Oplegnotitie voor de Stuurgroep Krimpenerwaard inzake de Instrumentenkoffer

Transcriptie

1 Oplegnotitie voor de Stuurgroep Krimpenerwaard inzake de Instrumentenkoffer 1 Voorstel aan de stuurgroep In het bestuurlijk overleg op 7 april j.l. heeft gedeputeerde Weber met u afgesproken om u in de vergadering van de stuurgroep van 30 juni op de hoogte te brengen van de instrumentenkoffer en de voortgang van daarvan. Graag wil de provincie u het volgende voorstel over het instrumentenpakket voorgeleggen: Wij vragen u om kennis te nemen van de inhoud van de instrumentenkoffer als totaalpakket voor de uitvoering van de natuuropgave; Hierbij vragen wij uw akkoord op de voorgestelde aanpak van de realisering van de NNN- opgave in de Krimpenerwaard aan de hand van het stappenschema en de factsheets waarin de instrumenten worden beschreven inhoudende: o Plan van Aanpak voor het duurzaam beheer; o Langjarig beheer voor een periode van 12 jaar; o Organisatie van de gebruiksoverdracht van PZH-grond, zoals (erf-)pacht en eventueel verkoop van grond; o Afwaardering van de waarde van gronden van eigenaren, die willen deelnemen aan natuurontwikkeling; o Bieden van een (gedeeltelijke) garantstelling aan ondernemers; o Bestemmingsplan o Peilbesluit o Aanstelling van een dealmaker. 2 Korte voorgeschiedenis De provincie heeft de ambitie om binnen de NNN-begrenzing in de Krimpenerwaard de realisatie van de natuurdoelen van de nog te ontwikkelen natuur in handen te geven van ondernemers/agrariërs in het gebied. De provincie heeft een opdracht hiertoe neergelegd bij de stuurgroep Krimpenerwaard. Deze afspraak is vastgelegd in de gebiedsovereenkomst. De uitvoering heeft u inmiddels ter hand genomen. U heeft de provincie in het bestuurlijk overleg gevraagd om richtinggevende keuzes te maken voor de realisatie van de NNN-opgave. De provincie maakt hierbij de volgende keuzes: 1. Overdracht van het duurzame beheer aan de regio; 2. Het faciliteren van langjarige beheerovereenkomsten; 3. Het bieden van de mogelijkheid van het verkrijgen van grondeigendom en andere vormen van in gebruik geven van grond; 4. Het geven van kaders voor de afwaardering van de grond; 5. Het bieden van de mogelijkheid voor leningen en garantstellingen aan ondernemers 6. Het geven van een opdracht aan een dealmaker. De instrumentenkoffer is in samenwerking met het programmabureau veenweiden uitgewerkt. Dit heeft geleid tot een samenhangend pakket instrumenten. 3 De instrumentenkoffer De provincie is zich er van bewust dat het succesvol tot stand laten komen van de instrumentenkoffer afhankelijk is van een goede samenwerking met de stuurgroep. De instrumentenkoffer moet niet gezien worden als een dwingend provinciaal kader, maar de gereedschapskist met instrumenten, die op maat en in samenhang kunnen worden ingezet in de gebiedsontwikkeling. De instrumenten zijn

2 erop gericht om keuzevrijheid aan de agrarische ondernemers te bieden, ten einde hen in de gelegenheid te stellen om ondernemingsplannen op te stellen, gericht op een gezonde en toekomstvaste bedrijfsvoering. Per instrument is een gedetailleerde factsheet opgesteld. Elke factsheet geeft aan welke mogelijkheden en ruimte het instrument biedt voor de realisering van de natuuropgaven en onder welke voorwaarden het instrument kan worden ingezet. Leidend in de aanpak en filosofie van de instrumentenkoffer zijn drie richtinggevende aspecten: 1. De definitieve en daarmee duurzame beheersituatie, inclusief de organisatie daarvan, bepaalt de aard en inzet van de instrumenten. 2. De provincie wil haar grondpakket actief gaan inzetten als sturingsinstrument bij het doelbereik c.q. de natuurontwikkeling. 3. Er wordt zoveel mogelijk ingezet op de toepassing van bestaande instrumenten (zoals de SKNL en SNL). De provincie maakt hierbij keuzes op de volgende onderdelen: Overdracht van het (duurzaam)beheer aan de regio; De regio richt zelf een beheerorganisatie op voor en door deelnemende ondernemers en ZHL; Meedoen aan de zelfrealisatie binnen de NNN-begrenzing betekent voor de ondernemers, die gronden in het blauwe gebied (bestemming natuur) beheren, verplicht deelnemen aan een gemeenschappelijke beheerorganisatie; voor het gele gebied (bestemming agrarisch) is deelname vrijwillig, maar wel zeer gewenst; Het faciliteren van langjarige beheerovereenkomsten; Het verkennen van de mogelijkheid van het verwerven van PZH-gronden in eigendom door ondernemers en het bieden van andere vormen van in gebruik geven van grond, zoals pacht; Ondernemers kunnen alleen gronden in gebruik/beheer van de provincie krijgen, in zowel het gele als het blauwe gebied, mits zij akkoord gaan met de kwalitatieve verplichtingen, die de provincie of namens de provincie de gemeenschappelijke beheerorganisatie vaststelt voor hun hele bedrijf; de afspraken worden vastgelegd in uitvoeringsovereenkomsten; De toepassing en mogelijke uitbreiding van de bestaande subsidieregelingen SKNL/SNL; De provincie zal geen leningen verstrekken aan ondernemers; Het geven van een opdracht aan een dealmaker, gericht op de totstandkoming van ondernemingsplannen. De provincie beraad zich nog op het maken van de volgende keuzes: Het bieden van de mogelijkheden voor garantstellingen aan ondernemers; Het geven van kaders voor de afwaardering van de grond; het op voorhand vaststellen van afwaarderingspercentages voor gronden van bedrijven is niet mogelijk, daarvoor is een taxatie nodig; gekeken wordt hoe de ondernemers wel een handvat kan worden geboden om voorafgaand aan een taxatie een berekening te maken. Om de natuuropgave te kunnen realiseren stelt de provincie voor om ook de volgende (bestaande) instrumenten aan de koffer toe te voegen: Bestemmingsplan, de Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap (SKNL) en de Subsidieregeling Natuur en Landschap( SNL) en het Peilbesluit. Stappenschema Voor de toepassing van het instrumentarium bij de ontwikkeling van de natuuropgaven in de Krimpenerwaard is een stappenplan ontwikkeld. De dealmaker zal in opdracht van de provincie gesprekken met de ondernemers voeren. Aan de hand van het stappenplan zal hij de verschillende

3 instrumenten volgordelijk toepassen. De stappen zijn ontwikkeld vanuit een perspectief op een duurzaam georganiseerd beheer van de NNN. De ondernemer is daarbij zelf verantwoordelijk voor zijn ondernemingsplan. Toelichting stappenschema Stap 1: DOE JE MEE? De projectleider benadert de ondernemer en zal de vraag stellen of hij zich aan wil sluiten bij een gemeenschappelijk georganiseerd beheer binnen de Krimpenerwaard. Gaat de ondernemer daarmee niet akkoord en heeft hij gronden in eigendom binnen het gebied, dan start de dealmaker het gesprek over verplaatsing van het bedrijf naar buiten de begrenzing, dan wel over beëindiging van het bedrijf. Stap 2: Heeft de ondernemer ingestemd bij stap 1, dan zal hem de keuze worden voorgelegd of hij akkoord gaat met een langjarige beheersovereenkomst voor 12 jaar. De dealmaker zal vasthouden aan de periode van 12 jaar, die met de stuurgroep is afgesproken en gaat hierover niet onderhandelen met de ondernemer. Stap 3: In deze stap zal de ondernemer zijn keuze maken in zijn grondpositie. De mogelijkheden hiervoor zijn: a. Zelfrealisatie op eigen grond of grond in (erf-)pacht; b. (Erf-)pacht van de grond van de provincie; c. Aankoop van grond van derden in het gebied t.b.v. zijn natuurbedrijfsvoering; d. De mogelijkheid tot aankoop van grond van de provincie t.b.v. zijn natuurbedrijfsvoering is nog in onderzoek; de provincie neemt hier nog op korte termijn een besluit over. Stap 4: De ondernemer zal zijn ondernemingsplan financieel sluitend moeten krijgen. Als de ondernemer kiest voor de aankoop van grond, zal hij hiervoor voldoende middelen moeten hebben of activeren. Is dat niet zo, dan kan hij alsnog ervoor kiezen om de grond te pachten. Stap 5: Om over te stappen op een natuurbedrijf zal de ondernemer investeringen moeten doen. Indien de bank garanties vraagt voor de financiering kan de provincie (deels-)garant staan.

4 Duurzaam beheer Factsheet 1: Duurzaam beheer keuze voor deelname deelnemen niet deelnemen SKNL/SNL Factsheet 2: langjarig beheer mogelijkheden buiten de NNN zoeken keuze grond Grond Factsheet 3: Grond zelfrealisatie Factsheet7/8: SKNL/SNL aankoop en/of (erfpacht) van grond PZH voldoende middelen Garantie Factsheet 5: Garantie nee ja Overeenkomst Pilot Doel van het inzetten van de instrumenten is het bereiken van een duurzame situatie in het NNNgebied, waarin agrarische ondernemers samen met ZHL de verantwoordelijkheid dragen voor zowel het natuurbeheer als voor een daarbij passende rendabele agrarische exploitatie van het gebied. Voor het duurzame beheer zal hiertoe een samenwerkingsverband moeten worden opgezet. Dit gaat enige tijd kosten en tot het moment dat het samenwerkingsverband start zal de gebiedsontwikkeling in pilotvorm ter hand worden genomen. In die periode kan dan ervaring opgedaan worden met de toepassing van het instrumentarium en kunnen de nodige beleidsmatige en juridisch wijzigingen worden doorgevoerd. De duur van de pilot is maximaal 3 jaar.

5 4 Verantwoordelijkheden en besluiten Een aantal instrumenten vallen onder verantwoordelijkheid van de provincie Zuid-Holland, een aantal onder de gemeente Krimpenerwaard of het Hoogheemraadschap. Onderstaande tabel geeft de verantwoordelijkheden en de te nemen besluiten en per instrument. Tabel verantwoordelijkheden instrumentenkoffer en besluiten Instrument Verantwoordelijkh eid Besluit PZH( Gs/PS) Verwacht vaststellin g besluit Termijn beschikbaar Duurzaam beheer (factsheet1) Langjarig beheer (factsheet 2) Grond (factsheet 3) Garantstelling (factsheet 4) Bestemmingspl an (factsheet 5) Dealmaker (factsheet 6) SKNL/SNL (factsheet 7) Peilbesluit (factsheet 8) Pilot Natuurrealisati e Stuurgroep Krimpenerwaard Provincie Zuid- Holland Provincie Zuid- Holland Provincie Zuid- Holland Gemeente Krimpenerwaard Stuurgroep Krimpenerwaard Provincie Zuid- Holland Hoogheemraadsc hap van Schieland en de Krimpenerwaard Provincie Zuid- Holland Besluit GS : aanpassing Nota beheer EHS Okt Heden beschikbaar Besluit (SNL) eind juni Han Weber risicoaanvaarding/garantste lling GS tweede 6 jaar voorleggen Nota Beheer EHS (GS) biedt ruimte voor de pilot via uitzonderingbepal ing Nota Grondbeleid Ingepast in het GS-besluit over de pilot Startnotitie met uitgangspunten en plansystematiek Aanstelling/ inhuur Openstellingsbesl uit: sept Medio 2017 Q Q April 2016 Iom Han Weber/ Adri Bom Binnen pilot de scope bepalen Besluit nemen om (erf- )pacht mogelijk te maken en eventueel de verkoop van grond op te schorten Provincie moet nog besluiten of en hoe dit instrument ingezet wordt. Vaststelling bestemmingplan najaar 2017 Werving loopt, verwacht per 1 juli 2016 Per 1 jan Peilbesluit p.m. peilbesluit inhoudelijk afhankelijk van de inrichtingsplannen en de eindbeheersituatie Vaststellen scope pilot Voor het zomerrec es 1 augustus 2016

6 5 Risico s Aan de uitvoering van de natuuropgave zijn de volgende risico s verbonden: Onvoldoende draagvlak voor een gemeenschappelijke vorm van beheer; Aanpak leidt tot onvoldoende (natuur-)doelbereik; De ondernemers krijgen hun ondernemingsplannen niet sluitend; De realisatie van de natuuropgave met een agrarische bestemming van het gele gebied in het bestemmingsplan komt niet rond. De beheersing van deze risico s door Het programma bureau spreekt al geruime tijd met ondernemers over hun wensen en ambities. De instrumenten dienen voor een belangrijk deel om flexibiliteit te beiden bij het opstellen van de ondernemingsplannen. De pilot met de natuurcoöperatie levert ervaringen op ten aanzien van de wijze van beheer en het doelbereik in het gebeid. 6 Vervolgproces Besluit tot starten van de pilot door GS Eventuele aanpassing van de Subsidieregeling Natuur en Landschap Aanpassing van het grondbeleid Aanpassing van het bestemmingsplan Krimpenerwaard Aanpassing van het peilbesluit

7 Factsheet 1. Duurzaam beheer NNN Krimpenerwaard 1. Analyse Waarom is er behoefte aan de inzet van dit instrument Met het instrument Duurzaam beheer Krimpenerwaard realiseren we een kwalitatief hoogwaardige en gestructureerde samenwerking in het gebied. Hierdoor kan het gebied zelf de nieuwe NNN functie in de Krimpenerwaard voor lange termijn borgen waarbij twee doelen centraal staan nl het beheer en onderhoud van de robuuste natuur in combinatie met een economisch verantwoorde bedrijfsvoering voor betrokken deelnemers. Het serieus nemen van de eigen verantwoording van het gebied komt ook tot uiting in het zelf monitoren van de doelrealisatie en het aandragen van eventuele aanpassingen van de beheersplannen. Afgeleid effect is tevens dat de provincie slechts met een of enkele partijen overeenkomsten hoeft af te sluiten (administratieve lasten verlichting) en dat de beoogde samenwerking de noodzaak voor handhaving van de regelgeving zal beperken.. 2. Inhoud Wat is het instrument Het instrument is een organisatie (juridische rechtspersoon). Denk bv aan een coöperatie of een vereniging Met deze organisatie kan de provincie de uitvoering van haar beleidsdoelen tav robuuste natuur in de Krimpenerwaard voor langere termijn denk aan 6 jaar borgen. Als er meer instrumenten mogelijk zijn welke zijn dit dan? Er is een sterke relatie tussen het eigenaarschap van grond en de mogelijkheid om voorwaarden aan het onderhoud en beheer te stellen. Het is dan ook aan te bevelen het provinciale grondbezit in te zetten voor de NNN realisatie en de continuïteit van het juiste onderhoud en beheer. Naast verkoop kunnen ook m.n. langdurige pachtovereenkomsten bijdragen aan een duurzaam onderhoud en beheer van de NNN. Natuur ontwikkeling op eigen grond (met bijbehorende afwaardering) is een instrument om te gaan benutten. Ook het subsidie instrument moet geschikt zijn om de financiële middelen in te zetten via deze organisatie. Daarnaast is het wellicht nodig een deel van de proceskosten (in de opstartfase) en de uitvoeringskosten van de monitoring voor rekening van de provincie te nemen. 3. Begunstigden Voor wie is dit instrument bedoeld Deze organisatie zal gevormd moeten worden uit de grondeigenaren van de NNN in de Krimpenerwaard. Het is het overwegen waard om ook de langdurige pachters een volwaardige plaats in deze organisatie te geven. Omdat de provincie opdrachtgever zal zijn aan deze organisatie (opdracht nemer) is het niet gewenst dat de provincie ZH deelnemer is van deze organisatie. Het is dus wenselijk dat de volgende partijen deelnemen in deze organisatie voor duurzaam beheer. o Zuid-Hollands Landschap o Staatsbosbeheer (omgeving Loetbos)

8 o Gemeente Krimpenerwaard (als grondeigenaar) o De diverse agrarische bedrijven met grond gelegen binnen de NNN-contour o Natuurcoöperatie Krimpenerwaard o Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard. o langdurige pachters 4. Voorwaarden Criteria waaronder het instrument kan worden toegepast Borging kwaliteit van de natuur met als uitgangspunt de natuurdoelen uit het Natuurbeheerplan 2016 Kosteneffectiviteit van de uitvoering voor de provincie (in relatie tot bv vele individuele contracten met bedrijven in het gebied). Goede borging van de monitoring en de handhaving van uitvoeringsafspraken (doelrealisatie). Voldoende draagvlak binnen het gebied, wens tot samenwerking. Heldere en langdurige afspraken (zekerheid voor de deelnemers). Eenvoudig, effectief en economisch interessant voor de deelnemers. 5. Beleid Wat is het beleid van de provincie t.a.v. het in te zetten instrument Rol van de provincie in het gronddossier is door de opheffing van DLG de laatste jaren sterk gewijzigd. De uitvoering is dichter bij het beleid gekomen. De hier voorgestelde samenwerking met een Gebiedsorganisatie is binnen dit dossier nieuw en daarom is er nog geen formeel beleid. Moet het beleid nog worden aangepast? Welke kaders geeft de provincie mee aan het collectief beheer Mogelijkheden van een gebiedscollectief/vereninging als rechtspersoon Aanpassingen grondbeleid tav: o voorwaarden verkoop o Pachtvoorwaarden Mogelijk subsidiebeleid (zie 6) Wat is daarvoor nodig Overleg en afstemming met afdeling Grond Onderzoek naar mogelijke beperkingen tav thema Gelijke berechtiging en ongewenste Staatssteun. Juridische randvoorwaarden aan nieuwe organisatie, denk hierbij ook bv aan toegestane reserves en subsidiekaders. Op basis van welke regeling 6. Regeling/ Juridische positie

9 Subsidieregeling o Publiekrechtelijk (als subsidieverstrekker) o Privaatrechtelijk (als eigenaar van grond verkoper verpachter) o Gelijkberechtiging 7. Staatssteuntoets Voldoet het instrument Uitzoeken verwachting is dat dit mogelijk is onder de term : Een dienst van algemeen maatschappelijk economisch belang. 8. Risico s en beheermaatregelen Welke risico s zijn er Politieke keuze om grond ongeacht de NNN-doelstellig te verkopen op basis van hoogte prijs Beperkte belangstelling van agrarische ondernemers mogelijk als gevolg van te geringe economische opbrengst van deze samenwerking Hardheid van de continuïteit van de subsidiering NNN Juridische beperkingen Natuurdoelen niet ( op tijd) gerealiseerd Wat zijn beheermaatregelen Afsprakenkader met de beheerorganisatie Monitoring Jaarlijks voortgangsoverleg Wanneer is de subsidieregeling vastgesteld Mogelijk kan met bestaande subsidieregeling worden volstaan uitzoeken. 9. Planning Wanneer is het instrument inzetbaar Streven is: - juni 2016 eerste concept idee bespreken in werkgroep / globale afstemming binnen PZH ambtelijk en politiek - juli 2016 (geaccordeerd) concept idee in Stuurgroep Krimpenerwaard - dec 2016 eerste uitwerking nieuwe organisatie voor duurzaam beheer - Tijdelijke verpachting van de grond - jan juni 2017 werving deelnemers / feitelijke oprichting organisatie en vaststellen kaders. - 1 januari 2019 Collectief beheer in werking

10 Factsheet 2: Instrument Langjarige beheerovereenkomsten 1. Analyse Waarom is er behoefte aan de inzet van dit instrument Om natuur duurzaam onderdeel te laten zijn van de agrarische bedrijfsvoering en daarmee invulling te geven aan de provinciale doelstelling van een duurzame borging van de natuur is het noodzakelijk dat de agrariers voor een langere periode dan zes jaar de huidige SNLsubsidieperiode financiële zekerheid wordt geboden. De investeringen die noodzakelijk zijn om de zelfrealisatie mogelijk te maken, kennen namelijk een terugverdientijd/afschrijvingsperiode van meer dan zes jaar. Agrariërs verlangen financiële zekerheid voor een langere periode voor wat betreft het bedrijfseconomisch verantwoord kunnen terugverdienen/afschrijven van de investeringen. Daarnaast zijn financierders eerder bereid krediet te verstrekken, indien er langdurige zekerheid bestaat over de inkomsten van de agrariër. 2. Inhoud Wat is het instrument Nieuwe subsidieregeling op basis waarvan een beheersubsidie voor de duur 12 jaar subsidie wordt verstrekt onder de voorwaarde van het aangaan van een uitvoeringsovereenkomst, Alternatief: Aanpassing van de SNL zodat voortaan subsidies voor de duur van 12 jaar kunnen worden verstrekt. Overigens is dit de meest wenselijke variant omdat de financiering van het (agrarisch) natuurbeheer landelijk voornamelijk op basis van de SNL wordt geregeld en de SNL ondertussen een beproefd systeem is. Echter, aanpassing zal moeten gebeuren in IPO/BIJ12 verband i.o.m Rvo en het ministerie van EZ. Dit kost veel tijd. Een subsidiebeschikking waarmee zes jaar SNL-subsidie wordt verstrekt en een garantie (afzonderlijke beschikking inhoudende een begrotingssubsidie onder opschortende voorwaarde vervallen SNL-subsidiemogelijkheid) of een schrifteliijke toezegging voor een volgende vergoedingsperiode van zes jaar. Nieuwe subsidieregeling op grond waarvan een agriër met een zogenaamde Dienst van Algemeen Economisch Belang wordt belast op grond waarvan hij verplicht is zijn landbouwgrond om te zetten naar natuurterrein met beperkte landbouwmogelijkheden en voor de duur van maximaal 10 jaar het bijbehorende natuur beheer uit te voeren tegen een vergoeding. Dit betreft een subsidieregeling a la Brabants model waarbij vergoeding voor het beheer mee wordt genomen in de afwaardering van de omgezette landbouwgrond: Beheervergoeding voor 10 jaar als schadevergoeding vanwege inkomstenderving (waarbij 10 jaar overeenkomt met de maximale periode waarvoor op grond van de onteigeningsrekenmethode inkomstenderving mag worden vergoed), maar er kan ook voor worden gekozen om jaarlijks de beheerkosten te vergoeden. Voordeel van een DAEB is dat er geen goedkeuring van Europa nodig is. Wel moet er om de 2 jaar worden gerapporteerd. Na 10 jaar kan de DAEB worden verlengd.. 3. Begunstigden Agrariërs wiens grond (waarover zij zeggenschap hebben krachtens een zakelijk of persoonlijk recht) is gelegen in of grenst aan het NNN. 4. Voorwaarden Deelname aan een collectief (subsidieaanvraag kan alleen worden ingediend door het collectief voor het gehele door het collectief beheerde gebied). Landbouwgrond moet zijn omgezet naar natuurterrein (met beperkte landbouwmogelijkheden) dmv een kwalitatieve verplichting. Collectief gaat een beheerovereenkomst met GS aan, inhoudende de verplichtingen: - tot het uitvoeren van het door het collectief opgestelde beheerplan waarmee invulling

11 wordt gegeven aan de streefbeelden; - blijvend te beschikken over een certificaat samenwerkingsverband natuurbeheer / coördinatie agrarisch natuurbeheer; - alles te doen en na te laten ten behoeve van de natuurdoelen. Jaarlijkse verantwoording uitvoering beheerwerkzaamheden. Beheersubsidie wordt jaarlijks bij wijze van voorschot betaald. Monitoring natuurdoelen. 5. Beleid Wat is het beleid van de provincie t.a.v. het in te zetten instrument (Agrarisch) natuurbeheer wordt thans gefinancieerd vanuit de SNL op grond waarvan steeds weer voor een periode van zes jaar beheersubsidie wordt verstrekt. Moet het beleid nog worden aangepast? Ja, in zoverre dat besloten moet worden tot het op- en vaststellen van een subsidieregeling op basis waarvan beheersubsidie voor de duur van 12 jaar kan worden verstrekt (Of besluiten tot uitvoering van één van de alternatieven). Wat is daarvoor nodig? Opstellen en door GS laten vaststellen (in afstemming met het gebied) van: - Een subsidieregeling; - Format uitvoeringsovereenkomst; - Openstellingsbesluit; - Aanpassing natuurbeheerplan. Op basis van welke regeling? Zie hierboven Juridische positie o Publiekrechtelijk: Subsidieregeling, beschikking met uitvoeringsovereenkomst o Privaatrechtelijk: Uitvoeringsovereenkomst heeft privaatrechtelijke kenmerken. o Gelijkberechtiging: N.v.t. 7. Voldoet het instrument? Staatssteuntoets Ja, mits uitvoering overeenkomstig Catalogus Groen Blauwe Diensten en waarborgen ter voorkoming van ongeoorloofde staatssteun op langere termijn (correctiemogelijkheid bij wijziging normbedragen catalogus en GLB, zie verder onder 8. Risico s en beheermaatregelen) 8. Risico s en Welke risico s zijn er? beheermaatregelen 1. Ongeoorloofde staatssteun op langere termijn. Dit risico neemt toe met een langere subsidieduur. AKD schat in een dat een subsidieduur van 10 jaar het maximaal haalbare is (gebaseerd op het feit dat het ELFPO 1 uitgaat van verbintenissen met agariërs voor de duur van 5 tot 7 jaar, en DAEB s voor maximaal 10 jaar kunnen worden verleend). Indien voor een langere subsidieduur wordt gekozen, bestaat het risico de Europese Commissie ingrijpt, indien zij kennis neemt van de subsidieregeling. Het is verdedigbaar om de extra 2 jaar te subsidieren. Indien zekerheid gewenst is voor wat betreft het staatssteunproof zijn van deze subsidieregeling, dan is het aangewezen om de regeling vooraf te laten toetsen door de Europese Commissie (het notificatie neemt al snel een half jaar in beslag). Risico op een negatief oordeel van de Europese Commissie kan worden beperkt door ervoor te zorgen dat de kostenvergoeding in overeenstemming is en blijft met de Catalogus Groen Blauwe Diensten, te hoge vergoedingen kunnen worden teruggevorderd en de subsidie kan worden stopgezet, indien wijziging van Europese regelgeving daartoe noodzaakt ; 2. Geen of onvoldoende uitvoering beheermaatregelen. Alsdan kan wel de beheervergoeding worden teruggevorderd/stopgezet, maar daarmee vindt er dus geen natuurbeheer en dus 1 Veordening (EG) nr. 1305/2013 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonhds voor Plattelandsontwikkeling.

12 realisatie van het NNN plaats; 3. Natuurdoelen worden niet of in voldoende mate bereikt/in stand gehouden. Zie hiervoor onder 2.; 4. Geen zicht/onvoldoende garantie voortzetting beheer na de periode van 12 jaar, omdat het beheer dan nog niet uit de bedrijfsvoering kan worden gefinancierd. Wat zijn beheermaatregelen? 1. Beheervergoeding in overeenstemming laten zijn met de normbedragen van de Catalogus Groen Blauwe Diensten en subsidievoorwaarden hanteren op basis waarvan subsidiebedragen kunnen worden aangepast en teruggevorderd ingeval van wijziging Catalogus Groen Blauwe Diensten en Europese regelgeving. 2. Verplichting tot jaarlijkse verantwoording en de mogelijkheid om bevoorschotting te stoppen, verplichting tot certificering en deelname aan collectief (onderlinge sturing verkleint risico op het niet of onvoldoende uitvoeren beheer). 3. Verplichting tot het behalen van kwaliteitsdoelstellingen. 4. Kwalitatieve verplichting bij verlening van de afwaarderingssubsidie zodanig formuleren dat expliciet de verplichting bestaat om het beheer voort te zetten, ongeacht of na 12 jaar wel of geen beheersubsidie wordt verstrekt. Wanneer is de subsidieregeling vastgesteld? Voor het einde van In werking treding per 1 januari Planning Wanneer is het instrument inzetbaar? Start pilot: 1 augutus 2016 SNL: 1 januari 2017.

13 Factsheet 3: Grond 1. Analyse Waarom is er behoefte aan de inzet van dit instrument? De provincie Zuid-Holland heeft de verantwoordelijkheid om binnen de planologische begrenzing (Visie Ruimte en Mobiliteit), die wordt aangeduid met Natuurnetwerk Nederland (NNN), de natuurwaarden te realiseren. In gebieden waar natuurdoeltypen staan geprojecteerd die agrarisch medegebruik toelaten, kiest de provincie er voor om de natuurrealisatie onder te brengen bij de agrariërs in het gebied. Deze zogenoemde zelfrealisatie moet mede mogelijk gemaakt worden door de inzet van overheidsinstrumentarium. Om de zelfrealisatie succesvol te laten zijn moeten de in te zetten instrumenten flexibel zijn en maatwerk toelaten. Het instrument Grond is voorwaardenscheppend voor een succesvolle zelfrealisatie. De provincie beschikt over een areaal grond binnen en buiten de begrenzing van het NNN. Deze gronden ziet de provincie als een middel dat instrumenteel ingezet kan worden ten behoeve van het doelbereik. Deze gronden kunnen door belangstellende agrariërs binnen het gebied worden gekocht om natuurwaarde op deze grond te realiseren. Teven heeft de provincie besloten om de mogelijkheid om gronden langjarig maar voor bepaalde tijd in gebruik te geven aan agrariërs, die reeds grond in de NNN-gebieden in eigendom hebben. Het instrument kent de volgende aspecten: 3. Verkoop van provinciale gronden aan deelnemende partijen; 4. Afwaardering van gronden van deelnemende partijen die op eigen grond natuurwaarden ontwikkelen; 5. Tijdelijke ingebruikgeving van gronden in eigendom bij de provincie; 6. Aankoop en/of Uitplaatsing van bedrijven binnen de NNN-begrenzing naar gronden in eigendom van de provincie daarbuiten; De provincie meent met de keuze voor erfpacht tegemoet te komen aan de behoefte in de NNNgebieden om langjarige zekerheid te krijgen over het grondgebruik, anders dan via verkoop van provinciale gronden. Het het grondinstrument wordt daarmee flexibel en doelgericht te ingezet ten behoeve van de natuurontwikkeling. Hierbij dient opgemerkt te worden dat los van het verpachten van gronden de provincie de mogelijkheid open houdt om de gronden te verkopen aan belangstellende agrariërs, die daarvoor in aanmerking komen. De inzet van het instrument grond op de wijze zoals hierboven beschreven dient om de agrariërs in het gebied optimaal in de gelegenheid te stellen om mee te doen met de natuurontwikkeling. Omdat door natuurontwikkeling de gebruikswaarde en mogelijkheden van gronden teruglopen ligt het in de lijn der verwachting dat agrariërs het areaal van hun bedrijf willen vergroten om een vergelijkbare en economisch rendabele opbrengst te behouden. Dit is het gesprek dat door de dealmaker met de ondernemers moet worden gevoerd.

14 Factsheet 4 : instrument Garantstelling 1. Analyse Ondanks de mogelijkheid om een vergoeding te ontvangen vanwege de afwaardering van de landbouwgrond en het ontvangen van een langdurige beheersubsidie kan het nog steeds lastig zijn voor een agrariër om financering te krijgen voor een grote investering, omdat er tegenwoordig nu eenmaal strengere eisen worden gesteld aan kredietverstrekkers. Daarnaast zijn kredietverstrekkers niet of in mindere mate bereid krediet te verlenen voor investeringen die leiden tot een verbetering van de omgevingskwaliteit en daardoor duurder zijn dan investeringen in goederen met een gelijke bedrijfsmatige functie, maar zonder de betere effecten voor de omgevingskwaliteit. Omdat natuurbeheer alleen duurzaam kan worden geborgd, indien een agrariër voldoende financiering kan krijgen eventueel onder gunstige voorwarden en bepaalde investeringen essentieel zijn voor de transitie naar een meer duurzame agrarische bedrijfsvoering kan ervoor worden gekozen om als provincie garant te staan voor de terugbetaling van een aan een agrarïer te verstrekken lening. Door garantstelling kan de provincie de transitie naar een meer duurzame bedrijfsvoering stimuleren omdat kredietverstrekkers in de regel sneller bereid te zijn kredieten te verlenen, indien de overheid bereid is het verleende krediet terug te betalen (tot de hoogte van de garantstelling) ingeval van faillissement van de kredietnemer. Er moet dan wel een lagere vergoeding van de agrariër worden gevraagd, dan in de markt gebruikelijk is. 2. Inhoud Wat is het instrument? Een garantstelling is een vorm van subsidieverlening, waarbij aan de krediteverlener door de provincie een garantie wordt verstrekt. Hiervoor is dus een subsidieregeling nodig is. Aan een subsidiebeschikking tot garantstelling moet een uitvoeringsovereenkomst worden verbonden, zijnde een overeenkomst tot borgstelling. Eventueel kan op basis van de subsidieregeling ook nog aan een beschikking worden afgegeven aan een betreffende agrariër waarin de provincie aangeeft zich voor deze agrariër te willen stellen.. Het alternatief voor een garantstelling is een Lening (zie Factsheet Lening) 3. Begunstigden Voor wie is dit instrument bedoeld? Kredietverstrekkers die leningen willen verstrekken aan agrariërs in de vorm van middelgrote en micro-ondernemingen (kmo s) die deelnemen aan het collectief waarmee afspraken zijn gemaakt over de uitvoering van het natuurbeheer (en wiens grond is afgewaardeerd) en die ten behoeve van een of meerdere door de provincie in de subsidieregeling benoemde investeringen krediet wensen. 4. Voorwaarden Subsidieregeling moet in overeenstemming zijn met de MKB Landbouwvrijstellingsverordening, inhoudende: - Steun voor investeringen die verband houden met de primaire landbouwproductie in materiële of immateriële activa en gericht op een of meerdere van de volgende doelstellingen: a. Verbetering algehele prestatie en duurzaamheid van het landbouwbedrijf, met name door verlaging van de productiekosten of de verbetering en omschakeling van productie; b. Verbetering van het natuurlijk milieu, de hygiëneomstandigheden of de normen inzake dierenwelzijn, die verder gaan dan de Unienormen; c. Aanleg en verbetering van infrastructuur in verband met de ontwikkeling en modernisering van de landbouw, incl. de toegankelijkheid van landbouwgrond, ruilverkaveling en verbetering land en voorziening en besparing energie en water; d. Niet- productieve investeringen ter verwezenlijking van agroklimaatdoelstellingen

15 die in verband staan met instandhouding van de biodiversiteit van soorten en habitats en de vergroting van de maatschappelijke belevingswaarde van systemen (gebieden) met hoge natuurwaarde als bepaald in nationale plattelandsontwikkelingsprogramma s. - Maximaal steun/subsidie ,00 per onderneming per investeringsproject, welke steun wordt gevormd door het verschil tussen het gunstigere door de provincie in rekening gebrachte vergoeding/provisie voor de garantstelling en het markttarief; - Garantie niet hoger dan 80% van de uitstaande lening; - Verliezen op de lening worden evenredig op dezelfde wijze door zowel de provincie als de kredietverstrekker gedragen (evenzo voor eventuele netto-inkomsten vanwege executie van de door de kredietnemer ter dekking van de lening verstrekte zekerheden); - Kredietverstrekker gaat met provincie een overeenkomst tot lening aan ter uitvoering van de subsidiebeschikking in de vorm van een overeenkomst tot borgstelling. - Duidelijke beschrijving van de investeringen waarvoor een garantstelling kan worden verstrekt; - Subsidieregeling moet worden aangemeld bij de Europese Commissie. Nb. Onder omstandigheden kan een subsidieregeling tot het verstrekken van een garantstelling ook onder de Landbouw de-minimsregeling met als voordeel dat een hierop gebaseerde subsidieregeling niet hoeft te worden aangemeld bij de Europese Commissie. Subsidieregeling valt onder de Landbouw de-minimisregeling, indien: - de garantie niet meer dan 80% van de onderliggende lening bedraagt en; - het garantiebedrag ,00 bedraagt en de garantie een looptijd heeft van vijf jaar, of; - het garantiebedrag ,-- bedraagt en de garantie een looptijd van tien jaar heeft. In andere gevallen dient aan de hand van de marktconforme garantiepremie de hoogte van de steun te worden berekend om te bepalen of dit onder de de-minimsregeling valt. 5. Beleid Wat is het beleid van de provincie t.a.v. het in te zetten instrument? Betreft deels nieuw terrein; de provincie als borgsteller. Moet het beleid nog worden aangepast? Ja, hoewel op dit moment wel wordt gewerkt aan revolverende fondsen voor veerdiensten en de energietransitie en er al een subsidieregeling is op grond waarvan leningen worden verstrekt aan samenwerkingsverbanden op het gebied van kennisontwikkeling., Wat is daarvoor nodig? Besluit van GS en PS. Evt goedkeuring van BZK, indien voor een fonds wordt gekozen. Op basis van welke regeling? Subsidieregeling op grond van de Asv. 6. Regeling/ Juridische positie Subsidieregeling o Publiekrechtelijk: Subsidieregeling, subsidiebeschikking. o Privaatrechtelijk: Uitvoeringsovereenkomst (overeenkomst tot borgstelling) 7. Staatssteuntoets Voldoet het instrument? Ja, mits in overeenstemming met de MKB Landbouwvrijstellingsverordening. 8. Risico s en Welke risico s zijn er? beheermaatregelen 1. Aangesproken worden voor gedeeltelijke betaling uitstaande leningen vanwege failissementen.. 2. Geen directe relatie met het natuurbeheer. Wat zijn beheermaatregelen? 1. Deskundige beoordeling van de aan het verzoek om garantstelling onderliggende

16 kredietaanvragen op dezelfde wijze als in de markt gebruikelijk door verwerven van de vereiste deskundigheid of oprichten van een fonds en het beheer hiervan uit te besteden. 2. Alleen garant staan voor kredieten aan agrariërs die deelnemen aan het collectief voor de uitvoering van het natuurbeheer. Wanneer is de subsidieregeling vastgesteld? Op zijn vroegst eind Planning Wanneer is het instrument inzetbaar Op zijn vroegst begin 2018.

17 Factsheet 5: instrument Bestemmingsplan 1. Analyse Waarom is er behoefte aan de inzet van dit instrument Noodzakelijk vanwege de planologische vastlegging van de natuuropgave (NNN) in de Krimpenerwaard. 2. Inhoud Wat is het instrument Een voor de burger rechtstreeks bindend ruimtelijk juridisch kader Een instrument voor overheden om de natuurdoelen uit de Gebiedsovereenkomst te realiseren. Juridische basis voor onteigening ten behoeve van de NNN. 3. Begunstigden Voor wie is dit instrument bedoeld Voor alle grondeigenaren, grondgebruikers, de gemeente en het waterschap. 4. Voorwaarden Criteria waaronder het instrument kan worden toegepast Het bouwen en het gebruik van gronden en opstallen overeenkomstig de bestemming. 5. Beleid Wat is het beleid t.a.v. het in te zetten instrument Een bestemmingsplan is een juridisch kader; waarin beleid is verwerkt tot regelgeving. Voor het realiseren van de NNN moet en de vigerende bestemmingsplan worden herzien. Overeenstemming (Stuurgroep Gebiedsovereenkomst Veenweiden Krimpenerwaard en gemeente) over de leggen bestemmingen en de daarbij behorende Regels. Wet op de ruimtelijke ordening. en Onteigeningswet 6. Regeling/ Wat is de juridische positie Subsidieregeling Het bestemmingsplan is juridisch bindend o Publiekrechtelijk 7. Is het instrument getoetst op staatssteun Staatssteuntoets De economische uitvoerbaarheid moet worden aangetoond (vastgestelde Businesscase) 8. Risico s en Welke risico s zijn er beheermaatregelen De keuze van de bestemming en de Regels bepalen de mate van (noodzakelijke) zelfrealisatie en onteigening om de gestelde natuurdoelen (Gebiedsovereenkomst) te behalen. In gebieden met een bestemming op grond waarvan moet worden ingezet op zelfrealisatie zal lopende het traject kunnen blijken dat de afgesproken natuurdoelen (Gebiedsovereenkomst) niet worden gehaald. Aan de hand van de nu bekende gegevens (gesprekken met eigenaren en grondgebruikers) wordt een inventarisatie uitgevoerd in gebieden waar hoofdzakelijk wordt ingezet op zelfrealisatie. Zo kan in een vroegtijdig stadium inzicht zijn in de haalbaarheid van de gestelde natuurdoelen voor die gebieden. Een risicofactor hierin kan zijn als de SNL-regeling niet wordt geflexibiliseerd met betrekking tot het afwaarderingspercentage. 9. Planning Wanneer is het instrument van toepassing Start procedure bestemmingsplan 4 e kwartaal 2016

18 Factsheet 6 instrument Dealmaker 1. Analyse Waarom is er behoefte aan de inzet van dit instrument Om tot afspraken te komen met de ondernemers binnen de NNN_begrenzing van de Krimpenerwaard om de natuur te realiseren moet iemand aanspreekpunt zijn voor de ondernemers. Hiervoor is een Dealmaker nodig die de instrumenten koffer kan toepassen om tot duurzame afspraken te komen. De Dealmaker werkt in opdracht van de stuurgroep. 2. Inhoud Proces zelfrealisatie Hierna wordt het proces beschreven van de zelfrealisatie en de informatie-uitwisseling. Het proces van de zelfrealisatie is afgestemd met de systematiek van de Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap. Stap -1: De ondernemer krijgt als basis het idee om zijn bedrijf om te vormen. Ondernemer maakt een korte schets en berekening waaruit blijkt dat het traject zinvol is. Vergoeding inhuur. Provincie geeft kort de kaders aan. Stap 0: procesafspraken; partijen sluiten een intentieovereenkomst waarin: Ondernemer intentie uitspreekt om zijn bedrijf om te vormen passend binnen het natuurgebied Ondernemer bereid is medeverantwoordelijkheid te dragen voor het gebiedsbeheer De intentieovereenkomst zal worden getekend door betrokken grondeigenaren bv ZHL en andere boeren. Provincie bereid is deskundigenvergoeding te betalen tot een bepaald maximum voor de omvorming van het bedrijf en niet voor inrichting gronden. De intentieovereenkomst wordt afgestemd met de SKNL Stap 1: door provincie aan te leveren informatie ten behoeve van het opstellen van een bedrijfsplan Beperkingen ten aanzien van de bedrijfsvoering; afhankelijk van het natuurtype natuurdoelen; denk aan: beperkingen aan maaien, teelten, bodemkwaliteit / bemesting, waterpeil; bloemranden, houtwallen etc. Inschatting van subsidies SKNL (getaxeerde grondwaardevermindering) en SNL Stap 2: ondernemer stelt een bedrijf ondernemingsplan op, met als inzet het transformeren van een agrarische onderneming in een natuuronderneming. Dit levert inzicht in investeringen, doorlooptijd en rendement van de toekomstige onderneming. 2 Daarnaast maakt de ondernemer een inrichtingsplan voor de natuurontwikkeling. 2a: transformatie: Noodzakelijke (des)investeringen SKNL-subsidie Doorlooptijd. Dit leidt tot een inzicht in de cash flow en financieringsbehoefte gedurende de transformatie 2 Het ondernemingsplan bevat natuurlijk nog meer, zoals een marktanalyse en een marketingplan; verder is het ondernemingsplan onderbouwd met cijfers en gegevens van het huidge bedrijf en/of de individuele ondernemer(s); zie de bijlage

19 2b; rendementsberekening van nieuwe onderneming Te verwachten bruto inkomsten uit onderneming, subsidies en andere rechten lasten van financiering, afschrijving, jaarlijkse lasten e.d. netto opbrengsten uit onderneming 2c. voorzover sprake is van aanzienlijk inkomensverlies / dan wel de natuuronderneming als niet levensvatbaar moet worden beoordeeld: Voorstellen ter verhoging van het rendement binnen de gestelde natuurdoelen (in de praktijk zal het gaan om vormen van schaalvergroting); dus het in gebruik nemen van meer grond via verkoop of verpachting. Stap 3: ondersteunende maatregelen van de provincie. Deze worden afgepeld in volgorde 1. Subsidies, 2. Grond en 3. Financiering: 1. Toekenning van SKNL-subsidie (in principe conform taxatie onder 1); inspanningsverplichting voor meerjarige subsidieverlening onder SNL en evt. andere subsidieregelingen. 2. Aanvullende verkoop of verpachting van grond (marktconform) om doelstelling onder 2c te realiseren. 3. Uitgangspunt is dat financiering gewoon via de bank loopt, desgewenst kan worden onderhandeld over (erf)pachtconstructies om financieringslast te verminderen; voorzover het ondernemingsplan onvoldoende basis biedt voor normale bancaire financiering zou de provincie faciliteiten kunnen bieden (nog regelen in instrumentenkoffer; denk aan garantstelling e.d.) Stap 4 Contractering; sluiten van een privaatrechtelijke (ontwikkelingen)overeenkomst Uitgangspunt hierbij is dat de SKNL-subsidietoekenning wordt verleend. Afspraken over de stapsgewijze transformatie en aan te gane verplichtingen over en weer: Verplichtingen van de ondernemer Inspanningsverplichtingen provincie subsidie Afspraken over verkoop grond dan wel verlenen van pachtrechten Financieringsafspraken Stap 5 Uitvoering Bij de uitvoering moeten de volgende punten worden geregeld: Controle op uitvoering plan en overgang verplichtingen naar collectief Monitoring van de afspraken, arbitrage Het gebruik van grond als in te zetten middel voor zelfrealisatie. De relatie met ZHL over het grondgebruik De bereidheid om grond als middel in te zetten voor zelfrealisatie is verbonden met het ondertekenen van een intentieovereenkomst waarin de intentie wordt vastgelegd dat een in het gebied gevestigde ondernemer bereid en de provincie bereid zijn om de mogelijkheden van zelfrealisatie te verkennen; omdat het om een in het gebied gevestigde ondernemer gaat en de provincie als beleidslijn heeft dat natuurrealisatie door zelfrealisatie de eerste voorkeur heeft, kan de provincie ondershands grond aanbieden (in pacht of eigendom) tegen marktconforme prijzen, dus level playing field hoeft geen belemmering op te leveren. Inzet grond Grond wordt om twee redenen (en vaak in combinatie) als middel ingezet. Ten eerste om de nieuw op te zetten natuuronderneming levensvatbaar (robuust) te maken en ten tweede als

20 financieringsinstrument (pacht i.p.v. eigendomsoverdracht). In het algemeen zal een natuuronderneming per ha minder opbrengen dan een agrarische onderneming. Om dit de compenseren zal het bedrijf moeten uitbreiden en de provincie kan daarin helpen. Het streven zou moeten zijn dat de natuuronderneming ongeveer een gelijk inkomen (uit onderneming en uit subsidies e.d.) moet opleveren dan het oude agrarische bedrijf voor zelfrealisatie. Een en ander neemt niet weg dat de ondernemer in de komende jaren verder mag groeien en bloeien, zoals zijn ondernemershart hem dat ingeeft. 3. Begunstigden Voor wie is dit instrument bedoeld (bv. Zittende grondeigenaren) Dit instrument is bedoeld voor de stuurgroep om te komen tot duurzame afspraken met d eondernemers in het gebied 4. Voorwaarden Criteria waaronder het instrument kan worden toegepast (bv natuurontwikkeling op eigen grond, afstand, kostenefficiency) 5. Beleid Wat is het beleid van de provincie t.a.v. het in te zetten instrument Het berleid van de provincie is vastgelegd in de Nota Beheer EHS en overgenomen in de Nota Grondbeleid 2013 Moet het beleid nog worden aangepast? Ja. Naast verkoop van grond wordt ook erfpacht van provinciale grond mogelijk gemaakt. Dit wordt vastgelegd in de volgende herziening van de Nota Grondbeleid. 6. Regeling/ Subsidieregeling 7. Staatssteuntoets 8. Risico s en beheermaatregelen Juridische positie o Publiekrechtelijk o Privaatrechtelijk o Gelijkberechtiging Voldoet het instrument Welke risico s zijn er De vraag is hoe ver de provincie mag gaan met het grondinstrument: een vanzelfsprekende grens wordt gesteld door het kostensaldo (inclusief taakstelling inbreng derden) die klassieke natuurrealisatie (aankoop, inrichting en verkoop aan terreinbeheerder). Technische vraag is hoe een dergelijke vergelijking / berekening gemaakt zou moeten worden, maar afgezien daarvan zou er ook ruimte moeten zijn voor het belonen van extra kwaliteit. Alvorens strikte budgetvoorwaarden te stellen zou eerst meer ervaring moeten worden opgedaan met zelfrealisatie en de instrumentenkoffer. Dit geldt ook voor eventueel te stellen toelatingscriteria voor zelfrealisatie Wat zijn beheermaatregelen Duidelijk is dat de ondernemer de daadwerkelijke intentie moet hebben om natuurondernemer te worden en dat hij bereid is om in samenwerking met andere natuurondernemers / terreinbeheerders in het gebied verantwoordelijkheid te nemen in het gebiedsbeheer. De eis dat de natuuronderneming levensvatbaar moet zijn (dat wil zeggen; voldoende inkomen moet genereren voor de ondernemer om het hoofd boven water te houden al dan niet in combinatie met andere inkomsten) zou een grens kunnen stellen aan het toelaten van ondernemers die in de huidige situatie geen levensvatbaar bedrijf hebben. Ook hier is nog te weinig ervaring / legitimatie om een dergelijke eis aan de voorkant te kunnen stellen, bv biologisch. 9. Planning Wanneer is het instrument inzetbaar De Dealmaker wordt per 1 juli 2016 aangesteld.

21 Factsheet 7: instrument Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Landschap en Natuur Zuid-Holland (SKNL) Waarom is behoefte aan dit instrument? 1. Analyse Binnen het NNN- gebied van de Krimpenerwaard moet natuur worden gerealiseerd op landbouwgrond. De omzetting van de landbouwgrond naar natuurterrein (met beperkte landbouwmogelijkheden) zal gepaard gaan een waardedaling waarvoor gedeputeerde staten op grond van de SKNL een vergoeding kunnen verstrekken. Een dergelijke vergoeding hebben de agrariërs in het gebied nodig voor extensivering en investeringen. 2. Inhoud Wat is het instrument? Het instrument is een Subsidieregeling De SKNL vormt samen met de Subsidieregeling Natuur en Landschapsbeheer (SNL, zie verder de factsheet SNL) het zogenaamde Subsidiestelsel Natuur en Landschap waarmee in Nederland door de provincies de realisatie, de inrichting en het beheer van natuur en agrarisch natuurbeheer stimuleren. Op grond van de SKNL kunnen gedeputeerde staten subsidie verstrekken voor: Investeringen in een natuurterrein (realisatie van natuurbeheertype en/of landschapselement op grond die een functieverandering heeft ondergaan, verhoging natuurkwaliteit, omzetting natuurterrein met een bestaand natuurbeheertype naar een gewenst natuurbeheertype); Functieverandering (omzetting van landbouwgrond naar natuurterrein). De omgezette landbouwgrond zal in bepaalde gevallen moeten worden ingericht. De hieraan verbonden kosten kunnen vanuit de SKNL worden gesubsidieerd.als er meer instrumenten mogelijk zijn welke zijn dit dan? Omdat een langjarige beheervergoeding op grond van de SNL thans niet mogelijk is (zie factsheets SNL en Langjarig beheer) wordt voorgesteld om hiervoor een nieuwe subsidieregeling vast te stellen. In deze regeling zou dan tevens een grondslag voor de vergoeding van de waardedaling vanwege de omzetting van landbouwgrond naar natuurterrein kunnen worden opgenomen. 3. Begunstigden Voor wie is dit instrument bedoeld? Een investeringssubsidie kan worden verstrekt aan een natuurlijk persoon of een rechtspersoon, dan wel een samenwerkingsverband, die zeggenschap heeft over het natuur waarvoor subsidie wordt aangevraagd, krachtens: - Eigendom; - Erfpacht; - Recht van beklemming; - Artikel 45 van de Wet inrichting landelijk gebied, of; - Een plan van tijkdelijk gebruik als bedoeld in artikel 189 van de Landinrichtingswet zoals deze luidde tot 1 januari Een subsidie functieverandering (vergoeding waardedaling) kan worden verstrekt aan eigenaren van landbouwgrond. Nb. Er kan geen subsidie worden verstrekt aan publiekrechtelijke rechtspersonen (uitgezonderd Staatsbosbeheer), rechtspersonen die waterwinning als doelstelling, privaatrechtelijke rechtspersonen die zijn opgericht ten behoeve van het beheer van grond en water waarvan de eigendom geheel of gedeeltelijk berust bij de voornoemde rechtspersonen, en bedrijven in moeilijkheden. Criteria waaronder het instrument kan worden toegepast Zie onder 1. Analysye.

22 Nb. Voorwaarde voor de verstrekking van een subsidie functieverandering is binnen 1 jaar na datum beschikking een overeenkomst tussen de provincie en de subsidieontvanger tot stand komt waarin is opgenomen dat op de grond een kwalitatieve verplichtig wordt gevestigd ter borging van de natuurdoelen en een kettingbeding om evoor te zorgen dat rechtsopvolgers hieraan gebonden zijn. Procedure zelfrealisatie De procedure bij de SKNL is (tot op heden) als volgt: Er is overleg met de projectleider van de stuurgroep over een intiatief in het NNNgebied. Dat hoeft niet per se en maakt geen onderdeel uit van de officiele procedure. Je kan als particulier gewoon zelfstandig een aanvraag indienen. De ondernemer doet een aanvraag voor particulier natuurbeheer bij het RVO De RVO checkt de eerste zaken zoals is de aanvraag volledig en binnen het openstellingsbesluit en is er aangevraagd voor het juiste type cf Natuurbeheerplan. Vervolgens zet RVO bij de provincie een adviesaanvraag uit: o Wat moet de hoogte van de afwaarderingssubsidie als gevolg van de functiewijziging zijn. Lees: taxatie van de grond in huidige (agrarische) vorm. Tot voor kort deed RVO daar zelf wel die 85% van. Per 2016 laten wij ook de natuurwaarde taxeren en kan het zo zijn dat er minder dan 85% uitbetaald wordt. De provincie geeft hierover dus advies aan RVO. o Ook wordt de provincie om advies gevraagd of de opgevoerde inrichtingsmaatregelen / het realisatieplan wel ecologisch effectief is en of er onnodige of niet subsidiabele kosten opgevoerd worden. De provincie vraagt advies aan de stuurgroep over de aanvraag. De provincie stuurt een advies over bovenstaand epunten naar de RVO. Vervolgens maakt op basis van dit advies de RVO een beschikking. De RVO voert verder de regeling voor ons uit. Bij de vaststelling worden wij weer om advies gevraagd om de controleren of de maatregelen naar tevredenheid zijn uitgevoerd en of de opgevoerde werkelijke kosten ook subsidiabel zijn. 5. Beleid Wat is het beleid van de provincie t.a.v. het in te zetten instrument? SKNL is het reguliere instrument ten behoeve van de stimulering van de realisatie en inrichting van natuurterreinen. In het jaarlijkse openstellingsbesluit worden de subsidieplafonds en de gebieden waar je SKNL kan aanvragen, vastgesteld. Moet het beleid nog worden aangepast? Nee 6. Regeling/ Juridische positie Subsidieregeling Publiekrechtelijk: Subsidiebeschikking Privaatrechtelijk: Kwalitatieve verplichting ingeval van functieverandering. 7. Staatssteuntoets Voldoet het instrument? Ja, regeling is goedgekeurd door de Europese Commissie en gekoppeld aan de eveneens door de Europese Commissie goedgekeurde Catalogus Groen Blauwe Diensten. 8. Risico s en Welke risico s zijn er? beheermaatregelen Volgens Bijlage N waardedaling bij functiewijziging van de Catalogus Groen Blauwe Diensten dat ten grondslag ligt aan de subsidie functieverandering wordt de afwaardering vergoed, indien er een definitief einde komt aan alle agrarische activiteiten op het land. De praktijk is echter