BEHEERSOVEREENKOMST FLEXIBEL AANBOD MEERDERJARIGEN

Transcriptie

1 BEHEERSOVEREENKOMST FLEXIBEL AANBOD MEERDERJARIGEN Tussen ondertekenende partijen Enerzijds het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, met zetel te 1210, Sterrenkundelaan 30, vertegenwoordigd door James Van Casteren, Administrateur-generaal, hierna het Agentschap genoemd; Anderzijds XXXXXXXX, met zetel in XXXX XXXXXX, XXXXXXXXX XXXXX, vertegenwoordigd door XXXXXX XXXXXXXXX, hierna FAM genoemd; Gelet op het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2003 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de intern verzelfstandigde agentschappen van de Vlaamse overheid, artikel 8; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 26 april 1995 tot vaststelling van de voorwaarden en maatregelen volgens welke het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap bijzondere subsidies aan voorzieningen kan toekennen, artikel 7/1; Gelet op de omzendbrief van 11 juni 2014 met een oproep voor kandidaten voor het experiment flexibel aanbod meerderjarigen; Teneinde uitvoering te geven aan de nota Perspectief 2020 van de minister bevoegd voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; Teneinde FAM in staat te stellen: - maximaal vraaggestuurde zorg en zorg op maat aan te bieden voor meerderjarigen; - voor meerderjarigen een soepel zorgaanbod aan te bieden met vlotte overgang tussen residentiële, semi-residentiële en mobiele en ambulante ondersteuning; Ten einde te voorzien in een regelluw kader als overgangsregeling naar de persoonsvolgende financiering. Wordt overeengekomen wat volgt: 1. FAM engageert zich als projecthouder binnen het project FAM (flexibel aanbod meerderjarigen). Het project beoogt een proeftuin op te zetten, waarbij de projecthouders in samenspraak met het VAPH een kader ontwikkelen waarbinnen zorgaanbieders evolueren naar sociale ondernemers, in voorbereiding op een persoonsvolgende financiering. Deze overeenkomst betreft een vertrekkader, dat gaandeweg in zijn verschillende componenten kan verfijnd en bijgestuurd worden in overleg met de sector. 2. Erkenningen van FAM. Het detail van de erkenningen is opgenomen in bijlage 1. De erkenningsbesluiten blijven gelden en vormen het uitgangspunt van deze beheersovereenkomst. 3. FAM zal de beschikbare middelen inzetten voor het organiseren van een flexibel aanbod voor meerderjarigen met een toewijzing van minimaal het ondersteuningsveld begeleid wonen. Binnen het flexibel aanbod meerderjarigen kunnen volgende ondersteuningsfuncties worden aangeboden: 1. Dagondersteuning: ondersteuning die gedurende de dag wordt geboden. De geleverde ondersteuning is moeilijk tot niet individueel planbaar en/of toewijsbaar. De ondersteuning heeft per definitie voor een deel een niet-instrumenteel karakter en bestaat uit begeleiding en permanentie. Deze ondersteuning wordt binnen FAM uitgedrukt in dagdelen (halve of hele dagen). 1 van 14

2 2. Woonondersteuning: ondersteuning die tot doel heeft de persoon met een handicap tijdens de week te ondersteunen bij het wonen. De geleverde uren ondersteuning zijn moeilijk tot niet individueel planbaar en/of toewijsbaar. De ondersteuning heeft per definitie voor een deel een niet-instrumenteel karakter en bestaat uit begeleiding en permanentie. Deze ondersteuning wordt binnen FAM uitgedrukt in nachten. 3. Individuele ondersteuning: Deze kan bestaan uit individuele psychosociale begeleiding, individuele praktische hulp, globale individuele ondersteuning en oproepbare permanentie. Individuele psychosociale begeleiding: één-op-één begeleiding die tot doel heeft de persoon met een handicap te ondersteunen in zijn dagbesteding of wonen. Individuele praktische hulp: ondersteuning bij algemeen dagelijkse activiteiten van het leven in een één-op-één relatie. Individueel praktische hulp is hoofdzakelijk instrumenteel van aard. Globale individuele ondersteuning: combinatie van individuele begeleiding en praktische hulp. Oproepbare permanentie: beschikbaarheid van de begeleiding om na oproep binnen een bepaalde tijd niet-planbare één-op-één ondersteuning aan te bieden. 4. Groepsbegeleiding: Psychosociale begeleiding waar meer dan één persoon aan deelneemt. Deze functies kunnen vrij worden ingezet en gecombineerd met inachtneming van bepaalde regels zorgregie die door het Agentschap zullen worden gedefinieerd in overleg met de Permanente Cel. In de overeenkomst met de gebruiker wordt de afgesproken ondersteuning zoveel als mogelijk gedefinieerd in aansluiting op deze functies. 4. Gegevensverzameling m.b.t. geboden ondersteuning en outputindicatoren FAM dient voor het werkingsjaar 2015 gemiddeld evenveel of meer cliënten te ondersteunen ten opzichte van het jaar voor de opstartdatum van het flexibel aanbod meerderjarigen. Dit wordt uit de cliëntenregistratie gehaald en is terug te vinden in bijlage 3. Het "aantal begeleide cliënten" zal pro rata berekend worden aan de hand van de verhouding van het aantal begeleide dagen conform de cliëntregistratie ten opzichte van het totaal aantal dagen op jaarbasis. Daarnaast worden in voorbereiding van een regelgeving FAM outputindicatoren uitgewerkt die tevens afgestemd zijn op de ontwikkelingen binnen de persoonsvolgende financiering. FAM verbindt zich ertoe bij te dragen aan oefeningen en simulaties in dit kader. 5. Samenwerking en afspraken met andere VAPH-voorzieningen: FAM kan zich engageren om een samenwerkingsverband aan te gaan met andere VAPH-voorzieningen. Hiertoe wordt er een samenwerkingsovereenkomst afgesloten. 6. Ter uitvoering van deze overeenkomst ontvangt FAM: 6.1. Personeelssubsidies: Het historisch kader van de residentiële en semi-residentiële afdelingen vermeld in bijlage 1 wordt omgezet in personeelspunten waarbij: Basis = historisch kader 1 31 december Dit wordt verhoogd met een percentage vervanging ziekte, inclusief bijkomende VTE weekendbezetting, een percentage groeimarge voor upgrading en eventueel bijkomende personeelsuitbreidingen Het percentage vervanging ziekte wordt bepaald door het sectorgemiddelde vervanging ziekte. Voor 2015 bedraagt dit 3 %. Aanpassingen aan dit percentage worden binnen de werkgroep FAM besproken. De berekening is terug te vinden in bijlage 4. 1 Inclusief bijkomende tewerkstelling in het kader van EX-DAC projecten en arbeidszorg binnen het dagcentrum. 2 Onder meer: Uitbreidingsbeleid, protocolakkoord. 2 van 14

3 Groeimarge voor upgrading wordt jaarlijks toegevoegd aan het berekende totaal personeelspunten zoals bepaald in De groeimarge wordt bepaald door de vigerende weddedrift binnen de sector, die niet het gevolg is van anciënniteitsverhoging. Voor de berekeningen voor 2016 wordt de groeimarge bepaald op 0,1%. De daaropvolgende jaren wordt de groeimarge jaarlijks berekend en toegevoegd. De methodiek van de berekeningen wordt opgenomen in bijlage 5. De voorziening behoudt zijn pakket aan bijzondere prestaties. Indien dit door evoluties niet meer toereikend is, kan een afwijking aangevraagd worden die ter goedkeuring voorgelegd wordt aan de Minister. Projecthouders kunnen incentives verworven ten gevolge van tewerkstellingsbevorderende maatregelen, behouden, voor zoverre uitgekeerd in premies Voor de ambulante diensten wordt het kader overeenkomstig de erkenning op 1 januari 2015 omgezet in personeelspunten, met uitzondering van de diensten die al gesubsidieerd worden door middel van personeelspunten % van het puntenpakket wordt besteed aan personeelspunten voor opvoedende, verzorgende, paramedische en rechtstreeks dienstverlenende functies % van het puntenpakket kan vrijer besteed worden binnen de barema s van het paritair comité Het detail van de berekeningen is opgenomen in bijlage Werkingssubsidies: De forfaitaire werkingstoelage voor het jaar 2015 bestaat uit de hoogste werkingstoelage van de jaren 2010, 2011 en De werkingstoelage van de volgende jaren wordt bekomen door een aanpassing van dit bedrag, vermeld in bijlage 2, aan de gemiddelde index van het desbetreffende jaar, voor zover deze geen voorwerp uitmaken van een begrotingsmaatregel van de Vlaamse Regering. In de berekende forfaitaire werkingstoelage zijn begrepen alle bijkomende werkingstoelagen die niet persoonsgebonden zijn. Individueel toegekende werkingstoelagen zoals zakgeld minderjarigen en socio-culturele toelage, worden volgens de reglementaire bepalingen betoelaagd. FAM geeft het totaal socio-culturele toelage door aan het VAPH. Deze totalen zullen bijgeteld worden bij de afrekening van het subsidiedossier. Het Agentschap controleert door middel van steekproeven de correctheid van deze persoonsgebonden toelagen. FAM verleent de volledige medewerking bij deze controles. De kosten voor individueel of collectief vervoer van de personen met een handicap worden afzonderlijk volgens de reglementaire bepalingen gesubsidieerd en zijn niet mee opgenomen binnen het forfait vermeld in het eerste lid Het hoogste bedrag aan werkingstoelagen van de jaren 2010, 2011 en 2012 voor de begeleidingen die gegenereerd worden op basis van het convenant heroverweging, wordt toegevoegd bij de werkingsmiddelen Voor de ambulante diensten: de werkingstoelage die voortvloeit uit de erkenning 2015, inclusief eventuele vrijwilligersvergoedingen in het kader van begeleid wonen, naar aanleiding van de overheveling van plaatsen pleegzorg/wop Het detail van de berekeningen is opgenomen in bijlage 2. De gebruikte methodiek is terug te vinden in bijlage 6. 3 van 14

4 6.3 Bijdrageregeling: Voor iedereen die momenteel gebruik maakt van residentiële en semi-residentiële ondersteuning: de wettelijke regeling zoals vastgesteld in het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juli 1983 tot vaststelling van de financiële bijdrage van de personen met een handicap, geplaatst ten laste van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap. Het totaalbedrag aan bijdragen dat tijdens het jaar van de hoogste werkingstoelage, zoals vermeld in punt 6.2.1, van de subsidie werd afgetrokken, vormt het basisbedrag aan bijdragen dat tijdens de volgende werkingsjaren in mindering van de subsidie wordt gebracht. Dit principe wordt na een werkingsjaar geëvalueerd. Indien nodig wordt dit principe in onderling overleg met de werkgroep FAM aangepast. Voor de anderen: bijdrage in de woon- en leefkost. Dit houdt in dat gebruikers geen recht hebben op de individueel toegekende werkingstoelagen zoals socio-culturele toelage en zakgeld minderjarigen. Voor nieuwe instromers wordt bepaald of de regeling, vermeld in het eerste lid, dan wel de regeling, vermeld in het derde lid, wordt toegepast. Iedereen die momenteel ondersteund wordt door een dienst beschermd wonen of geïntegreerd wonen en een bijdrage voor dagbesteding betaalt, zal diezelfde bijdrage blijven betalen als hij gebruik maakt van de functie dagondersteuning. Voor de functie individuele psychosociale begeleiding kan een bedrag worden gevraagd zoals bepaald in art.12 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 1996 betreffende de erkenning en subsidiëring van thuisbegeleidingsdiensten voor personen met een handicap. Bij alle bijdragen zijn er enkel maxima wettelijk bepaald. De voorziening mag echter minder dan deze maxima of niets vragen aan zijn gebruikers. Voor ADL-ondersteuning, individuele praktische hulp, globale individuele ondersteuning, oproepbare permanentie en groepsbegeleiding mag geen bijdrage gevraagd worden. De voorziening zal niet eenzijdig bestaande overeenkomsten met gebruikers opzeggen en wijzigen. Overstappen naar een andersoortige bijdrageregeling kan maar na overleg met de gebruiker. 6.4 Wijze van uitbetaling: De personeelssubsidies en de werkingstoelagen worden per maand betaald op basis van de anciënniteit, functie en prestatie-eenheid voor de zo recente mogelijke contracten ingegeven in ISIS. De personeelsgegevens dienen aangeleverd via ISIS binnen de gestelde deadlines Het Agentschap streeft naar een afrekening en uitbetaling van het dossier voor 31 december volgend op het werkingsjaar FAM kan maximaal 5% van de personeelspunten bepaald onder en omzetten in werkingsmiddelen tegen een bedrag per personeelspunt dat jaarlijks door het Agentschap wordt bepaald door de totale subsidiekost van de voorzieningen te delen door het totaal aantal gesubsidieerde personeelspunten. Dit bedrag wordt slechts uitbetaald op voorwaarde dat er over de aanwending van het bedrag overleg is gepleegd met de gebruikers- en werknemersvertegenwoordiging en dat er op transparante wijze over wordt gerapporteerd aan het Agentschap. 7. Volgende middelen vallen niet onder toepassing van deze beheersovereenkomst: 7.1. persoonsvolgende convenanten 7.2. persoonsvolgende convenanten in kader van het protocol noodsituatie 7.3. personeelspunten toegewezen in kader van Rechtstreeks Toegankelijke Hulp 4 van 14

5 Personeelsleden die gesubsidieerd worden onder de stelsels vermeld in 7.1. en 7.2. en 7.3. kunnen niet gesubsidieerd worden met toepassing van artikel en De bedragen van de persoonsvolgende convenanten zullen worden omgezet in personeelspunten en werkingsmiddelen. De methodiek hieromtrent is terug te vinden in bijlage 7. Voor alle personeelssubsidies in de vorm van personeelspunten zal een geïntegreerde afrekening worden gehanteerd. 8. Uiterlijk op 30 juni volgend op het werkingsjaar dient FAM een afrekeningsoverzicht in. Het Agentschap bepaalt de vorm en de inhoud van het afrekeningsoverzicht. Het model van subsidiedossier wordt vanaf het afrekeningsjaar 2015 op het einde van het werkingsjaar aan de projecthouders ter beschikking gesteld. 9. Op basis van de registratie van het aantal cliënten en het aantal begeleidingsovereenkomsten zal jaarlijks een tussentijdse evaluatie plaatsvinden. Het VAPH houdt er aan om tijdig met de projecthouders in overleg te treden indien er mogelijk moeilijkheden zijn bij het behalen van de outputindicatoren. 10. FAM zal medewerking verlenen en de nodige inlichtingen en documenten verschaffen aan de inspecteurs van het Agentschap Zorginspectie die toezicht houden op de uitvoering van deze beheersovereenkomst. 11. De beheersovereenkomst wordt gesloten voor een duur van 3 jaar en gaat in op 1 januari De beheersovereenkomst kan verlengd worden voor zover daartoe een rechtsgrond bestaat. Wanneer nieuwe regelgeving tot stand is gekomen die de werking van het FAM bestendigt, engageren beide partijen zich om deze overeenkomst in overeenstemming te brengen met de nieuwe regelgeving FAM. 12. Indien er bij het verstrijken van deze beheersovereenkomst geen regelgeving ontworpen is die de werking van het FAM bestendigt, engageren beide partijen zich om ten laatste zes maanden voor het verstrijken van de overeenkomst deze aan te vullen met afspraken die de rechtszekerheid van de organisatie, de medewerkers en cliënten waarborgt in de periode noodzakelijk om de experimentele regelluwte opnieuw in overeenstemming te brengen met de geldende regelgeving van het Agentschap. 13. Deze beheersovereenkomst kan enkel gewijzigd of vroegtijdig beëindigd worden mits akkoord van beide partijen, en het in acht nemen van een wijzigings- of opzeggingstermijn van zes maanden, tenzij in onderling akkoord een andere termijn overeengekomen wordt. Eventuele geschillen betreffende de verplichtingen van de partijen kunnen in gemeenschappelijk overleg geregeld worden. Indien dit onmogelijk blijkt, kunnen de partijen het advies vragen van één of meerdere door beide partijen aanvaarde externe experten. Bij gebrek aan overeenstemming zijn uiteindelijk de rechtbanken van het gerechtelijk arrondissement bevoegd om eventuele geschillen te beslechten. in 2 exemplaren op X december Voor FAM Voor het Agentschap James Van Casteren Administrateur-generaal 5 van 14

6 BIJLAGE 1 : DETAIL VAN DE ERKENNINGEN Naam afdeling Erkenningsnummer Zorgvorm Plaatsen/personeelspunten 6 van 14

7 BIJLAGE 2 : SUBSIDIEERBARE MIDDELEN - WERKINGSMIDDELEN Naam van de voorziening: 0 Erkenningsnummers: Residentieel en semi-residentieel Ambulant Dagcentrum Tehuis werkenden TNW: b en Nursing Kortverblijf Begeleid Wonen Beschermd wonen Geïntegreerd wonen Inclusieve ondersteuning Overzicht dagcentrum tehuis werkenden tehuis niet-werkenden kort verblijf TOTAAL: MAXIMUM: - werking 2015 begeleid wonen - beschermd wonen - geïntegreerd wonen - TOTAAL: - TOTAAL BEDRAG WERKINGSMIDDELEN: 0,00 7 van 14

8 BIJLAGE 2: SUBSIDIEERBARE MIDDELEN - PERSONEELSPUNTEN Naam van de voorziening: Erkenningsnummers: Residentieel en semi-residentieel Dagcentrum Tehuis werkenden TNW: b en Nursing Kortverblijf TOTAAL AANTAL PERSONEELSPUNTEN FAM 2015: Ambulant Begeleid Wonen Beschermd wonen Geïntegreerd wonen Inclusieve ondersteuning #DEEL/0! Overzicht punten per afdeling: residentieel semi-residentieel BASISJAAR Dagcentrum Tehuis werkenden TNW: b en Nursing Kortverblijf Dossier 2011 Punten Plafond Punten Plafond Punten Plafond Punten Plafond Subtotaal #DEEL/0! #DEEL/0! #DEEL/0! #DEEL/0! Verhoging ziekte #DEEL/0! #DEEL/0! #DEEL/0! #DEEL/0! SUBTOTAAL 1 Totaal: #DEEL/0! #DEEL/0! #DEEL/0! #DEEL/0! #DEEL/0! Dossier 2012 #DEEL/0! #DEEL/0! #DEEL/0! #DEEL/0! Verhoging 0,7% #DEEL/0! #DEEL/0! #DEEL/0! #DEEL/0! Verhoging ziekte #DEEL/0! #DEEL/0! #DEEL/0! #DEEL/0! SUBTOTAAL 2 Totaal #DEEL/0! #DEEL/0! #DEEL/0! #DEEL/0! #DEEL/0! Dossier 2013 #DEEL/0! #DEEL/0! #DEEL/0! #DEEL/0! Verhoging 0,7% #DEEL/0! #DEEL/0! #DEEL/0! #DEEL/0! Verhoging ziekte #DEEL/0! #DEEL/0! #DEEL/0! #DEEL/0! SUBTOTAAL 3 Totaal #DEEL/0! #DEEL/0! #DEEL/0! #DEEL/0! #DEEL/0! Dossier 2014 #DEEL/0! #DEEL/0! #DEEL/0! #DEEL/0! Verhoging 0,7% #DEEL/0! #DEEL/0! #DEEL/0! #DEEL/0! Verhoging ziekte #DEEL/0! #DEEL/0! #DEEL/0! #DEEL/0! SUBTOTAAL 4 Totaal #DEEL/0! #DEEL/0! #DEEL/0! #DEEL/0! #DEEL/0! Extra Dagcentrum Tehuis werkenden TNW: B en Nursing Kortverblijf Subtotaal 0,00 0,00 0,00 0,00 Verhoging ziekte 0,00 0,00 0,00 0,00 SUBTOTAAL 5 Totaal 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 TOTAAL 1 FAM #DEEL/0! (subtotaal 4 + subtotaal 5) 8 van 14

9 BIJLAGE 3: BEREKENING AANTAL TE ONDERSTEUNEN CLIËNTEN Aangezien uw FAM in 2015 start, is het nog niet mogelijk de exacte cijfers van het aantal te ondersteunen cliënten mee te delen aangezien dit cijfer gebaseerd is op de cliëntenregistratie van Deze zal pas volledig aan het VAPH bekend zijn eind januari Een exact cijfer zal worden meegedeeld in de loop van februari Methodiek De begeleidingsovereenkomsten van jaar 2014 worden gebundeld per MFC. Alle gebruikers die een volledig jaar aanwezig waren volgens de cliëntregistratie worden voor 100% meegerekend. Indien de begeleidingsovereenkomst geen volledig jaar loopt, wordt het aantal gebruikers pro rata omgezet. Dit gebeurt door het verschil te nemen tussen de start- en einddatum in de cliëntregistratie en hierbij de verhouding te nemen ten opzicht van het aantal dagen in dit jaar (Voor 2014: 365). Indien gebruikers gelijktijdig meerdere begeleidingsovereenkomsten lopende hadden in het referentiejaar wordt het grootste aantal aanwezigheidsdagen van dat jaar meengenomen in de berekening. Het te behalen cijfer voor 2015 zal dan gelijk zijn aan het resultaat of hoger. In bovenstaande berekening werd geen rekening gehouden met cliënten die enkel van de werkvorm logeren en/of kortverblijf gebruik hebben gemaakt. De gebruikers opgenomen via persoonsvolgend convenant en via BVR van 22 februari 2013 betreffende rechtstreeks toegankelijke hulp voor personen met een handicap worden niet meegerekend in bovenstaande berekening. 9 van 14

10 BIJLAGE 4: BEREKENING PERCENTAGE VERVANGING ZIEKTE Op de functies opvoedend, hoofdopvoeder, opvoeder groeps-chef en paramedisch kan de voorziening aanspraak maken op een verhoging met 3% van de punten voor deze functies, maar alleen indien het reëel kader van het referentiejaar het maximumkader niet overschrijdt. Jaarlijks wordt dit puntenaantal 3% aan de punten toegevoegd. De berekening zal worden meegedeeld in de loop van februari van 14

11 BIJLAGE 5: METHODIEK VOOR DE BEREKENING VAN DE GROEIMARGE (WEDDEDRIFT) De weddedrift, waar de groeimarge aan gelijkgesteld wordt, is de procentuele verhoging van de totale loonkost tussen twee op elkaar volgende jaren op sectorniveau. Het gaat enkel om verhogingen van de loonkost omwille van promoties binnen het personeelsbestand. Om de weddedrift concreet te gaan bepalen wordt er naar de verhouding van de gesubsidieerde bezoldiging gekeken. Indexsprongen en anciënniteiten worden uit de cijfers gefilterd. Daarnaast wordt er ook gecorrigeerd voor VIA4, het protocolakkoord en het uitbreidingsbeleid. Nadat deze zijn afgetrokken wordt het verschil in aantal VTE s tussen de twee jaren in rekening gebracht zodanig dat men tot vergelijkbare cijfers komt. Als men hiervan de verhouding neemt, krijgt men de weddedrift. Als bovenstaande berekening wordt toegepast op het jaar 2012 ten opzichte van het jaar 2011 krijgen we een verhouding van 1,001 wat betekent dat er een weddedrift is van 0,1%. Afgewerkte Subsidieerbaar Subsidieerbare Gemiddelde afdelingen kader (FTE) bezoldigingen (euro) per FTE Dienstjaar , , , , , ,84-137, ,90 0, , , ,84-7, , ,84 Berekeningsbasis , , ,84 Dienstjaar , , , , , , , ,60 Berekeningsbasis , , ,51 Loonlast , ,84 Loonlast , ,51 Verhouding 1, , Weddedrift 0,1% 11 van 14

12 BIJLAGE 6: METHODIEK VOOR DE BEREKENING VAN DE WERKINGSTOELAGE De berekening van de werkingskosten vermeld in de beheersovereenkomst gebeurt op basis van de drie laatst afgerekende jaren. Het voordeligste bedrag wordt in de beheersovereenkomst opgenomen. De berekeningsmethodiek gebeurt als volgt: FAM die start in jaar X: bedragen worden als volgt berekend voor X-5, X-4 en X-3: (I dagen X I prijs)+(f dagen X F prijs) Vermeerderd met volgende niet-cliëntgebonden supplementen en premie: Kampsupplement Logeersupplement Vervoersupplement Flexibiliseringspremie Verminderd met: Personeelskosten Vervoerskosten dagcentrum (bedrag vervoer X onderhoudsdagen) Om vervolgens de vergelijking te maken worden alle jaren aangepast aan mogelijke indexaanpassingen tot jaar X-3. Het hoogste bedrag na deze aanpassing wordt tenslotte aangepast aan mogelijke indexaanpassingen tot jaar X. In onderstaande tabel wordt deze methode weergegeven met voorbeeldcijfers. Berekende werkingskost a.d.h.v. I en F dagen en prijzen Berekende werkingskost geïndexeerd naar X-3 Hoogste bedrag geïndexeerd naar Jaar X Jaar X-5 Jaar X-4 Jaar X X (1.1951/1.1717)= n.v.t X (1.1951/1.1874)= n.v.t X (1.1951/1.1951) = (In voorbeeld geen indexsprong tussen jaar X-3 en jaar X) Wanneer FAM het volgende jaar geen uitbreiding krijgt, wordt het bedrag dat ze kregen het vorige jaar gewoon geïndexeerd op volgende wijze: FAM WK Jaar X X gemiddelde index Jaar X = FAM WK Jaar X+1 Bij uitbreiding of reconversie wordt de werkingstoelage pro rata aangepast. Dit vereist een nieuwe ondertekening van de bijlage. Hierbij moet rekening gehouden worden gehouden met de datum van wijziging capaciteit en kan dus ook leiden tot pro rata verdeling. 12 van 14

13 Werkingskosten ambulante diensten Voor beschermd wonen, geïntegreerd wonen, begeleid wonen en zelfstandig wonen wordt er een bedrag per plaats als werkingskost gegeven. Voor een plaats beschermd wonen worden de bedragen woonbegeleiding en dagbegeleiding samen toegekend. De bedragen in onderstaande tabel gelden vanaf 2014 en kunnen eventueel wijzigen. jaarbedrag euro/plaats begeleid wonen 1.179,05 beschermd wonen woonbegeleiding 631,95 beschermd wonen dagbegeleiding 778,29 geïntegreerd wonen 2.019,77 zelfstandig wonen 2.943,34 Wanneer er uitbreiding is kan het bedrag dat per plaats wordt toegekend bij het totaal worden bijgerekend. 13 van 14

14 BIJLAGE 7: METHODIEK OMZETTING BEDRAGEN PERSOONSVOLGENDE CONVENANT Binnen de beheersovereenkomst opteren we voor een geïntegreerde afrekening. Om dit te bewerkstelligen, dienen we het totaal aantal middelen dat vanuit verschillende PVC s wordt bekomen (euro) om te zetten in personeelspunten. Afspraak : deze omrekensleutel mag er niet toe leiden dat er minder uren ondersteuning wordt geleverd. Indien dit blijkt, signaleert u dit aan het VAPH. Deze sleutel is er enkel om de geïntegreerde afrekening en de bepaling en uitbetaling van de voorschotten te faciliteren. Omrekensleutel : 1. Berekening van het gemiddelde loon opvoeder klasse 1 met 5 jaar anciënniteit. Inclusief de werkgeverforfait zonder loontoeslagen. Voor het jaar 2015 bedraagt dit ,14 euro. 2. We delen 73% van de toegekende enveloppe door het loon, bekomen in 1. De resterende 7% is een richtbedrag dat kan worden aangewend voor de variabele prestaties en 20% voor de werkingskosten. 3. Dit quotiënt levert het aantal inzetbare VTE opvoeder klasse 1 op. 4. Omzetting naar personeelspunten door resultaat in 3. Te vermenigvuldigen met 71 personeelspunten. 5. Dit resultaat geeft het aantal inzetbare personeelspunten per persoonsvolgend convenant in elke zorgvorm op jaarbasis. In onderstaand overzicht worden zowel de zorgvormen voor meerder- als minderjarigen opgenomen. Afhankelijk van het feit of de voorziening erkend is voor FAM en/ of MFC kunnen de zorgvormen voor meerder- en/ of minderjarigen worden aangeboden. Omrekeningstabel: Bedrag 100% Bedrag 73% 7% 20% VTE Personeelspunten Internaat , , ,2 0, , Zuiver Semi -internaat schoolgaand , , Zuiver niet schoolgaand , , ,4 0, , Dagcentra , , , , Observatie en behandelingscentrum , , ,2 1, , Tehuis werkenden , , ,2 0, , Tehuis niet-werkenden Bezigheid , , ,2 0, , Nursing , , ,6 1, , Tehuis Kortverblijf , , ,8 1, , Begeleid wonen ,64 718, ,6 0, , Beschermd wonen ,8 1425, , , Zelfstandig wonen , , ,8 0, , Geïntegreerd wonen , , ,6 0, , Woonondersteuning Bezigheid , , ,2 0, , Woonondersteuning Nursing , , ,6 0, , van 14