Milieueffectenrapport voor de extractie van mariene aggregaten op het BDNZ

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Milieueffectenrapport voor de extractie van mariene aggregaten op het BDNZ"

Transcriptie

1 Milieueffectenrapport voor de extractie van mariene aggregaten op het BDNZ Zeegra VZW AWZ Afdeling Kust en Maritieme Toegang 04/09332/BD - 05/10271/BD Januari 2006 ECOLAS NV Lange Nieuwstraat Antwerpen

2

3 Woord vooraf WOORD VOORAF Milieueffectrapportage (m.e.r.) is een instrument om de doelstellingen en beginselen van het milieubeleid te helpen realiseren, namelijk het voorzorgsbeginsel en het beginsel van preventief handelen. Het m.e.r.- proces is een juridisch-administratieve procedure waarbij vóórdat een activiteit of ingreep (projecten, beleidsvoornemens zoals plannen en programma's) plaatsvindt, de milieugevolgen ervan op een wetenschappelijk verantwoorde wijze worden bestudeerd en besproken. De achterliggende grondgedachte suggereert dat het beter is om de voor het milieu schadelijke activiteiten (plannen en projecten) vanaf een vroeg stadium in de besluitvorming te ondervangen en bij te sturen. Dit milieueffectrapport wordt opgemaakt voor mariene aggregaatextractie (het winnen van zand en in mindere mate grind) door een aantal bedrijven die vertegenwoordigd zijn door Zeegra VZW en voor mariene aggregaat extractie door de Administratie Waterwegen en Zeewezen van de Vlaamse overheid. i

4

5 Inhoud INHOUD WOORD VOORAF... I INHOUD... III LEESWIJZER...VIII LIJST MET AFKORTINGEN...IX LIJST MET VERKLARENDE WOORDEN...XIII LIJST MET FIGUREN... XVII LIJST MET TABELLEN...XXI LIJST MET BIJLAGEN...XXV DEEL I: NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING... I DEEL II: HOOFDRAPPORT... I 1 INLEIDING Opgave van de initiatiefnemer Samenstelling van het team van Deskundigen Beknopte voorstelling van de activiteiten Toetsing aan de MER-plicht SITUERING EN JUSTIFIËRING VAN HET PROJECT Beschrijving van de doelstellingen voor Zeegra VZW Beschrijving van de doelstellingen voor AWZ Ruimtelijke situering van de activiteiten JURIDISCHE EN BELEIDSMATIGE RANDVOORWAARDEN Juridische randvoorwaarden Toepasselijke nationale wetgeving Toepasselijke EC richtlijnen De internationale overeenkomsten en richtlijnen Beleidsmatige randvoorwaarden en beleidsdoelstellingen Administratieve aspecten Inhoud van het milieueffectenrapport Verloop van de procedure Inhoud van de milieueffectenbeoordeling BESCHRIJVING VAN DE ACTIVITEITEN Algemene beschrijving van de activiteit Algemene beschrijving van de activiteit voor Zeegra VZW Algemene beschrijving van de activiteit voor AWZ Afdeling Kust en AWZ Afdeling Maritieme Toegang Geplande fasering van de activiteit Beschrijving van de verschillende activiteiten Sleephopperzuiger Bagger- of zandpomp iii

6 Inhoud Zuigbuis met sleepkop Zeefinstallatie met stortkokers Jetpomp (Zelf)losinstallatie Schepen actief op het Belgische deel van de Noordzee Technische karakteristieken van de gebruikte schepen Beschrijving van de zandexploitatie op zee Het lossen van zand Gebruik aan hulpbronnen en emissies/residuen Brandstof Afvalproductie Antifouling en corrosiebescherming BESCHRIJVING VAN DE BESTUDEERDE ALTERNATIEVEN Uitvoeringsalternatieven Technologische alternatieven Steekzuiger versus sleepzuiger Vergelijking van sleepzuiger versus steekzuiger Snelheid van varen REFERENTIESITUATIE, EFFECTBESCHRIJVING EN BEOORDELING PER DISCIPLINE Bodem Beschrijving van de methodiek Beschrijving van de referentiesituatie Geologische bouw Historische noot Geomorfologie Chemische samenstelling Autonome ontwikkeling Algemeen Aandachtspunt : Kwintebank Effectbeschrijving en -beoordeling Inleiding Sedimentbudgettering Verhoogde golfwerking Sedimentologische wijzigingen Leemten in de kennis Mitigerende maatregelen en compensaties Monitoring Water Beschrijving van de methodiek Beschrijving van de referentiesituatie Hydrografie Hydrodynamica Natuurlijk sedimenttransport op het Belgische Continentaal Plat Turbiditeit en zwevend stof Temperatuur Chemische karakterisering van het zeewater Autonome ontwikkeling Algemeen Hydrodynamica Waterkwaliteit Effectbeschrijving en -beoordeling Inleiding Invloed van de zandwinningen op de hydrodynamica en het sedimenttransport Waterkwaliteit iv

7 Inhoud Besluit Leemten in de kennis Mitigerende maatregelen en compensaties Monitoring Lucht en Klimaat Beschrijving van de methodiek Beschrijving van de referentiesituatie Beschrijving van de actuele kwaliteit van de omgevingslucht Bepalen van de emissiesituatie Autonome ontwikkeling Effectbeschrijving en -beoordeling Leemten in de kennis Mitigerende maatregelen en compensaties Monitoring Geluid en trillingen Afbakening studiegebied Beschrijving van de methodiek Beschrijving van de referentiesituatie Algemene situering Bepaling van het huidige omgevingsgeluid onder water Bepaling van het huidige omgevingsgeluid boven water Autonome ontwikkeling Bepaling van het specifieke geluid in de exploitatiefase Bepaling van het specifieke geluid onder water Bepaling van het specifieke geluid boven water Bepaling van het specifieke geluid van de scheepvaart Effectbeschrijving en -beoordeling Effectbeschrijving en -beoordeling onder water Effectbeschrijving en -beoordeling boven water Effectbeschrijving en -beoordeling van de scheepvaart Effectbeschrijving en -beoordeling tijdens het lossen Leemten in de kennis Mitigerende maatregelen en compensaties Monitoring Fauna en flora Benthos Beschrijving van de methodiek Beschrijving van de referentiesituatie Autonome ontwikkeling Effectbeschrijving en -beoordeling Leemten in de kennis Mitigerende maatregelen en compensaties Monitoring Vissen Beschrijving van de methodiek Beschrijving van de referentiesituatie Autonome ontwikkeling Effectbeschrijving en -beoordeling Leemten in de kennis Mitigerende maatregelen en compensaties Monitoring Vogels Beschrijving van de methodiek Beschrijving van de referentiesituatie Autonome ontwikkeling v

8 Inhoud Effectbeschrijving en beoordeling Leemten in de kennis Mitigerende maatregelen en compensaties Monitoring Monumenten en landschap Beschrijving van de methodiek Beschrijving van de referentiesituatie Zeegezicht Cultureel erfgoed Autonome ontwikkeling Effectbeschrijving en -beoordeling Mitigerende maatregelen en compensaties Leemten in de kennis Monitoring Verenigbaarheid met andere activiteiten Beschrijving van de methodiek Visserij Beschrijving van de referentiesituatie Autonome ontwikkeling Effectbeschrijving en -beoordeling Leemten in de kennis Mitigerende maatregelen en compensaties Monitoring Scheepvaart Wrakken Militaire activiteiten Storten van baggerspecie Baggeren Windturbineparken Kabels en pijpleidingen Toerisme en recreatie Luchtverkeer Oceanologische observatiestations Veiligheid Scheepvaart Beschrijving van de methodiek Beschrijving van de referentiesituatie Autonome ontwikkeling Effectbeschrijving en -beoordeling Leemten in de kennis Mitigerende maatregelen en compensaties Monitoring Olieverontreiniging Beschrijving van de methodiek Autonome ontwikkeling Beschrijving van de referentiesituatie Effectbeschrijving en -beoordeling Leemten in de kennis Mitigerende maatregelen en compensaties Monitoring EFFECTEN RELEVANT IN HET KADER VAN HET ESPOO-VERDRAG CONCLUSIE LITERATUURLIJST EN GERAADPLEEGDE BRONNEN vi

9 Inhoud vii

10 Leeswijzer LEESWIJZER Dit milieueffectrapport (MER) met betrekking tot mariene aggregaat extractie bestaat uit twee onderdelen: een niet technische samenvatting en het eigenlijke MER rapport. Alle figuren en bijlagen zitten achteraan in het rapport per hoofdstuk. Achteraan het MER bevindt zich tevens een literatuurlijst. Het eerste deel is de niet-technische samenvatting. Dit deel kan als een alleenstaand onderdeel gelezen worden door de geïnteresseerde lezer die minder boodschap heeft aan al de technische gegevens en beschrijvingen zoals deze uitgebreid in de volgende hoofdstukken van het MER beschreven staan. In de niet-technische samenvatting zijn de belangrijkste figuren opgenomen. Het tweede deel omvat per hoofdstuk de volgende elementen: Hoofdstuk 1 Inleiding Dit hoofdstuk omvat een beknopte beschrijving van de doelstelling van het project, vermeldt de initiatiefnemer(s) van het project, de coördinator van het MER en de samenstelling van het team van deskundigen. Hoofdstuk 2 Situering en justifiëring van het project Dit hoofdstuk omvat een situering en justificiëring van het project. Er wordt tevens ingegaan op de ruimtelijke situering van de zand- en grindextractiegebieden. Hoofdstuk 3 Juridische en beleidsmatige randvoorwaarden Dit hoofdstuk omvat de relevante Belgische wetgeving en beleidskaders, Europese richtlijnen en internationale overeenkomsten voor de beschreven activiteit alsook de administratieve aspecten van de vergunnigsprocedure. Hoofdstuk 4 Beschrijving van de activiteiten Dit hoofdstuk omvat de beschrijving van de geplande activiteiten van het voorgestelde project. De ruimtelijke, temporele en technische aspecten van de activiteien en uitvoringswijzen worden besproken. Hoofdstuk 5: Beschrijving van de alternatieven Dit hoofdstuk omvat de bespreking van de locatie- en uitvoeringsalternatieven en eventueel bestudeerde scenario s. Hoofdstuk 6: Referentiesituatie, effectbeschrijving en beoordeling per discipline Dit hoofdstuk geeft, in tegenstelling tot de beschrijving in de niet-technische samenvatting, per discipline een uitgebreide beschrijving van de gehanteerde methodiek, de beschrijving van de referentiesituatie en autonome ontwikkeling, de beschrijving en beoordeling van de milieueffecten, de milderende en/of compenserende maatregelen, de leemten in de kennis en de noodzakelijke monitoring. Hoofdstuk 7: Effecten relevant in het kader van het ESPOO verdrag Dit hoofdstuk geeft een beschrijving van de te verwachten grensoverschrijdende effecten. Hoofdstuk 8: Conclusie Dit hoofdstuk omvat de formulering van de conclusies. viii

11 Lijst met afkortingen LIJST MET AFKORTINGEN µm micrometer µm micromolair µpa ASCOBANS BAU BAU BCP BDNZ BMM CLC CLO-DVZ cm CO2 COLREG CZ db DCA De DGPS micropascal Agreement on the Conservation of Small Cetaceans of the Baltic and North Seas Business as usual Business as Usual-scenario Belgisch Continentaal Plat Belgische Deel van de Noordzee Beheerseenheid van het Mathematisch Model van de Noordzee international conventions on civil liability for oil pollution damage centrum voor landbouwkundig onderzoek - departement voor zeevisserij centimeter koolstofdioxide Convention on the International Regulations for Preventing Collisions at Sea Controlezone decibel Detrended Correspondence Analysis Densiteit differential global positioning system DWTC federale diensten voor wetenschappelijke technische en culturele aangelegenheden EAC-waarde EC EEG EG EU FOD G GAUFRE GL GLLWS goc GT GVB Hz ICES IMO ecotoxicologische analysecriteria Europese comissie Europese Economische Gemeenschap Europese Gemeenschap Europese Unie Federale Overheidsdienst Economie Gemeenschap Towards a Spatial Structure Plan for Sustainable Management of the Sea Germanischer Lloyd Gemiddelde laag laagwaterlijn bij springtij Gram organische koolstof gross tonnage Gemeenschappelijk Visserij Beleid hertz International Council for the Exploration of the Sea International Maritime Organisation ix

12 Lijst met afkortingen IN Ind/m² IOPC fund KB kg KHz km KW l m m.e.r. m/sec Instituut voor Natuurbehoud individuen per vierkante meter International Oil Pullution Compensation fund Koninklijk Besluit kilogram; duizend gram kilohertz kilometer Kilowatt liter meter Milieueffectrapportage meter per seconde m² vierkante meter m³ kubieke meter MARPOL max MDO MDS MER mg min Min.Econ.Zaken mln MLLWS mm mond. med. MRS MRS MW N 2 O ng NM NO NO 3 NOx NW O 2 International Convention for the Prevention of Pollution from Ships maximum Mariene Diesel Olie Multidimensional Scaling milieueffectenrapport milligram; 1 duizendste van een gram minimum Ministerie voor Economische Zaken miljoen Mean Low Low Springs; reductievlak t.o.v. hetwelk gekarteerde dieptes uitgedrukt zijn. Het is een waarde die de som is van de gekarteerde diepte + de hoogte van de getijdegolf die zelden of nooit onderschreden wordt. Als dusdanig is ze waardevol voor het karteren van diepte op zeenavigatiekaarten. milimeter mondelinge mededeling Maximale ruimtelijke spreiding Maximale ruimtelijke spreidings-scenario megawatt = 1 miljoen watt distikstofoxide (lachgas) nanogram; 1 miljardste van een gram nautische mijl; zeemijl noordoost nitraat stikstofoxiden (verschillende chemische vormen) noordwest zuurstof x

13 Lijst met afkortingen Omw/min OPRC OSPAR PAKs PCBs s SAC SBZ SBZ-H SBZ-V SO2 SOLAS SPA Spp/staal SR SRK t TBT TWA TWINSPAN u UG UNFCCC VMM VOS VTS WGEXT WNW Zn ZO ZW omwentelingen per minuut The International Convention On Oil Pollution Preparedness, Response And Co- Operation Oslo and Paris convention polyaromatische koolwaterstoffen Polychlorinated Biphenyls Seconde Special Area for Conservation (= Speciale Beschermingszone) in het kader van de Habitatrichtlijn Speciale Beschermingszone Speciale Beschermingszone in het kader van de Habitatrichtlijn Speciale Beschermingszone in het kader van de Vogelrichtlijn zwaveldioxide International Convention for the Safety of Life at Sea Special protection area of vogelrichtlijngebied aantal soorten per staal Soortenrijkdom Schelde Radar Keten ton tributyltin Tweede Algemene Waterpassing Two-Way Indicator Species Analysis uur Universiteit Gent Protocol van Kyoto bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering Vlaamse milieumaatschappij vluchtige organische stoffen Vessel traffic system Working Group on the Effect of Extraction of Marine Sediments on the Marine Ecosystem Westnoordwest Zink Zuidoost Zuidwest xi

14

15 Lijst met verklarende woorden LIJST MET VERKLARENDE WOORDEN Abiotisch Abundantie Aggregaat Aggregaatextractie Avifauna Benthisch Benthos Beun Black-box Biodiversiteit Biotische Biotoop Clusteranalyse Concessie Concessiezone Controlezone Copepode Crustaceëen Cumulatief Demersale Densiteit Diversiteit Echinodermaten: Ecosysteem Ecotoxiciteit behorende tot de niet-levende natuur (lucht, water, grond) densiteit ook wel zeegranulaat genoemd genoemd; dit zijn het zand en grind gewonnen op zee ontginning van aggregaten vogelwereld, vogels op of in de bodem levend organismen die op of in de bodem leven laadruimte; de opslagplaats voor het aggregaat in het baggerschip. (Synoniem = hopper) automatische registreertoestellen waarmee elk ontginningsvaartuig uitgerust is de verscheidenheid onder levende organismen van allerlei herkomst, met inbegrip van soorten planten, dieren en schilmmels, de genetische diversiteit en de diversiteit in levensgemeenschappen of ecosystemen (onder andere terrestrische, mariene en andere aquatische ecosystemen) van de levende natuur ruimtelijk min of meer homogeen gebied met van de omgeving afwijkende levensomstandigheden, bewoond door een bepaalde levensgemeenschap; woongebied van een groep organismen. Een biotoop is de kleinst mogelijk geografische onderverdeling van de habitat. een agglomeratieve methode waarbij elk staal als een aparte groep wordt beschouwd, en deze op basis van similariteiten gegroepeerd worden een vergunning van overheidswege (hier: vergunning tot ontginning) analoog aan definitie controlezone. gebied waarbinnen een exploratie- en of exploitatieconcessie mag worden toegekend en waarvan de begrenzing bepaald is in artikel 2 van KB 01/09/2004 roeipootkreeftje; organismen behorend tot meiofauna. Kreeftachtigen of schaaldieren optellend op de bodem levend het aantal individuen van een soort aanwezig op een bepaald oppervlak of in een bepaald volume verscheidenheid stekelhuidigen het geheel van biotische en abiotische elementen die het samenleven van levende organismen in een bepaald gebied kenmerken giftigheid van een stof t.o.v. fauna xiii

16 Lijst met verklarende woorden Endobenthos Epifauna (Levens)gemeenschap Gesuspendeerd Granulometrisch Grind Habitat Harpacticoïde copepoden: Homogeen Hopper Hydraulisch Invertebraten Macrobenthos Meiofauna Mollusken Mortaliteit Nematode Ontginningsvaartuig Overvloeiwater Pelagisch Petrografisch Plankton Polychaeten Populatie Rekolonisatie Ro-Ro trafiek Rotatiesysteem Sector Sedimentatie Shannon-Wiener index het benthos in de bodem levend alle organismen die op of dicht boven de bodem voorkomen totaliteit van elkaar beïnvloedende, tot verschillende soorten behorende organismen, die samen voorkomen op een zelfde plaats. in suspensie, in oplossing m.b.t. de korrelgrootte mineraal materiaal waarvan de proportie in gewicht van de korrels met een korreldiameter groter dan 4 millimeter meer dan 15% bedraagt in het monster (KB 01/09/2004) de plaats waar de voorwaarden aanwezig zijn waaronder een bepaald organisme normaal leeft of groeit de orde Harpacticoida is één van de 10 ordes onder de Copepoda. Mariene harpacticoiden zijn hoofdzakelijk in de bodem levende kleine copepoden (>1 mm). Ze zijn meestal de tweede meest abundante groep van dieren (na de nematoden) onder de benthische meiofauna. gelijke, evenredige beun met behulp van water ongewervelden alle organismen groter dan 1 mm die in het sediment leven alle organismen kleiner dan 1 mm die in het sediment leven weekdieren zoals slakken, twee-kleppigen, inktvissen de sterfte; dodelijkheid rondwormen. Organismen behorend tot meiofauna. elk vaartuig dat gebruikt wordt voor het baggeren of het ontginnen van grondstoffen van de zeebodem het opgezogen water met zeer fijne zanddeeltjes dat tijdens het baggeren overboord vloeit in de waterkolom levend m.b.t. de samenstelling van het gesteente de in het water zwevende, doorgaans ééncellige organismen die zich niet onafhankelijk van de waterbeweging kunnen verplaatsen borstelwormen planten of dieren van één soort die met elkaar een bepaald milieu in een bepaald gebied bewonen proces waarbij organismen zich in een bepaald gebied hervestigen Roll-on Roll-off scheepstrafiek systeem waarbij voor een bepaalde tijd bepaalde zones afwisselend gesloten worden. oppervlakte binnen een controlezone het bezinken van vaste deeltjes in een vloeistofsysteem als gevolg van de zwaartekracht een diversiteits-index. Hoe hoger de waarde van de index, hoe groter de onzekerheid (waarbij een grotere onzekerheid staat voor een kleinere xiv

17 Lijst met verklarende woorden kans dat bij het kijken naar een staal het volgende individu van dezelfde soort zal zijn). Een hogere indexwaarde kan komen doordat er veel soorten aanwezig zijn, maar ook door de aantalsverdeling van de soorten onderling. Indien één soort sterk dominant is, dan is de kans groot dat deze soort de volgende zal zijn in het monster. De waarde van de index is dan laag. Als de soorten meer gelijkmatig verdeeld zijn, dan wordt de onzekerheid groter en daarmee de waarde van de index ook hoger. De index loopt van 0 bij het voorkomen van slechts één soort tot een maximum dat wordt bepaald door het totaal aantal soorten dat in de berekening wordt meegenomen. Simpson index Sleephopperzuiger Soortenrijkdom Steekhopperzuiger Taxon Trofisch Turbiditeit Zand een dominantie-index. Indien het monster gedomineerd wordt door één enkele soort dan is de Simpson index gelijk aan 1. een hydraulisch ontginningsvaartuig dat al varend door middel van grote sterke pompen en motoren, zand, klei, slib en zelfs grind van de waterbodem kan zuigen. aantal soorten ontginningsvaartuig waarbij vanuit een verankerde positie gewonnen wordt een groep van genetisch gelijkaardige organismen die samen gegroepeerd worden als bv. een soort, genus of familie. Het meervoud van taxon is taxa. op de voedselopname(cyclus) betrekking hebbend. een maat voor de ondoorzichtigheid van water als gevolg van de aanwezigheid van gesuspendeerde materie; troebelheid mineraal materiaal waarvan de proportie in gewicht van de korrels met een korreldiameter kleiner dan of gelijk aan 4 millimeter minstens 85% bedraagt in het monster (KB 01/09/2004) xv

18

19 Lijst met figuren LIJST MET FIGUREN Figuur 1.3.1: Situering ontginningszones Figuur 2.3.1: Detailfiguur controlezone 3 (Du Four, 2004) Figuur 4.3.1: De sleephopperzuiger Figuur 4.3.2: Sleepkop van De Lange Wapper Figuur 6.1.1: Afgedekt patroon van de paleogene offshore seismisch-stratigrafische eenheden (De Batist & Henriet, 1995) Gearceerde zones zijn bedekt door quartaire afzettingen met een dikte < 2.5 m. ZF : Zelzate Formatie, MF Maldegem Formatie, AF Aalter Formatie, VM Lid van Vlierzele, MPM Lid van Merelbeke en Pittem, EM Lid van Egem, KM Lid van Kortemark, KF Kortrijk Formatie. Figuur 6.1.2: Ontstaan van een getijdezandbank (Pannekoek et al., 1984) Figuur 6.1.3: Overzichtskaart Vlaamse Banken Kustbanken Zeelandbanken (AWZ, Dienst der Kust kaartopmaak : RCMG-UGent) Figuur 6.1.4: Digitaal terreinmodel van de Kwintebank (Marien Zandwinningsfonds) Multibeam weergave van de Kwintebank met dwarsdoorsneden doorheen de centrale depressie (Degrendele et al., 2002). Figuur 6.1.5: Digitaal terreinmodel van de Thorntonbank (Marien Zandwinningsfonds) Figuur 6.1.6: Bathymetrische kaart van de oude stortzone S1 en oostelijk gedeelte van sector 3A-3B (gebaseerd op multibeam-metingen) (Du Four, 2004). Figuur 6.1.7: Locatie en voorstelling van ZW-NO gerichte dwarsprofielen doorheen de oude stortzone S1 (Du Four, 2004) Figuur 6.1.8: Korrelgrootteverdeling van de zandfractie op het Belgisch continentaal plat (Interpolated map using kriging with an external drift based on sedisurf@database hosted by Ghent University - RCMG) (Verfaillie, et al., in prep.) Figuur 6.1.9: Bemonsteringsdichtheid gebruikt voor de extrapolatie van de mediane korrelgrootte (sedisurf@database hosted by Ghent University, Renard Centre of Marine Geology - RCMG) (Verfaillie, et al., in prep.) Figuur : 3D-morfologie van de centrale depressie op de Kwintebank (Van Lancker et al., 2004) Figuur 6.2.1: Frequentiedistributie van stroomsnelheden (BMM, 2000) Figuur 6.2.2: Frequentiedistributie van richtingen waaruit de stroming komt (BMM, 2000) Figuur 6.2.3: Gemodelleerde getijde-gemiddelde zwevende stof concentraties (SPM) voor de referentiesituatie gebaseerd op BMM-data en met een permanente modderbron aanwezig. a) situatie springtij 21/03/99 b) situatie doodtij 26/03/99 (Fetweiss & Van den Eynde, 2003) Figuur 6.2.4: Overzicht van de effecten van zandextractie (Phua et al., 2004) Figuur 6.4.1: Natuurlijke geluidsbronnen van het omgevingsgeluid onder water xvii

20 Lijst met figuren Figuur 6.4.2: Minimum en maximum geluidsniveaus van antropogene geluidsbronnen onder water Figuur 6.4.3: Geluidsniveau van verschillende boten op 100 m afstand in ondiep water in de Waddenzee (Verboom, 1991) Figuur 6.5.1: Overzicht staalnamepunten benthos MER-deelstudie voor een off-shore windmolenpark op het BCP (De Clerck et al., 2003) Figuur 6.5.2: Overzicht staalnamepunten benthos MER-deelstudie voor een off-shore windmolenpark op de Thorntonbank (De Clerck et al., 2003) Figuur 6.5.3: Overzicht staalnamepunten benthos CLO-DVZ studies (Hillewaert & Maertens, 2003; Moulaert et al., 2005) Figuur 6.5.4: Overzicht staalnamepunten macrobenthos Kwintebank voor de periode (links) en de periode (rechts) (Bonne, 2003) Figuur 6.5.5: Overzicht staalnamepunten meiobenthos Kwintebank voor 1997 (Bonne, 2003) Figuur 6.5.6: Ligging van de staalnamestations epibenthos en visfauna op de Thorntonbank (WT1-9), de Gootebank (WG1-3) en de Buitenratel (WB1-2) (De Maersschalck et al., 2005) Figuur 6.5.7: Ligging van de staalnamestations macrobenthos op de Thorntonbank, de Gootebank en de Buitenratel (De Maersschalck et al., 2005) Figuur 6.5.8: Indeling van het Belgisch deel van de Noordzee in 9 biozones (naar Cattrijsse & Vincx, 2001) Figuur 6.5.9: Voorkomen van de dominante epifauna soorten binnen controlezone 1 (Sector 1A) (ST1 & ST2 geulstations; ST5 & ST6 bankstations) (naar De Clerck et al., 2003) Figuur : Gemiddelde densiteit en aantal soorten per station voor de visfauna (De Maersschalck et al., 2005) Figuur : Procentuele densiteitssamenstelling van de visfauna per station (De Maersschalck et al., 2005) Figuur : Intensiteit van commerciële visserij (relatief aantal geobserveerde schepen effectief aan het vissen/jaar/km²) (Maes et al., 2005) Figuur : Voorbeeld van verspreidingskaart van Alk in de winter Figuur : Speciale Beschermingszones op het BDNZ ten opzichte van concessiegebieden voor zanden grindontginning ( Figuur 6.7.1: Kaart van de verschillende gebruikers van het BDNZ (Maes et al., 2005). Figuur 6.7.2: Relatieve intensiteit commerciële visserij op BDNZ (Maes et al., 2005). Figuur 6.7.3: Geraamde vangst in 10 6 ton per jaar; de biomassa aanwezig in 10 7 ton vis met een hoog trofisch niveau in het Noord-Atlantische gebied tussen 1950 en De verhouding tussen vangst en biomassa is een leidraad voor de intensiteit van de visserij (Christensen et al., 2002). Figuur 6.7.4: Tendens in het aantal Belgische vissersvaartuigen en de hoeveelheid visaanvoer (links) en de aanvoerwaarde in absolute en relatieve cijfers (rechts) voor (Welvaert, 2001) xviii

21 Lijst met figuren Figuur 6.8.1: Kaart van de belangrijkste scheepvaartroutes op het BDNZ Figuur 6.8.2: Schematische voorstelling scheepvaartbewegingen op BDNZ ( ) Figuur 6.8.3: Overzicht van geobserveerde olievlekken door het Belgisch toezichtsvliegtuig in de Noordzee ( 98-03) (BMM, 2005) Figuur 6.8.4: Oppervlakte van de olievlek in functie van de tijd voor de simulatie hyd17_w2 (wind aan 17 m/s vanuit NNO bij springtij met 3% frictie-coëfficiënt). xix

22

23 Lijst met tabellen LIJST MET TABELLEN Tabel 2.1.1: Overzicht van de huidige concessies en toegekende exploitatievolumes...6 Tabel 2.3.1: Concessiegebieden en naam van de bank; Coördinaten (graden)[1]; Oppervlakte totaal en oppervlakte van de banken binnen de concessiezone; Kortste afstand tot de kust en/of haven (gemeten v/h midden v/d zone); Afstand tot grens BDNZ; en de beschikbaarheid...12 Tabel 4.3.1: Overzicht van het relatieve belang van de zandwinnigsschepen in 2003 (Lauwaert et al., 2004)...32 Tabel 4.3.2: Overzicht van technische karakteristieken van de zandwinningsinstallaties aan boord van de sleephopperzuigers...33 Tabel 4.3.3: Overzicht van de scheepsgegevens van de sleephopperzuigers actief op het BDNZ...34 Tabel 6.1.1: Overzicht voorkomen en samenstelling van het tertiaire substraat in de concessiegebieden 44 Tabel 6.1.2: Toetsingswaarden voor bodemkwaliteit voor hergebruik als bodem binnen bestemmingstype I (Bron : Vlarebo)...50 Tabel 6.1.3: Sedimentkwaliteitscriteria (bron : Osparcom, 1998)...51 Tabel 6.1.4: Achtergrondconcentraties en ecologische criteria voor sedimenten (OSPARCOM, 2000)...52 Tabel 6.1.5: Overzicht ontginningshoeveelheden per oppervlakte-eenheid (BAU / MRS-/ BAU+AWZscenario)...54 Tabel 6.2.1: Overzicht van waterhoogten in het projectgebied...59 Tabel 6.2.2: Overzicht van stromingsgegevens in het projectgebied...60 Tabel 6.2.3: Chemische samenstelling van oceaanwater voor de meest voorkomende verbindingen aangegeven (Postma, 1990)...63 Tabel 6.2.4: Belangrijke sporenelementen en nutriënten in oceaanwater (Postma, 1990)...63 Tabel 6.2.5: Concentratie van zware metalen (OSPAR, 2000a)...64 Tabel 6.2.6: Nutriëntenconcentraties voor de Noordzee (periode )...68 Tabel 6.3.1: Gemiddelde, 50-percentiel en 98-percentielwaarde voor SO 2 in de omgeving van de kust (dagwaarden in µg/m³)...77 Tabel 6.3.2: Gemiddelde, 50-percentiel en 98-percentielwaarde voor NO en NO 2 in de omgeving van de kust (uurwaarden in µg/m³)...78 Tabel 6.3.3: Gemiddelde en 98-percentielwaarde voor stof in de omgeving van de kust (dagwaarden in µg/m³)...78 Tabel 6.3.4: Inschatting van het aantal vaarten van Saeftinge, Reimerswaal en Banjaard en totale aanvoer mariene aggregaten naar de verschillende havens in xxi

24 Lijst met tabellen Tabel 6.3.5: Inschatting van het aantal vaarten en totale aanvoer van mariene aggregaten naar de verschillende havens voor de periode voor het BAU-scenario...80 Tabel 6.3.6: Inschatting van het aantal vaarten en totale aanvoer van mariene aggregaten naar de verschillende havens voor de periode voor het MRS-scenario...80 Tabel 6.3.7: Inschatting van het aantal vaarten en totale aanvoer van mariene aggregaten naar de verschillende havens voor de periode voor het BAU+AWZ-scenario...81 Tabel 6.3.8: Emissiefactoren voor baggerschepen naargelang het type operatie...81 Tabel 6.3.9: Afstanden af te leggen op het BDNZ voor het bereiken van de verschillende winningszones vanuit de verschillende havens...82 Tabel : Emissies op het BDNZ in Tabel : Emissies op het BDNZ voor het BAU-scenario...83 Tabel : Emissies op het BDNZ voor het MRS-scenario...84 Tabel : Emissies op het BDNZ voor het BAU+AWZ-scenario...84 Tabel : Emissies op het BDNZ als gevolg van de mariene aggregaatextractie in relatie tot de totale emissies in de Noord- en Baltische zee...85 Tabel 6.4.1: Gemeten onderwatergeluid van verschillende ontginningsvaartuigen (Dr J. Nedwell, Mr D. Howell, 2004)...93 Tabel 6.4.2: Geluidsspectrum en geluidsvermogenniveau boven water van een ontginningsvaartuig...94 Tabel 6.4.3: Specifieke geluid voor minimale en maximale bezetting in functie van de afstand...94 Tabel 6.5.1: Overzicht bemonsteringspunten referentiesituatie per zandwinningsgebied (vroeger versus huidig) Tabel 6.5.2: Type I macrobenthische gemeenschappen van het BDNZ (naar Van Hoey et al., 2004, Degraer et al (in prep)) Tabel 6.5.3: Overzicht macrobenthos Thorntonbank (De Clerck et al., 2003) Tabel 6.5.4: Belang (%) van de verschillende macrobenthische taxa op de Thorntonbank Tabel 6.5.5: Geschat biotoopverlies ten gevolge van zandontginningsactiviteiten op het BDNZ ( ) Tabel 6.5.6: De effecten van aggregaatextractie op benthische gemeenschappen van verschillende types habitats (naar Newell et al., 1998) Tabel 6.5.7: Dominante zeevogels van zuidelijke Noordzee (Stienen & Kuijken, 2003) Tabel 6.6.1: Relictzone, ankerplaats en puntrelicten langs de kustlijn Tabel 6.7.1: Gebruiksfuncties binnen de concessiezones Tabel 6.8.1: Overzicht van de scheepvaartdensiteiten op het zuidelijke deel van het BDNZ volgens Dienst Scheepvaartbegeleiding (april maart 2004) en volgens Anatec xxii

25 Lijst met tabellen Tabel 6.8.2: Aantal scheepsbewegingen per product klasse voor de verschillende concessiegebieden op basis van de gegevens van dienst Scheepvaartbegeleiding Tabel 6.8.3: Risicowaarden voor verschillende soorten ongevallen volgens verscheidene bronnen Tabel 6.8.4: Overzicht olie accidenten in het BDNZ en aangrenzende wateren Tabel 6.8.5: Accidentele olievervuiling (- en aandeel in %) veroorzaakt door tankers tussen 1974 en 2004, verdeeld in vervuiling van minder dan en meer dan zeven ton en in het soort activiteit (ITOPF, 2004) Tabel 6.8.6: Simulaties van tijdstip van aanspoeling aan de Belgische Kust (17m/s, NNW) Tabel 6.8.7: Berekening van de directe verliezen in het worst-case scenario Tabel 6.8.8: Kwetsbaarheidsindex van vogelsoorten in het BDNZ (Vandenbroele et al., 1997) Tabel 6.8.9: Impact van zware stookolie op het vogelbestand in open zee bij worst-case scenario (windsnelheid 17 m/s) Tabel : Vergelijking van de impact op de avifauna met incidenten uit het verleden (naar ICES, 2005) Tabel : Berekening van de impact van zware stookolie op de avifauna t.h.v. de Belgische en Nederlandse kust (17 m/s) xxiii

26

27 Lijst met bijlagen LIJST MET BIJLAGEN Bijlage 1: Uitprint van het akoestische simulatiemodel IMMI versie 5.2 van het specifieke geluid voor minimale en maximale bezetting in functie van de afstand Bijlage 2: Tabellen benthos xxv

28

29 Niet-technische samenvatting DEEL I: NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING I

30

31 Niet-technische samenvatting 1 INLEIDING Voorliggend deelrapport betreft de niet-technische-samenvatting van het milieueffectrapport (MER) voor mariene aggregaatextractie uitgevoerd door 13 bedrijven die vertegenwoordigd worden door Zeegra VZW enerzijds en uitgevoerd door de Vlaamse Administratie Waterwegen en Zeewezen (AWZ) Afdeling Maritieme toegang en Afdeling Kust anderzijds. Het MER heeft betrekking op de totaliteit van aggregaatextractie activiteiten van AWZ en van de volgende bedrijven: ALZAGRI N.V. BELMAGRI N.V. CAMBEL AGREGATS N.V. DBM N.V. DRANACO N.V. GHENT DREDGING N.V. HANSON AGGREGATES BELGIUM N.V. INSAGRA N.V. KESTELEYN N.V. Nieuwpoortse Handels Maatschappij N.V. (NHM-CEI) CEMEX UK Marine Limited SATIC N.V. Tijdelijke Vereniging ZEEZAND EXPLOITATIE (NV. Baggerwerken Decloedt en Zoon, Dredging International NV. en NV. Ondernemingen Jan De Nul ) Dit MER is opgemaakt voor mariene aggregaatextratie (met nadruk op zandwinning) met sleephopperzuigers op het Belgische Deel van de Noordzee (BDNZ), dit aangezien de hoeveelheid grind die ontgonnen wordt zeer gering is (<1%). Dit MER heeft betrekking op: extracties in de controlezones 1, 2 en 3 voor een totale winning van m³ mariene aggregaten (voornamelijk zand) over een periode van 3 jaar ( ). Deze extracties zijn bedoeld voor de zand- (en grind)sector die vertegenwoordigd zijn door Zeegra VZW. extracties in controlezone 2C (ca m³/3 jaar) en extracties in controlezone 3A ( m³/3 jaar). Deze extracties zijn in eerste instantie bedoeld voor de Administratie Waterwegen en Zeewezen (AWZ) van de Vlaamse Overheid. Het is echter zo dat bedrijven die vertegenwoordigd zijn door Zeegra VZW eveneens in de controlezone 3A kunnen ontginnen. De hoeveelheden die door hen ontgonnen zullen worden, zijn echter nog niet gekend. Voor de berekening van de hoeveelheid zand/grind dat zal ontgonnen worden door Zeegra VZW is uitgegaan van de huidige maximale toegelaten winningsvolumes (2005) voor het eerste jaar vermeerderd met m³, voor bijkomende concessies of verhogingen van de huidige extractievolumes, respectievelijk voor de twee daaropvolgende jaren. Voor de berekening van de hoeveelheid zand dat zal ontgonnen worden voor projecten van AWZ werd gesteund op gegevens die door AWZ zijn geleverd. Voor de beschrijving en beoordeling van de milieueffecten worden drie scenario s gehanteerd. Het eerste scenario is het business as usual (BAU) scenario, waarbij winning door Zeegra VZW maximaal geconcentreerd zal zijn in de sector 2, terwijl in het alternatieve scenario van een maximale ruimtelijke spreiding van de activiteiten (MRS) wordt uitgegaan. Beide scenario s houden enkel rekening met de hoeveelheden zand/grind die mogen ontgonnen worden voor Zeegra VZW. III

32 Niet-technische samenvatting Maximaal te winnen hoeveelheid aggregaat(zand + grind) in m³ over een periode van 3 jaar BAU-scenario MRS-scenario Zone Zone Zone Het derde scenario (BAU-AWZ) gaat uit van het BAU-scenario + de extractie van zand die zal uitgevoerd worden voor AWZ Afdeling Kust en Afdeling Maritieme Toegang. Voor de normale badstrandverhogingen en kleinere onderhoudssuppleties die uitgevoerd worden door AWZ - Afdeling Kust, is er jaarlijks een totale hoeveelheid van m³ nodig. Deze hoeveelheid zal volledig op de Buitenratel en Oostdijck, die gelegen zijn in controlezone 2C, gewonnen worden. Daarnaast zal AWZ Afdeling Maritieme Toegang in de volgende periode van 3 jaar m³ zand winnen in de sector 3A, meer bepaald in de oude stortzone S1 die ca. 15% van sector 3A inneemt. Hiervan zal m³ gebruikt worden voor de uitbreiding van het sternen-eiland en m³ gebruikt worden voor de uitbreiding van de haven van Zeebrugge. De hoeveelheid zand die zal gewonnen worden in de sector 3A betreft reeds vroeger gestort materiaal. Wat de ontginning in de sector 3A betreft, wordt in voorliggend MER enkel uitgegaan van een hoeveelheid van 5 miljoen m³ die door AWZ- Maritieme toegang zal gewonnen worden. De mogelijkheid bestaat dat er door de bedrijven die door Zeegra VZW zijn vertegenwoordigd ook een extractie van eerder gestort materiaal zal plaatsvinden. Hierover zijn er echter nog geen concrete gegevens voorhanden. Hoeveelheid die zal gewonnen worden in m³ over een periode van 3 jaar BAU-AWZ scenario Zone Zone Zone Dit MER werd opgesteld door volgend team van deskundigen: Projectbeschrijving Bodem Water Fauna en flora Verenigbaarheid met andere activiteiten Veiligheid Lucht & Klimaat Geluid en trillingen Monumenten en landschappen Coördinatie Kwaliteitscontrole Bart De Wachter, Hilde Pelgrims (ECOLAS NV) Dirk Libbrecht (ECOLAS NV) Renaat De Sutter (ECOLAS NV) Annemie Volckaert, Mieke Deconinck (ECOLAS NV) Annemie Volckaert (ECOLAS NV) Annemie Volckaert, Bart De Wachter (ECOLAS NV) Kris Devoldere (ECOLAS NV) Ann Himpens (ECOLAS NV) Mieke Deconinck (ECOLAS NV) Bart De Wachter, Mieke Deconinck, Paul Vanhaecke (ECOLAS NV) Paul Vanhaecke (ECOLAS NV) IV

33 Niet-technische samenvatting 2 TOETSING AAN DE MER-PLICHT Voor de exploratie en exploitatie van de minerale en andere niet-levende rijkdommen van de zeebodem en van de ondergrond is een concessie vereist. Vooraleer een concessie verkregen wordt of een bestaande concessie verlengd wordt, moet er een milieueffectenrapport (MER) van het betrokken gebied gemaakt worden conform de KB s van 1 september 2004 (BS 7 oktober 2004 p ) betreffende de toekenningsprocedures voor concessies en de regels voor MERs voor exploitatie van niet levende rijkdommen. Voorliggende MER-studie werd dus opgemaakt voor Zeegra VZW en voor de Administratie Waterwegen en Zeewezen (AWZ). 3 SITUERING VAN HET PROJECT 3.1 INLEIDING BESCHRIJVING VAN DE DOELSTELLINGEN VOOR ZEEGRA VZW De doelstelling van de geplande activiteit is zand van de zeebodem exploiteren. Deze activiteit wordt mede uitgevoerd door 13 bedrijven, hieronder opgesomd, in de exploitatiezone(s) waarvoor ze een concessie bezitten. Het MER zal betrekking hebben op de totaliteit van aggregaatextractie activiteiten van de 13 in de inleiding opgesomde bedrijven voor de controlezones 1, 2 en 3. De geplande activiteit voor de komende 3 jaar (2005/2006/2007) voor deze 13 bedrijven in totaal is een maximale ontginning van m 3 in het eerste jaar en m 3 in de twee daaropvolgende jaren. Deze totale doelstelling kan verdeeld worden over de verschillende concessiezones. In het vervolg van dit MER zullen voor de werkzaamheden van Zeegra VZW twee scenario s behandeld worden. Het eerste scenario gaat maximaal uit van de meest recente gekende verdeling van de activiteiten tussen de zones. Dit Business as Usual Scenario (BAU) is gebaseerd op de ruimtelijke spreiding van de winningsactiviteiten op de zandbanken in het jaar 2003 (dus voor het in voege treden van de nieuwe concessiegebieden). Het tweede scenario gaat uit van een maximale ruimtelijke spreiding (MRS) op de banken van de concessiegebieden. Dit resulteert in de onderstaande maximale winningshoeveelheden aggregaten (zand) in m 3 over drie jaar. BAU-scenario Maximaal te winnen hoeveelheid aggregaat(vnl. zand) in m³ over een periode van 3 jaar MRS-scenario Zone Zone Zone V

34 Niet-technische samenvatting De mogelijkheid bestaat ook dat de bedrijven die door Zeegra VZW zijn vertegenwoordigd in de sector 3A, meer specifiek de oude stortzone S1, aan zandontginning doen. Aangezien er nog geen gegevens voorhanden zijn over de hoeveelheid zand die zij in deze zone zullen ontginnen, wordt voor de bespreking van deze effecten verwezen naar het scenario BAU+AWZ. Sinds 1976 wordt marien zand en grind geëxploiteerd op het Belgisch deel van de Noordzee. De jaarlijkse winning steeg regelmatig mede door de toenemende vraag naar zand o.a. door de goede kwaliteit ervan en hun uiteenlopende toepassingsmogelijkheden 1. Zeezand wordt meer en meer gegeerd omdat zandgroeven op land stilaan uitgeput raken. Bovendien is zeezand zeer zuiver en homogeen. Zand en grind worden gebruikt voor 2 : de bouw: zand en grind zijn nodig om beton te maken; strandsuppletie: om erosie van de Belgische kust ten gevolge van golven en stromingen tegen te gaan; landuitbreidingen op zee (bijvoorbeeld: uitbreiding van de haven van Zeebrugge); grind voor afdekken van pijpleidingen of aanleg van ondergrondse watergeluidberm. In totaal wordt er m 3 zand en grind ontginning toegestaan in Dit is iets minder dan 3 miljoen m³ of 1/5 van de totale hoeveelheid van 15 miljoen m 3 die in 5 jaar ontgonnen mag worden. Deze resterende m 3 t.o.v. het gemiddelde van 3 miljoen m 3 /jaar zou toegekend kunnen worden aan: een verhoging van bestaande concessies in 2005; nieuwe concessieaanvragen in 2005; het volgende jaar: waar dan meer mag ontgonnen worden dan 3 miljoen m 3. BESCHRIJVING VAN DE DOELSTELLINGEN VOOR AWZ De Administratie Waterwegen en Zeewezen Afdeling Kust heeft jaarlijks geschikt zand nodig voor de kustverdediging: voor de jaarlijkse badstrandverhogingen (worden uitgevoerd om de schade door de zee aangebracht tijdens de voorbije winter aan de badstranden te herstellen en dus het veiligheidsniveau tegen overstroming tegen de volgende winter te verbeteren, en het strand geschikt te maken voor exploitatie - o.a. badkabines - in de zomer) zandsuppleties: worden uitgevoerd om het veiligheidsniveau van de zeewering op peil te houden of te verhogen. Hier kan onderscheid gemaakt worden tussen: - kleinere onderhoudssuppleties van vroeger reeds aangelegde stranden - grote suppleties voor de aanleg van nieuwe stranden of voor grote onderhoudsbeurten van vroeger aangelegde stranden Voor badstrandverhogingen is ongeveer m³/jaar zand nodig. Voor kleinere onderhoudssuppleties een m³/jaar. Het zand benodigd voor de badstrandverhogingen en bovenstaande kleinere 1 Degrendele K. et al. (2005). Duurzaam beheer van de zandwinning op het Belgisch Continentaal Plat, Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, 20pp. 2 Maes, F., Schrijvers, J., Van Lancker, V., Verfaillie, E., Degraer, S., Derous, S., De Wachter, B., Volckaert, A., Vanhulle, A., Vandenabeele, P., Cliquet, A., Douvere, F., Lambrecht, J. and Makgill, R. (2005). Towards a spatial structure plan for sustainable management of the sea. Research in the framework of the BSP programme Sustainable Management of the Sea PODO II, June 2005, pp VI

35 Niet-technische samenvatting onderhoudssuppleties zal uit controlezone 2C worden gehaald. Over een periode van 3 jaar zal er bijgevolg m³ zand uit sector 2C gehaald worden. Het zand voor de badstrandverhogingen moet op vlak van granulometrie aan een aantal voorwaarden voldoen. In feite wordt zand gewenst met een D50 van de orde van minstens 250 micron. Het zand moet toch aan welbepaalde eisen voldoen. Voor de kleinere onderhoudssuppleties wordt zand gezocht met een D50 van de orde van 300 micron, in sommige gevallen zelfs 350 micron. Op basis van onderzoek blijkt dat het zand met korreldiameter 300 micron op de Buiten Ratel en Oost-Dijck (controlezone 2C) kunnen gevonden worden. De Administratie Waterwegen en Zeewezen Afdeling Maritieme Toegang geeft in de komende 3 jaar m³ zand nodig voor twee concrete projecten: West areaal nieuwe buitenhaven Zeebrugge ( m³/3 jaar). Het West areaal Zeebrugge is het verder ontwikkelen van de haven in Zeebrugge. Er moet nog ongeveer 1 km kaaimuur gebouwd worden en achter die kaaimuren wordt er zand gespoten (= basis voor de terminalterreinen en industriegebouwen) tot op een peil van +8. de uitbreiding van het sternen-eiland in de buitenhaven van Zeebrugge ( m³/3 jaar). De m³ die door AWZ Afdeling Maritieme Toegang gebruikt zullen worden voor bovenvermelde projecten, worden uit de sector 3A meer bepaald uit de oude stortzone S1 gewonnen. De oude stortzone S1 beslaat ongeveer 15% van sector 3A. Al het materiaal dat geëxtraheerd zal worden, betreft bijgevolg vroeger gestort materiaal. Op basis van berekeningen van de Federale Overheidsdienst zou er in de volledige sector 3A ongeveer m³ gestort materiaal liggen. 3.2 RUIMTELIJKE SITUERING VAN DE ACTIVITEITEN In februari 2004 vond er een wijziging plaats van de concessiezones waar zand en grind ontginning toegelaten wordt op het Belgisch deel van de Noordzee. De volgende paragraaf schetst eerst de oude situatie, gevolgd door een uiteenzetting van de huidige situatie. Voor een situering van de verschillende zones wordt verwezen naar Kaart Oude situatie (voor februari 2004) Tot februari 2004 vond de zand- en grindontginning plaats in twee grote concessiezones: een eerste grote zone gelegen ter hoogte van de Thornton- en de Gootebank. Deze zone werd voornamelijk gebruikt voor het Ministerie van Openbare Werken. Sinds 2000 werden echter ook privé-firma's toegelaten in deze zone; een tweede zone gelegen ter hoogte van de Oostdijck, Buitenratel en Kwintebank. Ongeveer 95% van de ontginningen vond plaats op een zeer klein gebied in het noordwesten en het centrale deel van de Kwintebank, dit omdat de kwaliteit van het zand daar zeer goed was en de afstand tot de havens minimaal was. Hierdoor ontstond ter hoogte van dat gebied een plaatselijke depressie van 4 meter diep. Om herstel van die depressie toe te laten is het sinds 15 februari 2003 drie jaar lang verboden om op deze plek te ontginnen. VII

36 Niet-technische samenvatting Huidige situatie Sinds 2004 zijn de concessiezones gewijzigd volgens het KB 01/09/2004. Er zijn nu drie 'controlezones' en één 'exploratiezone': Controlezone 1 bestaat uit twee sectoren: sector 1A op de Thorntonbank, sector 1B op de Gootebank. Sector 1A is gans het jaar open voor ontginning, sector 1B enkel gedurende de maanden maart, april en mei; Controlezone 2 is onderverdeeld in drie sectoren: sectoren 2A en 2B bevinden zich op de Kwintebank, sector 2C op Buiten Ratel en Oostdijck. De sectoren 2A en 2B zijn afwisselend open voor ontginning voor een periode van 3 jaar (rotatiesysteem), sector 2C is open voor ontginning gedurende het ganse jaar. Omdat sector 2B op de Kwintebank voorheen het meest gebruikt is, is dit de eerste sector die voor drie jaar wordt gesloten. De sector 2B is officieel gesloten op 15 maart 2005 voor een periode van 3 jaar. Tot 15 maart 2008 mag dus enkel in sectoren 2A en 2C ontgonnen worden. Controlezone 3 is gelegen op een dumplocatie voor gebaggerd materiaal (Sierra Ventana). Dit is dan ook een soort 'recyclagezone', dicht bij de kust. Met deze controlezone wil men de druk op natuurlijke zandbanken verminderen. Sector 3A is gans het jaar open, terwijl sector 3B gesloten is zolang deze sector tevens als baggerspeciesloswal gebruikt wordt. Het is uit de oude baggerspecieloswal (oude stortzone S1) dat AWZ Afdeling Maritieme Toegang m³/3 jaar zal extraheren. De nieuwe baggerspecieloswal (nieuwe sector S1) bevindt zich in de sector 3B. In de exploratiezone (zone 4) (ter hoogte van de Hinderbanken) zullen overheid en concessiehouders de mogelijkheden van (voornamelijk grind-) ontginning onderzoeken. Kaart 1: Situering controlezones en exploratiezone 3.3 JURIDISCHE EN BELEIDSMATIGE RANDVOORWAARDEN De vraag naar mariene aggregaten (zand, grind) neemt toe, naarmate winning aan land steeds moeizamer verloopt. Gedurende de laatste vijf jaar stelt men een duidelijke internationalisering vast van de winningsindustrie van aggregaten op zee, waarbij de kleine ondernemingen overgenomen worden VIII

37 Niet-technische samenvatting door multinationals en de kleine schepen met een capaciteit van minder dan m³ vervangen worden door grote schepen met een capaciteit van tot m³ Toepasselijke nationale wetgeving Het Belgische mariene gebied (vanaf de gemiddelde laag laagwaterlijn bij springtij, GLLWS) is federale bevoegdheid. Dat gebied wordt opgedeeld in de 12 mijlszone (of territoriale wateren); de 24-mijlszone (of de aansluitende zone) en de rest (exclusieve economische zone = Belgisch continentaal plat). Voor deze zones zijn verscheidene nationale wetten geldig. De drie belangrijkste wetten in het kader van voorliggend project betreffen: De wet van 13 juni 1969 inzake de exploratie en exploitatie van niet-levende rijkdommen van de territoriale zee en het continentaal Plat (publicatie Belgisch Staatsblad 8/10/69). In de wet van 13 juni 1969 Art. 3 staat vermeld dat voor de exploratie en exploitatie van de minerale en andere niet-levende rijkdommen van de zeebodem en van de ondergrond een concessie is vereist, die verleend wordt onder de voorwaarden en regels van de Koning. De wet betreffende de exclusieve economische zone van België in de Noordzee van 22 april 1999 (publicatie 10/07/1999) die de Belgische jurisdictie uitbreidt buiten de territoriale wateren voor een aantal zaken op het vlak van milieu en milieubescherming, beheer en exploitatie van levende en niet-levende rijkdommen, en de productie van energie uit water, wind en stromen. Zo oefent België soevereine rechten uit over de territoriale zee en het continentaal plat ter exploratie en exploitatie van de minerale en andere niet-levende rijkdommen. De wet ter bescherming van het mariene milieu in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België van 20 januari 1999 (publicatie Belgisch Staatsblad 12 maart 1999/Tweede editie) bepaalt verscheidene principes die de verschillende gebruikers van de Belgische mariene wateren dienen in acht te nemen. Daartoe behoren de volgende internationaal erkende principes: het voorzorgsprincipe, het preventieprincipe, het principe van duurzaam beheer, het vervuiler-betaalt-principe en het herstelprincipe. Naast de algemene beginselen, hierboven opgesomd, werd in de wet op de bescherming van het mariene milieu ook de basis gelegd voor de instelling van mariene reservaten en de bescherming van planten en dieren. Voor zand- en grindexploitatie zijn 2 aparte KB s belangrijk die verband houden met de concessies en de milieueffectenbeoordeling. Hierbij kan nog verwezen worden naar Art.3 van de wet van 13 juni 1969 (zie boven). Het KB van 1 september 2004 (publicatie Belgisch Staatsblad 07/10/04) heeft betrekking op de voorwaarden, de geografische begrenzing en de toekenningsprocedures van concessies voor de exploratie en de exploitatie van de minerale en andere niet-levende rijkdommen in de territoriale zee en op het Continentaal Plat. Deze KB wijzigde de ligging van de vroegere 2 concessiezones in 3 controlezones en 1 exploratiezone. Hier werd onder andere de toegankelijkheid van de verschillende zones, de maximumvolumes voor exploitatie van zand en grind en de maximale exploitatieduur vastgelegd. Het KB van 1 september 2004 (publicatie Belgische Staatsblad 07/10/2004), dat handelt over de regels betreffende de milieueffectenbeoordeling in toepassing van de wet van 13 juni 1969 voor de exploratie en exploitatie van niet-levende rijkdommen van de territoriale zee en het continentaal plat. Hier wordt de inhoud van het milieueffectenrapport (hoofdstuk II), het verloop van de procedure en de inhoud van de milieueffectenbeoordeling beschreven. 3 Degrendele K. et al. (2005). Duurzaam beheer van de zandwinning op het Belgisch Continentaal Plat, Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, 20pp. IX

04/09332/BD: MER Zand- en grindwinning op het BDNZ FIGUREN

04/09332/BD: MER Zand- en grindwinning op het BDNZ FIGUREN FIGUREN Bijlagen 1.3 BEKNOPTE VOORSTELLING VAN DE ACTIVITEITEN: FIGUREN Zone 4 Thorntonbank Zone 1B Goote Bank Zone 1A Zone 3B Zone 3A Oostdijk Buiten Ratel Zone 2A Zone 2C Kwintebank Zone 2B Figuur 1.3.1:

Nadere informatie

Dienst Continentaal Plat

Dienst Continentaal Plat Dienst Continentaal Plat Zand-en grindwinningin het Belgische deel van de Noordzee http://economie.fgov.be Belangrijkste taken Beheer van het Fonds voor Zandwinning Afleveren van vergunningen Beheer van

Nadere informatie

De aangroeiende zandbank te Heist: juridisch drijfzand? An Cliquet

De aangroeiende zandbank te Heist: juridisch drijfzand? An Cliquet De Zandbank te Heist, een boeiend fenomeen Seminarie Vrijdag 19 oktober 2007 De aangroeiende zandbank te Heist: juridisch drijfzand? An Cliquet De juridische aspecten van de aangroeiende zandbank voor

Nadere informatie

Milieu-effectenbeoordeling van het project ingediend door de AG Haven Oostende.

Milieu-effectenbeoordeling van het project ingediend door de AG Haven Oostende. KONINKLIJK BELGISCH INSTITUUT VOOR NATUURWETENSCHAPPEN BEHEERSEENHEID MATHEMATISCH MODEL VAN DE NOORDZEE AFDELING BEHEER VAN HET MARIENE ECOSYSTEEM Milieu-effectenbeoordeling van het project ingediend

Nadere informatie

Management, Research and Budgetting of Aggregates in Shelf Seas in relation to End-users

Management, Research and Budgetting of Aggregates in Shelf Seas in relation to End-users Management, Research and Budgetting of Aggregates in Shelf Seas in relation to End-users Beleid, onderzoek en budgettering van aggregaten in continentale zeeën in relatie tot eindgebruikers Federale Diensten

Nadere informatie

Goedkeuringsverslag milieueffectrapport

Goedkeuringsverslag milieueffectrapport Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Goedkeuringsverslag

Nadere informatie

Adviescomité SEA. Is er al dan niet een strategische milieubeoordeling (SEA) vereist voor het ontwerp beleidsplannen mariene beschermde gebieden?

Adviescomité SEA. Is er al dan niet een strategische milieubeoordeling (SEA) vereist voor het ontwerp beleidsplannen mariene beschermde gebieden? Directoraat-generaal Leefmilieu EUROSTATION Blok II 2 e verdieping Victor Hortaplein 40, bus 10 B 1060 BRUSSEL www.environment.fgov.be Secretariaat van het Adviescomité SEA: Sabine WALLENS t: + 32 2 524

Nadere informatie

Maritiem Reddings- en Coördinatiecentrum

Maritiem Reddings- en Coördinatiecentrum Hoe werkt het Maritiem Reddings- en Coördinatiecentrum in Oostende? Een zee van activiteiten Het Belgische gedeelte van de Noordzee is een gebied van 3600 vierkante kilometer, dit is vergelijkbaar met

Nadere informatie

Zand-& grindwinning. J Auteurs. ! Lector. Vera Van Lancker 1 Brigitte Lauwaert1 Lies De M ol2 Helga Vandenreyken 2 Annelies De Backer3 Hans Pirlet4

Zand-& grindwinning. J Auteurs. ! Lector. Vera Van Lancker 1 Brigitte Lauwaert1 Lies De M ol2 Helga Vandenreyken 2 Annelies De Backer3 Hans Pirlet4 Zand-& grindwinning J Auteurs Vera Van Lancker 1 Brigitte Lauwaert1 Lies De M ol2 Helga Vandenreyken 2 Annelies De Backer3 Hans Pirlet4! Lector Geert De Maeyer5 1Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen

Nadere informatie

Bijlage 3: Acties tot uitvoering van het marien ruimtelijk plan

Bijlage 3: Acties tot uitvoering van het marien ruimtelijk plan Bijlage 3: tot uitvoering van het marien ruimtelijk plan Inhoud 1 Inleiding... 3 2 ter realisatie van algemene doelstellingen... 3 3 ter realisatie van de milieudoelstellingen... 3 4 ter realisatie van

Nadere informatie

Aanpassing referentieniveau zandwinning: haalbaar of niet?

Aanpassing referentieniveau zandwinning: haalbaar of niet? Aanpassing referentieniveau zandwinning: haalbaar of niet? Lies De Mol, Koen Degrendele & Marc Roche Dienst Continentaal Plat Wettelijk kader KB 1 september 2004 Artikel 31 De totale ontginningsdiepte

Nadere informatie

De belangrijkste mijlpalen in het beheer van de zandwinning op zee

De belangrijkste mijlpalen in het beheer van de zandwinning op zee De belangrijkste mijlpalen in het beheer van de zandwinning op zee Koen Degrendele FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Dienst Continentaal Plat Simon Bolivarlaan 30, B-1000 Brussel e-mail: koen.degrendele@economie.fgov.be

Nadere informatie

Beoordeling van mariene degradatie in de Noordzee en voorstellen voor een duurzaam beheer. DWTC Programma Duurzaam beheer van de Noordzee

Beoordeling van mariene degradatie in de Noordzee en voorstellen voor een duurzaam beheer. DWTC Programma Duurzaam beheer van de Noordzee Beoordeling van mariene degradatie in de Noordzee en voorstellen voor een duurzaam beheer DWTC Programma Duurzaam beheer van de Noordzee Marine Damage Assessment Mare-Dasm 1998-2002 DWTC Programma Duurzaam

Nadere informatie

Hoe proper is onze zee?

Hoe proper is onze zee? Hoe proper is onze zee? Colin Janssen Medewerking van M. Claessens en P. Roose Laboratorium voor Milieutoxicologie en Aquatische Ecologie Universiteit Gent Vervuiling een vlag die vele ladingen dekt? Vele

Nadere informatie

aan de heer Minister van Begroting en Overheidsbedrijven

aan de heer Minister van Begroting en Overheidsbedrijven KONINKLIJK BELGISCH INSTITUUT VOOR NATUURWETENSCHAPPEN BEHEERSEENHEID MATHEMATISCH MODEL VAN DE NOORDZEE AFDELING BEHEER VAN HET MARIENE ECOSYSTEEM Advies van het Bestuur aan de heer Minister van Begroting

Nadere informatie

Milieueffectenrapport voor een Offshore Windmolenpark op de Thorntonbank. C-Power N.V. 03/07469/PV. September Deel 3 : Figuren en bijlagen

Milieueffectenrapport voor een Offshore Windmolenpark op de Thorntonbank. C-Power N.V. 03/07469/PV. September Deel 3 : Figuren en bijlagen Milieueffectenrapport voor een Offshore Windmolenpark op de Thorntonbank Deel 3 : en bijlagen C-Power N.V. 03/07469/PV September 2003 Opdrachtgever: C-Power N.V. Scheldedijk 30, Haven 1025, 2070 Zwijndrecht

Nadere informatie

Zand- en grindwinning in het Belgische deel van de Noordzee

Zand- en grindwinning in het Belgische deel van de Noordzee Zand- en grindwinning in het Belgische deel van de Noordzee Zand- en grindwinning in het Belgische deel van de Noordzee In het kader van de opdracht van de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie,

Nadere informatie

Hoofdstuk 3. Getijden- en Stromingsleer. Algemene inhoud 27/09/2012. Topografie, kennis van zee & strand. Getijdenleer.

Hoofdstuk 3. Getijden- en Stromingsleer. Algemene inhoud 27/09/2012. Topografie, kennis van zee & strand. Getijdenleer. 27-9-2012 Getijden- en Stromingsleer 1 Hoofdstuk 3 Getijden- en Stromingsleer - Jonathan Devos - Algemene inhoud Topografie, kennis van zee & strand Getijdenleer Stromingsleer 27-9-2012 Getijden- en Stromingsleer

Nadere informatie

Dirk van der Cammen en Raoul van Lambalgen ILVO seminar 30 juni 2011, Oostende

Dirk van der Cammen en Raoul van Lambalgen ILVO seminar 30 juni 2011, Oostende Dirk van der Cammen en Raoul van Lambalgen ILVO seminar 30 juni 2011, Oostende Wie THV RENTEL Wat Ontwikkelen, bouwen en exploiteren van offshore energieparken voor de Belgische kust. Eens de zone is volgebouwd,

Nadere informatie

Milieueffectenrapport voor een offshore Windturbinepark op de Thorntonbank. C-Power N.V. 03/07469/PV. September 2003. Deel 2: hoofdrapport

Milieueffectenrapport voor een offshore Windturbinepark op de Thorntonbank. C-Power N.V. 03/07469/PV. September 2003. Deel 2: hoofdrapport Milieueffectenrapport voor een offshore Windturbinepark op de Thorntonbank Deel 2: C-Power N.V. 03/07469/PV September 2003 Opdrachtgever: C-Power N.V. Scheldedijk 30, Haven 1025, 2070 Zwijndrecht Uitgevoerd

Nadere informatie

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - AARDRIJKSKUNDE ANTWOORDEN

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - AARDRIJKSKUNDE ANTWOORDEN ZAND BOVEN WATER LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - AARDRIJKSKUNDE Rotterdam is de belangrijkste haven van Europa. Steeds meer containers, grondstoffen en andere spullen worden via Rotterdam

Nadere informatie

Een race for space op zee Mariene Ruimtelijke Planning in de Belgische Zeegebieden

Een race for space op zee Mariene Ruimtelijke Planning in de Belgische Zeegebieden Marien Ruimtelijk Plan Marijn Rabaut Expert Noordzee Kabinet Vice-Eerste Minister en Minister van Economie, Consumenten en Noordzee Een race for space op zee Mariene Ruimtelijke Planning in de Belgische

Nadere informatie

WILFRIED VANDAELE Wenduine, 23 februari 2013. -tot laagwaterlijn: Vlaanderen -dieper in zee: België. Nu: tegen 100-jarige stormen

WILFRIED VANDAELE Wenduine, 23 februari 2013. -tot laagwaterlijn: Vlaanderen -dieper in zee: België. Nu: tegen 100-jarige stormen WILFRIED VANDAELE Wenduine, 23 februari 2013 2 -tot laagwaterlijn: Vlaanderen -dieper in zee: België Nu: tegen 100-jarige stormen 2100 Straks: tegen 1000-jarige stormen (bv. strand + dijk Wenduine) Plan

Nadere informatie

Bijlag. Marien Ruimtelijk Plan Bijlagen Bijlage 3

Bijlag. Marien Ruimtelijk Plan Bijlagen Bijlage 3 Bijlag 1 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. ter realisatie van algemene doelstellingen... 3 3. ter realisatie van de milieudoelstellingen... 3 4. ter realisatie van de veiligheidsdoelstellingen... 4 5. ter realisatie

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en visserijbeleid, artikel 24, 1, 2, 3 en 6 ;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en visserijbeleid, artikel 24, 1, 2, 3 en 6 ; Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van aanvullende nationale maatregelen voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden en voor controle op de visserijactiviteiten DE VLAAMSE REGERING,

Nadere informatie

wet van 13 juni 1969 inzake de exploratie en exploitatie van nietlevende

wet van 13 juni 1969 inzake de exploratie en exploitatie van nietlevende 82314 BELGISCH STAATSBLAD 29.10.2018 MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE [C 2018/14565] 21 OKTOBER 2018. Koninklijk besluit houdende de regels betreffende de

Nadere informatie

Gebruiksfuncties van de Noordzee, 2005/2009

Gebruiksfuncties van de Noordzee, 2005/2009 Indicator 5 januari 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het Nederlands Continentaal Plat

Nadere informatie

Het Energieatol Energieopslag in de Noordzee

Het Energieatol Energieopslag in de Noordzee Het Energieatol Energieopslag in de Noordzee Dr. Walter Mondt, ECOREM 26 november 2013 1 Inhoud Voorstelling Ecorem NV Context van de studie Werkingsprincipe van het energieatol Opbouw van het energieatol

Nadere informatie

BIJLAGE. bij. Richtlijn van de Commissie

BIJLAGE. bij. Richtlijn van de Commissie EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.5.2017 C(2017) 2842 final ANNEX 1 BIJLAGE bij Richtlijn van de Commissie tot wijziging van Richtlijn 2008/56/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de indicatieve

Nadere informatie

Hoofdstuk 3. Getijden- en Stromingsleer. - Jonathan Devos -

Hoofdstuk 3. Getijden- en Stromingsleer. - Jonathan Devos - Hoofdstuk 3 Getijden- en Stromingsleer - Jonathan Devos - 22-10-2017 Getijden- en Stromingsleer 2 22-10-2017 Getijden- en Stromingsleer 3 Algemene inhoud Topografie, kennis van zee & strand Getijdenleer

Nadere informatie

Uitgangspunten depositieberekeningen

Uitgangspunten depositieberekeningen Passende Beoordeling Verruiming Vaarweg Eemshaven Noordzee 3 december 2013 Bijlage E. Uitgangspunten depositieberekeningen 177 van 181 Passende Beoordeling Verruiming Vaarweg Eemshaven Noordzee 3 december

Nadere informatie

Sedimentatie in Harderwijker Bocht ten gevolge van de strekdam bij Strand Horst Noord

Sedimentatie in Harderwijker Bocht ten gevolge van de strekdam bij Strand Horst Noord Sedimentatie in Harderwijker Bocht ten gevolge van de strekdam bij Strand Horst Noord In het gebied tussen de strekdammen bij Strand Horst Noord en de bebouwing van Harderwijk ligt een klein natuurgebied

Nadere informatie

b i j d e b e o o r d e l i n g v a n d e p l a n n e n en p r o g r a m m a s o p f e d e r a a l v l a k Scopingsdocument

b i j d e b e o o r d e l i n g v a n d e p l a n n e n en p r o g r a m m a s o p f e d e r a a l v l a k Scopingsdocument Begeleidingsinstrument b i j d e b e o o r d e l i n g v a n d e milieueffecten v a n b e p a a l d e p l a n n e n en p r o g r a m m a s o p f e d e r a a l v l a k Scopingsdocument Inhoud 1. Inleiding...3

Nadere informatie

Advies van het Bestuur aan de Staatssecretaris voor de Noordzee

Advies van het Bestuur aan de Staatssecretaris voor de Noordzee KONINKLIJK BELGISCH INSTITUUT VOOR NATUURWETENSCHAPPEN BEHEERSEENHEID MATHEMATISCH MODEL VAN DE NOORDZEE Advies van het Bestuur aan de Staatssecretaris voor de Noordzee betreffende : de wijziging van de

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. tot wijziging van Verordening (EU) 2018/120 wat de vangstmogelijkheden voor Europese zeebaars betreft

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. tot wijziging van Verordening (EU) 2018/120 wat de vangstmogelijkheden voor Europese zeebaars betreft EUROPESE COMMISSIE Brussel, 4.9.2018 COM(2018) 613 final 2018/0321 (NLE) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EU) 2018/120 wat de vangstmogelijkheden voor Europese zeebaars

Nadere informatie

SALV Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij ADVIES

SALV Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij ADVIES SALV Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij ADVIES advies naar aanleiding van de studie betreffende het opstellen van een lijst van potentiële Habitatrichtlijngebieden in het 26 maart 2010 2

Nadere informatie

Aanvullende analyse stabiliteit gestorte specie in het kader van Flexibel Storten

Aanvullende analyse stabiliteit gestorte specie in het kader van Flexibel Storten MEMO datum 18-3-211 van Ir Yves Plancke yves.plancke@mow.vlaanderen.be Ir. Marco Schrijver marco.schrijver@rws.nl titel Aanvullende analyse stabiliteit gestorte specie in het kader van Flexibel Storten

Nadere informatie

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen. Pascal Van Ghelue Geograaf Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen. Pascal Van Ghelue Geograaf Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen Pascal Van Ghelue Geograaf Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen Inhoud 1. Doel milieueffectrapportage 2. Regelgeving 3. Rapportagevormen (4)

Nadere informatie

De Noordzee HET ONTSTAAN

De Noordzee HET ONTSTAAN De Noordzee De Noordzee is de zee tussen Noorwegen, Groot-Brittannië, Frankrijk, België, Nederland, Duitsland en Denemarken. De Noordzee is een ondiepe (30-200 m) randzee van de Atlantische oceaan met

Nadere informatie

Uitgangspunten onderzoek luchtkwaliteit

Uitgangspunten onderzoek luchtkwaliteit Verruiming Vaarweg Eemshaven-Noordzee Milieueffectrapport 9 december 2013 Bijlage F Uitgangspunten onderzoek luchtkwaliteit Inleiding In deze bijlage worden de methodiek en uitgangspunten beschreven zoals

Nadere informatie

Emissies door de zeescheepvaart,

Emissies door de zeescheepvaart, Indicator 26 maart 2019 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het betreft hier de feitelijke

Nadere informatie

Aanvraag van de leden van Zeegra vzw en de Vlaamse overheid voor de extractie van mariene aggregaten op het Belgisch Deel van de Noordzee (BDNZ)

Aanvraag van de leden van Zeegra vzw en de Vlaamse overheid voor de extractie van mariene aggregaten op het Belgisch Deel van de Noordzee (BDNZ) KONINKLIJK BELGISCH INSTITUUT VOOR NATUURWETENSCHAPPEN BEHEERSEENHEID MATHEMATISCH MODEL VAN DE NOORDZEE (BMM) AFDELING BEHEER VAN HET MARIENE ECOSYSTEEM Aanvraag van de leden van Zeegra vzw en de Vlaamse

Nadere informatie

BEVRAGING LEDEN FMC MARIEN RUIMTELIJK PLAN

BEVRAGING LEDEN FMC MARIEN RUIMTELIJK PLAN BEVRAGING LEDEN FMC MARIEN RUIMTELIJK PLAN De federale overheid heeft een oproep gelanceerd om voorstellen in te dienen in het kader van de herziening van het Marien Ruimtelijk Plan voor de periode 2020-2026.

Nadere informatie

Advies van het Bestuur aan de Minister bevoegd voor de bescherming van het mariene milieu

Advies van het Bestuur aan de Minister bevoegd voor de bescherming van het mariene milieu KONINKLIJK BELGISCH INSTITUUT VOOR NATUURWETENSCHAPPEN OPERATIONELE DIRECTIE NATUURLIJK MILIEU BEHEERSEENHEID MATHEMATISCH MODEL VAN DE NOORDZEE Advies van het Bestuur aan de Minister bevoegd voor de bescherming

Nadere informatie

Project-MER verslag Goedkeuring milieueffectrapport

Project-MER verslag Goedkeuring milieueffectrapport Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Project-MER

Nadere informatie

Het Belgische luchttoezicht boven de Noordzee

Het Belgische luchttoezicht boven de Noordzee Het Belgische luchttoezicht boven de Noordzee Twaalf jaar diversifiëring van opdrachten Het Belgische programma voor luchttoezicht boven de Noordzee werd opgestart in 1991. Dit toezicht vanuit de lucht

Nadere informatie

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen Pascal Van Ghelue Geograaf - Diensthoofd Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen Inhoud 1. Doel milieueffectrapportage 2. Regelgeving 3. Rapportagevormen

Nadere informatie

Onder water met mariene wetenschappers: hoe karteren we het Belgisch continentaal plat? Gent. Contact:

Onder water met mariene wetenschappers: hoe karteren we het Belgisch continentaal plat? Gent. Contact: Onder water met mariene wetenschappers: hoe karteren we het Belgisch continentaal plat? Els Verfaillie 1, Isabelle Du Four 1, Mieke Mathys 1, Cecile Baeteman 2, Marc De Batist 1, Jean- Pierre Henriet 1

Nadere informatie

Wetgeving en beleid op weg naar een volwaardige bescherming van het erfgoed op zee? Knelpunten en opportuniteiten

Wetgeving en beleid op weg naar een volwaardige bescherming van het erfgoed op zee? Knelpunten en opportuniteiten Wetgeving en beleid op weg naar een volwaardige bescherming van het erfgoed op zee? Knelpunten en opportuniteiten Thary Derudder en Marijn Rabaut Maritiem Instituut Eindconferentie SeArch project Gent,

Nadere informatie

Remote sensing in perspectief. Van kenniscyclus naar beleidscyclus. Roeland Allewijn. Rijksinstituut voor Kust en Zee

Remote sensing in perspectief. Van kenniscyclus naar beleidscyclus. Roeland Allewijn. Rijksinstituut voor Kust en Zee Remote sensing in perspectief Van kenniscyclus naar beleidscyclus Roeland Allewijn Rijksinstituut voor Kust en Zee Van jonge onderzoeker naar iets oudere manager De informatie- en kenniscyclus Van RS data

Nadere informatie

... Hoe ziet een Rijke Noordzee eruit?

... Hoe ziet een Rijke Noordzee eruit? ... Hoe ziet een Rijke Noordzee eruit? Samen voor een gezonde zee!... Stichting De Noordzee is de onafhankelijke natuur- en milieuorganisatie die zich inzet voor een duurzaam gebruik van de Noordzee en

Nadere informatie

Goedkeuring milieueffectrapport. Kerncentrale van Doel hernieuwing van de Vlarem-vergunning

Goedkeuring milieueffectrapport. Kerncentrale van Doel hernieuwing van de Vlarem-vergunning Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Goedkeuring

Nadere informatie

De ophoging van de zeebodem in de baai van Knokke-Heist

De ophoging van de zeebodem in de baai van Knokke-Heist De ophoging van de zeebodem in de baai van Knokke-Heist Beschrijving van het fenomeen overzicht van de uitgevoerde studies Foto: BMM - KBIN 10 november 2009 Ir. Job Janssens Overzicht Even voorstellen...

Nadere informatie

Beleidsplannen van het gericht marien reservaat Baai van Heist.

Beleidsplannen van het gericht marien reservaat Baai van Heist. De Zandbank te Heist, een boeiend fenomeen Seminarie Vrijdag 19 oktober 2007 Beleidsplannen van het gericht marien reservaat Baai van Heist. Geert Raeymaekers. FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen

Nadere informatie

Sediment en morfodynamiek Belgische kustzone

Sediment en morfodynamiek Belgische kustzone Sediment en morfodynamiek Belgische kustzone Strategic Research Network 2007-2011 Management Unit of the North Sea Mathematical Models MUMM BMM UGMM Vera Van Lancker Fijn materiaal in de waterkolom

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding van een veeteeltbedrijf : De Lindehoeve/Carrebrouck Koen te Diksmuide

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding van een veeteeltbedrijf : De Lindehoeve/Carrebrouck Koen te Diksmuide Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

Milieueffectrapportage

Milieueffectrapportage Milieueffectrapportage Lichteren in Averijhaven MER Rijkswaterstaat Noord-Holland juli 2012 Milieueffectrapportage Lichteren in Averijhaven MER dossier : BA1469-101-100 registratienummer : LW-AF20121545

Nadere informatie

Status van habitatkartering in België Transnationale samenwerking

Status van habitatkartering in België Transnationale samenwerking Belgian Science Policy Status van habitatkartering in België Transnationale samenwerking Vera Van Lancker Els Verfaillie, Kristien Schelfaut, Isabelle Du Four Universiteit Gent, Renard Centre of Marine

Nadere informatie

Productie van tweekleppige weekdieren door middel van hangstructuren in 4 bepaalde zones in de zeegebieden onder rechtsbevoegdheid van België

Productie van tweekleppige weekdieren door middel van hangstructuren in 4 bepaalde zones in de zeegebieden onder rechtsbevoegdheid van België KONINKLIJK BELGISCH INSTITUUT VOOR NATUURWETENSCHAPPEN BEHEERSEENHEID MATHEMATISCH MODEL VAN DE NOORDZEE AFDELING BEHEER VAN HET MARIENE ECOSYSTEEM Productie van tweekleppige weekdieren door middel van

Nadere informatie

LOKALE ECOLOGISCHE KENNIS VAN DE VISSERIJ: PLADIJS IN EEN RUIMER PLAATJE

LOKALE ECOLOGISCHE KENNIS VAN DE VISSERIJ: PLADIJS IN EEN RUIMER PLAATJE Bron: VLIZ Fotogalerij - Collectie Daniel Moeyaert, 2008 LOKALE ECOLOGISCHE KENNIS VAN DE VISSERIJ: PLADIJS IN EEN RUIMER PLAATJE An Vanhulle An Vanhulle Universiteit Gent Vakgroep Internationaal Publiekrecht,

Nadere informatie

Modellenstudie van de ontwikkeling van de zandbank te Heist

Modellenstudie van de ontwikkeling van de zandbank te Heist De Zandbank te Heist, een boeiend fenomeen Seminarie Vrijdag Modellenstudie van de ontwikkeling van de zandbank te Heist Dries Van den Eynde, Frederic Francken & Brigitte Lauwaert Beheerseenheid van het

Nadere informatie

Aanbevelingen voor het opstellen van een kennisgevingsdossier. MER-forum 10 juni 2004

Aanbevelingen voor het opstellen van een kennisgevingsdossier. MER-forum 10 juni 2004 Aanbevelingen voor het opstellen van een kennisgevingsdossier MER-forum 10 juni 2004 Inleiding MER-forum 10 juni 2004 Aanbevelingen voor het opstellen van een kennisgeving (project-m.e.r.) Inhoud van de

Nadere informatie

Milieueffectrapport voor het uitbreiden van een varkensbedrijf

Milieueffectrapport voor het uitbreiden van een varkensbedrijf Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Project-MER-Verslag

Nadere informatie

INHOUD. VOORWOORD... v. VERTICALE EIGENDOMSGRENZEN EN VERTICAAL BEPERKTE ONTEIGENINGEN Vincent Sagaert... 1

INHOUD. VOORWOORD... v. VERTICALE EIGENDOMSGRENZEN EN VERTICAAL BEPERKTE ONTEIGENINGEN Vincent Sagaert... 1 INHOUD VOORWOORD....................................................... v VERTICALE EIGENDOMSGRENZEN EN VERTICAAL BEPERKTE ONTEIGENINGEN Vincent Sagaert.................................................

Nadere informatie

Ecologische Monitoring Kustverdedigingsproject Oostende. (t 0 -situatie, fase 3) AANVULLENDE STUDIE:

Ecologische Monitoring Kustverdedigingsproject Oostende. (t 0 -situatie, fase 3) AANVULLENDE STUDIE: Ecologische Monitoring Kustverdedigingsproject Oostende (t 0 -situatie, fase 3) AANVULLENDE STUDIE: KWANTIFICERING EN KWALIFICERING VAN ORGANISCH MATERIAAL IN MARIENE SEDIMENTEN: HUN ONDERLINGE RELATIES

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 277 Besluit van 10 juni 2010, houdende vaststelling van de grenzen van de exclusieve economische zone van het Caribische deel van het Koninkrijk

Nadere informatie

Varkensbedrijf Kodeva te Torhout

Varkensbedrijf Kodeva te Torhout Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Project-MER-Verslag

Nadere informatie

ADVIES COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS

ADVIES COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel.: 02/289.76.11 Fax: 02/289.76.09 COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS ADVIES

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van slachtkuikenbedrijf Pollo NV te Oud-Turnhout

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van slachtkuikenbedrijf Pollo NV te Oud-Turnhout Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

17 GEMIDDELD WEEKVERLOOP

17 GEMIDDELD WEEKVERLOOP 17 GEMIDDELD WEEKVERLOOP Geïnspireerd door het verschil in O 3 -concentratie tussen werkdagen en niet-werkdagen werd het concentratieverloop van de gemiddelde week berekend. Bij de berekening van het concentratieverloop

Nadere informatie

Adviescomité SEA. 15 maart 2013. Marien ruimtelijk plan van de Belgische zeegebieden

Adviescomité SEA. 15 maart 2013. Marien ruimtelijk plan van de Belgische zeegebieden Directoraat-generaal: Leefmilieu EUROSTATION Blok II 2 de verdieping Victor Hortaplein, 40 bus 10 B 1060 BRUSSEL Secretariaat van het Adviescomité SEA: Claire Piens t : + 32 2 524 95 12 e : claire.piens@environment.belgium.be

Nadere informatie

(A) april 2019

(A) april 2019 (A)1930 25 april 2019 Advies over de aanvraag door de naamloze vennootschap Northwester 2 tot wijziging van de domeinconcessie voor de bouw en de exploitatie van installaties voor de productie van elektriciteit

Nadere informatie

E R K E N N I N G M E R - D E S K U N D I G E A A N V R A A G F O R M U L I E R

E R K E N N I N G M E R - D E S K U N D I G E A A N V R A A G F O R M U L I E R Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Departement Leefmilieu en Infrastructuur Administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer Afdeling Algemeen Milieu- en Natuurbeleid, Milieueffectrapportage Graaf

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Hervergunning en uitbreiding van een varkenshouderij : Messely Klaas te Kortrijk

Scopingsadvies Project-MER Hervergunning en uitbreiding van een varkenshouderij : Messely Klaas te Kortrijk Vlaamse Overheid Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

De inspraakprocedure vond plaats in Brussel en Oostende tussen 19 oktober en 18 november 2001.

De inspraakprocedure vond plaats in Brussel en Oostende tussen 19 oktober en 18 november 2001. Overzicht van de brieven ontvangen naar aanleiding van de inspraakprocedure voor het project van C-Power: windmolenpark op de Wenduinebank. De inspraakprocedure vond plaats in Brussel en Oostende tussen

Nadere informatie

KLIMAATONDERZOEK MER BOTLEK

KLIMAATONDERZOEK MER BOTLEK KLIMAATONDERZOEK MER BOTLEK HAVENBEDRIJF ROTTERDAM N.V. 22 december 2015 078471976:C - Vrijgegeven C03051.000094.0100 Inhoud 1 Inleiding... 4 1.1 Aanleiding... 4 1.2 De voorgenomen activiteit... 4 1.3

Nadere informatie

Zeetoegang IJmond. Aanvullend advies over reikwijdte en detailniveau van de Milieutoets. 3 november 2011 / rapportnummer

Zeetoegang IJmond. Aanvullend advies over reikwijdte en detailniveau van de Milieutoets. 3 november 2011 / rapportnummer Zeetoegang IJmond Aanvullend advies over reikwijdte en detailniveau van de Milieutoets 3 november 2011 / rapportnummer 2525 85 1. Voorgeschiedenis en stand van zaken Rijkswaterstaat (RWS) heeft het voornemen

Nadere informatie

Programma. De Noordzee. 17 maart Eelco Leemans Stichting De. Ø Inleiding Ø Stichting De Noordzee Ø De Noordzee: ecosysteem en natuurgebieden

Programma. De Noordzee. 17 maart Eelco Leemans Stichting De. Ø Inleiding Ø Stichting De Noordzee Ø De Noordzee: ecosysteem en natuurgebieden De Noordzee: natuurgebied of wingewest? 17 maart 2008 Eelco Leemans Stichting De De Noordzee Programma Ø Inleiding Ø Stichting De Noordzee Ø De Noordzee: ecosysteem en natuurgebieden Ø Effecten van menselijk

Nadere informatie

1/11C VERSCHERPTE LOODSPLICHT VOOR VAARTUIGEN IN DE BELGISCHE TERRITORIALE ZEE EN VAAR- WATEREN ONDER DE BEVOEGDHEID VAN HET VLAAMSE GEWEST

1/11C VERSCHERPTE LOODSPLICHT VOOR VAARTUIGEN IN DE BELGISCHE TERRITORIALE ZEE EN VAAR- WATEREN ONDER DE BEVOEGDHEID VAN HET VLAAMSE GEWEST 56 1/11C VERSCHERPTE LOODSPLICHT VOOR VAARTUIGEN IN DE BELGISCHE TERRITORIALE ZEE EN VAAR- WATEREN ONDER DE BEVOEGDHEID VAN HET VLAAMSE GEWEST BaZ 1/15C van 2005 vervalt Besluit van de Vlaamse regering

Nadere informatie

Ecosysteem voedselrelaties

Ecosysteem voedselrelaties Ecosysteem ecologie Ecosysteem voedselrelaties Oceanen: voedselweb + energiestromen Ga naar Mypip.nl en open de oefening 3 voedselketen - voedselweb Doe de oefening en maak vervolgens de aangeleverde vragen.

Nadere informatie

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Gemengd Regionaal Bedrijventerrein Veedijk te Turnhout.

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Gemengd Regionaal Bedrijventerrein Veedijk te Turnhout. Vlaamse Overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Ontheffing tot het opstellen van een

Nadere informatie

Milieu-effectenbeoordeling van het project ingediend door de AG Haven Oostende.

Milieu-effectenbeoordeling van het project ingediend door de AG Haven Oostende. KONINKLIJK BELGISCH INSTITUUT VOOR NATUURWETENSCHAPPEN BEHEERSEENHEID MATHEMATISCH MODEL VAN DE NOORDZEE AFDELING BEHEER VAN HET MARIENE ECOSYSTEEM Milieu-effectenbeoordeling van het project ingediend

Nadere informatie

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0176/288. Amendement. Patrick Le Hyaric, Younous Omarjee namens de GUE/NGL-Fractie

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0176/288. Amendement. Patrick Le Hyaric, Younous Omarjee namens de GUE/NGL-Fractie 27.3.2019 A8-0176/288 288 Patrick Le Hyaric, Younous Omarjee Overweging 2 (2) Als wereldspeler in de oceanen en als de op vier na grootste producent van vis en schaal- en schelpdieren ter wereld, draagt

Nadere informatie

Winning van aardgas in blok M7 gelegen in het Nederlandse deel van het continentaal plat Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport

Winning van aardgas in blok M7 gelegen in het Nederlandse deel van het continentaal plat Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport Winning van aardgas in blok M7 gelegen in het Nederlandse deel van het continentaal plat Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport 14 januari 2008 / rapportnummer 2017-19 1. HOOFDPUNTEN VAN

Nadere informatie

Informatie aan de Europese Commissie inzake plan/project in Natura 2000 vogelrichtlijngebieden (SBZ-V) en habitatrichtlijngebieden (SBZ-H)

Informatie aan de Europese Commissie inzake plan/project in Natura 2000 vogelrichtlijngebieden (SBZ-V) en habitatrichtlijngebieden (SBZ-H) Lidstaat: België - Vlaams gewest Datum: Informatie aan de Europese Commissie inzake plan/project in Natura 2000 vogelrichtlijngebieden (SBZ-V) en habitatrichtlijngebieden (SBZ-H) in navolging van artikel

Nadere informatie

Zeerecht GZV (1) Even voorstellen 2/13/2015 GVZ-1 1. Fokko Snoek. fsnoek@xs4all.nl. Eigenaar zeilklipper Skylge Adviseur traditionele scheepvaart

Zeerecht GZV (1) Even voorstellen 2/13/2015 GVZ-1 1. Fokko Snoek. fsnoek@xs4all.nl. Eigenaar zeilklipper Skylge Adviseur traditionele scheepvaart Zeerecht GZV (1) Even voorstellen Fokko Snoek Eigenaar zeilklipper Skylge Adviseur traditionele scheepvaart fsnoek@xs4all.nl Wetboek van Koophandel - Artikel 367: De kapitein, vernemende dat de vlag, waaronder

Nadere informatie

Bepaling primaire impacten van klimaatsveranderingen

Bepaling primaire impacten van klimaatsveranderingen Bepaling primaire impacten van klimaatsveranderingen Dries Van den Eynde, José Ozer, Stephanie Ponsar Beheerseenheid Mathematisch Model Noordzee Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen Gulledelle

Nadere informatie

Overzicht. Bevoegdheden inzake milieu. Internationaal: België:

Overzicht. Bevoegdheden inzake milieu. Internationaal: België: Overzicht An Cliquet Vakgroep Internationaal publiekrecht, Universiteit Gent Brussel, 18 oktober 2011 Internationaal: Bevoegdheden inzake milieu Evolutie van internationaal milieurecht Internationale rechtsregels

Nadere informatie

Wiga NV: uitbreiding van een varkenshouderij tot varkens te Heuvelland

Wiga NV: uitbreiding van een varkenshouderij tot varkens te Heuvelland Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Goedkeuring

Nadere informatie

Nota over het BELANG van de BELGISCHE ZANDWINNING OP ZEE

Nota over het BELANG van de BELGISCHE ZANDWINNING OP ZEE Nota over het BELANG van de BELGISCHE ZANDWINNING OP ZEE Zeegra vzw - 25.06.2002 INLEIDING: Zandontginning op het Belgische Continentaal Plat (BCP) is geregeld bij Wet van 13 juni 1969. Doel van deze wet

Nadere informatie

OVERZICHT VAN GELDSTROMEN NAAR KUST EN ZEE: UITVOERING, FINANCIERING EN ONDERSTEUNING VAN HET MARIEN WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK IN VLAANDEREN

OVERZICHT VAN GELDSTROMEN NAAR KUST EN ZEE: UITVOERING, FINANCIERING EN ONDERSTEUNING VAN HET MARIEN WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK IN VLAANDEREN OVERZICHT VAN GELDSTROMEN NAAR KUST EN ZEE: UITVOERING, FINANCIERING EN ONDERSTEUNING VAN HET MARIEN WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK IN VLAANDEREN Jan Strubbe 1, Rudy Herman 2 en Jan Mees 3 1 Ministerie van

Nadere informatie

Werkblad - Les 2 - Waterbouw en ecologie

Werkblad - Les 2 - Waterbouw en ecologie BOUWEN MET DE NATUUR In Nederland proberen we de natuur te herstellen, maar de natuur kan zelf ook een handje helpen. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij de aanleg van de Marker Wadden, een eilandengroep in het

Nadere informatie

03/07469/pv - MER offshore windmolenpark Thorntonbank 4.5 GELUID EN TRILLINGEN: FIGUREN

03/07469/pv - MER offshore windmolenpark Thorntonbank 4.5 GELUID EN TRILLINGEN: FIGUREN 4.5 GELUID EN TRILLINGEN: FIGUREN 61 62 db (ref 1 micropa) 120 110 100 90 80 70 y = -4,0038Ln(x) + 129,56 y = 9,0935Ln(x) + 20,04 60 10 100 1000 10000 100000 Frequentie (Hz) zware regenval garnalen gematigde

Nadere informatie

HANDLEIDING. Overzicht van de procedurele en inhoudelijke wijzigingen n.a.v. de omzetting van de Europese projectm.e.r.- richtlijn (2014/52/EU)

HANDLEIDING. Overzicht van de procedurele en inhoudelijke wijzigingen n.a.v. de omzetting van de Europese projectm.e.r.- richtlijn (2014/52/EU) Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 BRUSSEL Tel: 02/553.80.79 e-mail: mer@vlaanderen.be

Nadere informatie

Bijlage 1.3 Bodemdaling in het Eems-Dollardgebied in relatie tot de morfologische ontwikkeling

Bijlage 1.3 Bodemdaling in het Eems-Dollardgebied in relatie tot de morfologische ontwikkeling Bijlage 1.3 Bodemdaling in het Eems-Dollardgebied in relatie tot de morfologische ontwikkeling........................................................................................ H. Mulder, RIKZ, juni

Nadere informatie

EURO BOOKS ONLINE - Digitaal bladeren in juridische uitgaven. Uitgave C.I.P. Koninklijke Bibliotheek Albert I NUR 820 I.S.B.N.

EURO BOOKS ONLINE - Digitaal bladeren in juridische uitgaven. Uitgave C.I.P. Koninklijke Bibliotheek Albert I NUR 820 I.S.B.N. EURO BOOKS ONLINE - Digitaal bladeren in juridische uitgaven Uitgave 2013 C.I.P. Koninklijke Bibliotheek Albert I NUR 820 I.S.B.N. 2013 by Euro Books Uitgegeven door Euro Trans Lloyd Kaleshoek 8 8340 Damme

Nadere informatie

Bij het meten van breedte, dikte, diepte, hoogte en afstand bepaal je de lengte. De eenheid van lengte is de meter.

Bij het meten van breedte, dikte, diepte, hoogte en afstand bepaal je de lengte. De eenheid van lengte is de meter. Boekverslag door Eline 801 woorden 23 april 2016 6.8 5 keer beoordeeld Vak Rekenen Rekenen hoofdstuk 5 Meten Paragraaf 1 Lengte Lengte Bij het meten van breedte, dikte, diepte, hoogte en afstand bepaal

Nadere informatie

Bijlage D: Aanbevelingen

Bijlage D: Aanbevelingen KONINKLIJK BELGISCH INSTITUUT VOOR NATUURWETENSCHAPPEN OPERATIONELE DIRECTIE NATUURLIJK MILIEU BEHEERSEENHEID MATHEMATISCH MODEL VAN DE NOORDZEE Advies van het Bestuur aan de Staatssecretaris van de Noordzee

Nadere informatie

Ontbossing en bouw en exploitatie van een nieuwe elektriciteitscentrale van Electrabel op de terreinen van Arcelor Gent te Gent

Ontbossing en bouw en exploitatie van een nieuwe elektriciteitscentrale van Electrabel op de terreinen van Arcelor Gent te Gent Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Dienst Mer Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Project-MER verslag Goedkeuring milieueffectrapport

Nadere informatie