GEMEENTE HEUVELLAND RUP KERN DRANOUTER

Transcriptie

1 05978 GEMEENTE HEUVELLAND RUP KERN DRANOUTER MEI 2015 verzoek tot raadpleging plan.id.: RUP_33039_214_00005_00001 WVI BARON RUZETTELAAN BRUGGE T E WVI@wvi.be

2 1 inlichtingen en coördinaten van de initiatiefnemer beschrijving en verduidelijking van het voorgenomen plan en in voorkomend geval redelijke alternatie.. ven voor het plan of onderdelen ervan beslissing tot opmaak doelstelling situering van het plangebied mogelijke alternatieven - nulalternatief mogelijke alternatieven nulalternatief afbakening van het toepassingsgebied en de plan-merplicht een beschrijving en een inschatting van de mogelijke aanzienlijke milieu-effecten van het voorgenomen plan of programma de gezondheid en de veiligheid van de mens de ruimtelijke ordening de biodiversiteit, de fauna en de flora de energie- en grondstoffenvoorraden de bodem het water de atmosfeer en de klimatologische factoren het geluid het licht de stoffelijke goederen het cultureel erfgoed, met inbegrip van het architectonisch en archeologisch erfgoed het landschap de mobiliteit de samenhang tussen de genoemde factoren relevante gegevens met inbegrip van de redenen waarom de initiatiefnemer meent geen plan-mer te... moeten opmaken overeenkomstig art , 1, 5 van het DABM in voorkomend geval een beoordeling of het voorgenomen plan of programma grensoverschrijdende of gewestgrensoverschrijdende aanzienlijke milieueffecten kan hebben...14

3 1 inlichtingen en coördinaten van de initiatiefnemer initiatiefnemer: Gemeente Heuvelland Bergstraat Heuvelland contactpersoon: Ann Van Eeckhoutte opdrachthouder: Wvi Baron Ruzettelaan Assebroek contactpersoon: Jan De Moor Ann Van Ackere Margo swerts 2 beschrijving en verduidelijking van het voorgenomen plan en in voorkomend geval redelijke alternatieven voor het plan of onderdelen ervan 2.1 beslissing tot opmaak Bij beslissing van schepencollege van 18 december 2013 werd de WVI aangesteld als ontwerper van het RUP kern Dranouter. 2.2 doelstelling De doelstellingen van het RUP kern Dranouter kern Dranouter zijn: kwalitatieve afwerking van bestaande woonwijk; verdichtingsmogelijkheden in het historisch kerngebied; verenigbaarheid van bestaande ambachtelijke activiteiten met de woonomgeving; inplanting van een kleinschalig waterzuiveringsstation; ontwikkelingsmogelijkheden voor een lokaal strategisch project, in casu rond het muziekcentrum; aandacht voor historisch waardevol erfgoed. het op te maken RUP kern Dranouter bestrijkt een gebied van 31 ha 09 a en 0 ca artikel 0: algemene bepalingen; artikel 1: zone voor aaneengesloten bebouwing; artikel 2: zone voor open en/of gesloten bebouwing; artikel 3: zone voor ambacht en kmo; artikel 4: zone voor gemeenschapsvoorzieningen; artikel 5: zone voor landbouw; artikel 6: openbare groenzone; artikel 7: tuinzone; artikel 8: strategische projectzone voor recreatie en toerisme; artikel 9: openbaar domein; artikel 10: overdruk gemeenschapsvoorzieningen; artikel 11: landschappelijke inkleding - groenbuffer (bij wijze van aanduiding); artikel 12: voetgangers- en/of fietsverbinding (bij wijze van aanduiding). Reikwijdte en detailleringsniveau van het voorgenomen RUP kern Dranouter: er worden stedenbouwkundige voorschriften opgemaakt tot op perceelsniveau. 2.3 situering van het plangebied Het plangebied grenst ten noorden aan de kern Loker, ten oosten aan de kern Kemmel en ten zuiden aan de kern Nieuwkerke. Ten westen grenst de kern Dranouter aan de Franse grens, meer bepaald aan de kern Belle (Bailleuil). WVI mei 15 verzoek tot raadpleging

4 kaart 1: situering plangebied 2.4 mogelijke alternatieven - nulalternatief mogelijke alternatieven De opmaak van het RUP kern Dranouter kadert binnen het GRS, definitief aanvaard en goedgekeurd door de Bestendige Deputatie op 19 oktober Het RUP heeft betrekking op een gebied dat bijna volledig gerealiseerd is. Er worden ontwikkelingsmogelijkheden vastgelegd voor een bestaande hoeve met hoevetoerisme, het bestaande muziekcentrum, een bestaande ambachtelijke zone en een bestaande voormalige landbouwzetel. Enkel voor de nieuw in te planten KWZI werden 5 mogelijke locaties onderzocht. Volgende criteria werden meegenomen in de afweging: bestemming/huidig gebruik, relatie tot de dorpskern, ecologische impact, agrarische impact landschappelijke impact en technische paramameters (zie gewenste structuur planopzet, punt 3.2: locatieonderzoek kleinschalige waterzuivering in de toelichtende nota bij het RUP) nulalternatief Indien het RUP kern Dranouter niet wordt opgemaakt, wordt geen visie op de afwerking van de bestaande woonwijk vastgelegd via de voorschriften; wordt geen visie op historisch waardevolle elementen ontwikkeld; worden geen ontwikkelingsmogelijkheden geboden voor een lokaal strategisch project rond het Muziekcentrum; is er geen mogelijkheid tot inplanting van een KWZI. Er wordt dus geen gevolg gegeven aan de acties ingeschreven in het goedgekeurde GRS. 2.5 afbakening van het toepassingsgebied en de plan-merplicht afbakening van het toepassingsgebied en de planmerplicht fase 3: bepaling van de plicht tot opmaak van een plan-mer Bij plannen en programma s die van rechtswege onderworpen zijn aan de plan-mer-plicht is er geen voorafgaande toetsing vereist daar er op onweerlegbare wijze wordt vermoed dat deze plannen en programma s aanzienlijke milieueffecten kunnen hebben. Men onderscheidt twee groepen van plannen en programma s: plannen en programma s, of de wijziging ervan, die tegelijkertijd een kader vormen voor de toekenning van een vergunning voor de in bijlagen I, II en III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 opgesomde projecten niet het gebruik regelen van een klein gebied op lokaal niveau, noch een kleine wijziging inhouden betrekking hebben op landbouw, bosbouw, visserij, energie, industrie, vervoer, afvalstoffenbeheer, waterbeheer, telecommunicatie, toerisme en ruimtelijke ordening of grondgebruik (artikel 4.2.3, 2, 1 D.A.B.M.); plannen en programma s of de wijziging ervan waarvoor, gelet op de mogelijke betekenisvolle effecten op speciale beschermingszones, een passende beoordeling vereist is uit hoofde van art. 36ter, 3, eerste lid, van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu (artikel 4.2.1, tweede lid D.A.B.M.) die niet het gebruik regelen van een klein gebied op lokaal niveau, noch een kleine wijziging inhouden. Voor een plan of programma dat overeenkomstig art plan-mer-plichtig is, en dat het gebruik bepaalt van een klein gebied op lokaal niveau of een kleine wijziging inhoudt, moet geen plan-mer worden opgemaakt voor zover de initiatiefnemer aantoont dat het plan of programma geen aanzienlijke milieu-effecten kan hebben (art D.A.B.M.) verzoek tot raadpleging mei 15 WVI

5 De administratie kan een plan dat van rechtswege plan-mer-plichtig is na een gemotiveerd verzoek van de initiatiefnemer het voorgenomen plan of programma ontheffen van de van de verplichtingen inzake milieueffectrapportage als de administratie oordeelt dat: Het voorgenomen plan of programma een uitwerking, wijziging, herziening of voortzetting inhoudt van een plan of programma waarvoor er reeds eerder een plan-mer werd goedgekeurd en een nieuw plan-mer redelijkerwijze geen nieuwe of extra gegevens betreffende aanzienlijke milieu-effecten kan bevatten; of Indien in het kader van andere rapportages of beoordelingen reeds een systematische en wetenschappelijk verantwoord analyse en evaluatie van de te verwachten gevolgen voor mens en milieu gemaakt werd die voldoet aan de essentiële kenmerken van een plan-mer. (art bis D.A.B.M.) Het RUP kern Dranouter vormt het kader voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlage I, II of III van het Besluit van de Vlaamse Regering van , nl. een stadsontwikkelingsproject opgenomen in rubriek 10b van bijlage III (een verkaveling met maximaal 6 loten bouwgrond en de verdere ontwikkeling van het bestaande muziekcentrum met bijhorende parking) en een een rioolwaterzuiveringsinstallatie (KWZI voor de kern van Dranouter, die max. 600 inwoners telt, niet gelegen in een SBZ) opgenomen in rubriek 11c van bijlage III. Het RUP kern Dranouter regelt echter het gebruik van een relatief klein gebied op lokaal niveau (totale oppervlakte RUP kern Dranouter is 31 ha 09 a 00 ca, het houdt niet een kleine wijziging in (omzetting van agrarisch gebied naar gebied voor openbaar nut voor de realisatie van een KWZI, tuinzone of parkzone) en het heeft betrekking op de ruimtelijke ordening. In de buurt van het plangebied bevinden zich geen Vogelrichtlijngebieden. Op minder dan 100 m van het plangebied bevindt een deel van het habitatrichtlijngebied West-Vlaamse Heuvels. Het RUP laat echter geen grootschalige nieuwe ontwikkelingen toe zodat er geen passende beoordeling vereist is. : Het RUP kern Dranouter valt onder de screeningsplicht. 3 een beschrijving en een inschatting van de mogelijke aanzienlijke milieueffecten van het voorgenomen plan of programma Hier wordt een overzicht gevraagd van de mogelijke aanzienlijke milieueffecten van het plan of programma op: de gezondheid en veiligheid van de mens de ruimtelijke ordening de biodiversiteit de fauna en flora de energie- en grondstoffenvoorraden de bodem het water de atmosfeer de klimatologische factoren het geluid het licht de stoffelijke goederen het cultureel erfgoed, met inbegrip van het architectonisch en archeologisch erfgoed het landschap de mobiliteit de samenhang tussen de genoemde factoren Er wordt gebruik gemaakt van een ingreepeffectenschema. De effecten waarvan vermoed wordt dat ze waarschijnlijk significant zijn worden verder in detail onderzocht. Op de effecten die vermoedelijk niet significant zijn wordt minder diep ingegaan. WVI mei 15 verzoek tot raadpleging

6 Ingreepeffectenschema ingreep omvang in ruimte en tijd mens gezondheid mens ruimt. aspecten lucht geluid en trillingen licht, warmte stralingen bodem water geur landschap mobiliteit fauna en flora Opp (m²) Duur Aanlegfase realisatie 6 woningen tijdelijk N N T/N* T/N* N P/N* P/N* N N* N N* P/N* realisatie KWZI tijdelijk N N T/N* T/N* N P/N* P/N* N P/N* N N* P/N* ontwikkeling muziekcentrum tijdelijk N N T/N* T/N* N P/N* P/N* N N (par- king en park) ontwikkeling actieve hoeve ifv hoevetoerisme tijdelijk N N T/N* T/N* N P/N* P/N* N P/N* N N* P/N* ontwikkeling activiteiten tijdelijk N N T/N* T/N* N P/N* P/N* N P/N* N N* N verlaten landbouwzetel Exploitatiefase werking KWZI permanent N N N* N* N N O N* N N* O N functioneren muziekcentrum permanent N N N N* N* N N* N N N* N N functioneren hoevetoerisme permanent N N N* N* N* N N* N N N* N N functioneren activiteiten permanent N N N* N* N* N* N* N* N N* N N verlaten hoeve functioneren ambachtelijke permanent N N N* N* N* N* N* N* N N* N N zone erfgoed + archeologie N: niet significant effect N*: waarschijnlijk niet significant effect, effect zeer beperkt in ruimte en omvang, zeer lokaal effect S: (waarschijnlijk) significant effect T: tijdelijk effect P: permanent effect O: positief effect V: verder onderzoek noodzakelijk bij vergunningsaanvraag verzoek tot raadpleging mei 15 WVI

7 3.1 de gezondheid en de veiligheid van de mens Het doel van het RUP kern Dranouter is het vastleggen van de gewenste ontwikkelingsperspectieven voor de kern. De volgende doelen staan voorop: kwalitatieve afwerking bestaande woonwijk; aandacht voor bouwkundig erfgoed; ontwikkelingsmogelijkheden voor een lokaal strategisch project; inplantingsmogelijkheden voor KWZI. Het plangebied heeft overwegend een woonfunctie. Ten noorden, langsheen de Dikkebusstraat is er een cluster van bedrijven gevestigd op een lokale ambachtelijke zone. Daarnaast komen er in de kern nog een beperkt aantal bedrijven verweven met het wonen voor. Er zijn geen Seveso-inrichtingen binnen het plangebied aanwezig. Binnen een perimeter van 2 km rond het plangebied zijn geen Seveso-inrichtingen aanwezig. Binnen het RUP ligt de klemtoon op wooninbreiding, afwerking van de bestaande woonwijk. Er wordt geen uitbreiding van bestaande bedrijfsactiviteiten voorzien. Er worden mogelijkheden vastgelegd voor een nog actieve hoeve (hoevetoerisme) en een verlaten landbouwzetel (wonen, recreatie of ambacht). Daarnaast worden ook ontwikkelingsmogelijkheden voorzien voor het bestaande muziekcentrum en wordt een locatie voorzien voor een KWZI. kaart 2: gewestplan bron: RWO, 2011 plangeïntegreerde maatregelen De bedrijvigheid binnen de bestaande ambachtelijke zone wordt gepast gebufferd ten aanzien van de omgeving. In het RUP zijn voorschriften opgenomen ivm de buffer. In het RUP is opgenomen dat in de ambachtelijke zone geen SEVESO-bedrijven toegelaten zijn. kaart 3: herbevestigde agrarische gebieden (HAG) bron: RWO, 2011 In de omgeving van het RUP kern Dranouter liggen geen Seveso-bedrijven, zodat bewoners en/ of bedrijven in het plangebied geen risico s lopen verbonden aan dergelijke bedrijven. Het RUP kern Dranouter vormt niet het kader voor de oprichting van Seveso-bedrijven, zodat de omwonenden niet blootgesteld worden aan de risico s die dergelijke bedrijven met zich meebrengen. De uitvoering van het RUP kern Dranouter zal geen bijkomende risico s voor de gezondheid en de veiligheid van de omwonenden opleveren. WVI mei 15 verzoek tot raadpleging

8 3.2 de ruimtelijke ordening Het plangebied is volgens het gewestplan Ieper- Poperinge (KB 14/08/1979) in hoofdzaak bestemd als woongebied met landelijk karakter. De markt en zijn omgeving zijn bovendien bestemd met een overdruk als gebieden en plaatsen van culturele, historische en/of esthetische waarde. De militaire begraafplaats is bestemd als gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen. Het woongebied met landelijk karakter langsheen de Dikkebusstraat wordt beëindigd met een gebied bestemd voor ambachtelijke bedrijven. De omgeving van de kern Dranouter is bestemd als landschappelijk waardevol agrarisch gebied. Het gemeentelijk RUP kern Dranouter geeft uitvoering aan het GRS en staat onderaan de hiërarchie van de ruimtelijke uitvoeringsplannen. De klemtoon ligt op kwalitatieve afwerking van de bestaande woonwijk. Er zijn ruimtelijke ontwikkelingen waarbij herbevestigd agrarisch gebied wordt ingenomen. Binnen de contouren van het voorliggend plangebied betreft het de volgende elementen: woonzone ten zuiden van de as Kruisabelestraat - Planciusplein - Koudekotstraat en ten oosten van de Zwartemolenstraat - artikel 1 en 2; de tuinzone achter de bebouwing aan JJ Planciusplein - artikel 7. woonzone De desbtreffende woonzones zijn in het gewestplan bestemd als woongebied met landelijk karakter. Het betreft een bestaande toestand sinds de opmaak van het gewestplan waardoor kan besloten worden dat voor deze bestaande woonzones geen alternatieven zijn en ze geen enkele betekenis meer hebben voor de agarische structuur, noch impact hebben op de ruimtelijk-functionele samenhang van de agrarische structuur. Het zuidelijkste deel van de woonzone langs de Zwartemolenstraat is volgens het gewestplan gelegen in agrarisch gebied en is tevens gevat door een verkavelingsvergunning waarvan 1 perceel nog onbebouwd is. Er kan besloten worden dat er geen alternatieven zijn, de ingreep is kleinschalig en heeft geen impact op de ruimtelijk-functionele samenhang van de agrarische structuur. De inplanting van het KWZI kadert binnen de visie van het meervoudig hoofddorp. Dit betekent dat initiatieven op schaal van de kern op het vlak van voorzieninkaart 4: siutering verkaveling in Zwartemolenstraat bron: wvi Er is dus op voldoende wijze aangetoond dat kan afgeweken worden van het algemeen uitgangspunt van de omzendbrief RO/2010/1. Er dient dus niet gezocht te worden naar een planologische compensatie voor deze ingreep op het herbevestigd agrarisch gebied. De bedrijfsvoering van de gebruikers (landbouw) komt niet in het gedrang gezien de bestemming ongewijzigd blijft. JJ tuinzone Vertuining van het agrarisch gebied dient vermeden te worden. De tuinzone, ingetekend in het voorliggend RUP achter de bestaande bebouwing van het Planciusplein, is een gewestplancorrectie tot op perceelsniveau in het woongebied en bevestigt de bestaande toestand. Het betreft dus het zone-eigen maken van een bestaande vergunde zonevreemde toestand. Deze ingreep aan het herbevestigd agrarisch gebied is kleinschalig en heeft geen enkele impact op de ruimtelijk-functionele samenhang van de agrarische structuur. Er is dus op voldoende wijze aangetoond dat kan afgeweken worden van het algemeen uitgangspunt van de omzendbrief RO/2010/1. Er dient dus niet gezocht te worden naar een planologische compensatie voor deze ingreep op het herbevestigd agrarisch gebied. Het landbouwgebruik voor deze percelen is achterhaald, gezien de bestaande toestand - tuin. Er dient dan ook niet onderzocht te worden of er een gepaste vergoeding nodig is voor het geval de bedrijfsvoering (landbouw) in he gedrang verzoek tot raadpleging mei 15 WVI

9 gen,... mogelijk blijven. De inplanting van KWZI dient in dit licht gezien te worden. De bestaande aanwezige bedrijvigheid worden bevestigd in het voorliggend RUP. De bedrijvigheid wordt gepast gebufferd in zijn omgeving. plangeïntegreerde maatregelen De zones bestemd voor bedrijvigheid worden op eigen terrein passend gebufferd tav de woonomgeving en het landschap. geen aanzienlijk effect 3.3 de biodiversiteit, de fauna en de flora Voor het dorp Dranouter en zijn omgeving zien we dat de dorpskern geen waardevolle gebieden omvat. Deze waardevolle gebieden situeren zich buiten de dorpskern ofwel op de randen van de Kemmelberg ofwel palend aan de Douvebeek en de Lindebeek. De kaart hiernaast is de biologische waarderingskaart voor de kern Dranouter en zijn directe omgeving. Binnen en aan de rand van het plangebied worden de volgende waarderingen aangeduid: biologisch zeer waardevol: akker op lemige bodem(bl) complex van biologisch waardevolle en zeer waardevolle elementen: gebied ten zuiden aan de Zwartemolenstraat wordt gekarteerd als weilandcomplex met veel sloten en/of microreliëf (hpr), houtkant met dominantie van populier k(hp+), houtkant met dominantie van meidoorn (khcr) en houtkant met gemengd loofhout (khgml+). biologisch waardevol: ten noordoosten van het plangebied: hoogstamboomgaard (kj), bomenrij met dominantie van (al dan niet geknotte) wilg (kbs), weilandcomplex met veel sloten en/of microreliëf (hpr); ten zuidwesten: weilandcomplex met veel sloten en/of microreliëf (hpr); complex van biologisch minder waardevolle en zeer waardevolle elementen: gebied ten zuiden van Planciusplein - Dranouterstraat wordt gekarteerd als soortenarm permanent cultuurgrasland (hp), bomenrij met dominantie van (al dan niet geknotte) wilg (kbs-) en veedrinkpoel (kn); complex van biologisch minder waardevolle, waardevolle en zeer waardevolle elementen: gebied ten westen aan de rand van het plangebied wordt gekarteerd als soortenarm permanent cultuurgrasland (hp), bomenrij met dominantie van (al dan niet geknotte) wilg (kbs) en veedrinkpoel (kn) complex van biologisch minder waardevolle en waardevolle elementen: gebied ten noordoosten palend aan het plangebied: zeer soortenarme, vaak tijdelijke en ingezaaide graslanden (hx), bomenrij met dominatie van (al dan niet geknotte) wilg (kbs), bomenrij met dominatie van els (kba), bomenrij met dominatie van gewone es (kbfr) biologisch minder waardevol: het overgrote deel van het plangebied is aangeduid als biologisch minder waardevol. Er bevinden geen vogelrichtlijngebieden in de onmiddellijke omgeving. Op minder dan 100 m bevinden zich delen van het habitatrichtlijngebied Westvlaams Heuvelland. Het plangebied ligt in de omgeving (op ruim 200 m) van een gebied van het VEN/IVON, nl. delen van Het West-Vlaams Heuvelland (nr. 128 gen en geno). Op het grondgebied van de gemeente Heuvelland is zijn volgende natuurkerngebieden geselecteerd in het PRS: De bossen ten oosten, zuiden en zuidwesten van Ieper (o.a. bossen van Wijtschate, Kemmelberg, Monteberg, Eeuwenhout, Scherpeberg, Ordeberg, Vidaigneberg en Zwarteberg). De bronnen van het Heuvelland (bronnen en valleien van de Hellebeek, de Hellegatbeek, de Brandersbeek, de Broekelzebeek, de Sulferbergbeek, de Scherpebergbeek, de bovenloop van de Dikkebusbeek) De Breemeersen (Heuvelland) Volgende gebieden binnen de gemeente Heuvelland zijn in het PRS geselecteerd behoren tot de gewenste natuurlijke structuur: stimulansgebieden voor kleine landschapselementen: het gebied rond de bosgordels ten oosten, zuiden en zuidwesten van Ieper de Breemeersen rivier- en beekvalleien: de bronbeken van het Heuvelland (de Douvebeek, de Hellebeek, de Lindebeek, de kleine Kemmelbeek en bovenlopen, de Sulferbergbeek, de Brandersbeek, de Hellegatbeek, de Fransebeek en bovenloop) WVI mei 15 verzoek tot raadpleging

10 wordt expliciet opgesomd welke soorten als streekeigen moeten beschouwd worden. andere randvoorwaarden die de effecten beperken Waar nieuwe ontwikkelingen gerealiseerd worden kan er geprobeerd worden om de aanwezige waardevolle elementen te behouden en de integreren in het nieuwe project (vb. bomenrijen). In het plangebied bevinden zich slechts beperktwaardevolle fauna of flora, die een beperkte invloed kan ondergaan. Er wordt geen effect verwacht op de waardevolle natuur in de omgeving. 3.4 de energie- en grondstoffenvoorraden kaart 5: biologische waarderingskaart bron: INBO, 2008 Binnen het plangebied zijn een beperkt aantal zones, die aangeduid worden op de biologische waarderingskaart, opgenomen in het bestemmingsplan. Het betreft de gronden ten noorden van het Prinsenhof. Deze gronden kregen als bestemming zone voor landbouw, met overdruk recreatief medegebruik (hier is toegelaten: het aanbrengen van kleinschalige sport- en spelinfrastructuur, parkeerruimte, instandhouding, ontwikkeling en herstel van de natuur, het natuurlijk milieu en de landschapswaarden). De effecten op de natuur zullen beperkt zijn. kaart 6: VEN/IVON Er worden geen effecten verwacht op de waardevolle natuur buiten het plangebied. plangeïntegreerde maatregelen In de landbouwzone is het wenselijk de bestaande kleinschalige landschapelementen (zoals poelen, houtkanten,...) maximaal te behouden en waar mogelijk te versterken. Dit werd opgenomen in de voorschriften. In een aantal zones worden erfscheideingen (zone voor aaneengesloten bebouwing, zone voor open en/of halfopen bebouwing, tuinzone), landschappelijke inkleding en groenbuffer (zone voor ambacht en kmo) opgelegd. In de voorschriften In de omgeving van het plangebied liggen geen ontginningsgebieden. geen De ontwikkelingen van het plangebied hebben geen gevolgen voor de verdere exploitatie van enige ontginningsgebieden. Geen aanzienlijk effect. 3.5 de bodem bodemkaart: de kern van Dranouter en de militaire begraafplaats zijn gekarteerd als antropogeen. De meer perifere delen van het plangebied hebben een vochtige leembodem landbouwtyperingskaart: verzoek tot raadpleging mei 15 WVI

11 de bebouwde delen van het kerngebied Dranouter krijgen een lage waardering. De kerk en de militaire begraafplaats worden aangeduid als niet agrarische gebieden. de gronden ten westen van de bestaande woonwijk (tussen de Lettingstraat en de Kruisabelestraat) krijgt een hoge waardering. de landbouwgronden ten noorden, ten oosten en ten zuiden van het kerngebied van Dranouter krijgen een zeer hoge waardering. GAS-kaart: de bebouwde delen van het kerngebied van Dranouter worden niet opgenomen. Binnen het plangebied zijn verder de volgende gebieden opgenomen als structureel aangetast en bijgevolg uit te sluiten uit het agrarisch gebied: een gebied aan de Zwartemolenstraat, dat op heden reeds bebouwd is; een gebied tussen de Dikkebusstraat en Planciusplein, achterliggend aan de bestaande kernbebouwing en deels als tuin ingericht. erosiekaarten: het plangebied is bijna integraal aangeduid als erosiegevoelig. VLAREBO-activiteiten: Er zijn geen VLAREBOactiviteiten gekend in het plangebied. In het studiegebied zijn geen bedrijven of activiteiten gevestigd onderworpen aan de milieuvergunningsplicht klasse 1 en waarvoor OVAM adviesbevoegdheid heeft. Er zijn bij de gemeentediensten geen gegevens bekend over gronden binnen het plangebied die zijn opgenomen in het register van verontreinigde gronden of het Gronden- en Informatieregister Volgens het geoloket van OVAM zijn er OBO s gekend in de ambachtelijke zone (OBO-2001 dossiernr ) en op de locatie van het muziekcentrum (OBO-1997 dossiernr ) WVI mei 15 verzoek tot raadpleging kaart 7: bodemkaart kaart 9: erosiegevoeligheid kaart 8: Gewenste agrarische structuur (GAS) kaart 10: landbouwtyperingskaart 11

12 beschrijving van het effect Aan de randen van het plangebied komen zones voor die tot de gewenste agrarische structuur behoren en blijven binnen het plan deel uitmaken van het landbouwgebied, behalve; strategisch lokale projectzone voor recreatie overdruk voor recreatief gebruik aan het Prinsenhof en directe omgeving; de overdruk gebouwen met specifieke voorschriften; enkele tuinzones gelegen langs de Lettingstraat en Planciusplein; de inplantingslocatie voor KWZI. Er kunnen een aantal projecten uitgevoerd worden die aanleiding geven tot bijkomende verharding zoals de realisatie van bijkomende woningen (kan ook zonder RUP), de inplanting van een KWZI, veranderingen in gebouwen en verhardingen in de ambachtelijke zone (kan ook zonder RUP) en beperkte bijkomende infrastructuur bij het muziekcentrum en het bestaande landbouwbedrijf met hoevetoerisme. In het gebouw van het stopgezette landbouwbedrijf, opgenomen als bouwkundig erfgoed, zijn de volgende activiteiten mogelijk binnen het bestaande volume: één eengezinswoning, aan de landbouwverwante activiteiten en economische activiteiten. Er kunnen binnen de ambachtelijke zone nieuwe Vlarebo-activiteiten gevestigd worden (dit is ook mogelijk zonder het RUP). Wettelijke randvoorwaarden die de effecten beperken De Vlarem- en Vlarebo-wetgeving leggen de bedrijven verplichtingen op om bodemverontreiniging te voorkomen en te toestand van de bodem periodiek te laten onderzoeken. De gewestelijke stedenbouwkundige verordening bepaalt dat het hemelwater in eerste instantie moet worden opgevangen en nuttig gebruik en als dit niet kan in de bodem geïnfiltreerd. Enkel als dit niet kan, kan het hemelwater worden gebufferd en vertraagd afgevoerd. Geen aanzienlijke effecten, mits het respecteren van de toepasselijke wetgeving. 3.6 het water Door het plangebied stroomt geen waterloop. De Douvebeek vormt een deel van de zuidelijke grens van het plangebied. De Lindebeek stroomt in de buurt van de noordoostgrens van het plangebied. Het plangebied behoort tot het bekken van de Leie. Binnen het plangebied bevinden zich geen waterwingebieden en beschermingszones type I, II of III, afgebakend volgens het Besluit van de Vlaamse Regering van houdende nadere regelen voor de afbakening van waterwingebieden en de beschermingszones. Het plangebied ligt niet in een oppervlaktewaterwingebied. In het plangebied liggen geen waterlopen die moeten voldoen aan de waterkwaliteitsnormen voor water bestemd voor drinkwaterproductie. Er zijn waterkwaliteitsgegevens beschikbaar over de waterlopen in de onmiddellijke omgeving: nr : Op de Lindebeek ter hoogte van de Lettingstraat: In 2010 bedroeg de Prati-index 0,83 (niet verontreinigd). In 2005 bedroeg de BBI 6 (matig). nr : Op de Douvebeek ter hoogte van de Zwartemolenstraat. Hier werd in 2002 een Prati-index van 1,89 (aanvaardbaar) vastgesteld. In 1997 bedroeg de BBI 4 (slecht). nr : Op de Douvebeek ter hoogte van de Zwartemolenstraat bedroeg de BBI 5 (matig). overstromingskaarten: Het RUP kern Dranouter is niet gelegen in een risicozone voor overstromingen (afbakening 2006) en niet in een recent overstroomd gebied (ROG 2005). Het RUP kern Dranouter ligt niet in een van nature overstroombaar gebied (NOG), met uitzondering van een strook tussen de Lettingstraat en de Dranouterstraat/Kruisabelestraat die is aangeduid als van nature overstroombaar vanuit een waterloop of door modder. De valleien van de Lindebeek en de Douvebeek (aangrenzend aan het plangebied) zijn aangeduid als van nature overstroombaar vanuit een waterloop of door modder. watertoetskaarten: Het RUP kern Dranouter is niet gelegen in een effectief overstromingsgevoelig gebied. Bepaalde delen aan de rand van het RUP worden aangeduid als mogelijk overstromingsgevoelig. Het betreft: een zone rond de Lindebeek ten noordoosten van de kern; met een uitloper tussen de Lettingstraat en de Dranouterstraat/ Kruisabelestraat verzoek tot raadpleging mei 15 WVI

13 een zone ten zuiden aan de kruising van de Zwartemolenstraat met de Douvebeek. Het plangebied is grotendeels weinig gevoelig voor grondwaterstroming. Het centrum van het plangebied is gecategoriseerd als infiltratiegevoelig gebied. Het plangebied behoort niet tot het winterbed van een grote rivier. signaalgebieden: In het plangebied liggen geen goedgekeurde signaalgebieden. zoneringsplan: Volgens het zoneringsplan van de gemeente Heuvelland ligt het plangebied grotendeels in het collectief te optimaliseren buitengebied (groene cluster). De verlaten landbouwzetel langs de Victoriastraat en de hoeve langs de Lettingstraat, zijn aangeduid als individiueel te optimaliseren buitengebied (rode cluster). minder water in de bodem kan sijpelen, wat aanleiding geeft tot verdroging en anderzijds zal het hemelwater versneld afgevoerd worden, wat aanleiding geeft tot een hogere belasting van de ontvangende waterlopen. De bijkomende woningen en eventuele ontwikkelingen op de ambachtelijke zone en de verlaten landbouwzetel kunnen aanleiding geven tot de beperkte lozing van bijkomend afvalwater. Het RUP kern Dranouter vormt niet het kader voor de aanleg van grote ondergrondse constructies die de grondwaterstroming kunnen verstoren. Ondergrondse constructies zijn echter niet uitgesloten. Wettelijke randvoorwaarden die de effecten beperken De gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, buffer- en infiltratievoorzieningen en de gescheiden afvoer van afvalwater en hemelwater legt op dat het opgevangen hemelwater in eerste instantie nuttig moet toegepast worden (hemelwaterput) en indien dit niet kan, ter plaatse geïnfiltreerd of als laatste keuze gebufferd en vertraagd afgevoerd. Er worden geen aanzienlijke effecten verwacht. verziltingskaart: Het plangebied ligt niet in een verzilt gebied Door de bouw van een KWZI zal het afvalwater van de kern van Dranouter gezuiverd worden, voor het geloosd wordt. Dit zal een positief effect hebben op de oppervlaktewaterkwaliteit. De realisatie van 6 bijkomende woningen, de (her-)aanleg van (bestaande) parkings bij het muziekcentrum en de hoeve langs de Lettingstraat, eventuele ontwikkelingen op de verlaten landbouwzetel en de ambachtelijke zone, kunnen aanleiding geven tot een beperkte hoeveelheid bijkomend hemelwater, waardoor er enerzijds kaart 11: overstromingsgevoelige gebieden WVI mei 15 verzoek tot raadpleging

14 kaart 12: grondwaterstromingsgevoelige gebieden kaart 13: infiltratiegevoelige gebieden 3.7 de atmosfeer en de klimatologische factoren Het plangebied is de kern van Dranouter. Het plangebied is momenteel al bijna volledig gerealiseerd. Er kunnen nog beperkte uitbreidingen gebeuren o.a. op 6 loten bouwgrond, op enkele andere vrijliggende percelen,... Er kunnen ook nog beperkte ontwikkelingen gebeuren op de nog bestaande en de verlaten hoeve en de ambachtelijke zone. Het geoloket VMM advisering RUP-thema Lucht geeft volgende waarden voor het plangebied (gemiddelden ): Het aantal overschrijdingen van de norm voor PM10-daggemiddelde (fijn stof) van 50 µg/m³ bedraagt 17 Het PM10-jaargemiddelde bedraagt 22 µg/m³ Het NO 2 -jaargemiddelde bedraagt 13 µg/m³. De totale index bedraagt 4 (vrij goed) De luchtkwaliteit in het plangebied stelt momenteel geen problemen. tijdelijke stofhinder bij de bouw van een 6-tal nieuwe woningen, aanleg parkings en eventuele ontwikkelingen op de ambachtelijke zone en de verlaten landbouwzetel. tijdelijke stofhinder bij realisatie van KWZI; luchtverontreiniging door verwarming bijkomende woningen. De ambachtelijke zone is al grotendeels gerealiseerd en de verlaten landbouwzetel is een bestaand gebouw. Eventuele ontwikkelingen zullen slechts beperkt aanleiding geven tot bijkomende luchtverontreiniging. beperkte luchtverontreiniging door de wagens van de technici die intstaan voor het onderhoud van de KWZI. luchtverontreiniging door het verkeer afkomstig van bijkomende inwoners nieuwe woningen, de verlaten hoeve en de actieve hoeve met hoevetoerisme (voor een raming zie onder mobiliteit). De 10 bijkomende voertuigbewegingen per spitsuur op weekdagen en 16 bijkomende autobewegingen per halve dag tijdens de weekends zijn eerder beperkt. Wettelijke randvoorwaarden die de effeten beperken EPB-regelgeving wettelijke voorschriften onderhoud stookolie- en gasketels Dit effect is eerder kleinschalig. 3.8 het geluid Tijdelijke geluidshinder bij de bouw van de nieuwe woningen en de KWZI en de aanleg van nieuwe parkings. Lawaaihinder door het verkeer afkomstig van bijkomende inwoners nieuwe woningen, de verlaten hoeve en de actieve hoeve met hoevetoerisme (voor een raming zie onder mobiliteit). De 10 bijkomende voertuigbewegingen per spitsuur op weekdagen en 16 bijkomende autobewegingen per halve dag tijdens de weekends zijn eerder beperkt. Dit effect is eerder kleinschalig verzoek tot raadpleging mei 15 WVI

15 3.9 het licht Het plangebied omvat de kern van Dranouter. Het gebied kent al een zekere mate van verlichting. bijkomende lichthinder door verlichting nieuwe woningen. Het RUP kern Dranouter vormt niet het kader voor projecten die veel verlichting met zich meebrengen zoals sportvelden, serrebedrijven en winkels met lichtreclame en verlichte terreinen. andere randvoorwaarden die de effecten beperken keuze goede armaturen geen aanzienlijk effect 3.10 de stoffelijke goederen Er wordt geen onteigeningsplan gevoegd bij het RUP. geen aanzienlijk effect 3.11 het cultureel erfgoed, met inbegrip van het architectonisch en archeologisch erfgoed In de omgeving zijn geen beschermde monumenten gelegen. Binnen het plangebied is één beschermd monument gelegen. Het betreft de Britse militaire begraafplaats Dranoutre, gelegen in de Victoriastraat.(BVR 22/01/2009). Het plangebied wordt voor een beperkt deel gevat door een beschermd landschap. Het betreffende deel situeert zichten oosten van het Prinsenhof en is binnen het beschermd landschap Kemmelberg gelegen (MB 04/02/2005). Binnen het plangebied, noch in de omgeving zijn beschermde dorpsgezichten gelegen. Vioe - niet beschermd onroerend erfgoed: verschillende gebouwen zijn opgenomen op de lijst van niet-beschermd erfgoed, vastgesteld bij Besluit van de administrateur-generaal d.d. 28 november de gemeente heeft ook een inventaris laten opmaken door het Sint-Lucas archief mbt bouwkundig erfgoed op haar grondgebied; Archeologie: De CAI vermeldt binnen het plangebied: In de hoek tussen het Planciusplein en de Dranouterstraat is er site aangeduid als laat middeleeuwse site met walgracht. Dit perceel is momenteel bebouwd. De verlaten landbouwzetel langs de Victoriastraat is eveneens aangeduid als laat middeleeuwse site met walgracht. De Centrale Archeologische Inventaris is een inventaris van tot nog toe gekende archeologische vindplaatsen. Vanwege het specifieke karakter van het archeologisch erfgoed dat voor ons verborgen zit in de ondergrond, is het onmogelijk om op basis van de Centrale Archeologische Inventaris uitspraken te doen over de aan- of afwezigheid van archeologische sporen. De aan- of afwezigheid van archeologische sporen dient met verder onderzoek vastgesteld te worden. Het RUP zal voorwaarden opleggen tot behoud van de karakteristieken van de beschermde monumenten en niet beschermd erfgoed. Dit houdt concreet in: aanduiden van waardevol bouwkundig patrimonium; aanduiden van bouwkundige gehelen; aangeven van randvoorwaarden voor het waardevol bouwkundig patrimonium en de gehelen, meer bepaald bouwhoogtes, gebruik materialen,... Wettelijke randvoorwaarden die de effecten beperken Op grond van de zorgplicht, zoals bepaald in het Decreet houdende Bescherming van het Archeologisch Patrimonium van 30 juni 1993 (B.S ), gewijzigd bij decreet van 18 mei 1999 (B.S ) en 28 februari 2003 (B.S ) en de door België ondertekende Europese Conventie van Malta moet de bouwheer de nodige tijd en financiële middelen voorzien voor het proefonderzoek en - indien bij dit proefonderzoek relevante archeologische sporen worden aangetroffen - een eventuele systematische opgraving van de bedreigde archeologische erfgoedwaarden. WVI mei 15 verzoek tot raadpleging

16 geen aanzienlijke effecten, mits het nemen van milderende maatregelen het landschap De kern Dranouter is grotendeels gelegen binnen de relictzone Centrale Heuvelrij van de West-Vlaamse Heuvels (R30076), zuidelijk deels binnen de relictzone Douvevallei (R30077). De Douvebeek net buiten het plangebied wordt aangeduid als lijnrelict (L30047). De dorpskern van Dranouter wordt aangeduid als puntrelict (P30513). De volgende ankerplaatsen volgens de landschapsatlas: A30037: Dikkebusvijver - Kemmelberg - Scherpenberg - Zwarte Molenhoek A30039: Vidaigneberg - Rodeberg met Hellegatbos - Douvevallei Het plangebied is gelegen binnen de aangeduide ankerplaats West-Vlaamse Heuvels en omgeving, goedgekeurd bij besluit van 2 februari De erfgoedlandschappen kunnen door een gemeente, provincie of Vlaams Gewest afgebakend worden in een RUP op basis van een vastgestelde inventaris of een onroerenderfgoedrichtplan (artikel van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013). Dit betekent dat de landschapswaarden en kenmerken van de ankerplaats worden omgezet in stedenbouwkundige voorschriften. plangeïntegreerde maatregelen De afbakening van het erfgoedlandschap is niet opgenomen gezien in voorliggende RUP de gemeentelijke visie rond erfgoed zoals beschreven in het goedgekeurd GRS doorvertaald werd in de voorschriften van het RUP, in het bijzonder voor gebouwen en architecturale gehelen met specifieke voorschriften. kaart 14: beschermde monumenten en landschappen geen aanzienlijke effecten 3.13 de mobiliteit kaart 15: ankerplaatsen en relictzones bestaande ontsluitingswegen De kern Dranouter is één van de 7 kernen van Heuvelland en is gelegen tegen de Franse grens. De kern Dranouter wordt doorkruist door een weg die enkele kernen van Heuvelland onderling verbindt. Het betreft de N322 die de kern Loker met Nieuwkerke verbindt. Via de Lettingstraat en de Kruisabelestraat is de kern verbonden met de kern Kemmel, respectievelijk de kern Wulvergem verzoek tot raadpleging mei 15 WVI

17 In het mobiliteitsplan van de gemeente werd de N322 geselecteerd als lokale weg type I. Hij heeft dus een belangrijke verbindende functie tussen de kernen. De Kruisabelestraat werd geselecteerd als een lokale weg type II. Deze weg heeft eerder een verzamelende functie van het verkeer richting de N322 en de N331. Lokale wegen hebben een capaciteit in functie van de leefbaarheid van maximaal 650 pae per uur per rijrichting. De Lettingstraat werd geselecteerd als een verkeersluwe weg met de bedoeling het verkeer te weren op deze as. bestaande ontsluiting per openbaar vervoer Op vlak van openbaar vervoer wordt de kern Dranouter bediend door de volgende lijnen: buslijn 71 Ieper - Dranouter; buslijn 61 Poperinge - Dranouter - Nieuwkerke; belbus Ieper-zuid belbus Poperinge -zuid bestaande verkeersintensiteiten Er werden geen tellingen uitgevoerd op de N322. buurtwegen en trage wegen Er bevinden zich diverse chemins en sentiers op grondgebied van het dorp. Door het plangebied lopen een aantal buurt- en voetwegen. Volgende chemins vallen samen met gemeentewegen: chemin nr 3: Dikkebusstraat; chemin nr. 5: Planciusplein - Lettingstraat; chemin nr. 7: Zwartemolenstraat; chemin nr. 11: Koudekotstraat; chemin nr. 16: Planciusplein; chemin nr. 36: Kruisabelestraat. kaart 17: atlas der buurtwegen Volgende nieuwe functies worden voorzien binnen het RUP en kunnen een effect hebben op de mobiliteit: kaart 16: bestaande ontsluitingswegen en haltes openbaar vervoer Volgende sentiers zijn verdwenen: sentier nr. 40; sentier nr. 41; sentier nr. 42 (doorheen nieuw woonwijk). verdichtingsproject langsheen de Baroeneput Het betreft een zestal nieuwe woningen. Rekening houdend met volgende parameters: 2,5 personen per gezin 1.3 bezoekerscijfer per woonentiteiten 0.26 verplaatsingen per persoon per piekuur in relatie tot de woning 73% autoverplaatsingen WVI mei 15 verzoek tot raadpleging

18 De zes woningen zullen circa 4 autobewegingen tijdens een piekuur genereren. recreatief project Muziekcentrum Er zal verblijfsaccommodatie voor artiesten voorzien worden. De bestaande parkeerruimte zal effectief ingericht worden als parkeerruimte. Dit project heeft geen bijkomende mobiliteitsimpact. recreatief medegebruik Prinsenhof Op de site is het de bedoeling toerisme en recreatie te kunnen ontwikkelen. Plattelandstoerisme is reeds aanwezig. Er wordt gedacht aan een kinderboerderij en avonturenparcours. Hiervoor zal de huidige parking (8 wagens) uitgebreid worden met een achttal bijkomende wagens. Het verkeer voor dit project zal hoofdzakelijk in het week-end en tijdens de vakantieperiodes worden gegenereerd. Het betreft circa 16 autobewegingen per halve dag. lokale bedrijvigheid Deze activiteiten zijn op vandaag reeds aanwezig. Er is geen uitbreiding gepland. Dit project heeft geen bijkomende mobiliteitsimpact. herbruik van leegstaande loods in landbouwgebied De leegstaande loods heeft een volume van circa m². Er werd voorzien dat de loods kan uitgebreid worden met 5% of in totaal een volume van circa m². In de loods zouden volgende bestemmingen kunnen ondergebracht worden: lokale bedrijvigheid ofwel woonfunctie ofwel (verblijfs)recreatie. Er zullen vermoedelijk maximaal 3 kleinere bedrijven kunnen gehuisvest worden in de loods. Per bedrijf nemen we volgende parameters aan: aantal werknemers: max. 5 aantal vrachtwagens per dag: 1,5 aantal bestelwagens per dag: 3 10% verkeer tijdens piekuur De drie bedrijven genereren maximaal 6 pae 1 per piekuur. Als de loods als woonfunctie zou ingevuld worden, zullen er vermoedelijk max. 6 woonentiteiten kunnen voorzien worden in de loods. De zes woningen zullen circa 4 autobewegingen tijdens een piekuur genereren. (zie hoger) Als de loods zou omgebouwd worden tot verblijfsrecreatie, zullen er vermoedelijk eveneens een zestal verblijven kunnen voorzien worden. Het verkeer voor dit project zal hoofdzakelijk in het week-end en tijdens de vakantieperiodes worden gegenereerd. Er zullen vermoedelijk een 6-tal auto s gegenereerd worden door deze activiteit. De invulling als lokale bedrijvigheid zal het meeste verkeer genereren, met name maximaal 6 pae per piekuur. samenvatting Alle nieuwe functies in het centrum van Dranouter zullen samen maximaal 10 pae per piekuur tijdens weekdagen genereren en een 16-tal bijkomende autobewegingen per halve dag tijdens het week-end en/ of feestdagen. De nieuwe functies liggen verspreid over het centrum waardoor de verkeersgeneratie verdeeld wordt over het lokale wegennet. Als we rekening houden met de capaciteit in functie van de leefbaarheid van 650 pae per uur per rijrichting, betekent de verkeersgeneratie vanuit de nieuwe functies slechts 1,5% bijkomende capaciteitsbenutting. Dit kan niet als een aanzienlijk effect beschouwd worden. plangeïntegreerde maatregelen De meeste functies moeten investeren in voldoende parkeerruimte op eigen terrein. andere radvoorwaarden die de effecten beperken Ter hoogte van de kinderboerderij en verblijfsrecreatie moet er tevens geïnvesteerd worden in fietsstallingen. Ook deze worden best voorzien op eigen terrein. De verkeersgeneratie door de toekomstige functies is beperkt en kan niet beschouwd worden als een aanzienlijk effect. 1 pae staat voor personauto-equivalent verzoek tot raadpleging mei 15 WVI

19 3.14 de samenhang tussen de genoemde factoren geen aanzienlijk effect 4 relevante gegevens met inbegrip van de redenen waarom de initiatiefnemer meent geen plan-mer te moeten opmaken overeenkomstig art , 1, 5 van het DABM Het RUP heeft betrekking op de kern van Dranouter, die zo goed als volledig ontwikkeld is. Binnen het RUP ligt de klemtoon op wooninbreiding (6 bijkomende woningen), afwerking van de bestaande woonwijk. Er wordt geen uitbreiding van bestaande bedrijfsactiviteiten voorzien. Er worden mogelijkheden vastgelegd voor een nog actieve hoeve (hoevetoerisme) en een verlaten landbouwzetel (wonen, recreatie of ambacht). Daarnaast worden ook ontwikkelingsmogelijkheden voorzien voor het bestaande muziekcentrum en wordt een locatie voorzien voor een KWZI. Er worden geen aanzienlijke effecten verwacht op de gezondheid en de veiligheid van de mens, de ruimtelijke ordening en de energie en grondstoffenvoorraden. De ingebruikname van een KWZI zal een positief effect hebben op de kwaliteit van het oppervlaktewater in de omgeving. De ontwikkelingen die het RUP mogelijk maakt zullen geen aanleiding geven tot aanzienlijk negatieve effecten op de atmosfeer en de klimatologische factoren, het geluid en het licht Het RUP legt voorwaarden op om de beschermde monumenten en het niet beschermd erfgoed te behouden. Er worden dus geen negatieve effecten verwacht op het cultureel erfgoed en het landschap. De effecten op de mobiliteit zijn beperkt en kunnen niet als aanzienlijk beschouwd worden. Er kan dus gesteld worden dat er geen aanzienlijke effecten moeten verwacht worden. Er worden geen aanzienlijke effecten verwacht op de waardevolle natuur in de omgeving van het plangebied. Er wordt naar gestreefd om de waardevolle natuurlijke elementen binnen het plangebied zo veel mogelijk te behouden. Het RUP kan aanleiding geven tot beperkte bijkomende verharding en de bijkomende verdroging en verhoogde afvoer van hemelwater. Er worden geen grootschalige ondergrondse constructies verwacht en RUP biedt ook niet het kader voor de vestiging van grootschalige milieubelastende bedrijven, zodat de effecten op de bodem niet aanzienlijk zullen zijn. WVI mei 15 verzoek tot raadpleging

20 5 in voorkomend geval een beoordeling of het voorgenomen plan of programma grensoverschrijdende of gewestgrensoverschrijdende aanzienlijke milieueffecten kan hebben Het betreft het opmaken van een RUP voor de kern Dranouter in de gemeente Heuvelland. Het plangebied heeft een totale oppervlakte van 31 ha 09 a en 00 ca. Er worden geen effecten verwacht die de gewestgrens of de landsgrens zullen overschrijden verzoek tot raadpleging mei 15 WVI