Verzet. 2.1 Inleiding; wettelijke regeling; terminologie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Verzet. 2.1 Inleiding; wettelijke regeling; terminologie"

Transcriptie

1 2 Verzet 2.1 Inleiding; wettelijke regeling; terminologie Voor de gewone dagvaardingsprocedure geldt dat de gedaagde die niet is verschenen met als gevolg dat de rechter in een verstekvonnis beslist zonder hem te horen door het instellen van verzet alsnog kan bewerkstelligen dat hij in de gelegenheid gesteld wordt verweer te voeren tegen eisers stellingen. Dit verweer vindt dan plaats in een procedure voor de rechter die het verstekvonnis heeft gewezen. Aldus wordt de aanvankelijke procedure die als gevolg van het niet verschijnen van de gedaagde vroegtijdig was geëindigd met een verstekvonnis, alsnog op tegenspraak voortgezet. Het rechtsmiddel verzet staat slechts open voor de gedaagde, niet voor de eiser. Laatstgenoemde heeft hieraan ook geen behoefte. De rechter die het verstekvonnis heeft gewezen is, naar men moet veronderstellen, genoegzaam op de hoogte van eisers standpunt, zodat het voor hem geen zin heeft zich nogmaals tot deze rechter te wenden. Heeft de eiser in eerste instantie geheel of ten dele ongelijk gekregen dan kan hij zich in de regel via hoger beroep en/of cassatie tot een hogere rechter wenden. De wettelijke regeling van het verzet vindt men in art , welke artikelen afdeling 8 (opschrift: Verzet) vormen van titel 2 (opschrift: De dagvaardingsprocedure in eerste aanleg) van Boek I Rv. Verzet is een gewoon rechtsmiddel dat de tenuitvoerlegging van het aangevallen vonnis schorst, tenzij dat vonnis uitvoerbaar bij voorraad was verklaard (art. 145; zie ook nr. 1.8). Een ander woord voor verzet is oppositie. Degene die verzet instelt wordt ook wel opposant genoemd. De oorspronkelijke eiser die in de verzetsprocedure als gedaagde optreedt noemt men ook wel geopposeerde. 2.2 Beperking tot dagvaardingsprocedures De genoemde wettelijke regeling in art betreft dagvaardingsprocedures. De algemene wettelijke regeling van de verzoekschriftprocedures kent niet de mogelijkheid van het rechtsmiddel verzet; de niet-verschenen partij die in het geweer wil komen tegen een hem onwelgevallige beslissing van de rechter is in verzoekschriftprocedures aangewezen op het rechtsmiddel hoger beroep, 15

2 2.3 Verzet behalve in die gevallen waarin de wetgever bij wijze van uitzondering toch de mogelijkheid van verzet heeft opengesteld, zoals in art. 8 en 10 Fw. De verdere bespreking in dit hoofdstuk van het rechtsmiddel verzet betreft slechts de voor dagvaardingsprocedures geldende art Tegen welke uitspraken staat verzet open? Art. 143 lid 1 luidt: De gedaagde die bij verstek is veroordeeld, kan daartegen verzet doen. Men moet het woord veroordeeld hier niet letterlijk nemen. De strekking van de bepaling is om tegen ieder verstekvonnis, waarbij de eis geheel of ten dele is toegewezen, het rechtsmiddel verzet open te stellen. Dit betekent dat dit rechtsmiddel niet alleen tegen condemnatoire, maar ook tegen constitutieve en declaratoire vonnissen openstaat. Ook tegen door de voorzieningenrechter in kort geding gegeven beslissingen kan verzet worden gedaan; dit verzet moet eveneens voor de voorzieningenrechter worden gebracht (art. 259). Op de hoofdregel dat de gedaagde die bij verstek is veroordeeld, daartegen verzet kan doen, bestaat een aantal wettelijke uitzonderingen. De belangrijkste uitzondering is vermeld in art Het betreft hier het geval dat er in één zaak meer gedaagden zijn en niet alle gedaagden ten processe zijn verschenen. Tegen de niet-verschenen gedaagden wordt dan verstek verleend en tussen de eiser en de wel verschenen gedaagden wordt voortgeprocedeerd op tegenspraak. Genoemd artikellid bepaalt dat in zo n procedure één vonnis wordt gewezen, dat als een vonnis op tegenspraak wordt beschouwd. Het gevolg hiervan is dat het rechtsmiddel verzet tegen zo n vonnis niet openstaat. De niet-verschenen gedaagde verliest derhalve een instantie en is voor het voeren van zijn verweer aangewezen op hoger beroep. Er zijn nog meer wettelijke bepalingen, die het instellen van verzet uitsluiten, bijvoorbeeld art. 2:92a lid 2, 2:201a lid 2 en 3:27 lid 2 BW. Niet alleen in eerste instantie, maar ook in hoger beroep en cassatie kan de gedaagde verstek laten gaan, waarna een verstekuitspraak volgt. Tegen een in appel bij verstek gegeven beslissing kan de geïntimeerde in verzet komen. Uit art. 353 volgt dat de regeling van de verzetprocedure in eerste aanleg ook van toepassing is in de appelprocedure. De mogelijkheid om in verzet te komen tegen een door de Hoge Raad in cassatie gegeven verstekbeslissing (art. 418a) wordt sterk ingeperkt door art. 425, dat verzet slechts toelaat wanneer er een grond is tot nietigverklaring van de cassatiedagvaarding of wanneer cassatieberoep is ingesteld na het verstrijken van de cassatietermijn. 16

3 Verzettermijn Samenloop van verzet en hoger beroep Zoals in nr. 2.1 reeds is aangegeven staat het rechtsmiddel verzet open voor de gedaagde die bij verstek is veroordeeld en kan de eiser die in het ongelijk gesteld is eventueel hoger beroep instellen. In het geval in een verstekvonnis de vorderingen van de eiser slechts gedeeltelijk zijn toegewezen zal de gedaagde in beginsel verzet kunnen instellen tegen het toewijzende gedeelte van het vonnis terwijl de eiser kan appelleren tegen het vonnis, voor zover zijn vorderingen zijn afgewezen. Indien ieder van hen het hem toekomende rechtsmiddel zou instellen zou dit leiden tot twee procedures over dezelfde zaak, hetgeen onwenselijk is. De oplossing voor dit samenloopprobleem is in beginsel eenvoudig: wie het eerst komt, die het eerst maalt. Dit betekent dat, nadat verzet door de gedaagde is ingesteld, vervolgens hoger beroep tegen het verstekvonnis voor de eiser niet meer openstaat. De omgekeerde situatie is wèl in de wet geregeld: art. 335 lid 1 bepaalt dat, indien de eiser heeft geappelleerd tegen het verstekvonnis, de gedaagde niet meer gebruik kan maken van het rechtsmiddel verzet. Zie nader over de problemen van samenloop van deze rechtsmiddelen: Ynzonides 1996, nr Verzettermijn De verzettermijn is geregeld in art. 143 lid 2 en 3. In gewone gevallen bedraagt de termijn vier weken. Dit geldt ook voor een in kort geding gewezen verstekvonnis. De termijn wordt verlengd tot acht weken in de gevallen dat de veroordeelde op het tijdstip als bedoeld in art. 143 lid 2 geen bekende woon- of verblijfplaats in Nederland heeft, maar zijn woon- of verblijfplaats buiten Nederland wèl bekend is. Onverkorte toepassing van de regeling van de verzettermijn moet achterwege blijven indien dit tot een resultaat leidt dat niet voldoet aan de eisen van een eerlijk proces als bedoeld in art. 6 EVRM, en wel in het bijzonder in een situatie waarin een bij verstek veroordeelde pas in het stadium van tenuitvoerlegging met het veroordelend vonnis bekend raakt. Aldus HR 26 maart 2010 (Azeta/ Chili), NJ 2010, 526; HR 16 januari 2004 (Jamaloeddin/Bodha), NJ 2005, 191 en eerder HR 25 februari 2000 (Stienstra/Weijters), NJ 2000, 509. De verzettermijn kan op drie manieren beginnen: 1. Door betekening in persoon aan de veroordeelde van het verstekvonnis of van enige uit kracht daarvan opgemaakte of ter uitvoering daarvan strekkende akte (art. 143 lid 2 eerste volzin). Voorbeelden van de hier bedoelde akten zijn het bevel om aan de executoriale titel te voldoen (art. 439 lid 1) en het beslagexploot (art. 440 lid 1). 17

4 2.5 Verzet Betekening in persoon is niet alleen mogelijk aan natuurlijke personen, maar ook aan rechtspersonen, vennootschappen onder firma en commanditaire vennootschappen (art. 49, 50 en 51 lid 1 (steeds de laatste zin)). Zie voor betekening aan de staat art. 48. Indien de deurwaarder degene voor wie het exploot bestemd is wel aantreft, doch deze weigert om het exploot in ontvangst te nemen, wordt hij niettemin geacht het afschrift in persoon te hebben ontvangen (art. 46 lid 3). Betekening in het buitenland kan onder bepaalde omstandigheden ook gelden als betekening in persoon (art. 55 lid 2 en 56 lid 4). Door betekening op een andere wijze dan in persoon, bijvoorbeeld door betekening aan de woonplaats als bedoeld in art. 46 en 47, gaat de verzettermijn niet lopen. Voor een aantal speciale gevallen bevat de wet een uitzondering op het vereiste van betekening in persoon. Zie art. 3:29 lid 3, 3:301 lid 2, 5:32 lid 4, 5:35 lid 3 en 6:260 lid 4 BW. 2. Doordat de veroordeelde een daad pleegt, waaruit noodzakelijk voortvloeit dat het verstekvonnis of de aangevangen tenuitvoerlegging hem bekend is (eveneens art. 143 lid 2 eerste volzin). De bekendheid moet zien op de hoofdinhoud van het verstekvonnis. Zie HR 12 februari 1954, NJ 1954, 194 en HR 12 februari 1997, NJ 1997, 377. Van een daad van bekendheid is sprake wanneer de veroordeelde enige daad heeft gepleegd waaruit noodzakelijk voortvloeit dat het vonnis aan hem bekend is. Dat is pas het geval als die daad naar buiten maar niet noodzakelijk tegenover de wederpartij of diens raadsman is verricht en de hiervoor bedoelde bekendheid daaruit ondubbelzinnig volgt. Aldus HR 23 september 2005, NJ 2005, 487. In HR 9 oktober 2009 (Shamshum/Mahuko), NJ 2009, 491 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de maatstaf van art. 143 lid 2 Rv inhoudt dat de veroordeelde zelf een handeling moet hebben verricht waaruit ondubbelzinnig valt op te maken dat hij over voldoende gegevens met betrekking (de inhoud van) zijn veroordeling beschikt om zich daartegen tijdig en adequaat te kunnen verzetten. Het criterium wordt door de Hoge Raad zeer streng toegepast. Zo impliceert voldoening aan een veroordeling niet in alle gevallen een daad waaruit de bekendheid noodzakelijk voortvloeit (HR 10 december 1954, NJ 1955, 252). Ook wanneer een veroordeelde een afschrift van een vonnis in ontvangst neemt en een verklaring van ontvangst ondertekent, zijn dit geen daden van bekendheid als hier bedoeld; ontvangst van het vonnis impliceert immers niet noodzakelijk dat het vonnis ook gelezen is (HR 18 november 1966, NJ 1967, 34). Zelfs door het enkele aanhoren van het vonnis pleegt de veroordeelde geen daad waaruit noodzakelijk voortvloeit dat het vonnis hem bekend is, ook al zou moeten worden aangenomen dat hij door dat aanhoren globaal van de inhoud van het verstekvonnis op de hoogte is geraakt (HR 23 september 2005, NJ 2005, 487). Het in een buitenlandse procedure door een buitenlandse advocaat in het geding brengen van een 18

5 Procesverloop 2.6 note waarin bezwaar wordt gemaakt tegen registratie van het verstekvonnis kan wel als een daad van bekendheid gelden. Zie HR 2 oktober 2009 (Bangladesh/Tulip), NJ 2009, Door tenuitvoerlegging van het vonnis. Volgens art. 143 lid 3 begint de verzettermijn ook te lopen op de dag waarop het vonnis ten uitvoer is gelegd. Omdat het bij executie vaak om een reeks van handelingen gaat, geeft art. 144 nader aan welke van die handelingen hier doorslaggevend zijn. Zo begint de verzettermijn in geval van een executoriaal verhaalsbeslag op de dag waarop de executoriale verkoop van beslagen goederen heeft plaatsgevonden (art. 144 sub a). Behalve door het verstrijken van de verzettermijn kan het rechtsmiddel verzet ook door berusting verloren gaan (art. 143 lid 4; zie over berusting nr. 1.7). 2.6 Procesverloop De verzetprocedure begint door de uitbrenging van een exploot van dagvaarding (art. 143 lid 2) door de opposant (de aanvankelijk niet-verschenen gedaagde). Uit het feit dat de wet het verzetexploot uitdrukkelijk als dagvaardingsexploot classificeert volgt dat met betrekking tot het verzetexploot de bepalingen van afdeling 1.6 (Exploten) en afdeling 2.4 (Dagvaarding) van Boek I Rv van toepassing zijn. Het verzetexploot bevat: 1. de aanzegging dat de opposant in verzet komt tegen het tussen partijen gewezen verstekvonnis; 2. de dagvaarding van geopposeerde om op een bepaalde roldatum, voor de rechter die het verstekvonnis heeft gewezen, te verschijnen teneinde verder te procederen; 3. uit de tekst art. 146 lid 1, waarin art. 111 lid 2 sub d expliciet niet van toepassing is verklaard op het verzetexploot, zou kunnen worden afgeleid dat niet langer vereist is dat het verzetexploot de gronden van het verzet bevat. Die conclusie is niet juist. De gronden zijn het verweer tegen de stellingen van de oorspronkelijke eiser, welk verweer in een procedure die van meet af aan contradictoir is, in de conclusie van antwoord staat. In de parlementaire geschiedenis (Nota II, Kamerstukken II , , nr. 5, p. 6) staat dat uit art. 147 volgt dat het exploot van verzet als conclusie van antwoord geldt. Kennelijk is bedoeld dat ten aanzien van het verzetexploot ook de voor de conclusie van antwoord geldende eisen van toepassing zijn: die conclusie moet met redenen omkleed zijn (art. 128 lid 2); 4. de vordering (petitum) strekkende tot vernietiging van het verstekvonnis en tot het alsnog afwijzen van de vorderingen van de oorspronkelijke eiser met veroordeling van laatstgenoemde in de kosten van het geding. 19

6 2.6 Verzet Van groot belang voor de verzetprocedure is de beginselbepaling van art. 147, inhoudende dat door het verzet de instantie wordt heropend en dat de verzetprocedure op dezelfde wijze verloopt als de gewone procedure die van meet af aan contradictoir is, met dien verstande dat het exploot van verzet als conclusie van antwoord geldt. Dit beginsel van art. 147 heeft de volgende consequenties: 1. het verweer van art. 110 (beroep op relatieve onbevoegdheid) dat de oorspronkelijke gedaagde (thans opposant) vóór alle weren ten gronde naar voren moet brengen dient op straffe van verval in de verzetdagvaarding te worden opgenomen; 2. het voorschrift van concentratie van het verweer (art. 128 lid 3) geldt ook in de verzetprocedure, met dien verstande dat de opposant al zijn excepties en zijn antwoord ten principale in de verzetdagvaarding naar voren moet brengen; 3. opposant zal in de verzetdagvaarding ook de bewijsmiddelen die zijn stellingen ondersteunen en de getuigen die hij daartoe kan horen moeten vermelden (art. 146 lid 1 jo. 128 lid 5); 4. een eis in reconventie, die in een direct contradictoire procedure bij het antwoord moet worden ingesteld (art. 137), dient in de verzetprocedure, inclusief de gronden waarop die eis berust, opgenomen te worden in de verzetdagvaarding (art. 146 lid 2). Door het uitbrengen van de verzetdagvaarding wordt de verzetprocedure aanhangig, behoudens de mogelijkheid dat de aanhangigheid vervalt indien het verzetexploot niet tijdig ter griffie wordt ingediend (art. 125). De verzetprocedure wordt beschouwd als een procedure op tegenspraak. Dit betekent dat de in de procedure te wijzen vonnissen gelden als contradictoire vonnissen. Dat is ook zo als een van de partijen in de verzetprocedure (wederom) niet verschijnt. Die niet-verschijning zal veelal tot gevolg hebben dat de vorderingen van de wel verschenen wederpartij, als niet of onvoldoende weersproken, zullen worden toegewezen. Tegen zo n vonnis staat het rechtsmiddel verzet niet wederom open. Eventueel kan de veroordeelde tegen het vonnis overeenkomstig de daarvoor geldende regels hoger beroep of cassatie instellen. Het gewone verloop van een verzetprocedure is krachtens art. 147 jo. 125 e.v. als volgt. Het exploot van verzet geldt als conclusie van antwoord (art. 147). Overeenkomstig art. 131 zal de rechter een comparitie van partijen bevelen, tenzij hij oordeelt dat de zaak daarvoor niet geschikt is. Voorts kan overeenkomstig art. 132 aan partijen de gelegenheid geboden worden tot repliek en 20

7 Proceskosten 2.7 dupliek en kunnen partijen pleidooi vragen (art. 134). Na eventuele tussenvonnissen zal een eindvonnis volgen, dat volgens de gewone regels al dan niet vatbaar is voor hoger beroep of cassatie. Art. 148 betreft de mogelijkheid van verval van instantie. De wet gaat ervan uit dat door verzet tegen een verstekvonnis de instantie wordt heropend. Art. 148 bepaalt uitdrukkelijk dat een reeds gewezen verstekvonnis vervalt in geval van verval van instantie in de verzetprocedure. Men zie voor de gevolgen van verval van instantie art Afstand van instantie tijdens de verzetprocedure is niet meer mogelijk door de nieuwe regeling van de afbreking van instantie (MvT, Kamerstukken II , , nr. 3, p. 8). 2.7 Proceskosten De hoofdregel de verliezer betaalt (art. 237 lid 1 zegt: De partij die bij vonnis in het ongelijk wordt gesteld, wordt in de kosten veroordeeld ) geldt in beginsel ook voor de verzetprocedure. Een gerechtvaardigde uitzondering op dit beginsel wordt genoemd door art. 141, dat als volgt luidt: De kosten die een gevolg zijn van het feit dat een partij niet in het geding is verschenen, komen ten laste van die partij, tenzij verstek was verleend op een dagvaarding die nietig wordt verklaard. Men mag van iemand, die op deugdelijke wijze is opgeroepen om in rechte te verschijnen, verwachten dat hij op komt dagen. Verschijnt hij niet dan is het redelijk dat de daardoor veroorzaakte kosten voor zijn rekening komen. Men kan hier denken aan de kosten van betekening van het verstekvonnis en de kosten van het uitbrengen van de verzetdagvaarding. Deze kosten blijven dus voor rekening van de niet-verschenen oorspronkelijke gedaagde, ook al wordt hij in de verzetprocedure geheel in het gelijk gesteld. 21

8 3 Hoger beroep 3.1 Inleiding; terminologie; wettelijke regeling; functies Hoger beroep is een middel voor een partij, die in een procedure op tegenspraak in eerste instantie geheel of gedeeltelijk in het ongelijk is gesteld, om via een procedure voor een hogere rechter, alsnog een voor hem gunstiger beslissing te verkrijgen. Een ander woord voor hoger beroep is appel. Degene die hoger beroep instelt heet appellant, zijn wederpartij geïntimeerde. Voor de geïntimeerde bestaat de mogelijkheid om zijnerzijds in de door de appellant aanhangig gemaakte hoger beroepsprocedure eveneens appel in te stellen. Men noemt dit incidenteel appel. Na instelling van incidenteel appel noemt men het oorspronkelijke appel principaal appel (met als partijen principaal appellant en principaal geïntimeerde). De insteller van incidenteel appel noemt men incidenteel appellant, diens wederpartij incidenteel geïntimeerde. De wettelijke regeling van het hoger beroep in dagvaardingsprocedures staat in art van het wetboek. In art treft men bepalingen aan voor het hoger beroep in verzoekschriftprocedures. Deze zullen besproken worden in nr Hierna, in nr , zal nu eerst nader ingegaan worden op de hoger beroepsprocedure in dagvaardingszaken. Hoger beroep heeft diverse functies. Zie HR 24 april 1981 (Jansen/MBI), NJ 1981, 495; HR 3 september 1993 (Qin Yup/PTT), NJ 1993, 714 en HR 29 juni 2007 (Dexia/Van Steenhoven), NJ 2007, 638. Een eerste functie is de toetsing van de juistheid van het oordeel van de rechter in eerste aanleg (de controlefunctie). Die onjuistheid kan zowel veroorzaakt zijn door onjuiste of onvolledige vaststelling van de feiten als door onjuiste interpretatie of toepassing van rechtsregels. In hoger beroep kan de rechtsstrijd derhalve zowel gaan over de feiten als over het recht (en over een combinatie van beide). In het Anglo-Amerikaanse recht is de functie van het hoger beroep alleen gelegen in de controle van de uitspraak in eerste aanleg. In ons recht daarentegen wordt in hoger beroep niet zozeer de in eerste instantie gedane uitspraak beoordeeld, maar de toewijsbaarheid van de vordering van oorspronkelijk eiser (zie Asser Procesrecht/Bakels, Hammerstein en Wesseling- Van Gent , nr. 4 sub v). 22

9 Inleiding; terminologie; wettelijke regeling; functies 3.1 Een tweede functie van hoger beroep is het gelegenheid geven aan de appellant door hem in eerste aanleg begane fouten en misstappen te herstellen of zijn eerdere stellingen aan te vullen (de herkansingsfunctie). Aldus onder meer HR 1 maart 2002 (Schneijderberg/Van Oers), NJ 2003, 355; HR 9 juli 2010 (Leemkuil/Smit), NJ 2010, 418 en HR 27 mei 2011, RvdW 2011, 679. De rechter, ook de rechter in hoger beroep, moet een beslissing geven over het werkelijke geschil dat partijen verdeeld houdt op het moment van zijn beslissing. Indien de rechter in eerste aanleg een vordering heeft afgewezen omdat de eiser onvoldoende heeft gesteld of geen bewijs heeft aangeboden, dan kan de oorspronkelijke eiser in hoger beroep alsnog voldoen aan zijn stelplicht of bewijs aanbieden. De appelrechter mag in beginsel rekening houden met nieuwe feiten, nieuwe stukken en andere grondslagen en moet oordelen naar de toestand ten tijde van de beslissing in hoger beroep. Het staat een partij in beginsel ook vrij in hoger beroep een ander standpunt in te nemen dan in eerste aanleg (HR 9 juli 2010 (Leemkuil/Smit), NJ 2010, 418). Gelet op de herkansingsfunctie van het appel mag van een appellant, die bij memorie van grieven nieuwe feiten aanvoert, in beginsel, bijzondere omstandigheden daargelaten, niet worden gevergd dat hij een rechtvaardiging geeft voor zijn verzuim om die feiten eerder te stellen op straffe van terzijdestelling van zijn nieuwe stelling wegens strijd met de goede procesorde. Zie HR 1 maart 2002 (Schneijderberg/Wijnen), NJ 2003, 355 en HR 11 december 1998 (NDC/ OOC), NJ 1999, 341. De mogelijkheid die de Hoge Raad aan de rechter biedt om (iets) spoediger terug te komen van een bindende eindbeslissing (zie deel 2, nr ), kan ook in de sleutel van de herkansingsfunctie worden geplaatst. Een derde functie van het hoger beroep is, gelijk iedere andere procedure, dat een beslissing gegeven moet worden binnen een redelijke termijn. Die eis van processuele efficiency stelt paal en perk aan het ongebreideld achterhalen in de appelprocedure van de materiële waarheid. Dat vergt een zekere inperking van het partijdebat. Het grievenstelsel en de devolutieve werking zijn in deze sleutel te plaatsen. He grievenstelsel dient ertoe om de appellant, die in eerste aanleg geheel of gedeeltelijk ongelijk heeft gekregen, te laten preciseren tegen welke beslissingen in de bestreden uitspraak hij bezwaar heeft en welke gronden hij aanvoert ter vernietiging daarvan. De devolutieve werking beoogt geïntimeerde dubbel werk te besparen doordat hij binnen het door de grieven ontsloten gebied niet alles hoeft te herhalen wat hij in eerste aanleg heeft gesteld. De devolutieve werking beoogt verder vertraging en versnippering van de procedure te voorkomen doordat de appelrechter, binnen het door de grieven ontsloten gebied, in beginsel het gehele geschil dient te behandelen en de zaak niet mag terugverwijzen naar de eerste rechter. Zie Asser Procesrecht/Bakels, Hammerstein en Wesseling-van Gent 2009, nr. 81. Verder is de efficiency in hoger beroep gediend met de twee-conclusie-regel, het gedekt verweer (waarover nr ) en de goede procesorde. In het bijzonder de recente introductie van de twee-conclusie-regel geeft aan dat de Hoge Raad, 23

10 3.1 Hoger beroep ondanks het belang van de herkansingsfunctie, tevens groot gewicht toekent aan procesrechtelijke efficiëntie van het hoger beroep. Hoger beroep kan overigens nog meer functies hebben dan de zojuist genoemde, zoals het bewaken van de rechtseenheid en het bevorderen van de rechtsontwikkeling. Aan welke functie men het meeste gewicht toekent controle, herkansing of tijdige beslissing bepaalt voor een belangrijk deel hoe men tegen de reikwijdte van appeltechnische leerstukken aankijkt. Nieuwe stellingen, verweren en gronden zullen eerder geoorloofd worden geacht door degene die hamert op de herkansingsfunctie van het hoger beroep, dan door degene die de tijdigheid van de beslissing in hoger beroep vooropstelt. Het is ook mogelijk dat appel wordt ingesteld uitsluitend tot vermeerdering van de eis (HR 19 januari 1979, NJ 1980, 124). Kern van het appelprocesrecht vormen het grievenstelsel, de devolutieve werking en het spanningsveld tussen beide. Enerzijds is de appelrechter ingevolge het grievenstelsel in beginsel gebonden aan niet bestreden (beslissingen in) vonnissen van de eerste rechter. Anderzijds is hij ingevolge de devolutieve werking soms verplicht beslissingen van de eerste rechter te toetsen waartegen geen grief was gericht. Zie F.J.H. Hovens, Ars Aequi 2001, p. 77. Het grievenstelsel komt uitvoerig aan de orde in nr. 3.8, de devolutieve werking in nr De zaak is door het vonnis in eerste instantie niet bevroren ; doen zich nieuwe omstandigheden voor dan moet de appelrechter daarmee in beginsel rekening houden (HR 23 februari 1996, NJ 1996, 395). De appelrechter moet oordelen naar de toestand zoals die zich voordoet ten tijde van zijn beslissing (HR 29 juni 2007 (Dexia/Van Steenoven), NJ 2007, 638). De appellant moet op het moment van het wijzen van het arrest bij zijn hoger beroep voldoende belang hebben in de zin van art. 3:303 BW. Het belang bij een andere kostenveroordeling dan in eerste aanleg is reeds een voldoende belang. Zie HR 3 september 1993 (Qin Yup/ PTT), NJ 1994, 714, ingescherpt in de principiële uitspraak HR 22 september 2006, NJ 2007, 188 (waar een partij de proceskostenveroordeling enkel aangreep om vanwege ideële belangen een vonnis in eerste aanleg inhoudelijk aan te tasten in hoger beroep). In kort geding moet het spoedeisend belang ook in hoger beroep bestaan op het moment van het wijzen van arrest (HR 31 mei 2002 (Telfort/Scaramea), NJ 2003, 343 en HR 29 november 2002 (Groningen/Reilman), NJ 2003, 78). Het verweer dat appellant geen belang heeft bij zijn hoger beroep is geen exceptief verweer (een gevolg van toepassing van regels van zuiver processuele aard), maar een verweer ten principale (dat een inhoudelijke beoordeling van de rechtsbetrekking in geschil vergt), zodat dit verweer niet, zoals bij exceptieve verweren (art. 128 lid 3), uiterlijk bij de memorie van antwoord naar voren gebracht hoeft te worden (zie HR 9 juli 24

11 Bevoegdheid gerechtshof , NJ 2010, 403). Bovendien leidt dit verweer, indien het slaagt, niet tot nietontvankelijkheid van het beroep, maar tot verwerping daarvan (HR 9 juli 2010, RvdW 2010, 835). 3.2 Tegen welke uitspraken staat hoger beroep open? Hoger beroep is het rechtsmiddel om in eerste instantie op tegenspraak gewezen vonnissen, waaronder ook begrepen voorlopige voorzieningen, en beschikkingen aan te tasten. Hoger beroep kan echter ook ingesteld worden door de eiser die door een bij verstek gewezen vonnis geheel of gedeeltelijk in het ongelijk is gesteld; dit blijkt impliciet uit art. 335 lid 1. Voor de gedaagde die bij verstek is veroordeeld staat hoger beroep in beginsel niet open: hij kan gebruikmaken van het rechtsmiddel verzet. Zie over de problematiek van samenloop van verzet en hoger beroep nr Slechts bij wijze van uitzondering heeft de wetgever met name in zaken van gering geldelijk belang hoger beroep uitgesloten. Door berusting kan de mogelijkheid van hoger beroep worden afgesneden (art. 334); zie hierover nader nr Partijen kunnen ook vooraf hoger beroep uitsluiten. Allereerst bestaat de mogelijkheid dat partijen bij overeenkomst hoger beroep uitsluiten. Art. 333 (eerste volzin) stelt voor zo n overeenkomst de eis dat het moet gaan om zaken die slechts rechtsgevolgen betreffen die ter vrije bepaling van partijen staan. Voorts is er nog de mogelijkheid dat partijen zich overeenkomstig art. 96 gezamenlijk tot een kantonrechter van hun keuze hebben gewend en diens beslissing hebben ingeroepen. Volgens de tweede volzin van art. 333 staat in dit geval hoger beroep slechts open indien partijen dat, binnen de grenzen van art. 332, zijn overeengekomen. 3.A DE DAGVAARDINGSPROCEDURE IN HOGER BEROEP 3.3 Bevoegdheid gerechtshof Hoger beroep wordt gebracht voor het gerechtshof binnen wiens rechtsgebied de rechtbank, die het betreffende vonnis heeft gewezen, is gevestigd (art. 60 RO). In de Wet op de rechterlijke indeling is geregeld welke rechtbanken onder welke gerechtshoven vallen. De rechter in hoger beroep moet ambtshalve beoordelen of het in eerste aanleg gewezen vonnis vatbaar is voor hoger beroep (zie HR 20 april 2007, NJ 2007, 244 en HR 9 oktober 2009 (Macau/Van den End q.q.), NJ 2009, 490). 25

HC 6A, , Rechtsmiddelen

HC 6A, , Rechtsmiddelen HC 6A, 11-10-18, Rechtsmiddelen De gewone rechtsmiddelen zijn: - Verzet - Appel - Cassatie Buitengewone rechtsmiddelen zijn derdenverzet en herroeping. Functies van rechtsmiddelen o Rechtsbescherming:

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:218 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2014:218 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2014:218 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 28-01-2014 Datum publicatie 02-04-2014 Zaaknummer 200.091.734-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Voorwoord. Lawbooks Burgerlijk Procesrecht & Bestuursprocesrecht ( ) Beste student(e),

Voorwoord. Lawbooks Burgerlijk Procesrecht & Bestuursprocesrecht ( ) Beste student(e), Hoofdstuk 5 Burgerlijk Procesrecht & Bestuursprocesrecht DEEL A 2016 2017 Voorwoord Beste student(e), Bij dezen ook het ontbrekende hoofdstuk 5 van het boek Compendium, dat voorgeschreven is in week 1

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 Instantie Datum uitspraak 15-08-2017 Datum publicatie 16-08-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 200.216.119_01

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Inleiding 1

Inhoudsopgave. Inleiding 1 Inhoudsopgave Inleiding 1 1 Het appel 5 1.1 Van appeldagvaarding naar arrest 6 1.1.1 De aanvang 6 1.1.2 In te dienen stukken 9 1.1.3 De behandeling van de zaak 10 1.1.4 Conclusie 11 1.2 De beoordeling

Nadere informatie

SECOND OPINION REGLEMENT. Herbeoordeling op basis van de stukken in de eerste aanleg. april 2013

SECOND OPINION REGLEMENT. Herbeoordeling op basis van de stukken in de eerste aanleg. april 2013 SECOND OPINION REGLEMENT Herbeoordeling op basis van de stukken in de eerste aanleg april 2013 1 INHOUDSOPGAVE Considerans... 3 I. Algemene bepalingen... 4 II. Het verzoek om een second opinion-procedure

Nadere informatie

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie:

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie: LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, 225359 Datum uitspraak: 15-02-2012 Datum publicatie: Rechtsgebied: 17-02-2012 Handelszaak Soort procedure: Kort geding Inhoudsindicatie: In deze zaak

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 Instantie Datum uitspraak 21-06-2016 Datum publicatie 24-04-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie - Vindplaatsen Uitspraak Gerechtshof

Nadere informatie

Webinar burgerlijk procesrecht Dagvaarding en tips. 18 december 2015 Dirk Vergunst

Webinar burgerlijk procesrecht Dagvaarding en tips. 18 december 2015 Dirk Vergunst Webinar burgerlijk procesrecht Dagvaarding en tips 18 december 2015 Dirk Vergunst 1 Artikel 45 Rechtsvordering 1. Exploten (pv van ambtshandeling) worden door een daartoe bevoegde deurwaarder gedaan (

Nadere informatie

Het hoger beroep en het cassatieberoep in burgerlijke zaken in de Nederlandse Antillen en Aruba

Het hoger beroep en het cassatieberoep in burgerlijke zaken in de Nederlandse Antillen en Aruba Het hoger beroep en het cassatieberoep in burgerlijke zaken in de Nederlandse Antillen en Aruba Proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor aan de Universiteit van de Nederlandse Antillen op gezag

Nadere informatie

actualiteiten hoger beroep

actualiteiten hoger beroep actualiteiten hoger beroep 1 april 2015 mr. F.J.P. (Pieter Frans) Lock programma appeltermijn financiële appelgrens hoger beroep van tussenuitspraken doorbreking van het rechtsmiddelenverbod omvang van

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2017:1643

ECLI:NL:RBGEL:2017:1643 ECLI:NL:RBGEL:2017:1643 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 01032017 Datum publicatie 27032017 Zaaknummer 316395 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Kort geding

Nadere informatie

Hoger beroep, verdieping.

Hoger beroep, verdieping. Hoger beroep, verdieping www.avdr.nl 1 Twee functies: controle herstel van fouten en verzuimen: i) binnen de grenzen van de rechtsstrijd, ii) nieuwe behandeling en beslissing, iii) naar de toestand die

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 20-06-2007 Datum publicatie 25-06-2007 Zaaknummer 0600267 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:4437 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHARL:2013:4437 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHARL:2013:4437 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 25-06-2013 Datum publicatie 23-07-2013 Zaaknummer 200.115.689 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep

Nadere informatie

Civiele cassatie. vragen en antwoorden

Civiele cassatie. vragen en antwoorden Civiele cassatie vragen en antwoorden Inhoudsopgave Wat is cassatie bij de Hoge Raad? 3 Waarover kan in cassatie worden geklaagd? 3 Tegen welke uitspraken staat cassatieberoep open? 3 Binnen welke termijn

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 06-02-2017 Zaaknummer 200.174.828/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: Vonnis in kort geding van in de zaak van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid BECKERS BENELUX B.V., gevestigd

Nadere informatie

KBvG, Cie Wetgeving, subcommissie Griffierecht Wet griffierechten burgerlijke zaken Modellen voor aanzeggingen

KBvG, Cie Wetgeving, subcommissie Griffierecht Wet griffierechten burgerlijke zaken Modellen voor aanzeggingen Model A1, Rechtbank, 1 gedaagde: natuurlijk persoon a. indien gedaagde verzuimt advocaat te stellen of het hierna te noemen griffierecht niet tijdig betaalt, en de voorgeschreven termijnen en formaliteiten

Nadere informatie

Zoekresultaat inzien document. ECLI:NL:RBROT:2012:BX5563 Permanente link: Uitspraak

Zoekresultaat inzien document. ECLI:NL:RBROT:2012:BX5563 Permanente link: Uitspraak Zoekresultaat inzien document ECLI:NL:RBROT:2012:BX5563 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/ Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 20 08 2012 Datum publicatie 23 08 2012 Zaaknummer

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:9831

ECLI:NL:GHARL:2015:9831 ECLI:NL:GHARL:2015:9831 Instantie Datum uitspraak 22-12-2015 Datum publicatie 31-12-2015 Zaaknummer 200.173.880 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

Memorie van Toelichting. Algemeen

Memorie van Toelichting. Algemeen Memorie van Toelichting Algemeen Op 12 december 2008 is de Verordening (EG) nr. 1896/2006 tot invoering van een Europese betalingsbevelprocedure (hierna ook EBB-verordening) van toepassing geworden. De

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 08-10-2013 Datum publicatie 06-01-2014 Zaaknummer 200.121.491-01 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 23-06-2015 Datum publicatie 04-09-2015 Zaaknummer CV EXPL 14-22777 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2017:4418

ECLI:NL:RBLIM:2017:4418 ECLI:NL:RBLIM:2017:4418 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 04052017 Datum publicatie 15052017 Zaaknummer C/03/232895 / KG ZA 17112 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Bundel procesrecht. Verzameld door Mr. F.C.P. Teeuw Bewerkt door Mr. M.G. Hofman H U U R G E S C H I L. N L

Bundel procesrecht. Verzameld door Mr. F.C.P. Teeuw Bewerkt door Mr. M.G. Hofman H U U R G E S C H I L. N L Bundel procesrecht Verzameld door Mr. F.C.P. Teeuw Bewerkt door Mr. M.G. Hofman H U U R G E S C H I L. N L Bundel Procesrecht Verzameld door Mr. F.C.P. Teeuw Bewerkt door Mr. M.G. Hofman Samengesteld

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2014:1211 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD

ECLI:NL:GHSHE:2014:1211 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD ECLI:NL:GHSHE:2014:1211 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 29-04-2014 Datum publicatie 01-05-2014 Zaaknummer HD 200.136.561_01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303

ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303 ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 14-04-2010 Datum publicatie 15-04-2010 Zaaknummer 198015 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Kort geding

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 17-01-2017 Datum publicatie 23-03-2017 Zaaknummer 200.189.286/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6664 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6664 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6664 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-06-2008 Datum publicatie 12-02-2009 Zaaknummer 104.003.290 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014 arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM afdeling civiel recht en belastingrecht, team II zaaknummer :200.140.465101 KG zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2017:647

ECLI:NL:GHDHA:2017:647 ECLI:NL:GHDHA:2017:647 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 07-02-2017 Datum publicatie 14-03-2017 Zaaknummer 200.207.571/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2015:10543

ECLI:NL:RBNHO:2015:10543 ECLI:NL:RBNHO:2015:10543 Instantie Datum uitspraak 10-09-2015 Datum publicatie 02-12-2015 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 4056888 \ CV EXPL 15-3511 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:6585

ECLI:NL:GHARL:2015:6585 ECLI:NL:GHARL:2015:6585 Instantie Datum uitspraak 08-09-2015 Datum publicatie 26-10-2015 Zaaknummer 200.134.402 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:350

ECLI:NL:GHARL:2015:350 ECLI:NL:GHARL:2015:350 Instantie Datum uitspraak 20-01-2015 Datum publicatie 26-01-2015 Zaaknummer 200.145.738-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

Het geding in hoger beroep Bij exploot van 26 oktober 2006 is door [Afbouw Noord B.V.] hoger beroep ingesteld van het vonnis d.d.

Het geding in hoger beroep Bij exploot van 26 oktober 2006 is door [Afbouw Noord B.V.] hoger beroep ingesteld van het vonnis d.d. LJN: BC8179, Gerechtshof Leeuwarden, 0600557 Datum uitspraak: 12-03-2008 Datum publicatie: 31-03-2008 Rechtsgebied: Soort procedure: Inhoudsindicatie: Civiel overig Hoger beroep [Naar] het oordeel van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 320 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering met betrekking tot het hoger beroep in strafzaken, het aanwenden van gewone rechtsmiddelen

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2017:2309

ECLI:NL:RBLIM:2017:2309 ECLI:NL:RBLIM:2017:2309 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 15032017 Datum publicatie 16032017 Zaaknummer 5377597 cv 169148 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Arbeidsrecht Burgerlijk

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2010:BO2558

ECLI:NL:HR:2010:BO2558 ECLI:NL:HR:2010:BO2558 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 02-11-2010 Datum publicatie 03-11-2010 Zaaknummer 09/00354 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BO2558

Nadere informatie

Bij memorie van grieven, met producties, heeft Burger een grief tegen het bestreden vonnis gericht.

Bij memorie van grieven, met producties, heeft Burger een grief tegen het bestreden vonnis gericht. arrest GERECHTSHOF 'S-GRAVENHAGE Sector handel Zaaknummer Rolnummer rechtbank : 370789lKG ZA 10-877 arrest van de vijfde civiele kamer d.d. 22 februari 2011 inzake Paul Burger, kantoorhoudende te Amsterdam,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2015:3846 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2015:3846 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2015:3846 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 15-09-2015 Datum publicatie 04-10-2016 Zaaknummer 200.153.384/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758

ECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758 ECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 12-05-2009 Datum publicatie 12-06-2009 Zaaknummer 156351 - KG ZA 09-197 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

WETBOEK VAN BURGERLIJKE RECHTSVORDERING WET GRIFFIERECHTEN BURGERLIJKE ZAKEN. gewijzigde artikelen. in het. ten gevolge van de invoering van de

WETBOEK VAN BURGERLIJKE RECHTSVORDERING WET GRIFFIERECHTEN BURGERLIJKE ZAKEN. gewijzigde artikelen. in het. ten gevolge van de invoering van de gewijzigde artikelen in het WETBOEK VAN BURGERLIJKE RECHTSVORDERING ten gevolge van de invoering van de WET GRIFFIERECHTEN BURGERLIJKE ZAKEN per 1 januari 2011 Brehler Alkema Vloet Gerechtsdeurwaarders

Nadere informatie

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM afdeling civiel recht en belastingrecht, team T zaaknummer : /0 1

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM afdeling civiel recht en belastingrecht, team T zaaknummer : /0 1 arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM afdeling civiel recht en belastingrecht, team T zaaknummer : 200.097.924/0 1 zaaknummer rechtbank Amsterdam : 434569/HA ZA 09-2443 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 7 NOVEMBER 2014 C.14.0122.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0122.N 1. M. H., 2. A. D. K., eisers, toegelaten tot de rechtsbijstand bij beslissing van 6 januari 2014 (nr. G.13.0163.N) vertegenwoordigd

Nadere informatie

Derde cursusdag. I. Beslag Kort geding

Derde cursusdag. I. Beslag Kort geding Derde cursusdag II. I. Beslag Kort geding I. Beslag Factoren die vooraf een rol spelen bij het leggen van beslag: - De aard en de kracht van de vordering - De aanwezigheid van verhaalsobjecten - De gegoedheid

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06

ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06 ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 06-03-2007 Datum publicatie 06-03-2007 Zaaknummer 00636/06 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Civiele Procespraktijk

Civiele Procespraktijk Civiele Procespraktijk Nr. 11 maart 2010 De volgende onderwerpen worden behandeld: Schorsing na faillissement en terugverwijzing naar een lagere rechter Alternatieve causaliteit Lastgeving Tussentijds

Nadere informatie

van gedaagde bij verschijning in de procedure geen griffierecht zal worden geheven;

van gedaagde bij verschijning in de procedure geen griffierecht zal worden geheven; Model A1, Rechtbank, kantonzaak, 1 gedaagde Naast alles wat de wet en met name het tweede lid van artikel 111 Rv overigens voorschrijft, in het bijzonder ook de waarschuwing voor verstek bij niet verschijnen

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:707

ECLI:NL:GHARL:2017:707 ECLI:NL:GHARL:2017:707 Instantie Datum uitspraak 31-01-2017 Datum publicatie 02-02-2017 Zaaknummer 200.186.790/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

Uitspraak. Vindplaatsen Rechtspraak.nl NJF 2013/114 S&S 2013/98 GERECHTSHOF AMSTERDAM DERDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER BESCHIKKING.

Uitspraak. Vindplaatsen Rechtspraak.nl NJF 2013/114 S&S 2013/98 GERECHTSHOF AMSTERDAM DERDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER BESCHIKKING. Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 16-10-2012 Datum publicatie 31-01-2013 Zaaknummer 200.107.628/01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie Géén appelverbod

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 25-07-2007 Datum publicatie 31-07-2007 Zaaknummer 0600466 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

Eerste afdeeling. Van de Vorderingszaken aan hooger beroep onderworpen

Eerste afdeeling. Van de Vorderingszaken aan hooger beroep onderworpen Voorstel tot wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met vereenvoudiging en digitalisering van het procesrecht in hoger beroep en cassatie Zevende titel. Hoger beroep in vorderingsprocedures

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2014:3834

ECLI:NL:GHDHA:2014:3834 ECLI:NL:GHDHA:2014:3834 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 28-10-2014 Datum publicatie 27-11-2014 Zaaknummer 200.140.914/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2010:BL5010

ECLI:NL:RBHAA:2010:BL5010 ECLI:NL:RBHAA:2010:BL5010 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 10-02-2010 Datum publicatie 22-02-2010 Zaaknummer 442138 CV EXPL 09-11746 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Beoordeling. h2>klacht

Beoordeling. h2>klacht Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat gerechtsdeurwaarder X het vonnis van de kantonrechter d.d. 18 december 2007 heeft betekend, terwijl hij verzoeker niet eerst heeft uitgenodigd dan wel heeft

Nadere informatie

LJN: BH1764, Centrale Raad van Beroep, 07/2959 WWB + 07/2960 WWB + 08/6263 WWB + 08/6264 WWB + 08/6265 WWB

LJN: BH1764, Centrale Raad van Beroep, 07/2959 WWB + 07/2960 WWB + 08/6263 WWB + 08/6264 WWB + 08/6265 WWB LJN: BH1764, Centrale Raad van Beroep, 07/2959 WWB + 07/2960 WWB + 08/6263 WWB + 08/6264 WWB + 08/6265 WWB Datum uitspraak: 20-01-2009 Datum publicatie: 04-02-2009 Rechtsgebied: Bijstandszaken Soort procedure:

Nadere informatie

jurisprudentie burgerlijk procesrecht tegenstrijdige uitspraken

jurisprudentie burgerlijk procesrecht tegenstrijdige uitspraken jurisprudentie burgerlijk procesrecht tegenstrijdige uitspraken 1 april 2015 mr. F.J.P. (Pieter Frans) Lock Tegenstrijdige uitspraken Spanning tussen appelprocesrecht en gezag van gewijsde HR 30 maart

Nadere informatie

Dagvaarding en dagvaarden: wat is het en hoe gaat in zijn werk?

Dagvaarding en dagvaarden: wat is het en hoe gaat in zijn werk? Dagvaarding en dagvaarden: wat is het en hoe gaat in zijn werk? Een dagvaarding is een inleidend processtuk. Hierin staat wat de eisende partij van de gedaagde partij verlangd. Een dagvaarding wordt doorgaans

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2014:3066

ECLI:NL:GHDHA:2014:3066 ECLI:NL:GHDHA:2014:3066 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 09-09-2014 Datum publicatie 25-09-2014 Zaaknummer 200.133.088/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Examenprogramma Burgerlijk Procesrecht 1

Examenprogramma Burgerlijk Procesrecht 1 Diplomalijn Examen Niveau Juridisch Burgerlijk Procesrecht hbo Versie 1.0 Geldig vanaf 01-01-2013 Vastgesteld op 28-08-2012 Vastgesteld door Veronderstelde voorkennis Bestuur Nederlandse Associatie voor

Nadere informatie

CONSULTATIEVERSIE JULI 2014

CONSULTATIEVERSIE JULI 2014 CONSULTATIEVERSIE JULI 2014 WIJZIGING VAN HET BURGERLIJK WETBOEK EN HET WETBOEK VAN BURGERLIJKE RECHTSVORDERING TENEINDE DE AFWIKKELING VAN MASSASCHADE IN EEN COLLECTIEVE ACTIE MOGELIJK TE MAKEN VOORONTWERP

Nadere informatie

6 De taak van de rechter in het burgerlijk geding

6 De taak van de rechter in het burgerlijk geding 6 De taak van de rechter in het burgerlijk geding 1 INLEIDING Over de taak van de rechter in het burgerlijk geding bestaat weinig onenigheid. Het is zijn taak om ambtshalve te beoordelen of het recht op

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2017:4741

ECLI:NL:RBLIM:2017:4741 ECLI:NL:RBLIM:2017:4741 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 24052017 Datum publicatie 29052017 Zaaknummer 04 5426165/CV 169694 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Verbintenissenrecht

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2005 2006 30 320 Wijziging van het Wetboek van strafvordering met betrekking tot het hoger beroep in strafzaken, het aanwenden van gewone rechtsmiddelen

Nadere informatie

I n z a k e: T e g e n:

I n z a k e: T e g e n: HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Datum : 1 juni 2018 Zaaknr. : 18/01151 VERWEERSCHRIFT MET VOORWAARDELIJK INCIDENTEEL CASSATIEBEROEP I n z a k e: 1 Stichting SDB Gevestigd te Stichtse Vecht 2 Stichting Euribar

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2009:BG2238 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:PHR:2009:BG2238 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:PHR:2009:BG2238 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 30-01-2009 Datum publicatie 30-01-2009 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie C07/181HR

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752 ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 04-10-2010 Datum publicatie 07-10-2010 Zaaknummer 205064 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg

Nadere informatie

PROFESSIONEEL INCASSOBEHEER De gerechtelijke fase

PROFESSIONEEL INCASSOBEHEER De gerechtelijke fase PROFESSIONEEL INCASSOBEHEER De gerechtelijke fase 1 Een juridische procedure: is voor rekening en risico opdrachtgever kan een langdurig proces zijn wordt actieve inbreng van u verwacht De gerechtelijke

Nadere informatie

KBvG, Cie Wetgeving, subcommissie Griffierecht Wet griffierechten burgerlijke zaken Modellen voor aanzeggingen, v4 nieuw tarief

KBvG, Cie Wetgeving, subcommissie Griffierecht Wet griffierechten burgerlijke zaken Modellen voor aanzeggingen, v4 nieuw tarief Model A1, Rechtbank, 1 gedaagde: natuurlijk persoon a. indien gedaagde verzuimt advocaat te stellen of het hierna te noemen griffierecht niet tijdig betaalt, en de voorgeschreven termijnen en formaliteiten

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2014:2411

ECLI:NL:RBOVE:2014:2411 ECLI:NL:RBOVE:2014:2411 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 18-04-2014 Datum publicatie 07-05-2014 Zaaknummer C/08/154383 / KG-ZA 14-130 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2010:932 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2010:932 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2010:932 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 30-03-2010 Datum publicatie 05-01-2016 Zaaknummer 200.015.254-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbove...

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbove... Rechtspraak.nl Print uitspraak 1 of 5 071215 09:02 Zoekresultaat inzien document ECLI:NL:RBOVE:2013:1448 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecl Instantie Rechtbank Overijssel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ7402

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ7402 ECLI:NL:GHARN:2011:BQ7402 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 31-05-2011 Datum publicatie 08-06-2011 Zaaknummer 200.070.709/01 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBZLY:2010:BN3723, Bekrachtiging/bevestiging

Nadere informatie

Voorlopige en bewarende maatregelen in Nederland

Voorlopige en bewarende maatregelen in Nederland Voorlopige en bewarende maatregelen in Nederland 1. Welke verschillende soorten maatregelen zijn er? Bewarende maatregelen zijn maatregelen die tot doel hebben waar mogelijk zeker te stellen dat de schuldenaar

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:317

ECLI:NL:GHSHE:2017:317 ECLI:NL:GHSHE:2017:317 Instantie Datum uitspraak 31-01-2017 Datum publicatie 02-02-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 200.172.307_01

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:361 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2016:361 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2016:361 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 02-02-2016 Datum publicatie 31-03-2017 Zaaknummer 200.163.502/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

1 Model A1, Rechtbank, 1 gedaagde: natuurlijk persoon Vordering van 80.000,00 met de aanzegging, dat: a. indien gedaagde verzuimt advocaat te stellen

1 Model A1, Rechtbank, 1 gedaagde: natuurlijk persoon Vordering van 80.000,00 met de aanzegging, dat: a. indien gedaagde verzuimt advocaat te stellen 1 Model A1, Rechtbank, 1 gedaagde: natuurlijk persoon a. indien gedaagde verzuimt advocaat te stellen of het hierna te noemen griffierecht niet tijdig betaalt, en de voorgeschreven termijnen en formaliteiten

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2014:1286 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD

ECLI:NL:GHSHE:2014:1286 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD ECLI:NL:GHSHE:2014:1286 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 06-05-2014 Datum publicatie 07-05-2014 Zaaknummer HD 200.134.974_01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2014:2181

ECLI:NL:GHSHE:2014:2181 ECLI:NL:GHSHE:2014:2181 Instantie Datum uitspraak 15-07-2014 Datum publicatie 16-07-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch HD 200.132.743_01 Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2016:10670

ECLI:NL:RBNHO:2016:10670 ECLI:NL:RBNHO:2016:10670 Instantie Datum uitspraak 12-12-2016 Datum publicatie 27-12-2016 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 5495640 / VV EXPL 16-224 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2013:245 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2013:245 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2013:245 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-01-2013 Datum publicatie 26-05-2014 Zaaknummer 200.053.330-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Appèldagvaarding niet overeenkomstig de Betekeningsverordening betekend? 1

Appèldagvaarding niet overeenkomstig de Betekeningsverordening betekend? 1 UIT DE PRAKTIJK Mr. J.P. Eckoldt * Appèldagvaarding niet overeenkomstig de Betekeningsverordening betekend? 1 Onenigheden in het internationale handelsverkeer leiden regelmatig tot grensoverschrijdende

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2006:AZ6239

ECLI:NL:GHARN:2006:AZ6239 ECLI:NL:GHARN:2006:AZ6239 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 14-11-2006 Datum publicatie 17-01-2007 Zaaknummer 2006/346 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2014:7598

ECLI:NL:RBLIM:2014:7598 ECLI:NL:RBLIM:2014:7598 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 27-08-2014 Datum publicatie 01-09-2014 Zaaknummer 2998345 CV EXPL 14-4789 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2016:746

ECLI:NL:GHSHE:2016:746 ECLI:NL:GHSHE:2016:746 Instantie Datum uitspraak 01-03-2016 Datum publicatie 02-03-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 200.161.917_01 Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2014:10207

ECLI:NL:GHARL:2014:10207 ECLI:NL:GHARL:2014:10207 Instantie Datum uitspraak 30-12-2014 Datum publicatie 07-01-2015 Zaaknummer 200.154.059-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLEE:2009:BJ8522

ECLI:NL:RBLEE:2009:BJ8522 ECLI:NL:RBLEE:2009:BJ8522 Instantie Rechtbank Leeuwarden Datum uitspraak 17-09-2009 Datum publicatie 24-09-2009 Zaaknummer 99339 / KG ZA 09-274 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2016:2711

ECLI:NL:GHSHE:2016:2711 ECLI:NL:GHSHE:2016:2711 Instantie Datum uitspraak 05-07-2016 Datum publicatie 08-07-2016 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 200.183.368_01

Nadere informatie

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Kenmerk: 05/16 Bindend advies in de zaak van: A., wonende te Z., eiser, gemachtigde: mr. Th.F.M. Pothof tegen De Stichting B., gevestigd te IJ., verweerster, gemachtigde:

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:3565

ECLI:NL:RBROT:2017:3565 ECLI:NL:RBROT:2017:3565 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 19-04-2017 Datum publicatie 10-05-2017 Zaaknummer C/10/507047 / HA ZA 16-758 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ0395 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ0395 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ0395 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 29-01-2013 Datum publicatie 01-02-2013 Zaaknummer HD 200.054.815 KG Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

gewezen in de incidenten ex artikel 351 Rv en ex artikel 234 Rv in de zaak van

gewezen in de incidenten ex artikel 351 Rv en ex artikel 234 Rv in de zaak van [X] R.E.M. Holding B.V. DomJur 2012-920 Gerechtshof s-hertogenbosch Zaak-/rolnummer: 200.078.941 Datum: 8 november 2011 arrest van de vierde kamer van 8 november 2011 gewezen in de incidenten ex artikel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2014:7733

ECLI:NL:RBLIM:2014:7733 ECLI:NL:RBLIM:2014:7733 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 03-09-2014 Datum publicatie 20-11-2014 Zaaknummer 2502483 CV EXPL 13-4461 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:886

ECLI:NL:RBROT:2017:886 ECLI:NL:RBROT:2017:886 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 19-01-2017 Datum publicatie 03-02-2017 Zaaknummer C/10/518779 / KG ZA 17-53 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2007:BB8805 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 1659/05

ECLI:NL:GHAMS:2007:BB8805 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 1659/05 ECLI:NL:GHAMS:2007:BB8805 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 30-08-2007 Datum publicatie 14-12-2007 Zaaknummer 1659/05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

AANZEGGINGEN DAGVAARDING KANTON

AANZEGGINGEN DAGVAARDING KANTON INFO@CREDITASSIST.NL WWW.CIST.NL MODELAANZEGGINGEN DAGVAARDINGEN OF VERZOEKSCHRIFTEN VERSIE 01 APRIL 13 MR. RAMONA BATTA C.S. AANZEGGINGEN DAGVAARDING KANTON 1 GEDAAGDE gedaagde op die terechtzitting kan

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2013:13255

ECLI:NL:RBNHO:2013:13255 1 van 5 27-2-2014 13:18 ECLI:NL:RBNHO:2013:13255 Instantie Datum uitspraak 03-07-2013 Datum publicatie 27-01-2014 Zaaknummer 424898 Rechtsgebieden Rechtbank Noord-Holland Civiel recht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

KEI GOED.. Wat verandert er door KEI?

KEI GOED.. Wat verandert er door KEI? KEI GOED.. U heeft vast al gehoord van KEI. KEI staat voor: Kwaliteit En Innovatie Rechtspraak en heeft betrekking op het digitaal procederen. Digitaal procederen zal verplicht worden in civiele en bestuursrechtelijke

Nadere informatie