De schokkende realiteit

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De schokkende realiteit"

Transcriptie

1 De schokkende realiteit Een kwalitatief onderzoek naar de ervaringen van lvb-jongeren met Social Media Naam : Marcus Meijvogel Studentnummer : Klas : SPHv4C Opleiding : Sociaal Pedagogische Hulpverlening Vak : Onderzoeksmethodologie 3 OM4-docent : Judie Visser Co-referent : Monica Aartsma Organisatie : s Heeren Loo, Jozias van de Velde Opdrachtgever : Rogier de Groot Datum : 21 mei 2015 Het is niet toegestaan foto s, beeldmateriaal of teksten te kopieren, publiceren, verveelvoudigen, opslaan, te bewerken of te veranderen zonder voorafgaande toestemming van de auteur

2 Samenvatting Dit onderzoek richt zich op het Social Media gebruik door licht verstandelijk beperkte jongeren (lvb-jongeren). Hierbij wordt antwoord gegeven op de hoofdvraag Welke ervaringen hebben lvb-jongeren op de woongroep van s Heeren Loo met het gebruiken van Social Media?. Literatuuronderzoek laat zien dat er weinig inzicht is in de problemen die ontstaan bij lvb-jongeren door het gebruik van Social Media. Ook blijkt uit het literatuuronderzoek dat weinig aandacht wordt besteed aan de kwetsbaarheid van deze doelgroep. Dit resulteert in een gebrek aan handvatten voor begeleiders. In het literatuuronderzoek komt naar voren dat voor gemiddeld begaafde jongeren al grote gevaren dreigen op Social Media. Zo blijkt 25% van deze jongeren digitaal gepest te zijn en verstuurt 20% van de gemiddeld begaafde jongeren seksueel getinte foto s of video s van zichzelf (Digibewust, 2012, p. 9). Literatuuronderzoek toont ook positieve ervaringen met Social Media. Hierbij valt te denken aan het ervaren van meer contact met anderen en het vergroten van het sociale netwerk. Ook krijgt één op de vijf jongeren meer zelfvertrouwen door Social Media. Uit het onderzoek van Kennisnet (2014) blijkt dat er momenteel nog weinig inzicht is in de problematiek van lvb-jongeren op Social Media. Wel bestaat het vermoeden dat de risico s voor lvb-jongeren op Social Media nog veel groter zijn dan voor gemiddeld begaafde jongeren. Aangezien lvb-jongeren moeite hebben om hetgeen zij hebben aangeleerd toe te passen in een andere situatie. Ook hebben lvb-jongeren een taal- en begripszwakte, waardoor de communicatie belemmerd wordt. Voor dit onderzoek zijn zes licht verstandelijk beperkte jongeren, drie begeleiders en één gedragswetenschapper geïnterviewd. De lvb-jongeren zijn geïnterviewd aan de hand van de methode Photo Elicitation, waarbij afbeeldingen worden gebruikt (zie bijlage 6). Het onderzoek bevestigt de literatuur: lvb-jongeren lopen een beduidend groter risico misbruikt te worden via Social Media dan gemiddeld begaafde jongeren. In dit onderzoek komt naar voren dat lvb-jongeren in vergelijking met gemiddeld begaafde jongeren vier keer zo vaak negatieve ervaringen hebben met Social Media. Hierbij valt te denken aan digitaal pesten, het versturen van seksueel getinte foto s en het online benaderd worden door onbekende personen. Zowel lvb-jongeren als begeleiders hebben behoefte aan voorlichtingsmaterialen, cursussen en trainingen, maar deze zijn onvoldoende voor handen. Dit heeft geleid tot de volgende aanbevelingen voor de opdrachtgever: Geef aandacht aan het onderwerp Social Media in de instroomfase, waardoor eventuele risico s vroegtijdig aan het licht komen bij nieuwe bewoners; Breid de weerbaarheidtraining uit. Momenteel is deze training voornamelijk gericht op de niet-digitale wereld. Stel binnen een team een aandacht functionaris aan op het gebied van Social Media, deze persoon houdt zich op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen op het gebied van Social Media. Hierbij valt te denken aan wet- en regelgeving, nieuwe apps en voorlichtingsmateriaal; Maak het onderwerp Social Media bespreekbaar in bewoners- en teamvergaderingen. Dit vergroot de openheid en geeft de mogelijkheid om lvbjongeren te informeren. Ook heeft dit een preventieve werking; Zorg voor aandacht voor het onderwerp Social Media onder professionals; Voer vervolgonderzoek uit, door een vergelijkbaar onderzoek op meerdere woongroepen voor lvb-jongeren uit te voeren. Dit vergroot de generaliseerbaarheid en geeft een totaalbeeld met betrekking tot het Social Media gebruik onder lvb-jongeren.

3 Voorwoord Dit onderzoek is tot stand gekomen in samenwerking met de zorginstelling s Heeren Loo. Met dit onderzoek heb ik getracht de ervaringen van lvb-jongeren met het gebruik van Social Media in kaart te brengen. Mijn dankwoord gaat uit naar allen die mij tijdens dit onderzoek ondersteund hebben, zonder hen was dit onderzoek niet gelukt: Mw. J. Visser, docente Hogeschool Leiden, voor haar kritische feedback, steun en begeleiding tijdens het schrijven van dit onderzoek; Dhr. R. de Groot, docent Hogeschool leiden en bezig met zijn promotieonderzoek over de online risico s voor licht verstandelijk beperkte jongeren, voor de samenwerking en zijn inbreng op het gebied van Social Media gebruik onder licht verstandelijk beperkte jongeren; Dhr. J. van de Velde, begeleider s Heeren Loo, voor het begeleiden vanuit de organisatie s Heeren Loo en het meedenken tijdens het schrijven van dit rapport; Mw. M. Aartsma, docente Hogeschool Leiden, voor het lezen en beoordelen van dit onderzoek als coreferent; Mw. H. Kaal, Lector licht verstandelijke beperking en jeugdcriminaliteit, voor het meedenken en haar begeleiding tijdens het schrijven van het onderzoek; Alle begeleiders van de trainingswoning van s Heeren Loo, voor hun bereidwilligheid, openheid en meedenken. Tevens wil ik mijn vriendin Janneke Nagelhout bedanken voor het meedenken en het herhaaldelijk lezen en corrigeren van dit onderzoek. In het bijzonder wil ik de jongeren van s Heeren Loo, die als respondenten hebben meegewerkt, bedanken voor hun bereidwilligheid, openheid en eerlijkheid. Zonder hen was dit onderzoek nooit gelukt.

4 Inhoudsopgave Samenvatting. Voorwoord. 1. Inleiding Aanleiding De organisatie Doelstelling Probleemanalyse Hoofdvraag van dit onderzoek Belangrijke kanttekeningen Theoretisch Kader Ervaringen van gemiddeld begaafde jongeren met Social Media Mate van gebruik Social Media onder gemiddeld begaafde jongeren Licht verstandelijke beperking Ervaringen van lvb-jongeren met Social Media Begeleiding bij lvb-jongeren op Social Media Deelvragen Methode van onderzoek Onderzoeksbenadering en Onderzoekstype Databronnen Dataverzamelingstechnieken Kwaliteitsaspecten van dit onderzoek Resultatenhoofdstuk Resultaten interviews cliënten Resultaten interviews begeleiders Resultaten interview deskundige Discussie Beantwoording van de hoofdvraag Aanbevelingen Generaliseerbaarheid Kanttekeningen bij onderzoek Vervolgonderzoek.. 37 Literatuurlijst.. 38 Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage 6. 46

5 1. Inleiding In 2012 wordt Amanda Todd wereldnieuws wanneer ze, voordat ze zelfmoord pleegt, een video op Youtube plaatst. In de video beschrijft ze haar leven als een hel met als oorzaak, digitaal pesten. Amanda wordt door een onbekend persoon overgehaald om haar borsten te laten zien op de webcam. Vervolgens worden haar naaktfoto s verspreid via internet en wordt zij jarenlang afgeperst, bedreigd en gepest. 1.1 Aanleiding tot dit onderzoek Uit onderzoek verricht door Newcom (2014: 3) blijkt dat 98 procent van de jongeren in Nederland gebruik maakt van Social Media. Zij maken gemiddeld van vijf platformen gebruik zoals Facebook, Twitter, Snapchat, Youtube, Instagram en Whatsapp. Uit recent onderzoek blijkt dat 43 procent van de jongeren iets vervelends heeft meegemaakt op internet. Drie kwart van deze vervelende ervaringen vinden plaats op Social Media (Heinen, 2014, p. 6). Jongeren met een licht verstandelijke beperking (hierna: lvb-jongeren) lijken door hun verminderde cognitieve vermogen extra kwetsbaar. Er wordt gesproken van licht verstandelijke beperking (hierna: lvb) wanneer het intelligentiequotiënt (hierna: IQ) tussen de en ongeveer 70 is, er aanwezige tekorten of beperkingen in het aanpassingsgedrag zijn en de beperking ontstaan is voor het achttiende levensjaar (De Beer, 2012, p. 19). Naar schatting betreft dit in Nederland jongeren (Van Beek, 2009, p. 13). Er wordt vooralsnog weinig aandacht besteed aan deze doelgroep met betrekking tot de kwetsbaarheid voor slachtofferschap op internet. Remco Pijper, directeur Mijn Kind Online, stelde in 2010 Kinderen in het speciaal onderwijs zijn een vergeten groep in de voorlichting over veilig internet. (Pijpers, 2010, p. 3). In het algemeen worden wel onderzoeken verricht naar de risicofactoren voor jongeren bij het gebruik van Social Media. Heinen (2014) heeft onderzoek gedaan naar het internetgebruik bij jongeren tussen de 12 en 16 jaar. Hierbij zijn de risicofactoren beschreven. Onlangs is onderzoek verricht door Kennisnet (2014) gericht op jongeren met een licht verstandelijke beperking en de risico s van Social Media. Dit onderzoek is tot stand gekomen door middel van expertsessies, ervaringen, bestaand onderzoek en literatuurverwijzingen. In het onderzoek komt naar voren dat gedegen onderzoek en betrouwbare gegevens niet tot nauwelijks beschikbaar zijn. De Groot is docent Toegepaste Psychologie en onderzoeker aan de Hogeschool Leiden. Momenteel werkt hij aan een promotieonderzoek naar de online risico s van het internet voor jongeren met een licht verstandelijke beperking. In een verkennend gesprek met De Groot komt naar voren dat momenteel nog te weinig inzicht is in de problematiek van het gebruik van Social Media door lvb-jongeren. Na enkele gesprekken met begeleiders en teammanagers bij s Heeren Loo werd duidelijk dat er grote behoefte is aan kennis met betrekking tot de ervaringen van lvb-jongeren bij het gebruik van Social Media. De behoefte vanuit het werkveld om meer te weten te komen over de ervaringen van lvb-jongeren bij het gebruik van Social Media heeft geleid tot dit onderzoek. 5

6 Een begeleider van lvb-jongeren bij zorginstelling s Heeren Loo geeft in een verkennend gesprek een voorbeeld: Een cliënt kreeg via Facebook een uitnodiging van een fotograaf voor een fotoshoot. De fotograaf vroeg een kleine vergoeding. De cliënt gaat hiermee akkoord en maakt een afspraak. Kort voor de afspraak komt de cliënt naar de begeleiding om te vertellen over de fotoshoot. Hierop is samen met de cliënt achtergrondinformatie over de fotograaf gezocht. Hieruit kwamen veel negatieve recensies naar voren waaruit bleek dat de fotograaf seksuele bedoelingen had. 1.2 De organisatie Wat is s Heeren Loo? s Heeren Loo is één van de grootste zorgverleners voor mensen met een verstandelijke en/of lichamelijke beperking. s Heeren Loo biedt zorg aan meer dan cliënten. Deze zorg varieert tussen ambulante zorg aan huis tot 24-uurs opvang op diverse woonlocaties ( 21 oktober 2014). Wie zijn de zorgvragers bij s Heeren Loo? s Heeren Loo biedt ondersteuning aan mensen met een beperking in heel Nederland. Dit kan variëren van jong tot oud en van licht verstandelijk beperkt tot ernstig meervoudig beperkt. De doelgroep die in dit onderzoek naar voren komt zijn lvb-jongeren tussen de 15 en 25 jaar ( 21 oktober 2014). Wat is de missie van s Heeren Loo? s Heeren Loo wil mensen met een verstandelijke beperking tot hun recht laten komen. De kernwaarden die zij hierbij in acht nemen zijn: betrokken, samen, passie en ontwikkeling ( 21 oktober 2014). Trainingswoning voor jongeren met een licht verstandelijke beperking Dit onderzoek richt zich op lvb-jongeren die op een trainingswoning van s Heeren Loo wonen. De locatie bestaat uit twee geschakelde huizen in een woonwijk. Op de trainingswoning wordt 24-uurs begeleiding geboden. De ondersteuning is gericht op het tot stand brengen van structuur, het opbouwen van een netwerk en het trainen van sociale en praktische vaardigheden. Hierbij valt te denken aan het schoonmaken van de kamer, wassen van kleding en het kopen van boodschappen. Er wordt gewerkt aan de hand van een fasesysteem; elke fase brengt meer verantwoordelijkheden en vrijheden met zich mee. Zo wordt bijvoorbeeld in de instroomfase geholpen met het schoonmaken van de kamer maar breidt dit zich uit tot het zelfstandig schoonmaken van de kamer. 1.3 Doelstelling en relevantie van het onderzoek De doelstelling van het onderzoek is meer inzicht te verschaffen in de manier waarop lvbjongeren gebruik maken van Social Media. Dit om s Heeren Loo handvatten te bieden in het begeleiden van lvb-jongeren in het veilig gebruiken van Social Media. Cliënt Er is volgens Kennisnet (2014) momenteel nog te weinig inzicht in de omvang van de problematiek. Er blijkt voorlichtingsmateriaal aanwezig te zijn voor gemiddeld begaafde jongeren, maar dit blijkt vaak niet bruikbaar te zijn voor lvb-jongeren. Door het afnemen van interviews bij de lvb-jongeren, voelt de jongere zich betrokken, serieus genomen en kan de jongere zijn ervaringen, ideeën en belevingen uitspreken. Dit kan ertoe leiden dat er in de toekomst voorlichtingsmateriaal en protocollen kunnen worden aangepast op de behoefte van de lvb-jongere. 6

7 Opdrachtgever en beroepsgroep Dit onderzoek vergroot het inzicht in het gebruik van Social Media door lvb-jongeren. Hiermee kan de beroepsgroep zijn voordeel doen, omdat het laat zien waar lvb-jongeren tegen aan lopen bij het gebruik van Social Media maar ook wat ze positief ervaren aan het gebruik van Social Media. Hierop kan door de beroepsgroep worden ingespeeld door voorlichtingsmateriaal te maken en protocollen te ontwikkelen gericht op de problemen van de lvb-jongeren. Tevens draagt dit onderzoek bij aan het promotieonderzoek van De Groot gericht op het vergroten van kennis omtrent lvb-jongeren en het gebruik van Social Media. Maatschappij De aanwezige kennis is vooral gericht op experts die voor de lvb-jongeren spreken (Kennisnet, 2014). Het burgerschapsmodel (Voster, 2013) gaat ervan uit dat mensen met een beperking volwaardig burger zijn en dezelfde kansen moeten krijgen als andere burgers. Het burgerschapsmodel onderstreept dat elke burger het recht heeft eigen keuzes te maken en controle uit te oefenen over het eigen bestaan. De mate van zeggenschap die iemand heeft is hierbij van groot belang. Dit onderzoek is voor de maatschappij dus relevant aangezien er duidelijk wordt gemaakt dat de zeggenschap van licht verstandelijk beperkten er net zoveel toe doet als die van gemiddeld begaafde mensen (Voster, 2013). Het onderzoek maakt gebruik van de ervaringen van lvbjongeren in plaats van zich alleen te richten op experts zoals het onderzoek verricht door Kennisnet (2014). 1.4 Probleemanalyse Momenteel is er nog weinig onderzoek verricht naar de kwetsbaarheid van lvb-jongeren op internet. Er bestaan tegenwoordig veel risicofactoren op het gebied van Social Media, hierbij valt te denken aan Grooming, Sexting, Cybercrime en digitaal pesten. Hier zijn zelfs gemiddeld begaafde jongeren niet tegen op gewassen, laat staan lvb-jongeren (Heinen, 2014). Het taalgebruik en taalbegrip bij lvb-jongeren blijft achter, waardoor ze belemmerd worden in het verbaal uitdrukken van gevoelens, gedachten en emoties. Lvb-jongeren hebben moeite om zich voor te stellen hoe een ander zich voelt, dit leidt tot onwenselijke gedragingen of reacties. Ook reageren lvb-jongeren primair door een beperkte impulscontrole en leren ze minder adequate manieren om te reageren in probleemsituaties (De Beer, 2012, p ). Hulpverleners in de gehandicaptenzorg lopen vaak tegen problemen aan tijdens de behandeling van lvb-jongeren. Begeleiders geven in een verkennend gesprek aan dat er incidenten plaatsvinden waarbij lvb-jongeren problemen proberen uit te praten via Social Media maar dit door het beperkte taalgebruik en taalbegrip escaleert. De lvb-jongeren begrijpen niet wat de ander bedoelt waardoor er onbegrip ontstaat. Onlangs is er een rapport verschenen van Kennisnet (2014) gericht op de risicofactoren van Social Media bij lvb-jongeren. Hierin wordt beschreven dat er momenteel nog weinig inzicht is in de problematiek. Het rapport dringt erop aan om samen te werken om de omvang van de problematiek inzichtelijk te krijgen. In het rapport is gebruik gemaakt van een eenmalige expertsessie, die bestaat uit 20 professionals. In het rapport is geen veldwerk verricht waardoor alleen het perspectief van de professionals belicht wordt. De ervaringen van lvb-jongeren worden in dit onderzoek niet beschreven. Uit onderzoek van Kennisnet (2014) blijkt het tekort aan kennis een probleem te zijn voor begeleiders omdat zij geen handvatten hebben om er iets aan te doen. Zo blijkt uit het rapport van Kennisnet dat er momenteel nog een tekort is aan voorlichtingsmateriaal 7

8 om lvb-jongeren mediawijs te maken. Er blijkt voorlichtingsmateriaal te zijn voor gemiddeld begaafde jongeren maar dit blijkt vaak onbruikbaar bij lvb-jongeren. Een gebrek aan protocollen is ook een groot probleem volgens Kennisnet (2014). Momenteel is er geen overkoepelend protocol waarin wordt beschreven hoe er gehandeld moet worden wanneer er problemen zijn door Social Media gebruik. Hierdoor is het voor begeleiders, hulpverleners en leerkrachten in het speciaal onderwijs onduidelijk hoe er gehandeld moet worden op het gebied van hulp verlenen, inlichten van instanties of personen en het al dan wel of niet doen van aangifte. Dit houdt in dat iedere hulpverlener het wiel opnieuw moet uitvinden. Het gebrek aan inzicht in de problematiek en het gebrek aan aanwezige voorlichtingsmaterialen is ook een probleem voor de lvb-jongeren. De lvb-jongeren worden momenteel niet effectief begeleid op het gebied van Social Media. Dit houdt in dat lvb-jongeren in aanraking kunnen komen met risico s op Social Media maar hierbij niet effectief begeleid kunnen worden. De gevolgen hiervan kunnen uitmonden in een laag zelfbeeld door bijvoorbeeld digitaal pesten, het ervaren van onveiligheid aangezien er bij de begeleiders onduidelijkheid heerst door het ontbreken van protocollen op dit gebied. Tevens kan het van invloed zijn op financieel gebied omdat jongeren mogelijk therapieën moeten volgen vanwege de vervelende ervaringen op internet. Bovenstaande leidt tot de hoofdvraag van dit onderzoek. 1.5 Hoofdvraag van dit onderzoek Hoofdvraag van dit onderzoek Welke ervaringen hebben lvb-jongeren op de woongroep van s Heeren Loo met het gebruiken van Social Media? Er wordt gebruik gemaakt van een aantal leidende onderwerpen om de hoofdvraag te kunnen beantwoorden. Hierdoor worden de begrippen verder uitgewerkt die in de hoofdvraag gebruikt worden Uit de gebruikte literatuur wordt een aantal deelvragen ontleend. Leidende onderwerpen voor het theoretisch kader - Ervaringen van gemiddeld begaafde jongeren met Social Media - Mate van gebruik van Social Media onder gemiddeld begaafde jongeren - Licht verstandelijke beperking en de kenmerken daarvan - Ervaringen van lvb-jongeren met Social Media - Begeleiding bij lvb-jongeren op Social Media 1.6 Kanttekeningen De namen van personen en plaatsen die gebruikt worden in dit onderzoek zijn om privacy redenen gefingeerd. De benamingen kind, jongere, cliënten, doelgroep worden door elkaar heen gebruikt, maar verwijzen allemaal naar licht verstandelijk beperkte jongeren die woonachtig zijn in een leef- of behandelgroep. Er zijn ook diverse termen gebruikt voor persoonlijk begeleider waaronder groepsleider, begeleider en persoonlijk begeleider. In dit onderzoek wordt de afkorting lvb gebruikt of wordt licht verstandelijk beperkt volledig uitgeschreven. In het verleden werd gebruik gemaakt van de benaming lvg (licht verstandelijk gehandicapt). In de literatuur en in de praktijk wordt dit vaak door elkaar heen gebruikt. 8

9 In het onderzoek worden termen en afkortingen eerst volledig uitgeschreven, tussen haakjes wordt de afkorting of term weergegeven. Daarna wordt enkel de afkorting gebruikt. 9

10 2. Theoretisch kader In dit onderzoek richt het theoretisch kader zich op licht verstandelijk beperkten, de ervaring met Social Media en de mate van gebruik van Social Media. In dit hoofdstuk wordt allereerst beschreven wat de ervaringen van gemiddeld begaafde jongeren met Social Media zijn. Vervolgens wordt de mate van gebruik onder gemiddeld begaafde jongeren beschreven. Hierna wordt toegelicht wat de definitie licht verstandelijke beperking inhoudt. Tevens worden de ervaringen van lvb-jongeren met Social Media en de begeleiding van lvb-jongeren beschreven. 2.1 Ervaringen van gemiddeld begaafde jongeren met Social Media Vanwege de geringe informatie die beschikbaar is op het gebied van ervaringen van lvbjongeren met Social Media wordt als eerste de ervaringen van gemiddeld begaafde jongeren met Social Media. Er wordt beschreven welke positieve en negatieve ervaringen gemiddeld begaafde jongeren ervaren bij het gebruik van Social Media. In het onderzoek worden deze bevindingen afgezet tegen de onderzochte resultaten. Het wordt hierdoor mogelijk om zowel verbanden als verschillen te ontdekken tussen gemiddeld begaafde jongeren en lvb-jongeren. Figuur 1 Amanda Todd Negatieve ervaringen met Social Media Amanda Todd is één van de voorbeelden over de negatieve ervaringen op Social Media. Er zijn veel voorbeelden van negatieve ervaringen met Social Media. Hieronder worden onder andere de onderwerpen grooming, digitaal pesten en sexting beschreven. Grooming Grooming is het online benaderen van kinderen om seks mee te hebben. Een volwassene doet zich voor als minderjarige tijdens het contact met kinderen. De volwassene probeert het vertrouwen te winnen om uiteindelijk seks te kunnen hebben met het kind. Grooming wordt ook wel digitaal kinderlokken genoemd en is sinds 2010 strafbaar ( 6 oktober 2014). Uit onderzoek Verstrikt in het net (2012: 7) verricht door Digibewust is gebleken dat drie procent van de kinderen van 11 tot en met 16-jarigen Grooming wel eens heeft mee gemaakt. Grooming neemt de laatste jaren toe, in 2012 kwamen er 640 meldingen binnen, anderhalf keer zoveel als het jaar daarvoor (Pelgrim, C. (2013). 10

11 Digitaal pesten Uit onderzoek van Digibewust (2012: 9) blijkt dat 25 procent van de jongeren digitaal pesten heeft meegemaakt. Sloviter (2011) beweert dat digitaal pesten het grootste risico is voor tieners online. Volgens Sloviter (2011) konden kinderen in het verleden terug vechten wanneer ze gepest werden maar is dit tegenwoordig niet meer mogelijk door de snelheid waarmee woorden verspreid kunnen worden door middel van telefoons of computers waarachter de pester zich kan verschuilen. Cybercrime Cybercrime kent vele vormen namelijk, phishing waar door middel van valse s geprobeerd wordt gegevens los te krijgen. Bij hacken wordt een account van een gebruiker door een buitenstaander gekraakt waardoor de hacker gegevens buit kan maken. Identiteitsfraude bestaat uit het misbruik maken van persoonlijke gegevens. Uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek blijkt dat één op de acht Nederlanders in 2013 slachtoffer is geweest van Cybercrime. Jongeren zijn relatief vaker slachtoffer, één op de vijf was slachtoffer van Cybercrime in 2013 ( 9 oktober 2014). Loverboys Volgens Annemiek Brandriet (2014) blijkt dat loverboys slachtoffers steeds vaker benaderen via internet. Op platformen als Facebook en Twitter worden de eerste contacten gelegd. Volgens Anita de Wit, die in het artikel informatie geeft over loverboys, weten loverboys dankzij het internet vaak al veel van de slachtoffers. Zoals op de website van de politie te lezen valt (17 oktober 2014) blijkt de plaats waar loverboys de slachtoffers zoeken te zijn verplaatst van het schoolplein naar sociale netwerksites. Sexting Het versturen van seksueel getinte foto s, berichten en video s valt onder sexting. Het maken en versturen van deze seksueel getinte berichten is niet per definitie schadelijk maar kan wel veel teweeg brengen. Het snel online zetten en verspreiden van beeldmateriaal blijkt het grootste risico van Sexting ( 9 oktober 2014). Uit onderzoek, gepubliceerd door het tijdschrift Pediatrics (2011), is gebleken dat 20 procent van de jongeren seksueel getinte foto s of video s van zichzelf heeft verstuurd. Jongeren onder de 18 jaar die zich bezig houden met sexting zijn in Nederland strafbaar. Artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht vermeldt dat de persoon die een afbeelding verspreidt, invoert, doorvoert, uitvoert of in bezit heeft van iemand die de leeftijd van achttien jaar nog niet bereikt heeft gestraft kan worden met een gevangenisstraf van ten hoogste vier jaar of een geldboete ( 16 oktober 2014). Vervelend benaderd door vreemden/ongewenste ontmoeting Stond in 2012 pesten nog boven aan de lijst van nare ervaringen, een jaar later stond digitaal benaderd worden door een vreemde bovenaan de lijst van nare ervaringen. In Nederland is bijna de helft van de kinderen wel eens ongewenst benaderd door een vreemde. Dit benaderen kan bestaan uit het versturen van berichten via Facebook, Whatsapp of andere platformen (Pelgrim, 2013). Facebook depressie Facebook depressie is een term voor een depressie die zich ontwikkelt bij jongeren die veel tijd besteden op Social Media zoals Facebook. De jongeren die leiden aan Facebook depressie lopen het risico om sociaal geïsoleerd te worden en maken soms de keuze om hulp te zoeken op risicovolle websites. Deze websites kunnen middelengebruik, onveilige seks en agressief of destructief gedrag promoten. Dit blijkt uit een artikel gepubliceerd in Pediatrics (2011: ). 11

12 Uit de artikelen, gepubliceerd in The Telegraph (2009) en Dailymail (2009), blijkt dat jongeren op Social Media zoals Facebook makkelijk over problemen kunnen praten. Dit kan negatieve emoties creëren en de gemoedstoestand van de jongere verslechteren. Social Media verslaving en bijkomende kwalen Auteurs Herm Kisjes (2013) en Mayke Calis (2013) hebben een boek geschreven over de kwalen die ontstaan door de toenemende druk voor jongeren om constant alles te volgen en overal snel op te moeten reageren. Zij beschrijven een viertal kwalen: - Phantom Vibration Syndrome, het voelen trillen van het mobieltje terwijl dit niet zo is; - Fear of missing out, de angst iets te moeten missen op Social Media; - Body Dismorphic Disorder, je steeds lelijker voelen omdat iedereen zich online zo mooi en gelukkig presenteert; - No Mobile Phobia, de angst je smartphone niet te kunnen raadplegen. Uit onderzoek onder 515 Informatietechnologie (IT) gebruikers, blijkt dat 45 procent van de ondervraagden maximaal 15 minuten kan werken zonder afgeleid te worden door Social Media. Deze onderbrekingen vertalen zich in een weggegooide productiviteit van dollar per persoon per jaar. De verslaving aan op internet gebaseerde activiteiten neemt het leven van mensen steeds meer over. De meerderheid van de mensen onder de 40 jaar blijft digitaal actief in bed en 44 procent blijft digitaal actief in de bioscoop (usamp (2011). I Can t Get My Work Done!, Harmon.ie). Uit onderzoek blijkt dat de rechterkant van het brein bij zware gebruikers onderontwikkeld blijft. Dit kan in 15 procent van de gevallen leiden tot een vroege ontwikkeling van dementie (Buyck, 2013). Volgens Jan van Cuilenburg (2002), hoogleraar communicatiewetenschap aan de Universiteit van Amsterdam, lijden veel kinderen en volwassenen aan Attention Deficit Disorder (ADD). Zij zijn snel afgeleid, luisteren slecht, voelen zich rusteloos, praten veel, kunnen niet op hun beurt wachten en interrumperen anderen voortdurend. Velen kunnen zich niet concentreren en worden continu heen en weer geslingerd tussen afleiding en verveling (Cuilenburg, J. (2002), p. 21). Volgens Jan van Cuilenburg (2002) zijn vooral de media debet aan dit groeiende aandachttekort. Positieve ervaringen met Social Media Er zijn naast de negatieve ook positieve kanten bij het gebruik van Social Media. In het onderzoek van de Nationale Academie voor Media & Maatschappij (2012) komt naar voren dat jongeren op ideeën worden gebracht door Social Media. Aangezien jongeren informatie krijgen over activiteiten zoals films, feesten en festivals. Ook ervaren jongeren meer contact met anderen door het gebruik van Social Media. Tevens zet het gebruik van Social Media aan tot gezelligheid en actie. Dit blijkt ook uit de beweringen van Slegers (2012); zij geeft aan dat jongeren dankzij Social Media in staat zijn om veel vriendschappen te onderhouden. Het netwerk van de jongeren is daardoor erg groot. Tevens zien de jongeren dankzij Social Media wat er speelt in de wereld en in de levens van vrienden. Dit heeft tot gevolg dat jongeren zien dat de wereld niet alleen om hen draait. Jongeren op Social Media helpen elkaar met huiswerk, bespreken problemen en het biedt een platform voor jongeren met dezelfde interesses. Social Media biedt ook een platform waar jongeren verliefd kunnen worden. Het biedt jongeren die normaal moeite hebben om op iemand af te stappen een kans om zich te ontpoppen tot versierders. Op het internet kunnen jongeren zich optimaal en van hun beste kant presenteren. Niet alleen kunnen jongeren verliefd worden via Social Media, er vinden ook positieve seksuele ervaringen plaats (Slegers, 2012, p ). 12

13 Tevens geeft één op de vijf jongeren aan dat ze door het gebruik van Social Media meer zelfvertrouwen hebben gekregen, zich populairder voelen en meer sympathie hebben voor anderen (Kang, 2012). Uit het onderzoek van Rideout (2012) komt naar voren dat 29 procent van de jongeren zich minder verlegen voelt, 28 procent voelt zich meer extravert en 20 procent voelt zich zelfverzekerder door het gebruik van Social Media. 2.2 Mate van gebruik van Social Media onder gemiddeld begaafde jongeren Er is momenteel nog geen inzicht in de mate van gebruik van Social Media onder lvbjongeren. Dit onderzoek wil hier meer inzicht in verschaffen door lvb-jongeren hierin te bevragen. Hieronder wordt ingegaan op de mate van Social Media gebruik door gemiddeld begaafde jongeren. Social Media is een verzamelnaam voor alle internettoepassingen waarmee het mogelijk is om informatie met elkaar te delen. De informatie die gedeeld wordt kan bestaan uit tekst (artikelen, nieuws), geluid (muziek, podcasts) en beeld (fotografie, video). Het woord social verwijst naar het sociale aspect. Er vindt veel interactie plaats op Social Media: gebruikers praten met elkaar, wisselen boodschappen uit, geven meningen. Vaak zijn ze daarbij op zoek naar overeenkomsten, gelijkwaardige normen en waarden en dezelfde interesses. Uit het Social Media jongeren onderzoek verricht door Newcom (2014: 3) is gebleken dat 98 procent van de jongeren in Nederland gebruik maakt van Social Media. Jongeren maken gemiddeld van vijf platforms gebruik. Voorbeelden van platformen die jongeren gebruiken zijn: Instagram, Youtube, Facebook, Snapchat, Twitter en Whatsapp. 2.3 Licht verstandelijke beperking De officiële definitie van een licht verstandelijke beperking (hierna: lvb) wordt beschreven in de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM) V. De DSM V wordt gebruikt bij het stellen van een diagnose. De definitie luidt Verstandelijk duidelijk onder het gemiddelde functioneren: een IQ van ongeveer 70 of lager bij een individueel toegepaste IQ test. Gelijktijdig aanwezige tekorten in of beperkingen van het huidige aanpassingsgedrag op tenminste twee van de volgende terreinen: communicatie, zelfverzorging, zelfstandig kunnen wonen, sociale en relationele vaardigheden, gebruikmaken van gemeenschapsvoorzieningen, zelfstandig beslissingen nemen, functionele intellectuele vaardigheden, werk, ontspanning, gezondheid en veiligheid. Begin voor het achttiende jaar. (De Beer, 2012, p. 19). Bij een lvb wordt een IQ tussen de en ongeveer 70 gehanteerd. De IQ-scores kunnen weer gekoppeld worden aan bepaalde ontwikkelingsleeftijden. Deze ontwikkelingsleeftijd geeft aan in welke fase van de ontwikkeling de persoon zich bevindt. Bij een IQ van is de ontwikkelingsleeftijd zeven tot twaalf jaar oud (Vugts, 2009: p. 26). In de leeftijd van zes tot twaalf jaar wordt een kind ook wel schoolkind genoemd. Vanaf deze leeftijd krijgen kinderen allerlei competenties die het leren mogelijk maken. De controle over aandacht en concentratie verbetert, de geheugencapaciteit neemt toe, kinderen leren logisch te redeneren en krijgen inzicht in oorzaak-gevolgrelaties (Vugts, 2009: p ). 13

14 Een lvb gaat veelal samen met een disharmonische ontwikkeling. Dit houdt in dat het praktische deel van het functioneren beter is ontwikkeld dan het verbale deel. Daardoor kan het zijn dat ontwikkelingstaken van een lagere ontwikkelingsleeftijd beter aansluiten bij de behoeften van een cliënt (De Beer, 2012: p. 22). Leren en denken Mensen met een LVB zijn beperkt in hun denken en daarmee beperkt in hun leren (De Beer, 2012, p. 25). Het leren en denken bij mensen met een verstandelijke beperking is gebonden aan het onmiddellijk voorstelbare, het hier en nu. Ze hebben moeite met het terugroepen van herinneringen, het onthouden van informatie en het verwerken van informatie. Er is sprake van een moeizame conceptvorming en generalisatie van hetgeen geleerd is; kennis die in een bepaalde situatie is opgedaan, kan moeilijk worden toegepast in een andere situatie. Ook abstracte denkoperaties, zoals het verplaatsen in tijd en ruimte, het probleemoplossend vermogen en het reflecteren op gedachten, brengen moeilijkheden met zich mee. Het omgaan met abstracte begrippen zoals rekenen en geschreven taal kost moeite. Door gebruik te maken van een gestructureerde en geplande aanpak heeft het aanleren van vaardigheden meer kans van slagen. Het leren en denken in een open systeem verloopt moeilijker (De Beer, 2012: p ). Het leren en denken van lvb-jongeren vindt plaats in het hier en nu. Het terugroepen van herinneringen, het onthouden en verwerken van informatie kost moeite. Kennis opgedaan in de ene situatie, kan moeilijk worden toegepast in een andere situatie. Naar verwachting komen lvb-jongeren hierdoor meer in aanraking komen met vervelende situaties op Social Media. Dit omdat het voor lvb-jongeren moeilijk is om het geleerde toe te passen in een andere situatie. Dit kan leiden tot herhaalde faalervaringen met Social Media zoals cyberpesten, Cybercrime of Grooming. Deze herhalende faal ervaringen kunnen leiden tot een laag zelfbeeld bij de lvb-jongere. Dit heeft ook financiële gevolgen aangezien er om het zelfbeeld positief te bevorderen therapie nodig is. Hierbij valt te denken aan weerbaarheidtraining waarbij de doelen zijn: - Het vergroten van de weerbaarheid, zelfvertrouwen en gevoel van eigenwaarde - Het herkennen van grenzen van zichzelf en van anderen - Het opkomen voor de eigen wensen - Aanleren van probleemoplossend vermogen ter voorkoming van grensoverschrijdend gedrag (Hoeven, e.a. 2014) Werkgeheugen De omgang met abstracte taken als rekenen en taal brengt moeilijkheden met zich mee. De communicatie kan belemmerd worden door taal- en begripszwakte. Er kunnen problemen plaatsvinden op twee manieren, namelijk op expressief vlak (uitdrukken in woorden) of op receptief vlak (de boodschap wordt niet goed ontvangen). Verwacht wordt dat lvb-jongeren hierdoor vaker gepest worden en onvoldoende weerbaar zijn. Komt volgens Duimel (2012) 25 procent van de gemiddeld begaafde jongeren in aanraking met digitaal pesten, naar verwachting is dit percentage bij de lvb-jongeren hoger. Lvb-jongeren hebben een beperkte aandacht spanning, het richten en vast houden van de aandacht op een onderwerp kost moeite. Dit brengt, naar verwachting, moeilijkheden met zich mee bij het gebruik van Social Media, aangezien volgens Jan van Cuilenburg (2002) de media vooral debet zijn aan een groeiend aandachttekort. Naar verwachting hebben lvb-jongeren door deze combinatie een grotere kans op een beperkte aandacht spanning. 14

15 Het werkgeheugen van lvb-jongeren functioneert op een mentale leeftijd, in plaats van op kalender leeftijd. De mentale leeftijd bij lvb-jongeren is zeven tot twaalf jaar. Fysiek verschilt er echter niets in vergelijking met gemiddeld begaafde jongeren. Naar verwachting worden lvb-jongeren hierdoor overschat en wordt er teveel van ze verwacht. Wanneer de lvb-jongeren niet kunnen voldoen aan deze verwachtingen is de kans om gepest te worden aanwezig. Naar verwachting zijn lvb-jongeren ook vaker slachtoffer van Grooming, loverboys of Sexting aangezien de doelgroep beïnvloedbaar is en inadequaat gedrag over neemt. Dit komt ook mede door de taal- en begripszwakte, waardoor communicatie belemmerd wordt. Lvb-jongeren hebben een lager denktempo, het verwerken van nieuwe informatie kost meer tijd. De effectiviteit van het denkproces vermindert wanneer er onder tijdsdruk nagedacht moet worden. Dit kan leiden tot het aangaan van verbintenissen zonder vooraf eventuele gevolgen te overzien of af te wegen. Naar verwachting komen lvbjongeren hierdoor meer in aanraking met Cybercrime dan gemiddeld begaafde jongeren. Lvb-jongeren worden door een gebrek aan sociale vaardigheden vaker gepest. Het aangaan van vriendschappen en onderhouden hiervan is moeilijk. Naar verwachting komt dit naar voren tijdens het onderzoek. Naar verwachting hebben de lvb-jongeren ook positieve ervaringen met Social Media. Het maken en onderhouden van sociale contacten verloopt makkelijker via Social Media. Van der Hagen (2010) beweert dat het voor mensen met autisme ingewikkeld is om face to face contact te hebben. Social Media kan hierbij een uitkomst zijn aangezien de cliënt geen gezichtsuitdrukkingen hoeft te lezen, communicatie minder belastend is en hij de intonatie niet hoeft in te schatten. Het gebruik van Social Media kan de participatie van lvb-jongeren vergroten. Tevens kan Social Media ook gebruikt worden in de hulpverlening. Zo biedt expertise- en behandelcentrum Reik online hulp aan lvb-jongeren. Dit is positief voor de lvb-jongeren omdat zij de informatie die gegeven is opnieuw kunnen lezen. Aangezien het denktempo lager ligt bij lvb-jongeren kan online hulp een uitkomst zijn. Gemiddeld begaafde jongeren gebruiken Social Media om nieuwe vriendschappen aan te gaan of oude vriendschappen te onderhouden. Naar verwachting gebruiken lvb-jongeren eveneens het Social Media om deze reden. Naar verwachting verloopt dit moeilijker dan bij gemiddeld begaafde jongeren aangezien er sprake is van taal- en begripszwakte waardoor de communicatie moeilijker verloopt. Hierdoor hebben lvb-jongeren naar verwachting moeite met het begrijpen van hetgeen er gezegd wordt en moeite met het onder woorden brengen van gedachten, gevoelens en emoties. 2.4 Ervaringen van lvb-jongeren met Social Media Uit het literatuuronderzoek blijkt dat er weinig informatie beschikbaar is over het onderwerp lvb-jongeren en Social Media. De kleine hoeveelheid informatie die beschikbaar is over het onderwerp is afkomstig van de professionals. Er wordt hier een aantal positieve en negatieve ervaringen van lvb-jongeren met Social Media beschreven vanuit de professionals. Rapport Kennisnet Uit het rapport van Kennisnet (2014) blijkt dat de risico s van Social Media bij lvbjongeren een ondergeschoven probleem is. Begeleiders en hulpverleners maken zich ernstig zorgen maar hebben te weinig handvatten om er iets aan te doen. Kennisnet (2014) geeft een vijftal aanbevelingen: 15

16 - Meldpunt, om inzicht te krijgen in de omvang van het probleem moet er een landelijk meldpunt komen waar incidenten met lvb-jongeren verzameld kunnen worden. - Politie, de samenwerking met de politie moet verbeterd worden aangezien de politie nu vaak geen onderscheid maakt tussen daders met een lvb of gemiddeld begaafde daders. Wanneer de politie dit structureel zou bijhouden komt er beter zicht op de omvang van het probleem. - Voorlichtingsmateriaal, er is op dit moment nog geen voorlichtingsmateriaal beschikbaar voor lvb-jongeren. Er bestaat veel materiaal voor gemiddeld begaafde jongeren maar dit is vaak niet bruikbaar bij lvb-jongeren. - Onderwijs, vanaf de basisschool les aanbieden in mediawijsheid. Ook is het belangrijk dat er nieuw lesmateriaal komt op het gebied van het onderwijzen en trainen van vaardigheden op Social Media vlak. - Protocol, er moet een protocol komen zodat er op papier staat hoe er gehandeld moet worden bij problemen die ontstaan bij het gebruik van Social Media. Uit de expertsessie komt naar voren dat lvb-jongeren op Social Media eerder slachtoffer zijn van seksueel misbruik, digitaal pesten en manipulaties dan gemiddeld begaafde jongeren. Tevens is er in 80 procent van de problemen een verband met het Social Media gebruik. Het rapport erkent dat er weinig inzicht is in de problematiek van lvb-jongeren en Social Media gebruik. Kennisnet is echter beperkend aan het werk geweest aangezien er alleen over de doelgroep wordt gepraat in plaats van met de doelgroep. De ervaringen die in het rapport gebruikt worden zijn van experts en niet van de lvb-jongeren zelf. Kennisnet geeft aan geen veldwerk verricht te hebben. Het is echter wel degelijk van belang om ook de ervaringen van de lvb-jongeren te belichten. Aangezien hierdoor inzicht verkregen wordt in de omvang van het probleem. Er kan door middel van deze ervaringen advies worden gegeven aan de organisatie. Hierop gaat dit onderzoek zich richten. Rapportage onderzoek Meldknop.nl Volgens Heinen (2014) heeft 14 procent van de jongeren wel eens iets vervelends meegemaakt op internet. Hiervan vindt 75 procent plaats op Social Media platformen zoals Twitter en Facebook. De jongeren die iets vervelends ervaren op internet blijken het meest in aanraking te komen met digitaal pesten (47 procent). In driekwart van deze gevallen wordt het voorval besproken met de ouders (Heinen, 2014, p. 4). Er is momenteel nog geen cijfermatig inzicht in de problemen waar lvb-jongeren tegenaan lopen bij het gebruik van Social Media. 14 procent van de normaal begaafde jongeren heeft wel eens iets vervelends meegemaakt op internet maar het is nog niet bekend welk percentage dit bij lvb-jongeren betreft. Participatie Volgens van der Hagen (2010) is de cliënt meer zelfredzaam door het gebruik van Social Media. Het maakt het aangaan en onderhouden van sociale contacten makkelijker. Social Media zorgt tevens voor vermaak en vrijetijdsbesteding. Het burgerschapsmodel gaat ervan uit dat mensen met een beperking volwaardig burger zijn en dezelfde kansen moeten krijgen als andere burgers. Hierbij wordt onderstreept dat elke burger het recht heeft om zijn eigen keuzes te maken en controle uit te oefenen over het eigen bestaan 16

17 (Voster, 2013). De participatie van lvb-jongeren kan vergroot worden door het gebruik van Social Media. Van der Hagen (2010) beweert dat het voor mensen met autisme ingewikkeld is om face to face contact te hebben. Het gebruik van Social Media kan hierbij een uitkomst zijn aangezien de cliënt geen gezichtsuitdrukkingen hoeft te lezen, de intonatie niet hoeft in te schatten en de communicatie minder belastend is. Online hulp Reik is een expertise- en behandelcentrum dat kinderen, jongeren en volwassenen met een licht verstandelijke beperking behandelt en begeleidt. Reik maakt gebruik van Social Media door jongeren online hulp aan te bieden. Cliënten krijgen een eigen account en kunnen hierdoor op elk gewenst moment hulp vragen van hulpverleners. De cliënten kunnen chatten, schrijven in een dagboek of een bericht sturen, er hoeft hierdoor niet meer gewacht te worden op de volgende afspraak. Op het platform zijn ook ouders en leerkrachten actief waardoor het makkelijker is om gedachten, gevoelens en gebeurtenissen met elkaar te delen ( 20 november 2014). 2.5 Begeleiding bij lvb-jongeren bij het gebruik van Social Media Uit het onderzoek van Kennisnet (2014) blijkt dat er nog weinig voorlichtingsmateriaal aanwezig is voor lvb-jongeren op het gebied van Social Media. Er blijkt wel voorlichtingsmateriaal aanwezig te zijn voor gemiddeld begaafde jongeren maar dit is vaak niet bruikbaar bij lvb-jongeren. Hieronder wordt een aantal tips gegeven voor begeleiders en wordt reeds aanwezig materiaal beschreven. Noxqs is een softwarebedrijf dat erop gericht is door middel van visuele communicatie en technologie de mogelijkheden van mensen met een beperking te vergroten. Noxqs geeft tien tips voor begeleiders in de gehandicaptenzorg ( 24 november 2014): - Positieve houding met betrekking tot internetgebruik, de begeleider moet zich ervan bewust zijn dat internet naast de risico s ook veel te bieden heeft. - Begeleider moet betrokken zijn bij het internetgebruik van de cliënt, zoals een begeleider ook vraagt naar hoe de werk/schooldag van de cliënt verlopen is moet er ook gevraagd worden naar het internetgebruik. De cliënt kan uitleggen hoe iets werkt of laat het zien. - De begeleider geeft de cliënt zelf de regie, dit door te praten over wat er zoal op internet voor kan komen. Vraag naar de ervaringen van de jongeren en wat ze doen als er wat gebeurt. - De begeleider legt uit dat niet alles waar is wat op internet staat, dit door samen achter de computer te gaan zitten en te praten over wat je ziet. Hierbij kan de begeleider voorbeelden laten zien over informatie die wel echt is en welke niet. - De begeleider geeft informatie over het belang van privacy op internet, dit door samen met de cliënt te verdiepen in de privacy instellingen van bijvoorbeeld Facebook. - Informatie over virussen, de begeleider vertelt wat je kan doen om virussen te voorkomen en wat er gedaan kan worden om virussen te verwijderen. - Geef informatie over filmpjes en foto s, de begeleider vraagt naar de ervaringen en geeft informatie over wat de consequenties kunnen zijn. - De begeleider gaat in gesprek over het gedrag op internet, geeft uitleg over de sociale gedragsregels die ook op internet gelden. Hierbij valt te denken aan anderen niet pesten, niet afspreken met onbekenden. - De begeleider maakt samen met de cliënt afspraken over het internetgebruik wanneer de cliënt in problemen komt, hierin kan benoemd worden hoe lang de cliënt op internet mag, financiën (mag de cliënt geld uitgeven op internet?) 17

18 In 2012 hebben studenten van de Christelijke Hogeschool Windesheim een werkmap gemaakt voor lvb-jongeren met betrekking tot het leren omgaan met internet. In deze werkmap wordt informatie gegeven over hoe lvb-jongeren een account kunnen aanmaken op internet, reclame op internet, zoekmachines en spam. De werkmap maakt gebruik van opdrachten om lvb-jongeren te leren hoe het internet werkt. Onderwerpen die onder andere aan bod komen zijn: chat, profielsites en internet daten. Er kan gebruik gemaakt worden van de werkmap om jongeren te leren gebruik te maken van het internet. De werkmap is ideaal voor de doelgroep aangezien er gebruik wordt gemaakt van opdrachten. Hierdoor wordt de informatie inzichtelijk gemaakt voor de lvbjongeren. Door het gebruik van opdrachten zijn lvb-jongeren concreet bezig met de gegeven informatie. De Groot heeft met zijn onderzoek de volgende doelstelling: Het vergroten van de wetenschappelijke kennis omtrent het thema LVB-jongeren en internetgebruik teneinde praktijkorganisaties voor LVB-jongeren handvatten te bieden voor begeleiding hiervan. (De Groot, 2014, p. 6). Dit onderzoek besteed aandacht aan de kwetsbaarheid van lvb-jongeren op Social Media. Het is belangrijk om inzicht te krijgen in de kwetsbaarheid van lvb-jongeren op Social Media aangezien er eerst inzicht in de problematiek moet zijn voordat er handvatten geboden kunnen worden voor de begeleiding hiervan. 2.6 Deelvragen Het theoretisch kader heeft geleid tot de volgende deelvragen: 1. Van welke Social Media en in welke mate maken lvb-jongeren gebruik? 2. Welke positieve en negatieve ervaringen hebben lvb-jongeren met het gebruik van Social Media? 3. Wat zijn de ervaringen van begeleiders op het gebied van lvb-jongeren op Social Media? 4. Wat is nodig voor lvb-jongeren om negatieve ervaringen op Social Media te voorkomen? 18

19 3. Methode van onderzoek In dit hoofdstuk wordt de vormgeving van het onderzoek beschreven. Het onderzoek is vormgegeven aan de hand van het boek Praktijkgericht onderzoek in zorg en welzijn, Migchelbrink F. (2009, 14 e druk) en het boek Learning from strangers, Weiss R.S. (1995). Er wordt beschreven van welke onderzoeksbenadering, databronnen en dataverzamelingstechnieken er tijdens het onderzoek gebruik zijn gemaakt. Ook komen de onderwerpen validiteit en betrouwbaarheid aan bod. 3.1 Onderzoeksbenadering en Onderzoekstype Het onderzoek naar de ervaringen van lvb-jongeren bij het gebruik van Social Media is een kwalitatief onderzoek. Er is gekozen voor een kwalitatief onderzoek omdat het zich richt op de ervaringen van lvb-jongeren met Social Media. Aan de hand van de ervaringen van de lvb-jongeren met Social Media zijn de positieve en negatieve ervaringen in beeld gebracht. Door gebruik te maken van een kwalitatief onderzoek hebben de lvb-jongeren meer de kans gekregen om ervaringen te delen. Het kwalitatief onderzoek biedt meer mogelijkheid tot diepgang dan kwantitatief onderzoek. Tijdens het onderzoek is gebruik gemaakt van het onderzoekstype inventariserend onderzoek. Er is gekeken naar de positieve en negatieve ervaringen van lvb-jongeren met Social Media. En van welke Social Media en in welke mate de lvb-jongeren gebruik maken. 3.2 Databronnen In het onderzoek is gebruik gemaakt van de databron personen (Migchelbrink F., 2009, 86-88). Momenteel wonen er tien lvb-jongeren op de trainingswoning van s Heeren Loo. De respondenten zijn in dit onderzoek onderverdeeld in zes lvb-jongeren, drie begeleiders en één gedragswetenschapper. Er is tijdens dit onderzoek gekozen voor deze verdeling omdat het verhelderend is om naast de lvb-jongeren ook begeleiders en een gedragswetenschapper te interviewen. De lvb-jongeren kunnen inzicht geven in de positieve en negatieve ervaringen bij het gebruik van Social Media vanuit hun eigen perspectief. De gedragswetenschapper kan inzicht geven in wat lvb-jongeren nodig hebben qua begeleiding op het gebied van Social Media. De begeleiders kunnen inzicht verschaffen in de begeleiding van lvb-jongeren bij het gebruik van Social Media en welke handvatten er hierbij nodig zijn. De lvb-jongeren zijn geselecteerd aan de hand van voorkennis van de onderzoeker. De onderzoeker is werkzaam op de woning en heeft hierdoor een selectie kunnen maken van respondenten die naar zijn weten het meest open en eerlijk zijn. Tevens is ervoor gekozen om de respondentengroep op te delen in drie mannelijke- en drie vrouwelijke lvb-jongeren. Er is hiervoor gekozen om de generaliseerbaarheid van het onderzoek te vergroten. De begeleiders zijn geselecteerd aan de hand van een inventarisatie van hoeveel jongeren zij als persoonlijk begeleider begeleiden. Hierbij is ervoor gekozen om de begeleiders te interviewen die de meeste jongeren begeleiden. Dit om zoveel mogelijk informatie te verkrijgen. In het onderzoek is gebruik gemaakt van literatuur. Hierbij valt te denken aan onderzoeksrapporten, artikelen (bijvoorbeeld tijdschrift- of krantenartikelen). De 19

20 gebruikte literatuur geeft inzicht in de onderzochte werkelijkheid. Er is in het onderzoek gebruik gemaakt van literatuur met betrekking tot Social Media gebruik bij gemiddeld begaafde jongeren. Aangezien er weinig bekend is over het Social Media gebruik bij lvbjongeren. In het onderzoek zijn deze bevindingen met elkaar vergeleken om inzicht te krijgen in hoeverre er verschil is tussen deze twee doelgroepen. Databanken en registratiesystemen Tijdens het onderzoek is gebruik gemaakt van cijfermatige gegevens afkomstig uit databanken of registratiesystemen. Een voorbeeld hiervan is het onderzoek Social Media jongeren onderzoek 2014 verricht door Newcom (2014). Hierin staan cijfermatige gegevens op het gebied van de Social Media die gemiddeld begaafde jongeren in Nederland gebruiken. 3.3 Dataverzamelingstechnieken Migchelbrink (2009) stelt dat de dataverzamelingstechnieken in te delen zijn in drie hoofdgroepen namelijk ondervragen, observeren en inhoudsanalyse. Door de respondenten te ondervragen (interviewen) krijgt de onderzoeker inzicht waar de jongeren met een lvb tegen aan lopen bij het gebruik van Social Media. De resultaten van deze interviews zijn gebruikt bij het vergelijken van de positieve en negatieve ervaringen tussen gemiddeld begaafde jongeren en jongeren met een lvb. Ter ondersteuning van het interview is er gebruik gemaakt van Photo elicitation. Zo is er gebruik gemaakt van een screenshot van de privacy instellingen op Facebook. De jongere kreeg deze foto voor zich en de mogelijkheid om hier iets over te vertellen.. Er is gekozen voor Photo elicitation omdat volgens De Beer (2012) het taalbegrip en taalgebruik achter blijft bij lvb-jongeren. Het kost moeite om de aandacht op een bepaald onderwerp te richten en vast te houden. De lvb-jongeren zullen dus moeite hebben met het stellen van vragen omdat ze daarbij de vraag moeten onthouden, hoofd en bijzaken moeten ordenen en het antwoord moeten structureren. Het gebruik maken van een foto geeft de jongere de mogelijkheid om concreet bezig te zijn met tastbaar materiaal, tevens hoeft de jongere geen vraag te onthouden. Ook maakt het gebruik van foto s het gesprek minder formeel, kan leiden tot meer informatie en worden de jongeren geprikkeld in het geven van antwoorden. De jongeren geven antwoord op basis van wat zij in de foto zien, de antwoorden worden niet gestuurd door de onderzoeker. De jongeren maken zelf de associaties met de foto in plaats van de onderzoeker. Figuur 2 Photo elicitation Er is gebruik gemaakt van open interviews waardoor de geïnterviewde zoveel mogelijk aan het woord kon zijn. De interviewer stelde open vragen. Er is gewerkt met een topiclijst waarin onderwerpen stonden beschreven die aan de orde kwamen. De onderwerpen die aan bod kwamen waren: digitaal pesten, cybercrime, sexting, vervelend benaderd worden door onbekenden, Grooming, Social Media verslaving, loverboys, e- inclusie, zelfvertrouwen et cetera (zie bijlage 1) 20

21 3.4 Kwaliteitsaspecten van dit onderzoek Door het gebruik van de methode Photo elicitation zijn er gesprekken met de respondenten ontstaan. Deze gesprekken hebben tot rijke informatie geleid, dat gebruikt is ter beantwoording van de hoofd- en deelvragen van dit onderzoek. Tijdens dit onderzoek is er getracht inzicht te krijgen vanuit verschillende oogpunten. Hierbij valt te denken aan interviews met lvb-jongeren, begeleiders en een gedragsdeskundige. Tevens is de gebruikte literatuur afgezet tegen de resultaten. Dit houdt in dat er triangulatie is gebruikt, wat bijdraagt aan de betrouwbaarheid van dit onderzoek (Migchelbrink, 2009, p128). Tijdens het onderzoek is er voor gekozen om de interviews door middel van een voicerecorder op te nemen. Hierdoor is getracht om toevallige factoren die de resultaten kunnen vertekenen of kleuren zoveel mogelijk te voorkomen. Dit bevorderd de betrouwbaarheid. Tevens is er tijdens dit onderzoek gebruik gemaakt van rustige ruimtes. Er is aan de respondent gevraagd waar het interview plaats moest vinden. Dit om de respondent de keuze te geven om een zo veilig mogelijke ruimte voor hem/haar te kiezen. Dit om factoren als rumoerigheid en een onveilig gevoel zoveel mogelijk te voorkomen, wat bijdraagt aan de betrouwbaarheid van dit onderzoek (Migchelbrink, 2009, p128). De interviews zijn verwerkt in een transscript en gelabeld, alle uitspraken zijn hierin letterlijk genoteerd. In de resultaten van het onderzoek zijn letterlijke citaten weergegeven. Het gebruik van citaten creëert een waarheidsgetrouw beeld bij de lezer. - De validiteit (de onderzochte werkelijkheid wordt weerspiegelt door je verzamelde gegevens en je resultaten) wordt hierdoor bevorderd (Migchelbrink, 2009, p. 128). Bruikbaarheid Voor de woongroep is dit onderzoek bruikbaar om inzicht te krijgen welke ervaringen jongeren hebben met het gebruik van Social Media. Dit inzicht kan leiden tot het beter aansluiten bij de behoefte van de cliënt. Er is momenteel nauwelijks tot geen literatuur beschikbaar op het gebied van lvbjongeren en Social Media. De literatuur die beschikbaar is wordt beschreven vanuit de beleving van deskundigen. De resultaten van dit onderzoek kunnen worden gebruikt om inzicht te krijgen in de beleving van lvb-jongeren met Social Media. Tevens is dit onderzoek bruikbaar voor het promotieonderzoek van De Groot. Het onderzoek geeft inzicht in de ervaringen van lvb-jongeren en het gebrek aan handvatten voor begeleiders. Deze resultaten kunnen gebruikt worden in het promotieonderzoek en kunnen dienen als vergelijkingsmateriaal wanneer er vervolgonderzoek plaats vindt. 21

22 4. Resultatenhoofdstuk In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de informatie die voortkomt uit de interviews met tien respondenten. De gegeven informatie wordt per respondentengroep weergegeven. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de in hoofdstuk twee opgenomen deelvragen. Allereerst komen in paragraaf 4.1 de resultaten van de interviews met de zes jongeren aan bod. Vervolgens komen in paragraaf 4.2 de resultaten van de interviews met de drie begeleiders aan bod. In paragraaf 4.3 worden de resultaten beschreven die zijn verkregen uit het interview met de deskundige op het gebied van LVB. Deze resultaten vormen een aanzet voor de conclusie van dit onderzoek. Tevens vormen deze een aanloop naar de beantwoording van de hoofdvraag in hoofdstuk Resultaten interviews lvb-jongeren Voor het beantwoorden van de deelvragen is er, bij de zes jongeren, voor gekozen om gebruik te maken van Photo Elicitation. Hierbij wordt gebruik gemaakt van open interviews, waarbij de jongeren foto s voorgelegd krijgen over de te bespreken thema s. Hierdoor kreeg de jongere de mogelijkheid om associaties op te halen met de foto s. De onderzoeker kon hier dan op doorvragen. Hieronder worden de resultaten per deelvraag weergegeven. Van welke Social Media en in welke mate maken lvb-jongeren gebruik? Uit de interviews blijkt dat alle jongeren in het bezit zijn van een telefoon waarbij Social Media geraadpleegd kan worden. Tevens hebben vijf van de zes ondervraagde jongeren een privé laptop of computer ter beschikking. Hiernaast kan er ook nog gebruik worden gemaakt van een computer in de woonkamer. Appjes gaan de hele dag door respondent 1 Op de vraag hoe vaak de jongeren gebruik maken van Social Media, geven vier van de zes jongeren aan gedurende de hele dag hiervan gebruik te maken. Een jongere geeft als antwoord dat dit van s ochtends vroeg tot s avonds laat is. Twee jongeren geven aan dat er een afspraak met de dagbesteding is gemaakt met betrekking tot het gebruik van de mobiele telefoon. Deze afspraak houdt in dat de mobiel in een kluis wordt gelegd en pas in de pauze eruit mag worden gehaald. Op de vraag hoe vaak zij gebruik maken van Social Media geeft een jongere als antwoord dat dit op het werk niet veel is maar in het weekend ruimschoots wordt ingehaald, namelijk iedere minuut. Als ik al een melding krijg dan kijk ik er gelijk op. Ook als ik een Whatsapp berichtje krijg dan kijk ik gelijk en reageer ik gelijk respondent 4 Uit de interviews blijkt dat de jongeren gebruik maken van de volgende Social Media: Whatsapp, Facebook, Facebook messenger, Instagram, Wattpad, Skype en games. Alle ondervraagde jongeren maken gebruik van Whatsapp, Facebook en Facebook messenger. Hierbij kunnen personen onderling contact met elkaar hebben door chat berichten naar elkaar te sturen. Het gebruik van deze chat berichten blijkt zowel positieve als negatieve gevolgen te hebben, hierop wordt verder ingegaan in de beantwoording van deelvraag II. Het gebruik van Whatsapp blijkt met stip bovenaan te staan in het gebruik van Social Media. Een jongere geeft als voorbeeld dat hij zijn mobiel twee dagen niet kon gebruiken. Toen hij zijn mobiel na deze twee dagen weer aan deed had hij 2000 Whatsapp berichten. 22

23 Ik had twee dagen helemaal niets en toen 2000 berichten respondent 4 Uit de interviews blijkt dat alle jongeren Social Media gebruiken om bereikbaar te zijn voor familie en vrienden. Over het algemeen vindt dit contact plaats via Whatsapp. Een jongere geeft aan dat er bij Whatsapp geen gevoel aanwezig is en je elkaars stem niet kan horen. Zowel de negatieve als de positieve ervaringen van het Whatsapp gebruik worden hieronder verder beschreven. Volgens een jongere is de rangorde van zijn doeleinden met Social Media: allereerst contact met zijn vriendin, op de tweede plaats games spelen en als laatste contact met familie. Welke positieve en negatieve ervaringen hebben lvb-jongeren met het gebruik van Social Media? Uit de interviews blijken alle jongeren het contact met familie en vrienden als positieve ervaring te zien. De jongeren kunnen door Social Media in contact blijven met het thuisfront. Dit blijkt belangrijk te zijn voor de cliënten aangezien zij nauwelijks fysiek contact hebben met familie. De steun die de jongeren ervaren via Social Media wordt ook als positief ervaren. Een jongere geeft aan dat hij geregeld bemoedigingen krijgt toegestuurd. Tevens wordt het kunnen delen van interesses en het krijgen van complimenten als positief ervaren. Een jongere gebruikt Social Media bij haar hobby, schrijven. Zij geeft aan via Social Media complimenten te ontvangen en dit geeft motivatie om door te gaan. Uit de interviews blijkt dat de jongeren het moeilijk vinden om positieve ervaringen met Social Media te beschrijven. Bij de vraag welke negatieve ervaringen de jongeren hebben bij het gebruik van Social Media hadden de jongeren minder moeite met antwoorden. Misbruik Uit de interviews blijken vijf jongeren in aanraking te zijn geweest met Sexting, het versturen van seksueel getinte foto s. Opvallend is dat de drie vrouwelijke jongeren allemaal slachtoffer zijn geweest van Sexting. Bij de vraag of zij wel eens een soortgelijk berichtje als op figuur 3 hebben gehad, bevestigen de vrouwelijke jongeren dit. Dat dit extreme gevolgen kan hebben blijkt uit het volgende. Bijna elke dag kreeg ik zo n berichtje respondent 1 Figuur 3 Een jongere werd onder druk gezet om in totaal zes telefoon abonnementen afsluiten en een aantal auto s op haar naam laten zetten. Dit had grote gevolgen, zo kreeg de jongere al van één abonnement een rekening binnen van 5000 euro. Tevens kreeg de jongere allerlei bekeuringen binnen van de auto s die op haar naam stonden zoals: tanken zonder te betalen, auto ongeluk, te hard rijden en door rood rijden. Uit het interview blijkt dat dit allemaal de gevolgen waren van het op 13 jarige leeftijd versturen van naaktfoto s. De jongere werd benaderd door een oude bekende die zei dat hij de foto s in zijn bezit had en op internet zou plaatsen. Dit zou hij doen wanneer zij zou weigeren de telefoon abonnementen af te sluiten en de auto s op haar naam te zetten. De jongere durfde hierop geen nee te zeggen en was bang dat haar familie de foto s zou zien en het contact zou verbreken. Dat dit geen losstaande gebeurtenis is blijkt uit een interview met een andere jongere. Deze jongere blijkt ook seksueel getinte foto s verstuurd te hebben. De jongere kwam op 23

24 Social Media in contact met onbekende mannen die haar vervolgens verplichtten seksueel getinte foto s te sturen. Wanneer de jongere aangaf dit niet te durven werd zij gedwongen door deze mannen met het antwoord dat zij het wel wilden en dat ze het maar gewoon moest doen. Dat deze jongere ook extreme gevolgen ondervond van het versturen van naaktfoto s blijkt uit het feit dat zij vervolgens langs moest komen om seksuele handelingen te verrichten. Tevens beweert de jongere dat dit niet de enige keer was en dat dit vaker voor is gekomen. Op de vraag hoe de jongere hier doorheen is gekomen geeft ze aan een masker opgezet te hebben en onhandelbaar is geworden. Dit onhandelbare gedrag kwam tot uiting door laat thuis te komen, weg te lopen en haar telefoon in een put te gooien. De jongere geeft aan dat dit onhandelbare gedrag voortkwam uit de gevolgen die zij ondervond aan het versturen van seksueel getinte foto s. Zij wilde alleen maar blote foto s van mij respondent 4 Dat mannelijke jongeren ook slachtoffer kunnen zijn van Sexting blijkt uit een interview met een mannelijke jongere. Hij geeft aan dat zijn ex-vriendin om seksueel getinte foto s vroeg en deze relatie alleen maar berust was op seks. Wanneer de jongere een foto van zichzelf stuurde kreeg hij een foto van een model daarvoor terug. Het blijft niet bij één gebeurtenis, in het interview vertelt de jongere dat hij in 2014 naaktfoto s heeft gestuurd naar en ontvangen van een minderjarig meisje. Dit meisje zei dat ze 18 jaar was terwijl ze in werkelijkheid 15 jaar was. Anderhalve week na het interview met deze jongere wordt hij weer slachtoffer op Social Media. Hij komt via Skype in contact met een meisje, en op een gegeven moment vraagt zij of hij voor de webcam seksuele handelingen wil laten zien. Hierop verricht de jongere seksuele handelingen, niet wetende dat dit opgenomen wordt en op Youtube wordt gezet. Twee jongeren geven aan in het verleden onbekende personen te hebben toegevoegd op Social Media. Het toevoegen van onbekende personen leidde bij deze jongeren tot negatieve gevolgen. Zo kreeg één jongere veel ruzie met haar moeder en werd zij door deze onbekende mannen gedwongen tot seks. Dit blijkt uit het volgende citaat: Voorheen had ik dat wie mij toevoegde op Facebook of Whatsapp daar ging ik mee praten en dan kwam het zo uit dat ik ruzie kreeg met mijn moeder omdat ik met mensen zat te praten die ik niet kende respondent 3 Een andere jongere geeft aan vroeger iedereen te accepteren die haar wilde toevoegen. Op een gegeven moment had zij over de 200 contacten op Facebook, echter kende zij slechts de helft daarvan. Het hebben van een aantal van deze contacten heeft bij haar geleid tot het sturen van naaktfoto s en het hebben van gedwongen seks. Cyberpesten Vijf van de zes jongeren geven aan gepest te zijn via Social Media. Hierbij kwamen vele platformen aan bod zoals: Whatsapp, games, Hyves en MSN. Een jongere geeft aan gepest te zijn via een computer spel. Bij dit computer spel kunnen gebruikers met elkaar chatten. De jongere geeft de volgende voorbeelden wat er tegen hem is gezegd: Spring voor een bus of een trein, Je moet op sodemieteren, Get the fuck out en De wereld is beter af zonder je. Ik werd dan uitgescholden en naderhand dacht ik van waar verdien ik dit aan?. Dan ga je je heel erg rot voelen en dat heb je dan voor de rest van de dag, misschien twee of drie dagen respondent 5 24

25 Dat cyberpesten ook voorkomt op platformen als Hyves en Facebook komt naar voren tijdens een interview met één van de jongeren. De jongere is lange tijd gepest geweest op Hyves, zij kreeg berichten toegestuurd waarin zij werd uitgescholden. Dat het pesten op Social Media grote gevolgen heeft blijkt uit het feit dat de jongere zich maandenlang negatief, depressief en onzeker heeft gevoeld. Een andere jongere geeft ook aan gepest te zijn, dit door klasgenoten via MSN en Hyves. Het account van de jongere werd gehackt en er werden op alle foto s scheldwoorden gezet. Dat dit pesten niet zomaar stopt blijkt uit het feit dat de ouders van de jongere mee naar school zijn gegaan maar dat het de volgende dag weer op dezelfde voet verder ging. Impulsiviteit Uit de interviews met de jongeren komt naar voren dat ze het moeilijk vinden om de mobiele telefoon weg te leggen. Een jongere geeft aan dat het moeilijk is om niet te reageren wanneer hij aan het werk is en toch in verleiding komt wanneer zijn telefoon een melding geeft. Als ik een melding krijg dan kijk ik gelijk en reageer ik gelijk maar dat wil ik zelf ook niet respondent 4 Het niet kunnen weerstaan van deze prikkels leidt ook tot nadelige gevolgen. Zo is de mobiele telefoon van één jongere kapot gegaan op het werk. De jongere was tijdens het rijden op een heftruck met zijn telefoon bezig waardoor plotseling zijn mobiele telefoon op de grond kapot viel. Een andere jongere verteld tijdens een interview dat een spel genaamd Candy Crush verslavend is. De jongere geeft aan dit vooral te merken aan het uitvoeren van haar taken. Deze worden vaak later of helemaal niet gedaan vanwege het spel. Dan heb jij in die tijd alleen maar dat stomme spelletje gespeeld respondent 2 Een jongere geeft aan dat het gebruik van mobiele telefoons op het werk ook tot nadelige gevolgen leidt. Dit komt tot uiting door het niet helpen van klanten, tegen de afspraak in langer pauze houden en niet geconcentreerd werken. De jongere geeft als voorbeeld dat klanten niet werden geholpen omdat niemand door had dat zij binnen waren gekomen. Miscommunicatie Uit de interviews blijkt dat communicatie op Social Media veel moeilijkheden met zich mee brengt voor lvb-jongeren. Uit de interviews komt naar voren dat er veel ruzies plaatsvinden door miscommunicatie. Hierbij begrijpt de lvb-jongere niet wat de andere persoon bedoelt of andersom. Het niet kunnen zien van de emoties of gelaatskenmerken van de ander maakt het voor de lvb-jongeren extra moeilijk. Een jongere geeft als voorbeeld dat anderen niet aan zijn Whatsapp berichten konden zien dat hij een grapje maakte terwijl hij in het echt dan een grote grijns op zijn gezicht heeft. Dan is er gelijk miscommunicatie en dan moet je bij mij niet wezen want dan heb ik gelijk stress respondent 4 Een jongere geeft aan dat dit tot problemen kan leiden op zijn werk. Wanneer er miscommunicatie is op Whatsapp wordt de jongere bot, gestrest en kan hij plotseling boos worden. Dit resulteert in weglopen van werk, de jongere geeft aan dat dit al een paar keer is voorgevallen. 25

26 Zeker als je dan bijvoorbeeld niks hebt met icoontjes of smileys. Dan vind ik het gewoon moeilijk om te zien of het boos bedoeld is respondent 2 Alle jongeren geven tijdens de interviews aan dat het moeilijk is om te zien of iemand boos is of een grapje maakt. De lvb-jongeren geven aan dat als iemand boos is op Whatsapp hij dit laat merken door: alle tekst in hoofdletters te typen, geen smileys te gebruiken en uitroeptekens te gebruiken. Echter biedt dit geen zekerheid voor de jongeren, dit blijkt uit het volgende citaat: Je kan het wel in uitroeptekens zetten en met groot gedrukte letters maar dan bedoel je straks van hé ga je straks gezellig mee bijvoorbeeld. Dan denkt diegene misschien van oh heb ik wat fout gedaa n? respondent 2 Game verslaving Eén jongere geeft aan game verslaafd te zijn. In het verleden zat hij 12 uur per dag achter de computer en bestond zijn leven hieruit. Op de vraag wat hij naast het computeren deed antwoordt de jongere eten en naar de wc gaan. De jongere geeft aan dat sinds hij op deze woning is komen wonen het computer gebruik verminderd is naar vier á vijf uur per dag. De jongere geeft aan dat deze vermindering door een aantal factoren tot stand is gekomen, namelijk: een vriendin, taken op de groep zoals koken en schoonmaken en de sociale interactie met andere bewoners. Als de computer uit was voelde je je heel alleen respondent 5 De jongere geeft aan dat het vele gamen een negatief gevolg heeft, namelijk het geringe sociale netwerk. Volgens de jongere is er een verschil tussen vrienden op internet en gewone vrienden aangezien je met gewone vrienden kan communiceren en ze kan bezoeken, internet vrienden kunnen je niet helpen bij je problemen. Als tips voor hoe de begeleiders met game verslaafden om moeten gaan geeft de jongere aan dat begeleiders alternatieven kunnen aanbieden buiten de computer om. Hierbij valt te denken aan een wandeling, spelletjes of andere activiteiten. Anders voordoen op Social Media Vier jongeren geven aan slachtoffer te zijn van mensen die zich anders voordoen op internet. Dit kan verschillen in leeftijd, uiterlijk en karakter. Een jongere geeft aan dat een persoon er in het echt heel anders uit kan zien dan tijdens een gesprek op Social Media. Dan deed iemand zich twee keer in de week anders voor respondent 1 Eén jongere geeft aan zichzelf, qua karakter, anders voor te doen op internet. Is zij in het echt introvert, op Social Media blijkt zij extrovert te zijn. Zij geeft aan op Whatsapp alles te durven zeggen maar in het echt verlegen te zijn. 26

27 4.2 Resultaten interviews begeleiders Tijdens de interviews met de drie begeleiders is er gebruik gemaakt van individuele, half gestructureerde topicinterviews. Hieronder worden de resultaten per deelvraag weergegeven. Wat zijn de ervaringen van begeleiders op het gebied van lvb-jongeren op Social Media? Uit interviews met de begeleiders van lvb-jongeren blijkt dat zij zowel positieve als negatieve aspecten zien in Social Media. Volgens de begeleiders geeft Social Media de lvb-jongeren het gevoel dat zij erbij horen. Een begeleider beweert dat de lvb-jongeren door Social Media van alles op de hoogte zijn zoals het nieuws, vrienden en familie. Tevens is het voor de lvb-jongeren makkelijker om het sociale netwerk te onderhouden en te vergroten. Ook het makkelijk opzoeken van informatie of het stellen van vragen aan iemand vinden de begeleiders een positief punt aan Social Media. Op de vraag welke negatieve aspecten Social Media hebben voor lvb-jongeren komen de begeleiders met de volgende voorbeelden: het versturen van naaktfoto s, afspreken met onbekende mannen voor seks, gebruikt worden voor het afsluiten van telefoon abonnementen, gepest worden door anderen, het pesten van anderen, hoge telefoonrekeningen en ruzie maken op Whatsapp. Als het dan interessant is dan drukken ze erop en dan hebben ze weer een abonnement ergens op respondent 1 Op de vraag in welke mate de lvb-jongeren gebruik maken van Social Media geeft een begeleider als antwoord continu. Hierbij wordt volgens de begeleiders gebruik gemaakt van Whatsapp, Instagram, Snapchat, Twitter en Facebook. Twee van de begeleiders geven aan zelf dagelijks gebruik te maken van Social Media als Twitter, Facebook, Snapchat en Whatsapp. Eén begeleider geeft aan alleen gebruik te maken van Whatsapp. Het niet gebruiken van de overige Social Media heeft zo zijn voor- en nadelen. Als voordeel geeft de begeleider dat zij makkelijk een gesprek aan kan gaan met lvbjongeren onder het mom van ik snap niet hoe het werkt, leg mij het even uit. Een nadeel vindt de begeleider de geringe kennis van de overige Social Media. Ze weet niet precies hoe alles werkt en dit vindt ze lastig. Huidig beleid met betrekking tot Social Media Uit de interviews met de begeleiders blijkt dat er momenteel vooral gesprekken worden gevoerd met de lvb-jongeren. Tijdens deze gesprekken wordt er door de begeleiders zowel gevraagd naar de ervaringen van de jongeren met Social Media als informatie gegeven. Hierbij valt te denken aan: wat zet je erop, wat zet je er niet op, wanneer blokkeer je iemand en waarom. De begeleiders geven aan dat deze informatie wordt gegeven vanuit eigen ervaringen. Tevens gebruiken de begeleiders televisie programma s om het onderwerp aan te snijden. Een begeleider geeft als voorbeeld het televisie programma Radar, hierbij werd het onderwerp datingsite besproken. De begeleider heeft dit programma samen met de jongeren bekeken en hierop vragen gesteld als: wat vinden jullie hiervan en hoe gaan jullie daarmee om. De begeleiders geven aan dat er geen handvatten voor handen zijn met betrekking tot het begeleiden van lvb-jongeren in het gebruik van Social Media. Dit blijkt uit het ontbreken van protocollen, procedures, voorlichtingsmateriaal en cursussen op het gebied van Social Media. Hier is echter wel veel behoefte aan. Alle drie de begeleiders geven aan dat het handig is om punten op papier te hebben zodat je dit in geval van 27

28 nood kan volgen en er niets vergeten wordt. Volgens de begeleiders wordt hierdoor tevens het eenduidig aanbieden van advies bevorderd. Dit zodat niet de ene begeleider het ene advies geeft en de volgende begeleider iets heel anders adviseert, dit kan verwarrend zijn voor de lvb-jongeren. Een begeleider geeft aan dat als er punten op papier staan het ook gebruikt kan worden voor collega s die niet weten hoe Social Media werkt. Ik denk dat het makkelijk is als je een procedure of protocol kan volgen zodat je de stappen kan doen, zodat je weet of je niets over hebt geslagen respondent 1 Niet weten wat er speelt bij de lvb-jongeren is een groot probleem voor de begeleiders. Een begeleider geeft aan dat er 80% van de tijd geen zicht is op de activiteiten van de lvb-jongeren op Social Media. Het feit dat de begeleiders pas achteraf weten wat er speelt kan voor de lvb-jongeren tot grote gevolgen leiden zoals: het gebruikt worden voor het afsluiten van telefoon abonnementen, het oneindig doorgaan van onderlinge ruzies en het hebben van gedwongen seks. Miscommunicatie Uit de interviews met de begeleiders komt naar voren dat lvb-jongeren moeite hebben met communicatie op Social Media en dat dit vaak leidt tot miscommunicatie. Deze miscommunicatie vindt niet alleen plaats bij geschreven taal maar ook bij het gebruik van smileys. Een begeleider geeft aan dat de lvb-jongeren moeite hebben met het lezen van deze smileys. Een cliënt kan bijvoorbeeld denken dat een smiley boos bedoeld is terwijl hij als grapje bedoeld is. Ze hebben natuurlijk wel een grote woordenschat maar wat ze nu uiteindelijk begrijpen is een stuk minder respondent 2 Volgens de begeleiders schuilt dit gevaar in het ontbreken aan intonatie, mimiek en taalen begripszwakte. De begeleiders geven aan dat dit voor gemiddeld begaafde jongeren soms al moeilijk is, laat staan voor lvb-jongeren. Verschil tussen lvb-jongeren en gemiddeld begaafde jongeren Uit de interviews met de begeleiders blijkt dat lvb-jongeren op een aantal gebieden verschillen met gemiddeld begaafde jongeren. Een begeleider geeft als voorbeeld dat gemiddeld begaafde jongeren ook gevaar lopen op Social Media, echter hebben zij meer gezond wantrouwen en ze hebben vaker voorlichting gehad. Een andere begeleider geeft aan dat gemiddeld begaafde jongeren beter de gevolgen kunnen overzien van het handelen. Volgens de begeleider wordt dit veroorzaakt doordat lvb-jongeren sociaal-emotioneel een lager niveau hebben en daarom deze gevolgen niet kunnen overzien. Op de vraag of er een verschil is in de mate van gebruik geeft de begeleider aan dat er wel degelijk een verschil hierin is. Gemiddeld begaafde jongeren kunnen volgens de begeleider beter omgaan met de impulsiviteit en kunnen de mobiele telefoon meer geregeld weg leggen in vergelijking met lvb-jongeren. Tevens geeft een begeleider aan dat lvb-jongeren gevoeliger zijn voor negatieve ervaringen op Social Media. Dit omdat ze moeite hebben om opgedane ervaringen in situatie A toe te passen in situatie B. Een begeleider geeft als voorbeeld dat een cliënt een negatieve ervaring heeft opgedaan op Facebook maar vervolgens hetzelfde ondergaat op Whatsapp. Op dat moment zeggen ze van ja inderdaad heel stom en vervolgens doen ze het de volgende keer weer 28

29 Wat is nodig voor lvb-jongeren om negatieve ervaringen op Social Media te voorkomen? Uit de interviews met de begeleiders blijkt dat lvb-jongeren vooral behoefte hebben aan openheid. Dit door gesprekken te voeren, ervaringen te delen en informatie te geven tussen begeleiders en lvb-jongeren. Hierbij valt te denken aan het stellen van vragen met betrekking tot de omgang op Social Media. Uit de interviews met de jongeren komt naar voren dat zij hier ook behoefte aan hebben. De lvb-jongeren geven aan naar de begeleiding te stappen wanneer er iets speelt op Social Media. Hierbij valt te denken ruzie onderling met groepsgenoten of familie, wanneer iets op Social Media niet begrepen wordt en wanneer een onbekende hen wil toevoegen. Tevens vinden de begeleiders herhaling een belangrijk punt. Een begeleider beweert dat wanneer je iets van a tot z uitlegt aan lvb-jongeren, ze het vaak de volgende dag weer zijn vergeten. Een begeleider geeft aan dat lvb-jongeren behoefte zouden hebben aan trainingen of cursussen op het gebied van Social Media. Hierbij valt te denken aan weerbaarheidstrainingen de jongeren niet alleen weerbaarder worden, maar ook informatie krijgen met betrekking tot de gevaren op Social Media. Ik denk dat ze hier wel allemaal naar zo n cursus zouden moeten respondent 1 Volgens de begeleider zou deze cursus vooral moeten bestaan uit beeldmateriaal in plaats van gebruik te maken van theorie. Tevens moet het volgens de begeleider op de woning worden besproken zodat de lvb-jongeren ermee bezig blijven. De punten die volgens de begeleider tijdens deze cursus besproken moeten zijn: wat doe je op internet en wat niet, pesten, gepest worden en reclames op internet. Ook is er behoefte aan voorlichtingsmaterialen, zo blijkt uit de interviews met de begeleiders. Momenteel zijn er voorlichtingsmaterialen aanwezig op de onderzochte locatie maar deze zijn niet gericht op Social Media. De begeleiders geven aan zelfverzekerder te worden wanneer er voorlichtingsmateriaal voor handen is. Tevens geeft een lvb-jongere aan dat de begeleiders, jongeren kunnen helpen bij het verzinnen van activiteiten anders dan achter de computer zitten. Hij geeft aan dat jongeren die veel achter de computer zitten het liefst wat anders doen maar dit niet kunnen bedenken. Op de vraag hoe de begeleiding dit moet aanpakken geeft de lvbjongere als antwoord dat de begeleiders moeten praten met degene en samen andere activiteiten moeten verzinnen. Ook geven de lvb-jongeren aan dat aandacht voor het onderwerp Social Media belangrijk is. Dit door het onderwerp Social Media al in de instroomfase te bespreken. Een lvbjongere geeft aan dat er in deze fase veel intieme dingen gevraagd worden en dat daarom de vraag hoe mensen met Social Media omgaan ook gesteld kan worden. 29

30 4.3 Resultaten interview deskundige Om een bredere visie te krijgen is door de onderzoeker besloten om een interview te houden met een deskundige op het gebied van LVB. Hierbij is gebruik gemaakt van een half gestructureerde topicinterview. Hieronder worden de resultaten per onderwerp weergegeven. Verantwoordelijkheid Uit het interview blijkt dat een gedragswetenschapper verantwoordelijk is voor het aansturen van woonteams. Op deze woonteams zijn begeleiders werkzaam en wonen cliënten. Hierbij is de gedragswetenschapper verantwoordelijk voor het uitzetten van de lijnen met betrekking tot de begeleiding en behandeling van de cliënten. Dit kan variëren tussen diagnostiek, beeldvorming en behandeling. Uit het interview blijkt dat de gedragswetenschapper verantwoordelijk is voor zeven woningen en één dagbestedingslocatie. Lvb-jongeren Uit het interview met de gedragswetenschapper blijkt dat lvb-jongeren minder cognitieve en sociaal-emotionele mogelijkheden hebben. Volgens de gedragswetenschapper is dit vooral zichtbaar door leerproblemen, impulsief handelen en het gebrek aan controle over het eigen gedrag of emoties. Tevens komt in het interview naar voren dat lvb-jongeren vaak heel goed weten wat ze willen. Of dit realistisch is laat de gedragswetenschapper ter zijde. De lvb-jongeren zijn verbaal sterk en hebben de behoefte om normaal te zijn. Volgens de gedragswetenschapper zijn de lvb-jongeren constant aan het worstelen met het feit dat ze weten niet alles te kunnen maar aan de andere kant normaal te willen zijn. Ook blijkt dat de meeste lvb-jongeren een negatief zelfbeeld hebben. De gedragswetenschapper wijt dit aan de faalervaringen die lvb-jongeren van jongs af aan opdoen. De lvb-jongeren merken dat dingen bij hen minder goed lukken dan bij gemiddeld begaafde jongeren. Ook het beperkt kunnen toepassen van hetgeen geleerd is leidt tot een negatief zelfbeeld. In het interview komt naar voren dat lvb-jongeren moeite hebben om wat in situatie A geleerd is toe te passen in situatie B. Gemelde incidenten In het interview komt naar voren dat er sinds januari 2015, drie of vier grote incidenten op het gebied van Social Media hebben plaatsgevonden. De gedragswetenschapper is bij deze incidenten actief betrokken geweest maar geeft aan dat de kleinere incidenten veelal door begeleiders en cliënten onderling worden opgelost. Volgens de gedragswetenschapper komen lvb-jongeren in de problemen omdat zij verbaal sterk lijken maar dit tegenvalt wanneer er wordt gekeken naar wat zij kunnen of aankunnen. De lvb-jongeren lijken rationeel te weten welke keuze zij moeten maken maar komen in de problemen door impulsiviteit, het missen van overzicht en het ingaan op achterliggende boodschappen die zij niet begrijpen. Volgens de gedragswetenschapper willen de lvb-jongeren deze problemen niet maar het overkomt ze. Op de vraag welke negatieve ervaring de gedragswetenschapper heeft meegemaakt, beschrijft zij het feit dat licht verstandelijk beperkte meiden kwetsbaar zijn voor mannen met verkeerde intenties. Deze mannen zoeken, volgens de gedragswetenschapper, gericht op deze doelgroep. Tevens het delen van seksueel getinte beelden blijkt voor problemen te zorgen bij lvb-jongeren. De valkuilen waar lvb-jongeren, volgens de gedragswetenschapper, mee te maken hebben zijn: het ontbreken aan inzicht, het beperkt aan kunnen voelen van de ander, het beperkt begrijpen van achterliggende boodschappen en het impulsief handelen. 30

31 Begeleidingswijze In het interview komt naar voren dat lvb-jongeren behoefte hebben aan positieve waardering en complimenten. Dit vanwege de faalervaringen die zij van jongs af aan opdoen. Tevens het bieden van experimenteerruimte en het tot op zekere hoogte bieden van toezicht blijken lvb-jongeren te waarderen. Het moet volgens de gedragswetenschapper wel duidelijk zijn dat het hierbij gaat om ondersteuning en niet om controle. Op de vraag welke begeleidingswijze nu niet werkt bij lvb-jongeren geeft de gedragswetenschapper de volgende voorbeelden: dingen opleggen, als er weinig ruimte is om zelf wensen of ideeën aan te geven en wanneer er geen beroep wordt gedaan op de interne motivatie. Tevens het simpelweg geven van een training van Social Media vaardigheden blijkt voor lvb-jongeren niet toereikend, aangezien elke situatie weer anders is. Huidig beleid met betrekking tot Social Media Volgens de gedragswetenschapper is er zowel bij cliënten als begeleiders behoefte aan meer cursussen, trainingen en voorlichtingsmaterialen. Echter hoe dit eruit moet komen te zien is onduidelijk. Tevens beweert de gedragswetenschapper dat er momenteel geen eenduidig beleid is met betrekking tot Social Media. De relatief nieuwe ontwikkeling van jongeren met een licht verstandelijke beperking in combinatie met de problemen op Social Media maakt, volgens de gedragswetenschapper, dat er op dit gebied beleid geschreven moet worden. 31

32 5. Discussie 5.1 Conclusies en beantwoording van de hoofdvraag Om de hoofdvraag welke ervaringen hebben lvb-jongeren op de woongroep van s Heeren Loo met het gebruiken van Social Media? te beantwoorden zijn er vier deelvragen geformuleerd. Deelvraag I, van welke Social Media en in welke mate maken lvb-jongeren gebruik? Allereerst is gekeken naar het gebruik van Social Media door lvb-jongeren. Uit het onderzoek blijkt dat alle ondervraagde lvb-jongeren intensief gebruik maken van Social Media platformen. Hierbij valt te denken aan Facebook, Whatsapp, Instagram, Skype, Facebook Messenger en games. Hierbij wordt vooral gebruik gemaakt van Whatsapp, waarbij één respondent na twee dagen zelfs 2000 berichten had ontvangen. Uit het onderzoek komt naar voren dat het gebruik van Social Media niet anders lijkt tussen lvbjongeren en gemiddeld begaafde jongeren. 98 procent van de gemiddeld begaafde jongeren maakt gebruik van Social Media ten overstaande van 100 procent bij de ondervraagde lvb-jongeren. Deelvraag II, welke positieve en negatieve ervaringen hebben lvb-jongeren met het gebruik van Social Media? Ten tweede zijn de positieve en negatieve ervaringen van lvb-jongeren op het gebied van Social Media onderzocht. Uit het onderzoek wordt duidelijk dat lvb-jongeren zowel positieve als negatieve ervaringen hebben met het gebruik van Social Media. De lvbjongeren bestempelen het contact met familie en vrienden, steun van familie en het krijgen van complimenten als positief. Hieruit blijkt dat de participatie, in de samenleving, van lvb-jongeren vergroot wordt door het gebruik van Social Media. Dit is in overeenstemming met de bevinding van Van der Hagen (2010) dat de cliënt meer zelfredzaam wordt door het gebruik van Social Media. Opvallend is dat de jongeren moeite hebben met het benoemen van positieve ervaringen maar minder moeite hebben met het benoemen van negatieve ervaringen. Dat Social Media echter ook een keerzijde heeft wordt duidelijk uit de negatieve ervaringen van lvb-jongeren met Social Media. Uit dit onderzoek blijkt dat vijf van de zes lvb-jongeren in aanraking is geweest met Sexting, het versturen van seksueel getinte foto s. Dit is een groot verschil in vergelijking met gemiddeld begaafde jongeren. Uit de bevindingen van Pediatrics (2011) blijkt namelijk 20 procent van de gemiddeld begaafde jongeren met Sexting in aanraking te komen. Dat lvb-jongeren hier vatbaarder voor zijn is overeenkomstig met de bevindingen van De Beer (2012) dat mensen met een lvb minder vaardigheden hebben om te communiceren over seksuele behoeftes en ze niet weten welke sociale regels hierbij horen. Uit dit onderzoek wordt duidelijk dat het grote verschil niet alleen tot uiting te komen bij Sexting maar ook bij cyberpesten. Van de jongeren blijkt vijf van de zes slachtoffer te zijn geweest van cyberpesten. Uit de bevindingen van Digibewust (2012) komt naar voren dat 25 procent van de gemiddeld begaafde jongeren cyberpesten heeft meegemaakt. Dit is in overeenstemming met de bevindingen van De Beer (2012) dat mensen met een lvb vaker gepest worden en betrokken zijn bij conflicten. De lvb-jongeren beschikken over een beperkte impulscontrole. Dit blijkt uit het onvoldoende kunnen weerstaan van prikkels zoals het direct moeten reageren op ontvangen berichten. In het onderzoek komt naar voren dat de begeleiders hierbij 32

33 verschil merken tussen gemiddeld begaafde jongeren en lvb-jongeren. De lvb-jongeren hebben moeite met het weg leggen van de mobiele telefoon terwijl gemiddeld begaafde jongeren beter weerstand kunnen bieden tegen de impulsen. Ook dit komt overeen met de bevindingen van De Beer (2012) dat mensen met een lvb beschikken over een gebrekkige selectieve aandacht en een beperkte aandacht spanning. Tevens wordt uit het onderzoek duidelijk dat lvb-jongeren moeite hebben met communicatie op Social Media. Zowel begeleiders als lvb-jongeren geven aan dat communicatie via Social Media moeilijk is door het gebrek aan intonatie, mimiek en door taal- en begripszwakte. De communicatie kan op twee manieren belemmerd worden, namelijk expressief, problemen met het onder woorden brengen, of receptief, de boodschap wordt niet goed ontvangen. Alle ondervraagde jongeren geven aan moeite te hebben met de communicatie op Social Media. De beperkte impulscontrole en taal- en begripszwakte kunnen op het werk of dagbesteding van de lvb-jongere tot problemen leiden. Hierbij valt te denken aan miscommunicatie, krijgen van stress, bot reageren, boos worden en weg lopen. Uit de bevindingen van De Beer (2012) blijkt dit voort te komen uit het verminderde denktempo bij mensen met een lvb. De effectiviteit van het denkproces blijkt onder tijdsdruk te verminderen. Een ander opvallend resultaat is dat lvb-jongeren moeite hebben met generaliseren, ervaringen opgedaan in situatie a toepassen in situatie b. Dit blijkt uit het feit dat een respondent anderhalve week na het interview wederom in de fout gaat. Hij komt via Skype in contact met een meisje, zij vraagt of hij voor de webcam seksuele handelingen wil laten zien. Hierop verricht de respondent seksuele handelingen, niet wetende dat dit opgenomen wordt en later op Youtube wordt gezet. Een negatieve ervaring op Facebook blijkt op een ander platform wederom te kunnen gebeuren. De lvb-jongeren lopen een groter risico op Social Media dan gemiddeld begaafde jongeren. Volgens De Beer (2012) brengen abstracte denkoperaties, zoals het probleemoplossend vermogen, het reflecteren op gedachten en het verplaatsen in tijd en ruimte moeilijkheden met zich mee. De omgang met abstracte taken als rekenen en taal brengt moeilijkheden met zich mee. Ook beschikken lvb-jongeren over minder sociale vaardigheden in vergelijking met gemiddeld begaafde jongeren. En blijkt dat de effectiviteit van het denkproces te verminderen wanneer er onder tijdsdruk nagedacht moet worden. Dit kan leiden tot het aangaan van verbintenissen zonder vooraf eventuele gevolgen te overzien of af te wegen. Het aanzienlijke gebruik van Social Media onder de lvb-jongeren en de bovengenoemde kenmerken leiden tot een zeer groot risico op Social Media. Deelvraag III, wat zijn de ervaringen van begeleiders op het gebied van lvbjongeren op Social Media? Uit het onderzoek wordt duidelijk dat de begeleiders goed op de hoogte zijn van de negatieve ervaringen van lvb-jongeren met Social Media. Toch blijkt vooral curatief gewerkt te worden in plaats van preventief. Lvb-jongeren komen vaak achteraf naar de begeleiders, waardoor de problemen eerst ongemerkt groter worden. Het onvoldoende preventief werken blijkt grote problemen met zich mee te brengen. Dit komt naar voren uit het feit dat een cliënt te laat met een probleem naar de begeleiding stapte, waardoor zij zes telefoonabonnementen en verschillende auto s op haar naam had staan. Deze telefoonabonnementen en auto s werden door andere mensen gebruikt, wat resulteerde in bekeuringen en een telefoonrekening van 5000 euro. Tevens zijn er voor de begeleiders onvoldoende handvatten voor handen. Dit blijkt uit het ontbreken van protocollen, procedures, voorlichtingsmaterialen, cursussen en trainingen op het gebied van Social Media. Begeleiders geven allen aan dat zij behoefte hieraan hebben. Dit blijkt in overeenstemming met de bevindingen van de gedragswetenschapper van s Heeren Loo, zij geeft aan dat er behoefte is aan meer 33

34 handvatten maar dat het onbekend is hoe de invulling hiervan eruit moet komen te zien. Het gebrek aan voorlichtingsmaterialen, cursussen en protocollen en het feit dat de risico s van Social Media bij lvb-jongeren een ondergeschoven en onzichtbaar probleem is komt overeen met het rapport van Kennisnet (2014). Het aanpassen van bestaand materiaal, van gemiddeld begaafde jongeren naar lvb-jongeren is van groot belang. Deelvraag IV, wat is nodig voor lvb-jongeren om negatieve ervaringen op Social Media te voorkomen? Uit het onderzoek wordt duidelijk dat lvb-jongeren vooral behoefte hebben aan openheid, cursussen en trainingen. Er is behoefte aan meer aandacht aan het onderwerp Social Media zowel tussen lvbjongeren en begeleiders als begeleiders onderling. Dit door het onderwerp Social Media te bespreken tijdens bewonersvergaderingen en teamvergaderingen. Het bieden van een cursus lijkt echter ontoereikend. Dit vanwege de geringe generaliseerbaarheid van lvb-jongeren. Een situatie hoeft maar iets te verschillen met het geleerde en de lvb-jongere heeft al moeite met het toepassen van hetgeen geleerd is. Uit het onderzoek komt naar voren dat een gegeven cursus actief besproken moet worden door een begeleider op de groep. Dit door te vragen naar wat er besproken is op de cursus en te oefenen door middel van rollenspellen. Een gegeven cursus zou vooral moeten bestaan uit beeldmateriaal in plaats van theorie. Dit vanwege de gebrekkige informatieverwerking, denktempo en taal- en begripszwakte (De Beer, 2012: p ). Eindconclusie Opvallend is dat de risico s voor lvb-jongeren zeer hoog zijn, gemiddeld vier keer zo hoog in vergelijking met gemiddeld begaafde jongeren. Daarentegen blijkt er nog weinig aandacht te zijn voor het onderwerp Social Media. Er blijkt momenteel vooral curatief gewerkt te worden in plaats van preventief. Het gebrek aan cursussen, trainingen en voorlichtingsmaterialen in combinatie met het ontbreken aan handvatten voor de begeleiders, maakt dat aandacht voor het onderwerp Social Media en lvb-jongeren noodzakelijk. 5.2 Aanbevelingen Het onderwerp Social Media bespreekbaar maken in bewoners- en teamvergaderingen Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat er behoefte is aan het vergroten van de aandacht met betrekking tot het onderwerp Social Media. De aandacht voor dit onderwerp kan vergroot worden door het bespreekbaar te maken tijdens bewonersvergaderingen en teamvergaderingen. Mede door het bespreken van dit onderwerp wordt de openheid vergroot. Zowel in teamvergaderingen als bewonersvergaderingen kan het onderwerp Social Media een vast onderdeel van de vergadering worden. Hierbij kan gedacht worden aan het herhaaldelijk, eens per kwartaal, bespreken van het onderwerp Social Media. Er kan gebruik gemaakt worden van de tien tips van Noxqs en de werkmap (zie paragraaf 2.5). Tijdens teamvergaderingen kunnen onderwerpen worden besproken als wet- en regelgeving, mogelijke problemen waar jongeren tegenaan lopen en hoe hierop kan worden ingespeeld door de begeleiders. In bewonersvergaderingen is het belangrijk om deze gesprekken luchtig te houden. Dit door bijvoorbeeld na het eten het onderwerp te bespreken in plaats van een ingelaste vergadering. Ook kan er gedacht worden aan het bespreken van Social Media aan de 34

35 hand van nieuws items. Bijvoorbeeld het NOS Journaal, kranten of programma s als internetpesten van Peter R. de Vries. Ook kunnen begeleiders de gedragingen van de jongeren spiegelen. Dit door bijvoorbeeld berichten die jongeren naar elkaar sturen op een blaadje te schrijven en voor te leggen aan een jongere. Hierdoor kunnen jongeren inzien dat bepaalde berichten verkeerd over kunnen komen bij anderen. Aandacht in de instroomfase voor het onderwerp Social Media Op de woning waar dit onderzoek heeft plaats gevonden wordt gewerkt aan de hand van fases. Wanneer een lvb-jongere op de woning wordt geplaatst, start hij in de instroomfase. Naarmate de lvb-jongere vordert met zijn sociale- en huishoudelijke vaardigheden stroomt hij door naar de overige vier fases. Goed om in de instroomfase aandacht te schenken aan het onderwerp Social Media. Hierbij kan gedacht worden aan het stellen van vragen over het Social Media gebruik van de lvb-jongere. Dit bevordert de openheid en brengt eventuele risico s vroegtijdig aan het licht. Dit is een vorm van preventief werken. De aandacht voor het onderwerp Social Media kan tot uiting komen in de instroomfase door dit een vast onderdeel te maken in deze fase. Hierbij wordt aan de jongeren en eventueel ouders gevraagd hoe het gebruik van Social Media eruit ziet, wat eventuele valkuilen zijn en er kunnen afspraken worden gemaakt met de lvb-jongere. Uitbreiden van de weerbaarheidtraining Uit de resultaten blijkt dat er zowel vanuit de begeleiders als de lvb-jongeren behoefte is aan het uitbreiden van de weerbaarheidtraining. Momenteel blijkt deze training gericht te zijn op de reële wereld. Door het beperkt kunnen generaliseren door lvb-jongeren is er echter ook behoefte om de weerbaarheidtraining te betrekken op de virtuele wereld. Er zal vervolgonderzoek nodig zijn hoe de invulling eruit moet komen te zien. Tijdens deze trainingen moet de nadruk gelegd worden op het gebruik van beeldmateriaal. Vanwege de taal- en begripszwakte van lvb-jongeren is het gebruik van alleen theorie niet afdoende. Door gebruik te maken van beeldmateriaal wordt er aangesloten op de behoefte en mogelijkheden van de jongeren. Ook is het belangrijk om tijdens deze trainingen oog te hebben voor het beperkte generalisatievermogen van de lvb-jongeren. Wanneer beeldmateriaal gebruikt wordt van een situatie op Whatsapp moet er ook aandacht gegeven worden aan andere platformen. Dit door dezelfde situatie op verschillende platformen aan bod te laten komen door middel van beeldmateriaal. Tevens is het van belang dat de weerbaarheidtraining in combinatie met een proactieve begeleider wordt gegeven. Dit bevordert de effectiviteit van de weerbaarheidtraining. De begeleider kan vragen stellen welke onderwerpen zijn besproken tijdens de weerbaarheidtraining, oefenen in rollenspellen en dit terug laten komen in wekelijkse gesprekken met de persoonlijk begeleider. Aanstellen van een aandacht functionaris Het is raadzaam om een aandacht functionaris aan te stellen. Dit houdt in dat een begeleider het onderwerp Social Media op zich neemt. Deze begeleider houdt zich op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen op het gebied van Social Media. Hierbij kan gedacht worden aan nieuwe apps maar ook wet- en regelgeving. De aandacht functionaris kan zijn bevindingen delen in de teamvergaderingen waardoor de overige begeleiders op de hoogte zijn van de nieuwe ontwikkelingen. 35

36 Het is belangrijk dat de begeleider affiniteit heeft met en kennis heeft van het onderwerp Social Media. Hierdoor weet de begeleider waar hij over praat en wat eventuele valkuilen zijn. Ook moet hij op de hoogte blijven van nieuwe ontwikkelingen en deze actief volgen. Aandacht voor het onderwerp Social Media onder professionals Het is raadzaam om te proberen het onderwerp Social Media hoger op de prioriteiten lijst te krijgen bij de professionals. Dit kan bereikt worden door het onderwerp te bespreken tijdens medewerkersdagen, congressen en bijeenkomsten van professionals en beleidsmakers. Professionals kunnen dan onderling discussiëren welke handvatten er nodig zijn en hoe deze tot invulling moeten komen. Dit kan leiden tot het ontstaan van protocollen, voorlichtingsmaterialen en cursussen op het gebied van Social Media en lvb-jongeren. 5.3 Generaliseerbaarheid Tijdens dit onderzoek is er gebruik gemaakt van een gerichte steekproef, op een locatie van de zorginstelling s Heeren Loo. Door de keuze van deze specifieke woongroep is het generaliseren van de resultaten voor de gehele doelgroep lastiger. Toch blijkt uit het interview met de gedragswetenschapper dat de ervaringen van Social Media, zowel positief als negatief, overeenkomen op andere woningen. Zij geeft aan dat er sinds januari 2015 drie a vier grote incidenten hebben plaats gevonden. Deze incidenten blijken niet alleen plaats te hebben gevonden op de gekozen locatie, maar ook op andere locaties binnen de zorginstelling s Heeren Loo. Hieruit kan worden opgemaakt dat de resultaten gelijk getrokken kunnen worden met andere locaties binnen de zorginstelling s Heeren Loo. De variatie van respondenten blijkt nuttig te zijn voor het generaliseren van de resultaten; er zijn in dit onderzoek drie vrouwelijke en drie mannelijke respondenten bevraagd. Hierbij is een beeld verkregen van de problematiek bij zowel meisjes als jongens. 5.4 Kanttekeningen bij onderzoek Tijdens het onderzoek is er gebruik gemaakt Photo Elicitation. Dit kan betekenen dat lvbjongeren door een afbeelding een bepaalde richting op worden gestuurd. Tevens kunnen zij de afbeelding anders interpreteren. Ook kunnen de respondenten gestelde vragen anders geïnterpreteerd hebben. De indruk is echter dat deze methode meer informatie heeft opgeleverd dan dat het voor beperkingen heeft gezorgd. Er is bij dit onderzoek voor gekozen om gebruik te maken van respondenten op één locatie. De generaliseerbaarheid van het onderzoek kan hierdoor beperkt zijn. Tevens kunnen de respondenten onderling gesproken hebben over de interviews. Door onderling te praten over de gestelde vragen en de gegeven antwoorden, kan dit de betrouwbaarheid beïnvloeden. Uit de gesprekken met de begeleiders en de deskundige komt echter het beeld naar voren dat de resultaten representatief zijn voor deze doelgroep. De onderzoeker is enige tijd werkzaam geweest op de locatie en kent hierdoor de respondenten. Dit heeft als voordeel dat de onderzoeker een vertrouwensband met de respondenten heeft opgebouwd, wat tot uiting kwam in de open houding van de jongeren. Het kan ook een nadeel zijn, aangezien de onderzoeker vooraf een beeld kan hebben van de respondent. Dit is vooral ondervangen door open en niet-sturende vragen te stellen. 36

37 5.5 Vervolgonderzoek In de conclusie van dit onderzoek zijn de hoofd- en deelvragen voor een groot gedeelte beantwoord. Hierin zijn de positieve en negatieve ervaringen van lvb-jongeren bij het gebruik van Social Media beschreven. Vervolgonderzoek is nodig om de resultaten te kunnen generaliseren. Dit door een vergelijkbaar onderzoek op meerdere woongroepen voor lvb-jongeren uit te voeren. Hierdoor kan er een totaalbeeld ontstaan met betrekking tot het Social Media gebruik onder lvb-jongeren. Het is raadzaam om vervolgonderzoek uit te voeren voor het opstellen van protocollen en de invulling van cursussen en trainingen. Uit het onderzoek blijkt dat er bij lvb-jongeren en begeleiders behoefte is aan protocollen, cursussen en trainingen maar het onduidelijk is hoe hieraan invulling moet worden gegeven. Begeleiders geven aan dat protocollen handig zijn om te gebruiken tijdens een probleemsituatie, om niets over het hoofd te zien. De protocollen moeten gericht zijn op het voorkomen van negatieve ervaringen van lvb-jongeren op Social Media. Hierbij kan gedacht worden aan: wat te doen wanneer een jongere digitaal gepest wordt, wat te doen als een jongere seksueel getinte foto s verstuurt en wie moeten er dan ingelicht worden. Zowel s Heeren Loo als De Groot kunnen dit vervolgonderzoek op zich nemen. Echter kunnen zij ook de handen in elkaar slaan waardoor het vervolgonderzoek effectiever plaats kan vinden. Ook kan er bij vervolgonderzoek gedacht worden aan het uitvoeren van een ontwikkelonderzoek op het gebied van uitbreiding van de weerbaarheidtraining en het opnemen van het onderwerp Social Media in de instroomfase. 37

38 6. Literatuurlijst Bartelsman, M; Holdert, M. (2012). Als je een moord pleegt, ben je cool. Hilversum: Nieuwsuur NOS/NTR Beek, L. van. (2009). Van cijfers naar mensen: De hardnekkige wachtlijst in de zorg van LVG-jeugd in de AWBZ. Utrecht: VGN Beer, Y. de. (2012). De Kleine Gids. Deventer: Kluwer Boekee, S; Engels, C; Veer, N. van der. (2014). Social Media Jongeren Onderzoek Amsterdam: Newcom Research & Consultancy B.V. Brandriet, A. (2014). Zorg over opkomst loverboys in regio Groene Hart. Groene hart: Algemeen Dagblad Buyck, L. (2013). titel Digitale dementie: Geheugen van jongeren minder goed ontwikkeld. Algemeen Dagblad: De Persgroep Nederland Calis, M; Kisjes, H. (2013). Socialbesitas. Middelbeers: InnoDoks Choo, K.W.R. (2009). Online child grooming: a literature review on the misuse of social networking sites for grooming children for sexual offences. Canberra: Australian Institute of Criminology Cocq, M. de; Boot, L; Pijpers, R; e.a. (2014) LVB-jeugd en Sociale Media. Zoetermeer: Kennisnet Cuilenburg, J. van. (2002). Over overvloed en tekort in de informatiesamenleving. Informatie Professional, nummer 6 p Dolderen, A. van; Eijgelaar, J; Grasdijk, D; e.a. (2012). Samen Wijzer Werkmap voor jongeren. Zwolle: Christelijke Hogeschool Windesheim Duimel, M. (2012). Verstrikt in het net. Leidschendam: Digivaardig & Digiveilig. Eigenraam, A. (2013). Socialbesitas: 600 WhatsApp-berichten per dag en altijd je mobiel voelen trillen. Amsterdam: NRC Handelsblad Groot, R. de. (2014). Start promotieonderzoek naar de online risico s van het internet voor jongeren met een licht verstandelijke beperking. Leiden: Hogeschool Leiden Hagen, S. van der. (2010). E-inclusie, meedoen in de digitale samenleving. Blik op Media Hagen, S. van der. (2011). Onderzoek: Internet en veiligheidsrisico s voor jongeren met een LVB. Blik op Media Heesakkers, G. (2013). Jongeren zijn dag en nacht bezig met hun mobile: socialbesitas? Amsterdam: de Volkskrant Heinen, H. (2014). Rapportage: onderzoek meldknop.nl. Leidschendam: Digivaardig & Digiveilig 38

39 Hemstede, M. (2011). Internet verbieden is vrijheidsbeperking. Tijdschrift Markant, nummer 2 p Hoeven, M. van der; Appeven, J. van; Burger, M; e.a. (2014). Psychomotorische weerbaarheidstraining ter vergroting van de psychosociale weerbaarheid voor jong volwassenen met een licht verstandelijke beperking die moeite hebben om op te komen voor hun eigen wensen, grenzen en/of behoeften. Utrecht: Federatie Vaktherapeutische Beroepen Hop, L; Delver, B. (2012). Jongeren lijden aan Social Media Stress (SMS). Amsterdam: Nationale Academie voor Media & Maatschappij Hope, J. (2009). Why chatting too long on Facebook can get a girl down. England: The Daily Mail Irvine, C. (2009). Excessive chatting on Facebook can lead to depression in teenage girls. England: The Telegraph Kang, C. (2012). Teens in survey paint positive picture of effect of social media on their lives. Washington: The Washington Post Kaplan, A; Haenlein, M. (2010). Users of the world, unite! The challenges and oppurtunities of Social Media. Business Horizons, nummer 53 p Keskinen, T; Heimonen, T; Turunen, M; e.a. (2012). SymbolChat: A flexible picturebased communication platform for users with intellectual disabilities. Interacting with Computers, nummer 5 p Kohnstamm, R. (2009). Kleine ontwikkelingspsychologie II de schooltijd. Houten: Bohn Stafleu van Loghum Migchelbrink, F. (2009). Praktijkgericht onderzoek in zorg en welzijn. Amsterdam: Uitgeverij SWP Oldenburger, G. (2013). Gevaren op internet, hoe ga je er als begeleiding mee om? Groningen: Seksualiteit Grenzeloos Olsthoorn, P. (2012). De macht van Facebook. Leeuwarden: Elikser Pardoen, J; Pijpers, R. (2006). Mijn kind online. Amsterdam: Uitgeverij SWP Pelgrim, C. (2013). Met een smartphone in de hand wordt kind volwassen. Amsterdam: NRC Handelsblad. Pijpers, R; Duimel, M; Boeke, H; e.a. (2013). Samen leren Tieners en sociale media. Zoetermeer: Mijn Kind Online en Kennisnet Pijpers, R. (2010). Speciaal onderwijs op internet. Zoetermeer: Mijn kind online Rideout, V. (2012). Social Media, Social Life: How teens view their digital lives. San Francisco: Common Sense Media Rooij, A. van; Schoenmakers, T. (2013). Monitor internet en jongeren. Rotterdam: IVO Scheerman, N; Vermulst, R. (2013). Jongeren over online rechten en verantwoordelijkheden. Leidschendam: Digivaardig & Digiveilig. 39

40 Shurgin O Keeffe, G; Clarke-Pearson, K. (1 april 2011). The impact of Social Media on Children, Adolescents, and Families. Pediatrics, p Slegers, M. (2012). Soci@l Kids je kind op sociaal media. Schiedam: Scriptum Sloviter, V. (2011). Diagnosis: Social Media Syndrome. Gloucester: Pediatrics for parents. Valcke, M; Craene, B. de. (2007). Kinderen en internet. Tielt: Lannoo Voster, N; Petrina, R; Heemskerk, I. (2013). Inclusief. Bussum: Coutinho Vugts, B. (2009). Werken met ontwikkelingsleeftijden. Barneveld: Uitgeverij Nelissen Weiss, R.S. (1995). Learning from strangers. New York: The Free Press Werkhoven, P; Dijkgraaf, J. (2013). Social Media Bijbel. Amersfoort: BBNC (24 november 2014) (9 oktober 2014) (6 oktober 2014) (17 oktober 2014) (20 november 2014). Sexting werkt.html (9 oktober 2014) (9 oktober 2014) 40

41 Bijlage 1 interview lvb-jongeren Onderzoeksinstrumenten Interview licht verstandelijk beperkte jongeren Opening - Kennismaken: vertel wie je bent, wat je studeert, waarom je dit onderzoek verricht. - Doel van dit onderzoek is om duidelijk te krijgen welke Social Media (Facebook, Whatsapp en Twitter) je gebruikt. Dit zodat de begeleiding jou en anderen hierbij kunnen helpen of dat dit bijvoorbeeld gebruikt kan worden bij de weerbaarheidstraining. - Thema s die in dit interview besproken worden zijn: o Social Media (waar maak je gebruik van en hoeveel) o Risicofactoren (waar loop je tegenaan, bijvoorbeeld pesten) o Beperken risicofactoren (wat doe je om dit te beperken) - Het interview wordt opgenomen met een bandrecorder o toestemming vragen aan respondent o uitleggen dat het alleen door de onderzoeker beluisterd wordt o respondent kan het altijd stil zetten - Zijn er nog vragen? o controleren of alles duidelijk is door te laten herhalen wat er gezegd is Interview - bandrecorder aanzetten - inleidende vragen (hoe oud ben je) - zoveel mogelijk de respondent aan het woord door gebruik van topics Topics - Facebook - Twitter - Whatsapp - Instagram - Snapchat - Pesten - Cybercrime (opgelicht via internet) - Sexting (mensen wel eens gevraagd om een naaktfoto van je) - Social Media verslaving (bijkomende kwalen, heeft de respondent daar last van) - aandachttekort - privacy instellingen Social Media - toevoegen van vrienden - ruzie (via Social Media, bijv. op Facebook of Whatsapp) - uren gebruik - in bezit van laptop etc. Afsluiting - bedanken voor het interview - eventuele vragen beantwoorden 41

42 Bijlage 2 photo elicitation Photo elicitation Opening - Kennismaken: vertel wie je bent, wat je studeert, waarom je dit onderzoek verricht. - Doel van dit onderzoek is om duidelijk te krijgen welke Social Media (Facebook, Whatsapp en Twitter) je gebruikt. Dit zodat de begeleiding jou en anderen hierbij kunnen helpen of dat dit bijvoorbeeld gebruikt kan worden bij de weerbaarheidstraining. - Uitleggen hoe Photo elicitation in zijn werk gaat o aan de hand van een voorbeeld (leg voorbeeld foto voor en vertel er wat over) - Het interview wordt opgenomen met een bandrecorder o toestemming vragen aan respondent o uitleggen dat het alleen door de onderzoeker geluisterd wordt o respondent kan het altijd stil zetten - Zijn er nog vragen? o controleren of alles duidelijk is door te laten herhalen wat er gezegd is Photo elicitation - Leg elke keer één foto voor aan de respondent o laat de respondent hier wat over vertellen o stel zo nodig vragen als de respondent niets erover kan zeggen. Denk hierbij aan een foto van de privacy instellingen op Facebook. Eventuele vraag hierbij kan zijn wat zie je hier voor je? - Je laat de respondent aan het woord, het mag hierbij alle kanten op gaan, je krijgt hierdoor waarschijnlijk veel informatie. Topics - privacy instelling Facebook - pesten via Whatsapp of Facebook - Cybercrime - Sexting - toevoegen onbekende personen 42

43 Bijlage 3 operationaliseren Verstandelijke beperking Werkgeheugen: slaat informatie op en bewerkt dat DSM-IV: een overzicht om diagnoses te stellen Intelligentiequotiënt: een aanduiding hoe intelligent iemand is Mentale leeftijd: leeftijd die past bij het IQ Kalenderleeftijd: leeftijd aan de hand van geboorte datum Disharmonische ontwikkeling: aanzienlijk verschil tussen mentale leeftijd en kalenderleeftijd Sociaal-emotionele ontwikkeling: ontwikkeling van emoties, zelfbeeld en temperament Verstandelijke ontwikkeling: ontwikkeling van het denken (redeneren, kennis en inzicht) Sociale vaardigheden: vaardigheden op het gebied van omgaan met anderen Relationele vaardigheden: vaardigheden op het gebied van het aangaan van relaties Selectieve aandacht: aandacht kunnen richten op een bepaalde situatie Aandacht spanning: mate waarin iemand de aandacht kan vasthouden Denktempo: tempo waarin iemand informatie kan verwerken Abstractievermogen: vermogen om hoofd- en bijzaken te kunnen onderscheiden Taalzwakte: het gebrek in kunnen toepassen van taal Zelfredzaamheid: mate waarin iemand voor zichzelf kan zorgen Expertsessie: bespreken van ervaringen door hulpverleners, begeleiders en leerkrachten in speciaal onderwijs over de doelgroep Social Media Social Media: verzamelnaam van internettoepassing om informatie te kunnen delen Interactie: wisselwerking tussen personen Platform: manier om contact te maken met anderen Online: op internet Grooming: online benaderen van kinderen om seks te hebben Digitaal pesten: online pesten Cybercrime: misdaad op het internet Loverboys: pooier die meisjes inpalmt om ze vervolgens in de prostitutie te laten werken Sexting: versturen van seksueel getinte foto s Facebook-depressie: depressie die zich ontwikkelt door veel tijd te besteden op Social Media 43

44 Bijlage 4 interview begeleiders Begeleiders en het gebruik van Social Media: - Bekend met Social Media - Gebruik je Social Media - Heb je wel eens gesprekken met de lvb-jongeren over Social Media? Kan je een inschatting geven over het Social Media gebruik van de jongeren? - Mate van gebruik - welke Social Media - Op welke apparaten Wat zijn de ervaringen van jullie als begeleiders op het gebied van lvb-jongeren en Social Media: - Wat werkt qua begeleidingswijze? - Wat werkt niet? - wat is het beleid? Wat zijn de ervaringen van de lvb-jongeren op Social Media: - positieve en negatieve - hoe gaan de begeleiders daarmee om? - waar lopen begeleiders tegenaan? Wat hebben begeleiders nodig op het gebied van het begeleiden van lvb-jongeren op Social Media? - voorlichtingsmaterialen - protocollen - cursussen - kennis over wet- en regelgeving (afsluiten van internet) Wat hebben de cliënten, volgens de begeleiders, nodig op het gebied van Social Media? - Wat hebben de lvb-jongeren specifiek anders nodig dan gemiddeld begaafde jongeren? 44

45 Bijlage 5 interview deskundige Wat houdt het werk van een gedragsdeskundige in? Wat is het verschil tussen gemiddeld begaafde jongeren en lvb-jongeren: - tegen welke problemen loop je op? - hoe uit dit zich op Social Media? - wat hebben de lvb-jongeren specifiek nodig qua begeleiding? Wat zijn de ervaringen van jou als gedragsdeskundige op het gebied van lvb-jongeren en Social Media: - inschatting van positieve en negatieve ervaringen op verscheidene woningen? - wat werkt qua begeleidingswijze? - wat werkt niet? - wat is het huidig beleid? (protocollen/procedures/aandacht functionaris) Wat zouden lvb-jongeren nodig hebben op het gebied van Social Media: - weerbaarheidstraining/pmt? - Hoe moet dit eruit komen te zien? - Waar liggen de valkuilen? Wat hebben begeleiders op de verschillende woningen nodig bij het begeleiden van lvbjongeren: - Protocollen - Trainingen en cursussen 45

46 Bijlage 6 gebruikte afbeeldingen 46

START PROMOTIEONDERZOEK

START PROMOTIEONDERZOEK START PROMOTIEONDERZOEK NAAR DE ONLINE RISICO S VAN HET INTERNET VOOR JONGEREN MET EEN LICHT VERSTANDELIJKE BEPERKING. Mijn naam is Rogier de Groot en ik ben docent en onderzoeker aan de hogeschool Leiden.

Nadere informatie

Mobiele apparatuur, internet en sociale media protocol

Mobiele apparatuur, internet en sociale media protocol Frankenskamp 4 3848 DE Harderwijk 0341-426704 - directiebron@stichtingvco.nl - www.debronharderwijk.nl Mobiele apparatuur, internet en sociale media protocol CBS DE BRON, EEN SCHOOL MET MEERWAARDE. Steeds

Nadere informatie

Esther Göring - Adviseur Lezen en Media/Mediacoach Ouderavond Basisschool Brukelum Aarle-Rixtel

Esther Göring - Adviseur Lezen en Media/Mediacoach Ouderavond Basisschool Brukelum Aarle-Rixtel Esther Göring - Adviseur Lezen en Media/Mediacoach Ouderavond Basisschool Brukelum Aarle-Rixtel Share the fun: uw kind en nieuwe media ONDERWERPEN: INTERNET: Social media Wat is het en hoe wordt het gebruikt

Nadere informatie

Esther Göring - Adviseur Lezen en Media/Mediacoach Ouderavond Sint Corneliusschool Venhorst I.s.m. Jackey Meeng en Jorieke Vierwinden Politie Veghel

Esther Göring - Adviseur Lezen en Media/Mediacoach Ouderavond Sint Corneliusschool Venhorst I.s.m. Jackey Meeng en Jorieke Vierwinden Politie Veghel Esther Göring - Adviseur Lezen en Media/Mediacoach Ouderavond Sint Corneliusschool Venhorst I.s.m. Jackey Meeng en Jorieke Vierwinden Politie Veghel Share the fun: uw kind en nieuwe media ONDERWERPEN:

Nadere informatie

JONGEREN EN INTERNETVEILIGHEID

JONGEREN EN INTERNETVEILIGHEID JONGEREN EN INTERNETVEILIGHEID Joyce Kerstens 5 maart 2015 JONGEREN - INTERNET - MEDIA Meisje uit Pijnacker pleegt zelfmoord 'om bangalijst' De Oude Klapwijkseweg in Pijnacker. FOTO STREETVIEW. UPDATE

Nadere informatie

Social media en de school NIP, Amsterdam 13 maart 2015

Social media en de school NIP, Amsterdam 13 maart 2015 Social media en de school NIP, Amsterdam 13 maart 2015 Meisje uit Pijnacker pleegt zelfmoord 'om bangalijst' De Oude Klapwijkseweg in Pijnacker. FOTO STREETVIEW. UPDATE In Pijnacker heeft gisteravond een

Nadere informatie

Mijn kind heeft een LVB

Mijn kind heeft een LVB Mijn kind heeft een LVB Wat betekent een licht verstandelijke beperking nu precies? Informatie voor ouders van kinderen en jongeren met een licht verstandelijke beperking in de leeftijd van 6 tot 23 jaar

Nadere informatie

Jongeren over online rechten en verantwoordelijkheden

Jongeren over online rechten en verantwoordelijkheden Jongeren over online rechten en verantwoordelijkheden Onderzoeksrapport Opdrachtgever: Digibewust Auteurs: Nicolien Scheerman & Robbert Vermulst (YoungWorks) Datum: 30 januari 2013 co-funded by the European

Nadere informatie

Herkennen van en omgaan met mensen met een lichte verstandelijke beperking

Herkennen van en omgaan met mensen met een lichte verstandelijke beperking Herkennen van en omgaan met mensen met een lichte verstandelijke beperking Doelgroep s Heeren Loo, Almere: Alle leeftijden: kinderen, jongeren & volwassenen (0 100 jaar) Alle niveaus van verstandelijke

Nadere informatie

VEILIG SEKSUEEL OPGROEIEN

VEILIG SEKSUEEL OPGROEIEN "Ik vind het fijn dat ik altijd alles met mijn hulpverlener kan bespreken en alles kan vragen, zonder dat zij daar een oordeel over heeft." (Sophie, 17 jaar) "Dankzij Qpido is mijn zoon sterker geworden

Nadere informatie

Kinderen en Veilig Internet. Prof. dr. R. Casimirschool 6 maart 2012

Kinderen en Veilig Internet. Prof. dr. R. Casimirschool 6 maart 2012 Kinderen en Veilig Internet Prof. dr. R. Casimirschool 6 maart 2012 Over mij Johan Lammers Geboren en getogen in Deurne Organisatiepsychologie in Nijmegen Nu weknowmore & socialemediatraining.nl in Amsterdam

Nadere informatie

B&O Info Tel.: 06-20657425 E-mail: info@bo-info.nl Internet: www.bo-info.nl Twitter: @bo_info Facebook: https://www.facebook.com/bo.

B&O Info Tel.: 06-20657425 E-mail: info@bo-info.nl Internet: www.bo-info.nl Twitter: @bo_info Facebook: https://www.facebook.com/bo. Er is niet één antwoord te geven op de vraag hoe vaak of hoe lang een kind op een tablet, smartphone of computer mag. Dat hangt sterk af van het kind en de situatie. Deskundigen zijn het er wel over eens

Nadere informatie

Protocol Digitaal pesten

Protocol Digitaal pesten Protocol Digitaal pesten 2 1 Inleiding 1.1 Doelstelling 3 1.2 Beleid 3 1.3 Voorwaarden beleid 3 2. Achtergrondinformatie 2.1 Wat is digitaal pesten? 3 2.2 Waarom is digitaal pesten zo erg? 3 2.3 Signalen,

Nadere informatie

Informatie voor pleegzorgbegeleiders en (pleeg)ouders

Informatie voor pleegzorgbegeleiders en (pleeg)ouders Informatie voor pleegzorgbegeleiders en (pleeg)ouders Pascalle van Pel Maart 2014 1 Inhoud Wat is social media? 3 Een aantal feiten 3 Wat is er leuk aan social media? 3 Wat zijn de risico s van social

Nadere informatie

Uw kind en Sociale Media. Woensdag 10 september 2014

Uw kind en Sociale Media. Woensdag 10 september 2014 Uw kind en Sociale Media Woensdag 10 september 2014 Even voorstellen Linda van Delft Gezondheidsbevorderaar (oudervoorlichting, adviesgesprekken, docententrainingen & gastlessen) 088-3084284 lvandelft@ggdhm.nl

Nadere informatie

Datum 6 januari 2016 Onderwerp Gespreksnotitie Nationaal Rapporteur rondetafelgesprek kindermisbruik. Geachte voorzitter,

Datum 6 januari 2016 Onderwerp Gespreksnotitie Nationaal Rapporteur rondetafelgesprek kindermisbruik. Geachte voorzitter, 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Tweede Kamer der Staten-Generaal t.a.v. de voorzitter van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie mevrouw L. Ypma Postbus 20018 2500 EA Den Haag Turfmarkt

Nadere informatie

Overzicht. Wat zijn social media? Voorbeelden van social media. Social media in de ICT-lessen. De gevaren van social media.

Overzicht. Wat zijn social media? Voorbeelden van social media. Social media in de ICT-lessen. De gevaren van social media. Overzicht Wat zijn social media? Voorbeelden van social media. Social media in de ICT-lessen. De gevaren van social media. Mindreader Wat zijn social media? Social media is een verzamelbegrip voor online

Nadere informatie

Mama, mag ik op t internet?

Mama, mag ik op t internet? Mama, mag ik op t internet? Sofie Vandoninck Faculteit Sociale Wetenschappen Onderzoekproject Online risico s & online weerbaarheid Doel van het onderzoek? Welke kinderen zijn meer kwetsbaar online? Hoe

Nadere informatie

Geachte ouders/ verzorgers, Nieuwsbrief oktober 2015

Geachte ouders/ verzorgers, Nieuwsbrief oktober 2015 CBS De Bron/ Christinaplaats Christinaplaats 1 3223XE Hellevoetsluis Telefoonnummer 0181 313638 E- mail: info@cbsdebron.vcodekring.nl Website: www.cbs-debrug.nl Nieuwsbrief oktober 2015 Geachte ouders/

Nadere informatie

E V E N V O O R S T E L LE N: Pel van Hattum Gezondheidsbevorderaar

E V E N V O O R S T E L LE N: Pel van Hattum Gezondheidsbevorderaar P R O G R A M MA 20:05 theater: alcohol 20:40 pauze met beurs 21:10 theater: sociale media 22:00 afsluiten E V E N V O O R S T E L LE N: Pel van Hattum Gezondheidsbevorderaar P R O G R A M MA Roken en

Nadere informatie

Voor meer informatie over dit onderzoek kunt u contact opnemen met Lisette van Vliet: lisette.van.vliet@eenvandaag.

Voor meer informatie over dit onderzoek kunt u contact opnemen met Lisette van Vliet: lisette.van.vliet@eenvandaag. Onderzoek Sexting 7 april 2015 Over het onderzoek Aan dit online onderzoek, gehouden van 26 februari tot en met 9 maart 2015 deden 1852 jongeren mee, waaronder 961 middelbare scholieren. De uitslag is

Nadere informatie

Nieuwe media. Imy selfie. like. Smart online!

Nieuwe media. Imy selfie. like. Smart online! Imy selfie Nieuwe media like Smart online! Smart online! De nieuwe media, we kunnen niet meer zonder! De nieuwe media maken het ons mogelijk om 24 uur per dag bereikbaar te zijn, het world wide web te

Nadere informatie

Meten van mediawijsheid. Bijlage 6. Interview. terug naar meten van mediawijsheid

Meten van mediawijsheid. Bijlage 6. Interview. terug naar meten van mediawijsheid Meten van mediawijsheid Bijlage 6 Interview terug naar meten van mediawijsheid Bijlage 6: Het interview Individueel interview Uitleg interview Ik zal je uitleggen wat de bedoeling is vandaag. Ik ben heel

Nadere informatie

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind MEE Nederland Raad en daad voor iedereen met een beperking Moeilijk lerend Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind Moeilijk lerend Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind Inhoudsopgave

Nadere informatie

Collectief aanbod Jeugd Houten

Collectief aanbod Jeugd Houten Collectief aanbod Jeugd Houten Groepsmaatschappelijk werk Santé Partners in Houten 2018-2019 1 Inhoud Blz. Training Sterk staan 9-12.... 3 Zomertraining Plezier op School (aankomende brugklassers). 4 Assertiviteitstraining

Nadere informatie

Jeugdgezondheidszorg. Anneke de Knegt Jeugdverpleegkundige 30-9-2014

Jeugdgezondheidszorg. Anneke de Knegt Jeugdverpleegkundige 30-9-2014 Jeugdgezondheidszorg Anneke de Knegt Jeugdverpleegkundige 30-9-2014 JGZ op school Wij zien uw kind op 2 momenten VMBO: 1 e en 3 e klas HAVO/VWO: 2 e en 4 e klas vragenlijst Bij eerste contact: lengte en

Nadere informatie

Risicofactoren, zelfbescherming en invloed van sociale context (6 oktober 2011) Sofie Vandoninck, K.U.Leuven

Risicofactoren, zelfbescherming en invloed van sociale context (6 oktober 2011) Sofie Vandoninck, K.U.Leuven Veilig online: negatieve ervaringen bij 9-16 jarigen Risicofactoren, zelfbescherming en invloed van sociale context (6 oktober 2011) Sofie Vandoninck, K.U.Leuven EU Kids Online: achtergrond en theoretisch

Nadere informatie

Basisschool t Maxend Maxend 6 5388 ZG Tel.: 0412-611366 E-mail: directie@maxend.nl. Protocol Nieuwe Pesten ( digitaal pesten )

Basisschool t Maxend Maxend 6 5388 ZG Tel.: 0412-611366 E-mail: directie@maxend.nl. Protocol Nieuwe Pesten ( digitaal pesten ) Basisschool t Maxend Maxend 6 5388 ZG Tel.: 0412-611366 E-mail: directie@maxend.nl Protocol Nieuwe Pesten ( digitaal pesten ) Inhoud 1. Inleiding 1.1 Doelstelling 3 1.2 Beleid 3 1.3 Voorwaarden beleid

Nadere informatie

MEE. Ondersteuning bij leven met een beperking. Omgaan met mensen met een licht verstandelijke beperking. Voor verwijzers

MEE. Ondersteuning bij leven met een beperking. Omgaan met mensen met een licht verstandelijke beperking. Voor verwijzers MEE Ondersteuning bij leven met een beperking Omgaan met mensen met een licht verstandelijke beperking Voor verwijzers Omgaan met mensen met een licht verstandelijke beperking Veel mensen met een licht

Nadere informatie

Fase I Voorvallen in de huiselijke kring Huiselijk geweld

Fase I Voorvallen in de huiselijke kring Huiselijk geweld Samenvatting Dit onderzoek heeft tot doel algemene informatie te verschaffen over slachtoffers van huiselijk geweld in Nederland. In het onderzoek wordt ingegaan op de vraag met welke typen van huiselijk

Nadere informatie

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Communiceren met je puber Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van 12-18 jaar

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Communiceren met je puber Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van 12-18 jaar DOELSTELLINGEN Ouders zijn zich ervan bewust dat je altijd en overal communiceert Ouders wisselen ervaringen met elkaar uit over hoe de communicatie met hun pubers verloopt Ouders verwerven meer inzicht

Nadere informatie

Protocol machtsmisbruik / meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Protocol machtsmisbruik / meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling geweld en kindermishandeling Doelgroep: Directies, leerkrachten en interne contactpersonen in primair onderwijs In deze protocollen beperken we ons tot een korte beschrijving van de taken die de interne

Nadere informatie

Deze vragenlijst bestaat uit vijf delen, A t/m E.

Deze vragenlijst bestaat uit vijf delen, A t/m E. Page of 6 Enquête basisonderwijs Deze vragenlijst bestaat uit vijf delen, A t/m E. Er zijn in totaal 9 vragen. A. Over jezelf Dit onderdeel bestaat uit zeven vragen. Hoe oud ben je? In welke klas zit je?

Nadere informatie

OUDERVOORLICHTING Riskante Gewoontes. mijn ouders mogen trots op mij zijn. Ik ben verslaafd aan twitter, en niet aan drugs.

OUDERVOORLICHTING Riskante Gewoontes. mijn ouders mogen trots op mij zijn. Ik ben verslaafd aan twitter, en niet aan drugs. OUDERVOORLICHTING Riskante Gewoontes mijn ouders mogen trots op mij zijn. Ik ben verslaafd aan twitter, en niet aan drugs. Vroegsignalering en geïndiceerde preventie Voormalige afdeling preventie Advies,

Nadere informatie

Inleiding. Autisme & Communicatie in de sport

Inleiding. Autisme & Communicatie in de sport Sanne Gielen Inleiding Starten met een nieuwe sport is voor iedereen spannend; Hoe zal de training eruit zien? Zal de coach aardig zijn? Heb ik een klik met mijn teamgenoten? Kán ik het eigenlijk wel?

Nadere informatie

s Heeren Loo Samen mediawijs Met elkaar in gesprek over het gebruik van (social) media s Heeren Loo Advisium September 2017

s Heeren Loo Samen mediawijs Met elkaar in gesprek over het gebruik van (social) media s Heeren Loo Advisium September 2017 s Heeren Loo Samen mediawijs Met elkaar in gesprek over het gebruik van (social) media s Heeren Loo Advisium September 2017 Inleiding De wereld verandert. Er zijn steeds nieuwe digitale ontwikkelingen.

Nadere informatie

LEZINGEN EN WORKSHOPS OPVOEDEN

LEZINGEN EN WORKSHOPS OPVOEDEN LEZINGEN EN WORKSHOPS OPVOEDEN GGD Kennemerland geeft diverse bijeenkomsten voor ouders. Over opvoeding, gezondheid en gedrag bij kinderen. Deze bijeenkomsten kunnen als school, peuterspeelzaal of kinderdagverblijf

Nadere informatie

*Ook met het programma Paint van Windows kunnen foto s bewerkt worden

*Ook met het programma Paint van Windows kunnen foto s bewerkt worden Lesbrief Online pesten Leerjaar 1-Profiel1,2,3 Tijd: 50 55 minuten Voorbereiding: op http://mediawijsheid.nl/onlinepesten staan allerlei filmpjes, informatie en artikelen over online pesten, bruikbaar

Nadere informatie

Inleiding 2. Verslag door Chaima 1351 woorden 2 april keer beoordeeld. Inhoudsopgave

Inleiding 2. Verslag door Chaima 1351 woorden 2 april keer beoordeeld. Inhoudsopgave Verslag door Chaima 1351 woorden 2 april 2018 7.8 2 keer beoordeeld Vak Anders 2017 Invloed van Social Media op jongeren Praktische Opdracht Maatschappijleer & -wetenschappen Inhoudsopgave 1. Inleiding

Nadere informatie

Programma Tienerclub. Tienerclub Blok 1 & 5: Adventure 4 Kids Op avontuur met jezelf

Programma Tienerclub. Tienerclub Blok 1 & 5: Adventure 4 Kids Op avontuur met jezelf Programma Tienerclub. Tienerclub Blok 1 & 5: Adventure 4 Kids Op avontuur met jezelf Vijf woensdagmiddagen kunnen jongens en meiden tussen de 10 en 14 jaar op avontuur naar zichzelf. Het kind leert zichzelf

Nadere informatie

MEDIAWIJSHEID SOCIAL MEDIA WAT MOETEN WE ERMEE? Susanne van Rootselaar Mediacoach & Antipestcoördinator

MEDIAWIJSHEID SOCIAL MEDIA WAT MOETEN WE ERMEE? Susanne van Rootselaar Mediacoach & Antipestcoördinator MEDIAWIJSHEID SOCIAL MEDIA WAT MOETEN WE ERMEE? Susanne van Rootselaar Mediacoach & Antipestcoördinator PROGRAMMA Even voorstellen Mediawijsheid Stellingen (Social) Media Jeugd en Social Media Begeleiding

Nadere informatie

Kop. Romp. Lesbrief Seksualiteit Leerjaar 1-Profiel1,2,3

Kop. Romp. Lesbrief Seksualiteit Leerjaar 1-Profiel1,2,3 Lesbrief Seksualiteit Leerjaar 1-Profiel1,2,3 Tijd: 50 minuten Voorbereiding: op www.meerdanliefde.nl is veel informatie te vinden in redelijk eenvoudige taal. Ook in het App Note Mouse draaiboek staan

Nadere informatie

Gebruik van sociale media

Gebruik van sociale media Gebruik van sociale media Het klikt tussen jongeren en sociale media. Facebook, Facetime, Twitter, Instagram, Swarm, Snapchat en andere zijn een deel van het leven van de jongeren geworden. Voor heel wat

Nadere informatie

De normale seksuele ontwikkeling en zijn grenzen. Dr. Hanneke de Graaf

De normale seksuele ontwikkeling en zijn grenzen. Dr. Hanneke de Graaf De normale seksuele ontwikkeling en zijn grenzen Dr. Hanneke de Graaf Inhoud Seksueel gedrag van jongeren anno 2012 Trends Risicogroepen Wanneer over de grens? Bron: Seks onder je 25 e (2012) Online vragenlijst

Nadere informatie

Jaargang 2 nummer 1 16 dec 2010

Jaargang 2 nummer 1 16 dec 2010 Jaargang 2 nummer 1 16 dec 2010 Inhoudsopgave: Inleiding Minisymposium LVG en Verslaving De belangrijkste problemen volgens hulpverleners De ervaringen van cliënten De ervaringen van verwanten Vervolgstappen

Nadere informatie

S TA G E S L I J N 5

S TA G E S L I J N 5 STAGES LIJN5 Wil jij stage lopen bij Lijn5? In de provincie Utrecht biedt Lijn5 behandeling en begeleiding aan kinderen en jongeren met én zonder licht verstandelijke beperking en hun gezin. Lijn5 beschikt

Nadere informatie

Individueel verslag Timo de Reus klas 4A

Individueel verslag Timo de Reus klas 4A Individueel verslag de Reus klas 4A Overzicht en tijdsbesteding van taken en activiteiten 3.2 Wanneer Planning: hoe zorg je ervoor dat het project binnen de beschikbare tijd wordt afgerond? Wat Wie Van

Nadere informatie

5 juni 2012 ONDERZOEK BEPERKT WEERBAAR

5 juni 2012 ONDERZOEK BEPERKT WEERBAAR 5 juni 2012 ONDERZOEK BEPERKT WEERBAAR HET ONDERZOEK In opdracht van het ministerie van volksgezondheid, welzijn en sport Uitgevoerd door onderzoekers van Rutgers WPF en Movisie Hoofdvragen Hoe vaak komt

Nadere informatie

Pubertijd volgens Midas Dekkers (bioloog)

Pubertijd volgens Midas Dekkers (bioloog) Pubertijd volgens Midas Dekkers (bioloog) Pubertijd is als je vader verandert van een held in een ouwe zak en je moeder van een warme haven in een theemuts Wensen en Grenzen Elizabeth Hamelinck GGD Hollands

Nadere informatie

Persoonlijk Plan Aandachtspunten omgangsvormen, verzorging, lichaamsbeleving, weerbaarheid relaties en seksualiteit

Persoonlijk Plan Aandachtspunten omgangsvormen, verzorging, lichaamsbeleving, weerbaarheid relaties en seksualiteit Persoonlijk Plan Aandachtspunten omgangsvormen, verzorging, lichaamsbeleving, weerbaarheid relaties en seksualiteit Het is belangrijk dat de begeleiding rond omgangsvormen, weerbaarheid en seksualiteit

Nadere informatie

Verstandelijke beperkingen

Verstandelijke beperkingen 11 2 Verstandelijke beperkingen 2.1 Definitie 12 2.1.1 Denken 12 2.1.2 Vaardigheden 12 2.1.3 Vroegtijdig en levenslang aanwezig 13 2.2 Enkele belangrijke overwegingen 13 2.3 Ernst van verstandelijke beperking

Nadere informatie

Weerbaarheidstraining voor iedereen. Weerbaar met Accres. Accres.nl/weerbaarheid

Weerbaarheidstraining voor iedereen. Weerbaar met Accres. Accres.nl/weerbaarheid Weerbaarheidstraining voor iedereen Weerbaar met Accres Accres.nl/weerbaarheid Stevig in je schoenen leren staan Weerbaarheidstraining voor iedereen! Overtuigend nee durven zeggen Weerbaar zijn betekent:

Nadere informatie

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W 1 Naam student: Studentnummer: Datum: Naam leercoach: Inleiding Voor jou ligt het meetinstrument ondernemende houding. Met dit meetinstrument

Nadere informatie

VMBO praktische leerweg VMBO theoretische leerweg HAVO VWO

VMBO praktische leerweg VMBO theoretische leerweg HAVO VWO Page of 7 Enquête voortgezet onderwijs Deze vragenlijst bestaat uit vijf delen, A t/m E. Er zijn in totaal 9 vragen. A. Over jezelf Dit onderdeel bestaat uit zeven vragen. Hoe oud ben je? In welke klas

Nadere informatie

Voorwoord. Nienke Meijer College van Bestuur Fontys Hogescholen

Voorwoord. Nienke Meijer College van Bestuur Fontys Hogescholen 3 Voorwoord Goed onderwijs is een belangrijke voorwaarde voor jonge mensen om uiteindelijk een betekenisvolle en passende plek in de maatschappij te krijgen. Voor studenten met een autismespectrumstoornis

Nadere informatie

Rapportage. Onderzoek: mediawijsheid onder ouders en kinderen

Rapportage. Onderzoek: mediawijsheid onder ouders en kinderen Rapportage Onderzoek: mediawijsheid onder ouders en kinderen In opdracht van: Mediawijzer.net Datum: 22 november 2013 Auteurs: Marieke Gaus & Marvin Brandon Index Achtergrond van het onderzoek 3 Conclusies

Nadere informatie

Cyberpesten en Social Media. Wat doen kinderen online

Cyberpesten en Social Media. Wat doen kinderen online Cyberpesten en Social Media Wat doen kinderen online 1 Agenda Inleiding. Wat is Social Media? Platformen. Voorbeelden van cyberpesten. Data over cyberpesten. Signaleren van cyberpesten. Wat te doen bij

Nadere informatie

Pedagogisch beleid Kinderopvang Haarlem Spelend Groeien

Pedagogisch beleid Kinderopvang Haarlem Spelend Groeien Pedagogisch beleid Kinderopvang Haarlem Spelend Groeien Inleiding Kinderopvang Haarlem heeft één centraal pedagogisch beleid. Dit is de pedagogische basis van alle kindercentra van Kinderopvang Haarlem.

Nadere informatie

Product en prijzen 2017 Social Media Rijbewijs

Product en prijzen 2017 Social Media Rijbewijs Product en prijzen 2017 Social Media Rijbewijs Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Maak kennis met het Media Rijbewijs... 3 Inhoud lessen... 4 Digitale leeromgeving... 5 Prijzen Media Rijbewijs... 7 Bijlage

Nadere informatie

Social Media in de Tuinbouw. Social media in de Tuinbouw

Social Media in de Tuinbouw. Social media in de Tuinbouw Social media in de Tuinbouw Inleiding: Dit onderzoek is uitgevoerd door Jan-Peter Steetskamp, in opdracht van Mariëlle van Leeuwen, zelfstandig professional op het gebied van marketing en online communicatie

Nadere informatie

FAALANGST DE BAAS! TRAINING 1. faalangst. de baas! training. www.kinderpraktijklandsmeer.nl info@kinderpraktijklandsmeer.nl

FAALANGST DE BAAS! TRAINING 1. faalangst. de baas! training. www.kinderpraktijklandsmeer.nl info@kinderpraktijklandsmeer.nl FAALANGST DE BAAS! TRAINING 1 faalangst de baas! training www.kinderpraktijklandsmeer.nl info@kinderpraktijklandsmeer.nl 2 KINDERPRAKTIJK LANDSMEER FAALANGST DE BAAS! TRAINING 3 faalangst de Baas! training

Nadere informatie

Pestprotocol Aventus

Pestprotocol Aventus Pestprotocol Aventus Document historie Onderstaande tabel geeft een overzicht van de verschillende revisies en bespreekmomenten van dit document. Documentnummer Aan Van M&I.14.111 CvB Dienst M&I: Sandra

Nadere informatie

Datum 1 april 2019 Betreft Kamervragen over kindermishandeling (ingezonden 5 februari 2019)

Datum 1 april 2019 Betreft Kamervragen over kindermishandeling (ingezonden 5 februari 2019) >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 20018 2500 EA DEN HAAG Voortgezet Onderwijs Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500

Nadere informatie

Digitaal pesten kan op veel manieren. Online pesten mensen, vooral scholieren, elkaar door:

Digitaal pesten kan op veel manieren. Online pesten mensen, vooral scholieren, elkaar door: Uw kind en een smartphone Kinderen hebben steeds jonger beschikking over een eigen mobiele telefoon. Dit is voor u als ouder natuurlijk handig, omdat uw kind zo gemakkelijk bereikbaar is via bijvoorbeeld

Nadere informatie

Welkom bij. Mijn puber en de sociale media hoe ga ik daar mee om? Gaby Herweijer

Welkom bij. Mijn puber en de sociale media hoe ga ik daar mee om? Gaby Herweijer Welkom bij Mijn puber en de sociale media hoe ga ik daar mee om? Gaby Herweijer Welkom in de Puberteit Pubers ondergaan veel veranderingen Vrienden School Lichamelijk Seksualiteit Hersenen Pubers vragen

Nadere informatie

Reglement Sociale Media Leerlingen

Reglement Sociale Media Leerlingen Reglement Sociale Media Leerlingen Sociale media zijn niet meer weg te denken uit de moderne samenleving. Ook in het leven van leerlingen en ouders of voogden spelen sociale media een belangrijke rol.

Nadere informatie

Anti-pest protocol Clusius College Amsterdam

Anti-pest protocol Clusius College Amsterdam Anti-pest protocol Clusius College Amsterdam Anti pest coördinatoren Mw. L. Admiraal Dhr. H. de Koningh Inhoud Voorwoord 2 Doel 2 Voor wie 2 Wat verstaan we onder pesten 2 Wat verstaan we onder plagen

Nadere informatie

Veiligheid en bescherming bij geweld in relaties

Veiligheid en bescherming bij geweld in relaties Veiligheid en bescherming bij geweld in relaties Arosa biedt veiligheid en bescherming bij geweld in relaties. Vrouwen, mannen en hun kinderen kunnen bij Arosa terecht voor opvang en begeleiding. Arosa

Nadere informatie

Brochure voor ouders/verzorgers en begeleiders van kinderen met het Foetaal Alcohol Syndroom (FAS).

Brochure voor ouders/verzorgers en begeleiders van kinderen met het Foetaal Alcohol Syndroom (FAS). Brochure voor ouders/verzorgers en begeleiders van kinderen met het Foetaal Alcohol Syndroom (FAS). Deze brochure richt zich op kinderen met FAS tussen de 4 en 14 jaar. Hierin worden vooral de begeleidingsbehoeften

Nadere informatie

Handleiding Toolbox Mediaopvoeding

Handleiding Toolbox Mediaopvoeding Handleiding Toolbox Mediaopvoeding Kinderen van nu weten niet beter dan dat zij opgroeien met constant overal beeldschermen. Thuis, op school, in de trein, of gewoon op straat kunnen ze elke dag allerlei

Nadere informatie

Solid Kids - Je groeit in wat je doet club

Solid Kids - Je groeit in wat je doet club Solid Kids - Je groeit in wat je doet club Introductie Voor kinderen is van het cruciaal belang dat zij een kans krijgen om op te groeien in een omgeving en samenleving van geborgenheid, veiligheid en

Nadere informatie

Samen mediawijs. Met elkaar in gesprek over het gebruik van (social) media

Samen mediawijs. Met elkaar in gesprek over het gebruik van (social) media Samen mediawijs Met elkaar in gesprek over het gebruik van (social) media Met elkaar in gesprek over (social) media 1 Inleiding De wereld verandert. Je kunt steeds meer dingen doen op je computer, laptop,

Nadere informatie

Advies en steun voor uw kind en uzelf

Advies en steun voor uw kind en uzelf Advies en steun voor uw kind en uzelf Voor advies en steun aan ouders en hun kinderen Informatie advies cursussen Als u of uw kind psychische klachten heeft of problemen ervaart met alcohol of drugs, heeft

Nadere informatie

doordat er op dat moment geen leeftijdsgenootjes aanwezig zijn. Als ze iets mochten veranderen gaven ze aan dat de meeste kinderen iets aan de

doordat er op dat moment geen leeftijdsgenootjes aanwezig zijn. Als ze iets mochten veranderen gaven ze aan dat de meeste kinderen iets aan de SAMENVATTING Er is onderzoek gedaan naar de manier waarop kinderen van 6 8 jaar het best kunnen worden geïnterviewd over hun mening van de buitenschoolse opvang (BSO). Om hier antwoord op te kunnen geven,

Nadere informatie

Ondersteuning bij leven met een beperking

Ondersteuning bij leven met een beperking Ondersteuning bij leven met een beperking Omgaan met mensen met een licht verstandelijke beperking MEE Omgaan met mensen met een licht verstandelijke beperking Raad en daad als het om mensen met een verstandelijke

Nadere informatie

Mediaopvoeding: in gesprek over media. Justine Pardoen

Mediaopvoeding: in gesprek over media. Justine Pardoen Mediaopvoeding: in gesprek over media Justine Pardoen JUSTINE@OUDERS.NL Ouders Online Mijn Kind Online Mediaopvoeding.nl Bureau Jeugd en Media MEDIA EN ONZE AANDACHT STEEDS JONGER... WAAR GAAT HET HEEN?

Nadere informatie

MEE Utrecht, Gooi & Vecht. Ondersteuning bij leven met een beperking. Omgaan met mensen met een licht verstandelijke beperking.

MEE Utrecht, Gooi & Vecht. Ondersteuning bij leven met een beperking. Omgaan met mensen met een licht verstandelijke beperking. MEE Utrecht, Gooi & Vecht Ondersteuning bij leven met een beperking Omgaan met mensen met een licht verstandelijke beperking Voor verwijzers Omgaan met mensen met een licht verstandelijke beperking Veel

Nadere informatie

Inhoud Inleiding Een nieuw beroep, een nieuwe opleiding Een nieuwe start bouwt voort op het voorgaande Relaties aangaan Omgaan met gevoelens

Inhoud Inleiding Een nieuw beroep, een nieuwe opleiding Een nieuwe start bouwt voort op het voorgaande Relaties aangaan Omgaan met gevoelens Inhoud Inleiding 9 1 Een nieuw beroep, een nieuwe opleiding 11 1.1 Het beroep Social Work 11 1.2 Beelden over leren mentale modellen 15 1.3 Competentiegericht leren 16 1.4 Een open leerhouding 17 1.5 Leren

Nadere informatie

Informatie boekje. MSN & Hyves. voor jongeren van behandelgroepen

Informatie boekje. MSN & Hyves. voor jongeren van behandelgroepen Informatie boekje MSN & Hyves voor jongeren van behandelgroepen 24 Inhoudsopgave Voorwoord 3 Hoofdstuk 1 MSN 4 1.1. Wat is MSN? 4 Dit informatieboekje is ontwikkeld door: Manon van de Linde & Chrissy Pijnenburg

Nadere informatie

Psychisch of Psychiatrie? 12-06-2012

Psychisch of Psychiatrie? 12-06-2012 Wat is een psychische stoornis? Een psychische stoornis is een patroon van denken, voelen en gedrag dat binnen de geldende cultuur ongebruikelijk is. Het patroon veroorzaakt last bij de persoon zelf en/of

Nadere informatie

LIVE PERFORMANCE. Bijlage Onderzoek Social Media. Sander van de Rijt PTTM22

LIVE PERFORMANCE. Bijlage Onderzoek Social Media. Sander van de Rijt PTTM22 LIVE PERFORMANCE Bijlage Onderzoek Social Media Sander van de Rijt PTTM22 Inhoudsopgave Social Media onderzoek Heesakkers & Daniels bestrating 3 Wat is social media? 3 Voor- en nadelen social media 3 Voordelen

Nadere informatie

SOCIAL MEDIA OP HET WERK

SOCIAL MEDIA OP HET WERK SOCIAL MEDIA OP HET WERK SOCIAL MEDIA OP HET WERK Je doet deze training waarschijnlijk om te ontdekken of het iets zou kunnen zijn voor jouw werk, oftewel; of het iets is voor jou én voor jouw cliënten?

Nadere informatie

SOCIAL MEDIA OP HET WERK

SOCIAL MEDIA OP HET WERK SOCIAL MEDIA OP HET WERK SOCIAL MEDIA OP HET WERK Je doet deze training waarschijnlijk om te ontdekken of het iets zou kunnen zijn voor jouw werk, oftewel; of het iets is voor jou, je collega s én voor

Nadere informatie

Sociale contacten Informatie zoeken Surfen en gamen Filmpjes bekijken Muziek beluisteren Aankopen

Sociale contacten Informatie zoeken Surfen en gamen Filmpjes bekijken Muziek beluisteren Aankopen Stichting School & Veiligheid ondersteunt scholen bij het bevorderen van een sociaal veilig Sociale contacten Informatie zoeken Surfen en gamen Filmpjes bekijken Muziek beluisteren Aankopen Reclame: affect

Nadere informatie

Weerbaarheid en zelfsturing voor particulieren. Bouwen aan zelfvertrouwen. Jeugd

Weerbaarheid en zelfsturing voor particulieren. Bouwen aan zelfvertrouwen. Jeugd Weerbaarheid en zelfsturing voor particulieren Bouwen aan zelfvertrouwen Jeugd 1. Weerbaarheidstrainingen voor kinderen Heeft uw kind moeite met voor zichzelf op te komen? Of is uw kind wellicht te weerbaar?

Nadere informatie

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben Ik ben wie ik ben Naam: Lisa Westerman Inhoudsopgave Inleiding... 3 De uitslag van Lisa Westerman... 7 Toelichting aandachtspunten en leerdoelen... 8 Tot slot... 9 Pagina 2 van 9 Inleiding Hallo Lisa,

Nadere informatie

Thema's per klas die aangeboden worden in de methode:

Thema's per klas die aangeboden worden in de methode: Thema's per klas die aangeboden worden in de methode: Groep 1-2 Hierbij zijn de kinderen bezig met specifieke lichaamskenmerken van zichzelf en van anderen. Ook gaan ze op zoek naar onderlinge overeenkomsten.

Nadere informatie

Cyberpesten in Olst-Wijhe Nederlandse samenvatting van het onderzoek naar cyberpesten onder 12 tot 18 jarigen in de gemeente Olst-Wijhe

Cyberpesten in Olst-Wijhe Nederlandse samenvatting van het onderzoek naar cyberpesten onder 12 tot 18 jarigen in de gemeente Olst-Wijhe Cyberpesten in Olst-Wijhe Nederlandse samenvatting van het onderzoek naar cyberpesten onder 12 tot 18 jarigen in de gemeente Olst-Wijhe Beste lezer Voor u ligt een onderzoeksverslag naar cyberpesten onder

Nadere informatie

Thema. MediaWijsheid. voor mensen met LVB / autisme. Sociale Media anno 2012. Relaties en seksualiteit. Relaties en seksualiteit 31-10-12

Thema. MediaWijsheid. voor mensen met LVB / autisme. Sociale Media anno 2012. Relaties en seksualiteit. Relaties en seksualiteit 31-10-12 Help? Thema MediaWijsheid Zicht op specifieke van informatieverwerking van mensen met lvg/autisme voor mensen met LVB / autisme Media Stand van zaken media Gebruik Competenties Kansen / Bedreigingen Sociale

Nadere informatie

Protocol 2: het vermoeden van seksuele intimidatie tussen kinderen onderling in de schoolsituatie.

Protocol 2: het vermoeden van seksuele intimidatie tussen kinderen onderling in de schoolsituatie. Pagina 1 van 7 2.2.10. PROTOCOL PREVENTIE MACHTSMISBRUIK Bron:: JGZ protocol PMM - concept 4 GGD Hart voor Brabant Moet iedereen het weten? Draaiboek bij crisissituaties seksuele intimidatie in het primair

Nadere informatie

t Kompas School met de Bijbel Westbroek

t Kompas School met de Bijbel Westbroek t Kompas School met de Bijbel Westbroek Het protocol sociaal gedrag Het pestprotocol is een belangrijk onderdeel van het beleid van onze school. We hebben dan ook een protocol opgesteld dat op de hele

Nadere informatie

Veiligheid van kinderen preventie seksueel misbruik

Veiligheid van kinderen preventie seksueel misbruik Veiligheid van kinderen preventie seksueel misbruik Even voorstellen Marijke Lammers, MOVISIE Adviseur, trainer en auteur bejegeningsvraagstukken en preventie & aanpak seksueel en huiselijk geweld. Veel

Nadere informatie

Lesvoorbereiding. Inleiding voor de leerkracht :

Lesvoorbereiding. Inleiding voor de leerkracht : Lesvoorbereiding Inleiding voor de leerkracht : Child Focus, de Stichting voor Verdwenen en Seksueel Uitgebuite Kinderen, heeft als missie om de fenomenen van verdwijning en seksueel misbruik te bestrijden

Nadere informatie

Kids, internet en social media

Kids, internet en social media Kids, internet en social media Wat doen je kinderen online? W Welke afspraken zijn er bij jullie thuis? Wat wil je vanavond te weten komen? (hoe kan ik ) Mediawijsheid Mediawijsheid: Alles wat je nodig

Nadere informatie

U kunt dit pakkket aanvragen via

U kunt dit pakkket aanvragen via 1 Kinderen op internet In deze tijd weten opgroeiende kinderen niet beter dan dat er internet is. E-mails versturen, een eigen pagina op Hyves, online games spelen: het is een alledaagse zaak. Het is mooi

Nadere informatie

THEMA-AVOND SOCIAL MEDIA

THEMA-AVOND SOCIAL MEDIA THEMA-AVOND SOCIAL MEDIA ICHTHUSLYCEUM Michiel Stadhouders - YoungWorks Nieuwe technologie? INHOUD 1. Jongeren & Social media 2. Social media gebruik 3. Belangrijke thema s 4. Social media & ouders: praktische

Nadere informatie

Persoonlijkheidsstoornissen Kortdurend Behandelaanbod

Persoonlijkheidsstoornissen Kortdurend Behandelaanbod Persoonlijkheidsstoornissen Kortdurend Behandelaanbod U bent niet de enige Een op de tien Nederlanders heeft te maken met een persoonlijkheidsstoornis of heeft trekken hiervan. De Riagg Maastricht is gespecialiseerd

Nadere informatie