ontwikkelingsplan Federaal
|
|
- Julia Brabander
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Federaal ontwikkelingsplan Synthese van de milieueffectenbeoordeling opgesteld in het kader van de wet van 13 februari 2006 betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu.
2
3 1. Elia De Elia groep is in België opgebouwd rond Elia System Operator, dat samen met zijn dochteronderneming Elia Asset één economische entiteit vormt en handelt onder de naam Elia. Elia System Operator is houder van de licenties van transmissienetbeheerder (TNB) voor elektriciteit op federaal vlak voor de spanningsniveaus 380/220/150 kv, lokaal transmissienetbeheerder in Wallonië, regionaal transmissienetbeheerder in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en distributienetbeheerder in Vlaanderen, telkens voor de netten van 70 kv tot en met 30 kv 1. Elia bezit het volledige Belgische elektriciteitsnet op zeer hoge spanning (380 kv tot 150 kv) en ongeveer 94% van de hoogspanningsnetten (70 kv tot 30 kv). Elia heeft onlangs zijn activiteiten vanuit Europees oogpunt uitgebreid en maakt thans deel uit van de top 5 van Europese TNB s met de overname van de Duitse TNB 50Hertz transmission in samenwerking met IFM (Industry Funds Management). 2. Ontwikkelingsplan, milieubeoordeling en inspraak van het publiek Elia stelt het Federaal Ontwikkelingsplan op in overeenstemming met de bepalingen van de wet van 29 april 1999 ( Elektriciteitswet ) en het Koninklijk Besluit van 20 december 2007 betreffende de procedure voor uitwerking, goedkeuring en bekendmaking van het plan inzake ontwikkeling van het transmissienet voor elektriciteit. Dit plan bestrijkt een periode van 10 jaar en wordt vervolgens om de vier jaar aangepast. Het Ontwikkelingsplan bevat enerzijds een gedetailleerde raming van de noden aan transmissiecapaciteit, met aanduiding van de onderliggende hypothesen, en anderzijds het investeringsprogramma waartoe de transmissienetbeheerder zich verbindt uit te voeren om aan de noden in het kader van deze hypothesen te voldoen. Het Ontwikkelingsplan houdt rekening met de nood aan adequate reservecapaciteit en met de projecten van gemeenschappelijk belang die de instellingen van de Europese Unie in het domein van de trans-europese elektriciteitstransmissienetten toewijzen. Overeenkomstig de geldende wetgeving heeft Elia in samenwerking met de Algemene Directie Energie en het Federaal Planbureau een ontwerp van Ontwikkelingsplan opgesteld binnen de negen maanden na de publicatie van de Studie over de perspectieven van elektriciteitsbevoorrading Nadat de transmissienetbeheerder kennis heeft genomen van de adviezen van de federale regulator (CREG) en de Minister bevoegd voor het mariene milieu over dit Ontwikkelingsplan wordt het plan onderworpen aan een beoordeling van de gevolgen 1 Federale Staat: licentie van 17/09/2002 voor een duur van 20 jaar; Vlaams Gewest : licentie van 5/09/2002 voor een duur van 12jaar; Waals Gewest: licentie van 17 september 2002 voor een duur van 20jaar; Brussels Hoofdstedelijk Gewest: licentie van 13 juli 2006, voor een duur van 20 jaar die afloopt op 26 november
4 op het milieu, overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 9 tot 14 van de wet van 13 februari In de eerste etappe van de beoordelingsprocedure wordt de perimeter ( scoping ) bepaald. Hiertoe wordt het register van milieueffecten opgesteld dat het referentiekader van de studie bepaalt (onderzochte impacten, niveau van detail, opties geëvalueerd,...). Het ontwerp van register werd voor advies voorgelegd aan het bevoegde SEA-Adviescomité 3, dat zijn opmerkingen hierop heeft geformuleerd. Op basis van deze opmerkingen werd de definitieve versie van het register opgesteld. In de tweede etappe werd op basis van het definitief register de milieustudie over het ontwerp van Ontwikkelingsplan opgesteld. Na deze beoordelingsprocedure legt Elia vervolgens het ontwerp van Ontwikkelingsplan samen met het milieueffectenrapport ter consultatie 4 voor aan: het Adviescomité over de procedure voor de beoordeling van de gevolgen van de plannen en programma s; de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling; de Gewestregeringen; het publiek. De raadpleging van het publiek duurt zestig dagen en loopt van 16 mei 2011 tot 14 juli De raadpleging werd twee weken voor de aanvang ervan aangekondigd door middel van een bericht dat gepubliceerd werd in het Belgisch Staatsblad, op de federale portaalsite en via ten minste één ander communicatiekanaal. Het bericht in het Belgisch Staatsblad vermeldt de begin- en einddatum van de publieksraadpleging en de wijze waarop het publiek zijn adviezen en opmerkingen kan kenbaar maken. De opmerkingen en adviezen worden binnen de onderzoekstermijn per post of per aan de opsteller van het plan of programma verstuurd. Elia zal rekening houden met de ontvangen adviezen, opmerkingen en verslagen die het Ontwikkelingsplan van het transmissienet mogelijk kunnen wijzigen. Elia zal rekening houden met de adviezen, opmerkingen, verslagen en raadplegingen die het resultaat zijn van het uitvoeren van deze raadpleging en die het Ontwikkelingsplan van het transmissienet mogelijk kunnen wijzigen. Tenslotte wordt op basis van de verklaring van de Algemene Directie Energie, die samenvat hoe de milieuoverwegingen in het plan opgenomen zijn, het Ontwikkelingsplan ter goedkeuring voorgelegd aan de federale minister bevoegd voor Energie. 2 Wet van 13 februari 2006 betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma s en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma s in verband met het milieu (B.S. van ). 3 Het SEA-Adviescomité is samengesteld uit 10 leden afkomstig van verschillende federale instanties. 4 Na inzage van de resultaten van de studie blijkt dat de bevoegde overheden van de buurlanden niet geraadpleegd werden. 2
5 3. Het ontwerp van Ontwikkelingsplan De energiecontext De vooropgestelde Belgische en Europese doelstellingen inzake energie en klimaat, in combinatie met de gemiddelde leeftijd van het productiepark, doen vermoeden dat de Europese energiemix in de toekomst ingrijpend zal veranderen. De aangekondigde toename van het aandeel van decentrale productie-eenheden en/of productie-eenheden op basis van hernieuwbare energiebronnen zal het variabele karakter van de fysische elektriciteitsstromen tussen de landen van de Unie doen toenemen. Bovendien leiden de uiteenlopende strategieën van de verschillende marktspelers tot grote onzekerheid, enerzijds met betrekking tot de toekomstige energiemix en anderzijds op het vlak van de lokalisatie van de productie-eenheden die in dienst zullen worden genomen of buiten dienst zullen worden gesteld. Ten slotte moet worden opgemerkt dat een verbetering van de algemene energieefficiëntie als gevolg van een substitutie-effect (elektrische auto s, warmtepompen, ) tot een toename van het eindverbruik van elektriciteit zou kunnen leiden. Bovendien zouden de consumptie profielen (piek en dal uren, weekdagen, ) gewijzigd kunnen worden door de vraag actief te gaan beheren. 3.2 Uitgangsbasis In het Koninklijk Besluit van 20 december wordt een nauw verband gelegd tussen de hypothesen van het Ontwikkelingsplan en de Studie over de perspectieven van elektriciteitsbevoorrading, die werd uitgevoerd door de Algemene Directie Energie in samenwerking met het federaal Planbureau. Zo werden de ontwikkelingen van het transmissienet voor elektriciteit zoals opgenomen in het ontwerp van Ontwikkelingsplan in grote mate gedefinieerd op basis van de conclusies van de Studie over de perspectieven van elektriciteitsbevoorrading , die op 15 december 2009 werd gepubliceerd op de website van de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie. In het ontwerp van Ontwikkelingsplan zijn evenwel andere overwegingen opgenomen, voor zover er zich sinds de uitwerking van bovenstaande Prospectieve Studie nog nieuwe belangrijke elementen hebben voorgedaan, met name: alle maatregelen, richtlijnen en beslissingen van de Raad van Europa van 12 december 2008 (energie- en klimaatpakket) aangaande de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen, die ervoor moeten zorgen dat het mogelijk is om de " "-doelstelling te verwezenlijken, d.w.z. een aandeel aan hernieuwbare energie van 20 % in het totale energieverbruik van de EU, een daling van de uitstoot van broeikasgassen van de EU-landen met 20 % in vergelijking met 1990 en een stijging van de energie-efficiëntie met 20 % 5 Besluit betreffende de procedure voor uitwerking, goedkeuring en bekendmaking van het plan inzake ontwikkeling van het transmissienet voor elektriciteit, gepubliceerd op 8 februari
6 tegen 2020; de werkzaamheden van het Federaal Planbureau, die in de working papers "EU Energy/Climate package and energy supply security in Belgium" en "Impact of the EU Energy and Climate Package on the Belgian energy system and economy" zijn gepubliceerd betreffende de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen; de conclusies van de expertengroep GEMIX in 2009 en de Commissie 2030 in 2007; de data van indienstname en de technische kenmerken van projecten die betrekking hebben op nieuwe productie-eenheden. Deze gegevens zijn van essentieel belang voor de toekomstige netconfiguratie en werden met name verzameld via de aansluitingsaanvragen voor nieuwe eenheden die bij de beheerders van de gas- en elektriciteitsnetten werden ingediend; de data voor het buitendienststellen van bestaande eenheden, informatie die werd verzameld bij de producenten en deze met bettrekking tot de evolutie van het Belgisch en Europees wettelijk kader. 3.3 De doelstellingen van het Ontwikkelingsplan Op basis van deze elementen werkt Elia het Ontwikkelingsplan uit rond vier pijlers. De ontwikkeling van de interconnecties Het Elia-net is vandaag een van de meest geïnterconnecteerde netten van Europa: de importcapaciteit die aan de marktpartijen beschikbaar wordt gesteld, bedraagt gemiddeld 35 % van het verbruik, met een minimum dat de 25 % benadert. Sinds de marktkoppeling met Nederland en Frankrijk, die in 2006 op initiatief van Elia werd gerealiseerd, zijn de gemiddelde groothandelsprijzen in België en de twee buurlanden geconvergeerd en evolueren nu binnen een prijsvork van ± 4 %. Het verder ontwikkelen van interconnecties blijft voor Elia een essentieel onderdeel van de netontwikkeling. Dit beleid heeft tot doel: de bevoorradingszekerheid te handhaven, ondanks een context van onzekerheid over de evolutie van de centrale productiemiddelen; de Europese marktwerking verder te bevorderen, rekening houdend met de toekomstige energiemix; in een context waarin minder flexibele klassieke productie-eenheden samengaan met de variabele productie afkomstig van hernieuwbare energiebronnen, het milieubeleid te ondersteunen door het beheer van de schommelingen van de elektriciteitsstromen te vergemakkelijken, zodat het mogelijk wordt om tijdelijke vermogensoverschotten (verzadiging van het systeem) of -tekorten uit te wisselen tussen de geïnterconnecteerde landen. Zo identificeert het Ontwikkelingsplan twee concrete mogelijkheden om interconnecties fysiek te versterken: één tussen België en het Verenigd Koninkrijk, voor 1000 MW (het project NEMO); één andere tussen België en Duitsland, voor 500 MW in een eerste stadium (het project ALEGRO). De aansluiting van centrale productie-eenheden Het ontwerp van Ontwikkelingsplan preciseert enerzijds welke eenheden zonder bijkomende versterkingen op het transmissienet kunnen worden aangesloten (voor 4
7 een totaal vermogen van 1944 MW). Anderzijds somt dit document de netversterkingen op die nodig zijn voor de aansluiting van verschillende centrale productie-eenheden. Deze versterkingen hebben betrekking op: de aansluiting van een centrale ten noorden van Luik (850 MW); de aansluiting van productie-eenheden in Limburg (900 MW); de aansluiting van productie-eenheden in Meerhout (1000 MW); de aansluiting van productie-eenheden in de regio Gent (900 MW); de aansluiting van productie-eenheden in het noorden van de regio Antwerpen (1000 MW); de verhoging van de 380 kv transmissiecapaciteit tussen Mercator (Antwerpen) en Avelgem (Oost-Vlaanderen) om de gecombineerde aansluiting mogelijk te maken van productie-eenheden in de regio s Antwerpen, Gent, Limburg en Luik. Volgens bovenstaande perspectieven maken de investeringen zoals voorzien in het ontwerp van Ontwikkelingsplan de aansluiting mogelijk van centrale productieprojecten met een totale capaciteit van ongeveer 5600 MW. Tegenover dit cijfer staat de 3000 MW die in de periode buiten dienst gesteld zou kunnen worden, uitgaande van: een schijf (1197 MW) van buitendienststellingen die werden geïdentificeerd op basis van de bij de producenten verzamelde gegevens of ramingen op basis van de toepassing van de Belgische en Europese wetgevingen; een schijf (1777 MW) van extra buitendienststellingen op basis van de methodologie gebruikt door ENTSO-E 6 om de levensduur van de productieeenheden te schatten. Deze capaciteit aan buitenstellingen zou nog verder toenemen met ongeveer 1800 MW indien de wet van 31 januari 2003 betreffende de geleidelijke uitstap uit kernenergie voor industriële elektriciteitsproductie daadwerkelijk wordt uitgevoerd. De integratie van decentrale productie-eenheden en/of productie-eenheden op basis van hernieuwbare energiebronnen Het ontwerp van Ontwikkelingsplan gaat er duidelijk van uit dat de doelstellingen worden gehaald die in het kader van het Europese energie- en klimaatpakket zijn aangenomen met betrekking tot het aandeel van hernieuwbare energie in het totale energieverbruik. Vanuit dit perspectief vormt het STEVIN-project één van de voornaamste projecten in het Ontwikkelingsplan Het heeft als doel het net tussen Zeebrugge en Zomergem te versterken, zodat onder andere de productie van offshore windenergie aangesloten kan worden (tot op heden werden zeven concessies verleend voor een totaal geïnstalleerd vermogen van 2160 MW). Dit project is al enige tijd geleden van start gegaan. Medio 2011 heeft Elia een plan-mer ingediend in het kader van het GRUP 7 procedure. Bovendien besteedt Elia bijzondere aandacht aan de onshore aansluitingen van decentrale productie uit hernieuwbare energiebronnen of met een hoog milieurendement. De 6 ENTSO-E: European Network of Transmission System Operators for Electricity. 7 GRUP = Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 5
8 strategie die in het kader van het Ontwikkelingsplan wordt voorgesteld beoogt, naast economische efficiëntie, de verwezenlijking van de Belgische klimaat- en milieudoelstellingen: voorkeur dient daarom te gaan naar aansluiting van productieeenheden in geografische gebieden waar al infrastructuur met voldoende capaciteit aanwezig is voor de transmissie van elektriciteit. Daarbij dienen ook andere factoren, zoals ruimtelijke ordening, in aanmerking te worden genomen. De aanpak om eerst het aansluitingspotentieel van het bestaande net te gebruiken maakt het mogelijk op korte termijn de klimaatdoelstellingen te verwezenlijken door het huidige transmissienet efficiënt en maximaal te benutten. Echter in de gevallen waar deze aanpak niet zou toelaten om aan al de noden te voldoen, worden andere bijkomen productieaansluitingen en netversterkingen overwogen. Deze worden in het ontwerp van Ontwikkelingsplan voorgesteld. De versterking van het net om tegemoet te komen aan de evolutie van het elektriciteitsverbruik Ondanks het feit dat het energiebeleid van de Europese Unie een verbetering van de energie-efficiëntie met 20 % beoogt, zal dit er niet toe leiden dat er geen noden aan netversterking meer zouden ontstaan wegens een toenemend verbruik (een van de historische drijfveren voor de ontwikkeling van de elektriciteitsnetten). Enerzijds zou een verbetering van de algemene energie-efficiënte, door de substitutieeffecten tussen de verschillende energievormen, toch tot een toename van het eindverbruik van elektriciteit kunnen leiden. De invoering van elektrische auto s en/of warmtepompen bijvoorbeeld, kunnen bijdragen tot dit verschijnsel. Anderzijds blijven er, vrijwel zeker geografische verschillen bestaan tussen het gedrag van de verbruikers in de verschillende zones van het land. Indien er op nationaal niveau een dalende trend is te merken is het goed mogelijk dat in bepaalde zones toch de vraag zou toenemen. Op basis van de momenteel gekende lokalisatiegegevens geeft het ontwerp van Ontwikkelingsplan aan welke netversterkingen nodig zijn om tegemoet te komen aan een toename van het verbruik tot 1,8% per jaar 8 over de beschouwde periode. 3.4 De keuze van oplossingen voor netontwikkeling De infrastructuurprojecten die opgenomen worden in het ontwerp van Ontwikkelingsplan zijn gekozen volgens een combinatie van criteria m.b.t.: de betrouwbaarheid, door zich voor de dimensionering van de netinfrastructuur te baseren op een methodologie die rekening houdt met de vermoedelijke toekomstige noden van de gebruikers en tegelijkertijd een optimale betrouwbaarheid van het net garandeert; de economische efficiëntie, door de vergelijking van de verschillende mogelijke varianten van netontwikkeling op technisch-economisch gebied; het duurzame karakter van de voorgestelde oplossingen, door de oplossingen te weerhouden worden gekozen die de impact van de installaties op de mens, de natuur en het landschap tot een minimum beperken. Deze aanpak houdt in dat reeds bij de uitwerking van mogelijke alternatieve opties een milieuonderzoek wordt uitgevoerd om de meest nadelige opties voor het milieu te kunnen 8 Scenario Base_HiCV_NUC van de Studie over de perspectieven van elektriciteitsbevoorrading
9 weren. Hierdoor kan bij het plannen van projecten reeds in een vroeg stadium en op proactieve wijze rekening worden gehouden met milieuproblemen. Dit heeft een rechtstreekse invloed op de keuzes die Elia maakt op het gebied van verbindingen en hoogspanningsposten. 4. Methode voor milieubeoordeling van de gekozen oplossingen 4.1 De noden aan netontwikkeling en het creëren van te vergelijken opties Het ontwerp van Ontwikkelingsplan is zodanig opgevat dat kan worden tegemoetgekomen aan de uiteenlopende noden die uit de scenario s voor hypothesen voortkomen. De manier waarop aan deze noden kan worden voldaan wordt onderzocht vanuit het oogpunt van alternatieve opties die elk overeenstemmen met een strategische oplossing voor een gegeven nood geïdentificeerd in het ontwerp Ontwikkelingsplan. Bijvoorbeeld kan een bepaald zone worden versterkt door een nieuw post te bouwen en een nieuwe kabel, hetzij door een bestaande lijn te versterken en tegelijk de transformatiecapaciteit van een bestaand post te verhogen. De voorliggende milieustudie is van strategische aard en besteedt dus geen aandacht aan de uitvoerings- en lokalisatiealternatieven waarbij de exacte positie en de precieze elektrische kenmerken van de infrastructuur aan bod komen. Dit soort analyse wordt immers in een later stadium uitgevoerd op projectniveau. Het ontwerp van Ontwikkelingsplan beoogt om een oplossing aan te reiken voor een vijftigtal noden (zie tabel 1). De helft van de projecten die een oplossing bieden aan deze noden, vereisen slechts interventies in bestaande hoogspanningsposten (projecten van type 1 genoemd, voornamelijk oude transformatoren vervangen of bijkomende transformatoren voorzien op bestaande posten). In voorliggende studie wordt de impact van deze projecten op het milieu beoordeeld. Bij dergelijk type 1 project wordt slechts een optie voorgesteld omdat er geen geloofwaardige alternatieven zijn met mogelijk minder impact op het milieu. De oplossingen die voor de overige noden ( type 2 ) worden uitgewerkt zijn complexer en bestaan uit projecten die de aanleg of aanpassing van hoogspanningslijnen/kabels en de bouw van nieuwe posten vereisen. Voor dit type projecten worden meestal twee of drie opties in overweging genomen. Voor elk van deze opties worden de milieu-impact onderzocht zodat de gunstigste oplossing geïdentificeerd kan worden. 7
10 Figuur 1: Hypotheses, noden, opties en gekozen projecten Hypotheses op basis van de volgende documenten: Studie over de perspectieven voor elektriciteitsbevoorrading Energie- en klimaatpakket en doelstellingen Verslagen van de Commissie 2030 en van de Gemix-groep Behoeften aan netontwikkeling Vergelijking van alternatieve opties ure 1: Hypo In het ontwerp van ontwikkelingsplan voorgestelde netontwikkelingsprojecten Gezien de nationale schaal van het federaal Ontwikkelingsplan, de periode van 10 jaar en het groot aantal projecten beschouwd, heeft deze studie eerder een algemeen dan gedetailleerd karakter (strategisch niveau). Het is mogelijk dat bepaalde informatie (routing, kosten, locatie,...) gerapporteerd in het ontwerp van Ontwikkelingsplan of dit SMB niet volledig overeenstemt met de meer specifieke en gedetailleerde informatie verstrekt in kader van studies op het niveau van de projecten (milieueffectenbeoordeling). In dit geval primeren de gegevens en conclusies vermeld in de specifieke context van het project op de meer algemene informatie verstrekt in het ontwikkelingsplan en bijbehorende SMB. 8
11 Tabel 1: Overzicht van de verschillende geïdentificeerde noden in het Ontwikkelingsplan Noden Beschrijving Ontwikkelingsplan Type Metaproject Ontwikkeling van een interconnectie tussen België en het Verenigd Koninkrijk Sectie Pijler Ontwikkeling van de interconnecties Aansluiting van decentrale productieeenheden en/of productieeenheden op basis van hernieuwbare energiebronnen Aansluiting van centrale productieeenheden Ontwikkeling van een interconnectie tussen België en Duitsland Aansluiting decentrale productie rond Battice Aansluiting decentrale productie rond Houffalize Aansluiting decentrale productie rond Platte-Taille Aansluiting decentrale productie rond Cordes Aansluiting decentrale productie rond Binche Aansluiting decentrale productie rond Dottignies Aansluiting decentrale productie rond Thuillies 9 2 Sectie Sectie Sectie Sectie Sectie Sectie Sectie Aansluiting decentrale productie rond Nijvel Sectie Aansluiting decentrale productie rond Libois Sectie Aansluiting van decentrale productie rond Meer Sectie Aansluiting van decentrale productie rond Rijkevorsel Sectie Aansluiting van decentrale productie rond Lier Sectie Integratie van de offshore windparken op het onshore-net Sectie Aansluiting van een centrale in het Noorden van Luik Sectie Aansluiting van productie-eenheden in Limburg Aansluiting van productie-eenheden rond Gent Versterking van de 380 kv transportcapaciteit tussen Mercator (Antwerp) en Avelgem (Oost-Vlanderen) Secties 8.6 en Sectie Deze investeringsnood was niet gekend wanneer het ontwerp van register opgesteld is. 10 Deze investeringsnood was niet gekend wanneer het ontwerp van register opgesteld is. 9
12 Tabel 2 (vervolg): Overzicht van de verschillende geïdentificeerde noden in het Ontwikkelingsplan Pijler Versterking van het net om tegemoet te komen aan de evolutie van het elektriciteitsverbruik Noden Versterking en herstructurering van het net in de regio Antwerpen het project BRABO Versterking van de 150 kv/ms-transformatie in Montignies Herstructurering van de voeding van de post van Obourg Herstructurering van het ondergrondse 150 kv-net van Brussel Versterking van de transformatie naar de middenspanning in Charles-Quint Versterking van het net dat de regio Leuven voedt Gebruik van de lijn op 150 kv tussen Gramme en Rimière in het lokale transmissienet van 70 kv Oprichting van een transformatiepost naar middenspanning in Les Isnes Installatie van 150 kv/ms-transformatoren in de posten van Ruien en Zwevegem en herstructurering van het 70 kv-net in de zone Versterking van de transformatie naar middenspanning in Brugge Herstructurering van het 150/70 kv-net in de regio Zurenborg-Wilrijk-Hoboken-Schelle Dorp Versterking van de transformatie naar middenspanning in Antoing Versterking van het net dat de regio Waver voedt Herstructurering van het 150 kv- en 70 kvnet in La Louvière, Bascoup, La Croyère en Fontaine-l Evêque en versterking van de transformatie naar de middenspanning in deze zone Versterking van de transformatie naar de middenspanning in Ligne Versterking van de transformatie naar de middenspanning in Machelen Beschrijving Ontwikkelings -plan Type Metaproject Sectie Sectie Sectie Sectie Sectie Sectie Sectie Sectie Sectie Sectie Sectie Sectie Sectie Sectie Sectie Deze investeringsnood was niet gekend wanneer het ontwerp van register opgesteld is. 10
13 Tabel 3 (vervolg): Overzicht van de verschillende geïdentificeerde noden in het Ontwikkelingsplan Pijler Noden Versterking van de transformatie naar de middenspanning in Waterloo Beschrijving Type Sectie Ontwikkelingsplan Metaproject Versterking van het net om tegemoet te komen aan de evolutie van het elektriciteitsverbruik Versterking van de transformatie naar de middenspanning in Gasthuisberg Versterking van het net dat Eupen bevoorraadt en van de transformatie naar middenspanning in de post van Battice Versterking van de transformatie naar de middenspanning in Lixhe Versterking van het 70 kv-net in het noordelijke gedeelte van de stad Luik door de ontwikkeling van een 220 kv-net in deze zone Versterking van het 70 kv-net in de provincie Luxemburg door de versterking van de 220/70 kv-transformaties van de posten van Marcourt en Saint-Mard Installatie van een 220 kv/ms-transformator in Aubange Versterking van de transformatie naar middenspanning in Koksijde Versterking van de transformatie naar de middenspanning in Rumbeke Oprichting van een transformatiepost naar de middenspanning in Schoondale (Waregem) Versterking van de transformatie naar middenspanning in de post Wevelgem en verhoging van de transmissiecapaciteit tussen Izegem, Wevelgem en Moeskroen Installatie van een 150/36 kv-transformatie in Ieper en ontwikkeling van een 36 kv-net naar Poperinge Installatie van een 150/36 kv-transformator in Rechteroever (Gent) Versterking van de transformatie naar middenspanning in Beerse Sectie Sectie Sectie Sectie Sectie Sectie Sectie Sectie Sectie Sectie Sectie Sectie Sectie Versterking van de transformatie naar middenspanning in de post Petrol (Antwerpen Zuid) Sectie Versterking van de transformatie naar middenspanning in Heze Sectie NB: projecten rond Aubange, Zeebruges 150/36 kv et Ham (Gent) worden niet meer verder besproken omdat ze al gerealiseerd zijn. 11
14 4.2 Analyse van de milieueffecten en vergelijking van de opties De oplossingen voor de ontwikkeling van het net worden geëvalueerd op hun milieuimpact. Indien er alternatieve opties beschikbaar zijn, worden hun respectievelijke effecten bepaald zodat de meest milieuvriendelijke optie kan worden bekomen. De netontwikkelingen kunnen in 6 categorieën worden onderverdeeld, die verschillen naargelang hun mogelijke milieueffecten: werken aan lijnen, kabels of posten, hetzij aan bestaande installaties, hetzij m.b.t. nieuwe infrastructuur. Voor de evaluatie van deze 6 categorieën werden in totaal 14 milieueffecten weerhouden 12, een aantal effecten (bv verliezen) zijn gemeenschappelijk voor meerdere categorieën, andere zijn specifiek voor één categorie van projecten. Tabel 4: Milieueffecten beoordeeld volgens het type project. Effect Bestaand post Nieuw post Bestaande kabel Nieuwe kabel Bestaande lijn Nieuwe lijn Archeologie X X Wijziging landschap X X Aantasting landschap X X Buffering hemelwater X X X Buffering oppervlaktewater X Verstoring zeebodem X SF 6 X X CO 2 X X X X X X Verstoring bodemprofiel Verdichting bodem X X Geluidshinder X X X Visuele hinder X X EMF X X X X Impact op mens: investeringskost X X X X X Biodiversiteit X X De meest significante effecten van onze installaties zijn: visuele hinder, geluidshinder, elektrische en magnetische velden, de aanrijking lucht en impact op biodiversiteit. Ze 12 Zie het scopingsrapport voor de beschrijving van deze weergehoude milieueffecten. 12
15 worden hieronder beschreven. Visuele impact Zowel lijnen als posten kunnen een visuele impact op hun omgeving hebben. In dit rapport worden voor nieuwe lijnen en posten dan ook 3 effecten geëvalueerd die hiermee verband houden: wijziging landschap, aantasting monumenten, stads- en dorpsgezichten en beschermde landschappen, visuele hinder ter hoogte van bewoning Geluidshinder De hoogspanningsverbinding op zich zal slechts in beperkte mate als geluidsbron optreden. Rond de lijnen kan, vooral bij een hoge luchtvochtigheid (mist, lichte neerslag), een corona-effect optreden, wat een licht gezoem veroorzaakt. Dit geluid is echter enkel hoorbaar onder de lijn. De voornaamste bron van mogelijke geluidshinder zijn de transformatoren die een laagfrequent gezoem genereren, de ventilatoren die bij warme weersomstandigheden instaan voor extra koeling kunnen extra geluidshinder veroorzaken. Aanrijking lucht Wat de hoogspanningsinstallaties betreft, moeten het verlies aan SF 6 en indirecte CO 2 emissies via verliezen in aanmerking worden genomen. SF 6 (broeikasgas) wordt gebruikt als elektrisch isolerend gas in hoogspanningstoestellen. Op locaties met plaatsgebrek (bestaande posten, in stedelijke omgeving) worden hoofdzakelijk met SF 6 geïsoleerde installaties (Gas Insulated Switchgear) voorzien daar ze veel compacter zijn dan de klassieke openluchtinstallaties die de omgevingslucht als isolator gebruiken. Enkel bij verkeerde manipulaties of lekkages van een dergelijk compartiment kan dit gas in de atmosfeer terechtkomen, maar aangezien het SF 6 een krachtig broeikasgas is, moet dit effect onderzocht worden. CO 2 emissies: bij transport en transformatie van elektriciteit gaat energie verloren (afhankelijk van spanningsniveau en geleider). Deze verliezen moeten gecompenseerd worden, het is te zeggen deze verloren energie moet opgewekt worden door elektrische centrales. De productie van verloren energie veroorzaakt een CO 2 emissie. Elektrische en magnetische velden Een elektrisch veld wordt opgewekt door de aanwezigheid van elektrische ladingen en is functie van de spanning. Hoe hoger de spanning (V) hoe groter het resulterend elektrisch veld. Wanneer deze ladingen gaan bewegen, d.w.z. als er een stroom loopt, ontstaat er naast het elektrisch veld ook een magnetisch veld. Hoe hoger de stroomsterkte (I), hoe sterker het magnetisch veld dat eruit voortkomt. Zo ontstaan er langsheen de kabels en lijnen magnetische velden met een frequentie van 50 Hz (wisselstroom). Elektrische toepassingen (zoals scheerapparaten, wasmachines en andere elektrische apparaten) wekken eveneens elektrische en magnetische velden op. Sinds meer dan 30 jaar worden er epidemiologische onderzoeken gevoerd. Deze geven een licht statistisch verband aan tussen langdurige blootstelling aan magnetische velden een verhoogd risico op kinderleukemie. Tot op heden werden er geen oorzakelijk 13
16 verbanden gevonden. Biodiversiteit De fysieke aanwezigheid van een lijn of een post kunnen naargelang van hun ligging een impact hebben op de biodiversiteit. Posten kunnen een bepaalde inname van habitat veroorzaken in Speciale Beschermde Zones - Habitat (SBZ-H) en groengebieden. Voor lijnen is het effect eerder de versnippering van habitats alsook de impact op SBZ-V via de zogenaamde draadslachtoffers: dit zijn vogels die sterven als gevolg van een aanvaring met een stroom- of aardkabel. De geleiders en zeker de waakdraad van een lijn zijn moeilijk zichtbaar voor vogels. 5. Resultaten en trends 5.1 Gezamenlijke impact van het ontwerp van Ontwikkelingsplan Inleiding Om een beeld te geven van de effecten voor het geheel aan projecten dat voorzien wordt, is de totale impact per effect berekend. Dat wil zeggen dat per effect de som gemaakt wordt van: de gezamenlijke impact van de type 1-projecten; de impact van de weerhouden optie van elk type 2-project. Om deze totale impact te interpreteren is hij afgezet tegenover een worst en een best case per effect. Voor de worst case wordt per effect de optelsom gemaakt van: de gezamenlijke impact van de type 1-projecten; de impact van de meest negatieve optie van elk type 2-project. Voor de best case is de benadering identiek, maar dan worden per metaproject van type 2 de meest voordelige opties genomen voor het betreffende effect. Aantasting van archeologische waarden Voor archeologie geeft de worst case, namelijk de combinatie van de projecten waarbij het hoogste risico is op het raken van archeologische sites, 939 vindplaatsen. De weerhouden opties hebben een risico van 584 vindplaatsen voor het Vlaamse grondgebied. Dit is 2,75% ten opzichte van de bestaande referentiesituatie van vindplaatsen in Vlaanderen. Wegens gebrek aan gegevens is deze vergelijking met de referentie situatie niet mogelijk in de anderen Gewesten. Deze mogelijke vindplaatsen zijn hoofdzakelijk verbonden met de projecten STEVIN en Meer. Voor deze projecten zijn voorzorgsmaatregelen aangewezen. Voor meer details over de impact en de maatregelen voor het project STEVIN verwijzen we naar het plan MER dat is ingediend. 14
17 Wijziging van landschap / zeegezicht Voor de impact op het landschap geeft de worst case, namelijk de combinatie van de projecten waarbij landschappelijk waardevol gebied door nieuwe posten of lijnen het meest doorkruist worden, een afstand van 75 km. De weerhouden opties hebben een lengte van 25 km. Deze zijn enkel verbonden met twee projecten, namelijk STEVIN en Meer. Ten opzichte van de bestaande situatie (1939 km) is dit slechts 1,3%. Voor meer details over de impact en de maatregelen voor het project STEVIN verwijzen we naar het plan MER dat is ingediend. Visuele aantasting van monumenten, stads- en dorpsgezichten, beschermd landschap Voor dit criterium geeft de worst case een invloed op 465 ha. De weerhouden opties hebben een effect op 155 ha. De opties zijn verbonden met twee projecten, namelijk BRABO en Meer. Er kan opgemerkt worden dat de invloed aantoont dat er enkel effecten zijn op het criterium beschermd landschap. Door de afbraak van bestaande lijnen binnen het project STEVIN heeft dit een positieve invloed op dit criterium. Ten opzichte van de bestaande situatie is de totale invloed slechts 0,46%. Wijziging in berging en buffering hemelwater Voor dit criterium geeft de worst case een invloed op 144 ha. De weerhouden opties hebben een invloed op 133 ha. Ten opzichte van het bosbestand in Vlaanderen, is dit minder dan 0,1%. Wijziging in berging en buffering oppervlaktewater Uit de evaluatie is gebleken dat er geen nieuwe post in overstromingsgebieden gelegen is. Verstoring waterbodem (incl zeebodem) Dit criterium is enkel van toepassing op het NEMO-project waar een onderzeese kabel gelegd wordt voor de verbinding tussen België met het Verenigd Koninkrijk waarvoor een specifiek gedetailleerde project-mer in opmaak is en binnenkort zal ingediend worden. Aanrijking lucht (SF 6) Het totale bijkomend verlies uitgedrukt in CO 2-equivalenten is voor de weerhouden opties bepaald op 7,53 kt, zodat het totale verlies voor Elia overeenkomt in 2020 met 0,015% van de huidige totale CO 2 emissies in België (referentie 2009). Om steeds een zo laag mogelijke milieu-impact te beogen, geeft Elia de voorkeur aan het versterken van posten boven het realiseren van nieuwe verbindingen daar die een grotere impact hebben op het gebied van visuele hinder, EMF, verliezen enz. Echter wegens plaats 15
18 gebrek op vele locaties om posten op te richten of uit te breiden geeft deze keuze aanleiding tot de aanleg van meer GIS 13 -velden, daar deze veel compacter zijn dan de standaarde AIS- 14 velden. Hierdoor impliceert logischerwijze een toename van het geïnstalleerde volume aan SF 6 bij de uitvoering van het Ontwikkelingsplan voort. De monitoring en de opvolging van de impact van SF 6 is een kernaandachtspunt van het beleid van Elia. Aanrijking lucht (CO 2) Transport van elektriciteit geeft automatisch aanleiding tot energieverliezen die kunnen uitgedrukt worden in een equivalent aan CO 2. De globale impact van alle projecten die in deze studie bestudeerd worden geeft aan dat deze verliezen overeenkomen met 50,2 kt CO 2 tegen In de praktijk wordt verwacht dat deze berekende impact beperkt kan worden door de mitigerende maatregelen zoals in paragraaf 5.6 samengevat. Deze impact houdt verband met de investeringen die uitgevoerd worden voor het aansluiten van hernieuwbare energie en om een stijging van het elektriciteitsverbruik tot 1,8% (veroorzaakt door substitutie-effecten) mogelijk te maken. Aldus zal voldaan worden aan de objectieven van de Europese Commissie (20/20/20). Het is logisch dat de impact hoofdzakelijk bepaald wordt door die projecten waar een lange afstand lijnen of kabels voorzien worden. De belangrijkste bijdrage is afkomstig van de voorziene gelijkstroomverbindingen met Groot-Brittannië en Duitsland. Enerzijds, maken deze mogelijk om bijkomende hernieuwbare energie te importeren waardoor de grotere verliezen die ze veroorzaken volledig gecompenseerd worden door het niet-produceren van CO 2 emitterende eenheden in België. De globale balans qua aanrijking lucht van deze verbindingen is dus positief. Anderzijds, dankzij deze gelijkstroomverbindingen worden bijkomende klassieke wisselstroomluchtlijnen, met hun eigen effecten (visueel, EMF, ), vermeden. Verstoring bodemprofiel Voor dit criterium geeft de worst case 12 ha. De weerhouden opties hebben een invloed op 10 ha. Ten opzichte van de bestaande situatie is de impact slechts 0,003%. Wijziging in bodemstructuur (verdichting) Voor dit criterium geeft de worst case 510 ha. De weerhouden opties hebben een effect op 222 ha. Ten opzichte van de bestaande situatie is dit slechts 0,36 %. Mens: geluidshinder Voor geluid geeft de worst case 414 ha. De weerhouden opties hebben een effect op 270 ha. De projecten met geluidsimpact hebben betrekking op bestaande posten, dit wil 13 GIS = Gas Insulated Switchgear 14 AIS = Air Insulated Switchgear 16
19 zeggen dat de 270 ha al grotendeels binnen de geluidsbuffer van de bestaande posten ligt en er dus weinig bijkomende woonzone binnen de geluidsbuffer zal komen te liggen. Slechts 25 ha heeft betrekking op nieuwe posten of lijnen. Ten opzichte van de totale hoeveelheid woonzone binnen het huidige Elia-net komt dit overeen met 0,5 %. Hiervoor kunnen mitigerende maatregelen getroffen worden. Mens: visuele hinder Voor visuele hinder geeft de worst case 1101 ha. De weerhouden opties hebben globaal gezien een positieve invloed (-805 ha). Dit komt door de afbraak van bestaande lijnen. Ten opzichte van de bestaande situatie is dit een verbetering met 1,5 %. Impact op de menselijke gezondheid (EMF-velden) Voor EMF geeft de worst case 777 ha; de best case geeft 104 ha. De weerhouden opties hebben globaal gezien een invloed op 159 ha. Ten opzichte van de bestaande situatie is dit een stijging met 3,1 %. Wel moeten deze resultaten (bestaande, best en worstcase) in absolute waarden gerelativeerd worden; de methode gehanteerd in dit SMB is benaderend: in vergelijking met de veel gedetailleerde studies van het VITO voor de MIRA-rapportering 15, 16 zijn deze resultaten een overschatting. Impact op biodiversiteit Voor biodiversiteit geeft de worst case 73 ha. De weerhouden opties komen overeen met de best case, namelijk 5 ha. Ten opzichte van de bestaande situatie (657 ha) is dit een stijging met 0,75 %. 5.2 Trends van de weerhouden opties voor de ontwikkeling van het transmissienet Om de impact van het net op het milieu te beperken heeft Elia in zijn ontwerp van Ontwikkelingsplan de voorkeur gegeven aan het plaatsen van ondergrondse kabels voor spanningniveaus tot en met 220 kv. Wat het net op zeer hoge spanning betreft, is de aanleg van 380 kv ondergrondse kabelverbindingen om technische redenen niet mogelijk 17. In de volgende drie gevallen kan echter van dit principe worden afgeweken. Ten eerste werd voor de aanleg van een luchtlijn gekozen indien het mogelijk is om op de bestaande masten een extra draadstel (een reeks van drie geleiders) te plaatsen, zodat de bestaande infrastructuur optimaal benut wordt. Ten tweede kunnen de gevolgen voor het milieu ook beperkt worden door de bestaande geleiders te vervangen door geleiders met 15 Decat G., Peeters E., Smolders R., (2003). Tijdsreeks en GIS-model om de blootstelling van de bevolking aan het 50 Hz magnetisch veld gegenereerd door bovengrondse hoogspanningslijnen in kaart te brengen. VMM, MIRA/2003/ Decat G., Meyen G., Peeters E., Van Esch L., Deckx L. & Maris U. (2007). Modellering en GIS-toepassing voor het bepalen van de blootstelling en het epidemiologisch risico van het 50 Hz magnetisch veld gegenereerd door de ondergrondse hoogspanningskabels in Vlaanderen. MIRA/2007/ Abschlussbericht Des Europäischen Koordinators, "Salzburgleitung", Georg Wilhelm Adamowitsch, Brüssel, Juli
20 een grotere capaciteit, indien dit nuttig is. In de mate van het mogelijke worden deze nieuwe geleiders zo gedimensioneerd dat er geen ingrijpende aanpassingen nodig zijn aan de masten De opties die op basis van dit principe in het ontwerp van Ontwikkelingsplan werden weerhouden illustreren dat door gebruik te maken van de bestaande infrastructuur de meest gunstige van de voorliggende opties werd geselecteerd. De aansluiting van de centrale productie in het noorden van Luik en in de provincie Limburg of de versterking van de transformatiecapaciteit naar middenspanning in de post van Ligne zijn voorbeelden van dergelijke projecten. Ten derde wordt door de geografische concentratie van verschillende infrastructuurtypes een verspreiding van de milieueffecten en versnippering vermeden (bundling principe). In het ontwerp van Ontwikkelingsplan wordt gestreefd om de voorziene nieuwe bovengrondse verbindingen met andere lijninfrastructuur (bestaande hoogspanningslijnen, openbare wegen, waterlopen enz.) te bundelen. De aansluitingsprojecten m.b.t. hernieuwbare energie in Meer of de projecten ALEGRO, STEVIN en BRABO zijn voorbeelden van deze aanpak. Elia heeft er bovendien op toegezien dat de totale lengte van het bovengrondse transmissienet niet toeneemt (standstill principe). In het ontwerp van Ontwikkelingsplan werd de voorkeur gegeven aan mogelijkheden om bestaande luchtlijnen af te schaffen of te vervangen door ondergrondse kabels. Hierbij zijn opportuniteiten voor het milieu aan het licht gekomen, bv. in het kader van de projecten BRAVO en STEVIN. Tevens kan men opmerken dat een bij een groot aantal van de netversterkingsprojecten voorgesteld in het ontwerp van Ontwikkelingsplan aandacht wordt gegeven aan de vernieuwing van uitrustingen. Door ter gelegenheid van de vernieuwing van uitrustingen de opbouw van het elektriciteitstransmissienet te herdenken in plaats van het identiek te reconstrueren, kunnen de installaties gerationaliseerd worden en kan mogelijk de impact op het milieu verminderd worden. Concrete voorbeelden hiervan zijn de projecten voor de herstructurering van de Brusselse 150 kv-netten en van de kv-netten in de omgeving van Zurenborg Wilrijk - Hoboken of in de zone van La Louvière Bascoup - La Croyère - Fontaine-l Evêque. In onderstaande figuur wordt een grafisch overzicht gegeven van de gezamenlijke impact van de verschillende projecten die in het kader van dit SMB beoordeeld zijn. 18
21 Figuur 2: Overicht van de bestuurde impacten Overzicht van de bestudeerde impacten 120,00% 100,00% 80,00% 60,00% 40,00% 20,00% 0,00% -20,00% -40,00% Archeologie Landschap Monumenten Hemelwater Oppervlaktewater Zeebodem SF6 CO2 Bodemprofiel Bodemstructuur Geluid Visuele impact EMF Investeringskost Biodiversiteit -60,00% Best case Weerhouden Worst case -80,00% -100,00% Deze aanpak heeft toegelaten de impact voor archeologie, landschap, visuele hinder, EMF, biodiversiteit, bodemprofiel, te minimaliseren. Dit geeft echter aanleiding tot een grotere impact is op gebied van SF 6 en CO 2. Hiervoor is er project per project eveneens een verklaring. We verwijzen hier ook naar de mitigerende maatregelen die in dit SMB zijn beschreven. De bestaande SF 6 emissies voor Elia zal tegen 2020 stijgen naar 18,50 kt CO 2 equivalenten (te vergelijken met de huidige ton SF 6 Belgische emissies). Ten opzichte van de totale CO 2 emissies in België van kt (in 2009) bedraagt dit maar 0,015%. Het energetische verlies, uitgedrukt in CO 2 equivalent zal stijgen van 227,8 kt naar 280 kt. Ten opzichte van de huidige uitstoot voor België ( kt CO 2) is de bijdrage van Elia beperkt (0,18 %). De impact op gebied van geluid lijkt relatief hoog, maar is in realiteit neutraal. Immers zijn we er vanuit gegaan om de impact van nieuwe transformatoren in bestaande posten als nieuwe post te berekenen wat de impacten in ruime mate overschat, 6. Mitigerende maatregelen De kenmerken van de projecten voorzien in het ontwerp van Ontwikkelingsplan zullen in detail geanalyseerd worden zodra de engineeringstudies, die niet binnen de draagwijdte van SMB vallen, in een gevorderd stadium zullen zijn. In dat stadium kunnen indien nodig verschillende alternatieven voor de realisatie of lokalisatie overwogen worden alsook andere specifieke mitigerende maatregelen uitgewerkt worden. Deze oefening zal plaatsvinden in het kader van de aanvragen van vergunningen en toelatingen die vereist zijn voor de realisatie van deze projecten of in de eventueel 19
22 daarmee gepaard gaande milieueffectenstudies. Voor sommige effecten konden echter nu al verschillende elementen inzake monitoring, mitigerende maatregelen en opvolging geïdentificeerd worden. Aantasting van archeologische waarden Op het gebied van de archeologische waarden dient men in de detailstudie rekening te houden met een aantal mogelijke maatregelen, zoals o.a. optimalisatie van de locatie, aanpassing van de tracés of configuratie van de posten. Wijziging van landschap/zeezicht, visuele aantasting van monumenten, stads- en dorpsgezichten, beschermd landschap, visuele hinder Om de landschappelijke integratie van een lijn of post te optimaliseren, kunnen eveneens een aantal analoge maatregelen uitgewerkt worden. Onder andere voor posten het beter positioneren op basis van reliëf of andere visuele barrières, het inkleden met een groen visueel scherm, en voor lijnen het aanpassen van het tracé of verplaatsen van de individuele masten. Wijziging in berging en buffering hemelwater Hier betreft het hoofdzakelijk de invloed op het verdwijnen van bos. Voor dit aspect kan voorgesteld worden om te voorzien in vervangende beplanting met struiken, het bebossen op andere plaatsen in de betrokken zone of lokale aanpassing van het tracé. Aanrijking lucht (SF 6) Om de aanrijking van lucht tengevolge van SF 6 verliezen te minimaliseren, heeft Elia een specifiek investerings- en onderhoudsbeleid uitgewerkt dat het risico op SF 6-lekken beperkt. De constructeurs moeten een zeer streng maximaal lekpercentage garanderen voor de hele levensduur van de installaties. Het onderhoudsbeleid streeft naar een minimum van manipulaties op de met SF 6 gevulde compartimenten. Het onderhoud van de SF 6-installaties wordt sinds kort uitgevoerd door gecertificeerd personeel, conform de Europese wetgeving (verordening 305/2008). Op basis van het Vlaamse Besluit van 4 september 2009 betreffende de certificering van technici die bepaalde gefluoreerde broeikasgassen terugwinnen uit hoogspanningsschakelaars, werden in 2010 de eerste Elia personeelsleden gecertificeerd. Aanrijking lucht (CO 2) Om netverliezen verminderen wordt getracht om zoveel mogelijk een hoger spanningsniveau te gebruiken, kabels te voorzien in plaats van lijnen tot een spanningsniveau van 220 kv, geleiders in te zetten met hogere capaciteit te gebruiken om zo een nieuwe verbinding te vermijden, kortere trajecten te zoeken en oplossingen op het niveau van een post te verkiezen boven een bijkomende verbinding (lijn of kabel). Naast deze elementen van netontwikkeling wordt ook het transmissienet dagelijks geëxploiteerd met een topologie en spanningsprofiel om de verliezen zo laag mogelijk te houden. In parallel kunnen de verliezen gecompenseerd worden door het aankopen van 20
23 hernieuwbare energie in plaats van conventionele energie. Verstoring bodemprofiel, bodemstructuur De belangrijkste maatregelen die in overweging kunnen genomen worden zijn de locatie van een post te verschuiven of de configuratie ervan te hertekenen. Mens: geluidshinder Op het gebied van geluidshinder kan men bij lijnen overspanningen vermijden en voorzien om verouderde onderdelen die door slijtage het geluidseffect versterken versneld te vervangen. Voor de posten kan men op basis van een geluidsstudie steeds in de layout - ontwerpfase (zowel bestaande als nieuwe posten) zoeken naar de laagste impact zodat de normen steeds gerespecteerd worden. Hierbij wordt onder andere rekening gehouden met de positie van de gebouwen, de plaats van de geluidsbronnen, het aanbrengen van geluidsisolatie, geluidsdempers of het plaatsen van geluidsarme transformatoren. Impact op de menselijke gezondheid (EMF-velden) In functie van het gewenste resultaat (omvang invloedzone of / en maximale veldsterkte) en rekening houdend met de configuratie van de verbinding en het net kunnen een aantal maatregelen in overweging genomen worden. De belangrijkste maatregelen zijn voor lijnen: verhogen van de masten, verplaatsen van lijnen, transpositie van de fasen en ondergronds brengen. Voor kabels kan men de positie van geleiders en / of de opeenvolging van fasen (configuraties, omzetting) optimaliseren, compensatielussen en metalen afscherming plaatsen. Impact op biodiversiteit Hier zijn de belangrijkste mitigerende maatregelen: het versterken van de biodiversiteit door het uitwerken van specifieke projecten. Als voorbeeld kan hier aangehaald worden dat Elia een Life+ project heeft ingediend. Hierbij wordt voorzien om een aantal corridors over een totale lengte van 130 km in Natura 2000 zone in te richten met aanplantingen, poelen die de biodiversiteit verhogen. Deze aanplantingen worden zo geselecteerd dat het snoeien en kappen beperkt wordt. Overige maatregelen zijn het compenseren habitat in de omgeving, het plaatsen van nestkasten in masten en het voorkomen van negatieve effecten op de (avi)fauna door het nemen van specifieke maatregelen die de aanvaring van hoogspanningsleidingen door vogels helpen voorkomen. 21
REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST ADVIES (BRUGEL-ADVIES-201801205-275) Betreffende het Federaal ontwikkelingsplan van Elia voor de periode 2020-2030 en het bijbehorende
Nadere informatieOntwikkelingsplan van het transmissienet voor elektriciteit Elia
Ontwikkelingsplan 2015-2025 van het transmissienet voor elektriciteit Elia Verklaring van de Algemene Directie Energie met het oog op de goedkeuring van het plan door de federale minister van Energie 09.11.2015
Nadere informatie1. Het federaal ontwikkelingsplan
Ontwikkelingsplan 2020-2030 van het transmissienet voor elektriciteit Verklaring van de Algemene Directie Energie met het oog op de goedkeuring van het plan door de federale minister van Energie 28.03.2019
Nadere informatiehet Federaal ontwikkelingsplan van Elia voor de periode en het verslag van de milieueffectenbeoordeling van dit plan
REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST ADVIES (BRUGEL-ADVIES-20100620-116) Betreffende: het Federaal ontwikkelingsplan van Elia voor de periode 2010-2020 en het verslag
Nadere informatieProject Stevin & project Nemo in Zeebrugge Elia investeert in een zekere en duurzame elektriciteitsbevoorrading
Project Stevin & project Nemo in Zeebrugge Elia investeert in een zekere en duurzame elektriciteitsbevoorrading ELIA Project Stevin & project Nemo in Zeebrugge Het project Stevin tussen Zeebrugge en Zomergem
Nadere informatieSEAGRIDS. Versterking van het elektriciteitsnet in de kustregio
SEAGRIDS Versterking van het elektriciteitsnet in de kustregio Versterking van het elektriciteitsnet in de kustregio Noodzaak van de Seagrids investeringsprojecten Aansluiting van de internationale, onderzeese
Nadere informatieREGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST ADVIES (BRUGEL-ADVIES-20150702-207) Betreffende het Federaal ontwikkelingsplan van Elia voor de periode 2015-2025 en het verslag
Nadere informatieProspectieve studie betreffende de zekerheid van de aardgasbevoorrading tot 2020
Prospectieve studie betreffende de zekerheid van de aardgasbevoorrading tot 2020 Verklaring naar aanleiding van de beoordeling van de gevolgen voor het milieu (opgesteld in overeenstemming met artikel
Nadere informatieSTUDIE OVER DE PERSPECTIEVEN VAN ELEKTRICITEITSBEVOORRADING Verklaring naar aanleiding van de beoordeling van de gevolgen voor het milieu
STUDIE OVER DE PERSPECTIEVEN VAN ELEKTRICITEITSBEVOORRADING 2008-2017 Verklaring naar aanleiding van de beoordeling van de gevolgen voor het milieu De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame
Nadere informatieb i j d e b e o o r d e l i n g v a n d e p l a n n e n en p r o g r a m m a s o p f e d e r a a l v l a k Scopingsdocument
Begeleidingsinstrument b i j d e b e o o r d e l i n g v a n d e milieueffecten v a n b e p a a l d e p l a n n e n en p r o g r a m m a s o p f e d e r a a l v l a k Scopingsdocument Inhoud 1. Inleiding...3
Nadere informatieHet project Mercator-Horta
ELIA Mercator-Horta project 1 Het project Mercator-Horta Vernieuwing van een cruciale hoogspanningslijn De vernieuwing van de lijn Mercator-Horta is noodzakelijk voor de bevoorradingszekerheid en de economische
Nadere informatieAdviescomité SEA. 10 juni Ontwerp van het federaal ontwikkelingsplan inzake het transmissienet voor elektriciteit
Directoraat-generaal: Leefmilieu EUROSTATION Blok II 2 de verdieping Victor Hortaplein, 40 bus 10 B 1060 BRUSSEL Secretariaat van het Adviescomité SEA: Claire Piens t : + 32 2 524 95 12 f : + 32 2 524
Nadere informatieOntwikkelingsplan van het transmissienet Strategische milieubeoordeling. 12 mei 2015 Finaal rapport 9y2094-101
Ontwikkelingsplan van het transmissienet Strategische milieubeoordeling 12 mei 2015 Finaal rapport 9y2094-101 HASKONING BELGIUM SA/NV Campus Mechelen Schaliënhoevedreef 20 D 2800 Mechelen +32 15 405656
Nadere informatieStudie Onthaalcapaciteit decentrale productie in Vlaanderen september 2012
Studie Onthaalcapaciteit decentrale productie in Vlaanderen 2011-2020 10 september 2012 Agenda Doelstelling en algemene context Methodologie PV WKK Wind Resultaten Aansluiting Transformatiecapaciteit Capaciteit
Nadere informatieReactie van Elia op de conceptnota voor nieuwe regelgeving betreffende het stimuleren van een Vlaams energienet in evenwicht
Reactie van Elia op de conceptnota voor nieuwe regelgeving betreffende het stimuleren van een Vlaams energienet in evenwicht 29 februari 2016 INHOUDSTAFEL 1 Voorwoord... 3 2 Elia, beheerder van het transmissienet
Nadere informatieConsultatie volumebepaling strategische reserve
Consultatie volumebepaling strategische reserve Samenvatting Een consultatie aangaande de volumebepaling in het kader van de strategische reserve is georganiseerd. Dit document omvat feedback van Elia
Nadere informatieADVIES (A) CDC-994
Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel.: 02/289.76.11 Fax: 02/289.76.09 COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS ADVIES
Nadere informatieAdviescomité SEA. Brussel, 11 april 2008
Directoraat-generaal: Leefmilieu EUROSTATION Blok II 2 de verdieping Victor Hortaplein, 40 bus 10 B 1060 BRUSSEL www.environment.fgov.be Secretariaat van het SEA Adviescomité : Sabine WALLENS t : + 32
Nadere informatieFederaal ontwikkelingsplan 2010-2020
Federaal ontwikkelingsplan 2010-2020 Voorlopige versie Ontwerp opgesteld in samenwerking met de Algemene Directie Energie van de Federale Overheidsdienst «Economie, KMO, Middenstand en Energie» en het
Nadere informatie(Z) mei Opgesteld met toepassing van art.23, 2, 2 van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt
(Z)1752 17 mei 2018 Reactie op de openbare raadpleging die de N.V. ELIA SYSTEM OPERATOR organiseert over de methodologie, hypotheses en gegevensbronnen voor de dimensionering van de volumes voor de strategische
Nadere informatievragen naar telefoonnummer datum /02/2018 Bijdrage Vlaams Gewest uit zon en wind in het kader van het Energiepact.
Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 2 bus 17 1 BRUSSEL T 2 553 46 F 2 553 46 1 www.energiesparen.be NOTA De heer Bart Tommelein Vlaams minister van Begroting, Financiën en Energie ons kenmerk bijlagen
Nadere informatieALEGRO, een eerste interconnectie tussen België en Duitsland; BELUX, een eerste interconnectie tussen België en het Groothertogdom Luxemburg;
VERANTWOORDING METHODE BIJLAGE 4 in verband met een bijzondere stimulans voor belangrijke en specifieke investeringen in het net voor een ad hoc vastgestelde termijn Overeenkomstig artikel 12, 5, 22 van
Nadere informatieSTUDIE OVER DE PERSPECTIEVEN VAN ELEKTRICITEITSBEVOORRADING TEGEN 2030 ADDENDUM
STUDIE OVER DE PERSPECTIEVEN VAN ELEKTRICITEITSBEVOORRADING TEGEN 2030 ADDENDUM Januari 2015 2 De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt
Nadere informatieONE-STOP-SHOP PCI PCI 2015_2.24 HORTA-MERCATOR
Betreft: Project HORTA-MERCATOR, vervangen bestaande geleiders door HTLS 380 kv Mercator Rodenhuize-Horta, opgenomen in de PCI Unielijst 2015 met ais referentie 2.24 Horta-Mercator - -- ----- --- - --------
Nadere informatieessentieel voor de energiebevoorrading
ELIA Brabo-project 1 Het Brabo-project essentieel voor de energiebevoorrading Het Brabo-project versterkt het Belgische elektriciteitsnetwerk. Dat is noodzakelijk voor de bevoorrading van het hele land.
Nadere informatieADVIES VAN 22 MEI 2019 OVER DE STARTNOTA GEWESTELIJK RUP VENTILUS
ADVIES VAN 22 MEI 2019 OVER DE STARTNOTA GEWESTELIJK RUP VENTILUS SARO HAVENLAAN 88 BUS 23 1000 BRUSSEL INHOUD I. SITUERING... 1 II. ALGEMENE BEOORDELING... 1 III. DOELSTELLINGEN VAN HET RUP... 2 IV. RUIMTELIJK
Nadere informatieAdviescomité SEA. Is er al dan niet een strategische milieubeoordeling (SEA) vereist voor het ontwerp beleidsplannen mariene beschermde gebieden?
Directoraat-generaal Leefmilieu EUROSTATION Blok II 2 e verdieping Victor Hortaplein 40, bus 10 B 1060 BRUSSEL www.environment.fgov.be Secretariaat van het Adviescomité SEA: Sabine WALLENS t: + 32 2 524
Nadere informatieREGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST ADVIES (BRUGEL-ADVIES-20170908-248) betreffende de erkenningsaanvraag van de beheerder van het tractienet spoor ingediend door Infrabel
Nadere informatieHoogspanningslijn Aftakking Lokeren 150kV
Definitief gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Hoogspanningslijn Aftakking Lokeren 150kV Bijlage III: TOELICHTINGSNOTA TEKST + KAARTEN colofon Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Departement Leefmilieu
Nadere informatieBeslissing van de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt
Beslissing van de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt van 20 november 2018 met betrekking tot de aanvraag tot toelating van de aanleg van een directe lijn BESL-2018-100 De Vlaamse Regulator
Nadere informatieDe plaats van de aansluitings- en interfacepunten wordt in het aansluitingscontract vastgelegd in overeenstemming met de gel-
Aansluiting De aansluiting op het Elia-net: een proces in verschillende stappen Sommige spelers op de Belgische elektriciteitsmarkt (producenten en industriële grootverbruikers) kunnen een aansluiting
Nadere informatieDe minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)
De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) Uw kenmerk : - Bijlagen : - Geachte minister, In het overleg op 27 september met de leiding van de Gezondheidsraad bracht u
Nadere informatieFederaal. Ontwikkelingsplan 2010-2020
Federaal Ontwikkelingsplan 2010-2020 Definitieve versie 1 september 2011 2 Federaal ontwikkelingsplan 2010 2020 1 september 2011 Federaal Ontwikkelingsplan 2010-2020 Definitieve versie 1 september 2011
Nadere informatieSamenvatting voor beleidsmakers
Road book towards a nuclear-free Belgium. How to phase out nuclear electricity production in Belgium? rapport door Alex Polfliet, Zero Emissions Solutions, in opdracht van Greenpeace Belgium Samenvatting
Nadere informatieREGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST ADVIES (BRUGEL-ADVIES-20150424-204) betreffende het voorontwerp van besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Nadere informatieTARIEVEN 2005 VOOR HET GEBRUIK VAN HET NET EN VOOR DE ONDERSTEUNENDE DIENSTEN
TARIEVEN 2005 VOOR HET GEBRUIK VAN HET NET EN VOOR DE ONDERSTEUNENDE DIENSTEN De tarieven van toepassing door Elia System Operator vanaf 1 januari 2005 tot en met 31 maart 2005 zijn bepaald door de beslissing
Nadere informatieOntheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project:
!"#$"""%&'(( )"!*++,-#"-./0)"!*++,-#"-.+ Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing Project: Plaatsing bijkomend draadstel op de bestaande 150 kv-hoogspanningslijn tussen de hoogspanningsstations
Nadere informatieTARIEVEN 2005 VOOR HET GEBRUIK VAN HET NET EN VOOR DE ONDERSTEUNENDE DIENSTEN
TARIEVEN 2005 VOOR HET GEBRUIK VAN HET NET EN VOOR DE ONDERSTEUNENDE DIENSTEN De prijscondities voor het gebruik van het net en voor de ondersteunende diensten, zoals bepaald door de beslissing van de
Nadere informatieI. De tariefbepaling voor de toegang tot het net: de principes
Toegang Toegang tot het net: objectieve, transparante en gereguleerde tarieven De diensten voor toegang tot het net die Elia levert, omvatten de terbeschikkingstelling van de netinfrastructuur, het beheer
Nadere informatieENERGIEBALANS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Samenvatting
ENERGIEBALANS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 216 Samenvatting EINDVERSIE - OKTOBER 218 1. Samenvatting van de energiebalans 216 Elk jaar stelt Leefmilieu Brussel de energiebalans van het Brussels
Nadere informatieNetversterking 380 en 150kV in de Antwerpse Haven
PROJECT BRABO Netversterking 380 en 150kV in de Antwerpse Haven Presentatie : 28/05/2013 1 Situatie in de regio Antwerpen in 2007 structuur 150kVnetten nog grotendeels van voor jaren 70 alleen 380kVverbindingen
Nadere informatieVERZOEK TOT AFWIJKING VAN DE EISEN VOOR DE AANSLUITING VAN ELEKTRICITEITSPRODUCENTEN OP HET NET
VERZOEK TOT AFWIJKING VAN DE EISEN VOOR DE AANSLUITING VAN ELEKTRICITEITSPRODUCENTEN OP HET NET Elia TNB Afwijkingen van de eisen toepasselijk voor elektriciteitsproductie-eenheden (PGM) met een maximaal
Nadere informatieMededeling van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 18 april 2006
Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt North Plaza B Koning Albert II-laan 7 B-1210 Brussel Tel. +32 2 553 13 79 Fax +32 2 553 13 50 Email: info@vreg.be Web: www.vreg.be Mededeling
Nadere informatieADVIES COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS
Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel.: 02/289.76.11 Fax: 02/289.76.09 COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS ADVIES
Nadere informatieHoogspanningsnet in de Noordzee Een toekomstvisie.!!! logo original: typo en gris sans outline blanc autour des lettres
Hoogspanningsnet in de Noordzee Een toekomstvisie!!! logo original: typo en gris sans outline blanc autour des lettres 2 Hoogspanningsnet in de Noordzee : een toekomstvisie Om de Belgische en Europese
Nadere informatieREGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST ADVIES op eigen initiatief (BRUGEL-ADVIES-20180823-269) Betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt teneinde
Nadere informatieTwee netbeheerders Eén groep
Twee netbeheerders Eén groep 2 ELIA GROUP Door de liberalisering van de elektriciteitsmarkt heeft de rol van de transmissienetbeheerders een essentiële dimensie gekregen. Hun rol is niet meer los te denken
Nadere informatiePosition Paper. Ondergrondse kabels en bovengrondse hoogspanningslijnen
Position Paper Ondergrondse kabels en bovengrondse hoogspanningslijnen 2 Position Paper TenneT Position Paper Ondergrondse kabels en bovengrondse hoogspanningslijnen Bij hoogspanningslijnen vanaf 110 kv
Nadere informatieConferentie van Gouverneurs Bespreking van elektriciteitschaarste 3/9/2014. Frank Vandenberghe Tomas Gunst Christian Kerremans
Conferentie van Gouverneurs Bespreking van elektriciteitschaarste 3/9/2014 Frank Vandenberghe Tomas Gunst Christian Kerremans Overzicht 1.De rol van de Transmissienetbeheerder 2.Afschakelplan 2 1. De rol
Nadere informatieTARIEVEN 2004 VOOR HET GEBRUIK VAN HET NET EN VOOR ONDERSTEUNENDE DIENSTEN
TARIEVEN 2004 VOOR HET GEBRUIK VAN HET NET EN VOOR ONDERSTEUNENDE DIENSTEN De tariefperiodes voor de toepassing van de tarieven zijn : «Peak», «Offpeak», «Weekend», zoals hierna bepaald. Winter maanden
Nadere informatieBESLUIT (Z) CDC-1109/9
Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel.: +32 2 289 76 11 Fax: +32 2 289 76 09 COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS
Nadere informatiePlan-MER van de Studie over de perspectieven van elektriciteitsbevoorrading tegen 2030
Plan-MER van de Studie over de perspectieven van elektriciteitsbevoorrading tegen 2030 DEEL 1 Niet-technische samenvatting Voorliggende strategische milieubeoordeling (SMB) onderzoekt de milieueffecten
Nadere informatieMededeling van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 11 maart 2014
Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 19 B-1000 Brussel Gratis telefoon 1700 Fax +32 2 553 13 50 Email: info@vreg.be Web: www.vreg.be
Nadere informatiePosition Paper. Gas Insulated Lines (GIL): niet in het vermaasde net
Position Paper Gas Insulated Lines (GIL): niet in het vermaasde net 2 Position Paper TenneT Position Paper Gas Insulated Lines (GIL): niet in het vermaasde net GIL is in principe toepasbaar in zowel hoogspanningsstations
Nadere informatieNieuwe hoogspanningsverbinding vanuit Borssele. Zuid West
Zuid West Nieuwe hoogspanningsverbinding vanuit Borssele De ministeries van Economische Zaken en VROM werken samen met TenneT TSO B.V. aan de Zuid-West 380 kv-verbinding. De landelijk netbeheerder TenneT
Nadere informatieAandeel van de gerechtigden op wachten overbruggingsuitkeringen. volledige werkloosheid - analyse volgens arrondissement
Aandeel van de gerechtigden op wachten overbruggingsuitkeringen in de volledige werkloosheid - analyse volgens arrondissement Inleiding In ons recent onderzoek betreffende de gerechtigden op wacht- en
Nadere informatieNoodzaak van het project
Noodzaak van het project Petrol-Zurenborg Elia legt een dubbele ondergrondse kabelverbinding aan tussen de bestaande hoogspanningsstations Petrol en Zurenborg in Antwerpen. Dit gebeurt omwille van twee
Nadere informatietot wijziging van het Besluit omgevingsrecht (aanwijzing bovengrondse elektriciteitsleiding als vergunningvrij bouwwerk)
Besluit van tot wijziging van het Besluit omgevingsrecht (aanwijzing bovengrondse elektriciteitsleiding als vergunningvrij bouwwerk) Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van,
Nadere informatieStartnotitie voor de milieueffectrapportage. Samenvatting. Hoogspanningsverbinding Doetinchem-Wesel 380kV Traject Doetinchem Duitse grens
Samenvatting Startnotitie voor de milieueffectrapportage Hoogspanningsverbinding Doetinchem-Wesel 380kV Traject Doetinchem Duitse grens De ministeries van Economische Zaken en VROM werken samen met TenneT
Nadere informatieGoedkeuringsverslag milieueffectrapport
Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Goedkeuringsverslag
Nadere informatieDE RENTABILITEIT VAN ELEKTRICITEITSOPSLAG IN BELGIE
DE RENTABILITEIT VAN ELEKTRICITEITSOPSLAG IN BELGIE KVAB Laurent Jacquet - Directeur 05-05-2015 INHOUDSOPGAVE 1. Context & doelstellingen van de studie 2. Huidige beschikbare opslagtechnologieën 3. Kosten
Nadere informatiePRIJS VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS IN BELGIË, IN DE 3 REGIO S EN IN DE BUURLANDEN
PRIJS VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS IN BELGIË, IN DE 3 REGIO S EN IN DE BUURLANDEN 14 juni 2018 De CREG houdt in het kader van haar algemene monitoringtaken gegevensbanken bij met de prijzen van elektriciteit
Nadere informatieVlaamse Regering VLAAMS MINISTER VAN ECONOMIE, BUITENLANDS BELEID, LANDBOUW EN PLATTELANDSBELEID
Vlaamse Regering Ministerieel besluit houdende de uitwerking van de CO 2 -neutraliteit op de bedrijventerreinen VLAAMS MINISTER VAN ECONOMIE, BUITENLANDS BELEID, LANDBOUW EN PLATTELANDSBELEID Gelet op
Nadere informatieHoogspanningsstation Kinrooi-Maaseik Van Eyck
definitief gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Hoogspanningsstation Kinrooi-Maaseik Van Eyck Bijlage III: TOELICHTINGSNOTA TEKST EN KAARTEN colofon Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Departement
Nadere informatieADVIES AR ADVIESRAAD GAS EN ELEKTRICITEIT Nijverheidsstraat, Brussel Tel. : 02/ Mail :
ADVIESRAAD GAS EN ELEKTRICITEIT Nijverheidsstraat, 26-38 1040 Brussel Tel. : 02/289.76.70 Mail : ar-cc@creg.be ADVIES AR161019-067 over de studie van Elia : Nood aan adequacy en flexibiliteit in het Belgische
Nadere informatieBESLISSING (B) CDC-981
Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel.: 02/289.76.11 Fax: 02/289.76.09 COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS BESLISSING
Nadere informatiecollege van burgemeester en schepenen Zitting van 16 januari 2015
beraadslaging/proces verbaal Kopie college van burgemeester en schepenen Zitting van 16 januari 2015 Besluit GOEDGEKEURD A-punten stadsontwikkeling / vergunningen Samenstelling De heer Bart De Wever, burgemeester
Nadere informatieDe wind in de zeilen voor Dilbeek
De wind in de zeilen voor Dilbeek Op zoek naar geschikte locaties voor windturbines in Dilbeek aan de hand van het Windplan Vlaanderen en de Vlaamse Omzendbrief Windenergie Waarom windenergie? Op zoek
Nadere informatieTenneT als netontwikkelaar op zee. NWEA Winddag, 13 juni 2014
TenneT als netontwikkelaar op zee NWEA Winddag, TenneT als netontwikkelaar op zee 1. Introductie TenneT als netontwikkelaar 2. Integrale aanpak en netoptimalisatie nodig voor behalen duurzaamheidsdoelstellingen
Nadere informatieRTE en Elia versterken de elektrische interconnectie tussen Frankrijk en België
RTE en Elia versterken de elektrische interconnectie tussen Frankrijk en België PERSDOSSIER Vrijdag 25 juni 2010 CONTACT PRESSE RTE: Claire de Villèle T+33 (0)1 41 02 17 77 P +33 (0)6 65 49 70 90 claire.de-villele@rte-france.com
Nadere informatieProvincie Vlaams Brabant
170 Provincie Vlaams Brabant ENERGIE Energie is een relatief nieuw thema. De opgave om klimaatneutraal te worden, vraagt dat we vandaag nadenken over hoe we in de toekomst onze energiebehoefte gaan invullen.
Nadere informatieMemorandum Elia Gewestelijke verkiezingen 2009 Vlaams Gewest
Memorandum Elia Gewestelijke verkiezingen 2009 Vlaams Gewest Elia is de beheerder van het Belgische transmissienet voor elektriciteit. De onderneming staat in voor de transmissie van elektriciteit op efficiënte,
Nadere informatieHet Energieatol Energieopslag in de Noordzee
Het Energieatol Energieopslag in de Noordzee Dr. Walter Mondt, ECOREM 26 november 2013 1 Inhoud Voorstelling Ecorem NV Context van de studie Werkingsprincipe van het energieatol Opbouw van het energieatol
Nadere informatieMarkstudie naar kleine windturbines in Vlaanderen
Markstudie naar kleine windturbines in Vlaanderen September 12, 2012 Deze marktstudie werd uitgevoerd in samenwerking met Gfk Significant uit Leuven. 1 Gemeenten van de 308 Vlaamse gemeenten werden geïnterviewed.
Nadere informatieNucleaire onbeschikbaarheid in November
Commissie Bedrijfsleven 2 oktober 2018 Nucleaire onbeschikbaarheid in November Danielle Devogelaer Dominique Gusbin Sectorale Directie Federaal Planbureau: wie, wat, waarom? Het FPB is een onafhankelijke
Nadere informatieAdviescomité SEA. 22 november Ontwerp van Federaal ontwikkelingsplan van ELIA voor het Elektrisch Hoogspanningsnet
Directoraat-generaal: Leefmilieu EUROSTATION Bloc II 2de verdieping Victor Horta plein, 40 bus 10 B 1060 BRUSSEL Secretariaat van het Adviescomité SEA: Claire Piens t : + 32 2 524 95 12 e : claire.piens@health.fgov.be
Nadere informatieBijlage Indicatieve streefcijfers voor de lidstaten
bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 311 E van 31/10/2000 Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bevordering van elektriciteit uit hernieuwbare
Nadere informatieTARIEVEN 2005 VOOR HET GEBRUIK VAN HET NET EN VOOR DE ONDERSTEUNENDE DIENSTEN
TARIEVEN 2005 VOOR HET GEBRUIK VAN HET NET EN VOOR DE ONDERSTEUNENDE DIENSTEN De prijscondities voor het gebruik van het net en voor de ondersteunende diensten, zoals bepaald door de beslissing van de
Nadere informatieAdvies. Besluit haalbaarheidsstudie alternatieve energiesystemen
Brussel, 12 september 2007 091207 Advies besluit haalbaarheidsstudie alternatieve energie Advies Besluit haalbaarheidsstudie alternatieve energiesystemen Inhoud Inhoud... 2 1. Inleiding en krachtlijnen...
Nadere informatieAdvies van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt
Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 19 B-1000 Brussel Tel. +32 2 553 13 79 Fax +32 2 553 13 50 Email: info@vreg.be Web:
Nadere informatieBevoorradingszekerheid
Bevoorradingszekerheid Commissies Bedrijfsleven en Binnenlandse Zaken van de Kamer van volksvertegenwoordigers 23.09.2014 23 september 2014 1 Meer over FEBEG Inhoud Niets nieuws onder de zon Veel partijen
Nadere informatieViking Link wordt ontwikkeld door National Grid Viking Link Limited en Energinet.dk.
Welkom bij Viking Link Viking Link wordt ontwikkeld door National Grid Viking Link Limited en Energinet.dk. National Grid Viking Link Limited (NGVL) is een dochteronderneming van National Grid Group. NGVL
Nadere informatieDE BEREKENING VAN DE GROENESTROOMCERTIFICATEN
1. CONTEXT Infofiche Energie DE BEREKENING VAN DE GROENESTROOMCERTIFICATEN In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt de productie van groene stroom afkomstig van hernieuwbare energiebronnen of warmtekrachtkoppeling
Nadere informatieop de in eerste lezing door de commissie aangenomen artikelen van het ontwerp van decreet houdende diverse bepalingen inzake energie
ingediend op 461 (2014-2015) Nr. 5 21 oktober 2015 (2015-2016) Amendementen op de in eerste lezing door de commissie aangenomen artikelen van het ontwerp van decreet houdende diverse bepalingen inzake
Nadere informatieMICRO-WARMTENETTEN EUROPESE EN BRUSSELSE CONTEXT. Seminarie Duurzaam Gebouw. 18 november 2016
Seminarie Duurzaam Gebouw MICRO-WARMTENETTEN 18 november 2016 EUROPESE EN BRUSSELSE CONTEXT François CORNILLE Leefmilieu Brussel: afdeling Energie, Lucht, Klimaat en Duurzame gebouwen OP HET MENU Herinnering:
Nadere informatieHOOFDSTUK 4. ALGEMEEN BESLUIT
HOOFDSTUK 4. ALGEMEEN BESLUIT INHOUD 4. ALGEMEEN BESLUIT...1 4.1 INLEIDING...1 4.2 SAMENVATTING EN BESLUIT...1 4.2.1 Directe mensrisico s...1 4.2.2 Indirecte mensrisico s Domino-effecten...2 4.2.3 Milieurisico
Nadere informatieBESLISSING COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS
Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel.: 02/289.76.11 Fax: 02/289.76.99 COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS BESLISSING
Nadere informatiePRIJS VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS IN BELGIË, IN DE 3 REGIO S EN IN DE BUURLANDEN
PRIJS VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS IN BELGIË, IN DE 3 REGIO S EN IN DE BUURLANDEN 11 januari 2019 De CREG houdt in het kader van haar algemene monitoringtaken gegevensbanken bij met de prijzen van elektriciteit
Nadere informatieSpecifieke magneetveld zones
Specifieke magneetveld zones 150 kv schakelstation Boxtel. IJsselstein, 17 september 2010 In opdracht van TenneT B.V. Jenastraat 4 tel: +31 30 686 52 91 Mail: piet.peeters@hetnet.nl 3401 WJ IJsselstein
Nadere informatieAnalyse van de elektriciteitsbevoorrading winter en situatie voor winter Eerste feedback winter
Analyse van de elektriciteitsbevoorrading winter 2014-2015 en situatie voor winter 2015-2016 Eerste feedback winter 2014-2015 WG System Operations 06 maart 2014 Filip Carton / Dirk Aelbrecht National Control
Nadere informatieEnergie, technologie en milieuproblemen: Europees onderzoek schetst somber wereldbeeld in 2030
IP/3/661 Brussel, 12 mei 23 Energie, technologie en milieuproblemen: Europees onderzoek schetst somber wereldbeeld in 23 In 23 zal het wereldenergieverbruik verdubbeld zijn; fossiele brandstoffen, voornamelijk
Nadere informatieInleiding 7. 1 Basisprincipes van het investeringsbeleid van Elia 13. 1.1.1 Investeringen verbonden met de herstructurering van de 36 kvnetten
1 2 3 4 INHOUDSOPGAVE Inleiding 7 VOORWERP 9 WETTELIJKE CONTEXT 9 VIER PIJLERS AAN DE BASIS VAN DE ONTWIKKELING VAN HET ELEKTRICITEITSNET: ZEKERHEID VAN BEVOORRADING, DUURZAME ONTWIKKELING, ECONOMISCH
Nadere informatieTraject naar een lange termijnvisie voor het energiebeleid
Traject naar een lange termijnvisie voor het energiebeleid Lieven Van Lieshout Econext 8 april 203 Uitdagingen van het energiebeleid Bron: IEA, WEO 202 2 Uitdagingen van het energiebeleid Bron : EC, Impact
Nadere informatieADVIES VAN DE COMMISSIE. van 8.10.2012
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 8.10.2012 C(2012) 7142 final ADVIES VAN DE COMMISSIE van 8.10.2012 overeenkomstig artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 714/2009 en artikel 10, lid 6, van Richtlijn 2009/72/EG
Nadere informatieREGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST ADVIES (BRUGEL-ADVIES-20151016-212) Betreffende het voorontwerp van besluit tot wijziging van het besluit van de Regering van het
Nadere informatieSTUDIE (F)050908-CDC-455
Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel. : 02/289.76.11 Fax : 02/289.76.09 COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS STUDIE
Nadere informatieALGEMEEN MODEL VOOR DE BEREKENING VAN DE TOTALE MODEL VAN TOEPASSING OP DE BELGISCHE GRENZEN VOOR JAAR EN MAAND
ALGEMEEN MODEL VOOR DE BEREKENING VAN DE TOTALE OVERDRACHTCAPACITEIT EN DE MODEL VAN TOEPASSING OP DE BELGISCHE GRENZEN VOOR JAAR EN MAAND CAPACITEITEN Inhoudstafel 1. Introductie... 3 2. Veronderstellingen
Nadere informatie5.4 PROVINCIE HENEGOUWEN
164 5.4 PROVINCIE HENEGOUWEN 5.4.1 PROJECTEN GELINKT AAN DE INTERNE BACKBONE 380 KV Zoals vermeld in 4.1.4 en 4.1.10 zal de nieuwe corridor Avelgem-Centrum ( Boucle du Hainaut ) toelaten om, afhankelijk
Nadere informatieImpact maatschappelijke rol van Eandis op nettarieven
31 maart 2011 Impact maatschappelijke rol van Eandis op nettarieven 1. Inleiding: samenstelling energiefactuur In de verbruiksfactuur van de energieleverancier zijn de kosten van verschillende marktspelers
Nadere informatieKwaliteits- en Capaciteitsdocument 2015
Scenario s voor netberekeningen Gert van der Lee KCD scenario s: Nieuwe aanpak Verschuiving van voorspellende naar exploratieve varianten Voordeel: beter inzicht in effect individuele parameters voorkomen
Nadere informatie