval 1 tot 1,3 meter hoog te staan, aldus reclamant. De gemeente eist dat het gebied met 130 centimeter wordt opgehoogd, daar waar het provinciaal Hotspotonderzoek en het Handboek Kwaliteit Zuidplaspolder ophoging niet mogelijk maken. Reclamant stelt voor de ophoging door palen te laten plaatsvinden en niet door kruipruimtes onder het maaiveld. Ophoging leidt ho dan ook tot afwenteling van water, daar waar het NBW dit niet toestaat. 12 Het nu toegevoegde verkeersonderzoek is ondeugdelijk, aldus reclamant. De Weidezoom heeft niet voldoende capaciteit, geen rekening is gehouden met de verkeersbelasting tijdens piektijden, geen rekening is gehouden met fietsers (800 naar verwachting) en geen aandacht is besteed aan de verkeersveiligheid voor de vele scholieren. Reclamant is van mening dat het ontwerpbestemmingsplan moet worden afgewezen omdat het onderzoek niet compleet is. Reclamant geeft mee dat één ontsluiting via de Middelweg de beste oplossing is. Alleen brandweer en andere noodhulp kan gebruik maken van een tweede ontsluiting. Voor fietsers en wandelaars stelt reclamant voor de ontsluiting via de Middelweg te laten verlopen en de huidige ontsluiting aan de Weidezoom naar de Achtbaan te verplaatsen, 200 meter verderop. Het is bedoeld om de waterveiligheid - daaronder wordt het beperken van het overstromingsrisico verstaan - te waarborgen. Tijdens overleggen in het kader van de watertoets, heeft het waterschap het ophogen als uitgangspunt ingebracht. Daarbij is aangegeven dat in overleg met de provincie afgeweken kan worden. Bij afwijkingen zal de waterveiligheid op een alternatieve wijze moeten worden geborgd. Het Handboek Kwaliteit Zuidplaspolder stelt: Het zuidelijke deel van de Zuidplaspolder is aangemerkt als risicogebied overstroming bij doorbraak van de waterkering langs de Hollandse IJssel en/of de Gouwe. Het Hoogheemraadschap stelt daarom dat in dit deel van de polder de vloer van woonruimtes wordt aangelegd op een hoogte van ten minste NAP-4,70 m.. De waterparagraaf is gebaseerd op het waterhuishoudkundig plan. Het plan voldoet aan het beleid van het waterschap en het waterschap heeft hiermee ingestemd. Tevens heeft het waterschap ook geen zienswijze ingediend, waarmee zij feitelijk akkoord geeft op de uitvoering van het plan. Verder verwijzen wij u naar de reactie onder 7 De waterparagraaf is gebaseerd op het waterhuishoudkundig plan. Het plan voldoet aan het beleid van het waterschap en het waterschap heeft hiermee ingestemd. Tevens heeft het waterschap ook geen zienswijze ingediend, waarmee zij feitelijk akkoord geeft op de uitvoering van het plan. Wij verwijzen u naar het antwoord onder 8. In het kader van het nieuwe bestemmingsplan is een onderzoek uitgevoerd naar de verkeersaspecten. De resultaten zijn in de toelichting en als bijlage bij het bestemmingsplan opgenomen. In het onderzoek zijn vier ontsluitingsvarianten van het plangebied beoordeeld. Op basis van die beoordeling is een keuze gemaakt voor de huidige ontsluitingen van het plangebied. Bij de beoordeling is ook het aspect verkeersveiligheid betrokken. Voorts wordt nog opgemerkt dat de Weidezoom een weg betreft waarbij de snelheid is gemaximaliseerd tot 30 km/per uur en als zodanig is ingericht. In het onderzoek naar de ontsluiting voor de Brinkhorst heeft ook De Weidezoom een prominente plaats. Het adviesbureau en de gemeente Zuidplas constateren dat deze weg voldoende geschikt is voor het te verwachten verkeersaanbod. Het huidige straatbeeld zal door de realisatie van de Brinkhorst niet negatief worden aangetast doordat de wijk 2 ontsluitingen krijgt en in de wijk voor de school een kiss en ride zone voorzien is. De ontsluiting op de Weidezoom is er juist gekomen omdat daardoor het gebruik van de kiss and ride zone maximaal wordt gefaciliteerd en daarmee het oostelijk deel van de Weidezoom wordt ontlast, verplaatsing van de ontsluiting naar de Achtbaan leidt er toe dat een groter deel van de Weidezoom zal worden 47

48 gebruikt voor verkeer dat vanuit de bestaande wijk naar de kiss and ride zone gaat en brengt het autoverkeer dichter bij de plek waar het fietsverkeer op Weidezoom zich concentreert. 13 Reclamant is van mening dat onderzoek nodig is om uit te wijzen wat de effecten van de realisatie van De Brinkhorst op de vleermuispopulatie aan de Coenecoopbrug zijn. Indien het onderzoek uitwijst dat een negatief effect optreedt, dient een ontheffing volgens de Flora- en faunawet te worden aangevraagd bij het ministerie. 14 Als laatste meldt reclamant dat zich veel gruttonesten bevinden in het gebied tussen De Brinkhorst en de begraafplaats. Deze grutto s broeden alleen op een behoorlijke afstand van bebouwing, aldus reclamant. De provincie heeft een compensatieregeling voor het verlies van broedgebied. Deze reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. In het kader van het bestemmingsplan is onderzoek gedaan naar flora en fauna, waaronder de aanwezigheid van vleermuizen en uilen. Naar aanleiding van de ingekomen zienswijzen is door het ecologisch adviesbureau en de Omgevingsdienst Midden-Holland gekeken naar de eerder opgestelde rapportages. In een reactie hierop zijn enkele aspecten nader verduidelijkt. Met deze aanscherping van de rapportages is geen nadere aanpassing noodzakelijk. Voor meer informatie wordt verwezen naar bijlage 1 bij deze nota. Het is bekend dat weidevogels in het gebied broeden. Het uitgevoerde onderzoek concludeert in verband hiermee dat er niet binnen broedtijd gewerkt kan worden Weidevogels staan in Nederland inderdaad onder druk. Niet alle weidegebieden zijn echter beschermd en daarmee zijn veel weidevogels alleen tijdens het broeden beschermd. Het feit dat natuurwaarden in een gebied voorkomen, maakt het niet direct tot natuurgebied met een compensatieplicht. De provincie heeft voor het behoud van weidevogels in de provincie speciale beschermingsgebieden aan gewezen. CONCLUSIE 48

49 Nummer Nummer gemeente Datum indiening Datum binnenkomst gemeente R56 I VERKORTE WEERGAVE REACTIE REACTIE VAN GEMEENTE 1 Reclamant heeft bezwaar tegen de westelijke ontsluiting vanaf de Weidezoom naar De Brinkhorst. Recreant is bang dat de nieuwe ontsluiting als doorgang gebruikt gaat worden naar andere wijken in Moordrecht en Nieuwerkerk. Gezien het huidige profiel van de Weidezoom is de nieuwe ontsluiting niet wenselijk. Ook wordt op de Dokter van Westendorplaan vaak hard gereden, aldus reclamant. Al met al is reclamant van mening dat te weinig onderzoek is gedaan naar de invloed van het (extra) verkeer uit De Brinkhorst op de omgeving en de nieuwe ontsluiting naar de Weidezoom ongedaan moet worden gemaakt. Voorstel is de ontsluitingsvariant van september 2012 toe te passen. In het kader van het nieuwe bestemmingsplan is een onderzoek uitgevoerd naar de verkeersaspecten. De resultaten zijn in de toelichting en als bijlage bij het bestemmingsplan opgenomen. In het onderzoek zijn vier ontsluitingsvarianten van het plangebied beoordeeld. Op basis van die beoordeling is een keuze gemaakt voor de huidige ontsluitingen van het plangebied. Bij de beoordeling is ook het aspect verkeersveiligheid betrokken. Voorts wordt nog opgemerkt dat de Weidezoom een weg betreft waarbij de snelheid is gemaximaliseerd tot 30 km/per uur en als zodanig is ingericht. In het onderzoek naar de ontsluiting voor de Brinkhorst heeft ook De Weidezoom een prominente plaats. Het adviesbureau en de gemeente Zuidplas constateren dat deze weg voldoende geschikt is voor het te verwachten verkeersaanbod. Een robuust verkeerssysteem voor een wijk met 350 woningen is gebaat bij een 2 e ontsluiting. De snelste route van de omgeving Sportlaan naar de A20 en omgekeerd zal gaan via de Weidezoom en de Middelweg. Daar wordt bij de inrichting van de wijk rekening mee gehouden. De tweede ontsluiting is bedoeld voor bestemmingsverkeer, voornamelijk vanuit de bestaande wijk naar de brede school binnen het plangebied. Het huidige straatbeeld zal door de realisatie van de Brinkhorst niet negatief worden aangetast doordat de wijk 2 ontsluitingen krijgt en in de wijk voor de school een kiss en ride zone voorzien is. Deze reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. CONCLUSIE 49

50 3. NOTA VAN WIJZIGING Opeenvolgend de uit de Nota van Beantwoording voortkomende wijzigingen in het bestemmingsplan De Brinkhorst. De wijzigingen zijn geordend naar wijziging op de toelichting, de regels en de verbeelding. 3.1 Plantoelichting Naar aanleiding van zienswijzen worden in de toelichting géén wijzigingen doorgevoerd. Ambtshalve wijzigingen: De volgende wijzigingen zullen in de toelichting doorgevoerd worden: - In paragraaf 1.1. is punt 2 geschrapt. Het betreft geen conserverend plan. - In paragraaf 1.2 is de term nieuwe voor brede school geschrapt, omdat de school reeds met een artikel 19 procedure is vergund. - In hoofdstuk 2 is de alinea over ontsluiting herschreven zodat sprake is van een beschrijving van de bestaande situatie en niet van de toekomstige situatie. De nieuwe alinea luist als volgt: Ontsluiting De Middelweg vormt de belangrijkste ontsluitingsweg voor de kern Moordrecht. In het gebied zijn verder nog geen wegen aanwezig. Aan de zuidzijde van het gebied ligt de Weidezoom. Deze straat vormt zowel een ontsluitingsweg van de bestaande woonbuurt ten zuiden van de locatie, als de ontsluiting van de aanliggende woonpercelen. Ten westen van de locatie ligt de Vierde Tochtweg, een weg langs de kern Moordrecht met een ontsluitingsfunctie voor de (voornamelijk) agrarische percelen. - In paragraaf 3.2 onder Instrumentarium is in de derde alinea de tekst (5 tot 6 bouwlagen) gewijzigd in (5 bouwlagen) in verband met de maximale hoogte van 17 meter. In alinea 4 is in de zinsnede centrale groene zone zijn kleinschalig van opzet en voegen zich qua vorm en uitstraling naar de aangrenzende woonbebouwing na het woord opzet de zin en bestaan uit 4 bouwlagen toegevoegd. - In paragraaf is ten aanzien van de parkeernormering aangesloten bij de normen uit de regels. De verdeling naar goedkope, middeldure en dure woningen is vervangen door een indeling naar beukmaten en/of oppervlaktes. - Onder is de alinea consequentie voor het plangebied aangepast. De nieuwe tekst luidt: Met voorgenomen ontwikkelingen is geen sprake van inbreiding, maar van uitbreiding. De uitbreiding bedraagt maximaal 350 woningen aansluitend op de in ontwikkeling zijnde brede school. Deze ontwikkelingen kunnen niet worden ingepast in de kern Moordrecht, waardoor enkel uitbreiding aan de rand van de kern Moordrecht kan plaatsvinden. Hiermee is gemotiveerd afgeweken van de SVIR. - Onder is de zin: Wel wordt de bouw van maximaal 350 woningen en een brede school mogelijk gemaakt. Vervangen door de zin: Wel wordt de bouw van maximaal 350 woningen mogelijk gemaakt en de reeds verleende bouwrechten voor een brede school overgenomen. De school is immers reeds vergund en wordt niet als nieuwe ontwikkeling gezien. - De hoofdstukken 4.2 en 4.3 zijn geheel herzien en geactualiseerd naar aanleiding van actuele beleidsstukken. De tekst over de Structuurvisie Zuidplas 2030 is verplaatst van paragraaf 4.3 naar 4.4, aangezien dit gemeentelijk en niet regionaal beleid betreft. 50

51 - Aan paragraaf is een alinea toegevoegd. - In paragraaf 5.4 Bedrijven en milieuzonering is in de 2 e alinea de zinsnede de aanwezigheid van een spoorlijn en drukkere wegen gewijzigd in de aanwezigheid van drukkere wegen, sportvoorzieningen en maatschappelijke voorzieningen - In paragraaf 5.4 en 5.6 is op meerdere plekken de tekst gewijzigd, waarbij de term nieuwe in relatie tot de brede school is verwijderd en de tekst zodanig is herschreven dat duidelijk sprake is van een reeds vergunde school. - In paragraaf is de gemeentelijke visie op Externe Veiligheid opgenomen. De tekst luidt: Visie Externe Veiligheid, gemeente Zuidplas Op 19 april 2011 heeft de gemeenteraad de 'Visie Externe Veiligheid' (hierna te noemen Visie EV) vastgesteld. Om te zorgen voor een goede borging van externe veiligheid in ruimtelijke besluiten (en in besluiten in het kader van de Wabo) is het van belang dat een aantal stappen wordt doorlopen (zie onderstaand figuur). De stappen zijn vertaald in het volgende stappenplan: 1. Inventariseer risicobronnen: - Raadpleeg de kaart van deze visie voor inzicht in de relevante risicobronnen, risico-ontvangers en gebiedstypen; - Raadpleeg de professionele risicokaart ( voor een check op meest actuele informatie; 2. Bepaal de risico s en bijbehorende contouren: - Bepaal de ligging van de 10-6 PR-contouren en de omvang van het groepsrisico; - Bepaal de ligging van het invloedsgebied en indien relevant van de 100%-letaliteitsgrens; 3. Bepaal de voorwaarden EV voor ruimtelijke ordening: - Bepaal binnen welk gebiedstype het ruimtelijke plan is gelegen - Bepaal het type object(en) dat gerealiseerd mag worden (verminderd zelfredzaam kwetsbaar object, kwetsbaar object, beperkt kwetsbaar object) binnen de verschillende contouren. 4. Verantwoord het groepsrisico: - Werk met behulp van de teksten in bijlage 4 scenario s de verantwoording van het groepsrisico uit. - Maak daarnaast gebruik van de handreiking verantwoordingsplicht groepsrisico (zie - In paragraaf 5.8. is het vervolgonderzoek naar de bodemkwaliteit beschreven. De bodemonderzoeken zijn als bijlage toegevoegd. 51

52 3.2 Planregels Naar aanleiding van zienswijzen zijn in de regels géén aanpassingen doorgevoerd. Ambtshalve wijzigingen De volgende wijzigingen zullen in de regels doorgevoerd worden: - In artikel 1 worden twee toegevoegd: 1.10 achtererf: de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn achter de achtergevel van het hoofdgebouw of achter een denkbeeldige lijn in het verlengde daarvan zijerf: de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn aan de zijkant(en) van dat hoofdgebouw tussen de denkbeeldige lijnen in het verlengde van de voor- en achtergevel. het begrip bebouwingspercentage (1.15) komt nergens in de regels voor en vervalt. De overige begrippen vernummeren. - in artikel 4 Maatschappelijk is onder Gebouwen een nieuw lid d toegevoegd dat luidt: d. voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van voorzieningen van openbaar nut gelden de volgende bepalingen: 1. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt maximaal 3 m¹; 2. de oppervlakte bedraagt maximaal 25 m². Hiermee geldt voor voorzieningen van openbaar nut in het gehele bestemmingsplan een uniforme regeling. - in artikel 5 Verkeer Veblijfsgebied is lid 2.2. Gebouwen gewijzigd. De gewijzigde tekst luidt: d. voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van voorzieningen van openbaar nut gelden de volgende bepalingen: 1. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt maximaal 3 m¹; 2. de oppervlakte bedraagt maximaal 25 m². Hiermee geldt voor voorzieningen van openbaar nut in het gehele bestemmingsplan een uniforme regeling - in artikel 7 Woongebied zijn de volgende wijzigingen doorgevoerd: onder 7.1. Bestemmingsomschrijving zijn drie nieuwe leden toegevoegd: b. aan huis verbonden beroepen i. parkeervoorzieningen j. groenvoorzieningen Hiermee sluit de omschrijving beter aan bij de standaardregeling van de gemeente Zuidplas. De overige leden vernummeren. onder 7.1. Bestemmingsomschrijving is lid f gewijzigd, waarbij het woord aaneengesloten voor groengebied is geschrapt. Hierdoor is de ontsluitingsweg door het groengebied toegestaan. Onder 7.2. Bouwregels is een nieuw lid f. toegevoegd, om te voorkomen dat grondgebonden woningen een grotere hoogte dan 12,5 meter kunnen krijgen. Het lid luidt: f. in afwijking van het gestelde onder sub e. geldt dat ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' de bouwhoogte van vrijstaande woningen, halfvrijstaande woningen en aaneengebouwde woningen ten hoogste 12,5 m1 mag bedragen; De overige leden vernummeren en verwijzingen in de tekst zijn aangepast. Onder 7.2. Bouwregels is de redactie van lid n (nieuw) gewijzigd waarbij aan het eind van de zin het woord heeft is toegevoegd. Onder 7.2. Bouwregels is lid onder a de maximale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken, overkappingen en carports van 75 m 2 52

53 gewijzigd in 50 m 2. Dit sluit aan op de gemeentelijke standaardregeling. Onder 7.2. Bouwregels is lid onder b is, in aanvulling op sub a. toegevoegd dat bijbehorende bouwwerken uitsluitend achter de voorgevel mogen worden gebouwd. De regeling luidt als volgt: b. bijbehorende bouwwerken zijn uitsluitend toegestaan achter de voorgevel, waarbij de minimale afstand tot de voorgevellijn 1 m¹ bedraagt; Onder 7.2. Bouwregels is lid onder c is de term palen verwijderd. Onder is de verwijzing naar sub c gewijzigd in sub d. Onder a is het oppervlaktepercentage van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten gewijzigd. De oude regel luidde: de vloeroppervlakte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten bedraagt ten hoogste 25% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning en bijgebouwen, met een maximum van 50 m² en met dien verstande dat: De nieuwe tekst luidt: de vloeroppervlakte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten bedraagt ten hoogste 30% van het grondvloeroppervlak van het hoofdgebouw en aan- en uitbouwen en bijgebouwen met een maximum van 50 m² en met dien verstande dat: Hiermee sluit de regeling aan bij de standaardregeling van de gemeente Zuidplas. - In artikel 13. Algemene afwijkingsregels is lid 1 gewijzigd van: 1. de bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen, percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages; In: 1. de bij recht in de regels en op de verbeelding gegeven maten, afmetingen, percentages, bestemmings- en aanduidingsvlakken tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages, bestemmings- en aanduidingsvlakken; - In artikel 13. Algemene afwijkingsregels is lid 4.a gewijzigd, waarbij de term oppervlak openbaar gebied is gewijzigd in oppervlak groen en water - In artikel 13. Algemene afwijkingsregels is aan lid 4 een sub c. toegevoegd dat luidt: c. voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid - In artikel 15.1 onder d en 15.2 onder f is de term bebouwingspercentage verwijderd omdat deze niet in het plan voorkomt. - In artikel 18 Slotregel is de naam van het bestemmingsplan juist vermeld: bestemmingsplan De Brinkhorst - In de bijlage is de Staat van bedrijfsactiviteiten toegevoegd Onder Parkeren is bij lid c, de nummering doorgevoerd, sub 3 ontbrak en is toegevoegd. 53

54 3.3 Verbeelding Naar aanleiding van zienswijzen zijn op de verbeelding géén wijzigingen doorgevoerd. - De aanduiding specifieke vorm van verkeer - secundaire ontsluiting is in westelijke richting verbreed, teneinde enige flexibiliteit voor de aanleg van de ontsluiting te behouden. Ambtshalve wijzigingen De volgende wijzigingen zullen in de regels doorgevoerd worden: - Ten oosten van de bestemming Maatschappelijk een klein deel van de bestemming Water gewijzigd in de bestemming Maatschappelijk, 54

55 55

56 Bijlage 1 bij de Nota van beantwoording Zienswijzen bestemmingsplan De Brinkhorst In deze bijlage wordt nader ingegaan op de zienswijzen ten aanzien van het voorkomen van uilen en vleermuizen. Naar aanleiding van de zienswijzen heeft is door IDDS nogmaals gevraagd om te kijken naar de situatie en de opmerkingen uit de zienswijzen en heeft contact plaatsgevonden tussen de ecologen van IDDS en de Omgevingsdienst Midden Holland (ODMH). Hierbij is tegens gekeken naar het eerdere onderzoek dat de ODMH heeft uitgevoerd in het kader van de vrijstellingsprocedure ex art. 19 WRO. voor de ontwikkeling van de Brede School. Steenuil Reclamanten geven aan dat in de omgeving van het plangebied een nestlocatie voor de steenuil aanwezig is. In het kader van het bestemmingsplan is onderzoek gedaan naar het plangebied en de in dat gebied voorkomende flora en fauna. Op 3 juni 2013 is door een ecoloog een veldbezoek c.q. biotooptoets uitgevoerd. Tijdens het veldbezoek zijn de risico s ten aanzien van het eventuele voorkomen van beschermde soorten in relatie tot de geplande ontwikkeling beoordeeld. In de rapportage die is opgesteld wordt over vogels (waaronder uilen) het volgende gezegd: Het plangebied vormt het broedgebied van diverse soorten vogels. Van de vogels, waarvan het nest een jaarrond beschermde status bezit, heeft het plangebied geen betekenis als broedgebied. Het gaan om soorten als uilen, roofvogels, ooievaar, gierzwaluw en huismus. Enkele van deze soorten komen wel voor in de directe omgeving. Tevens wordt op basis van aanvullende bronnen het volgende gemeld: Meldingen in de directe omgeving zijn bekend van buizerd (incl. mogelijke nestlocatie), wespendief (overtrekkende vogels), sperwer, havik, boomvalk, slechtvalk (enkel winterwaarnemingen/ overtrekkende vogels), kerkuil, ransuil, bosuil, steenuil (incl. nestlocatie in directe omgeving), gierzwaluw en huismus. In het kader van de biotooptoets is melding gemaakt van weidevogels (kiviet, scholekster, grutto en tureluur en een spreeuw). Overige vogelsoorten waaronder de uil zijn niet aangetroffen. Nesten met een jaarrond beschermde status zijn niet aangetroffen gedurende de biotooptoets. Eerder uitgevoerd onderzoek ODMH Door de Omgevingsdienst Midden Holland is in november 2012 onderzoek gedaan naar natuurwaarden op de locatie van de brede school. Het onderzoek dat is beschreven in de rapportage Quickscan ecologie, Ten behoeve van de beoogde ontwikkelingen op planlocatie Vijfakkers Noord (Brede School) in Moordrecht, 2 november 2012 heeft betrekking het gebied daar op de inmiddels toen een bosschage aanwezig was. Deze is inmiddels weggehaald. De rapportage geeft aan dat nesten van de steenuil niet aanwezig waren in de inmiddels verwijderde bosschage. Wel wordt in de rapportage genoemd dat het mogelijk is dat incidenteel een uil of een roofvogel zich in het plangebied kan vertoeven. Sporen van uilen zijn echter niet gevonden. Gesteld werd dat de voormalige bosschage weliswaar incidenteel voor deze soorten als foerageergebied heeft kunnen functioneren, maar dat deze vanwege de geringe grootte niet van dusdanig belang was, dat een ontheffing in het kader van de Flora en faunawet benodigd was. Het kan dan inderdaad kloppen dat incidenteel een steenuil is gesignaleerd door de omwonenden. Conclusie De steenuil komt in de omgeving van het plangebied voor. Nesten zijn niet aanwezig in het plangebied. Incidenteel kan een steenuil gesignaleerd zijn. In het kader van de Flora en faunawet zijn geen maatregelen noodzakelijk. Wél dienen de verbodsbepalingen uit de Flora en faunawet ten aanzien van het uitvoeren van werkzaamheden in het broedseizoen in acht worden genomen. Overtredingen kunnen worden voorkomen door: worden voorkomen door: de werkzaamheden te starten voor aanvang van het broedseizoen (indicatief de buiten de periode maart juli). het deel van het plangebied waar werkzaamheden plaatsvinden ongeschikt te maken als er geen actieve nesten aanwezig zijn (d.w.z. voor aanvang van het broedseizoen of nadat na controle door een ter zake deskundige is vastgesteld dat er geen in gebruik zijnde nesten aanwezig zijn), en ongeschikt houden gedurende de werkzaamheden.

57 Vleermuizen Op 3 juni 2013 is door een ecoloog een veldbezoek c.q. biotooptoets uitgevoerd. Tijdens het veldbezoek zijn de risico s ten aanzien van het eventuele voorkomen van beschermde soorten in relatie tot de geplande ontwikkeling beoordeeld. In de rapportage die is opgesteld wordt over vleermuizen het volgende gezegd: Het plangebied vormt mogelijk onderdeel van het foerageergebied van relatief algemene soorten als gewone dwergvleermuis en laatvlieger. Verblijfplaatsen van deze soorten zijn mogelijk aanwezig in het bebouwde gebied van Moordrecht en directe omgeving. Tevens wordt op basis van aanvullende bronnen het volgende gemeld: Diverse meldingen van laatvlieger, meervleermuis, gewone dwergvleermuis en ruige dwergvleermuis. Het betreft voor het overgrote deel overvliegende en foeragerende dieren. Alleen van de gewone dwergvleermuis zijn meldingen van verblijfplaatsen in het bebouwde gebied van Moordrecht. Uit de biotooptoets komt naar voren dat het plangebied, Vanwege het open karakter, een beperkte betekenis als foerageergebied voor vleermuizen heeft. Een soort als de meervleermuis foerageert wel graag boven open water, maar vanwege de slechte waterkwaliteit zijn de aanwezige sloten niet bijzonder geschikt als foerageergebied. Vanwege het ontbreken van bomen en bebouwing in het plangebied is de aanwezigheid van vaste rust en verblijfplaatsen en structureel van belang zijnde vliegrouten niet aan de orde. Eerder uitgevoerd onderzoek ODMH Door de Omgevingsdienst Midden Holland is in november 2012 onderzoek gedaan naar natuurwaarden op de locatie van de brede school. Het onderzoek dat is beschreven in de rapportage Quickscan ecologie, Ten behoeve van de beoogde ontwikkelingen op planlocatie Vijfakkers Noord (Brede School) in Moordrecht, 2 november 2012 heeft betrekking het gebied daar op de inmiddels toen een bosschage aanwezig was. Deze is inmiddels weggehaald. De vleermuissoorten die op basis van verspreidingsgegevens en het aanwezige biotoop ( geraadpleegd op 15 oktober 2012) worden verwacht zijn: gewone dwergvleermuis, ruige dwergvleermuis, laatvlieger en watervleermuis. Verblijfplaatsen van vleermuizen in het plangebied zijn uitgesloten door de afwezigheid van gebouwen en geschikte bomen (met holten). Er zijn enkele bomen waarin wel holten of scheuren aanwezig zijn, maar gezien de geringe omvang en geschiktheid van zowel boom als holte(n) wordt de aanwezigheid van vaste verblijfplaatsen van vleermuizen uitgesloten. Het plangebied kan wel een functie hebben als foerageergebied. Vooral de te kappen bosschage, maar ook de weilanden, kunnen dienen als foerageergebied voor de gewone dwergvleermuis, ruige dwergvleermuis en laatvlieger. De watergangen zijn in theorie geschikt als foerageergebied voor de watervleermuis. Door de beoogde ontwikkeling in het plangebied verdwijnt er een klein deel van geschikt foerageergebied. In de directe omgeving van het plangebied blijft echter in ruime mate geschikt foerageergebied aanwezig. Gezien het behoud van voldoende functioneel leefgebied in de directe omgeving van het plangebied, worden negatieve effecten op foerageergebieden van vleermuizen uitgesloten. Vliegroutes van vleermuizen worden niet verwacht in het plangebied. De enige mogelijke vliegroute is de grotere watergang ten noorden van het plangebied (op de plangrens). Deze vliegroute, voor de watervleermuis, wordt niet onderbroken waardoor de functie niet worden aangetast. Wel dient rekening gehouden te worden met een eventuele toename van verlichtingsintensiteit op deze watergang. Deze toename dient beperkt te blijven, zodat de watergang als vliegroute van vleermuizen geschikt blijft. Negatieve effecten op essentieel leefgebied van vleermuizen zijn uitgesloten, mits de toename verlichting op de watergang wordt vermeden. De aanwezigheid van overige (niet in bovenstaande tekst genoemde) vleermuissoorten wordt in het plangebied, vanwege het ontbreken van geschikte elementen, uitgesloten. Incidenteel kan mogelijk wel een rosse vleermuis of meervleermuis over het plangebied vliegen, maar van een binding met de elementen in het plangebied is dan hoogstwaarschijnlijk geen sprake. Conclusie Alle vleermuizen zijn streng beschermd in het kader van de Flora en faunawet. Vleermuizen maken waarschijnlijk gebruik van het gebied om te foerageren. Het gebied is echter ongeschikt voor een verblijfplaats door het ontbreken van boomholtes en bebouwing. Het verlies aan foerageerruimte kan in de omgeving worden opgevangen. Daarnaast biedt de nieuwe inrichting van het gebied ook ruimte aan vleermuizen om te blijven foerageren. De meervleermuiskolonie bij Coenecoop wordt door de ontwikkeling niet gehinderd, door de flinke afstand en de aanwezigheid van alternatieve foerageergebieden in de omgeving. Door de geplande ingreep verdwijnen er echter geen functies in het leefgebied van vleermuizen, die vaste rusten verblijfplaatsen in de directe omgeving ongeschikt maken. Wel is het aan te bevelen om de toekomstige nachtelijke verlichting vleermuisvriendelijk in te richten door de verlichting zoveel mogelijk naar beneden af te schermen. Op deze manier wordt voorkomen dat licht zijdelings afstraalt en dat in het ernaast liggende poldergebied geen of beperkte lichtvervuiling plaatsvindt. Een beknopte toets door een ecoloog in een eventueel op te stellen verlichingsplan is om deze reden aan te bevelen.

58 Bijlage 2 bij de Nota van beantwoording Zienswijzen bestemmingsplan De Brinkhorst In deze bijlage wordt nader ingegaan op het aspect waterhuishouding. Aanleiding voor deze bijlage is het grote aantal zienswijzen dat zich richt op de voorgestelde verlaging van het waterpeil van de sloot aan de Weidezoom. Ontwerpbestemmingsplan en zienswijze Het ontwerpbestemmingsplan ging uit van een verlaging van het peil in de sloot langs de Weidezoom. Omwonenden hebben in hun zienswijze aangegeven zich zorgen te maken over de gevolgen hiervan. Gevreesd wordt voor rottende funderingen en palen. Door Royal Haskoning is in het kader van de ingediende zienswijzen nader onderzoek verricht. De daaruit volgende notities zijn als bijlage bij deze bijlage gevoegd. Het betreft de volgende notities: Notitie Datum Inhoud Bijlage 2a 19 november 2013 Antwoord op de zienswijzen m.b.t. het ophogen van het plangebied, de drooglegging en het vloerpeil. Bijlage 2b 3 december 2013 Antwoord op de gevolgen van het verlagen van het waterpeil van de sloot langs de Weidezoom voor de woningen, funderingen en sportvelden. Bijlage 2c 18 december 2013 Aanvulling op notitie 2, d.d. 3 december 2013 met overweging om over te gaan tot het niet verlagen van het waterpeil In de notitie d.d. 3 december 2013 is geconstateerd dat de verlaging van het peil in de Weidezoom niet problematisch is voor de funderingen van de nabij gelegen woningen en sportvelden en dat het waterpeil minimaal 14 cm boven de kop van de funderingspalen zal blijven. Door opbolling van het grondwater zal het grondwaterpeil nog hoger liggen. De zienswijzen geven daarmee geen aanleiding om het plan te wijzigen. Ambtshalve wijziging Ondanks dat er geen problemen worden verwacht heeft de ontwikkelaar in samenspraak met het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard (HHSK) besloten om in verband met de bezorgdheid van bewoners af te zien van het verlagen van het peil van de Weidezoom tot NAP 6,37 m en dit te beperken tot NAP 6,27m. In notitie 3 wordt hier nader op ingegaan en wordt aangegeven op welke manier de waterhuishouding in het plan zal worden geregeld. Met het niet verlagen van het waterpeil wordt beoogd de zorg van omwonenden weg te nemen. Op basis van notitie 3 is de waterparagraaf in de toelichting aangepast. De bovengenoemde notities zijn als bijlage achter bijlage 3 van de bestemmingsplantoelichting opgenomen.

59 Memo HASKONINGDHV NEDERLAND B.V. RIVERS, DELTAS & COASTS To : S.N. Pieterse (Bouwfonds) From : GJ van Dijk Date : 19 November 2013 Copy : Our reference : 9X /M00001/903211/Amst Subject : Beantwoording zienswijzen waterparagraaf Vijfakkers-Noord (vraag 2 en 3) Is ophogen van het gebied een verplichting vanuit de provincie of het waterschap? Aangedragen wordt dat ophogen verboden zou zijn. Dit staat onder andere in provinciale stukken als het Hotspotonderzoek en het Handboek Kwaliteit Zuidplaspolder. Door de ophoging is er in de polder minder waterberging mogelijk (overloop). Is dit toegestaan/mogelijk? Het ophogen van het gebied volgt uit het Inrichtingsadvies Zuidplaspolder, Rotterdam, november 2010, van het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard, op basis van een studie van provincie voor de ontwikkeling Westergouwe. Het is bedoeld om de waterveiligheid - daaronder wordt het beperken van het overstromingsrisico verstaan - te waarborgen. Tijdens overleggen in het kader van de watertoets, heeft het waterschap het ophogen als uitgangspunt ingebracht. Daarbij is aangegeven dat in overleg met de provincie afgeweken kan worden. Bij afwijkingen zal de waterveiligheid op een alternatieve wijze moeten worden geborgd. Het Hotspotonderzoek geeft diverse innovatieve mogelijkheden, welke niet passen in het ontwerp van de planlocatie Vijfakkers Noord (De Brinkhorst). Het Handboek Kwaliteit Zuidplaspolder stelt: Het zuidelijke deel van de Zuidplaspolder is aangemerkt als risicogebied overstroming bij doorbraak van de waterkering langs de Hollandse IJssel en/of de Gouwe. Het Hoogheemraadschap stelt daarom dat in dit deel van de polder de vloer van woonruimtes wordt aangelegd op een hoogte van ten minste NAP-4,70 m. Het plan voor Vijfakkers-Noord bevat voldoende waterberging. Dit bestaat uit ruim m 2 water binnen de woonwijk en ruim m 2 door het verbreden van nabij gelegen watergangen. Door de verlaging van het peil in de Weidezoom wordt ook extra waterberging gecreëerd. Deze werkwijze heeft de instemming van het waterschap. Kortom de voorgestelde ophoging gaat niet ten koste van de ruimte voor waterberging. A company of Royal HaskoningDHV 19 November X /M00001/903211/Amst 1/2

60 In welke mate is ophoging noodzakelijk. Uitgangspunt is een vloerpeil op 1,20 m boven het hoogste peil. Het vloerpeil is nu voorzien op -4,70 m NAP. -4,95 m NAP zou al voldoende zijn. Daarbij speelt dat uitgegaan is van een mogelijke verhoging van het waterpeil van -6,45 m NAP naar -6,15 m NAP. Dit betekent dat er in feite 0,55 m meer ophoging is dan nu noodzakelijk. Klopt dat? Neen, dat klopt niet. Het uitgangspunt van een vloerpeil op 1,20 m boven het hoogste peil is een droogleggingsnorm die geldt ter voorkoming van overlast door het grond- en oppervlaktewater uit de polder. Het vloerpeil is nu voorzien op -4,70 m NAP vanwege de waterveiligheid. Hierbij gaat het om het beperken van het overstromingsrisico bij een eventuele dijkdoorbraak van bijvoorbeeld de primaire waterkering langs de Hollandse IJssel. Dit betreft water van buiten de polder. Op basis van inundatieberekeningen bij een dergelijke overstroming, uitgevoerd door Deltares in opdracht van de provincie Zuid-Holland, met het oog op de ontwikkeling van Westergouwe, geldt een niveau van NAP -4,70 m als uitgangspunt voor de vloerpeilen van nieuw te realiseren woonruimtes. Met deze vloerpeilen acht de provincie en het waterschap de veiligheidsgevolgen acceptabel. De planlocatie Vijfakkers Noord (De Brinkhorst) is wat betreft waterveiligheid vergelijkbaar met de ontwikkeling Westergouwe. Er wordt dus niet meer ophoging voorgesteld dan noodzakelijk. 19 November X /M00001/903211/Amst 2/2

61 Memo To : S.N. Pieterse (Bouwfonds) From : L.M. Verwij Date : 3 december 2013 Copy : G.J. van Dijk Our reference : LW-AF Subject : Beantwoording zienswijzen waterparagraaf Vijfakkers-Noord vraag 1 Wat betekent de verlaging van het waterpeil in de watergang langs de Weidezoom voor de grondwaterstand: Wat zijn de gevolgen voor de houten funderingspalen van de woningen aan de Weidezoom? Het grondwatersysteem ter plaatse van de Weidezoom wordt van bovenaf gevoed door neerslag en van onderaf door kwel. Hierdoor bolt de grondwaterstand tussen de sloten op. De grondwaterstand zal zich als gevolg van kwel en neerslag altijd boven het peil in de watergang bevinden. De daling van de grondwaterstand is het grootst direct naast de watergang, verder van de watergang af neem de daling ook af. Effect op (houten) paalfunderingen kan door twee oorzaken ontstaan: 1. Houten palen rotten als de grondwaterstand zich dieper dan de houten paalkop bevindt; 2. Bij houten en betonnen palen kan bij zettingen groter dan 2 cm negatieve kleef optreden die als extra belasting op de palen werkt. Bij een zetting van meer dan ca 11 cm treedt de maximale negatieve kleefbelasting op. Als bij het ontwerp al rekening is gehouden met negatieve kleef, dan zal er geen kritische situatie ontstaan. 1 Houten palen rotten als de grondwaterstand zich dieper dan de houten paalkop bevindt Er zijn geen effecten op paalrot van houten paalfunderingen als het peil van de watergang langs de Weidezoom niet lager komt te liggen dan het niveau van de bovenkant van de houten palen: De huidige gemiddelde maaiveldhoogte is ingeschat op NAP -5,5 m (mededeling gemeente Zuidplas en AHN.nl); Het maaiveld is sinds de bouw van de woningen naar verwachting met 4 10 mm per jaar gedaald (Bodemvisie Provincie Zuid-Holland, 2010), dat komt neer op 12 tot 40 cm bodemdaling gedurende de afgelopen 30 tot 40 jaar; Het maaiveld ten tijde van de bouw van de woningen bedroeg dus NAP -5,1 m tot NAP -5,4 m; Het maaiveld zal niet hoger geweest zijn dan de dorpelhoogte van de woningen. De dorpelhoogte is een te hoge inschatting van het maaiveld; De dorpelhoogten bedragen NAP -5,10 m NAP -5,27 m (zie Tabel 1 en tekening met vloerpeilen Weidezoom); Uit de palenplannen van de woningen (zie Tabel 1 voor de samenvatting van de palenplannen) blijkt dat de houten paalkop van de woningen zich op 1,25 tot 1,9 m onder het toenmalige maaiveld bevonden; Bij de woningen met de minst gunstige fundering (woningen aan de Griend) bevond het maaiveld zich op NAP -5,37 m en houten paalkop zich op 1,25 m-mv, dat neer op een A company of Royal HaskoningDHV 3 december 2013 LW-AF /4

62 hoogte van NAP -6,62 m. Bij de andere woningen (voor zover daar gegevens over bekend zijn) bevinden de houten paalkoppen zich op een lager niveau (ca NAP -6,9 m). Peil in de watergang langs de Weidezoom: Het peil volgens het peilbesluit is jaarrond NAP -6,15 m, dit is hoger dan de bovenkant van de houten paalfundering en levert dus geen problemen op; Het peil uit het peilbesluit is al zeker gedurende twee jaar verlaagd (mededeling: de heer S.N. Pieterse van Bouwfonds, op basis van mededeling bewoners). Uit metingen in de watergang blijkt een gemiddeld peil van NAP 6,36 m, dit is hoger dan de bovenkant van de houten paalfundering en levert dus geen problemen op; Het toekomstige zomerpeil wordt NAP -6,37 m, dit is hoger dan de bovenkant van de houten paalfundering en levert dus geen problemen op; Het toekomstige winterpeil wordt NAP -6,48 m, dit is 14 cm hoger dan de bovenkant van de houten paalfunderingen en levert dus geen problemen op. Als het peil in de watergang langs de Weidezoom wel verder daalt dan de bovenkant van de houten paalfundering dan hoeft dat niet per definitie tot problemen te leiden. Het effect op de houten paalfundering is namelijk ook afhankelijk van de werkelijke opbolling van de grondwaterstand tussen de sloten. 2 Bij houten en betonnen palen kan bij zettingen groter dan 2 cm negatieve kleef optreden In het verleden is de volledige negatieve kleef reeds opgetreden: De huidige gemiddelde maaiveldhoogte is ingeschat op NAP -5,4 m (mededeling gemeente Zuidplas en AHN.nl); Het maaiveld is sinds de bouw van de woningen naar verwachting met 4 10 mm per jaar gedaald (Bodemvisie Provincie Zuid-Holland, 2010), dat komt neer op 12 tot 40 cm bodemdaling gedurende de afgelopen 30 tot 40 jaar; De verlaging is gering (maximaal 12 cm in de winter), wat resulteert in een zeer geringe spanningstoename in de ondergrond van ca 1 kpa. Bij kleine spanningsveranderingen reageert de grond stijf, waarbij zettingen worden verwacht van minder dan 1 cm; De volledige negatieve kleef is al opgetreden, deze extra centimeter zetting veroorzaakt geen extra belasting op de palen. Uit de funderingsgegevens en de palenplannen van de woningen die in het archief van de gemeente zijn opgenomen is alleen voor de woningen aan de Weidezoom (even nummers) iets opgenomen over negatieve kleef. In het ontwerp van de (betonnen) palen is hier rekening mee gehouden, de negatieve en positieve kleef heffen elkaar op. Bij de andere woningen is dat niet zeker. Gezien de ligging van de wijk in een veengebied en de inschatting van de reeds opgetreden maaivelddaling is het waarschijnlijk dat er wel rekening gehouden is met negatieve kleef. Conclusies De invloed van de peilverlaging op de (houten) paalfunderingen van de huizen aan de Weidezoom is met behulp van de verstrekte gegevens bepaald. Op basis van de verstrekte gegevens is het niet aannemelijk dat de houten paalkoppen droog komen te staan en zullen gaan rotten; Het optreden van extra negatieve kleef op de palen is niet aannemelijk. 3 december 2013 LW-AF /4

63 Wat zijn de gevolgen voor de speelvelden aan de Sportlaan welke op een schuim betonnen plaat (niet onderheid) zijn aangebracht. De grondwaterstand onder de sportvelden wordt geregeld door de drains die onder de sportvelden liggen. De fundering van de sportvelden is als volgt opgebouwd: Bovenkant [m NAP] Onderkant [m NAP] Kunstgras -5,5 (bron: AHN.nl) -5,7 Lavalaag -5,7-7,2 Schuimbeton -7,2-8,7 Drainage -8,7 De drains zijn bedoeld om de waterdruk aan de onderkant van de fundering te verminderen. De drains wateren af op een niveau boven het huidige peil van de watergangen. Het sportveld wordt omringd door drie watergangen. De watergang ten zuidwesten van het sportveld heeft al een peil gelijk aan het toekomstige zomer- en winterpeil van de watergang langs de Weidezoom (NAP -6,37/-6,48 m). De watergang ten noordoosten van het sportveld heeft een lager peil dan het huidige peil van de watergang langs de Weidezoom, maar een hoger peil dan het toekomstige zomer- en winterpeil (NAP -6,27 m). De peilen in de watergangen ten zuidwesten en noordoosten veranderen niet. Peil in de watergang langs de Weidezoom: Het peil volgens het peilbesluit is jaarrond NAP -6,15 m; Het peil uit het peilbesluit is al zeker gedurende twee jaar verlaagd (mededeling: de heer S.N. Pieterse van Bouwfonds, op basis van mededeling bewoners). Uit metingen in de watergang blijkt een gemiddeld peil van NAP 6,36 m, dit is een verlaging van 21 cm die al plaats heeft gevonden. Voor zover bekend heeft deze peilverlaging niet tot negatieve effecten op de sportvelden geleid; Het toekomstige zomerpeil wordt NAP -6,37 m, dit is een verlaging van 1 cm t.o.v. het huidige peil; Het toekomstige winterpeil wordt NAP -6,48 m, dit is 12 cm lager dan het huidige peil. De gevolgen van de peilverlaging zijn als volgt: De drooglegging (verschil tussen waterpeil en maaiveld) neemt toe. Dit is gunstig voor de draagkracht van de ondergrond; De verlaging is gering (maximaal 12 cm in de winter), wat resulteert in een zeer geringe spanningstoename in de ondergrond van ca 1 kpa. Bij kleine spanningsveranderingen reageert de grond stijf, waarbij zettingen worden verwacht van minder dan 1 cm. Verschilzettingen van 50% hiervan zijn te verwachten. Naar verwachting is de fundering van het sportveld zodanig dat dit geen problemen op zal leveren; Doordat het waterpeil in de watergangen ten zuidwesten en noordoosten niet wijzigen zal het effect zich beperken tot een kleine strook langs de watergang langs de Weidezoom. 3 december 2013 LW-AF /4

64 Tabel 1: Samenvatting funderingen woningen nabij de watergang langs de Weidezoom. Woningen(en) Bouwjaar Type paal Lengte paal (excl. Oplanger) [m] Lengte oplanger [m] Diepte paalpunt [m-mv] Hoogte houten paalkop [m-mv] Dorpelhoogte [m NAP] Vloerhoogte [m NAP] Geschatte maaiveldhoogte* rond bouwjaar maximaal [m NAP] Hoogte houten paalkop [m NAP] Weidezoom Hout met oplanger 8 1,5 onbekend onbekend, maar waarschijnlijk minimaal 1,7 m onder bovenkant vloer** Niet opgemeten Niet opgemeten -5,2 onbekend, maar waarschijnlijk maximaal -6,9 m NAP** Weidezoom 1 en 5 Geen gegevens m.b.t. diepte/lengte palen in archief aanwezig, uitgevoerd door zelfde aannemer als aannemer nummer 3, dus waarschijnlijk zelfde fundering Niet opgemeten Niet opgemeten Zie Weidezoom 3 netto: 1,5 Niet Weidezoom 7 25 (oneven) 1983 Hout met oplanger 4,8-7,3 bruto: 1,75 6,5-9 1,7-5, ,25 opgemeten -5,24-6,94 netto: 1.5 Weidezoom (oneven) 1984 Hout met oplanger 5,8 bruto: ,5-7,7 1,7-1,9-5,27-5,37-5,27-6,97- -7,17 Weidezoom 33, Beton Niet van toepassing -5,25 Niet opgemeten Niet van toepass ing Niet Weidezoom 2-14 (even) Geen dossier in archief aanwezig -5, ,17 opgemeten Geen doss ier in archief aanwezig Weidezoom (even) Geen dossier in archief aanwezig -5, ,20-5,39 Geen doss ier in archief aanwezig Weidezoom (even) 1980 Beton Niet van toepassing -5, ,21 Niet opgemeten Niet van toepass ing Weidezoom (even) Beton Niet van toepassing -5, ,22 Niet opgemeten Niet van toepass ing Watermunt 1-5 (alle nummers) Geen dossier in archief aanwezig -5,15 Niet opgemeten Geen doss ier in archief aanwezig netto: 0.91 Niet De Griend 1 11 (alle nummers) 1975 Hout met oplanger 8,25 bruto: ,75 1,25-5,12- -5,13 opgemeten -5,37-6,62 * Maaiveldhoogte rondbouwjaar geschat op basis van dorpelhoogte, maaiveld was waarschijnlijk ca 20 lager. Bij een lager maaiveld rond het bouwjaar bevinden de houten paalkoppen zich ook lager. ** Gebaseerd op minimale vloerdikte van 0.2 m, funderingbalken van 0.5 m en afhakking van 0.5 m. 3 december 2013 LW-AF /4

65 Weidezoom Adriana van Middelweg 42-6,16-6,13-6, ,35-5,71-6,18 school school Vierde Tochtweg -6,06-6,34-6,34-6,35-6,47-6,34 9 Sportveld ,25-5,37-5, ,37-5,37-5, ,34-5, ,28-5,24-5, ,39-5, ,46-5,25-5,36-5, ,25-5,37-5,55 Graspol -5,35-5,25-5,50 Weidezoom 7 Klein Hoefblad 76-5,43-5,32-5,22-5,36-5,32-5,21-5,38-5,36-5,33-5,30-5,21-5,19-5,44-5,21-5,21-5,41-5,20-5,17-5,15-5,35-5,49-5,56-5,40-5,33-5,16-5,39-5,22-5,57-5,16-5,50-5,51-5,48-5,49-5,40-5,39-5,23-5,17-5,39-5,41-5,22-5,17-5,13-5,48-5,19-5,52-5,12-5,34-5,63-5,58-5,53-5,57-5,62-4,33-4,34-5,17-5,33-5,49-5,39-5,21-5,34-5,22-5,10-5,33-5,63-5,58-5,58-5,34-5,48-5,58-5,52-5,54-5,54-5,68-5,57-6, Veenpluis Weidezoom 7 Baggelaar Rietgors 1 Watermunt 34 Watermunt Pijlkruid Weidezoom Griend 5 3 Vijfakkersplein Middelweg -5,33-5,27-5,48-6, LEGENDA Stuw Vloerpeil hoogte Dorpel hoogte Hoogte Waterpeil Huisnummer ALGEMENE OPMERKINGEN Noot: datum inmeting Bestaande situatie Sporthal -6,08-6,07 3 Sportlaan Bertha vanmoerdregtpad ,09 Bertha vanmoerdregtpad 19 file :...\W INV-11_vloerpeilen Weidezoom.dgn Wethouder Rietveldhof Wethouder vangentplein 6 Wethouder Vinkplein Ds. Janzoniusstraat HOOGTEMATEN IN METERS T.O.V. N.A.P. LENGTEMATEN IN METERS VLOERPEILEN WEIDEZOOM J.B. HANDMATIGE WIJZIGINGEN ZIJN NIET TOEGESTAAN Wijz.nr. Datum Omschrijving Get. 9 1 Opdrachtgever Project Fase VLOERPEILEN WEIDEZOOM WONINGBOUWLOCATIE DE BRINKHORST INVENTARISATIE Getekend : Vrijgegeven : Formaat : Schaal : J.B. A.P. A :1000 Onderdeel vanderwaal &Partners VLOERPEILEN WEIDEZOOM van der Waal & Partners Civiel- en Cultuurtechnisch Ingenieursbureau Postbus AK Naaldwijk T F E info@vanderwaal-partners.nl I Status : Tekeningnummer CONCEPT W INV-11 Wijz.nr. 0

66 Notitie HASKONINGDHV NEDERLAND B.V. RIVERS, DELTAS & COASTS Aan : Sander Pieterse Van : GJ van Dijk Datum : 20 december 2013 Kopie : Onze referentie : 9X /N01001/903211/Amst Betreft : Aanvulling beantwoording zienswijze Waterparagraaf ontwikkeling Vijfakkers- Noord watervraag 1 Zoals in de beantwoording van watervraag 1 beschreven is de verlaging van het peil in de Weidezoom niet problematisch voor de funderingen van de nabij gelegen woningen en sportvelden. Ondanks dat er geen problemen worden verwacht heeft de ontwikkelaar in samenspraak met het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard (HHSK) besloten om in verband met de bezorgdheid van bewoners af te zien van het verlagen van het peil van de Weidezoom tot NAP -6,37 m en dit te beperken tot NAP -6,27m. Daarom zullen de volgende aanpassingen worden gedaan aan het watersysteem: - Om de peilgrens van de Weidezoom te handhaven zullen vaste stuwen worden geplaatst in de zuidoost-noordwest georiënteerde watergangen door het plangebied, aan de zijde van de Weidezoom. Zie onderstaand Figuur 1. De bestaande stuw bij de Vierde Tocht blijft gehandhaafd. Figuur 1 Plankaart met stuwen voor eigen peil Weidezoom A company of Royal HaskoningDHV 20 december X /N01001/903211/Amst 1/2

67 - Aanvullend wordt t.z.t. onderzocht of een inlaat vanuit de Ringvaart naar de Weidezoom gerealiseerd kan worden om de doorstroming ten behoeve van de waterkwaliteit van de Weidezoom en de watergangen in het plangebied te verbeteren. De aanpassingen hebben gevolgen voor de waterberging ter compensatie van verhardingen en dempingen. De watergang langs de Weidezoom krijgt een hoger peil dan het plangebied. HHSK beschouwt waterberging bovenstrooms van het plangebied niet, waardoor de extra waterberging in de te verbreden watergang langs de Weidezoom niet meetelt als compenserende waterberging voor het plan. Ondanks de aanpassing wordt voldoende waterberging gecreëerd. De waterberging is opnieuw bepaald, waarbij onderstaande punten zijn meegenomen: De plas-dras-oevers langs de watergangen binnen de ontwikkeling worden op of beneden het streefpeil aangelegd, in plaats van boven streefpeil. Hierdoor kan 33 cm in plaats van 10 cm water worden geborgen. Het peil binnen de ontwikkeling is zomer/winter NAP -6,37/-6,48 m. Het hoogste peil, het zomerpeil is maatgevend voor het waterbergende oppervlak. Eerder is het waterbergende oppervlak bepaald op basis van het winterpeil. Dit blijkt te conservatief, met een 11cm hoger peil zijn watergangen met taluds van minstens 1:3 aan beide zijden 33 cm breder. Er is een nieuw geografische bestand (GBKN) gebruikt voor het bepalen van het oppervlak aan open water dat gedempt wordt. Hier blijkt uit dat het oppervlak aan dempingen m 2 lager uitvalt. De nieuwe waterberingsbalans ziet er als volgt uit: Compensatie eis In plan volume [m 3 ] oppervlak [m 2 ] volume [m 3 ] oppervlak [m 2 ] representatief oppervlak* [m 2 ] Compensatie verharding (8%) Dempingen Water in woonwijk ** Water buiten woonwijk ** Water verbreding Weidezoom *** Peilverlaging bestaande Weidezoom **** Subtotaal Bergingsoverschot Totaal * omgerekend naar oppervlak met toelaatbare peilstijging van 33 cm ** toelaatbare peilstijging van 33 cm *** toelaatbare peilstijging van 23 cm **** extra toelaatbare peilstijging van 12 cm Tabel 1 Waterbergingsbalans Vijfakkers Noord Verder heeft de aanpassing van het plan geen gevolgen ten opzichte van de waterparagraaf bij het bestemmingsplan. Voorgaande is besproken met het HHSK en heeft de instemming van het hoogheemraadschap gekregen. 20 december X /N01001/903211/Amst 2/2

68 Berekening waterberging o.b.v. tekening W WT-04 Project: Opdrachtgever: Projectnr: Kenmerk: Wijzigingsnummer: Datum: Toelaatbare peilstijging watergang van -6,37 naar -6,04m NAP (in m) 0,33 Toelaatbare peilstijging plas-dras van -6,37 naar -6,04m NAP (in m) 0,33 Toelaatbare peilstijging watergang Weidezoom van -6,27 naar -6,04m NAP (in m) 0,23 NIEUW TE GRAVEN WATER TOTAAL Watergang Woningbouwlocatie Vijfakkers-Noord te Moordrecht Bouwfonds Ontwikkeling no01ap10600_waterbalans dec-13 Oppervlakte op in m 2 Waterberging in m 3 Binnen projectgrens: 1 910,00 300, , , ,40 28, ,40 23, ,70 21, ,00 15,51 (Weidezoom) ,00 703,57 (Weidezoom) 8 245,50 56, ,50 154, ,30 139, ,40 153, ,70 159, ,60 118, ,80 145, , ,70 21, ,30 17, ,90 82,47 (Weidezoom) Plas-drasberm 0,00 Plas-drasberm 0,00 Totaal Totaal A1 Buiten projectgrens: 1 48,80 16,10 (Den Ouden) DO-1 330,20 108,97 (Den Ouden) DO-2 609,80 201,23 (Den Ouden) DO-3 713,30 235,39 (Den Ouden) DO-4 677,30 223,51 (Den Ouden) DO ,90 868,20 (Den Ouden) DO-6 614,30 202,72 (Den Ouden) DO-7 928,90 306,54 (Den Ouden) DO ,90 359,67 Totaal Totaal A2 Totaal Totaal A1+A2 BESTAAND WATER TE HANDHAVEN TOTAAL Watergang Oppervlakte op in m 2 Waterberging in m 3 Binnen projectgrens: 1 592,30 195,46 2 1,40 0, ,10 13, ,00 90,75 5 9,00 2, ,90 28, ,00 31, ,80 16, ,00 7, ,90 23, ,40 15, ,10 50, ,30 14, ,20 15, ,90 3, ,50 22, ,80 5,21 Plas-drasberm 70,80 23,36 Totaal Totaal B1 Buiten projectgrens: Weidezoom ,10 639, ,20 202,68 Totaal Totaal B2 Totaal B1+B Totaal B1+B2 BESTAAND WATER TE DEMPEN Watergang Oppervlakte op in m 2 Waterberging in m 3 Binnen projectgrens: 1 1,70 0,56 2 5,10 1, ,90 262, ,10 510, ,20 42, ,40 284, ,30 298, ,10 194, ,20 530, ,10 335, ,40 266, ,00 185, ,90 23, ,20 0, ,40 11,02 Totaal Totaal C1 Totaal netto plangebied t.b.v. watertoets Totaal netto plangebied t.b.v. watertoets m 2 11,625 ha Bergingseis HHSK Bergingseis 1: 8% water van netto plangebied tbv NBW klimaatnormering m 2 Bergingseis 2: compensatie van totaal gedempte water (C) m 2 Totaal benodigde waterberging m 2 Totaal benodigde waterberging in m3 (D) m 3 Realisatie waterberging d.m.v. graven Berging nieuw te graven water binnen plangebied (A1) m m 2 Berging nieuw te graven water buiten plangebied (A2) m m 2 Berging uit bestaand te handhaven water binnen projectgrens (B1) 561 m m 2 Berging uit bestaand te handhaven water buiten projectgrens (B2) 842 m m 2 Totaal gerealiseerde waterberging d.m.v. graven (E) m m 2 OVERZICHT Totaal gerealiseerde waterberging d.m.v. graven (E) m 3 Totaal benodigde waterberging in m³ (D) m 3 Verschil benodigde waterberging m m 2 overschot Totaal wateroppervlak binnen plangebied (A+B) m 2 Gerealiseerde hoeveelheid m² water in % van netto plangebied 20,54 % Totaal gerealiseerde waterberging in m³/ha d.m.v. graven van water (E) 618,00 m 3/ha 1/1

Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens

Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens Rucphen, 7 november 2012 INHOUD; 1. Procedure 2. Ingediende zienswijzen 3. Inhoud zienswijzen en inhoudelijke

Nadere informatie

E. van den Boom raad00684

E. van den Boom raad00684 Agendapunt commissie: steller telefoonnummer email E. van den Boom 3665 ebo@valkenswaard.nl agendapunt kenmerk datum raadsvergadering onderwerp 13raad00684 Vaststellen bestemmingsplan Waalreseweg - Dijkstraat

Nadere informatie

Ontwerp bestemmingsplan Rossum herziening 2016, Burgemeester van Randwijckstraat 21b (BP1142)

Ontwerp bestemmingsplan Rossum herziening 2016, Burgemeester van Randwijckstraat 21b (BP1142) Nota van zienswijzen Ontwerp bestemmingsplan Rossum herziening 2016, Burgemeester van Randwijckstraat 21b (BP1142) Geanonimiseerde versie Beleid & Regie 16 januari 2018 Inleiding Het ontwerp bestemmingsplan

Nadere informatie

Reactienota zienswijzen. Ontwerp Bestemmingsplan Ammerzoden Noord mei 2017

Reactienota zienswijzen. Ontwerp Bestemmingsplan Ammerzoden Noord mei 2017 Reactienota zienswijzen Ontwerp Bestemmingsplan Ammerzoden Noord 2016 11 mei 2017 1. INLEIDING Voor het gebied Ammerzoden Noord, 2 e fase is een woningbouwplan in voorbereiding. In het woningbouwplan worden

Nadere informatie

Portefeuillehouder : G. Bruijniks Datum collegebesluit : 9 september 2014 Corr. nr.:

Portefeuillehouder : G. Bruijniks Datum collegebesluit : 9 september 2014 Corr. nr.: Preadvies Portefeuillehouder : G. Bruijniks Datum collegebesluit : 9 september 2014 Corr. nr.: 2014.11886 Onderwerp : Programma : 11. Bouwen en wonen Agenda nr. : 13, 2014/53 Voorstel tot het (gewijzigd)

Nadere informatie

Nota zienswijzen Bestemmingsplan Stuif zand, deelplan uitbreiding woningbouw 2011

Nota zienswijzen Bestemmingsplan Stuif zand, deelplan uitbreiding woningbouw 2011 Nota zienswijzen Bestemmingsplan Stuif zand, deelplan uitbreiding woningbouw 2011 Het ontwerpbestemmingsplan heeft van 3 juli 2013 tot en met 13 augustus 2013 voor een ieder ter inzage gelegen in het Compagnieshuis,

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing 12 woningen aan de Kreukel te Bergen op Zoom

Ruimtelijke onderbouwing 12 woningen aan de Kreukel te Bergen op Zoom Gemeente Bergen op Zoom Ruimtelijke onderbouwing 12 woningen aan de Kreukel te Bergen op Zoom ten behoeve van het verlenen van een omgevingsvergunning ingevolge artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder

Nadere informatie

Reactienota zienswijzen Eemstraat 10A

Reactienota zienswijzen Eemstraat 10A Reactienota zienswijzen Eemstraat 10A gemeente Baarn Programma Fysiek Domein juni 2015 1 2 Inhoudsopgave 1 Inleiding...5 1.1 Ter plaatse geldende bestemmingsplan...5 1.2 Procedure...5 2 De ingekomen zienswijzen...6

Nadere informatie

V A L K E N S WA A R. D

V A L K E N S WA A R. D G E M E E N T E V A L K E N S WA A R. D Agendapunt commissie: steller telefoonnummer email C. Evers 678 cev(o)valkenswaard.nl agendapunt kenmerk datum raadsvergadering 10raad00743 onderwerp Vaststellen

Nadere informatie

Nota van beantwoording zienswijzen

Nota van beantwoording zienswijzen Nota van beantwoording zienswijzen naar aanleiding van de tervisielegging van het ontwerp van de omgevingsvergunning Vlietkade 1a t/m c Bodegraven, gemeente Bodegraven-Reeuwijk Gemeente Bodegraven-Reeuwijk

Nadere informatie

portefeuillehouder M. Bosman openbaar geheim 01/10/

portefeuillehouder M. Bosman openbaar geheim 01/10/ ÏÏH Zuidpias Raadsvoorstel 1 I Vaststellen bestemmingsplannen "Groot Swanla' raadsvergadering 29 oktober 2013 portefeuillehouder M. Bosman behandelend ambtenaar L. Fassotte-Bams Datum bijlagen openbaar

Nadere informatie

Op onderstaande luchtfoto is de locatie aangeduid met een rode omcirkeling.

Op onderstaande luchtfoto is de locatie aangeduid met een rode omcirkeling. Raadsvoorstel no. R2015.0011 Agendapunt no. 13 Onderwerp Verklaring van geen bedenkingen Stierop 3 Uitgeest, 14 april 2015 Aan de gemeenteraad Aanleiding Op 2 juli 2014 is er een aanvraag omgevingsvergunning

Nadere informatie

Nota van zienswijzen Aanvragen omgevingsvergunning 1 e fase voor de activiteit gebruik Nuenen-West bouwveld A (artikel 2.12, lid 1, onderdeel a, onder

Nota van zienswijzen Aanvragen omgevingsvergunning 1 e fase voor de activiteit gebruik Nuenen-West bouwveld A (artikel 2.12, lid 1, onderdeel a, onder Nota van zienswijzen Aanvragen omgevingsvergunning 1 e fase voor de activiteit gebruik Nuenen-West bouwveld A (artikel 2.12, lid 1, onderdeel a, onder 3 Wabo) Nuenen, 23 april 2014 corsanummer: 2014.07858

Nadere informatie

Nota zienswijzen Ontwerpbestemmingsplan Zenderpark. Gemeente IJsselstein

Nota zienswijzen Ontwerpbestemmingsplan Zenderpark. Gemeente IJsselstein Nota zienswijzen Ontwerpbestemmingsplan Zenderpark Nota zienswijzen Ontwerpbestemmingsplan Zenderpark Datum: 10 mei 2012 Projectgegevens: NZW06-IJS00002-01B Postbus 435 5240 AK Rosmalen T (073) 523 39

Nadere informatie

Bestemmingsplan Woningbouw de Steeg Leunen, wijziging Eindrapport zienswijzen

Bestemmingsplan Woningbouw de Steeg Leunen, wijziging Eindrapport zienswijzen 4 mei 2017 Bestemmingsplan Woningbouw de Steeg Leunen, wijziging Gemeente Venray Postbus 500 5800 AM Venray Samengesteld door team Ruimtelijke Ontwikkeling 1 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Zienswijzen 4 3 Ambtshalve

Nadere informatie

Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening. (ontwerp 25 januari 2019)

Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening. (ontwerp 25 januari 2019) Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening (ontwerp 25 januari 2019) Pagina 2 van 13 2019-01-25 Toelichting - Weideveld 2016 1e herziening Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening Toelichting

Nadere informatie

Gemeente Delft. 19 april 2011 ««.JUU Pieter Guldemond Friso Vossen 2112 vaststelling bestemmingsplan ^ GR I

Gemeente Delft. 19 april 2011 ««.JUU Pieter Guldemond Friso Vossen 2112 vaststelling bestemmingsplan ^ GR I Raadsvoorstel Gemeente Delft Aan de gemeenteraad Gescand archief Van Datum Pfh. Steller tel.nr. e-mail Doelstelling Registratie nr. Stuk college van B&W 9 O i i onw 19 april 2011 ««.JUU Pieter Guldemond

Nadere informatie

Nota van Inspraak en Overleg bestemmingsplan Westergeest-Bumawei 21

Nota van Inspraak en Overleg bestemmingsplan Westergeest-Bumawei 21 Nota van Inspraak en Overleg bestemmingsplan Westergeest-Bumawei 21 Het voorontwerp bestemmingsplan Westergeest-Bumawei 21 heeft met de bijbehorende stukken met ingang van donderdag 3 oktober 2013 gedurende

Nadere informatie

Gemeente Lisse Nota beantwoording zienswijzen Bij besluiten bestemmingsplan / omgevingsvergunning Kruishoorn, fase 1, 25 woningen

Gemeente Lisse Nota beantwoording zienswijzen Bij besluiten bestemmingsplan / omgevingsvergunning Kruishoorn, fase 1, 25 woningen Gemeente Lisse Nota beantwoording zienswijzen Bij besluiten bestemmingsplan / omgevingsvergunning Kruishoorn, fase 1, 25 woningen Februari 2019 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 1.1 Terinzagelegging en ontvankelijkheid

Nadere informatie

Inspraaknota herontwikkeling Bovenkerkweg 35A-37

Inspraaknota herontwikkeling Bovenkerkweg 35A-37 Inspraaknota herontwikkeling Bovenkerkweg 35A-37 Van 10 december 2015 tot en met 20 januari 2015 zijn omwonenden van de locatie Bovenkerkweg 35A-37 geïnformeerd over de plannen voor herontwikkeling van

Nadere informatie

Nota behandeling zienswijzen en ambtelijke aanpassingen (procesnota) bestemmingsplan Zuilichem, Kerkwegje tussen 8 en 10

Nota behandeling zienswijzen en ambtelijke aanpassingen (procesnota) bestemmingsplan Zuilichem, Kerkwegje tussen 8 en 10 Nota behandeling zienswijzen en ambtelijke aanpassingen (procesnota) bestemmingsplan Zuilichem, Kerkwegje tussen 8 en 10 Bestemmingsplan : Zuilichem, Kerkwegje tussen 8 en 10 Datum vaststelling raad :

Nadere informatie

Nota behandeling zienswijzen en ambtelijke aanpassingen (procesnota) bestemmingsplan Aalst, Prins Hendrikstraat naast 3

Nota behandeling zienswijzen en ambtelijke aanpassingen (procesnota) bestemmingsplan Aalst, Prins Hendrikstraat naast 3 Nota behandeling zienswijzen en ambtelijke aanpassingen (procesnota) bestemmingsplan Aalst, Prins Hendrikstraat naast 3 Bestemmingsplan : Aalst, Prins Hendrikstraat naast 3 Datum vaststelling raad : 29

Nadere informatie

Nota Samenvatting en beantwoording zienswijzen. Bestemmingsplan Ambachtsschool

Nota Samenvatting en beantwoording zienswijzen. Bestemmingsplan Ambachtsschool Nota Samenvatting en beantwoording zienswijzen Bestemmingsplan Ambachtsschool Gemeente Enschede Programma Stedelijke Ontwikkeling Team Bestemmingsplannen Februari 2016 SAMENVATTING EN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN

Nadere informatie

Montfoort. Voorvliet-Zuid. nota zienswijzen auteur(s): drs. W. Kraaijeveld

Montfoort. Voorvliet-Zuid. nota zienswijzen auteur(s): drs. W. Kraaijeveld Montfoort Voorvliet-Zuid nota zienswijzen identificatie projectnummer: planstatus datum: 033500.17985.00 22-10-2014 projectleider: ir. R.J.M.M. Schram opdrachtgever: gemeente Montfoort auteur(s): drs.

Nadere informatie

Nota van zienswijzen en wijzigingen

Nota van zienswijzen en wijzigingen Nota van zienswijzen en wijzigingen Bestemmingsplan 2 e Herziening Aansluiting A20 Moordrecht 1. I n l e i d i n g 1. 1 F o r m e l e v e r e i s t e n In het kader van de vaststellingsprocedure heeft

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing bij Wabo Projectbesluit

Ruimtelijke onderbouwing bij Wabo Projectbesluit Ruimtelijke onderbouwing bij Wabo Projectbesluit ten behoeve van de realisatie van 8 rijwoningen in plaats van 7 op een perceel bouwterrein gelegen aan Het Wilgert te Epse Inleiding Tussen de straten Het

Nadere informatie

Rapport zienswijzen en ambtshalve. ontwerpbestemmingsplan

Rapport zienswijzen en ambtshalve. ontwerpbestemmingsplan gemeente Overbetuwe O Rapport zienswijzen en ambtshalve wijzigingen ontwerpbestemmingsplan Veegplan 2017 (10 initiatieven) - locatie Herveld, Gekvoortsestraat 7 Vastgesteld door de raad op 16 mei 2017

Nadere informatie

Amendement: bestemmingsplan Klarenbeek

Amendement: bestemmingsplan Klarenbeek Amendement: bestemmingsplan Klarenbeek De raad van de gemeente Apeldoorn in vergadering bijeen op 30 mei 2013, Gehoord de beraadslagingen over het ontwerpbestemmingsplan Klarenbeek, Overwegende dat In

Nadere informatie

NOTA VAN INSPRAAK en WETTELIJK VOOROVERLEG Bestemmingsplan Grotestraat 403 en Waalwijk DEEL 1: INLEIDING

NOTA VAN INSPRAAK en WETTELIJK VOOROVERLEG Bestemmingsplan Grotestraat 403 en Waalwijk DEEL 1: INLEIDING NOTA VAN INSPRAAK en WETTELIJK VOOROVERLEG Bestemmingsplan Grotestraat 403 en 409-413 Waalwijk DEEL 1: INLEIDING Het voorontwerpbestemmingsplan Grotestraat 403 en 409-413 Waalwijk heeft op grond van de

Nadere informatie

Nota beantwoording zienswijzen en Nota van wijzigingen. Ontwerpbestemmingsplan Van den Woudestraat 1a, Warmond

Nota beantwoording zienswijzen en Nota van wijzigingen. Ontwerpbestemmingsplan Van den Woudestraat 1a, Warmond Nota beantwoording zienswijzen en Nota van wijzigingen Ontwerpbestemmingsplan Van den Woudestraat 1a, Warmond Versie: 1.3. Opstellers: Domein ruimte Team planvorming 8 februari 2017 Inhoudsopgave 1. Inleiding

Nadere informatie

NOTA VAN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN EN WIJZIGING Bestemmingsplan Parallelweg 215 Nieuwerkerk aan den IJssel

NOTA VAN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN EN WIJZIGING Bestemmingsplan Parallelweg 215 Nieuwerkerk aan den IJssel A16.000047 NOTA VAN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN EN WIJZIGING Bestemmingsplan Parallelweg 215 Nieuwerkerk aan den IJssel GEMEENTE ZUIDPLAS Februari 2016 2 1. INLEIDING In het kader van de vaststellingsprocedure

Nadere informatie

NOTA INSPRAAK EN VOOROVERLEG VOORONTWERPBESTEMMINGSPLAN HOF EN SINGEL GEMEENTE ALBLASSERDAM

NOTA INSPRAAK EN VOOROVERLEG VOORONTWERPBESTEMMINGSPLAN HOF EN SINGEL GEMEENTE ALBLASSERDAM NOTA INSPRAAK EN VOOROVERLEG VOORONTWERPBESTEMMINGSPLAN HOF EN SINGEL GEMEENTE ALBLASSERDAM Gemeente Alblasserdam Nota inspraak en vooroverleg voorontwerpbestemmingsplan Hof en Singel INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING

Nadere informatie

Beslisdocument college van Peel en Maas

Beslisdocument college van Peel en Maas Beslisdocument college van Peel en Maas Document openbaar: Ja Zaaknummer: 1894/2015/637429 Besluitnummer: 52 6.2 Onderwerp: Ontwerp wijzigingsplan Molenhof fase 2 voor de realisatie van 4 woningbouwkavels

Nadere informatie

Bestemmingsplan Timmermannsweg (hoek Kienhout) Ysselsteyn. Eindrapport zienswijzen

Bestemmingsplan Timmermannsweg (hoek Kienhout) Ysselsteyn. Eindrapport zienswijzen 11 november 2014 Bestemmingsplan Timmermannsweg (hoek Kienhout) Ysselsteyn Eindrapport zienswijzen Gemeente Venray Postbus 500 5800 AM Venray Inhoud 1 Inleiding 6 2 Zienswijzen bestemmingsplan 8 1 Inleiding

Nadere informatie

Nota van Zienswijzen

Nota van Zienswijzen A2161 [ s---isi oe Olci-?-551 Nota van Zienswijzen behorende bij het wijzigingsplan 'Buitengebied Rucphen 2012, Lage Zegstraat 17 te Zegge' INHOUD: 1. Procedure 2. Onderwerp 3. Ingediende zienswijze 4.

Nadere informatie

NOTA ZIENSWIJZEN ONTWERP- BESTEMMINGSPLAN. "Bedrijventerreinen 2015"

NOTA ZIENSWIJZEN ONTWERP- BESTEMMINGSPLAN. Bedrijventerreinen 2015 NOTA ZIENSWIJZEN ONTWERP- BESTEMMINGSPLAN "Bedrijventerreinen 2015" Gemeente Strijen 17-06--2015 2 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding... 5 2. Resultaten zienswijzen... 6 3. s naar aanleiding van zienswijzen...11

Nadere informatie

Bijlage 1. NOTA VAN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN Uitwerkingsplan Zevenhuizen-Zuid, fase 1

Bijlage 1. NOTA VAN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN Uitwerkingsplan Zevenhuizen-Zuid, fase 1 Bijlage 1. NOTA VAN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN Uitwerkingsplan Zevenhuizen-Zuid, fase 1 ZIENSWIJZEN EN OVERLEGREACTIES OP HET ONTWERPUITWERKINGSPLAN ZEVENHUIZEN- ZUID, FASE 1 GEMEENTE ZUIDPLAS (A13.003731)

Nadere informatie

VASTSTELLINGSBESLUIT BESTEMMINGSPLAN KERKSTRAAT 39 TE NEDERWEERT GEMEENTERAAD VAN NEDERWEERT D.D. 27 SEPTEMBER 2016

VASTSTELLINGSBESLUIT BESTEMMINGSPLAN KERKSTRAAT 39 TE NEDERWEERT GEMEENTERAAD VAN NEDERWEERT D.D. 27 SEPTEMBER 2016 VASTSTELLINGSBESLUIT BESTEMMINGSPLAN KERKSTRAAT 39 TE NEDERWEERT GEMEENTERAAD VAN NEDERWEERT D.D. 27 SEPTEMBER 2016 INHOUDSOPGAVE Paginanummer 1. Procedure 1.1. Zienswijzen ontwerp bestemmingsplan 3 1.2.

Nadere informatie

: M.P.C. Gadella - Van Gils

: M.P.C. Gadella - Van Gils RAADSVOORSTEL ter besluitvorming in de raad Datum Forum vergadering : 15 februari 2016 Zaaknummer : 235763 Datum Raadsvergadering : 29 februari 2016 Portefeuillehouder Verantwoordelijk MT-lid Evaluatiedatum:

Nadere informatie

Veelgestelde vragen over nieuwbouwwijk Vijfakkers-Noord

Veelgestelde vragen over nieuwbouwwijk Vijfakkers-Noord Veelgestelde vragen over nieuwbouwwijk Vijfakkers-Noord 18 en 20 september 2012 Algemeen Wat wordt er ontwikkeld in de nieuwbouwwijk Vijfakkers-Noord? In de nieuwbouwwijk Vijfakkers-Noord worden circa

Nadere informatie

REACTIENOTA OVERLEG EN INSPRAAK BESTEMMINGSPLAN WATERLAND - BROEKERMEERDIJK 30-MIDDENWEG 1-3

REACTIENOTA OVERLEG EN INSPRAAK BESTEMMINGSPLAN WATERLAND - BROEKERMEERDIJK 30-MIDDENWEG 1-3 REACTIENOTA OVERLEG EN INSPRAAK BESTEMMINGSPLAN WATERLAND - BROEKERMEERDIJK 30-MIDDENWEG 1-3 Reactienota Overleg en Inspraak Bestemmingsplan Waterland - Broekermeerdijk 30-Middenweg 1-3 Code 1212102 /

Nadere informatie

Gemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a.

Gemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a. Gemeente Schijndel Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a., sub 2 Wabo 2 3 bij verzoeken om afwijken van het bestemmingsplan Inleiding Op 24 september 2014 is het

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp gewijzigd vaststellen ontwerpbestemmingsplan Vinkenburg. Aan de raad,

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp gewijzigd vaststellen ontwerpbestemmingsplan Vinkenburg. Aan de raad, RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Nummer 12-09-2013 13-065 Onderwerp gewijzigd vaststellen ontwerpbestemmingsplan Vinkenburg Aan de raad, Onderwerp Gewijzigd vaststellen ontwerpbestemmingsplan Vinkenburg.

Nadere informatie

NOTA ZIENSWIJZE(N) BESTEMMINGSPLAN HAREN DORP WEST

NOTA ZIENSWIJZE(N) BESTEMMINGSPLAN HAREN DORP WEST NOTA ZIENSWIJZE(N) BESTEMMINGSPLAN HAREN DORP WEST REACTIENOTA ZIENSWIJZE(N) ONTWERPBESTEMMINGSPLAN HAREN DORP WEST 1. INLEIDING 2. SAMENVATTING ZIENSWIJZEN + REACTIE 3. VOORSTEL 4. AMBTSHALVE WIJZIGINGEN

Nadere informatie

in";11n Besluit van de gemeenteraad Onderwerp: Vaststelling bestemmingsplan "Catharinastraat 47-49 WellerlooL" De raad van de gemeente Bergen,

in;11n Besluit van de gemeenteraad Onderwerp: Vaststelling bestemmingsplan Catharinastraat 47-49 WellerlooL De raad van de gemeente Bergen, gemeent e Besluit van de gemeenteraad Onderwerp: Vaststelling bestemmingsplan "Catharinastraat 47-49 WellerlooL" in";11n Limburg De raad van de gemeente Bergen, Overwegende: dat het ontwerpbestemmingsplan

Nadere informatie

Nota zienswijzen ontwerpbestemmingsplan "Recreatieve Poort 2015" Behoort bij het besluit van de raad van de gemeente Goirle van 9 juni 2015 Mij bekend, De griffier Gemeente Goirle Afdeling Ontwikkeling

Nadere informatie

Nota van zienswijzen ambtshalve wijzigingen Bestemmingsplan MFA Zuid

Nota van zienswijzen ambtshalve wijzigingen Bestemmingsplan MFA Zuid Nota van zienswijzen ambtshalve wijzigingen Bestemmingsplan MFA Zuid Januari 2012 1. Inleiding Conform het gestelde in artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) dient het bestemmingsplan gedurende

Nadere informatie

ONDERWERP Gedeeltelijke herziening bestemmingsplan "Centrum en omgeving" t.b.v. nieuwbouw Vomar

ONDERWERP Gedeeltelijke herziening bestemmingsplan Centrum en omgeving t.b.v. nieuwbouw Vomar ONDERWERP Gedeeltelijke herziening bestemmingsplan "Centrum en omgeving" t.b.v. nieuwbouw Vomar SAMENVATTING Op 22 mei 2017 is door Trottoir Participaties B.V. (Hoorne Vastgoed) een verzoek om wijziging

Nadere informatie

Wijzigingsplan t Skottepad Ballum Ameland Wijzigen bestemmingsplan Ballum

Wijzigingsplan t Skottepad Ballum Ameland Wijzigen bestemmingsplan Ballum ONTWERP Wijzigingsplan t Skottepad Ballum Ameland Wijzigen bestemmingsplan Ballum Burgemeester en wethouders van de gemeente Ameland; Van toepassing is het bestemmingsplan Ballum, vastgesteld door de raad

Nadere informatie

Bestemmingsplan Regenboogschool - Sportvoorziening

Bestemmingsplan Regenboogschool - Sportvoorziening Zienswijzennota Bestemmingsplan Regenboogschool - Sportvoorziening Gemeente Hardinxveld-Giessendam Datum: 21 januari 2015 GemHG\Intern\17599 Zaaknr: HG 12838 Inhoud 1. Inleiding 1.1 Status zienswijzennota

Nadere informatie

Voorontwerp bestemmingsplan. Hoog Dalem, herziening zuidelijke eilanden. Commentaarnota Wettelijk Vooroverleg

Voorontwerp bestemmingsplan. Hoog Dalem, herziening zuidelijke eilanden. Commentaarnota Wettelijk Vooroverleg Voorontwerp bestemmingsplan Hoog Dalem, herziening zuidelijke eilanden Commentaarnota Wettelijk Vooroverleg Gemeente Gorinchem d.d. 2 november 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Reacties vooroverleg. 4

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Fort Imperial te Breskens

Ruimtelijke onderbouwing Fort Imperial te Breskens Ruimtelijke onderbouwing Fort Imperial te Breskens 1 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 4 1.1 Aanleiding 4 1.2 Ligging en begrenzing plangebied 4 1.3 Vigerende bestemmingsplan 5 2. Bestaande situatie 6 2.1 ruimtelijke

Nadere informatie

Nota beoordeling inspraakreacties, het vooroverleg en ambtshalve aanpassingen bestemmingsplan Duizel-Noord

Nota beoordeling inspraakreacties, het vooroverleg en ambtshalve aanpassingen bestemmingsplan Duizel-Noord Nota beoordeling inspraakreacties, het vooroverleg en ambtshalve aanpassingen bestemmingsplan Duizel-Noord Gemeente Eersel afdeling ontwikkeling team Ruimte 2011 VOOROVERLEG Provincie Noord-Brabant Een

Nadere informatie

Onderwerp: Vaststelling bestemmingsplan 'Saksen Weimar fase 5 t/m 7'

Onderwerp: Vaststelling bestemmingsplan 'Saksen Weimar fase 5 t/m 7' Raadsvoorstel Voor de gemeenteraadsvergadering d.d. 13 juli 2015 Documentnummer : 2015.0.053.562 Zaaknummer: 2015-02-00709 Onderwerp: Vaststelling bestemmingsplan 'Saksen Weimar fase 5 t/m 7' Aan de gemeenteraad.

Nadere informatie

Gemeente Achtkarspelen Ruimtelijke onderbouwing 'het uitbreiden van de woning met een aanbouw' op het perceel de Wedze 22a te Twijzel

Gemeente Achtkarspelen Ruimtelijke onderbouwing 'het uitbreiden van de woning met een aanbouw' op het perceel de Wedze 22a te Twijzel Gemeente Achtkarspelen Ruimtelijke onderbouwing 'het uitbreiden van de woning met een aanbouw' op het perceel de Wedze 22a te Twijzel 1. INLEIDING 1.1 Aanleiding voor de omgevingsvergunning met afwijking

Nadere informatie

Raadsvoorstel. jaar stuknr. Raad. categorie/agendanr. stuknr. B. en W RA A 10 12/858

Raadsvoorstel. jaar stuknr. Raad. categorie/agendanr. stuknr. B. en W RA A 10 12/858 Raadsvoorstel jaar stuknr. Raad categorie/agendanr. stuknr. B. en W. 2012 RA12.0093 A 10 12/858 Onderwerp: Vaststelling bestemmingsplan Emmen, Emmerhout Portefeuillehouder: A.J. Sleeking Ruimtelijke Ontwikkeling

Nadere informatie

Bestemmingsplan Zuidhoek, 1e herziening

Bestemmingsplan Zuidhoek, 1e herziening Bestemmingsplan Zuidhoek, 1e herziening 2 Inhoudsopgave Toelichting 5 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding 1.2 Ligging van het plangebied "Zuidhoek" 1.3 Leeswijzer 7 7 7 8 Hoofdstuk 2 Aanpassingen 2.1

Nadere informatie

Bestemmingsplan. Benschop Uitbreiding, zuidelijk deel. Nota van zienswijzen. februari 2014. Bestemmingsplan Benschop Uitbreiding, zuidelijk deel 1

Bestemmingsplan. Benschop Uitbreiding, zuidelijk deel. Nota van zienswijzen. februari 2014. Bestemmingsplan Benschop Uitbreiding, zuidelijk deel 1 Bestemmingsplan Benschop Uitbreiding, zuidelijk deel Nota van zienswijzen februari 2014 Bestemmingsplan Benschop Uitbreiding, zuidelijk deel 1 1 Inleiding Het ontwerpbestemmingsplan Benschop Uitbreiding,

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Aan de gemeenteraad. categorie/agendanr. B. en W RA A 8 13/454. Raad. Onderwerp: Bestemmingsplan 'Emmen, Noordbarge'

Raadsvoorstel. Aan de gemeenteraad. categorie/agendanr. B. en W RA A 8 13/454. Raad. Onderwerp: Bestemmingsplan 'Emmen, Noordbarge' svoorstel 2013 RA13.0045 A 8 13/454 Onderwerp: Bestemmingsplan 'Emmen, Noordbarge' Portefeuillehouder: A.J. Sleeking Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling en Infrastructuur Team Ontwikkeling Ingrid Weis, telefoon

Nadere informatie

gemeente Heusden bestemmingsplan Oudheusden Oudheusden Zienswijzennota

gemeente Heusden bestemmingsplan Oudheusden Oudheusden Zienswijzennota gemeente Heusden bestemmingsplan Oudheusden Oudheusden Zienswijzennota 1 Inhoudsopgave: Blz. 1. Inleiding 3 2. Beantwoording van zienswijzen 2.1. Schreuder & Zn. 4 2.2. Defensie 4 2.3. De Stille Weide

Nadere informatie

Zienswijzennota bestemmingsplan Feerwerd

Zienswijzennota bestemmingsplan Feerwerd Zienswijzennota bestemmingsplan Feerwerd Zienswijzennota bestemmingsplan Feerwerd Inhoud Rapport 2 juli 2013 Projectnummer 275.00.01.11.05 I n h o u d s o p g a v e 1 Z i e n s w i j z e n 5 1.1 Inleiding

Nadere informatie

Raadsbesluit BESLUIT: Overwegende:

Raadsbesluit BESLUIT: Overwegende: Raadsbesluit De gemeenteraad van Rijswijk, bijeen in openbare vergadering op 30 juni 2011 gelezen het voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders d.d. 14 juni 2011, nr. 11-031; BESLUIT: Overwegende:

Nadere informatie

Zienswijzennota Bestemmingsplan Raalte Kern, omgeving de Meerleweg 1

Zienswijzennota Bestemmingsplan Raalte Kern, omgeving de Meerleweg 1 Zienswijzennota Bestemmingsplan Raalte Kern, omgeving de Meerleweg 1 Het ontwerp-bestemmingsplan Raalte Kern, omgeving de Meerleweg heeft gedurende de termijn van 2 september tot en met 14 oktober voor

Nadere informatie

NOTA VAN ZIENSWIJZEN EN AMBTELIJKE AANPASSINGEN ONTWERPBESTEMMINGSPLAN STATIONSSTRAAT-HASPELWEG, 1 E HERZIENING GEMEENTE DEURNE

NOTA VAN ZIENSWIJZEN EN AMBTELIJKE AANPASSINGEN ONTWERPBESTEMMINGSPLAN STATIONSSTRAAT-HASPELWEG, 1 E HERZIENING GEMEENTE DEURNE NOTA VAN ZIENSWIJZEN EN AMBTELIJKE AANPASSINGEN ONTWERPBESTEMMINGSPLAN STATIONSSTRAAT-HASPELWEG, 1 E HERZIENING GEMEENTE DEURNE 1 september 2015 Inhoudsopgave pagina 1 Inleiding 5 2 Zienswijze(n) 7 3

Nadere informatie

In werking treden vergunning en onherroepelijkheid De vergunning treedt in werking een dag na afloop van de beroepstermijn. Deze vergunning ligt

In werking treden vergunning en onherroepelijkheid De vergunning treedt in werking een dag na afloop van de beroepstermijn. Deze vergunning ligt TEAM BOUWEN EN MILIEU ons kenmerk 1273564 behandeld door mevrouw SGM Jacobs doorkiesnummer +31 77 3596828 besluitdatum XX-XX-XXXX onderwerp ontwerpbesluit Ontwerp omgevingsvergunning Op 23 januari 2018

Nadere informatie

Voorstel aan raad. Geadviseerd besluit. Samenvatting ROM. H.J. Weeda. 14 mei 2013 vaststellen bestemmingsplan Hof van Lebret 2013

Voorstel aan raad. Geadviseerd besluit. Samenvatting ROM. H.J. Weeda. 14 mei 2013 vaststellen bestemmingsplan Hof van Lebret 2013 Voorstel aan raad Verantwoordelijke afdeling ROM Nummer Inboeknummer: 120342 Raad d.d. Paragraaf begroting: 3 26 juni 2013 Steller: A. Ruiter Portefeuillehouder H.J. Weeda Datum Onderwerp 14 mei 2013 vaststellen

Nadere informatie

Nota zienswijzen ontwerp-wijzigingsplan Vinkenpolderweg 24 Alblasserdam.

Nota zienswijzen ontwerp-wijzigingsplan Vinkenpolderweg 24 Alblasserdam. Nota zienswijzen ontwerp-wijzigingsplan Vinkenpolderweg 24 Alblasserdam. Inleiding Het ontwerp wijzigingsplan Vinkenpolderweg 24 Alblasserdam en het ontwerpbesluit tot vaststelling van hogere waarden geluid

Nadere informatie

Bestemmingsplan 1e partiële herziening BP Oosteindsepolder en Warmoeziersweg (caravanstalling Oosteindseweg 155b)

Bestemmingsplan 1e partiële herziening BP Oosteindsepolder en Warmoeziersweg (caravanstalling Oosteindseweg 155b) Bestemmingsplan 1e partiële herziening BP Oosteindsepolder en Warmoeziersweg (caravanstalling Oosteindseweg 155b) 29 juli 2014 ontwerp Gemeente Lansingerland Bestemmingsplan 1e partiële herziening BP

Nadere informatie

Gemeente Delft. Raadsvoorstel

Gemeente Delft. Raadsvoorstel Raadsvoorstel Gemeente Delft Aan de gemeenteraad c^cand archfef Van : college van B&W Datum : 19 april 2011 "' ^«1 2Ü1J Pfh. : Pieter Guldemond Steller : Friso Vossen tel.nr. : 2112 e-mail : fvossen@delft.nl

Nadere informatie

Adviesnota raad Vaststellen bestemmingsplan 'Oerle-Zuid, herziening I' en wijziging beeldkwaliteitsplan

Adviesnota raad Vaststellen bestemmingsplan 'Oerle-Zuid, herziening I' en wijziging beeldkwaliteitsplan *14bs00907* Datum raad : 9 december 2014 Datum RA-O : 25 november 2014 Agendapunt : Datum B&W : 4 november 2014 Volgnummer : 14bs00907; 14.164 Programma begroting : 1 Gewijzigd voorstel : nee Productnummer

Nadere informatie

Omgevingsvergunning Larixstraat 50. Zienswijzennota

Omgevingsvergunning Larixstraat 50. Zienswijzennota Omgevingsvergunning Larixstraat 50 Zienswijzennota Zienswijzennota Omgevingsvergunning Larixstraat 50 (Doc.nr. #5238116 v2) 2 INHOUD 1. INLEIDING 4 1.1. Status zienswijzennota 4 1.2. Procedure omgevingsvergunning

Nadere informatie

Augustus Nota van beantwoording zienswijze bestemmingsplan zelfbouwkavels Cor Hermusstraat

Augustus Nota van beantwoording zienswijze bestemmingsplan zelfbouwkavels Cor Hermusstraat Augustus 2016 Nota van beantwoording zienswijze bestemmingsplan zelfbouwkavels Cor Hermusstraat Inhoudsopgave Blz. 1. Inleiding 3 2. Zienswijze 4 2 Algemeen Het ontwerpbestemmingsplan zelfbouwkavels Cor

Nadere informatie

Reactienota zienswijze bestemmingsplan Meppel - Zuid

Reactienota zienswijze bestemmingsplan Meppel - Zuid Reactienota zienswijze bestemmingsplan Meppel - Zuid Nota beantwoording zienswijze bestemmingsplan Meppel Zuid. 1 Samenvatting en beantwoording zienswijze Bijlage 3 Januari 2013 Nota beantwoording zienswijze

Nadere informatie

Zienswijzenrapport. 1 e Herziening Zeelandsedijk 28-30a te Volkel. NL.IMRO.0856.BPZlndsedyk2830a01-ON01

Zienswijzenrapport. 1 e Herziening Zeelandsedijk 28-30a te Volkel. NL.IMRO.0856.BPZlndsedyk2830a01-ON01 Zienswijzenrapport 1 e Herziening Zeelandsedijk 28-30a te Volkel NL.IMRO.0856.BPZlndsedyk2830a01-ON01 Inhoudsopgave Zienswijzen 3 1. Inleiding 3 2. De ontvankelijkheid van zienswijzen 3 3. Overwegingen

Nadere informatie

Ontwerpbestemmingsplan. Emmaweg 34 a en b te Kortenhoef. Zienswijze nota

Ontwerpbestemmingsplan. Emmaweg 34 a en b te Kortenhoef. Zienswijze nota Ontwerpbestemmingsplan Emmaweg 34 a en b te Kortenhoef 7-10-2014 Pagina 1 Inleiding Het ontwerpbestemmingsplan is op 23 oktober 2013 gepubliceerd en heeft vervolgens met ingang van 24 oktober 2013 gedurende

Nadere informatie

NOTITIE: Zienswijzen en ambtshalve aanpassingen. Inzake. Bestemmingsplan Bebouwde kom St. Willebrord, Irenestraat ongenummerd, tussen 63 en 69

NOTITIE: Zienswijzen en ambtshalve aanpassingen. Inzake. Bestemmingsplan Bebouwde kom St. Willebrord, Irenestraat ongenummerd, tussen 63 en 69 NOTITIE: Zienswijzen en ambtshalve aanpassingen Inzake Bestemmingsplan Bebouwde kom St. Willebrord, Irenestraat ongenummerd, tussen 63 en 69 Rucphen, 24 mei 2011 2 INHOUD: 1. Procedure 2. Ingediende zienswijze

Nadere informatie

Gewijzigd vaststellen bestemmingsplan 'De Nieuwe Vaart'

Gewijzigd vaststellen bestemmingsplan 'De Nieuwe Vaart' Raadsvoorstel Voor de gemeenteraadsvergadering d.d. 9 maart 2015 Documentnummer : 2015.0.013.143 Zaaknummer: 2014-09-00312 Onderwerp: Gewijzigd vaststellen bestemmingsplan 'De Nieuwe Vaart' Aan de gemeenteraad.

Nadere informatie

Bestemmingsplan IJzendoorn West 2015 Gemeente Neder-Betuwe

Bestemmingsplan IJzendoorn West 2015 Gemeente Neder-Betuwe Zienswijzennota Bestemmingsplan IJzendoorn West 2015 Gemeente Neder-Betuwe INHOUD 1 Inleiding 3 1.1 Procedure bestemmingsplan 3 2 Samenvatting en beantwoording zienswijze 4 3 Aanpassingen bestemmingsplan

Nadere informatie

gehoord de commissie Economie, Ruimtelijke Ordening en Milieu op 14 september 2016

gehoord de commissie Economie, Ruimtelijke Ordening en Milieu op 14 september 2016 RAADSBESLUIT Vaststelling bestemmingsplan "Gebrande Hoefstraat 2 te Rucphen" 28 september 2016 De raad van de gemeente Rucphen, gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 juli 2016, overwegende

Nadere informatie

Raadsinformatiebrief. Onderwerp: Ontwerp bestemmingsplan Splitsing Zandbergen 10 Rosmalen

Raadsinformatiebrief. Onderwerp: Ontwerp bestemmingsplan Splitsing Zandbergen 10 Rosmalen Raadsinformatiebrief Reg.nr. : 7267315 B&W verg. : 20 september 2017 Onderwerp: Ontwerp bestemmingsplan Splitsing Zandbergen 10 Rosmalen 1) Status Dit stuk wordt u ter informatie aangeboden in het kader

Nadere informatie

Gemeente įi fj Berçen Berg op Zoom 2ÍÏ imi'iiiiiiiii in, ui min ii B16-013743 RVB16-0034 BIJLAGE A. NOTA VAN COMMENTAAR OP DE INGEKOMEN ZIENSWIJZEN GERICHT OP HET ONTWERPBESTEMMINGSPLAN "BERGS LICHT, WONINGONTWIKKELING

Nadere informatie

Ruimtelijke Onderbouwing. t.b.v. het realiseren van twee lichtmasten, Flevostraat 251 Purmerend (Sportcomplex De Munnik)

Ruimtelijke Onderbouwing. t.b.v. het realiseren van twee lichtmasten, Flevostraat 251 Purmerend (Sportcomplex De Munnik) Ruimtelijke Onderbouwing t.b.v. het realiseren van twee lichtmasten, Flevostraat 251 Purmerend (Sportcomplex De Munnik) Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1. Aanleiding Stichting Spurd heeft een aanvraag om omgevingsvergunning

Nadere informatie

Nota behandeling zienswijzen en ambtelijke aanpassingen (procesnota) bestemmingsplan

Nota behandeling zienswijzen en ambtelijke aanpassingen (procesnota) bestemmingsplan Nota behandeling zienswijzen en ambtelijke aanpassingen (procesnota) bestemmingsplan Bestemmingsplan : Zuilichem, t Boske Behorend bij raadsbesluit : 26 september 2013 I. Procedure ontwerp-bestemmingsplan

Nadere informatie

Gelet op het collegebesluit van 22 januari 2019, gelet op de Wet ruimtelijke ordening en het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht;

Gelet op het collegebesluit van 22 januari 2019, gelet op de Wet ruimtelijke ordening en het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht; venlo Raadsvoorstel GEMEENTEBESTUUR onderwerp Vaststellen bestemmingsplan 'Vilgert 47 Velden' raadsnummer 2019 14 collegevergadering d.d. 22-01-2019 raadsvergadering d.d. 27-02-2019 fatale termijn programma

Nadere informatie

Nota zienswijzen. Bestemmingsplan Snippergroen. Gemeente Deventer Januari 2016

Nota zienswijzen. Bestemmingsplan Snippergroen. Gemeente Deventer Januari 2016 Nota zienswijzen Bestemmingsplan Snippergroen Gemeente Deventer Januari 2016 1 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING... 3 2. ZIENSWIJZEN BESTEMMINGSPLAN... 4 INGEDIENDE ZIENSWIJZEN... 4 BIJLAGE 1 LUCHTFOTO S... 6

Nadere informatie

Reactienota zienswijzen Ontwerpbestemmingsplan Klaver 6a

Reactienota zienswijzen Ontwerpbestemmingsplan Klaver 6a Reactienota zienswijzen Ontwerpbestemmingsplan Klaver 6a Gemeente Horst aan de Maas Datum: 26 januari 2015 ACHTERGROND Beoogde ontwikkeling Op het bedrijventerrein TradePortWest zijn verschillende bedrijven

Nadere informatie

Nota zienswijzen Ontwerpbestemmingsplan De Eng II Zuidzijde

Nota zienswijzen Ontwerpbestemmingsplan De Eng II Zuidzijde Nota zienswijzen Ontwerpbestemmingsplan De Eng II Zuidzijde Idn: NL.IMRO.0733.BPASPDEENGIIZZ-VS01 Versie: Definitief Asperen, 25 mei 2016 Definitief 25 mei 2016 1 Definitief 25 mei 2016 2 Inhoud 1. Inleiding...

Nadere informatie

Inspraakverslag en verslag vooroverleg voorontwerpbestemmingsplan Stadsrandgebied Almelo Noord-Oost

Inspraakverslag en verslag vooroverleg voorontwerpbestemmingsplan Stadsrandgebied Almelo Noord-Oost Inspraakverslag en verslag vooroverleg voorontwerpbestemmingsplan Stadsrandgebied Almelo Noord-Oost Inleiding Het voorontwerpbestemmingsplan Stadsrandgebied Almelo Noord-0ost en de bijbehorende stukken

Nadere informatie

C. Evers raad00594

C. Evers raad00594 Agendapunt commissie: steller telefoonnummer email C. Evers 3678 cev@valkenswaard.nl agendapunt kenmerk datum raadsvergadering onderwerp 13raad00594 Vaststellen bestemmingsplan Gertrudisdal-Norbertusdreef

Nadere informatie

Bewonersparticipatie woningbouwproject Hertog Janstraat 30 in Middelbeers

Bewonersparticipatie woningbouwproject Hertog Janstraat 30 in Middelbeers Raadsinformatiebrief Onderwerp Bewonersparticipatie woningbouwproject Hertog Janstraat 30 in Middelbeers Inleiding/aanleiding Met deze raadsinformatiebrief informeren wij u over de stand van zaken van

Nadere informatie

Probleem- en doelstelling/oplossingen/effecten

Probleem- en doelstelling/oplossingen/effecten Aan de Gemeenteraad. Raadsvergadering : 25 maart 2010 Nummer :? Commissie : Commissie Grondgebied Portefeuillehouder : wethouder T. Kokke Afdeling : II-Bouwen en Wonen - Opsteller : M.Fopma Productiedatum

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 1 van 5 Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 2 van 5 Inleiding Op donderdag 3 april 2014 is door Dierenrijk

Nadere informatie

Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Veranderen erf bij de woning Skieppedrifte 5 te Drogeham Ruimtelijke onderbouwing

Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Veranderen erf bij de woning Skieppedrifte 5 te Drogeham Ruimtelijke onderbouwing Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Veranderen erf bij de woning Skieppedrifte 5 te Drogeham Ruimtelijke onderbouwing 1. INLEIDING 1.1 Aanleiding voor het projectbesluit Op 15 januari 2010 is er een

Nadere informatie

Nota van beantwoording reacties op het gebruik van de ontheffing Verordening. Ten behoeve van het bestemmingsplan

Nota van beantwoording reacties op het gebruik van de ontheffing Verordening. Ten behoeve van het bestemmingsplan Nota van beantwoording reacties op het gebruik van de ontheffing Verordening ruimte Ten behoeve van het bestemmingsplan Glasparel+ Colofon Titel Nota van beantwoording reacties ontheffing verordening ruimte

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BV9447

ECLI:NL:RVS:2012:BV9447 ECLI:NL:RVS:2012:BV9447 Instantie Raad van State Datum uitspraak 13-03-2012 Datum publicatie 21-03-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201111814/2/R4 Bestuursrecht Voorlopige

Nadere informatie

Vaststelling bestemmingsplan Agter de Hoven ong. Wanssum (NL.IMRO.0984.BP va01)

Vaststelling bestemmingsplan Agter de Hoven ong. Wanssum (NL.IMRO.0984.BP va01) B en W Adviesnota Onderwerp Vaststelling bestemmingsplan Agter de Hoven ong. Wanssum (NL.IMRO.0984.BP19009- va01) Zaaknummer Teammanager Margon van den Hoek B & W datum 15 juli 2019 Afdeling/Team Stad

Nadere informatie

Raadsvoorstel Agendanr. :

Raadsvoorstel Agendanr. : Raadsvoorstel Agendanr. : Onderwerp: vaststelling bestemmingsplan 'Aquasingel De Groote Wielen' Reg.nr. : 104622 B&W verg. : 4 december 2012 Commissie : ROB Cie_verg. : 8 januari 2013 Raadsverg. : 22 januari

Nadere informatie

: Gewijzigde vaststelling bestemmingsplan "Katwijk aan den Rijn 2012

: Gewijzigde vaststelling bestemmingsplan Katwijk aan den Rijn 2012 Aan de gemeenteraad Zaaknummer : 2012-23744 Programma : Wonen en ruimte Onderwerp : Gewijzigde vaststelling bestemmingsplan "Katwijk aan den Rijn 2012 Katwijk, 18 december 2012 Inleiding Bestemmingsplan

Nadere informatie

Zienswijzennota ontwerpbestemmingsplan Eibergen, Hondevoort 7 2012. 14 januari 2012. Zienswijzenota

Zienswijzennota ontwerpbestemmingsplan Eibergen, Hondevoort 7 2012. 14 januari 2012. Zienswijzenota Zienswijzennota ontwerpbestemmingsplan Eibergen, Hondevoort 7 2012 14 januari 2012 Zienswijzenota ontwerpbestemmingsplan Eibergen, Hondevoort 7 2012 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Algemene toelichting ontwerpbestemmingsplan

Nadere informatie